Hoogtelijn juni 2010

Page 1

W W W. N K B V. N L | J U N I

HOOGTELIJN tijdschrif t van de koninklijke nederl andse klim- en bergsport vereniging

Bergvakantie ten zuiden van Mont Blanc

Schnitzeljacht in de Lienzer Dolomieten Nieuwste klettersteigsets Spot me! Bouldertips

2010

| NR

3


ENJOY OUTDOOR

Bever Zwerfsport is dĂŠ outdoorspecialist van Nederland


Jeroen gaat op wandelvakantie. Bekijk zijn checklist op www.bever.nl/wandelen

www.bever.nl


4

|

HOOGTELIJN 3-2010

d de boer

Inhoud De vereniging

6

Op de Hoogte

7

Worldcup Boulder

14

Ten zuiden van de Mont Blanc

16

Engeltje op de Fiamma

23

Nieuw Nederlands bivak

26

Oostelijke Berner Alpen

28

Huttentocht Schober

34

Alternatief voor regendagen

38

Focus

42

Interview: Herman Plugge

44

Klimmen in de Wilder Kaiser

50

Favoriete Alpencampings

54

Zin van zonnebrand

58

Veilig boulderen

60

Beken oversteken

64

Gemarkeerd

68

En Route

70

Markt & Materiaal

72

Veilig aan de kabel

74

Recensies & Signalementen

78

Ledeninformatie

81

Vooruitblik

82

� � �� � � � �� � �� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �

���������� ���������� ��������������������������� �����������������������������������

������������ �������������������������

��������������������������������������� ������������������������� ��������������������

Lago del Lauson in het Valnontey in het Italiaanse nationale park Gran Paradiso. Foto: Johan van Dam

Kijk voor meer informatie op www.nkbv.nl of www.hoogtelijn.nl

28

Kris kras Berner Alpen

38

Alpenmusea Cultureel alternatief voor regendagen

64

Blub blub ... Hoe steek je een rivier over


HOOGTELIJN 3-2010

ADOLF JÜSY

34 Wiener-schnitzeljacht op de Wiener Höhenweg Nationaal Park Hohe Tauern

44 Interview: Herman Plugge ‘Expedities zijn geen avontuur meer’

50

Klassiekers klimmen in de Wilder Kaiser

74

Klettersteigen: veilig aan de kabel

Deze Hoogtelijn noemen we het ’vakantievoorbereidingsnummer’. Iedereen is aan het plannen maken. Welke tochten wil je maken? Moet je nog iets nieuws hebben? Tijdens het bladeren door de Bevergids valt mijn oog op de pagina’s met klimmateriaal. Het laat me even wegdromen en doet me denken aan Adolf Jüsy, destijds berggids en wildopzichter in Scharnachtal in het Berner Oberland. Jüsy was een rustige, zwijgzame man die het liefst in de bergen was en zich thuis voelde tussen gemzen en edelweiss. Jüsy en zijn vrouw hadden een appartement waar ons gezin vijf jaar de zomervakantie doorbracht. Toen hij merkte dat we geïnteresseerd waren in de bergen nam Jüsy ons mee, leerde hoe te lopen in de bergen, wees op gevaren, liet zien hoe je dieren ongezien kunt naderen, wist alles van plantjes en was trots op zijn verscholen boswachterhutje. Hij onderwees het gebruik van pickel en touw, was gids tijdens mooie tochten en in zijn schuur hingen we aan een prototype van de jumar die hij had ontwikkeld samen met ingenieur Walter Marti. Een geniale vondst van ’onze’ Jüsy. De redactie is al in zomerse sferen. We tippen de leukste alpencampings, Bep Maltha beschrijft een fraaie hoogalpiene tocht in het Berner Oberland en ervaart veranderingen in de natuur ten opzichte van de beschrijvingen in haar gidsje. Verder hebben we een artikel over een bergsportkamp ten zuiden van de Mont Blanc. En voor als het weer een dag wat minder fraai is, geven we een overzicht van de aardigste bergmusea. De redactie wenst u een fijne bergvakantie! Peter Daalder Hoofdredacteur Hoogtelijn peter.daalder@hoogtelijn.nl

|

5


|

HOOGTELIJN 3-2010

De vereniging KLIM- EN BERGSPORT IN DE BUURT

©Robert Boesch

6

UITGELICHT

Alpiene week Göschenen Göschenen in de Urner Alpen in het Zwitserse kanton Uri is de uitvalsbasis voor alle denkbare alpiene activiteiten op elk niveau. Dit goed bereikbare dorp ligt ten noorden van de Furkapass en is omgeven door vele gletsjers en bergtoppen tot zo’n 3500 meter. Maar echt fameus is het door zijn prachtige graniet. Van 28 augustus t/m 5 september brengt de regio Amsterdam actieve, zelfstandige, regionale bergsporters samen om in veelal wisselende samenstelling te wandelen, te klettersteigen, een alpiene route te ervaren of de krachten te meten met enkele van de rotsklimroutes in de indrukwekkende granietwanden vol met Schweiz Plaisir. De alpiene (klim)activiteiten worden afgewisseld met het ontdekken van de lokale culinaire staat of een ‘fusion’ van kookstijlen bereid op campingbranders. De klim- en bergsportdag eindigt steevast met het uitwisselen van ervaringen onder het genot van een drankje en gelardeerd met bergsporters-Latijn. Voor de fietsende bergsporter is het rondje Furka, Grimsel, Susten de ultieme uitdaging! Diverse regio’s houden in de zomerperiode alpiene weken. Kijk in de agenda van je favoriete regio.

De Koninklijke NKBV kent 15 regio’s die voor jong en oud activiteiten organiseren in hun regio, maar ook daarbuiten, zoals lezingen, cursussen, workshops, wandel- en mountainbiketochten, klimweekends, bivaktochten enzovoorts. Als er maar een linkje is met de klim- of bergsport. Nieuwsgierig? Kijk op www.nkbv.nl/vereniging/regio’s voor hun programma’s. Deelname is niet beperkt tot de regio waar je woont.

De regio’s Amsterdam Gelderland Haaglanden Limburg Maashoek Midden-Brabant Midden-Nederland Noord Noord-Holland Oost Oost-Brabant Rijnland Rivierenland Rotterdam West-Brabant / Zeeland

amsterdam.nkbv.nl gelderland.nkbv.nl nkbvhaaglanden.nl limburg.nkbv.nl maashoek.nkbv.nl midden-brabant.nkbv.nl www.nkbv-mn.nl noord.nkbv.nl noord-holland.nkbv.nl www.oostwand.nl www.nkbv-oostbrabant.eu rijnland.nkbv.nl rivierenland.nkbv.nl www.nkbv-rotterdam.nl nkbv-brab-zeeland.nl

SPECIFIEKE DOELGROEPEN • Sectie 50+ Speciaal voor leden die ouder zijn dan 50. De sectie organiseert bijna wekelijks wandelingen in Nederland, maar ook alpiene cursussen en tochten in de bergen. • Sectie Studenten / Nederlandse Studenten Alpen Club (NSAC) De NSAC is de overkoepelende organisatie van alle Studenten Alpen Clubs in Nederland. In bijna elke studentenstad is er wel een. De NSAC verzorgt zowel een alpien zomer- als een winteropleidingsprogramma. Meer info op nkbv.nl/NKBV

BIBLIOTHEKEN Verspreid over het land telt de NKBV acht infocentra/bilbiotheken: Woerden, Amsterdam, Eindhoven, Nijmegen, Paterswolde, Rijswijk, Stramproy en Nijverdal. Leden kunnen hier kostenloos bergsportdocumentatie lenen. Kijk voor de openingstijden en adresgegevens op nkbv.nl/NKBV

TUKHUT De Tukhut in de Belgische Ardennen is het trainingscentrum van de NKBV. Net als in een berghut kun je er in de weekends en schoolvakanties tegen schappelijke prijzen overnachten op slaapzalen. In de buurt van de hut zijn diverse klimmassieven, honderden kilometers gemarkeerde wandel- en mountainbikeroutes. Adres: 4 Rue de Luins , B 4190 Sy/ Ferrières sur Ourthe, België. Reserveren via het NKBV-bureau: 0348-409521. Meer info op: nkbv.nl/NKBV/Voorlichting/Berghutten

������� ��� � � �� �

�������

��� ����

�������

�������

������

������

�������

�������

������

LIDMAATSCHAP Hoofdlid Senior Juniorlid (18 t/m 24 jaar) Gezinslid Jeugd(gezins)lid Abonnement Hoogtelijn

€ 47,50 € 47,50 € 44,50 € 39,00 € 15,50 € 22,50

�������� �������������� �������� �������

����������� ������������ ���������� ���������� ����������� ������ ���������� ���� ����������

Lid worden? Meld je online aan via nkbv.nl. Hier vind je ook de algemene voorwaarden voor het lidmaatschap, waaronder de regels voor het opzeggen van het lidmaatschap.

�������

�����

� � �� � ��

���������

������

��������


O N D E R R E D A C T I E VA N E R N S T A R B O U W

|

HOOGTELIJN 3-2010

|

Op de hoogte

CHINA BOUWT LUCHTHAVEN NAAST EVEREST Aan de voet van Mount Everest wordt op dit moment een internationaal vliegveld aangelegd om de berg zo beter te ontsluiten voor buitenlandse toeristen. De bouw van de luchthaven kost de Chinese overheid ongeveer 60 miljoen euro; het is de bedoeling dat het project in oktober 2010 voltooid is. Het nieuwe vliegveld, dat door de Chinezen ‘Peace Airport’ is gedoopt, wordt aangelegd in het het Shigatse (Chinees: Xigazê) district. Het is de bedoeling dat betere toeristische ontsluiting van het gebied onder meer zorgt voor meer bezoekers aan het Tashilhunpo klooster, de residentie van de door de Chinese overheid aangewezen Panchen Lama. De Panchen Lama, die recent is toegetreden tot het Chinese parlement, speelt een belangrijke rol in de Chinese overheidscampagne tegen de Dalai Lama. Shigatse Airport moet per jaar ongeveer 230.000 passagiers gaan verwerken. Het ‘vredesvliegveld’ is de vijfde civiele luchthaven in Tibet. China bouwt in Tibet op dit moment ook aan ’s werelds hoogste luchthaven, op 4.436 meter hoogte in het Nagqu district.

©Menno Boermans

Heb je nieuws voor Op de Hoogte, mail het naar opdehoogte@hoogtelijn.nl Alle links die in deze rubriek worden genoemd kun je ook vinden op www.hoogtelijn.nl onder Hoogtelijn 3/2010 door in de inhoudsopgave op ‘Op de Hoogte’ te klikken. Meer bergnieuws op www.nkbv.nl

BergFotoWeken en Hoogtelijn werken nu samen.

HOOGTELIJN EN BERGFOTOWEKEN WERKEN SAMEN BergFotoWeken en Hoogtelijn gaan samenwerken. Deelnemers aan de fotoweken worden vanaf nu uitgedaagd om een spetterende cover of een schitterend beeld voor fotorubriek Focus te schieten. De BergFotoWeken onder leiding van bergsportfotograaf Menno Boermans vinden in september en oktober voor de tweede keer plaats. Tijdens wandelingen rondom het Zwitserse dorp Visperterminen geeft Boermans tips en trucs aan ambitieuze amateurfotografen. De cursus wordt gegeven in samenwerking met voormalig bergsportboekhandelaar Charles Dufour en met Hans Lotgering, die deelnemers adviseert over de mogelijkheden van digitale beeldbewerking. Meer informatie op: www.bergfotoweek.nl

BAZ! GAAT NIET DOOR Het groeide de afgelopen jaren uit tot één van de belangrijkste – en gezelligste – evenementen op de klimkalender: BAZ!, ofwel Boulderen Aan Zee. Dit jaar gaat het klimfestival, dat gehouden zou worden op het strand bij Scheveningen, niet door. Volgens de organisatoren van BAZ! hebben ze de afgelopen jaren met veel plezier en enthousiasme aan het jaarlijkse boulderevenement gewerkt. Afgelopen jaar werd echter duidelijk dat het festival tegen de grens van de eigen capaciteit aanzat, zeggen zij. BAZ! wordt volledig door vrijwilligers geoganiseerd. Het is de bedoeling om in dit ‘tussenjaar’ kritisch te kijken waar veranderingen in de organisatie kunnen worden aangebracht. “Met de omvang die het evenement heeft aangenomen kan het evenement nu niet de volledige aandacht krijgen die het wel nodig heeft. Daarom heeft BAZ! besloten 2010 over te slaan en in 2011 terug te komen,” aldus de organisaOrganisatoren Abel Schooleman en toren. Sander Heikens van BAZ! ©Joost Hofman

CARTOON

7


IFSC WORLD CUP BOULDER

EINDHOVEN 2010

25 - 26 JUNI KLOKGEBOUW STRIJP S

KAARTEN NU TE KOOP! WWW.WORLDCUPBOULDER.NL


©Wilco van Rooijen

Robert de Vries, Jochem Vlaardingerbroek, Hans Achterbosch, Harry de Arend, Ron Fonville, Ed Bregman, Bob Huygh, Johnny Peteers, en beroepsavonturier Wilco van Rooijen bereikten 15 mei de top van de 4884 meter hoge Carstensz Pyramide (Puncak Jaya) op Papoea. De expeditie naar Papoea is voor van Rooijen de eerste serieuze beklimming sinds de dramatische gebeurtenissen op de K2 in de zomer van 2008. Daarbij kwamen elf klimmers, waaronder één van de expeditie van Van Rooijen, om het leven. Van Rooijen raakte zelf hoog op de berg de weg kwijt waarna hij gedwongen twee nachten in de open lucht moest bivakkeren. Daarbij liep hij ernstige bevriezingen op aan beide voeten. Van Rooijen is nu nog één top verwijderd van de Seven Summits, de hoogste toppen op alle continenten. Als hij in december Mount Vinson (4892 m) op Antartica weet te beklimmen heeft hij ze alle zeven op zijn naam staan.

Wilco van Rooijen.

Bigwallklimmer Martin Fickweiler is op dit moment onderweg in de omgeving van Sam Ford Fjord op Baffin Island, in het Canadese poolgebied. Doel van de solo-expeditie is het openen van nieuwe bigwallroutes op de bergen en rotswanden rond het fjord. Volgens Fickweiler is er in het gebied ‘veel potentie’, daarom heeft hij zich niet van tevoren op één doel vastgepind. Met ski’s, een kite en een pulka zal hij ter plekke voldoende flexibel zijn om een mooie lijn uit te kiezen.

©Archief Harry de Brauw

EXPEDITIENIEUWS

Mount Kenya. Overigens heeft Fickweiler vrijwel direct na aankomst zijn plannen moeten aanpassen. Vanwege het ongebruikelijk warme voorjaar dreigt het ijs in het fjord onbegaanbaar te worden. Daarom moet hij zijn verblijf rond Sam Ford Fjord waarschijnlijk met twee weken inkorten. Volg de expeditie via blog.martinfickweiler.nl Saskia Groen, Vincent van Beek, Jorg Vegter, Remy Klaasse en Bas van der Smeede zijn terwijl deze Hoogtelijn gedrukt wordt onderweg op de noordwestpijler van de Arwa Tower (6352 meter) in Noord-India. Actueel nieuws over hun expeditie is te lezen op: www.arwatower.nl. Iets soortgelijks geldt voor de expeditie van Jeroen Vels en Wouter van Dijk. Zij zijn terwijl we dit schrijven bezig met een toppoging op Denali (6194 m) in Alaska. Het tweetal probeert de berg te bedwingen via de zogeheten Cassingraat. Meer nieuws over hun tocht is te lezen op: www. alaska2010.nl. Op 30 juni vertrekken Roland Bekendam, Jefta Smit en Sjors Verbrugge richting de 6250 meter hoge Trango Tower in de Karakorum in Pakistan. De Trango Tower is een karakteristieke granietnaald met steile wanden van ruim 1000 meter hoog. De berg is niet eerder door Nederlanders beklommen. Het is de bedoeling de berg via de zuidwestwand te beklimmen. Daarbij hoopt het team het grootste deel van de route, tot een niveau van 7a, vrij te klimmen. De expeditie is te volgen op: dutchtrangotower.wordpress.com Harry de Brauw, Peter Valkenburg en Bart van den Doel vertrekken 14 augustus richting Mount Kenya. Hun doel is het openen van een nieuwe route op de zogeheten Batian noordoostwand.

NKBV-EXPEDITIEVERZEKERING AANGEPAST De NKBV-bergsportverzekering kent met ingang van 2010 een speciale variant voor expeditieklimmers: de expeditieverzekering. Daar komen nu enkele aanpassingen op naar aanleiding van de praktijkervaringen van een aantal leden. “Wij willen de beste prijs-kwaliteitverhouding leveren voor alle bergsporters; of ze nu gaan bergwandelen of een moeilijke achtduizender op gaan. Daarom kijken wij kritisch naar onze producten en zijn we bereid ze tussentijds aan te passen,” aldus NKBV-directeur Stan Stolwerk. Een belangrijke wijziging is de terugkeer van het zogeheten ‘46 dagen criterium’: voor aaneengesloten buitenlands verblijf tot 46 dagen hoeft in principe niet extra bijverzekerd te worden. Na die eerste 46 dagen zijn er verschillende opties om de verzekering te verlengen. Voor expeditie-

gangers zijn er opties voor hogere dekkingen. In overleg met de verzekeraar en de NKBV-commissie Expedities en Alpiene Topsport worden criteria opgesteld voor bergsportactiviteiten die vallen onder de noemer risicovolle expedities en die dus extra verzekerd moeten worden met de expeditieverzekering. Bij het ter perse gaan van deze Hoogtelijn was de lijst nog niet bekend. De aanpassing van de expeditieverzekering heeft geen gevolgen voor de algemene bergsportverzekering. Bij de aanpassing van de polisvoorwaarden in januari is voor een aantal belangrijke posten in de algemene verzekering het dekkingsbedrag verdubbeld. Kijk op www.nkbv.nl voor actueel nieuws over de bergsportverzekering.


Hoogtelijn magazine 3-10 100x285

31.05.2010

14:15 Uhr

Seite 1

©Guenterguni

Op de hoogte

THE NEW

APPROACH

RUZIE OVER HOOGTE EVEREST BESLECHT

TREKKING POLE with the SMALLEST PACKING SIZE

De regeringen van China en Nepal hebben begin april hun langlopende meningsverschil over de hoogte van Mount Everest bijgelegd. Volgens de Chinezen was de berg 8844 meter hoog, het hoogste punt van het gesteente onder de ijskap. De Nepalezen hanteerden de hoogte van de sneeuw, 8848 meter. Tijdens topoverleg tussen beide landen is officieel besloten om voortaan de Nepalese hoogte te gebruiken. In ruil daarvoor erkennen de Nepalezen dat de hoogte van het gesteente inderdaad 8844 meter is. De precieze hoogte van Mount Everest is sinds de berg in 1856 voor het eerst werd gemeten onderwerp van discussie. De buiten China vrij algemeen aanvaarde hoogte van 8848 meter werd midden jaren vijftig door Indiase landmeters vastgesteld. Een Amerikaans team becijferde in 1999 met behulp van GPS apparatuur een hoogte van 8850 meter, maar dat getal wordt buiten de Verenigde Staten nauwelijks gebruikt. Behalve de hoogte is ook de precieze naam van ’s werelds hoogste berg onderwerp van debat. De afgelopen 300 jaar heeft Mount Everest minstens tien verschillende namen gehad: Mont Qomolangma, Peak XV, Deodungha, Gaurisankar, Qomolangma, Chomolungma, Zhu–mùlaˇngmaˇ Fe–ng, Shèngmuˇ Fe–ng, Sagarma–tha– en Mount Everest.

PACKING SIZE

only

34 cm

ly

on

34

easy, light & compact folding 100% HOLDING POWER

VEILIGHEIDCOMMISSIE ZOEKT NIEUWE LEDEN

!

cm

minimal packing size

ideal to stow in your backpack EXTRA PRACTICAL

Please find more information & details about our new Approach Trekking Pole, visit our homepage: www.komperdell.com or contact Jens Espenhahn jespenhahn@camaro.at

MAD

E

US IN A

TRIA

De NKBV is op zoek naar minstens drie nieuwe leden voor de veiligheidscommissie: een voorzitter, een commissielid voor externe activiteiten en een commissielid voor verenigingsactiviteiten. Belangstellenden kunnen voor meer informatie contact opnemen met NKBV-adjunct-directeur Peter Grobbée, telefoon 0348-485092 of peter.grobbee@nkbv.nl. Een volledige vacaturetekst is te vinden op: www.nkbv.nl/NKBV/Vacatures/5908.html


HOOGTELIJN 3-2010

|

SPORTKLIMNIEUWS MATIGE START VOOR NEDERLANDS TEAM Het Nederlands Team is het internationale sportklimseizoen begonnen met tegenvallende resultaten. Bij de eerste World-Cupwedstrijd, op 14 en 15 mei in het Zwitserse Greifensee, haalde geen van de klimmers de halve finale. Bij de dames bleef Vera Zijlstra, die terugkomt van een ernstige schouderblessure, steken op de 45ste plaats. Channah Brandsema haalde de 41ste plaats, een goed debuut in het internationale circuit volgens bondscoach Wouter Jongeneelen. “De punten waar Channah op heeft getraind liepen beter dan ooit en ze genoot van haar eerste internationale wedstrijd.” Bij de heren kwamen Nicky de Leeuw en Wouter Jongeneelen, die naast zijn functie als bondscoach ook actief is als wedstrijdklimmer, op een gedeelde 27ste plaats. Casper ten Sijthoff eindigde op de 55ste plek, gevolgd door Ferdinand Schulte op plaats 67. “De puntjes moeten duidelijk nog op de ‘i’ worden gezet. Het is nu zaak om vol te houden en kritisch te blijven naar onszelf,” aldus Jongeneelen.

Sebastian Spauwen (32) klom dit voorjaar in het Zwitserse Magic Wood Radja, de eerste 8b+ boulder ter wereld. Daarmee is hij de eerste Nederlander die een dergelijke zware boulder klimt. Volgens het tijdschrift Blok (Blad over klimmen) klom Spauwen “misschien wel de moeilijkste passen ooit door een Nederlander gemaakt.” Martin Fickweiler leidde op 1 en 2 mei een cursus bigwall klimtechnieken in het Zuid-Duitse Ettringen, vlakbij Augsburg. Zes deelnemers zwoegden twee dagen op de basistechnieken voor het beklimmen van torenhoge rotswanden. Voorafgaand aan het weekend in Ettringen hield Fickweiler een cursusdag in klimcentrum Monte Cervino in Bergschenhoek. “Aan de geboekte vooruitgang en de positieve reacties is te zien dat de cursus een succes was,” aldus Fickweiler. In de loop van dit jaar organiseert Fickweiler nog twee nieuwe bigwallcursussen.

BOULDEREN IN AMSTERDAM

©Moniek Janssen

Voor een middagje boulderen in Amsterdam is sinds kort niet veel meer nodig dan een paar klimschoenen en een ritje met tram 9. Op 26 mei werd op sportpark VoorlandMiddenmeer, op een steenworp afstand van de Jaap Edenbaan, een nagelnieuwe boulderwand geopend. Op de wand, ontworpen door niemand minder dan bouldergodfather Bart van Raaij, worden binnenkort vijftien standaardboulders gemarkeerd; eenvoudige en logische routes. Naast de boulderwand komt nog een informatiebord met een topo.

Nieuwe buitenboulderwand in Amsterdam.

Partners van het Nederlands Team: ®

11


erdmannpeisker / Robert Bรถsch

Rugzakexpertcirkel. Voor een bergbeklimmer moet alles perfect zitten. Tegen een steile bergwand in Ticino testen specialisten van over de hele wereld het design, de ergonomie en de kwaliteit van de nieuwe generatie Mammut rugzakken. Hun eindoordeel: een onovertroffen functionaliteit dankzij een perfecte focus op de essentie. U vindt uw nieuwe rugzak op www.mammut.ch De volledige rugzakkencollectie van Mammut is verkrijgbaar bij SPAC SPORT, Groenewoudseweg 336, Nijmegen, 024-355 23 33 OUTDOOR XL, Aalborg 1, Barendrecht, 0180-642 525


HOOGTELIJN 3-2010

|

13

©Tommy Dickson

Op de hoogte

Een van de 283 munro’s die Schotland rijk is: Buachaille Etive Mòr.

Anne van der Wal en

Jan Vijfhuizen.

‘EIGENLIJK WAS HET NOOIT DE BEDOELING…’ Op eerste pinksterdag klom NKBV-lid Anne van der Wal (47) samen met haar partner Jan Vijfhuizen op de 1090 meter hoge Stob Ghabhar, aan de rand van het Schotse Rannoch Moor. Daarmee voltooiden ze allebei hun lijstje met Munro’s – Schotse toppen van meer dan 3000 voet. Van der Wal is de eerste Nederlandse vrouw die alle 283 Munro’s bedwong. Nog even, waar draait het ook al weer om bij de Munro’s? De Munro’s zijn genoemd naar Sir Hugh Munro, die ooit een lijst heeft gemaakt van alle Schotse toppen van boven de 3000 voet – of 914 meter. Het zogeheten munrobaggen is het systematisch aflopen van al die toppen. Door de jaren heen is de lijst nog wel eens aangepast: nu weer een top d’r bij, dan weer een top eraf. De laatste wijziging is van september vorig jaar. Toen bleek bij een meting van de Ordnance Survey dat Sgurr nan Ceannaichean, in de noordwestelijke Highlands, een paar centimeter te kort was. Ja, die hadden we op dat moment al beklommen. Je zegt munrobaggen en ik zie regen, ik zie wind, ik zie warm bier in koude pubs en ik zie vooral uitgestrekte natte heidevelden… Ach, als je naar Schotland gaat is het nodig dat je je plannen zo nu en dan aanpast aan het weer, maar met de regen is het altijd heel erg meegevallen. Je kunt strak willen vasthouden aan je schema: ‘Nee, vandaag is een rustdag, dus lopen we niet’, maar je kunt ook zeggen: ‘Oké, de zon schijnt, we gaan toch op pad.’ Je loopt af en toe door de drizzle, maar we hebben in al die jaren maar heel af en toe meegemaakt dat we moesten omkeren omdat het te hard regende. Hoe kwam je op het idee dat je al die 283 bergen op wilde? Dat is eigenlijk nooit vanaf het begin de bedoeling geweest. We kwamen in Schotland om te fietsen, en dan zie je die heuvels en dan denk je: daar wil ik tegenop. Dat was in 1993. Daarna is het eigenlijk heel langzaam gegroeid. We wilden gewoon mooie tochten maken, en dan gaat het min of meer vanzelf. Pas toen we er ongeveer honderd hadden gedaan, ergens rond het jaar 2000, zijn we gaan nadenken over het afmaken van de lijst.

Welke toppen springen er nou uit? Dat zijn er een paar. De Inaccessible Pinnacle op Skye bijvoorbeeld, dat is de enige top waar je echt moet klimmen om boven te komen. Die deed z’n naam eer aan, want uiteindelijk moesten we, mede vanwege het weer, drie keer terugkomen. De Aonach Eagach, een lange rotsgraat aan de noordkant van Glen Coe, springt er wat mij betreft ook uit, al was die naar mijn smaak wel erg luchtig. We hebben één keer bij min tien met ons tentje in de Cairngorms gestaan. Daar viel eigenlijk alles samen. ’s Nachts hoorde je het ijs van het meertje waar we naast stonden kreunen en kraken; de volgende ochtend was er een inversie. De wolken lagen in het dal en wij zaten met prachtig rustig weer boven. En zijn er ook toppen die er in negatieve zin uitspringen? De Cruach Ardrain, ten zuiden van Crianlarich, schiet me te binnen. Die bestond vooral uit een heleboel modder. Ik was bovendien zo handig geweest om het kompas in de auto te laten liggen. Uiteindelijk zijn we wel boven gekomen, maar ik geloof niet dat we het helemaal volgens de beschreven route hebben gedaan. En hoe moet het verder nu je de lijst compleet hebt? Ik heb nog geen concrete nieuwe plannen, als je dat bedoelt. Uiteindelijk komt er zeker een nieuwe uitdaging, maar ik heb nog geen idee waar en hoe. En ik denk ook niet dat het iets wordt waarmee ik nog eens zeventien jaar bezig ben.


14

|

HOOGTELIJN 3-2010

|

FOTO’S: BOUDEWIJN BOLLMANN

WERELDTOP BOULDERT De NKBV houdt op 25 en 26 juni voor de tweede maal de IFSC World Cup boulderen Eindhoven op het voormalig Philipsterrein Strijp S. Voor de wedstrijd worden ongeveer honderd boulder-internationals van zeker twintig verschillende nationaliteiten verwacht. De World-Cupwedstrijd is, als het aan de NKBV en de gemeente Eindhoven ligt, nog maar het begin. Zij hebben aangegeven dat ze in de nabije toekomst een EK of WK sportklimmen naar Nederland willen halen. Het organiseren van een aantal wereldbekerwedstrijden boulderen sluit hierbij aan, zeggen zij. Volgens NKBV-directeur Stan Stolwerk speelt de Olympische status die sportklimmen eerder dit jaar kreeg ook een rol bij de ambities. “Als Nederland in de toekomst de Olympische Spelen wil organiseren, bestaat de kans dat het sportklimmen daar deel van uitmaakt. Het is voor ons belangrijk om de klimsport in eigen land te promoten, ervaring op te doen met de organisatie van evenementen en aan de traditionele sportklimlanden te laten zien dat wij een land zijn om rekening mee te houden.” Voor Nederlandse klimmers is de World Cup in Eindhoven dit jaar een meetpunt voor het NOC*NSF. Dat betekent dat zij bij topprestaties een A- of B-topsportstatus van het NOC*NSF kunnen behalen.

PROGRAMMA 25 en 26 juni Vrijdag 25 juni Kwalificaties 08:30 Deuren open 09:00 Start kwalificatie dames 11:45 Einde kwalificatie dames 14:30 Start kwalificatie heren 18:30 Einde kwalificatie heren Zaterdag 26 juni Halve Finales 12:00 Deuren open 13:00 Start halve finales dames en heren 15:30 Einde halve finales dames en heren 15.30 Side-event met trendsporten

Francaise Alizée Dufraisse tijdens de finale.

Finales 19:30 Start finale dames en heren 22:00 Prijsuitreiking 22:00 World Cup Party!

Michel Nieuwenhuijzen, wildcard winnaar van 2009, is dit jaar aanwezig als Nederlands Teamlid.

PROGRAMMA

Zuiderbuurvrouw Chloé Graftiaux heeft het hele publiek voor zichzelf.

