WWW.MYSWITZERLAND.COM | ZWITSERLAND SPECIAL | JANUARI 2017
BERGSPORTMAGAZINE VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE KLIM- EN BERGSPORT VERENIGING
Zwitserland de nat r wil je terug
MULTI BERGSPORT Klettersteigen, fietsen en wandelen
HAUTE ROUTE
Door het zonnige hart van de Alpen
HU ENTOCHT
Drie dagen alleen op de wereld
De nat r wil je terug “De bergen roepen en ik moet gaan.” Dat zei de beroemde natuurbeschermer en bergliefhebber John Muir. En zo is het. Wie heeft ervaren hoe mooi de bergen zijn, komt steeds weer terug en koestert de natuur. De majestueuze bergreuzen van het Berner Oberland, de meer lieflijke exemplaren rondom Luzern, de talloze hoge toppen en diepe dalen van het Wallis en de groene valleien van Ticino en Graubünden, waar grote rivieren hun oorsprong hebben. Het ziet er een beetje uit als de spoorbaan waarmee ik als kind speelde. Tussen al die bergen vindt de trein zijn weg in een landschap met meren en stroompjes. Dat land heet Zwitserland, waar ik je van harte welkom heet. Een smakelijke eerste indruk vind je in deze speciale editie van Hoogtelijn. Tot in de bergen!
Yves Luetolf Directeur Zwitserland Toerisme Benelux
04 12 20 30 32 40 50
Adembenemend mooie tochten in kanton Bern Haute Route in Wallis: door het zonnige hart van de Alpen Trap op, trap af in onbekend Ticino Markt & Materiaal: traditie uit Zwitserland Met de Glacier Express door Graubünden, Uri en Wallis Klettersteigen, fietsen en wandelen in Centraal Zwitserland Waterrijke wandelingen in Graubünden
Zonsondergang op de Schynige Platte.
2 | HOOGTELIJN |
ZWITSERLAND SPECIAL 2017
Foto Zwitserland Toerisme ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
3
Met een paraplu kun je de 200 meter overbruggen waar het water van de Schafberg op het pad klettert.
Adembenemend mooie tochten in kanton Bern
Godin,
alpenhoorn en
adelaarsnest
De oogst van een week wandelen en reizen in de regio Bern en Berner Oberland is even divers als verrassend. We krijgen een aubade van een muzikant met een alpenhoorn, zijn te gast in een adelaarsnest-nieuwe stijl en raken in de ban van een lelieblanke godin. 4 | HOOGTELIJN |
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | TEKST PETER DAALDER | FOTO’S AART MARKIES
Foto links Walter Zobrist laat het geluid van zijn bugel weerkaatsen tegen de steile bergwand. Foto midden Al tientallen jaren onveranderd: de Stube van de Doldenhornhütte.
H
et begint goed. In Bern zien we vanuit de trein de iconen van de regio onwaarschijnlijk scherp, zestig kilometer verder. De Eiger met zijn even beroemde als beruchte noordwand, de Mönch en de Jungfrau, dicht tegen elkaar aan met het eigenzinnige puntje van het Jungfraujoch ertussenin. De trein raast verder. Thun, Spiez, Reichenbach, Frutigen. Daar waar de doorgaande trein de Lötschberg-basistunnel in schiet en er 35 kilometer later in Visp weer uitkomt. Ons eindstation is Kandersteg, waar we vaak doorheen trokken op weg naar de autotrein naar het Lötschental en het dal van de Rhône. Die stroom auto’s rijdt al jaren buiten het dorp om, dat daardoor aangenaam rustig is geworden. Nog geen twaalf uur liggen er tussen opstaan in Nederland en de eerste stappen in de zon vanaf het station Kandersteg. Hoog boven het dorp ligt duidelijk zichtbaar het einddoel van vandaag, de Doldenhornhütte. Ik ben er vaak onderlangs gelopen vanaf de Blüemlisalphütte en de Oeschinensee, maar heb nog nooit de bijna 750 meter geklommen naar de hut.
Berenstappen Het is zinderend warm, het zou de mooiste week van het jaar in Zwitserland worden. We rekenen uit hoeveel frisser het boven moet zijn. Maar eerst moet het luie zweet eruit. Links lonkt de kabelbaan naar de Oeschinensee en horen we het metalen geluid van de rodelbaan. Onze route buigt naar rechts, richting Bärentritt. Nee, geen beren hier, maar een verwijzing naar de boomstammen met zijtakken die vroeger dienden om met ‘berenstappen’ de steile wand op te klimmen. Het is aangenaam fris in de schaduw en inderdaad, er zijn behoorlijk steile klauterstukjes. We doen het rustig aan, er is tijd genoeg en we moeten even wennen aan de ijle berglucht. Dan lijkt het ineens alsof we muziek horen. Het lijkt een alpenhoorn. Een welkomstcomité? Dat zou wat overdreven zijn. Een kwartier later is het overduidelijk. Het is muziek. Op deze mooie maandag zijn er behoorlijk wat mensen onderweg, het is onverminderd mooi weer, velen profiteren daarvan. Langzaam komen we uit het bos in de lage begroeiing terecht. Daar groeien de taaiste bomen en struiken die het harde bergklimaat weten te trotseren. Aan onze rechterhand worden de loodrechte wanden zichtbaar van de Innere en Äusserer Fisistock. Prachtige wanden waarin de verschillende rotslagen inmiddels kriskras door en over elkaar geplooid en verfrommeld zijn. Lang geleden
stroomde hier een gletsjer. Nu is sneeuw en ijs alleen nog zichtbaar hoog boven ons op de messcherpe sneeuwgraat van de Doldenhorn.
Bugel en jodelen De hut met vlag is te zien op het moment dat de muziek opnieuw klinkt, ditmaal begeleid door vrouwelijk gejodel. Ieder zijn smaak, maar duidelijk is wel dat de klanken fraai weerkaatsen vanaf de rotswand. Walter Zobrist uit Brienz, een man in de 80, blaast op zijn bugel, een variant op de alpenhoorn. Die laatste meet ruim drie meter, maar de ‘opgerolde’ bugel heeft toch ook nog 2,7 meter
Prachtigewanden,ontstaanuit verfrommelde rotslagen blaaspijp. Voor de foto geeft Walter een langdurige aubade op zijn met bamboe omwikkelde instrument. Volle, gedragen tonen zorgen voor een sfeervolle maandagmiddagstemming op het terras. Daar zien we tien, vijftien parapenten zweven als kleurige vliegen boven het warme dal, waar opstijgende lucht de vliegers verder omhoog helpt. Een koel glas mineraalwater van huttenwaardin Yvonne maakt de dag compleet. De Doldenhornhütte is een heerlijk traditionele hut. Geen douches, stromend water alleen uit de pomp, toiletten in een gebouwtje buiten en 40 slaapplaatsen. Het is het eerste jaar van Yvonne Feuz op de hut. Uit haar piepkleine keuken tovert ze een zelfgemaakte soep met kruiden van de berg, gevolgd door verse sla en een hoofdmaaltijd. We zitten aan een tafel met Walter, zijn vrouw en twee vrienden. Senioren die bij mooi weer de rugzak en de bugel pakken en een dagje naar een hut lopen.
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
5
Foto boven Afdaling van de Doldenhornhütte. Foto rechts Het Naturfreundehaus in Griesalp.
Laat in de avond komen vier Italianen volkomen gesloopt binnenvallen. Ze komen van de Doldenhorn, 1700 meter hoger. Voor hen gaat Yvonne nog een keer de keuken in. Gastvrijheid ten top, terwijl we genieten van het Alpenglühen als de zon afscheid neemt van de dag en de aarde in een zwoele avond achterlaat.
Steile busrit De vroege morgen is al even mooi, hoog boven het ontwakende Kandersteg. Via een alternatieve route dalen we over de Fisialp door steeds voller bos af naar de zuidkant van het dorp. Een uurtje later staan we in Reichenbach voor de etappe naar Griesalp, over het steilste bergweggetje in Europa waarop nog een bus rijdt. In de Mercedes-postbus met extra kleine wielen is plaats voor twintig mensen. Zelf reed ik ooit in een Simca 1000 de route van 28%, die toen nog vanaf Tschingelalp tot Griesalp een gruisweg was met alleen in de steilste bochten wat beton. Nu is de weg geheel verhard.
Ooit nam ik deze route die toen nog een gruisweg was Passeren is nog steeds vrijwel onmogelijk. Daarom staan aan het begin van de weg de vertrektijden van de postbus. Het is verboden die tegemoet te rijden, maar er is altijd wel iemand die geen Duits kan lezen of eigenwijs is. En dan staat daar opeens een gele bus die aan beide zijden niet meer dan een centimeter of veertig ruimte laat. De personenauto moet dan 28% in de achteruit.
6 | HOOGTELIJN |
ZWITSERLAND SPECIAL 2017
Natuurvrienden In Griesalp zijn we te gast in het Naturfreundehaus Gorneren. Een horde alpaca’s bekijkt ons nieuwsgierig. Langzaam lopen ze mee omhoog, hoewel ze angstvallig in de schaduw blijven. Het huis heet ons welkom met een grote spreuk over de hele breedte van de zijmuur: Hand in Hand, durch Berg und Land. Het is het motto van de natuurvrienden, in 1896 gesticht in Oostenrijk. Duitsers en Zwitsers volgen in 1905. Het huis in Griesalp is van 1913, het oudste van de vereniging in Zwitserland. Destijds was de Zwitserse Alpen Club (SAC) niet toegankelijk voor vrouwen, maar als je niet tot de elite behoorde, was je evenmin welkom. Dus verenigden arbeiders zich in een socialistische, en ook wel als communistisch betitelde, vereniging. Daarin vonden de Genossen elkaar in hun liefde voor de bergen, de natuur en in het socialistisch wereldbeeld. Solidariteit staat er hoog in het vaandel. Van de tachtig huizen in Zwitserland zijn er nog een kleine vijftig over. In het huis met oude knusse kamers en zalen, en modern sanitair, staan voormalig archeoloog Heinz Steiger en zijn vrouw Margreth aan het hoofd. Het zijn geen echte horecamensen maar ze zijn wel enthousiast en hebben hart voor hun werk en de locatie. En die is werkelijk prachtig. Dit is een echte Geheimtipp. Wat een
De geheel verbouwde en vernieuwde Gspaltenhornhütte.
uitzicht. De Bütlasse, Gspaltenhorn, Blüemlisalp – ze liggen er voor het grijpen. Doodstil is het er, de alpaca’s een stukje verder maken geen geluid. Hoog op de graat tegenover het huis kun je de Blüemlisalphütte goed zien. Die lag jaren in de sneeuw, maar is nu ’s zomers structureel sneeuwvrij. Datzelfde zien we later bij de Gspaltenhornhütte. Vroeger moest je zelf koken in het Naturfreundehaus. Dat is verleden tijd, maar de fraaie oude oven met vijf kookplaten staat er nog wel. Nu is de vrouw des huizes bekend om haar Malfatis mit Steinenberger Ziger, een stevig gerecht met veel kaas en eieren en stevige ballen als een variant op de Oostenrijkse Knödel.
Nieuwe almhut In de al broeierige ochtendlucht lopen we een tijdje langzaam met een ouder echtpaar naar boven. Zij bijna 95, hij midden 80. Ze komen uit Adelboden en vertellen ondanks het stijgende pad honderduit over hun leven. Ze lopen naar de nieuwe hut op de Gamchi-alm. Jonge ondernemende boeren hebben daar een almhut gebouwd waar ze kaas maken en verse melk verkopen langs de route naar de Gspaltenhornhütte. De krasse dame haalt een boterham uit haar rugzak en vraagt om daar een plak kaas op te leggen. En ze wil een glas melk, want er gaat volgens haar niets boven het aroma van de bergbloemen en -planten. Wat heerlijk moet het zijn om op die leeftijd nog te genieten van het stille dal, waar de koeien en wat geiten rondscharrelen en waar het water van de gletsjers langzaam een weg zoekt in de delta. Even verder komen we op een curieus punt: het unteres Schirmdepot, waar een aantal paraplu’s aan een staalkabel hangen, gesponsord door een bank en de hut. Daarmee kun je de komende 200 meter overbruggen waar het water van de Schafberg op het pad klettert. In de inmiddels brandende zon ben je zo droog, maar anders is het inderdaad een koude klets.
strakke uitbouw tegen de bergwand aan is gebouwd. Hoewel het een slechte zomer was in 2014, is de nieuwbouw en het verbouwen van het oude gedeelte in één seizoen gelukt, terwijl de hut gewoon open bleef. Er zijn nu 75 slaapplaatsen, geen douches of warm water, maar wel een moderne keuken en een aan de moderne eisen aangepaste afvalverwerking in dit fraai vernieuwde adelaarsnest. Hüttenwirt Thomas Heiniger vertelt dat ze een van de oude poepdozen uit nostalgie hebben laten staan, hangend boven de afgrond. Nu wordt iedereen gevraagd de nieuwe toiletten zittend te gebruiken zodat vocht en hardere
Rustig wandelen ze naar boven. Zij bijna 95, hij midden 80 massa automatisch gescheiden worden. De urine wordt gezuiverd en gaat als schoon vocht de hut uit. De rest wordt opgevangen in een grote tank die een paar maal per seizoen door een helikopter wordt afgevoerd naar de zuiveringsinstallatie in het dal. Op het terras zijn we die middag drie maal getuige van een forse knal aan de overkant van het dal, waar met donderend geraas sneeuw en ijs afbreken. Dat is zeker geen sneeuwveld om overheen Het kleine terras van de Gspaltenhornhütte.
Uitbreiding We komen steeds dichter bij de Gamchigletsjer. Het uiteinde is nauwelijks te zien, zwart en bezaaid met gruis en rotsen. We lopen de steile, meest directe weg naar de hut, een dag later dalen we via de morene af. Ook steil en bezaaid met losse stenen. Maar wel pal naast en boven de gletsjer die daar grote diepblauwe spleten laat zien. De Gspaltenhornhütte staat er opeens. In mijn herinnering lag de hut als een adelaarsnest op een smalle richel tegen een rotswand geplakt. Met daarvoor een niet al te groot terras. Hoe hebben ze die dan uitgebreid? Het is een knap staaltje bergbouw geworden, waarbij met beton, aluminium en zonnepanelen een
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
7
Een prachtige route over de morenen van de Gamchigletsjer.
Over de eeuwige sneeuw vanaf het Jungfraujoch (links) naar de Mönchsjochhütte.
te lopen. Maar het is ook uitzonderlijk warm met de nulgradengrens op 4800 meter. Hüttenwirt Thomas, ook berggids, vertrekt met zijn vrouw Katja na vier jaar naar de Wildstrubelhütte. Hij vertelt over de gevolgen van de opwarming van de aarde, die ook hier merkbaar is. De Gamchilücke vlakbij de hut is ’s zomers inmiddels veel moeilijker omdat het ijs te ver is weggesmolten. En het beklimmen van de Morgenhorn en de Weisse Frau, pal tegenover de hut, gebeurt ’s zomers nauwelijks meer omdat de permafrost verdwenen is en stenen en rotsblokken onbetrouwbaar zijn geworden of los liggen op de flanken van de bergen.
UNESCO-gebied Niet dat je het merkt, maar zowel in Kandersteg als in Griesalp, zijn we te gast in een gebied van het UNESCO-werelderfgoed. Een extra bewijs dat het hier gaat over een bijzonder waardevol
Boven op de berg waan je je in een modern metrostation landschap en een gebied waarmee iedereen zuinig moet omgaan. Met het openbaar vervoer reizen we vanaf Griesalp via Reichenbach, Spiez en Interlaken Ost naar Lauterbrunnen, waar we een glimp opvangen van de grote waterval boven het dorp. De eindbestemming is Wengen, van waar de Jungfrau ons blinkend wit toelacht, ook al UNESCO-gebied. Het is een vrijwel autovrij dorp, waar verder alleen elektrowagentjes rijden, die de lucht
8 | HOOGTELIJN |
ZWITSERLAND SPECIAL 2017
schoon houden en het geluid beperken. Voor het laatste gedeelte van de tocht door Bern en Berner Oberland gaan we flink de hoogte in. Eerst naar Kleine Scheidegg (2061 meter) en van daaruit met de Jungfraubahn dwars door de Eiger naar het Jungfraujoch (3454 meter). Vanaf daar lopen we verder naar de hoogste bemande hut in Zwitserland, de Mönchsjochhütte op 3650 meter. Toch gaat het nog bijna fout. Het weer is uitmuntend, maar er dreigt een stuk van 20.000 kubieke meter ijs af te breken boven station Eigergletscher. Een paar dagen was het station afgesloten voor het publiek en even dreigden de treinen naar het Jungfraujoch niet meer te kunnen rijden. De natuur loste het uiteindelijk zelf op door het ijs netjes en gecontroleerd in kleinere porties te laten vallen.
Tien kilometer tunnel Op Kleine Scheidegg werd in 1840 een klein pension gebouwd, Zur Gemse. Dat stond veilig op ruime afstand van de steile Eiger Noordwand. De eerste gasten kwamen er lopend en met muildieren voor de bagage. In 1893 kwam er een treintje en een station. Uit het pension ontwikkelde de beroemde Seilerfamilie het fameuze Hotel Bellevue, dat later de toevoeging ‘des Alpes’ kreeg toen er een tweede gebouw naast werd gezet. Inmiddels is het station op Kleine Scheidegg een geoliede machine waar de toeristenstromen in goede banen worden geleid. Treinen rijden af en aan en duiken de bijna tien kilometer lange tunnelbuis in die in 1912 in gebruik werd genomen en waaraan sinds 1896 was gebouwd.
Foto links Boven de Gamschigletsjer. Foto rechts Boerderij op de weg naar de Gamchi-alm.
Godin Jungfrau laat in volle pracht haar flanken zien Observatorium Op Jungfraujoch merk je de hoogte, het is 3454 meter. Het is er een circus met een ijspaleis (en daar gelagerde whisky), een filmruimte, winkels, restaurants (inclusief Bollywood met enkel Indiaas eten), een gesponsorde chocoladewinkel en nog eens 117 meter hoger, op 3571 meter, het Sphinx Observatorium, een wetenschappelijk station waar onderzoek wordt gedaan naar klimaat en milieu, het weer en de vorming van ijs. Het uitzicht is majestueus. Je smelt er moeiteloos voor de godin Jungfrau, die uitdagend en in volle pracht haar flanken laat zien. Het panorama is verbijsterend mooi. Ontzagwekkende ijsformaties, oogverblindende sneeuw, zeker in het ansichtkaartenweer dat wij treffen. Geen zuchtje wind, temperatuur voor korte mouwen en de zon die al een week aan een stuk schijnt. Het is een plaatje en wie in de stilte en uit het gekrioel is, beseft dat dit een cadeautje
is dat je niet vaak zo fraai kunt uitpakken. Diep onder ons lopen klimmers aan een touw over de sneeuw richting Konkordiaplatz, waarvandaan de Aletschgletsjer verder stroomt, nog steeds een grootse ijssnelweg richting het Rhônedal. Bij het Jungfraujoch staat op het eerste stukje van de gletsjer fun voorop: zweven aan een kabel, in een autoband de sneeuwhelling af en een baantje skiën. Zien de fun seekers wel het voor sommigen letterlijk adembenemende landschap? Er loopt een pad richting de Mönchsjochhütte, 200 meter hoger en uit het zicht van het Snow Park. Veel mensen beginnen aan de tocht, die niet veel langer dan een uur duurt. Maar de sneeuw is zacht, de zon brandt de vellen van de neus en het voorhoofd, en wie rechtstreeks vanuit het laagland omhoog komt, ervaart meteen wat ijle lucht is. Velen haken daarom onderweg af en
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
9
In Hotel Bellevue des Alpes hangen een aantal documenten die te maken hebben met de beklimming van de Eiger Noordwand.
missen de ontvangst van huttenwaard Christian Almer die de hoogstbemande hut in Zwitserland bestiert. Er zijn meer dan honderd slaapplaatsen en in de gelagkamer is plaats voor 130 mensen. Daar doen we ons tegoed aan 1,5 liter water en een rijk voorzien bord met kaas en worst. Voor een overnachting krijgen leden van de Alpenverenigingen korting, voor het eten niet.
