WWW.SPAIN.INFO/NL | SPANJE SPECIAL | SEPTEMBER 2016
SPECIALE UITGAVE VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE KLIM- EN BERGSPORT VERENIGING
spanje DE H GTE IN
840 KILOMETER
Wandeltocht dwars door de Pyreneeën
ROCK & RO
Biken op gras, modder en stenen in Aragón
100 TO EN
Klimmen in de Catalaanse wolken
2 | HOOGTELIJN | SPANJE SPECIAL 2016 | TEKST
FEMKE WELVAART | FOTO FRANK HUSSLAGE
viva las montañas Voor deze Spanje Special van Hoogtelijn, het bergsportmagazine van de Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging, gingen we op zoek naar bijzondere gebieden en routes in de Spaanse bergen. Zo belandde redacteur Frank Husslage in het dorre landschap van de Bardenas Reales, een gebied dat de noordelijkste woestijn van Europa wordt genoemd. Een bizar landschap waar kurkdroge vlaktes, loodrechte wanden en velden vol klaprozen elkaar afwisselen. Een ander uiterste beleefde Marla Beringer, die in haar eentje 840 kilometer dwars door de Pyreneeën liep. Een bijzondere ervaring waarbij het geluid van de wind, het druppelen van water en het beklemmende gevoel bij naderend onweer extra intens binnenkwamen. Uiteraard gingen we ook klimmen, in Montserrat en Madrid, we wandelden in de Picos de Europa en we trokken op onze mountainbike en toerski’s door Aragón. Kortom, genoeg inspiratie voor een volgende vakantie!
4 GR11: 840 kilometer dwars door de Pyreneeën 10 Klimmen in de wolken van Montserrat 14 Bardenas Reales: land van Lucky Luke 20 Interview met de Baskische expeditieklimster Edurne Pasaban 26 Picos de Europa: het groene Spanje 30 Toerskiën in Aragón 34 Madrid: klimmen in de achtertuin van het Prado 38 GR33: wandelen over het Pad van de Volle Maan 41 Mountainbiken in de Pyreneeën
Meer info? Spaans Verkeersbureau! Check voordat je naar Spanje vertrekt nog een keer de site van het Spaans Verkeersbureau. Naast algemene informatie over het land en de regio’s kun je hier ook terecht voor specifieke vragen. www.spain.info/nl infolahaya@tourspain.es @SpanjeNederland Spain.info.nl @Spain
Op de cover: beklimming van de Picu Boru, Picos de Europa. (Foto Niels Leenders)
SPANJE SPECIAL 2016 | HOOGTELIJN |
3
840 kilometer dwars door de Pyreneeën
De bonus van alleen lopen
Foto Raymond Koome
Op 23 augustus voltooide ik de GR11 bij de vuurtoren van Cap de Creus aan de Middellandse Zee. Afgezien van een paar ongemakjes ging het probleemloos en tijdens de laatste meters drong dat tot me door: ik had het volbracht! Mijn eerste lange solotocht ooit. Heerlijk wekenlang niets anders hoeven doen dan van A naar B lopen en ervoor zorgen dat ik genoeg eet en drink. Zo eenvoudig kan het leven zijn.
4 | HOOGTELIJN | SPANJE SPECIAL 2016
| TEKST EN FOTO’S MARLA BERINGER | CARTOGRAFIE SASKIA GOTTENBOS
H
et zaadje was een paar jaar eerder geplant toen ik ’s winters in de Catalaanse Pyreneeën wandelde en leerde waar de wit-rode markering op de stenen voor stond. Natuurlijk kende ik de streepjes van LAW’s en had ik bergwandelervaring, maar een tocht van (toen nog) 840 kilometer dwars door de bergen? Dit was spannend, fysiek en mentaal. Natuurlijk kon ik de GR11 in delen lopen, maar twee of drie weken in de bergen wandelen deed ik al zo vaak. Hoe heerlijk zou het zijn om deze route helemaal van begin tot eind te lopen? Toen ik besloot een sabbatical te nemen, zag ik mijn kans: de GR11 zou het sluitstuk worden. Alles en in één ruk, met voldoende tijd en dus zonder de druk van tijd of prestatie. Alleen maar ‘zijn’. En vooral voor mijn lol. En zo startte ik een paar jaar geleden in de tweede week van juni in Cabo Higuer aan de Atlantische Oceaan met een royale elf weken voor me, waarin ik kon stoppen zo vaak als ik wilde, met lange en korte dagen, met tijd om te schuilen voor de regen of gewoon te lummelen. Uiteindelijk liep ik de GR11 in 54 dagen. In de meeste gidsen gaan ze uit van ongeveer 45 etappes en natuurlijk kan het nog veel sneller: trailrunners doen het in een dag of 20.
Drie lange routes door de Pyreneeën Voor wie de Pyreneeën niet kent: ze zijn ruiger en minder geciviliseerd dan de Alpen. De bergketen die Frankrijk en Spanje scheidt, heeft ruim 120 drieduizenders en de valleien lopen allemaal noord-zuid. Dat betekent dus nogal wat hoogtemeters als je van west naar oost loopt. Op de GR11 moest ik in totaal 42.000 hoogtemeters wegwerken. Dat waren er gemiddeld bijna 800 per dag. De meeste passen liggen op 2000-2500 meter met de hoogste, de Coll de Creus, op 2780 meter. In de Pyreneeën lopen nog meer lange routes van west naar oost en vice versa: de GR10 aan de Franse kant en de Haute Randonnée des Pyrénéenne (HRP) die zo dicht mogelijk de grens tussen Frankrijk en Spanje volgt en, zoals de naam al zegt, relatief hoog blijft maar sporadisch ook samenvalt met de andere twee. De GR10 is 866 kilometer lang en beslaat 48.000 hoogtemeters. In de gidsen gaat men uit van 55 loopdagen. De HRP is 800 kilometer lang met 42.000 hoogtemeters. Gemiddelde looptijd voor deze route is 41 dagen.
De GR11 voltooid: het is me gelukt!
SPANJE SPECIAL 2016 | HOOGTELIJN |
5
Gol f
va n Bayonne
Bi s ka je Irun Rhune
Cabo Higuer GR 11 Be
ra
Pau Tarbes
z rit ri
Lourdes
Gá Re lleg sp o om e Pa us nt ico o sa
N
E
E
Ë
N
Maladeta
o
Parc Nacional Aigüestortes i Estany Sant Maurici
le ng
s er
Ik heb een voorkeur voor de Spaanse kant, waar de zuidelijke hellingen van de Pyreneeën meer zon vangen en het dus droger is. En vooral houd ik van de Spaanse cultuur, de historie en het lekkere eten. Het is heerlijk om na dagen van droogvoer weer eens in een dorp neer te strijken voor een smakelijk driegangenmenu en een cortado.
Afwisselend landschap en terrein De GR11 begint bij de Golf van Biskaje in Baskenland en eindigt bij de Middellandse Zee, of andersom als je van oost naar west loopt. Aan zowel het begin als het eind van de GR11 loop je door een heuvelachtig landschap met relatief veel landbouw. Daartussen zijn het vooral mooie ruige en desolate berglandschappen, vergezichten met bekende pieken en een veelheid van kristalheldere riviertjes en verstilde meren, afgewisseld
Gu
in
met de lagergelegen valleien met bossen en lieflijke Huesca weides met paarden, schapen en koeien. Het pad van de GR11 voert meestal over rotsachtig terrein op goed herkenbare paden, maar je loopt ook over pistas (brede boswegen) en kleine landweggetjes. De laatste jaren is de route her en der zo aangepast dat er nog maar minimaal asfalt in zit. Daardoor blijkt hij inmiddels 20 kilometer korter met meer hoogtemeters. Op de GR11 kom je door diverse nationale parken en anderszins beschermde landschappen, zoals Parque Nacional Ordesa y Monte Perdido, Parc Nacional Aigüestortes i Estany Sant Maurici, Parc Natural Alt Pirineu en uiteindelijk Parque Nacional Cap de Creus. En niet onbelangrijk naast al het natuurschoon: de dorpjes onderweg zijn vaak eeuwenoud en een lust voor het oog.
h rlijk om na dagen dr gvoer op n te as n r te strijken v r n cortado
Aguas Tuertas.
6 | HOOGTELIJN | SPANJE SPECIAL 2016
eu
d’ An
gu
Er
et
a
ne
st
M
Es
la
po t
fré
m lo Co
al
na
Re s
s io gl An
ro n
as
ta
Co
ue
nc a
s Pu e
nt
e
de
Co
Be
n
dó
na
sq
Vi a
zá Pa r
ta ne
sa
Pi
Bi
Canfranc
el
la To r
Aneto
s
el ru ja
Perdido
Bu
sd
nt
de
ño Ba
lle Sa
E
Ordesa y Monte Perdido
riz
ch ú an nd
Ca
Y R
Vignemale P a r q u e N a c i o n a l
Gó
s rta sT ue ua
P
Pic du Midi d’Ossau Balaitous
iza Ag
ba
Spanje
Zu r
Pamplona
Is a
Oc ha
ga
ví a
er Hi
rib
Au
So
ro g
ai
n
El
izo
nd
o
Frankrijk
Met mijn tentje heb ik de vrijheid ontdekt.
0 km
50 km
Terugkijkend zijn er een paar stukken die ik vanwege het prachtige landschap het meest koester: de route tussen Zuriza en Candanchú met onder meer de Aguas Tuertas en mijn weergaloze wildkampeer-
va
Se l
la e td Po r
M
Voor de GR11 heb je goede bergwandelervaring nodig en de kracht om met een flink gevulde rugzak de vereiste hoogtemeters te maken, maar op een paar punten na is de route technisch niet moeilijk. Een lastige klim is de Portella de Baiau, waar je Andorra binnengaat. Ik houd ervan zo nu en dan mijn handen te moeten gebruiken, maar dat stukje is met een zware rugzak niet echt relaxed. Ook de afdaling van de Collado de Añisclo in Parque Nacional Ordesa staat nog in mijn geheugen gegrift. Aangekomen in Refugio Pineta bleek dat meer mensen die niet fluitend doen.
an
a
Hoe moeilijk is de GR11?
Parc Nacional Cap de Creus
Al b
od
xá
eg
Ba
ss
ai
Je kunt een vroege start natuurlijk ook af laten hangen van het pak sneeuw dat er ligt en eventueel later in het seizoen beginnen aan de tocht. Doorgaans kun je de route tot oktober sneeuwvrij lopen. Nadeel van een latere start zijn de kortere dagen en het feit dat de meeste berghutten na september gesloten zijn. Ook zal het lastiger worden om in de nazomer genoeg water te vinden, zodat je meer liters en dus gewicht meesjouwt. En los van de natuur gerelateerde en seizoenoverwegingen wil je misschien rekening houden met de drukte in de nationale parken en de hutten in schoolvakanties.
ya
t ge
s Se Ull tc de as te es r M ol ló
an ol Qu es er al b
Pl
Ik ben relatief vroeg in het jaar gegaan. Dat heeft als voordeel dat de dagen dan lang zijn. Wel heb je het nadeel dat als er die winter nog laat sneeuw is gevallen, je die tot ver in juli tegenkomt. Ik had geen stijgijzers bij me en ben geen held in sneeuw op steile hellingen. Ook waren alle stroompjes zo gezwollen met smeltwater dat ik soms als een circusartiest springend mijn pad volgde. En de Gave de l’Aspe die vlak voor Candanchú ontspringt, was vanwege het vele smeltwater een donderende waterval waar ik niet doorheen durfde, zodat ik terug moest en de volgende dag via de Coll de Somport de GR11 weer opzocht. Gelukkig kende ik het overgeslagen stukje al, en van Candanchú zelf miste ik echt niet veel.
M i d d e l l a n d se Ze e
La
u gc er dà
ni al
Pu i
Wanneer loop je de GR11?
aç an et Jo nq L Re ue a V qu ra aj ol es en Vi E sp s lla ol m la an is cle Ll an çà
a Ill M
Puigmal
Ta l
A En rans tv cam er p d
Carlit
Parc Natural Alt Pirineu
Fo n
Perpignan
Be
ta on Ta va sc an
Andorra
Es
Àr eu Ba ia u
25 km
GR 11
Cadaqués Cap de Creus
Figueras
plek aan de Rio Aragón Subordán, de Ibones de Anayet, het stuk tussen Refugio Respomuso en Casa de Piedra, de Valle de Ara, en onovertroffen het hele stuk tussen Refugio Biadós en Espot. Dat ik hier Ordesa niet noem, heeft alles te maken met de drukte op dat moment. Gelukkig heb ik dit prachtige nationale park ook in rustiger tijden beleefd.
Koeien krijgen (nemen?) altijd voorrang op een smal pad.
