NVDO Onderhoudskompas 2016/2017

Page 1

Na het wereldwijde succes van VDM:

Tijd voor vernieuwing Wat is de toekomst van onze verouderende industrie, als deze niet vervangen kan worden, maar wel moet concurreren met jonge fabrieken uit opkomende landen? Het antwoord is Value Driven Maintenance & Asset Management, kortweg VDMXL. Wilt u weten wat VDMXL voor u kan betekenen? Bestel het nieuwe boek van Mark Haarman en Guy Delahay.

www.mainnovation.com

NVDO ONDERHOUDSKOMPAS 2016/2017 VISIE, TRENDS EN ONTWIKKELINGEN IN DE NEDERLANDSE ONDERHOUDSMARKT

NVDO NVDONVDONVDONV ONDERHOUDSKOMPAS ONDERHOUDSKOMPASON Visie, Trends en Ontwikkelingen in de Nederlandse Onderhoudsmarkt.

N O

W Z INCLUSIEF VISIEDOCUMENT

‘OPERATIONAL EXCELLENCE IN PERSPECTIEF’

Cover.indd 1

2016/2017 01-11-16 13:30


Flexibele & gebruiksvriendelijke maintenance management software

CAN YOUR REPUTATION BECOME OUR RESPONSIBILITY? Vinçotte Nederland levert als onafhankelijke inspectieen keuringsinstelling diensten op het gebied van veiligheid, kwaliteit en milieu, zoals Niet-destructief onderzoek en inspecties. Onze expertise omvat onder meer de controle van de integriteit van constructies, installaties, machines, apparaten en gebouwen en diensten rond arbeidsomstandigheden. Projecten die wij o.a. uitvoeren zijn de inspecties tijdens de nieuwbouw van energiecentrales en LNG terminals, stops op chemische plants en raffinaderijen en diverse projecten als onderaannemer voor De Nederlandse Gasunie voor NDO bij aanleg en modificaties van het ondergrondse hoge druk leidingnetwerk. Bij Vinçotte Nederland werken meer dan 100 technische deskundigen. Naast de hoofdvestiging te Breda hebben we ook kantoren te Rotterdam, Terneuzen en Akersloot én logistieke steunpunten in het hele land. Vinçotte Nederland maakt deel uit van de internationale groep Vinçotte, die met zijn meer dan 2500 medewerkers een kenniscentrum vormt en wereldwijd in 17 landen vestigingen heeft.

Uitgebreide HSE-suite

Mobiel werken met app Ultimo GO

Lite-versie voor kleine TD

Abonnement (SaaS) mogelijk

+ Meer structuur in onderhoud, efficiënter werken en meer besparingsmogelijkheden + Betere mogelijkheden voor heldere rapportering richting stakeholders + Eenvoudiger compliant zijn aan de geldende wet- en regelgeving

Vinçotte Nederland is uw partner gedurende elke fase van uw project en voor elk onderdeel van uw installatie. Onze diensten ondersteunen u vanaf het ontwerp tot de gebruiksfase. Samen voegen we waarde toe aan uw project, uw mensen en uw installaties.

U mag gerust zijn. Vinçotte vinkt het voor u af.

www.ultimo.com Veiligheid, kwaliteit en milieuvriendelijkheid Met onze inspecties, testing, certificatie en opleidingen bieden wij alle oplossingen onder één dak om u en uw omgeving veiligheid, duurzaamheid en kwaliteit te garanderen en te zorgen dat uw investeringen renderen.

vincotte.nl // follow us on

YOUR REPUTATION IS MINE.


INHOUD Voorwoord 7

NVDO Onderhoudskompas 2016/2017 Uw koers door het kompas 10 Verantwoordingsparagraaf 12 Trends binnen de Nederlandse onderhoudssector 17 Trends per sector 28 Feiten en cijfers 32 Functiehuis 44 Samenvatting NVDO Onderhoudskompas 50 Summary NVDO Maintenance Compass 52 Review visiedocument 2011: Infra Review visiedocument 2011: Procesindustrie Visiedocument ‘Operational Excellence in Perspectief’ Opties voor de NVDO als branchevereniging

54 64 78 94

Vensterartikelen Amandus Lundqvist, boegbeeld Topsector High Tech Systemen en Materialen 74 Jenne van der Velde, topmanager asset management bij Rijkswaterstaat 102 Bijlagen Bijlage 1 (uitleg sectoren) Bijlage 2 (verklarende woordenlijst) Bijlage 3 (Brexit en de onderhoudsmarkt) Bijlage 4 (stuurgroep- en klankbordgroepleden)

96 97 100 101

Colofon Het NVDO Onderhoudskompas 2016/2017 is een uitgave van de NVDO, de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud Lange Schaft 7G 3991 AP Houten Tel. 030 6346040 www.nvdo.nl info@nvdo.nl

Redactie: Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager Korik Alons, Accenture Strategy Consulting, Jiri Hartog en Hein Veld, Uitgeverij Lakerveld Media-adviseur Remco Rooij 070-3364680 +31 6 53 22 08 22

Uitgever Uitgeverij Lakerveld J.C. van Markenlaan 3 2285 VL Rijswijk Tel. 070 3364600 www.europoortkringen.nl klantenservice@lakerveld.nl

Eerste druk 2016/2017 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de NVDO.

Het Onderhoudskompas -  3


Praktijkcase

VAN REACTIEF NAAR PROACTIEF ONDERHOUD UITDAGINGEN IN DE INDUSTRIE MET BETREKKING TOT ONDERHOUD VEREISEN BEWEZEN OPLOSSINGEN EN BEST PRACTICES DIE OOK ECHT WERKEN. MET STORK PERFORMANCE MAINTENANCE BIEDT STORK EEN AANPAK WAARMEE ONZE ONDERHOUDSKENNIS EN PRAKTIJKERVARING WORDEN GEKOPPELD AAN DE DOELSTELLINGEN VAN ONZE KLANTEN.


Spend (k€) maintenance per quarter

UITDAGING

In 2012 neemt Stork het totale onderhoud, management én uitvoering, over bij een middelgrote oudere olieterminal. Dit inclusief de aansturing van circa 150 subcontractors: van steigers tot schoonmaak. Het onderhoud is op dat moment reactief en ongestructureerd. Het wordt getypeerd als “brandjes blussen”. Dit uit zich in onvoorspelbaarheid van werkzaamheden, grote hectiek, oplopende kosten en een hoog personeelsverloop en ziekteverzuim. De uitdaging is om het onderhoud een bijdrage te laten leveren aan de doelstellingen van de terminal: veilige en compliant operatie met een optimale beschikbaarheid van de terminal tegen voorspelbare kosten.

OPLOSSING

Na een grondige analyse van de werkprocessen én de cultuur op de terminal heeft Stork stapsgewijs wijzigingen doorgevoerd. Uitgangspunt was om de onderhoudsorganisatie te wijzigen van ‘reactief’ naar ‘planmatig’. Hiervoor is een maintenanceplan opgesteld en zijn heldere ‘workflows’ ingericht, waarop de organisatie is aangepast. Zo is er een strikte scheiding van taken ingevoerd tussen werkvoorbereiding en uitvoering, en zijn de werkstromen voor storingen en planmatig werk gescheiden, waardoor het planmatig werken niet verstoord kan worden door de binnenkomende “brandjes”. De planning van het onderhoud wordt afgestemd op de planning en bezetting van de steigers en

Thousands

Een praktijkvoorbeeld: 2000 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0

Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 2012 2012 2013 2013 2013 2013 2014 2014 2014 2014 2015 Actual spend

tanks. Omdat Stork niet alleen de aansturing verzorgt, maar ook een groot deel van de techniek uitvoert, is er voldoende kritische massa voor een volledige cultuuromslag. Dit proces wordt gestuurd en gerapporteerd naar de klant aan de hand van eenduidige KPI’s, die worden gevolgd in een dashboard, met criteria over techniek, kosten, HSSEQ, medewerkers en klanttevredenheid.

RESULTAAT

Na drie jaar is een enorme vooruitgang geboekt. Er heerst rust; er is een stabiele organisatie met grote voorspelbaarheid en voornamelijk gepland onderhoud. Enkele KPI’s: • Stijging van de Hands on ToolTime met 11% • Daling van de backlog met 32% • Daling van het aantal storingen met 27% • Kostenreductie van >20% Het onderhoud heeft een nieuw ‘level’ bereikt. Terminaldirectie en Stork zijn nu in gesprek over ‘the next level’ in Stork Performance Maintenance: proactief onderhoud, leidend tot hogere prestaties van de installaties, met een bijbehorend prestatiecontract voor het onderhoud. Meer weten over Stork Performance Maintenance?

Focus Asset performance  Focus effectiveness  Excellence Focus efficiency  Proactive

Level

Planned Reactive Degradation

Repair before defect occurs

Repair after defect

No Repair

Growth direction

Linear (Actual spend)

Not just repair but improve

Not just repair but improve

Van Deventerlaan 121 3528 AG UTRECHT 088 - 08 91 000 www.stork.com Maries.vanAert@stork.com



VOORWOORD

V

oor u ligt het NVDO Onderhoudskompas met daarin opgenomen het Visiedocument ‘Operational Excellence in Perspectief’.

Waar in de vorige trendanalyse ‘Operational Excellence’ nog op nummer één stond van de Top 10 Trends, zien we nu dat ‘Aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance’ de grootste aandacht van onze maintenancesector heeft. Ondanks dat feit wijzen wij u in deze editie van de serie NVDO Onderhoudskompassen op het nut en de noodzaak van Operational Excellence. Het geeft u handvatten om hiermee zelf aan de slag te gaan.

De grootste verrassing in de Top Tien Trends is de positie die ‘Schaarste aan technisch geschoold personeel’ inneemt. Mogelijk heeft dit te maken met het feit dat er steeds meer hbo- en wo-studenten kiezen voor een technische studie, maar dat er op lagere niveaus onvoldoende instroom is. Ondanks de enorme vraag naar technisch personeel, de baanzekerheid en de financiële steun vanuit het kabinet om techniekonderwijs te stimuleren, is de ontwikkelingsgang van starters mager. Om de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt te verbeteren is vanuit de overheid het ‘Techniekpact’ gesloten met onderwijsinstellingen en werknemersorganisaties.

Desondanks zijn technische studies niet populair onder de jongeren. Om het probleem aan te pakken worden meerdere

oorzaken beschouwd, zoals de relatief dure technieklessen. Het aantal gegeven techniekuren loopt steeds meer terug omdat scholen zelf mogen kiezen hoe de samenstelling van het onderwijs eruitziet als het gaat om technische vakken. Het tekort aan technisch geschoold personeel loopt op en vormt ook zeker een probleem in de onderhoudssector. Daarom zoeken bedrijven naar oplossingen, zoals het zelf opleiden van studenten die een vmbo-diploma hebben gehaald. Technisch zeer gespecialiseerde bedrijven hebben het nog moeilijker en wijken uit naar het buitenland.

Het lijkt erop dat we beter om kunnen gaan met de verouderende asset base in ons land. Vorig jaar had dit nog onze volledige aandacht, nu zien we dat de trend van een vierde naar een zevende positie is gedaald. Het merendeel van de Nederlandse fabrieken, infrastructuur en rollend, vliegend en varend materieel nadert het einde van de levensduur. Vervanging ligt voor de hand, maar het kan interessanter of noodzakelijk zijn om de bedrijfsmiddelen langer in bedrijf te houden. Zeker in een economisch klimaat waarin nieuwe investeringen vaak worden uitgesteld of volledig worden geschrapt.