14 en 15 mei 28 tot 30 mei 4 en 5 juni 17 tot 21 juni 25 en 26 juni 3 en 4 juli 30 en 31 juli

2010

Greifensee, Zwitserland Wenen, Oostenrijk Vail, Verenigde Staten Moskou, Rusland Eindhoven Sheffield, Groot-Brittannië München, Duitsland


HOOGTELIJN 3-2010

|

Worldcup boulder

IN EINDHOVEN HOE WERKT HET WERELDBEKERCIRCUIT? Het wereldbekercircuit bestaat uit zeven wedstrijden die verspreid over de wereld worden gehouden. Elke wedstrijd bestaat uit een kwalificatieronde, een halve finale en een finale. Wie aan het eind van het seizoen de meeste punten heeft vergaard, maar zich wereldbekerwinnaar noemen. Ook tijdens de World-Cupwedstrijd in Eindhoven zijn er drie ronden, beginnend met de kwalificaties op vrijdag 25 juni waar alle deelnemers aan meedoen. Vervolgens gaan twintig klimmers door naar de halve finale op zaterdagmorgen. Uiteindelijk staan de beste zes klimmers op zaterdagavond in de spectaculaire finale. Tijdens de kwalificatie krijgen de klimmers vijf boulders om zich op stuk te bijten, tijdens de halve finales en finales vier. Om door te gaan naar de volgende ronde en uiteindelijk te winnen moeten de deelnemers zoveel mogelijk van de wedstrijdboulders klimmen (toppen) in zo min mogelijk pogingen. Dat is niet eenvoudig. De deelnemers voeren extreem zware klimbewegingen uit in overhangende wanddelen aan zeer kleine en lastige klimgrepen. De klimmer die aan het einde van het seizoen de meeste wereldbekerpunten heeft verdiend tijdens de World Cups door regelmatig op het podium te eindigen wint de wereldbeker 2010. Vorig jaar was de World Cup in Eindhoven de laatste van het seizoen en dus de finale; de wereldbeker werd uitgereikt door Erica Terpstra. Dit jaar is Eindhoven de twee-na-laatste wedstrijd in het circuit. Wereldbeker en wereldcup-match winnaar Kiliian Fischubber uit Oostenrijk.

Klimmers in actie tijdens kwalificatie.

KAARTVERKOOP GESTART! Ferdinant Schulte vult pofzak bij.

Koop nu een kaartje voor vrijdag, zaterdag of een passepartout voor beide dagen. Via www.worldcupboulder.nl

15


16

|

HOOGTELIJN 3-2010

|

L O C AT I E I TA L I Ë

|

T E K S T E N F O T O ’ S J O H A N VA N D A M

VIJF STERREN VOOR

Aan het einde van het Valnontey, rechts de noordoostflank van de Gran Paradiso.


HOOGTELIJN 3-2010

|

MONT BLANC ZUID BERGSPORTKAMP ●

Het bergsportkamp Mont Blanc Zuid is een relatieve nieuweling in het reisprogramma van de NKBV. Een geweldige aanwinst vinden Johan van Dam en zijn gezin. Twee weken lang leefden zij zich wandelend en klimmend uit in de omringende bergen met klinkende namen als Gran Paradiso en Grand Jorasses. Hijgend kom ik aan bij de auto. Na drie uur lopen richting Rifugio Deffeyes in een uurtje naar beneden rennen. Want ja, een nieuw mobieltje laat je toch niet zomaar ergens liggen. En inderdaad, naast de auto ligt mijn trui, uit het stapeltje klinkt een bekend melodietje. “Gevonden?” klinkt de stem van mijn vrouw. “Nu je daar toch bent, kun je kijken of je nog een maatje 39 kunt huren voor een dag. Mijn kunststof schoenen vallen uit elkaar. In La Thuile hebben ze vast wel een goede sportzaak.” Is mijn extra retourtochtje naar het dal toch nog ergens goed voor... De teller staat al op zes kinderen tussen de acht en twaalf jaar als wij besluiten om ons in te schrijven voor het nieuwe bergsportkamp Mont Blanc Zuid. Ten zuiden van Courmayeur, op camping Monte Bianco La Sorgente, heeft de NKBV een nieuw bergsportkamp opgezet. Fans als we zijn van het Italiaanse Aostadal, kennen we de omgeving op ons duimpje. Vanuit het dorp brengt een lift je in een kwartiertje naar Rifugio Torino, uitvalsbasis voor beklimmingen in het noordelijke Mont-Blancgebied. Met een krap uurtje rijden liggen de Gran Paradiso, het Valpelline en zelfs het Monte-Rosamassief binnen bereik. Wat wil een mens nog meer? Wetende dat bergsportkampen jaarlijks op zoek zijn naar coördinatoren, kruis ik ook die optie maar meteen aan. Na twee weken komt er al een telefoontje van de medecoördinator: welkom, over twee weken gaan we plannen maken, het bergsportkamp zit al vol! PIONIEREN Waar bij de meeste bergsportkampen al complete lijsten met mogelijkheden klaar liggen, starten we bij dit bergsportkamp met een onbeschreven dagboek. Dat zal niet lang blijven, de camping ligt zo centraal dat er keuzes in overvloed zijn. Wij komen enkele dagen vóór de start van het kamp aan en besluiten alvast te beginnen met een bezoek aan Rifigio Sella in de Grand Paradiso, waar de steenbokken kind aan huis zijn. Een vrij forse kudde graast al enkele jaren rondom deze hut. Met een avondwandeling richting de Col de Lausan kom je ze bijna gegarandeerd tegen. Voorzien van fototoestel en videocamera laten onze dochters zich door de dieren ‘insluiten’. Fantastisch om deze speelse dieren zo vlak voor je te zien grazen en stoeien. Enigszins duf van het slapen op hoogte, arriveren we in de loop van de middag weer op de camping. Het is er een drukte van belang, tien gezinnen hebben hun tenten al bijgeplaatst. Luca en Matteo, eigenaren van de camping, hebben het er maar druk mee. Verlengsnoeren, douchemuntjes en nog een laatste broodbestelling voor de zondag, ieder heeft wel wat te vragen. De volgende ochtend lopen we gezamenlijk naar Lac de Miage. Het meertje, gelegen aan de voet van de Glacier Noir, kwam jaren geleden in het nieuws toen een afbrekend stuk ijs zorgde voor een vloedgolf. Dit jaar ziet alles er een stuk lieflijker uit, in het ondiepere gedeelte duiken we massaal het water in. Teruglopend naar de camping struikelt één van de groepsleden over een steen

17


Steenbokken boven de Rifugio Sella.

en haalt zijn hand fors open. Met tape en verband stelpen we zo goed als kwaad de wond, maar er is toch wel wat meer hulp nodig. Aangezien de huisarts in Courmayeur met de heli ‘op bergredding’ is, zijn we op elkaar aangewezen. Robert, lid van de bergsportkampers en huisarts van beroep, spreekt zijn privé-EHBO-kistje aan en hecht de wond. Waar zijn hoofdlamp al niet goed voor is! VAL VENY Het bergsportkamp stroomt leeg. Tijdens het kampberaad gemaakte afspraken zijn nader uitgewerkt, in groepjes van twee of meer gezinnen vertrekt iedereen op huttentocht. Wij lopen via Rifugio Bonatti richting de Zwitserse grens. Vergeet die hut niet te bezoeken, behalve een superdiner krijgt iedere gast een muntje voor 20 liter warm douchewater. Dat is luxer dan de camping waar alleen de douche bij het zwembadje gratis en ongelimiteerd warm water afgeeft. Onze tweede overnachting doen we ‘halfwild’. Door één van de auto’s halverwege onze tocht in het dal te parkeren, beschikken we in de avond op een beschutte plek aan de rivier over tentjes, matjes en kookspullen. Terwijl de zon achter de zuidgraat van de Grand Jorasses verdwijnt, loeien de branders onophoudelijk. Jisca, Annejet en Rosa spelen in het bos terwijl de vaders een stevig kampvuur voorbereiden. Gelet op de grote hoeveelheid brandhout (omgewaaide bomen), is de campingplaats toch niet altijd zo beschut. Met een voldaan gevoel kruipen we rond middernacht de tentjes in. Nu maar hopen dat we ’s ochtends niet betrapt worden door een boswachter; of wild kamperen hier is toegestaan hebben we niet gevraagd. TESTA DEL RUTOR Met een paar stijgijzervaste schoenen in mijn rugzak snel ik weer terug naar de hut. Het is ruim twee uur na het hulptelefoontje van

Lac du Miage.

Joanne. Haar schoenzolen waren al tijdens het verkennen van de route naar de gletsjer spontaan losgekomen. De weekmakers in de schoenen waren, na enkele jaren stilstand op zolder, compleet verdwenen, de schoen scheurde verder met iedere stap. Na een onrustig nachtje, rond vier uur piepten de horloges en flitsten de lampjes al, zoeken we tijdens het ontbijt met de verrekijker het gletjserplateau van de Testa del Rutor af. Gerard, John en Joanne zijn inmiddels zo’n drie uur op pad, ze moeten inmiddels dicht bij de rotsgraat van deze bergtop zijn aangekomen. Rond half negen verschijnt John als eerste op de top, met de mobiel is hij goed bereikbaar. ‘We hebben een super uitzicht op het MontBlancmassief’ antwoordt Joanne. De huurschoenen hebben haar niet in de steek gelaten. Met drie gezinnen lopen we de klimmers tegemoet. Een ijsgrotje aan de voet van de gletsjer nodigt uit voor verder onderzoek. Wat kan de natuur toch mooi zijn! SUPERCAMPING De eerste week van het bergsportkamp is voorbijgevlogen. Er zijn diverse meerdaagse huttentochten gemaakt. Samen met twee kampgenoten heeft Simon twee klettersteigs gedaan. De kinderen hebben veel gebruik gemaakt van de camping-mountainbikes, de trampoline, de klimmuur en het zwembadje. Ter afsluiting van de eerste week organiseren we op de barbequeplaats een uitgebreide maaltijd. Met de hulp van een oudere Italiaanse mama maken we echte tiramisu klaar. Matteo tipt ons een Italiaanse slager waar we naast een kilo rosbief tevens vijf meter worst kopen. Het kampgeld is meteen op, maar al worstjes draaiend en vuur stokend hebben we oh zo’n lol. Hoogtepunt voor de kinderen is de wedstrijd worsthappen waar ze allemaal met het fanatisme van een olympische sporter aan meedoen. Matteo, naast campingeigenaar ook berggids, is vol lof over de


De eerste week van het bergsportkamp vliegt om

Abseil vanaf het Bivacco Canzio door de zuidwant van de Grandes Jorasses.

Hollandse groep. Hij heeft via het internet een Hollandse vlag gekocht die hij met enig ceremonieel vertoon op de toegangspoort van de camping plaatst. ‘‘Jullie snappen wat kamperen is, in tegenstelling tot veel van onze eigen Italiaanse gasten. Zij kiezen vaak voor kamperen omdat het een goedkope manier van vakantie vieren is.” KINDVRIENDELIJK Tijdens het opvolgend kampberaad geven enkele gezinnen aan dat het niet eenvoudig is om lange beginnerstochten (drie of meer dagen) te vinden. Zij vinden het gebied daarmee geen ‘vijfsterrengebied’ voor gezinnen met kinderen. De NKBV ziet dit anders. Die vijf sterren zijn gegeven omdat het totale gebied, inclusief de camping zeer kindvriendelijk is. Gratis mountainbikes en zwembadje, de overdekte barbecue, een van valmatten voorzien bolderhok, steenbokken en veel, heel veel eenvoudige wandelingen maken het gebied zeer geschikt voor gezinnen met jonge kinderen. Met in de directe omgeving al vier eenvoudige huttentochten en daarnaast opties om een stuk van de Tour du Mont Blanc te lopen, is er meer dan voldoende vulling voor twee weken bergsportkamp. In de regel zul je echter in de West-Alpen bij lange tochten vaak passen moeten passeren die rond of boven de 2500 meter liggen. En met name die pasovergangen kunnen sleutelpassages zijn voor beginnende bergwandelaars zoals jonge kinderen. GRAATOVERSCHRIJDING Voorzichtig traverseer ik onderlangs een onoverzichtelijk rotsveldje door. Hoewel we met volle maan in de spotlights klauteren, zijn we er toch in geslaagd in de troep terecht te komen. Iets teveel afwijkend van de graat, zijn we nonchalant in een puinstrook beland. Samen met Jan, met wie ik ter voorbereiding op het bergsportkamp

al wat heb geklommen, ben ik op pad richting de Col de Dent du Géant. Deze opvallende reuzentand vormt het startpunt van wat terecht één van de mooiste graatroutes van de Alpen wordt genoemd. Het eerste deel van de route leidt je over prachtige sneeuwgraatjes naar bivacco Canzio, een eenzaam gelegen koekblik op 3900 meter. Tijdens het tweede deel worden vier van de vijf topjes van de Grand Jorasses aangedaan. Als voorbereiding op deze tocht hebben we de westgraat van de Tour Ronde beklommen. Deze blokkengraat is eenvoudig, je kan mooi acclimatiseren en meteen wennen aan een nieuwe klimpartner. Rond de klok van acht hebben we de eerste sneeuwgraatjes gepasseerd en staan we op het topje van de Aquille de Rochefort. Voor ons liggen een paar messcherpe sneeuwgraatjes richting de Dôme en de Calottes de Rochefort. Volgens het gidsje is het vanaf daar nog zo’n drie abseils naar het bivacco. Als het goed is moeten we daar rond de klok van twaalf kunnen arriveren. Dat is wel handig, we willen één touwlengte aanleggen richting Pointe Young om de volgende ochtend tijdwinst te kunnen boeken. Rond die middag zal het weer omslaan, niet zo prettig op een graat. Hoewel we tempo kunnen maken op de hardbevroren sneeuwgraatjes, verliezen we tijd bij de rotspassages. In het derdegraads terrein kun je alle kanten op, maar er ligt veel los. Het al ruim één uur als we de Calottes passeren. Vanaf de andere kant komt een gids met zijn klant ons tegemoet. Hij heeft een route gevonden over de glacier de Lechaux en doet de graat in omgekeerde richting. Die avond wakkert de wind aan en loeit om het bivacco. Rond de klok van vier uur raadplegen we per mobiel de weersites. Het slechte weer is vervroegd, we redden de graat nooit voor het onweer. Na een kort ontbijtje besluiten we onze tocht af te breken, tien abseils naar de ondergelegen Glacier de Planpincieux. Met de eerste dikke spetters stommelen we enkele uren later Rifugio Boccalatte binnen.


20

|

HOOGTELIJN 3-2010

HET HOUDT NIET OP Terwijl de Gran Paradiso nog in dikke wolken zit gepakt, zijn we weer op weg. Teruggekeerd op de camping werden we al opgewacht door onze gezinnen. Pa, morgen willen we eigenlijk weer steenbokken zien. Rifugio Città di Chivasso ligt op drie uur lopen van het dorpje Pont. Deze plaats, een uurtje rijden van de camping, ligt in het hart van de Gran Paradiso. Ons plan is eenvoudig, Jan richt zich met zijn vrouw op de beklimming van deze populaire 4000’er, wij lopen met de gezamenlijke kinderen naar deze hut. Italiaanser dan deze hut zul je ze niet snel tegenkomen! Ons verregende kroost wordt gastvrij ontvangen door Mario, een huttenwaard wiens onderscheidingen als milieubeschermer aan de wand hangen. De centrale eetruimte van de hut is als milieubibliotheek ingericht. ’s Avonds in de keuken muziek van Pavarotti en voor alle gasten een glaasje grappa, ’s nachts een zere rug op de bekende krakende stapelbedden. De volgende dag lopen we door naar een ijsmeertje boven de hut. De steenbokken met jongen die we daar vervolgens een uurtje kunnen bekijken, bevestigen de naam van het gebied waar we zijn: Gran Paradiso. VOLGEND JAAR Met nog enkele dagen te gaan, is het wederom strakblauw rond de Grand Jorasses. Mijn klimmaat is met zijn gezin al weer op de terugtocht. Sms’jes naar mijn klimmaten Bas en Joost mogen niet baten, de één al weer terug naar huis, de ander is op weg naar de Grand Capuchin. Ook geen saaie route. Matteo brengt troost: een fles grappa en een uitnodiging. Koop nieuwe schoenen en kom volgend jaar weer terug. Da’s geen slecht idee! ▲

Fans als we zijn van het Italiaanse Aostadal, kennen we de omgeving op ons duimpje Van links naar rechts: zicht op de zuidzijde van de

ZUIDKANT MONT BLANC Bergsportkampen Het Aostadal, in het westen tegen de Mont Blanc opgesplitst in het Val Veny en Val Ferret, is een zeer veelzijdig alpengebied. Hoogalpien is er veel te genieten, het Mont-Blancmassief en de Grand Paradiso liggen binnen handbereik. Met een uurtje reizen sta je aan de voet van het Monte-Rosamassief, de Matterhorn en de Grand Combin. Het Aostadal kent behalve veel alpiene klimgebieden ruim 75 goed ingerichte sportklimgebieden. De laatste jaren zijn er diverse klettersteigroutes aangelegd. Het gebied kent talloze mogelijkheden voor één- en tweedaagse huttentochten. Voor eenvoudige langere huttentochten zul je iets meer moeten zoeken. Vaak moeten er in dat geval wat lastiger hooggelegen passen worden gepasseerd. Rond de Mont Blanc (TMB) en rond de Grand Combin (TGC) zijn intensief belopen meerdaagse huttentochten uitgezet.

Wandeltochten • Rifugio Deffeyes, (eerste deel in het groen langs drie watervallen) • Rifugio Elena • Lac du Miage / Rifugio Elisabetta • hoogtewandeling Val Veny zuidoost • Bivacco Dolent • Petit Col Ferret • Rifugio Bertoni - Rifugio Bonatti - Rifugio Elena • Rifugio Bezzi - Benovolo - Rifugio Città di Chivasso


HOOGTELIJN 2 -2010

Rochefortgraat, de Aiguille en de Dome de Rochefort, de Grandes Jorasses met rechts de Walkerpijler.

Klettersteig naar de hut.

Sportklimmen

Documentatie

• Palestra di Roccia Hans Margaretta, Montet • Palestra Alpini, Bucomat • Pilastro Giallo

• IGC blad 101 Gran Paradiso, schaal 1:25.000. • ICG blad 107 Monte Bianco, Courmayeur, La Thuile, schaal 1:25.000. • Mani Nude 2 Arrampicata sportiva in Valle d’Aosta, Massimo Bal en Patrick Raspo, Martini Multimedia Editore, 2007. • Mont-Blanc-Gruppe Gebietsführer für Bergsteiger und Kletterer, Hartmut Eberlein, Bergverlag Rother, 2005. • Tour du Mont Blanc, Noes Lautier, Uitgeverij Robert Weijdert, 2009 • Uitzicht op de Mont Blanc, Noes Lautier en Robert Weijdert, Uitgeverij Robert Weijdert, 2009. • Aostadal Rother Wanderführer, Johannes Führer, Bergverlag Rother, 4de druk verschijnt juni 2010. • Gran Paradiso Gebietsführer, Gerd Klotz, Bergverlag Rother, 7de druk verschijnt juli 2010. • www.campinglasorgente.net • www.regione.vda.it/TURISMO • www.chamonix-meteo.com • www.meteoaosta.it

Klettersteigs • Bivacco Borelli • Bivacco Monzino

Hoogalpine tochten • Testa del Rutor (F) • Mont Dolent (PD) • Aiguilles d’Argentière (Pd+) • Mont Blanc (PD e.v.) • Gran Paradiso (PD) • Tour Ronde (AD) • Dent du Géant (AD) • Rochefortgraat (AD) • Grand Jorasses (PD, AD) • Grand Combin (AD)

MET DE NKBV NAAR HET GEBIED TEN ZUIDEN VAN DE MONT BLANC. KIJK OP WWW.BERGSPORTREIZEN.NL VOOR HET BERGSPORTKAMP MONT BLANC ZUID.

|

21


Naar de Alpen vanaf 39 euro enkele reis

Met de trein reis je voordelig, comfortabel en milieuvriendelijk naar de bergen. Met de Europa-Spezial tarieven van DB Bahn is élk station in Duitsland, inclusief grensplaatsen als Salzburg en Basel, bereikbaar vanaf 39 euro enkele reis (1e klas vanaf 69 euro). Evenals dynamische steden als Berlijn, Hamburg en München. Informatie en boekingen: www.bahn.com/nl of Treinreiswinkel, telefoon 071 5137008. DB Bahn. Razendsnel.

Fiere bergen – lie�ijke dalen Weekaanbieding (5 nachten): ■ ■

5 overnachtingen/halfpension in een hotel*** 2 wandelingen met een berggids (waaronder 1 thematocht, bijv. water, bloemen …)

1 Tiroler Almjause in Gschnitztal

De aanbieding is geldig van juni tot half oktober 2010, andere verblijfsaccommodaties op aanvraag, te boeken onder ‘Wandelen 2010’.

€199,per persoon

Vanuit het Wipptal voeren vijf prachtige dalen naar de gletsjerwereld van de Stubaier en Zilltertaler Alpen. Een eldorado voor wandelaars! 500 km gemarkeerde wandelpaden 3x per week wandelen met een gids (thema’s) ■ Thema-tochten, bijv. bronnen, mijnen, etc. ■ Genieten van specialiteiten uit Tirol in oude berghutten ■ Freizeitarena Bergeralm met kabelbanen en ‘Bärenbachl’, een speciaal avonturenpad voor kinderen ■ klimhallen ■ ■

Aanvragen en boeken: Tourismusverband Wipptal • A6150 Steinach in Tirol Tel. + 43 5272 6270 • Fax + 43 5272 2110 • tourismus@wipptal.at

Lid van


TEKST BERBER BROUNS

|

FOTO’S ARCHIEF BERBER BROUNS

|

HOOGTELIJN 3 -2010

ENGELTJE

OP DE FIAMMA Je bedenkt het niet als je op vakantie gaat. Maar een ongeluk kan iedereen overkomen. Sjoerd Hooymans, Tijn van Omme en Berber Brouns kropen door het oog van de naald toen de col bij de Fiamma begon te schuiven en veranderde in een heuse steenlawine.

Met z’n vieren op de top van de Fiamma.

|

23


Nietsvermoedend houden klimmers pauze vlak onder de col. Met rood is aangegeven welk deel van de col in de diepte is verdwenen.

David Nössig (25) is een rasechte Ötztaler en berggids. Aan hem de eer om een week lang ‘lucht’ te zijn. Vanuit de Capanna da l’Albigna in het Zwitserse Bergell plannen en leiden wij zelf onze touren; pas als het gevaarlijk wordt, zal David ingrijpen. We kennen onze gids van de JIII-sneeuwcursus van de NKBV. Dat was zo goed bevallen dat we dit jaar nog een cursus wilden doen. Deze hebben we echter helemaal zelf geregeld. Al vanaf dag één staat de Fiamma op de agenda. Dit 2487 meter hoge topje, waarvan de laatste 20 meter uit een smalle rotspijler bestaat, is de Matterhorn van Bergell, zo bekend is ie. STARTBLOKKEN Behalve onze groep is er vandaag nog een NKBV-jeugdrotsklimcursus op weg naar de begeerde top, net als vele anderen. Tot de col onder de pijler is het gemakkelijk en lekker klimmen, het weer is goed en we hebben er zin in. Voor de pijler staat 5c+ en ‘exponiert’; luchtig dus. Het laatste stukje is heerlijk klimmen, mooi langs een kant en het levert nog prachtige beelden op ook. Als Sjoerd als laatste met hangen en wurgen ook op de top van de Fiamma komt, worden handen geschud, genieten we van het adembenemende uitzicht en wordt het kleine flesje whisky tot op de bodem leeg gedronken.

Bergen in beweging Bergen zijn in beweging. Maak altijd een eigen inschatting van het terrein. Als iets er instabiel of los uit ziet, is dat het misschien ook. Accepteer een zeker risico als je gaat klimmen. Het beschreven ongeluk is uitzonderlijk, maar dit soort dingen gebeurt af en toe. Zelfs gidsen kunnen in een dergelijke situatie belanden.

Vervolgens abseilend terug naar de puincol. We nemen rustig de tijd om van schoenen te wisselen en de rugzakken te reorganiseren. Van beneden komt een aantal klimmers naar de col. We besluiten plaats te maken, zoveel ruimte is er immers niet. Op het moment dat wij aan touw willen gaan, komen er drie Zwitsers aan. Twee Duitsers staan al in de startblokken, klaar om naar de top te gaan. We zijn met negen mensen op de col, met aan beide zijden steile afgronden. We vragen de Zwitsers nietsvermoedend en lachend of ze er langs kunnen. En dan begint de col plotseling naar beneden te schuiven… MACHTELOOSHEID Herrie, de geur van stof, ongeloof en paniek. Een moment van rust. Iedereen is er nog, de Zwitserse Corina hangt in het midden aan een blok van twee koelkasten breed. De stenen onder haar zijn weg. Als we te hulp schieten gaat dat enorme blok en alles in de omgeving ook naar beneden, samen met Corina. De andere Zwitsers, de vader en broer zou later blijken, weten zich staande te houden aan de zijkanten van de lawine. De Duitsers hangen relatief veilig aan de standplaats. David en Tijn staan boven het geheel en springen naar een veilige plek. Berber staat er middenin en springt naar rechts, waar Sjoerd haar hand pakt, zodat ze niet achter Corina aan gaat. David parkeert Tijn op een veilige plek, helpt Sjoerd Berber omhoog te trekken en zet ons drieën ergens neer waar het veiliger is. We mogen blij zijn dat we niet aan het touw zaten, anders was er zeker meer chaos uitgebroken. Al snel komen de twee andere Zwitsers erbij. Bij iedereen is ongeloof en machteloosheid van het gezicht te lezen. Ondertussen heeft Ferdinand, de gids van de NKBV-groep, alles gezien van een afstand waardoor hij overzicht heeft. Hij beveelt zijn


Zonsondergang vanaf het terras van de Capanna da l’Albigna met rechts de Fiamma.

BERBER “Het moment van rust eindigt abrupt. Het idee van anderen helpen verdwijnt, jezelf redden is de enige optie. Voor ik het weet voel ik de druk op mijn linkerbeen opbouwen. Het blok waar Corina aan hangt kantelt eerst naar voren, maar nu ook naar rechts, precies waar ik sta. De angst om mee naar beneden te gaan… Het moment van twijfel, ga ik mee? In paniek trek ik mijn voet uit het gruis onder de steen, die doorschuift. Naar rechts, ik wil alleen naar rechts, daar is het veilig. Sjoerds hand, stenen boven me, laat het alsjeblieft niet nog een keer gaan! Eén beeld van het gebeuren achter me, Corina en haar broer, nekken die naar voren klappen door de stenen die ze over zich heen krijgen. David heb ik met Tijn zien wegspringen, laat hem hier komen. Als David er is, is het goed. Ik wil nu niet eindigen! Opeens is hij naast Sjoerd, zegt hem ruimte te maken en trekt me omhoog…” TIJN “Na een moment van ongeloof, zie ik Corina met één hand aan een gigantische kei hangen. Ik spring ernaartoe en grijp haar hand, niet in staat haar omhoog te trekken, maar ze valt in ieder geval niet. David verschijnt naast me en doet gelukkig hetzelfde. Maar op dat moment begint het supergrote blok door ons gewicht ook te schuiven en merk ik plotseling dat ik nu zelf in groot gevaar ben. Dan gaat alles heel snel. Ik laat Corina’s hand los terwijl het blok recht over haar heen rolt. Er is geen sprake van beslissing, ik kán alleen maar aan mezelf denken. Het voelt alsof ik naar achter spring,

groep stil te blijven zitten. David gaat naar beneden om te kijken waar Corina is, Ferdinand kijkt bij ons en verzorgt de schrammen van de Zwitserse broer. Ook helpt hij de Duitsers van standplaats. Het bericht komt dat Corina nog in leven is. Ze is na 60 meter geremd doordat het touw, waar alleen zij was aangebonden, ergens bleef haken. Haar helm is verbrijzeld. Iedereen behalve David en Corina komen bij elkaar als de helikopter komt. Deze veroorzaakt een derde, kleinere steenlawine. David had dit, met zijn geweldige gidseninzicht, verwacht en beschermt zichzelf en Corina door zijn rugzak boven zijn eigen hoofd en dat van Corina te houden. De helikopter haalt Corina op, David komt bij ons en we lopen op de automatische piloot en in chaos naar beneden. Wij denken het, David zegt het: “5. August 2009, unser zweite Geburtstag.” Het feit dat iedereen het overleefd heeft is een wonder. “Glück braucht man auch.” voegt hij er aangeslagen aan toe.

Abseil in de klettergarten onder de Capanna da l’Albigna.

maar later hoor ik dat David me meegetrokken heeft, al zijn bovenmenselijke gidsreflexen gebruikend. Langs een weg die even daarvoor nog als te gevaarlijk werd beschouwd, brengt hij me naar een veilig plateautje.” SJOERD “De momenten beleef ik als in een film. Een doordringend bulderend geluid vult de lucht. De col begint langzaam in elkaar te zakken. Enkele ogenblikken ben ik niet in staat te bewegen, verbijsterd sla ik het schouwspel gade. Opeens besef ik dat ook ík me in de gevarenzone bevind. Met een paar krampachtige sprongen bereik ik een stuk rots dat er redelijk veilig uitzag. De rust lijkt wedergekeerd… Een bedrieglijke rust, want niet veel later begint de col verder naar beneden te schuiven. De rotsen zakken weg onder Berbers voeten. Haar been raak bekneld. Ik reik haar mijn hand. ‘Wat gebeurt hier allemaal?’, denk ik. Berber die bijna naar beneden valt. Een Zwitserse vrouw die met een lading puin de diepte in verdwijnt. En waar zijn Tijn en David? En de andere twee Zwitsers en de Duitsers? Ik voel me nietig in dit geweld van de natuur. Ik ben niet in staat Berber omhoog te trekken. Als ik de situatie vrij hopeloos begin te vinden, komt David gehaast aan klimmen. Opluchting maakt zich meester van me. David neemt Berber van me over. Hij leidt ons naar een veilige plek en is gelijk weer weg. Daar zien we Tijn weer. We proberen elkaar zo goed als op dat moment mogelijk is te kalmeren.”

Die avond hangt een papiertje in de hut: de Fiamma is wegens opruimwerkzaamheden de volgende dag gesloten. De dag erna horen we hoe de overgebleven losse stenen naar beneden worden geworpen. Aan het einde van de dag is de col zelfs vanuit de hut zichtbaar uitgediept. Op foto’s en ansichtkaarten in de hut zijn de blokken nog te zien die de dag ervoor ons bijna naar beneden hadden getrokken. De gidsen vertellen ons dat niemand dit had kunnen voorspellen, de spanning had zich over honderden jaren opgebouwd. We hebben nog twee dagen prachtige touren gemaakt. Vrijdagavond belt Corina, ze is al weer thuis met alleen een gekneusd been. Sprake van schuld is er niet, het zijn en blijven de bergen. We zijn met de neus op de feiten gedrukt en hebben ervan geleerd. Maar we hebben zeker niet ons plezier in de bergen verloren. ▲


26

|

HOOGTELIJN 3-2010

|

TEKST PIETER DIRKSZ

|

FOTO’S ARJEN BAKERMANS

Vooraanzicht van het gloednieuwe bivacco Chentre Bionaz dat tot stand is gekomen door Nederlands initiatief.