Slaap wild en rustig Speciaal voor de GR11 kocht ik een tent, want ik was voordien helemaal geen kampeerder. Hoewel ik voor die tijd wel trektochten in de bergen maakte, sliep ik altijd in hutten of in tenten die ik niet zelf droeg (bijvoorbeeld in Nepal). Maar met mijn Terra Nova Laser Competition heb ik de vrijheid ontdekt. En wil ik niets liever meer dan buiten slapen in de stilte en frisse lucht. Dus kun je het gewicht van slaap- en kookspullen dragen, dan raad ik je aan de GR11 met tent te lopen. Het geeft je zo veel flexibiliteit in het bepalen van je etappes. Neem je hem niet mee, dan loop je soms erg lange dagen of moet je voor een slaapplek van de route af. In de nationale parken gelden uiteraard wel strenge restricties voor het kamperen (Ordesa: alleen bivak boven 2500 meter en anders dikke boetes) en moet je toch in een berghut slapen, terwijl die in het hoogseizoen ook nog eens klemvol zitten. Favoriet zijn bij mij ook de kleine herdershutjes of refugios libres, zoals de Cabaña Cerbillonar vlakbij de Vignemale en de Refugio d’Anglios net na de Coll de Vallibierna. In het verlaten gehucht Bordas de Nibros sliep ik in een koeienstal. En gelukkig kom je onderweg ook een paar leuke campings tegen waar je niet per definitie tegen een caravan zit aan te kijken. Incidenteel sliep ik in albergues (logies op slaapzalen in een dorp), casas rurales en een enkel hotel. Alles op zijn tijd!
In de rugzak Wat je moet meenemen? Eten. Genoeg eten. Naast de slaapspullen en kleren natuurlijk. Onderweg kun je regelmatig inslaan, maar
SPANJE SPECIAL 2016 | HOOGTELIJN |
7
Pic du Midi d’ Ossau vanaf de Ibones de Anayet.
je moet soms voor drie tot vijf dagen eten meesjouwen en dus even vooruit denken. In alle dorpjes tref je winkeltjes met brood, kaas, worst, noten, fruit, repen en chocolade. Onderweg kom je niet gemakkelijk aan gevriesdroogd trekkersvoer en gastankjes, tenzij je de tijd neemt voor een uitstapje naar de bewoonde wereld. Canfranc Estación en Torla bijvoorbeeld, en bij Barrabes in Benasque. In deze Spaanse ‘Bever’ kun je ook terecht voor buitensporthardware. Het avondeten in de berghutten is over het algemeen erg smakelijk en voldoende. Dat geldt niet voor het ontbijt. Voor mij is dat in Spanje meestal te weinig, of het nu in een berghut is of een hotel. Het is daarnaast een kwestie van smaak of je het Spaanse ontbijt met koekjes en cakejes waardeert. Zorg verder voor een waterfilter in je rugzak. Hoe mooi de waterstroompjes ook zijn, bedenk dat vee er tot op grote hoogte graast!
Ontbijt in Isaba.
8 | HOOGTELIJN | SPANJE SPECIAL 2016
“Is dat dan niet eng, in je eentje?” Drie keer raden waarom ze me dat altijd vragen... Het gaat nooit om het alleen lopen op zich, maar om het feit dat ik dat als vrouw alleen doe. Sociale veiligheid dus, ofwel ‘enge mannen’. Ik woon in de stad en dat is een andere wereld met andere mensen en bedreigingen. Maar ik heb in al die jaren bergwandelen nooit het gevoel gehad dat dit in de bergen een punt is. Over de echte, fysieke risico’s in de bergen kan ik iedereen geruststellen. Ik ben me zeer bewust van de mogelijkheid dat ik val of zelfs een onnozele verzwikking oploop, dus heb ik altijd mijn eigen systemen gehad om ervoor te zorgen dat mijn naasten nauwkeurig wisten waar ik op dat moment was en zo nodig in actie konden komen. Daarbij is de GR11 ook weer geen Alaska. Gelukkig is de GR11, behalve misschien in Aigüestortes, geen overbevolkte route, maar je komt altijd wel iemand tegen en zij jou, mocht je hulp nodig hebben. Bovendien zijn er tegenwoordig moderne middelen (Spot, Delorme Inreach) die het risico van een uitdrogingsdood wegens onvindbaarheid minimaliseren. Ik herinner me van lang geleden uit mijn eerste boek over bergwandelen van Robert Eckhardt: nooit alleen de bergen in gaan! Dat is vast heel waar en wijs, maar gelukkig heb ik dat voor mezelf losgelaten. Als ik elk risico wil vermijden, kan ik beter meteen achter de geraniums gaan zitten. Ik kies er vaak voor om alleen te gaan omdat het een extra dimensie heeft. En ik ben niet de enige, gezien de vele sologangers die ik tegenkom. Natuurlijk vind ik het óók fijn om samen met iemand of met een groepje te lopen. Ook ik vind het leuk om mooie ervaringen te delen, maar het zijn appels en peren. In mijn eentje heb ik namelijk ervaringen die ik in gezelschap nooit zal hebben. De schoonheid van landschappen, van herten, vogels en bloemetjes, is intenser als je alleen bent. En zo ook het geluid van de wind, het druppelen van water uit de rotswand of het kraken van de steentjes onder je voetstappen. Maar ook de beklemming is intenser, in mijn tentje in een storm, bij naderend onweer of bij een lastige passage. En als ik de beklemming mentaal de baas word, dan is mijn opluchting ook weer intenser. In je eentje heb je uiteraard de ultieme vrijheid
Wandelen over de GR11 Route
De GR11 is inmiddels, met de huidige aanpassingen in de route, 820 kilometer lang met 46.000 hoogtemeters en loopt tussen de Golf van Biskaje in Baskenland en de Middellandse Zee. Het pad voert meestal over rotsachtig terrein op goed herkenbare paden, maar je loopt ook over pistas (brede boswegen) en kleine landweggetjes. De meeste passen liggen op 2000 tot 2500 meter, met de hoogste op 2780 meter.
Reis
Op weg naar de Collado de Brazato zakken we soms kniediep in de sneeuw.
om te doen en laten wat je wilt, maar dat is de oppervlakkige beleving, hoe fijn ook. Alléén heb je ook de ultieme kennismaking met jezelf. En die ervaring is de bonus van alleen lopen. En dus is het antwoord: ja, heel soms vind ik het eng in mijn eentje. Maar dat hoort erbij. En het houdt me niet tegen. De GR11 was mijn eerste lange tocht alleen. Later heb ik de John Muir Trail solo gelopen. En wat 2016 bracht? Voltooiing van de GR7. Midden juli rondde ik deze route af.
De GR11 is tussen start- en eindpunt op meerdere punten goed bereikbaar per trein of vliegtuig en bus. Om in Cabo Higuer te komen, kun je de trein via Parijs en Pau nemen naar Irun en verder met een taxi. Vliegen kan op Lourdes, Biarritz, Bilbao of San Sebastian, eventueel vanaf Brussel. Voor Cap de Creus kun je vliegen op Barcelona of Girona, dan met de bus naar Cadaqués en verder met een taxi.
Periode
Je kunt de route tussen juni en oktober lopen. Start je vroeg dan kun je profiteren van lange dagen, maar kun je wel nog wat late sneeuw tegenkomen. Start je later in het seizoen dan kan het lastig zijn om in de nazomer genoeg water te vinden. Dat betekent meer liters en dus gewicht in je rugzak. Houd er bovendien rekening mee dat de meeste berghutten na september gesloten zijn.
Gids, kaart en GPS-tracks
Ik gebruikte The GR11 Trail - the Spanish Pyrenees (La Senda) van uitgeverij Cicerone, met een updatepagina op
de website van Cicerone, maar er zijn meer gidsen. Kaarten kun je gratis downloaden van ign.es of Open Street Maps, of je kunt kiezen voor de kaartenset die hoort bij de gids van uitgeverij Prames, GR11 La Senda Pirenaica de Mar a Mar. GPS-tracks kun je in delen of als geheel downloaden van bijvoorbeeld Wikiloc (gratis, met de mogelijkheid om wat te sponsoren als dank).
Handige sites
• hikepyrenees.co.uk/blog/ hiking-the-gr11-a-practical-guide. • travesiapirenaica.com/gr11/gr11.php. • www.visitpirineus.com Verder zijn er diverse particuliere blogs waaruit je praktische informatie kunt halen.
Vergunningen
Tijdens de route heb je geen vergunningen nodig. Wel gelden er strenge regels en handhaving op wildkamperen in de nationale parken.
Andere routes in de Pyreneeën
Naast de beschreven route GR11, die bijna geheel op Spaans grondgebied loopt, zijn er nog twee routes die dwars door de Pyreneeën lopen. De GR10 blijft geheel op Frans grondgebied en de Haute Randonnée Pyrénéenne (HRP) volgt zo dicht mogelijk de grens tussen Frankrijk en Spanje. De GR10 is 866 kilometer lang en beslaat 48.000 hoogtemeters. In de gidsen gaat men uit van 55 loopdagen. De HRP gaat door het hooggebergte en doet nauwelijks hutten of plaatsen aan. De lengte is 800 kilometer met 42.000 hoogtemeters, met een gemiddelde looptijd van 41 dagen.
Kampeerzone bij Refugi Malniu.
SPANJE SPECIAL 2016 | HOOGTELIJN |
9
Opgeslokt door tollende wolken Klimmen in Montserrat
Vijftig kilometer ten noordwesten van Barcelona ligt Montserrat, het grootste klimgebied van Spanje. Montserrat wordt ook wel ‘de berg met de honderd toppen’ genoemd en is een verzameling van pijlers en torens die bijna een kilometer boven de omliggende wijnvelden uitsteekt. Veel routes zijn tussen de 200 en 300 meter lang en het hele gebied bestaat uit solide conglomeraat. Van een afstand zien de steile torens er indrukwekkend en vrijwel onbeklimbaar uit, maar zodra je eronder staat, blijken deze rotsen door hun kiezelstructuur juist heel geschikt om op te klimmen.
Jilske Hupkes in de vierde touwlengte van Punsola-Reniu (220 m 6c+) op de noordwand van Cavall Bernat (1111 m).
10 | HOOGTELIJN | SPANJE SPECIAL 2016
| TEKST EN FOTO’S MARTIN FICKWEILER
M
ontserrat is een prachtig natuurgebied, maar wordt niet alleen bezocht vanwege dat natuurschoon. Ook de Santa Maria abdij, gelegen aan de noordoostkant van het gebied, is een toeristische attractie. Ons hotel ligt op een steenworp afstand van deze benedictijnenabdij. Met als gevolg dat we elke dag vroeg worden gewekt door de dreunende kerkklok. Wanneer we met stramme ledenmaten de luiken van onze kamers openslaan, klinkt het klokkenspel luider en worden we verrast door een prachtig schouwspel van laaghangende wolken boven het klooster en de omringende bergen. Bij vlagen wordt alles door de wolken opgeslokt en op andere momenten krijgt de opkomende zon het voor elkaar om door de wolkflarden te dringen. De eerste dag spoed ik me met mijn camera naar buiten om dit mooie beeld vast te leggen om dagen later tot de conclusie te komen dat deze pracht zich dagelijks herhaalt. Door de hoogte van het gebergte en de ligging aan zee komt het regelmatig voor dat dichte mist Montserrat voor lange tijd omringt.
Cavall Bernat Tijdens het ontbijt smeden we onze klimplannen voor de dag. Het is derde dag van onze reis wanneer we ons materiaal sorteren voor een beklimming van Cavall Bernat. Door zijn elegante en markante vorm is dit een van de meest prominente rotstorens
we worden vroeg gewekt door de dreunende kerkklok van Montserrat. Het lijkt ons een prachtig toneel voor het mystieke decor van ronddwalende wolken. Tijdens de aanloop via de noordzijde van het gebergte wordt de immense toren telkens opgeslokt door tollende wolken. Wanneer we uiteindelijk aan de voet van de wand staan, worden we verblind door het felle zonlicht, maar zodra we twee touwlengtes hebben geklommen,
Materiaal sorteren op het plein voor de Santa Maria abdij in Montserrat.
SPANJE SPECIAL 2016 | HOOGTELIJN |
11
Sascha van Gemmert in de derde touwlengte van Punsola-Reniu (220 m 6c+) op de noordwand van Cavall Bernat (1111 m).
Sascha en Casper bekijken de mogelijkheden aan de noordkant van het massief.
zijn de wolken weer terug en moeten we extra kleding aan. Het uitzicht is weg en we zien alleen de voet van de wand soms door de wolken heen. De route wordt steeds steiler en na bijna tweehonderd meter klimmen hangt de wand zelfs iets over. Bij het bereiken van de top wacht ons een groot beeld van de heilige Maria met haar gekroonde kind op schoot. Als ook de laatste naklimmer op de top arriveert, lossen de wolken op en worden we getrakteerd op een prachtig uitzicht op het omliggende landschap.
