Hoogtelijn 2/2017

Page 1

WWW.NKBV.NL | APRIL 2017 | NR 2

NR 2 | APRIL 2017

BERGSPORTMAGAZINE VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE KLIM- EN BERGSPORT VERENIGING

SOLO JE EIGEN WEG

WWW.NKBV.NL

A N IN DE WAND Bigwallavontuur in Yosemite’s Mescalito

ALPENTRAVERSE

In 70 dagen van Wenen naar Menton

ARARAT

Op zoek naar de Ark van Noach


‘BUITEN BEN IK OP MIJN PLEK’ Fred, Bever Almere. Avonturier. Ik trek erop uit, tenzij ik verplichtingen heb. Dat is al meer dan 40 jaar mijn ‘formule’. Met mijn uitrusting ga ik de natuur in en blijf zo lang mogelijk weg. Soms fietsend, soms met mijn kano, soms om dagenlang te wandelen. Als ik thuis ben, ben ik net terug óf alweer met een nieuwe tocht bezig. Bij ons in de woonkamer struikel je dan ook over de landkaarten en routegidsen. Eenmaal op pad voel ik me onafhankelijk. Buiten ben ik op mijn plek, dat is altijd zo geweest - en dat zal altijd zo blijven. BEKIJK FREDS FAVORIETE BUITENGEAR OP BEVER.NL/BUITENMENS/FRED


BUITEN BEGINT BIJ


Inhoud

Kijk voor meer informatie op nkbv.nl, hoogtelijn.nl, twitter.com/nkbv en op facebook.com/de.nkbv.

ACTUEEL 07 08 16 70 88 90

Voorwoord Joachim Driessen Op de Hoogte Steenmannen NKBV voor jou Gespot Vooruitblik

THEMA: SOLO 18 20 27 30 34 38 40 44 48 50

De stilte van alleen zijn Soms is solo noodzaak De paradox van solo Nooit echt alleen op de Laugavegur in IJsland Martin Fickweiler trok solo over Baffin Island SOS: communicatieapparatuur Zingend door Vorarlberg Fly on the wall in Yosemite Markt & Materiaal: lichtgewicht spullen De Arctic Circle Trail in Groenland

18

THEMA: SOLO

Velen vinden samen reizen gezelliger en het is veiliger, omdat je elkaars back-up bent. Toch zijn er ook mensen die liever alleen gaan. Omdat ze alleen dan nog echt naar zichzelf kunnen luisteren. Of hun hart kunnen volgen. In deze editie van Hoogtelijn nemen zes bergsporters je mee in hun ervaringen en leggen ze uit waarom ze alleen op pad gingen.

WANDELEN 15 Spoorzoeken met de NKBV Tochtenwiki

64 Naar de top van de Ararat 77 Mijn Verhaal: na vijftig jaar terug naar de Großvenediger

KLIMMEN 56 Interview met Nina Caprez 72 Hoe zinvol is trainen voor modale sportklimmers?

TOERSKIËN 78 Alpentraverse: van Wenen

64 ARARAT

Op zoek naar de Ark van Noach

44

FLY ON THE WALL

Dromen over Yosemite

naar Menton in 70 dagen

EN VERDER 63 Medisch: blaren 87 Boekbespreking: Les Alpes d'Helbronner

4 | HOOGTELIJN 2-2017

30

LAUGAVEGUR

Nooit echt alleen


Er zijn niet veel plaatsen in de Alpen waar je enigszins kunt ervaren wat topklimmers voor hun kiezen krijgen. Waar je zo in de diepte kunt kijken, waar je figuurlijk achterover valt van de steilheid van de wand.

27

LUST OF LAST?

stand

Zeventien minuten

Een plaats waar dat sinds jaar en dag wel mogelijk was, is station Eigerwand. Destijds maakten de bouwers van de tunnel voor de Jungfraubahn op 2865 meter een doorgang naar de wand om zo zicht te hebben op de roemruchte noordwand. In 1903 ging het station open. Destijds was er een wat luchtig balkon met een hekwerkje, zodat je niet alleen de peilloze diepte kon ervaren, maar ook de wind op die hoogte kon voelen of de druppende sneeuwvelden boven het station. Later kreeg het station grote ramen.

De paradox van alleen reizen

De Jungfraubahn stopte op het station, zoals het even verder een korte pauze houdt op station Eismeer (3159 meter), aan de zuidkant van de Eiger waar de bezoekers een blik krijgen op de reusachtige sneeuw- en ijsmassa’s.

72 KLIMTRAINING

Voor modale sportklimmers

56 INTERVIEW

Sportklimster Nina Caprez

78 ALPENTRAVERSE Van Wenen naar Menton in 70 dagen

De stop op station Eigerwand is sinds nieuwjaar verleden tijd. Toeristen uit het Verre Oosten, met 70 procent veruit in de meerderheid in de trein, willen namelijk meer tijd besteden op het Jungfraujoch. Dat ze daarmee een unieke mogelijkheid missen voor een blik op een van de meest fascinerende en roemruchte wanden uit de bergsport, is kennelijk geen argument. Niet stoppen, betekent zeventien minuten tijdwinst. Zeventien minuten meer foto’s boven maken – selfies vooral – en zeventien minuten langer geld besteden aan souvenirs en eten. Ondertussen wordt er in Grindelwald nog steeds gediscussieerd over een rechtstreekse kabelbaan vanuit het dorp naar Kleine Scheidegg om zo de langzamere treintjes te omzeilen. Nóg sneller boven: vooralsnog is dat zelfs de Zwitsers te gortig, maar de druk houdt aan.

Peter Daalder

Hoofdredacteur Hoogtelijn peter.daalder@hoogtelijn.nl

Op de cover: beroepsavonturier Jolanda Linschooten is alleen op pad en zet haar tentje in de natuur van de Franse Pyreneeën. Hier ervaart ze de overdadige stilte en diep donkere nachten op hun best. Omdat ze de Melkweg nu eens echt goed wil zien, kiest ze tijdens haar solotocht hooggelegen bivakplekken. Foto: Jolanda Linschooten

HOOGTELIJN 2-2017 |

5



Joachim

Duurzaamheid De NKBV streeft naar een duurzame relatie met leden en alle partijen in het veld. Duurzaamheid is ook een kernwaarde als het gaat om natuur, milieu en sociale waarden. We brengen dit zo goed mogelijk tot uitdrukking in een duurzame inkoop en bedrijfsvoering. Hoogtelijn en onze reis- en cursusgidsen drukken we op FSC-papier: papier uit duurzaam beheerde bossen (een keurmerk met goedkeuring van het Wereld Natuur Fonds). Voor onze correspondentie gebruiken we 100% recycled papier. De nieuwe ledenpasjes zijn gemaakt van 100% afbreekbaar pvc. We schenken duurzame koffie (van Peeze), hebben een CO2-neutrale postbezorging en dataopslag, en promoten het reizen per openbaar vervoer naar bergsportbestemmingen.

Beter de bergen in met de NKBV NKBV-leden profiteren van voordelen en kortingen en ontvangen vijf keer per jaar Hoogtelijn. Met je lidmaatschap draag je bij aan het onderhoud van hutten en paden in de Alpen en het behoud van klimgebieden. Tip je vrienden om ook NKBV-lid te worden. Ze kunnen zich aanmelden op nkbv.nl en zien daar welke voordelen het lidmaatschap hen nog meer biedt.

Opzeggen lidmaatschap

Het NKBV-lidmaatschap loopt per kalenderjaar. Wil je je lidmaatschap voor volgend jaar beëindigen? Doe dat dan vóór 1 november op MijnNKBV.nl. Je ontvangt dan per e-mail een bevestiging van je opzegging. Na 1 november wordt je lidmaatschap automatisch verlengd voor het volgende kalenderjaar. Kijk voor meer informatie over het lidmaatschap op nkbv.nl. Partners van de NKBV

Duivels dilemma In de vorige editie vertelde ik over de drie kernthema’s van het meerjarenbeidsplan: het organiseren van bergsportactiviteiten, sportklimmen en duurzaamheid. Naar aanleiding van dat laatste thema, duurzaamheid, is veel getwitterd. Zoals “Hoe kan de NKBV voor een thema duurzaamheid kiezen als bergsport per definitie niet duurzaam is?” Een terechte opmerking.

O

nze voetafdruk van vakanties naar de Alpen of elders is groot. Bergsporters rijden er met diesels heen of vliegen naar Nepal, we verblijven in hutten, laten afval achter, boren haken in de rots, gebruiken skiliften en skiën op kunstsneeuw. Allemaal niet duurzaam, en sowieso vervuilender dan een fietsvakantie naar een natuurcamping op de Veluwe. Ik beken het meteen: mijn sport, hobby’s en vakanties zijn niet duurzaam. Daar komt bij dat klimaatverandering ook nog eens zorgt voor verslechtering van ons speelterrein, de bergen. We zitten dus met een duivels dilemma. Natuurlijk is het beste wat we kunnen doen, niet gaan, zodat we geen voetafdruk achterlaten. De op één na beste optie is er zo zuinig mogelijk mee omgaan en er oog voor hebben. Gelukkig hebben de meeste NKBV-leden oog voor de natuur en de duurzaamheidsproblematiek. Ze nemen afval mee naar beneden, reizen met de trein of carpoolen, ze mijden beschermde gebieden, et cetera. Maar als vereniging kunnen we ook wat

doen. Te beginnen met de verpakking van Hoogtelijn. Vanaf de volgende editie is die van afbreekbaar folie. Deze biofolie hoeft dus niet bij het plastic afval, maar kan in de gft-container. Er zijn vast veel meer dingen die we kunnen doen om als vereniging duurzamer te worden of onze leden te helpen en voor te lichten. Daarvoor is de Commissie Duurzaamheid in het leven geroepen. Zij gaan een plan maken om ons te helpen de wereld een beetje duurzamer te maken. Onze sport is misschien nooit duurzaam, maar we kunnen wel ons best doen hem een beetje duurzamer te maken. Vandaar het kernthema Duurzaamheid als aandachtspunt voor de komende jaren.

Joachim Driessen, voorzitter NKBV mail: voorzitter@nkbv.nl twitter: @jdriessen06

HOOGTELIJN 2-2017 |

7


Een nieuwe Schotse wet verbiedt wildkamperen langs de oever van Loch Lomond en in een deel van het Loch Lomond & The Trossachs National Park. De regelgeving is een breuk met de Scottish Outdoor Access Code, die het wildkamperen in een groot deel van het land toestaat. Boetes voor kampeerders kunnen oplopen tot 500 pond; overtreders lopen bovendien risico op een strafblad. De Amerikaanse bigwallpionier Royal Robbins overleed 14 maart na een langdurig ziekbed. Robbins geldt als een van de belangrijkste klimmers in de jaren vijftig en zestig. Hij was een van de aanvoerders van het zogeheten clean climbing, waarbij werd geklommen zonder boorhaken of andere permanente zekeringen. Expeditieklimmer Katja Staartjes houdt in april een aantal lezingen over haar ervaringen op de Great Himalaya Trail, de trektocht dwars door Nepal. De tocht varieert in hoogte tussen 900 en 6200 meter en Staartjes overbrugt 125.000(!) hoogtemeters. Kijk op bit.ly/2nvPRMv.

En pa ant

De internationale sportklimbond IFSC heeft het klimprogramma voor de Olympische Spelen 2020 onthuld. Twintig heren en twintig dames moeten zich de eerste drie dagen kwalificeren in speed, boulder en lead. De vierde dag van het Olympisch toernooi komen alle disciplines aan bod in de finales. Meer informatie via bit.ly/2myl00Q.

Bleijerheider highliners tijdens het DMFF, op 11 februari.

LANGE ROUTES OP LEGE LIMBURGSE FLATS Hou je van hoog? Dan moet je met gezwinde spoed naar het Limburgse Bleijerheide (bij Kerkrade). Begin april openen daar vier 35 meter lange klimroutes op de zijmuur van een leegstaand flatgebouw. De klimroutes zijn een initiatief van de Internationale Bau Ausstellung (IBA) Parkstad en de organisatie van het Dutch Mountain Film Festival (DMFF).

Het niveau van de routes ligt volgens de initiatiefnemers “rond de zesde graad.” Belangstellende klimmers kunnen een sleutel voor de route krijgen bij de lokale scouting. De leegstaande hoogbouw werd tijdens het DMFF begin februari gebruikt door zogeheten highliners, die heen-en-weer balanceerden over kabels tussen de flats. Meer informatie vind je op dmff.eu.

Overwinningsroes De Rotkogel bij Sölden werd het, mijn eerste top als bergwandelnovice. Mijn vriend had al veel ervaring in de bergen en had mij overgehaald. We klauterden het laatste stuk, ik op mijn gloednieuwe schoenen, naar de top. Mijn uithoudingsvermogen op zeeniveau schoot duidelijk te kort, maar mán wat was ik trots! Ik genoot van het on-top-of-the-world-gevoel, stempels gingen in mijn blanco boekje. Wat een prestatie! Na een minuut of tien hoorden we gekwebbel dat steeds dichterbij kwam. Een grote groep dames van wie sommigen mijn oma hadden kunnen zijn, kwam druk pratend naar boven gelopen, schijnbaar moeiteloos. Ze begroetten ons met een opgetogen “Berg heil!” Mijn overwinningsroes verdween. We bliezen stilletjes de aftocht bij zo veel bergwandelervaring en dito uithoudingsvermogen. Maar toch, die allereerste topervaring zal ik nooit vergeten. [Rian van Bommel] Heb je ook een leuk bergverhaal meegemaakt? Mail je anekdote van 120 woorden naar hoogtelijn@nkbv.nl o.v.v. En Passant.

8 | HOOGTELIJN 2-2017 | ONDER REDACTIE VAN ERNST ARBOUW

Illustratie Toon Hezemans

op de h gte

Heb je nieuws voor Op de Hoogte, mail het naar hoogtelijn@nkbv.nl. Meer bergnieuws vind je op nkbv.nl, of volg ons op Facebook en Twitter.


Nederlanders (soms) actief in Patagonië Verschillende Nederlanders waren afgelopen winter actief in Patagonië. Of niet actief: Niek de Jonge en Jefta Smit reisden naar Zuid-Amerika voor de beklimming van Cerro Torre, maar konden door aanhoudend slecht weer hun plannen niet waarmaken. (meer hierover lees je in het korte interview met De Jonge op pagina 11.) Berggidsen Jelle Staleman en Boris Textor waren ook in Patagonië, ook met als doel Cerro Torre, en ook zij

hadden (dus) te maken met slecht weer. Het tweetal klom later, vergezeld door De Jonge, de WhillandCochrane route op de 3002 meter hoge Aguja Poincenot. De Nederlands-Italiaanse David Bacci opende met twee Italiaanse touwgenoten een nieuwe route op de oostwand van de afgelegen Cerro Murallon. Het drietal klom de route El Valor del Miedo (1000m, 90°, M6+, A2) in anderhalve dag. Kijk voor meer informatie op bit.ly/2ne367r.

Foto Niek de Jonge

EXPEDITIENIEUWS

Wat is expeditienieuws? Criteria

Waarom komt de ene expeditie wel in het Expeditienieuws in Hoogtelijn en de andere niet? Hoofdredacteur Peter Daalder legt uit welke criteria de redactie hanteert, en waarom ook die criteria niet altijd zaligmakend zijn. “Wanneer is een bergtocht een expeditie? En wanneer komt een expeditie in het Expeditienieuws in Hoogtelijn? De afgelopen maanden is die vraag binnen de Hoogtelijnredactie een paar keer aan de orde geweest. De eerste keer was de aanleiding de vermelding van twee commerciële expedities in Kirgizië. De tweede keer was juist het besluit twee beklimmingen niét te melden (Aconcagua, normaalroute en Poolse route) aanleiding voor discussie. Het is een oud journalistiek gezegde: nieuws is wat afwijkt van de norm. Die vuistregel is voor Hoogtelijn niet anders, alleen geldt voor expeditie-bergsport dat de norm permanent verschuift. Een expeditie in een van de Greater Ranges is in twintig, dertig jaar tijd voor veel bergsporters een haalbaar doel geworden. Voor veel beklimmingen geldt dat de organisatie en logistiek makkelijker zijn geworden door de opkomst van lokale bureaus en trekking agents. De beschikbaarheid van informatie op internet is enorm verbeterd en, niet onbelangrijk, vliegtickets zijn sterk in prijs gedaald. In een gemiddeld seizoen zijn NKBV-leden actief op zes, soms zelfs zeven, continenten.

Om te bepalen wat nieuws is, dus om te bepalen wat afwijkt van de norm, gebruiken we een aantal criteria. • Expedities die worden ondersteund door de CEAT (De NKBV Commissie Expedities en Alpiene Topsport) zijn altijd vermeldenswaard. • Eerstbeklimmingen in Greater Ranges (Himalaya, Andes, Alaska) idem. • Beklimmingen van achtduizenders (met vermelding van kunstmatige zuurstof, commerciële expeditie, normaalroute) idem. • Tochten die opvallen door extreem ruig, bijzonder of afgelegen gebied zijn meer aandacht waard. Een vijfduizender in het noorden van Myanmar is bijvoorbeeld eerder nieuws dan een vergelijkbare berg op een toegankelijke plek. • Expedities die onderdeel zijn van een groter project (14 x 8000, de vijf Snow Leopards) maken grotere kans op een plek. • Privaat georganiseerde expedities op zes- en zevenduizenders maken een grotere kans op een plek. • Tochten en projecten van beeldbepalende klimmers (Nederlandse berggidsen, expeditie-klimmers met een lange staat van dienst) maken ook grotere kans op een vermelding.

Richtlijn Voor de duidelijkheid: het bovenstaande rijtje is alleen een richtlijn. Soms is er veel aanbod van nieuws en moeten we streng selecteren. Andere keren hebben we ruimte over en kunnen we wat losser omgaan met onze keuze. Niet alle expedities halen het nieuws. Soms is dat omdat ze buiten de selectiecriteria vallen, soms simpelweg omdat we er niet van horen. Dat laatste is tegenwoordig bijna onvermijdelijk. De redactie van Hoogtelijn, de CEAT en het NKBV-bureau zijn goed op de hoogte van wat er speelt, maar zeker sinds de opkomst van commerciële expeditie-aanbieders en reis-bureaus horen we niet alles. Onvermijdelijk, maar wel jammer. Bergsport is een vertelsport. Zodra je begint aan een tocht, begin je aan een verhaal en dat verhaal is bijna altijd de moeite van het delen waard. Houd ons dus op de hoogte van je expedities, vertel ons waar je bent geweest en wat je hebt beleefd. Mail, blog, fotografeer, deel: hoogtelijn@nkbv.nl of @Hoogtelijn op Twitter. Tochten die niet direct in aanmerking komen voor het expeditienieuws kunnen wel nog altijd interessant zijn voor een plek elders in het blad.”

HOOGTELIJN 2-2017 |

9


High tenacity, waterproof upper with Honey-Comb Guard abrasion resistant inserts. Low profile, La Sportiva Cube sole by Vibram. The most advanced technology for mountaineers meets the unmistakeable design of the TRANGO range. Trango Tower: the future is now.

www.lasportiva.com Become a La Sportiva fan @lasportivatwitt Val di Fiemme, Trentino

SHOP NOW ON WWW.LASPORTIVA.COM

hienveld 1-2 fc.adv 27.3.2003 14.33 B&R Pagina 1

Wij verzetten bergen voor u

WIJ VERZETTEN Specialist in ingen r e k e z r e v t r o p s berg BERGEN VOOR U adv.heinfield_210x135.indd 1

W.A. Hienfeld b.v. Postbus 75133, 1070 AC Amsterdam T 0031 (0)20 - 5 469 469 F 0031 (0)20 - 6 427 701 E info@hienfeld.nl Voor informatie: Koninklijke NKBV te Woerden

18-03-15 15:29


op de h gte

VRAAG & ANTWOORD Niek de Jonge wint Herman Plugge Engagement Award

Gefeliciteerd, je hebt de Herman Plugge Engagement Award gewonnen. Vertel… “Het is een leuk gebaar, maar het is wel een beetje de troostprijs. De echte Herman Plugge Irish Coffee Award is al twee jaar niet uitgereikt, omdat er geen expedities waren

die voldeden aan de criteria. Het plan was om met Jefta Smit de Cerro Torre te klimmen, maar we hebben niet eens de kans gehad om aan de route te beginnen. Ik heb de award min of meer gekregen voor mijn doorzettingsvermogen. Omdat ik toch nog geprobeerd heb om iéts te klimmen.” Je zegt: “Niet eens de kans gehad…” Dan denk ik onmiddellijk: Patagonië, het zal wel pokkenweer geweest zijn. “Het was een nat en instabiel klimseizoen. Voor de beklimming van de Cerro Torre heb je minimaal drie dagen betrouwbaar weer nodig. We hebben in een maand tijd twee keer een dag met redelijk weer gehad. Kijk op de landkaart: Patagonië is het enige stukje land op die breedtegraad. Het is de enige hindernis die de wind van de zuidpool tegenkomt. Dan wordt het vanzelf slecht weer. We hadden te maken met harde en vooral grillige wind, windstoten tot 130, 140 kilometer per uur.”

De laatste jaren sta je vrijwel elke Hoogtelijn met een beklimming in het expeditie- en alpiene nieuws in Hoogtelijn. Wat zijn je plannen voor de komende tijd? Ik ga binnenkort [half maart, red.] twee weken naar de Alpen. En ik heb nog spullen liggen in Patagonië, dus ik moet sowieso nog een keer terug. Of dat ook echt dit jaar wordt, moet ik nog even zien.”

Hoe blijf je onder dat soort omstandigheden gemotiveerd? “Je blijft hopen op een mooiweervenster. Vorig jaar was het seizoen ook heel slecht, maar toen was er ineens een periode met een week mooi weer. Als je dan op zo’n berg zit, dat uitzicht. Zo fantastisch. Het is alsof je op de maan zit, of op Mars. Onbeschrijfelijk mooi.”

Foto Niek de Jonge

De uitreiking van de Herman Plugge Irish Coffee Award is een jaarlijkse traditie voor Nederlandse expeditieklimmers. De prijs wordt door Herman Plugge uitgereikt in zijn woonkamer, waarna hij voor de aanwezige gasten Ierse koffie maakt “zoals grootmoeder die serveerde”. Plugge geldt als de nestor van het Nederlandse expeditieklimmen. De afgelopen twee jaar is de Irish Coffee Award niet toegekend, maar was er wel een zogeheten Engagement Award voor de klimmer die de meeste toewijding en het grootste doorzettingsvermogen toont. Niek de Jonge reisde in december 2016 met Jefta Smit naar Patagonië met als doel de beklimming van de 3133 meter hoge Cerro Torre. Na een maand slecht weer moest Smit terug naar huis, waarna De Jonge nog eens een maand slecht weer uitzat. In de periode maakte hij drie beklimmingen: de WhillansCochraneroute op Aguja Poincenot (550m, M4, 5+, 70°) met Boris Textor en Jelle Staleman en, met Amerikaanse en Australische touwgenoten, beklimmingen van de Guillamet en de Domo Blanco.

Foto Niek de Jonge

Niek de Jonge kreeg 17 februari de zogeheten Herman Plugge Engagement Award, een aanmoedigingsprijs uitgereikt door Herman Plugge zelve – de nestor van het Nederlandse expeditieklimmen. De Jonge kreeg de award voor “commitment en doorzettingsvermogen” in Patagonië. “Een beetje een troostprijs,” vindt hij zelf.

Foto Timo de Boer

Doorzettingsvermogen in Patagonië

HOOGTELIJN 2-2017 |

11


op de h gte

In memoriam

Bas van der Smeede Ineens lukte het klimmen niet meer. Bas van der Smeede was in 2014 onderweg in de Alpen en hij voelde zich moe. Uitgeput. Niet de normale Bas. Routes die hij normaalgesproken fluitend zou moeten klimmen, voelden loodzwaar. Acute leukemie, zo bleek bij thuiskomst. Van der Smeede overleed op 3 maart 2017. Hij werd 36 jaar.

terwijl we met een team van vijf mensen op pad waren. Dus heeft hij de volgende dag diezelfde zware, brakke rotte rots nog een keer geklommen met Saskia en Elly.” De expeditie leverde het team een NKBV BergsportAward op. In 2013 beklom Bas met de rest van Alpine Adventures The Great Wall of China (5120 meter) in het Kokshaal-too gebergte, op de grens van China met Kirgizië. Die beklimming leverde hem een tweede NKBV BergsportAward op, en een nominatie op de longlist van de prestigieuze Piolet d’Or.

Foto’s Alpine Adventures

Een gangmaker, een inspirator, een sterke allround klimmer. Vraag mensen om Bas van der Smeede te omschrijven en je krijgt steevast hetzelfde antwoord: één brok energie, een groot gevoel voor humor, super nauwkeurig en vooral een enorme teamspeler. Bas was een van de drijvende krachten achter Alpine Adventures, een vriendengroep die sinds een aantal jaar met elkaar expedities naar mooie en liefst ruige en afgelegen bergen organiseert. In 2012 reisde het team naar de Huayhuash in Peru. Met Vincent van Beek en Bas Visscher maakte Bas daar de eerstbeklimming van de noordwand van de 5140 meter hoge Puscanturpa Este. “Het waaide keihard, het was echt heel koud en de rots was superslecht. Geen omstandigheden waarbij je denkt: we gaan lekker klimmen, maar hij zei: ‘Kom op, we gaan gewoon’”, vertelt Visscher. “Juist onder dat soort omstandigheden was Bas op zijn best. Een goede klimmer in slechte rots, mentaal supersterk en heel stabiel. Op de top zei hij dat het een van de hoogtepunten van zijn leven was, maar toch voelde het niet goed voor hem. Drie mensen hadden de top gehaald,

12 | HOOGTELIJN 2-2017

De zomer daarop zou het team in de Alpen blijven. “Klimmeters maken ter voorbereiding op een nieuwe expeditie”, vertelt Visscher. In de loop van de zomer werd steeds duidelijker dat er iets mis was. “Bas was moe. Niet fit. Niet de normale Bas. Het lukte hem nauwelijks nog om te klimmen.” Terug in Nederland bleek na onderzoek dat hij acute leukemie had. Er volgde onmiddellijke ziekenhuisopname, chemotherapie en een beenmergtransplantatie. De behandeling leek aan te slaan en Bas was relatief snel weer in conditie. Er werden plannen gemaakt voor een nieuwe expeditie. In 2016 zou het team naar de nog onbeklommen Yawash Sar in Pakistan gaan. Vlak voor vertrek kwam het bericht dat Bas opnieuw ziek was. Hij bleef, met zijn vrouw Saskia, in Nederland voor behandeling. “De rest van het team is toch naar Pakistan gegaan, maar daar bleek dat we het gebied van onze berg niet in mochten. Toen heeft Bas, terwijl hij in het ziekenhuis lag, aan de apparaten, geprobeerd nieuwe routes en nieuwe ideeën voor ons te vinden.” Bas was lang actief als bestuurslid in de NKBVregio Haaglanden, daarnaast was hij instructeur en leercoach en zat hij in de Commissie Expedities en Alpiene Topsport (CEAT). NKBV-directeur Robin Baks herinnert hem als een “enorm enthousiaste, betrokken vrijwilliger. Bas was een ontzettend leuke gozer. Het plezier in het klimmen spatte van hem af. Ik weet zeker dat hij ontzettend veel mensen heeft geïnspireerd.” Ter nagedachtenis is er een condoleanceregister geopend: remembr.com/bas.van.der.smeede.


SPORTKLIMNIEUWS Klimgebied bij de HerBerg heropent in 2018

Foto Zout Fotografie

Goed nieuws voor buitenklimmers! Na 15 jaar afgesloten te zijn geweest, heropenen de bovenstroomse rotsen in Sy gefaseerd vanaf de lente van 2018. Het gebied was een van de eerste plekken in België waar klimmers naartoe trokken. In de jaren 30 was de klimmende koning Albert I er een graag geziene gast. In oktober start de Club Alpin Belge met het vrijmaken van de rotsen, aanleggen van paden en de eventuele herbehaking van de historische routes. Naar schatting duurt het twee tot drie jaar voordat het hele gebied weer toegankelijk is. De benedenstroomse massieven, waaronder de Vignobles, zijn met de NKBV-klimjaarkaart al sinds enkele jaren toegankelijk. Met de HerBerg (vroeger Tukhut) op loopafstand van het gebied, is straks slechts de reservering van een bed en een klimjaarkaart alles wat je nodig hebt voor een mooi weekendje klimmen in de Ardennen! Volg de Facebookpagina van de HerBerg via @HerbergNKBV voor het laatste nieuws.

Studenten strijden om leadtitel Foto Brigitte Geurts

Op 22 april vindt in Amsterdam het Nederlands Studentenkampioenschap Sportklimmen 2017 plaats. Honderd fanatieke klimmers strijden dan om de titel Nederlands studentenkampioen(e) Sportklimmen. Het wordt een dag vol mooie routes, bloedstollende finales, bijzondere side-events en heel veel gezelligheid. Ben jij student en worden je klimbenen al enthousiast? Schrijf je dan snel in via de website nsk.climbing.nl. Sta je liever met beide benen op de grond, maar wil je het NSK wel meebeleven? Dat kan ook. Je bent van harte welkom om te komen kijken of te komen helpen als vrijwilliger. Stuur dan een mailtje naar nsk@asac.climbing.nl of meld je aan op de website.

Droomland Foto Screenshot Dreamland

In de Zuid-Afrikaanse Rocklands waren Nederlands Teamklimmer Jorg Verhoeven en zijn vrouw Katha Saurwein op huwelijksreis/bouldertrip. Ze klommen ruim twintig boulders van 6c+ tot 8b+ op zandsteen en publiceerden er onlangs een korte film van. ‘Dreamland’ is te zien via vimeo.com/179591231. MOUNTAIN NETWORK richtlijn logogebruik

MNlOgO sTAANdE vARIANT

MNlOgO lIggENdE vARIANT

de staande variant mag alleen gebruikt worden als een soort ‘label’. geplaatst vanuit de bovenkant van de pagina of vanuit de bovenkant van een illustratie-/fotokader

Indien plaatsing van de staande variant niet mogelijk is, gebruik dan de liggende variant van het logo. Op een witte ondergrond het logo met de grijsblauwe letters, op een donkere actergrond of op een foto de versie met witte letters.

Partners van het Nederlands Team Sportklimmen

Partners nationale wedstrijden

HOOGTELIJN 2-2017 |

13


ardennen camps

M O U N TA I N

network

Een week lang berg- en buitensportplezier met leeftijdsgenoten op de mooiste locatie van de Ardennen? Vanuit onze kasteelboerderij en camping aan de rivier de Lesse organiseren wij al jaren zomerkampen voor jongeren van 12 t/m 18 jaar. Ben je avontuurlijk aangelegd en wil je deze zomer een week op vakantie zonder ouders, schrijf je dan in voor een van onze camps.