De NVDO (Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud) focust zich meer en meer op de keten asset management, waarin Maintenance een centrale en cruciale functie heeft. Wij zoeken daarin meer en meer de synergie met nieuwe stakeholders. Denk

Het Onderhoudskompas

-

7


daarbij aan de logistieke sector, investeerders, human resources en anderen. Ook het NVDO Onderhoudskompas zal zich vanaf 2017 meer op de volledige keten concentreren.

Dit NVDO Onderhoudskompas (inclusief reviews Infra en Procesindustrie), bied ik u met trots aan en ik vermeld daarbij dat deze editie tot stand is gekomen in samenwerking met NVDO-partner Accenture.

Met dit Onderhoudskompas geeft de NVDO een duidelijke richting voor het ontwikkelen van kennis over de Nederlandse onderhoudssector. De waarde van het Onderhoudskompas is meervoudig. Ten eerste bieden de resultaten belanghebbenden een goede kijk in de keuken van de brede en pluriforme markt van beheer en onderhoud. Vervolgens gaat het in op relevante marktontwikkelingen en trends. Bovendien vormt dit kompas een leidraad voor bedrijven die een beter beeld willen krijgen van de markt waarin zij actief zijn om zo de groeikansen die hierin opgesloten liggen, nog beter te benutten. In de presentatie van de verschillende strategische opties voor onderhoudsbedrijven en -afdelingen is, zoals gebruikelijk in het NVDO Onderhoudskompas, gebruikgemaakt van de analogie van het type onderhoudsbedrijf of -afdeling, uitgaande van drie focusgebieden. Dat zijn efficiency, kennis & innovatie en de klant. De markt voor beheer en onderhoud is een brede markt, die een dwarsdoorsnede vormt van een groot aantal sectoren en branches.

Tijdens het onderzoekstraject hebben fantastisch veel vertegenwoordigers uit de onderhoudssector met veel inzet en enthousiasme meegewerkt aan 8 - Het Onderhoudskompas

het opstellen van de toekomstscenario’s. Ook de enquête, die in het kader van dit onderzoek is uitgezet, mocht op een ongekend hoge respons rekenen. Dat zou niet mogelijk geweest zijn zonder de buitengewone inzet van velen. Ik wil dan ook alle personen die op enigerlei wijze aan deze vijfde editie van het NVDO Onderhoudskompas hebben bijgedragen, hartelijk danken voor hun inzet. De resultaten van hun inspanningen zijn terug te vinden in deze publicatie. Ik ben er zeker van dat de boodschap u zal inspireren om uw visie op de toekomst vorm te geven en om te zetten in een effectieve strategie. Bas Kimpel Voorzitter NVDO


• MELD NU • BESTEL DE B AAN, R • OF INFORME OCHURE, ER NAAR MAATWER KIJK OP WWW.C K OF BEL 088 48 VNT.NL 1 8888

en Deze opleiding gen in en br te in zijn elorde deeltijd bach tuigk er opleiding W . bouwkunde r de Informeer naa . n de he mogelijk

Waardecreatie door goed onderhoud pOst-MbO ONDERhOuDstEchNiEK pOst-hbO ONDERhOuDstEchNOlOgiE pOst-hbO ONDERhOuD EN MANAgEMENt MAstER Of ENgiNEERiNg iN MAiNtENANcE AND AssEt MANAgEMENt


KOERS DOOR HET NVDO ONDERHOUDS KOMPAS 2016 Het NVDO Onderhoudskompas 2016 geeft door middel van trends, visies, feiten en cijfers een beeld van de Nederlandse onderhoudsmarkt in 2016. Om een duidelijk beeld te krijgen van de onderhoudsmarkt, helpt het om inzicht te krijgen in de belangrijkste ontwikkelingen door de feiten en cijfers te bekijken. Doordat deze ontwikkelingen al meerdere jaren door de NVDO worden onderzocht kunnen er patronen worden gevonden.

I

n dit onderhoudskompas vindt u allereerst de belangrijkste trends die impact hebben op de onderhoudssector. Daarna volgt de analyse van de feiten en cijfers. Hierbij zijn de volgende drie categorieën onderscheiden: Markt, Personeel en Prestatie. Markt Het NVDO onderhoudskompas geeft met de analyse een globaal beeld van de onderhoudsmarkt anno 2016. Dit is omschreven door de ontwikkelingen in totale onderhoudsuitgaven en het aantal medewerkers actief in de onderhoudsmarkt te presenteren. Ook wordt omschreven wat de groei (in omzet en budget) per sector is en wat de verwachtingen voor de toekomst zijn. Personeel Een groot onderdeel in de algemene analyses van het NVDO Onderhoudskompas is het personeel. De rollen binnen een onderhoudsorganisatie worden verder toegelicht in het hoofdstuk over het Functiehuis. In dit hoofdstuk worden verschillende rollen, gemiddelde salarissen en opleidingsniveaus omschreven. In de feiten en cijfers over het personeel wordt dieper ingegaan op de ontwikkelingen in de samenstelling van het medewerkersbestand (onder andere aantal vrouwen en flexwerkers). Ook wordt bij het hoofdstuk Personeel inzichtelijk gemaakt waar er schaarste of behoefte aan kennis is.

10 - Het Onderhoudskompas

Prestatie De NVDO heeft al een aantal jaar de feiten en cijfers over de prestatie van onderhoudsmarkt verzameld vanuit haar achterban. Deze cijfers laten zien hoe de onderhoudssector haar budgetten verdeelt en hoeveel geplande en ongeplande downtime er is. In het onderhoudskompas wordt onderscheid gemaakt tussen vier rollen: de asset owner, de adviseur/inspecteur, de onderaannemer en de dienstverlener. Deze rollen worden gebruikt om verantwoordelijkheden omtrent innovatie te omschrijven. Als laatste kijken we onder meer naar de tevredenheid over contracten tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers. Na de feiten en cijfers vindt u de visiedocumenten: • De review van het visiedocument uit 2011 over de Infrasector • De review van het visiedocument uit 2011 over de Procesindustrie • Het visiedocument 2016 Operational Excellence in perspectief


Het Onderhoudskompas -  11


VERANTWOORDINGSPARAGRAAF

NVDO ONDERHOUDS KOMPAS 2016 Naast de opties voor de totale achterban, bestaande uit zo’n 300.000 onderhoudsprofessionals met een omzet van 30-35 miljard euro, is er op basis van de toekomstvoorstellingen van beheer en onderhoud en/of asset management, tevens een aantal strategische opties voor de NVDO als branchevereniging te onderscheiden. Deze strategische opties zijn telkens in het NVDO Onderhoudskompas opgenomen en deze paragraaf is bedoeld ter verantwoording daarvan. Kennis delen over contracten met onderaannemers tussen sectoren Citaat: Uit de cijfers van het Onderhoudskompas blijkt dat er ontevredenheid heerst over de contracten met onderaannemers. Een oorzaak is het feit dat de belangen niet gelijkgestemd zijn. De NVDO zou kunnen zorgen voor het identificeren en verzamelen van de best practices en do’s and don’ts rond prestatiecontracten. Vanaf 2016 onderzoekt de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud met haar Sectie Suto jaarlijks thema’s binnen Prestatiemanagement. Dat doen wij aan de hand van de Suto Benchmark Prestatiemanagement waarin nauw wordt samengewerkt met technische universiteiten, de achterban, relevante stakeholders en Accenture. Net zoals in het NVDO Onderhoudskompas, zoomt de Suto Benchmark in op sectorspecifieke kenmerken maar dan met betrekking tot prestatie- en innovatiemanagement. Deel I van het onderzoeksprogramma in dit onderzoeksjaar; Samenwerking met Universiteit Utrecht. Twee vraagstukken worden nader onderzocht. Strategische trends? Wat is onze visie op de belangrijkste trends en ontwikkeling met betrekking tot het prestatie en ontwikkelvermogen van de Nederlandse industrie (herhaling Survey 2012 en 2014)?

12 - Het Onderhoudskompas

Impact van strategie en prestatiemaatstaven (KPI’s) op performance management.

Deel II van het onderzoeksprogramma in dit onderzoeksjaar; Samenwerking met Universiteit Tilburg. Twee vraagstukken worden nader onderzocht: Wat zijn de bepalende factoren van relatiekwaliteit en hoe kan dit bijdragen aan prestaties in asset management? Wat is er nodig om relatiekwaliteit te verbeteren?

In 2016 verschijnt het visiedocument PrestatieManagement waarin de onderzoeksresultaten worden gepubliceerd. Daarbij worden trends opgenomen, een visie geformuleerd en conclusies getrokken.

Vergroten kennis over life cycle costing Citaat: De NVDO kan bijdragen aan het dissemineren van kennis over Life Cycle Costing (LCC). In het kader van de samenwerking, zowel intern binnen de NVDO Secties en Kringen, maar ook extern, hebben de NVDO Secties Onroerend Goed en Techniek elkaar gevonden. In gezamenlijkheid wordt aandacht besteed aan de disseminatie van LCC in een fysieke bijeenkomst die geheel in het teken staat van tactisch beheer in asset management. Daarnaast besteedt de vereniging


ruimschoots aandacht aan de (on)mogelijkheden van LCC in haar portfolio van de Maintenance Academy.

Uitbreiden maatschappelijke functie vanuit onderhoud Citaat: De NVDO, als maatschappelijk gerichte organisatie, zou hier het voortouw in kunnen nemen en bedrijven hierin kunnen stimuleren. De eerste voorbereidingen zijn getroffen! BIEN staat voor Beschermvrouwe Industrieel Erfgoed Nederland. Bij het ter perse gaan van dit NVDO Onderhoudskompas, zijn overleggen gaande met diverse initiatieven die het industrieel erfgoed in ons land ondersteunen of op een andere manier een warm hart toe dragen. De NVDO zal zich vanaf 2017 opwerpen als Beschermvrouwe, samen met haar achterban en mogelijke andere stakeholders.

Vergroten van kennis over Operational Excellence Citaat: Lean Six Sigma trainingen, gefaciliteerd door de NVDO, zouden kunnen bijdragen aan een versnelde efficiëntieverbetering binnen de onderhoudssector. De NVDO heeft deze aanbeveling in het Onderhoudskompas ter harte genomen. Operational Excellence wordt in perspectief geplaatst door: • Aandacht tijdens fysieke bijeenkomsten; • Nieuwe training in het portfolio Maintenance Academy; • Onderzoek kengetallen, trends en visie in het Visiedocument ‘Operational Excellence in Perspectief’, hetgeen in deze editie van de serie NVDO Onderhoudskompassen is opgenomen. Het Onderhoudskompas -  13


Vergroten bewustzijn op het gebied van duurzaamheid Citaat: De NVDO kan helpen door actief goede voorbeelden te delen en wellicht een seminar te organiseren over energiebewuste onderhoudsoplossingen. • De NVDO is initiatiefnemer van Energie Verenigd (www.energieverenigd.nl). Daar worden best practices gedeeld en vindt jaarlijks het congres ‘Maintenance for Energy’ plaats; • NVDO is voor het zesde jaar partner in het Platform Duurzame Huisvesting; • Op de NVDO-website is een speciaal ‘Energie’-deel ingericht met alle actualiteit als het gaat om ontwikkelingen rond energie die effect hebben op de onderhoudssector. Vergroten van kennis en ondersteunen bij het opstellen van lange termijn businessbeslissingen Citaat: Omdat de onderhoudsorganisatie gezien wordt als kostenpost en steeds kleiner van omvang is, kan de NVDO die onderhoudsorganisaties verder samenbrengen in bijeenkomsten, publicaties of op professional niveau. De NVDO organiseert jaarlijks vele tientallen fysieke bijeenkomsten om haar leden samen en verder te brengen als het gaat om businessbeslissingen. Daarnaast werkt de grootste onderhoudsvereniging in asset management graag aan de voorkant mee als het gaat om wet- en regelgeving. Verder heeft de NVDO ervoor gekozen om haar eigen vakblad op de markt te brengen; Vakblad Asset Management. Daarin wordt maintenance significant gepositioneerd binnen de keten van asset management. Actualiteit is altijd terug te vinden op de NVDO-website. Begeleiden bij het verwerken van data over het onderhoudsproces Citaat: Door het geven van workshops en het organiseren van rondetafelbijeenkomsten kan de NVDO haar leden faciliteren in het verbeteren van de kwaliteit van de data. Wellicht hoort het ontwikkelen van een eenvoudige leidraad over bijvoorbeeld Data Integrity tot de opties. 14 - Het Onderhoudskompas

De NVDO organiseert diverse bijeenkomsten in dit kader. In de serie Lunchbijeenkomsten is reeds ruimschoots aandacht besteed aan dit thema en is zelfs verder ingezoomd op de mogelijkheden van specifiek SAP in dit kader. Initiatieven tot het ontwikkelen van een eenvoudige leidraad zijn nog niet genomen.