‘All natural’ De afdaling via de zuidkant van de berg is kort en eenvoudig. Dan lopen we langs een hooggelegen pad in de richting van het klooster. Vlak voordat we bij de tandradbaan van Sant Joan aankomen, ontmoeten we een jong Amerikaans koppel uit Pittsburgh, Pennsylvania. Ze genieten duidelijk van het surrealistische uitzicht en vragen ons waar het pad dat wij net gevolgd hebben naartoe gaat. Ik leg hen uit dat het voornamelijk bedoeld is voor een rondwandeling door het gebied, maar dat wij het
12 | HOOGTELIJN | SPANJE SPECIAL 2016
gebruikten om terug te keren naar ons hotel na het beklimmen van deze prachtig rotsen. De man lacht, tot hij onze uitrusting ziet en zich kennelijk realiseert dat het geen grap is. Hij grijpt de gelegenheid aan om een vraag te stellen die hem al een poosje bezighoudt: “Do you think they carved these rocks, or is this all natural?” Nu aan mij de beurt om te lachen, maar omdat hij zijn vraag serieus lijkt te menen, probeer ik hem zonder te lachen uit te leggen dat alleen de paden zijn aangelegd en niet de hele formatie. Ik laat het paar, in stil ontzag naar het landschap starend, achter me. Wat nagrinnikend bekijk ik het uitzicht met een nieuwe blik en kom tot het besef dat het eigenlijk helemaal niet zo vreemd is dat je denkt dat deze schoonheid geschapen is. Door de prachtige vorm van de bergen krijgt Montserrat een bijna buitenaardse uitstraling. Geen wonder dat ze het vrij vertaald ‘De gezaagde berg’ genoemd hebben. Zaten die Amerikanen er toch minder ver naast dan ik aanvankelijk dacht.
Martin Fickweiler wordt gesponsord door:
Sascha van Gemmert in de vijfde touwlengte van Sánchez-Martinez (340 m 7a) op Paret dels Diables.
Klimmen in Montserrat Reis
Materiaal
Accommodatie
Documentatie
Montserrat ligt op 1500 kilometer van Utrecht. Je kunt vliegen op Barcelona of Girona. Met een huurauto kun je dan in respectievelijk 45 en 90 minuten in het gebied zijn. Het is ook mogelijk om met de trein in Monistrol de Montserrat te komen. Er zijn diverse mogelijkheden om te overnachten in de omgeving van Montserrat. In Monistrol de Montserrat vind je in de buurt van de Santa Maria abdij hotels en een camping. Daarnaast zijn er in het gebied diverse hutten die een goedkoop alternatief bieden voor klimmers.
Rots & Routes
Montserrat herbergt meer dan 4000 routes. Veel routes zijn tussen de 200 en 300 meter lang en lopen door wanden en pijlers van solide conglomeraat. De beste periodes om in Montserrat te klimmen zijn het voor- en najaar. Op mooie zomerdagen kun je meestal nog wel in de schaduwrijke noordwanden klimmen, maar in de winter is het vaak te koud om plezierig multipitchroutes te klimmen. Het gebied ligt op een hoogte van ongeveer 1200 meter.
De meeste multipitchroutes in Montserrat zijn klassiek behaakt, dus slechts beperkt voorzien van boorhaken, maar er zijn ook klassieke trad routes waar je een vol arsenaal aan cams en nuts nodig hebt. Een dubbel touw is aan te raden omdat je vanaf de torens vaak moet abseilen. Er zijn erg veel klimgidsen over Montserrat. Niet alle gidsen zijn nog beschikbaar of up-to-date. Twee gidsen die in elk geval goed bruikbaar zijn: • Fina Ferret & Josep E. Castellnou Ribau, Montserrat free climb, artikelnummer 020000572 (geen ISBN) • Luis Alfonso & Xavier Buxó, Montserrat Vertiente Norte, ISBN 978-84-611-7377-8.
Handige websites
• spain.info • catalunya.com • montserratvista.com
SPANJE SPECIAL 2016 | HOOGTELIJN |
13
Land van
Lucky Luke Bardenas Reales
14 | HOOGTELIJN | SPANJE SPECIAL 2016
| TEKST EN FOTO’S FRANK HUSSLAGE
Links van me staat een rijtje ooievaars. Ze genieten van hun maaltijd in een rijstveld. Lekker: onbeperkt kikkers met lauwe rijst. Prachtig steekt hun zwart, wit en rood af tegen het weelderige groen van de jonge rijstplantjes en het diepblauw van de zinderend hete lucht. Rechts van me is de wereld anders. Totaal anders. Daar begint de Bardenas Reales, het gebied dat zichzelf aanprijst als de noordelijkste woestijn van Europa.
V
oor een paar dagen wandelen en fietsen in een dor woestijngebied heb ik wel de slechtste tijd van het jaar gekozen: het is eind mei en alle flora bloeit onstuimig. Zo ver het oog reikt, is het bruine zand verdrongen door golvende groene velden, doorregen met oneindig veel klaprozen. Op de horizon geven stoere, kale tafelbergen een indruk hoe het hier de andere elf maanden van het jaar moet zijn: kaal, droog en woest. Zo’n landschap waarin je elk moment Lucky Luke tegen kunt komen. Die gedachte is niet zo raar. Het gebied fungeert regelmatig als decor voor speelfilms en commercials. De bekendste in dit rijtje is misschien de James Bondfilm The world is not enough, waarin Bardenas Reales figureerde als Afghanistan. Wat iets zegt over het landschap. Maar ook nu nog weten regisseurs het gebied te vinden, getuige de opnamen voor Game of Thrones.
Flora- en faunasensatie
De Bardenas is een natuurpark en een Unesco biosfeerreservaat. Het is dus stevig dichtgetimmerd met ge- en verboden. Wat de ontploffing namakende filmmakers en militairen wel mogen, mag ik als eenzame toerist niet. Als wandelaar zou ik er eindeloos kunnen rondsjouwen tussen en over de zandvlaktes, de rotsen en de barrancos. Helaas zijn er maar een paar plaatsen waar dat mag. Met alle mitsen en maren is het gebied uiteindelijk het meest geschikt voor de mountainbike. Mijn wandelmaatje Eduardo kent het gebied als geen ander. Hij woont er al zijn leven lang en maakte veel van de promotiefoto’s van het gebied. Deze dagen laat hij me de mooiste plekjes zien.
Verdroogde grond typeert het kale en woeste landschap.
SPANJE SPECIAL 2016 | HOOGTELIJN |
15
Eduardo met Cabezo de la Cruz de Pelotero op de achtergrond.
Het officiële park is mooi, maar net erbuiten ook. En daar kun je wel vrij rondwandelen. Eduardo is opgeleid als een soort boswachter. Ik ben niet echt van de straat als het gaat om het waarnemen van dieren en planten, maar keer op keer verbaast het me wat hij weer ontdekt. Wandelend langs een van de vele barrancos, een seizoensgebonden waterloop, verbaas ik me over tientallen bijeneters in de lucht. In Nederland zie je dit kleurrijke vogeltje vrijwel nooit, dus wat hier gebeurt is een regelrechte sensatie voor me. Eduardo’s aandacht is echter heel ergens anders. Wat ik aanzag voor een wespenorchis heeft hij ondertussen gedetermineerd als een tot nog toe niet bekende mutatie. Het heeft schijnbaar te maken met een extra lijntje op een bloemblad… De grond is hier op veel plaatsen wit uitgeslagen van het zout. Als het al regent, stroomt het water
niet het gebied uit, maar verzamelt het zich op de laagste plaatsen. Daar verdampt het uiteindelijk, waarbij het uitgespoelde zout achterblijft. Tot mijn grote verbazing zie ik dat hier midden in de woestijn zeekraal groeit: een plantje dat ik ken van mijn eigen zoute Zeeuwse schorren. Eduardo heeft er een prachtig wetenschappelijk verhaal over, ik kan hem uitleggen dat wij het thuis graag op ons bord zien. Past prima bij de asperges, die hier in Spanje nu in onbeperkte hoeveelheden op de markt liggen.
El Plano
Als we vanuit deze kom de rand op klauteren, komen we vanzelf weer in het park terecht; het gedeelte dat El Plano wordt genoemd, de vlakte. In de verte leidt een herder zijn schaapskudde over de dorre grond. Over een maandje moet hij hier weg zijn, ’s zomers
De fantastische pistas lijken gemaakt voor mountainbikers.
16 | HOOGTELIJN | SPANJE SPECIAL 2016
zijn alle kuddes in de Pyreneeën en krijgt de natuur hier rust. Je zou je bijna in een Nederlandse polder wanen, zo vlak en saai oogt deze vlakte. Maar dat is het niet. Alsof landschapskunstenaar Christo hier was, sluiten tientallen witte bergen als gordijnen de horizon af. Tweehonderd kilometer verderop is het nog volop winter op de Pyreneese toppen.
Doornroosje
El Plano loopt in lange loodrechte kliffen af naar La Alta Blanca, de witte vlakte. Ooit was hier een meer, maar dat is leeggelopen in de Ebro die hier vlakbij stroomt. Wat overbleef is deze woestijn. De kliffen vloeien als golvend geplooide gordijnen door het landschap. Als coulissen op een toneel geven ze diepte en ruimte aan de vlakte. De bovenste laag is harder dan de onderliggende zandbodem, de bergen zijn platte tafelbergen zonder spitse top, cabezas. Als de erosie maar lang genoeg doorgaat en de harde laag maar ver genoeg afkalft, verdwijnt uiteindelijk die beschermende laag en is een berg in een paar decennia verdwenen. Er zijn hier meerdere cabezas die nog maar een paar decennia te gaan hebben. De harde top van een daarvan wordt gevormd door een voormalig ridderslot: we zitten hier tenslotte op de grens tussen twee voormalige koninkrijken: Navarra en Aragón. De bijbehorende
Doornroosje-achtige legende is goed voorstelbaar bij de eenzame toren met maar één klein raampje bovenin. Het beeldmerk van de Bardenas Reales, het Castildetierra, is ook zo’n schoolvoorbeeld van een tafelberg in zijn eindtijd. Nog slechts een paar vierkante meter rots beschermt hier een spitse top. De generatie na ons zal dit typische bergje waarschijnlijk alleen nog kennen van foto’s. En die worden hier per dozijn gemaakt. De voornaamste toegangsweg komt hier uit op de drukste rondrit door de vlakte, 48 kilometer om een militair oefenterrein heen. Castildetierra is een verplichte eerste stop voor iedereen die een dagje Bardenas rijdt met camper of motorfiets. Twee Nederlanders komen er niet eens hun auto voor uit: raampje naar beneden, plaatje maken met de iPad en door naar het volgende hoogtepunt.
Thermiek
Een andere berg met een heuse top, Peña del Fraile, ligt in de Plana de la Negra, de zwarte vlakte. Hier kom je niemand meer tegen. En het leuke is dat er weer het nodige te wandelen valt. Een goed uur lopen over een riant geitenspoor brengt ons tweehonderd meter hoger. Een stevige kalkrichel beschermt
De bergen vloeien als golvend geplooide gordijnen door het landschap.
Smakelijk Spanje Spanjes grootste rivier, de Ebro, stroomt kort langs de Bardenas Reales. Het warme klimaat en het water van de rivier zorgen hier voor fantastische kwaliteit groente en fruit. De horeca maakt daar dankbaar gebruik van: vrijwel elk restaurant heeft zijn eigen moestuin en maakt daar de lekkerste menu’s mee. Het was voor mij als vegetariër een zeer aangename verrassing om door Eduardo tussen twee wandelingen door meegetroond te worden voor een perfecte lunch: “Zeven gangen van perfect bereide verse groenten en neem er rustig twee uur de tijd voor, want het is buiten toch te warm om te lopen.” En dat in een willekeurig restaurant in Tudela. En vrijwel elke andere gelegenheid bood deze zelfde kwaliteit.
SPANJE SPECIAL 2016 | HOOGTELIJN |
17
Ooit was hier een meer, maar dat is leeggelopen in de Ebro die hier vlakbij stroomt
18 | HOOGTELIJN | SPANJE SPECIAL 2016
drie militaire helikopters me van dichtbij bekeken, laat ik hier buiten beschouwing.
de zandberg onder ons. Als ik wat wil klimmen, brokkelt de witte kalk onder mijn vingers af. De grijze kalk is steviger, maar de combinatie van wit en grijs is volledig onbetrouwbaar. De Bardenas is geen gebied voor klimmers. Boven aangekomen heeft de berg het zachte briesje uit de vlakte aangewakkerd tot een stijgwind waar ik tegenin kan hangen. Het kost ons moeite om te blijven staan. Nu snappen we ook de tientallen vale gieren die we hier zien. Deze wind langs de berg brengt de enorme vogels moeiteloos honderden meters hoger, waarna ze zonder inspanning weer verder kunnen zweven naar een volgende thermiekbel.
Apocalyps
Het is nu broedseizoen voor de gieren. Wellicht het mooiste wandelpad door het gebied, noordelijk van de berg Pisquera, is nu afgesloten om de daar broedende gieren niet te verstoren. Helaas. Een stel Franse ruiters trekt zich niets aan van dit verbod. Een woordspeling met Spaanse ruiters dringt zich op, maar ik verbijt mijn ergernis. Eduardo heeft vandaag andere verplichtingen en ik verken het gebied in mijn eentje, op de mountainbike. Dat blijkt de perfecte manier om hier rond te reizen. De pistas lijken gemaakt voor fietstochten, terwijl het in je eigen rijwind net een paar graadjes koeler lijkt. Een tegemoetkomende fietser die ik op de foto zet, zwaait vriendelijk naar me. En gaat met maar één hand aan zijn stuur pijnlijk onderuit. Au! Het loopt allemaal goed af, alleen een paar schaafplekken. Een serieus probleem wil je hier niet hebben. Vaak heb je geen mobiel bereik en de stukken buiten het toeristenrondje zijn leeg. In een hele dag kom ik hier maar vier andere fietsers tegen. Het Apocalypse Now-gevoel toen
Over een maand moet de schaapskudde verhuizen naar de Pyreneeën. Dan krijgt de natuur hier rust.