NKBV-leden

E 30,00 korting

adventure camp / bushcraft camp / climbing camp

www.mountain-network.nl/ardennen MFS®-VAKUUM-SYSTEM

COMFORT OP HET HOOGSTE NIVEAU MFS®-VAKUUM-SYSTEM SPEZIELLE POLSTERSCHÄUME SPECIALE SCHUIMVOERING Weiches geweven Manschettenpolster Zacht, schuimretikuliert bovenaan.

MFS®-VAKUUM-SCHAUM MFS® VACUÜMSCHUIM Exakte und druckfreie Anpassung an jede Fußform Drukverlagend, past zich perfect aan elke voet im Knöchel-, Manschetten und Laschenbereich. Bis aan; hetreichend. gebiedDer rond veter in denin Ballen Fuß de wirdenkels, weich aber enghaakjes umschlossen. en – oogjes, tot aan de bal van de voet. De voet wordt zacht, maar strak omhuld. RETIKULIERTERSCHUIM SCHAUM GEWEVEN bis in den Zehenbereich, garantiert eine perfekte Anzorgt voor een perfecte pasvorm tot aan passung. het gebied rond de tenen.

SPEZIELLE POLSTERSCHÄUME Weiches Manschettenpolster retikuliert

MFS®-VAKUUM-SCHAUM Exakte und druckfreie Anpassung an jede Fußform im Knöchel-, Manschetten und Laschenbereich. Bis in den Ballen reichend. Der Fuß wird weich aber eng umschlossen.

Vakuum Lady Ultra

Vakuum Men Ultra

mei_Anz_VakuumMen_Hoogte_210x135_MAI14.indd 1

RETIKULIERTER SCHAUM bis in den Zehenbereich, garantiert eine perfekte Anpassung.

www.meindl.de

15.05.14 11:01


Word ook NKBV-vrijwilliger

Routes Bergsportreizen.nl in de NKBV Tochtenwiki

Spoorzoeken Je rugzak is gepakt, je bestemming is uitgezocht, maar dan: hoe vind je een mooie bergtocht die goed bij je past? Met de NKBV Tochtenwiki dus. De afgelopen maanden zijn alle tochten van Bersportreizen.nl ingevoerd in de Wiki, bovenop de meer dan 50.000 bestaande routebeschrijvingen.

B

en je op zoek naar een leuke huttentrektocht? Wil je de Haute Route volgen? Of wil je misschien net die ene tocht uit het programma van Bergsportreizen.nl nalopen? Dat kan vanaf nu met de NKBV Tochtenwiki. Een team vrijwilligers beschreef de afgelopen maanden alle huttentochten, gletsjertochten en Vreemde Voettochten (VTT’s) uit het NKBV-zomer-programma in de Wiki. Zo ben je nooit meer dan een paar stappen verwijderd van een geschikte bergtocht. NKBV-vrijwilliger Erika Tippelreiter vertelt dat ze al een paar jaar de Tochtenwiki van de Duitse bergsportvereniging DAV gebruikt. “Toen ik hoorde dat de NKBV de Wiki ook ging gebruiken, heb ik me direct aangemeld: wat kan ik doen?”

De NKBV kan niet zonder al haar enthousiaste vrijwilligers, zowel regionaal als op landelijk niveau. In dit artikel vertelt Erika Tippelreiter over haar expertise in de Werkgroep Tochtenwiki. Vind jij het ook leuk om jouw kennis en energie in te zetten voor de vereniging? Kijk dan met enige regelmaat op nkbv.nl/vacatures. Wie weet zit er een functie in een commissie of tijdelijk project bij dat precies bij jou past!

héél veel materiaal beschikbaar is.” Door een technische oorzaak is het lastig een precies aantal routes te geven, maar het gaat in elk geval om enkele tienduizenden beschrijvingen, hoofdzakelijk in Europa. Persoon en Tippelreiter waarschuwen gebruikers om wel kritisch te zijn over de tochten. “Het is een soort Wikipedia; iedereen kan informatie invoeren. Dat betekent dat je niet altijd weet hoe accuraat de gegevens zijn. En wat voor de ene wandelaar een eenvoudige tocht is, is misschien voor de ander een loodzwaar avontuur”, waarschuwt Persoon. “Het is verstandig om te kijken naar de auteur van de informatie. Wie heeft het gemaakt? Is het van de plaatselijke bergsportclub of de VVV of is het van een willekeurige voorbijganger?” Gebruikers van de Wiki kunnen elkaars routes ook beoordelen. “Goede beoordelingen van andere gebruikers kunnen je helpen om de routes die je vindt in te schatten.” Tippelreiter heeft nog wel een waarschuwing over de app: “Het blijft techniek. Het kan altijd stuk gaan. Ik ga nooit – nooit – zonder landkaart op stap, al moet ik, als ik heel eerlijk ben, bekennen dat ik eigenlijk alleen nog op mijn telefoon kijk.”

“De allereerste keer dat ik de Tochtenwiki gebruikte, was ik direct enthousiast. Ik was op zoek naar een route en in een paar minuten had ik iets geschikts gevonden. Binnen een paar muisklikken wist ik hoe lang de route was, ik zag het hoogteprofiel en ik kende alle bijzonderheden”, aldus Tippelreiter. Een belangrijk voordeel van de NKBV Tochtenwiki is dat uitgekozen routes (“Ook weer in een paar muisklikken”) naar een bijbehorende app op je telefoon kunnen worden gestuurd. “Daardoor heb ik nu altijd de route in m’n broekzak. Bovendien is het mogelijk om routes met elkaar te delen, dus als jij een mooie tocht hebt gevonden, kun je die via de app aan mij doorsturen”, vertelt Tippelreiter enthousiast.

Kritisch blijven “Doordat de Tochtenwiki een van oorsprong Duits initiatief is, zijn veel routebeschrijvingen in het Duits”, legt NKBV-bureaumedewerker Naomi Persoon uit. “Maar het betekent ook dat er al

Foto boven Ook de routes van Bergsportreizen.nl kun je opzoeken in de Tochtenwiki. Foto onder In de Tochtenwiki krijg je een precies overzicht van de route, hoogte en afstanden van je tocht.

TEKST ERNST ARBOUW | FOTO’S NKBV TOCHTENWIKI | HOOGTELIJN 2-2017 |

15


Stille getuigen

St nma en Iedereen die in de bergen loopt kent ze: stapels stenen die de weg markeren, het hoogste punt of een waterweg aanduiden, een graf bedekken of gewoon decoratief zijn. Ze komen over de hele wereld voor. Vaak liggen ze voor de show langs een niet te missen wandelpad, maar wat ben je blij wanneer je door een puinhelling zwoegt en plotseling de contouren van een steenman verderop ontdekt. Steenmannen in de vorm van graftombes zijn de oudste menselijke bouwwerken op aarde. De Cairn van Barnenez bijvoorbeeld, is een ganggraf van gestapelde stenen in Bretagne, dat dateert van 4850 jaar voor Christus. Dat is ruim 6800 jaar oud. Denk daar maar eens aan als je deze zomer weer een steen bovenop een steenman legt!

1 Écrins (Frankrijk) Is dit een steenman? Of is het een natuurlijke stapeling? Mooi is hij zeker! [Ico Kloppenburg]

1

Bij onze vakantiefoto’s ontbreken de steenmannen natuurlijk niet. Een kleine rondgang onder de redactie en aanhang van Hoogtelijn leverde een bonte verzameling op. In de zon, met sneeuw, ’s ochtends vroeg of in de avondschemering. Steenmannen, je zou er een heel artikel aan kunnen wijden!

2

4

6

2 TauernhĂśhenweg (Oostenrijk) Op een wandeling in Oostenrijk, de TauernhĂśhenweg, ergens tussen de Ursprungalm en de Giglachsee. Een kunstwerkje had iemand van dit steenmannetje gemaakt, zo ongeveer iedereen fotografeerde het. Ik ook. [Ivar Schute]

3 5

3 Verwaďšżgru e (Oostenrijk) Deze imposante steenman staat op de weg van de KaltenberghĂźtte naar de Konstanzer HĂźtte en is onderdeel van de klassieke Verwallronde in Oostenrijk, dicht tegen de grens met Zwitserland. Mogelijk stap je hier net de grens over tussen Vorarlberg en Tirol. Iedereen neemt hier de tijd om even stil te staan en de omgeving in zich op te nemen. [Aart Markies]

4 Écrins (Frankrijk) Bij het uitrijden van het dal zien we deze prachtige serie steenmannen, op een dode boom bij de rivier. Geen enkele functie, wel heel mooi! Inmiddels de dagelijkse begroeting op het bureaublad van mijn laptop. [Annemiek Markus]

5 HochStubaihĂź e (Oostenrijk) Bij deze klassieke steenman was het vooral het mooie avondlicht, waarom ik hem op de foto zette. [Annemiek Markus]

6 Ă–tztal (Oostenrijk) Boven breder dan onder: een imposante steenman! [Annemiek Markus]

16 | HOOGTELIJN 2-2017

| TEKST ICO KLOPPENBURG

7 peterskĂśpfl (Oostenrijk) We zijn onderweg vanaf de Hintertuxer Gletscher naar de Schlegeis-Stausee. Een raar pasje wat je niet precies wandelterrein meer zou noemen, nog even prachtig zicht op de Zillertaler hoofdkam voordat die in de wolken verdwijnt, en dan ineens zijn we op een plek waar kennelijk duizenden dagjesmensen ons voor zijn geweest. [Frank Husslage]

8 Verwaďšżgru e (Oostenrijk) Deze steenman ligt aan de Reutlinger Weg in het Oostenrijkse Vorarlberg. Ik probeerde het puntje van de steenman in lijn te krijgen met de toppen van de Obere Bludenzer Alpe. [Aart Markies]

9 Grinsby, Värmland (Zweden) Heeft deze steenman nog een functie, of helpt hij ons uitkijken over het Zweedse meer? [Ernst Arbouw]

10 Écrins (Frankrijk) Niet de steenman, maar de plek waar hij staat, vond ik de moeite waard: goed zichtbaar van alle kanten. En iemand had de moeite genomen hem daar te bouwen! [Ico Kloppenburg] 11 + 12 Halverwege Lac Pauel en faravel (Frankrijk) Dormillouse, het enige dorp in de Alpen waar permanent mensen wonen en dat slechts te voet kan worden bereikt. Deze verzameling steenmannetjes troffen we aan


7

11

12

16

13

14

17

8

9

15

18

19

10

op een plateautje met uitzicht op het dorp. Op een klein plateau, feitelijk een enkele platte rots, staan ze naast en door elkaar, het dal in de gaten houdend, alsof dat het theater was en zij het versteende publiek. [Ivar Schute]

15 Hoher Nebelkogel (Oostenrijk) De huisberg van de Hochstubaihütte in het ötztal is ruim 3200 meter hoog. Een geluksmoment in het avondlicht tussen twee steenmannen. [Ico Kloppenburg]

13 North Pennines (Groot-Brittannië)

Mix van stenen en kunst op de grens van Oostenrijk en Italië. [Annemiek Markus]

Eind januari tijdens de Marmot Dark Mountains, een bijna elf uur durende run in de North Pennines, kwam ik deze steenman tegen. Het weer hielp mee om het episch te maken. [Jorg Verhoeven]

14 Écrins (Frankrijk) Deze steenman is vermomd als een vrouw in een lange jurk. [Ico Kloppenburg]

16 Timmelsjoch Ötztal (Oostenrijk)

17 Hardangervidda (Noorwegen) Op een driesprong van DNT-routes bij de hut Kjeldebu op de noordelijke rand van de Hardangervidda. Een prachtige, maar berekoude zonsondergang, -16 graden Celcius. Camera koud, baterijen koud, fotograaf koud. De volledig heldere,

maanloze sterrenhemel een paar uur later is zo mogelijk nóg mooier. [Frank Husslage]

18 Westkust (Nieuw-Zeeland) Deze trof ik een paar weken geleden aan langs de westkust van Nieuw-Zeeland, op een pad van niks naar nergens. Dus wat die te betekenen had? [Ivar Schute]

19 Top van plateau Céüse (Frankrijk) Hier is de steenman de markering van het hoogste punt van het Plateau Céüse. Op een rustdag in de klimvakantie maken we een prachtige rondwandeling. [Ico Kloppenburg]

HOOGTELIJN 2-2017 |

17


18 | HOOGTELIJN 2-2017 | TEKST

FEMKE WELVAART | FOTO JOLANDA LINSCHOOTEN


THEMA SOLO

Thema: solo

de stilte van alleen zijn “Happiness [is] only real when shared”, schreef Christopher McCandless in het boek en de film Into the Wild. Velen zullen het met hem eens zijn. Zij vinden samen reizen gezelliger en het is veiliger, want je bent elkaars back-up. Toch zijn er ook mensen die liever alleen gaan. Beroepsavonturier Jolanda Linschooten bijvoorbeeld, voor wie de stilte van alleen zijn zelfs noodzakelijk is om naar zichzelf te kunnen luisteren. Of klimmer Gerke Hoekstra, die zijn hart volgde en anderhalve week in zijn eentje op El Capitan doorbracht. Het gedroomde solo-avontuur van de jonge McCandless kreeg een dramatisch einde. Moet je daarom concluderen dat het onverantwoord is om alleen op pad te gaan? Nee, niet per definitie. Niet als je goed voorbereid bent, de gevaren en risico’s kent, voldoende ervaring en de juiste uitrusting hebt, en achterblijvers op de hoogte brengt van je plannen. In deze editie van Hoogtelijn nemen zes bergsporters je mee in hun onvergetelijke ervaringen en leggen ze uit waarom ze alleen op pad gingen. Solo: een thema dat inspireert, maar ook aanzet tot nadenken. 20 Soms is solo noodzaak 27 De paradox van alleen reizen 30 Ontmoetingen en avontuur op de Laugavegur 34 Martin Fickweiler trok solo over Baffin Island 38 Communicatieapparatuur 40 Zingend door Vorarlberg 44 Fly on the wall in Yosemite 48 Lichtgewicht spullen 50 De Arctic Circle Trail in Groenland

HOOGTELIJN 2-2017 |

19


De taal der stilte Soms is solo noodzaak

Het zou mooi zijn – en ik zou dat vreselijk graag geloven – als we van binnen allemaal een iel stemmetje hebben afgestemd op wie we nou werkelijk zijn. In elk geval iets dat ons zachtjes die kant op duwen wil, niet van buitenaf geregeerd door gril of goeroe, maar een minuscuul leidraadje, als spinrag zo dun, voor je het weet weggeblazen of vermorzeld, maar toch met verrassend sterk ontwerp.

20 | HOOGTELIJN 2-2017

| TEKST & FOTO’S JOLANDA LINSCHOOTEN


THEMA SOLO

N

aar mezelf luisteren. Dat lukt dus niet tijdens die drukte van deadlines. Dat werkt niet als ik met volle agenda allerlei plannen afvink. Daarbuiten, alleen, onder de sterrenhemel of desnoods onder een pak regenwolken, daar hoor ik uiteindelijk dat dunne stemmetje. Daarom is solo soms noodzaak. Solo in de natuur onderweg zijn is een aanvulling op – geen verwerping van – vriendschap. Misschien wordt vriendschap er zelfs dieper door: niet alleen vanwege het glasheldere besef over wat ik voorbij de horizon aan genegenheid deel, maar vooral ook, dat zou ik echt wensen, omdat ik er een milder mens door word. “Wie zichzelf kent, oordeelt minder hard over de ander.” Geen idee wie dat waar beweerde, maar ergens las ik het en het is gek, want hoe stiller het om me heen is, hoe beter ik dat begrijp.

Duisternis: van angst naar genieten In de besneeuwde bergen heb ik met vallen en opstaan de taal der stilte leren spreken. De eerste jaren alleen overdag. Gedurende het lichte deel van elk etmaal begon ik wolkenformaties en diersporen te lezen als waren het romans. Zoals wind een soort e-mail van de natuur is met informatie over het weer en zoals sporen in de sneeuw feitelijk dierenschrift zijn. Maar de rest van de tijd, het donker dus, mocht je van mij deleten. De nacht was zeg maar niet mijn ding. Duisternis associeerde ik met kwaad. Met alles waar ik als de dood voor was. ’s Nachts slopen engerds rond, in films en boeken. ’s Nachts vergrootte al het onbegrijpelijke zich uit, drongen de naarste herinneringen zich ongevraagd op. De duisternis – dat was bedrukkend, benauwd en bekrompen. De duisternis was alles wat ik niet wilde zijn. Uiteindelijk leerde ik in mijn uppie onderweg door de natuur toch die taal van de nacht, die nog duizend keer stiller bleek dan overdag. Nieuwsgierig naar het noorderlicht moest ik mijn afschuw van de nacht wel overwinnen en zo reisde ik in het holst

Een nacht in de Pyreneeën, Frankrijk.

Op Corsica’s GR20 rent Jolanda een trailrun-bivaktocht.

HOOGTELIJN 2-2017 |

21


Tijdens een skitocht over de Kungsleden, Zweden.

van de poolnacht naar Noord-Noorwegen, waar ik mezelf dwong om in het pikdonker de tent open te ritsen en die heerlijk zachte slaapzak te verlaten om met mijn statief de kraakheldere nacht in te struikelen. Natuurlijk was dat confronterend. In de nacht wordt pas echt duidelijk hoe onbeholpen en onaangepast wij mensen zijn. Ons netvlies herkent slechts een miniem deel van het hele spectrum aan licht, onze voeten struikelen voortdurend en ons lijf is klein onder die immense koepel boven ons. Maar het fascinerende is dat het zo donker helemaal niet was! Maanlicht, sterrenlicht, noorderlicht. Zo zag ik met eigen ogen hoe zelfs in het diepste donker nog licht te vinden was. En wat voor licht! Ik kon er niets aan doen en ik was het zeker niet van plan, maar ik raakte hopeloos verslingerd aan dat allemachtig mooie nachtelijke firmament. Ineens kon ik genieten van die uitgestrektheid en werd dat zelfs een geruststelling. Grenzeloze ruimte heeft me altijd getrokken. Als kind zonder broers of zussen vluchtte ik regelmatig weg van huis, de weidse poldervelden in. Daar, onder die enorme wolkenluchten, was ik verre van eenzaam, dromend over een

Veel waarschuwingen zeggen meer over de boodschapper dan over de ontvanger later waarin alles anders zou zijn en ik vrij. Vrij om onder weer andere wolkenhemels te zwerven. Daar had je geen drank, ruzie of machtsmisbruik.

Dromen, denken en doen op één lijn Een vlucht is de natuur allang niet meer en solo is slechts second best. Tegenwoordig heb ik als mijn man Frank of onze husky Herschel niet mee kunnen, de grootste moeite om mijn thuis tijdelijk te verruilen voor een minitentje in de grote natuur. Steevast ben ik dan onthand, die eerste dagen van zo’n solotocht. Dan mis ik Frank voortdurend, vraag me af waar Herschel mee bezig is en of alles nog wel goed is met die twee. Misschien even bellen, even sms’en? Ook knaagt dan ineens zo’n schuldgevoel. Mag ik wel alleen? Wat ben ik voor raar mens, zoek ik het gevaar op of zo? Voortdurend moet ik mezelf geruststellen die eerste paar dagen: dit is je werk, je hebt je uitstekend voorbereid, je bent al snel weer terug. Pas wanneer die begin-onrust verdwijnt

22 | HOOGTELIJN 2-2017

– en inmiddels weet ik dat dat verdwijnen een kwestie van geduld is – dan ontstaat iets fundamentelers. Een soort alerte staat van rust: ik zie meer, ik hoor beter en toch voel ik me volkomen op mijn gemak. Alsof dromen, denken en doen ineens volkomen op één lijn liggen. En daar draait het om, al dat bikkelen en buffelen, die daverende eenzaamheid: ik neem het allemaal voor lief omdat ik weet dat uiteindelijk een allesverslindend gevoel van ik-ben-hierop-mijn-plek ontstaat, zich ontvouwt als een deken die ik voor de rest van de reis dicht om me heen draag.

First class Laatst ging ik in het Noorse Dovrefjell de muskusossen filmen. Op het plateau boven Kongsvoll klom ik een heuvel op om door mijn verrekijker rond te speuren. Maar in het begin vond ik vooral wat ik niet zocht. Ik zag elanden, een stuk of vijf, die net boven de boomgrens door de sneeuw sjokten. Ik kruiste het spoor van een veelvraat en diverse sporen van de poolvos. Allemaal fantastisch mooi, maar pas tegen het eind van de middag zag ik de donkere gedaantes van de muskusossen, op ruim twee kilometer afstand. Ik herademde. Hier kwam ik voor. Nu hoefde ik nergens meer heen. De rest van die week bleef ik bij de kudde in de buurt. Ik nam alle tijd van de wereld voor deze machtige oerdieren. Ik hoefde geen bergtop op, ik legde geen tientallen kilometers af. Ik was uitsluitend bij die kalme kolossen uit de oertijd aanwezig, bestudeerde hun gedrag en legde het vast, altijd op respectabele afstand, zonder hen te verstoren. Op mijn laatste middag, terwijl de zon alweer flink gezakt was, banjerde ik door de diepe sneeuw terug naar mijn tentje. Om me heen kleurden de hellingen zachtrood. Alles was ondergedompeld in een serene stilte en ik besefte tot in mijn haarvaten dat dit nergens-naartoe-hoeven-maar-toch-volledig-aanwezig-zijn het beste was wat ik had kunnen bedenken. Alsof die tijd buiten zich naar binnen uitstrekte en ik dacht: solo is second best, maar wel first class!

Geleidelijke opbouw Er hangt een cliché rond alleen-de-bergen-in-gaan met natuurlijk, zoals dat nou eenmaal is met clichés, een kern van waarheid. Toch geloof ik dat ‘ga niet alleen’ loze woorden zijn. Ze worden pas zinnig wanneer je elkaars skills kent. Waarschuwingen van thuisblijvers die ik niet ken en van wie ik zeker weet dat zij mij ook niet kennen, sla ik in de wind: zulke woorden zeggen meer over de boodschapper dan over de ontvanger. Uiteraard vraagt solo gaan wel ladingen meer inzet en ervaring. Alle handelingen, zoals de tent opzetten, koken, inpakken en


THEMA SOLO

Foto links Skitour over Lomivatnet, Sulitjelma fjellene, Noorwegen. Foto midden Husky Channel, Mackenzie Delta, in arctisch Canada. Foto rechts Trektocht over alle tweeduizenders, Rondane, Noorwegen.

navigeren, doe je zonder hulp; even overleggen over de route of het weer, is er niet bij. Dat is niet alleen fysiek maar zeker ook mentaal zwaar, want ineens merk je hoeveel er te beslissen valt. Daarom is het belangrijk om solotochten heel geleidelijk op te bouwen. Alleen door kort en simpel te starten, heb ik langzaam vertrouwen in eigen kunnen opgebouwd. Voor dit soort ervaring bestaan geen shortcuts. Uiteraard was de natuur bij tijden stukken minder romantisch dan gewenst, maar nooit keerde ik met lege handen terug. Zo trok ik jaren terug op ski’s door arctisch Canada met alleen een husky in mijn kielzog. “Je raakt verdwaald”, “Er zitten wolven”, “Je zakt door het ijs”, werd mij verteld. Maar ik kon navigeren,

bestudeerde wolvengedrag, droeg ijsprikkers om mijn nek en een waterdicht noodpakket om mijn heup. Niet dat ik niet bang was. Het is één ding om bij de houtkachel Jack Londons The Call of the wild te verslinden, maar heel iets anders om bij min 35 graden Celsius Inuvik de rug toe te keren. In die verstilde poolhoek waar Canada tegen Alaska aanschurkt, is Inuvik met 3500 inwoners de enige ‘stad’ in een woestenij waar bush planes handiger zijn dan auto’s.

Onheil op vier poten Die husky, Herschel, was te leen voor de duur van die tocht. Ik droomde al jaren om ooit samen met zo’n dier wekenlang door de sneeuw te trekken en was benieuwd of het begrip solo op

Midwinter skitoer op zoek naar noorderlicht, Ringvassøya, Troms Fjellene, Noorwegen.

Duisternis associeerde ik met alles waar ik als de dood voor was

HOOGTELIJN 2-2017 |

23


Foto rechts Meerdaagse trekking in Lรณnsรถrรฆfi, IJsland. Foto onder Meerdaagse trekking bij de Herdubreid, IJsland.

Pas als luxe wegvalt, wordt dromen weer mogelijk

24 | HOOGTELIJN 2-2017


THEMA SOLO

deze manier een andere invulling zou krijgen. Maar Herschel was natuurlijk ook mee voor de veiligheid. Met die gedachte wenkte ik hem die eerste nacht de tent in. Hij lag al in zijn zelfgegraven sneeuwkuil maar zijn koppie stond op ‘ik wil het liefst bij jou’. Met zijn hemelsblauwe ogen stapte hij voorzichtig over mijn pannen via de voortent zo mijn matje op en plofte met een tevreden zucht naast me neer. Toen wist ik: dit heeft niks meer met alleen zijn te maken, dit is verbondenheid ten top. Maar slapen kon ik niet want in het bijtende donker luisterde ik naar de stilte die hier inmiddels min 45 heette. Samen in dit tentje waren we als een Iglomaaltijd in een reuzenvriesvak. Er was niets te horen, maar omdat ik met die winterslaapzak de dikste oorwarmers ter wereld droeg, ging ik ook weinig horen. Niets van alles wat hier ’s nachts rondscharrelde. In de Mackenzie Delta zaten inderdaad wolven. Grizzly’s hielden hier hun winterslaap, maar soms werden die wakker en waggelden dan hongerig hun hol uit. Daarom lag er een setje vuurpijlen naast mijn hoofd en daarom deze husky. Zijn oren waren razend goed en – zo verzekerde zijn baasje mij – hij zou mij uit mijn slaap grommen bij naderend onheil op vier poten. Maar het onheil had twee benen en een sneeuwscooter! Ik was toch in slaap gevallen, want ineens werd ik wakker van keihard motorgebrul. Toen ik de tent openritste, zag ik tot mijn ontsteltenis een ingepakte gedaante van de scooter stappen en kordaat op me af benen. “Wat doe jij hier?” klonk vanachter het verijsde gezichtsmasker. Dat kan ik jou ook vragen, dacht ik, maar als welgemanierde wezel antwoordde ik: “Eh, nou, ik ben op weg naar Old Crow.” Even later dronken we lauwe koffie uit mijn thermosfles, ik gehuld in twee donsjacks half overeind in mijn slaapzak en hij hurkend in de voortent. Dichterbij komen kon Colin Day ook niet, want Herschel bewaakte grommend onze binnentent. Day bleek onderweg te zijn van zijn jachthut hier ergens middenin de delta, terug naar Inuvik en hij was zich te pletter geschrokken toen ineens mijn kleine tentje in zijn koplampen opdoemde. Colin was Inuit en gewend aan deze temperaturen, maar wat moest iemand uit Nederland (“Wáár zei je?”) hier? Leg dat maar eens uit rond middernacht bij een temperatuur die niet voor mensen bedoeld leek. “Omdat”, begon ik, “waar ik leef, je zoiets als dit niet hebt.” Mijn hoofd voelde merkwaardig helder en zonder aarzelen vervolgde ik: “Waar ik leef, lijkt het alsof je geen deel meer uitmaakt van de natuur. Wij geven die zelf vorm – de natuur is er voor onze lol, de sport of het

geld. Maar hier vormt de natuur mij, ik ben ervan afhankelijk en maak er deel van uit. Dat vind ik een belangrijke ervaring. Daarom ben ik hier.”

Hang naar stilte Misschien is het niet uit te leggen. Wie zonder menselijk gezelschap door wilde natuur trekt, is bij voorbaat verdacht. Die moet op de vlucht zijn: voor zichzelf, de anderen of de maatschappij. Hoe dan ook, daar zit beslist een steekje los. Vroeger raakte mij dat, voelde ik het als een oordeel. Maar inmiddels begrijp ik dat het er niet zozeer om gaat wat mensen van je denken, maar of je je

Ik luister naar de stilte die hier min 45 heet gelukkig voelt. Solo is recht evenredig met stilte en in het leven van de meeste mensen is stilte een zeldzaamheid. Dat het bij mij ingebakken zit, die hang naar leegte, is wellicht raar. Al geloof ik diep van binnen dat het iets natuurlijks is, bijna als een bad nemen. Niet dat er per se een meditatief, laat staan spiritueel, kantje aan moet zitten. Integendeel: ik sta daarbuiten in mijn uppie meer met beide benen op de grond dan waar ook. Omdat ik daarbuiten leer hoe weinig je nodig hebt. Dat is aangenaam concreet en ook best confronterend. Maar het verrassende is dat pas als luxe wegvalt, als ineens die overvloed aan prikkels ontbreekt, dromen weer mogelijk wordt.

2000 kilometer rennen Mijn 2000 kilometer solorun offroad van zuid naar noord door Groot-Brittannië begon als een vage droom. Zou ik zoiets kunnen? Om van een droom een plan te maken, moest er een fundament onder. Want van zweverig gedroom houd ik niet. Zo startte die lange reis al ver voordat ik daadwerkelijk vanuit Land’s End vertrok met nauwgezette routeplanning en dagelijkse trainingen, maar boven alles met steeds meer bagage uitsluiten. Afstand doen van alle spullen die ik onderweg niet echt nodig had, bleek van doorslaggevend belang om ballast kwijt te raken. Want alleen wie licht is, durft te dromen. Dromen in de zin van die fluistering horen van wie, wat en waarom. Die valt weg in dagelijkse drukte. Die sneeuwt onder in grote groepen. Daarom stilte, solo, soms.

De avond valt in Noordoost Schotland, Groot-Brittannië. Jolanda rent 2000 kilometer van zuid naar noord.

HOOGTELIJN 2-2017 |

25


MOUNTAIN BOOTS HANDCRAFTED WITH PASSION BORN IN BAVARIA – WORN AROUND THE WORLD

ECHT HANDWERK UIT EUROPA GEZWIKTE MAAKWIJZE // VERZOOLBAAR ZEER LANGE LEVENSDUUR Hanwag Banks II GTX® Onze comfortabele en zeer lichte trekking klassieker presenteert zich in een nieuw jasje. Het innovatieve Cordura® en het hoogwaardige nubuck geven hem een moderne look. Verkrijgbaar in diverse leesten voor dames en heren.

WWW.HANWAG.NL


THEMA SOLO

Last of lust?