Historische plaats De volgende dag gaan we terug naar Kleine Scheidegg. Door tijdgebrek nemen we de trein, maar een alternatief met de gondel van Wengen naar Männlichen en lopend naar Kleine Scheidegg is ook voor mensen met kinderen prima te doen. Dan zie je in volle glorie de Dreifaltige, de drievoudige berggodin. Er doen veel onzinnige verhalen over de drie bergen de ronde, ook over de herkomst van de namen. Want dat de Eiger een jager geweest zou zijn, die verliefd was op de Jungfrau, waarna een monnik (Mönch) haar kuisheid gered zou hebben, wordt door alle deskundigheden naar het rijk der fabelen verwezen en diep onder de eeuwige sneeuw begraven.
Wandelen in Bern en Berner Oberland Reizen
Vanaf Utrecht is het 860 km naar Kandersteg. Wij vlogen van Amsterdam naar Zürich en namen op het vliegveld de trein. Vertrek Amsterdam 07:00 uur, aankomst in Kandersteg 11:41 uur.
Routes
Er lopen wandelroutes vanaf Kandersteg via de Blüemlisalp naar Griesalp en van daar naar Lauterbrunnen. Vanaf de Gspaltenhornhütte loopt een route via de Sefinenfurgge naar Mürren. In Kleine Scheidegg begint de imposante Eigertrail naar Alpiglen of verder naar Grindelwald.
Online informatie
• Spoorwegen: sbb.ch • Kandersteg: kandersteg.ch • Doldenhornhütte: doldenhornhuette.ch • Postbus: postauto.ch • Naturfreundehaus Gorneren, Griesalp: naturfreundehaeuser.ch/ gorneren • Gspaltenhornhütte: gspaltenhornhuette.ch • Jungfrau Region: jungfrauregion.ch • Jungfraubahnen: jungfrau.ch • Bern en Berner Oberland: madeinbern.com
10 | ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN
Ons doel is hotel Bellevue des Alpes, dat zo’n belangrijke rol speelt in de klimhistorie van de Eiger. Aan de achterzijde hebben alle kamers een balkon. Daar werden de eerste beklimmingen op de Eiger Noordwand, die vaak dagen duurden, met verrekijkers gevolgd. Het Eerste, Tweede en Derde IJsveld, de Hinterstoisser Traverse, de Witte Spin, het Dodenbivak, het zijn de roemruchte namen van de wand. In het authentieke hotel kosten de kamers met halfpension van 230 tot 540 frank per nacht. Dan zit je niet alleen op een mooie plek, hoog boven Grindelwald en in de directe nabijheid van de beroemdste noordwand van de Alpen, maar zit, slaap en eet je ook in dezelfde ruimten als veel beroemde alpinisten. Zoals de eerstbeklimmers Anderl Heckmair, Wiggerl Vörg, Fritz Kasparek en Heinrich Harrer die in 1938 in drie dagen de top bereikten, de eerste vrouw Daisy Voog, de eerste alleengangers Michel Darbellay en Catherine Destivelle, en de eerste Japanners. Van allen hangen er foto’s in het hotel, dat de sfeer van de Belle Époque in stand houdt. Ook de Zwitserse alpinist Ueli Steck is zeker in Bellevue des Alpes geweest. Maar slapen is voor hem niet nodig, hij beklimt de Eiger Noordwand inmiddels tussen het ontbijt en de lunch. Op 16 november 2015 deed hij over de klassieke Heckmairroute 2 uur, 22 minuten en 50 seconden.
Blikvangers Thrill en chill in Bern
Bern heeft nog meer blikvangers buiten de drie ‘grote’ bergen Eiger, Mönch en Jungfrau. Op deze pagina vind je enkele tips voor evenementen en plaatsen die niet alleen een grote thrillfactor hebben, maar waar het ook goed chillen is.
Gaten in de Emmentaler kaas Schilthornbahn bestaat 50 jaar Een onvergetelijk zicht op de drie-eenheid Eiger, Mönch en Jungfrau heb je vanaf de Schilthorn, op 2970 meter. In 1967 werd het laatste stuk van de baan geopend, twee jaar later gevolgd door het ronddraaiende restaurant Piz Gloria. De Schilthorn kreeg zijn grote bekendheid door de James Bondfilm On Her Majesty’s Secret Service. Inmiddels is er een 007-Walk of Fame en de echte thrillzoekers kunnen terecht op de Thrill Walk, die buitenom de berg loopt, een doorzichtige bodem heeft en waar je ook nog over een slackline kunt lopen. James Bond zou er zijn hand niet voor omdraaien in zijn jacht op Ernst Stavro Blofeld die een geheimzinnig virus maakte in zijn kliniek boven op de berg. Kijk voor meer informatie op schilthorn.ch.
Als je een keer zin hebt in iets heel anders, dan is een bezoek aan de Emmentaler Schaukäserei in Affoltern een leuk uitstapje. Je ziet dan hoe de kaas nu wordt gemaakt en een paar keer per dag wordt er een vuurtje opgestookt onder de grote koperen ketel, zoals er vroeger kaas werd gemaakt. Er zijn verschillende fietsroutes naar de kaasmakerij, die ook met het openbaar vervoer te bereiken is en elke dag is geopend. En na afloop weet je ook waar de gaten in de Emmentaler kaas vandaan komen! Kijk voor meer informatie op e-sk.ch.
Water uit de Zwitserse bergen
In een politiek onrustige tijd ontstond het Unspunnenfeest in Interlaken, in de tuin van
het gelijknamige kasteel. Om de spanningen weg te nemen, werd dit feest van de verbroedering in 1805 voor de eerste keer gehouden. De traditie wil dat het eens in de twaalf jaar wordt georganiseerd, in 2017 van 26 augustus t/m 3 september. Er zijn wedstrijden en presentaties Schwingen (worstelen), steengooien (van ruim 80 kilo), schieten, alpenhoorn blazen, vendelzwaaien, volksmuziek, jodelen en klederdracht van vrouwen en alpenherders. Kijk voor meer informatie op unspunnenfest.ch.
Foto Keystone
Feest van de verbroedering
Het water uit de Rijn komt grotendeels uit Zwitserland. Op pagina 51 lees je waar precies vandaan. Maar hoe gaat dat als de zomers zo warm blijven en er in de winters minder sneeuw valt? Blijft Zwitserland dan het alpiene waterbekken van Europa? Onder de naam ‘Wasser unser’ is tot 17 september 2017 een tentoonstelling daarover te zien in het Alpines Museum in Bern. Er wordt geprobeerd te kijken naar het jaar 2051. Heeft iedereen dan een chip voor je persoonlijke waterverbruik? Kijk voor meer informatie op alpinesmuseum.ch. Op de foto: de Rhônegletsjer heeft last van de opwarming van de aarde. Grote doeken dekken de gletsjer af.
TEKST PETER DAALDER | ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
11
D r het zo ige hart van de Alpen Haute Route in Wallis
De Haute Route is een meerdaagse hooggebergtetocht dwars door de majestueuze Walliser Alpen. Menno Boermans laat de gletsjers rechts liggen en maakt de klassieke traverse van west naar oost zonder touw of pickel. Hij klimt over tientallen passen en komt door vele dalen en dorpjes, elk met een eigen sfeer en karakter. Veters vast? Auf geht’s!
12 | HOOGTELIJN |
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | TEKST EN FOTO’S MENNO BOERMANS
Op dag 2 tussen Col Termin en Col de Louvie. Op de achtergrond zie je de Grand Combin.
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
13
Foto links Zonsondergang bij de Cabane du Mont Fort. Foto rechts Kleine spannende passage richting Col de Louvie.
DAG 2
DAG 3
DAG 1
DAG 1
Hand in hand Het stond al jaren op mijn verlanglijstje: de Haute Route. En nu ik eindelijk mijn bergschoenen heb aangetrokken om daadwerkelijk de oversteek door de Walliser Alpen te maken, slaat mijn hart van plezier net iets sneller. Voor me loopt Eelco van Nieuwenhuijzen, een vriend uit Amsterdam die nooit te beroerd is om me als fotomodel te vergezellen op dit soort mooie bergtochten. Het eerste uur houden we het tempo gemoedelijk laag: er staat immers meteen een klim van maar liefst 1600 hoogtemeters op het programma. Vanuit Le Châble gaat het grote stukken door een bos, waarin de bomen perfect bescherming bieden tegen de regenspatten. Inmiddels heeft het miezeren plaatsgemaakt voor een stortbui, maar dat deert ons niet. Daar hebben we immers die dure buitensportkleding voor. Bovendien zorgen de regendruppels ervoor dat heerlijke geuren opstijgen. “Ruik je die dennen?” vraagt Eelco enthousiast. “Jazeker, en wacht, nu is het een zoetere lucht... Ah, dat zijn frambozen!” Vanaf Clambin, een gehucht op 1700 meter hoogte, wordt het pad minder steil. Het is opvallend stil en ook het oog krijgt rust. Ik vreesde het ergste, want we zijn in Les 4 Vallées, het grootste skigebieden van Zwitserland. Tot mijn verbazing – en opluchting – is de route met gevoel voor stijl aangelegd en zien we nauwelijks skiliften. Met dank aan het project Ski - Nature - Agriculture, dat in Verbier bewijst dat wintertoerisme, natuur en agricultuur prima hand in hand gaan. Als verzopen katten komen we aan bij onze slaapplek, de Cabane du Mont Fort. Deze hut ligt prachtig, als een adelaarsnest hoog boven het Val de Bagnes. Vanaf het terras zie je de ruige kant van het Mont Blancmassief, inclusief Grandes Jorasses, Aiguille
14 | HOOGTELIJN |
ZWITSERLAND SPECIAL 2017
DAG 4
Eelco geniet van de eerste zonnestralen op het Sentier des Chamois.
DAG 6
DAG 7
In het dal bij Lac des Dix. DAG 5
Chardonnet en natuurlijk de Grande Dame haarzelf. Na het avondeten gaan we vroeg onder de wol. Door het openstaande venster klinkt het rustieke geruis van de regen. Daar kan geen slaapliedje tegenop.
[
]
Le Châble – Cabane du Mont Fort 4 uur, 1650 meter stijgen
DAG 2
De dynamiek van de bergnatuur Vlak naast de Cabane du Mont Fort ligt het natuurgebied Le Marais de Patiefray. Het moeraslandschap is de bodem van een oud gletsjermeer dat achter een morenerug overbleef toen het ijs smolt. “De drie meter dikke turflaag is een dankbare informatiebron voor klimaatonderzoekers”, lees ik op een informatiebordje. De biotoop schijnt huis te bieden aan zeer diverse flora, waaronder de Saxifraga (steenbreek in het Nederlands) en de Carex fimbriata (een grassoort). Om het te beschermen, wordt het pad soms afgesloten door Pro Natura Wallis. Dit is een afdeling van de natuurbescherming die zich inzet voor een levendig landschap in het berggebied tussen het Meer van Genève en de Furkapas. Vandaag is er echter geen beperking en kunnen wandelaars gewoon het moeras betreden. Een opluchting! Eelco en ik willen de Sentier des Chamois, die achter het natuurgebied begint, voor geen goud missen. Op dit gemzenpaadje moet je trittsicher en schwindelfrei zijn, want je loopt soms langs steile afgronden. De mist onthoudt ons gelukkig het zicht
Sprakel s kijken we n r het schouwspel van de nat r op de enge dieptes, alhoewel we daardoor ook de gemzen missen. Het enige wat we van dit bergdier zien, is een stapel keutels op het pad. Zodra we bij de Col Termin zijn, begint het open te trekken. Sprakeloos kijken we naar het schouwspel van de natuur. Wolkenflarden razen om ons heen, het zonlicht geeft het bedauwde gras een felgroen-gele kleur, daar tussendoor zien we de blauwe hemel en als klapstuk toont de Grand Combin zich in volle glorie. Spectaculair! Het is vooral deze dynamiek die me zo tot de bergen aantrekt, bedenk ik me als we oostwaarts verder gaan. Enkele passages zijn beveiligd met een staalkabel (dit is een Alpine Wanderweg, zo bewijst de blauwwitte markering) en over de Col de Louvie betreden we een woest maanlandschap, dat toepasselijk Grand Désert heet. Tot niet zo lang geleden moesten bergwandelaars hier over ijs lopen, maar nu de gletsjer zich zo ver richting de Rosablanche heeft teruggetrokken, kunnen de stijgijzers thuisblijven. De klim naar de Col de Prafleuri gaat eindeloos op en neer. Telkens als we denken dat we er zijn, doemt er weer een helling op. Na zes uur lopen zetten we dan eindelijk de laatste daling voor vandaag in en niet veel later nemen we voldaan plaats op het terras van de Cabane de Prafleuri.
[
Cabane du Mont Fort – Cabane de Prafleuri 6 uur, 900 meter stijgen, 750 meter dalen
]
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
15
Prachtige bloemenvelden op de westelijke oever van Lac des Dix.
H rlijke geuren van tijm en munt komen ons tegemoet
DAG 3
Waterkracht
Foto links Ontbijten in Cabane de Moiry. Foto rechts De ladders naar Pas de Chèvres.
16 | HOOGTELIJN |
Mijn spieren hebben het zwaar in de kille schaduw, maar zodra ik het hoofd boven de Col des Roux uitsteek, warmt de zon mijn lichaam lekker op. Beneden zien we het Lac des Dix liggen, een machtig stuwmeer dat aandoet als een Noors fjord. Maar liefst 400 miljoen liter water wordt tegengehouden door de GrandeDixence dam, die met 285 meter de hoogste ter wereld is. Toen begin twintigste eeuw werd gezocht naar een geschikte locatie voor deze waterkrachtcentrale, boden de inwoners van het Val d’Hérémence terstond hun onbewoonde zijdal aan. Het onder water zetten van de vallei zou korte metten maken met de heksen die er volgens een legende rondzwierven. Welgeteld waren het er tien, en zo kreeg de waterschat de naam Lac des Dix. Onze route loopt over de westelijke oever en volgt de Sentier des Bouquetins. Dit is een parcours didactique, met onderweg nuttige informatieborden. Zo leren we onder andere dat het Lac des Dix
ZWITSERLAND SPECIAL 2017
wat tegenwoordig een van de belangrijkste energiebronnen van Zwitserland is, wordt gevoed door 35 gletsjers, waarvan de Glacier des Ecoulaies met maar 1 km² de kleinste is. Terwijl in de morgen frisse groen- en blauwtonen overheersen, betreden we na de lunch een landschap van grijswaarden. Over door ijs gladgeslepen rotsen klimmen we omhoog, constant vis-à-vis met de piramidevormige Mont Blanc de Cheilon. “En daar zijn ze dan eindelijk”, merkt Eelco wijzend op. En inderdaad: linksboven schitteren de metalen ladders, waar het al dagen over ging. Keer op keer werd er aan tafel over deze ‘gevaarlijke’ passage gediscussieerd, alsof het een straf voor een misdaad was. Gelukkig valt het reuze mee, en binnen no time staan we op de Pas de Chèvres. Wanneer we aan de andere kant afdalen naar het Val d’Hérens, komen heerlijke geuren van tijm en munt ons tegemoet die doen denken dat we in een Ricola kruidentuin wandelen. Bij Arolla nemen we intrek in het luxueus uitziende Hotel Kurhaus. Je zou er bijna aan voorbij lopen, maar het is echt de moeite waard om er halt te houden. De tuin ligt paradijselijk en bovendien is op geen andere plek de geschiedenis van de Haute Route beter voelbaar. In de lounge lijkt de tijd te hebben stilgestaan. Klassieke meubels, zwart-witfoto’s van stoere klimmers, een zeer uitgebreide alpiene bibliotheek en de eerste pagina van het gastenboek. “Het hotel is in 1896 gebouwd op het land van mijn overgrootvader”, vertelt eigenaar Peter Weatherill. “Mijn familie wilde onderdak geven aan de vele Britten die de Walliser Alpen introkken nadat in 1860 de spoorlijn naar Sion was aangelegd.” Peter is nu de vierde generatie die in het Swiss Historic Hotel bergsporters gastvrij ontvangt. “Speciaal voor de Haute Routelopers hebben we naast kamers ook een Lager ingericht, bieden we een wasservice aan en desnoods brengen we de bagage naar de volgende hut.” Eelco en ik bedanken Peter voor het aanbod, want we dragen liever zelf. Afzien en lichamelijk ongemak zijn immers
m r bergsport in de regio ’s Winters kun je toerskiën op de Haute Route en ’s zomers zie je veel fietsers in de regio. Nadat vorig jaar een etappe van de Tour de France van Bern naar Finhaut ging, zie je steeds meer wielrenners op de weg. In het bergachtige Wallis is ook het mountainbiken aan een opmars bezig. Hotspots zijn onder andere St. Luc en Verbier, maar de echte endurance biker rijdt natuurlijk de Haute Route. Kijk voor meer informatie op ride.ch/touren/haute-route-mountainbike.
onderdeel van het avontuur. Het biertje nemen we wel gretig aan, want we hebben behoorlijke dorst. Terwijl we van het uitzicht genieten – Pigne d’Arolla, Mont Collon en Dents de Veisivi – heft Peter zijn glas. A votre santé!