Vreemd, zo’n mooi gebied dat buiten de kleine toeristische kern nog zo leeg is. Er zijn plannen om, weliswaar onder begeleiding van een parkwachter, langere wandelingen uit te zetten in de Bardenas. Mocht het ooit zover komen, dan ben ik de eerste om me daarvoor aan te melden.
Wandelen en fietsen in de Bardenas Reales Algemeen
Het nationaal park en Unesco biosfeerreservaat Bardenas Reales is een woestijnachtig, onbevolkt gebied van 41.845 hectare groot in Zuidoost-Navarra. De hoogte varieert tussen grofweg 200 en 500 meter. Je kunt er prachtig maar beperkt wandelen, voor klimmen is het ongeschikt, voor mountainbiken is het zeer geschikt en ja, je kunt er ook met de auto terecht, maar dan doe je jezelf tekort. Het gebied kent de nodige ge- en verboden. Zo is het alleen overdag toegankelijk en mag je dus nergens in het gebied overnachten, op een camperplaats bij het stuwmeer na. Kijk voor meer detailinformatie op bardenasreales.es en op turismo.navarra.es.
Seizoen
Elf maanden per jaar is het gebied een bruine woestijn. De foto’s bij dit artikel maakte ik eind mei 2016, in de korte periode dat de hele flora uitbundig bloeide. Voor het mooiste licht moet je er ’s winters zijn; in het voorjaar willen er nogal eens forse regenbuien vallen en ’s zomers is het overdag snel te heet voor buitenactiviteiten. In mei al noteerde ik 32 graden in de schaduw.
Kaart
Spanje Mapa topográfico Nacional de España MTN 50, 1:50.000 nummers 244, 245, 282 en 283.
Documentatie
Er bestaat een Franstalig wandel- en mountainbikegidsje van het gebied: Randonnées dans le désert des Bardenas Reales. Uitgave: rando-éditions.com, ISBN 978-2-84182-496-0, prijs € 9,90. Het bezoekerscentrum van het park geeft een combinatie van gids met kaart uit, die per saldo veel praktischer is dan de hierboven genoemde kaarten en boekje.
Helaas is dat alleen ter plekke te koop, zowel in het Spaans als het Engels. ISBN 84-932524-5-x.
Bereikbaarheid
Bardenas Reales ligt zo’n 200 kilometer ten zuiden van de westelijke Pyreneeën en een kleine 1500 kilometer vanaf Utrecht. Openbaar vervoer: de dichtstbijzijnde plaats met alle voorzieningen, inclusief treinstation, is Tudela. Vanaf daar is er geen openbaar vervoer naar het park. Auto: autosnelweg AP-68 vanaf Zaragoza of Bilbao, of de AP 15 vanaf Pamplona naar Tudela (tol). Een paar kilometer noordelijk van Tudela de NA 134 naar Arguedas, het dorp aan de westkant verlaten en borden Bardenas Reales volgen. Als je vanuit Tudela de NA 134 volgt, moet je net vóór Arguedas rechtsaf.
Overnachten
Overnachten in het park is verboden, op de camperplaats bij het stuwmeer na. Er zijn amper campings in de regio, camping Bardenas lijkt de dichtstbijzijnde: campingbardenas.com. In het stadje Tudela vind je alle voorzieningen.
Contact
De fotograaf met wie ik onderweg was, is Eduardo Blanco Mendizabal. Voor veel Nederlanders handig: hij spreekt Engels. Zijn website is ebmfoto.com en je kunt hem bereiken via eduardo@ebmfoto.com.
www.turismo.navarra.es/hol/home/
SPANJE SPECIAL 2016 | HOOGTELIJN |
19
20 | HOOGTELIJN | SPANJE SPECIAL 2016 | TEKST ERNST ARBOUW | FOTO’S LAURENS AAIJ
Edurne Pasaban: eerste vrouw op alle veertien achtduizenders
‘Iedereen denkt dat ik een droom heb, een ambitie’ De Baskische expeditieklimster Edurne Pasaban bereikte als eerste de toppen van alle veertien achtduizenders. Het maakte haar beroemd, maar ook eenzaam. “Dat is de tragiek van expeditiebergsport. Zodra je terug bent in je eigen veilige omgeving, zonder grote uitdagingen, mis je iets. Risico, het gevoel dat je leeft.”
“N
og voor ik was geboren, hadden mijn ouders mijn levensverhaal geschreven. Ze hadden al beslist wat ik zou studeren, ze hadden al beslist dat ik in het familiebedrijf zou komen. Alles stond keurig op een rijtje. Klimmen was een manier om daaraan te ontsnappen.” Edurne Pasaban (43) zit aan een tafeltje in een park net buiten San Sebastian, in Spaans Baskenland. Terwijl ze vertelt, hoofdzakelijk in het Engels, maar soms, als het persoonlijk wordt, in razendsnel Spaans dat door haar vriend wordt vertaald, komt de dag langzaam op gang. Achter haar schittert de laagstaande zon op het water van de Golf van Biskaje. “Ik kom uit een heel traditionele, hechte familie. Daar komt nog bij dat ik als kind vaak erg ziek was. Altijd dicht bij mijn moeder in de buurt; nooit echte vrienden. Dat veranderde toen ik voor het eerst in de bergen kwam. Ineens voelde ik iets wat ik nog niet eerder had gevoeld: in de bergen was ik niet meer afhankelijk van mijn ouders; zij kunnen de bergen niet controleren.”
Expeditierelatie Pasaban vertelt hoe ze op haar veertiende voor het eerst naar de Pyreneeën ging met haar neef Asier Izaguirre. Toen Pasaban in 2010 als eerste vrouw ter wereld alle achtduizenders beklom,
was onder andere haar laatste achtduizender ook met Izaguirre. “Het was nooit mijn bedoeling om alle achtduizenders te beklimmen. Het kwam niet eens bij me op. Pas op het allerlaatst, met nog drie of vier toppen te gaan, werd dat een duidelijk plan. Toen heb ik mensen bij elkaar gezocht met wie ik graag klim, Team Edurne. Mensen van wie ik wist dat ik ze kon vertrouwen. Asier was de eerste naam op mijn lijstje.” Vanaf haar eerste Himalaya-expeditie, in 1998 naar de 8167 meter hoge Dhaulagiri, deed Pasaban vrijwel elk jaar een poging om een achtduizender te beklimmen; een paar keer ging ze zelfs twee of drie keer achter elkaar op expeditie. Dat lijkt lastig te verenigen met de bewering dat ze geen ambitie had om achtduizenders te beklimmen. “Ik had geklommen in Ecuador en Peru; de Dhaulagiri was een droom: één keer een achtduizender beklimmen. Tijdens de tocht leerde ik Silvio Mondinelli kennen. Als dat niet was gebeurd, was ik misschien wel nooit meer op expeditie gegaan.” Mondinelli en Pasaban klommen in afzonderlijke teams, maar op de flanken van de berg ontstond een innige vriendschap. Terug in Kathmandu bloeide die vriendschap op tot een romance, uit die romance ontstond een relatie, maar wel een relatie met één groot probleem: Mondinelli was getrouwd. Na de expeditie ging hij terug naar zijn gezin in Italië.
SPANJE SPECIAL 2016 | HOOGTELIJN |
21
‘Ik wist dat de waarheid toch wel een keer aan het licht zou komen’ In de daaropvolgende jaren hadden Pasaban en Mondinelli een expeditierelatie, waarbij ze alleen tijdens beklimmingen en na afloop in Kathmandu samen konden zijn. Samen beklommen ze Mount Everest en Makalu en deden ze een tweede, onsuccesvolle poging op Dhaulagiri. Wat ooit begon als een manier om aan de druk van haar ouders te ontsnappen, en wat later een manier werd om samen te zijn met haar geliefde, was inmiddels een halve carrière geworden. Mede dankzij het Spaanse tv-programma Al filo de lo imposible (‘Op de rand van het onmogelijke’), waarin regelmatig aandacht is voor expedities naar de Himalaya en de poolgebieden, kon Pasaban in de daaropvolgende jaren op expeditie naar K2 en Nanga Parbat. “Voor een buitenstaander ziet het er misschien heel mooi uit. Mensen denken dat je een leuk leven hebt omdat je op tv komt, of beroemd bent, of mooie bergen beklimt. Iedereen denkt dat je dus een droom hebt, een uitdaging, een doel, een ambitie.” Ze haalt haar schouders op: “Pfff. Ga naar een willekeurige klimmer en vraag: ‘Ben je eenzaam?’ Ik weet zeker dat ze allemaal ‘ja’ zeggen. Steck, Messner – vraag het
22 | HOOGTELIJN | SPANJE SPECIAL 2016
ze maar. Zodra ze thuis zijn, zijn ze eenzaam. Dat is de tragiek van expeditiebergsport. Zodra je terug bent in je eigen veilige omgeving, zonder grote uitdagingen, mis je iets. Risico, het gevoel dat je leeft, het gevoel dat je…” Ze haalt nog een keer haar schouders op: “Ik weet niet precies wat ik mis, maar ik weet wel dat ik het vind in de bergen.”
Poppen breien De eenzaamheid die Pasaban beschrijft, kreeg een nieuwe dimensie toen een nieuwe liefdesrelatie in de loop van 2006 op de klippen liep. In haar autobiografie Catorce Veces Ocho Mil, in het Engels gepubliceerd onder de titel Tilting at Mountains, vertelt ze hoe ze, alleen in een appartementje in Barcelona waar ze op dat moment studeerde voor een MBA, steeds verder in de knoop raakte: “Toen mijn vriend onze relatie verbrak, stortte mijn hele wereld in elkaar. Voor die tijd had ik nooit een stabiele, langdurige relatie gehad. Ik had nooit eerder met iemand samengeleefd met het gevoel dat je samen aan een toekomst werkt.” Ze vertelt hoe ze steeds meer het gevoel kreeg dat haar leven als expeditieklimster haar geluk in de weg zat. “Het werd
Wie is... Edurne Pasaban
Edurne Pasaban (1 augustus 1973) beklom als eerste vrouw alle bergen hoger dan 8000 meter. Ze begon op haar veertiende met klimmen met haar neef Asier Izaguirre, inmiddels zelf ook een succesvol expeditieklimmer. Na een aantal tochten in Zuid-Amerika, reisde ze in 1998 naar Nepal voor een expeditie naar de 8167 meter hoge Dhaulagiri. In 2001 bereikte ze de top van Mount Everest. In de daaropvolgende twee jaar bereikte ze de toppen van Makalu, Cho Oyu, Lhotse, Gasherbrum I en Gasherbrum II. Hoewel het aanvankelijk nooit haar bedoeling was om alle veertien achtduizenders te beklimmen, werd het rond 2008 duidelijk dat zij een goede kans maakte om als eerste vrouw die mijlpaal te bereiken. Op 17 april 2010 beklom Pasaban de Annapurna (8091 meter), haar dertiende achtduizender. Precies een maand later maakte ze haar lijst compleet met de beklimming van de 8027 meter hoge Shishapangma. Over haar beklimming van de veertien achtduizenders en haar worsteling met depressie schreef Pasaban Catorce Veces Ocho Mil, in het Engels vertaald als Tilting at Mountains. Tussen 1998 en 2010 ging Pasaban twintig keer op expeditie naar de Himalaya en de Karakoram, in die periode haalde zij veertien keer de top: Mei 2001 Mount Everest - eerste succes op een achtduizender. Beklimming via de zuidwestzijde, met kunstmatige zuurstof. Mei 2002 Makalu. Oktober 2002 Cho Oyu. Mei 2003 Lhotse. Juli 2003 Gasherbrum I. Juli 2003 Gasherbrum II. Juli 2004 K2, tijdens afdaling in problemen geraakt door uitputting en extreme kou. Gered door tochtgenoten. Na thuiskomst twee tenen geamputeerd. Juli 2005 Nanga Parbat Juli 2007 Broad Peak Mei 2008 Dhaulagiri, derde poging op de berg, na eerdere expedities in 1998 en 2001. Oktober 2008 Manaslu. Mei 2009 Kangchenjunga. April 2010 Annapurna. Mei 2010 Shishapangma. Edurne Pasaban is te volgen op edurnepasaban.com/en en op twitter onder @edurne_pasaban.
meer en meer duidelijk dat ik moest stoppen met bergbeklimmen. Ik had mezelf ervan overtuigd dat ik om gelukkig te zijn een conventioneel leven moest leiden. Net als alle andere mensen. Ik gaf de bergen de schuld van mijn eenzaamheid. Zonder dat ik het zelf merkte, zakte ik weg in een depressie. Tijdens de kerst was ik met Asier en een paar vrienden aan het ijsklimmen in La Grave. Mooie routes. Twee dagen later zat ik in een psychiatrisch ziekenhuis, waar de verpleegsters wilden dat ik ging handwerken. Poppen breien als therapie. Stel je voor dat je gewend bent om elke dag te sporten, je komt net terug van een gletsjer in de Alpen en ineens zit je in een ziekenhuis tussen mensen die zachtjes mompelend poppen zitten te breien. Ik vertikte het.” Na vier weken werd Pasaban ontslagen uit het ziekenhuis. “Achteraf gezien veel te vroeg,” zegt ze. In haar boek beschrijft ze hoe ze, alleen in haar appartement in Barcelona, een overdosis antidepressiva nam en probeerde haar polsen door te snijden. “Ik wilde alleen nog maar dood zijn, tenminste dat dacht ik. Ik heb twee keer geprobeerd een eind aan mijn leven te maken; als ik er nu over nadenk, is het zo ontzettend – ontzéttend – egoïstisch.