De paradox van solo Het feit dat bergsporters alleen de bergen in gaan, het thema van deze Hoogtelijn, roept bij redacteur Ivar Schute vragen en gevoelens op. Is het noodzaak of een keuze? Of maakt dat helemaal niet uit? En als je alleen de bergen in gaat, is dat dan oké? Welke veiligheidsmaatregelen moet je nemen? Er wordt gezegd: “Aan de bergsport kleeft nu eenmaal risico, dat is een deel van de charme.” Maar aan bergsport in je eentje kleven nog meer risico’s. Is dat ook deel van de charme? En waar liggen dan de grenzen? Het paradoxale van alleen de bergen in gaan, is dat je je omgeving meer tot last bent dan je denkt, vindt Schute. Een kanttekening.

Z

o’n klein bruin blaffertje, het hondje van de moeder van een klimvriend van ons, was er de oorzaak van dat onze vriend deze winter niet zou afreizen voor zijn solobeklimming van een of andere alp. Tot onze grote opluchting. Een diepe bijtwond in zijn hand verhinderde dat. Die winter hadden we geen angst dat onze vriend te pletter zou vallen. Maar nadat de wond was geheeld, ging hij weer. Uiteindelijk kreeg hij een steen op zijn hoofd. Met een laatste restje bewustzijn is hij aan een richeltje blijven hangen en overleefde het. Die ervaring trok hem over de streep: hij stopte ermee. Onze vriend is een volwassen mens die wij nooit hebben bekritiseerd in zijn keuzes, althans niet deze. En onze bezorgdheid speelde in zijn beslissing om te stoppen dan ook geen rol, wel misschien het feit dat hij inmiddels een gezinnetje had.

Een krachtig verhaal Er zal over die vriend en zijn hondje geen film gemaakt worden, dit in tegenstelling tot Aran Ralston. De meeste mensen zullen zijn verhaal wel kennen: Ralston amputeerde zijn eigen arm om te overleven. Bij een wandeling door de Bluejohn Canyon in 2003 glijdt hij uit en komt met zijn arm beklemd te zitten. Na alle opties te hebben overwogen, besluit hij zijn arm te breken met een rots en daarna met een zakmes door te snijden. Zijn overleving wordt als een krachtig verhaal gepresenteerd, wat het eigenlijk ook is. Minder belicht is het feit dat de hele situatie uit de hand liep doordat Ralston niemand inlichtte waar hij heen zou gaan en hoe lang hij weg zou zijn. Solo. De film werd een groot succes.

Suïcidale durfals In twee artikelen over ethiek in de bergsport schreef dr. Theo Boer in 2005, toenmalig docent Ethiek aan de Universiteit Utrecht,

TEKST IVAR SCHUTE | ILLUSTRATIE TOON HEZEMANS | HOOGTELIJN 2-2017 |

27


In een column besteedde ik ooit aandacht aan Alex Honnold, een fenomeen. Honnold beklimt rotswanden, solo, ongezekerd. Ik schreef: “Solo. Het woord ‘solo’ klinkt lieflijk, het geeft een andere lading aan wat er eigenlijk gebeurt. Solo is iets uit de muziek, iets Italiaans, een mooie vrouwennaam met een volle klassieke ondertoon. In het klimmen betekent solo, of meer precies free-solo, ongezekerd je weg naar boven zoeken en Honnold is daar een meester in.” Kijk YouTube er maar op na, Honnold is er vele keren te vinden op veelbekeken filmpjes in exotische oorden. Het is zijn werk. Hij wordt betaald en gesponsord om dit te doen. Het publiek consumeert zijn prestaties om het daarmee binnen het bereik van het normale te brengen, aangetrokken door het one fault, you die-principe.

Sportbar wijze woorden over het paradoxale karakter van veiligheid en bergsport. Bergsport is niet alleen leuk, gezellig en ontspannend, het is ook gevaarlijk. Een ethisch dilemma. Boer: “Gelukkig zijn verreweg de meeste bergsporters geen suïcidale durfals. Zij beoefenen de bergsport juist vanuit het omgekeerde perspectief: de wil om te overleven. […] Zo doet zich een merkwaardige paradox voor: we doen in de bergen alles om de veiligheid te bevorderen, maar we blijven wel klimmen.”

Ergens wringt dat, waarom moet een fabrikant van sportbars, een van Honnolds sponsors, iets faciliteren dat een jong publiek een beeld geeft dat geen massale navolging behoeft? En terzijde, waarom plaatst YouTube – waar een blote borst taboe is – vreselijke filmpjes over vallende klimmers? Wat zit daar voor moraal achter, behalve geld verdienen? Moeten sportbars en videokanalen jongeren tot ongewenst kopieergedrag aanzetten? Ik moet bekennen, zolang het goed gaat en Honnold blijft

het liep uit de hand omdat hij niemand inlich e over w r hij n rtoe ging

28 | HOOGTELIJN 2-2017

leven, zijn de filmpjes over hem fascinerend om naar te kijken. Zolang het goed gaat. De Boer: “Een geval apart is het klimmen in situaties die vele malen risicovoller zijn dan de relatief ‘veilige’ bergsport van de meerderheid der klimmers. Er is volgens mij reden om over die vormen van bergsport meer scepsis te hebben. Wanneer klimmen een flirt lijkt te worden met de dood, wanneer onvoldoende veiligheidsmarges in acht worden genomen en toppen koste wat het kost gehaald moeten worden, en vooral wanneer de sensibiliteit voor morele tragiek wordt verdoofd door kille afwegingen, is er reden om de bergsport van vraagtekens te voorzien.”

Bemoei je er niet mee Op een forum volg ik een discussie over zomaar een beklimming, een rotsroute ergens in de Rocky Mountains. Een klimduo krijgt ruzie met een vrouw die net voor hen ongezekerd hun route instapt. Niet omdat ze voordringt, niet eens omdat ze dat soleren veroordelen, maar wel omdat ze zich druk maken over de kans dat zij op hun hoofden kan vallen met alle gevolgen van dien. Een van beide klimvrienden bracht dit ter sprake om een discussie uit te lokken en werd digitaal afgemaakt. Bemoei je niet met iemand die soleert, daar kwam het eigenlijk wel een beetje op neer. Verstoring van hun concentratie aan het begin van een route


THEMA SOLO

werd scherp veroordeeld, met name door mensen die zelf soleren. Hier wringt iets - to put it mildly. Boer: “Klimmen is per definitie gevaarlijker dan een picknick op een bergweide. Toch betekent het inherent ‘riskante’ karakter van de bergsport allerminst dat er geen onderscheid te maken is tussen veilig en onveilig bergsporten en tussen meer en minder

genoeg valt in dergelijke discussies al snel het woord ethics. Niall Grimes van de British Mountaineering Council verwoordde het zo: “Ethiek is de morele gids bij de uitdagingen die klimmers aangaan. Het klinkt simpel, maar het is gecompliceerd. Het komt voort uit hoe we het klimmen waarderen, hoe bijvoorbeeld een sportklimmer een tradklimmer als

‘ n geval apart is kli en in situaties die v l risicovoer zijn’ aanvaardbaar risico. Hoewel de bepaling daarvan grotendeels ter beoordeling is aan de individuele klimmer, is het geen kwestie van zuiver persoonlijke inschatting.” De Boer stelt dat de beoordeling van de veiligheid ook objectieve factoren kent, zoals het weer, je uitrusting of de moeilijkheidsgraad. Of je omgeving, je medeklimmers, denk ik dan. Met name in Angelsaksische landen maakt men zich druk over ethiek in de bergsport. Hoe je de weg aflegt, is vaak belangrijker dan het doel bereiken en dat leidt tot eindeloze, soms tamelijk harde discussies over verschillen tussen bijvoorbeeld trad climbing (wel gezekerd, maar alleen met zelf geplaatst weer te verwijderen materiaal) of sportklimmen van routes met boorhaken. Het is een soort glijdende schaal waarbij sportiviteit of de interpretatie daarvan de meetlat vormt. Op die meetlat scoort soleren hoog, zo niet het hoogst: immers het meest puur, het sportiefst. Vreemd

roekeloos kan zien, terwijl andersom een tradklimmer denkt dat een sportklimmer het niet begrijpt. Als iemand een ethische beslissing maakt, maken ze een keuze in welke stijl een route wordt geklommen, en die stijl kan leiden tot meer of minder succes.” In een reactie op Grimes’ woorden zegt iemand: “Als we haken slaan of topropen, verminderen we onze interactie [met de natuur] en onze hele ervaring. Dus, naar welk niveau van interactie wil je – moeten we daaraan concessies doen?” Opmerkelijk genoeg wordt over veiligheid niet gerept, of hooguit als een concessie op onze ervaring. De discussie richt zich op de vraag hoe we klimmen. En daarbij is de weg belangrijker dan het doel. Daar is op zich niets mis mee, vele bergsporters zullen zich hierin herkennen, maar aan de notie dat soleren per definitie minder veilig is, wordt voorbijgegaan. Goed, het thema van deze editie van Hoogtelijn is Solo. Ik zou willen zeggen: denk een beetje na voor je eraan begint.

HOOGTELIJN 2-2017 |

29


Nooit echt alleen Ontmoetingen en avontuur op de Laugavegur

Op een bepaald moment was het niet meer de vraag of ik zou gaan, maar of het Noorwegen of IJsland zou worden. En het werd IJsland. Dat leek me spectaculairder en bijzonderder. En het weer in Noorwegen was ook nog niet optimaal eind juni of begin juli. En voor een soloreiziger was Noorwegen misschien wel heel erg eenzaam. Alleen in zo’n hutje. Klinkt idyllisch, maar ik wist ook dat ik me wat nerveus zou voelen en met mijn zakmes naast me in slaap zou vallen. Ik koos voor de relatief drukke en veilige Laugavegur.

D

e Laugavegur leek me zo’n tocht waar je vooral je best moet doen om alleen te zijn tussen alle toeristen, maar ik kon wel uitkijken naar nieuwe ontmoetingen na een wat donkere periode. En het leek me ook veiliger. Iets wat me vroeger minder beïnvloed zou hebben, maar met het moederschap kwam ook het verantwoordelijkheidsgevoel. Daar moet je dan de juiste modus in vinden: hoe match ik die drang naar avontuur met mijn kleine kinderen die zo goed gedijen bij rust en regelmaat en een flinke dagelijkse portie moederliefde? Soms vond ik het avontuur dicht bij huis, zoals drie dagen peddelend in mijn oude, houten vouwkano door de Biesbosch. Andere keren wat verder weg: dankzij een spontane logeerpartij van de kinderen stond ik een dag later met een uitgeprint A4’tje van de Kesch Trek op een Zwitserse Alp. Dat was een beetje impulsief, dus deze keer doe ik het met een goede voorbereiding!

30 | HOOGTELIJN 2-2017

| TEKST EN FOTO’S MIEKE VAN OORSCHOT

Landmannalaugar.


THEMA SOLO

Twee etappes in één Ik wil een week weg. De kinderen van 5 en 8 hebben, voor zover ik weet, mijn korte avonturen prima doorstaan en liefde is er in overvloed door de fantastische inzet van Rob, opa’s en oma’s en al die andere fijne mensen op wie ik kan rekenen. Wanneer ik besluit de huttentocht Laugavegur te doen, me inlees en mijn route ga plannen, is het al april. Voor mijn doen is dat de vroegste voorbereiding ooit, maar het blijkt erg laat. De vluchten worden snel duurder en veel hutten zitten vol. Het eerste bericht is zelfs dat er in de periode dat ik wil gaan, helemaal geen plek meer is in de hutten, wat betekent dat ik een tent moet meenemen. Ik besluit te bellen met de Icelandic Touring Association, waar een medewerker gelukkig wel mogelijkheden ziet. Het is geen optimaal reisschema, omdat ik twee etappes in één dag moet doen, maar ik hoor dat het in principe mogelijk is. En dit is meteen het lastigste aspect van mijn reis: ik heb geen idee wat me te wachten staat. Ik lees vooral dat het in IJsland alle kanten op kan gaan: het kan er sneeuwen, regenen of vriezen, het water in de rivieren kan te hoog staan en ik moet vooral zorgen voor alarmnummers, reddingsdekens, bivakzakken en weet ik wat niet meer. Is twee etappes echt te doen? Ik besluit de gok te wagen, reserveer de hutten en laat me op de reservelijst zetten voor het optimale scenario van zes dagen voor de hele tocht. Ik boek de goedkoopste vlucht en zoek naar

Foto Thomas Teh

Korte wandeling vanaf Fimmvörouskali.

Foto Thomas Teh

De smalle graat Kattarhryggur.

accommodaties in Reykjavik via Airbnb en dan is het zover. Ik heb genoten van de voorpret en ben er klaar voor. De rest van het gezin vertrekt naar school en werk en ik loop met mijn uitrusting naar het station.

Aards en sprookjesachtig tegelijk Het vliegtuig heeft flinke vertraging. Op Schiphol ontmoet ik dankzij uren wachten mijn eerste reisgenoten: twee mannen op bergschoenen die naar dezelfde monitor turen en in de banken

Ik besluit de gok te wagen en reserveer de hutten ploffen. Later deze week komen we elkaar nog regelmatig tegen. Na een nacht in Reykjavik neem ik de bus naar mijn eerste hut in Landmannalaugar. Het is een indrukwekkende rit en het begin van een soort onwerkelijke wereld waar ik doorheen trek. Ik had nog geen referentie voor dit landschap van stenen en bergen die dan weer rood, dan weer zwart of geel kleuren. We arriveren op een soort hoogvlakte, omringd door kale en besneeuwde bergen. Een paar hutten, een beetje gras, vlonders naar een stomend watertje. Achter de hut een smal bergpad met een wegwijzer. Daar begint mijn tocht.

HOOGTELIJN 2-2017 |

31


Foto Suzanne Necoechea

Het is al avond, maar het zal niet donker worden. Ik heb dus nog tijd voor een wandeling. Bij de hut zijn kaarten te koop met dagtochten. Ik zoek mijn weg door het nieuwe landschap en dat valt nog niet mee: al snel zie ik geen rode paaltjes meer. Later leer ik dat dat klopt: je wordt hier geacht je eigen route te kiezen, afhankelijk van de sneeuw. Ik stap over op een andere kleur waar de paaltjes wel zijn uitgezet. Prettig. Het landschap is zo nieuw, zo bizar en indrukwekkend, maar tegelijkertijd voel ik onzekerheid over mijn solo-onderneming in een onbekend gebied. Wordt het echt niet donker? Heb ik echt geen paaltje gemist? Hé, zie ik daar iemand lopen? Kijken of hij of zij iets weet over deze route.

Je kiest hier je eigen route, afhankelijk van de sneeuw En dat maakt de beleving nog intenser. Sommige beelden ga ik niet meer vergeten, zoals de uitgesleten sneeuwkappen als bruggen over het kabbelende riviertje en het uitzicht vanaf die eerste bergtop. Het is inmiddels helder en de kleuren die me omringen heb ik nooit eerder gezien. Aards en sprookjesachtig tegelijk. Ik daal de berg af en kom in een groene, drassige vallei. Is dat echt een zwaan? Terug in de slaapzaal ontmoet ik Suzanne uit Californië. Zij maakte vandaag een geweldige wandeling naar een vulkaanmeer en begint morgen aan de Laugavegur. Ik zou graag met haar meegaan, maar wil ook nog het gebied rond Landmannalaugar verkennen. Tot ik hoor dat het weer zal omslaan. De waard bevestigt dit: slecht weer op komst, dus raadt hij me af om alleen de bergen in te gaan. Hij belt naar de volgende hut waar ik een dag eerder terecht kan. Ik besluit om morgen met Suzanne mee te gaan.

Slechte condities Het is grijs, het miezert en het is koud, maar gelukkig zijn de gekleurde staken wel nog zichtbaar. Ondanks het slechte weer nemen we de tijd om ons te verwonderen over het landschap.

32 | HOOGTELIJN 2-2017

Zo filmisch, die kleuren, stoom en geisers – ik snap wel waarom de IJslanders geloven in elfen en geesten. Na een paar uur wandelen, komen we bij de eerste hut Höskuldarskáli. Het is de etappe die ik aanvankelijk wilde combineren met de etappe van de tweede dag. Ik rol mijn slaapzak uit, Suzanne loopt wel door naar de volgende hut. Ook Theresa en Katarina uit Tsjechië die we eerder vandaag bij de lunch ontmoetten, besluiten om verder te gaan. Het is slecht weer, maar kun je niet beter goed aangekleed doorstappen dan de hele middag in die kleine, volle, dampende hut zitten? Ik twijfel en ik besluit met hen mee te gaan. Ik had het wel naar mijn zin met mijn nieuwe vrienden. Dus rol ik mijn slaapzak weer op en vraag de waard de volgende hut te bellen. Er is een bedje voor me. Voor ons ligt een uitgestrekt sneeuwveld. Het is opnieuw gaan sneeuwen en het gaat niet erg vlot. Katarina moet regelmatig stoppen en zit er snel doorheen. Het weer blijft slecht en ze glijdt uit bij een modderig hellinkje. Tegenliggers waarschuwen ons voor een ingestorte sneeuwbrug. Teresa en Katarina stellen voor dat Suzanne en ik doorlopen, zodat zij rustig aan kunnen doen en wij de mensen van Álftavatn kunnen informeren over hun late aankomst. Omdat Suzanne een plaats heeft gereserveerd in een hut iets verderop, de Hvanngil, nemen we afscheid en loopt zij verder. Ik ben weer alleen.

Weerzien De volgende ochtend zie ik Teresa en Katarina in de barak naast de mijne. Ze waren laat aangekomen en willen vandaag laat vertrekken. Ik vind het prettig om een stuk alleen te lopen, maar zorg er wel voor dat ik me bij de rivieroversteken kan aansluiten bij een groep. Het landschap is hier anders. Ik loop nu over uitgestrekte, stenige vlaktes, omringd door bergen in alle vormen en maten. In Botnar (ook wel Emstrur genoemd) is geen slaapplek voor mij. Ik ben een dag vroeger dan mijn reservering en de hut is klein. Ik maak me er niet al te druk over en wandel samen met een jong Maleisisch echtpaar naar een indrukwekkende canyon iets


THEMA SOLO

Foto linksboven Eerste wandeling vanaf Landmannalaugar. Foto linksonder Suzanne fotografeerde mijn aankomst bij de eertse hut. Foto rechts Teresa bij een geiser onderweg naar Álftavatn.

achter bij hun tentje. Door weer een nieuw landschap loop ik na een rivieroversteek ineens in een licht bos, met kleine kromme bomen en kleurige bloemen. Aan het eind van deze etappe zijn twee hutten; ik heb gereserveerd in Skagfjordsskali. Teresa en Katarina blijken net de andere hut te hebben gekozen – Húsadalur, met bar en restaurant – en hoewel de afstand tussen de hutten niet groot is, concludeer ik dat ik moe ben, de lucht betrekt en dat ik ze morgen wel weer zal zien. Helaas ben ik ze niet meer tegengekomen – zij braken de tocht na dit punt af en namen de bus terug naar Reykjavik. Jammer, ik had ze graag nog gezien.

De laatste etappe

verderop, de Markarfljotsgljúfur. Later arriveren ook Teresa en Katarina die me een van hun tentjes aanbieden. Zij zullen dan samen in de andere tent slapen. Onbeschrijfelijk attent. Maar zonder matje vind ik het niet te doen op de koude, stenen ondergrond, dus sluip ik midden in de nacht naar een van de barakken waar ik een royale, warme, comfortabele slaapplek vind. Beter!

Geen afscheid Teresa en Katarina slapen nog. Omdat ik weet dat ze vanochtend nog naar de canyon willen lopen, laat ik een briefje voor hen

De etappe die er nu aan komt, is een één- of tweedaagse verlenging en naar mijn idee zeer de moeite waard. Het is de steilste klim van de tocht. Omdat ik zo’n onbekende bergpas toch wel spannend vind, besluit ik met het Maleisische stel mee te lopen. De vermoeiende wandeling is prachtig en de uitzichten zijn magnifiek. In de piepkleine Fimmvörouskalihut is de sfeer goed en zijn de gezichten en het gesnurk van de andere wandelaars inmiddels vertrouwd. Het is koud, maar prachtig, helder weer, dus maken we met een aantal hutgenoten mooie korte wandelingen rond de hut. De laatste dag. De afdaling is eenvoudig en mooi en het doet me denken aan het Europese berglandschap dat ik gewend ben, aan prachtige watervallen en grasland met grazend vee. En dan een geweldige overgang. Via een metalen trap stap ik uit mijn sprookjeswereld de drukke, toeristische massa in. Ronkende bussen, klikkende camera’s, gillende kinderen. Maar hier zie ik ook Suzanne weer en de Nederlandse mannen met een biertje van de tap. Ik ben een bijzonder mooie ervaring rijker.

Wandelen op de Laugavegur Route

De Laugavegur in IJsland loopt van Landmannalaugar tot Pórsmörk en wandel je in drie of vier dagen. Je kunt de tocht verlengen met één of twee dagen, via de Skógartrail naar de kust bij Skógar.

Hutten

Foto Thomas Teh

Je kunt de meeste hutten reserveren via fi.is. Ik betaalde voor één overnachting 7500 IJslandse kronen, dat is ruim 60 euro. Wil je minder uitgeven, dan kun je rond de hut kamperen. De hutten beschikken over keukens waar je

je eigen eten kunt bereiden. Kijk voor de andere accommodaties (Húsadalur) in Pórsmörk op volcanohuts.com.

Vervoer

Vlucht (rechtstreeks): wowair.nl of icelandair.nl. Bustickets: re.is. Kijk voor meer informatie ook op nat.is en frugalfrolicker.com/iceland-laugavegur-trek.

Leestip

Bergtochten op IJsland van Jolanda Linschooten, Dominicus 2014, ISBN 9789025753573.

Op weg van Húsadalur in Pórsmörk naar Fimmvörouskali.

HOOGTELIJN 2-2017 |

33


‘Ik heb mezelf genoeg bewezen’

Martin Fickweiler trok solo over Baffin Island

34 | HOOGTELIJN 2-2017

| TEKST PETER DAALDER | FOTO’S MARTIN FICKWEILER


THEMA SOLO

De eerste tekenen van leven, na bijna drie weken eenzaamheid.

Na de beklimming van Broad Peak heeft Fickweiler drie dagen nodig om te herstellen.

Met zijn solotocht op Baffin Island in 2010 leverde bigwallklimmer Martin Fickweiler (nu 40) een bijzondere prestatie. Meer dan drie weken van alles en iedereen verlaten, maakte hij een trektocht en beklom hij een berg op het eiland. Het bleek na vijfentwintig expedities in bijna tien jaar zijn laatste extreme uitdaging.

M

artin Fickweiler is een klimmer die interessante, moeilijke doelen durft te stellen. Hij klom vaker alleen, maar zijn plan voor een solotocht op Baffin Island was nog een graadje extremer. Op het koude, verlaten en ruige Canadese eiland op de noordpoolcirkel, wilde Martin oorspronkelijk vijf weken alleen rondtrekken. Bagage op een slee, een paar beklimmingen op zijn verlanglijstje.

Gecompliceerder Helemaal ontspannen ging Fickweiler er niet naartoe. Hij kende de omgeving en wist ongeveer wat hij kon verwachten. Maar zou hij het redden, zo lang alleen? Het ijs was niet denderend, de lengte van de tocht werd hem afgeraden, de Inuit konden hem op de oorspronkelijk geplande plek niet ophalen met hun sneeuwscooters. De uitdaging werd zo nog wat gecompliceerder. Fickweiler werd er onrustig van. Want wat als er iets mis zou gaan? En mentaal stond hij voor de vraag of hij zo lang alleen kon zijn. Baffin Island zou wat dat betreft de ultieme test worden.

Gezelligheidsdier “Ik dacht vroeger dat ik een enorm gezelligheidsdier was, dat ik het grootste deel van mijn leven mensen om mij heen nodig had om me te vermaken. In mijn dagelijks leven waren er eigenlijk meestal wel mensen om me heen. Langer dan een paar uur was ik niet alleen. Nooit. Daar genoot ik van, maar ergens in de loop van mijn leven, begon ik het een beetje beangstigend te vinden. Had ik echt altijd andere mensen nodig, om me goed te voelen? En zo ontstond een steeds sterker verlangen om op die vraag een antwoord te vinden.” Hij begon zijn zoektocht in een van de routes op El Capitan, de enorme rotswand in Yosemite National Park. Daar klom hij voor het eerst 900 meter in zijn eentje omhoog. “Ik had al zes keer op die wand geklommen, telkens samen met andere klimmers. Dan praat je tijdens het klimmen wat, en tijdens het rusten eet je samen en maak je flauwe grappen. Ik was die keren wel hoog en ver weg van de bewoonde wereld, maar niet eenzaam. Deze keer zou ik op de wand een tocht van drie dagen in mijn eentje maken. Ik wilde weten hoe ik dat zou vinden.”

HOOGTELIJN 2-2017 |

35


Foto rechts Voor zijn expeditie naar Baffin Island klom Martin Fickweiler solo op El Capitan in Yosemite. Foto onder Een geweer biedt veiligheid tegen ijsberen.

“Ik heb erg van Yosemite genoten. Zat ik alleen in de wand in mijn portaledge, hoog boven de bewoonde wereld. Dat was perfect. Ik ging daar heerlijk mijn eigen gang, loste de problemen met de route op, heel soepel allemaal. Misschien had ik dat wel moeten blijven doen. Daar zijn nog tientallen routes die ik niet heb gedaan. Daarvan groei je misschien niet meer als klimmer, maar wel als mens. Maar ik wilde altijd heftiger, altijd moeilijker. Zo ontstond het plan voor Baffin Island. Oorspronkelijk langer en met een aantal beklimmingen, maar het was die zomer relatief warm waardoor er veel minder ijs dan normaal was. Ik wilde vijf weken wegblijven. Na overleg met de plaatselijke Inuit heb ik mijn plannen aangepast. Ik nam minder materiaal mee en heb de tocht ingekort tot drie weken.” Ontspannen bladert Martin Fickweiler door de foto’s op zijn laptop. Hij heeft zijn periode op Baffin Island teruggehaald voor dit artikel en voor een voordracht die hij in België verzorgt. Terwijl hij luistert naar een langspeelplaat van Johnny Cash op zijn retro platenspeler, brengen de foto’s hem weer even terug bij zijn grootste uitdaging.

Verwennen De ochtend van het vertrek was Fickweiler zenuwachtig. Toch zette hij door. “Mijn wens om te gaan won het van de twijfel”, herinnert hij zich. “En toen de Inuit me hadden afgezet en wegreden op hun sneeuwscooters, werd ik ineens kalm. Ik voelde: dit is goed, dit kan ik. En ik begon te lopen.” Fickweiler neemt van alles mee om het toch een beetje gezellig te maken. Hij heeft muziek bij zich, Amy Winehouse herinnert hij zich, maar als hij naar muziek luistert, wordt hij er vooral verdrietig

Fickweiler (gefotografeerd met de zelfontspanner) tijdens een nachtelijke verkenningstocht.

van. “Ik miste mijn vriendin Christa heel erg en voelde me ontzettend alleen. Ik had niemand om iets mee te delen. Mijn koptelefoon ging af en pas aan het eind van de periode heb ik weer naar muziek geluisterd. Het werd toen al warmer, de natuur begon weer wat te leven. Dat heb ik heel bewust meegemaakt. Als je met anderen bent, sjouw je door en loop je met elkaar wat te kletsen of zo. Nu had ik daar oog voor.” “Ik had wel wat verwennerijtjes meegenomen. Een grote fles whisky en drie pakken shag, Javaanse Jongens. In Nederland rookte ik al jaren niet meer. Elke avond voor of na het eten trakteerde ik mezelf op een whisky. En ik rolde een shaggie. Dat waren echt momenten om naar uit te kijken. Heerlijk, die warme rook in mijn longen in die koude buitenlucht. Het is heel gek, maar het leven leek daar zwart-wit. Die momentjes met een glaasje en een sigaret gaven kleur aan de dag. Toen ik terugkwam in de bewoonde wereld heb ik mijn shag weggeven aan een Inuit en daarna nooit meer gerookt.”

Door het ijs Op een gegeven moment krijgt Martin Fickweiler de schrik van zijn leven. De Inuit hadden gelijk, het zee-ijs is aan de dunne kant. Fickweiler zakt door het ijs en komt tot aan zijn middel in het water terecht. Hij kan zich vastgrijpen en optrekken aan zijn slee, die hij aan een staalkabel achter zich aan zeult. Wat moet hij doen, met een nat pak en natte schoenen, midden op een ijsvlakte? “Ik besloot verder te lopen om een beetje warm te blijven. Na een uur of twee kwam ik in een soort baai waar het er wat betrouwbaarder uitzag. Daar heb ik de tent opgezet en geprobeerd alles te drogen. Wat met de schoenen niet lukte, ik heb nog dagen mijn voeten eerst verpakt in plastic zakken.” Fickweiler maakte een foto van zichzelf (zie pagina 34), kort nadat hij door het ijs is gezakt. Waarom? “Ik was nieuwsgierig hoe ik eraan toe was. Je ziet wel dat ik behoorlijk onder de indruk was. Ik heb die foto met mijn kleine camera gemaakt, dus dat was op zich niet zo veel moeite.” Is zijn vraag over alleen zijn beantwoord? “Ja, uiteindelijk ben ik drie weken alleen geweest. Niemand om me heen, alleen maar sneeuw en ijs. En hoewel ik jaren heb gevreesd dat ik het moeilijk zou vinden om zo lang alleen te zijn, bleek het helemaal niet vervelend. Ik voelde me zelfs niet eenzaam, ik werd volledig in beslag genomen door de dagelijkse handelingen. Het lopen, de route vinden, rusten, eten maken.” De reis naar het onherbergzame en uitgestorven Baffin Island brengt Fickweiler voor zijn gevoel helemaal weg van het dagelijkse

36 | HOOGTELIJN 2-2017


THEMA SOLO

Onder perfecte omstandigfheden steekt Fickweiler ’s avonds laat het Eglington Fjord over.

leven. “En toch is dat natuurlijk niet zo. Je hebt kleding en warme schoenen, allemaal uit klimwinkels uit de moderne wereld. En in geval van nood had ik een satelliettelefoon. En een geweer vanwege de ijsberen, die ik trouwens niet gezien heb.”