Uitbreiding naar asset management Citaat: De NVDO kan haar aandachtsgebied uitbreiden om ook met asset management te werken en kan op dit gebied publicaties uitbrengen, samenwerkingen aangaan en evenementen organiseren. • De NVDO zet groot in als het gaat om asset management; • Ontwikkelen en mede doorontwikkeling van wereldwijde normenserie ISO 55000; Aandacht aan asset management tijdens fysieke bijeenkomsten; • Op de NVDO-website is een apart deel ingericht om de actualiteit binnen asset management onder de aandacht te brengen; • Asset management komt ruimschoots aan bod in het portfolio van de Maintenance Academy; • Lancering NVDO’s Vakblad Asset Management; • Interne werkgroep ‘Van onderhoud naar asset management’; • Publicatie van de normensamenhang in asset management.

Overige aanbevelingen Een van de speerpunten van de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud is synergie. Niet alleen intern tussen bijvoorbeeld Kringen en Secties, maar ook extern. Daar is dagelijks aandacht voor en thema’s worden gezamenlijk uitgewerkt en/of uitgerold. Zomaar drie voorbeelden: www.jongprofessionalsverenigd.nl www.energieverenigd.nl www.platformduurzamehuisvesting.nl


LOGISTICON VERHUUR

Opslag en dosering

Zand- & koolfiltratie

EUROPA’S GROOTSTE VERHUURVLOOT VOOR WATERZUIVERINGEN

Ultrafiltratie

Flotatie

Chemicaliën

Omgekeerde osmose

Uitgebreide keuze Voor de levering van installaties voor zowel korte als lange termijn verhuur, met capaciteiten van 1 tot meer dan 2000 m3/h voor toepassingen als: - Capaciteitsuitbreiding en/of back-up - Proefneming - Kwaliteitsverbetering Informeer naar Europa’s grootste verhuurvloot voor waterzuiveringen.

Logisticon Verhuur b.v. +31 (0)184 608266 www.logisticon.com/nl/verhuur


Veiligheidsinstructie | Hydraulische cilinders

Meer weten? Neem contact op via service@holmatro.com of kijk op holmatro.com/nl/veilig-werken-met-hydrauliek


TRENDS BINNEN DE NEDERLANDSE ONDERHOUDSSECTOR De onderhoudssector binnen Nederland is continu in beweging. De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) brengt ieder jaar de huidige trends in de onderhoudssector in kaart door middel van een onderzoek onder haar leden.

I

n het onderzoek zijn 23 trends aan de leden voorgelegd en is hen gevraagd deze te beoordelen op impact en de herkenbaarheid van de trend (op een schaal van 1-5). In Figuur 1 is de herkenbaarheid van de trend uitgezet tegen de impact van de trend. In tabel 1 is te zien wat de volgorde van de trends is op basis van de impact. In tabel 2 staan de Top 10 Trends van dit jaar en is er een vergelijking gemaakt met de positie van deze trends in 2015. Deze tien trends lichten we verder toe in de volgende paragrafen. (1) Aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance De trend ‘Aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance’ heeft al vier jaar

Figuur 1: Impact vs Herkenbaarheid van de trends

de top drie niet verlaten. Dit jaar staat deze trend op plaats één in de Top 10 Trends. Zowel wetgeving uit eigen land als normen en richtlijnen opgesteld door de EU zorgen voor een constante druk op bedrijven. Met name de EU heeft de afgelopen jaren veel wetgeving ingesteld waar bedrijven aan moeten voldoen. Ook vanuit klimaatdoelstellingen worden strenge eisen opgelegd. Het VN-overleg over het klimaatakkoord in Parijs heeft geleid tot strengere handhaving van de voorkoming van temperatuurstijging. In dit kader zijn er ook voor Nederland strengere klimaateisen vastgesteld1.

Tabel 1: 23 Trends in volgorde van meeste impact Het Onderhoudskompas

-

17


Tabel 2: Top 10 Trends Dit houdt in dat de gemiddelde wereldwijde temperatuurstijging niet meer dan 1,5 graad Celsius mag zijn ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. Ten gevolge van deze regels is Nederland genoodzaakt om haar rol te pakken en de gemiddelde temperatuurstijging in bedwang te houden. Ook de Nederlandse industrie heeft een verplichte rol om de CO2-uitstoot omlaag te brengen. Nederland liep erg achter op de handhaving van de klimaatregels waardoor de regels strakker gesteld worden2. We zien ook dat veel bedrijven een verouderde asset base hebben. Dit kan nieuwe problemen op het gebied van compliance tot gevolg hebben. Ook de juridisering van de maatschappij leeft in de onderhoudssector. Dit maakt de noodzaak tot compliance sterker. De overheid focust met name ook op de procesindustrie om te zorgen dat veiligheids- en klimaatregels gehandhaafd worden. De wet- en regelgeving zorgt voor minder vrijheid in het gebruik van de assets, maar waarborgen daarmee ook de veiligheid van werknemers en burgers. (2) Schaarste aan technisch geschoold personeel De trend ‘Schaarste aan technisch geschoold personeel’ is de grootste stijger van dit jaar, van plaats zestien in 2015 naar plaats twee 18 - Het Onderhoudskompas

nu. Nog altijd daalt de aanwas van nieuwe technisch geschoolde starters en houdt de vergrijzing aan. Al meerdere jaren is dit een erkend probleem waar media herhaaldelijk over rapporteren en een trend die in het NVDO Onderhoudskompas telkens zichtbaar is. Hoewel technische universiteiten dit jaar onverwacht veel meer aanmeldingen kregen, blijft het middelbaar beroepsonderwijs achter3. De afgelopen drie jaar is het aantal mbo-leerlingen in de techniek niet boven de 137.000 leerlingen gekomen, terwijl het aantal leerlingen in de jaren ervoor minimaal 6.000 leerlingen hoger lag4. Het tekort aan technisch geschoolden wordt vanuit onderzoek van de ROVC bevestigd, waarbij 77% van de bedrijven aangeeft hier problemen van te ondervinden5. Naast problemen met de groeiende vraag naar aantal technisch geschoolden, is er ook een toename van de eisen die gesteld worden aan het nieuwe technische personeel6. Een oorzaak hiervan kan zijn dat de regelgeving toeneemt en daarmee dat technische werknemers aan strengere eisen moeten voldoen. De combinatie van het moeilijker maken om aan de eisen te voldoen en de groeiende vraag van technisch geschoolden maakt het voor de bedrijven onzeker of in de toekomst genoeg technisch personeel te vinden is. Mede hierdoor zien we dat bedrijven


focussen op het binden van personeel aan hun organisatie7. Ook zien we dat er niet alleen problemen zijn omtrent schaarste aan technisch geschoolden in Nederland, maar ook bijvoorbeeld in Duitsland. Bedrijven als Siemens zoeken een deel van hun technisch geschoolden in het buitenland en daarmee ook in Nederland8. De scholieren worden gelokt door middel van een maandelijks te besteden budget en huisvestiging. Dit moet jonge studenten verleiden om voor hen te gaan werken. Voor Nederland zou dit problemen kunnen geven, aangezien er al schaarste aan technisch geschoolden is. Doordat technische mensen vanuit Nederland naar buitenland gaan zijn bedrijven genoodzaakt om ook meer te investeren in het aantrekken van talent, waardoor de benodigde tijd en te investeren kosten zullen toenemen9. (3) Omgaan met grote hoeveelheden data Het gebruik van data neemt een steeds prominentere rol in binnen de onderhoudsorganisatie. Door de ontwikkelingen

op technologisch gebied is de hoeveelheid data de laatste jaren enorm toegenomen. Data zijn steeds toegankelijker en de opslag ervan wordt steeds goedkoper (door bijvoorbeeld de ‘cloud’). Een ontwikkeling als sensortechnologie, genereert een enorme hoeveelheid bruikbare data, die meer en meer gebruikt wordt om beter onderhoud te plegen10. In trend 4 is te zien dat de behoefte aan ICT-systemen ook een belangrijke trend is. Data en IT-systemen vormen de basis voor inzicht in assets. Het correctieve en preventieve onderhoud maakt door deze ontwikkeling langzaam plaats voor het predictieve onderhoud, met als gevolg dat het onderhoud (kosten)efficiënter wordt. Een voorbeeld hiervan is sensortechnologie in de ondergrondse leidingen, van riool tot gasleidingen. Hierin hoeft men geen inspecties meer te doen omdat de sensoren aangeven wanneer onderhoud nodig is11. Ook binnen de machine-industrie wordt aangegeven dat sensortechnologie een vaker voorkomende toepassing is die - om dezelfde redenen als bij de ondergrondse leidingen - efficiënter is.

Het Onderhoudskompas -  19


De meeste innovatieve en technologische ontwikkelingen hebben naar verwachting in de toekomst te maken met de rol die data kunnen spelen in (de besturing van) de operatie. Het is derhalve van cruciaal belang dat organisaties met data om kunnen gaan en ook de vertaling kunnen maken van de data naar informatie, waarop beslissingen te nemen zijn.