[
]
Cabane de Prafleuri – Hotel Kurhaus, Arolla 6 uur, 750 meter stijgen, 1350 meter dalen
DAG 4
Stoeikoeien De volgende morgen vertrekken we richting het noorden. Alpinisten draaien hun hand niet om voor de Dent Blanche, maar wij houden de gletsjerwereld liever aan onze rechterzijde en traverseren om het massief heen. Het onophoudelijk getjirp van de cicaden verraadt dat het een bloedhete dag gaat worden. Gelukkig lopen we de eerste uren in de schaduw en voordat we het beseffen, staan we aan de rand van de Blausee (Lac Bleu). Wat een wonderschoon meer! Het water is door algen en gletsjerafzetting azuurblauw en weerspiegelt de lariksen en dennen die een diep groene kleur hebben. Alsof Bob Ross net iets te veel koffie op had toen hij dit schilderde. Op mijn verzoek trekt Eelco zijn schoenen uit om te gaan pootjebaden, maar het levert slechts foto’s op van een geschrokken en verbeten gezicht. “Het water is ijs- en ijskoud!”, schreeuwt het model naar de fotograaf. “Mij niet gezien.” Een uur later zien we rechts beneden ons het dorpje Les Haudères liggen, ons doel van deze morgen. Het pad dat daarheen afdaalt, is echter gebarricadeerd. “Danger chutes de pierres”, staat er op een bordje. We besluiten onszelf niet in gevaar te brengen en zetten de tocht rechtdoor voort. In plaats van afdalen, moeten we nu klimmen. Verdwaald is een groot woord, maar we lopen zeker niet de kortste weg. Een belangrijke les: ga niet blindelings af op een oud gidsje. Als we op internet hadden gekeken, hadden we
Het woeste landschap aan de voet van de Mont Blanc de Cheilon.
vast gezien dat het pad dicht is. Ik baal ervan dat we nu een paar honderd ‘onnodige’ hoogtemeters moeten maken, maar Eelco troost me met een grijns. “Je wilde toch de Haute Route lopen? Nou dan lopen we de hoge weg.” Uiteindelijk valt het mee en perfect op tijd voor de lunch lopen we Les Haudères binnen. Het is een prachtig dorpje dat net als het nabijgelegen Evolène zeer oud is. Al in de veertiende eeuw woonden er mensen in dit gebied. Het Val d’Hérens staat sowieso bekend om authenticiteit. Veel huizen hebben een unieke constructie, half van hout en half van steen. Sommige van de zongebruinde panden, de balkons uiteraard overladen met bloemen, zijn drie of vier verdiepingen hoog. En dan zijn er natuurlijk de Eringer. Deze karakteristieke gespierde koeien leveren niet alleen heerlijk Trockenfleisch, ze zijn ook een attractie. Elk jaar vinden op diverse plekken in Wallis de zogenoemde Ringkuhkämpfe plaats, waarbij twee koeien elkaar met hun hoorns te lijf gaan in de strijd wie zich dat jaar de Königin mag noemen. “Het ziet er heftig uit, maar het is een spel en het zit in hun natuur”, weet Déborah Métrailler, die met haar vader, moeder en drie zussen meer dan 30 koeien houdt. “De Eringer zijn kuddedieren en onderling maken ze de rangorde uit door te stoeien.” Bij de Ringkuhkämpfe gooit de familie van Déborah regelmatig hoge ogen en soms staan ze zelfs in de nationale finale in Aproz. Het geheim: “Voor de wedstrijd ga ik met de koeien een stukje joggen.” De dikbillen die wij die middag onder de Col du Tsaté zien, vinden het veel te warm om te rennen en groot gelijk hebben ze. Als we later in een bloedhitte richting de Cabane de Moiry lopen, ben ik drijfnat van het zweet. Wie had gedacht dat we zouden terugverlangen naar de regen van dag één?
[
Hotel Kurhaus, Arolla – Cabane de Moiry 8 uur, 2000 meter stijgen, 1000 meter dalen
] ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
17
Een alp hoog boven het Turtmanntal.
DAG 5
Uitmuntende service Wow, dat is nog eens wakker worden! Vanachter het gigantische raam hebben we een eersteklas uitzicht op de gletsjerwereld die door de opkomende zon in een oranje gloed wordt gezet. “De eetzaal valt bij iedereen in de smaak”, vertelt gardien Yvan Duc trots. Samen met zijn vrouw Lidia bestiert hij de Cabane de Moiry en dat doen ze vol verve. Het avondeten gisteren was ook verrukkelijk en duidelijk met liefde gemaakt. Zelfs doorgewinterde
Hier betreden we het land van de murmeltieren carnivoren keken verlekkerd hoe ik mijn bord bij het vegetarisch buffet volschepte met heerlijkheden. “We houden van koken en gebruiken zo veel mogelijk biologische en lokale producten”, legt Yvan uit. Hun aandacht voor kwaliteit bleef niet onopgemerkt en ze werden door Suisse Tourisme bekroond voor “uitmuntende service”. Nadat we hebben verteld dat we de Haute Route doen, wijst Yvan op de grote landkaart die aan de wand hangt. “We bekijken of er een pasweg te ontsluiten is nabij de Pigne de la Lé, maar het terrein is erg brokkelig.” Vooralsnog zit er niets anders op dan via de morenerug terug te lopen en over de Col de Sorebois te gaan. Nadat we onze drinkflessen met Bergsteigerthee hebben gevuld, gaan we op pad. We blijven hoog boven het Lac de Moiry en aan het fluitende geluid te horen, betreden we het land van de murmeltieren. Omdat het vandaag een relatief korte etappe is, gunnen we onszelf de tijd. Ik pak mijn telelens en neem op een steen plaats, waarvandaan ik goed zicht heb op een hol. Helaas hebben de dieren – het zijn een vader, moeder en drie jongen – mij razendsnel door en elke keer als ik wil kieken, verdwijnen ze weer onder de grond. Als ik het opgeef en wegloop, komen ze allemaal tevoorschijn en gaan ze op een rijtje zitten. Ik hoor gelukkig net niet hoe ze me uitlachen.
18 | HOOGTELIJN |
ZWITSERLAND SPECIAL 2017
Op de Col de Sorebois aangekomen, laten we het panorama op ons inwerken. De Weisshorn, Zinalrothorn, Obergabelhorn: de ruige 4000’ers steken met hun witte gletsjers en spitse rotsen fel af tegen de blauwe hemel. We dalen af naar Zinal, maar door een yogafestival is er geen enkele slaapplek meer vrij. Met de bus rijden we door naar St. Luc en nemen intrek in het charmante hotel Bella Tola. Ook na het eten is de temperatuur nog heerlijk om buiten te zijn. Zittend in de tuin prijzen we ons gelukkig met de omstandigheden. Wallis kent een opmerkelijk warm en droog klimaat. Vele dorpen krijgen meer dan 300 dagen zon per jaar waardoor de sfeer mediterraan is. We bestellen nog een flesje wijn, en uiteraard is dat een Fendant. Deze vin blanc – vol, droog, fruitig – komt van de Chasselasdruif die groeit op de zonnige zuidhellingen in het Rhônedal en mag alleen in deze streek worden gebotteld. Vroeg naar bed hoeven we niet, want dat is het voordeel van de bergwandelaar ten opzichte van de alpinist: je hoeft niet om vijf uur je bed uit. Je kunt heerlijk snoozen en je nog een keer omdraaien.
[
Cabane de Moiry – Zinal / St. Luc 5 uur, 500 meter stijgen, 1650 meter dalen
]
DAG 6
Over de taalgrens Een van de klassieke tochten die je vanuit hotel Bella Tola kunt doen, is die naar de gelijknamige berg boven St. Luc. Al toen het hotel in 1859 werd gebouwd, stond deze top op de bucketlist van menig welgestelde toerist uit de Belle Époque. Van alle wandelbergen in de Alpen is dit namelijk het punt waarvandaan je de meeste 4000’ers kunt zien. Niet voor niets dat Walter Pause hem ook opnam in zijn bijbel Berg Heil – 100 schöne Bergtouren in den Alpen. Wij laten de berg links liggen en lopen onze oren achterna: luid bulderend geraas verraadt dat in de smalle Moulinskloof een grote hoeveelheid wild water stroomt. Na een uur staan we onderaan de Cascades, een prachtige, volvette waterval. Vanuit
de bergen stroomt het de Grand Bisse in, een met de hand gegraven kanaal dat karakteristiek is voor Wallis. Vanwege het droge klimaat groeven de boeren 1000 jaar geleden smalle waterwegen en leidden zo het ‘heilige water’ richting hun akkers en huizen. Ooit lagen er duizenden kilometers van deze bisses (ook wel suonen genoemd), tegenwoordig is er 1800 kilometer overgebleven, zoals die in Verbier en St. Luc. Over het Tsa du Toûno en Bella Vouarda, vroegere bodems van gletsjers, vervolgen we onze weg. Een zigzagpad brengt ons op het Forcletta en daar zien we onverwachts ook weer de drie Amerikanen zitten, die we eerder deze week ontmoetten. Het is een van de leuke dingen van de Haute Route: je maakt kennis met andere wandelaars van over de hele wereld. Zo hadden we leuke gesprekken met onder anderen Canadezen, Nederlanders, Belgen, Israëli en Zwitsers. “Even opletten”, waarschuw ik Eelco als we het Turtmanntal in lopen. “Vanaf nu moeten we Tag wohl zeggen in plaats van Bonjour.” Deze col markeert namelijk de taalgrens. Liepen we tot nu toe in het Franstalige Bas Valais, nu dalen we af naar het Duitstalige Oberwallis.
[
Bella Tola, St. Luc – Gruben 5 uur, 1200 meter stijgen, 1400 meter dalen
] Wandelen over de Haute Route
DAG 7
Stijgen in een constante hellingshoek Vanuit het ‘wildromantische’ Turtmanntal, dat alleen in de zomer is bewoond, stijgen we richting de Augstbordpass. Het is de laatste dag van onze tocht en hoewel we duizend hoogtemeters moeten overwinnen, raken we niet buiten adem. Het resultaat van een perfect aangelegd pad dat in een constante hellingshoek stijgt. “Dit was al in de middeleeuwen een weg die werd gebruikt om vanuit het Rhônedal naar Italië te reizen”, lees ik Eelco voor uit het gidsje. Vanuit de verte klinkt gerinkel, het teken dat we weer een dierenweide naderen. Je mag de koeien niet aanraken, zo staat op een pamflet van de stichting Mutterkuh en de Zwitserse Boerenbond. Maar ja, wanneer ze als poezen achter je aan lopen en kopjes geven, kunnen we toch niet anders dan ze over hun bol aaien? Na de Augstbordpass, dalen we af richting Jungen. Bij het uitzichtpunt Twära aangekomen doen we onze rugzakken af en houden nog even uitgebreid pauze. Het is nog vroeg en desnoods maken we het laatste stukje naar St. Niklaus gebruik van een kabelbaantje. Zwelgend in het heerlijke panorama – de Weisshorn lijkt aanraakbaar dichtbij – bespreken Eelco en ik de week. Alhoewel de Haute Route van oorsprong een onderneming is die lopend werd gedaan, is deze tegenwoordig vooral populair om in de winter op toerski’s af te leggen. Vreemd eigenlijk, want ook in de zomer is het een enerverende ervaring. Op elke pas verandert het decor dramatisch, het uitzicht is magnifiek en elk dal en dorp heeft zijn eigen karakter. Wallis heeft zo veel verschillende gezichten, dat je constant wordt verrast door nieuwe indrukken. Terwijl een groep gemzen er schichtig vandoor schiet, komen we maar tot één conclusie: de Haute Route is een absolute aanrader voor iedere bergfanaat.
[
Schwarzhorn Gruben – St. Niklaus 6 uur, 1100 meter stijgen, 1800 meter dalen
Lac Bleu.
]
Route
De Haute Route loopt van Chamonix naar Zermatt. Wij liepen in zeven dagen van Le Châble vanuit het Val de Bagnes via Val d’Hérens, Val d’Anniviers en Turtmanntal naar St. Niklaus in het Mattertal. Er zijn vele opties voor het kiezen van de etappes en je kunt de precieze route naar wens aanpassen. Het is ook mogelijk de tocht langer te maken door aan het begin etappes vanuit Chamonix of Trient toe te voegen, of aansluitend via Grächen door te lopen over de Europaweg naar Zermatt.
Accommodatie
Wij bezochten Cabane du Mont Fort (cabanemontfort.ch), Cabane de Prafleuri (prafleuri.ch), Hotel Kurhaus in Arolla (hotel-kurhaus.arolla.com), Cabane de Moiry (cabane-de-moiry.ch), Bella Tola in St. Luc (bellatola.ch), Hotel Schwarzhorn in Gruben (hotelschwarzhorn.ch). Er zijn onderweg vele andere berghutten, hotels en campings waar je ook kunt overnachten.
Seizoen
De beste periode is juni tot september. Maar let op: begin juni kan er nog sneeuw liggen op de passen en medio september sluiten de meeste berghutten hun deuren.
Reis
Met de ICE vanuit Utrecht naar Basel, met de Schweizerischen Bundesbahnen door
naar Martigny en met een trein van de Saint-Bernard Express naar Le Châble. Kijk op swisstravelsystem.com, tmrsa.ch en nsinternational.nl.
Gids en kaart
Er is een aantal gidsjes op de markt, maar ze zijn niet allemaal up-to-date. • Chamonix to Zermatt – The classic walkers haute route, Cicerone, ISBN 9781852845131. • The Walker’s Haute Route – Mont Blanc to the Matterhorn, Trailblazer, ISBN 9781905864089. • Haute Route Chamonix-Zermatt – Guide for Skiers and Mountain Walkers, Cordee, ISBN 9781871890211.
Kaarten van Swisstopo 1:50000 • 282 Martigny • 283 Arolla • 273 Montana • 284 Mischabel • 274 Visp
Handige sites
• wallis.ch • verbier.ch • valdherens.ch • valdanniviers.ch • turtmanntal.ch • sac-cas.ch • sicher-bergwandern.ch • eurotrek.ch • pronatura-vs.ch • valrando.ch
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
19
Onbekend Ticino Trap op trap af
Onbekend maakt onbemind. Dat zal het geval zijn met de zuidwesthoek van Ticino. We maken er een fantastische driedaagse huttentocht en komen onderweg nauwelijks iemand tegen. Totdat we een duik nemen in het Lago della Cavegna en op de kant willen klimmen…
20 | HOOGTELIJN | ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | TEKST EN FOTO’S PETRA DE BRUIN EN MIEKE SCHARLOO
W
e starten ons rondje in Coglio, in het Valle Maggia. Deze eerste dag gaat het aan één stuk door omhoog, ruim 1400 meter. Maar als je je daar op instelt, gaat het allemaal vanzelf, merken we. De eerste meters gaan door dorpjes met rustieke huizen en palmbomen in de tuinen. Een subtropische setting dus, die we morgen verruilen voor een alpiene omgeving. Bij Someo steken we de rivier Maggia over via een spectaculair lange hangbrug van 380 meter. We rommelen dan door een wilgenbos langs de rivier, tot we de eerste rotsen tegenkomen. Hier begint de klim naar de Capanna d’Alzasca. We hebben de hele dag, er dreigt geen onweer. Als we maar voor het avondeten binnen zijn.
Infrastructuur door het Maggiadal Prachtig, die eeuwenoude trappen en bruggetjes, daar willen we ook graag over lopen, bedachten we gisteravond, toen we in een fotoboek over Ticino bladerden. Vandaag worden we op onze wenken bediend. De eerste 700 meter omhoog gaat het voornamelijk over trappen en treden: hoge en lage, lange en korte. Ze zijn al in de 18de eeuw aangelegd door boeren die hun vee ergens wilden laten grazen. In het stroomgebied van de Maggia was daarvoor onvoldoende ruimte, dus zochten de boeren het hogerop. Ze legden door de steile wanden van het Maggiadal een complete infrastructuur aan om hun vee naar de hogere alpenweiden te brengen. Het vee maakt er tegenwoordig nauwelijks meer gebruik van, wandelaars nog wel. Al zijn ze vandaag op één hand te tellen. De meeste alpen zijn verlaten en half vergaan, of de rustico’s zijn opgeknapt als vakantiehuis. Onderweg over een eeuwenoud pad.
Rustig wandelen we naar Capanna d’Alzasca.
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
21
Net boven Capanna d’Alzasca.
Uitbuiken
Douche met uitzicht
Pas na twee uur zien we een eerste teken van leven. Een paar geiten hebben bezit genomen van een verlaten en vervallen buurtschapje, waar de berkenbomen uit de ruïnes groeien. Het dak van de schuur lijkt hun favoriete stek. Uit de hoogte volgt het stel ons met argusogen, terwijl wij tussen de stenen muurtjes door richting de eerste weiden van vandaag sjouwen. Daar treffen we Jamila van kaasmakerij Soladino. De geiten blijken van haar te zijn. Ze heeft er acht, waardoor haar kaas-
Capanna d’Alzasca is een pareltje. Ooit een eenvoudige koeienstal, nu een oergezellige hut van de Zwitserse Alpenclub. Voor commerciële uitbating is hij te klein met zijn dertig slaapplaatsen en gebrek aan dagjesmensen. En dat is ons grote geluk. De hut wordt beheerd door vrijwilligers. Elke twee weken komt er een verse ploeg die zich uitslooft in gastvrijheid en dagelijks helemaal losgaat in de keuken voor een onvergetelijk maal. Tegen de tijd dat de sleur erin kan komen, wordt de ploeg al weer ververst. Zo goed als hier hebben we het nog nooit gehad in een berghut. En de warme douche met uitzicht over het dal – mits je de deuren wijd openzet – is fenomenaal. Het is een stukje lopen, maar dan heb je ook wat.
De warme douche met uitzicht is fenomenaal productie bescheiden is. Maar superlekker! We krijgen een korte rondleiding in het kaasmakerijtje en de achterliggende grot waar de kazen liggen te rijpen. We proeven diverse kazen, van jong tot oud, en buiken nog even uit op een half ingestort bankje in de schaduw. Daarna is het zwaar opstarten voor de volgende hoogtemeters. Of we nog iets mee moeten nemen naar de hut? Niet nodig, een andere wandelaar had vanmorgen al een pakje kaas voor de hut in zijn rugzak gestopt.
22 | HOOGTELIJN | ZWITSERLAND SPECIAL 2017
Via Lago d’Alzasca en de Bocchetta di Doia duiken we een verlaten Valle di Fümegn in. Na een steile afdaling komen we bij de rivier die we tot het einde van het dal zullen volgen. “Kijk, een zwembad. Daar nog één en nog één. En een mooie vlakke steen om op te zitten en een broodje te eten.” Voor we het weten zitten we met onze tenen in de rivier. En even later gaan we voor héél even zelfs helemaal kopje onder, uiteraard naakt, want zwemkleding is te zwaar om mee te nemen. Er is hier toch niemand. We zakken af naar de bodem van Valle di Vergeletto en zelfs hier
Een stukje Wallis in Ticino
Als je Cimalmotto ziet, zou je zweren dat het een dorp in Wallis is. De bouwstijl van de huizen en de schuren is identiek met die in Wallis en lijkt niet op de traditionele bouwwijze in Ticino. Dat komt doordat de eerste bewoners van Cimalmotto uit Wallis kwamen. Het waren boeren die in Wallis geen grond konden vinden om hun vee te weiden. Daarom trokken ze weg richting plekken waar zich nog niemand had gevestigd. Ze namen hun cultuur mee en bouwden hun nederzettingen net als thuis. Vlakbij Cimalmotto ligt Bosco Gurin, ook een dorp in Walliser stijl, waar zelfs nog een Walliser dialect wordt gesproken. We maken een kleine omweg via Lago dei Saléi.
is het uitgestorven. De chauffeur van de postauto zit landerig achter zijn stuur op klandizie te wachten. We vragen ons af waar die vandaan moet komen. Even later start hij de motor en rijdt hij met een lege bus het dal weer uit.
Kogelrond De uitbater van de Capanna Salei heeft het begrepen. We staan nog niet op het terras voor de hut of hij komt al met de eerste frisdrank en bruschette aanrennen. We hebben trek na zo’n fantastische wandeldag. Daarna volgen nog veel meer lekkernijen. In de namiddagzon is het zo goed toeven op het terras met het uitzicht op de dichtbeboste bergruggen die voor het oog telkens een tintje lichter worden naarmate ze verder weg liggen. Na vijven raakt het terras snel leger; de meeste mensen pakken de kabelbaan naar beneden. Wij blijven over met één andere gast, een Duitse dame. Voor ons duikt de huttenwaard de keuken in en maakt een overheerlijke risotto ai funghi. Daarna komt er een kaasplankje voorbij waar je u tegen zegt. Gelukkig kunnen we daarna ontvetten met de grappa die de huttenwaard opeens tevoorschijn tovert. Om half tien rollen we kogelrond ons bedje in.