Het is de makkelijke oplossing. Nadat ik die pillen had geslikt, werd ik ineens heel bang. Ik weet nog dat ik de hulpdiensten heb gebeld, die zeiden dat ik de voordeur van het slot moest halen. Daarna herinner ik me niets meer.”
‘Fijne vakantie’ Pasaban maakte verschillende keren van nabij mee dat goede vrienden verongelukten in de bergen; in 2004 verloor ze zelf bijna het leven bij de afdaling van K2. (“Ik heb vooral heel veel geluk gehad dat er mensen kwamen om me te helpen.”) Het ligt voor de hand te denken dat die ervaringen een rol speelden bij haar depressie, maar zelf houdt ze het vooral op liefde, eenzaamheid en familie. “Basken zijn stug en ontoegankelijk. Hard werken en geen emoties, een beetje als de Zwitsers. Als ik op expeditie ga, krijg ik op het vliegveld van mijn vader hooguit een hand: ‘Nou, fijne vakantie.’ Misschien is hij wel trots op me, misschien ziet hij wel wat ik heb bereikt, maar hij laat het niet merken. Volgens mij ziet hij nog steeds niet dat dit mijn leven is.” Ze kijkt naar haar vriend, aan de andere kant van de tafel: “Heb jij wel eens gezien dat ik een
SPANJE SPECIAL 2016 | HOOGTELIJN |
23
TOP VERZEKERD VOOR AL JE VAKANTIES IN DE BERGEN OF OP HET STRAND S SLECHT €29,75 R PER JAA
Avontuurlijke bergsporters gaan met de NKBV top verzekerd op pad. Ga je op rondreis, strand- of stedenvakantie? Ook dat dekt de NKBV-reisverzekering. Voor slechts €29,75 ben je het hele jaar overal ter wereld verzekerd van opsporing, redding en repatriëring. Reisbagage, geneeskundige kosten, wettelijke aansprakelijkheid en ook rechtsbijstand zijn gedekt.* * Voor afsluiten en de polisvoorwaarden kijk op nkbv.nl/verzekering.
KONINKLIJKE NEDERLANDSE KLIM- EN BERGSPORT VERENIGING I WWW.NKBV.NL
‘Ik gaf de bergen de schuld van mijn eenzaamheid’
kus kreeg van mijn vader?” Hij probeert een direct antwoord te vermijden: “Edurne, ik heb een slecht geheugen.”
Alle veertien achtduizenders Eén keer was er een klein sprankje erkenning van haar vader, in het voorjaar van 2010, toen Pasaban Shishapangma had beklommen. “Hij was met mijn moeder naar Kodari gekomen, aan de grens van Nepal en Tibet. Daar wachtten ze me samen op.” Met de beklimming van Shishapangma werd Pasaban de eerste vrouw die de toppen van alle veertien achtduizenders had bereikt, al ging die eer aanvankelijk naar de Koreaanse Oh Eun-Sun, die haar lijst twintig dagen eerder voltooide met de beklimming van Annapurna. “Iedereen wist dat het niet klopte,” zegt Pasaban. De beklimming door Oh Eun-Sun van Kangchengjunga, in het voorjaar van 2009, stond ter discussie. Eun-Sun, meestal kortweg aangeduid als ‘Miss Oh’, had van de top alleen een wazige foto waarop de omgeving van de berg niet te onderscheiden is. Op de foto staat ze op kale rots, terwijl Pasaban, die de berg vrijwel tegelijkertijd beklom, in een dik pak sneeuw op de top stond. Er is bovendien een groen vast touw te zien. Volgens getuigen hield dat groene touw tweehonderd meter voor de top op. “Niemand had er woorden aan vuil gemaakt omdat het er aanvankelijk niet toe deed, maar iedereen wist dat ze loog.” Pasaban vertelt hoe ze met haar team in het basiskamp van Shishapangma zat terwijl Oh Eun-Sun op Annapurna was. (“We hadden haar zelfs nog onze vaste touwen gegeven.”) “In het kamp zagen we berichten over Miss Oh voorbijkomen. Ik las elke ochtend wat er werd geschreven. Op een bepaald moment heb ik gezegd: Oké, vergeet het maar. Let’s cut the internet. We zijn hier voor Shishapangma; ik wil niet weten wat er op Annapurna gebeurt.” Pasaban bereikte op 17 mei 2010 de top van Shishapangma, twintig dagen nadat Miss Oh op Annapurna stond. Nauwelijks
drie maanden later verklaarde de Zuid-Koreaanse bergsportfederatie dat Eun-Sun niet op Kangchenjunga was geweest en dat – dus – Pasaban de eerste vrouw was die alle achtduizenders had beklommen. “Die eerste maanden dacht ik: oké, ik heb het vooral voor mezelf gedaan, ik ga niet voor iemand anders op expeditie. Ik wist bovendien dat de waarheid toch wel een keer aan het licht zou komen.” Inmiddels wordt de prestatie van Pasaban algemeen erkend. De bergsportfederatie van Zuid-Korea, de toonaangevende website ExplorersWeb en – niet in de laatste plaats – journaliste en levende legende Elizabeth Hawley, die al sinds de jaren vijftig overzichten bijhoudt van Himalaya-expedities, plaatsen allemaal ernstige vraagtekens bij de claim van Miss Oh. Er is één uitzondering: Reinhold Messner, die als eerste man alle achtduizenders beklom. Hij weigert de titel van Pasaban te erkennen. “Dat frustreert me enorm. Het maakt me ontzettend kwaad. Misschien kan hij het niet hebben dat een Europeaan de eerste vrouw is, ik weet het niet. Messner moet altijd eigenwijs zijn. Hij vindt het leuk om mensen tegen te spreken. Hij is een briljante klimmer, maar als mens schiet hij soms een beetje te kort.” En dan, in het Spaans: “El para mi es un gran escalador pero no es Dios.” – Hij is een goede klimmer, maar hij is niet God.
De echte Edurne De laatste jaren is Pasaban alleen nog op een paar kleine expedities geweest. “Vijf- en zesduizenders, beklimmingen met vrienden,” vertelt ze. “Ik mis het enorm. Het is net alsof ik twee verschillende personen ben: iemand die naar de bergen gaat en zelfverzekerd en gelukkig is en weet wat ze wil, en Edurne Pasaban. Je kunt me vragen wie de echte Edurne is, dan zeg ik natuurlijk: de bergbeklimster. De komende tijd wil ik leren hoe ik ook in het dagelijks leven Edurne kan zijn.”
sansebastianholidays.com
basquecountrytourism.eus
SPANJE SPECIAL 2016 | HOOGTELIJN |
25
26 | HOOGTELIJN | SPANJE SPECIAL 2016
| TEKST SIETO VAN DER HEIDE | FOTO’S SIETO VAN DER HEIDE EN NIELS LEENDERS (360EXPLORE.COM)
Het Groene Spanje Picos de Europa
Door de invloed van de Cantabrische Zee wordt het noorden van Spanje ook wel het Groene Noorden genoemd. In de Picos de Europa merk je dat goed: het is heerlijk wandelen en klimmen in dit kalksteengebergte met drie massieven, maar het kan er ook erg nat zijn. Zonder water geen groen!
Na de laatste overnachting in het westelijke massief in de Vega de Ariohut, dat een prachtig uitzicht heeft over het centrale massief, dalen we af naar de Careskloof.
SPANJE SPECIAL 2016 | HOOGTELIJN |
27
De meren Ercina (foto) en Enol zijn een uitstekend startpunt voor klimmers en wandelaars in het westelijk massief.
28 | HOOGTELIJN | SPANJE SPECIAL 2016
Foto TurespaĂąa
In de diepe Careskloof is het via het verharde pad eenvoudiger wandelen dan hoog in de bergen. De kloof leidt ons naar de kabeltrein van het verborgen dorpje Bulnes.
Genieten op de top van de Picu Boru (2146 meter). Van het halen van de top en van het uitzicht.
Via de route die nog door de Romeinen is aangelegd, wandelen we terug naar de bewoonde wereld. In Arenas de Cabrales genieten we van een koude cerveza en lekkere tapas. Links in de foto is de Picu Urriella met de kenmerkende ronde top nog te zien.
Omdat je vuursalamanders vooral in vochtige omgevingen vindt, verwacht je ze niet in kalksteen. Dankzij de frequente regenval voelt het beestje zich hier toch op zijn plaats.
Picos de Europa Route
Het is vaak druk in de Vega de Urriellahut. Veel gasten zoeken ’s avonds een mooi plekje om de zonsondergang te bewonderen. Of om mobiel bereik te vinden.
Onze tocht ging over de drie massieven van de Picos, van west naar oost. Hoogtepunten zijn een wandeling door het relatief onbekende en wilde westelijke massief en de oversteek naar het centrale massief via de Careskloof. In het centrale massief mag je een overnachting in het verborgen dorpje Bulnes en de Vega de Urriellu, de hut onder de Picu Urriellu (2518 meter), eigenlijk niet overslaan. De Urriellu staat ook bekend als de Naranjo de Bulnes, oftewel de sinaasappel van Bulnes – de ronde bovenkant van de berg ziet er bij een ondergaande zon net uit als een… inderdaad, sinaasappel.
Daarvandaan kun je met de kabelbaan van Fuente Dé afdalen en verderop in de vallei van Vega de Liébana een bezoek brengen aan het pittoreske dorpje Potes. In het Oostelijke massief was het dorpje Sotres ons basiskamp en stonden we op de top van de Picu Boru (2146 meter). Vanuit Sotres loop je via oude Romeinse wegen naar het dorpje Arenas de Cabrales.
Accommodatie
In de Picos verbleven we in hutten in het westelijk massief, in een herberg in het dorpje Bulnes, in een hut in het centraal massief en in een hotelletje in Sotres (oostelijk massief). Vooral voor de hut in het centraal massief, Vega de Urriellu, is het aan te raden van tevoren te reserveren.
Bereikbaarheid
Van Utrecht naar Bilbao is het 1400 kilometer rijden. Vliegen gaat sneller: een directe vlucht tussen Amsterdam en Bilbao duurt twee uur.
www.turismocastillayleon.com www.turismodecantabria.com www.turismoasturias.es
SPANJE SPECIAL 2016 | HOOGTELIJN |
29
Aangenaam Toeren in Benasque
Aragon ´
Vanaf de brede autoweg pronken de bergen in de verte met hun schoonheid. Niet veel kilometers later, wanneer de weg afbuigt naar Valle de Benasque, ziet het terrein er eerder mediterraan dan winters uit. We zijn slechts dertig minuten van onze eindbestemming af en hebben achterin de auto sneeuwkettingen en een complete ski-uitrusting liggen. Dat wordt nog spannend…
30 | HOOGTELIJN | SPANJE SPECIAL 2016
| TEKST EN FOTO’S MIRTE VAN DIJK
Het fraaie uitzicht op Hospital de Benasque.
W
e moeten een beetje lachen om de routebeschrijving die we kregen: “Vanaf het dorp Benasque naar Llanos del Hospital de Benasque is het ongeveer veertien kilometer. In Llanos de Hospital de Benasque staat het hotel Hospital de Benasque.” Alles lijkt hier vernoemd naar de vallei. Dat we ons op de juiste route bevinden, is in elk geval zeker. De brede weg verandert in een kronkelend stuk asfalt dat ons dicht langs de scherpe rotswanden omhoogleidt. Zonnestralen verlichten de groen geworden vallei die we langzaam achter ons laten, maar in die laatste veertien kilometer moet het toch gebeuren. Er zal toch zeker nog wel ergens sneeuw te vinden zijn begin maart? Met zon vertrokken, in verse sneeuw aangekomen.
Het eerste bordje naar Hotel Hospital de Benasque leidt ons door een oud tunneltje. We hebben de kilometers afgeteld alsof het de laatste seconden zijn tot het nieuwe jaar begint. Nog een kleine vijf kilometer te gaan. En warempel: bij het uitrijden van het korte tunneltje zien we een dun laagje sneeuw op het wegdek. “Sneeuwkettingen leggen?” spot ik lachend. Die grap maak ik geen tweede keer. Glijdend op onze zomerbanden, want een auto huren met winterbanden is een heel vreemd verzoek in Barcelona, parkeren we de auto op de dikbesneeuwde parkeerplaats van Hospital de Benasque. Een diepe zucht voordat we uitstappen, een brede glimlach wanneer we met onze gympen in de tien centimeter verse sneeuw stappen. Dit is een aangename, tevens verrassende eerste kennismaking met de regio Aragón.