BIJNA KLAAR: BIVACCO VALPELLINE Met nog een paar puntjes af te werken is het bivacco Valpelline in het Noord-Italiaanse Valpelline bijna gereed. Dit Nederlandse initiatief heeft inmiddels een officiële naam gekregen: bivacco Chentre Bionaz. Vanaf 1 juli is het open voor klimmers en wandelaars. Het idee om een zelf vormgegeven bivak te bouwen komt van de beeldhouwer Arjen Bakermans. In 2003 borrelden bij hem de eerste plannen op. Jacco Stuitje, Marcel Scheltenaar en Wim van de Pas sloten zich bij hem aan. Samen hebben zij in de daartoe opgerichte stichting jarenlang hard gewerkt om in het Valpelline in de noordelijke Italiaanse Alpen een bijzondere hut op 2530 meter hoogte neer te zetten. De hut is tot stand gekomen dankzij de financiële inbreng van de regio Val d’Aosta, de gemeente Bionaz, de sponsors van de stichting bivacco Valpelline én de NKBV. CULTURELE VERSCHILLEN Nu na jaren van voorbereiding de voltooiing eindelijk nadert roept dat bij bestuursleden Arjen en Jacco allerlei gevoelens op. Bakermans: “Opluchting en trots naast leegte en een licht ontevreden gevoel over de laatste fase van dit project: de realisatie. De plaatselijke aannemer ging door wat ongelukkige misverstanden zo laat van start dat de bouw maar net voor de vroege winter op gang kwam. Dat hadden we toch graag wat anders gezien, of toch minstens beter gecommuniceerd. Uiteindelijk komt alles gewoon op zijn pootjes terecht maar in ons poldermodel zijn we gewend aan overleg, afspraak en te verwachten vervolg voor ons of de andere partij.” En zoals Stuitje het uitdrukt: “Dat er misverstanden zouden zijn, had niemand anders verwacht. Er zijn nou eenmaal culturele

verschillen in hoe je dingen tegen elkaar zegt en afspreekt. Maar we zijn al die jaren bijzonder hartelijk en gastvrij ontvangen in Bionaz. Er is altijd veel moeite gedaan om het project samen goed van de grond te krijgen. Er zijn vriendschappen gesloten die hopelijk lang stand gaan houden, en dat wil wat zeggen, denk ik. Nu de hut er is blijkt dat de lokale bevolking er ontzettend blij mee is, terecht want het is iets bijzonders geworden.” GELIEFDE PERSONEN In Nederland stond dit project jarenlang bekend onder de naam Bivacco Valpelline. Hoe zit het nou met de naamgeving? Bakermans legt uit: “Al jaren bestond de wens voor een bivak in de buurt van een hoge alm, de Pra de Dieu, als ondersteuning voor de beklimming van de Becca di Luseney (3504 m). De eerste die dit plan heeft willen realiseren was de voormalige burgemeester, beeldhouwer en berggids Ettore Bionaz.” Bionaz was een graag geziene persoon in het Valpelline en heeft veel betekend voor het dal. Hij was enkele jaren burgemeester van Bionaz, één van de Guides de Valpelline en beeldhouwer/ houtsnijder met een regionale bekendheid. Zijn werk is nog steeds te zien in het winkeltje van zijn vrouw Alina in Bionaz. Carlo Chentre was een hoge gemeentefunctionaris die een grote betekenis heeft gehad voor de georganiseerde sport in het dal (langlaufen en biathlon).Tegenwoordig is er een internationaal bekend


evenement in Bionaz met een prachtig parcours waar jaarlijks twee belangrijke wedstrijden worden gehouden die enorm veel mensen trekken. “Twee geliefde personen dus, en hoewel wij mede zeggenschap hebben gehad over de naamgeving hebben we hier niets meer aan toe willen voegen. Wel worden de NKBV, onze stichting en alle sponsors op een plaquette in de hut genoemd en bedankt voor hun steun en medewerking,” aldus Bakermans. Het bivak is bedoeld als steunpunt voor de beklimming van de Becca de Luseney, maar is vooral ook voor bergwandelaars een interessant doel. Jacco Stuitje: “de tocht ernaar toe is prachtig. In zo’n drie uur krijg je zo’n beetje alles wat de Alpen te bieden hebben in een fantastisch menu uitgeserveerd. Het bivacco geeft de klimmers en de berggidsen een bijzonder mooi steunpunt om deze Luseney te herontdekken: een berg met prachtige uitzichten over het hele Valpelline.” LEGE KAS Het bivacco Chentre Bionaz is een uniek project dat heeft kunnen slagen door de inbreng en samenwerking van mensen uit twee landen die elkaar niet kenden, elkaars taal niet spraken en elkaar

In april ligt er nog behoorlijk veel sneeuw op de route naar het bivacco Chentre Bionaz dat op 2530 meter ligt. ROUTE NAAR BIVACCO CHENTRE BIONAZ In het Valpelline ten noorden van Aosta rijd je met de auto voorbij het laatste dorp Bionaz tot even voorbij het gehucht Ferrère: kleine parkeerplaats aan de dalkant. Neem de afsplitsing naar de bodem van het dal. Daar start het wandelpad bij de kerk Puillayes. Het pad is gemarkeerd met nummer 14 (Pra de Dieu) en kiest eerst een route door het Comba des Montagnayes tot een wegsplitsing op circa 1900 meter. Hier scherp naar links verder door een bos met af en toe open plekken naar een col zonder naam op de kaart (2115 m). Vanaf deze col afdalen tot aan de beek die loopt in het Comba d’Arbieres. Er is geen brug over de beek. Dan schuin rechts houden totdat de helling steiler wordt langs een bosrand en geleidelijk omhoog door een weide langs een beek. Schuin links worden de vervallen almhutten van de Pra de Dieu zichtbaar. Pra de Dieu ligt op 2 tot 2,5 uur vanaf de start van de wandeling. Achter Pra de Dieu loopt het pad door het dal van de Torrent de Mont Dzalou. Op het laatste moment komt het bivacco Chentre Bionaz in zicht (na circa 2,5 uur). Vanuit het bivak is een doorsteek te maken naar twee andere hutten. In oostelijke richting naar Rifugio Prarayer en in zuidelijke richting naar Bivacco Reboulaz. Kaart: l’escursionista nummer 6 Valpelline Saint-Barthélemy, schaal 1:25.000.

vertrouwden op hun enthousiasme, ernst van de zaak, goede bedoelingen en know-how. Bakermans is daar trots op: “Krijg maar eens een paar mensen zo gek dat ze op vrijwillige basis vier jaar lang werken aan iets dat ze persoonlijk niet direct iets oplevert buiten de bijzondere ervaring en een beetje eergevoel. Sterker nog, om de stichting draaiende te houden heeft het de vaste teamleden alleen maar geld gekost. Ik ben als aansteker van dit vuurtje mijn maatjes Marcel, Wim en Jacco dan ook zeer dankbaar de kar met mij te hebben willen trekken gedurende de afgelopen jaren.” Duidelijk is dus dat voor het realiseren van een dergelijk project niet alleen een lange adem nodig is maar ook nogal wat geld. Mocht u het project sympathiek vinden en een warm hart toe dragen schroom dan niet om geld te doneren aan de stichting (rekeningnummer 117369454 tnv Stichting Bivacco Valpelline te Zaltbommel. Het bivacco Chentre Bionaz is het waard. ▲

De laatste hand wordt gelegd aan het dak van het bivak.

MEER INFORMATIE: WWW.BIVACCO-VALPELLINE.NL


28

|

HOOGTELIJN 3-2010

|

T E K S T B E P M A LT H A

|

F O T O ’ S P E T E R V E R B U R G H E N B E P M A LT H A

HOOGALPIENE â—?

Touw inhalen op de Dossen.

BERNER ALPEN De Oostelijke Berner Alpen zijn relatief rustig en ruig. Bep Maltha en Peter Verburgh maakten er een zevendaagse hoogalpiene tocht en ontdekten aan den lijve wat de klimaatverandering met de bergen doet. Naast elkaar zitten we weggedoken onder een gammel afdakje van houten balken, die Peter in de haast over onze rugzakken en een oud muurtje heeft gelegd. Het onweer is vlak boven ons en de regen komt met bakken uit de hemel. Het is onverwacht knus, ondanks de druppels die in mijn nek vallen, het regenpak dat om mijn benen

kleeft en de ongemakkelijke houding op de koude grond. Pas als we ons niet goed meer warm kunnen houden en besluiten verder te lopen, komen we erachter dat bij de Mattenalpsee een herderin woont. Een warme hut, een warm onthaal, slechts honderd meter verderop.


L O C AT I E Z W I T S E R L A N D

|

HOOGTELIJN 3-2010

HASLIGUCHA

Steentafel op de Lauteraargletsjer.

HIENDERTELLTIJOCH De huttenwaardin van de Gaulih端tte, Suzanne, ontvangt ons hartelijk. Heerlijk dat lijzige Schweizerdeutsch: Hasligucha (taart met noten) voor de Bargstieger gemaakt door het Gauliwibli. Het regent de volgende dag nog steeds, maar opklaringen zijn onderweg. We vertrekken in de eerste schemering en de grijze mist en druilerige regen slokken ons al snel op. We volgen het blauw richting Rosenhorn. Het paadje gaat over in steiler terrein, met klauterstapjes over natte rotsen. Bovenop geeft een grote blauwe pijl de richting aan naar de Kettenweg naar de Gauligletsjer, die we op zijn laagste, vlakke deel, moeten oversteken. Steil gaat het omlaag door een rotswand, langs bandjes met plassen vol kikkers,

over natte rotsplaten met kettingen. De mist trekt even op en geeft een glimp prijs van de dalbodem. We staren verbijsterd naar een groot meer vol ijsschotsen: wat nou gletsjer om over te steken? Er is zelfs zojuist een soort voetbalveld van ijs afgebroken van wat onze route was. Wat nu? Waarom hebben we de huttenwaardin niet om advies gevraagd? Het leek allemaal zo duidelijk. Er valt een kwartje. De ansichtkaart met de hangbrug! Ik begreep niet zo goed wat die hier ergens deed en heb er verder geen aandacht aan besteed. Maar waar water is, wordt een brug gebouwd. Waar zou ik een brug bouwen in dit geval? Op de kaart zie ik een mogelijke plek. Peter gelooft er nog steeds niks van, maar loopt morrend mee.

|

29


30

|

HOOGTELIJN 3-2010

Edelweiss op het terras van de Glecksteinhütte.

Ladders verbinden de Lauteraarhütte met de gletsjer.

Binnen in het Aarbivak.

VERBOUWEN Inderdaad, een heel mooie nieuwe hangbrug. Mooie blauwe markeringen leiden de morenewal op en Peter gaat er als een speer vandoor. Hoger en hoger, over blokkenterrein, gladde platen met staken, langs een onstuimige beek, nog meer blokkenterrein tot aan het begin van de Hiendertelltigletsjer. We zijn hier helemaal alleen. Af en toe zien we een stukje blauw door de wolken boven ons en het Hiendertelltijoch, nog ver weg, is heel even zichtbaar, maar goed genoeg om het te herkennen van de plaatjes in het gidsje. De gletsjer is eerst steil en aper, maar het vlakke stuk heeft meer weg van een moeras. Mijn voeten worden steeds natter en ik evenredig chagrijniger. Weer een steil stuk, dit maal met een verraderlijk restje laatste sneeuw op het ijs, dat wel of niet houdt. Eindelijk bereiken we de firn en kunnen we weer normaal lopen. Het blijkt ook dat de pas niet het laagste punt is van de brede rotskam die omlaag komt van de Hienderstock, hij bevindt zich hogerop, vlak aan het begin van de Hienderstock Oostgraat. Daar waar de rotswand het kortst is, staat een blauwe stip op de rots. De randspleet is wat rommelig maar Peter verbouwt hem tot een riant plateau. Er zitten aardig wat haken en voorzichtig zekeren we de twee lengtes door de losse rotsen uit tot op de pas. Zon, warmte! Eindelijk zijn we uit de kou, het gepruts en een beetje onzekerheid. Een kort abseiltje brengt ons tot op het restant van wat eens een gletsjer was. Over sneeuwvelden glijden en springen we, links aanhoudend, naar waar ergens een sneeuwcouloir moet zijn. Het eerste stuk van dat couloir klimmen we achterstevoren af, daarna zitten en glijden maar! Steenmannen leiden ons door blokkenterrein en later door zompig gras verder omlaag naar het huttenpad van de Lauteraarhütte. Het werd tijd, we hebben er maar liefst tien uur over gedaan. Tony, de huttenwaard, vertelt ons dat de Gauligletsjer in drie jaar tijd dat meer heeft gevormd. Tja, onze

nieuw aangeschafte kaart en gidsje zijn toch maar liefst al tien jaar oud. Aan tafel haak ik knikkebollend af als het Schweizerdeutsch het niveau van Hasligucha ontstijgt en ontaardt in een politieke discussie. STRAHLEGGPAS Na een magnifieke tocht over de Finsteraargletsjer bereiken we het Aarbivak. De Finsteraarhorn staat daar machtig en mooi te zijn aan het einde van de gletsjer als een kleine K2, ervoor een woeste seraczone, en links de prachtige noordwand van de Studerhorn. De luiken van het Aarbivak zijn dicht, we hebben dit fantastische vakantiehuisje voor ons alleen (samen met een paar muizen). Wat wil je nog meer dan je bakje koffie drinken in het zonnetje op de bank voor de hut met zicht op de Finsteraarhorn en Studerhorn? Een steenarend landt bijna voor onze voeten. Vanzelfsprekend is er hier geen bereik voor de mobi, maar we ontdekken een oude radio, die met energie van het zonnepaneel ’s avonds een keurig weerbericht afgeeft: Morgen Sonne. Het Strahleggdal wordt afgesloten door een rotswand met daarop de Strahleggpas. Het sneeuwcouloir uit het gidsje is ingestort, maar er schijnt ook een route via staken door de wand zelf te gaan. Dat blijken zeven touwlengtes te zijn, waarvan twee een traverse door de wand maken. Hoe hoger we komen hoe harder de wind waait. Boven op de pas trekken we snel alles aan wat we bij ons hebben, voordat we de Strahlegghorn nog even meepakken. De wind beukt en vooral de constante herrie is heel vermoeiend. Het uitzicht verandert van rots en ijs naar sneeuw en gletsjers vol met spleten. Ochs, Mönch en Eiger bepalen ons gezichtsveld, achter ons staan de Lauteraarhorn en de Schreckhorn. GWÄCHTEJOCH De huttenwaard van de Schreckhornhut zal nooit onze grootste vriend worden. Een brombeer die, als hij al wat zegt, zijn vocabulaire


Himalayadimensies in het Berner Oberland

In de verte de Finsteraarhorn.

beperkt tot twee woorden. ‘Keine Ahnung’ (weerbericht), ‘geht nicht’ (Gwächtejoch) en ‘Frühstück fertig’ (ik zeg het nou al voor de derde keer, waarom zijn jullie er nog niet) is het enige dat we uit hem weten te krijgen. Ondanks zijn advies besluiten we toch op zijn minst het Gwächtejoch te gaan verkennen, want we willen naar de Glecksteinhütte en dan het liefst niet via het dal. We willen een antwoord op waarom het ‘nicht geht’, en als de huttenwaard dat niet wil vertellen, dan moeten we toch zelf gaan kijken. Het gidsje hebben we uit ons hoofd geleerd, hoewel het vertrouwen in deze informatie inmiddels tot een minimum is gedaald. Zeker de routes die niet of nauwelijks worden gedaan, zoals deze, kennen erg gedateerde beschrijvingen. We dalen het huttenpad af tot de eerste beek, waar een steenman ons de steile alpenweiden in stuurt. We traverseren de flank, rustig hoogte winnend en vinden het Karstensteinbivak. Dit is geen bivakhutje, maar een grote steen, waaronder met muurtjes een tweetal ruimtes is gemaakt, het allereerste onderkomen van alpinisten in dit dal. Later zijn daar de Schwarzegghütte, vervolgens de Strahlegghütte en heden ten dage de Schreckhornhütte voor in de plaats gekomen. Nu is het een onderkomen voor de gemzen die we ongewild voor ons uit de berg op jagen. LOS SPUL Bij het Karstensteinbivak zijn we eigenlijk al te hoog, na enige discussie (de aanwijzing: ‘grasfleck mit Block’ helpt niet echt op een alpenwei vol grote keien) vermoeden we dat we iets lager de beek moeten oversteken om de volgende kam op te lopen. Op de kam vinden we inderdaad een steenman. Wij kijken in een brede, diepe kloof, waarin we moeten afdalen via smalle bandjes, de beek oversteken en dan een erg steile en hoge Schieferhang op, naar de Grossenegg. Geen steenman, geen padsporen. We trappen een pad de Schieferhang op, heel voorzichtig, want op sommige stukken is het heel steil en ligt er veel klein puin op een harde ondergrond. We hakken zelfs een keer een trede met de pickel.

Studerhorn. Klimaatgevolgen Doordat het klimaat verandert, veranderen ook de omstandigheden in de Alpen. Bergsporters moeten rekening houden met: • Meer steenslag. • Complexere gletsjers. • Meer blank ijs in plaats van firn. • Lange omwegen. • Naar beneden glijdende blokken en stenen op gletsjers, door uitsmelting. • Gletsjerbeken en moerassen, die moeizaam en/of gevaarlijk te passeren zijn. • Grotere randspleten, omhoog moeilijker te passeren. • Grotere randspleten en lager liggende gletsjers waardoor de instap van sportklimroutes niet goed meer bereikbaar is. • Meer water in beken die moeilijk over te steken zijn. • Randen van smeltende gletsjers: gladde rotsplaten, instabiel geröll en blokken, instabiel en dun randijs door zijdelingse opwarming vanuit de rots. • Koufronten met sneeuwval: breekbare bruggen over spleten in eerder al apere gletsjer, laagje verse sneeuw op steilere apere gletsjerdelen waarop je gemakkelijk uitglijdt, lawinegevaar ook ‘s zomers. • Intense regen en onweer: steenslag, instortende rotswanden en grondlawines ook op huttenpaden mogelijk. Tourenplanning Tourenplanning op basis van actuele informatie wordt steeds belangrijker. Denk daarbij aan recente kaarten en gidsjes (voor zover verkrijgbaar!), info via internet (zie bv ook de websites van de te bezoeken hutten), info van huttenwaarden, berggidsen, andere klimmers ter plekke, actueel weerbericht (onweer, nulgradengrens), verkennen van de route de avond van te voren. Bouw een tijdsreserve in je routeplanning in voor onvoorziene omstandigheden en houd je aan die planning. Check in terrein steeds opnieuw de omstandigheden (zoals steen- en ijsslag), het weer en de zekeringsmethode die je gebruikt.


32

|

HOOGTELIJN 3-2010

Op de Grossenegg kunnen de zenuwen weer even ontspannen en kijken we om ons heen naar de Eiger en de gemzen op een grasbult ervoor. Na nog meer bandjes, geulen en kammen kijken we omlaag naar de kleine gletsjer aan de voet van de westwand van de Klein Schreckhorn. Het eerste deel van de gletsjer is steil en aper, bezaaid met keien die nu nog vastgevroren liggen, maar straks niet meer als de zon erop gaat schijnen. Het tweede deel is nog met sneeuw bedekt en vol met spleten. Een steile puinwand, rood van kleur dit keer, sluit de toegang tot de pas af. Ineens zien we een staak in de wand en links daarvan nog een. Zoals altijd valt het wel mee als je eenmaal in de helling staat, maar het blijft oppassen met al dat losse spul. Na de tweede staak leidt wat grover puin naar de pas. Dus het geht wél. Maar er is geen pad en zo laat in het seizoen is het een aardige alpiene onderneming. ROSENHORN Na de beklimming van de Wetterhorn zitten we op het terras van de Glecksteinhütte, en overzien de route via Beesi Bargli richting Rosenhorn. We hebben ons lesje geleerd en de huttenwaard het hemd van het lijf gevraagd over de route naar de Dossenhütte. Het gidsje is inmiddels verbannen naar onderin de rugzak, een foto van een actuele routeschets heb ik opgeslagen op mijn camera. We vertrekken in het donker, en al na een kwartiertje lopen, komen we bij de eerste hindernissen. We moeten twee watervallen passeren, waarbij ijzeren pennen ons helpen om de kloofjes in en uit te komen

Klimtuin bij het Aarbivak.

en een staalkabel dwars door de watervallen ons ervoor moet behoeden om meegespoeld te worden. Het is angstig, zo in het donker, water en lawaai overal, alleen een glad steenpuntje of een heel klein stukje van een staak om op te staan. We kunnen elkaar niet verstaan. Een sprong op hoop van zegen naar een ijzeren beugel tegen de kletsnatte gladde rotswand. Getver. Zoveel water al, zo vroeg in de ochtend. Snel lopen we verder en met behulp van de honderden stippen komen we bij de gletsjer. Het eerste licht valt op de Schreckhorn. Na wat aper steil ijs, gebakkelei over de route en een kompaskoers bereiken we de firn. De Rosenhorn normaalweg loopt over een eenvoudige rotsgraat. We hebben weer zicht op het Gaulidal, waar we begonnen zijn. We wijzen elkaar ‘onze’ bergen aan. De Hangendgletsjerhorn, Hienderstock, Hubelhorn. Kikkers, lynx en wezel. Het nieuwe meer, de enorme Gauligletsjer waar nog ergens een militair vliegtuig in verborgen moet zitten. De route naar de Dossenhütte kunnen we vanaf de top ook goed bekijken. De zon op de eindeloze gletsjer is inmiddels moordend. Bijzonder chagrijnig bereiken we de Dossen, en via bandjes de Scharte. We zullen blij zijn als we bij de hut zijn. Maar helaas, een blik op de Dossenfirn is genoeg om te weten dat deze niet begaanbaar is. Om de vijf minuten dendert er een steenlawine overheen. We zullen de Dossengraat af moeten klimmen om de hut te bereiken. We zijn helemaal af als we eindelijk plaatsnemen achter ons biertje in de zon. Hasligucha! ▲

De steenman wijst de weg naar de Hubelhorn.


Op de Strahlegghorn.

Boven de Glecksteinhütte heeft de gletsjer zich teruggetrokken.

OOSTELIJKE BERNER ALPEN Met Oostelijke Berner Alpen bedoelen we hier ruwweg de bergen ten oosten van Finsteraarhorn en Fiescherhorn, tot aan het Haslital. Het gebied is wat minder bekend dan de Berner Alpen rondom de Konkordiaplatz, over het algemeen is het iets lager, maar juist de moeite waard als je houdt van een alpiene omgeving waar je voor een groot deel je eigen weg moet zoeken. De beschreven hoogalpiene tocht start en eindigt in het Urbachtal bij Innertkirchen. De hoogteverschillen en de dagetappes zijn zonder uitzondering lang en voeren over gletsjers. Alpiene ervaring is absoluut noodzakelijk. Voor het Aarbivak moet je eten meenemen; branders, gas en kookgerei zijn aanwezig, evenals dekens en fleece lakenzakken.

Reis Innertkirchen is vanuit Utrecht in ongeveer 9,5 uur te bereiken met de trein. Kijk voor de dienstregeling op www.bahn.com. Voor tickets en meer reisinformatie: www.treinreiswinkel.nl. Vervolgens met de taxi naar het Urbachtal. Taxi Marti Hans : +41 (0)79 311 10 80. Met de auto is het vanaf Utrecht 855 kilometer naar Innertkirchen.

Documentatie • Clubführer Berner Alpen 5, Von Grindelwald zur Grimsel, Ueli Mosimann, SAC, 6de editie 1996 (gekocht in 2009!). • Landeskarte der Schweiz, blad 1229 Grindelwald, schaal 1:25.000 • Landeskarte der Schweiz, blad 1230 Guttanen, schaal 1:25.000 • Landeskarte der Schweiz, blad 1249 Finsteraarhorn, schaal 1:25.000 • Landeskarte der Schweiz, blad 1250 Ulrichen, schaal 1:25.000

Beklimmingen Vanuit elke hut is het mogelijk om toppen te beklimmen, deze zijn in het verhaal verder niet beschreven. Omdat door het afsmelten van de gletsjers recent veel veranderd is, geven we hier een aanvulling op de beschrijvingen in de bovengenoemde Clubführer. Het gebied is zeker in het hoogseizoen een schoolvoorbeeld van wat de klimaatverandering met de bergen doet en met welke gevaren je rekening moet houden.

Etappes 1. Urbachtal (800 m) – Gaulihütte (2205 m): 4 uur. 2. Gaulihütte (2205 m) – Hiendertelltijoch (3080 m) – Lauteraarhütte (2393 m): 6 tot 10 uur.

3. Lauteraarhütte (2393 m) – Aarbivak (2731 m): 3-4 uur. 4. Aarbivak (2731 m) – Strahleggpass (3340 m) PD – Strahlegghorn (3461 m) PD – Schreckhornhütte (2520 m): 5 uur (zonder Strahlegghorn). 5 .Gwächtejoch (3102 m) - Gwächtenhorn (3164 m) – Glecksteinhütte (2317 m) PD: 8-10 uur. 6. Glecksteinhütte (2317 m) – Rosenhorn (3689 m) – Dossenhut (2663 m) PD: 6-10 uur. 7. Dossenhut (2663 m) – Urbachtal (800 m): 3 uur.

Kijk voor een gedetailleerde routebeschrijving en mogelijke beklimmingen vanuit de bezochte hutten voorzien van actuele aanvullingen (zomer 2009) op de informatie in de Clubführer van de SAC op www.hoogtelijn.nl. klik op Hoogtelijn 3/2010 en kijk onder de titel van dit artikel.


34

|

HOOGTELIJN 3-2010

|

L O C AT I E O O S T E N R I J K

|

TEKST PIETER DIRKSZ

SCHNITZELJACHT OP DE WIENER HÖHENWEG

Vanaf de Niedere Gradenscharte naar de Adolf-Nossberger-Hütte.

In de schaduw van de Grossglockner leidt de Schobergruppe een betrekkelijk roemloos bestaan in het nationale park Hohe Tauern. De bergen zijn er lager, er zijn minder gletsjers, maar dat maakt het gebied niet minder mooi. De Wiener Höhenweg voert er dwars doorheen. De bergen in het zuiden weerstaan de aanval van de wolken. Vanaf het terras van de Winklerner Hütte levert het een fraai schouwspel op. Even later spelen aan de andere kant van de kam de wolken eenzelfde hoofdrol. Maar nu verliezen de bergen. Bij de Raneralm is het doodstil. Een antiek bordje wijst de weg naar de Wangenitzseehütte. Het bordje moet er neergelegd zijn vlak nadat de hut weer openging in 1966. Het opschrift meldt dat de hut eigendom is van de OeAV-Sektion NBV. Langzaam verdwijnen alle bergen in de wolken. Voorlopig doet de Wiener Höhenweg het tweede deel van zijn naam eer aan. De weg loopt op hoogte door de bergweiden en stijgt nauwelijks. Langzaam gaat de regen over in natte sneeuw. In een smal dal wordt het pad zwaarder. De stijging naar de Obere Seescharte begint. Na een traverse door rotsachtig terrein sta ik oog in oog met een kruisbeeld. Hier moet de Obere Seescharte zijn.

Verder is het beangstigend stil. De sneeuw valt gestaag. De weg naar beneden is niet moeilijk te vinden. Een kort stukje is zelfs voorzien van staaldraad, oud staaldraad weliswaar. De haken hangen er bij... alsof ik een openluchtmuseum ben. Van de Wiener Höhenweg zou je avond aan avond wienerschnitzel op het menu verwachten. Maar de route doet het eerste deel van zijn naam weinig eer aan. Alleen in de Wangenitzseehütte heb ik resultaat op mijn schnitzeljacht. Vertaal je dat woord overigens letterlijk naar het Duits - Schnitzeljagd - dan zullen je gesprekspartners denken dat je op speurtocht bent. In de Wangenitzseehütte slaap ik in de Evert Cornelesekamer. Genoemd naar de voorzitter van wat de Sektion Holland heette ten tijde van de bouw van de inmiddels voormalige Nederlandse berghut. Het staaldraad langs het pad deed al wat antiek aan. Ook de


HOOGTELIJN 3-2010

Wangenitzseehütte De Wangenitzseehütte was tot het najaar van 2009 de enige alpenhut in Nederlands bezit; toen is hij overgegaan in handen van de Sektion Lienz van de Oostenrijkse Alpenvereniging OeAV. Hoge onderhoudskosten en het beheer op afstand hebben de NKBV destijds doen besluiten de hut over te dragen aan de Oostenrijkers. De NKBV blijft de komende jaren wel betrokken bij het wel en wee van de hut onder meer door financiële ondersteuning te bieden. Het gewijzigde huttenbeleid van de vereniging voorziet in het vervolg in het jaarlijks financieel ondersteunen van een huttenproject in de Alpen.

Uitzicht vanaf de Kreuzseescharte.

huttenbibliotheek lijdt aan ouderdom met titels Als de bergen lokken van ir . W. Sturm. Het boekje ademt de sfeer van bergsport in de jaren vijftig van de vorige eeuw.

Met alle voorspelde onheil valt het mee. Ik heb twee voorgangers die een prima spoor in de sneeuw voor me maken. Ik mis de staalkabel niet en met mijn pickel erbij is het goed te doen. Eenmaal op de Hornscharte, kan ik ook de andere kant inspecteren. Die is zo mogelijk nog steiler dan de zuidkant. Mijn voorgangers zijn uit beeld geraakt. Als ik op de kaart kijk, zie ik dat het steile stuk ongeveer tachtig hoogtemeters is. Daarna moet het vlakker worden. Als ik van de kaart opkijk zie ik mijn voorgangers net onder het steile stuk naar een rechts gelegen vlakker stuk traverseren. Het bevestigt mijn vermoeden. Vreemd genoeg is de noordzijde sneeuwvrij en moet je recht omlaag langs een staaldraad afdalen. Alleen daar waar de staaldraad naar links loopt en ik recht naar beneden wil, wordt het even spannend. Maar dan ben ik ook meteen bij het vlakkere deel van de route. Naar de Elberfelderhütte is het nu een simpele wandeling. De Wiener Höhenweg plooit zich weer in haar vriendelijke gedaante. Jammer van het gebrek aan schnitzels. ▲

GEEN ENKEL PROBLEEM Na het ontbijt in de morgenzon bij de Adolf-Nossberger-Hütte te hebben genoten, informeer ik naar de toestand van het pad naar de Elberfelder Hütte. “Geen enkel probleem.” Als ik een paar uur later aan de voet van de Hornscharte sta, begin ik zowel de tekst in het gidsje en het advies van vanmorgen beter te begrijpen. Het is inderdaad aardig steil en de opmerking “geen enkel probleem” kan worden gezien als een understatement. Er komt een stel vanaf de kant naar beneden. Ze doen akelig lang over een stuk van zo’n honderd hoogtemeters. Als ze me passeren vertellen ze hun ervaringen. “De hier vandaan onzichtbare pas is supersteil; de afdaling was een hel. De staalkabel zit onder de sneeuw.” Het klinkt niet erg bemoedigend. Ze adviseren om maar om te draaien. En om de noodzaak hiervan te benadrukken glijdt het meisje uit op het sneeuwveld vlak onder me. “Omdraaien, omdraaien,” roept de jongen. Uiteindelijk wordt ze afgeremd door

de stenen onder het sneeuwveld. Als ze is opgestaan volgt een twistgesprek, waarvan ik liever geen getuige ben. Spanning...

|

35


Ga met Bergans op avontuur!

Droom jij van een avontuurlijke uitdaging in de spectaculaire Noorse natuur? Bergans of Norway organiseert vijf fantastische trips en jij kunt een van de gelukkige winnaars worden van een ticket naar Noorwegen om hieraan deel te nemen. Naast een handvol nieuwe vrienden en herinneringen voor het leven krijgen de deelnemers een uitrustingspakket van Bergans of Norway t.w.v. â‚Ź 1200,Nieuwsgierig? Kijk voor meer info op www.bergans.com en schrijf je in!

Photo: Lodewijk Duijvesteijn


Uitzicht vanaf de Winklerner Hütte.

Vlakbij de Wangenitzseehütte.

WIENER HÖHENWEG Reis

Dag 4 Adolf-Nossberger-Hütte – Elberfelder Hütte: circa 4,5 uur.