Moe van het reizen “Na Baffin Island kwam ik voor de eerste keer thuis zonder dat er tickets lagen voor de volgende reis en zonder plannen voor een nieuwe expeditie. In bijna tien jaar heb ik vijfentwintig expedities gedaan. Ik vond dat tof, het was precies wat ik wilde. Maar ik was moe. Fysiek moe, maar ook mentaal. Moe van het reizen, van het plannen maken, het zeulen met materiaal, het organiseren. Deze extreme uitdaging leek het begin van meer solo expedities. Maar dat was het niet. Juist niet. Het was genoeg geweest. Ik heb mezelf genoeg bewezen.” En nu, nooit meer solo? “Jawel, maar minder extreem. Na Baffin Island had ik moeite om thuis weer te wennen. Het was me overal te druk, te veel reclames, te veel punt-nl. Ik ben toen vaak naar mijn bootje gegaan. Dat ligt hier vlakbij. Ging ik een beetje zeilen. En als er geen wind was, ging ik gewoon in de boot zitten. Niets doen. Ik had dat nodig.” “Ik ga zeker nog alleen op pad of alleen klimmen, maar niet meer de extreem grote avonturen. Sinds we een zoon hebben, wil ik die grote risico’s niet meer. Pas nu, na zes, zeven jaar wordt het me duidelijk dat ik toch wel wat veel van mezelf gevergd heb. Steeds vaker, steeds extremer, steeds maar meer. Ik ben daar sinds kort pas achter. Maar het is goed zo. Ik houd van de natuur, van buiten, maar het grote avontuur hoeft niet meer zo nodig.”

nu mensen op, maar wel in bijzondere omstandigheden. Ik ben bezig met een slechtweerproject. Dan kruipen mensen graag weg in hun eigen wereld. Ik probeer ze van heel dichtbij te fotograferen. Ik zou ook graag fotograferen in het noordpoolgebied. Op zoek naar mensen die daar leven. Jagers bijvoorbeeld, die er wel op uit moeten omdat ze weinig geld hebben en veel vlees nodig hebben voor zichzelf en hun sledehonden. Ik vraag me af waarom mensen in hun omgeving blijven, terwijl

‘ik was moe. fysiek moe, maar ook mentaal. moe van het reizen’ de omstandigheden zo bizar zijn. Zoals leven in de winter op de Noordpool, of in Bangladesh tijdens het regenseizoen en in de VS in de tornadotijd. Dat soort onderwerpen wordt mijn solo-nieuwe stijl. Maar ik ga dat wel van tevoren heel precies regelen.” Komende zomer gaat Fickweiler met zijn vrouw Christa en zoontje Viktor van vijf naar IJsland. “Viktor bekeek een kinderatlas en daarin stond een grote tekening van IJsland. Met vulkanen, geisers, wilde beesten, zeehonden en dat leek hem wel mooi. Ik heb hem gezegd dat ik het leuk vond hem dat te laten zien. Dus we gaan die kant op, met ons campertje, toch een beetje avontuurlijk in zo’n ruig en kaal land. Ik verheug me er erg op.”

Mensen fotograferen Fickweiler is zich meer gaan toeleggen op fotografie. Geen landschappen of klimroutes, maar mensen. “Ja, grappig hè, ik zoek

Enkele citaten van Martin Fickweiler zijn met toestemming van Roanne van Voorst overgenomen uit haar boek Alles onder controle.

HOOGTELIJN 2-2017 |

37


SOS Eenzaam maar niet alleen

Alleen op stap gaan, werd vroeger ten strengste afgeraden. Inmiddels staat de NKBV niet meer met een opgeheven vingertje aan de kant, maar waarschuwt ze alleengangers voor de risico’s en adviseert ze ervoor te zorgen dat iemand weet waar je bent. Of dat je iemand kunt bereiken. Moderne hulpmiddelen zijn daarbij onontbeerlijk.

V

orige winter zat een groep Nederlanders in Noorwegen door bar weer vast in een berghut. De begeleiders hadden een Spot Gen3 bij zich en stuurden een SOSbericht, waardoor groot alarm werd geslagen. De groep had weliswaar niet heel veel eten en drinken bij zich, maar zat redelijk veilig in een hut. Na een zoekactie werden de dertien Nederlanders gevonden en veilig naar de bewoonde wereld gebracht.

38 | HOOGTELIJN 2-2017

| TEKST EN FOTO AART MARKIES

De ophef over het SOS-bericht was groot omdat het leek dat dertien mensen in levensgevaar waren. Dat had de groep kunnen voorkomen als ze een apparaat bij zich hadden gehad dat berichten kan verzenden ĂŠn ontvangen. Nu bleef de melding beperkt tot een vooraf ingesteld bericht, dat zonder enige toelichting tot misverstanden zorgde. Achteraf bezien hadden ze dus beter een inReach kunnen meenemen dan een Spot.


THEMA SOLO

Spot Gen3 Hoe dan ook, wie alleen de natuur in trekt, doet er goed aan te zorgen voor communicatie met het thuisfront of een van tevoren afgesproken opvang. Ik was deze winter in Winterberg waar ik alleen op mijn langlaufski’s de natuur in trok. Ik had een Spot Gen3 bij me, met eenrichtingssatellietcommunicatie via een vooraf ingesteld mailtje met gps-locatie en standaard tracking. Thuis konden ze mijn route volgen en ontvingen ze positieve berichten in de mailbox. ’s Avonds belde ik de avontuurlijke verhalen door. Een Spot meenemen was nieuw voor mij en gaf een veilig gevoel. Naast mijn GSM had ik daardoor een beter bereik om hulp in te roepen. Het Noorse voorbeeld laat wel zien dat je vooral door de eenrichtingscommunicatie kanttekeningen kunt plaatsen bij een eenzijdige noodoproep. De Spot gebruikt voor de berichten het satellietnetwerk van Globalstar, een netwerk dat geen volledige werelddekking kent. In blogs lees je regelmatig dat de Spot onbereikbaar is. Ik heb het niet gemerkt, maar dat moet je absoluut onderzoeken als je een tocht voorbereidt.

Kosten Spot Gen3 en services De Spot Gen3 kost 155 euro, maar dan kun je nog niets. Je moet een jaarabonnement kopen voor satellietdiensten als SOS, berichten en standaard tracking (één bericht met gpspositie elke 10min/24uur). Ik sloot een SPOT Basic Service af met voor SOS een GEOS Member Rescue Benefit. Dat kost in totaal 181,25 euro, oftewel ruim 15 euro per maand. GEOS zorgt voor monitoring en het versturen van noodsignalen via het International Emergency Response Coordination Center (IERCC) in Houston, Texas, dat 7 dagen in de week, 24 uur per dag wordt bemand. Een abonnement sluit je af via findmespot.eu/en, klik op ‘what we offer’ en dan ‘SPOT Trace Services’. Je kunt een Spot ook huren vanaf 4 euro per dag en het wordt goedkoper naarmate je langer huurt. Kijk hiervoor op spottracker.nl. De Spot Gen3 is compact, waterdicht en weegt 114 gram inclusief de batterijen.

Garmin inReach/DeLorme Een ander apparaat, door velen als een beter alternatief beoordeeld, is de Garmin inReach. Dit apparaat is aanzienlijk duurder (449,99 euro) maar heeft als grootste verschil de tweerichtingscommunicatie waardoor je tekstberichten of e-mails kunt verzenden en ontvangen. Het apparaat is inclusief navigatie. De inReach zit sinds kort in de Garminfamilie en is overgenomen van DeLorme. Het apparaat is nog precies zoals het was en heeft alleen een Garminstickertje gekregen. In de loop van het jaar wordt het een ‘echte’ Garmin inclusief de Garmin Toponavigatie.

InReach abonnementsprijzen De SOS-signalering van inReach loopt ook via GEOS. Berichten worden verstuurd via de satellieten van het Iridiumnetwerk

waarvan wordt gezegd dat communicatie mogelijk is op elk punt van de aarde. De prijsopbouw voor de Iridiumdiensten is meer variabel en kan al voor minimaal dertig dagen worden afgesloten. Er wordt een eenmalige prijs van 24,99 euro in rekening gebracht ter activering van het abonnement. Een jaarabonnement kost vervolgens minimaal 14,99 euro per maand, dus in totaal 204,87 euro. De goedkoopste vorm is een Freedom-maandabonnement met een jaarlijks bedrag van 29,99 euro plus het laagste maandtarief van 19,99 euro. In totaal betekent dat minimaal 49,98 euro voor dertig aaneengesloten dagen per jaar. De inReach is vrij fors, waterdicht en weegt 213 gram inclusief batterijen.

Yellowbrick Een ander Iridiumapparaat is de Yellowbrick YB3. Vergelijkbaar met de inReach, maar dan zonder navigatie. Dit apparaat is niet in Nederland te koop.

Satelliettelefoon Een geheel ander alternatief is de satelliettelefoon, maar die is zwaar en veel duurder, dus zeker voor individuele, niet-professionele bergsporters niet echt een alternatief. Een toestel kopen kost zo’n 900 tot 1500 euro, huren kan per maand voor 360 euro exclusief een abonnement van 33,50 dollar per maand. Bellen is duur: 1,44 dollar per gesprek/per minuut. Maar dan heb je wel heldere tweerichtingscommunicatie. Een satelliettelefoontoestel weegt minimaal 375 gram en gebruikt het betrouwbare Iridiumsatellietnetwerk.

Meer informatie over de diverse toestellen Kijk voor meer informatie over de verschillen apparaten op: • bever.nl/spot-gen3-gps-messenger-ncabc42001 • explore.garmin.com/nl-NL/inreach/ • wildsnow.com/8245/spot-inreach-satphone-review-delorme/ buy.garmin.com/nl-NL/NL/p/561286 • satelliet-telefonie.nl/satelliet-telefoon.html • ybtracking.com/products-yb3

HOOGTELIJN 2-2017 |

39


‘Mama piept er even tussenuit’

Zingend door Vorarlberg

In de verte ligt de Lindauer Hütte.

Het was inmiddels tien jaar geleden dat ik een tocht van enige betekenis maakte. Na de komst van twee kinderen en bijkomende levensstijl werd het de hoogste tijd voor een ‘berg-herintreding’. Wat was er over van mijn conditie, tredzekerheid en inschattingsvermogen? Na goed overleg met man en kinderen valt het besluit: we gaan samen een week naar de Bodensee en dan “piept mama er in de tweede helft even tussenuit” voor een vierdaagse NKBV-bergtocht in Rätikon, Vorarlberg.

E

en paar weken voor vertrek krijg ik slecht nieuws: door onvoldoende deelnemers wordt de groepsreis geannuleerd. Maar mijn voorpret is al in een vergevorderd stadium! Ga ik dan maar alleen? Dat vergt wel een andere voorbereiding. Een groepsreis heeft voor- en nadelen. Dat perspectief draait zich nu om: alleen lopen heeft nadelen, maar zeker ook voordelen.

Oefenrondje Na uren turen op de kaart besluit ik de NKBV-tocht in tegenovergestelde richting te lopen. Van Tschagguns via de Lünersee naar Vandans. Zo heb ik op de eerste dag meer tijd en kunnen mijn man en kinderen mij op dag 4 tegemoet komen met de kabelbaan naar Grüneck op de Golmalpe. Ik overweeg om een tentje en kookspullen mee te nemen, voor meer flexibiliteit. Maar een weekendje Veluwe wijst uit dat een deel van het minstens tien jaar oude materiaal aan vervanging toe is. Ook blijkt de GPS-functie in mijn telefoon absoluut niet betrouwbaar voor solo Alpenavonturen. Op de Veluwe was de volle rugzak goed te doen, maar met de hoogtemeters in het vooruitzicht laat ik de tent mooi thuis.

Beren Googlend op ‘Alpen en dieren’ stuit ik op berichten over beren. In Oostenrijk zijn er volgens Wikipedia drie gebergtes waar beren voorkomen: de Karawanken, de Kalkalpen en de Vorarlberg. Bij het lezen van de derde stijgt mijn hartslag. Oei! Tot 2012 wordt op internet melding gemaakt van gechipte beren als J22 en M13.

40 | HOOGTELIJN 2-2017

| TEKST EN FOTO’S PETRA BORGONJEN

Regelmatig word ik met minder prettige beervisioenen wakker... Wat nu als...? Beter goed geïnformeerd dan met onterechte angsten op pad, dus zoek ik contact met een aantal Oostenrijkse Bärenanwalt und Wolfsbeauftragter. Het feit alleen al dat die functie bestaat zegt al iets, toch? Uit de reacties die ik krijg, blijkt duidelijk dat ze me gerust willen stellen. “Er is geen nieuwe informatie over de aanwezigheid van een beer in dit gebied, maar ze kunnen 40 kilometer of meer per nacht lopen.” – “Je zal geen beer tegenkomen, al waren er vijf in dit gebied” – “Normaal worden ze nooit gezien” – “Ook al geloof je me niet, je zal blij zijn als je er wel eentje ziet, het in een fascinerend dier, hij zal van je weglopen of zelfs van je wegrennen.” Verder geven ze het alom bekende advies dat je als wandelaar moet laten weten dat je er bent, bijvoorbeeld door te zingen. Nou vooruit dan maar, in mijn eentje zing ik best prachtig. DAG 1

Tschagguns – Tilisuna Hütte De dag voor vertrek bel ik de eerste hut. Er ligt nog aardig wat sneeuw op de Sulzfluh en een actueel advies over de aanlooproute is welkom. Het advies is om niet vanuit Latschau via de Mittagspitze naar de Tilisuna Hütte te lopen, maar vanuit Tschagguns langs de Gampadelsbach. Boven de 2000 meter ligt inderdaad nog te veel sneeuw. Een dag later zal het mooie weer aanbreken en worden de paden toegankelijker.


THEMA SOLO

Eenmaal op pad vanuit Tschagguns, opgetogen en benieuwd naar wat komen gaat, vind ik al snel een prettig tempo. Ik heb ruim negen uur de tijd om voor 20.00 uur in de hut te zijn, en met dit tempo zal dat in zes uurtjes lukken. Over een afstand van ongeveer 14 kilometer heb ik een kleine 1500 meter te stijgen. Niet gering voor een eerste dag, maar het gaat wel geleidelijk, op een aangenaam breed karrenspoor met een prachtig uitzicht en geweldig weer. Het enige wat me niet lekker zit, is dat ik geen enkele andere wandelaar zie. Pas na twee uur lopen stuift er zo nu en dan een mountainbiker voorbij. Die moeten toch ergens vandaan komen. Met die gedachte houd ik de moed er in. Op 1560 meter zal ik een beslissing moeten nemen: linksaf om de Tilisuna Seehorn voor een geleidelijke stijging, of rechtsaf, de kortere maar steilere variant. Ik twijfel, voel me kennelijk nog steeds niet helemaal senang met de hele situatie en heb behoefte aan een bevestiging dat het klopt, dat zich daar boven in die sneeuw iets bevindt wat ik kennelijk zoek.

haal een groep in. Vanaf de Tobelsee zie ik niemand meer, dus vervolg ik zingend mijn pad tot op de Bilkengrat. Daar heb ik een prachtig zicht op de Lindauer Hütte en de eerste klim voor morgen.

Bestaat het toeval? Daar komt zowaar een wandelaar uit de richting van de Tilisuna Hütte. Een betere informant kun je je op zo’n moment niet wensen. Ludwig heeft geen idee wat zijn toevallige aanwezigheid op mijn pad op dat moment betekent. Het verschil tussen doorgaan en ‘bij twijfel niet doen’. Doorgaan dus, en wel linksom. Op ongeveer 2000 meter, het is al half vier, is de sneeuw een feit. Het pad is blubberig en de markering nog prima te vinden. Ik bevind me in een desolate witte wereld en inmiddels zing ik zo nu en dan maar wat. Geen beer, wel veel marmotten. In de verte de hut. Nog voor 17.00 uur ben ik binnen. Vlotjes wordt mij een kamer toegewezen die ik deel met Frank en Annelie, een Duitse broer en zus. Frank kwam zojuist van de Sulzfluh, een solotrip. Kennelijk geen punt voor deze fitte dertiger. Verschil mag er zijn.

koffie in de Totalphütte? De verdere afdaling doet een stevig beroep op mijn bovenbenen. De stappen naar beneden zijn me steeds net iets te diep. De lenigheid van tien jaar geleden is niet zomaar hervonden. In het bos maak ik een onhandige glijer, maar verzwik gelukkig niets. Ik neem een uitgebreide pauze bij de beek. Er passeren geregeld mensen, dat stelt me gerust.

DAG 2

Tilisuna Hütte – Lindauer Hütte Oorspronkelijk was het mijn plan om op dag 2 ook de Sulzfluh op te gaan, maar het wordt me nu afgeraden om vanaf de top naar de Lindauer Hütte door te steken. Het hogere deel van de Bilkengrat ligt ook nog vol sneeuw, dus bestudeer ik de alternatieven. Richting Mittagspitze en dan op 2166 meter afbuigen naar de Tobelsee. Daar weer naar het zuidoosten afslaan om zo halverwege de Bilkengrat de geplande route weer op te pikken. Ik ga via de Tobelsee. Er gaan meerdere mensen deze kant op en ik

Foto links Dankzij Ludwig heb ik toch een foto van mezelf in het landschap. Foto rechts Ludwig Mayer voor ‘zijn’ Schesaplana.

Bestaat het toeval? Daar is Ludwig weer! Dit keer met een ingegipste arm. Ongelukje met een schroevendraaier. “Wandelen doe je niet met je armen”, aldus Ludwig. Als training voor een trip naar de Schesaplana morgen, is hij nu op weg naar de Sulzfluh. Ludwig woont in Tschagguns en vertelt me over zijn bergambities, dat hij over een paar jaar met pensioen gaat en hoe hij stoeit met de gedachte om dan als lokale wandelgids aan de slag te gaan. De kans is groot dat we elkaar morgen weer zullen treffen en we wisselen telefoonnummers uit. Morgen

Het verschil tussen doorgaan en ‘bij twijfel niet doen’

Ik ben erg vroeg in de hut, maar besluit het erbij te laten voor vandaag. Als ik morgen koffie wil drinken in de Totalphütte en ook nog op tijd in de Heinrich Hueter Hütte wil aankomen, kan ik mijn energie maar beter sparen. De Lindauer Hütte is groot en wordt zelfs nog verder uitgebreid. Het volle terras trekt me niet. Mijn rugzak zit nog bomvol eten dat eerst maar eens op moet. Soepjes, noedels, gedroogde abrikozen en cranberry’s. Hoewel ik een bed in een kamer had gereserveerd, krijg ik een slaapplaats aangewezen op een Lager, tussen twee kerels. Hum, dit vind ik niet zo prettig. Een andere vrouw blijkt de echtgenote van een van de twee mannen, dus is de ruil zo gemaakt. Nu deel ik een stapelbed met haar twaalfjarige zoon. Prima. Die nacht is er echter maar één gast die echt slaapt: zijn zware gesnurk galmt door de slaapzaal. Ik slaap met vele onderbrekingen. Ergens rond een uur of drie word ik wakker door het gesnik van de jongen boven me. Hij is moe en kan zo niet slapen. Moeder en zoon zoeken hun toevlucht in de eetzaal. Volgende keer echt oordoppen meenemen!

41


BEVER 40 JAAR ANNIVERSARY BACKPACK PRE-ORDER NU OP BEVER.NL/40-JAAR Op naar de volgende 40 jaar. Daarom planten we per verkochte tas 3 bomen om ontbossing tegen te gaan. En net als die bomen zal deze tas er over 40 jaar nog steeds zijn. Dat weten we zo zeker, dat we je 40 jaar garantie geven.

SPECIAL EDITION BEVER X MILLICAN 100% GERECYCLED POLYESTER (40 PET FLESSEN) ALLEEN IN PRE-ORDER :

VAN 100,00 VOOR

75,00

40 JAAR GARANTIE

Bij de tas krijg je vier patches. Strijk er één (of alle) zelf op je tas


THEMA SOLO

DAG 3

Via de Totalphütte naar de Heinrich Hueter Hütte Dit wordt de topdag! 20 kilometer is voor Hollandse begrippen niet ver, maar hier voor mij met bijna 1500 meter stijgen en 1400 meter dalen op één dag is het heel behoorlijk. Om 7.00 uur ben ik al op pad. Geen probleem, ik was toch al wakker. Om 9.30 uur neem ik na de eerste klim op de Öfapass een uitgebreid ontbijt met een geweldig uitzicht. Het weer kan niet beter en ik hoop een glimp te kunnen zien van de Lünersee. Maar het gaat nog heel wat kilometers door het Verajöchli voordat ik ‘om de hoek’ kan kijken. Rond 13.00 uur sta ik bij de Lünersee en bevestig ik Ludwig, die op dat moment al op de Schesaplana zit, onze koffieafspraak in de Totalphütte. Ik heb daarvoor nog wel 380 meter te stijgen over slechts één kilometer. Dus steil en met veel dagjesmensen die zich eerst met de kabelbaan naar de Douglasshütte omhoog hebben laten gondelen. Petje af voor twee broertjes van nog geen vier jaar oud die deze klim ook maken. Boven wacht een geweldig uitzicht en met goed gezelschap maakt het echt helemaal niets uit wat de Apfelstrudel kost. We dalen samen af naar de Lünersee. Ludwig had op mijn kaart gezien dat ik de route via Saulajoch als alternatief had gemarkeerd en werpt zich op als wandelgids in de dop. Het pad via het Saulajoch is zeker geen eenvoudig pad. Ik sla zijn aanbod af. Ludwig neemt de laatste gondel naar beneden. Alle dagjes-mensen zijn verdwenen, het is al 17.00 uur en ik heb via de veiligere route, de Lünerkrine, nog vierenhalve kilometer, 230 meter stijgen en 435 meter dalen, voor de boeg. Die afdaling kost meer tijd dan ik had verwacht. Doordat ik in de schaduw van de berg loop, voelt het als laat. De tijd dringt en lange tijd zie of hoor ik niemand. Ik concentreer me op het tempo van mijn voeten op het smalle pad en laat het zingen achterwege.

Nieuw gezelschap? Plotseling hoor ik stevig gekraak en ik kijk op. Een meter of vijftien voor me zie ik een groot bruinharig dier de struiken in schieten. Het brekende geluid verraadt dat dit dier een aanzienlijk gewicht heeft. Ik kijk hem op de kont. Het postuur is bol, de haren lang en de vacht is vol. Het dier heeft de omvang van een kleine koe, maar ik zie geen hoekige heupbotten en hoor zeker geen koeienbel. Het is geen koe en ook geen gems. Natuurlijk schrik ik en in de reflex spring ik een halve meter achteruit. Tegelijk besef ik dat het dier nog eerder van mij geschrokken is. Daardoor ben ik niet bang, wel uiterst alert. Het is muisstil. Wat nu? Zingen! En ik blijf nog even staan. Het dier is duidelijk bergafwaarts gegaan, een kloof in en weg van mijn pad. Ik loop voorzichtig door, kijk wel om maar zie hem nergens. Om 19.00 uur meld ik me in de hut. Eerst douchen, dan zitten en bijkomen van dit avontuur. Was het een beer? Voor mij is dat aannemelijk, maar bewijzen kan ik het niet. De keuken is al dicht. Op het terras, met uitzicht op de kloof van zojuist, smaakt het laatste gebak mij uitstekend. Ondanks het krap bemeten en volle Lager slaap ik goed. Rijk met deze bijzondere ervaring die heel goed is uitgepakt. Hoe anders was dit geweest als ik de beer eerder had gezien dan hij mij?

Terugblik op de Öfapass.

DAG 4

Het slotstuk naar Rellstal en Vandans Op mijn vierde en laatste dag wandel ik in nog geen anderhalf uur naar Rellstal. Hier wordt gebouwd aan een nieuwe waterkrachtcentrale. Eenmaal op asfalt verklaar ik mijn tocht voltooid. Ik steek mijn duim op en met een van de vrachtauto’s ben ik no time beneden op het station in Vandans.

Solo wandelen

Het solo wandelen is me goed bevallen: de vrijheid, de flexibiliteit, het kunnen treuzelen of juist doorlopen wanneer ik dat wil. Ik pauzeer vaak en kort. Het tempo van een solist ligt over het gehele traject genomen vaak hoger. Eenzaam? Nee, dat is zeer relatief. Een solist maakt makkelijker contact met anderen, vooral met andere solisten. Duo’s en groepen zijn op zichzelf gericht of geven tenminste die indruk. Zij kennen de veiligheid van de groep, zowel fysiek als sociaal. Ik reserveerde de drie hutten vooraf per mail. Door te reserveren word je in elk geval gemist als je die avond niet aankomt. De betreffende huttenwacht slaat dan (in principe om 20.00 uur) alarm. Bovendien was mijn gezin op de hoogte van de voorgenomen route. Bij hen meldde ik mij telefonisch elke avond en tussendoor geregeld met de nieuwste mooie plaatjes via WhatsApp, mits de verbinding in orde was. Voor wie het navigeren goed af gaat, zijn materiaal op orde heeft, de grenzen van zijn eigen conditie goed kent en niet allerlei beren op de weg ziet, is het zeker een aanrader.

Feiten en cijfers van de tocht

• Reis naar Tschagguns: 861 km vanaf Utrecht. • Beginpunt: Tschagguns, coördinaten N47° 04.209’ E9° 53.856’. • Eindpunt: Vandans, coördinaten N47° 04.882’ E9° 49.053’. • Accommodaties: Tilisuna Hütte (tilisunahuette.at), Lindauer Hütte (indauerhuette.at), Heinrich Hueter Hütte (hueterhuette.at). • Kaartmateriaal: 1157 Sulzfluh 1:25.000 en 1156 Schesaplana 1:25.000. • Wandeltijd: circa 20 uur. • Totale wandelafstand: 48 kilometer. • Totaal stijgen: 3279 meter. • Totaal dalen: 2753 meter. • Hoogste punt: 2318 (bij de Totalphütte). • Laagste punt: 819 (start net boven Tschagguns).

HOOGTELIJN 2-2017 |

43


Fly on the wa Dromen over Yosemite

Foto Niek de Jonge

Yosemite en El Capitan zijn niet nieuw voor Gerke Hoekstra. Voordat hij aan zijn grote soloavontuur begint, heeft hij al vijf routes op deze wand geklommen, samen met een partner. Bij al deze beklimmingen probeerden ze zo snel mogelijk te zijn. The Nose klommen ze in één dag, in plaats van drie á vier dagen die de meeste klimmers ervoor uittrekken. Dat snelle is leuk, maar Gerke miste het bigwallavontuur waarin het gaat om moeilijk artificieel klimmen, geen haast, veel nachten in de wand, langer alleen zijn. Dus kiest hij voor Mescalito: een route door het hoogste en steilste deel van El Capitan, gewaardeerd met A3 5.8, 1000 meter lang en met 26 touwlengtes. En hij gaat dat alleen doen.

44 | HOOGTELIJN 2-2017

| TEKST EN FOTO’S GERKE HOEKSTRA


THEMA SOLO

HOOGTELIJN 2-2017 |

45


De portaledge op dag 5.

“m

escalito is steep, sustained, and exceptional. It is hard to imagine a better route up a more incredible wall”, aldus Supertopo – Yosemite Big Walls. Na maanden van voorbereiden, materialen uitzoeken en dromen is het eindelijk tijd voor het echte werk. Ik sta onderaan de route: Mescalito. Voor de laatste keer op de grond. Dan stap ik in en begin te klimmen. Ik kom in een roes, ik laat de gewone wereld achter me. Stap voor stap voer ik alle taken uit, focus op veiligheid, niks laten vallen, en af en toe even rustig ademen en genieten.

als je hier voorbij bent, kun je niet, of heel moeilijk, terug Ik beperk mijn wereld bewust tot de volgende plaatsing. Denken aan de volgende lengte, of zelfs aan de hele route, is te spannend. Dan ben ik op de eerste standplaats, hijs ik mijn tassen op en trek ik mijn touwen omhoog. Nu heb ik geen directe lijn meer naar de grond. Ik ben onderweg.

Point of no return De eerste nacht slaap ik op standplaats 5. Nou ja slaap – ik kan niet slapen. Om tot daar te komen, eist zijn tol. Ik ben moe en ik ben bang. En niet zonder reden: de volgende lengte staat in de topo als point of no return; als je hier voorbij bent kun je niet, of heel moeilijk, weer terug…

46 | HOOGTELIJN 2-2017

De volgende nacht ben ik al veel relaxter. Ik heb het doel om elke dag drie touwlengtes te klimmen en ik heb er vandaag vier gedaan. Daarnaast ben ik voorbij het point of no return, dus over keuzes hoef ik me geen zorgen meer te maken. Ik voel dat ik alles onder controle heb en dat ik deze route kan klimmen. Zolang ik maar netjes blijf werken. En zolang het maar niet gaat stormen.

Praktische ongemakken Op dag 4 word ik wakker in de wolken. Na dertig meter klimmen besluit ik al om elf uur ’s ochtends om mijn hangende kampje op te bouwen. Ik vind de donkere wolken te dreigend. Net op tijd: op het moment dat ik de tent van mijn portaledge dichtrits, begint het keihard te hagelen. Slecht weer, precies waar ik bang voor was. In de loop der jaren heb ik al een paar keer een storm meegemaakt in de portaledge, dus ik geloof ook nu wel dat het goed komt. Ik lig in een warme slaapzak in mijn tentje en heb nog voor acht dagen eten en drinken bij me, dus wat kan me gebeuren? Het wordt ooit weer droog en windstil. Alleen zijn er wel wat praktische ongemakken. Toiletbezoek bijvoorbeeld. Voor een kleine boodschap kan ik nog creatief zijn met een fles, maar een grote… Omdat er in Yosemite veel wordt geklommen, moet iedereen alles meenemen, ook grote boodschappen. Normaal hang je hiervoor, samen met een papieren zak gevuld met kattengrit, buiten de portaledge. De papieren zak neem je dan weer mee in een waterdichte tas of speciale container (de zogenaamde poop tube), maar om dat nu in een storm te doen… Ik zal jullie de details besparen.


THEMA SOLO

Foto links Het materiaal voor de beklimming. Foto midden Koken met een hangbrander in de portaledge. Foto rechts Het uitzicht na de storm.

Opgetild en neergesmeten

Stil en helder

Het is dag 5 en het weer is nog steeds zo dreigend dat ik mijn kamp niet durf op te breken. In de ochtend lijkt het stabiel genoeg om wat te klimmen, dus besluit ik twee touwlengtes te klimmen en een touw te fixeren. ’s Middags, ik zit weer veilig in mijn tent, gaat het echt tekeer. Het stormt zo hard dat de hele portaledge, met mij erin, wordt opgetild en weer neergesmeten. Urenlang. Voor het avondeten en warme dranken maakte ik een hangende brander, maar door de storm beweegt alles nu zo hard dat ik hem niet kan gebruiken. Ondertussen waait sneeuw mijn tent binnen. Nu vind ik het toch wel een beetje spannend worden…

Op de negende dag sta ik om 12 uur ’s middags op de top. Ik zit in mijn onderbroek in de zon en probeer alles in me op te nemen. Het uitzicht, mijn vermoeide lijf, het genot van de enorme spanning die wegvalt, en de stilte. Vooral de stilte in mijn hoofd. Zo stil en zo helder is het nog nooit geweest.