Koffietijd De volgende ochtend staan we om zeven uur bepakt en bezakt met onze toerski-uitrusting klaar in het vroege ochtendlicht van het Parque Natural Posets – Maladeta. Onze Spaans-Franstalige gids zal ons vandaag meenemen naar de flanken van de Maladeta. Vanaf daar moeten we kijken wat de weersomstandigheden toelaten en onze tocht daarop aanpassen. Er lijkt hier een soort microklimaat te heersen: het weerbericht gaf sneeuwval, maar we zien een strakblauwe lucht met mysterieuze wolken rond de top van de Aneto. Niks mis mee, dachten wij. Na een korte lift in de pistebully van het hotel starten we onze hike aan de boomgrens. Onderweg zien we al veel afdaalmogelijkheden in gevarieerd terrein, van steile couloirs tot grote sneeuwvelden. Na een kleine twee uur omhooghiken bereiken we het moment waarop een
SPANJE SPECIAL 2016 | HOOGTELIJN |
31
Vanuit het Hospital kun je sneeuwschoenwandelen, toerskiën, of langlaufen
Bergetappe
kopje koffie niet zou misstaan. En alsof het de normaalste zaak van de wereld is, staat er precies op de dit-zou-een-mooi-momentvoor-koffie-zijn plek een refugio! Perfect. Jurgen Saurens test de voordelen van het microklimaat.
Zonnekoning Je kunt vanuit Hospital de Benasque talloze tochten maken richting de Franse grens, de Maladeta of de hoogste piek van de Pyreneeën, de Aneto (3404 meter). Het terrein is compact en ligt in een grote kom met als centrum het Hospital, van waaruit je kunt langlaufen, sneeuwschoenwandelen of toerskiën. Wij moeten ons helaas beperken tot een halve tocht over de dikke sneeuwvelden omhoog en een aangename afdaling tussen de bomen vanwege het slechte weer. Dat microklimaat heeft zo zijn voor- en nadelen. Het weerbericht belooft niet veel goeds voor de komende dagen. Hoewel we er absoluut van overtuigd zijn dat het snel kan veranderen, besluiten we toch naar het westen van Aragón af te reizen. Mijn ironische opmerking over sneeuwkettingen laat ik deze keer achterwege. De zomerbanden doen het nog goed als we voorzichtig het dal uitrijden, maar tot aan de tunnel is het opletten geblazen. Daarna lijkt het wel alsof de zonnekoning het rijk voor zich alleen heeft. De groene vallei ligt er precies zo zomers bij als twee dagen geleden, net zo zomers als de rit naar het westen. De ramen van de auto gaan open, de zonnebrillen op. Onze eindbestemming zal het kleine Hecho zijn, een uitgangspunt voor sneeuwschoenwandelen en langlaufen. Tussen de palmbomen misschien?
32 | HOOGTELIJN | SPANJE SPECIAL 2016
We maken een korte stop bij het toeristenbureau om de nodige informatie te verkrijgen. Waar kunnen we heen? Welke routes zijn er? Hoe huren we een gids? Het lijkt erop dat dit de enige plek is waar Engels wordt gesproken, wat misschien wat minder exotisch is, maar wel erg handig. Ons programma is een dag sneeuwschoenwandelen rondom Refugio de Lizara en een langlaufroute naar de Pico Bisaurin. Met verse sneeuw ondanks de palmbomen. Het heeft iets magisch. Wanneer we met de gids een lift naar boven krijgen, verandert het mediterrane terrein in een fantastisch berglandschap met alles erop en eraan. De wolken zakken, wij stijgen. Het valt me op dat wij Nederlanders kennelijk hebben leren autorijden in de bergen. Hier hebben ze er in ieder geval geen kaas van gegeten. Nog geen plakje Gouda. Op de glad geworden weg rijdt de gids al kletsend en wijzend naar de flora en fauna, ondergesneeuwd en dus onzichtbaar, zonder gas los te laten in de bochten, terug te schakelen of enige maatregelen te nemen in deze winterse omstandigheden. Met links een hoge rotswand hebben we niet zo veel te vrezen. De bergbeek en bijbehorende kloof aan de rechterkant zijn wel minder aangenaam. Ik besluit zelfs mijn gordel af te doen, mocht ik onverwachts uit de auto willen springen. Op het moment dat de weg zich voor ons uitstrekt en we door de laatste bocht sturen, slippen de banden en draaien we met de neus richting de kloof. De gids trapt op de rem. Te laat, denk ik met mijn hand op het handvat van de deur. En dan staan we stil. Niemand zegt iets. Ik kijk naar de gids. Ze zet de auto in z’n achteruit, draait hem weer de juiste richting op en hervat het gesprek over koetjes en kalfjes alsof er niets gebeurd is.
Sneeuw en zon Hoewel je er een lange reistijd voor over moet hebben, is Aragón meer dan de moeite waard. In ons geval speelde het weer een grote rol: zon beneden, sneeuw boven. Dat zorgde voor een mooie wisselwerking en het gaf ons een goede indruk van het terrein en de mogelijkheden in zowel de winter als de zomer. We hebben nu zo veel gezien, maar niet genoeg kunnen doen, waardoor we zeker nog een keer terugkomen. Het was een mooie kennismaking. Aangenaam Aragón.
Winterse activiteiten in Aragón Reis
Benasque ligt op 1400 kilometer van Utrecht. Als je vliegt op Barcelona of Toulouse, dan is het vanaf daar nog twee tot drie uur rijden. De regio is inmiddels goed voorbereid op wintertoerisme, waardoor er diverse vluchten worden aangeboden in de winter. Omdat Aragón zonder auto minder goed bereikbaar is, kun je het best een auto huren op een van de vliegvelden. De prijzen vallen er erg mee.
Overnachten
Hotel Hospital de Benasque is een aanrader (llanosdelhospital.com). De beleving met haar historie en de enorme bibliotheek met antieke kaarten en verslagen over de regio maken je verblijf een stuk avontuurlijker. Vanaf deze locatie stap je direct op je ski’s, kun je diverse routes beklimmen en liggen er kilometers goed geprepareerde loipes om te langlaufen. Doe je liever een huttentocht of wil je naar een refugio voor winterse activiteiten, dan kun je terecht op de site van de Federation Aragónesa de Montañismo: fam.es. Hotels of pensionnetjes in de rest van Aragón vind je via turismodeAragón.com en spain.info.
Toerskiën
Aragón heeft diverse skigebieden. Zo kun je terecht in Astun, Valdelinares of Cerler en het aaneengesloten Formidal Panticosa.
Vanuit elk skigebied zijn er diverse off-piste en toerskimogelijkheden. Het echte alpiene avontuur vind je buiten de pistes op de flanken van de Aneto, met 3404 meter de hoogste berg van de Pyreneeën. Kijk voor meer informatie op astun.com, cerler.com, formigal-panticosa.com en valdelinares.com.
Wandelen, langlaufen en klimmen
In Aragón vind je maar liefst 9000 kilometer aan wandelpaden en zijn er veel tochten uitgestippeld voor sneeuwschoenwandelaars. Tijdens een trektocht kun je in hoog- of lagergelegen hutten terecht. Ook kun je er een week lang elke dag een andere langlaufloipe volgen en kun je er hoogalpiene klimtochten vinden. Mocht het zo zijn dat de sneeuw toch tegenvalt, dan kun je altijd nog uitwijken naar diverse rotsklim- of mountainbikeroutes. Zoek je een dagje cultuur, bezoek dan vooral Huesca of Zaragoza.
www.turismodearagon.com www.facebook.com/TurismodeAragon Twitter: @aragonturismo
Op een van de 9000 kilometers aan wandelpaden.
SPANJE SPECIAL 2016 | HOOGTELIJN |
33
Klimmen in de buurt van Madrid
In de achtertuin van het Prado Madrid is een geliefd doel voor cityhoppers en cultuursnuivers. Maar ook buitensporters kunnen onder de rook van de Spaanse hoofdstad hun hart ophalen. Bergwandelen, sportklimmen, boulderen, mountainbiken en watersporten: voor elk wat wils. Wij lieten het Prado links liggen en zagen hoe groen en mooi het is op veertig kilometer van de metropool. En ook dat we nog een keer terug moeten.
Anne van Leeuwen in een 6b in Patones.
34 | HOOGTELIJN | SPANJE SPECIAL 2016
| TEKST EN FOTO’S ICO KLOPPENBURG
O
nze gids met hipsterbaard Henry spreekt verbazingwekkend goed Engels. In zijn auto rijden we over de ringweg van Madrid naar het noorden. Het programma dat we hadden opgesteld, heeft hij omgegooid: we gaan eerst boulderen. En dat is goed, want er is slecht weer voorspeld. Daarvan is nog niets te merken als we na een half uur om ons heen kijken: we zijn in Manzanares el Real en een blik op het landschap leert dat de mogelijkheden om te boulderen hier eindeloos zijn. Wat dat betreft heeft Madrid met La Pedriza zijn eigen Fontainebleau. Verschil is dat de blokken hier van ruw graniet zijn, over een minder bosrijk gebied verspreid, en dat het er veel minder druk is.
Quebrantaherraduras Onder de blokken ontmoeten we al snel een groepje vriendelijke locals – als altijd met een paar honden als kameraad. Ze helpen ons op weg naar de mooiste boulders. De loodrechte en liggende platen met ondiepe kommetjes en kleine randjes vragen veel van onze vingers en techniek. Het koele bos en het pittoreske riviertje van het gebied Laboratorio inferior lijkt te zijn aangelegd om verhitte boulderaars wat verkoeling te bieden. Alleen al in dit dalletje kun je gemakkelijk een week doorbrengen. Toch rijden we later in de middag naar Quebrantaherraduras, een kwartier verderop. Door de ligging op een kale zuidhelling zal dit gebied relatief snel droog zijn na een regenbui. De mogelijkheden zijn ook hier zo groot, dat slechts een deel van de mogelijke boulders en lijnen staat beschreven in het bouldergidsje met 1864 routes in La Pedriza. En dan de vraag: kleuren de rotsen in dit hooggelegen
gebied inderdaad zo mooi rood in de ondergaande zon als de locals beweren? We worden niet teleurgesteld: de avondzon legt een prachtige gloed over de rotsen, waaronder de beroemde El Yelmo, de hoogste top hier.
Lekke dam Vanuit onze standplaats La Cabrera is het de volgende ochtend een halfuurtje rijden naar Patones. Op de kalkmassieven achter de oudste dam uit de regio, de Pontón de la Oliva, is het geweldig klimmen. Deze dam werd halverwege de achttiende eeuw gebouwd door gevangenen om Madrid van water te voorzien. Helaas was hun werk tevergeefs: verborgen grotten zorgden ervoor dat het water weglekte uit het reservoir. De dam is dus nooit in gebruik geweest. De Spanjaarden maken er nog steeds grapjes over: dan had je de dam maar niet moeten laten bouwen door gevangenen – logisch dat er ontsnappingsmogelijkheden in zitten (Het Spaanse fuga betekent zowel lekkage als ontsnapping). Wij zijn blij met de lekke dam, want als het stuwmeer was gevuld, dan waren deze prachtige massieven onbeklimbaar geweest. De wanden achter de dam vormen het hart van het sportklimmen in de regio. Prachtig steile rood-grijze kalk, bezaaid met pockets en randjes, en goed behaakt. Zelfs op een doordeweekse bewolkte donderdag is het er druk. Patones telt een dikke achthonderd sportklimroutes, de meeste in de zesde en zevende graad. Gemakkelijk toegankelijk, in een mooie omgeving en voor iedereen wat te doen: wat wil je nog meer? Tegen de avond wordt de bewolking dikker en komt eindelijk de beloofde regen. Het is wel een streep door onze rekening, want de multipitch op de Pico de la Miel – die voor de volgende ochtend staat gepland – kan niet doorgaan. Ook het weer op de
Smullen in Madrid.
De ‘klaagmuur’ van Patones achter de bloemen.
Anne op het graniet van La Padriza.
SPANJE SPECIAL 2016 | HOOGTELIJN |
35
Panorama van La Pedriza met El Yelmo.
dagen erna is te wisselvallig om ons aan een van de langere routes op de huisberg van La Cabrera te wagen. Helaas.
Op het dak van Madrid Het hotel in La Cabrera is geen fijne plek om een regenachtige dag door te brengen, dus wagen we onze kansen op een hike naar de Peñalara. Met 2428 meter is dit de hoogste berg van Sierra de Guadarrama en van de provincie Madrid. Een mooie autorit door groene valleien en pittoreske dorpjes brengt ons naar Los Cotos, op 1800 meter. Dit is in de wintermaanden het skigebied voor de Madrilenen. De enorme parkeerplaats, het grote (en leuke) terras en het moderne toeristenbureau zeggen genoeg: op zonnige dagen in het weekend moet het hier een gekkenhuis van toeristen en Madrileense dagjesmensen zijn. Nu is het rustig, mooi en aangenaam, en zelfs het weer zit mee! Vanwege het slechte weer van de afgelopen periode wordt ons afgeraden de hele overschrijding van Peñalara te maken. Zo
Wandelen bij La Cabrera.