Met de trein heb je minimaal 13 uur nodig om van Utrecht naar Lienz in Osttirol te reizen. Kijk voor de dienstregeling op www.bahn.com. Voor tickets en meer info kun je contact opnemen met de Treinreiswinkel: www.treinreiswinkel.nl. Er rijden zogenaamde wandelbussen tussen Lienz en de Franz-JosefsHöhe waar de Wiener Höhenweg begint, en tussen Lienz en het Lucknerhaus. Vanuit Lienz in Osttirol is het uitgangspunt Iselsberg met auto en de bus goed bereikbaar. Informatie over de busverbindingen vind je op www.postbus.at of www.hohetauern.at (zie Anreise voor dienstregeling van de wandelbus).

Sleutelpassage van de route is de Hornscharte (2958 meter, steil zowel de zuidzijde als de noordzijde, sneeuwconditie is van belang, staaldraadzekering over 50 – 100 hoogtemeters aan weerskanten van de Scharte), 640 hoogtemeters. Dag 5 Elberfelder Hütte – Glorer Hütte: circa 4,5 uur. Eenvoudigere tocht dan de voorgaande dagen, 730 hoogtemeters. Dag 6 Glorer Hütte – Glocknerhaus: circa 4,5 uur. 240 hoogtemeters.

Höhenweg De Wiener Höhenweg is aangelegd aan het begin van de jaren dertig van de vorige eeuw. Een tijdlang was deze langeafstandsroute vergeten, net zoals de aandacht voor de Schobergroep was weggezakt. Enkele jaren geleden is met geld van het Nationaal Park Hohe Tauern een gidsje uitgegeven over de route en de Schobergruppe. Het kost zes dagen om de hele Wiener Höhenweg te doen; de etappes zijn verschillend van lengte. De eerste twee zijn kort, ongeveer drie uur wandelen. Door de eerste twee dagen te combineren, is de route dus ook in vijf dagen te doen. Technische hindernissen zitten vooral in de etappes tussen de Wangenitzseehütte en de Elberfelderhütte. De afdaling richting de Niedere Gradenscharte van het Kreuzschartl, het laatste stuk naar de Niedere Gradenscharte en zowel de zuidzijde als de noordzijde van de Hornscharte zijn deels voorzien van staaldraad. Vooral de Hornscharte kan lastig zijn voor minder ervaren bergwandelaars. Wanneer je vroeg in het seizoen op pad gaat - vóór half juli - dan kunnen stijgijzers en pickel nodig zijn. Informeer vooraf naar de toestand van het pad, of in de Adolf-Nossberger-Hütte. De afdaling vanaf de Niedere Gradenscharte gaat over glad geslepen rotsen naar beneden. Een stuk met mooie vergezichten. Maar bij slecht zicht is de met steenmannetjes gemarkeerde route moeizaam te vinden.

Etappes Dag 1 Iselsberg – Winklerner Hütte: circa 2 uur. Eenvoudige gemarkeerde wandeling vanaf informatiecentrum, in het gidsje wordt dit stuk overgeslagen (in de buurt van de hut is een parkeerplaats), 800 hoogtemeters. Dag 2 Winklerhütte – Wangenitzseehütte: circa 3,5 uur. Bergwandeling zonder grote obstakels, 700 hoogtemeters. Dag 3 Wangenitzseehütte – Adolf-Nossberger-Hütte: circa 4,5 uur. Diverse passages met staaldraad gezekerd, afdaling vanaf Niedere Gradenscharte vraagt gevoel voor oriëntatie bij slecht zicht, 540 hoogtemeters.

Het is mogelijk om van de Wangenitzseehütte, Nossberger-Hütte of de Elberfelder Hütte naar het Mölltal af te dalen en met bus terug te reizen naar Iselsberg. Vanaf de Glorer Hütte kun je afdalen naar het Lucknerhaus. Er is een busverbinding met Lienz.

Documentatie • Der Wiener Höhenweg, Günther Mussnig, OeAV sektion Grosskirchheim-Heiligenblut, 2006 (eventueel te bestellen via de website van National Park Hohe Tauern: www.hohetauern.at/de/shop/buecher. html) • Alpenvereinskarte blad 41 Schobergruppe, schaal 1:25.000 (deze kaart is te prefereren boven de kaart van Freytag & Berndt alleen het begin en het eind van de tocht staan niet op de kaart) • Wanderkarte blad 181 Kals-Heiligenblut-Matrei-Lienz, Freytag & Berndt, schaal 1:50.000 • www.osttirol-tourismus.at • www.heiligenblut.at • www.oeav.at (informatie over hutten, denk erom om te kijken bij Schobergruppe en Glocknergruppe (voor de Glorer Hütte, Salmhütte en het Glocknerhaus))

Accommodatie • Winklerner Hütte: open begin juni tot half oktober, winklerner.huette@a1.net, +43 664 2333081 • Wangenitzseehütte: open eind juni tot eind september, alpenverein.lienz@aon.at, +43 4826229 • Adolf-Nossberger-Hütte: open begin juli tot eind september, www.nossberger.at, roland@nossberger.at, +43 6649841895 • Elberfelber Hütte: open begin juli tot half september, www.skybird.net/Elberfeld, elberfelderhuette@dav-wuppertal.de, +43 48242545 • Glorerhütte: open eind juni tot begin oktober, +43 664 303 220 • Glocknerhaus: open begin mei tot eind oktober, www.glocknerhaus.com, info@glocknerhaus.com, +43 4824 24666


38

|

HOOGTELIJN 3-2010

|

MUSE A

|

TEKST PETER DA ALDER

HET REGENT, We zijn op vakantie in de bergen. Het regent. Eén blik zegt genoeg: laaghangende bewolking, een drijfnatte wereld. Vandaag een binnenprogramma. Het wordt lezen, een spelletje, het overdekte zwembad, een kasteel of ... een museum! Vorig jaar was het geen straf om een dag in de slaapzak te moeten blijven. De drie dikke Millenniumthrillers van Stieg Larsson en het even dikke docudrama De Prooi over de ondergang van ABN Amro, stonden garant voor uren leesplezier. Maar op een gegeven moment wil je weer iets actiefs. Na het zwembad en de spelletjesdoos, gaan we toch naar buiten. Een kasteel is altijd leuk, zeker met kinderen. De harnassen, zwaarden en martelwerktuigen blijven tot de verbeelding spreken. En veel bergdorpen hebben een Heimatmuseum met oude werktuigen en ambachten, klederdrachten en ingerichte kamers uit vroeger tijden. In dit overzicht geven we de informatie over een aantal grotere bergmusea en enkele andere musea die de moeite waard zijn. De informatie is geldig voor de zomerperiode. Het overzicht is niet uitputtend en er zijn zeker meer musea die een vermelding verdienen. Voor Geheimtipps houden we ons aanbevolen!

Alpines Museum

Olympisch Museum

München, Duitsland

Lausanne, Zwitserland

Zaterdag, zondag 11-18 uur. Dinsdag t/m vrijdag 13-18 uur.

Dagelijks 9-18 uur.

De permanente tentoonstelling laat de geschiedenis van de bergsport zien: veel tekeningen en schilderijen en een overzicht van de moderne expedities. Verder een overzicht hoe de Alpenverenigingen van Duitsland en Oostenrijk langzamerhand antisemitisch en nationalistisch werden. In 1924 werd de eerste joodse sectie uitgesloten en in de Alpenvereniging was lang voordat de nationaal-socialisten de macht grepen, geen jood meer lid. Een voorbeeld van de verering van het nationaal-socialistische gedachtegoed blijkt uit de uitbundige manier hoe de beklimming van de Nanga Parbat en het succes op de Eiger-noordwand werden opgedragen aan de partij en haar Führer. Bijzonder: De nieuwe tentoonstelling ’Hast Du meine Alpen gesehen’ laat het belang zien van joodse bergbeklimmers, kunstenaars, pioniers uit het toerisme, intellectuelen en onderzoekers en toont hun rol bij de ontdekking en ontsluiting van de Alpen. Informatie: ww.alpenverein.de

Sportliefhebbers komen hier echt aan hun trekken. Historische beelden, films, attributen van de ’Olympische familie’. Het gebouw herbergt ook het hoofdkantoor van het Internationaal Olympisch Comité en ligt op een prachtige plaats aan het meer van Genève. Bij goed zicht is het hele Mont-Blancmassief zichtbaar. Informatie: www.olympic.org/en/content/ The-Olympic-Museum

Musée Alpin Chamonix, Frankrijk Dagelijks 14-19 uur. In het voormalige Chamonix Palace uit het begin van de twintigste eeuw zit een museum waarin de geschiedenis van de bergsport op en rondom het Mont Blancmassief te zien is. Het toerisme begon op de sneeuw- en ijsvlakten van Savoie in de 18e eeuw. Uitgebreid aandacht voor de eerste beklimming van de Mont Blanc in 1786 door Jacques Balmat en dr. Michel Paccard.

Ferrari Museum Maranello (bij Modena), Italië Dagelijks 9.30-19 uur. Alle modellen ooit gemaakt en gesierd met het karakteristieke steigerende paardje staan in het museum. In het bekende knalrood, maar er zijn ook modellen in geel (de oorspronkelijke kleur van Ferrari), zwart en gebroken wit. Echt voor de liefhebbers, die motoren kunnen zien van roemruchte modellen als de 166 Inter F60, de 365 California en de F355 Berlinetta. Verder zijn er films, snuisterijen, een nagebouwde pits en echte Ferrari’s waarin je kunt zitten en filmbeelden bekijken van wat coureurs zien. Bijzonder: Grote winkel met Ferrarispullen, van een raceoverall voor baby’s tot een origineel, dus duur, Ferrarihorloge. Informatie: www.ferrari.com


HOOGTELIJN 3-2010

|

WAT NU? Schweizerisches Alpines Museum

Alpenverein-Museum

Bern, Zwitserland Maandag 14-17.30, andere dagen 10-17.30 uur.

Hofburg in Innsbruck, Oostenrijk

Gespecialiseerd in cartografie en het maken van reliëfs van berglandschappen. Verder geschiedenis van de Zwitserse berggebieden, veel originele voorwerpen, schilderijen, uitrusting van klimmers. En op verschillende plaatsen presentaties van de enorm grote beeldbank met bergfoto’s. Bijzonder Tijdelijke tentoonstelling over de 100-jarige tandradbaan op de Niesen (Berner Oberland). En ’Zimmer frei’, een origineel opgezette expositie over de geschiedenis en de toekomst van de hotellerie in Zwitserland, gemaakt in een hotelgang met verschillende kamers. Wegens succes dit jaar geprolongeerd. Informatie: www.alpinesmuseum.ch

Dagelijks 9-17 uur. Tentoonstelling over het alpinisme onder de titel ’Bergen, een onbegrijpelijke hartstocht’, met een overzicht van de geschiedenis van het alpinisme met zijn fysieke en psychische uitdagingen. Het ‘beklimmen van de berg’ wordt op een originele manier in historische en sociale context geplaatst, waarbij op een vaak speelse manier oog is voor de bijzondere aspecten van de bergsport. Bijzonder: Prachtig rijk geïllustreerd boek beschikbaar over deze verrassende tentoonstelling. Informatie: www.alpenverein.at/ leidenschaft

Salzburg Museum Salzburg, Oostenrijk

Deutsches Museum München, Duitsland

Dinsdag tot en met zondag 9-17, donderdag 9-20 uur. In juli en augustus ook op maandag 9-17 uur.

Dagelijks 9-17 uur. Een enorm museum over de wetenschap, soms met een knipoog behandeld. Veel komt aan de orde: energie, verkeer, technologie, communicatie, muziekinstrumenten en een speciale tentoonstelling over de Oceaan van de toekomst, waarin duidelijk gemaakt wordt wat het belang van oceanen is voor ons toekomstige klimaat. Bijzonderheid Een afdeling van het museum, het Deutsches Museum Flugwerft Schleissheim, ligt net buiten de stad in Oberschleissheim op een oude basis van de Luftwaffe. Uitgebreid overzicht van de geschiedenis van de luchtvaart. Informatie: www.deutsches-museum.de

Het leggen van de eerste steen voor het Festspielhaus in Hellbrunn in 1922.

Dit jaar bestaan de Salzburger Festspiele 90 jaar. In de hele stad zijn op verschillende plaatsen exposities, activiteiten en optredens onder de naam ’Salzburg Museum’. Enige voorbereiding op een bezoek is wel nodig, want het is een enorm groot evenement. Bijzonder: In het Speelgoedmuseum, een onderdeel van het Salzburg Museum, is een speciale tentoonstelling over het circus. Miniaturen, foto’s, films, boeken, speelgoed, alles over het circus. Informatie: www.salzburgmuseum.at en www.90jahre.salzburgerfestspiele.at

Musée et chiens du Saint-Bernard Martigny, Zwitserland Dagelijks 10-18 uur. De geschiedenis van deze mooie goeiige lobbesen en een overzicht van hun voormalige thuis, het hospitium op de Grote SintBernhard. Op de begane grond zitten de honden, die ook naar buiten kunnen. Bijzonder: Omvangrijke tentoonstelling van 200 maskers uit de Himalaya en een kleiner overzicht van Zwitserse maskers, onder andere uit het Lötschental. Informatie: www.musee-saint-bernard.ch Tip: Dichtbij ligt de Fondation Gianadda van dezelfde oprichter dat een merkwaardige mengeling laat zien van moderne kunst, voorwerpen uit Gallo-Romeinse opgravingen en een collectie oude auto’s.

Fondation Beyeler Basel, Zwitserland Dagelijks 10-18 uur. Wie toch in Basel is en van kunst houdt, kan naar de Fondation Beyeler (tram 6) met een mooi overzicht van de collectie van verzamelaarsechtpaar Beyeler. Onder andere beelden van Alberto Giacometti. Speciale expositie over Jean-Michel Basquiat, een bijzondere kunstenaar uit de New Yorkse Underground. Bijzonder: Bij goed weer is de mooie tuin met terras al een uitstapje op zich. Informatie: www.beyeler.com

39


|

HOOGTELIJN 3-2010

Museum van de Cinema Turijn, Italië Dinsdag t/m vrijdag en zondag 9-20.00 uur, zaterdag 9-23 uur. Een sprookjesachtig mooi museum over de film, kunstig gebouwd in een voormalige synagoge. De illusie van de film komt op veel plaatsen terug. In het hele museum kleine hoekjes en aparte ruimtes met interessante overzichten van verschillende genres en van het werk van bepaalde regisseurs. Overal stoelen om films te bekijken. Je kunt er uren rondhangen. Bijzonder: De karakteristieke spits van het museum, symbool van de Olympische Spelen in Turijn, is te bezoeken. Prachtig uitzicht op de omringende bergen, als het niet regent…. Informatie: www.museonazionaledelcinema.org

Schweiz Arena.

Verkehrshaus Luzern, Zwitserland Dagelijks 10-18 uur. Alles over verkeer en vervoer: auto’s, bussen, treinen, vliegtuigen, bergbanen, scheepvaart. In de Schweiz Arena is op een 200 vierkante meter grote luchtfoto van Zwitserland vrijwel ieder detail van het land te zien, zelfs ieder huis is erop terug te vinden. Als je rode slofjes met een wit kruis aandoet, mag je op de foto lopen en zoeken naar de details. Bijzonder Het Verkehrshaus heeft een samenwerking met het IMAX-theater, waar onder andere de imposante film ’Die Alpen’ getoond wordt. Wel even informeren want de film uit 2007 draait niet elke dag. Informatie: www.verkehrshaus.ch

Centre Mondial du Cyclisme Aigle, Zwitserland Maandag tot en met vrijdag 8-17.30 uur. Hoofdkantoor van de wereldwielerbond en opleidings- en trainingscentrum voor jonge sporters in disciplines als het baanwielrennen, BMX en mountainbiken. Gratis toegankelijke Hall of Fame met wisselende exposities. Wie geluk heeft ziet toekomstige toppers trainen op de prachtige houten wielerbaan. Informatie: www.cmc-aigle.ch

Musée d’art moderne de Céret Céret, Frankrijk Dagelijks 10-19 uur.

©Schweiz Arena

40

Shot uit film Die Alpen Daniela Jasper, John Harlin en Robert Jasper op de topgraat van de Eiger na een drie dagen durende beklimming van de Eiger-noordwand.

Museum opgericht in 1950 door enkele kunstenaars die in het dorp hun (zomer)verblijf hadden en er werkten. Zij lieten schilderijen na aan het museum, dat nu werken heeft van kunstenaars als Picasso, Braque, Chagall, Matisse en Miró naast kunstwerken van een grote groep minder bekenden. Informatie: www.musee-ceret.com

Tinguely Museum Basel, Zwitserland Dagelijks 11-19 uur, maandag gesloten. Jean Tinguely is beroemd om zijn razendknap gebouwde machinekunstwerken. Alles draait en beweegt, ratelt, piept en kraakt. Een mooi museum voor het werk van een creatieve geest. Verder werken van Niki de Saint Phalle, de weduwe van Tinguely. Bijzonderheid: Tijdelijke expositie over robots. Informatie: www.tinguely.ch

Matterhorn Museum Zermatlantis Zermatt, Zwitserland In juni dagelijks 14-18 uur, daarna 11-18 uur. Overzicht van de geschiedenis van Zermatt, dus veel aandacht voor de beroemdste berg van het land, de Matterhorn. Onder andere de Matterhornshow waarin de bezoekers op multimediale manier kennis maken met de berg. Uiteraard aandacht voor de eerste beklimming in 1865 door Edward Whymper en zijn ploeg en het drama bij de afdaling waarbij vier klimmers overleden. Het museum toont het originele touw van de eerste beklimming. Bijzonder: Het museum is vernieuwd en is vrijwel geheel ondergronds gebouwd in het centrum van het dorp, aan het einde van de Bahnhofstrasse, naast de kerk. Op het kerkhof naast de kerk liggen bergbeklimmers begraven die hun tocht op de Matterhorn of in de omgeving met de dood moesten bekopen. Informatie: www.zermatt.ch


REINHOLD MESSNER OPENT VIJFDE MUSEUM De beroemdste bergbeklimmer van de laatste decennia is Reinhold Messner. Südtiroler, inmiddels ook politicus, geïnteresseerd in spiritualiteit, in milieu en uiteraard alles in relatie tot de bergen en de bergwereld. Onder de naam MMM – Messner Mountain Museum zijn er vier musea in Südtirol waar steeds één aspect van de bergwereld centraal staat. Het vijfde museum, MMM Ripa, in het slot Bruneck (Brunico) wordt dit jaar geopend. Dat museum staat in het teken van de bergvolken, hun werk, hun relatie tot de bergen en hun cultuur. Aan bod komen Sherpa’s, Tibetanen, Mongolen, Hunza, Indiërs en de Walser. Messner houdt deze zomer twee voordrachten over de speciale expositie over de Dolomieten in MMM Firmian in Bolzano, op 28 juli en 8 september. Informatie: www.messner-mountain-museum.it

Slot Sigmundskron

MMM Firmian Slot Sigmundskron, Bolzano, Italië

Interieur met schilderijen, MMM Ortles.

Dagelijks 10-18 uur, maandag gesloten.

MMM Dolomites.

Relatie tussen de berg en de mens. In het hele slot zijn diverse ruimten te bezoeken, een deel ligt in de buitenlucht. Binnen: kunst, een overzicht van de 7 Summits en andere topbergen die Messner alle beklommen heeft. Daarnaast aandacht voor de religieuze betekenis van bergen in relatie tot de schepping en wat de moderne toerist doet in de bergwereld. Bijzonder: Aparte tentoonstelling over de Dolomieten, een van de beschermde gebieden op de werelderfgoedlijst van Unesco.

MMM Firmian.

Cibiana di Cadore, Italië Dagelijks 10-17 uur (juni), daarna 10-18 uur. Het thema is rots. Het museum ligt op een heuvel midden in de Dolomieten en vertelt de ontsluitingsgeschiedenis van het gebied. Het museum heeft een grote verzameling Dolomietenschilderijen vanaf de Romantiek tot heden. Er hangen onder andere werken van E.T. Compton. Bijzonder: Het museum is gevestigd bovenop de berg Monte Rite (2181 meter) in een oud fort, in 1912-1914 gebouwd als verdediging tegen de Oostenrijkse keizer Franz Joseph. Het fort deed ook nog dienst in de Tweede Wereldoorlog. Messner heeft het een nieuwe bestemming gegeven.

MMM Ortles

MMM Juval

Sulden (Solda), Italië

Slot Juval, Kastelbell, Italië

Dagelijks 14-18 uur, dinsdag gesloten.

Dagelijks van 10-16 uur, woensdag gesloten. De mythe van de bergwereld staat hier centraal. Aandacht voor heilige bergen als de Kailash in Tibet, de Fujiama in Japan en Ayers Rock bij de Aboriginals in Australië. Verder een maskerverzameling, een tantrakamer en de Tibetverzameling van Messner. Bijzonder: De bergbeklimmer woont sinds 1983 in Juval. Daarom is bezoek alleen met een gids mogelijk. Er is een parkje met bergdieren en de slotbewaarder verkoopt eigen gekweekte producten.

MMM Dolomites

DOLOMITES Welterbe – Patrimonio Mondiale – World Heritage UNESCO

7.3.–21.11.2010

Sonderausstellung Mostra temporanea

Schloss Sigmundskron, Bozen – Castel Firmiano, Bolzano – Tel. 0471 631264 – www.messner-mountain-museum.it

Ortles heeft als thema ‘IJs’ en ligt geheel onder de grond. Messner vertelt in dit museum over de sneeuwmensen, de sneeuwleeuwen, over ‘White Out’, over de geschiedenis van de ontdekkingsreizen naar de poolgebieden en over de derde pool, de Mount Everest. Er zijn ook veel foto’s van het Ortlermassief. Verder aandacht voor skiën en ijsklimmen. Bijzonder: Messner heeft overal aan de inwendige mens gedacht. In een oude boerderij naast het museum die ‘Yak&Yeti’ heet, worden yakvlees en andere Himalayaspecialiteiten geserveerd.



HOOGTELIJN 3-2010

|

Focus “Als je gaat wandelen in Noorwegen moet je rekening houden met slecht weer en veel regen; in Jotunheimen is dat eerder regel dan uitzondering. Als dan tussen de buien door de zon schijnt, geeft dat een extra mooi effect. Het licht is bijna onwerkelijk. Zo wordt het groen van het mos ineens felgroen en maken het geel en bruin van de korstmossen het landschap onvoorstelbaar kleurrijk. Dit was zo’n moment. Terwijl we aan de tong van de Storbreangletsjer in de regen onze stijgijzers aantrokken, brak plotseling de zon door en leek het alsof de gletsjer zelf blauw licht uitstraalde. Het is net als bij de waardering voor het uitzicht vanaf een top: die is groter naarmate je meer moeite in de beklimming hebt gestoken. Nu realiseerden we ons waarom we ook alweer drie dagen door de modder en de striemende horizontale regen met een zware rugzak hadden lopen zeulen.” Maarten Papo www.seismicimages.com

Heb jij ook een mooie foto die in Focus past? Stuur hem naar Hoogtelijn. Redactie Hoogtelijn, Postbus 225, 3440 AE Woerden, hoogtelijn@nkbv.nl

43


44

|

HOOGTELIJN 3-2010

|

INTERVIEW

|

TEKST ERNST ARBOUW

|

FOTO’S L AURENS A AIJ

Herman Plugge:

EXPEDITIEKLIMMEN AVONTUUR MEER Herman Plugge (71) is alpinist in hart en nieren. Het bergbeklimmen is hem met de paplepel ingegoten en nog steeds reist hij jaarlijks af naar de bergen. Zijn klimcarrière strekt zich uit over zes decennia en omvat expedities naar de Sovjet-Unie, Afghanistan en de veelbesproken Nederlandse Everestexpeditie van 1984. Hij zat in het bestuur van de KNAV; hij leidde verschillende expedities; hij organiseerde opleidingen; hij gaf jarenlang leiding aan de Commissie Expedities en Alpiene Topsport (CEAT) en hij was vijftien jaar mede-eigenaar van bergsportzaak Demmenie in Amsterdam. NKBV-erelid Herman Plugge (71) is de nestor van de Nederlandse expeditiebergsport en beroemd – of berucht – om zijn Irish coffee; één keer per jaar ontmoeten Nederlandse topklimmers elkaar bij hem thuis voor de uitreiking van de zogenoemde Herman Plugge Award en die avond wordt traditioneel afgesloten met stevige Ierse koffie. “Iedereen moet wat vertellen over z’n tochten en tot slot maak ik Irish coffee op grootmoeders wijze, maar ja: die Irish coffee is wat iedereen onthoudt,” zegt hij relativerend. Plugges lange bersportcarrière begon in 1950, tijdens een vakantie in Oostenrijk. Het hoogtepunt van de reis was het moment dat zijn vader een berggids bestelde voor de beklimming van een heuse berg, vertelt hij. “Dan ging de hele familie, inclusief mijn moeder, naar een berghut. Vervolgens kwam om vier uur ’s nachts de gids en dan gingen we ‘een top doen’. Zo werd mijn eerste berg de Piz Buin in de Silvretta.” En, zegt hij

lachend: “Drie uur, vier uur ’s nachts uit je bed – dat vind ik toch echt het nadeel van klimmen. Dat vond ik toen al vreselijk en dat is nooit meer overgegaan.” Twee jaar later ging de familie opnieuw naar Oostenrijk. “Mijn ouders hadden voor ons, de kinderen, de spanning een beetje opgevoerd. Wij keken al dagenlang naar de barometer om te zien of ‘ie ging stijgen.” Ja dus. Vader Plugge boekte opnieuw een gids, en opnieuw trok de hele familie naar een berghut voor een beklimming – dit keer de Schaufelspitze in de Stubaier Alpen. “En als we in het dal zaten dan maakten wij, de kinderen, waanzinnig lange tochten. Hoe langer het was, hoe mooier ik het vond. Wij liepen zo hard dat mijn ouders op het laatst niet meer meegingen. Die zeiden: ‘Ga zelf maar’.” Pas in zijn studententijd kwam hij opnieuw met bergsport in aanraking. Op zijn negentiende kwam Plugge aan – zo heette dat toen nog – als eerstejaars in Utrecht. “Bij het corps vroegen ze me: ‘Wat kun je of wat doe je?’ Waarop ik zei: ‘Ik kom wel eens in de Alpen.’ Dus ik werd tot alpinist gebombardeerd. Onzin natuurlijk, maar dat riepen ze omdat ze leden zochten voor de Studenten Alpen Club.”

De jonge Plugge liet zich overtuigen om mee te gaan op een klimweekend naar de Maasrotsen. “Doodeng,” zegt hij. “Maar ja, dan ben je thuis en dan vragen je vrienden hoe het was. Dan komen natuurlijk de verhalen over hoe mooi het was en hoe moeilijk en hoe steil. Toen begon ik er opeens toch een beetje in te geloven. Dus ik ben toch nog een keer meegegaan, en die tweede keer begon ik het ook echt leuk te vinden – nou ja, toen was ik verloren.” In die periode, de late jaren vijftig, vroege jaren zestig, had de Nederlandse Alpen Vereniging, een van de voorlopers van de NKBV, ongeveer 1500 leden. Iedereen kende elkaar, vertelt Plugge: “Vreselijk gezellig.” Studentenklimmers uit verschillende steden ontmoetten elkaar in de Maasrotsen. Daar werden vriendschappen gesloten die inmiddels ruim een halve eeuw meegaan. En er werden expedities op poten gezet: naar de Manaslu, naar Groenland en naar de Kaukasus. Zo reisde Plugge in 1967 met vier bevriende studentenklimmers naar de Elbrus (5642 meter), middenin de toenmalige Sovjet-Unie – niet de meest voor de hand liggende bestemming voor een groepje jonge Nederlandse klimmers. “Tsja, hoe kwamen we daarop? Mijn ouders hadden


IS GEEN ‘Dus ik werd tot alpinist gebombardeerd’


46

|

HOOGTELIJN 3-2010

een Renault bestelauto, door mijn vader omgebouwd tot kampeerwagen. Die mochten we gebruiken, dus toen hebben we zitten denken: het moet met de auto bereikbaar zijn en het moet betaalbaar zijn, want geld hadden we natuurlijk niet.” Het team stippelde een route uit via Hongarije en Roemenië en vervolgens via Odessa aan de Zwarte Zee met een boot naar Jalta om van daaruit over te steken naar Sotsji en dan in twee dagen door te rijden naar de Elbrus. “Iedereen verklaarde ons voor gek dat we naar Rusland gingen. En daar hadden ze achteraf eigenlijk wel gelijk in.”

lijk lastig. Dat controlesysteem, dat was volstrekt onmogelijk. Iedereen die je tegenkwam zei: ‘Wat leuk, en ja hoor, met die bus kun je zo richting de Krim’, maar zodra de politie erbij kwam mocht je helemaal niks meer. We hebben één keer meegemaakt dat we misschien vijftig meter naast de weg aan het zwemmen waren in een of ander lummelig riviertje en verdomd,

COMMUNISTISCHE CONTROLE Het was het hoogtepunt van de koude oorlog, vertelt Plugge. “Je mocht niks; het was vreselijk. We kregen toestemming om in Odessa te kamperen, maar alleen op voorwaarde dat er geen oorlogsbodems in de haven lagen. En we moesten ons dan wel elke dag melden bij de politie. De lokale bevolking vond het hartstikke leuk dat we daar waren, die vond alles best, maar de Communistische Partij was verschrikke-

binnen tien minuten stond de politie naast ons: ‘Heren jullie zijn van de weg af. Dat mag niet.’” Uiteindelijk maakten de Nederlandse klimmers de oversteek van Jalta naar Sotsji. Alles leek gesmeerd te gaan, tot ze aankwamen in Mineralnye Vody, de laatste grote plaats voor de Elbrus. “Daar werd ineens de toestemming om naar de Kaukasus te gaan ingetrokken. Er was een aardverschuiving geweest en we mochten

niet verder, zeiden ze. We hebben daar vreselijk staan soebatten, maar het kon allemaal niet en het mocht allemaal niet. Uiteindelijk hebben we gevraagd of we niet bij die aardverschuiving mochten gaan kijken. ‘Dan komen we vanavond weer terug.’ Toen heeft de politie – dat was natuurlijk vreselijk stom – ja gezegd.” Het team reed door richting Elbrus. “Daar

‘Drie uur ’s nachts uit je bed - dat vind ik toch een nadeel van klimmen’ vonden ze het prachtig dat we er waren. We hebben opgebeld dat er inderdaad een aardverschuiving was geweest en dat we nu niet meer terug konden. Ja, we zeiden: bekijk het maar, wat zullen we met die politie – laten ze ons maar komen halen als ze d’r last van hebben.” Plugge is eventjes stil: “Ja, dat was natuurlijk vreselijk onbezonnen. Maar als je geen initiatief neemt, gebeurt er niks. Als je keurig luistert, gebeurt er nooit wat.” De beklimming van de Elbrus bleek een fluitje van een cent in vergelijking met alle rompslomp die eraan vooraf ging. “Al hebben we nog wel vreselijke moeite gehad met acclimatiseren. We waren een stel jonge honden en toen we er eenmaal waren, dachten we: die Elbrus doen we wel even. Het is een vulkaan, helemaal niet zo moeilijk, maar god, wat zijn we hoogteziek geweest. Als je zo uit het dal komt en denkt: die doen we wel, dan gaat je lichaam toch protesteren.” Hij loopt naar zijn keuken en wijst op een grote zwartwitfoto boven de achterdeur: twee ouderwets geklede poppetjes op een weidse gletsjer, met uitzicht op een enorme serac. “Bij de tweede poging hebben we die Elbrus uiteindelijk beklommen en daarna hebben we de berg op die foto gedaan: de Ushba. Echt een heel mooie berg. Zie je die ijsval? Een fantastisch ding, ongelofelijk indrukwekkend, daar moet je helemaal doorheen. Technisch veel moeilijker dan de Elbrus.” Na de Kaukasus volgde een hand vol andere tochten, onder meer in 1972 met prins Claus naar de Kilimanjaro en in 1973 een expeditie naar de Koh I Hevad (6850 m) in de Hindukush in het noordoosten van Afghanistan. “Geld hadden we niet, dus we


‘Als je keurig luistert, gebeurt er nooit wat’

hadden bedacht dat we met de jeep van een van de deelnemers over land zouden gaan. De twee deelnemers met een baan, Bram van Veelen en ik, zouden alvast vooruit vliegen naar Kabul. Die jeep heeft natuurlijk allemaal ellende gehad; die is over de kop gegaan, noem het maar op.” En alsof dat allemaal nog niet genoeg was, werd terwijl de jeep onderweg was in Afghanistan een staatsgreep gepleegd, waarna de grens dicht ging en de expeditieleden het land niet in mochten. “Dus Bram en ik zaten in Kabul en de rest stond ergens voor de grens. Los het maar eens op. Nou moet ik zeggen dat we verschrikkelijk veel medewerking hadden van het Nederlandse consulaat. En wij vielen kennelijk goed in de Nederlandse gemeenschap die daar zat. Daar zaten iets van twaalf of dertien mensen en die vonden dat wel leuk, een paar Nederlandse klimmers. Ja, zo’n kleine gemeenschap is wel eens op elkaar uitgekeken. Dus al die Nederlanders zeiden van: kom je vanavond niet langs, dan richten we een barbecue op. We zaten elke avond wel ergens lekker te pimpelen.”