Na de storm Dag 6. Eindelijk weer stabiel weer. Maar helaas kan ik niet meteen gaan klimmen. Met de zon op de wand smelt alle sneeuw en ijs van de wand, met als gevolg een bombardement dat de hele ochtend duurt. Pas in de middag kan ik eindelijk mijn kamp opbreken om verder te gaan. Stel je even voor: een natte tent inpakken, alles in tassen stoppen, hangend in je gordel, 500 meter boven de grond. Maar een dik uur later klim ik in het touw dat ik gisteren heb gefixeerd. Na twee touwlengtes klimmen en hijsen ben ik helemaal nat van het smeltwater dat van de rotsen loopt. En het wordt alweer koud, dus besluit ik om het hele circus weer op te bouwen. Hoogtewinst: 70 meter. Het kon minder, en wat fijn om weer in mijn warme slaapzak te zitten. Vanavond hangt de brander stil en kan ik een extra kopje thee drinken.

Bijna boven Het weer blijft gelukkig stabiel en het klimmen gaat voorspoedig. Op de avond van de achtste dag bouw ik mijn portaledge op aan een standplaats op 120 meter onder de top. Voor het eerst is het bijna helemaal windstil, dus kan ik op mijn ledge zitten zonder tent eromheen. Dit is misschien wel de mooiste avond ooit, de laatste avond in de wand, de laatste avond helemaal alleen. De grootste moeilijkheden zijn achter de rug en ik kan volop genieten. Ik neem twee extra kopjes koffie en vanavond mag ik een hele zak M&M’s. Beter wordt het niet.

Dit is het grote genieten. Langzaam komt er plaats in mijn hoofd voor al het andere: hoe krijg ik die tassen beneden? Straks bier en hamburgers! Mensen die naar zonnebrand en wasmiddel ruiken, smartphones en de rest. Maar nu eerst nog heel even alleen zijn.

Hoe (on)verstandig is solo bigwallklimmen? In veel takken van de klimsport wordt er solo geklommen, zowel rope solo als free solo, respectievelijk solo met of zonder touw. Bigwall soloklimmen gebeurt meestal met een touw. Als je dit goed doet, dan kan het even veilig zijn als met een partner – de kans op een ongelukkige val is even groot. Maar mocht er toch iets gebeuren, dan sta je er wel helemaal alleen voor. Bigwallklimmen is een complexe manier van klimmen: artificieel, zware tassen hijsen en overnachten in een hangend kamp. Toch is dit heel geschikt om alleen te doen. Bij artificieel klimmen hang je aan je tussenzekeringen, dus heb je vaak je handen vrij om jezelf te zekeren. Echter, omdat rope solo klimmen zo complex is, brengt het grote risico’s met zich mee. Het is alleen geschikt voor zeer gevorderde klimmers.

boven is, fixeert hij het touw. De naklimmer klimt dan met stijgklemmen in dat touw omhoog terwijl hij alle zekeringen losmaakt en meeneemt. Ondertussen hijst de voorklimmer de tassen op. Dat mag je als soloklimmer allemaal alleen doen, je gaat elke touwlengte omhoog, naar beneden, en weer omhoog. Bij het voorklimmen moet je jezelf zekeren, dat vereist diverse apparaten, technieken en veel aandacht voor ‘rope management’. Als de standplaats is bereikt, moet je het touw fixeren, het hijstouw op spanning zetten, afdalen naar de vorige standplaats, de hijstassen losmaken en weer in het touw omhoog klimmen. En tijdens het omhoogklimmen moeten alle tussenzekeringen worden verwijderd. Al met al een behoorlijke onderneming. Is dat heel geschikt om alleen te doen? Ja, het is geschikt als je een toch al complexe Samen versus solo beklimming nog veel ingewikkelder wilt Als je met z’n tweeën een bigwallroute maken. En dat wil je soms. Bij klimmen klimt, klimt de voorklimmer een touwlengte gaat het om de uitdaging, en bij solo (dat kan bij artificieel klimmen makkelijk bigwallklimmen is dat precies wat je kunt één tot drie uur duren). Als de voorklimmer verwachten.

HOOGTELIJN 2-2017 |

47


markt & materi l

LICHTGEWICHT Ga je solo op pad, dan ben je zelfvoorzienend. Alles wat je nodig hebt om veilig en comfortabel onderweg te zijn, draag je zelf. Dan lijkt het logisch om alleen het allerlichtste materiaal mee te nemen. Voordeel is dat je rugzak dan minder zwaar is, maar is het ook veilig? In deze editie van Markt & Materiaal kijken we naar materiaal voor de solo hiker dat niet alleen lichtgewicht maar ook veilig is. Op je paklijst staan in elk geval de ‘Grote Drie’: je rugzak, je slaapsysteem (slaapzak en matje) en bescherming tegen de elementen, bijvoorbeeld een tent of een tarp. Doorgaans zijn dit de items waar je veel winst in gewicht kunt boeken. Daarnaast moet je elke dag eten en drinken en neem je voldoende kleding mee. Er zijn hikers die niet warm eten en zo het gewicht van een brander en een pan uitsparen. Je kunt er ook over nadenken minder kleding mee te nemen. Denk over elk item op je paklijst goed na en zorg dat de verdeling gewicht, comfort en veiligheid voor jou in balans is.

Tegenwoordig kun je bij de grote merken materiaal vinden in de categorie superlichtgewicht, maar vroeger kocht je je lichte spullen vaak bij zogeheten cottage manufacturers, kleine bedrijfjes die vanuit een garage of cottage hun spullen maakten en via internet verkochten. Van deze merken maakten we een kleine selectie: Mountain Laurel Designs (mountainlaureldesigns.com), Hyperlite Mountain Gear (hyperlitemountaingear.com) en Gossamer Gear (gossamergear.com).

Lichtgewicht en droog

Patagonia maakt materiaal voor alpiene klimmers, en ook die willen lichte spullen. Een tip voor de ultralight hiker is dus om ook naar de klimmerken te kijken als je heel licht materiaal zoekt. De M10, verkrijgbaar in zowel anorak als jas, is een goed voorbeeld. De jas is met 266 gram al licht, maar de anorak is met 198 gram een drielaags regenbescherming die nog minder weegt.

€ 370 (anorak) / € 400 (jacket) patagonia.com

Lichte stokken

Vederlicht en warm

Het Engelse PHD maakt superlichte spullen met dons. Een mooi voorbeeld is de Wafer Down Jacket met ‘K Series’ dons (voor de kenners: 1000 cuin). De Wafer weegt slechts 190 gram voor een maat M, maar houdt je warm tot een temperatuur van 0 graden Celcius en dat is indrukwekkend! Een nadeel is wel de hoge prijs, je betaalt 272 Britse ponden (net geen 320 euro) voor deze jas. Maar als je het lichtste en warmste (voor het gewicht) jack zoekt, dan heb je hem gevonden!

Prijs: € 320 phdesigns.co.uk

48 | HOOGTELIJN 2-2017

| ONDER REDACTIE VAN SIETO VAN DER HEIDE

Wandelstokken worden vaak aangeraden aan wandelaars met een zware rugzak, om de druk op de knieën te verlichten. Maar wandelstokken zijn echt niet alleen voor zwaargewichten. Ook zij met een lichte rugzak kunnen plezier hebben van een stel stokken. Om te gebruiken als tentstok voor minimalistische tenten bijvoorbeeld. Of omdat het gewoon comfortabeler loopt! Deze Helinox TL Passport stokken zijn licht (156 gram bij 115 centimeter) doordat ze een vaste lengte hebben.

€ 159 helinox. com


THEMA SOLO

Gebruik jij ook onverwoestbaar bergsportmateriaal dat de tand des tijds heeft doorstaan? Mail het ons! hoogtelijn@nkbv.nl.

Bij veel ultralighters komt er maar één metaal voor in de uitrusting: titanium. Ook voor de outdoorkeuken wordt er veel van dit materiaal gemaakt, zoals potten, pannen en bestek. Voorbeelden zijn de Sea To Summit AlphaLight Long Handled Spoon (12 gram) en de Evernew Titanium Pasta Pot (700 ml, 95 gram). Het enige nadeel: het materiaal is vrij prijzig. Lichtgewicht kent nou eenmaal zijn prijs…

€ 9,40 (lepel) / € 70,40 (pot) ultralightoutdoorgear.co.uk

Hyperlicht op je rug Hyperlite Mountain Gear maakt, je raadt het al, ‘hyperlicht’ materiaal voor in de bergen. En om te hiken. De Porter 2400 is een rugzak waar je met gemak een langeafstandsroute mee loopt. De 2400 in de naam betekent dat hij een inhoud van 2400 cubic inch, oftewel ongeveer 40 liter heeft. En dat is voor de hiker die zijn paklijst onder controle heeft genoeg. Voor de 865 gram die de tas weegt, krijg je een rugzak die gemaakt is van bomvast Dyneema-materiaal en een comfortabele heupband en rugpand. Op de website zijn meerdere opties beschikbaar om de zak aan je wensen aan te passen en hij is er, indien nodig, ook met grotere inhoud te bestellen.

€ 270 (standaard 2400 model) hyperlitemountaingear.com

Kennis is minder gewicht

Zorg dat je als solo hiker weet wat je doet, zeker als je net begint. Op internet is veel informatie te vinden, maar er valt ook wat te zeggen voor een fijn ouderwets boek. In Ultralight Backpackin’ Tips geeft Mike Clelland 153 tips voor extremely lightweight camping. Tip 1: gebruik altijd een weegschaal.

ISBN 9780762763849 € 14,88

Jonge god op je oude dag In Nepal kwam Hoogtelijnredacteur Ico Kloppenburg de Nederlander Peter Krielaart tegen die daar in zijn eentje op reis was. Ico sprak hem aan over zijn Lowe Alpamayo rugzak, een prachtig stuk rugzakgeschiedenis. Terug in Nederland ontving hij een e-mail van Peter, over zijn oude rugzak. “Ha die Ico, over een paar weken vertrek ik weer voor een maand alleen naar Nepal. Dit keer terug naar het Khumbu/ Everestgebied. Lekker wandelen in mijn eigen tempo, met mijn oude rugzak. Niets hoeft, alles kan. Grappig: als je alleen gaat ben je nooit alleen. Andere tochtgenoten heb je snel gevonden. Dat is heel anders als je in een groepje op pad gaat. Die rugzak hè…. Gekocht begin jaren tachtig. Die heeft in al de jaren wel het nodige meegemaakt. Heel veel bergvreugde, vriendschap, maar ook de narigheid van bergongelukken en een helikopterredding. Dochterlief nam hem tot voor kort als backpacker ook mee op reis. Ik klom er vroeger PD/AD mee, stelde al snel vast dat hij eigenlijk te groot was voor het klimmen. Daarvoor heb ik dus een kleinere rugzak gekocht. De Alpamayo 50+15 is werkelijk – op de gespen na, die bros worden – niet stuk te krijgen! Indertijd kreeg je levenslang garantie! Hij heeft een handige ‘losse’ bovenklep die je als klein rugzakje kunt dragen als je in Nepal besluit de rugzak aan een drager te geven.

Gouwe ouwe

Gewichtloos koken

Ik ben zo rond 1970 samen met mijn echtgenote Maris lid geworden van de NBV en was snel kind aan huis bij Joop Vos, die de bergsportbibliotheek had in Amstelveen. Rond die tijd heb ik ook nog twee artikelen in de Bergvriend geschreven over het Parc National des Écrins. Voor mij een van de mooiste klimgebieden. Een alpiene cursus heb ik nooit gevolgd. We begonnen op 24-jarige leeftijd in Italië met via ferrata’s, toen westalpiene huttentochten en al snel daarna de nodige topjes. Ik zal je die waslijst inclusief dia’s besparen. Nu, op 69 jarige leeftijd, zijn veel van mijn vrienden inmiddels met bergbeklimmen gestopt, maar ik vind het heerlijk om nog te wandelen en af en toe een via ferrata te doen. Daar heb je immers niemand bij nodig, je kunt jezelf zekeren en je voelt je nadien op je oude dag nog een ‘jong godje’. Ico, laat eens weten of jij nog plannen hebt voor Nepal dit jaar. Je weet maar nooit waar ik je dan tegen ga komen.”

Peter Krielaart

Klimmer en wandelaar NKBV-lid sinds 1970

HOOGTELIJN 2-2017 |

49


De Arctic Circle Trail 180 kilometer in de oneindigheid

Groenlands bekendste trekking is de Arctic Circle Trail, een 180 kilometer lange wandeling van Kangerlussuaq naar Sisimiut. Acht dagen door een toendralandschap. Leeg, wild en groot, met vooral prachtige, rimpelloze meren.

K

alaallit Nunaat – zo noemen de Groenlanders hun  vaderland – betekent in de taal van de Inuit ‘Land van  de mensen’. En toch leven er, op een oppervlak dat meer dan vijftig keer zo groot is als Nederland, ongeveer evenveel mensen als in Den Helder. Groenland, of in het Deens Grønland, is al net zo’n onlogische naam: tachtig procent van het land is met ijs bedekt. Maar wie Groenlands bekendste trektocht, de Arctic Circle Trail loopt, merkt niets van al dat ijs. Hier loop je in een weids, toendra-achtig landschap langs talloze meren. De tocht begint vijftien kilometer ten westen van Kangerlussuaq, een plaats die niet veel meer biedt dan de internationale lucht-

50 | HOOGTELIJN 2-2017

| TEKST EN FOTO’S ALEX VAN DEN BRANDHOF

haven van Groenland. Het vliegveld werd er in de Tweede Wereldoorlog gebouwd door de Amerikanen, als locatie voor een tussenlanding voor militaire vluchten. In Kangerlussuaq wonen zo’n vijfhonderd mensen, waaronder honderd kinderen. De plaats oogt troosteloos, al zie ik het met het mooiste weer. Een paar lelijke gebouwen, een speeltuintje met een roestig schommelrek zonder schommel, en het winkelaanbod is gering: één supermarkt. Daar koop ik mijn laatste proviand en benzine voor de komende week.

Ultieme vrijheid De eerste vijftien kilometer, van Kangerlussuaq naar het officiële beginpunt van de Arctic Circle Trail, gaan over een kale weg. Dat belooft geen groot wandelplezier en daarom besluit ik een taxi te nemen voor die eerste kilometers. De auto stuitert over de onverharde weg, forse stuif- en zandwolken achterlatend. Als we er zijn, wijst de chauffeur met zijn arm verder naar het westen. “Die richting”, zegt hij. Hij rijdt terug en daar sta ik dan: alleen in


THEMA SOLO

Het gebied waar de Arctic Circle Trail loopt, is leeg, wild en groot.

Wollegras in een zompig gebied.

een weids landschap, weg van de civilisatie. Ik hoef niet lang te lopen om al het gevoel van ultieme vrijheid te ervaren. Na een tijdje passeer ik een roestige caravan met twee stapelbedden. Daar wil niemand slapen, zo weerzinwekkend is het daarbinnen. Maar de Groenlanders ruimen het wrak niet op. ’s Avonds om negen uur houd ik het lopen voor gezien. ’s Ochtends was ik nog in Kopenhagen, waar het vier uur later is, dus mijn innerlijke klok staat al op één uur ’s nachts. Op zich geen probleem, want donker wordt het hier niet in de zomer. In een paar minuten

Hun gesleep met dat geweer lijkt me tamelijk overdreven staat mijn expeditietentje. En dan zie ik dat ik hier niet helemaal alleen ben: even verderop staat een andere tent. Van een Brits echtpaar, zo blijkt. Zij zijn vanochtend, toen ik nog in het vliegtuig zat, aan de wandeling begonnen. Ze vragen of ik ook de kudde muskusossen ben tegengekomen. Spectaculair moet dat zijn geweest: een stuk of acht van die kolossale beesten draafden over een vlakte. Ik heb ze gemist. Mijn faunabelevingen bleven beperkt tot muggen (niet veel, gelukkig), een paar vogels en een sneeuwhaas. Rond het plekje waar ik mijn tent heb opgezet, slingert her en der wc-papier. Een onbegrijpelijke gewoonte van sommige wandelaars, om dat in zo’n ongerept stuk natuur achter te laten. Het is iets waar ik me de rest van de achtdaagse tocht soms flink aan erger.

IJsberen Op de tweede dag kom ik na een paar uur lopen bij de oostoever van Amitsorsuaq, een 25 kilometer breed meer dat je per kano kunt afleggen. Althans, als er een kano klaarligt. Dat blijkt niet het geval: ze liggen kennelijk allemaal aan de westoever. Echt jammer is het niet: omdat de wind uit het westen komt, is lopen sowieso het betere alternatief. Ik loop aan de zuidkant van het meer en pluk onderweg arctische bessen. Een beetje bitter, maar opvallend rijp voor de tijd van het jaar (juli). Het schijnt dat ze doorgaans pas in augustus of september lekker zijn. Het beginstuk langs Amitsorsuaq is op de kaart zwart gemarkeerd; van de vier gradaties is dat het zwaarst. Zwart lijkt me wat overdreven, de enorme rotsblokken die ik hier en daar moet passeren, vormen geen groot probleem. Op een gegeven moment haal ik een groep van vier Groenlandse vriendinnen in. Een tent hebben ze niet bij zich, ze overnachten in de (meestal spartaans uitgeruste) hutten, die er om de ongeveer twintig kilometer zijn. Wat ze wel bij zich dragen, is een geweer. Natuurlijk heb ik bij mijn voorbereiding uitgezocht of er ijsberen in dit deel van Groenland leven. Nee, zeggen alle boeken en websites, al is er ooit – in de jaren negentig van de vorige eeuw – één aangetroffen in Kangerlussuaq. Volgens de Groenlandse vrouwen is er twee jaar geleden nog een verdwaalde ijsbeer gespot. Nu twijfel ik doorgaans niet aan het oordeel van locals, maar in dit geval lijkt mij hun gesleep met dat geweer tamelijk overdreven. Ik schat de kans om slachtoffer te worden van een terroristische aanslag op de luchthaven van Kangerlussuaq groter dan de kans om hier een ijsbeer te ontmoeten.

HOOGTELIJN 2-2017 |

51


Deze dames uit Nuuk, de hoofdstad van Groenland, relaxen na een lange dag lopen.

Op de top van de Nasaasaaq, de ‘huisberg’ van Sisimiut, die ik als dagtocht vanuit Sisimiut beklim. Het stadje zie je op de achtergrond rechts.

Het Britse stel kom ik ook af en toe weer tegen langs het uitgestrekte meer, waar geen eind aan lijkt te komen. Ik zet mijn tent zo’n twee kilometer vóór het kanocentrum op. En dan begint het licht te miezeren.

Kapotte kano’s De volgende ochtend voel ik de zon op de tent branden. Na het ontbijt loop ik in drie kwartier naar het kanocentrum. Dat is de grootste hut langs de Arctic Circle Trail. Het werd zo’n twintig jaar geleden gebouwd om het toerisme te bevorderen, maar dat is niet gelukt. Inmiddels ziet de hut er tamelijk vervallen uit. De vier Groenlanders hebben er geslapen en zitten aan het ontbijt.

Het is nu niet ver meer naar de westoever van het meer. Daar liggen een paar kano’s, sommige met gaten. Het is vreemd dat de toerismeverantwoordelijken het kanocentrum en de boten niet onderhouden. Ze laten die kano’s roesten tot in de eeuwigheid. “Groenlanders vissen liever”, had een van de Groenlandse vrouwen mij verteld. Ze hoeven niet zozeer geld te verdienen met toerisme. Ik wandel verder, over heuvels en door dalen, met uitzicht op de Pingu, met 1221 meter de hoogste berg in deze omgeving. Geen karakteristieke vorm als de Zwitserse Matterhorn, meer een soort reusachtige pukkel die achter de heuvels uitsteekt. Ineens zie ik twee rendieren links van me, beide met een groot gewei. Zodra ze me in de gaten hebben, schieten ze weg, maar al na een paar seconden blijven ze plotseling stilstaan, kijken om in mijn richting, waarna ze besluiten voorgoed de benen te nemen. Het gebied wordt allengs wilder en ruiger, met af en toe een steile klim. Ik loop door tot de Ikkatooq-hut en zet in de buurt daarvan mijn tent op.

Magische verlichting

Een onbruikbare kano langs het meer Amitsorsuaq.

erd De Arctic Circle Trail is gemarke van zien voor tjes nne met steenma uit een halve rode cirkel, afkomstig . vlag dse nlan de Groe

52 | HOOGTELIJN 2-2017

Om de ongeveer twintig kilometer is er een hut langs de Arctic Circle Trail. De Nerumaqhut is een van de kleinste.

In de loop van dag vier bereik ik het punt dat ik halverwege de trekking ben. Ik zie een beetje op tegen de oversteek van de rivier Itinneq. Ik verwacht een hoge waterstand, omdat het in juni op veel plekken in Groenland warmer dan twintig graden was. Dat betekent: veel smeltwater. Maar afgelopen winter is er relatief weinig sneeuw gevallen en het heeft nu al een paar weken niet noemenswaardig geregend. En dus waren mijn zorgen niet nodig: het water reikt maar tot mijn knieën. Na de oversteek is het nog een kleine twee uur lopen naar de volgende hut. Ik kampeer daar niet, maar loop verder naar een idyllisch meertje, over een pad met rondom de mooiste uitzichten. Naast mijn Hillebergtentje, met op mijn schoot een ‘Ierse stoofpot’ van gevriesdroogde ingrediënten, geniet ik na van een indrukwekkende wandeldag. Het is al midder-


THEMA SOLO

De kleurrijke huisjes van Sisimiut.

nacht, maar de magische verlichting van de laagstaande zon maakt dat ik niet slapen wil. De volgende dag heb ik voor het eerst last van een behoorlijke muggenplaag. Met een muggennet over mijn hoofd loop ik door een deels zompig terrein. Hier en daar zie ik laatste restjes sneeuw. Ik voel de druk van de zware rugzak steeds sterker, ondanks dat de voorraden aan eten en benzine zijn geslonken. Omdat ik voor lig op mijn schema, besluit ik twee nachten naast de Innajuattoqhut te kamperen. Zo kan ik een dag zonder zware rugzak lopen, weg van het pad, omhoog de 1076 meter hoge Innajuattoq op. Eenmaal boven geniet ik van een schitterend panorama. Aan de hemel is geen wolkje te zien. Grandioos om vanaf deze hoogte het gebied te zien waar ik de afgelopen dagen heb gelopen.

‘Groenlandse alpen’ Het Britse stel en de vier vriendinnen uit Nuuk, die ik tot nu toe steeds weer eens tegenkwam, hebben nu een voorsprong op mij. Maar het is geen wedstrijd, ik ben hier voor de stilte. De laatste twee dagen loop ik zonder een mens tegen te komen. Wolkenloze hemel, oneindige uitzichten. Soms moet ik me moeizaam een weg door manshoge kruipwilgen banen. Twee keer moet ik een rivier over, maar de schoenen hoeven niet uit: via stenen spring ik van de ene naar de andere kant. Halverwege de laatste etappe merk ik dat ik weer langzaam in de bewoonde wereld kom. Ik loop langs het fjord Kangerluarsuk Tulleq, waarop ik een bootje zie varen. In de verte zie ik een paar vissershuisjes. Dan buigt het pad van het fjord af, nog één keer moet ik een paar hoogtemeters maken. Als ik omkijk, heb ik een prachtig uitzicht over het fjord. Zodra het fjord niet meer achter me te zien is, opent zich voor mij het uitzicht op de Nasaasaaq. Deze berg heeft een beetje een alpien karakter, met zijn vele spitse toppen. Het pad gaat door een vallei en als ik op een gegeven moment de skilift zie, weet ik dat Sisimiut niet ver meer is. Aan het begin van de avond kom ik er aan, waar de husky’s mij als eerste verwelkomen. Sisimiut is met zijn kleurige huisjes een leuk stadje – wat een verschil met Kangerlussuaq! Ik ga een café binnen, bestel een groot glas bier en drink het in een paar teugen leeg.

De Arctic Circle Trail Route

De Arctic Circle Trail, Groenlands bekendste trektocht, kreeg deze naam omdat hij ongeveer ter hoogte van de poolcirkel ligt. De tocht begint in Kangerlussuaq, waar ongeveer 500 mensen wonen, en eindigt in Sisimiut, met 5000 inwoners de op een na grootste stad van Groenland. Je kunt de trekking ook in tegengestelde richting doen. In het gebied is geen mobiel bereik. Het is raadzaam om een Spot Gen3 of inReach mee te nemen (zie ook het artikel SOS op pagina 38).

Reis

Air Greenland vliegt vanaf Kopenhagen naar Kangerlussuaq, de internationale luchthaven van Groenland. De vlucht duurt vier uur. Vanaf het vliegveld kun je direct beginnen met lopen, maar voor de eerste vijftien kilometer kun je voor ongeveer 400 Deense kronen (ongeveer 50 euro) ook een taxi nemen. Terug neem je een binnenlandse vlucht van Sisimiut naar Kangerlussuaq, en dan verder naar Kopenhagen.

Wandelen

Technisch is de Arctic Circle Trail niet heel moeilijk. Maar de tocht is lang: 180 kilometer en daarom alleen geschikt voor wandelaars met een goede conditie. Onderweg kun je nergens eten kopen. Voor tien dagen moet je alles meenemen. Stromend water is niet altijd voorhanden, maar de meeste meren bevatten zeer schoon water. Het pad is op sommige plekken niet goed herkenbaar, maar de hele tocht is gemarkeerd met steenmannetjes.

Wandelgids

Er zijn twee boekjes in pocketformaat die de Arctic Circle Trail uitgebreid beschrijven. Het Engelstalige Trekking in Greenland – The Arctic Circle Trail van uitgeverij Cicerone beschrijft de tocht in negen dagetappes. Het Duitstalige Grönland: Arctic Circle Trail van Conrad Stein Verlag doet er elf dagen over. Dit laatste boekje geeft ook GPS-coördinaten.

Kaarten

De Arctic Circle Trail wordt gedekt door drie wandelkaarten (schaal 1:100.000) van Harvey Maps: ‘Kangerlussuaq’, ‘Pingu’ en ‘Sisimiut’. Ze zijn te koop bij reisboekhandels of te bestellen op harveymaps.co.uk.

Beste tijd

De Arctic Circle Trail is een echte zomertrekking. In mei is nog niet alle sneeuw gesmolten. Juni, juli en augustus zijn prima maanden voor de Trail, het is dan 24 uur per dag licht en de temperaturen zijn doorgaans aangenaam. Hoe dichter je bij de westkust (Sisimiut) komt, hoe onvoorspelbaarder het weer is. Neem iets mee tegen de muggen!

Overnachten

Je tent mag je overal langs de Trail opzetten. Op de kaart zijn geschikte kampeerplekjes gemarkeerd. Om de ongeveer twintig kilometer bevinden zich onbemande hutten waarin je gratis kunt overnachten (wel met eigen slaapzak en meestal ook je eigen matje).

HOOGTELIJN 2-2017 |

53


Berliner HĂźtte Zillertal, 2.042 meter


Alpenverenigingshut voor architectuurliefhebbers Houten of stenen barakken met een schijthuisje. Zo stellen zich veel mensen een berghut voor. Dat is natuurlijk onzin, zoals de Berliner HĂźtte laat zien. De blik gaat naar boven tot een hoogte van vijf meter. Daar zit het plafond van de met dennenhout gelambriseerde eetzaal van de in 1879 in gebruik genomen Berliner HĂźtte. Deze hut was haar tijd vooruit. Zo werd ze 100 jaar geleden al door een eigen waterkrachtcentrale van elektriciteit voorzien, beschikte ze over de allereerste telefoonlijn in het achterste Zillertal en bood naast een eigen schoenmakerij ook een postkantoor. In 1997 werd de Berliner HĂźtte als eerste schuilhut van Oostenrijk op de monumentenlijst geplaatst en wordt sindsdien met zorg gerestaureerd. Voor een reis terug in de tijd ben je hier aan het juiste adres.

Bij ons in Tirol gaat je hart niet alleen sneller kloppen van de mooie architectuur en duurzaamheid van de hutten, maar ook van de vele activiteiten die er tijdens de zomer in de bergen van Tirol te doen zijn. Van sportieve activiteiten tot natuurbelevenissen, van familieavonturen tot traditionele feesten. In Tirol kom je erachter waar je hart sneller van gaat kloppen. www.visittirol.nl/zomervakantie


Sportklimster Nina Caprez gooit haar ego in de prullenbak

‘Kom op - doe iets! Ga klimmen’ Stapel elf zware sportklimroutes op elkaar. Wat krijg je dan? Die unendliche Geschichte, een lange, knalharde multipitch op de kalkrotsen van het Zwitserse Rätikon. Precies het soort klimroute waarin Nina Caprez zich het beste thuisvoelt. Op 29 januari was Caprez hoofdgast op de NKBV Bergsportdag.

H

et begon met rugpijn. Niet erg, dacht ze nog. Nina Caprez (30) vertelt dat ze tijdens het boulderen “een niet eens zo heel grote val” had gemaakt. Kleine blessure, niets aan de hand, trekt wel weer weg. Maar de rugpijn trok niet weg. Thuis in Grenoble werd de rugpijn steeds erger. En erger. En erger. Tot het moment dat ze hallucineerde van de pijn, nauwelijks nog kon lopen en hoge koorts kreeg. “De huisarts heeft een bloedtest laten doen en daarna werd ik met spoed opgenomen in het ziekenhuis.”

Beginnend nierfalen De van oorsprong Zwitserse Caprez zit aan een tafeltje in haar hotel in Amsterdam-Noord. Het is moeilijk om een omschrijving te geven die goed recht doet aan haar aanwezigheid. ‘Sprankelend’ is voor mineraalwater, ‘levenslustig’ is voor gepensioneerden of

56 | HOOGTELIJN 2-2017 | TEKST ERNST ARBOUW | FOTO’S LAURENS AAIJ

golden retrievers, maar het zijn de woorden die het meest in de buurt komen. Nog voor ze goed en wel zit, en nog voor de eerste vraag is gesteld, neemt ze het initiatief. “Laten we het over stijl hebben. Stijl is belangrijk. Niet hoe je klimt, maar hoe je bent.” Ze stelt tegenvragen (“Vertel eens iets over je eigen beklimmingen”) en ze loert naar de koekjes en chocolade op tafel: “Ga je die nog opeten?” Het is lastig voor te stellen dat dit dezelfde Nina Caprez is die minder dan een jaar gelden halfdood in het universitaire ziekenhuis van Grenoble lag. De ‘kleine blessure’ was in werkelijkheid een vergevorderde bacteriële infectie die haar hart, longen en lever had aangetast. De rugpijn was het gevolg van beginnend nierfalen. “In het ziekenhuis vertelden ze dat ik net op tijd was. Een dag later en mijn nieren waren er definitief mee opgehouden.” Het was een complete schok. “Het ene moment ben je een


‘Voor elke touwlengte deden we rock, paper, scissors’ HOOGTELIJN 2-2017 |

57


Wie is... Nina Caprez Nina Caprez (1986) groeide op tussen de bergen van Prättigau in het Zwitserse kanton Graubünden. Nadat ze eerst een paar andere sporten had geprobeerd, werd ze uiteindelijk lid van een klimclub. “Vanaf dat moment wist ik dat ik m’n sport gevonden had.” Als wedstrijdklimster won Caprez tussen 2003 en 2009 niet minder dan 22 podiumplaatsen bij nationale en internationale wedstrijden (7x eerste plaats, 6x tweede plaats, 9x derde plaats), zowel bij het boulderen als in de disciplines lead en speed. Hoewel ze zichzelf omschrijft als allround bergsporter (“Ik houd van boulderen, sportklimmen, alpinisme en skiën”) is ze vooral bekend vanwege de lange, technisch zeer moeilijke multipitchroutes die ze klimt.