Door data overzichtelijk te ordenen, kan een bedrijf gebruikmaken van analytische methoden om informatie uit de data te halen. Het proces van het verzamelen, ordenen en analyseren van data om patronen en andere nuttige informatie te ontdekken wordt analytics genoemd. Voor predictief onderhoud zijn Big 20 - Het Onderhoudskompas

Data en analytics essentieel. Door analytics is het voor bedrijven mogelijk om bijvoorbeeld de Life Cycle kosten van hun assets beter in kaart te brengen. Door gebruik te maken van analyse van data kunnen processen in het bedrijf worden geoptimaliseerd, onder andere door te kijken welke werkzaamheden de meeste tijd in beslag nemen en vast te stellen of deze activiteiten waarde toevoegen aan het operationele proces. (4) Behoefte aan ICT-systemen De behoefte aan ICT-systemen is vanzelfsprekend nog altijd hoog. Vanuit de trend ‘Omgaan met grote hoeveelheden data’ is ook te verklaren dat de trends met elkaar meebewegen. Bij een toenemende


vraag naar data is er ook een toenemende behoefte aan ICT-systemen. Binnen de behoefte aan ICT-systemen is er een aantal grote uitdagingen dat dit jaar speelt, waardoor deze trend ook hoog staat in de Top 10 Trends 12. Hieronder de belangrijkste uitdagingen omtrent deze systemen: Aanhoudende vraag: doordat de vraag naar ICT-producten stijgt moeten systemen steeds aanpassen op hun capaciteit. Hierdoor moeten deze systemen vaak aanpassingen of vernieuwing ondergaan. Aanpassen door innovatie: door aanhoudende technologische ontwikkelingen (trend 9) moeten bedrijven vaker de systemen vernieuwen. Als een bedrijf vooruitstrevend wil zijn moet er vaker innovatie gedaan worden aan de ICT-systemen (sensortechnologie bijvoorbeeld). Integratie van ICT-systemen en applicaties: de ICT-systemen die gebruikt worden voor de onderhoudssector moeten ook makkelijk zijn in het gebruik. De operator van de assets moet te allen tijde kunnen zien hoe het gaat met de asset. Hierdoor is integratie van de applicaties en systemen en de bereikbaarheid een uitdagingen om dit zo soepel mogelijk te laten verlopen. De behoefte aan ICT-systemen is een belangrijke trend die de komende jaren, door innovatie en technologie, zeker nog veel aandacht verdient. Een belangrijke trend hierbinnen is Internet of Things (IoT), wat betekent dat steeds meer ‘devices’ via het internet aan elkaar worden gelinkt. Dit kan zorgen voor een enorme verandering in het strategisch landschap van vele sectoren. Het verbinden van de devices ofwel smart products zal uiteindelijk leiden tot smart services, waarbij diensten via Internet of Things uitgevoerd zullen worden. Er is een beweging van smart products naar smart services. Dit betekent dat de producten/assets data generen om vervolgens deze data te gebruiken ten behoeve van analyses en visualisaties. Vervolgens kunnen deze analyses en visualisaties aangeboden worden aan bedrijven als een service om hun

processen te verbeteren. Strategische opties binnen smart services worden opgesplitst in vier categorieën13: De asset owner kan zelf eigenaar zijn van alle technologieën en machines die met elkaar in connectie staan. Dit vereist een bepaald kennisniveau van de organisatie omtrent het verzamelen en verwerken van de data; De technologie wordt volledig uitbesteed. De serviceprovider heeft alle apparatuur(sensoren) in eigen bezit en kan hier zelf alle analyses mee doen die van belang zijn voor de asset owner; De asset owner verzamelt met technologie alle data, maar laat de volledige analyse over aan een andere partij; De laatste strategie is het volledig uit handen geven van de handelingen die binnen de plant gebeuren. Hier behoren specifieke klussen bij, afhankelijk van de industrie waarin geopereerd wordt. Factoren om te bepalen welke strategie het beste past, is afhankelijk van de strategie van een bedrijf en de markt waarin deze opereert. Kortom, onderhoudsorganisaties worden gedwongen mee te gaan met de tijd. Daarnaast stellen eindgebruikers tegenwoordig hogere eisen aan de informatievoorziening. Hierbij kun je denken aan klanten die via sociale media geholpen willen worden. Voor sommige bedrijven is het ook daadwerkelijk mogelijk om door middel van IT een competitief voordeel te behalen. Onderhoudsbedrijven die actief gebruikmaken van IT systemen kunnen kosten besparen met een systeem dat ervoor zorgt dat alle functies van het bedrijf goed op elkaar aansluiten. Een grote uitdaging zit echter in het inpassen van de huidige installaties in de meeste recente onderhoudssystemen. (5) Focus op Life Cycle Costing Life Cycle Costing (LCC) wordt in toenemende mate een focus van de asset owner. LCC is een methodiek om de totale kosten van een asset zo juist mogelijk in kaart te brengen. Hierbij wordt gekeken naar de

Het Onderhoudskompas -  21


complete life cycle van een asset, van kopen tot en met afbreken. Het doel van LCC is om het onderhoudsbudget zo optimaal mogelijk te alloceren door inzichtelijk te maken of een asset onderhouden moet worden, nieuwe investeringen nodig zijn, of dat het beĂŤindigen van het gebruik van de asset het meest rendabel is. Ook draagt het gebruik van LCC bij aan een verhoogde Operational Excellence. Doordat aan de hand van de levensduur van een asset het onderhoud en investeringen bepaald worden, wordt optimaal gebruikgemaakt van de kwaliteit die een asset kan leveren en de kosten waartegen dit gebeurt. Een belangrijke voorwaarde is daarom dat de verwachte levensduur van een asset juist bepaald wordt. Een mogelijke verklaring voor de stijging van de focus op LCC is gerelateerd aan andere trends in de Top 10 Trends. Naast de focus op Operational Excellence, zoals eerder benoemd, kan de verouderde asset base verklaren waarom er meer gestuurd wordt op de budgetten door middel van LCC. Om te onderzoeken hoe er nog meer optimaal gebruik gemaakt kan worden van de verouderde asset base, kan LCC toegepast worden. Daarmee kan vastgesteld worden of het onderhouden van de asset of het uitfaseren/ vervangen van de asset een betere optie is. Op de langere termijn kan LCC fungeren als een methodiek om verschillende projecten te vergelijken, langetermijnplanning te optimaliseren en budgettering en het monitoren van lopende projecten te ondersteunen. LCC vormt daarmee een integraal onderdeel van asset management . (6) Belang van onderscheidend vermogen voor afnemers Deze trend, belang van onderscheiden vermogen voor afnemers, is binnen een jaar van plaats zeventien naar plaats zes gestegen. Onderscheidend vermogen betekent dat afnemers concurreren op specifieke onderdelen, zoals het hebben van meer expertise of zeer specialistische kennis. Een mogelijke reden voor de toename van deze trend is dat er meer concurrentie is 22 - Het Onderhoudskompas

onder de afnemers, waardoor het belang om onderscheidend te zijn is toegenomen. Bedrijven willen de beste combinatie van kwaliteit, prijs en snelheid en dan is het aan de opdrachtnemer om dit mogelijk te maken. Een andere mogelijkheid is onderscheidend te zijn door een heel specialistische rol aan te nemen. Hierdoor is er meer focus op het ontwikkelen van expertise voor specifiek onderhoud aan de assets. Positionering van je product of dienst als opdrachtnemer is belangrijk als er een focus op onderscheidend vermogen ligt14. Opdrachtnemers proberen het verschil met concurrenten te maken op basis van innovatieve oplossingen of door te concurreren op prijs15. Opdrachtgevers lijken in deze rol op het moment een luxere positie te hebben omdat opdrachtnemers het onderscheid ten opzichte van de concurrent moeten maken. Vanuit de NVDO Sectie Suto is dit jaar een visiedocument geschreven over Prestatiemanagement, dat dieper op dit onderwerp in gaat. (7) Een verouderende asset base De verouderende asset base is dit jaar verschoven van plaats vier naar plaats zeven in de Top 10 Trends. Vorig jaar was de trend nieuw in de Top 10 en deze blijkt nog steeds belangrijk te zijn. Assets waarbij de levensduur gerekt wordt, zijn vaak onderhoudsintensief. Te zien is dat in de slechte jaren van de Nederlandse economie de assets vooral werden onderhouden en niet vernieuwd. De investeringen in deze vernieuwingen van de assets werden hoofdzakelijk uitgesteld. Op dit moment trekt de economie aan en kunnen bedrijven weer denken aan investeren. In bijvoorbeeld de onroerendgoedsector is het afgelopen jaar een stevige groei in vernieuwing te zien. Volgens de voorspellingen zet dit ook de komende jaren door16. De verouderde asset base is een zorg voor de asset owner, omdat manieren bedacht moeten worden om de levensduur ervan te optimaliseren. Hiervoor kunnen verschillende technieken toegepast worden, zoals LCC of innovatieve oplossingen als senso-


ren die data genereren. Deze twee trends hebben mede hierom ook een plek in de Top 10 Trends. Liander heeft bijvoorbeeld te kampen met een gasnetwerk dat aan het verouderen is, waardoor er op korte termijn zesduizend kilometer gasnet vervangen moet worden17. Dit is een enorme ingreep, maar er wordt ook gelijk gekeken of er bij deze vervanging een innovatieslag gemaakt kan worden. Het inbouwen van sensoren zal het onderhoud in de toekomst doelgerichter en sneller maken. Hierdoor kan een verplichte vervanging van de assets gecombineerd worden met een innovatieve manier van onderhoud. Het is belangrijk om bij verouderende assets veiligheid nog meer in de gaten te houden. Veel gevaarlijke situaties ontstaan doordat assets te lang geen onderhoud hebben gehad of al te veel zijn aangetast. Aangetoond is dat ongeveer 50% van de gevallen waarin gevaarlijke stoffen vrijkomen veroorzaakt wordt door verouderde assets met vergevorderde corrosie- en erosieprocessen18.

Bedrijven kiezen er dan vaak alsnog voor om de assets niet te vervangen, maar te repareren en onderhouden omdat het op korte termijn financieel soms interessanter is. Het VITALE (Value & Innovation Through Asset Life-time Extension) model geeft de mogelijkheid beter in te schatten of een investering ten behoeve van de verlenging van de levensduur van een asset al dan niet gerechtvaardigd is. Dit model neemt niet alleen de veroudering van de technologische aspecten mee, maar ook commerciële, economische en compliance veroudering. Op deze manier wordt rekening gehouden met een breed scala aan aspecten om zodoende een goed gefundeerde beslissing te nemen wat betreft het vernieuwen of repareren van assets. (8) Aandacht voor Operational Excellence Operational Excellence was in 2015 volgens de respondenten de meest impactvolle trend. Doordat deze trend als belangrijkste

Het Onderhoudskompas -  23


werd bevonden is er in dit Onderhoudskompas ook een visiedocument over dit onderwerp geschreven. Hierin zal ook verder ingegaan worden op de specifieke definitie van Operational Excellence (volgens Treacy en Wiersma). De omschrijving van Operational Excellence luidt: “De klant betrouwbare producten of diensten leveren tegen een concurrerende prijs geleverd op de meest gemakkelijke manier19”. Dit heeft betrekking op het veranderen van de processen om een balans te vinden tussen kwaliteit, prijs en snelheid. Belangrijk is hierbij dat bedrijven focussen op het verbeteren van de processen, bijvoorbeeld het minimaliseren van de kosten of het verhogen van de veiligheid kunnen aspecten zijn van Operational Excellence.

Belangrijk bij Operational Excellence is dat er gekeken wordt naar meerdere aspecten die verbeterd moeten worden. In veel situaties geven bedrijven meer aandacht aan het minimaliseren van de kosten, terwijl het niet vanzelfsprekend is dat hiermee het beste resultaat wordt behaald. Het is belangrijk dat ook de invloed van verandering op kwaliteit, snelheid of prijs meegenomen wordt. Operational Excellence staat nog in de Top 10 Trends, maar is niet meer de meest impactvolle trend. Dit kan een aantal redenen hebben: Bedrijven hebben in de processen sneller al meer Lean-methodieken toegepast. In de definitie over Operational Excellence is Lean een manier om te streven naar Operationeel Excellent. De focus op kostenbesparing is ten opzichte van vorig jaar minder. In veel bedrijven ligt de focus bij Operational Excellence vooral op het onderdeel kostenbesparing, terwijl er meer richtlijnen zijn bij Operational Excellence. Doordat bedrijven dit niet zo bekijken is de focus op Operational Excellence, door vermindering op kostenbesparing, lager dan vorig jaar. Om een nog beter beeld te krijgen van Operational Excellence en het belang ervan te 24 - Het Onderhoudskompas

onderstrepen, is in het Onderhoudskompas ook een visiedocument opgenomen over ‘Operational Excellence in Perspectief’.