36 | HOOGTELIJN | SPANJE SPECIAL 2016
helpen we erosie op de scherpe kam na de top te voorkomen. Jammer, want de overschrijding zou ons over een mooie scherpe kam leiden, waarbij stijgijzers en pickel nodig zijn. We volgen het advies en stoppen het overbodige materiaal snel in de kofferbak. Daarna lopen we het eerste stuk door het naaldbos naar boven, terwijl lichte regen en een fijn zonnetje elkaar afwisselen.
Strijdtoneel Hoe hoger we komen, hoe opener het terrein en hoe verder het uitzicht over de Sierra de Guadarrama, een gebergte met geschiedenis. Deze regio was een belangrijk strijdtoneel in de Europese geschiedenis. In de middeleeuwen was dit een natuurlijke en weinig vreedzame grens tussen de islamitische en christelijke koninkrijken. Eeuwen later hakte Napoleon hier met een overmacht aan soldaten het Spaanse leger in de pan. En in juli 1936, aan het begin van de bloedige Spaanse burgeroorlog, gingen
rebellen en fascisten hier met elkaar op de vuist. Wat een contrast met vandaag, nu wij door vreedzame bossen en langs velden met klaprozen lopen. Hoewel, als de omgeving hogerop ruiger wordt en we door mistflarden over sneeuwvelden omhooglopen, horen we met wat fantasie in de verte het marcheren van soldaten en zacht wapengekletter. De graat naar de top is zo breed dat je er een regiment overheen zou kunnen voeren. Ook de refugio Zabala, vierhonderd meter onder de top, lijkt met zijn betonnen en granieten muren meer op een bunker dan een hut. Toch is ze in 1927 gewoon door Spaanse klimmers als schuilhut en weerstation gebouwd. Wij maken onze tocht vreedzaam en met redelijk weer af en rijden terug naar La Cabrera. Zodra we over de col bij het stadje naar beneden rijden, gaan alle sluizen open en plenst het hemelwater overvloedig over velden en wegen. We beginnen te snappen waarom het hier zo groen is.
Op weg naar de top van de Peñalara.
Klimmen rond Madrid
Patones telt honderden sportklimroutes in de zesde en zevende gr d Van de regen in de drup Na een dag vol regen en boulderen in de Madrileense hallen, lijkt het toch nog even droog te worden. Henry aarzelt niet en we rijden naar Lozoya, aan het Pinillareservoir. We hebben niet veel tijd, maar een rondje fietsen rond het meer moet lukken. Al snel knallen we over het gladgestreken pad en slalommen om de vele plassen heen. Optimistisch proberen we natte voeten te vermijden. Als we de aangeharkte weg verlaten, blijkt er de nodige uitdaging voor ons te liggen: een voetbreed weggetje slingert naar beneden, naar het stroompje, dat door de vele regen is uitgegroeid tot een flinke stroom met brede, modderige oevers. We moeten eroverheen en de enige manier is gaan en bidden dat je genoeg snelheid hebt om door de modder de overkant te halen. Dat levert bij iedereen natte voeten op. En het zorgt ervoor dat we vervolgens een stuk gemakkelijker door de plassen rijden. De pret kan nu echt beginnen. De rest van de trail voert ons langs zanderige oevers, weides in
Reis & Verblijf
Madrid ligt op 1750 kilometer rijden van Utrecht of tweeënhalf uur vliegen van Amsterdam. Een auto ter plekke is handig voor de afgelegen gebieden. De Sierra de Guadarrama ligt 40 kilometer ten noorden van de hoofdstad. Het gebied kent een aantal grote stuwmeren die Madrid van water voorzien. Van januari tot maart kun je er skiën, de zomer is geschikt voor watersport. De lente en herfst zijn het meest geschikt voor klimmen en boulderen. Wij verbleven in Hotel Mavi in La Cabrera. Qua ligging perfect, maar een leuk hotel of stadje is het niet echt. Voor meer sfeer kun je beter een appartement in de omgeving zoeken. Wel beschikt La Cabrera over een VVV met een zeer behulpzame medewerkster.
Boulderen
De routes zijn goed aangegeven.
bloei en nog een beekje of drie. Met natte voeten, een fris hoofd en benen van beton keren we tevreden huiswaarts: dit hebben we toch nog even meegepakt! De laatste dag van onze trip is grijs en troosteloos. De ruitenwissers van Henry’s auto maken overuren en zijn favoriete radiozender klinkt inmiddels bekend. Op weg naar het vliegveld zeggen we nog maar eens hoe jammer het is dat we die mooie route op El Mielo niet konden doen. Maar zo hebben we wel een mooie reden om nog eens terug te komen!
In de prachtige omgeving van La Pedriza vind je boulders op ruw graniet. De mooie gids – in de stijl van Bart van Raaij – telt 1864 problemen, maar dat is een fractie van wat er te boulderen is in het gebied. Het voor- en najaar zijn de beste seizoenen, omdat het erg heet is in de zomer en koud in de winter. Gidsje: Pedriza Boulder: guía de bloque-Madrid: 1864 bloques, R. Giralt Isern, 2012. ISBN: 8461577809, 9788461577804.
Sportklimmen
Patones is het sportklimgebied op een klein uur rijden van Madrid, met zachte kalkrots, van plaat tot dak. Er zijn dik 800 sportklimroutes, vooral in de zesde en zevende graad, die goed behaakt zijn en toegankelijk. De sector bij Pontón de Oliva is ook geschikt om kinderen mee naartoe te nemen en leent zich prima voor een picknick aan de rivier. Op de Mielo bij El Cabrera zijn een aantal multipitches te klimmen.
Mountainbiken & Trailrunnen
Het gebied is uitstekend geschikt om te mountainbiken, van zeer eenvoudig tot zeer technisch. Fietsen kun je huren in Lozoya. Trailrunnen is bijzonder populair in deze regio: lokale wedstrijden trekken grote aantallen deelnemers.
Watersport
De populairste activiteiten bij de Madrilenen spelen zich af op het water: kanoën en SUP’pen (Stand Up Paddling) zijn er populair.
Wintersport
Niet het eerste waar je aan denkt, maar de Guadarrama leent zich in de winter prima voor eenvoudige toerskitochten.
Bij slecht weer…
Ze zeggen dat elk weer buitensportweer is, maar mocht het te slecht zijn, of zijn de vingers aan rust toe, dan is er altijd Madrid met zijn stedelijke geneugten. Daar kun je trouwens ook de nodige boulderhallen vinden. Iets minder gelikt dan in Nederland (en zonder horeca!), maar prima voor regenachtige dagen. Voor de kleintjes is er zelfs een aparte boulderhal.
www.turismomadrid.es/en/
SPANJE SPECIAL 2016 | HOOGTELIJN |
37
Pad van 58 kilometer wandelen
de Volle Maan Het Sender de la Lluna Plena, het Pad van de Volle Maan, of korter de GR33, is een wandelroute in Valencia: 58 kilometer van Castelló de la Plana naar Sant Joan de Penyagolosa. Marcel Vos liep de meerdaagse trektocht voor het eerst met zijn zoon van elf. Een bijzonder vader-zoon-moment, met volle bepakking en dus alle vrijheid om hun wandeldagen zelf in te delen.
H
et Pad van de Volle Maan, Sender de la Lluna Plena in het Catalaans en ook wel GR33 genoemd, verbindt Castellón aan de Middellandse Zee met het ruige binnenland van Spanje. In een kleine 60 kilometer gaat het van de kust naar de Penyagolosa, met 1813 meter de hoogste berg van de regio Valencia. De route is al sinds de vroege middeleeuwen in gebruik bij pelgrims. Recentelijk hebben zich daar de deelnemers van een van Spanjes bekendste ultratrailevenementen bij gevoegd, die de route (of de dubbele
38 | HOOGTELIJN | SPANJE SPECIAL 2016
| TEKST MARCEL VOS | FOTO’S PELGRIMS DIPUTACIÓN DE CASTELLÓN
afstand) in één etmaal afleggen. Je kunt de GR33 in de lente of de herfst lopen als meerdaagse trektocht en prima combineren met een bezoek aan Valencia of Barcelona, of zelfs een strandvakantie.
Middeleeuwse wortels Al in de vroege middeleeuwen trokken de mannen van het dorpje Les Useres elk jaar naar het klooster van Sant Joan, prachtig gelegen op een hoogte van 1200 meter op de flanken van de Penyagolosa. Tot op de dag van vandaag wordt deze traditie in ere
en eten voor twee dagen op onze rug. In twee vrij forse dagmarsen bereiken we het klooster van Sant Joan. De derde dag gebruiken we om de Penyagolosa te beklimmen en door te lopen naar Lucena del Cid. De trekking is uit te breiden tot een langere route. In Sant Joan de Penyagolosa kruist de GR33 de GR7, het langeafstandpad dat van Tarifa in het uiterste zuiden de Middellandse Zeekust volgt tot Andorra in de Pyreneeën (en dat van daar via Frankrijk en Italië doorloopt tot in Hongarije). Een circulaire variant van zeven dagen verbindt onze route – GR33 tot Sant Joan de Penyagolosa – met de GR7 in zuidelijke richting naar Montesinos, en de GR36 weer terug naar de kust. In vergelijking met wandelgebieden in de Alpen of Pyreneeën zijn er weinig tot geen voorzieningen en het grote publiek heeft de route nog niet ontdekt. We komen vrijwel geen andere wandelaars tegen. Een verademing.
Intocht van de pelgrims Na een lange eerste dag van 35 kilometer komen we in Les Useres aan. Het dorp is in rep en roer: die nacht komen de pelgrims terug van hun tocht naar Sant Joan. De straten zijn bekleed met een smalle strook van klimopbladeren om de gemartelde voeten van de pelgrims te ontzien. De monnikspijen, Gregoriaanse zang, wierook en het kaarslicht maken de intocht tot een bijna mystieke ervaring.
Van alle vader-en-zoonreizen is deze wandeling de meest gedenkwaardige De tweede dag bereiken we tegen het vallen van de avond het klooster van Sant Joan de Penyagolosa. Een deel van het jaar doet het klooster dienst als berghut, maar als wij aankomen blijkt het gesloten. Een warme maaltijd zit er dus niet in. We zetten de tent op in het stuk van het dichte dennenbos dat daarvoor is bestemd. In deze tijd van het jaar is er verder niemand. Het is koud en we zijn moe. We eten de broodjes met longaniza, worst die we vanmiddag in Xodos kochten, kijken nog even naar een indrukwekkende sterrenhemel en vallen dan in een diepe slaap.
Bezoek aan een kluizenaar
gehouden. De pelgrimstocht bestaat uit ruim 50 kilometer door bergachtig gebied, met een overnachting in het klooster. De pelgrims gaan gekleed in het habijt van middeleeuwse monniken en zijn voorzien van een rozenkrans, een pelgrimsstaf en kaarsen. Ook nu nog legt een aantal van hen de tocht blootsvoets af.
Meerdaagse trektocht Het Pad van de Volle Maan vormt een prachtige meerdaagse trektocht. Ik liep de route voor het eerst met mijn zoon
Vincent van (toen) elf. We doen dat vaker: tijdens dit soort vader-en-zoon-reizen trekken we er samen op uit, dus zonder de dames in ons gezin. De GR11 was een van onze eerste reizen samen en van alle vader-en-zoon-momenten is dit de reis waar we het vaakst aan terugdenken. Om volledig autonoom te zijn en dus zelf te kunnen bepalen waar elke etappe eindigt, lopen we de tocht met een tent, matjes, slaapzakken, kleding voor alle temperaturen, minstens zes liter water
Op de ochtend van de derde dag gaan we op bezoek bij een kluizenaar. Tegenwoordig ontmoeten we nog maar weinig pelgrims of kluizenaars, dus de jonge Vincent is erg onder de indruk. De kluizenaar woont al acht jaar in het open gedeelte van het klooster, met niet meer bezittingen dan wat kleding, dekens en een rudimentair keukentje. Ik merk dat die jaren hun tol hebben geëist als het gaat om de persoonlijke hygiëne, maar de man is erg vriendelijk. Hij nodigt ons zelfs nog uit voor koffie en chocolademelk, een indrukwekkend gebaar van iemand die helemaal niets heeft.
Op de top van de Penyagolosa Vanaf het klooster klimmen we in een paar uur naar de top van de Penyagolosa. De klim door de Barranco de la Pegunta is adembenemend. Enorme dennen. Op de top is het koud, maar wat een uitzicht! Waar je ook kijkt zien we een vrijwel leeg landschap.