“Uiteindelijk heeft de consul – heel knap – het voor elkaar gekregen dat de andere jongens een aparte vergunning kregen om het land binnen te gaan. Maar ja, vertel het ze maar eens, we wisten niet eens precies waar ze zaten. Gelukkig gingen ze zich elke dag melden aan de grens, dus na drie dagen kregen ze plotseling bericht: ‘Jullie zijn toch die jongens van de Hindukush? Jullie mogen door’. Twee dagen later waren ze in Kabul. Toen hadden we zoveel dagen verspild dat er eigenlijk geen tijd meer was om fatsoenlijk te klimmen, maar het avontuur was er natuurlijk niet minder om.” Hoe heeft Plugge het expeditieklimmen in de loop van de afgelopen veertig jaar zien veranderen? “Vroeger was het avontuur veel groter omdat je onbekende gebieden in ging. Tegenwoordig ga je naar Google Maps en je krijgt luchtfoto’s van het hele gebied waar je heen wilt. De beklimmingen waren technisch misschien minder moeilijk, maar het avontuur was groter.” Hij vertelt dat hij in 2002, bij het honderdjarig bestaan van georganiseerde bergsport

in Nederland, een overzicht heeft gemaakt van alle Nederlandse expedities tot dan toe. Een vervolg op dat boekje komt er voorlopig niet, vooral omdat het steeds moeilijker wordt om te zeggen wat precies een expeditie is. “Dat is een enorm lastig onderwerp. Is Mount McKinley nog een expeditie? Je vliegt naar Anchorage, dan neem je een vliegtuigje naar het basiskamp en dan kun je de berg op. We kunnen het begrip expeditie niet meer zuiver omschrijven. De beklimming van de Kilimanjaro, is dat nog een expeditie? Ik vind van niet.” MOUNT EVEREST Het is niet mogelijk om met Plugge over expedities te praten zonder het te hebben over een van de meest omstreden onderwerpen uit de Nederlandse klimgeschiedenis: de Nederlandse Mount Everest Expeditie 1984. Tijdens die expeditie, onder leiding van Plugge, bereikte Bart Vos naar eigen zeggen als eerste Nederlander de top van ’s werelds hoogste berg. Die claim is inmiddels zeer omstreden. Direct na de beklimming werd door leden van een


‘Ik ben overtuigd dat Bart wel op de top is geweest’

Tsjechische expeditie die gelijktijdig op de berg was, getwijfeld aan Vos’ bewering. In 2000 laaide de discussie opnieuw op na publicatie van Eén Meter Everest van expeditiecameravrouw Mariska Mourik. Een aantal expeditieleden schreef in reactie daarop het Witboek Everest waarin ze Mouriks boek punt voor punt probeerden te weerleggen, maar inmiddels staan ook andere beklimmingen van Vos ter discussie. Hoe kijkt hij na al die jaren eigenlijk terug op de expeditie? Wat letterlijk het hoogtepunt van de Nederlandse bergsport had moeten zijn is toch uiteindelijk een enorme controverse geworden die de reputatie van bergsport in Nederland weinig goed heeft gedaan. Frustreert dat hem niet? “We hebben op de berg altijd plezierig met elkaar samengewerkt en we hebben nog steeds goed contact met elkaar. Ik kijk er met veel plezier op terug, maar ik ben wat teleurgesteld door de discussie die erna is ontstaan. Dat is namelijk een welles-nietesdiscussie waar je niet uitkomt.” Plugge benadrukt een aantal keer dat hij niet twijfelt aan de topclaim van Vos. “We hebben net met een aantal expeditieleden het 25-jarig jubileum gevierd. We hebben weer eens uitgebreid geborreld en we zijn met elkaar gaan eten.” Plugge herhaalt nog een keer de versie van de gebeurtenissen die, zoals hij zegt “overal beschreven staat”: na drie dagen slecht weer op de Zuidcol deed Vos op 8 oktober een toppoging, samen met Ganesh, Edward Bekker en Mariska Mourik. Bekker keerde

op 8200 meter om vanwege moeilijkheden met zijn zuurstofapparatuur. Mourik is op 8600 meter omgekeerd, waarna Vos en Ganesh doorklommen naar de Zuidtop. “Daar wilde Ganesh niet verder omdat hij moe was en omdat hij met het bereiken van de Zuidtop zijn premie binnen had. Bart heeft zijn rugzak afgedaan en gezegd: ‘Ik ga nog even kijken’. Er hingen touwen bij de Hillarystep en daaraan heeft hij zich met zijn laatste krachten omhoog getrokken. Daarna heb je nog een min-of-meer horizontaal graatje naar de top.” Plugge raakt zichtbaar geïrriteerd door vragen over de kritiek van de Tsjechische expeditie die gelijktijdig op de berg was. “Daar wil ik het verder niet over hebben. Daar zijn zoveel dingen gebeurd. Ik heb geen zin om daarover te praten.” Even later bromt hij: “Er is natuurlijk heel wat anders gebeurd bij die Tsjechen, maar dat moet je hun maar vragen. Als je dat verhaal hoort… Daar is iemand omgekomen, wist je dat? Daar is nu nog steeds gedoe over. Nee, ik heb geen zin om daar verder over te praten.” Wat dacht hij toen hij in 2000 het boek van Mariska Mourik las? “Ik wist dat Mariska erg teleurgesteld was dat zij niet op de top was geweest. Als je erbij was en je leest het boek; het klopt gewoon niet, maar ik kan het allemaal niet hard maken dus ik bemoei me er verder niet mee. Het was een hartstikke leuke expeditie die we met heel veel pret hebben beleefd. Dat Mariska zo teleurgesteld is dat ze dit doet – nou ja, dat moet ze zelf weten. Het boek ligt er. Ze schrijft

hartstikke leuk, het leest heel gemakkelijk weg, maar ik ben overtuigd dat Bart wel op de top is geweest.” MATTERHORN Wat doet Plugge tegenwoordig eigenlijk? “Niks!” zegt hij opgetogen. “Nou ja, ik heb een wandelgroepje. Elke woensdag lopen we tussen de vijftien en achttien kilometer, om fit te blijven. Verder golf ik af en toe, en ik doe nog wat werk bij Demmenie.” En de bergen? “Nou ja, als ik de kans krijg… We hebben nog een groepje uit onze oude studententijd, dan mogen de heren één weekje met elkaar de bergen in. Deze zomer gaan we naar Arolla, een rondje lopen bij de Grand Combin. Geen moeilijke dingen meer, gewoon zeven dagen van hut naar hut. Heel gezellig, alsof je teruggaat naar je oude studentenwereld. Dezelfde grappen en grollen. En er wordt nog steeds lekker gedronken. Hartstikke leuk, met oude makkers die ik al veertig jaar ken – nee wacht, ik ben 71, dus ik ken ze al vijftig jaar.” Is er in al die vijftig jaar nog een berg die hij niet heeft beklommen. Of preciezer: heeft hij een droomberg die hij eigenlijk nog wel had willen doen? “Droomberg is een groot woord, maar ik had graag op de Matterhorn gestaan. Maar ja, aldoor als ik er was, dan waren de condities weer slecht. Of ik was te vroeg; dan kwam ik eind juni en dan was het nog helemaal wit. Of het was pokkenweer – dus ik heb aldoor nèt de Matterhorn gemist. Nou ja het zou misschien nog wel kunnen, maar ik heb er nu eigenlijk niet zo’n zin meer in.” ▲


ELIA

Diseño 100% femenino • Solución concebida y desarrollada para ajustarse a las necesidades de las usuarias

© Ka

lice

• Descubre el casco ELIA en www.petzl.com/ELIA


50

|

HOOGTELIJN 3-2010

|

L O C AT I E O O S T E N R I J K

Fleischbank oostwand.

LAND DER


T E K S T R O E L A N D VA N O S S

|

F O T O R O E L A N D VA N O S S E N J E L L E S TA L E M A N

|

HOOGTELIJN 3-2010

KLIMMEN IN DE WILDER KAISER De Wilder Kaiser is een prachtgebied voor woeste alpiene rotstochten van alle lengtes en alle moeilijksheidsgraden. De toppen zijn er relatief laag zodat het klimseizoen lekker lang duurt. Welkom in het Land der Klassiekers.

KLASSIEKERS Vlakbij Kufstein, net over de Duits-Oostenrijkse grens, ligt de Wilder Kaiser, het Land der Klassiekers. Het is een rotsgebied dat vooral onder Duitsers populair is, maar waar nauwelijks Nederlanders komen. Ten onrechte. De Wilder Kaiser ligt relatief dichtbij Nederland en biedt eindeloos veel mogelijkheden voor ruige alpiene rotstochten van alle lengtes en alle moeilijksheidsgraden. Door de relatief geringe hoogte van de bergen is het de ideale plek om te klimmen als er in de rest van de Alpen nog of alweer sneeuw ligt. Veel routes zijn al aan het begin van de vorige eeuw geopend. Mijn eerste ervaring op de kalkrots in het gebied was als enthousiaste maar onervaren alpinist. Mijn klimmaat en ik hadden de dag ervoor allebei onze eerste friend gekocht, en die wilden we dolgraag gebruiken. Het was eind oktober, maar door het warme weer konden we in onze T-shirts klimmen. We hadden allebei wel eerder buiten geklommen, maar mijn maatje had nog nooit een route geklommen waar je je eigen zekeringen moest leggen. We waren beiden overweldigd door de torenhoge grijze wanden die vanuit de aarde recht omhoog leken te komen. Heel af en toe kwamen we een oude, verroeste mephaak tegen, de rest van de zekeringen – nummer 2 friends! – moesten we zelf leggen. Na die allereerste keer ben ik heel wat keren teruggeweest naar de magische grijze wanden. Met elke keer een nieuwe route, een nieuwe ervaring op de rotsen. Sommige routes klassiek, andere pas enkele jaren oud. Dit zijn drie van mijn vele avonturen: DÜLFER Fleischbank oostwand VI (V, A0), 360m, geopend 15 juni 1912 De ultieme testcase voor echte alpinisten – tenminste, dat vond men in de tijd van eerstbeklimmer Hans Dülfer. De route door de schijnbare gladde wand heeft nog steeds een serieus karakter. Hier telt niet de lengte maar de lijn; een typisch voorbeeld van het klimmen in vroegere jaren: klim zo ver als je kan, wijk daarna uit naar links of rechts om de weg te vervolgen. Ook hier vind je dus een pendel, iets wat trouwens wel vaker voorkomt in de Wilder Kaiser. Voor mij is het niet de eerste keer dat ik onderaan de Fleischbank oostwand sta; een aantal jaren eerder stond ik hier ook al. Toen durfde ik de route niet aan en nu heb ik nog steeds een gevoel van ontzag. Sprakeloos kijken we de hoogte in; deze omgeving beneemt ons de woorden. De eerste lengtes traverse vormen geen probleem,

maar als we daarna we recht omhoog gaan, maken we meteen al een fout. Jelle zit iets teveel naar links waardoor hij een veel te moeilijke scheur volgt. Met spanning volg ik hoe hij zich omhoogwerkt. Ik haal opgelucht adem als zijn ‘stand’ langs de rotswand galmt. Daarna komt direct de eerste van de drie nog moeilijker touwlengtes. Er zitten een paar stevige boorhaken in de gladgeklommen rots. Eigenlijk wel jammer, maar stiekem toch ook wel fijn. Ik moet wennen aan het klimmen. In de sleutelpas zit een gladgesleten greep voor mijn hand, terwijl ik nauwelijks iets heb om op te staan. Toch ben ik er na een paar keer proberen ineens doorheen. Hogerop staan we aan het begin van een imposante gladde en vooral steile wand. Een traverse naar links is nodig om zo te ontsnappen aan deze platen. Jelle klimt als eerste en verdwijnt zonder problemen om een hoekje. Midden in de passage hangt een straatnaambord aan een van de haken: Dülferstraße staat erop. Waarschijnlijk is er ergens in Duitsland nu een Dülferstraat zonder bordje, bedenk ik als ik verder klim. We klimmen verder naar het zogeheten ‘dikke’ einde: de uitklimspleet. Hoewel de steile schoorsteen de makkelijkste weg naar boven is, blijft het een worsteling. Als ik me door de eerste lengte gewerkt heb, mag Jelle zich opmaken voor nummer twee. Vanaf de stand ziet die er nog heftiger uit. Het is een echte ‘klassieke’ lengte: een schoorsteen met een grote scheur, zodat de eerstbeklimmers ook met hun grote lompe schoenen omhoog konden komen. Het is een heel geworstel, maar uiteindelijk komen we allebei boven. Gehaald. Onze ‘testcase’ is geslaagd. Nu zijn we echte alpinisten... PLATTENDIRECTISSIMA Kleine Halt noordwestwand V+, 750m, geopend 3 en 4 juni 1968 Een jaar later ben ik weer in de Kaiser. Oktober en mooi weer; een mooie combinatie. De ochtenden zijn wel koud: het gras is hier en daar wit berijpt en de autoruit zit dicht met ijs. De lucht is strakblauw en achter de horizon komen de eerste zonnestralen al omhoog. Achter ons gaan de rotswanden steil omhoog en in de verte kunnen we de rook van de hut al zien opstijgen. De volgende ochtend staan we met het eerste licht onder onze route: de noordwand van de Kleine Halt. Geen moeilijke route, wel een echt alpien avontuur. Met bijna 800 meter is het een van de

|

51


52

|

HOOGTELIJN 3-2010

langste klimroutes in de Kaiser. We hebben al twee uur gelopen vanaf de hut en dat terwijl de klim nog moet beginnen. De eerste lengtes kennen we al van een vorige poging en dus zijn we snel op weg. De rots is mooi vast en we maken daardoor snel vaart. Ook hier zijn de standplaatsen weer geboord, iets wat je steeds vaker tegenkomt in de Kaiser. De meningen lopen uiteen, maar het grote voordeel is wel dat je weet of je goed of fout zit. Tegelijk neemt dat natuurlijk een deel van het avontuur weg. Na de tiende touwlengte houden de standplaatsen ineens op. Zitten we verkeerd, of is er rots uitgebroken? Gelukkig kunnen we op de topo ongeveer zien waar we heen moeten, dus we klimmen verder. Na zelf enkele standplaatsen gemaakt te hebben, hoor ik Jelle plots ‘haken’ roepen. “Eén..., oh nee, het zijn er toch twee.” Prima, we zitten weer op de route. Een paar lengtes verder komen we bij het hoefijzer: een stuk rots dat is uitgebroken en de vorm van een hoefijzer in de wand achter heeft gelaten. De rots is heerlijk ruw en niet te steil; we genieten bij elke beweging. Vaak worden de iets moeilijker lengtes afgewisseld met makkelijkere lengtes. Boven ons zien we de zon al op de graat schijnen, ons avontuur zit er bijna op. Eén blik op mijn horloge en dan weten we het zeker: binnen vijf uur geklommen terwijl er zes tot acht uur voor staat. Dat

maakt het heerlijke gevoel alleen nog maar beter. Het uitzicht is betoverend en met een goed gevoel beginnen we aan de afdaling. DÜLFER Totenkirchl westwand V+/A0 (VI+), 600m, geopend 26 september 1913 De dag later zijn we weer vroeg op. Een van de laatste routes op mijn verlanglijstje staat op het programma: de westwand van de Totenkirchl. Dülfer klom hem in 1914 (!) met een grote canvas rugzak, zware bergschoenen en een hele bos haken. En toch in zeven uur! Tegenwoordig is de richttijd nog steeds zeven uur, maar voor veel mensen is dat te hoog gegrepen. Het idee dat klimmers dit bijna honderd jaar geleden ook geklommen hebben, blijft in mijn hoofd spoken... Als we beginnen hebben we al direct moeite om de instap te vinden. Onze eerste poging om de wand in te traverseren heeft geen succes: de rots die boven ons ligt, is veel te moeilijk. Het zou derdegraads moeten zijn, dit klopt niet. Waar is de instap? Uiteindelijk vinden we twee glimmende haken; hier zal het dan wel zijn. Bomvaste, heerlijk ruwe rots met hier en daar wat klimsporen. Jelle roept dat hij weer twee haken gevonden heeft, we zitten dus goed. De eerste drie

Op de top van de Totenkirchl.

Onderweg op de Totenkirchl.

Abseilen vanaf de Fleischbank.


Schoorsteen in de Dülferroute op de Fleischbank oostwand.

Plattendirectissima op de Kleine Halt noordwestwand.

gemakkelijke lengtes voeren ons naar de sleutelpassage, een tien meter lange gladde traverse. Ook hier zitten weer twee haken. Misschien wel zo goed, want zelf zekeringen leggen is er hier niet bij. De rots is zo compact dat ik nauwelijks iets vind waar ik mijn voeten op kwijt kan. Er zitten een paar richels voor m’n handen, maar echt veel is het niet. Door mijn hoofd flitst het beeld van Dülfer en z’n maten, onderweg met een zware rugzak en enorme bergschoenen, zonder dat ze een idee hadden wat hun na deze traverse nog stond te wachten. Onder me gaapt honderd meter lucht.

Twee lengtes verder krijgen we nog een moeilijk stuk. Weer een lastige traverse, nu met wel iets meer houvast. Een laatste pas, en dan sta ik onder de uitklimspleet. We klimmen in de schaduw en de rillingen lopen over mijn lijf. In de zon is het heerlijk, maar hier merk je dat het toch echt eind oktober is. Gelukkig mag ik weer klimmen, zodat mijn lichaam langzaam weer kan opwarmen. Wat volgt is een heerlijke lengte met grepen die zo uit de hal lijken te komen: groot en heerlijk ruw. Wat een genot! Nog een lengte schoorsteen en dan toppen we in de zon. Het kruis, de route, het weer en de bergen: alles lijkt te kloppen. Zo moet klimmen zijn. ▲

WILDER KAISER De Wilder Kaiser ligt iets ten oosten van Kufstein, net over de DuitsOostenrijkse grens. Het gebied bestaat uit één enkele bergrug, die je vanuit het noorden of vanuit het zuiden beklimt. Aan de noordkant (waar de meeste lange en bekende routes zitten) staat ook het Stripsenjochhaus. Deze hut ligt op vijf kwartier lopen vanaf de parkeerplaats en is van alle gemakken voorzien. Veel routes kan je ook vanaf de parkeerplaats doen. De aanlooptijd wordt dan wel een uurtje langer. Bivakkeren op de parkeerplaats wordt (in het naseizoen) gedoogd, er is stromend water. Vooral de weekends kunnen erg druk zijn. Veel klimmers komen vanuit Duitsland (München) om een weekendje te klimmen. Reserveren in de hutten is dan een noodzaak. Door de geringe hoogte kun je tot eind oktober vaak goed klimmen: je hebt er minder snel last van de sneeuw en de temperatuur is vaak ook nog lekker.

Meer klassiekers • Leuchsturm - Alte Südwand: V+/A0 (VI+), 300m, 20 september 1930 • Christiaturm - Südostkante (christakante): V/A0 (VI+), 180m, 1928 Naast deze klassiekers, zijn er de laatste jaren in de Wilder Kaiser

moderne routes geopend. Wisselend van kwaliteit en lengte, maar met enkele zijn zeker de moeite waard. • Totenkirchl - Und ewig lockt das weiß (VII, 500m, 2005) • Totenkirchl – Kirchl express (VI, 750m, 2003) Met een korte aanloop, mooie rots en een lengte van 700 meter zeker een aanrader. Zoals bij vele moderne routes is de lijn soms een beetje gezocht. De laatste lengte heeft geen haken, en het is dan ook meteen een van de moeilijkere lengtes. • Fleischbank – Via Classica (V, 620m, 2002 ) Meer een moderne klassieker, met een routeverloop dat erg mooi door allerlei kloven verloopt. Niet al te moeilijk, maar wel weer 600 meter lang. Een leuke idee om de eerste dagen wat in op te warmen.

Documentatie • Best of Genuss, Band 2, Johanna Widmaier, Panico Alpinverlag, 2009 • Alpenvereinskarte, blad 8 Kaisergebrige, schaal 1:25.000 • www.roelandvanoss.com • www.bergsteigen.at


54

|

HOOGTELIJN 3-2010

|

T E K S T C H R I S TA S L O O T M A N

FAVO ALPEN Tips

VAN JE CLUBGENOTEN Waar moet je zijn als je een leuke alpencamping zoekt? Dat is niet een-twee-drie te zeggen. Iedereen heeft zo zijn eigen wensenlijstje waaraan de ultieme bergcamping moet voldoen. Vijf NKBV-leden vertellen over hun favoriet. Wat vinden NKBV-leden belangrijk aan een alpencamping? Een oproep op het prikbord van de verenigingswebsite nkbv.nl geeft daar al snel meer duidelijkheid over. De meesten roemen rust, uitzicht en bergsportmogelijkheden in deze genoemd volgorde; zeg maar het klassieke

AROLLA: VOOR DE ECHTE BERGSPORTER ● Arthur Wester Hoogte, rust en natuur. Arthur Wester vindt dat de belangrijkste elementen voor een leuke alpencamping. Daarom is zijn tip Petit Praz in het Zwitserse Arolla, gelegen op een hoogte van 1970 meter. “Het is een prachtige, kleine camping voor de echte bergsporter. In de omgeving liggen tal van bergen boven de 3000 meter. Er zijn mogelijkheden voor hoge rotstoeren en even voorbij de camping liggen grote rotsblokken waarop je kunt boulderen. Geweldig toch?” Bovendien zijn er in het gebied veel berghutten, waardoor je er heel veel mooie tochten kunt maken. Op Petit Praz zelf is het ook genieten, vindt Arthur Wester. “Je hebt een fascinerend uitzicht op de Pigne d’Arolla, met 3796 meter één van de hogere bergen in de omgeving.” De twee Frans-Zwitserse eigenaren zorgen goed voor het uiterlijk van de camping. “De grasveldjes zijn netjes verzorgd en het sanitair is werkelijk geweldig voor een camping op deze hoogte.” De hoogte maakt wel dat het ’s avonds koud kan worden. Warme kleding en een goede deken zijn daarom geen overbodige luxe. Toch is dat volgens Arthur geen reden om ‘s avonds vroeg de tent in te vluchten. “Je kunt er geweldig sterren kijken.” www.camping-arolla.com

bergvakantie-ideaal. Maar er zijn ook diehards die op willekeurig welke plek hun haringen in de grond prikken, zolang er maar beklimbare rotsen in de buurt zijn. Kijk van tevoren goed op de kaart om de camping op jouw ideale locatie te vinden. Zo zijn nabijgelegen spoorlijnen en paswegen


HOOGTELIJN 3-2010

CAMPINGS (brullende motoren) notoire rustverstoorders, maar ze bieden wel weer mogelijkheden om gemakkelijk het beginpunt van je tochten te bereiken. Andere factoren die bij de keuze voor een kampeerplek een rol spelen zijn naast de tent mogen parkeren (vooral handig als je een klein tentje hebt), de aanwezigheid van een droogtrommel of droogruimte, een (kamp)winkeltje, nabij gelegen horeca en

– meestal voor de kinderen – een zwembad. En als een camping op grote hoogte ligt, zijn de permissie om vuurtjes te stoken en vroege ochtend- en late avondzon heel erg welkom. Welke criteria uiteindelijk doorslaggevend zijn verschilt per persoon, het compromis met de reisgenoten en natuurlijk de activiteiten die gepland staan. Vijf NKBV-leden vertellen over hun favoriete camping. ▲

AILEFROIDE: SPORTIEVE UITSTRALING Rob Roeske Rob Roeske kent een groot aantal mooie bergcampings, verspreid over de verschillende alpenlanden. Toch springt er voor hem één terrein echt uit: Camping d’Ailefroide in de Franse Écrins op een hoogte van 1550 meter aan het einde van een dal. “Het is een ruime en uitgestrekte camping, fantastisch gelegen te midden van een van de ruigste gebieden van de Alpen. Je kampeert aan de voet van de Mont Pelvoux (3946 m) en de Barre des Écrins.” Dat zijn ook meteen de ingrediënten die Rob belangrijk vindt aan een mooie bergcamping: prachtige ligging, uitzicht op hoge bergen, veel kampeerruimte en geen disco’s in de buurt. “Het dorpje Ailefroide is eenvoudig en heeft maar een paar winkeltjes en restaurants.” De camping heeft bovendien een duidelijke sportieve en alpiene uitstraling. “Vanaf het terrein ben je in een paar minuten bij de meest fantastische alpiene sportklimroutes. Er zijn routes van gemiddeld niveau tot achttien touwlengtes, maar er zijn ook veel kortere, zwaardere routes.” Daarnaast loop je binnen een uur de koude omgeving van de Glacier Blanc op. Hierdoor zijn alpiene tochten van verschillende niveaus te maken. “Van eenvoudige gletsjerwandelingen tot zeer lange rots- en mixed-routes van gemiddeld tot extreem niveau.”

BIBERWIER: DICHTBIJ NEDERLAND Jeroen Degens De lievelingscamping van Jeroen Degens is het Oostenrijkse Alpencamp Marienberg in Biberwier aan de Tiroler kant van de Zugspitze. De ligging vindt Jeroen het belangrijkst. “De omgeving is mooi en rustig. Vanaf de camping kun je fraaie dagwandelingen en meerdaagse tochten maken. En vanuit Nederland ben je er zo.” Naast het terrein bevindt zich bovendien een mountainbikeverhuur en een rodelbaan. “Vooral voor kinderen is dat leuk.” Volgens Jeroen is Alpencamp Marienberg een prima camping om te overnachten. Je kunt zelfs je auto naast de tent parkeren. Toch zijn het niet alleen tenten die het terrein vullen. “Ze hebben ook een deel voor campers op doortocht. En de helft van deze knusse camping staat vol met stacaravans.” Desondanks is het terrein niet te massaal en zijn er goede voorzieningen om (af ) te wassen en natte kleren binnen te drogen. “Wij waren een keer nogal nat geregend met wandelen, dus dat was ideaal. De camping biedt een goede service en de eigenaren zijn erg aardig. Wij komen hier graag terug.”

www.ailefroide.fr

www.alpencamp-marienberg.at

|

55


“Lotto speel je voor de Jackpot. En voor de sport!” World Cup Actie: GRATIS PETZL Tikka 2 hoofdlamp

Ga automatisch Lotto spelen via de NKBV dan gaat er €40 naar een klim- en bergsportdoel van jouw keuze én kan je tijdens de World Cup in Eindhoven (25-26 juni) een gratis Petzl Tikka 2 hoofdlamp afhalen! Kijk voor meer informatie en deelname op www.nkbv.nl/lotto of vul je gegevens in en stuur naar: De Lotto, t.a.v. Nynke Lely, Postbus 3074, 2280 GB Rijswijk. De goede doelen voor de bestemming van de Lotto-gelden binnen de NKBV waar u uit kunt kiezen zijn: 1. Milieu: onderhoud van wandelpaden, routes en massieven 2. Bevorderen van veiligheid 3. Topsport: expedities en Nederlands Team 4. Mijn NKBV regio: regionale activiteiten De Lotto is een stichting zonder winstoogmerk die 50 jaar geleden is opgericht om de sport te financieren. Alle sportbonden, alsmede de NKBV, profiteren sinds die tijd van de Lotto-gelden via de sportkoepel NOC*NSF. Van de Lotto inkomsten gaat 70% naar de sport, de rest gaat naar goede doelen op het gebied van welzijn, cultuur en gezondheid.

lotto.nl

Voorletters:..............Tussenvoegsels:.........................Naam:..................................................................................................................dhr/mw Straat:.......................................................................................................... huisnummer:............................................................................... Postcode:.................................. Woonplaats:.................................................................................................................................................... Geboortedatum:

(Deelname vanaf 18 jaar)

e-mail:............................................................................................................................................................................................................. Goed doel:........................................................................................................................................................................................................ Bankrekeningnummer Het aantal loten waarmee ik wekelijks wil spelen

1 lot

2 loten

3 loten

4 loten

Na aanmelding ontvangt u van ons een bevestiging, waarna u automatisch iedere zaterdag meespeelt. U betaalt €1,50 per Lot per trekking en u kunt op elk moment schriftelijk opzeggen. De computer bepaalt de getallen en kleur van uw Loten. Als ik €1.000.000 of meer win, wil ik graag gebeld worden op telefoonnummer: Wij willen u graag informeren over onze producten. Als u hier prijs op stelt kruis dan dit hokje aan. Datum Handtekening:

lotto.nl

“Ik machtig De Lotto tot schriftelijke wederopzegging voor elke trekking op zaterdag (max 70 per jaar) de inleg van de door mij opgegegeven bankrekening af te schrijven. Ik speel iedere week mee met het aantal Loten van mijn keuze en betaal €1,50 per Lot per trekking. Ik accepteer het Deelnemersreglement van De Lotto (gedeponeerd bij de KvK te Den Haag) dat te vinden is op www.lotto.nl Deelname vanaf 18 jaar.” Code: 181


● ● SIXT-FER-À-CHEVAL: NATUURSCHOON EN RUST Lennart ten Kate De alpencamping waar Lennart ten Kate graag heen gaat, is Camping Municipal Le Pelly in het Franse Sixt-Fer-à-Cheval in de Haute Savoie. Het gemoedelijke kampeerterrein ligt in een prachtige kom aan de voet van de Pic de Tenneverge (2985 m). Lennart weet zich zijn eerste kennismaking met deze camping nog goed te herinneren. “Stel je voor: vanuit Samoëns rijd je richting Sixt, op zoek naar een camping. Je ziet een bordje met Camping Municipal Le Pelly en je besluit daar even te kijken. Langzaam rijd je door het kleine dorpje met de typische bloembakken aan de bruggen. Je rijdt verder het dal in, niet wetende wat komen gaat. Er zit een bocht in de weg en opeens, recht voor je, zie je de camping met daar omheen een cirkel van bergen die ruim 2000 meter boven het dal uitsteken. Tientallen watervallen stromen van de bergen, de witte vlaktes contrasteren sterk met de blauwe lucht en je bent op slag helemaal op vakantie.” De camping is simpel, goedkoop en netjes. Het is er bovendien een stuk rustiger dan het relatief dichtbijgelegen Chamonix. “Het ontbreken van activiteiten is juist een pluspunt. In deze bergen moet je alles zelf organiseren. Daarom is het hier lekker rustig.” En dat is precies de combinatie die Lennart graag ziet bij een bergcamping: natuurschoon en rust.