(9) Focus op technologie en innovatie De focus op de technologie en innovatie is ten opzichte van vorig jaar gestegen. Nederland staat binnen Europa in de top 5 van meest innovatieve landen. Dat zou een verklaring zou kunnen zijn voor de stijging van de trend20. Deze innovatieve mindset in Nederland heeft blijkbaar ook uitwerking op de onderhoudssector. Smart Industry is een concept waarbij machines zelf door hebben wat hun eigen situatie is en dit ook communiceren naar engineers en andere machines. Smart industry is een ontwikkeling binnen de (Nederlandse) industrie en specifiek de onderhoudssector, waarbij innovaties en technologische ontwikkelingen worden gebruikt om de processen efficiënter, flexibeler en kwalitatief beter te maken21. Hierin is data genereren vanuit sensoren in de assets erg belangrijk. Met behulp van ICT-systemen kunnen data informatie opleveren en helpen bij het nemen van snellere beslissingen. Deze beslissingen helpen bij het stroomlijnen van de processen in het onderhoud. De ontwikkelde sensortechnologie maakt het mogelijk om Condition Based Maintenance (CBM) uit te voeren, waarbij er dus niet overbodig onderhoud uitgevoerd wordt, omdat de sensoren de conditie van de asset meten. Hierdoor zal de asset manager ook weten wanneer onderhoud aan de asset gepleegd moet worden. Doordat bij CBM de toestand van asset altijd bekend is, kan er onderhoud op basis van de conditie van de asset worden uitgevoerd. CBM is daardoor efficiënter dan het correctieve en preventieve onderhoud dat nu vaak nog wordt toegepast. Focus op technologie en innovatie vindt met name zijn weerslag in de ontwikkelingen binnen de Smart Industry. Het gaat hierbij voornamelijk om toepassingen rond Condition Based Maintenance en sensortechnologie.


(10) Behoefte bij afnemers aan totaaloplossingen De trend ‘Behoefte bij afnemers aan totaaloplossingen’ is gedaald in de Top 10. Sinds 2015 is deze trend vijf plaatsen gezakt waardoor hij op plaats tien is terechtgekomen. Bij totaaloplossingen gaat het niet alleen om het uitbesteden van een specifieke klus, maar gaat het om het totaalplaatje van de klus. Bij totaaloplossingen gaat het om de totale verantwoordelijkheid van een bepaald deel van de asset. Bijvoorbeeld bij Schiphol, waar VanderLande het bagagesysteem heeft gebouwd, opereert VanderLande ook dit systeem voor een deel en grijpt bij calamiteiten in. Hierdoor verschuift de rol van slechts maker van de asset naar het zijn van een volwaardige partner op het gebied van onderhoud. Er loopt op Schiphol daarom ook altijd personeel rond van VanderLande22. Net als in het voorbeeld hierboven, besteden bedrijven bepaalde werkzaamheden uit omdat er te weinig expertise is binnen het eigen bedrijf op dat vlak of omdat de asset owner de noodzakelijke kosten voor de verwerving of instandhouding van deze expertise net zelf wil maken. Onderaannemers hebben specifieke kennis en kunnen zo de onderhoudstaken beter uitvoeren dan de asset owner of manager zelf. Door de lastige onderhoudstaken over te laten aan specialisten kan de asset owner zich bezighouden met de strategie en visie. Door trend 2 ‘Schaarste aan technisch geschoold personeel’ nemen asset owners en managers hun vlucht richting het uitbesteden van werk. Het is immers moeilijk om zelf mensen in dienst te nemen. In veel gevallen worden zelfs hele onderdelen van de assets uitbesteed en dan vaak op basis van een DBFMO-contractvorm (Design, Build, Finance, Maintain & Operate). Dit is een verschuiving richting een geïntegreerde contractvorm in plaats van een traditionele contractvorm. Hierin worden verschillende fasen van een project volledig aan één opdrachtnemer uitbesteed23. Te zien is dat bouwbedrijven hierdoor in het vaarwater van onderhouds-

bedrijven komen, doordat projecten als totaalpakket worden gezien. In 2015 is dit ook benoemd, maar te zien is dat het nu dus ook vaker gebruikt wordt bij bedrijven en bij de overheid. Door het uitbesteden van werk komen er meer verantwoordelijkheden bij de opdrachtnemers terecht, waardoor de asset owner zich meer kan focussen op kerntaken en zich geen zorgen hoeft te maken over onderhoudstaken en schaarste in zijn personeel. Wel is het door het volledig uit handen geven van de verantwoordelijkheden lastig te monitoren of de desbetreffende partij wel de beste resultaten levert. Vanuit de NVDO Sectie Suto is in 2016 ook een visiedocument geschreven over Prestatiemanagement, dat dieper ingaat op dit onderwerp. Rijksoverheid, 2015, Nederland stemt in met historisch Klimaatakkoord, https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2015/12/12/nederland-stemt-in-met-historisch-klimaatakkoord 1

N, 2015, https://www.vn.nl/juist-nederlandmoet-na-klimaatakkoord-keihard-aan-de-slag/

2V

Consultancy.nl, 2016, Kwart miljoen Bachelor en Master studenten voor NL universiteiten, http:// www.consultancy.nl/nieuws/12017/kwart-mil-

3

joen-bachelor-en-master-studenten-voor-nl-universiteiten BS, 2016, MBO;deelnemers, opleidingsrichting in detail en sector, leerweg, niveau, http://statline. cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&P A=71798NED&D1=0&D2=0-1,4&D3=0,6-14&D4=0 -2&D5=0&D6=0&D7=18-l&HD=110812-1211&HD R=G5,T,G4,G1,G6&STB=G3,G2

4C

OVC, 2015, Tekort aan Technici, https://www. rovc.nl/meer/tekort-technici 5R

NHZaken, 2015, Tekort aan technisch personeel dreigt, http://www.nhzaken.nl/widgets/892nieuws/nieuws/1282509-lsquo-tekort-aan-technisch-personeel-dreigt-rsquo 6

Het Onderhoudskompas -  25


gnikawebeitidnoC diehgilieV ecnanetniaM keinhceT - esitrepxE ?ne krewteN

7

FD, 2016, Er is wel degelijk grote schaarste op de Nederlandse arbeidsmarkt, als je verder kijkt dan je neus lang is. http://fd.nl/economie-politiek/1143102/er-is-er-wel-degelijk-grote-schaarste-op-de-nederlandse-arbeidsmarkt-als-je-verder-kijkt-dan-je-neus-lang-is

Economisch instituut voor de bouw, 2016, Verwachtingen Bouwproductie en Werkgelegenheid, http://www.utrecht-monitor.nl/sites/ www.utrecht-monitor.nl/files/documenten/ pahc verwachtingen_bouwproductie_en_werkgelegen- staamdil > heid_2016._2016_eib.pdf

FD,2015, Duitse industrie jaagt in heel Europa op jong technisch talent, http://fd.nl/fd-outlook/1117244/duitse-industrie-jaagt-in-heel-europa-op-jong-technisch-talent

Fugro, 2016, Opinie Liander http://info.fugro.nl/ info/archief/2016_07/offline/download.pdf

8

Altran, 2016, Technisch Talent is nodig, maar uit het buitenland?, https://www.linkedin.com/pulse/ technisch-talent-nodig-maar-uit-het-buitenlandsjors-van-tongeren

9

16

!naa e ln.odvnj dleM .www

17

18 HSE. 2015.Managing ageing plant. http://www. hse.gov.uk/offshore/ageing/ageing-plant-summary-guide.pdf

19 Treacy & Wiersema (1992), Customer Intimacy and other Value Disciplines

10

Cobouw, 2016, Sensor houdt toestand van wegdek bij, http://www.cobouw.nl/artikel/1615691sensor-houdt-toestand-van-wegdek-bij

20 RVO,2016, Nederland in top 5 innovatieve landen, http://www.rvo.nl/actueel/nieuws/nederland-top-5-innovatieve-landen

11 TNO, 2015, Monitoring van ondergrondse leidingen, https://www.tno.nl/nl/aandachtsgebieden/leefomgeving/buildings-infrastructures/ infrastructuur-asset-management-veilig-en-duurzaam/monitoring-van-ondergrondse-leidingen/

21

Smart Industry, 2016, Onderhoud voor chemiebedrijven 100% voorspelbaar, http://www. smartindustry.nl/fieldlabs/campione-100-voorspelbaar-onderhoud-in-de-chemische-sector/22 dnabrev retorg ni nekrewten raavrE VanderLande, 2015, Amsterdam Airport Schiphol, draanevëegno nee ODVN ed tdeib slanoisseforpsdhttps://www.vanderlande.com/references/amuoh duohrednO gitamleoD roov gniginereV esdnalredeN eD -12 naOGD, rb esr2016, evid tde nek8 O DVN eD .netonvan egeh2016; cnarbisnuw av krewsterdam-airport-schiphol ten teh po gniginerevehcnarb ednevegnaanoot ed si )ODVN( ict-uitdagingen ict-afdeling al voorbereid?, https://www.ogd.nl/ eD .negnirk elanoiger ne seitces ethciregtcepsa ne -ehc teh ne sinnek nav negardrevo teH .duohredno nav deibeg stoorgPublieke teh navennPrivate eduoh samendnats ni ne neresilaer -blog/post/2016/01/de-8-ict-uitdagingen-vanno )kjileppahcsnetew( naa jib tgaard gnigin23 ereRijksoverheid, v -redno et2016, 2016-is-uw-ict-afdeling-al-voorbereid/ werking bij het Rijk, https://www.rijksoverheid. seisiv ne negnilekkiwtno ,sdnert tgnerb ne keozred ekjirgnaleb sla ODVN ed teiz ,aporuE nav krewtensduoh .traak ni ehcnarb ed nennl/onderwerpen/publiek-private-samenwernib -redno nav nedel latnaa dneieorg nee teM .gnilletsleod 13 Accenture, 2015, Getting Smarter, https://www. king-pps-bij-het-rijk/inhoud/geintegreerde-conaccenture.com/t20160111T212542__w__/us-en/_ tractvormen neledroov elev tdeib ODVN ed nav pahcstaamdiL acnmedia/PDF-4/Accenture-Strategy-Smart-Services.pdf

!dil drow >> gniravre ne sinnek leeD

sapmoksduohrednO ODVN • ednuklaairetaM mroftalP • 14 GoneTotal Positionering, tnemuBranding, codeisiV red2016, noraaw ,seitacilbup )ehttp:// kjileppahcsnetew( • ecnanetniaM ODVN ed nav dobnaasusruc sno po negnitroK • gototalbranding.nl/positionering/ ymedacA negadeiduts-ODVN po gnitroK • 15 Dura ne LNVermeer, tniaM/niat2015 niaMi ,nActiviteitenverslag edalbkav ed po tnem2015, ennoba )sitarg( • https://www.duravermeer.nl/Portals/0/Dura_ dlroWtniaM ekjirgnaleb njiz diehgilieV ne diehmaazruuD ,tnemeganaM tessA Vermeer_Activiteitenverslag_2015_DEF.pdf dnabrev rederb ni ne gitamleger ODVN ed naaraaw s’ameht !tdeetseb thcadnaa

duohredno nav deibeg teh po krewten leenoisseforP s’ameht ekefiiceps revo sranimes ne netsmokneejibgnirK tnemeganamsduohredno revo nessusruC s’ameht eleutca tem negadeidutS ekefiiceps po thcireg nepeorgkrew ne seitceS netcepsasduohredno knaberutacaV nIdekniL po puorG ODVN ed nav pahcstaamdiL nekeozrednO )ekjileppahcsnetew( ksedpleH eisorroC ODVN draobneregnoJ

• • • • • • • • • •

...naa ej dlem ne ln.odvn.www raan aG netuoH CD 0993 - 831 subtsoP | netuoH PA 1993 - G7 tfahcS egnaL - ODVN 26 - Het Onderhoudskompas ln.odvn.www | ln.odvn@ofni liam-E | 14 06 436 - 030 xaF | 04 06 436 - 030 noofeleT


Conditiebewaking Veiligheid Maintenance Expertise - Techniek Netwerk en?

aan! e j d l e M vdo.nl www.n schap at

> lidma

Deel kennis en ervaring >> word lid! Ervaar netwerken in groter verband

De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud

houdsprofessionals biedt de NVDO een ongeëvenaard

(NVDO) is de toonaangevende branchevereniging op het

netwerk van branchegenoten. De NVDO kent diverse bran-

gebied van onderhoud. Het overdragen van kennis en het

che- en aspectgerichte secties en regionale kringen. De

realiseren en in stand houden van het grootste onder-

vereniging draagt bij aan (wetenschappelijk) on-

houdsnetwerk van Europa, ziet de NVDO als belangrijke

derzoek en brengt trends, ontwikkelingen en visies

doelstelling. Met een groeiend aantal leden van onder-

binnen de branche in kaart.