2009 2010 2011 2011 2012 2013 2015

La Ramirole (150m, 8b), Verdon, Frankrijk. Ali Baba (240m, 8a+), Aiglun, Frankrijk. Délicatessen (150m, 8b), Corsica, Frankrijk. Silbergeier (185m, 8b+), Rätikon, Zwitserland. Carnet d’adresse (250m, 8b+), Chartreuse, Frankrijk. Orbayu (500m, 8c), Naranjo de Bulnes, Spanje. Die unendliche Geschichte (420m, 8b+), Rätikon, Zwitserland.

Caprez’ sponsor Petzl haalde haar naar de NKBV Bergsportdag in de Jaarbeurs Utrecht, waar zij een van de hoofdgasten was.

In 2011 volbracht ze de eerste vrouwelijke beklimming van Silbergeier (8b+), een 185 meter lange kalkroute op de zuidwand van de Kirlichspitzen in Rätikon. Een video van de beklimming is te zien op youtu.be/AN5CDewKVdk.

superfitte atleet, het volgende moment ben je een wrak. Tijdens het klimmen ben ik me altijd bewust van het risico. Ik accepteer dat er een ongeluk kan gebeuren en ik accepteer dat ik dood kan gaan. Ik had niet verwacht dat ik kan overlijden aan een ziekte.” De infectie, waarschijnlijk opgelopen tijdens een klimtrip in Turkije, was niet alleen een schok, het was vooral een ijkpunt. “Mijn relatie met Cédric [sportklimmer Cédric Lachat, red.] was net voorbij en ik was aanbeland op een punt waarop ik begon te twijfelen over mijn leven. Wil ik kinderen? Wil ik een vaste baan? Wil ik eigenlijk nog wel klimmen?” “Dingen gebeuren nooit zonder reden. Ik was mijn zelfvertrouwen kwijt, en ineens Boem! ging ik door een diep, donker dal. Eerst voelde het als de zwartste periode in mijn leven, maar nu zie ik het als het beste dat me ooit is overkomen. Ik heb eindelijk Nina leren kennen. Niet alleen sterke Nina, sportieve Nina, zelfverzekerde Nina, maar ook zwakke Nina, die twijfelt en niet weet wat ze wil. Nina die niet weet of ze ooit nog klimmen kan. Ik accepteer nu eindelijk van mezelf dat ik niet alleen maar sterk en vrolijk ben, maar dat ik ook zwak en onzeker kan zijn.” Caprez lag een week in het ziekenhuis, met een infuus tegen de infectie – “Thank God for antibiotics”, lacht ze – en morfine tegen de verlammende pijn. Daarna begon stapje voor stapje het herstel, van de algemene gezondheid, spieren en conditie, maar ook mentaal herstel. Het duurde

58 | HOOGTELIJN 2-2017

bijna negen maanden tot ze terug was op haar oude niveau. Inmiddels, bijna een jaar na haar ziekenhuisopname, is Caprez naar eigen zeggen “superfit en supersterk. En ik heb tien keer zo veel plezier in het leven.”

Multipitchroutes Caprez groeide op in Küblis in het Zwitserse Prättigau, iets ten noordwesten van Davos. “Ik was een typisch Zwitserduits meisje. Keurig en bloedserieus. Tot ik op m’n dertiende lid werd van de klimclub. Klimmen, bergen, sneeuw. Helemaal te gek.” In een land met honderden goede klimmers bleek Caprez een héle goede klimmer. Op haar zeventiende werd ze gevraagd voor het Zwitserse klimteam. In de jaren die daarop volgden, won ze tientallen podiumplaatsen bij nationale en internationale wedstrijden. In die tijd leerde ze ook Cédric Lachat kennen, wedstrijdklimmer uit Franstalig Zwitserland en, op het moment dat ze hem leerde kennen, haar totale tegenpool. “Hij is een enorme flierefluiter en losbol. Knettergek.” Caprez en Lachat waren ruim tien jaar bij elkaar en in die tijd maakten ze samen, maar ook onafhankelijk van elkaar, een groot aantal indrukwekkende beklimmingen – boulders en sportroutes, maar vooral technisch moeilijke multipitchroutes. “Cédric was ongeveer zo…” Ze zet een stemmetje op: “Hey, Nina, come on… Niet zo serieus. Als je geen wedstrijden wilt klimmen, moet je geen wedstrijden klimmen. Toen ben ik dus écht gaan klimmen.” Zo klom ze bigwalls in Patagonië, deep water solo in Thailand

en boulders en sportroutes verspreid door heel Europa. “Ik deed m’n eerste technische multipitch in de Gorges du Verdon en ik was zo gelukkig. Ik voelde me helemaal vrij. Wauw! Ik wist direct: dit is wat ik wil. Dit is mijn manier van klimmen. Vanaf dat moment ben ik mijn eigen weg gaan zoeken. Als klimmer, maar ook als persoon. Als Nina”, zegt ze. Inmiddels heeft Caprez een lange lijst beklimmingen op haar naam. Ook hier geldt dat er eigenlijk geen woord is dat de lading helemaal dekt. Indrukwekkend, zou je kunnen zeggen, maar dat lijkt toch een beetje betekenisloos als je naar haar klim-cv kijkt. In 2010 klom ze als eerste vrouw Ali Baba, een 240 meter lange route van acht touwlengtes (8a, 8a, 7b+, 8a, 8a+, 8a+, 8a+, 7b+) in Aiglun in de Provence. Een jaar later was ze de eerste vrouw op Délicatessen op Corsica, 150 meter lang


‘Ik was een keurig Zwitsers meisje tot ik de bergsport ontdekte’ en achtereenvolgens 8b, 7c+, 7c, 8a en 6c. Daarna volgde de eerste vrouwelijke beklimming van Carnet d’adresse (7a, 7b+, 7c, 8b+, 7a+, 8a+, 7c+, 8a+/8b), Silbergeier (8b, 7c+, 8a+, 7a+, 8b/+, 7c+) en, met Barbara Zangerl, Die unendliche Geschichte, een route van elf touwlengtes op de kalkrotsen van Rätikon, met moeilijkheden die oplopen tot 8b+.

Unendliche Geschichte “In een multipitchroute is alles belangrijk: je techniek, je training, de omgeving, je klimmaatje. Vooral bij Die unendliche Geschichte kwam dat allemaal samen. Dat was zo geweldig. Die staat absoluut in mijn top drie.” En dan, na een korte denkpauze: “Top twee.” “Het gevoel om daar met Barbara te klimmen. So much love, so much fun. We hebben alleen maar gelachen – je kunt het je bijna niet voorstellen. Het

was zo eerlijk en open. Ik was daar en ik dacht: ik wil dat hier nooit een eind aan komt; laat deze route voor altijd gaan. Volgens mij is dat het geheim voor succes. Als je aan een route werkt en je diepste wens is dat het voor altijd zo doorgaat, dat je altijd zo kunt klimmen, dan weet je zeker dat het lukt hem te klimmen.” Caprez en Barbara Zangerl werkten verspreid over twee maanden in 2015 tien dagen in de route. Caprez vertelt dat ze de eerste drie dagen allebei alleen maar aan het worstelen waren. “Kansloos. Maar na drie dagen werd het héél langzaam beter.” “Voor iedere touwlengte deden we rock, paper, scissors om te bepalen wie het als eerste zou proberen. Wie mag als eerste de enge 6b doen? Het is een route van Beat Kammerlander, dan weet je dat er in een 6b-lengte geen boorhaken zitten. Dat

vond ’ie geloof ik niet de moeite. Barbara verloor altijd, dus dan ging zij eerst, zodat ik het daarna eerst aan een toprope kon proberen.” Na het oefenen van de afzonderlijke touwlengtes was de vraag wie de route als eerste in z’n geheel zou proberen. Zangerl en Caprez speelden opnieuw rock, paper, scissors. “En dit keer begon ik. Vanaf het moment dat ik de eerste greep pakte was ik in m’n eigen wereld – supergeconcentreerd, helemaal in m’n bubbel. Zo ging het de ene na de andere lengte omhoog. Alle zenuwen en alle stress en alle zorgen waren vanaf de eerste stap helemaal weg.” Nadat Caprez de route had uitgeklommen (“Zo fantastisch. Fantastisch!”) was het Zangerls beurt. “Toen ik boven was, wist ik: dit is nog maar de helft. Al duurt het de rest van de zomer: ik blijf hier tot het Barbara ook is gelukt. De volgende dag klom zij de route uit. Het ging precies

HOOGTELIJN 2-2017 |

59


ACTIK

Photo Š www.kalice.fr

Unbridled energy for any nighttime adventure.

Compact and powerful headlamp with long burn times. The lightweight multi-beam ACTIK is the ideal headlamp for long outdoor nighttime adventures. Its red beam mode preserves your night vision, while the reflective headband includes a safety whistle for emergency situations. Delivered with batteries, the ACTIK is also compatible with the CORE rechargeable battery (sold separately). 300 lumens. www.petzl.com


‘Klimmen gaat over het accepteren van je zwakheden’ hetzelfde: ze was superzenuwachtig en vanaf het moment dat ze de eerste greep pakte, was ze helemaal geconcentreerd, helemaal vrij. Geen idee hoe zoiets kan. Eerst ben je helemaal gestrest, en dan: poefff. Dan gaat alles vanzelf. Ik denk ook niet dat het gewerkt had met een andere klimpartner. Dit was onze route, ons project. We zijn er samen aan begonnen, we hebben het samen afgemaakt. Beautiful, heel intens en ook heel inspirerend. Als Barbara tijdens de training een moeilijke lengte klom, dan voelde ik me extra gemotiveerd. Oh god, moet je kijken, ze kan het. Wooooh!”

Video Caprez’ beklimming van Silbergeier op de zuidwand van de Kirchlispitzen in het Zwitserse Rätikon wordt naverteld in een film die op verschillende festivals prijzen in de wacht sleepte. “En vanaf dat moment wil iedereen alleen nog maar over Silbergeier praten”, zegt ze giechelend. “De film is heel losjes. Vooral Cédric is een beetje…” Ze giechelt opnieuw: “Wat je ziet is precies hoe het gaat als je klimt met Cédric. Ik weet niet precies hoe ik het moet zeggen. Cédric is nooit serieus. Nooit. Serieus. En hij heeft twee linkerhanden. Er ging geen dag voorbij zonder dat ergens een glas of een bord op de

grond kletterde. Het is om gek van te worden. In de film zie je een beetje mijn serieuze Zwitserse kant tegenover zijn niet zo handige en niet zo serieuze Franse kant. We hebben het niet eens overdreven voor de film.” Caprez werkte eerst aan de beklimming van Silbergeier met Lachat, vervolgens met Zangerl, en toen die zich blesseerde weer met Lachat. De uiteindelijke beklimming deed ze met een vriend uit het dal waar ze opgroeide. “Vier dagen eerder had ik het geprobeerd met Cédric en toen lukte het voor geen meter. Nu voelde het alsof het helemaal vanzelf ging. Het was koud, het had gesneeuwd, de wrijving was fantastisch. Elke touwlengte voelde alsof het 7a was. Alsof ik vloog.” Ze beschrijft hoe ze bovenaan de route de laatste haak klipte: “Pfffffzzzzz. Geen oerkreet. Geen grote ontlading of euforie. Alleen een hele diepe zucht en het gevoel: wauw, ik heb het gedaan. Een enorm warm geluksgevoel.”

van je zwakheden. Daarom is er ook geen plek voor ego. Er zijn altijd mensen die op de een of andere manier beter of sterker zijn. Ik zou mezelf heel belangrijk kunnen vinden omdat ik toevallig moeilijke multipitches kan klimmen, maar ik ben bijvoorbeeld niet zo’n goede boulderaar. Ik word helemaal zoekgeklommen door jochies die de hele dag ergens in een boulderhok hangen. Dat is toch juist cool? Daar kan ik iets van leren. Als je goed wilt klimmen, moet je ego in de prullenbak.”

Who cares…

Ik leid een vrij simpel leven. Ik heb een klein appartementje dat ik zelf heb verbouwd, ik rijd in de meest waardeloze auto ter de wereld. Spulletjes en geld zijn niet belangrijk. Klimmen is belangrijk. En sinds ik dat weet, ben ik dus tien keer zo gelukkig.”

“In de klimhal hoor je soms mensen die alle goden bij elkaar vloeken. Geen idee waarom. Ik bedoel: who cares, it’s climbing. Wat maakt het uit als het niet lukt? Kom morgen terug en probeer het nog een keer. Klimmen gaat over het accepteren

“Voor ik ziek werd had ik vaak negatieve gedachten tijdens het klimmen. Oh jee, daar is de crux; oh jee, ik weet het allemaal niet; oh jee, ik vergeet adem te halen. Het klinkt gek, maar die negatieve gedachten zijn verdwenen. Helemaal weg. In het ziekenhuis leek het er serieus op dat ik nooit meer zou klimmen. Toen pas zag ik hoe belangrijk klimmen voor me is. En als iets belangrijk is, moet je er alles voor doen wat je kunt.

HOOGTELIJN 2-2017 |

61


Luzern – De staD. Het Meer. De Bergen. De regio Luzern – het Lake Lucerne met zijn unieke berglandschap en bijzondere meren biedt in elk seizoen ontelbare mogelijkheden voor liefhebbers van bergsport. Er is veel te beleven: van het klimparadijs Melchsee-Frutt, over de Steenbok-trekking in Sörenberg tot tochten door het hooggebergte van de Alpen in Engelberg. Laat u inspireren en breng ons een bezoek op www.luzern.com

Luzern Tourismus | Tourist Information | Zentralstrasse 5 | CH-6002 Lucerne Tel. +41 (0)41 227 17 17 | Fax +41 (0)41 227 17 18 | luzern@luzern.com | www.luzern.com


Deze rubriek is geschreven door de Medische Commissie van de NKBV. Heb je vragen? Kijk op nkbv.nl/kenniscentrum onder het kopje Medisch of vul het formulier in via goo.gl/D4Y2ZB.

medisch

Eigen schuld of niet?

Blaren

Bijna iedereen heeft wel eens een blaar gehad en ook in de bergsport hebben we hier helaas soms mee te maken. In veel gevallen is het slechts een klein ongemak, maar soms is de oorzaak ernstiger. In deze medische rubriek bespreken we hoe je eraan en eraf komt, en vooral: hoe je die ellendige blaren voorkomt.

B

laren ontstaan doordat de bovenste laag van de huid losraakt van de onderliggende lagen en er vocht ophoopt in de vrijgekomen ruimte. Dit kan gebeuren door wrijving (denk aan een te krappe schoen), of bijvoorbeeld door bevriezing van ledematen op grote hoogte – een ernstigere oorzaak. Blaren zijn er in verschillende vormen en afmetingen en kunnen overal op de huid voorkomen, ook onder nagels en dik eelt. Het is belangrijk om jezelf goed te informeren over de do’s en don’ts rond blaarvorming als je de bergen in gaat, want je wilt niet dat een stel blaren je vakantie verpest.

Eerste hulp bij blaren Laat als het even kan een nieuwe blaar heel: het blaardak is de beste bescherming voor de kwetsbare onderliggende huid. Afdekken en rust geven is daarom het best om infectie te verhinderen. Speciale blarenpleisters,

zoals die van Compeed, kunnen voorkomen dat je de blaren kapot loopt. Maar soms zijn blaren zo hinderlijk dat doorprikken de enige optie is. Ga hier rustig voor zitten, doe dit met een steriele naald en schone handen. Desinfecteer het blaargebied voor en na het doorprikken en leg een net verband aan, bijvoorbeeld met leukoplast of sporttape. Laat het blaardak zitten na het doorprikken, want deze beschermt de onderliggende huid. Als de blaar al open is, kun je hem het best afdekken met een steriel vet gaasje en daarna met leukoplast.

verwissel die als ze nat (zweterig!) zijn. Een beetje talkpoeder in je sokken kan helpen tegen zweetvoeten. In stijvere wandelschoenen draag je het best dikkere sokken. Sommige mensen zweren bij dubbele sokken. Er zijn zelfs dubbellaagse sokken op de markt. Je kunt dus overwegen dit eens te proberen voor je op reis gaat, zodat je zeker weet dat het ook voor jou werkt. Ten slotte is het handig om plekjes op je voeten waarvan je weet dat ze blaargevoelig zijn, preventief af te plakken met leukoplast.

Voorkomen is beter dan …

Meer informatie over blaren vind je op de site van Het Rode en Oranje Kruis via de verkorte URL goo.gl/uUF8iq.

In veel gevallen kun je blaarvorming voorkomen. Zorg voor goed zittende kleding en met name voor perfect passende schoenen. Loop je nieuwe stappers goed in voordat je op reis gaat. Inlegzooltjes mogen niet schuiven in je schoenen. Gebruik naadloze, mooi aansluitende en goed ademende sokken en

TEKST BIANCA VINK-VAN DEN HOOFF | ILLUSTRATIE TOON HEZEMANS | HOOGTELIJN 2-2017 |

63


Naar de top van de Ararat

Op zoek naar de Wanneer ik na een volle dagreis door een leeg landschap in de verte de Ararat zie liggen, ben ik onder de indruk. Ik voel ontzag voor de kolossale berg en ben vol ongeduld om de tocht naar de top te beginnen. Over een paar dagen, zo is het plan, sta ik boven op de hoogste berg van Turkije.

64 | HOOGTELIJN 2-2017

| TEKST JOAN VAN DIJK | FOTO’S YORICK MEIJDAM


Interieur van de Hagia Sophia in Istanbul.

HOOGTELIJN 2-2017 |

65


Op de flanken van de Ararat; op de achtergrond ligt het Armeense hoogland.

A

ls ik in de winter nadenk over waar ik in de zomer wil zijn, is het reizen al begonnen. Ik struin door boeken, websites en filmpjes. Zo stuit ik op de 5137 meter hoge Ararat als bestemming. Deze berg ligt in het uiterste oosten van Turkije, op de grens met ArmeniĂŤ en Iran. Gebogen over landkaarten ben ik in gedachten al onderweg. Na de winter wordt het vanzelf zomer. Mijn reis kan beginnen.

Duizenden jaren geschiedenis

Foto links De Turkse herder Lord verwelkomt ons in High Camp. Foto rechts De kinderen van de nomaden die hun vee op de berg hoeden, zijn dol op zonnebrandcrème.

66 | HOOGTELIJN 2-2017

Het is nog een hele toer om bij de Ararat te komen. Ik vlieg eerst naar Istanbul. Mijn medereizigers tref ik in het bruisende centrum van de miljoenenstad, in een hotel op een steenworp afstand van een van de mooiste bouwwerken van de wereld, de Hagia Sophia. Met Aart, Edwin, Emma, Mark, Jannes, Yorick en Leopold ga ik het avontuur aan. Een dag later al laten we de drukte van Istanbul achter ons. Met een binnenlandse vlucht vliegen we van Istanbul naar de oude stad Van. Hier worden we begroet door onze Turkse gids Yildirim en voel ik dat we in een andere wereld terecht zijn gekomen. Ik geniet van de omgeving en wanneer ik op een van de muren zit van het machtige kasteel van Van en uitkijk over de stad, realiseer ik me dat deze regio is doordrenkt van duizenden jaren geschiedenis.

Acclimatiseren De eerste volle dag in het oosten van Turkije is ingeruimd voor een acclimatisatietocht naar de 3554 meter hoge Artos. Vroeg in de ochtend vertrekken we naar de voet van de Artos. Eerst per auto tot verder rijden onmogelijk is. Vanaf hier gaat de tocht te voet verder. Na een tijdje houdt de begroeiing, en daarmee het laatste geitenpaadje op. Er zijn geen paden, geen voorzieningen; alleen rots en steen. Een stevige tocht door ruig terrein, onder een brandende zon. Na ruim tien uur lopen worden we op de top beloond met een geweldig uitzicht over het grootste binnenmeer van Turkije. De volgende dag laten we de oude stad Van achter ons en reizen we naar het grensplaatsje Dogubayazit. Dit Koerdische stadje is de laatste stop op de hoofdweg naar Iran, met de bedrijvigheid die bij een grensplaats hoort. Ik doe wat laatste inkopen bij een overdekte markt, waar het ruikt naar thee en kruiden. In de winkeltjes liggen etenswaren, sigaretten en allerlei prullaria hoog opgestapeld.

De ark Wie Ararat zegt, zegt de Ark van Noach. Op de basisschool leerde ik het verhaal van de zondvloed: Noach krijgt van God de opdracht om van alle dieren een koppel te verzamelen. Hij bouwt een grote boot, de ark, en met zijn gezin en de dieren wacht hij de zondvloed af. Het regent veertig dagen. De hele aarde wordt bedekt met water, al het leven verdrinkt. Wanneer Noach een duif loslaat, komt deze met een olijftak terug. Op dat moment weet Noach dat de zondvloed voorbij is. Het is de berg Ararat waar de ark strandt. Orthodoxe Christenen ondernemen voortdurend expedities om de ark te vinden. Het is natuurlijk vrij absurd om boven op een berg een scheepswrak te zoeken; meestal doe je dat onder de zeespiegel. Om op 5000 meter hoogte een schip te zoeken, heb je dus een sterk geloof nodig. Ik ontmoet drie arkzoekers in het hotel in Dogubayazit. De blijmoedige vastberadenheid die de ware gelovige kenmerkt, is van hun gezicht af te lezen. Ik beloof ze dat ik ze zal waarschuwen, mochten we op de ark stuiten.


Armenen versus Turken Op de top van de Ararat kun je de Armeense hoofdstad Yerevan zien liggen. De berg was ooit Armeens grondgebied. Er is een diepe wond geslagen in de relatie tussen de christelijke Armenen en de Turken. Ooit leefden ze vreedzaam samen, tot in 1909 een staatsgreep plaatsvindt in het Ottomaanse Rijk. De christelijke Armenen willen hervormingen en krijgen steun van Rusland. Dit is voor de nieuwe machthebbers een bedreiging. Het leidt tot een vertrouwensbreuk met de Armenen en is het begin van etnische zuiveringen. Over het aantal slachtoffers lopen de schattingen ver uiteen, van 300.000 tot 1.500.000 mensen. Turkije ziet de doden als slachtoffers van wederzijdse geweldsuitbarstingen, de rest van de wereld heeft het over volkerenmoord. Armenen vinden het een groot onrecht dat de berg op vijandig Turks grondgebied ligt. Zoals tulpen, molens en klompen bij Nederland horen, zo hoort de Ararat bij Armenië. De berg Ararat is het nationale beeldmerk. Op de munt, op postzegels en op zo ongeveer elk Armeens product wordt de Ararat afgebeeld. Het wrange voor Armenen is dat de berg zo aanwezig is en tegelijk onbereikbaar. De grens tussen Armenië en Turkije is en blijft potdicht.

Nomaden Op weg naar de Ararat verlaten we de hoofdweg die naar Iran leidt. Het enige verkeer dat we nu nog tegenkomen, zijn vrachtwagens die schapen ophalen die aan de voet van de Ararat grazen. Het passeren van de vrachtwagens over de smalle onverharde wegen vraagt stuurmanskunst. Gelukkig zijn de chauffeurs ervaren en niet bang. Je mag de Ararat alleen met een vergunning op. Door de politieke situatie is dit meer dan een formaliteit, maar we krijgen toestemming. De klim is lang en technisch gezien relatief makkelijk. We starten op ongeveer 2200 meter. Waar we het busje parkeren, is het een drukte van belang. In de verte zie ik de besneeuwde top. Samen met de bijna 4000 meter hoge tweelingpiek, liefkozend Little Ararat genoemd, domineert de vrijstaande kolos de hele regio. Muilezels en paarden worden bepakt met duffels en proviand. We schudden handen met de paardendrijvers; de komende vier dagen zullen we met hen de berg delen. De tocht naar Green Camp, zo genoemd omdat er gras groeit, brengt ons naar 3200 meter. Op de flanken van de berg ontmoeten we nomaden die er hun vee laten grazen. In tijdelijke dorpjes met tenten en schuilhutten brengen zij de zomer door. Kinderen komen ons tegemoet en proberen ons verlegen te interesseren voor zelfgemaakte doeken, popjes en houtsnijwerk. De jongsten hebben meer belangstelling voor snoepjes en wonderbaarlijk genoeg zonnebrandcrème. Lachend smeren ze een paar vegen van het witte goedje over hun gezicht. In Green Camp zetten we onze tenten op en worden de paarden binnen een omheining van gestapelde stenen gezet. Hier zijn permanent honden aanwezig om te voorkomen dat wolven de veulens roven. Een van de honden, een Turkse herder met de naam Lord, heeft een zekere faam verworven in Turkije; hij heeft al vier keer op de top van de Ararat gestaan.

De Ararat in volle glorie met eeuwige sneeuw.

beweging) op een groot rotsblok geschilderd. De berg staat bekend als toevluchtsoord voor PKK-strijders, omdat hij groot is en er voldoende ruimte is om je te verbergen. Op weg naar de Ararat horen we dat Turkse troepen aanvallen uitvoeren op

Hier op de berg lijkt de politieke onrust ver weg Koerdische doelen in Syrië. In de Koerdische stadjes heerst een opgewonden stemming en in Van trekken protestdemonstraties door de straten. De oorlog in Syrië is definitief overgeslagen naar het zuidoosten van Turkije. (Kort na ons bezoek wordt de berg tot gesloten militair gebied verklaard en worden expedities niet meer toegestaan. Het is niet bekend wanneer de berg weer toegankelijk is.)

Politieke onrust Tijdens ons verblijf wordt ’s nachts het logo van de militaire tak van de PKK (de verboden Koerdische onafhankelijkheids-

De paarden en veulens brengen de uitrusting naar Green Camp.

HOOGTELIJN 2-2017 |

67



Green Camp bij een prachtige zonsondergang en met de lichtjes van Dogubayazit in de verte.

Op de berg lijkt de politieke onrust ver weg. Het weer is perfect. We stijgen tot 4000 meter voordat we terugkeren naar Green Camp. Dan volgt een acclimatisatiedag en vertrekken we een dag later naar High Camp op 4160 meter. Op deze hoogte is er geen begroeiing meer, High Camp is een verzameling rotsblokken waar enkele stukjes net vlak genoeg zijn voor onze expeditietentjes. Ik moet erg oppassen dat mijn enkels niet omzwikken bij het balanceren over de rotsblokken. Als het donker wordt, slaat het weer om: het waait stevig en dikke hagelstenen vallen op het tentzeil. Wanneer ik vroeg in de ochtend wakker word, is het alweer opgeklaard en zie ik duizenden sterren aan de hemel, die een magnifiek decor vormen voor de start van de topdag.

Naar de top Het is half drie wanneer we met z’n allen aan het ontbijt zitten. We drinken thee met flink wat suiker en krijgen een onbestemd papje, brood, Turkse kaas, olijven en tomaten. Dit is de dag waarop de hele expeditie is gericht, de dag dat we de top van de Ararat willen bereiken. Er heerst een gespannen stilte. Na een laatste check (heb ik alles bij me? Stijgijzers, extra handschoenen, proviand?) gaan we op pad. De hoofdlampjes gaan aan. De tred is rustig. Het tekort aan zuurstof dwingt tot een aangepast tempo. De tocht gaat voorspoedig. Het is prettig om te weten dat het lastigste, het steilste stuk, aan het begin van de tocht is. Het gezelschap is in goede conditie. Hoewel de vermoeidheid zich doet voelen, gaan we in een constant tempo voort over de bevroren rotsen. Wanneer we na enkele uren bij sneeuwvelden aankomen, is het licht, maar wordt het uitzicht ons helaas ontnomen door mist en bewolking. Ik doe mijn stijgijzers onder voor de laatste paar honderd hoogtemeters. Dat laatste stuk gaat als in een roes voorbij. Ik weet dat ik de top ga halen en hoewel ik me voor ogen houd dat het gaat om de reis en niet om de bestemming, voel ik een gelukzalige voldoening als ik ondanks de mist in de verte de top zie. Nieuwe energie stroomt mijn lichaam binnen.

De hemel trekt open Op de top val ik mijn reisgenoten in de armen. We wensen elkaar geluk met het bereiken van het hoogste punt van deze bijzondere berg. Enkele momenten trekt de hemel open. In westelijke richting kijken we over Oost-Turkije. In oostelijke richting zien we ArmeniĂŤ en in het zuidoosten kijken we naar Iran. We maken de traditionele groepsfoto op de top als herinnering voor later. En de Ark van Noach? Die hebben we niet gevonden.

Foto boven Op onze topdag kunnen we om 03:24 uur in de verte de zon al zien opkomen. Little Ararat op de achtergrond. Foto midden De wolken ontnemen het uitzicht terwijl we de laatste hoogtemeters maken op de permafrostkap. Foto onder Om 06:24 uur staan we op de top van de Ararat!

HOOGTELIJN 2-2017 |

69


Overnachten in een berghut Tijdens meerdaagse tochten in de Alpen kun je in berg- of bivakhutten overnachten. Berghutten zijn in de drukke seizoenen bemand (het toerskien zomerseizoen), bivakhutten zijn onbemand. Berghutten variëren qua voorzieningen van primitief tot comfortabel. Meestal zijn ze eigendom van Alpenverenigingen, maar er zijn ook enkele hutten in privébezit. Globaal geldt de stelregel: hoe verder van het dal en hoe hoger, hoe eerder het om een hut van een Alpenvereniging gaat. Leden van bergsportverenigingen zoals de NKBV, krijgen tot wel 50 procent korting op de overnachtingsprijs. In de privéhutten krijg je geen korting. Slapen op het Lager of in een kamer De beheerder van de hut wijst de slaapplaatsen toe. Vaak kom je op een zogenaamd Lager te liggen, een slaapzaal met een rij matrassen naast elkaar of stapelbedden. De slaapplaatsen op een Lager zijn smal en bedoeld om binnen de beperkte ruimte zo veel mogelijk mensen onderdak te bieden. Steeds vaker kun je in hutten tegen bijbetaling op een twee- of vierpersoonskamer slapen. Hoe eerder je reserveert, hoe groter de kans op zo’n kleinere kamer. Dekens en kussens zijn altijd aanwezig, je moet zelf zorgen voor een lakenzak. Deze is meestal verplicht. Maaltijden en afval In hooggelegen en lastig bereikbare hutten worden alleen eenvoudige maaltijden geserveerd. De hoeveelheid eten die je hier krijgt, kan soms tegenvallen. In lage hutten waar veel mensen komen, kun je soms net zo goed eten als in een restaurant. Geef het tijdig aan als je speciale wensen hebt, zoals een vegetarische maaltijd, en houd er rekening mee dat hoe hoger je komt, hoe minder keuze je kunt verwachten.