Nostalgisch overnachten Op weg naar de Capanna Arena maken we een klein ommetje – via de Passo del Búsan, gewoon omdat we nieuwsgierig zijn naar het uitzicht naar het zuiden – naar het Lago Maggiore dat ligt te schitteren in de zon en naar Lago dei Saléi. De veel geroemde top van de Pilone laten we letterlijk links liggen, want we moeten de bus halen in Cimalmotto. Er gaat er nog maar één vandaag. De Capanna Arena ligt naast een kaasmakerij en is een prima onbemand hutje dat uit twee gebouwen bestaat. In het ene wordt geslapen, in het andere is een keuken en een gezellige ruimte met een grote tafel. Bier, fris en wijn kun je zelf uit de kelder halen en afrekenen met geld in een envelopje in de ‘brievenbus’. Wat een nostalgie! Die kwalificatie valt overigens ook de huttensloffen ten deel: houten kleppers met een leren band. Prachtige stukjes huisvlijt die extreem lang meegaan maar nu de tand des tijds verraden.
Laatste stuk Op hoogte lopen we naar het einde van het dal, waar de Alpe di Porcaresc ligt. Weer een traditionele kaasmakerij waar je je
Foto links Jamila’s kaasproductie is bescheiden, maar lekker! Foto rechts De oergezellige hut Capanna d’Alzasca.
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
23
REACTIK + BluetoothÂŽ Flex Plan: monitor, customize, and commit!
A smart, connected, and rechargeable headlamp. Through the MyPetzl Light* smartphone app, monitor battery life in real time, choose a specific lighting profile for your activity, and control the brightness of your REACTIK + on the fly. Use REACTIVE LIGHTING and Bluetooth Smart technology to optimize burn times. 300 lumens. www.petzl.com *
(REACTIK + can be used without the app.)
tegoed kunt doen aan kaas en ook een stukje kunt kopen. De Valle Maggiakaas wordt er volgens een eeuwenoud recept gemaakt. Je zult hier niet van kaas houden! Dan mis je echt wat als je door de bergen van Ticino wandelt. Op deze hoogte zijn er meer kaasboeren dan kroegen. De alp ligt vlak onder onze laatste pas van vandaag en aan de andere kant lonkt Lago della Cavegna. Het is zo heet, dat we ons geen moment bedenken als we het water zien. Even zwemmen doet ons vast goed en daarna kunnen we ons op een mooie platte steen van formaat laten opdrogen. Denken we. Er is hier niemand, toch? Sinds onze start in Coglio zijn we in die drie dagen onderweg slechts vier mensen tegengekomen. Maar uitgerekend nu komen er zes Fransen die op een steenworp afstand van ons gaan zitten. Als we onze biezen pakken, begrijpen we waarom. Ze wilden onze steen hebben. Achteraf moeten we de Fransen dankbaar zijn, want het laatste stuk naar Cimalmotto bleek verder dan we hadden gedacht. Net op tijd springen we in de middagbus, terug naar Valle Maggia.
Een frisse duik in Lago della Gavegna doet ons goed.
Wandelen in Ticino Reis
De beschreven tocht is een stevige wandeling van drie dagen, maar kun je ook gemakkelijk uitsmeren over meer dagen. Zo kun je op dag 2 in het Valle Vergeletto overnachten in Zott, bij Zott Locanda Ristorante. Ook kun je daar de kabelbaan omhoog nemen naar de Capanna Salei. Dat scheelt ruim 800 meter stijgen. Overnacht je na je verblijf in Capanna Salei, vervolgens in de Capanna Arena, dan is de laatste dag ook een stuk korter en blijft er tijd over om vanuit de Capanna Salei eerst nog de berg Pilone (2191 meter) te beklimmen en jezelf te belonen met een fantastisch uitzicht.
DAG 2
DAG 1
Route Dag 1
Coglio (352 meter) – Capanna d’Alzasca (1734 meter): 11,8 kilometer, 1422 meter stijgen, 42 meter dalen. De route gaat via: • Giumaglio (353 meter) • Someo (378 meter) • Lange hangbrug • Corte di Sotto (1124 meter) • Rüscà (1306 meter) • Corte di Fondo (1545 meter)
Dag 2
Capanna d’Alzasca (1734 meter) – Capanna Saléi (1777 meter): 15 kilometer, 1241 meter stijgen, 1194 meter dalen. De route gaat via: • Lago d’Alzasca (1885 meter) • Botta di Doia (2054 meter) • Alpe di Doia (1737 meter) • Camana (982 meter) • Zott (945 meter)
DAG 3
Dag 3
Capanna Saléi (1777 meter) – Cimalmotto (1405 meter): 16,1 kilometer, 829 meter stijgen, 1228 meter dalen. De route gaat via: • Passo del Bùsan (2006 meter) • Capanna Arena (1689 meter) • Alpe di Porcaresc (1796 meter) • Passo delle Cavegna (1978 meter) • Lago della Cavegna (1958 meter) • Rovana di Campo (1285 meter)
dat laatste. Betalen doe je in een soort brievenbus. Op MySwitzerland.com/hutten vind je informatie over hutten in het gebied en uiteraard ook informatie over de hutten waar wij langs kwamen: Capanna d’Alzasca, Capanna Saléi en Capanna Arena. In de dalen vind je een overvloed aan hotels, pensions, B&B’s en campings.
Overnachten
Reizen
In Ticino zijn heel veel onbemande hutten waarvan de deur meestal open is. Je kunt er je eigen potje koken, vaak is er wijn, bier en frisdrank te koop en soms zelfs etenswaren, maar reken niet op
Coglio, ons uitgangspunt, is goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Met de bus vanaf Locarno duurt het ongeveer 35 minuten. Vanuit Nederland is het met de trein na de opening van de nieuwe Gotthard
Basistunnel ruim 10 uur naar Locarno. Swiss vliegt van Schiphol naar Zürich, vanaf daar is het een goede drie uur met het openbaar vervoer naar Coglio. Vanuit Cimalmotto, het eindpunt van de tocht, gaat twee keer per dag een bus: ’s morgens om 9.00 uur en ’s middags om 17.05 uur. Met twee keer overstappen reis je naar Locarno in iets minder dan twee uur. Een handige app om je ov-reizen in Zwitserland te plannen, is SBB Mobile. Als je hebt bedacht welke verbinding je kiest, kun je hem opslaan in je agenda en heb je offline de reisdetails bij de hand.
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
25
A
ls we komen aanlopen bij het oude stationnetje van Cresciano, waar Swiss River Adventures is gevestigd, weten we het eigenlijk al. De regen komt gestaag uit de lucht vallen en Meteo Schweiz belooft ons voor vanmiddag een paar pittige onweersbuien. Onze canyoningtour in de Iragnakloof gaat niet door. Klinkt misschien gek, dat een canyoningtour niet doorgaat vanwege regen. Want nat word je toch. “Maar gek is het niet”, verzekert canyoninggids Nick uit Nieuw-Zeeland ons. “Als er veel water door de kloof gaat, kan het gevaarlijk worden. Door hevige regenval kan het waterpeil snel stijgen en moet je maken dat je wegkomt. Anders spoel je weg en verdrink je. We nemen geen enkel risico, dus hebben we besloten dat we vanmiddag niet op pad gaan.”
Fantastisch canyoninglandschap
Zwemparadijs Ticino
Springen, glijden en zwemmen Canyoning is als spelen in een waterparadijs. Naar hartenlust springen, glijden en zwemmen in een natuurlijke omgeving die vaak spectaculair is, uitdagend en veel avontuurlijker dan het tropisch zwemparadijs om de hoek. In Ticino zijn er volop mogelijkheden, van gemakkelijke familietochten tot technisch moeilijker tours voor de cracks.
We waarderen veiligheidsmaatregelen, maar balen er natuurlijk wel van. Want uit ervaring weten we dat canyoning fantastisch is. Of je nu een eenvoudige familietocht maakt of een technisch moeilijker tocht. Met Nick bekijken we in een boek met alle routes van Ticino wat we vanmiddag missen. Nu balen we nog meer: sprongen tot dertien meter, glijbanen met een lengte tot acht meter en abseilen in watervallen tot 40 meter! De Iragna is een kloof met veel afwisseling en op de foto’s zien we fantastische rotssculpturen die zijn gevormd door het snelstromende water, dat in de loop van de tijd geulen, gaten, zwembaden en gladgepolijste natuurlijke glijbanen heeft uitgesleten. Canyoning is een spectaculaire sport, een beetje vergelijkbaar met klimmen. Je gebruikt dezelfde touwtechnieken en bent actief in bergachtig terrein. Het principe van canyoning is alleen dat je naar beneden gaat en een route door een rivierbedding zoekt. Dat betekent dat je je kleedt in een neopreen pak en neopreen schoenen. Net als klimmers draag je een helm en heb je een klimgordel aan. Deze spullen krijg je van het bureau waar je een tocht boekt. Meestal loop je eerst een uurtje naar boven om een goede instap in de kloof van de rivier te vinden. Liefst een kloof, want dat is de garantie voor een flink verval in de rivier, waardoor de tocht spectaculairder wordt. En dan kan het feest beginnen.
Spanning vooraf Terwijl we staan te praten met Nick, komt er een groep terug van de Iragna. Een voor een springen ze met een grote grijns op
26 | HOOGTELIJN | ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | TEKST PETRA DE BRUIN EN MIEKE SCHARLOO
| FOTO’S TICINO TURISMO
hun gezicht uit de bus van Swiss River Adventures. “Dit was vet!” roept Christof Steinmann uit Bern. “Ik heb wel eens eerder gecanyoningd, maar dit overtrof al mijn verwachtingen. Vooraf was ik best een beetje nerveus omdat de Iragna als gevorderdentocht wordt aangemerkt. Maar na de eerste sprong was ik dat gevoel gelukkig kwijt, ook doordat we onder leiding van een ervaren gids onderweg waren. Het is zo gaaf: je springt van een rots in een waterbassin
ik een smak op de rotsen maken, ging het even door mijn hoofd. Ik heb het gewoon gedaan. Netjes met mijn armen langs mijn lichaam, naar voren en vervolgens recht naar beneden. Het ging perfect.”
Totaalervaring Thrillseeker Melanie Bachmann uit Zürich is lyrisch over haar eerste canyoningtocht. “Nog veel leuker dan bungeejumping. Superspannend, maar je moet het gewoon doen. En als je eenmaal onderweg bent,
Onderweg neemt de spanning af en de funfactor toe tien meter onder je. Gelukkig hebben anderen de route eerder gedaan en uitgezocht of die sprong veilig is en dat het bassin voldoende diep is voor zo’n sprong. Dus daar heb ik me niet zo druk over gemaakt. Wel toen de gids de opdracht gaf om vooral naar voren te springen om goed terecht te komen. Dat was even slikken. Dus als ik het niet goed doe, kan
neemt de spanning af en de funfactor toe”, vertelt ze enthousiast. “Die kloof was ook zo mooi, met de lichtinval, en het is ongelooflijk dat het water zulke sierlijke rotsen kan uitslijpen. Alles is mooi afgesleten door al die liters water die in de loop der eeuwen zijn gepasseerd, alsof een beeldhouwer die rotsen persoonlijk heeft staan polijsten.” Waarom ze canyo-
Canyoning in Ticino
In Ticino zijn diverse aanbieders van canyoning en rafting tours actief. Wij boekten een tocht bij Swiss River Adventures, die op verschillende plekken in Zwitserland dit soort tochten organiseert. Kijk op swissriveradventures.ch.
ning nog veel leuker vindt dan bungeejumping? “Het is een totaalervaring over een langere tijd van sport en spanning in een entourage waar je anders nooit kunt komen. Ik kom snel terug.”
Niet elke dag
Een kloof biedt garantie voor een flink verval in de rivier en dus een spectaculaire tocht.
Allebei kunnen ze moeilijk kiezen wat ze nou het allerleukst aan deze tocht vonden. “Misschien is het wel de afwisseling”, zegt Christof. “Het ene moment glijd je relaxed over een rots een enorme bak glashelder water in en het andere moment sta je je bovenop een rots mentaal voor te bereiden op een sprong van twaalf meter. En even later mag je weer zo’n dertig meter dwars door een waterval abseilen. Onwijs gaaf! Dat doe je niet elke dag”, voegt hij eraan toe. Dan gooit hij zijn pak en schoenen in een grote ton schoon water, zodat ze kunnen worden gereinigd voor de volgende groep canyoneers.
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
27
Langwies, Heimeli Sapuen, © Christof Schuerpf
Authentiek Zwitsers Typisch Zwitserse hotels in de regionale bouwstijl bieden echte Zwitserse ambiance. Ze zijn even veelzijdig als Zwitserland zelf. Stadspaleis, landelijk pension of berglodge langs de piste - alle dragen het stempel van de uitbater, bieden lokale lekkernijen en de authentieke Zwitserse vakantiebeleving. MySwitzerland.com/typically
Chalet Stella Alpina Hotel & Wellness**, Ronco Bedretto Dit romantische en persoonlijke berghotel beschikt over 10 afzonderlijke kamers, 2 gezinskamers en een luxe suite met jacuzzi. Alle vertrekken zijn geheel gerenoveerd met veel liefde voor detail. Culinair ligt de nadruk op specialiteiten uit de regio Tessin. Kleine SPA, massages en behandelingen met bergarnikaolie en Alpenextracten. In elke jaargetijde talrijke sportmogelijkheden in de ongerepte natuur vanuit het hotel: kristalgrotten, paarden trekking, sneeuwschoenwandelingen, enz. +41 (0)91 869 17 14 www.stellaalpina.ch
Hotel Fafleralp (Swiss Lodge), Fafleralp Een paradijs voor mensen die voor hun genot wandelen en voor fijnproevers! Van eenvoudig toeristenverblijf tot en met wellnesssuite: hotel Fafleralp biedt voor ieder budget een passend verblijf. In de 24 rustieke kamers van het 100-jarige chalethotel vinden de gasten rust en ontspanning in een veilige omgeving en laten ze zich door Christians kookkunsten met de fijnste Walliser specialiteiten verwennen. Hier, op een hoogte van 1800 meter, beleef je het schilderachtige Lötschendal van dichtbij en op een actieve manier – alleen of met berggids Pius. +41 (0)27 939 14 51 www.fafleralp.ch
In één klik naar het juiste hotel Met de “Best Swiss Hotels”-app wordt alleen al het zoeken naar een hotel een belevenis. De hotels die in deze brochure worden aanbevolen, kunnen met de app direct online worden geboekt. Deze app vindt u op MySwitzerland.com/best-swiss-hotels Veel plezier met ontdekken.
Leuke alternatieven
Het andere Ticino Heb je blaren, komen de kinderen in opstand tegen elke dag wandelen of heb je gewoon zin om even iets anders te doen? Dan zit je in Ticino goed. Dit kanton met z’n Italiaanse inslag biedt veel leuke alternatieven.
James Bond voor een dag
Zaterdagmarkt in Bellinzona Elke zaterdag is het een Onzwitserse gezellige chaos in het centrum van Bellinzona. Dan is de wekelijkse markt neergestreken op de pleintjes en in de eeuwenoude smalle straatjes. Je kunt er alle soorten worst, heerlijke kazen, honing, jam, mooie groente en natuurlijk polenta kopen. Ook zijn er kramen met diverse non-food spulletjes. De bezoekers komen in groten getale, waardoor er altijd een gezellige drukte is en de terrassen vol zitten.
Dare devils kunnen in het Valle Verzasca hun hart ophalen. Werp je van de 220 meter hoge stuwdam af en waan je even James Bond. Hier werd begin jaren ’90 van de vorige eeuw GoldenEye opgenomen en maakte 007 zijn legendarische sprong. Als je deze ultieme adrenalinekick zelf wilt beleven, is het verstandig te reserveren via trekking.ch.
Roofvogels dichtbij
App Hike Ticino Toch nog een dagje wandelen? Altijd handig om dan een app op zak te hebben die leuke dagwandelingen in Ticino biedt. Niet alleen voor eenvoudige ommetjes, maar zeker ook serieuze bergtochten in soms hoogalpien terrein. Met een filter kun je vast een voorselectie maken: wil je een rondje lopen, zoek je een lichte of een zware tocht, wil je een hond meenemen, et cetera. Kijk op hike.ticino.ch. De gratis app is beschikbaar voor zowel Android als iOS.
Een berg (met) fossielen In het uiterste zuiden van Ticino vind je de Monte San Giorgio. De ruim duizend meter hoge berg herbergt talloze fossielen van meer dan 200 miljoen jaar oud. Fascinerend
is het om te bedenken dat deze berg ooit de bodem van een subtropische zee vormde. De mooiste en grootste fossielen zijn verzameld in het fossielenmuseum van Meride. Geweldig om te zien! De Monte San Giorgio staat op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Via Bernardo Peyer 9, 6866 Meride. Open op dinsdag tot en met zondag, van 9.00 tot 17.00 uur. Kijk op montesangiorgio.org.
Vaak zie je ze vliegen als je aan het wandelen bent: roofvogels cirkelen dan hoog boven je in de lucht. Bij de valkeniers van Locarno kun je ze van dichtbij bekijken: valken, arenden, gieren, maar ook uilen. Tijdens een show waarbij de vogels vlak boven het publiek cirkelen, vertelt de valkenier over de dieren, hun habitat en hun functie in de natuur. Spectaculair en interessant tegelijk. Falconeria Locarno, Via delle Scuole 12, 6600 Locarno. Kijk op falconeria.ch.
Nog veel meer
Meer inspiratie voor iets anders dan wandelen? Kijk op ticino.ch. Hier vind je eindeloos veel tips voor onder meer een dagje kunst, cultuur, lekker badderen of eten.
TEKST PETRA DE BRUIN EN MIEKE SCHARLOO | FOTO’S TICINO TURISMO | ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
29
markt & materi l
TRADITIE UIT ZWITSERLAND Waarvan ken je Zwitserland? Van de bergen natuurlijk, het land telt maar liefst 48 bergen boven de 4000 meter. En van het water: hier ontspringen de Rijn, de Rhône en de Inn. Of van de kaas, genoemd naar streken als Appenzell en Emmental en naar een stad: Gruyère. In je rugzak zit misschien wel een boterham met Zwitserse Geska strooikaas, gemaakt van melk vermengd met geurige klaver. Al sinds 1463 wordt die kaas onder de naam Schabziger Glarner in Glarus gemaakt. Natuurlijk kennen we Zwitserland ook van haar chocolade. De beroemdste berg van het land, de Matterhorn, stond model voor chocoladegigant Toblerone. In 1908 opgericht door Theodor Tobler en Emil Baumann, die de naam van de eerste koppelden aan het woord torrone, dat nougat betekent. Veel Zwitserse chocolademerken kennen een nog langere traditie. Zoals de chocolade van Lindt (1845, Rodolphe Lindt) en Frey (1887, Robert en Max Frey). Graag gegeten snacks die in menig rugzak meegaan . Maar ook
tussendoortjes zoals een Ovo Sport (1937, ontstaan in de fabriek van Ovomaltine in 1904) en Rivella, de Zwitserse drank die is genoemd naar het dorp Riva San Vitale en het Italiaanse woord voor openbaring: rivelazione. Zeer traditioneel is het Zwitserse horloge: van de families Breitling (1884) en Tissot (1853), of die van Mondaine, met dezelfde vorm en hetzelfde design als de officiële Zwitserse stationsklok. Niet voor niets kennen we de uitdrukking ‘Zo betrouwbaar als een Zwitsers uurwerk’. ‘Nieuwkomer’ Swatch liet in 1983 zien dat horloges ook hip en kleurig konden zijn. In ons notitieboek ten slotte, schrijven we met
de rode pen met witte kruizen van Caran d’Ache, het kleurpotloden- en pennenbedrijf uit 1924 dat Arnold Schweitzer noemde naar het pseudoniem van politiek tekenaar Poiré, die het Russische woord voor potlood, karandash, verfranste. En de bergsport? Ook die kent mooie Zwitserse merken. Een kleine greep uit de collectie.