VALSAVERANCHE: WANDELEN VANAF DE CAMPING Jeroen Vermaas Bij het Noord-Italiaanse Aosta ligt Valsavarenche met een topper onder de bergcampings, vindt Jeroen Vermaas: Camping Pont Breuil (2000 m). Jeroen staat graag op een terrein dat niet te groot is, waar het maken van kampvuurtjes is toegestaan en waar je wandelingen kunt starten vanaf de camping. “De camping is enorm ruim, je staat dus nooit te dicht op elkaar. Ook zijn er meerdere vuurplaatsen. Dat is heerlijk ’s avonds, want op 2000 meter hoogte kan het ook ’s zomers best koud zijn.” De camping is gesitueerd aan de Alta Via 2, waardoor mooie huttentochten op hoogte te maken zijn. “Met mijn kinderen heb ik tochten gemaakt naar de hutten Bezzi en Benevolo. Maar ook aan de andere kant zijn mooie routes te maken, zoals naar de hut Federico Chabod. Camping Pont Breuil is een echte, rustige bergcamping, waar je dagen achter elkaar niet de auto in hoeft om toch elke dag iets anders te lopen.” Vlakbij de camping is het kantoortje van de plaatselijke berggidsen. “Toptochten, waaronder de Gran Paradiso (4061 m), zijn hierdoor gemakkelijk te regelen.” Op het terrein zelf is een winkeltje en in de buurt is een aantal restaurants te vinden. Voor grote supermarkten moet je echter terug naar het hoofddal. “Dat is een behoorlijk eind rijden, maar het is een mooie rit met superuitzichten op de Mont Blanc.”

www.sixtferacheval.com/camping

www.granparadiso.net/en/camping-pont-breuil-valsavarenche.aspx

OOK GETIPT DOOR NKBV-LEDEN Frankrijk • Camping de la Martinière (884 m) in Saint Pierre de Chartreuse, Isère. www.campingdemartiniere.com • Camping Municipal Le Canada (1500 m) in Champagny en Vanoise, Savoie. www.champagny.com/index.jsp?c=57980#414

Italië • Camping Acquafraggia (500 m) in Chiavenna, Lombardije. www.campingacquafraggia.com/camping_de.html • Camping Trafoi (1600 m) in Trafoi, Südtirol. www.camping-trafoi.com

• Camping Plauns (1860 m) in Pontresina, Graubünden. www.campingplauns.ch • Zeltplatz Mattli (1585 m) in Göscheneralp, Uri. www.zeltplatz-mattli.ch/index/index.html • Camping Attermenzen (1400 m) in Randa, Wallis. www.camping-randa.ch • Camping Eggishorn (1050 m) in Fiesch, Wallis. www.camping-eggishorn.ch • Camping des Glaciers (1600 m) in La Fouly, Wallis. www.camping-glaciers.ch

Oostenrijk • Oetztaler Naturcamping (1200 m) in Huben, Tirol. www.oetztalernaturcamping.com

Zwitserland • Camping Aareschlucht (630 m) in Innertkirchen, Berner Oberland. www.camping-aareschlucht.ch • Camping Bondo (780 m) in Bondo, Graubünden. www.camping-bondo.ch

WAT IS JOUW FAVORIETE BERGCAMPING? Tip je clubgenoten over jouw favoriete bergcamping op www.hoogtelijn.nl. Klik op de cover van Hoogtelijn 3/2010 en klik op de link in de inhoudsopgave bij Favo Alpencampings.


SMEREN, Bergsporters lopen een verhoogd risico op enige vorm van huidkanker. Er zijn mogelijkheden om het risico deze aandoening te krijgen te reduceren.

WIJ VERZETTEN BERGEN VOOR U Specialist in bergsportverzekeringen W.A. HIENFELD B.V. Postbus 75133 Telefoon Telefax E-mail

1070 AC Amsterdam 0031(0)20 - 5 469 469 0031(0)20 - 6 427 701 info@hienfeld.nl

Voor informatie: Koninklijke NKBV te Woerden.

Bergsporters zitten dichter bij de zon. In de bergen is de lucht vaak schoon, waardoor zonnestralen niet tegengehouden worden. Zonnestralen worden weerkaatst door de sneeuw. Door transpiratie zijn bergsporters juist kwetsbaarder; de beschermende zonnebrandcrème spoelt zo weer van de huid. ”Het risico op huidkanker is normaal al groot en dat geldt zeker voor bergsporters,” zegt Karin Hommen, programmacoördinator Preventie bij KWF Kankerbestrijding. ”Het goede nieuws is dat je zelf de kans op huidkanker kunt beïnvloeden door je goed te beschermen tegen de zon.” De kille cijfers zijn onrustbarend. In ons land kreeg in 2000 één op de 250 mensen tijdens zijn leven te maken met enige vorm van huidkanker. Nu is dat cijfer voor vrouwen één op de zeven en voor mannen één op de zes. Per jaar komen er 40.000 nieuwe gevallen bij. Tien procent daarvan heeft melanoom, de meest gevaarlijke soort. In Australië krijgt 1 op de 2 mensen te maken met huidkanker. Het gat in de ozonlaag is daaraan debet. KINDEREN “Wij hebben ons de afgelopen jaren gericht op jonge kinderen, omdat de huid tot 18 jaar nog in ontwikkeling is. Te veel zon kan het DNA van cellen aantasten, waardoor zich een gezwel of een tumor kan ontwikkelen. Dat blijkt pas 10 tot 15 jaar later. Voor jongeren tot 18 jaar adviseren wij daarom insmeren met beschermingsfactor 30,” aldus Karin Hommen. “Kleine kinderen die tijdens een bergtocht in een draagstel zitten, moeten beschermd worden met een zonnehoedje en lange mouwen. Een pet is vaak niet voldoende, ook bij ouderen niet, omdat die de nek vrij laat.” KWF richt zich nu ook meer op volwassenen, die vaak niet in de gaten hebben dat een middagje fietsen, wandelen, golfen of kanoën al tot verbranding kan leiden.


TEKST PETER DA ALDER

|

FOTO FR ANK HUSSL AGE

|

HOOGTELIJN 3 -2010

|

SMEREN, SMEREN ZIN VAN ZONNEBRANDCRÈME WEETJES • •

• •

Sunblock bestaat niet, de term mag ook niet meer gebruikt worden. De opmerking ‘Ik ben al bruin dus ik hoef niet te smeren’, klopt niet. Een bruine teint geeft bescherming die gelijk staat met factor 2. Lippenbalsem met UV-bescherming is aan te raden. Een van de huidkankersoorten ontstaat vaak op of bij de lip. Normaal gesproken is factor 15 het minimum voor blonde mensen met een blanke huid. In de bergen is factor 20-30 het minimum. Er zijn drie soorten huidkanker waarvan er twee goed behandelbaar zijn. De zon is tussen 12 en 3 uur ’s middags op zijn krachtigst. Er wordt geadviseerd in die uren niet onbeschermd in de zon te zitten of te liggen. Anti-zonnebrandmiddelen hebben een uiterste houdbaarheidsdatum.

Een dikke laag zonnebrandcrème beschermt beter tegen de zon.

ZONKRACHT Het gevaar voor sterke straling van de zon wordt uitgedrukt in zonkracht. Bij zonkracht 7 op een schaal van 10 (niet langer zonnen dan 15 minuten), waarschuwen de weermannen en – vrouwen. Per zomer komt dat ongeveer tien dagen voor. ”Internationaal wordt de term UV-index gebruikt. In berggebieden wordt die kritieke waarde eerder bereikt,” geeft Karin Hommen aan. ”Dat komt simpel al omdat je dichter bij de zon zit. Ook als het bewolkt is, wordt maar een gedeelte van de UVstraling tegengehouden. Bij gedeeltelijke bewolking zie je vaak fellere randen aan de wolken, die zorgen voor extra weerkaatsing van het zonlicht. Sneeuw en vooral verse sneeuw, weerkaatst 80 tot 90 procent van het zonlicht. Daarom zie je dat mensen onder de kin verbranden, een plaats die zelden goed ingesmeerd wordt. Zelfs als het koud aanvoelt in de bergen, moet je je beschermen, want de zon blijft zijn werk doen.” FACTOR 6-50 Zonlicht is nodig voor de aanmaak van vitamine D (voor de botten) maar, aldus KWF Kankerbestrijding, veel meer dan drie uur zon per dag is niet aan te raden. ”Bij bergtochten is dat

natuurlijk lastig,” erkent Karin Hommen. ”Dus is bescherming belangrijk. Alles wat in Nederland aan anti-zonnebrandmiddelen in de winkels staat is gecontroleerd door de Voedsel en Waren Autoriteit en is goed. Het merk maakt niet uit en ook niet of je een spray, lotion, gel of crème gebruikt. Van belang is hoe dik je alles opbrengt. Nederlanders zijn geneigd om erg uit te smeren. De beschermingsfactor wordt aangegeven tussen de 6 en de 50. Het geeft de duur aan dat je langer in de zon mag blijven. Maar, dat is ook afhankelijk van hoe dik je je insmeert. Als je een bergtocht maakt waarbij veel getranspireerd wordt, moet je vaker insmeren, zeker elke twee uur.” Zonlicht bestaat onder andere uit ultraviolet straling. UVA-stralen dringen dieper in de huid door en zorgen ook voor rimpels en uitdroging en zijn gevaarlijk voor het ontstaan van kanker. UVB-stralen zorgen voor het bruin worden van de huid, voor verbranding en voor vitamine D. Op producten tegen zonnebrand staat bescherming tegen deze twee types apart vermeld. Het beste zijn de middelen die tegen beide soorten UV-stralen beschermen. ▲

MEER INFO • www.kwfkankerbestrijding.nl/zonnen • www.zonverstandig.nl

59


60

|

HOOGTELIJN 3-2010

|

TEK S T KETUR A HAVEM AN

|

FOTO ’ S JO OS T HOFM AN

SPOT ME!

TIPS VOOR VEILIG BOULDEREN Boulderen wordt steeds populairder. Het is gemakkelijk te leren, je hebt niet veel materiaal nodig en er lijkt weinig mis te kunnen gaan. Je kunt immers niet van grote hoogte vallen. Toch is boulderen niet helemaal vrij van risico’s.

Hoeveel ongelukken er jaarlijks tijdens het boulderen gebeuren is onbekend. In Nederland worden alleen de klimongelukken met een ernstige afloop in de boeken opgenomen. Het gaat dan om ongelukken waarbij het slachtoffer op de intensive care van het ziekenhuis belandt of om het leven komt. Het aantal ongelukken dat resulteert in een verstuikte enkel of een botbreuk is dus onbekend. Dit zijn juist wel de meest voorkomende ongevallen bij boulderen. Een ongeluk zit in een klein hoekje, luidt het gezegde. Bij boulderen zit het ongeluk vaak in het onvoldoende inschatten van risico’s, verkeerd plaatsen van een crashpad of het fout spotten of in een combinatie van deze factoren.

Crashpad De pad is het belangrijkste veiligheidsmateriaal voor de boulderaar. De eerste pads hadden een dempend vermogen van een dun isomatje. In Amerika èn in Fontainebleau werd daarna snel gewerkt aan betere matten. De huidige pads dempen uitstekend en zijn vaak in twee of drie delen op te vouwen en als rugzak vervoerbaar. De grootte van de matten varieert. Bij aanschaf is het goed om te kijken waar je de mat vooral voor gaat gebruiken. In het zand van Fontainebleau bijvoorbeeld, kun je volstaan met een kleiner exemplaar, terwijl in een gebied met een rotsige en ongelijke ondergrond een grote mat of een combinatie van meerdere matten echt een must is. Een mat moet de valzone voldoende kunnen afdekken. Het is niet handig als de spotter tijdens het boulderen de mat telkens moet

verslepen. Het is dan beter om gebruik te maken van een grotere mat of meerdere die je aan elkaar kunt koppelen. Werk je met meerdere matten, plaats ze dan zorgvuldig naast elkaar. Ze kunnen een vals gevoel van veiligheid geven, want wanneer je precies tussen de matten in landt, kun je lelijke verstuikingen of zelfs enkelbreuken oplopen. Het is dan beter om de matten enigszins te laten overlappen. Kleinere matten hebben als voordeel dat je ze gemakkelijker kunt vervoeren. Ook kunnen ze soms beter worden gepositioneerd op de echt kritieke punten dan één grote mat. Dat is zeker een voordeel als een boulderaar zonder spotter klimt. Het loont om meerdere matten mee te nemen als je een actieve boulderaar bent. Helaas is de grootte van je auto vaak de limiterende factor… Behalve in grootte variëren crashpads ook in dikte. Op een zachte ondergrond volstaat een dunne mat. Klim je in een verblokt gebied met veel hoge boulders, dan is een dikke mat raadzaam. Je kunt natuurlijk ook gewoon dunne matten stapelen. Een crashpad heeft alleen een functie als hij goed wordt geplaatst. Voordat je begint , is het belangrijk te bepalen wat de landingsplaats is. Dat is waar de mat moet liggen. Houd er bij dynamische bewegingen rekening mee dat je uit een boulder kunt zwaaien waardoor je vaak ver van de boulder belandt. Als de af te zekeren plaats groter is dan de mat, kies dan voor meerdere matten. Een spotter moet zijn focus op de boulderaar houden en niet bezig zijn met het slepen van matten tijdens het boulderen.

Spotten BOULDER 1-2-3 • Start uitgerust. • Bedenk van te voren wat je doel voor die dag is. Onthoud dat kwaliteit belangrijker is dan kwantiteit - iets wat in Bleau nog al eens moeilijk is met die talloze boulders om je heen. • Begin met een algemene warming up, doe daarna eerst eenvoudige boulders of een eenvoudig circuit voor je start met een moeilijk project. Start met vijf tot tien boulders in ongeveer 30 tot 45 minuten, gevolgd door vijf tot tien middelzware boulders. De totale warming up zou ongeveer anderhalf uur moeten duren. • Bereid je boulder goed voor: ligt de crashpad goed, zijn de schoenen schoon, de grepen gepoetst, zijn de spotter en zijn positie bepaald, heb je gekeken hoe je eventueel uit de boulder kunt vallen? • Start alleen in een highball als je hem ook echt wilt en kunt klimmen. Bedenk dat je spotter niet veel kan uitrichten als je van hoog valt.

Vaak wordt gezegd dat een spotter belangrijker is voor de mentale ondersteuning van de boulderaar dan voor de veiligheid. Dat is niet waar: een spotter is de zekeraar bij het boulderen. Het is daarom essentieel dat een spotter weet wat hij doet, net als de zekeraar bij het routeklimmen. De functie van een spotter is om de boulderaar veilig naar de landingszone te geleiden. Die landingszone heeft hij eerder samen met de klimmer bepaald toen ze de crashpad plaatsten. Een spotter kan een boulderaar niet letterlijk in zijn armen vangen, maar moet proberen te voorkomen dat de boulderaar zich bezeert. Hij leidt hem naar de landingsplek of helpt hem op zijn voeten te landen. Het belangrijkste is om het hoofd en de rug van de klimmer te beschermen. Zorg dat deze niet op een steen terecht komen. Het spotten stelt andere, waarschijnlijk zelfs hogere eisen aan de zekeraar dan bij klimmen. Een boulderaar valt met zijn hele gewicht richting spotter en die heeft alleen zijn ervaring en kunde om de val in goede banen te leiden. Het is dus erg belangrijk dat de spotter gevoel heeft met het boulderen om te kunnen inschatten welke kant de boulderaar op zal vallen.


Een spotter is vaak belangrijk voor de mentale ondersteuning van de boulderaar


Een spotter dient continu gefocust te zijn op de boulderaar. Ben je aan het klimmen met touw dan kan de zekeraar zonder grote gevolgen kort afgeleid zijn, zeker wanneer er met een halfautomaat gezekerd wordt. Een spotter die is afgeleid is gelijk aan geen spotter.

problemen veroorzaken. Soms is het al genoeg de steen gezamenlijk op te merken, waarna de spotter de boulderaar bij een val de goede kant kan opduwen. Of je besluit zo’n plaats af te dekken met een crashpad.

Boulderaar en spotter zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het veilig kunnen boulderen. Als klimmer kun je niet klakkeloos verwachten dat je spotter voorkomt dat je met je voet ongelukkig op een steen landt. Je moet van tevoren samen bekijken waar kritieke landingspunten zijn en hoe je kunt voorkomen dat dergelijke punten

Bij het boulderen is het belangrijk eerst de landingsplaats klaar te maken. Kijk als boulderaar en spotter gezamenlijk waar de risico’s van de boulder liggen, zowel op klimtechnisch gebied als landingsplaats. Zijn er omliggende rotsen waarvoor de spotter alert moet

Check? Check!

©Roman van der Werf

‘BOULDEREN HOORT ER GEWOON BIJ’ Tim Reuser staat in de nationale bouldercompetitie momenteel tweede. Een sportklimmer over boulderen.

echter wel het mooist, maar ja. We hebben hier nu eenmaal geen rotsblokken. In de meivakantie ga ik wel naar Fontainebleau.”

Boulder je veel? “Ik ben vooral een sportklimmer. Ik klim drie tot vier keer in de week met name routes. Daarnaast ga ik een keer in de week boulderen. Als je klimt, hoort boulderen er gewoon bij. Met boulderen bouw je sneller kracht op, wat weer gunstig is voor mijn prestaties bij het klimmen van routes.”

Waarom Bleau? “Ik vind het een mooi gebied. De aflopers zijn typerend voor Bleau en liggen mij goed. Bovendien is de reisafstand nog enigszins beperkt in tegenstelling tot andere gebieden.”

Is boulderen riskanter dan klimmen? “Ik klim en boulder vooral binnen en dan zijn beide niet riskant. In hallen zijn de boulders betrekkelijk laag en overal liggen matten, waardoor je het niet gevaarlijk is als je uit een boulder valt.” Boulder je nooit buiten? “Weinig. Die ene keer in de week boulder ik meestal in Steep Part in Den Haag of Klimhal Amsterdam in Sloterdijk. Momenteel zit ik vanwege mijn school niet meer in het nationaal team, maar zodra ik weer in het nationaal team zit boulder ik ook weer in Monk. Buiten boulderen is

Boulder je alleen of met anderen? “Dat wisselt. Soms zijn we samen, maar als ik eenmaal in een moeilijke boulder zit en de anderen hebben een ander niveau dan boulder ik alleen. Met meer personen boulderen is wel leuker. Het is natuurlijk gezelliger en als er iemand bij is die beter klimt, motiveert dat enorm.” Hoe belangrijk is een spotter? “Je moet voor je begint inschatten wat de risico’s zijn. Als er risico is dat je raar uit een boulder kunt vallen, dan klim ik hem met spotter. Ik klim ook boulders zonder spotter, maar ik moet niet het risico lopen dat ik er op mijn kop uitval of dat er slechte rotsen onder liggen. Dergelijke routes klim ik alleen als iemand spot.”


HOOGTELIJN 3 -2010

zijn? Kijk wat de beste positie is voor de spotter. Deze kan in de loop van de route veranderen, afhankelijk van de beweging van de boulder, de uitvalrichting en eventuele riskante rotsen op de grond. Tijdens het boulderen dient de spotter continu geconcentreerd te zijn. Blijf oplettend en beweeglijk, van het begin tot het eind. Een boulderaar kan ook nog uit zijn route vallen, als hij zijn eindgreep al vastheeft. Neem als spotter een goede houding aan: • houd de handen open, alsof je een grote bal kan vangen; • houd de ellebogen ligt gebogen; • zet de benen iets uit elkaar, waarbij één been iets naar achter staat • houd de knieën licht gebogen zijn (in geen geval geheel recht en ’op slot’) Houd in gedachten dat de boulderaar op zijn voeten moet landen. Is het bij een licht hellende wand het makkelijkst om iemand in zijn onderrug of billen richting de mat te duwen, bij een steile wand kun je het best de boulderaar via zijn schouders of onder de oksels naar de mat begeleiden. Extra alertheid is vereist op het moment dat de boulderaar een teen of hielhoek gebruikt. Dat kan een onverwachtse zwaai opleveren.

Oefen vallen Veilig vallen hangt natuurlijk af van eigen kunnen en ervaring af. Niet iedereen is even goed in het vallen en vooral in het opvangen van de val. Vallen en veilig landen kun je heel goed oefenen in de hal! Dat is misschien beter dan op het moment suprème ontdekken dat springen vanaf ruim twee meter toch niet zo simpel is. Hang je met je handen op een typisch afgeronde Fontainebleau-uitklim en ontdek je dat de laatste keer dat je zo’n stuk moest springen tijdens de gymles op school was! In veel klimvideo’s zie je mensen uit highballs van acht meter vallen. Zij komen er misschien heelhuids vanaf, maar of jij dat ook kunt is nog maar de vraag… ▲

Meld ongevallen! Klim- en boulderongevallen kun je binnenkort melden op www. klimongevallen.nl. Deze site is een samenwerkingsverband van de branchevereniging VeBON en NKBV. Behalve ongevallen kun je ook incidenten en bijna-ongevallen melden. Van elke melding zal een korte geanonimiseerde samenvatting op de site verschijnen nadat een moderator de melding heeft bekeken. Hierdoor wordt voor iedereen inzichtelijk wat er mis kan gaan met sportklimmen en boulderen. zo kunnnen we van elkaars fouten leren.

|

63


HOOGTELIJN 3-2010

|

VEILIGHEID

|

TEKST LOT TE NIJHOF

BLUB BLUB... VOORKOM EEN NAT PAK Een rivier oversteken kan een gevaarlijke onderneming zijn, vooral in onherbergzame gebieden waar weinig bruggen zijn. Jaarlijks gebeuren er ernstige ongelukken, soms met dodelijke afloop. Wandelaars worden meegesleurd, komen vast te zitten, raken onderkoeld of verdrinken.

Voordat je op pad gaat

Bij in- en uitstroompunten van een rivier bij een meer stroomt het water meestal langzamer. • In (scherpe) buitenbochten stroomt het water harder en kalft de oever af. • Tussen twee bochten is de rivier meestal breder en stroomt het water langzamer. • De waterhoogte van smeltwaterrivieren is ’s morgens - als het nog koud is - het laagst. • Als je in de vroege zomer oude sneeuwvelden oversteekt, houd er dan rekening mee dat er een rivier onderdoor kan stromen. Zak je erdoorheen, dan kun je lelijk klem komen te zitten. •

• Informeer bij de huttenwaard en andere wandelaars naar de actuele omstandigheden onderweg en de plekken waar je rivieren het best kunt oversteken. Vraag na hoeveel het de laatste dagen geregend heeft en of er veel smeltwater is, zodat je kunt inschatten hoe hoog de rivieren op je geplande route staan. • Probeer oversteken zoveel mogelijk te vermijden. • Bestudeer je kaart goed en maak met behulp van de ingewonnen informatie een plan van aanpak. Bij je routeplanning kun je rekening houden met de volgende factoren: • Als er een pad loopt op de plek waar je de rivier wilt oversteken, is de kans groot dat de oversteek redelijk te doen is. Waarschijnlijk zijn de in- en uitstap gemarkeerd met steenmannetjes op de oevers. • Meestal is de bovenloop van de rivier gemakkelijker over te steken dan de benedenloop omdat er minder watertoevoer is. • Over het algemeen geldt dat hoe ondieper en hoe minder stroming hoe gemakkelijker de oversteek. • Op plekken waar de rivier breed is of hij zich in meerdere kleine stromen deelt, is het water minder diep en is de stroming zwakker dan in de rest van de rivier. • Waar de rivier weinig verval kent is de stroming minder sterk.

Materiaal • Gebruik wandelstokken of je pickel; zij bieden extra evenwicht. • Zorg dat je spullen droog verpakt zijn in je rugzak. • Houd je schoenen aan. Ze bieden meer steun en veel meer grip op de gladde stenen dan blote voeten. Wil je je schoenen per se droog houden, neem dan geschikte watersandalen mee.

De juiste oversteekplaats • De sterkte van de stroming van een rivier kun je inschatten door een stok in het water te gooien; als de stok sneller drijft dan dat jij

©Mieke Scharloo

|

©Mieke Scharloo

64


©eppicphotography.com

Kijk ook op www.mrffish.net/riversafety.pdf www.wavelengthphotography.com.au/Bush&AlpineResources/Skills/CrossingRivers.asp www.riversafe.org.nz/facts/rivercrossing.shtml www.homeinthehills.co.nz/rivers.html

lopend op de oever kunt bijhouden, is de stroming sterk en de oversteek onveilig. Zoek dan een andere plek. • Let op het verloop van de rivier stroomafwaarts. Stel dat je meegenomen wordt door de stroom; volgt er een punt waar je goed het water uit kunt komen? Of volgt er juist een gevaarlijke stroomversnelling of liggen er obstakels in het water waar je in vast kunt komen te zitten (dode bomen)? • Als het water troebel is, je het geluid van rollende stenen op de rivierbedding hoort of ziet dat er bomen/takken meedrijven, dan betekent het dat het water hoger staat dan normaal. Dat kan komen door regen of warmte waardoor meer (smelt)water wordt toegevoerd. Wacht tot het water zakt (de volgende ochtend) of kies een andere route. • Bij twijfel: steek niet over. Wees altijd bereid om te keren als je gedurende een oversteek in de problemen komt.

©Mieke Scharloo

De oversteek • Maak de borstgesp van je rugzak los, zodat je deze snel af kunt doen als je onverhoopt toch in de rivier belandt. • Ondersteun elkaar eventueel door elkaar bij de polsen vast te pakken. Op die manier heb je elkaar stevig beet en glipt je hand niet snel weg. • Als er niet genoeg hoge en droge stenen in de rivier liggen, of als ze glad zijn, kun je het best gewoon in het water stappen, ook al heeft dat natte voeten tot gevolg. Liever natte voeten dan een val, breuk of hoofdwond. Pas wel op dat je voet niet klem raakt tussen twee stenen. • Zorg ervoor dat je stevig op je eerste been staat vóór je je andere been verplaatst. Als je een stok/pickel als steun gebruikt: zorg ervoor dat je stok/pickel stevig staat, alvorens je erop gaat leunen.

• Sta parallel aan de stroming zodat je de minste weerstand hebt. • Neem kleine stapjes. Verplaats niet meer dan één punt (voet of stok) tegelijkertijd en schuifel naar de overzijde van de rivier. • Op het moment dat de stroming te sterk is en de rivier je dreigt om te duwen, zit er maar één ding op: teruggaan!

Als het misgaat.. Ga je toch onderuit en word je meegenomen wordt door de stroming, denk dan aan de volgende handelingen. • Ga op je rug liggen en stuur zoveel mogelijk met je armen. • Houd je benen bij elkaar en opgetrokken. Daarmee zorg je dat je benen eventuele klappen kunnen opvangen. • Houd je voeten boven water om te voorkomen dat ze vast komen te zitten en je misschien verdrinkt. • Leun achterover op je rugzak en probeer erop te drijven. • Trekt je rugzak je naar beneden, doe hem dan zo snel mogelijk af. • Laat je meevoeren door de stroming tot je bij een dieper stuk in de rivier bent en probeer dan de oever te bereiken. GROEPSOVERSTEEK Voor groepen zijn verschillende technieken ontwikkeld om beken over te steken. Je kunt bijvoorbeeld je hand tussen de rug en rugzak van je medewandelaars door steken en dan de heupband of het laagste punt van de schouderband vastpakken aan de kant van de heup die het verst van je af is. Steek dan in een rij parallel aan de stroming de rivier over. Zo heb je het minst last van stroomweerstand hebt. De sterkste personen lopen aan de uiteinden van de keten. Op de websites in het kader vind je meer informatie over deze groepstechnieken. ▲


VOORDELIG NAAR GROTE HOOGTES

25 JAAR KAMPEERSPECIALIST DE KAMPEERMARKT ALLES VOOR DE WANDELAAR EN BUITEN- EN BERGSPORTER VA. 19.95

VA. 24.95 RUIME KEUZE BROEKEN MET VEEL VOORDEEL

17 MERKEN KLEDING MET VEEL VOORDEEL

VA. 59.95

ALLE TOP MERKEN FLEECE KLEDING

VA. 19.95 NU. 54,95

NU. 50,00

SETJES NU 5 STUKS DIVERSE MERKEN

LICHTGEWICHT TREKKERS TENTEN ALLE KLIMSCHOENEN NU VASTE PRIJS OP=OP

VA. 24.95

SPECIALE AANBIEDING GORDEL SWIFT MAMMUT

NU. 34.95

RUIME KEUZE SLAAAPMATTEN EN LUCHTBEDDEN

NU. 95,00

KLIMTOUWEN 70 MTR 10.1 MM

VA. 19.95 250 MODELLEN RUGZAKKEN

VA. 35,00

RUIME KEUZE BERGWANDELSCHOENEN EN SANDALEN

VA. 19.95

RUIME KEUZE LAMPEN EN BRANDERS

PRIJZEN-KLEUREN-VOORRAAD-AFMETINGEN EN AFBEELDINGEN ONDER VOORBEHOUD!

KOOPZONDAGEN 5 - 11 - 30 APRIL / 2-5-13-24 MEI / 6 JUNI / 18 JULI

WEBWINKEL

www.kampeermarkt.com

15.000 m2 funshopping 70.000 artikelen

voor caravan, camper,

kampeerder en buitensporter.

LODEWIJKSTRAAT 4 EINDHOVEN ( nl ) 040-2513392


ADVERTORIAL

|

HOOGTELIJN 3 -2010

VERBREED JE HORIZON VERBETER JE MOUNTAINBIKESKILLS!

Met de zomervakantie voor de deur zal menig NKBV-lid de bergen in trekken om mooie tochten te maken. En misschien gaat de mountainbike wel mee. Maar hoe zit het met de broodnodige bergvaardigheid op de fiets? Volg een clinic mountainbiking! De NKBV en de NTFU, de grootste wielersportbond van Nederland, bieden in juli mountainbike-clinics exclusief voor NKBV-leden. Daag jezelf uit, verbeter je handigheid in in bergachtig terrein. Zo kun je met meer plezier en vertrouwen de komende vakantie met je mountainbike de bergen in.

AGENDA Datum

Tijd

Gebied

Zondag 4 juli Zaterdag 10 juli

09.30-13.00 09.30-13.00

PROGRAMMA De clinics staan onder begeleiding van gediplomeerde MTBinstructeurs van de NTFU. De focus ligt op het verbeteren van de rijtechniek. Bijna elke mountainbiker kan nog aan zijn/haar rijtechniek schaven. De instructeurs besteden aandacht aan onderwerpen als bochtentechniek, klim- en daaltechniek, rem en schakeltechniek of het nemen van obstakels. Kun je al behoorlijk mountainbiken? Na afloop van een clinic zul je bepaalde rijtechnieken nog beter beheersen waardoor je deze veiliger, op een hogere snelheid of in lastige terreinomstandigheden kunt uitvoeren.