Afval is lastig voor een hut. Er komt immers geen vuilnisdienst langs. De beste oplossing is dat iedereen zijn eigen afval weer meeneemt naar het dal. Omdat berghutten zo geïsoleerd liggen, is de bevoorrading gecompliceerd (denk aan kabelbanen, lastdieren of helikopters) en zijn de maaltijden en consumpties duurder dan in het dal. Altijd reserveren en afmelden, ook als NKBV-lid In het hoogseizoen is reserveren een absolute noodzaak, maar ook in minder drukke tijden is het beter om te reserveren in plaats van laat en onaangemeld aan te komen. Als NKBV-lid kun je er niet vanuit gaan dat je onaangekondigd altijd een bed hebt in de hut. Voor grote groepen moet ruim van tevoren worden gereserveerd. Meld een klein groepje uiterlijk een dag, en in het weekend beter enkele dagen van tevoren, aan. En meld je altijd af als de plannen wijzigen en je geen gebruikmaakt van de reservering. Dan hoeft de huttenwaard zich geen zorgen over je te maken als je niet komt opdagen en blijft hij niet met te veel eten en onbeslapen plaatsen zitten, terwijl hij anderen geen reservering kon toezeggen. Als je bij Zwitserse hutten pas na 18:00 uur (of niet) annuleert, kan er tot 100 procent van de gereserveerde dienstverlening bij je in rekening worden gebracht. Welke hut ligt op jouw route? In de Tochtenwiki (tochtenwiki.nkbv.nl) kun je je route bekijken of plannen en zie je welke hutten op je pad komen. Je vindt daar ook het telefoonnummer van de hut en indien beschikbaar de website zodat je kunt reserveren. Wil je meer weten over hoe het eraan toegaat in de hut? Ga dan naar nkbv.nl/kenniscentrum/ document/Huttenleven/161.

Foto Zout Fotografie

nkbv voor jou

Kijk voor het laatste verenigingsnieuws op nkbv.nl of volg de NKBV op Facebook: facebook.com/de.nkbv.

Klimmen in België Wil je in België klimmen? Dan heb je een klimjaarkaart nodig. Met deze kaart kun je voor 20 euro per jaar in de negentien grootste en mooiste klimgebieden van België terecht. Waarom heb je een klimjaarkaart nodig? In tegenstelling tot elders in Europa liggen in België vrijwel alle rotsmassieven op privéterrein. Om de klimgebieden toegankelijk te maken voor klimmers, huren de Klim- en Bergsportfederatie (KBF) en de Club Alpin Belge (CAB) de rotsmassieven van de eigenaren. De NKBV draagt op haar beurt een vergoeding van 80.000 euro af aan de Belgische federaties om de toegang ook vrij te maken voor Nederlandse klimmers en om bestaande en nieuwe klim-gebieden in te richten. Als NKBV-lid ondersteun je dus ook het onderhoud aan de klimgebieden. Ga naar mijnnkbv.nl om je klimkaart aan te vragen.

Regissa: nieuw Belgisch klimgebied Vijf kilometer ten zuiden van Huy ligt het prachtige nieuwe klimgebied Regissa. De behaking is over het algemeen goed met ingemetselde brochen. De afstand tussen de haken kan aan de grote kant zijn. Regissa is een van de weinige klimgebieden in België waar je op conglomeraat klimt. De 62 routes zijn maximaal 30 meter lang, maar meestal korter. Meer informatie over dit gebied en alle andere klimgebieden in België vind je op nkbv.nl/sportklimmen/klimgebieden/ klimmen-in-belgie. Waarschijnlijk wordt er later dit jaar nog een klimgebied aan de klimjaarkaart toegevoegd. Een gebied met ongeveer 25 routes tot 40 meter hoogte. Zodra er meer over bekend is, melden we dat op nkbv.nl.

70 | HOOGTELIJN 2-2017


Mountainbiken met de NKBV

Zowel beginnende als gevorderde mountainbikers kunnen bij Bergsportreizen.nl terecht voor een mountainbikevakantie op hun eigen niveau. De NKBV organiseert mountainbikeworkshops in de Ardennen en uitdagende cursussen en tochten in de Alpen en Pyreneeën, die worden begeleid door gecertificeerde instructeurs. Kijk voor meer informatie over het NKBV-mountainbikeprogramma op bergsportreizen.nl/mountainbiken.

Foto Zout Fotografie

• 19 mei • 23 juni • 13 juli • 13 augustus • 9 september • 22 september

Mountainbikeworkshop in de Ardennen, België Mountainbikeworkshop in de Ardennen, België Mountainbiketocht in Noord-Beieren, Duitsland Mountainbiketocht in Puy St. Vincent, Frankrijk Mountainbiketocht in de Pyreneeën, Spanje Mountainbikeworkshop in de Ardennen, België

Vaude is sponsor van het NKBV-mountainbikeprogramma

Oehoe broedt in Ettringen

Werf een lid en krijg een NKBV Buff cadeau Ga je al regelmatig de bergen in en ben je tevreden over de voordelen van het NKBVlidmaatschap? Tip dan je vrienden om ook lid te worden! Als ambassadeur krijg je dan de officiële NKBV Buff ter waarde van € 16,50 cadeau. Op nkbv.nl/lwl lees je meer over deze actie, zoals de voorwaarden en de termijn.

Foto Zout Fotografie

Zwitserland Toerisme en de NKBV officieel partners Het prachtige berglandschap in Zwitserland is een van de redenen waarom veel NKBV-leden het land als hun favoriete vakantiebestemming noemen. Dus werkten de NKBV en Zwitserland Toerisme al jaren intensief samen. Tijdens de Bergsportdag bijvoorbeeld en als adverteerder in Hoogtelijn. Sinds dit jaar is die samenwerking uitgebreid en zijn we officieel partners geworden. Het allereerste product van deze samenwerking viel meteen begin dit jaar op je mat: de Hoogtelijnredactie reisde af naar Zwitserland en schreef een extra editie, de mooie dikke Zwitserland Special die we met Hoogtelijn #1 meestuurden. Verder steunt Zwitserland Toerisme met dit partnerschap onder meer de Expeditie Academie, het NK Toerskiën en het Nederlands Team Sportklimmen.

Wil je tussen maart en juni gaan klimmen in Ettringen? Check dan voor vertrek waar de oehoe broedt, zodat je niet voor teleurstellingen komt te staan. Je vindt het laatste nieuws hierover op klettern-ettringen.de.

Tw t m met de @NKBV Maaike @MaaikeRomijn 12 mrt. Nieuw Olympisch format- vandaag goedgekeurd in Plenary Assembly IFSC #RoadtoTokyo2020 @nkbv @Hoogtelijn #sportklimmen NKBV @ExpedAcademie 10 mrt. In februari was de Expeditie Academie ijsklimmen in Cogne, Italië. Lees het op onze blog! http://fb.me/8BcbBVyy7 Siked @SikedClimbing 6 mrt. Elisabeth Keijzer ging voor Siked backstage bij de wedstrijdjury van de @NKBV! https: //siked.nl/backstage-bij-de-nationale-jeugdcompetitie/ … #undercover #klimmen Katja Staartjes @katjastaartjes 18 feb. Katja Staartjes heeft geretweet NKBV Altijd de mooiste bergsport-avond van het jaar. Met opnieuw grote dank aan Herman Plugge! Maaike Braat @Maaike_Braat 18 feb. In het kader van de vrije interpretatie: Expeditieklimmen = Topvakantie! :-) @Hoogtelijn @NKBV

HOOGTELIJN 2-2017 |

71


Foto Truong Ngo

Grenzen verle en

Truong Ngo aan de Beastmaker.

De zin en onzin van het trainen voor modale sportklimmers

In de moderne klimhal valt er niet aan te ontkomen: de trainingshoek. En in menig klimmershuishouden hangt een martelwerktuig, vermomd als vingerbord, om de eigenaar er elk moment van de dag aan te herinneren dat er moet worden getraind. Maar: hoe zinvol is trainen voor de modale klimmer? En als je wilt trainen: hoe pak je dat dan aan? Hoogtelijn ging op zoek naar antwoorden en kreeg voer voor verdere discussie.

H

et is een bekend beeld: ergens aan de rand van de boulderhal is de trainingsruimte. Vaak met een variëteit aan trainingsmiddelen. Er hangen borden met vingergaten en slopers, er zijn campusboards, rekstokken en ringen. Maar ook grote ballen, TRX-banden en een slackline zijn er vaak te vinden. Voor wie zijn al die apparaten? En ben ik de enige die als modale klimmer niet weet of het zinvol is hier tijd aan te besteden als ik ook gewoon lekker kan gaan klimmen?

72 | HOOGTELIJN 2-2017

| TEKST ICO KLOPPENBURG

Eerst een bekentenis: uw schrijver heeft nog nooit serieus getraind voor klimmen. Is dat bijzonder? Ik weet het niet, maar ik denk dat dit voor veel meer klimmers geldt. Ze klimmen één, twee of drie keer in de week en dat is het. Natuurlijk: je doet wat meer als er een klimvakantie in zicht komt, zodat je buiten op de rots profijt hebt van al die uurtjes in de hal. Maar verder is er geen Groter Plan. En dat is eigenlijk best vreemd. Want ik pluk wel een trainingsschema van het internet als ik een halve marathon wil


Grenzen verleggen Eerst toch heel kort iets over trainingsleer. Wat is ‘trainen voor klimmen’ eigenlijk? Wanneer heeft trainen zin? En als je wilt gaan trainen, wat kunt je dan het beste doen? We denken daarbij aan de ‘modale sportklimmer’. Wie dat is? In elk geval niet de klimmer die wedstrijden klimt. Die selecte groep heeft meestal een trainer en weet waarmee hij bezig is. Hopen we. Die modale sportklimmer klimt geen competitiewedstrijden, maar vindt het vooral leuk om met zijn klimvrienden zo moeilijk mogelijke routes te klimmen, binnen en buiten. Hij is een 6b-klimmer die hoopt dit voorjaar een 6c te klimmen, of een 7a-klimmer die eindelijk wel eens een 7b wil klimmen. Grenzen verleggen dus! Klimmen is voor hem een passie, maar… het moet wel leuk blijven! Met dit artikel blijf ik aan de oppervlakte: meer verdieping kun je van het internet halen, uit boeken, of, beter nog, oppikken bij een sportklimtrainer. Ik behandel ook geen specifieke oefeningen. Wel stel ik een aantal vragen en geef ik je algemene uitgangspunten die je kunnen helpen bij het antwoord op de hoofdvraag: hoe kan ik mijn grenzen verleggen? Wat levert iets op en wat kan ik misschien beter laten?

Wanneer heet iets trainen? We hebben het hier over Trainen – met een hoofdletter T – als aan een paar voorwaarden is voldaan: je hebt een bepaald doel en je stelt een plan op om dat te bereiken. Dat plan kun je na

Tiba Vroom traint op het campusboard.

enige tijd evalueren en indien nodig bijstellen. Het plan en de trainingsvormen moeten aansluiten bij je persoonlijke mogelijkheden. Je kunt dus ook verkeerd trainen, bijvoorbeeld als je uitgaat van verouderde ideeën, te hard van stapel loopt,

ik werk niet gestructureerd naar mijn klimvakantie toe of oefeningen verkeerd uitvoert. Er zijn veel elementen belangrijk in een goed trainingsprogramma en het fysieke beulswerk is maar een klein onderdeel. Techniek, coördinatie, voeding en psychologie zijn pijlers onder je klim-

Foto Ben Vroom

lopen, maar ik kom niet op het idee om gestructureerd naar mijn klimvakantie toe te werken. In dit artikel probeer ik antwoord te krijgen op bovenstaande vragen. En helaas: het is bij klimmen niet zo simpel dat je met een schema van internet zelf gemakkelijk kunt gaan trainen. Daarvoor zijn er nu eenmaal te veel factoren die een rol spelen en je klimniveau bepalen.

Foto Ben Vroom

Foto Tim van der Linden

Er zijn ook vingervriendelijke campusboards .

De trainingsgroep van de West Coast Climbers aan het werk.

HOOGTELIJN 2-2017 |

73


prestatie die misschien net zo veel aandacht verdienen als fysiek uitputtende trainingssessies. Je kunt nog zo sterk zijn, als je bang bent om het volgende setje te clippen dan moet je daarmee aan de slag. Maar dat is stof voor een ander artikel.

Klimmen of trainen? Misschien is jouw eerste vraag: levert een trainingsplan mij iets op? Kan ik niet beter een avondje extra naar de hal gaan? Dat lijkt natuurlijk op een vorm van trainen; je hebt het plan om beter te worden en verhoogt de frequentie. Je belast je lichaam vaker en het lichaam past zich aan. Je wordt sterker. Hoeveel je hiermee bereikt, hangt af van hoe getraind je al bent. In de praktijk kom je toch vrij snel weer dat plafond tegen, terwijl je door te trainen juist verder wilt groeien. Ben je een beginnende klimmer? Kies dan lekker voor veel klimmen en je zult vanzelf veel vooruitgang

je wordt niet sterker, maar je gaat vooral slimmer klimmen zien. Iedere klimmer kan zijn techniek verbeteren, maar wie weinig klimuren heeft gemaakt zeker. Het resultaat? Je wordt niet veel sterker, maar je gaat vooral slimmer klimmen. Techniek kun je natuurlijk ook van iemand leren en voor heel veel klimmers zou dat een goed idee zijn. Zo’n techniektraining is vooral gericht op het vergroten van je toolbox met klimtechnieken. Denk bijvoorbeeld aan indraaien, maar ook aan toe- en heel hooks, dynamisch klimmen, inlezen en strategisch rusten. Deze vaardigheden moet je veel oefenen om ze in je systeem te krijgen.

Een concreet, ambitieus en realistisch doel Het trainingsplan dat je maakt, moet leiden tot jouw doel. Dat doel moet liefst concreet zijn, en ook nog eens ambitieus en realistisch. Klim je 6c en wil je komend voorjaar je eerste 7a voorklimmen? Prima! Klim je 7a en wil je snel een 8a klimmen? Stel dan liever een paar tussendoelen voor jezelf op, want dit doel is wel heel ambitieus. Een doel kan natuurlijk ook zijn dat je één bepaalde route wilt

74 | HOOGTELIJN 2-2017

Foto Tim van der Linden

Foto Tim van der Linden

Trainen in een groepje is ook gezellig!

Trainen met de TRX-banden.

klimmen. Dat is heel concreet en je kunt trainen op het type probleem dat je in die route tegenkomt. Ten slotte hoeft je doel niet alleen te liggen bij een hoger klimniveau. Als je een lange multipitchroute op het oog hebt, is vooral inhoud van belang: je wilt – net onder je topniveau – veel uithoudingsvermogen hebben.

Train zo veel mogelijk klimspecifiek Trainen met gewichten of trainen op de klimwand, dat zijn de twee uitersten. Van trainen met gewichten word je wel sterk, maar loop je ook tegen nadelen aan: vind je het leuk om in een sportschool te trainen? Gaat het je helpen beter te klimmen? Klimmen vereist een specifieke coördinatie en samenwerking tussen spiergroepen, die je met halters niet traint. Het andere uiterste is puur door klimmen te trainen. Dat kan bijvoorbeeld door piramides te klimmen of op de stopwatch te klimmen. Er zijn ook tussenvormen, zoals de vingerborden, campusboards en stokborden. Kijk daar vooral mee uit als je niet weet wat je doet. Het is voor negen van de tien klimmers niet nodig om op deze manier te trainen en de risico’s zijn groot! De algemene conclusie is: train specifiek met zo veel mogelijk klimvormen!

Zorg voor afwisseling Afwisseling is het sleutelwoord bij alle vormen van training. Wie altijd hetzelfde doet, wordt al snel niet beter meer. Ook de intensiteit van je trainingen kan niet altijd hetzelfde zijn. Een trainingsplan bestaat uit verschillende cycli, zowel op micro- als op macroniveau. Hoe je die cycli opbouwt voert hier te ver, maar periodes van hard trainen worden afgewisseld met periodes van minder intensief klimmen, net zoals je klim- en rustdagen afwisselt om te herstellen en niet geblesseerd te raken.

Werken aan zwakke of sterke punten? Bij het maken van een trainingsplan hoort een analyse van je sterke en zwakke punten. Zonder plan zal je, misschien onbewust, toch kiezen voor routes of boulders die je goed liggen. Op zich hoeft dat niet erg te zijn, want als je de focus op je sterke punten legt, kun je ver komen. Voordeel is dat je iets doet waarin je


uitblinkt – joepie, dopamine komt vrij – en daardoor meer zin hebt om te trainen. Voor de meesten is het toch verstandig een breed en divers trainingsprogramma te kiezen, waarin alle punten aan de orde komen. Je wilt toch het liefst een allround klimmer zijn. Kun jij niet meer dan drie pull-ups maken, maar ben je wel goed in het trekken aan kleine randjes? Dan loont het dus systematisch te gaan werken aan die pull-ups (je zwakke punt) en jezelf te dwingen om regelmatig routes en boulders op te zoeken waar je geen held in bent. Je zwakke punt blijft misschien altijd je zwakke punt, maar je wordt zeker een betere en veelzijdiger klimmer.

In principe kun je elke dag trainen. Maar er moet ook voldoende rust tegenover de inspanning staan. Alleen dan word je echt fitter. Hoeveel rust je nodig hebt, hangt af van je ervaring, het soort training, wat je naast de training doet en je fysieke gesteldheid. Op dagen dat je niet klimt, kun je andere oefeningen doen die nuttig zijn voor het klimmen. Bijvoorbeeld lenigheidsoefeningen of werken aan je uithoudingsvermogen. Veel klimmers vinden yoga een goede aanvulling op hun klimtraining. Anderen gaan fietsen of rennen. Dat laatste is zeker handig als je ver moet lopen naar je project, maar bedenk ook dat hardlopen of fietsen zodanig inspannend kunnen zijn dat je de dag erna misschien minder uitgerust aan je daadwerkelijke klimtraining begint. Uiteindelijk is het luisteren naar je lichaam en het op tijd gas terugnemen van het grootste belang om blessurevrij en gelukkig te blijven. En dus is het is ook belangrijk af en toe lekker op de bank te hangen of te chillen met je vrienden.

Foto Anna Simonsson

De boog kan niet altijd gespannen zijn

Thuis train je bijvoorbeeld in de keuken.

Ja! Iedereen heeft baat bij goede klimtraining en klimtraining kan leuk zijn, zeker als je het samen doet. Maar trainen is meer dan onvoorbereid wat oefeningen doen in het trainingshok of op het campusboard. Dat laatste vergroot vooral je kans op blessures! Beter volg je een training, zoals die op verschillende

afwisseling is de sleutel bij alle vormen van training

Foto Ico Kloppenburg

Begeleid trainen

plekken in het land wordt geboden. Vaak gaat het dan om een aantal lessen. Er zijn ook trainers die voor jou een persoonlijk schema opstellen. Vorig jaar was Patxi Usobiaga in Nederland op bezoek om een paar clinics te geven. Deze Spanjaard traint onder anderen Adam Ondra. Veel van de ideeën uit dit artikel

zijn afkomstig uit die inspirerende workshop. Zijn mening was duidelijk: trainen is voor iedereen zinvol, ongeacht ervaring en niveau. Dus, wie weet, gaat ook ondergetekende komend jaar van start met een duidelijk plan om eens serieus te trainen!

Literatuur en handige websites • Training For Climbing, Eric Hörst • The Rock Climber’s Training Manual, Michael L. Anderson and Mark L. Anderson • Gimme Kraft, Patrick Matros, Ludwig “Dicki” Korb en Hannes Huch • Gimme Kraft. Air!, Patrick Matros, Ludwig “Dicki” Korb en Hannes Huch • 9 Out of 10 Climbers Make the Same Mistakes, Dave MacLeod • pucseries.com, de site van Patxi Usobiaga • trainingforclimbing.com, de site bij het gelijknamig boek • gimmekraft.com, de site van de Trainers van Café Kraft Bouchra Jemla praat na met Patxi Usobiaga.

HOOGTELIJN 2-2017 |

75


Grafik: Innsbruck Tourismus, Foto: Vorhofer

Hoge bergen, sterke stad VERBAZINGWEKKENDE HOOGTES In Innsbruck liggen de bergen binnen handbereik. Ongenaakbare rotsen en steile wanden bieden talrijke mogelijkheden voor puur klimgenot. Klettersteige, gezinsvriendelijke klimtuinen, indoor klimhallen en boulderhallen Innsbruck heeft het allemaal! Ontdek Innsbruck op: www.innsbruck.info


In Mijn Verhaal vertellen wandelaars, klimmers en alpinisten over hun ervaringen in de bergen. Heb jij ook een leuk verhaal? Stuur dan een mail naar hoogtelijn@nkbv.nl.

mijn verh l

Na vijftig jaar beklimt Josien de Großvenediger opnieuw

‘We hadden toen geen stijgijzers en pickels’

Op de voortop van de Großvenediger in 1966.

Josien van der Zee (65) kreeg het bergbeklimmen met de paplepel ingegoten. Op haar veertiende beklom ze samen met haar ouders, haar zus en twee broertjes de Großvenediger in Oostenrijk. “In die tijd was dat best bijzonder. We gingen met het hele gezin in het buitenland op vakantie en maakten mooie wandeltochten in de bergen over hoge stoere paden waar nauwelijks andere toeristen kwamen.”

I

n de zomer van 1966 verblijft Josiens gezin in Gasthof Klaunzer in Mitteldorf. Eigenaar Kaspar Klaunzer is ook berggids. Samen met hem beklimmen ze de Großvenediger. “Dat was in die tijd wel andere koek dan nu. We hadden toen geen stijgijzers en geen pickels of helm. Met een touw om ons middel gebonden, liepen we in knickerbockers omhoog. Ik herinner me dat we vroeg opstonden en in het donker vertrokken. Mijn moeder had zelf de gamaschen gemaakt en ze had voor de gelegenheid een kleurenrolletje in het fototoestel gedaan. Op de top kregen we schnaps, maar ik vond het vies. Gelukkig had mijn moeder ook rozijntjes meegenomen.”

Herinneringen Vijftig jaar later, 2016. Josien heeft nog steeds een enorme passie voor de bergen. En ze is ontzettend fit. “Ik beklom in 2014 samen met mijn broer de Mont Blanc en dat smaakte naar meer.” Haar oog viel op de NKBV-gletsjertocht naar de Großvenediger. “Dat is leuk, dacht ik, daar ben ik vijftig jaar geleden ook geweest. Dus toen ging ik op zoek naar oude foto’s, namen en herinneringen. Op internet vond ik een bidprentje van Kaspar Klaunzer, dus hij was inmiddels overleden. Het Gasthof in Mitteldorf wordt nu gerund door zijn kleindochter. Ik vond het leuk om na al die tijd weer terug te gaan.”

NKBV-ledenpas

2017 Naam: Josien van der Zee - de Rooij Leeftijd: 65 jaar Woonplaats: Heerlen

NKBV-lid sinds: 1965 Favoriete alpenbloem: de Brunella Volgende grote uitdaging: “In 2018 wil ik de Kilimanjaro beklimmen”

Familie Vlak voor de beklimming overnachtte Josien met haar groep in het Defreggerhaus. Ze vroeg de huttenwaard of hij Kaspar Klaunzer kende en hij bleek Peter Klaunzer te heten en familie te zijn. “Dat was zo leuk! Peter is inmiddels al 38 jaar huttenwaard en hij herinnerde zich onze familie nog. Hij zei: ‘Was jij niet dat meisje dat zo goed kon judoën en mijn broer vloerde?’”

Huttenboek Het huttenboek uit 1966 lag er nog en Josien vond haar naam en die van haar familie in de oude boeken terug. “Het was zo bijzonder om hier weer te zijn, er kwamen zo veel herinneringen uit mijn jeugd terug. Op de gletsjer voelde ik de aanwezigheid van mijn moeder. Zij is tweeënhalf jaar na die vakantie in ’66 overleden. Dat maakte het voor mij ook een bijzondere ervaring achteraf. Het was prachtig om de omgeving nog een keer te zien. Als je Foto links Op de top van ouder wordt, kijk je er anders naar. De overde Großvenediger in 2016. weldigende schoonheid dringt dieper tot je Foto boven: Peter Klaunzer en Josien zien elkaar weer na door en deze beelden staan nu heel scherp 50 jaar in het Defreggerhaus. in mijn geheugen.”

TEKST ANNELIES GRAS | FOTO’S ARCHIEF JOSIEN VAN DER ZEE | HOOGTELIJN 2-2017 |

77


Van Wenen naar Menton in dagen Alpentraverse op ski’s

70 78 | HOOGTELIJN 2-2017

| ONDER REDACTIE VAN MARTIJN SCHELL | FOTO’S MARTIJN SCHELL

Hoe is het om de complete Alpenboog te overbruggen op ski’s? Van de eerste hoge bergen bij Wenen tot Menton aan de Middellandse Zee, van oost naar west over de hoofdkam en waar we elk jaar twee weken voor uittrekken? Het is een veel groter project dan ik ooit ben aangegaan. Maar is het niet ook de wens van elke doorgewinterde toerskiër?


HOOGTELIJN 2-2017 |

79


H

et is een beproeving. Dagen zien we geen enkel spoor van andere mensen. Valleien met een verlaten herdershut als enige stip op de kaart, waar we stilletjes aan voorbijtrekken. Regelmatig wegen we de risico’s af die de winterse bergen met zich meebrengen. Het is afzien op etappes waar de nacht ons inhaalt voordat we bij een veilige overnachtingsplek aankomen. Maar het zijn ook weken vol sfeer en cultuur. We ervaren het contrast tussen een commerciële berghut in bijvoorbeeld de Silvretta en een overnachting in een gedateerd pension in de Eisenerzer Alpen. Een herontdekking van de Alpen met massieven waar we nog nooit eerder zijn geweest. Kortom, we beleven een fantastisch avontuur met elkaar. De Alpentraverse op ski’s, compleet met alle ingrediënten die we ervan verwachten.