Lidmaatschap van de NVDO biedt vele voordelen • • • • • • • • • •

Professioneel netwerk op het gebied van onderhoud Kringbijeenkomsten en seminars over specifieke thema’s Cursussen over onderhoudsmanagement Studiedagen met actuele thema’s Secties en werkgroepen gericht op specifieke onderhoudsaspecten Vacaturebank Lidmaatschap van de NVDO Group op LinkedIn (wetenschappelijke) Onderzoeken NVDO Corrosie Helpdesk Jongerenboard

• • • •

NVDO Onderhoudskompas Platform Materiaalkunde (wetenschappelijke) publicaties, waaronder Visiedocumenten Kortingen op ons cursusaanbod van de NVDO Maintenance Academy • Korting op NVDO-studiedagen • (gratis) abonnement op de vakbladen iMaintain/MaintNL en MaintWorld Asset Management, Duurzaamheid en Veiligheid zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!

Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan... NVDO - Lange Schaft 7G - 3991 AP Houten | Postbus 138 - 3990 DC Houten Telefoon 030 - 634 60 40 | Fax 030 - 634 60 41 | E-mail info@nvdo.nl | www.nvdo.nl


TRENDS PER SECTOR Het NVDO Onderhoudskompas kent een aantal sectoren. Wat volgt is een toelichting van de trends per sector. Infrasector Binnen Infra is te zien dat omgaan met grote hoeveelheden data op nummer één staat. Er zijn binnen Infra al een aantal voorbeelden van wegen en schepen waarbij sensoren helpen het onderhoud op efficiëntere wijze te kunnen doen. Zo heeft TNO een systeem ontwikkeld waarbij schepen op afstand gecontroleerd kunnen worden of er onderhoud nodig is. Het gevolg is dat er veel data vrij komt, dat specifieke analytische vaardigheden zijn vereist om hier relevantie informatie uit te verkrijgen. Trend twee is hieraan gerelateerd, omdat de data verwerkt moeten worden in de ICT-systemen. Hierbij zijn de connecties tussen de systemen ook erg belangrijk in de vorm van Internet of Things (IoT). Opvallend is trend drie, die niet voorkomt in de algehele Top 10: focus naar risicogebaseerd management. Een manier om risico’s te beperken is om de predictive maintenance of de Life Cycle Costing (LCC) methodiek toe te passen. Er wordt inzichtelijk gemaakt vanaf wanneer een asset aan het einde van

Figuur 1: Top 5 Trends in de Infrasector 28 - Het Onderhoudskompas

zijn life cycle is en een verhoogd risico heeft op bijvoorbeeld downtime. Trend vijf is dat bedrijven last hebben van een verouderende asset base. Er worden over het algemeen investeringen gedaan voor het onderhouden van de assets in plaats van het bouwen van nieuwe assets. Manufacturing Binnen Manufacturing komt alleen ‘Aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance’ overeen met de belangrijkste vijf trends in de algehele onderhoudssector. Dit is een belangrijke trend in de manufacturingsector, omdat veiligheid in deze sector een belangrijk theCase: Rijkswaterstaat en Vialis Een voorbeeld waarin deze trends samenkomen, is de onlangs aangekondigde samenwerking tussen Rijkswaterstaat en Vialis1. Zij hebben een driejarig onderhoudscontract ondertekend, waarbij Vialis verantwoordelijk wordt voor de hele keten: van informatie-inwinning tot en met de bediening van de verkeerscentrale. Hiermee is het dus Vialis die de data vertaalt naar inzichten en daarmee de asset opereert. Daarnaast wordt tijdens dit prestatiecontract contractgestuurd op het verlagen van de risico’s. Flip Jonasse van Vialis zegt hierover: “Hier kunnen wij maximale beschikbaarheid bereiken tegen minimale risico’s en aanvaardbare kosten.“


Figuur 2: Top 5 Trends in de Manufacturingsector ma is. In de manufacturingindustrie wordt veel met grote machines gewerkt, waardoor het risico op onveilige situaties relatief groot is. Vandaar dat dit met regels ingekaderd wordt. De focus op technologie en innovatie blijkt onder meer uit de populariteit van termen als Smart Manufacturing en Smart Industry. Vernieuwingen binnen deze sector zijn gewenst om zo de productiviteit van assets te verbeteren. Ook trend drie, ‘Het belang van onderscheidend vermogen voor afnemers’, heeft te maken met de concurrerende sector van Manufacturing. Hierdoor moeten ook opdrachtnemers een onderscheidende factor hebben ten opzichte van hun concurrenten. Trend vier en vijf sluiten hierop aan, omdat Operational Excellence streeft naar het verbeteren van de processen op kwaliteit, prijs & snelheid. Daar sluit het sturen van aandeelhouders en financiers ook op aan, om snel de juiste beslissingen te nemen in een concurrerende markt. Food, Beverage & Farma Ook in deze sector is trend één ‘Aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance’. Als het met voedsel, dranken en farmaceutische producten te maken heeft, is het vanzelfsprekend noodzakelijk dat er aan de regels gehouden wordt. Deze zijn namelijk erg strikt en worden regelmatig gecontroleerd. In de food- en beverage-industrie is ook te zien dat er vraag is naar eerlijk (fair) voedsel. Men wil

weten waar het eten vandaan komt en hoe het geproduceerd wordt, de ‘traceability’ van het eten en het drinken is daarmee belangrijker geworden. Trends twee en vijf sluiten goed op elkaar aan: wanneer er een behoefte aan totaaloplossingen is, speelt de behoefte aan uitbesteding ook een grotere rol. Door meer en strengere regelgeving worden de onderhoudstaken ook specifieker en daarmee complexer. Hier zijn specialisten voor nodig die de specifieke expertise hebben voor deze taken. Trend drie laat zien dat ook hier te weinig technisch geschoolden zijn. Dit is waarschijnlijk de reden dat er meer taken uitbesteed worden.

Figuur 3:Top 5 Trends in de Food-, Beverage- & Farmasector Het Onderhoudskompas -  29


Figuur 4: Top 5 trends in de Procesindustrie

Figuur 5: Top 5 Trends in Onroerendgoedsector

Procesindustrie In de procesindustrie geldt hetzelfde als in de voedsel-, dranken- en farmaceutische industrie. De behoefte aan totaaloplossingen volgt voor een deel uit de schaarste aan technisch geschoold personeel. Een tekort aan mensen en expertise om bepaalde taken goed te doen maakt dat bedrijven werk uitbesteden aan onderaannemers. Ook is te zien dat de procesindustrie zorgen uit bij de verouderende asset base waardoor er ook meer focus op technologie en innovatie komt. Doordat er te oude assets zijn wordt er meer tijd en geld in nieuwe ideeën gestopt. Innovatie binnen onderhoud van de oude assets, maar ook in het vernieuwen van de assets.

Onroerend goed Ook in het geval van onroerend goed zijn de belangrijke trends hetzelfde als in de algehele onderhoudssector. De aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance is ook hier erg belangrijk, doordat veiligheid (net als in de andere sectoren) hoog op de prioriteitenlijst staat. Daarnaast geven de andere vier trends weer dat er een schaarste is aan technisch geschoold personeel, waardoor bedrijven niet altijd genoeg expertise en kennis hebben om bepaalde onderhoudstaken te kunnen uitvoeren. Een verschil met andere sectoren is de trend ‘Het gebruik van prestatiecontracten’. Deze contracten worden gebruikt om opdrachtnemers te sturen op concrete resultaten, waardoor er meer zekerheid ontstaat over de uitkomst van het uit te besteden onderhoudspakket. Referenties 1 Rijkswaterstaat (2016). https://www.rijkswaterstaat.nl/over-ons/nieuws/nieuwsarchief/p2016/06/rijkswaterstaat-en-vialis-tekenen-contract-onderhoud-dvm-ketens.aspx 2 Time Magazine (2009). https://www. rockwellautomation.com/resources/downloads/rockwellautomation/pdf/about-us/ company-overview/TIMEMagazineSPMcoverstory.pdf 3 Accenture Innovation Awards (2016). https://innovation-awards.nl/themes/ smart-industry/

30 - Het Onderhoudskompas


Pompetravaini, het “hart” van het bedrijf Italiaanse superioriteit in de wereld, sinds 1929

Water, Pasta, Olie, Textiel, Wijn, Schoenen, Banden, Plastic, Glas, Bier, Natuursteen, Zuivel, Pharma, Vis,... ...voor ons, hebben ze geen geheimen

TRMX TRH-TRS TBH-TBA

TCH

TRVX

Ons streven is vooruit te blijven

Travaini Pompen Benelux BV • Van Elderenlaan 4, 5581 WJ, Waalre

HYDROTWIN

Ph. +31 (0)40-2232222 • Fax +31 (0)40-2232220 • sales@travaini.nl • www.travaini.nl


FEITEN EN CIJFERS In de Nederlandse onderhoudsmarkt gaat tussen de 30 en 35 miljard euro om, zo’n 4 à 5% van het Bruto Binnenlands Product (BBP)1. De volledige onderhoudssector biedt werkgelegenheid aan 265.000 tot 315.000 onderhoudsprofessionals. Daarmee is ongeveer 3,5 procent van de werkzame bevolking in Nederland actief in de onderhoudssector2.

MARKT e uitgaven van bedrijven aan onderhoud zijn net als vorig jaar circa 5% van de totale omzet van het bedrijf. Hierbij is er te zien dat binnen de infrasector het grootste deel van het budget naar onderhoud gaat. Van het onderhoudsbudget wordt ongeveer 85% daadwerkelijk aan onderhoud besteed, en het resterende bedrag is voor de overheadkosten. Als we kijken naar de groei van de onderhoudsmarkt zien we positieve cijfers. Over het algemeen was de groei het afgelopen jaar 3%, waarbij de infrasector relatief de grootste stap maak-

D

32 - Het Onderhoudskompas

te. De laagste groei was te zien in de manufacturingsector. Daarnaast is er ook veel vertrouwen. Van de respondenten geeft 86% aan te verwachten dat de onderhoudssector in het komende jaar verder zal groeien. Dit vertrouwen vanuit de respondenten is hoger dan de afgelopen twee jaar. De groei die te zien is en het vertrouwen in de onderhoudsmarkt is volledig in lijn met de cijfers die vanuit het CPB gepresenteerd worden (augustus 2016). Het CPB verwacht groei in Nederland in 2016 en 2017. Wel is er een voorspelling dat mede door de Brexit de groei wat zal afnemen het komende anderhalf jaar3.