Zondag 11 juli

09.30-13.00

Utrechtse Heuvelrug Schoorl /Noord-Hollands Duingebied Mook/Groesbeek

INSCHRIJVEN Ga naar www.nkbv.nl en meld je aan voor een van de bovenstaande clinics. Op de website vind je specifieke informatie over de startlocatie en een checklist van spullen die je nodig hebt. Minimaal aantal deelnemers om een clinic te laten doorgaan is tien. De instructeurs proberen altijd rekening te houden met de wensen van de deelnemers en maken (indien mogelijk) verschillende niveaugroepen. De deelnemersbijdrage is € 17,50. ▲

|

67


68

|

HOOGTELIJN 3-2010

|

L O C AT I E I TA L I Ë

|

T E K S T E N F OTO ’ S P E T E R D A A L D E R

Gemarkeerd

Zweten en zwemmen De warmte aan de kade van Cannero Riviera aan het Lago Maggiore maakt loom. Wie daar denkt aan wandelen in de bergen van het Nationaal Park Val Grande, bijna 2000 meter hoger, moet zichzelf flink toespreken. Maar de beloning is ernaar. En ’s avonds uitpuffen aan het water.

De Monte Zeda is ons onbekend. Het is een mooie puist in de Lepontische Alpen in de provincie Piemonte, midden in het nationale park waar nauwelijks enige bewoning is. De route begint aan het einde van een kilometerslange steenweg. De waarschuwingen over de hobbels in de weg en het gevaar voor schade aan de onderkant van de auto, makenakt ons voorzichtig. Aan de steenweg komt maar geen eind. Nog een bocht, weer een bos, opnieuw omhoog. Is het niet wat vreemd, zo lang over zo’n steenweg? Nee hoor, Italianen rijden nu eenmaal tot ze echt niet verder kunnen. Dat is op de Passo Folunga, waar voor niet meer dan tien auto’s plaats is. We besloten al te stoppen op de Alpe

Archia omdat het vervolg van het pad vooral voor een 4x4 terreinauto geschikt lijkt. Hoewel de Italianen behoorlijk veel bordjes plaatsen, is de alternatieve route vanaf Folunga over de kam niet helemaal duidelijk. Bovendien is die kant behoorlijk steil. Hoewel we vroeg zijn vertrokken, is het vanwege de lange aanloop al warm en kiezen we de wat vlakkere route over de oude militaire weg. Het is het laatste stukje van de beroemde Linea Cadorna, een soort Italiaanse Maginotlinie uit de Eerste Wereldoorlog, die overigens nooit gebruikt is. De Monte Zeda is kaal, er lopen wat koeien en schapen. Behalve een nieuw onderkomen halverwege de route kom je er niets tegen. Geen

huizen, geen stallen, helemaal niets. Alleen de zwarte alpenkraaien die rondom de top cirkelen waar lunchresten de vogels lokken. Niettemin is het uitzicht als beloning prachtig. Op de top zingt een echte Italiaanse Willy Alberti uit volle borst het Ave Maria. In de diepte schitteren het Lago Maggiore en wat andere meren fraai in de broeiende zomerzon. Het zicht op de Zwitserse bergen in Ticino, het Monta-Rosamassief en de Matterhorn, wordt vertroebeld door de van hitte trillende lucht. De Italiaanse bol met oerhollandse pindakaas smaakt heerlijk. De afdaling is lang en heet. ’s Avonds wacht het verkoelende water van het Lago Maggiore, een verfrissende beloning. ▲

Een deel van de route loopt over de oude militaire weg op de oostflank van de berg.


HOOGTELIJN 3-2010

Gemarkeerd

‘Ave Maria’ op de top van de Monte Zeda.

|

Goed opletten op de bordjes is nodig, de Italianen zijn niet overal even nauwkeurig.

MONTE ZEDA Route

Vervoer

De dagtocht over de oostflank naar de Monte Zeda (2156 meter) begint op de Passo Folunga (1369 meter) of iets lager op de Alpe Archia. De route is redelijk aangegeven en gemarkeerd. Een flink deel van de route tot de Pian Vadá, waar op de plaats van een oude hut een fraai nieuw onderkomen is gebouwd, is ook geschikt voor mountainbikers. Iets verder wordt het pad te steil en te smal voor de fietsers. Totaal 10 kilometer, 4,5 uur. Vanuit de Monte Zeda is via een gedeeltelijke klimroute over een topgraat de Cima della Laurasca te bereiken, met 2193 meter de hoogste berg van de Lepontische Alpen.

Het vakantieoord Cannero (225 meter), aan het Lago Maggiore, is het vertrekpunt naar de Monte Zeda. Het beginpunt van de dagtocht is alleen per auto bereikbaar. Een bus gaat niet verder dan Trarego, te ver voor de dagtocht naar de Monte Zeda. Aan de doorgaande weg in Cannero gaat vlakbij de brug de smalle Via Panoramica steil omhoog richting Viaggiona en Trarego, inderdaad een weg met prachtige uitzichten. Vanuit Trarego naar Il Colle waar een steenweg over een oude militaire route uit de Eerste Wereldoorlog voert richting

Alpe Archia, een kleine nederzetting met enkele boerderijen en nog iets verder naar de Passo Folunga. Daar houdt de weg op en kunnen tien auto’s geparkeerd worden; bij de Alpe Archia (15-20 minuten lopen) is meer plaats.

Documentatie • Kompass-Karte blad 90 Lago MaggioreLago di Varese, schaal 1:50.000. • Een foto-overzicht van de route via de oostzijde is te zien op: www.esagonoufficio.it/tiado/ gallery/Zeda07.

69


70

|

HOOGTELIJN 3-2010

|

TEKST BA S VISSCHER

|

F OTO R O G I E R VA N D E R W I E L E N E L O U T K O R E VA A R

En route

Kleine Gamswiesenspitze De noordoostwand van de Kleine Gamswiesenspitze biedt twee mooie rotsroutes. Een klassieker en een moderne route, beide goed voor een heerlijk dagje klimmen.

LIENZER DOLOMIETEN De Lienzer Dolomieten danken hun naam aan de nabijgelegen stad Lienz. Hier in de nabijheid van de Grossglockner vind je veel mooie kalkroutes. Door de korte aanlooptijden en de goede rots is dit een ideaal gebied voor beginnende en lichtgevorderde alpiene rotsklimmers. Maar ook cracks met een hoog niveau kunnen zich hier goed uitleven. Zo vind je hier multipitchroutes tot de moeilijkheidsgraad 8b. Over het algemeen zijn de routes 200 tot 400 meter lang en is het juiste routeverloop zonder problemen te vinden. De meeste klassieke routes zijn uitstekend herbehaakt met boorhaken of zijn voorzien van rode Theniushaken ofwel varkensstaarthaken.


HOOGTELIJN 3-2010

|

En route We zitten net uit te rusten van de aanloop naar de hut als onze berggids Karl enthousiast naar ons toe komt. “Gaan jullie mee die wand beklimmen?” Hij wijst naar een steile rotswand in de verte. “Ja natuurlijk,” roepen we en we klokken haastig onze cola weg. Het is zomer 2002 en ik doe mee aan een JII-cursus op de Karlsbaderhütte. Een beklimming van een echte rotswand; dat is iets waar ik al maandenlang van droom. Enkele uren later zitten we op de top van de Kleine Gamswiesenspitze. We hebben een indrukwekkende beklimming achter de rug, met een steile sleutelpassage en veel diepte onder ons. Voor het eerst heb ik meegemaakt wat steenslag eigenlijk is en we moeten ons haasten om op tijd terug te zijn voor het avondeten. Maar dat mag de pret niet drukken: ik heb mijn eerste alpiene rotswand beklommen. Zeven jaar later ben ik terug op dezelfde berg. Ditmaal als instructeur bij de JII-cursus. We klimmen nu op de Gämsplatte, een nieuwe route uit 2005, rechts van de noordoostgraat. Deze lijn is moeilijker dan bij de linkerbuurman, maar dankzij de vele boorhaken blijft het een route die je met veel plezier kunt klimmen. Lengte zes is de sleutelpassage, een gladde plaat. ‘Das ist sonst knäckig für V-, oder?’, roept gids Robert grijnzend naar mij vanaf de graat. En inderdaad, het is niet gemakkelijk voor deze

waardering. Even later zie ik van boven hoe deelnemer Sander een knappe prestatie levert door de lengte helemaal zelf voor te klimmen. De laatste meters naar de top zijn niet moeilijk meer. Op het hoogste punt nemen we pauze en dan heb ik goed zicht op de noordoostgraat. Mijn gedachten gaan terug naar dat mooie avontuur van zeven jaar geleden. En ook nu was het weer een leuke tocht. ▲

Kleine Gamswiesenspitze De noordoostwand van de Kleine Gamswiesenspitze is een van de meest beklommen wanden in de Lienzer Dolomieten. De absolute klassieker op deze berg is de route over de noordoostgraat uit 1939. In 2005 is er met de route Gämsplatte een mooie route naast gecreëerd. Beide zijn echte plezierroutes, maar pas op voor steenslag veroorzaakt door touwgroepen boven je.

Vertrekpunt Vanaf de parkeerplaats bij de Dolomitenhütte loop je in 1,5 uur omhoog richting de Karlsbaderhütte. Houd de markeringen richting de pas Kerschbaumertörl aan. Vanaf daar moet je het

duidelijk zichtbare pad nemen tot aan de instap. Vanuit de Karlsbaderhütte loop je in de richting van de Kerschbaumertörl. Via een smal paadje loop je dan naar de instap.

Behaking Op de noordoostgraat bevinden zich boorhaken op de standplaats en als tussenzekeringen, maar het gebruik van een klein assortiment nuts en friends is aan te raden. Voor de Gämsplatte zijn nuts en friends niet nodig.

Afdaling Vanaf de top via een korte klettersteig naar beneden (20 minuten) naar de Kerschbaumertörl.

Vervolgens neem je het brede pad richting het dal of de Karlsbaderhütte.

Documentatie • AV-Führer Lienzer Dolomiten, Rother Verlag München, Hubert Peterka en Willi End. Deze gids is helaas al geruime tijd uitverkocht. Gelukkig zijn er goede topo’s op internet te vinden: • www.vertical-unlimited.com/infos/info.php. Topo’s zijn te downloaden. • Kompasskarte nr. 47 Lienzer Dolomiten, schaal 1 : 50.000 • Alpenvereinskarte blad 56 Lienzer Dolomiten, schaal 1:25.000

71


72

|

HOOGTELIJN 3-2010

|

M AT E R I A A L

|

T E K S T O N D E R R E D A C T I E VA N M I E K E S C H A R L O O

MARKT & STATE OF THE ART State of the Art all-round mountainjacket; zo presenteert het Oer-Engelse Mountain Equipment het Changabang Jacket. In een schurende windkracht 8 op de Ben Nevis, op de Pas de Chèvre in een dikke laag poedersneeuw, de Changabang is de trouwe vriend voor extreme bergsporters. Dit drielaags Gore-Tex Pro Shell jack is ontwikkeld in samenspraak met expeditieklimmer Andy Cave, die dit voorjaar nog een lezing gaf op de NKBV-Bergsportdag. Alles wat je nodig hebt, zit erop en eraan, niet meer en niet minder. Bijvoorbeeld een ruime capuchon die goed over een helm past en vier grote waterdichte zakken aan de buitenkant. De uitritsbare sneeuwvang maakt het jack bovendien geschikt om mee te skiën. Het weegt 580 gram. Prijs: € 500,Informatie: www.moutain-equipment.co.uk, 055-5400850

NET ALS HET NEDERLANDS TEAM De leden van het Nederlands Team klimmen in shirts van Berghaus. Niet zomaar ouderwetse katoentjes maar high-tech shirts waarin zilverionen zijn verwerkt. Simpel gezegd: deze maken de bacteriën van kant die verantwoordelijk zijn voor de penetrante zweetgeur die veel kunststof shirts met zich meedragen. En dat zonder de huid te irriteren. De Technical SS-shirts zijn vrij strak gesneden, zijn superlicht, soepel, voelen zacht aan en bieden bescherming tegen UV-straling. Ze worden als ondergoed verkocht, maar je kunt je er prima gewoon in vertonen. Prijs: € 34,95 Informatie: www.berghaus.com, 030-6879200

LADEN MAAR Groot, comfortabel, sterk, licht en geen toeters en bellen. Zo kun je de TFX Expedition van Lowe Alpine het best omschrijven. In deze rugzak, die iets meer dan twee kilo weegt, past 75 plus 20 liter. Door het TFX10-draagsysteem is het navenante gewicht (tot 30 kilogram) goed te hebben. Dit flexibele draagsyteem beweegt met het lichaam mee terwijl de last stabiel op de rug blijft zitten. De rugzak heeft een groot compartiment en een klepvak waarvan de rits nu bovenop zit. Zo valt er niet meer zo gemakkelijk iets uit dat vak als het open staat. Prettig is de extra hoofdruimte zodat je omhoog kunt kijken zonder je hoofd te stoten. Verder is de rugzak en zijn grotere en kleinere TFX-broertjes voorzien van alle noodzakelijke features. Goed om te weten: fabrikant meldt dat het kleurenpalet van de 2010-serie fris en opwindend is. Prijs: € 259,95 Informatie: www.rugzak.nl, 033-4340454


HOOGTELIJN 3-2010

|

MATERIAAL HELIUM

GOED VOOR PORTEMONNEE Het Nederlandse merk Rubytec maakt slimme (zak)lampen en opladers. Ze hebben één belangrijke eigenschap gemeen: ze hebben géén batterij nodig. Goed voor het milieu, maar ook prettig voor de portemonnee. Deze slimme apparaten zijn herkenbaar aan het Smart Energy-logo. Het gaat om zeven types zaklampen en vier opladers. De kleinste zaklamp Kao Baby Swing Solar Flashlight weegt nog geen 25 gram en past aan de sleutelbos. Hij kan worden opgeladen met een zonnepaneeltje en een draaihendeltje. Ook voor aan de sleutelbos: Kirk (350 mAh), de oplader voor noodgevallen. Prijs Kirk: € 17,95; Kao: € 5,95 Informatie: www.rubytec.nl, 0297-383200

JUL De Jul van Edelrid is een lichtgewicht zekerapparaat voor enkeltouw. Dit stukje design in hippe kleuren bestaat uit twee componenten. De body is vervaardigd uit een hoge kwaliteit roestvrij staal waarbij gezocht is naar een combinatie van een optimale weerstand en een minimale warmtegeleiding. De synthetische buitenkant beschermt de huid tegen verbranding na een lange zekersessie of abseilen. De tuber weegt 63 gram en is geschikt voor touwdiktes tussen de 8,9 en de 10,5 millimeter. Jul heeft de Outdoor Industry Award 2009 gewonnen. Zou Jut die van 2010 winnen? Prijs: € 15,Informatie: www.vaude.nl, 0172-232338

Als iets goed is, moet je er niet te veel aan sleutelen. Daarom koestert Bergans zijn klassiekers. De lichtgewicht rugzak Helium met een volume van 55 liter weegt net iets meer dan een kilo. Zonder gewichtstoename is de vernieuwde Helium robuuster gemaakt met sterker Cordura en een stijvere heupband. Hij is voorzien van het nieuwe Winch-systeem waardoor de heupgordel conisch boven het bekken wordt geplaatst. Daardoor is de gewichtsoverdracht op de heupband verbeterd. Prijs: € 200,- (40 liter: € 180,-) Informatie: www.bergans.com

LEKKER WARM Als expeditieklimmer Hans Kammerlander erin slaapt, dan moet het wel snor zitten. Speciaal voor de meest extreme omstandigheden heeft Carinthia de DIScover slaapzakken ontwikkeld. DIS staat voor dry insulation system. Een van de uitdagingen was een oplossing te bedenken voor de condens die doorgaans het isolatievermogen aantast. Een mens verliest zo’n halve liter transpiratievocht per nacht. Onder koude omstandigheden condenseert die meestal aan de binnenkant van het buitentijk - daar waar de damp in aanraking komt met lagere temperaturen - waardoor na enkele nachten het isolerende dons niet meer droogt en dus minder isoleert. Carinthia heeft een extra buitentijk bedacht dat met een rits kan worden geopend. Even opritsen, condensdruppels of ijskristallen eruit schudden en klaar is Hans. Om de laagste temperaturen te kunnen trotseren zijn de beste materialen gebruikt zoals hoogwaardig ganzendons (95/5, 800 cuin) en verschillende soorten pertex voor tijk. De warmste slaapzak, die je zelfs beschermt tegen temperaturen van -55 ˚C, weegt 1890 gram; de lichtste 1100 gram met bescherming tot -20 ˚C. Prijs: € 399,- tot € 789,Informatie: www.carinthia-bags.com

73


74

|

HOOGTELIJN 3-2010

|

VEILIGHEID

|

TEK S T PAUL VOOR THUIS

VEILIG AAN DE

Klettersteigen bij Pontresina.

Klettersteigen is hot en cool tegelijk. In steeds meer berggebieden duiken moderne ‘ijzeren wegen’ op. Het opgefriste imago en de sportieve uitdagingen trekken een toenemend aantal klauteraars. Fabrikanten van veiligheidsmateriaal en constructeurs van routes werken ondertussen hard aan het vergroten van de veiligheid onderweg. Een update van de beschikbare uitrusting en de techniek. Dat de klettersteig of via ferrata een uitvinding is van het Italiaanse leger in de Eerste Wereldoorlog, is een misvatting. Al in 1843 werd op de Hoher Dachstein in Oostenrijk een route aangelegd met ijzeren staven, treden en kabels om de top gemakkelijker bereikbaar te maken. Ook op de Grossglockner en de Zugspitze werden eind negentiende eeuw vaste touwen en ijzeren treden aangebracht. En in 1906 werd de Köningschusswandsteig op de Rax gebouwd, nog altijd een van de zwaarste klettersteigklassiekers.

Deze routes en de bouwtechniek dienden in de Eerste Wereldoorlog als voorbeeld voor de via atrezzati, wat uitgeruste route betekent. De Italianen legden ze in de Dolomieten aan om ongeziene troepenbeweging door de bergen mogelijk te maken. Vanwege de vele ijzeren ladders en treden werd ook wel de term via ferrata (ijzeren weg) gebruikt. Tegenwoordig zijn via ferrata en klettersteig synoniemen van elkaar.


HOOGTELIJN 3-2010

KABEL

©Engadin, St Moritz

Wat heb je nodig? Om veilig verbonden te zijn met de klettersteig heeft de klimmer een klimgordel nodig. Een goed passende moderne sportklimgordel, al of niet met borstgordel (in verband met het gewicht van een rugzak) is de beste keus omdat de klimmer hierin de vangstoot het beste kan verdragen. Integraalgordels zijn, door een ongunstige belasting op het lichaam bij vallen, voor klettersteigen af te raden. De regel gordel aan = helm op is hier natuurlijk ook van toepassing. Om je te verbinden met de kabel van de klettersteig is een klettersteigset nodig met twee speciale karabiners van het type K (Klettersteig, EN 12275/K). Deze karabiners kunnen vast met de set zijn verbonden, of los aan te brengen door de consument. Tot slot is een paar bergschoenen met een stijve zool van belang.

De routes raakten vergeten en pas in de tweede helft van de twintigste eeuw werden ze weer ontdekt, maar dan als toeristische attractie. Vele klassieke wegen zijn opnieuw ingericht en de eerste veiligheidssystemen met een remplaat om de valenergie te absorberen kwamen op de markt. Vanaf de jaren ’90 van de vorige eeuw zagen de eerste moderne vie ferrate buiten de Duitstalige Alpen het licht, vooral in Frankrijk. Sindsdien worden de routes al maar steiler, langer, sportiever en uitdagender. Het imago en karakter van de sport verandert, van pseudo-alpiene routes voor de wandelaar naar een serieuze klimdiscipline met zijn eigen uitdagingen, risico’s, materiaal en techniek. VEILIGER Het uitgangspunt bij de aanleg van de allereerste klettersteig was het vereenvoudigen en veiliger maken van de beklimming van de Hoher Dachstein. Ook nu nog bieden moderne klettersteigroutes een toegankelijke vorm van bergsport, zonder de complexe touw- en zekeringstechnieken van het ‘echte’ klimmen. Er is minder uitrusting nodig, de bewegingen en handelingen zijn logisch. De stalen kabels en bevestigingssteunen geven al snel een veilig gevoel door hun solide indruk, er is over het algemeen geen onduidelijkheid over het routeverloop. Je volgt gewoon de ladders en kabels. Mede daardoor is de populariteit van klettersteigen enorm gegroeid. Zonder al te ingewikkelde touw- en zekeringstechniek te leren is het mogelijk het gevoel van klimmen in zeer steil terrein te ervaren. VALLEN GEEN OPTIE Hoewel het op het eerste oog misschien lijkt van niet, zijn er grote risico’s verbonden aan klettersteigen, in het bijzonder wanneer een klimmer valt. Door de specifieke manier van beveiligen kan de valfactor hoog oplopen in verticale passages. De valfactor is gelijk aan de valhoog-

te gedeeld door de lengte van het zekeringssysteem (in dit geval de klettersteigset). Bij zekeringstechnieken met standplaatsbouw mag de theoretische valfactor niet hoger dan 2 zijn. In verticale klettersteigpassages kan die factor gemakkelijk uitkomen op 4 of 5. Dat komt doordat de afstand tussen de bevestigingssteunen van klettersteigroutes met afstanden van meerdere meters zijn geplaatst. De potentiële valhoogte is gelijk aan deze afstanden als je vlak voor een volgend bevestigingspunt zit, vermeerderd met de lengte van de klettersteigset en de verlengingsfactor van het remsysteem. De lengte van een klettersteigset bedraagt meestal een meter. Vallen is dus geen optie bij klettersteigen. Daar komt bij dat de vallende klimmer zich ernstig kan verwonden aan de ijzeren pennen en beugels van een klettersteig. STRENGE EISEN In moderne routes worden wel steeds veiliger methodes gebruikt om de klimmer aan de stalen veiligheidskabel te bevestigen. Vroeger werd de kabel strak gespannen door de bevestigingsogen of steunen, nu zien we, vooral in Franstalige gebieden, dat de kabel bij iedere steun met een lus aan het oog bevestigd is. Zo ontstaan afzonderlijke kabelsegmenten. Onder in elk segment hangt de kabel met een lus waarin bij een val de karabiner op een gunstige manier belast wordt. Het grote voordeel hiervan is dat bij een val, die altijd bij de steun eindigt, de karabiner(s) geen dwars- of buigbelasting te verduren krijgen Het veiligheidssysteem dat de klimmer aan de kabel verbindt, de klettersteigset, moet vooral zeer hoge krachten kunnen verwerken en reduceren tot maximaal 6 kN, zeg maar 600 kilogram. Dat is volgens de verplichte Europese norm de kracht die klettersteigsets (EN 958) moeten kunnen hebben.

|

75


76

|

HOOGTELIJN 3-2010

NIEUWE KLETTERSTEIGSETS

CABLE KIT Edelrid Edelman en Ridder, tegenwoordig deel uit makend van VAUDE, is met een stevige comeback bezig. De producten zijn een goede mix van Duitse degelijkheid en innovatie. Van de nieuwe klettersteigsets valt vooral de Cable Kit op. Net als bij de sets van Black Diamond is de shockabsorber dubbel uitgevoerd (inzet 1), waardoor de Cable Kit een van de veiligste sets op de markt lijkt te zijn. Edelrid heeft ook goed nagedacht over de karabiners. Ze zijn lasergesneden uit plat aluminiumlegering (inzet 2). Deze vorm zorgt ervoor dat bij een eventuele dwars- of knikbelasting de karabiner niet breekt maar buigt. De elastische bandstrengen voorkomen dat je kunt struikelen of blijven haken in de lange lussen. Cable Kit: 450 g, prijs ca. € 80,Informatie: www.edelrid.de

1

1

2

2 EASY RIDER, IRON CRUISER Black Diamond Black Diamond heefthet afgelopen jaar twee innovatieve klettersteigsets op de markt gebracht: de Easy Rider en de Iron Cruiser. De belangrijkste vernieuwing zit hem in de dubbele shockabsorber (inzet 1). Bij normaal, dus dubbel inhangen, functioneert deze gestikte absorber als een enkele. Bij foutief inhangen (een karabiner aan de gordel) splitsen beide delen zich en werken ze afzonderlijk van elkaar. Hiermee wordt een te hoge vangstoot of uit elkaar scheuren van de set ondervangen. De bandstrengen zijn elastisch uitgevoerd om ze overzichtelijk kort te houden en de speciaal ontwikkelde karabiners zijn prettig in het gebruik. Vooral de Easy Rider heeft karabiners die soepel functioneren door het ontgrendelingsmechanisme dat in de karabiner zelf is geplaatst (inzet 2). Easy Rider: 495 g, prijs ca. € 95,Iron Cruiser: 465 g, prijs ca. € 75,Informatie: www.blackdiamondequipment.com

Alleen zorgvuldig door de fabrikant geconstrueerde of samengestelde sets voldoen hieraan. Volgens de norm is het niet toegestaan, losse onderdelen zoals touw en remplaten te verkopen om zelf in elkaar te zetten. Alleen complete sets met CE-merkteken (ENnorm) en liefst ook met UIAA-keurmerk (UIAA-norm 128), voldoen aan de strenge veiligheidseisen voor klettersteigsets. Een systeem zonder rem reduceert bij een val met hoge valfactor de krachten niet, waardoor de klimmer ernstig letsel oploopt of het materiaal het begeeft, met een tweede, meestal fatale val tot gevolg. Klettersteigsets zijn er in veel soorten en maten. De variatie zit vooral in karabiners en in het gebruikte type remsysteem, het hart van elke klettersteigset. De rem is het deel dat de valenergie moet absorberen en dempen. Hier worden twee soorten systemen gebruikt: • wrijving van touw of band in een metalen remplaat met gaten of sleuven • speciaal gestikte shock-absorbers waar polyester bandmateriaal op elkaar is gestikt. Bij een val worden beide banddelen uit elkaar getrokken en scheuren de stiksels; dit zorgt voor opname van de valenergie.


TEC STEP Mammut Van het Zwitserse Mammut is de TecStep shockabsorber. Bij deze set wordt een speciaal geweven polyester band met een in vier stappen toenemende dikte door een speciale remplaat getrokken. Resultaat is een in etappes oplopende remkracht. Hierdoor kunnen ook kinderen veilig gebruik maken van de set, omdat de vangstoot geleidelijk wordt opgebouwd afhankelijk van het lichaamsgewicht. Verder is er bij de Tec Step Turn een roterende verbinding tussen rem en banduiteinden geplaatst, waardoor er nauwelijks nog lastige verdraaiingen optreden. Tec Step Via Ferrata Turn KL: 500 g, prijs ca. € 105,Informatie: www.mammut.ch

Voor beide type remsystemen geldt dat na een val de remwerking verloren is gegaan. Je kunt er dus niet meer veilig mee klimmen. Het terugduwen van een touw door de remplaat maakt de set niet opnieuw geschikt voor hergebruik. De gehele set dient te worden vervangen, al dan niet met karabiners. V OF Y? Het gebruik van de oude V-vormige klettersteigsets wordt tegenwoordig afgeraden, het Y-type heeft veruit de voorkeur. De UIAAnorm (128) voor klettersteigsets verbiedt zelfs het op de markt brengen van de V-vorm. Een groot nadeel van de V-vorm is dat de rem geheel is uitgeschakeld als beide karabiners zijn ingehangen in de kabel. Bij de V-vorm zit de remplaat waar het touw doorheen is gevlochten is in het midden van het touwstuk dat door de rem loopt. Bij het omhangen wordt dan de tweede karabiner in het nieuwe kabelsegment gehangen, daarna wordt de eerste karabiner aan de gordel weggehangen. Op dat omhangmoment is de rem dus niet effectief en kan er een (te) hoge vangstoot ontstaan bij een val. Bij een bedieningsfout is de klimmer niet meer bevestigd. Er is ook geen enkele back-up als bij een val de ingehangen karabiner het begeeft, door bijvoorbeeld dwarsbelasting. Bij de Y-vorm zit de splitsing van touw- of banduiteinden naar de karabiners voorbij het remgedeelte. Daardoor werkt de rem ook als beide karabiners aan de kabel zijn gehangen. De bediening is dan anders en logischer. Tijdens het klimmen zitten altijd beide karabiners aan de kabel, bij het omhangen is er een kort moment dat er maar één karabiner vast zit. Er hoeft ook geen karabiner aan de gordel worden weggehangen of afgenomen, wat omslachtiger is dan even op de kabel omhangen. Bij een val met ongunstige belasting van de karabiners is er altijd een backup bij karabinerbreuk. Dat ook de Y-vorm nog veiliger kon, werd duidelijk na een aantal ongevallen waarbij niet zozeer de set zelf het probleem was, maar een foute toepassing. Als bij een y-set slechts één karabiner wordt ingehangen en de andere aan de gordel hangt, is het mogelijk dat bij een val de splitsing tussen beide delen wordt belast en uitscheurt. Tevens is er de mogelijkheid dat de shockabsorber niet meer werkt doordat de poten van de Y strak komen te staan en er geen krachten op de shockabsorber komen. Hierover is in HL 3-2008 reeds bericht. ▲

SKYRIDER Skylotec De Duitse firma Skylotec is vooral bekend in de industriële valbeveiliging en werken op hoogte. Bij de Skyrider klettersteigset is een van de karabiners vervangen door een verbindingselement, de zogenaamde Skyturn. Dit systeem wordt met een draaibeweging geopend en om de kabel bevestigd, waarna het meeloopt met de klimbeweging. Bij een val blokkeert de Skyturn en klemt hij vast op de kabel. Hierdoor wordt de valhoogte zeer effectief verminderd. Bij het omhangen wordt het tweede banduiteinde met een normale (RVS) klettersteig-karabiner eerst omgehangen, daarna de Skyturn. Hierdoor kan nooit een hoge valfactor ontstaan. Nadelen zijn een hoger gewicht en een hogere prijs. En een momenteel beperkte verkrijgbaarheid in Nederland. Skyrider: 680 g, prijs ca € 150,Informatie: www.skylotec.de


78

|

HOOGTELIJN 3-2010

|

T E K S T O N D E R R E D A C T I E VA N P I E T E R D I R K S Z E N S J O R S K U R V E R S

Recensies & signalementen

Bescheiden

Schuldgevoel?