Het team Chris van Lith – etappe 1-70 Ralph van Beynum – etappe 1-70 Martijn Schell – etappe 1-70 Brecht Sies – etappe 1-15 Jan-Paul Raven – etappe 24, 25, 30-70 Henny van Stiphout – etappe 40- 70

Van Hirschwang naar Altenberg

1

We vliegen naar Wenen waar het grote avontuur meteen begint. Onzekere gedachten spelen door mijn hoofd: heb ik de juiste spullen bij me en bevallen mijn nagelnieuwe ski’s met de Dynafit ‘puntjesbindingen’? Is mijn conditie goed genoeg? Maar met het fenomenale uitzicht op de Heukuppe verdwijnt de twijfel snel. Want ondanks de geringe hoogte van deze 2007 meter hoge puist lijkt het alsof we op de top van de wereld staan. Ja, ik weet het, hier zijn de bergen nog heuvels en we hebben nog heel wat etappes te gaan, maar de eerste Kuppe is eraf. Laat die Middellandse Zee maar komen! [Ralph van Beynum]

80 | HOOGTELIJN 2-2017


Wenen 200 m

Heukuppe 2007 m Hochschwab 2277 m

4 Gscheideggkogel 1788 m

8 Schimpelscharte 10 2413 m

Wildlahnerscharte 22 3254 m

26 25

23 24

Mayrhofen 633 m

Kursinger hütte 2558 m

20

19 18 17

21 Birnlücke Gross Glockner 2665 m 3797 m

Bremerhütte 2413 m

12

Oberwalderhütte 2973 m

16

Radeggscharte 2874 m

15

Heiligenblut 1288 m

14 Mallnitz 1191 m

tze m

9

6

5

Höhe Veitsch 1981 m

2

1 Hirschwang 542 m

3

Eisenertz 736 m

7

Trieben 708 m

11 Krakaudorf 1173 m

13 Malta 843 m

9 15 Van Oppenberg naar Mössna naar de Duisburger Hütte Leegte, ruimte en hartelijkheid. Dat zijn de drie woorden die deze tochten omschrijven. De eerste etappes lopen we dagenlang door bossen, bergen en dalen en komen we niemand tegen. We zien alleen sporen van herten. ’s Avonds hebben we warm en bijzonder contact met mensen in de hut. Eerst ongeloof: Nederlanders die vanaf de andere kant van de berg komen? Dat hebben ze nog nooit gezien. Maar altijd komen daarna de vragen, het enthousiasme en de gastvrijheid. [Brecht Sies]

Van Heiligenblut naar de Oberwalderhütte

17

Het is 2011 en sneeuwtechnisch een rampzalig jaar. Er ligt vrijwel geen sneeuw en de laaggelegen etappe 12 moeten we daarom noodgedwongen overslaan. (Gelukkig biedt 2012 meer sneeuw en kunnen we de etappe dan alsnog inhalen.) Elke dag dragen we onze ski’s hele stukken over de krokussen, met onze skischoenen in de loopstand, de blik op oneindig en het verstand op nul. Kijken hoe lang we dat volhouden. [Ralph van Beynum]

Van Mayrhofen naar Steinach am Brenner

23

Brecht is na etappe 16 gestopt, dus zijn we nog met z’n drieën over. Dat blijkt soms een voordeel, bijvoorbeeld tijdens etappe 23, wanneer we vanwege het slechte zicht over de gletsjer aan touw skiën. Zelfs met z’n drieën is het al een uitdaging om simultaan de volgende bocht in te zetten en Chris en ik lijken even een stel stuntelende beginners. Net nu er van die lekkere poeder ligt! We hopen op nieuwe kansen voor een authentieke Wedelschwung. [Ralph van Beynum]

HOOGTELIJN 2-2017 |

81


Van het Gepatschhaus naar Pfunds

24 Van Steinach am Brenner naar de Bremerhütte

Het is de elfde en laatste dag van editie 2012 en we overnachten in het Gepatschhaus. Alweer zo’n typisch Oostenrijks Gasthaus met de bijbehorende iets gedateerde inrichting. En opnieuw krijgen we een heerlijke wienerschnitzel voorgeschoteld. De dag begint mooi, maar er wordt wel forse neerslag verwacht. Op weg naar het Riffeljoch begint het al eerder dan voorspeld dicht te trekken, dus moeten we flink tempo maken met onze toch wel vermoeide lijven. We zijn nog maar net op het Joch als het hard gaat sneeuwen. Behoedzaam skiën Ralph en ik achter onze berggids Martijn aan. We kunnen ons hier geen fouten permitteren nu de natuur zo op ons inbeukt. Na een lange afdaling met de sneeuw die in onze gezichten snijdt, bereiken we het beschermende bos en krijgen we meteen beter zicht. Dan is het, zoals dat hoort bij deze Grande Randonnée, nog ongeveer tien kilometer lopen naar Pfunds. Onze tocht eindigt dit keer in een feeëriek bos. [Chris van Lith]

29

Het is 2013 (in 2012 moesten we deze etappe overslaan door onophoudelijk slecht weer en lawinegevaar). We gaan van het Obertal naar de Bremerhütte. Volgens het boekje 1130 meter stijgen in overzichtelijk terrein, richttijd vier uur. Omdat het een onbemande hut is, zijn we weinig gemotiveerd om vroeg te vertrekken. Dus gaan we eerst naar een nabijgelegen dorp voor koffie met taart. We lopen vrijwel meteen in ons standaard tempo en Jan-Paul die er dit jaar voor het eerst bij is, kan ons prima volgen. Ook een steile passage waarbij we het touw nodig hebben, mag de pret niet drukken. Maar dan zien we de wolkenbasis in rap tempo zakken en wordt ons zicht beperkt tot de punten van onze ski’s. Hulp van de GPS mag niet baten – we lopen vast tegen rotskliffen en lopen de hut straal voorbij. Als de mist heel even optrekt, herkennen we de schim van een telegraafpaal en vinden we de hut. Wel is er een hoop graafwerk nodig om de dubbele deur open te krijgen en blijkt het een uitdaging om de kachel aan te steken, omdat de schoorsteen is volgesneeuwd. Het is al acht uur geweest als de kachel werkt en we voldaan uit een kom meegebrachte kippensoep slurpen. [Ralph van Beynum]

35

Overschrijding van de Piz Palü, het hoogste punt van de traverse

Gisteren sliepen we in het Berghaus Diavolezza. Eigenlijk is dit een veredeld kabelbaanstation met goed maar te duur eten en een weinig comfortabel en overvol Lager. Deze ochtend gaan we in kolonne op vellen richting de oosttop van de Piz Palü. Hier zitten we echt in de massa; wat een contrast met het overgrote deel van de rest van de tocht! De drukte maakt de overschrijding van de oost- naar de hoofdtop niet makkelijker, dus doen we dit te voet. De smalle topgraat, de wind die aan ons trekt en passerende touwgroepen zorgen ervoor dat we hier onze volle concentratie nodig hebben. Na de hoofdtop zijn we weer alleen en komen we na een kort topgraatje te voet en een venijnig wandje op ski’s, in beter skibaar terrein. En voor het eerst deze traverse komen we in Italië. We zijn nu precies halverwege Wenen en de zee. Deze dag bereikten we het hoogste punt van de traverse en dat vieren we in de schitterende Rifugio Marinelli met fantastisch eten en een fles Amarone. We grappen dat we vanaf nu alleen nog maar bergaf hoeven en dat we de zee al ruiken. Een spectaculaire zonsondergang maakt deze dag vol contrasten helemaal af. [Jan-Paul Raven]

82 | HOOGTELIJN 2-2017


Van Capanna Corno Gries naar Alpe Devero

In totaal gebruikten we 57 topografische kaarten van 1:25.000 en 1:50.000, plus één boekje en zes autokaarten van 1:200.000 voor het overzicht. De tocht moest minutieus worden voorbereid. Dat was niet altijd even gemakkelijk, omdat sommige kaarten onvoldoende hoogtelijnen hadden of belangrijke details misten. Het boekje Le Topo van Benjamin Gaimard was een leidraad voor de tocht. Maar doordat de auteur veel door hun afgelegde kilometers met de auto deed en dat niet heeft vermeld, kwamen wij soms veel later bij het doel aan dan gepland. Hierdoor zijn we gedurende de tocht steeds beter met onze eigen tijdsplanning rekening gaan houden. We gebruikten alleen een GPS bij slecht weer of op plekken met heel slecht zicht. We volgden geen tracks via een digitale kaart. We beoordeelden het lawinegevaar zelf in het terrein en op elke helling, waarbij de informatie uit een lawinebulletin onze raadgever was.

46

We hebben de keus: of een nacht in de onbemande Binntalhütte of twee etappes combineren en in één ruk van de Corno Grieshut naar de Alpe Devero. We besluiten het van de vorm van de dag af te laten hangen en zo begint weer een ‘typische GR-etappe’: zo’n etappe waarbij we toch weer dingen moeten doen die je tijdens een normale toerskitocht liever zou vermijden. Zoals lange stukken te voet over asfalt of omhooglopen door de meest briljante poedersneeuw en dan afdalen door niet-te-skiën kartonsneeuw, omdat je nou eenmaal naar het zuiden moet. Deze dag krijgen we een heel speciale variant. De start gaat voorspoedig en bij de Binntalhütte voelen we ons sterk genoeg om door te gaan. Wel zijn we moe en hopen we op een soepele afdaling. Maar dat is ons niet gegund. De steile zuidhellingen zijn door de zon instabiel geworden en voelen als soep. Op ons tandvlees komen we in het dal en dan zit de dag er nog niet op. Voor onze ogen ontvouwt zich een kilometerslang stuwmeer. Bevroren, maar met grote plassen dooiwater op het ijs. We voelen ons als een stel misplaatste poolreizigers in een 21e-eeuwse, te warme zomer. Zo goed en zo kwaad als het gaat, skaten we over het meer, dan weer sneeuw, dan plassen water, dan weer ijs. Doffe knallen klinken als er onder ons gewicht een barst in het ijs ontstaat. Gelukkig zien we de bodem van het meer: meer dan 30 cm ijs ligt er niet. Fysiek en mentaal behoorlijk leeg komen we aan in de Locanda Alpino op de Alpe Devero, een plek waar de tijd stil heeft gestaan. We krijgen direct een stoel, te drinken en een verzameling lokale hammen. De glimlach is weer terug. [Jan-Paul Raven]

53 Van Aosta via Col de Malatrà naar Entrèves Een prachtige ochtend. De zon schijnt en drijft de spot met de ellendige neerslag die ervoor zorgde dat we een alternatieve route moesten kiezen, hoog op de Glacier du Mont Durand. In de mist en de bijtende sneeuw daalden we naar het veilige dal af om in Ollomont de bus te nemen naar Aosta. Enorme hoeveelheden hemelwater spoelden de restanten sneeuw weg uit de straten van de oude stad. Nu, twee dagen later, zien we na een steile klim de Grandes Jorasses en Mont Blanc voor ons liggen. Martijn maakt een foto van Jan-Paul die zijn punten als eerste richting dal zet. Ik geniet enorm en ben blij met al die cols die nog komen. [Henny van Stiphout]

49

Van de Britannia Hütte naar Zermatt We zitten weer in de bewoonde wereld en dus in een volle hut met een wat nukkige waard. We hebben hem uitgelegd waar we vandaan komen en wat onze bestemming is – Zermatt via de Adlerpas – en worden als vanzelfsprekend ingedeeld bij het ontbijt van vijf uur ’s ochtends. Het kost ons veel overredingskracht om dit te veranderen naar zeven uur. Hij vindt ons maar eigenwijze Hollanders. We slapen op een kamer met een groep oude Zwitsers die kennelijk best zenuwachtig zijn, want om elf uur ’s avonds is de laatste nog steeds bezig om zijn rugzak op orde te krijgen en ’s morgens om half vier begint hetzelfde ritueel opnieuw. Zij ontbijten dus wel om vijf uur. De omstandigheden zijn zo ideaal dat we ruim voor het middaguur op de Adlerpas staan. Met de kop in de wind wordt het dan nog een hele uitdaging om niet meteen achter de steile pas over de betonharde sneeuw de grip op onze ski’s te verliezen. [Ralph van Beynum]

Foto Henny van Stiphout

Foto Henny van Stiphout

Vijf kilogram aan kaartmateriaal

Van Larche naar Isola

66

Gisteren in de gite d’étape in Larche was het een drukte van belang met een grote groep Fransen. Nu lopen we in het Parc national du Mercantour door ons eigen spoor in zuidelijke richting. In de serene rust zijn we op weg naar Isola, waar we noodgedwongen een slechtweerfront uitzitten. [Henny van Stiphout]

HOOGTELIJN 2-2017 |

83


ALPHA FL JACKET Fast and Light. The lightest GORE-TEX® Pro jacket for climbers and alpinists. Maximum breathability and minimum weight.

Engineered with GORE-TEX® Pro


Foto Saskia Gottenbos

Van Le Boréon naar Refuge de Nice

Eindpunt Sospel, 20 maart 2016

68

Na een overnachting in een eenvoudig hotel vertrekken we uit Le Boréon. We laten het slechte weer achter ons en voelen ons allemaal topfit. Voor ons ligt een lange tocht met meer dan 2000 hoogtemeters naar Refuge de Nice. Halverwege de middag besluiten Jan-Paul en Martijn het laatste stukje naar het Balcon de Gélas mee te pakken. Ik haak aan, nog niet wetend dat het uitzicht op het balcon bijna drie jaar van deze tocht beslaat! Wat een uitzicht, wat een beleving, wat een emotie. Met een brok in mijn keel besef ik dat het fantastische avontuur ten einde gaat lopen. Tijdens de afdaling gaat het eerste stuk soepel door goede sneeuw, maar met de refuge in zicht eindigt het in een niet te skiën massa. Alleen Martijn doet of er niets aan de hand is. Huttenwaard Christophe ontvangt ons hartelijk en is speciaal voor ons vanuit het dal omhoog gekomen. We sluiten de dag af met een heerlijke maaltijd en de tot onze verbazing opgediepte fles Châteauneuf-du-Pape. [Chris van Lith]

70

Ruiken we de zee? Als een fata morgana zie ik ons als badgasten onder parasols genieten van een ijskoude cola. In deze, voor de bovenbenen niets ontziende afdaling te voet, wordt de hunkering naar een goedgevuld glas en een dampend bord eten alleen maar groter. Om half vier ‘s middags is het zover: we finishen in Sospel. De hoge bergen kunnen we al lang niet meer zien. De zware rugzak met opgebonden ski’s en toerskischoenen mag af. Het is klaar, we hebben het gehaald. Er rest ons nog één laatste heuvelrug tussen Sospel en Menton, waar we natuurlijk niet meer kunnen skiën. Maar hoe speciaal zou het zijn om met de vermoeide voeten en opgerolde toerskibroek de zee in te wandelen. Jan-Paul, Chris en ik besluiten dat we het laatste stukje naar Menton ook maar moeten lopen. De rugzakken geven we wel graag mee aan het welkomstcomité, bij wie Henny en Ralph in de auto stappen. “We zien elkaar vanavond op het terras met champagne,” zeggen we. Dan gaan we op de gympjes en met mijn hond Tibet over de Col du Razet en zien we tijdens de afdaling de lampjes al glinsteren op de boulevard van de haven. Dan staat er op een viersprong in het bos een kudde schapen in de weg. De schapen zijn onschuldig, maar er staat een patou tussen. We kunnen er met geen mogelijkheid omheen en zien een kennismaking met de tanden van de herdershond niet zitten. Zes kilometer voor het strand zijn we gedwongen om te draaien… We krijgen snel een lift naar Menton, waar we tegen middernacht toosten op de goede afloop. Pas de volgende morgen realiseren we ons dat de droom ten einde is. [Martijn Schell]

Geschiedenis van de tocht

De eerste grote skitraverse in de Alpen dateert uit 1933 waar Léon Zwingelstein van Nice naar de Dreiländerspitze in de Silvretta trok. Daarbij is het onduidelijk of Zwingelstein veel op ski’s heeft afgelegd. De Italiaan Walter Bonatti wordt wat dat betreft gezien als de eerste avonturier die de Alpentraverse in de winter op ski’s overbrugde. Hij bleef daarbij wel aan de zuidkant van de Alpenhoofdkam, waarbij hij in het voorjaar van 1956 zijn tocht startte in Joegoslavië (Slovenië) en afrondde nabij Menton. In 1971 traverseerde de Oostenrijker Klaus Hoi met zijn team als eerste groepje de complete Alpenhoofdkam van Wenen tot Nice. Dat deden ze in slechts drie maanden tijd.

De tocht in cijfers

• Totaal aantal dagen: 74, verdeeld over zeven jaar • Totaal aantal dagetappes: 70 • Totaal aantal hoogtemeters: 71.540 meter • Totaal aantal daalmeters: 90.830 meter • Gemiddeld aantal hoogtemeters per etappe: 1022 meter • Gemiddeld aantal daalmeters per etappe: 1298 meter • Totale geskiede afstand, gemeten op de kaart: 1060 kilometer • Geschatte reële totale geskiede afstand in het terrein: 1272 km (+20%) • Gemiddelde geskiede afstand: 18,1 kilometer • 15 maal gebruik gemaakt van een skilift • Totale artificiële afstand (taxi, bus, skilift): 367 kilometer • Totale overbrugde afstand: 1639 kilometer • Hoogtepunten: 18 toppen en 96 cols • Hoogste punt: Piz Palü (3901 m) • Laagste punt: Sospel (348 m) • Langste etappe in afstand: etappe 5, met 30 kilometer • Langste etappe in hoogte: etappe 68, met 2095 hoogtemeters

HOOGTELIJN 2-2017 |

85


PROG RE SS B E YO N D LOG IC NOW WITH WRIST HR

SUUNTO SPARTAN SPORT WRIST HR

Spartan Wrist HR Ad HL2 2017 210 x 135 + 5mm.pdf.indd 1

22/03/2017 21:29


Naam op hoogte Paul Helbronner

Met het grootste gemak wordt de top van de 3462 meter hoge berg op de grens van Italië en Frankrijk gehaald. Duizenden staan wekelijks op de top. De route die start vlakbij Courmayeur is korter, de route vanuit Chamonix mooier. Maar eenmaal op de top is er niet veel aandacht voor de eigen prestatie. Het uitzicht op het Mont Blancmassief en het Aostadal is fascinerend. Pointe Helbronner doe je met de kabelbaan.

D

e naam van de Pointe is een eerbetoon aan Paul Helbronner (1871-1938), in zijn werkzame leven onder meer militair, alpinist, schilder, fotograaf en landmeter. Helbronner groeit op in een gegoed burgerlijk milieu in Parijs. Daar bezoekt hij prestigieuze scholen en ontwikkelt hij een talent voor tekenen. Zijn vakanties brengt hij door in de bergen. Als twintigjarige student aan de École polytechnique beklimt hij de Mont Blanc. In dezelfde tijd maakt hij kennis met de moderne kunst van fotografie. Na zijn studie krijgt hij een administratieve baan in de fabriek van zijn schoonvader. Hij kwijnt er weg: de fabriek staat in Nancy, ver weg van de Alpen. Omdat hij daar niet naartoe kan gaan, stort hij zich op het aquarelleren van berggezichten.

Helbronners Mont Blanc, afgebeeld in het boek.

Nieuwe metingen Begin twintigste eeuw ontworstelt Helbronner zich aan zijn leven in Lotharingen. Hij sluit zich in 1902 aan bij initiatieven om de Franse bergen beter, nauwgezetter in kaart te brengen. De kaarten waarop de alpinisten in die tijd klimmen en die de militairen gebruiken voor de landsverdediging bevatten veel fouten. Men wil de Pyreneeën en de Alpen opnieuw opmeten. Een prestigieus project, waarbij de leiding zich onvoldoende realiseert hoe ze de verschillende nieuwe gegevens zouden kunnen verwerken. De gegevens zijn afkomstig uit diverse wetenschappelijke disciplines, zoals goniometrie, algebra en geodesie. Er is geen plan achter de ambitie. Bot gezegd, doen ze maar wat. De verzamelde gegevens kunnen niet tot een geheel worden gemaakt. Het is dan met name de verdienste van Paul Helbronner dat hier verandering in komt. Met vaste punten, verbeterde instrumenten en nieuwe rekenformules

weet hij heel Zuid-Frankrijk met elkaar te verbinden. Zo ontstaat inzicht in hoogte en afstanden. Zo krijgt Le Midi reliëf.

Duizendpoot Behalve de landmeter Helbronner zijn er ook de bibliofiel, de wetenschapper, de schilder en de fotograaf Helbronner. Zijn artistieke kwaliteiten worden geprezen. In zijn aantekeningenboeken staan naast talloze notities en ogenschijnlijk saaie getallenreeksen prachtige schetsen. Zijn kolossale aquarellen van de Alpen geven een landschap weer waar de mens nooit is geweest. Het perspectief wordt verlegd. Helbronner neemt je mee naar bijvoorbeeld de top van de Mont Maudit en laat je opkijken naar de Mont Blanc. Tegelijkertijd kijk je neer op een maagdelijke wereld met honderden Alpenreuzen. Met de modernste fototechnieken weet Helbronner het voorwerk voor zijn schilderijen vast te leggen. Zijn panoramafoto’s behoren tot de mooiste die er van de Alpen zijn gemaakt. Maar aan de foto’s van Helbronner zie je juist wel dat de bergen door de mens worden betreden. Tijdens de expedities, die hij tussen 1903 en 1928 onderneemt, maakt hij tientallen foto’s per dag. Nagelaten zijn zo’n 15.000 glasplaten. Vele foto’s van Helbronner tonen expeditieleden, meetapparatuur of hutten. De wereld van de aquarellen lijkt te worden ingehaald door de wereld van de fotografie. De immense nalatenschap van Helbronner laat daarmee twee werelden zien.

Les Alpes d’Helbronner

Eind 2015 verscheen bij uitgeverij Glénat het boek Les Alpes d’Helbronner. Mesures et démesure. Auteur is de journalist Daniel Léon. Het boek bestaat uit twee delen: een biografisch gedeelte (160 pagina’s) en een aantal losse reproducties op groot formaat van foto’s en schilderijen van Paul Helbronner. Prijs: € 49. ISBN 9782344010693. Kijk voor meer informatie op glenatlivres.com.

TEKST DAAN MEIJER | HOOGTELIJN 2-2017 |

87


gespot

Volg @hoogtelijn op Twitter voor het laatste nieuws van de redactie. Tips zijn welkom op hoogtelijn@nkbv.nl.

Win dit boek

Hoogtelijn verloot het Duitstalige recensieexemplaar van dit boek. Wil je kans maken op het boek, stuur dan voor 15 mei 2017 een mail naar hoogtelijn@nkbv.nl, onder vermelding van Verloting Besser Tiger als Schaf en wie weet ben jij de gelukkige.

Klimpunks auf Deutsch Wat moet het fijn zijn om in een groot taalgebied te leven. Om te profiteren van de luxe dat waardevolle boeken uit de bergsportliteratuur zijn vertaald in je moedertaal. De Oostenrijkse uitgever Tyrolia biedt die luxe aan al die Duitstalige bergsportboekenliefhebbers met een vertaling van One day as a tiger, het boek van John Porter over de Britse klimmer Alex MacIntyre en uitgegeven door Vertebrate Graphics Ltd. Een aanrader voor iedereen die is begonnen met klimmen in de jaren 70 of 80. Langs de korte levenslijnen van de jonge, tegendraadse Alex krijg je een beeld van de Britse klimscene en van een nieuwe fase in het Himalaya-klimmen, waarin licht en snel de sleutelwoorden worden. Maar, eerlijk is eerlijk, wij pakken dan toch liever de originele Engelstalige uitgave! [Ico Kloppenburg]

101 tochten in Oostenrijk Aan hun omvangrijke serie wandelgidsen heeft Cicerone er een over Oostenrijk toegevoegd. In totaal staan er in de gids van 432 pagina’s 101 wandelingen. Dagtrips, tochten van een paar dagen en een aantal huttentochten. Goed beschreven zoals we van Cicerone gewend zijn met veel extra informatie over het gebied, openbaar vervoer en overnachtingsmogelijkheden. De auteur Kev Reynolds, die al veertig jaar door de Alpen trekt, verzamelde voor deze gids routes in tien gebieden. Het gaat om de berggebieden in het zuiden van Tirol vanaf Rätikon tot aan het Zillertal, aangevuld met de Kitzbüheler Alpen, het Kaisergebergte, het Dachsteingebied, de Hohe Tauern en de Karawanken. De vraag is hoezeer dit soort gidsjes nog aan een vraag voldoet, nu vrijwel alles digitaal beschikbaar is. Een paar afdrukken van de gewenste route zijn lichter dan de 500 gram van deze gids die wel handig is om thuis wandeltochten uit te zoeken. [Peter Daalder]

One day as a tiger – Alex MacIntyre and the birth of light and fast alpinism, John Porter Uitgave: Vertebrate Graphics Ltd, 2015, v-graphics.co.uk ISBN 9781910240519 Besser Tiger als Schaf – Alex MacIntyre und die Geburt des Alpinstils im Himalaya, John Porter Uitgave: Tyrolia, 2016, tyroliaverlag.at ISBN 9783702235468 € 27,99

DE KRACHT VAN KLIMMERS “Ze zijn koohnavardha, bergbeklimmers”, zo begint een artikel over een ouder Iraans echtpaar, dat vast komt te zitten op Schiphol. Ze zijn op doorreis naar de VS, hebben de goede papieren, maar mogen niet verder door het inreisverbod van Trump. De andere Iraniërs zijn inmiddels terug naar huis, maar zij houden vol. En met succes, want na vijf dagen mogen ze toch doorreizen. De ontberingen halen het niet bij wat je tijdens een beklimming van de Damavand kan meemaken, volgens het echtpaar.

88 | HOOGTELIJN 2-2017 | ONDER REDACTIE VAN FRANK HUSSLAGE EN ICO KLOPPENBURG

Walking in Austria, Kev Reynolds Uitgeverij Cicerone, cicerone.co.uk ISBN 9781852848590 v.a. € 20,99

‘IT KIN NET’? It kin net geldt vaak voor schaatsen op natuurijs, maar soms ook voor ijsklimmen. Op de Instagrampagina van de Zwitserse gids Romano Salis verscheen dit wel heel spannende filmpje. Gelukkig loopt het goed af, dankzij de haak in de rots. Of verklap ik nu te veel? Kijk op goo.gl/0uAPA5 of scan de QRcode. Of volg @romanosalis op Instagram, want hij heeft veel prachtige foto’s in de aanbieding!

Boven natuurlijk De voice-over vertelt over bovennatuurlijke wezens die volgens een oud geloof de natuur bevolken. En over een stad in de lucht, waar we na onze dood heen gaan. Wat er van waar is, weten we niet, maar de beelden van de natuur in British Columbia zijn in elk geval bovennatuurlijk mooi. Kijk op vimeo.com/193969644.


Wijs en wijzer Wie buiten onderweg wil zijn, solo of in gezelschap, moet zich kunnen oriënteren. Hoewel je de basisvaardigheden met kaart en kompas nooit moet onderschatten, maken handheld gps-ontvangers het buitenleven wel een stuk makkelijker. Als je tenminste zo’n apparaat kunt bedienen en de aanwijzingen ervan kunt interpreteren. Het boek gps wijzer van Foeke Jan Reitsma en Joost Verbeek helpt de lezers daar heel ver mee op pad. Gps wijzer heeft zijn beperkingen. Het behandelt namelijk alleen Garmin gps-ontvangers uit de eTrex- en de eTrex Touchserie, uit de GPS Map-series, en de Oregons en Montana’s. Ook besteedt het boek zeer uitgebreid aandacht aan het bijbehorende Garminprogramma Basecamp. Maar voor hen die een van de behandelde gps-apparaten in huis heeft, is er in mijn ogen moeilijk een beter boek denkbaar. Het biedt een zeer uitgebreide handleiding die zowel beginners als gevorderden stap voor stap wijs en wijzer maakt op het gebied van de (on)mogelijkheden van een gps-ontvanger en van Basecamp. Het boek leest niet gemakkelijk als een leesboek, het is een instructieboek. Zeker omdat er (begrijpelijk) gekozen is om meerdere typen ontvangers in één boek te behandelen, is het even wennen dat je steeds door de aanwijzingen heen moet springen naar ‘jouw’ ontvanger. Reitsma en Verbeek snappen ook prima hoe het anno 2017 hoort met dit soort boeken: de techniek staat niet stil en een papieren boek wel. Daarom is er de keurige website gps-wijzer.nl, die verdergaat vanaf het moment dat het boek naar de drukker ging en waar je gratis aanvullende instructies kunt downloaden voor Garmintoestellen die niet in het boek zijn beschreven. Een aanrader. [Frank Husslage]

Jongetje klimt in pilaar Een pilaar zonder grepen beklimmen, is geen pretje. Veel ervaren klimmers hebben moeite om genoeg druk op te bouwen en dat vol te houden tot ze boven zijn. Het jongetje in de video heeft er geen moeite mee… Kijk op goo.gl/HuS0jO of scan de QR-code. En let vooral op de voetentechniek!

Bikkelen in Toscane Win dit boek

Hoogtelijn verloot een exemplaar van Gps wijzer. Wil je kans maken op het boek, stuur dan voor 15 mei 2017 een mail naar hoogtelijn@nkbv.nl, onder vermelding van Verloting Gps wijzer en wie weet is hij van jou. Gps wijzer, Foeke Jan Reitsma en Joost Verbeek Uitgave: Unieboek Het Spectrum, 2017, unieboekspectrum.nl ISBN 978 9000 35363 7 € 15,00

Een klimtopo voor de liefhebber van heel veel routes aan de bovenkant van het spectrum. In 87 sectoren worden hier de klimmogelijkheden van Toscane en Elba op een rijtje gezet. Veel van die sectoren betreffen rotswanden van maar enkele tientallen meters hoog, waar soms wel honderd routes in de zevende en achtste graad pal naast elkaar liggen. Daarmee dus voer voor specialisten. Het is soms even zoeken, maar voor de normale verbruiker binnen het sportklimmen valt er in deze topo ook genoeg moois te vinden. We praten over de vierde druk van deze gids. De eerste druk uit 2008 heb ik tot op de draad versleten. Daarin stond, zeer ongebruikelijk bij uitgever Versante Sud, soms foutieve informatie die tot gevaarlijke situaties kon leiden: ontbrekende

Trail Angel Rust vinden in de natuur, het lijkt wel een therapeutisch recept. Paul Stiffler vond die rust, na een gitzwarte periode in zijn leven, in de bossen van Maine. Hij woont vlakbij de Appalachian Trail en begon de hikers daar te helpen door voedselvoorraden op afgelegen plekken aan te leggen. Zo kwam hij aan zijn bijnaam Trail Angel en kwam hij tot rust. Bekijk Pauls verhaal via vimeo.com/151715092 of scan de QR-code.

boorhaken, ontbrekende standplaatsen, dat soort dingen. Contact daarover met de uitgever leidde in deze nieuwe druk helaas niet tot wijzigingen. In mijn ogen een nodeloze smet op de prima reputatie van deze uitgever. De routeschetsen zijn in deze nieuwe en ook weer uitgebreide druk vervangen door foto’s, wat wel een overduidelijke verbetering is. [Frank Husslage] Toskana und Elba, Mauro Franceschini en Fabrizio Recchia Uitgave: Versante Sud, versantesud.it ISBN: 978-88-98609-64-2 € 33,00

Win dit boek

Wil je kans maken op ons recensie-exemplaar? Stuur dan voor 15 mei 2017 een mail naar hoogtelijn@nkbv.nl o.v.v. Verloting klimtopo Toscane. Eind mei hoor je dan of jij de winnaar bent.

HOOGTELIJN 2-2017 |

89


v ruitblik

Hoogtelijn 3-2017 verschijnt 2 juni

In het spoor van de goden

Colofon Hoogtelijn is het officiële tijdschrift van de Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging (NKBV). Het verschijnt vijf keer per jaar. De redactie staat open voor bijdragen van leden en derden waarbij de redactie het recht heeft, zonder opgave van redenen, de bijdragen niet te plaatsen. Het al dan niet op verzoek van de redactie aanbieden van artikelen aan Hoogtelijn impliceert toestemming voor openbaarmaking en verveelvoudiging ten behoeve van de elektronische ontsluiting van Hoogtelijn. Overname van (delen uit) artikelen is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie van Hoogtelijn.

Redactie

De eerste stap: het kiezen van een schoen

Peter Daalder (hoofdredacteur) Femke Welvaart (eindredacteur) Ernst Arbouw, Mirte van Dijk, Sieto van der Heide, Frank Husslage, Marieke van Kessel, Ico Kloppenburg, Anne van Leeuwen, Florian van Olden, Ivar Schute.

Medewerkers

Suzan van der Burg, Jody Hagenbeek, Dim van den Heuvel, Christine Tamminga, Peter Uijt de Haag (correctie), Saskia Gottenbos (cartografie), Toon Hezemans (illustraties).

Redactie-adres

NKBV, t.a.v. Hoogtelijn, Postbus 225, 3440 AE Woerden hoogtelijn@nkbv.nl, hoogtelijn.nl

Advertentie-exploitatie

Patrick Baars Postbus 225, 3440 AE Woerden 0348-484066/06-18653645 patrick.baars@nkbv.nl

Productie en vormgeving

Studio ManagementMedia, Hilversum Anita Baljet

Mijn eerste 4000’er

Druk

Senefelder Misset, Doetinchem Oplage: 38.000 ISSN: 1387-862X

Los abonnement

Niet-leden kunnen zich abonneren op Hoogtelijn voor € 22,50 per jaar. Kijk op nkbvwebshop.nl.

Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging Bellen 0348-409521 Bezoeken Houttuinlaan 16-A, 3447 GM Woerden Schrijven Postbus 225, 3440 AE Woerden Fax 0348-409534, info@nkbv.nl Betalen Bank: IBAN NL84RABO0161417213 BIC RABONL2U

90 | HOOGTELIJN 2-2017


UIT DE

COMFORTZONE GA MEE OP ALPIENE BASISCURSUS

• • • •

Gletsjerspleetredding Val- en remoefeningen op steile sneeuwhellingen Alpiene risico’s leren herkennen en voorkomen (Begeleid) je grenzen over

Kijk voor meer informatie over de alpiene basiscursus C1 op: bergsportreizen.nl/alpinisme/basiscursus.

KONINKLIJKE NEDERLANDSE KLIM- EN BERGSPORT VERENIGING I WWW.NKBV.NL


LOCATION: ArĂŞte des Cosmiques 2017 PACK: Ascent Superlight 2017

In 1967 we made a backpack that in one moment, changed travel in the mountains forever. This year we created the Ascent Superlight. A pack made for fast & light alpinism. It is the pinnacle of our experience and a testament the moments we spend in the vertical worlds of rock and ice.

#FORMOMENTSLIKETHIS | LOWEALPINE.CO.UK/50YEARS


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.