Ratio Onderhoudsbudget t.o.v. omzet moederbedrijf* (%) Markt - onderhoudsuitgaven • Gemiddeld steken bedrijven 5% van het budget in onderhoud van hun assets. • In de infrasector wordt relatief het meeste aan het onderhoud van de assets gedaan. • Binnen de sector manufacturing is er een relatief laag onderhoudsbudget. • Van het onderhoudsbudget wordt ongeveer 85% daadwerkelijk aan onderhoud besteed, en het resterende bedrag is voor de overhead kosten.

Gerealiseerde groei 2015-2016 (% groei in omzet) Markt - groei • In alle sectoren binnen het onderhoud vindt groei plaats. Wel zien we dat de groei van de asset owners minder is dan die van de service providers en adviseurs. De asset owners hebben gemiddeld 1% groei, de service providers 5% en de adviseurs gemiddeld 10%.

• A ls we kijken naar sector met relatief de meeste groei over de drie functies is het de onroerendgoedsector. Dit lijkt voort te komen uit de aantrekkende huizenmarkt. De huizenmarkt is de afgelopen twee jaar aan het groeien ten opzichte van de jaren daarvoor, maar de productiegroei van de bouw lijkt weer af te gaan nemen4. • Maar ook in andere sectoren is er groei te zien en zijn daarmee de vooruitzichten positief. De infrasector ziet bijvoorbeeld ook meer volumeontwikkeling in transport en vervoer van goederen en mensen5.

% respondenten dat denkt dat de onderhoudsmarkt zal groeien (% respondenten dat ‘ja’ antwoordt)

• G emiddeld over de sectoren gelooft 86% in een groei van de onderhoudsmarkt, wat hoger is dan de afgelopen drie jaar. • Meest opvallend is dat er in 2015 een enorm vertrouwen in groei was in de onderhoudsmarkt van de manufacturingsector, terwijl dit jaar het geloof in groei het laagste is in vier jaar. • Het vertrouwen in de groei van de Infrasector, met 96% erg hoog, sluit aan bij het beeld dat te zien is bij de groei in onderhoudsbudget en omzet die te zien is.

Het Onderhoudskompas -  33


PERSONEEL De Nederlandse onderhoudsmarkt herbergt, zoals benoemd in de marktanalyse, een substantieel deel van de werkzame beroepsbevolking. Daarmee zijn er dus ook mensen van alle soorten opleidingsniveaus en binnen alle vormen van contracten werkzaam in deze sector.

In verdeling van opleidingsniveaus onder de werknemers is er een stijging te zien in mbo3+4, hbo en wo terwijl er een daling is in de lagere vormen van technische opleidingen. Bedrijven geven aan dat het binden van de medewerkers van het mbo 3+4 en hbo problemen gaat opleveren. Naast problemen rond de behoefte aan bepaalde medewerkers is er ook veel vraag naar specifieke kennis. Kennis op technisch gebied en innovatie is volgens de respondenten op dit moment het belangrijkste. Dit sluit ook aan bij een aantal trends in de top-10, vooral trend 9 sluit hier naadloos op aan. Ook het

34 - Het Onderhoudskompas

belang van omgaan met grote hoeveelheden data en behoefte aan ICT-systemen neemt toe omdat dit gevolgen zijn van innovaties en er ook technische kennis voor nodig is. Bereidheid tot samenwerking binnen de onderhoudssector is erg hoog, meer dan 80% van de bedrijven geeft aan bereid te zijn om samen te werken met een collegabedrijf of onderwijsinstelling. In Nederland is er over het algemeen een grote focus op het verhogen van het aantal vrouwen binnen bedrijven. Dit heeft helaas niet geleid tot een stijging hiervan in de onderhoudssector, het aantal vrouwen in de onderhoudssector heeft een relatieve daling doorgemaakt in het afgelopen jaar. Ook het aantal flexibele arbeidskrachten is gedaald in de onderhoudssector.

Het ziekteverzuim in de onderhoudssector is dit jaar weer gedaald, naar 3,0%. Gemiddeld ligt in Nederland het ziekteverzuim op 3,8%, dus de onderhoudssector ligt ver onder het Nederlands gemiddelde.


Personeel - opleiding en binding van personeel • Te zien is dat het percentage medewerkers met wo, hbo en mbo+4 opleiding stijgt, ten koste van medewerkers met vmbo en mbo+2 opleiding. • Als we kijken naar het niveau waarop bedrijven problemen verwachten met het binden van personeel, dan zien we dat dit met name op het niveau hbo en mbo+4 is. De verwachte problemen om personeel te binden volgen enerzijds uit de schaarste aan technisch geschoolden en anderzijds dat de technisch geschoolden veelal voor ander type banen kiezen6.

Overzicht van behoefte aan kennis

Gemiddeld opleidingsniveau per rol

• B ij asset owners heeft meer dan 90% een opleidingsniveau mbo of hbo. Bijna de helft van de medewerkers heeft een mbo 3+4 opleiding. • Dit zien we ook bij de dienstverleners. Daar heeft het merendeel (circa 51%) van de medewerkers een mbo 3+4 opleiding. • Adviseurs en inspecteurs hebben vooral een achtergrond in de hbo/wo-opleidingen (totaal circa 70%).

Personeel - kennis • De behoefte aan technische kennis is dit jaar weer gestegen. Ongeveer eenderde van de bedrijven geeft aan hier behoefte aan te hebben. In de afgelopen jaren is dit nog niet zo hoog geweest. • Behoefte aan innovatie en technologische ontwikkelingen is ook erg hoog. Dat herkennen we vanuit de trends, waar dit onderwerp ook in de top-10 staat. • De behoefte aan strategische kennis stijgt licht terwijl de behoefte aan organisatorische kennis en projectmanagement juist afneemt. Deze afname is ook al drie jaar gaande.

Het Onderhoudskompas -  35


Bereidheid tot samenwerking (%) Personeel - samenwerken bij werving en scholing • Te zien is dat er een kleine daling zichtbaar is als het gaat om bereidheid tot samenwerking met scholen en met andere bedrijven, maar dat dit nog steeds erg hoog is. Dit is ook iets wat de Rijksoverheid erg stimuleert7. • Sommige sectoren in Nederland staan nog conservatief in de bereidheid van samenwerking. Een voorbeeld hiervan is de zorgsector waarbij er afgelopen jaar nog te zien was dat er een tekort is aan samenwerking tussen gemeentes, ziekenhuizen en zorginstellingen8. Doordat de zorgsector dit zelf ook ziet en het duidelijk is dat de zorg beter zal worden als er meer samenwerking is, wordt er wel meer gekeken naar betere oplossingen9. De onderhoudssector doet het dus op dat vlak beter dan andere sectoren.

Aandeel vrouwen en flexibele krachten (%) 36

-

Het Onderhoudskompas

Personeel - verdeling medewerkers • In 2015 leek er een stijging ingezet in het percentage vrouwen. Ondanks de hoop dat dit zich door zou zetten is er in 2016 geen verdere stijging in het aantal vrouwen te zien. Sterker nog, we zien een kleine daling. • Het percentage flexibele arbeidskrachten is aardig stabiel gebleven met circa 14% (lichte daling ten opzichte van 2015). • De gemiddelde leeftijd van de werknemers in de onderhoudsorganisaties is rond de 43 jaar oud. Dit is al een aantal jaar tussen de 40-45. De gemiddelde leeftijd van de werkzame beroepsbevolking ligt op 41 jaar.

Gebruik van flexibele arbeidskrachten (% van totaal personeel)

Personeel - flexibele arbeidskrachten • Te zien is dat er kleine daling is in het aantal flexibele arbeidskrachten ten opzichte van 2015. In de figuur is te zien dat dit geldt voor elk van de drie onderzochte vormen van flexibele arbeidskrachten. • Als we kijken naar heel Nederland, dan zien we dat er juist meer flexibele arbeidskrachten bij zijn gekomen8. Ook is het percentage zzp’ers in Nederland op dit moment ongeveer 12% van de beroepsbevolking, waar dit in de onderhoudssector op 6% ligt9. De onderhoudssector lijkt dus minder vaak te kiezen voor flexibele arbeidskrachten.


Veranderingen eisen aan technisch geschoold pers

Personeel - eisen • Het overgrote deel van de respondenten, 76%, geeft aan dat de eisen aan technisch geschoold personeel toenemen. In combinatie met een tekort aan technisch geschoolden veroorzaakt het een groter probleem. In 2016 is een top-10 moeilijkst te vullen vacatures uitgegeven, met daarin alleen maar technici en onderhoudsmedewerkers. Dit bevestigt de lastige situatie.

Personeel - vacatures, stageplekken, uitstroom en ziekteverzuim • Bij de onderzochte bedrijven staan er per 100 medewerkers gemiddeld 4 vacatures open en worden er 4 stageplaatsen aangeboden. Daarbij is de uitstroom van werknemers binnen onderhoud 5,5%. • Te zien is dat het ziekteverzuim in de onderhoudssector verder gedaald is naar 3,0%. De daling heeft zich dus na vorig jaar voortgezet. Het gemiddelde ziekteverzuim in Nederland is circa 3,8%. Daarmee ligt het ziekteverzuim in de onderhoud sector lager dan het gemiddelde in Nederland11. Het Onderhoudskompas -  37


Flex- en part-time werken (%)

Personeel - flexibele arbeid • Bedrijven in de onderhoudssector staan steeds meer flex- en parttime werken toe (van ongeveer 36% naar 42%) • Daarnaast zien we dat het percentage bedrijven dat überhaupt ofwel parttime ofwel flexwerken (of allebei) faciliteert, ook stijgt. Dit percentage is opgeteld nu circa 73%. • Er is een verdere daling in het percentage bedrijven dat helemaal geen flexibel werk toestaat.

38 - Het Onderhoudskompas

Personeel - verwachte schaarste • De schaarste die al eerder te zien was op hbo- en mbo 3+4-niveau zien we ook terug als we kijken naar de functies waar veel schaarste is. Er is vooral veel schaarste te zien bij de functies waar dit opleidingsniveau gevraagd wordt. Met name monteurs, reliability engineers en operationele engineers worden dringend gezocht door de onderhoudsbedrijven. • Functies waar veel minder schaarste is, zijn het management en de administratieve medewerkers. NB. Er werd respondenten gevraagd drie van de genoemde functies uit te kiezen.


PRESTATIE Het onderhoudsbudget binnen de bedrijven wordt op verschillende manieren besteed. De meest voorkomende manieren onder de respondenten van het onderzoek zijn preventief onderhoud en correctief. In combinatie met trend 7, verouderende asset base, is het verklaarbaar waarom het correctief onderhoud stijgt. Hoewel er een stijging is in het onderhoudsbudget, is er een daling in het aantal medewerkers in correctief en preventief onderhoud. Bij het preventieve onderhoud wordt er gepland wanneer er onderhoud gepleegd moet worden, bij correctief doet men onderhoud op het moment dat er fouten voorkomen. De procesindustrie is veel tijd kwijt aan gepland en ongepland onderhoud doordat deze sector het meeste last van downtime van de assets heeft.