Muurpelgrimage

Met zijn beklimmingen van de K2 en de Mount Everest binnen een tijdsbestek van twee maanden trok Karl Unterkircher in 2004 de aandacht van de alpiene klimwereld. Ook de jaren erna stond hij in de schijnwerpers met spraakmakende beklimmingen zoa ls die van de noordwand van de Gasherbrum II. In 2008 ging Unterkircher samen met Walter Nones en Simon Kehrer naar de Nanga Parbat om de Rakhiotwand te beklimmen. Vlak na de start van de eigenlijke klim verongelukte Karl Unterkircher. Een val van 15 meter in een gletsjerspleet werd hem fataal. De twee andere klimmers bereikten onder moeilijke omstandigheden na negen dagen weer het basiskamp. Het ongeluk en de barre omstandigheden trokken de aandacht van de internationale media. Dagenlang wordt het nieuws beheerst door de reddingsactie rond de twee klimmers. In dit boek doen Kehrer en Nones op bescheiden wijze verslag van de gebeurtenissen vanuit hun gezichtsveld. Ze waren volslagen verrast door de enorme aandacht van de pers. Op bijna zakelijke wijze doen ze verslag in het boek. Ze wisten waarmee ze bezig waren; voorvallen als deze behoren tot de risico’s van het expeditieklimmen en van het beroep als berggids, betogen ze. Toch blijft na lezing van het boek de vraag hangen of het het wel allemaal waard is dit soort risicovolle projecten te ondernemen. Vooral het interview met de partner van Unterkircher, die hij achterlaat met drie jonge kinderen, zet aan tot denken. [Pieter Dirksz]

Als Reinhold Messner in 1970 de overschrijding van de Nanga Parbat volbrengt, staat hij aan het begin van een indrukwekkende carrière als expeditieklimmer. Tot op de dag van vandaag duikt hij telkens weer op in de (Duitstalige) pers. Nog dit jaar kreeg hij de Piolet d’Or toegekend voor zijn prestaties gedurende zijn loopbaan als alpinist. Toch hangt de beklimming in 1970 als een dreigende wolk aan de horizon. Dat komt doordat zijn jongere broer Günther tijdens die beklimming de dood vond. Op gezette tijd laat Reinhold Messner deze wolk overtrekken. Jochen Hemmleb heeft de geschiedenis van deze affaire nog eens gereconstrueerd, waarbij hij zich zich sterk heeft geconcentreerd op de rol en uitingen van Reinhold Messner in de loop der tijd. Messner lijkt een kunstenaar te zijn om in het nieuws te blijven of te komen. Met zijn afwisselend provocerend of inconsistente bijdragen slaagt hij erin om de discussie gaande te houden. De traumatische dood van zijn broer lijkt daardoor meer instrument te zijn geworden dan een sleutelgebeurtenis in het leven van Reinhold Messner. Uitgeverijen profiteren gretig van de gestaag groeiende stapel boeken en artikelen over deze affaire. Ook in 2010 zijn er al naast Hemmlebs reconstructie zijn er nog twee boeken (waaronder de heruitgave van het in 1971 verboden Die rote Rakete) en een bioscoopfilm (Nanga Parbat) verschenen. Hemlebb weet aardig weg in de brei aan informatie. En hij slaagt er ook nog in om een neutrale houding aan te nemen. Uiteindelijk geeft ook hij geen sluitende verklaring voor het gedrag van Messner. Is het nu wel of niet schuldgevoel? [Pieter Dirksz]

Socioloog Herman Vuijsje heeft drie keer de Hadrian Wall (van Newcastle naar Bowness-onSolway) gelopen. De Hadrian Wall vormde de grens tussen het door de Romeinen beheerste deel van Engeland en het gebied daar ten noorden van dat door ‘Brigantes en Caledoniërs’ werd bewoond. In het boek doen Vuijsje en fotografe Marian van de Veen-Van Rijk verslag van wat ze noemen ontdekkingsreizen. Ietwat verscholen in het boek valt op dat er een scheiding is tussen wandelaars die het Hadrian Wall Path zien als een langeafstandswandeling die af te tikken is binnen een week en diegenen die er meer een cultuurhistorische tocht van maken. Vuijsje doet verslag van drie tochten die onder de laatste categorie zijn te scharen. Dat levert een aardig inzicht op in het ontstaan van de muur. En van de mensen van allerlei pluimage die er zich tegenwoordig mee bezighouden of hebben gehouden om dit( UNESCO-)erfgoed te beschermen. Dit boek is bedoeld als opwarmer en achtergrondinformatiebron bij de wandeltocht. De auteurs hebben overigens een ander traject gelopen dan het officiële pad. Wie de Hadrian Wall zelf wil verkennen zal ook kaarten en een wandelgids van het formele pad moeten aanschaffen. Met dit boek wordt de lust om de Hadrian Wall te lopen opgewekt. [Pieter Dirksz]

Teufelswand Simon Kehrer en Walter Nones Piper Verlag, München, 2010 ISBN 978-3-8902-9378-3 Ca € 23,-

Nanga Parbat Jochen Hemmleb Tyrolia-Verlag, Innsbruck-Wien, 2010 ISBN 978-3-7022-3064-7 Ca € 29,-

Een grens van steen Herman Vuijsje Celadon, Bilthoven, 2010 ISBN 978-9-0894-8013-2 Prijs: € 20,00


HOOGTELIJN 3-2010

|

The Ochre Land, Images of Yemen 1985-1990 Charles Dufour, uitgave Charles Dufour, te bestellen via ochre.land@inter.nl.net Van 1985 tot 1990 bezocht oud-hoofdredacteuer van de Berggids Charles Dufour meermaals het toen nog grotendeels onbekende Yemen. In een perfect verzorgd, dito gedrukt en fraai vormgegeven boek toont hij zijn mooiste foto’s die hij tijdens deze reizen maakte.

Auf alten Kriegspfaden durch die Dolomiten Eugen E.Hüsler, Bruckmann Verlag, 2008 ISBN 978-3-7654-4619-1 De titel geeft veel weg over de tochten die zijn beschreven. Een goede introductie om inzicht te krijgen over de omstandigheden waaronder tussen 1915 en 1917 oorlogs- en vooral natuurgeweld veel slachtoffers eiste. In totaal zijn er 30 wandelingen beschreven.

Tour du Wildhorn Jochen Ihle, Conrad Stein Verlag, 2009 ISBN 978-3-8668-6198-5 De wandelgidsen van uitgeverij Conrad Stein zijn klein in formaat. En overvol praktische informatie over de beschreven tocht bedoeld voor de ervaren bergwandelaar. Iin vijf dagen voert de gids je rondom de Wildhorn op de grens van de Zwitserse kantons Wallis en Bern.

Geheimzinnige wandelingen Wandelgids Grebbeliniepad Bert Rietberg, Uitgeverij Waanders, 2010 ISBN 978-9-0400-7664-0 Een wandelgidsje voor wie niet alleen geïnteresseerd is in mooie dagwandelingen in eigen land, maar ook meer wil weten over één van de grote waterlinies die bescherming moesten bieden tegen de vijanden uit het oosten.

Bärentrek Iris Kürschner, Conrad Stein Verlag, 2010 ISBN 978-3-8668-6297-5 Nog zo’n kleine praktische gids van een Zwitserse trektocht in het hooggebergte. In zeven dagetappes voert de route van Grindelwald naar Gsteig. Het uitstekende openbaar vervoer maakt het mogelijk de tocht op te knippen.

Climbing in Crete Philippe Bugada, Le Corditelle, 2009 ISBN 978-2-9526-3781-7 Zon, zee, cultuur en sportklimmen op Kreta. In deze klimgids komen zes klimgebieden op het zonovergote eiland aan de orde, zowel in het Engels als in het Frans. De topo’s zijn eenvoudig op foto’s aangegeven; de omschrijvingen zijn kort bemeten. De routes liggen qua waardering meestal tussen de 3 en 7a.

Wanderziel-Gipfel Oberwallis Sabine en Fredy Joss, SAC-verlag, 2008 ISBN 978-3-8590-2275-1 In deze gids zijn veertig bergtochten naar toppen in het Oberwallis (tot in het Saastal en het Lötschental) verzameld. De moeilijkheidswaardering van de wandelingen is nogal uiteenlopend. De met T5 of T6 aangeduide wandelingen zijn meer alpiene tochten die gedegen hoogalpiene ervaring vragen. Verder wel een aanstekelijk boekje met wat kleine kaartjes.

Sandsteinfelsen in den Vogesen Frank Enz, Timo Marschner, Martin Schepers, tmmsverlag, 2009, ISBN 978-3-9306-5020-0 Deze Duitstalige klimgids voor de Vogezen is overzichtelijk ingericht met alle belangrijke informatie op een presenteerblaadje. In totaal worden er 45 klimgebieden beschreven, evenals twee bouldergebieden. Per gebied wordt de geschiktheid voor kinderen wordt aangegeven.

Wandern an Sagenhaften Suonen Johannes Gerber, Rotten Verlag, 2009 ISBN 978-3-9057-5600-5 Suonen zijn vaak kunstig aangelegde irrigatiekanalen om het water van de bergen naar weiden en akkers te brengen. In totaal zijn er 47 wandelingen in Wallis opgenomen in deze gids.

Écrins vol. 2 Frederic Chevaillot, Edition Sud Ouest, 2009 ISBN 978-2-8418-2418-2 Praktisch uitgevoerde Franstalige wandelgids met sfeervolle foto’s over tochten in het oostelijke deel van de Écrins. Met 57 wandeltochten ruim voldoende keuze voor een bergwandelvakantie.

Bergsport in het kort red. Noes Lautier e.a., NKBV, 2010 Geheel geactualiseerd handboekje voor bergsporters. Wie deelneemt aan een NKBV-cursus krijgt dit boekje met info over onder meer veiligheid onderweg, touwtechnieken, uitrusting en remmen in de sneeuw. Het is ook verkrijgbaar in de NKBV-webshop: www.nkbv.nl

INTERNET Kijk voor meer recensies en signalementen op www.hoogtelijn.nl. Klik op de cover van Hoogtelijn 3/2010 en kies Recensies & Signalementen.

79


80

|

HOOGTELIJN 3-2010

|

ADVERTORIAL

GEVALLETJE SCHADE... EN DAN? Als je op vakantie de bergen ingaat, denk je niet als eerste aan een gevalletje schade of een ongeluk onderweg. Toch is het handig om er van tevoren rekening mee te houden en een goede reis- en ongevallenverzekering af te sluiten. De NKBV biedt zo’n verzekering. ”Ruim zeventig procent van onze leden heeft de speciale doorlopende reis- en ongevallenverzekering via de NKBV afgesloten. Dat is verstandig omdat de kosten bij een probleem in de bergen vaak hoog oplopen”, zegt Stan Stolwerk, directeur van de NKBV. ”Het gaat vaak niet over hele ernstige zaken, maar je zult je enkel maar verstuiken hoog op de berg of een blindedarmontsteking krijgen in de hut. Meestal zit er weinig anders op dan met de helikopter naar het dal te gaan.” ”De verzekering is gemaakt samen met verzekeringsmakelaar Mercer B.V. en is speciaal ontwikkeld voor wandelaars en klimmers. Er is een extra dekking voor repatriëring, redding en opsporing, naast de normale dekking van een reisverzekering voor ski-, duik- of zonvakanties”, aldus Stolwerk, die de prijs van€ 23,50 per jaar voor een dergelijke brede dekking aantrekkelijk vindt. ”We hebben alle informatie over de verzekering overzichtelijk bij elkaar gezet op www.bergsportverzekering.nl.” DOMME PECH Helena Visser is al 24 jaar lid van de NKBV en heeft begin dit jaar voor het eerst gebruik moeten maken van de bergsportverzekering. Tijdens een georganiseerde trekking in Pategonië in Chili gleed ze uit en brak haar enkel. Domme pech. Haar zeven reisgenoten onder wie haar dochter en de twee gidsen van Cascada Expediciones

brachten de ongelukkige Helena naar een hut. Vooral de twee gidsen Roberto en Juan Luis hebben haar urenlang gedragen. Terwijl ze fysiotherapie volgt voor haar revalidatie, kijkt Helena tevreden terug op de afhandeling van het ongeluk door de verzekeraar. ”Ik ben zeer te spreken over de wijze waarop ik ben opgevangen en hoe de afhandeling is georganiseerd. De kosten van het trekkingbureau zijn door de verzekeraar betaald, mijn ticket werd opgewaardeerd naar een stoel met voldoende beenruimte, het vervoer naar en van het vliegveld werd volledig verzorgd. Er werd zelfs geregeld, dat mijn dochter die in Londen woont, mij eerst naar Nederland mocht begeleiden. De volgende dag is zij op kosten van de verzekeraar alsnog naar huis teruggekeerd.” Het ongeluk in Chili heeft Helena Visser niet afgeschrikt. “Nee hoor, het was zo’n domme pech. Ik ben weer voorzichtig begonnen met sporten, ik doe spinning en tai chi. Dat moet ook, want in februari 2011 staat mijn volgende reis naar Finland op stapel. Daar ga ik samen met mijn twee dochters een trektocht met sledehonden maken. Ik wil iedere bergsporter op het hart drukken: ga goed voorbereid op reis. Daarbij hoort een goede reisverzekering die dekking biedt voor de activiteiten die je gaat doen; zo eentje is goud waard als je iets overkomt, want je kunt volslagen hulpeloos worden door een klein incident.” Informatie: www.bergsportverzekering.nl ▲


HOOGTELIJN 3-2010

|

NKBV ledeninformatie Lidmaatschap - jouw voordelen

� � �� � � � �� � �� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �

� � �� � � � �� � �� � � � � � � � � �� � � � � � � � � � � � � � �

����������

• Kortingen in hutten, bergsportzaken en klimhallen • Doorlopende reis- en [bergsport] ongevallenverzekering voor € 22,50 per kalenderjaar • Doorlopende annuleringsverzekering vanaf € 40,00 per jaar • 5 keer per jaar hèt enige Nederlandse allround ������������������ ����������� bergsporttijdschrift ‘Hoogtelijn’ • Bergsportreizen.nl met cursussen en tochten ������������������� • Regionaal activiteitenprogramma �������������������� ������������������������������ • 24 uur per dag klim- en bergsportnieuws op NKBV.nl • Klim- en bergsportinformatienummer 0348-409521 • 7 gespecialiseerde klim- en bergsportbibliotheken en informatiecentra verspreid in het land • Klimjaarkaart voor buitenmassieven in België • Deelname aan sportklimwedstrijden • Gratis kennismakingsles sportklimmen bij Mountain Network ter waarde van € 12,50 • Opleidingen • Online ledenadministratie, wijzig je gegevens online via nkbv.nl • Korting op een abonnement op Blok, Blad over Klimmen

���������� ��������������������������� �����������������������������������

������������������

Alarmcentrale De NKBV-Alarmcentrale is voor noodsituaties. Benader de NKBVAlarmcentrale uitsluitend na een ongeval met letsel, overlijden of ziekte als gevolg, waarbij je daadwerkelijk zorg en begeleiding nodig hebt. Zaken zoals diefstal van en schade aan persoonlijke eigendommen dienen niet te worden gemeld bij de NKBV-Alarmcentrale. Het telefoonnummer is 070–3145511 en staat ook op de achterkant van je ledenpas.

Reis- en ongevallenverzekering afgesloten? De zomervakantie komt eraan en je wilt vast goed verzekerd op pad. Controleer je ledenpas, want wie de contributie en verzekeringspremie tegelijk heeft betaald kan rechtsonder op de ledenpas zien of hij verzekerd is. Is de verzekeringspremie later betaald dan de contributie, dan wordt geen nieuwe kaart toegezonden. Wie twijfelt kan navraag doen bij NKBV-sportservice: 0348-409521 (kies 1).

CRANS-MONTANA (CH) Bij Crans-Montana (CH) te huur: Knus, zonnig chalet, 3 slaapkamers, 2 badkamers, tuin. Rustige ligging, prachtig uitzicht. Skiën, wandelen, alle niveaus. 0653767786, info@mrookhuizen.nl LA VANOISE, LES ALLUES, 1125m Gerestaureerd, meer dan 200 jaar oud huis, met tuin op zuiden, terrassen, balkons en 2 garages. Vlak bij 17e eeuwse kerk. Mooi wandelgebied, 100 hutten. Direct vanuit het huis wandelingen tot 2700m. Ook prachtig in voor en najaar.18 holes golf op 15 minuten. Mooie zwembaden nabij. Te

���������� ���������� ��������������������������� �����������������������������������

BERGSPORTREIZEN

.nl

K O N I N K L I J K E

N E D E R L A N D S E

K L I M -

E N

B E R G S P O R T

V E R E N I G I N G

������������ �������������������������

��������������������������������������� ������������������������� ��������������������

* alpiene cursussen * sportklimmen * alpiene trektochten * bergsportkampen * bergwandelen + * vreemde voettochten * jeugd * gezinsreizen * 50

2010 BR_010_00_cover.indd 2

03-12-2009 13:57:07

Doorlopende Annuleringsverzekering Natuurlijk ga je er niet van uit dat je een reis moet annuleren of voortijdig moet afbreken. Mocht zich onverhoopt toch iets voordoen waardoor dat noodzakelijk is, dan komt de doorlopende annuleringsverzekering van de NKBV van pas. Annuleringskosten zijn dan goed afgedekt. Meer informatie: www.nkbv.nl onder NKBV/lidmaatschap.

Klimmen in België NKBV-leden kunnen met een klimjaarkaart klimmen in België op zeven rotsmassieven: bij Freyr, Beez, Dave, Les Awirs, Hotton, Durnal en bij Pont-á-Lesse. De klimjaarkaart kost € 21,00 en is te koop in de webwinkel van de vereniging. Het klimmen in de betreffende rotsmassieven is gebonden aan regels. Deze kun je nalezen op www.nkbv.nl onder Sportklimmen/Klimregeling.

Nieuwsbrief De NKBV verstuurt periodiek een digitale nieuwsbrief naar haar leden. Ontvang je deze nieuwsbrief nog niet en wil je wel op de hoogte blijven van alles wat gebeurt binnen de vereniging, kijk dan op onze website. Daar kun je je aanmelden voor de nieuwsbrief.

Opzeggen lidmaatschap Wie zijn lidmaatschap met ingang van het volgend kalenderjaar wil opzeggen, moet dat volgens de statuten van de vereniging schriftelijk doen vóór 31 oktober. Je kunt opzeggen met het opzegformulier (www.nkbv.nl/NKBV/Lidmaatschap).

huur: 2 zeer comfortabele appartementen, 4-6 en 6 pers., 60 resp. 67 m2. Telefoon 06 10 561 222 en www.vanoise.nl LES TROIS VALLÉES, MÉRIBEL Gerestaureerd, meer dan 200 jaar oud huis, met tuin op zuiden, terrassen, balkons en 2 garages. Vlak bij 17e eeuwse kerk van Les Allues (1.125m). Met cabineskilift (5 min lopen) naar het hart van het schitterende skigebied (600 km piste). Te huur: 2 zeer comfortabele appartementen, 4-6 en 6 pers., 60 resp. 67 m2. Telefoon 06 10 561 222 en www.ski3vallees.nl

81


82

|

HOOGTELIJN 3-2010

Vooruitblik

Hoogtelijn 4-2010 verschijnt 10 september

Hoogtelijn is het officiële tijdschrift van de Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging (NKBV) Het verschijnt vijf keer per jaar, in februari, april, juni, september en november.

Alpiene ingenieurswerken

Artikelen en bijdragen in Hoogtelijn zijn op persoonlijke titel geschreven tenzij anders vermeld. Niet elk(e) artikel of bijdrage van een redacteur of andere schrijver geeft per definitie de mening of het standpunt van de Koninklijke NKBV weer. De redactie staat open voor bijdragen van leden en derden waarbij de redactie het recht heeft, zonder opgave van redenen, de bijdragen niet te plaatsen. Het al dan niet op verzoek van de redactie aanbieden van artikelen aan Hoogtelijn impliceert toestemming voor openbaarmaking en verveelvoudiging ten behoeve van de elektronische ontsluiting van Hoogtelijn.

MAAK ER GEBRUIK VAN!

REDACTIE Peter Daalder (hoofdredacteur), Mieke Scharloo (eindredacteur), Ernst Arbouw, Pieter Dirksz (penningmeester), Frank Husslage, Moniek Janssen, Ico Kloppenburg, Sjors Kurvers, Ivar Schute. MEDEWERKERS Jody Hagenbeek, Peter uijt de Haag, Christine Tamminga, Arnold Tang, Milka van der Valk Bouman (correctie), Saskia Gottenbos (cartografie), Toon Hezemans (cartoon); Martijn Schell.

Bergsport vanuit de Berninalijn

REDACTIE-ADRES NKBV-Bureau, t.a.v. Secretariaat Hoogtelijn Postbus 225, 3440 AE Woerden E-mail redactie Hoogtelijn: hoogtelijn@nkbv.nl NKBV-BUREAU Open ma t/m vrij 9.00-12.30 uur en 13.00-16.00 uur Telefonisch bereikbaar: ma 13.00- 16.00 uur di t/m vrij 10.00 – 12.30 uur en 13.00 –16.00 uur Bezoekadres: Houttuinlaan 16-A, 3447 GM Woerden Postadres: postbus 225, 3440 AE Woerden Tel: 0348-409521 /Fax: 0348-409534 Giro: NKBV: 534744 /Bank: NKBV: 22.53.37.274 E-mail: info@nkbv.nl / Homepage: www.nkbv.nl

Klettersteigen op de Zugspitze Trekking door de Karakoram

Rope solo in Utah

TOPPERS € 3,- per 30 tekens, min € 9,- per Topper. Download het opgaveformulier van de website: www.nkbv.nl/tijdschrift/toppers of vraag het aan via 0348-409521 Sluitingsdata Katern Verenigingsinformatie nr 2010/4: 19 augustus 10.00 uur nr 2010/5: 28 oktober 10.00 uur ADVERTENTIE EXPLOITATIE ManagementMedia BV, Emmastraat 61, postbus 1932, 1200 BX Hilversum tel: 035-6232756, fax: 035 6232401 Olger Kooring & Peter Dierdorp olger.kooring@managementmedia.nl peter.dierdorp@managementmedia.nl VORMGEVING Studio ManagementMedia, Meta Pols, Edith van de Giessen (art director). DRUK: Senefelder Misset, Doetinchem Oplage: 36.500 ISSN: 1387-862X Overname van (delen uit) artikelen is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie van Hoogtelijn.

�������������

������������������������������ ������������������������������ �����������������������

������������������������������������� ���������������������������������


‘‘

‘‘

Fifty years ago, I decided to make nature more accessible to more people.

We have never strayed from this goal and we are only at the beginning of our journey.

Welcome to another 50 years of quality time Åke Nordin, founder of Fjallraven

Bij deze editie van Hoogtelijn vindt u onze jubileum catalogus. Hierin vindt u onze geschiedenis, onze ideeën over de natuur natuurlijk onze waarden. We zijn een Noord Zweeds merk dat al 50 jaar rugzakken, tenten, slaapzakken, reisbagage, outdoor kleding en reiskleding maakt. Niet alleen voor in Scandinavië maar voor overal op onze planeet. Kijk voor meer informatie op: www.fjallraven.com Onze producten vindt u in de onderstaande winkels: Bever Zwerfsport Winkels Alkmaar Bever Zwerfsport Almere Bever Zwerfsport Amersfoort Bever Zwerfsport Amsterdam Bever Zwerfsport Amsterdam Bever Zwerfsport Apeldoorn Bever Zwerfsport Arnhem Bever Zwerfsport Assen Bever Zwerfsport Bergen op Zoom Bever Zwerfsport Breda Bever Zwerfsport Den Haag Bever Zwerfsport Den Haag Bever Zwerfsport Doetinchem Bever Zwerfsport Ede Bever Zwerfsport Eindhoven Bever Zwerfsport Emmen Bever Zwerfsport Enschede Bever Zwerfsport Groningen Bever Zwerfsport Haarlem Bever Zwerfsport Hengelo Bever Zwerfsport Hilversum Bever Zwerfsport Houten Bever Zwerfsport Leeuwarden Bever Zwerfsport Leiden Bever Zwerfsport Lelystad Bever Zwerfsport Maastricht Bever Zwerfsport Nijmegen Bever Zwerfsport Rotterdam Bever Zwerfsport Steenwijk Bever Zwerfsport Tilburg Bever Zwerfsport Utrecht Bever Zwerfsport Venlo Bever Zwerfsport Zwolle Bever Zwerfsport

072-5158297 036-5303304 033-4702533 020-6894639 020- 4122879 055-5222011 026-4421989 n.n.b. 0164-240266 076-5217280 070-3883700 070-3464673 0314-366100 0318-650850 040-2930623 0591-659278 053-4346986 050-3137094 023-5340700 074-2505723 035-6244233 030-6390118 058-2164423 071-5144888 0320-413768 043-3626872 024-3889060 010-4134914 0521-517330 013-5070849 030-2896262 077-3519911 038-4231999

Amersfoort Amsterdam Amsterdam Apeldoorn Arnhem Assen Barendrecht Beek en Donk Bergeijk Bergen op Zoom Beverwijk Blokzijl Breda Brunssum Bunde Bussum Dalen Delft Den Bosch Den Bosch Den Burg Den Haag Den Haag Deventer Deventer Dokkum Dordrecht Drachten Drempt Duiven Ede Ede Eindhoven Eindhoven Eindhoven Eindhoven Emmen Epe Ermelo Ermelo

Kathmandu 033-4619106 Carl Denig 020-6262436 Demmenie Sport 020-6243652 Rene Vos 055-5787906 Intersport Superstore 026-4422126 Dick’s Kampeerhal 0592-312424 Outdoor XL 0180-642525 Hemker & Bekking 0492-553460 Bax Totaal Recreatie 0497-572085 Outdoor & Travel Outfitters 0164-245655 Ronald Adventure Shop 0251-221572 Jvs-Global Outdoor 0527-291841 BHC Best Adventure 076-5145575 Hans Stassar 045-5215152 Amerikaanse Hal 043-3641604 Frantzen Sport 035-6911397 Schietsport Jan Witvoet 0524-551253 Crew Adventure Store 015-2147773 Intersport Schneider Outdoor 073-6144307 Schneider C & W sport 073-6216006 Mantje Sport 0222-315322 Carl Denig 070-3635244 Crew Adventure store 070-3616969 Kathmandu 0570 -616584 Luehof Sport en Outdoor 0570-611484 PD Outdoor 0519-220620 Alpaca Buitensport 078-6138862 Veneboer 0512-542200 Keltic Green 0313-471311 Four Seasons 026-3116017 Intersport Ede 0318-610284 Moosecamp 0318-690708 De Kampeermarkt 040-2513392 Demmenie Sport 040-2446064 Gunneman Sport 040 2115037 Intersport Biggelaar 040-2442616 Weggemans Golf &Adventure 0591-650605 Country Store 0578-615351 Hondenhobby 0341-556599 Kampeerwereld Hendriks 0341-414013

Gorssel Gouda Gouda Groningen Haarlem Harderwijk Harderwijk Hattem Hazerswoude Rijndijk Heemskerk Heerhugowaard Helmond Helmond Hoenderloo Hoorn Huizen Landgraaf Heerlen Leiden Leimuiden Lelystad Limbricht Lottum Maarssen Made Made Margraten Middelburg Molenschot Nieuwegein Nieuwegein Nieuwkoop Nijmegen Noordgouwe Nunspeet Oldenzaal Oostwoud Oss Purmerend

Rene Vos Outdoor Outdoor Gouda Kampeerhal De Vrijbuiter Waterborg Buitensport Soellaart Camping&Trekking Graziani Gunshop Telstar Intersurf Ik ga op reis

0575-493989 0182-517348 0182-555020 050-3120702 023-5323735 0341-434313 0341-413960 n.n.b.

Ton van Bemmelen Smitveld Kompas Outdoor World Gunneman Sport USA Adventure Store Wolfswinkel Groentechniek De Trek Buitensport Irene Huizen Hendriks Schoenmode Running World Crew Adventure store Hemker & Bekking Raven Fishing & Outdoor Mulders Bergsport Wapenmakerij Hendrix House of Outdoor Uit de Brieltjes World of Walking Vakantiewereld Margraten Intersport Erik Linberg Caravancentre Carl Denig Outdoor Eddie STC. Nieuwkoop Spac Sport Jachthuis Noord Gouwe Veluwe-Outdoor De Essen Outdoor & Jacht De Bokkesprong Wim de Leeuw Sport Guust

071-3414909 0251-670173 072-5714342 0492 565685 0492-523668 055-3781214 0229-272660 035-5253679 045-5313001 045-5712009 071-5125283 0172-506593 0320-257176 046-4583934 077-3662429 0346-556166 0162-682252 0162-682631 043-4589120 0118-611741 0161-411246 030-2800856 030-2672744 0172-574112 024-3552333 0111-401268 0341-270847 0541-533876 0229-201047 0412-690440 0299-423281

Ridderkerk Rijssen Roden Roermond Roermond Roosendaal Rotterdam Rotterdam Schijndel Sevenum Sittard Sluis Sneek Sommelsdijk Steenwijk Terneuzen TerschellingMidsland Tilburg Twello Uden Uithoorn Utrecht Valkenswaard Veenendaal Vlissingen Waalwijk Wageningen Weert Winterswijk Woerden Zaandam Zeist Zeist Zoetermeer Zutphen Zwaag Zwolle

Outdoorshop Henk van Os De Paander Kampeerhal de Vrijbuiter Ton Notermans Kamperen Kampeerhal de Vrijbuiter Outdoor & Travel Outfitters Crew Adventure store Demmenie Sport De Wit Camping Sport Gebr. Janssen Senza Dubbio Teckel Country Store Bij Folkert Fixet Mastenbroek Hemker & Bekking K2 Himalaya Adventure Store

0180-414292 0548-788530 050-5010106 0475 420610 0475-346610 0165-528305 010 4149510 010-4130528 073-5493218 077-4671818 046-4528744 011-7421285 0515-542941 0187-482652 0521-521430 0115-615053

Waddenchic Sportief snow, travel & advent Hemker & Bekking Intersport Superstore Uden Kampeer Expert Kathmandu Scarabee Sports & Outdoor Vogtschmidt Outdoor Center Outdoorcenter Vlissingen Running Center Waalwijk Bas Buitensport Bob’s Adventure Store Obelink Camping Zwerfkei Outdoor & Travel De Kampeerwinkel Sporthuis Sunnycamp B&G Tuin en Bosbouw artikelen Van Herwijnen Harbach Sport Karsten Travel Store Leerentveld Vrijetijd

0562-449530 013-5433960 0571-276552 0413-256985 0297-527348 030-2341499 040-2070032 0318-510662 0118-441478 0416-651464 0317-426511 0495-547434 0543-532632 0348-421648 075-6704300 030-6916737 030-6919457 079-3163551 0575-513913 0229-237199 038-4550755


ow ja.... wil je m’n rugzak even aan het touw vastmaken dat ik zo naar beneden gooi... dan kan ik bij mijn boterhammen...

volgens mij ben je iets vergeten...

Mountain Attack Pro - De ultieme klimrugzak De veelzijdige, functionele en slanke alpiene rugzak voor snelle lichtgewichtbeklimmingen. Het geventileerde rugpand voelt in de zomer extra comfortabel en trekt in de winter geen sneeuw aan. De gepolsterde heupband kan thuis worden gelaten als een klimgordel wordt gedragen, een 20 mm band zorgt dan voor de noodzakelijke stabiliteit. Ook pickellussen, touwcompressor of zelfs het complete topvak zijn afneembaar om gewicht te besparen. k heeft deze rugzaevormd rg een voo gpand ru ventilerendcomfort... ra xt e r o vo

dan komen ze je gewoon optakelen

de heupband kun je thuislaten als je je klimgordel gebruikt...

Belangrijkste kenmerken

• Centrale sluiting met Load Locker gesp • Zijcompressie met Webcatcher skilassosysteem • Interne en externe ritsvakken • Ergonomische schouderbanden en borstbandje • Handvat en hijslussen, materiaallussen

je klimmateriaal kun je veilig vastmaken...

geen paniek! als er iets fout gaat gebruik dan de instructies op het sos-panel...

• Dubbele pickel/wandelstokbevestiging • Extra bevestigingslussen, stokvakken • Regenhoes, drinkzakvoorbereiding • SOS-instructie, sleutelklip. Volume: 35 + 10 / 45 + 10 liter | Gewicht 1660 / 1720 gr | Load Zone: 15 kg

Deze rugzak is natuurlijk maar een voorbeeld uit onze collectie. We hebben nog veel meer. Check www.rugzak.nl. Of beter nog, ga naar je plaatselijke buitensportwinkel

Check

www.rugzak.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.