In het museum en de rugzak
SIGG produceert al sinds 1908 drinkflessen. Ferdinand Sigg en Xaver Küng maakten eerst ook keukengerei, maar sinds 1998 vooral de bekende flessen, waarvan een aantal modellen in de collectie van het museum voor moderne kunst MOMA in New York zijn opgenomen. In Frauenfeld (Thurgau) staat dit bedrijf dat hoofdzakelijk aluminiumflessen op de markt brengt, maar de laatste jaren ook flessen van polypropyleen, staal en glas maakt. In alle kleuren van de regenboog zie je SIGG-flessen uit rugzakken komen. Voor kinderen zijn er varianten met afbeeldingen van Hello Kitty en Mickey Mouse.
€ 24,95 (0.3 liter), € 29,95 (0.5 liter), € 34.95 (0,75 liter) en € 39,95 (1 liter) sigg.com
Drinkflessen van SIGG, met dop of met Hot&Cold One Top, die je met één hand kunt bedienen.
30 | HOOGTELIJN |
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | TEKST PETER DAALDER
X-Socks Outdoor.
In de X-Socks Silver zitten duizenden kleine lussen van 99,9 procent puur zilver, die onder andere bacterievorming verminderen.
Damp eruit, lucht erin X-Socks is onderdeel van een relatief jong bedrijf. In 1997 begon professor Bodo W. Lambertz zijn bedrijf X-Technology research and development in Wollerau (Schwyz). De gedachte is dat in de sokken van merinowol een ’blotevoetenklimaat’ heerst, waardoor je prettiger loopt. Hete, vochtige damp eruit, schone lucht erin, dat is het idee. Het speciaal daarvoor ontwikkelde
membraan moet dat mogelijk maken. Het bedrijf is overigens niet alleen actief in de bergsport, maar maakt ook producten voor de vliegtuig- en automotive-industrie.
€ 15,95 (Outdoor) € 27,95 (Silver) xsocks.nl
Van touwen naar kleding
Mammut is van oudsher een fabrikant van (klim)touwen. Begonnen in 1862 in Dintikon (Aargau) door Kasper Tanner, in 1978 uitgebreid met kleding en overnames van Ajungilak, Toko en Raichle. Inmiddels heeft het bedrijf alles voor de bergsport, in zomer en winter. Speciaal voor klimmende dames ontwierp Mammut deze Ophirabroek. Uiteraard gemaakt van stretchmateriaal en met een lus achter op de tailleband om je pofzak aan te bevestigen. Herenjas Masao is een hardshell van stretch Drytechmateriaal.
€ 100 (broek Ophira) € 330 (jas Masao) mammut.ch De Swiss Tool Spirit met 26 functies.
Bekend van het officiersmes
Victorinox staat wereldwijd bekend als het Zwitserse officiersmes, formeel het Zwitserse legermes, want ook voor de overige militairen maakt het bedrijf speciale messen. Je kunt het zo gek niet bedenken of het zit in of aan het mes. Pen, schaar, tang, vijl, naald, schroevendraaier, kurkentrekker, zaag, tandenstoker. En de messen zijn er natuurlijk in alle soorten en maten. In 1884 opgericht in Schwyz door Karl Elsener, die het bedrijf in 1909 vernoemde naar zijn moeder Victoria. In 1921 volgde de toevoeging ‘inox’, wat staat voor roestvrij staal. De vierde generatie Elsener leidt nu het bedrijf dat ook horloges, koffers en parfums verkoopt.
€ 37,50 (Huntsman) € 143 (Swiss Tool Spirit) victorinox.com
De Huntsman met 15 functies.
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
31
32 | HOOGTELIJN |
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | TEKST FEMKE WELVAART
Het nieuwe liften Met de Glacier Express door GraubĂźnden, Uri en Wallis
Foto Andrea Badrutt
Als je wilt rondreizen in Zwitserland, kun je rustig je auto thuislaten. Dankzij een prachtig uitgebreid sporennetwerk kun je bijna overal komen, en als de trein dan op zijn eindpunt komt, kun je met de postbus verder naar je eindbestemming. Ga zitten, leun achterover en kijk om je heen.
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
33
Foto Tinelot Wittermans
Foto Switzerland Tourism
“T
reinreizen is het nieuwe liften”, stelt Arnold, de 73-jarige Fransman die naast me zit in de Glacier Express. “Je spreekt met locals en andere reizigers in plaats van jezelf op te sluiten in je eigen bubble, je auto. Bovendien heb je de tijd om naar buiten te kijken en het geweldige landschap in je op te nemen.” Arnold en zijn vrouw Barbara hebben hun auto net over de grens gezet en reizen heel Zwitserland door met de trein. Vandaag stond de Glacier Express op het programma, een reis van 8 uur over 291 kilometer, van St. Moritz naar Zermatt. Morgen nemen ze de Gornergratbahn, maar ook andere beroemde Zwitserse treinen staan op het programma.
Ingenieuze tunnels en constructies
De oorsprong Op de Oberalppas rijd je van het kanton Uri het kanton Graubünden in (of vice versa). Hier bereikt de Glacier Express haar hoogste punt, op 2033 meter. Iets hoger, op 2345 meter en ten zuiden van de spoorlijn, ligt een natuurreservaat met het Tomameer, Lai da Tuma in het Retoromaans, de plek waar de Rijn begint. Vanuit het
meer stroomt er een smal bergbeekje naar beneden, waar het samenkomt met andere beken en rivieren en de Rijn steeds meer massa krijgt. Anders dan vermeld op de plaquette (een schrijffout!), stroomt het water niet in 1320 kilometer, maar in dik 1230 kilometer door Zwitserland, Duitsland en Frankrijk naar Nederland.
Ik snap de Fransman wel: het is inderdaad heel comfortabel om vervoerd te worden, naar buiten te kijken en een praatje te maken met mijn reisgenoten terwijl ik geniet van een uitgebreide lunch. Dankzij ingenieuze tunnels en brugconstructies rijdt de trein dwars door het berglandschap. Dat is de reden waarom het Amerikaanse stel aan de andere kant van het gangpad deze reis boekten: “We old people like to stare at things”, zegt de man lachend. Omdat hij is geïnteresseerd in treinen, constructies, tunnels en bruggen, stond de Glacier Express op zijn bucket list en zijn hij en zijn vrouw helemaal vanuit Kentucky naar Zwitserland gevlogen om het nu eindelijk zelf mee te maken en met eigen ogen te zien.
Panoramatrein
Toegegeven: in de Glacier Express zitten voornamelijk toeristen. Met ramen tot in het plafond kunnen ze urenlang naar de bergwereld staren die aan hen voorbij trekt. Het zijn over het algemeen senioren, die vroeger misschien nog wel een flinke wandeling maakten, maar dat nu niet meer kunnen. Maar ook in andere Zwitserse treinen, waarin locals van A naar B reizen, is het uitzicht magnifiek en het comfort erg goed. Het zijn schone treinen, ze rijden op tijd en je zit niet knie aan knie met je buurman. Voordeel van de Glacier Express is de fantastische, lange route door Wallis, Uri en Graubünden en dat hij maar weinig stopt.
Naar school
34 | HOOGTELIJN
| ZWITSERLAND SPECIAL 2017
Foto Adrian Michael
Het oudste Benedictijner klooster van Zwitserland staat in Disentis, pal langs het spoor. Het is gebouwd in de zeventiende eeuw, maar de eerste steen zou al uit de zevende eeuw dateren. In 1799 werden het klooster en de kloosterkerk geplunderd en in brand gestoken, maar eind 19de eeuw weer gerestaureerd. Tegenwoordig huist er een middelbare school met internaat in het gebouw. Dat is nog eens een sfeervolle leeromgeving!
Vlak na Filisur rijd je over het Landwasserviadukt, onderdeel van het Albulatraject dat UNESCO-werelderfgoed is. Het is misschien wel het meest gefotografeerde punt van de Glacier Express. De bouw startte in 1901; in oktober 1902 reed de eerste trein erover. Het natuurstenen viaduct overbrugt het wilde Landwassertal en is 142 meter lang, 65 meter hoog en maakt een bocht van 45 graden over een boogstraal van 100 meter.
Een aanrader is een overnachting in Hotel Schatzalp, boven Davos. Stevige benen wandelen ernaartoe, maar je kunt ook in vier minuten met het kabeltreintje naar boven rijden. Het hotel deed eind 19de en begin 20ste eeuw dienst als sanatorium voor rijke tuberculosepatiënten. Hier werden ze verpleegd, ademden ze schone, droge lucht en kregen ze dankzij de vele zonuren voldoende vitamine D. En ze vonden er rust. Heel veel rust. Inmiddels is het sanatorium omgebouwd tot een
hotel waarin de sfeer en stijl uit die tijd nog steeds zichtbaar zijn. Is dat muf en oubollig? Zeker niet! Het is een comfortabel hotel, in Jugendstil, dat de grandeur van vroeger tijden ademt. Geen tijd voor een overnachting? Ga er dan op z’n minst lunchen of dineren: met zijn eigen kruidentuin en fantastische keuken mag het hotel wat mij betreft bovenaan ieders lijstje staan. Davos ligt op 25 minuten treinreizen van Filisur. Kijk op schatzalp.ch voor meer informatie.
Bij de Tijd Op station Filisur staan drie oude bellen (Signalglocke) die aankomende treinen aankondigen. ‘Hielko2’ zette in 2012 een video online waarop je de bellen kunt horen. Hij schrijft: “De linkerbel kondigt de trein vanuit Davos aan, de rechterbel klinkt als de trein van St. Moritz naar Chur komt, en als de middelste gaat, dan weet je dat de trein van Chur naar St. Moritz eraan komt.” Benieuwd hoe ze klinken? Kijk op goo.gl/FfMnvF.
Foto Rik Burger
Foto swiss-image.ch/Franziska Pfenniger
Foto Rik Burger
Het perfecte plaatje
Overnachting op de Schatzalp
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
35
Foto John Fowler
Laatste rustplaats Het bergsportdorp-bij-uitstek Zermatt is absoluut een bezoek waard. Als je van het station over de Bahnhofstrasse in zuidwestelijke richting loopt tot aan de Vispa en langs het water blijft lopen, doemt ze ineens voor je op: de Matterhorn. Soms verstopt ze haar onmiskenbare vorm achter een pluk wolken. Heb geduld, als de wolken even wegtrekken, heb je een magnifiek zicht op deze vrijstaande berg. Een magische ervaring. Loop daarna het dorp weer in en breng een bezoek aan het Bergsteigerfriedhof, waar beroemde en minder bekende alpinisten zijn begraven. Op een klein stukje grond vertellen de grafzerken van ongeveer 50 mannen en vrouwen uit alle windstreken, waar ze zijn omgekomen; op de Matterhorn, Täschhorn, Weisshorn, Liskamm, Obergabelhorn en het Monte Rosamassief. De meeste graven dateren uit de 19de eeuw, een aantal uit de vroeg-20ste eeuw. Een bijzonder stukje bergsportgeschiedenis.
36 | HOOGTELIJN |
ZWITSERLAND SPECIAL 2017
Het picture perfect natuurgebied Jungfrau-Aletsch is 540 km2 groot en sinds 2001 UNESCO-werelderfgoed. Het gebied strekt zich uit vanaf de Eiger (3970 meter), Mönch (4107 meter) en Jungfrau (4158 meter) in het noorden, over de Aletschgletsjer in het centrum, naar de Lauteraarhorn (4042 meter),
Finsteraarhorn (4274 meter) en de Oberaarhorn (3631 meter) in het oosten en het Lötschental en de Bietschhorn (3934 meter) in het westen. In het natuurgebied leven verschillende bijzondere dieren, zoals de steenbok, de smaragdhagedis en de lammergier.
Foto Rik Burger
Foto Femke Welvaart
Foto Swiss Travel System
Zwitserlands hoogste
Tandrad Als je westwaarts rijdt, gaat de trein tien minuten na Visp over op een tandrad, omdat de hellingshoek te steil is voor het normale spoor. Tussen Visp en Stalden-Saas is het traject het steilst: 12,5%. Dit percentage betekent dat de trein per 100 meter
12,5 meter stijgt. Tot Zermatt blijft de trein omhoogrijden: met een stijgingspercentage van 11,8% net voor St. Niklaus, 10,4% tussen St. Niklaus en Herbriggen, 12% naar Randa en ten slotte op het laatste stukje, tussen Täsch en Zermatt, met 12,4%.
De Furkatunnel is met 15,4 kilometer de langste tunnel op het traject van de Glacier Express. In 15 minuten rijd je in het pikkedonker door de bergen. In de tunnel ligt een enkelspoor met twee uitwijkplaatsen waar elkaar tegemoetkomende treinen elkaar kunnen passeren.
Kurkentrekker Tussen Fiesch en Mörel maakt de trein een rondje in een tunnel. Vanaf Lax (1045 meter) moet de trein afdalen naar Grengiols. Hiervoor is een tandradspoor nodig, en een 595 meter lange 270° keertunnel, waarin de trein 154 meter daalt en de Rijn oversteekt. Een keertunnel is een tunnel in een berg, waarin de spoorlijn tot 360° rondgaat om de helling te overbruggen. Dankzij dit kurkentrekkerprincipe kan de trein op een relatief kort stuk het verschil in hoogte overwinnen. Na Grengiols daalt de trein verder af naar Betten (842 meter) en verder door naar Mörel (746 meter).
Voorlangs In Brig rijdt de Glacier Express voor het station langs, tussen twee wegdelen in. Van de elf sporen die Brig aandoen, liggen er zeven normaalsporen (1435 millimeter breed) in het station en vier metersporen buiten het station. Een meterspoor is een vorm van smalspoor en heeft een spoorwijdte van 1000 millimeter. Heel gek is deze spoorvorm niet; naast het normaalspoor is dit de meest toegepaste spoorwijdte bij lokaalspoorwegen in Europa.
Foto Champer
Foto Kecko
Donker kwartier
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
37
Wandelen onder de Matterhorn Per trein reizen door de bergen is geweldig, maar wat mij betreft gaat er niets boven een flinke wandeling in de frisse lucht en het gevoel dat je de toppen bijna kunt aanraken. Dus nemen we ’s ochtends vanuit Zermatt de trein naar de Gornergrat, om vanaf daar te voet af te dalen, terug naar Zermatt.
I
n de Gornergratbahn stappen vooral dagjesmensen die van het 360° uitzicht op de Gornergrat willen genieten en vanaf daar de trein terug nemen, of een korte wandeling maken naar Riffelsee, waar ze de Matterhorn in het water zien weerspiegelen en dan de trein terug nemen. Op 3089 meter aangekomen, is het slechts één graad boven nul en druk met toeristen die tot de tanden toe bewapend met selfiesticks, fototoestellen, mutsen en handschoenen samendrommen. Iedereen vergaapt zich aan het fantastische berglandschap om ons heen, met de Matterhorn als statige koningin tussen haar volk. Ook ik val stil en neem de meer dan 20 vierduizenders in me op. Dufourspitze, Liskamm, Castor en Pollux, Breithorn, Matterhorn, Dent Blanche, Weisshorn, Täschhorn… En een niveau lager de Theodulgletsjer, Furggletsjer (hee, ik zie de Hörnlihütte!), Gabelhorngletsjer en Rothorngletsjer. Ik draai rond tot het me duizelt. Een aaneenrijging van beroemde toppen en ijsvelden; de prachtige, grillige natuur waarin bergsportgeschiedenis werd geschreven.
Zwevende alpenkauw Ik heb zin in de wandeling. Dus nemen we gauw het pad naar beneden, richting Riffelsee. Hier komen we nog wel een handvol dagjesmensen tegen, vooral toeristen op gymschoenen die in dit mooie weer het relatief eenvoudige wandelingetje maken om bij het volgende station de Gornergratbahn terug te nemen. Na het meer (helaas staat er te veel wind waardoor het water rimpelt en de Matterhorn niet wordt gereflecteerd) wandelen we verder naar beneden, richting de Riffelalp. Al gauw komen we niemand meer tegen. We wandelen door het gebied bij Gagenhaupt op 2564 meter, waar veel Alpendohlen (alpenkauwen) vliegen. Voor deze vogels is dit een heerlijk windrijk gebied waar ze eindeloos op de thermiek kunnen blijven hangen. Er lopen verschillende paden, het ene makkelijker dan het andere en allemaal met gele bordjes bewegwijzerd, dus we hebben keus genoeg. We besluiten niet
38 |
HOOGTELIJN | ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | TEKST FEMKE WELVAART
één bepaalde themaroute te kiezen, maar paden te combineren en zo onze eigen route te bepalen op grond van richting, aantal kilometers en moeilijkheidsgraad. We stoppen in de stilte van het verlaten berglandschap om uit te kijken over de uitloop van de Gornergratgletsjer en wandelen dan over een smal pad door de prachtige herfstkleuren verder naar beneden.
Processieroute Na een dikke twee uur wandelen komen we bij de Riffelalp, waar we in de Alphitta, een hut die wordt gerund door de Nederlandse Tanja en haar Ierse man Dave, stoppen voor koffie. Hun Apfelstrudel met vanillesaus is een (trein)tussenstop – of zelfs een omweg! – meer dan waard. Een aanrader. Daarna volgen we het pad, we zien Zermatt al in de diepte liggen, steken het spoor tweemaal over en komen via een kronkelpad door het bos en de Kreuzweg im Schibuwaldje, een soort processieroute-met-trappen, weer terug in het dorp. Het was een relatief eenvoudige route die we in vier uur wandelden (exclusief de tussenstop in de hut), maar ik voel de 1500 meter dalen wel in mijn polderbenen zwabberen. Heerlijk!
Meer dan 50 wandelroutes Bij de VVV in Zermatt kun je het gidsje Bergerlebnis Zermatt-Matterhorn meenemen. Hierin staan alle winter- en zomerroutes, compleet met informatie over het aantal kilometers, de wandeltijd heen en terug, het soort wandelpad (Wanderweg, Bergwanderweg of
Alpinwanderweg), de hoogtemeters, moeilijkheidsgraad en het beste seizoen om te gaan. Je kunt het boekje ook digitaal doorbladeren op issuu.com, via de verkorte URL goo.gl/Z394Zv. Of kijk op zermatt.ch/ wandern en plan je eigen route.
Foto Gornergratbahn/Toni Mohr
Afdalen met uitzicht
Treinen & Trajecten
4 stukjes spoor Dat je met de trein geweldig kunt rondreizen, moge inmiddels duidelijk zijn. Maar welke trein kies je? Of welk traject? We zetten nog vier bijzondere treinen en trajecten op een rij.