SPANJE SPECIAL 2016 | HOOGTELIJN |
39
Sender de la Lluna Plena Reis
Het Sender de la Lluna Plena (Pad van de Volle Maan) ligt in Oost-Spanje, op de grens van Valencia en Catalonië. Het startpunt Castellón ligt op 1800 kilometer rijden vanaf Utrecht. Je kunt ook met het openbaar vervoer reizen: de comfortabele Euromed brengt je in één uur vanuit Valencia naar Castellón, of in twee uur vanuit Barcelona. Vanaf het eindpunt kunnen trekkers terugkeren naar Castellón met het openbaar vervoer. Vanuit Vistabella del Maestrat gaan enkele bussen terug naar Castellón. Daarnaast kun je kiezen voor een vlucht naar Barcelona of Valencia.
Route
Paden van klimop ontzien de gemartelde voeten van de pelgrims.
Behalve in de onmiddellijke omgeving van een aantal kleine dorpen is het gebied rond de Penyagolosa vrijwel onbewoond. Kale pieken, dichtbeboste dalen en verder niets. Ons eigen stukje Yukon Territory in West-Europa! In het oosten zien we de zee, waar we twee dagen geleden vertrokken. Hemelsbreed 50 kilometer verderop liggen de appartementencomplexen van de Costa.
Anderhalve marathon Een heel andere manier om het Pad van de Volle Maan te verkennen is de Marató i Mitja, MiM voor insiders. Deze ultratrail, een van de oudste van Spanje, wordt elk jaar in mei gehouden. Behalve de anderhalve marathon van 63 kilometer, die vrijwel overeenkomt met de GR33, is er ook nog de mogelijkheid om de dubbele afstand te lopen. Beide wedstrijden leveren punten op voor het nationaal kampioenschap en kwalificeren voor de Ultra Trail du Mont Blanc. De sport nam de laatste jaren een grote vlucht in Spanje. Elk jaar zijn er veel meer inschrijvingen dan het maximale aantal deelnemers (1500 voor de race over 63 kilometer en 500 voor de dubbele afstand). Een loting bepaalt wie mag deelnemen. In 2015 was ik een van de gelukkigen. In dat jaar was de hitte, met temperaturen boven de 30 graden, onze grootste vijand: van de 2000 deelnemers slaagde iets meer dan de helft erin de afstand binnen de reglementaire tijd af te leggen. Ik redde het net: als 1073e kwam ik na dertien uur en zes minuten over de finish, net op tijd om de winnaar van de race over de dubbele afstand binnen te zien komen...
40 | HOOGTELIJN | SPANJE SPECIAL 2016
Het Sender de la Lluna Plena is goed gemarkeerd en in de catalogus van Europese lange-afstandspaden opgenomen als GR33. Wel is aan te raden een goede topografische kaart van het gebied mee te nemen en een boekje met enkele zinnetjes Spaans of Catalaans kan erg nuttig zijn. De route biedt een prachtige meerdaagse trektocht van de Middellandse Zeekust door het ruige en dunbevokte binnenland van Castellón naar de 1800 meter hoge top van de Penyagolosa, en is nog niet door het grote (wandel)publiek ontdekt.
Accommodatie
Trekkers kunnen overnachten in dorpjes langs de route. Borriol, Les Useres en Xodos bieden een beperkt aanbod aan bed and breakfasts en kleine hotels. Het klooster van Sant Joan de Penyagolosa is een deel van het jaar open als bemande hut, met overnachtingen en maaltijden. De rest van het jaar biedt het een spartaans onderkomen. Je kunt er ook kamperen, mits je een vergunning hebt aangevraagd.
Landschap
Castellón ligt aan de Middellandse Zee en heeft brede zandstranden met palmbomen. Het binnenland van de gelijknamige provincie is een van de meest bergachtige gebieden van Europa. Naarmate het Sender de la Lluna Plena verder het binnenland binnendringt, ontwikkelt
de aanvankelijk typisch mediterrane begroeiing zich tot een landschap dat niet zou misstaan in het hooggebergte. Bij het verlaten van Castellón overheersen dennen en steeneiken. Het hart van de provincie – l’Alt Maestrat – is een ruig en dunbevolkt gebied. Lage coniferen houden zich met moeite staande in de koude winters en droge zomers. Het natuurgebied op de flanken van de Penyagolosa heeft dichte naaldwouden.
Klimaat
Het klimaat varieert met de hoogtemeters. Omdat de eerste helft van de tocht overdag behoorlijk heet kan zijn, is het beste seizoen de lente of de herfst. In de zomermaanden, vooral juli en augustus, kun je eigenlijk alleen in de vroege ochtend en late avond lopen, en eventueel ’s nachts. Het heetst van de dag kun je het best in de schaduw doorbrengen. In de winter is de Penyagolosa bedekt met een laag sneeuw, dus vergt de beklimming dan enige voorbereiding. Maar ook in de lente en herfst zakt de temperatuur ’s nachts tot onder het vriespunt.
Anderhalve marathon
Voor de ongeduldigen is er de ultratrail Marató i Mitja, waarbij ze het 63 (of 118) kilometer lange traject in maximaal 15 uur kunnen rennen. Deze anderhalve marathon wordt georganiseerd door Penaygolosatrails. Je kunt je inschrijven via penyagolosatrails.com.
www.turismodecastellon.com
Mountainbiken in de Pyreneeën
Rock& Ro Het is acht uur in de ochtend als we La Puebla de Roda uitfietsen. Nog voor ik het dorp achter me heb gelaten, zitten de eerste modderspetters al op mijn gezicht. Ik zie een stevig paar kuiten in een lekker tempo doortrappen en probeer ze gemotiveerd bij te houden. Kronkelend door het hoge natte gras, langs honderden klaprozen en via een oud bruggetje duiken de kuiten het donkere bos aan de voet van de eerste klim in.
TEKST EN FOTO’S MIRTE VAN DIJK | SPANJE SPECIAL 2016 | HOOGTELIJN |
41
gedraai met mijn benen werkt inmiddels hypnotiserend en de hobbelige ondergrond verplaatst zich langzaam maar gestaag onder mijn fietsbanden door als ik in een regelmatig tempo omhoog trap. Daar waar de route op een brede asfaltweg begon, zal hij eindigen op een kronkelweggetje in El Pont de Suerte. Ik klim naar de eerste afdaling. Wat een mooie paradox. Op het moment dat ik denk dat ik de kuiten uit het oog ben verloren, zie ik ze langs een sneeuwveld trappen. Sneeuw! Aragón bewijst elke kilometer opnieuw dat ze hoog op ieders verlanglijstje zou moeten staan. De grindpaadjes dwars door felgroen gekleurd bos hebben plaatsgemaakt voor een modderige klim op weg naar de Prat de Estaso Pass, letterlijk het hoogtepunt van de dag dat op bijna 1700 meter ligt. Op de bijzondere wisselwerking tussen het gevarieerde rotslandschap, het uiteenlopende struikgewas en de fantastische vergezichten mag menig land jaloers zijn.
Lekke banden? Sneeuw en modder gaan over in een smal rotspad op weg naar een enorme grasheuvel, de Prat de Estaso Pass. De kuiten liggen daar al in het gras, terwijl ik de laatste honderd meter naar de rustplek puffend afleg. Het voelt alsof mijn fiets twee lekke banden heeft, zo traag ga ik omhoog. “Het toppunt moet nog komen!” zegt het gezicht dat bij de stevige kuiten hoort als ik bijna boven ben. Heel even ben ik verward en in paniek. Toppunt? Hoe noem je deze enorme klim naar de pas dan? Maar dan valt het kwartje. Hij heeft gelijk. Elke kilometer die we afleggen, is een kilometer dichterbij ons einddoel, zowel geestelijk als fysiek. En dat die kuiten die urenlang mijn motivatie waren nu al languit in dat heerlijke gras liggen, terwijl ik nog vecht met de laatste hoogtemeters is slechts een extra uitdaging. Het toppunt dat ons nog te wachten staat, is tegelijk onze beloning: de afdaling. Een stukje door het pittoreske El Pont de Suert.
I
n het grote dennenbos loopt een van de vele mountainbikeroutes die de provincie Aragón in haar overweldigende berglandschap verborgen houdt. Hoewel de routes duidelijk aangegeven staan, is Aragón een nog onontdekte regio in de Pyreneeën. En dat is verrassend, gezien de uitdagende hoeveelheid activiteiten.
Vijf dagen rollen Deze vijfdaagse mountainbiketocht, een warming-up van achttien kilometer en 400 hoogtemeters in het avondzonnetje rond het hotel meegerekend, start in het pittoreske Perarrua. Het dorpje is nauwelijks op de kaart te vinden, maar ligt aan de voet van de bergen en is daarmee een goed uitgangspunt voor veel fietsroutes. Na deze vijf dagen hebben we ruim 200 kilometer gefietst, rond de 4200 hoogtemeters afgelegd en elf dorpjes doorkruist. Ons eindpunt is Llanos del Hopital in Benasque, daar waar de weg letterlijk ophoudt en de grens met Frankrijk loopt. De eerste etappe eindigt in La Puebla de Roda, zo’n 40 kilometer verderop. Het niveau van deze route kan uiteenlopen van 900 tot 1300 hoogtemeters en is daarmee gevarieerd genoeg voor iedere sportieve fietser. Dit geldt eigenlijk voor elke etappe in deze tocht. Na La Puebla de Roda fietsen we via El Pont de Suerte naar Castejón de Sos, etappes tussen de 38 en 42 kilometer met een gemiddelde van 1200 hoogtemeters. Ik fiets nog altijd achter de stevige kuiten aan. Hoewel ze een stuk verder aan de horizon voor mij trappen, houdt het me gefocust en gemotiveerd om ze niet uit het oog te verliezen. Dat frequente
42 | HOOGTELIJN | SPANJE SPECIAL 2016
Downhill Na een korte pauze, heel veel foto’s, het inademen van de frisse berglucht, de warme zonnestralen op mijn gezicht en een korte check-up van mijn fiets is het tijd om af te dalen. De grasheuvel ziet er aangenamer uit in de tegenovergestelde richting en mijn wielen rollen steeds sneller over het smalle zandpad naar beneden. De kuiten hadden gelijk: dit is het absolute toppunt! Zand gaat over in gras, gras in modder en modder verandert in stenen. Grote stenen. Rollende stenen. Ik knijp in mijn rem in de
De grasheuvel ziet er aangenamer uit in tegenovergestelde richting.
zand g t over in gras, gras in mo er en mo er verandert in stenen De kuiten manoeuvreren geoefend tussen de rotsblokken door.
hoop de fiets iets beter onder controle te houden. Met slippende banden en stuiterende wielen manoeuvreer ik tussen de rotsen door en het lijkt inmiddels meer op down-hillen dan mountainbiken. Mijn armen zijn gespannen en mijn blik is gefocust terwijl ik met brandende bovenbeenspieren naar beneden rol. Het voelt alsof er uren voorbij zijn gegaan wanneer ik de spanning kan loslaten op de kronkelweg naar het dorp. Snelheid omhoog, hartslag naar beneden. El Pont de Suerte ligt aan mijn wielen. Aragón heeft zich bewezen. Dit was absoluut rock en rollen.
Mountainbiken in de Pyreneeën Regio
In de Spaanse regio Aragón is het mountainbiken een geliefde bezigheid. De tracks worden goed onderhouden, de routes staan duidelijk aangegeven en er is voldoende variatie tussen enduro, rally en marathon. In deze regio heb je drie organisaties die je accurate informatie kunnen geven en waar je een gids kunt huren. Kijk voor meer informatie op puropirineo.com, bttpirineo.com en bttpirineosaltogallego.com.
Overnachten
Onderweg vind je diverse hotels en campings. Er zijn tientallen mountainbikeroutes waarbij het start- en eindpunt op dezelfde plek liggen. Ben je avontuurlijk onderweg met je toerfiets of fiets je graag meerdere etappes, dan kun je via Centro BTT Alto Gallego een shuttlebus regelen. Kijk voor meer informatie op spain.info, turismode-aragon.com en bttpirineosaltogallego.com.
redelijk en is het gebruik van taxibusjes aantrekkelijk. Ga je met de auto, dan zit je ongeveer vijftien uur en 1450 kilometer achter het stuur. Welke manier van reizen je ook kiest, het is absoluut de moeite waard.
Ook leuk
Tussen het rock en rollen door kun je je ook vermaken op vele via ferratas verspreid over Aragón en Catalonië. Een van de meest indrukwekkende beklimmingen is de Cali del Moli. Zie deandar.com. Voor de fanatieke mountainbiker is er nog de Trans Nomad, de allereerste mountaineering mountainbike race van Spanje. Hoewel het meer een trip dan een race is, moet je fysiek en technisch goed getraind zijn om de ruim 2600 meter hoge top te kunnen bereiken. De eerste editie van de Trans Nomad vindt plaats tussen Castejón de Sos en Bielsa, heeft plek voor zestig mountainbikers. Kijk voor meer informatie op trans-nomad.com.
Reis
Toegegeven: het is een hele trip naar de Spaanse Pyreneeën. Toch doen de regio’s er alles aan om het zo bereikbaar mogelijk te maken. Zo zijn er dagelijks vluchten van diverse locaties naar Barcelona en Toulouse, is de prijs van een huurauto zeer
www.turismodearagon.com www.facebook.com/TurismodeAragon Twitter: @aragonturismo
SPANJE SPECIAL 2016 | HOOGTELIJN |
43