Gotthard Panorama Express Foto swiss-image.ch/Beat Mueller
Een trein- en bootreis met historie door het midden van Zwitserland. Met de Gotthard Panorama Express (voorheen Wilhelm Tell Express) rijd je over de beroemde Gotthardlijn, die via zogenaamde keertunnels (zie pagina 37) 900 hoogtemeters overbrugt. Je gaat door de 15 kilometer lange Gotthardtunnel en vaart over het Vierwoudstedenmeer. Vanaf Flüelen stap je op een raderstoomschip en vaar je langs historische plekken, zoals de Tellskapelle, de Rütliweide en de Schillerstein. De reis van Lugano naar Bellinzona, Flüelen en Luzern is 182 kilometer lang en duurt bijna vijfenhalf uur.
Bernina Express
Met het all-in-one ticket van Swiss Travel System kun je vrij reizen met trein, bus en boot (inclusief de panoramatrajecten, exclusief verplichte toeslag en zitplaatsreservering), en zonder bijbetaling met het ov in 90 steden. Je krijgt 50 procent korting bij de meeste bergbanen en gratis toegang tot meer dan 500 musea. Je kunt kiezen voor een pas voor 3, 4, 8, of 15 opvolgende dagen. Kijk voor alle soorten passen (bijvoorbeeld ook de Swiss Travel Pass Flex, Swiss Half Fare Card en de Swiss Family Card), de kortingen (reizigers jonger dan 26, kinderen onder 16 jaar) en de verschillende pasprijzen op swisstravelsystem.com.
GoldenPass Line Reizend van oost naar west gaat de GoldenPass Line vanaf het Vierwoudstedenmeer over de Brünigpas, via de Brienzersee naar Interlaken. Dan rijdt hij verder langs de Thunersee, door het Simmental naar Zweisimmen, eindigend in Montreux. Een reis met twee talen, drie regio’s en acht meren, die dik vijf uur duurt. Tip: houd je van de nostalgie van oude treinen, dan is de GoldenPass Classic een must do – deze nagebouwde versie van de Belle Époquetreinen brengen je even in de laatste jaren van de 19de eeuw.
Foto David Gubler
Op de 148 kilometer tussen Chur en Tirano gaat de Bernina Express over 196 bruggen, door 55 tunnels en over het beroemde Landwasserviaduct. Je ziet het Berninamassief, de Morteratschgletsjer, de drie meren Lej Pitschen, Lej Nair en Lago Bianco, Alp Grüm en het cirkelviadukt van Brusio. Een bijzonder panoramische treintocht aan de oostkant van Zwitserland. De reis van Chur naar Tirano duurt dik vier uur.
Swiss Travel Pass: vrij reizen en gratis naar musea
De Grand Train Tour of Switzerland laat je de mooiste panorama’s van heel Zwitserland zien, zowel in de zomer als in de winter. Deze route bevat verschillende panoramische routes die je ook apart kunt boeken. De trein start met een traject van Zürich naar St. Gallen, dan reis je naar Luzern (dit is de Voralpen-Express) en vanaf daar met de GoldenPass Line naar Montreux. Dan volgen de routes van de Glacier Express, van Zermatt naar St. Moritz, en die van de Bernina Express/Palm Express, van St. Moritz naar Lugano. Ten slotte reis je van Lugano naar Luzern (de Gotthard Panorama Express) en vanaf Luzern weer terug naar Zürich. De route kun je het best boeken als vier- of achtdaagse treinreis. Kijk op SwissTravelSystem.com/grandtraintour.
Foto Oliver Sander
Foto Zentralbahn Lungern See
Grand Train Tour of Switzerland
TEKST FEMKE WELVAART | ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
39
Klettersteigen, fietsen en wandelen
Een strijd tu en zon en mist Gebroederlijk staan ze in het kabelbaanstation naast elkaar opgesteld: voor de winter de sleetjes, voor de zomer de trottinettes. Trottinette? Dat is een soort kruising tussen een mountainbike en een step. Maar nu eerst onze klimgordels aan.
V
oor het kabelbaanstation Melchsee-Frutt wijzen gele wandelbordjes me op meer dan twintig verschillende wandelingen. Daar zullen we morgen dankbaar gebruik van maken, maar vandaag zijn we hier voor het klimmen. Op twintig minuten lopen ligt een klimgebied om je vingers bij af te likken. Bonistock telt ruim 170 goed behaakte sportklimroutes in alle gradaties tussen derde en achtste graad, tot zo’n zestig meter lang. Als extraatje zit er tussen al dit sportklimplezier ook nog een klettersteig.
Afdalen met de lift Local Christian wijst ons vandaag de weg. Altijd handig bij een kennismaking met een gebied en weinig tijd. Christian is niet echt van plan zich moe te maken, zelfs voor de korte afdaling
40 | HOOGTELIJN |
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | TEKST EN FOTO’S FRANK HUSSLAGE
naar het meer pakt hij een lift. Zo’n lift als in een flatgebouw, in een liftkoker van bijna veertig meter. Als een soort kaars staat die in het landschap. Vanaf het panoramaplatform heb je prachtig uitzicht op de vallei. Pal rondom de lift is het druk bebouwd met een wintersportdorp, verderop wordt het snel leeg. Erg leeg. De vallei wordt gedomineerd door rechts van ons Hochstollen (2481 meter), schuin tegenover ons de Wendenstöcke (3042 meter) en meer naar het oosten toe de Titlis, met het niet te missen kabelbaanstation op ruim drieduizend meter.
Gauw weer omhoog Eenmaal beneden uit de kaarslift gestapt, gaan we weer vlot omhoog. Nu te voet. Een goed pad volgt de onderkant van de Bonistock. Zelfs met kleine kinderen zou je hier veilig onderweg kunnen zijn, waarbij de nodige routes langs het pad zich ook prima lenen voor hun eerste klimstapjes. Zeker aan het begin
Tussen de mistflarden door hebben we soms de mooiste doorkijkjes.
van de klimtuin, in de sector Kidsland, zijn de nodige korte derdegraads routes. Verderop maakt Christian ons wegwijs in het zwaardere werk. De routes zijn stuk voor stuk voorbeeldig aangegeven met een roestvrijstalen bordje onderaan de route: naam, waardering en lengte. Helaas hebben we alleen onze klettersteigsets bij ons. De kabelbaanbaas verhuurt overigens ook klettersteigsets, die er prima uitzien. Handig voor wie wil proberen of klettersteigen leuk is.
Als schoorsteenvegers De instap van de Fruttli-Klettersteig vinden we probleemloos. Deze is pal onder het kabelbaanstation Bonistock (2160 meter). Een routebord vertelt over de ge- en verboden van het klettersteigen. Nog even een sanitaire stop, gordels aan, helm op, elkaar controleren en gรกรกn. Nou ja, rustig aan dan en genieten van elk stapje, want de route is maar zestig meter lang.
Vrijklimmend zou het niet de prettigste instap zijn, licht overhangend traverseren naar een couloir, maar met de solide metalen beugels voor zowel handen als voeten is het een fluitje van een cent. Karabiner om de kabel, andere karabiner ook om de kabel en klimmen maar. Als na vijf meter het eerste vaste punt zich aandient, klik ik beide karabiners om de beurt boven dat vaste punt. Dat is de manier om non-stop veilig gezekerd te blijven. Echt zwaar wordt het nergens, de beugels en pennen zijn zeer solide en zitten waar ze moeten zitten, en steeds weer is er wel een plekje waar je kunt uitrusten. Halverwege de route vernauwt het couloir zich tot een grot. We klimmen hier door een verticaal, ruim gat in de rotsen recht naar boven en voelen ons net schoorsteenvegers.
Zwitsers balkonensemble De schoorsteen mondt uit op een riant platform. Zo riant, dat het plaats biedt aan wat meubilair. Tegen de rotsen zijn twee stoeltjes
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
41
Foto links Op het laatste stukje naar het terras van Bonistock is een meterslange metalen ladder geplaatst. Foto rechtsboven Tegen de rotsen zijn twee stoeltjes van een skilift geschroefd. Foto rechtsonder Karabiner om de kabel, andere karabiner ook om de kabel en klimmen maar.
van een skilift geschroefd. De kabel van de klettersteig loopt er naartoe, dus je kunt hier volledig veilig zitten. Vanaf het balkon komt het stuk dat vrijklimmend het interessantst zou zijn geweest: loodrecht omhoog over horizontale sedimentbanden. De solide beugels maken ook dit traject tot een eitje. De bandjes worden afgesloten door vervelend brokkelig terrein: graspollen, veel los gesteente, zand… Ik zou hier niet graag als laatste klimmen, want ongewild trapt iedereen hier wel wat naar beneden. Goed oppassen dus. De routebouwer vond dit kennelijk ook, want het laatste stukje naar het terras van Bonistock heeft hij een meterslange metalen ladder geplaatst. Jammer, hiermee is de route al op. Dat is het veelgelezen commentaar als je meer leest over deze route: van de meeste klimmers mag hij langer zijn, veel langer. Helaas, de berg is niet hoger.
Trotti-plausch Niet alleen in de klimtuin komen kinderen prima aan hun trekken, ook het blauw-gele treintje van Tannalp terug naar het kabelbaanstation lijkt voor hen op maat gemaakt. Dik binnen de aangegeven tijd melden we ons weer bij de kabelbaanbaas. In overleg met hem stellen we onze trottinetteplannen bij. De mist is zó dicht, dat we afzien van de trotti-plausch van Melchsee-Frutt naar Stöckalp. Boven zien we geen hand voor ogen, beneden regent het stevig. Jammer van het geplande tochtje, maar we kunnen het weer niet beïnvloeden. In Stöckalp zijn we te gast in Sportcamp. Het Zwitserse leger had in deze vallei ooit een barakkenkamp over. In plaats van dat te slopen, heeft de gemeente het overgenomen en er een groeps-
42 | HOOGTELIJN |
ZWITSERLAND SPECIAL 2017
onderkomen van gemaakt. Er zijn allerlei sportvoorzieningen, tot en met twee volledige klimtuinen in de aanpalende rotsen. Sportcamp kan groepen van enkele tientallen tot zeshonderd gasten herbergen, met comfort en verzorging in alle gewenste vormen. Van theatergroepen en fanfarekorpsen tot schoolklassen en sportclubs. Ook wij, als groepje van twee, vinden er een prima onderkomen. De gastvrijheid gaat zelfs zo ver, dat we ’s avonds de indoor klimwand privé ter beschikking krijgen.
Vierseenwanderung De volgende dag lopen we de Vierseenwanderung, een route die alle vier de meren tussen Melchsee-Frutt en Engelberg aandoet; achtereenvolgens de Melchsee, de Tannensee, de Engstlensee en uiteindelijk de Trübsee. Volgens de bij de wandeling horende website staat er goed vier uur voor de veertien kilometer met wat hoogteverschil. Dat is mooi, want op deze wijze houdt het huidige mooie weer aan totdat we in Engelberg aankomen. We zien nu wat we gisteren hebben gemist: het Gental, een vallei met een hobbelige en moerassige bodem, omringd door prachtige bergen. Aan de overkant van de Melchsee zien we nu duidelijk het blauw-gele treintje rijden. We horen het ook: er moet een paar stevig uitgelaten kerels aan boord zijn. Net als gisteren lopen we het traject kabelbaan – Berggasthaus Tannalp ver binnen gidsjestijd. Kennelijk is hier een van die zeldzame fouten gemaakt, want Zwitserse gidsjestijden zal ik nooit halveren. Terwijl wij genieten van een welverdiende cappuccino, wordt ook duidelijk wie de uitgelaten kerels in het treintje waren. De plaatselijke brandweer is een dagje uit. Om negen uur ’s ochtends oefenen ze het blussen met vele glazen wijn.
Volledig ingesloten vallei Kaartstudie levert als meest logische vervolgweg een bovenroute richting Jochpass. Die biedt rustig 220 meter stijgen over een afstand van vier kilometer. Onze Vierseenwanderung belooft ons over een net wat langere afstand iets meer hoogtemeters. We moeten eerst 130 meter afdalen, om dan 350 meter te stijgen voordat we bij de Jochpass zijn. Niet onlogisch, want waar de kortste variant bovenlangs de Engstlensee gaat, tikt de Vierseenwanderung dat meer netjes aan en maakt het daarmee zijn naam waar. Als extra argument bij deze omweg komt de zon even volop door. Met zulk mooi weer nemen we dat stukje extra er graag bij. Het blijkt een prima keuze te zijn. Vanaf de koffie in Tannalp gaat het zacht glooiend naar beneden. Een stel mountainbikers dat ons inhaalt, vindt dit ook een prima traject maar ze moeten gauw in de remmen, omdat het lieflijk glooiende spoor door een rotsflank in een serieus bergpad verandert. Voor degenen die niet helemaal zeker van hun eigen kunnen zijn, hangt er op deze paar honderd meter een stevige kabel die dienst kan doen als leuning. Landschappelijk is het hier prachtig. Een volledig ingesloten vallei, beneden lieflijk groen met af en toe een groepje bomen, overal om ons heen trotse bergtoppen en dat alles gelardeerd met het gefluit van marmotten. Zo kort voor hun winterslaap hebben ze zichzelf moddervet gegeten. Ver onder ons staat in de verte, omringd door klassieke hutjes een even klassiek Zwitsers berghotel. In gedachten zie ik de kamers al voor me, blankhouten vloeren, een enorm ledikant met dik dekbed en een ligbad op krulpoten. Het heeft hier zelfs een naam: Engstlenalp.
Foto boven In het gras valt iets felgeels op: wegwijzers voor de splitsing van het boven- en onderpad naar Tannalp. Foto rechts Een raar gezicht, zo’n waslijn met fietsen en fietsers in de wolkenlucht.
Fietsenwaslijn Vanuit Engstlenalp stijgen we weer. Aan de overkant van het meer rijzen de enorme wanden van de WendenstĂścke op. Behalve de luid toeterende Postbus over het om-en-om eenrichtingsweggetje naar Engstlenalp, is hier geen verkeer. Vanaf het meertje gaat het spoor pittig maar gelijkmatig omhoog. Het is hier groen. Erg groen. Met paars, van de monnikskappen. Kennelijk is hier een microklimaat, want allerlei bloemen die we de afgelopen dagen hoofdzakelijk in uitgebloeide toestand zagen, sieren hier nog uitbundig de hellingen: monnikskap, petrusbaard, brede orchis en ga zo maar door. In het dalletje tussen Graustock en een zijmorene van een al lang verdwenen gletsjer valt in het gras allerlei fel geels op. Op wat rotsblokken zijn hier wegwijzers geschroefd: de splitsing van het boven- en onderpad naar Tannalp. Hier heet het dus Schaftal en we zijn op 2100 meter hoogte.
dit zijn de alpen zoals ze bedoeld zijn: met koeien, marmo en en n skiliftje uit de oude d s
Het lieflijk glooiende spoor verandert hier in een serieus bergpad.
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
43
erdmannpeisker / Robert Bรถsch
Tested by heart. Ons DNA: Absolute Alpine Ons laboratorium: de bergen. Bij het bekende drietal Eiger, Mรถnch en Jungfrau hebben we onze producten grondig onderzocht. Het resultaat: hartslagversnellers met Zwitserse kwaliteit. De bijwerkingen: verhoogde aanmaak van endorfine en adrenaline. Nu is het aan jou: ervaar de nieuwe Mammut-collectie! www.mammut.ch
Runbold Light IN Jacket
Alto Guide High GTX
Lithium Light
In de noordwanden tegenover ons liggen op deze hoogte al bijna de eerste sneeuwvelden. Wij hobbelen nog goed honderd meter door naar boven. Onder ons is het intussen een komen en gaan van mountainbikers. Vooral gaan dan, over het speciaal voor hen geprepareerde pad onder de kabelbaan. Komen doen ze vooral met dat kabelbaantje. Vanuit Engelberg kwamen ze met de kabelbaan tot aan de Jochpass, waar wij naartoe onderweg zijn. Vanaf daar rijden ze naar de Engstlensee, om zich dan weer met de stoeltjeslift-metaanhangende-fiets opnieuw naar boven te laten vervoeren. Een raar gezicht, zo’n waslijn met fietsen in de wolkenlucht.
Oude doos Waar het tot nu toe in drie aaneengesloten, vrijwel lege valleien bijna arcadisch toeven was, begint op de Jochpass ineens de harde realiteit van het grootschalige bergtoerisme. Voor ons ligt het laatste meer van de Vierseenwanderung, de Trübsee. De infrastructuur van kabelbanen, hotels en skipistes is hier duidelijk gebouwd op veel publiek. Via de nog rurale valleien Ober Trübsee en Untertrübsee kunnen we naar Engelberg. De kaart biedt een keurig gemarkeerd pad. Dat voert ons langs het nog dorpse skiliftje en wat slingerpaadjes via de achterdeur Engelberg in. Het blijkt een gouden keuze.
De bandjes worden afgesloten door brokkelig terrein met graspollen, los gesteente en zand.
Na een kort overgeciviliseerd hikje tussen Jochpass en Trübsee, zijn we ineens weer in de Alpen zoals deze ooit bedoeld waren. Kleinschalige boerderijen die worden klaargemaakt voor de winter, koeien, marmotten, een skiliftje uit de oude doos en een kroeg met warme chocolade. Ondertussen staat er bijna twintig kilometer en dik zes uur op onze teller en de voorspelde weersomslag nadert in rap tempo. Ergens hebben we te veel liftjes overgeslagen. We hebben nog twee uur en vijfhonderd hoogtemeters te gaan. Terwijl ik het café uit stap, zie ik ineens een reclamebord aan de muur. “Eh, Janneke, die laatste kilometers naar Engelberg hè? Weet je dat ze hier trottinettes verhuren?”
Wandelen langs vier meren Gebiedsinformatie
De Vierseenwanderung is een goed gemarkeerde bergwandeling van het bergstation van de kabelbaan Melchsee-Frutt naar Engelberg Trübsee. De markering zijn groene wandelbordjes ‘route 574’. De wandeling duurt volgens de Nederlandstalige website vijf uur, waarin je over 17,6 kilometer 600 meter moet stijgen. Volgens diezelfde website is de tocht conditioneel veeleisend en geldt hij als middelzwaar. Onderweg is er ruimschoots voldoende horeca aanwezig.
De hier beschreven wandeling is geen rondwandeling. Ergens moet je dus van Stöckalp naar Engelberg of andersom, of overnachten en terug wandelen. Met het perfecte openbaar vervoer van Zwitserland is dit, mits goed gepland, allemaal prima in een dag te doen. Maar je kunt de wandeling ook zelf ombouwen tot een eendaagse rondwandeling, zowel vanuit Engelberg als vanuit Melchsee-Frutt. Vanuit beide richtingen is Engstlenalp een logisch keerpunt.Kijk op myswitzerland.com via de verkorte URL goo.gl/Hu8USI
voor meer informatie over de wandeling in het Nederlands. Of, in het Duits: wanderland.ch/de/ routen/route-0574.html. Informatie over Luzern vind je op luzern.com.
Kaarten
De Vierseenwanderung ligt verdeeld over drie kaarten 1:25.000 van het Bundesamt für Landestopografie Swisstopo: 1210 Innertkirchen, 1211 Meiental en 1191 Engelberg. De hierboven genoemde websites linken ook naar een digitale kaart waarop je onbeperkt kunt inzoomen.
Klimmen / Klettersteigen
Van het klimgebied Bonistock staat een goede topo online, op bergsteigen.com. Je vindt de topo via de verkorte URL goo.gl/Kw2WzZ. De Fruttli-Klettersteig is door zijn perfecte uitrusting, korte lengte en veilige bereikbaarheid geschikt voor beginnende klettersteigers. Naast de Fruttli-Klettersteig zijn er nog een paar klettersteigs in de regio, waaronder een bij de Jochpass op de Graustock. Je vindt deze klettersteig op klettersteig.de, of via de verkorte URL goo.gl/jM4SMD.
Bereikbaarheid
Stöckalp is dik 800 kilometer rijden vanaf Utrecht. Met het openbaar vervoer kun je met de trein tot Sarnen en neem je vanaf daar de bus. Kijk op sbb.ch voor meer informatie.
Accommodatie
Sportcamp in Stöckalp: sportcamp.ch. Berggasthaus Tannalp: tannalp.ch.
Kabelbaan
Melchsee-Frutt: melchsee-frutt.ch Engelberg-Titlis: engelberg.ch
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
45
Steinbock-trek
St nbo en in het wilde westen “Achter ons ligt de Schrattenfluh”, vertelt een vriendelijke Zwitserse liftbaas. “En daar ligt Sörenberg en daar onder ons lopen zes steenbokken.” De praatgrage Zwitser bedient de gondel waarin we vlot naar boven zweven.
D
e route die we de komende twee dagen willen volgen, de Steinbock-trek, ligt midden in het UNESCO-gebied Biosphäre Entlebuch. De route volgt de grenskam tussen Centraal Zwitserland en het Berner Oberland en begint bij bergstation Rossweid. Dat ligt op 1463 meter hoogte en vanaf daar is het nog 700 meter stijgen naar de kam. De wandelbordjes waarmee Zwitserland is bezaaid, markeren de stijging rood-wit, maar de afdaling blauw-wit. Dat zegt iets over het karakter van dat stuk: heftig. Dat is ook het gedeelte waar de grootste kans is op een ontmoeting met steenbokken. Die waren hier ooit uitgestorven. Honderd jaar geleden zijn ze opnieuw uitgezet en met dank aan het nabijgelegen wildbeschermingsgebied Augstmatthorn zijn er tegenwoordig weer volop steenbokken in de regio. Bergstation Rothorn heeft een oogverblindend mooi uitzicht. Meteen uit het kabelbaanstation liggen met de Brienzersee als voorgrond, tientallen grote toppen als in een etalage voor ons uitgestald. Links Titlis en consorten, rechts voor ons, bij de buren in het Berner Oberland, de reuzen Wetterhorn, Schreckhorn en Finsteraarhorn en wat meer naar rechts de wachters boven Grindelwald: Eiger, Mönch en Jungfrau. Indachtig dit uitzicht, zijn we nu toch wel blij dat we al boven zijn voordat de voorspelde middagbewolking binnenkomt.
Drukte op een paar meter Even denk ik dat het onmiskenbare getjoektjoektjoek afkomstig is van een stoomboot op de Brienzersee. Maar dan zie ik onder
46 | HOOGTELIJN |
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | TEKST EN FOTO’S FRANK HUSSLAGE
me een stoomtreintje. En nog een. En nog een. Het ene na het andere stoomtreintje hijgt vanuit Brienz naar boven, waar ze elk tientallen dagjesmensen afleveren. De paar honderd meter pad rondom het kabelbaan- en treinstation en de horeca daar omheen is hier helemaal op afgestemd. Zoals altijd is dit soort drukte maar een paar honderd meter groot. De Steinbock-trek loopt hier parallel met het Grenzberg Napfbergland. Op deze grens van meerdere kantons stikt het van de langeafstandspaden. Paden van een week, twee weken, een maand: je hebt het voor het kiezen. Volgens goed Zwitsers gebruik zijn ze nauwgezet gemarkeerd en altijd prima bereikbaar met openbaar vervoer. Vanaf de kabelbaan staan we in een paar minuten op de top van de Rothorn. Een kleine vierhonderd meter onder ons zien we in een komdal de Eissee, met aan de oever de Eisseehut. Als we doorstappen zijn we daar in een uurtje, maar een middag in een hut hangen is zonde met dit prachtige weer. Want ondertussen zijn de ochtendwolken verdampt en straalt de zon volop. Daar profiteren we van. Pakkend wat we pakken kunnen zo lang het goed weer is, lopen we de afslag Eissee voorbij en gaan verder op de Steinbock-trek. Als een bleek lintje kronkelt het pad over en langs messcherpe kammen en kammetjes naar de top van de Arnihaagen, ook alweer goed 2200 meter hoog. Vanaf hier is het pad voor morgen vrijwel helemaal te overzien. Dat lijkt prima te doen, zelfs als het vochtige weerbericht mocht kloppen. We hebben nu alle tijd voor wat plaatjes onderweg. Bij de Eisseepass gekomen, concluderen we dat het uitzicht hier vanaf de kam veel
Foto Biosphäre Entlebuch
Foto linkerpagina Als we doorstappen, zijn we in een uurtje bij Berghaus Eissee. Foto rechts De steenbok, naamgever van deze tocht.
mooier is dan vanuit het komdal waarin de hut ligt. Waarom zouden we doorrennen? Even van het pad af is een mooi droog bloemenhellinkje. Warme stinkschoenen uit en plat. Die hut komt later wel.
De enige twee andere gasten in de hut ontbijten met de verrekijker op tafel. Gisteravond zagen we vanaf hier een kudde van zestien steenbokken en nog veel meer gemzen. De verrekijker wordt bijna even vaak als de happen brood naar het gezicht gebracht. Het blijft ook nu een komen en gaan van wild. Steeds weer telt de Zwitser hardop hoeveel dieren hij ziet: “Eins, zwei…” Zo leren Zwitsers dus tellen. Dan stapt een oudere man binnen. Het is nog geen acht uur ’s ochtends, maar hij slaat eerst een schnaps achterover. En er gaan twee halve literflessen bier in zijn zakken. “Eins, zwei…” De waardin legt uit dat dit de vaste donderdagvisser is aan haar meer. Zo doet hij dit elke week, zo lang er geen ijs op het meer ligt.
Ook wij gaan zo vroeg mogelijk op pad, om te profiteren van de nu nog minimale neerslag. De grauwe wolkenluchten leveren prachtige beelden op. Hoe dreigend kan een berglandschap zijn? Of noem je dat met een goed germanisme wildromantisch? Tot op de top van de Arnihaagen lopen we door bekend terrein. Ver onder ons, in alweer een onbewoond komdal, loopt een kudde gemzen. Een enorme bok houdt duidelijk de boel in de gaten. De jonkies van afgelopen zomer drinken nog bij de geiten. “Eins, Zwei…” We komen tot voorbij de dertig.
Zwart- en roodbonte dames De Steinbock-trek volgt zoals gezegd de grenskam tussen Centraal Zwitserland en het Berner Oberland. Omdat het een tweedaagse
Foto Biosphäre Entlebuch
Steenbokken en gemzen
De Steinbock-trek is steeds een goed bewegwijzerd en begaanbaar pad, waar iedere wandelaar zonder hoogtevrees goed uit de voeten kan.
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
47
TOP VERZEKERD VOOR AL JE VAKANTIES IN DE BERGEN OF OP HET STRAND
Avontuurlijke bergsporters gaan met de NKBV top verzekerd op pad. Ga je op rondreis, strand- of stedenvakantie? Ook dat dekt de NKBV-reisverzekering. Voor slechts €30,75 ben je het hele jaar overal ter wereld verzekerd van opsporing, redding en repatriëring. Reisbagage, geneeskundige kosten, wettelijke aansprakelijkheid en ook rechtsbijstand zijn gedekt.* * Voor afsluiten en de polisvoorwaarden kijk op nkbv.nl/verzekering.
S SLECHT €30,75 R PER JAA
KONINKLIJKE NEDERLANDSE KLIM- EN BERGSPORT VERENIGING I WWW.NKBV.NL
rondwandeling is, lopen we datzelfde stuk dus ook weer terug. Maar dan op de tegenoverliggende dalwand. We krijgen steeds meer zicht op de prachtige kam waar we overheen liepen. De diverse toppen zijn goed herkenbaar, inclusief de vaak indrukwekkende rotshellingen onder ons pad. De Eisseehut zelf ligt net achter een hobbel, maar het pad ernaartoe is duidelijk. De Höch Gumme is ook vanaf hier een indrukwekkende top. Maar ook waar we nu lopen, is het fraai. We lopen van de ene klassieke
Foto links De bronzen bel van deze koe klinkt anders dan de plaatstalen klokken die de meeste zwart- en roodbonte dames dragen. Foto onder Op de Schongütsch drinken we onze thee in alle rust.
tweedaagse Steinbock-trek Route
De Steinbock-trek is een tweedaagse wandeling in het natuurpark UNESCO Biosphäre Entlebuch. De tocht is geschikt voor iedereen met een goede conditie, die geen last heeft van hoogtevrees en beschikt over een normale bergwandeluitrusting. De Sörenberg Bergbahnen bieden voor 80 Zwitserse frank per persoon een tweedaags arrangement aan, waarbij is inbegrepen een tocht vanuit Sörenberg naar bergstation Rossweid, een overnachting met halfpension in Berggasthaus Rothorn Kulm en het gebruik van een verrekijker. Het Berggasthaus Eissee dat in deze reportage wordt genoemd, is vanwege nieuwbouw van de lift komende zomer gesloten.
kaasboerderij naar de andere, de stallen geuren naar vers opgeslagen hooi, melkbussen staan buiten te drogen, een kapel waakt vanaf een grasbultje over de vallei. De levende geweien van steenbokken en gemzen zijn hier vervangen door af en toe een dode jachttrofee aan de muur. Nu, aan het einde van de zomer, zijn de koeien weer beneden en galmt door heel de vallei een koeienbelgeklingel van jewelste. Ineens valt één bel op. Wat een mooie galm heeft die. Het is even zoeken, maar dan hebben we hem. Het is inderdaad een andere bel dan de plaatstalen klokken die de meeste zwart- en roodbonte dames dragen. Dit is een bronzen exemplaar, het werd in 1997 gewijd in de Jänzimatt-Kapelle hier net boven ons. Uiteindelijk worden voor de laatste twintig minuten almen, koeien en kalveren vervangen door asfalt, bussen en auto’s en zit onze tocht er op. Hier vertrokken we met ons lichte dagrugzakje en lieten we onze grote bepakking beneden achter. De Zwitserse liftbaas herkent ons. Met een grote glimlach en vette knipoog geeft hij ons onze spullen weer terug.
Bereikbaarheid
Sörenberg ligt met de auto iets meer dan 800 kilometer vanaf Utrecht. Met openbaar vervoer is het met de trein via Luzern naar Schüpfheim en vanaf daar met de bus naar Sörenberg.
Kaarten & Informatie
De Steinbock-trek ligt verdeeld over twee kaarten 1:25.000 van het Bundesamt für Landestopografie Swisstopo. Dat zijn de kaarten 1209 Brienz en 1189 Sörenberg. Op soerenberg.ch vind je een link naar map.wanderland.ch, waar je de complete kaart van de trek goed kunt bekijken. Alle detailinformatie over de Steinbock-trek vind je op steinbock-trek.ch en over Entlebuch op biosphaere.ch. Treintoeristen onder de top van de Brienzer Rothorn.
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
49
Waterrijke wandelingen in Graubünden
Naar
de bronnen van de
Foto M. Nutt / Sedrun Disentis Tourismus
Lang voordat de Rijn in een rustige baan haar weg zoekt naar de verre Noordzee, borrelt en bruist het bovenin de bergen van Graubünden, het kanton in het zuidoosten van Zwitserland. Talloze bergbeekjes en riviertjes komen hier samen in de Vorderrhein en in de Hinterrhein, die samen bij Reichenau-Tamins uiteindelijk de Rijn vormen. Hier roept het water op veel plekken om een wandeling.
50 | HOOGTELIJN |
Rijn
Surselva, het dal van de Vorderrhein, in de ondergaande zon.
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | TEKST EN FOTO’S MARUSJA AANGEENBRUG
V
anaf de Oberalppas zijn er twee routes naar Lai da Tuma, de bron van de Rijn. Dat legt een bordje op de parkeerplaats van de pas uit. Ik kies de wandeling die ongeveer twee uur duurt. Natuurlijk is het bergmeertje Lai da Tuma (Retoromaans voor Tomasee) maar een van de plekken waar de Rijn ontspringt. Maar volgens berekeningen ligt hij het verst weg van de eindbestemming: 1230 kilometer tot de monding bij Hoek van Holland. Om daaraan te herinneren, staat op de parkeerplaats een knalrode vuurtoren – een replica van de vuurtoren die jarenlang bij Hoek van Holland dienst heeft gedaan. Vanaf hier gaat het pad eerst een stuk naar beneden, langs de weg. Links bedwingen motorrijders, automobilisten en fietsers de pas, rechts klatert een beekje. Pas als ik dit beekje oversteek, buigt het pad af van de weg en maak ik me los van de pasrijders. Verder het zijdal in klinkt voortdurend geruis: beneden meandert het water kriskras door de bergweide. De zon laat het water glinsteren als zilver.
Lunchen bij de bron De eerste helft van de wandeling is eenvoudig te doen, het pad stijgt alleen af en toe licht. Pas halverwege vergt de route wat meer klimmen. Het uitzicht onderweg is grandioos: mooie rotsformaties, groene hellingen met hier en daar struikjes en steeds weer een bergbeekje. Ook achteromkijken is de moeite waard: ik kijk het prachtige Surselva in, het dal waar de Vorderrhein doorheen stroomt.
Het Lai da Tuma ontdek ik pas op het allerlaatste moment, na een korte laatste klim. Stil ligt het meertje in een kom van bergen, een zilvergroene spiegel van de steile hellingen eromheen. Een plaquette bewijst dat de bestemming is bereikt: “Rheinquelle 1320 km bis zur Mündung”. Hier begint de Rijn kalm aan haar lange tocht, langs oevers waar in totaal ongeveer 50 miljoen mensen wonen. Echter is dat niet 1320, maar 1230 kilometer. Een typefoutje van degene die ooit de plaquette maakte. Aan de andere kant van het meertje klinken ineens kinderstemmen. Een schoolklas is via de andere route gearriveerd. De kinderen laten hun rugzakken vallen en ploffen neer tussen de rotsblokken.
Het zilvergroene meertje ligt in een kom van bergen Zodra ze hun lunch achter de kiezen hebben, komen ze in actie: sommige kinderen gooien steentjes in het water, anderen bouwen dammetjes en een paar durfals springen in hun ondergoed in het frisse water. Ik houd het bij een korte pauze in het gras naast het meertje. Daarna gaat het richting de Maighelshut, een berghut die ik inmiddels al verschillende keren vanuit de verte heb gezien. Tijdens de korte wandeling van ongeveer 50 minuten, zie ik minstens vijf kristalheldere meertjes liggen.
Foto links Pas op het allerlaatste moment is het Lai da Tuma zichtbaar. Foto rechts De nauwe Viamalaschlucht.
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
51
Bij de hut komen verschillende wandel- en bikeroutes bij elkaar. Mountainbikes liggen in het gras, het terras zit vol. Op de kaart staan eenvoudige, maar voedzame maaltijden. Op het houten bankje in de zon smaken soep en brood extra goed.
Oogverblindende canyon Een heel andere aanblik dan hoog in de bergen geeft de Vorderrhein als hij door de Rheinschlucht stroomt. Deze kloof (in het Retoromaans: Ruinaulta) wordt ook wel de Swiss Grand Canyon genoemd. Waar nu de vakantieplaats Flims ligt op een zonnig
Mountainbikes liggen in het gras, het terras zit vol plateau boven de Rheinschlucht, stortte bijna 10.000 jaar geleden ongeveer 10 km3 rots naar beneden. Een van de grootste bekende bergverschuivingen uit de geschiedenis. Talloze rotsblokken stortten meer dan een kilometer in de diepte en vulden het rivierdal op. De Vorderrhein kon niet meer verder stromen en zo ontstond er bij Ilanz een groot meer. De rivier zocht daarna heel langzaam een nieuwe weg over de neergestorte rotsblokken. Geleidelijk ontstond er zo een rivierbedding en na meer dan duizend jaar was het Ilanzer meer helemaal leeggevloeid. De rivier vrat zich steeds verder
52 | HOOGTELIJN |
ZWITSERLAND SPECIAL 2017
naar beneden en vormde zo de Rheinschlucht. Die is nu tot 400 meter diep en 13 kilometer lang. Er loopt geen doorgaande weg door de kloof. De makkelijkste manier om te genieten van de Rheinschlucht, is via het spoor. Wie de trein pakt tussen Disentis en Reichenau-Tamins, rijdt
grotendeels naast het water, tussen indrukwekkende rotsformaties door en langs schaduwrijke bossen. Op zonnige dagen kunnen de rotsen bijna oogverblindend wit zijn. Ze zien eruit als stevige rotswanden, maar ze zijn poreus en bestaan voornamelijk uit losse stukken kalksteen met daartussen fijn wit poeder. De wanden zijn dus niet geschikt om te klimmen. Wandelen en biken in dit duizenden jaar oude gebied kan wel. Er zijn gemarkeerde routes aan weerszijden van de kloof. Goede startpunten voor een ontdekkingstocht door de Rheinschlucht zijn de treinstations Versam-Safien en Valendas-Sagogn. Op verschillende plekken bieden uitkijkplatforms een adembenemend uitzicht over de
Foto links De Maighelshut is niet alleen voor wandelaars bereikbaar, maar ook voor mountainbikers. Foto rechts Eenvoudige maar stevige kost op het terras van de Maighelshut.
kloof. Hiervandaan laat de kloof zich zien als een diepe scheur in het witte gesteente, terwijl het Rijnwater ver beneden als een lichtblauw, bijna mintgroen lint zijn weg zoekt. Beneden, aan de oevers van de rivier, kun je picknicken en pootjebaden. Maar het is ook mogelijk om te raften en kajakken vanaf treinstation Versam-Safien. (Zie ook het kader op pagina 55.)
Foto links Het uitzicht op de Rheinschlucht. Foto midden Na het Lai da Tuma is het nog een klein stukje naar de Maighelshut. Foto rechts Doorkijkje naar de waterval in de Rofflaschlucht.
Met blote handen De Rheinschlucht is niet de enige canyon van de Rijn. Ook op het traject van de Hinterrhein, die ontspringt op het Rheinquellhorn bij de San Bernardinopas, bevinden zich twee indrukwekkende kloven. De Rofflaschlucht bij Andeer is vooral indrukwekkend vanwege de geschiedenis. De kloof en het hotel dat erbij hoort, zijn al meer dan een eeuw familiebezit en worden tegenwoordig beheerd door Doris en Fluregn Melchior. “Mijn oud-oudoom heeft het pad naar de waterval begin vorige eeuw met blote handen uitgehakt”, vertelt Fluregn in zijn restaurant dat tevens de ingang is tot de kloof. “Daar heeft hij zeven jaar over gedaan.” De weg langs de Hinterrhein was vroeger een van de belangrijkste doorgangsroutes door de Alpen. Toen in 1882 een treinverbinding via de Gotthard tot stand kwam, nam het transitverkeer drastisch af. Dit betekende voor de hoteleigenaren een flinke daling van de inkomsten. De Melchiors besloten hun geluk in Amerika te zoeken. Tijdens een uitstapje naar de Niagarawatervallen ontdekte Christian Melchior tot zijn verbazing dat er met natuurschoon veel geld
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
53
Vanaf het Lai da Tuma richting de Maighelshut.
werd verdiend. Hij besloot terug te keren en een toeristische attractie te maken van de waterval in zijn ‘achtertuin’. De wandeling naar de waterval begint in het restaurant. Na een kleine tentoonstelling over de geschiedenis loop je door de achterdeur naar buiten, het pad naar de Rofflaschlucht op. Hier is Christian Melchior tussen 1907 en 1914 met een handboor aan de slag geweest. “Hij moest alles zelf doen”, vertelt Fluregn. “Een bedrijf inhuren, dat konden ze niet betalen.” Na het eerste jaar was er een kort paadje blootgelegd. “De entreeprijs bedroeg 50 rappen, best veel geld voor die tijd. Bovendien waren toeristische
2000 jaar geleden maakten de Romeinen hier een smal pad uitstapjes niet echt gebruikelijk. Maar bezoekers drongen erop aan dat hij het pad langer zou maken. Dus ging hij door.” Het pad loopt onder half overstekende rotsen en door tunneltjes. Tussen de rotsen in allerlei schakeringen grijs en bruin stroomt beneden een stralend groen riviertje. Het water is helder, regelmatig zie ik beneden een vis voorbij schieten. Op de rotsen hebben bomen op miraculeuze wijze wortel weten te schieten. Dankzij zijn eindeloze uithoudingsvermogen en achtduizend explosies kwam Christian Melchior uit bij de waterval. Nu
54 | HOOGTELIJN |
ZWITSERLAND SPECIAL 2017
trekken de Rofflaschlucht en het bijbehorende hotel-restaurant jaarlijks zo veel bezoekers dat de familie er nog altijd van kan leven.
Opgeslokt door rotsen Wie vanuit Andeer richting Thusis gaat, komt vanzelf door de Viamalaschlucht. Al in vroeger tijden was deze kloof legendarisch: de Romeinen maakten hier al bijna tweeduizend jaar geleden een smal pad, zodat hun doorgang veilig was gesteld. Maar veilig was de weg allerminst. Eeuwenlang trokken handelslui door de kloof: met lastdieren en honderden kilo’s goederen over een smal rotspaadje. Die route heeft veel slachtoffers geëist – en verschillende legendes opgeleverd. Eind 15e eeuw bouwde men een nieuwe weg om de kloof beter toegankelijk te maken. Tegenwoordig rijd je in minder dan 10 minuten over de snelweg via tunnels door de kloof. Snel, maar jammer, want je ziet niets van het mysterieuze groen van de Hinterrhein beneden en de dreigende rotswanden die soms bijna tegen elkaar aan lijken te staan. Ik kies daarom na Zillis niet voor de snelweg, maar voor de provinciale weg langs restaurant en camping Rania. Rechts naast de brug na dat restaurant begint een wandelpad door het begin van de kloof. De bedding van de rivier is hier nog breed. Het water stroomt bedaard tussen de stenen door, het sprookjesachtige bos ligt vol bemoste keien. Af en toe loop ik over een brug of onder een brug door. Er zijn meerdere wegen die door de Viamala leiden.
Uiteindelijk klimt het pad weer omhoog en kan ik de verharde weg oversteken om de wandelroute te vervolgen, maar ik ga verder over het asfalt, richting het bezoekerscentrum.
De wandelroute naar Lai da Tuma biedt mooi zicht op de slingerende pasweg.
Maar liefst 359 traptreden voeren vanaf het bezoekerscentrum naar de bodem van de kloof. Halverwege de trap zie ik aan de overkant van het pad sporen van de oude Romeinse weg: niet meer dan een richel langs de rotswand. Helemaal beneden stroomt de Hinterrhein. Nog net zo groen, maar nu in een smalle loop geperst. Soms is de rivier amper zichtbaar, opgeslokt door de grillige rotsen. Ver beneden zijn de steile wanden van de kloof glad uitgesleten, alsof een pottenbakker ze liefdevol in vorm heeft gebracht. Meer naar boven zijn de rotsen net eindeloze opstapelingen van dunne platen met scherpe randjes. Onderin klinkt voortdurend gelijkmatig geruis van de rivier. Bij hoogwater zal een bezoek aan de kloof nog indrukwekkender zijn. Dan wervelt en bruist het op de bodem van de kloof. Het water staat nu niet hoog en is heel rustig. Alsof het nieuwe energie verzamelt voor de lange weg. Nog bijna 1100 kilometer tot de Noordzee.
Wandelen langs het water Accommodatie & Informatie
• Kijk voor accommodatie en toeristische informatie rond de Oberalppas op disentis-sedrun.ch. Gasten die minimaal een nacht in de regio verblijven, ontvangen een gastenkaart. Hiermee kunnen ze gratis gebruikmaken van de trein tussen Disentis en de Oberalppas, kabelbanen, het zwembad in Sedrun, sporten in het sportcentrum in Disentis en de plaatselijke bus. • De Maighelshut is bemand van 20 juni tot en met 20 oktober. Kijk op maighelshuette.ch voor meer informatie. • Op rheinschlucht.ch vind je informatie over het gebied en een interactieve kaart met onder meer wandel- en bikeroutes. • Op rofflaschlucht.ch vind je informatie over de Rofflaschlucht, de beheerders en het hotel. • Op graubuenden.ch/wandern vind je allerlei wandelinformatie in de regio. • Ga voor informatie en accommodatie in het hele stroomgebied van de Hinterrhein naar viamala.ch. Via deze site zijn ook wandelroutes en rondleidingen door de Viamalaschlucht te boeken. Een bijzondere belevenis is Viamala Notte: bij het schijnsel van lantaarns luister je naar spannende verhalen uit de duizenden jaar oude geschiedenis.
Wandelkaarten
• Voor het gebied rond de Oberalppas en de Rheinschlucht kun je gebruikmaken van de topografische wandelkaart nr. 20 Surselva,
Kümmerley & Frey, ISBN 9783259008171. • Voor kortere wandelroutes, zoals in de Viamalaschlucht, heeft de plaatselijke toeristeninformatie voldoende materiaal beschikbaar. • Of kijk op maps.graubuenden.ch.
Apps
• Met de app ‘Graubünden wandelen’ heb je onderweg een digitale kaart bij je en kun je handige informatie opzoeken, zoals over het openbaar vervoer, de dichtstbijzijnde plekken om te slapen, eten en drinken, en apotheken en ziekenhuizen. • De app ‘Laax Inside’ geeft informatie over diverse sportieve activiteiten in de regio rond de
Rheinschlucht en activiteiten in en rond Flims en Laax. Ook kun je via de app tickets kopen, bijvoorbeeld voor kabelbanen.
Tips voor andere activiteiten
• Goud zoeken in de Vorderrhein: disentis-sedrun.ch/goldwaschen. • Het prachtige Benedictijner klooster uit 1400 in Disentis: kloster-disentis.ch. Bezoek hier ook de winkel, waar eigengemaakte producten worden verkocht. • Kanoën in de Rheinschlucht, met cursussen voor beginners en gevorderden: kanuschule.ch. • Wandeling door het brongebied van de Hinterrhein, vanuit het gelijknamige dorpje Hinterrhein. Afstand Rheinquellweg: 4,5 km.
• De 12de-eeuwse St. Martinskirche in Zillis heeft een uniek houten plafond, beschilderd met bijbelse taferelen. In deze kerk kwamen eeuwenlang mensen bidden voor een veilige doorreis door de Alpen. Meer informatie vind je op zillis-st-martin.ch. • Canyoning door de Viamalaschlucht is sinds kort te boeken via swissraft.ch. • Kijk voor rotstekeningen bij Carschenna, vlakbij de Viamalaschlucht op hohenraetien.ch/ felszeichnungen-von-carschenna.
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
55
Salade met Bündnerfleisch als voorgerecht in hotel Capricorns in natuurpark Beverin.
Lokale specialiteiten
Culinair
Het bereiden van Capuns is een precies en arbeidsintensief werkje.
luilekkerland
in hartje Alpen T
wee toeristen strijken neer op de houten stoelen in Gasthaus Alte Post in Zillis in het Schamserdal. Met gefronste wenkbrauwen bestuderen ze de kaart. “Capuns, wat is dát?” Andreetta Schwarz, eigenaar van het restaurant, legt het uit: “Mangoldwickeln, pakketjes met snijbiet. En daarin zit onder andere Spätzlideeg en gerookt vlees.” Toch maar soep, besluit het stel. Om even later teleurgesteld uit te roepen: “Oh, is Capuns een regionale specialiteit? Dat wisten we niet.”
Invloeden Kaasfondue, raclette en rösti. Daar denken Nederlanders vaak als eerste aan bij de Zwitserse keuken. Maar er is zo veel meer
Culinaire wandeling Het smaragdgroene Caumameer is een van de verrassingen op de culinaire wandeling Wald & Wasser. Bij een culinaire wandeling eet je op verschillende plekken een gerecht. Daarna wandel je naar het volgende restaurant. Want waarom zou je drie gangen eten aan dezelfde tafel? Op deze manier geniet je van lekker eten en van de natuur, en kom je hongerig weer aan bij de volgende plek. Rond Flims zijn twee verschillende routes uitgezet. De ene gaat de bergen in, langs vijf restaurants. Mijn wandeling telt drie gerechten en begint in Flims Waldhaus.
56 | HOOGTELIJN |
De wandeling voert dwars door de bossen waar soms enorme bemoste rotsblokken liggen, langs het schilderachtige Caumameer en langs de rand van de Rheinschlucht. Onderweg zijn drie stops. Het meest spectaculair is het hoofdgerecht in het populaire en mooi gelegen restaurant Conn: ravioli gevuld met peren of met aardappels. Peer en ravioli, verrassend – en het blijkt verrukkelijk te smaken. Je kunt de wandeling boeken via flims.com (onder ‘Wandern’). Wil je een andere culinaire wandeling maken? Kijk dan op graubuenden.ch/kulinarik.
In Graubünden met haar vele smakelijke specialiteiten ben je niet snel uitgegeten. Marusja Aangeenbrug (eenhapjealpen.nl) vertelt over prijswinnende Capuns, een oerrecept voor Bündnerfleisch en ’s werelds kleinste notentaartje.
heerlijks te ontdekken. De Zwitserse keuken is rijk en gevarieerd en opvallend veel van dat lekkers komt uit Graubünden. Dat is vooral te danken aan de ligging van de provincie. Het landschap varieert van hoogalpiene gebieden tot zonrijke dalen waar wijndruiven worden verbouwd. Graubünden, van oudsher een boerensamenleving, is als zelfstandige republiek eeuwenlang op zichzelf geweest. Tegelijkertijd kwamen er dankzij handel allerlei invloeden uit de buurlanden Italië, Oostenrijk en Liechtenstein de bergpassen over. Het is bovendien het enige kanton in Zwitserland waar drie talen worden gesproken: (Zwitser-)Duits, Retoromaans en Italiaans. En elk taalgebied kent zijn eigen keuken.
Schoonmoeders Capuns is een van de bekendste specialiteiten van Graubünden. Zonde dat de bezoekers van Alte Post dat niet wisten, want Andreetta Schwarz heeft al een paar prijzen gewonnen met haar recept. Niet dat zij de enige ware Capuns maakt, want die bestaat niet. “Capuns is van oudsher een armeluisgerecht. Eieren, melk en meel voor het deeg hadden mensen altijd wel in huis. Door dat deeg gingen restjes van de vorige dag, bijvoorbeeld gerookt vlees. Zo toverden ze weer een voedzame maaltijd op tafel. Daardoor zijn er net zo veel recepten als er schoonmoeders zijn.” Zelf maakt ze het gerecht al veertig jaar. “Ik denk dat 80 procent van onze gasten speciaal hiervoor komt.” Ook verkoopt ze kanten-klare Capuns om thuis te bereiden. En onlangs kreeg ze de Britse tv-kok Jamie Oliver over de vloer. “Hij wilde Capuns leren maken.” Trots laat ze een foto zien. “Kom, ik laat ze je ze proeven”, zegt de gastvrouw. In de keuken legt ze een paar Capuns op een bord in bouillon en strooit er nog wat kleingesneden spek overheen.
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | TEKST EN FOTO’S MARUSJA AANGEENBRUG (EENHAPJEALPEN.NL)
Haute cuisine in steenbokkenland Als je er niet van hebt gehoord, beland je niet zomaar in Capricorns in Wergenstein. Dit lieflijke bergdorpje ligt stilletjes op een groene berghelling in natuurpark Beverin, een stuk boven Zillis. In het restaurant trekt de kok alles uit de kast. “Wil je hier een goedlopend restaurant runnen, dan moet je een goede keuken hebben”, zegt bedrijfsleider Barbara Gätzi. “Niemand maakt een omweg voor friet en schnitzel.” De kok laat zich inspireren door regionale producten en specialiteiten. “We werken alleen met verse producten. En Bündner specialiteiten interpreteren we op een nieuwe manier.” Een aanrader is het Naturpark-menü. Alle ingrediënten hiervoor komen van producenten in het gebied van het natuurpark. Als Barbara de eerste gang neerzet – een verse salade met Bündnerfleisch, een koket eitje en kleurige bloemetjes – legt ze uit waar alles vandaan komt. Capricorns is meer dan een plek om te eten en te slapen. In het pand, voorheen een vakantiehuis voor arbeiders in de horloge-industrie, zitten ook een aantal
Adrian Hirt maakt naam in Zwitserland met het recept van zijn overgrootvader.
“Nu moet het nog 20 minuten in de oven.” De Capuns blijken inderdaad een goed visitekaartje voor het restaurant. Ze smaken stevig en verfijnd tegelijk, de smaak van het spek is in de bouillon getrokken. Een echtpaar wandelt het restaurant binnen. Ze komen uit Liechtenstein, vertellen ze. Of ze een paar porties Capuns kunnen meenemen, en hoe die dan klaargemaakt moeten worden. “U krijgt er een handleiding bij”, stelt Andreetta hen gerust. “Eigenlijk kan er niets misgaan.”
Vlees van dieren met een goed leven Een ander product waar Graubünden naam mee maakte, is Bündnerfleisch. In Tschiertschen, vlakbij provinciehoofdstad Chur, timmert Adrian Hirt aan de weg met het recept van zijn overgrootvader. In de kelder van het houten huis van zijn grootvader vertelt hij hoe hij als jongetje al leerde hoe je vlees moest drogen. “Mijn overgrootvader was boer. Als men op het land ging werken, ging er altijd een stuk gedroogd vlees mee, want dat bestaat voor 50 procent uit proteïne.” Na zijn studie levensmiddelentechnologie werkte hij in de vleesindustrie. Hij raakte ervan overtuigd dat hij het anders wilde doen. “Ik wil vlees verkopen zonder E-stoffen en zonder pekelzout.” Twee jaar geleden begon hij heel klein, inmiddels verkoopt hij zijn vlees aan topkoks.
organisaties. Bezoekers kunnen bovendien op stap met een gids om kristallen te zoeken of wild te kijken. Maar de belangrijkste belofte blijft de keuken. De rijke smaak van de gerechten en de lokale wijn – alles wat op tafel komt, klopt. En niet te vergeten het uitzicht. Ik rijd hier de volgende keer weer voor om! Meer informatie vind je op capricorns.ch.
De enige ingrediënten die hij toevoegt aan het vlees, zijn rode wijn, natuurzout en kruiden. Maar hij kijkt verder dan de bereiding. “Ik gebruik alleen vlees van gezonde dieren. Alle koeien hebben een lang leven gehad en elk stuk vlees is maar van één beest afkomstig. Proef maar. Je zult merken dat elk dier verschilt.” Op een grote houten ton die fungeert als tafel, snijdt Adrian flinterdunne plakjes van een stuk Bündnerfleisch en een paar Salsizen (droge worsten). En inderdaad, koe Cora smaakt echt anders dan koe Ladina. “Van elke koe kun je op de website het levensverhaal lezen. Ik wil zo transparant mogelijk zijn. Het enige dat geheim is, is het recept van mijn grootvader.” Marusja Aangeenbrug schrijft een blog over de Zwitserse keuken, eenhapjealpen.nl. Lees daar de volledige interviews of abonneer je op de nieuwsbrief.
Foto links Capuns in hotel Alte Post in Zillis. Foto rechts Ravioli gevuld met peer in restaurant Conn in Flims.
De wereld over met een mini-taart Een taartje van maar 4 centimeter doorsnee, maar dan wel met de verleidelijke smaak en bite van de Bündner Nusstorte. Bakker Reto Schmid stak een van de bekendste specialiteiten van Graubünden in een nieuw jasje. Hij ontwikkelde het kleinste walnotentaartje ter wereld. “Het waarschijnlijk kleinste notentaartje”, verbetert hij lachend. Van een traditionele Bündner Nusstorte kun je meestal maar een stukje op. “Niet iedereen wil dagen achter elkaar taart eten. Zo’n klein taartje kun je presenteren bij de koffie of meenemen voor een wandeling.” Er ging veel tijd overheen voordat het product uiteindelijk in de winkel stond.
“Ik moest er goed over nadenken. Het deeg voor zo’n klein taartje kan bijvoorbeeld niet te dun zijn, want je werkt met hete karamel en die loopt eruit tijdens het bakken. En hoe verpak je al die taartjes?” Na veel probeersels en creatieve invallen maakt het taartje nu niet alleen in Zwitserland, maar ook in het buitenland furore, zelfs in Azië en de Verenigde Staten. En niet alleen het walnotentaartje. Want toen het mini-taartje eenmaal op de markt was, bedacht Reto weer iets nieuws: andere vullingen. Dus ging hij aan de slag met dadels, amandelen, vijgen en Linzertortevulling. En waarschijnlijk heeft hij zijn laatste taartje nog niet gebakken. Kijk op laconditoria.ch.
ZWITSERLAND SPECIAL 2017 | HOOGTELIJN |
57
Service: Zwitserland digitaal
Met één klik terug naar de natuur Wild observeren boven de boomgrens, zwemmen in kristalheldere bergmeren of ontspannen in een wellnesshotel midden in de natuur. In Zwitserland is er ’s zomers altijd iets nieuws te beleven. Hier kunt u ontdekken wat: MySwitzerland.com/zomer
Nieuws uit de natuur
De natuur op je tablet
Nog meer natuur ervaren? Het allerlaatste nieuws voor een onvergetelijke zomer in de Zwitserse natuur vindt u in onze nieuwsbrief. Nu aanmelden: MySwitzerland.com/newsletter
In het nieuwe eMagazine ontdekt u de Zwitserse zomer met interactieve verhalen. Vanaf eind april 2017 in de Swiss Mag-app.
Tweeten en posten #INLOVEWITHSWITZERLAND Bekijk de leukste foto’s, video’s en verhalen van Zwitserse gasten op social media en deel uw avonturen als lid van onze community: facebook.com/MySwitzerlandNL instagram.com/MySwitzerland twitter.com/MySwitzerland Inlovewithswitzerland.com
Mobiele apps Met onze gratis mobiele apps hebt u waardevolle informatie en services altijd bij de hand. MySwitzerland.com/mobile
Installeren en e-brochures downloaden MySwitzerland.com/ ipad
Best Swiss Hotels
Swiss Hike
Family Trips
WAAR WORD JIJ WAKKER DEZE ZOMER? KIES JOUW HUTTENTOCHT OP BERGSPORTREIZEN.NL
HUTTENTOCHTEN ZWITSERLAND • Jungfrau trek • Naar de bronnen van de Rijn
VANA F € 73 0,- P .P.
KONINKLIJKE NEDERLANDSE KLIM- EN BERGSPORT VERENIGING | WWW.NKBV.NL