Op het gebied van innovatie binnen de onderhoudssector is er een ‘misalignment’ tussen wie de aanjager van innovatie hoort te zijn en wie de aanjager uiteindelijk is. Veel bedrijven geven aan dat de asset owner aanjager van de innovatie moet zijn terwijl in de praktijk blijkt dat in evenveel gevallen de dienstverlener en de adviseur dat juist zijn.

Als het gaat om contracten tussen bedrijven en de onderaannemers is er een stijging te zien in de tevredenheid. Bedrijven zijn daardoor eerder aan het overwegen om uitvoerende taken en regeltaken uit te besteden aan onderaannemers. Terwijl aangegeven wordt dat meeste contracten tussen de opdrachtgever en onderaannemer niet aansluiten op de bedrijfsstrategie van de opdrachtgever.

Prestatie - verdeling onderhoudsbudget en fte • Als gevolg van de verouderde asset base zien we dat veel bedrijven meer budget besteden aan correctief onderhoud. Van de vier soorten onderhoud stijgt deze relatief het meeste. • Vervangend en predictief onderhoud vindt nog beperkt plaats. De behoefte aan innovatie is groot, zoals ook blijkt uit de trends. Hopelijk kan dit de komende jaren voor minder correctief onderhoud zorgen.

De strategie van bedrijven om onderhoud te plegen is hoofdzakelijk om de beschikbaarheid van de assets zo hoog mogelijk te houden.

Het Onderhoudskompas -  39


Prestatie - beschikbaarheid assets • Assets zijn gemiddeld genomen over de organisaties 5% van de tijd gepland niet beschikbaar. Dit is gelijk aan een jaar geleden. • Te zien is dat in de procesindustrie het vaakst de asset gepland niet beschikbaar is, terwijl bij food, beverage & farma en infra de assets relatief het minst gepland niet beschikbaar zijn.

• M et name food, beverage & farma en de procesindustrie steken veel geld in correctief onderhoud. In deze industrieën zien we ook dat de verouderde asset base een belangrijke trend is. • Predictief onderhoud vindt alleen in behoorlijke mate bij de infrasector plaats. Bij de overige secties geldt dit minder.

• A ssets zijn in 2016 gemiddeld gezien 3% van de tijd ongepland niet beschikbaar. Dit is vooral bij de procesindustrie wat hoger, waar met 4% het meeste ongepland onderhoud verricht moet worden. • Te zien is dat de procesindustrie totaal gezien dus het meeste onderhoud aan haar asset moeten plegen. Met in totaal 11% van de tijd downtime door gepland en ongepland onderhoud is deze sector met afstand de meest intensieve wat betreft onderhoud. Dat is ook niet vreemd als we zien dat ‘Behoefte aan technologie en innovatie’ en ‘Een verouderde assetbase’ in de top-5 trends staan van deze sector. * Voor Fleet was te weinig betrouwbare data beschikbaar om een duidelijk beeld te geven.

40 - Het Onderhoudskompas


Gemiddelde leeftijd van de assets (in jaren)* Prestatie - leeftijd assets • De gemiddelde leeftijd van de assets is over het algemeen 29 jaar oud. Hierbij is ook te zien aan de trend verouderende asset base op plaats 7 dat de organisaties hier wel mee worstelen. • Als we de leeftijden naast de trends van de verschillende sectoren leggen zien we dat alleen bij infra en procesindustrie de verouderende asset base in de top-5 staat. Logischerwijs is de leeftijd van de asset niet voor elke sector een probleem voor de operatie. Deze problemen liggen dus vooral bij infra en procesindustrie, die toevalligerwijs de jongste gemiddelde assetleeftijd hebben. * Voor Fleet was te weinig betrouwbare data beschikbaar om een duidelijk beeld te geven.

Aanjager van innovaties binnen de onderhoudsorganisatie

• E r is een groot verschil te zien in de perceptie van wie de aanjager van innovatie zou moeten zijn en wie de innovaties daadwerkelijk aanjaagt. • Van asset owners wordt in de meeste gevallen verwacht dat zij de aanjager zijn, maar zij doen dit in werkelijkheid minder dan verwacht. • Vooral dienstverleners en adviseurs pakken deze rol vaker op dan dat van hen verwacht wordt. Dit is mogelijk omdat zij zich goed in de markt willen positioneren om zo hun positie goed in te stellen. • Onderaannemers hebben relatief gezien weinig te maken met het aanjagen van innovatie en dit wordt over het algemeen ook niet van hen verwacht.

Uitgave innovatie als percentage van het onderhoudsbudget (%) Prestatie - innovatie • Bedrijven geven gemiddeld ongeveer 5% van hun budget uit aan innovatie, wat 1% lager ligt dan vorig jaar, maar gelijk is aan de hoeveelheid in 2014. Vooral manufacturing heeft relatief een hoog innovatiebudget ten opzichte van het gemiddelde.

Het Onderhoudskompas -  41


Prestatie - contracten met onderaannemers • In de figuur is te zien dat de tevredenheid omtrent uitbesteding beter is geworden, aangezien meer bedrijven overwegen nu meer uitvoerend werk en regeltaken uit te besteden. Ten opzichte van 2015 zijn er meer bedrijven die open staan voor uitbesteding. Slechts 25% geeft aan niet tevreden te zijn over de lopende contracten. De toename in tevredenheid komt vooral door een afname in bedrijven die er vanuit gaan dat er veel tijd verloren gaat in de aansturing en bewaking van de uit te voeren taken die onderaannemers uitvoeren. • Naast de toename in bereidheid om onderaannemers in te zetten is er gemiddeld gezien wel een afname in het vertrouwen dat de bedrijfsstrategie overeenkomt met de onderaannemers. Hier lijkt dus nog werk aan de winkel.

42 - Het Onderhoudskompas

Prestatie - drijfveer onderhoud • Net als in de voorgaande jaren blijft het verhogen van de beschikbaarheid van assets de voornaamste drijfveer voor onderhoud met 60%. Deze drijfveer groeit dit jaar enorm in vergelijking met vorig jaar waar het 45% van de focus kreeg en ook al de meest overheersende drijfveer was. • Waar vorig jaar de verminderde investeringsruimte ineens opkwam is deze drijfveer nu minder belangrijk, met maar 5% van de respondenten die hier hun focus op hebben. Ook verhogen van veiligheid is de afgelopen drie jaar aan het dalen als drijfveer. Kosten besparen heeft na een lichte daling vorig jaar weer een kleine klim gemaakt richting 27%.


Referenties 1 CBS. 2016. Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, waarden, nationale rekeningen http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=82601ned&D1=0-63&D2 =0,2&D3=100-105&VW=T 2 CBS, 2016. Bevolking 15 tot 75 jaar, https://www.cbs.nl/nl-nl/achtergrond/2016/20/bevolking-15-tot-75-jaar 3 CPB, 2016. Brexit slowing down economic growth Netherlands, http://www.cpb.nl/en/ pressrelease/brexit-slowing-down-economic-growth-netherlands 4 ING. 2016. Productiegroei bouw neemt af, https://www.ing.nl/media/ING_EBZ-Productiegroei_bouw_neemt_af-Juli_2016_ tcm162-107086.pdf 5 ING. 2015. Facts en Figures Vervoer over land, https://www.ing.nl/zakelijk/ kennis-over-de-economie/uw-sector/sectoren-algemeen/vervoer-over-land.htm 6 Automatie PMA. 2016. Schaarse jonge technici kiezen massaal voor ander beroep, http://automatie-pma.com/automatie/ beurs-en-brancheberichten/schaarse-jonge-technici-kiezen-massaal-beroep/ 7 Rijksoverheid. 2015. Rijksoverheid verbindt onderwijs en bedrijfsleven. https:// www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ondernemen-en-innovatie/inhoud/rijksoverheid-verbindt-onderwijs-en-bedrijfsleven 8 Zorgvisie, 2015, Onvoldoende samenwerking bij transformatie langdurige zorg, https://www.zorgvisie.nl/kwaliteit/ nieuws/2015/9/onvoldoende-samenwerking-bij-transformatie-langdurige-zorg-2686443w/ 9 Coincide BV, 2016, Samenwerken, http:// www.coincide.nl/Online/wp-content/uploads/ZIR16-Samenwerken.pdf 8 CBS. 2015. Meer mensen flexibel aan de slag. https:/www.cbs.nl/nl-nl/ nieuws/2015/38/meer-mensen-flexibel-aande-slag/www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2015/38/ meer-mensen-flexibel-aan-de-slag

CBS. 2015. http://www.ikwordzzper.nl/ landelijk/zzp-kennisbank/cijfers-en-kengetallen/wat-zijn-de-zzp-kengetallen-volgenshet-cbs 10 PW Gids. 2016. De 10 moeilijkste vacatures in 2016http://pwdegids.nl/ artikel/10-moeilijkst-vervulbare-vacatures-2016/ 11 CBS. 2016. Ziekteverzuimpercentage. http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=80072NED&D1=0& D2=a&D3=94%2c99-100&HDR=G1&STB=T%2cG2&CHARTTYPE=2&VW=T 9


FUNCTIEHUIS De NVDO geeft met het functiehuis een beeld hoe een typische onderhoudsorganisatie eruit ziet. Het is echter geenszins een aanzet tot hoe een onderhoudsorganisatie eruit zou moeten zien; elke organisatie is anders en heeft haar eigen optimale indeling.

D

it generieke functiehuis, met daarbij een beschrijving van de functies, stelt ons echter wel in staat een overzicht te geven van een generieke onderhoudsorganisatie en daarbij enkele interessante cijfers te tonen; de gemiddelde procentuele verdeling, het gemiddelde salaris en het gemiddelde aantal ervaringsjaren per functie. Het overzicht van de verschillende functies is te vinden in figuur 1. Er zijn vier verschillende niveaus geïdentificeerd; uitvoerend, operationeel, tactisch en strategisch. Hierbinnen zijn tien rollen geplot; management, reliability engineer, maintenance planner, mechanical engineer, administrative support, supervisor, electrical engineer, proces en operations engineer, automatisation engineer en monteur/technicus. De rollen zijn niet strikt gescheiden tussen de niveaus. Zo heeft de maintenance planner, naast tactische, ook operationele taken en de mechanical-, electrical- en automatisation engineer, naast operationele, ook uitvoerende taken. Als toevoeging op het generieke functiehuis, treft u tevens een ver-

44 - Het Onderhoudskompas

dieping op een aantal specifieke functies die onder de tien uitgelichte rollen vallen. Strategische functies Management Managementfuncties zijn gericht op hiërarchisch leidinggeven aan medewerkers binnen het desbetreffende vakgebied.

Asset manager De asset manager bepaalt de strategie van het onderhoud en het gewenste onderhoudsniveau en zorgt ervoor dat assets zo optimaal mogelijk presteren. De asset manager is verantwoordelijk voor de langetermijnplanning en budgettering wat betreft de assets en is belangrijk in het bepalen om al dan niet te investeren in nieuwe apparaten of life-time extension toe te passen. Hij zorgt er daarnaast voor dat assets up-to-date zijn met nieuwe technologieën en in lijn met wet- en regelgeving via programmamanagement en stelt risicoprofielen op.

Technisch manager Zoals veel leidinggevende en coördinerende



functies is technisch manager een beroep dat bij verschillende organisaties op geheel verschillende manieren ingevuld wordt. De werkzaamheden hebben echter altijd betrekking op technische aangelegenheden. De taken zullen voornamelijk bestaan uit het bepalen van beleid en het controleren van de uitvoering daarvan. Er zijn weinig bedrijven die een technisch manager an sich in dienst hebben. In veel gevallen zal het gaan om vergelijkbare functies met andere titels, zoals technical sales manager, technologie- en innovatiemanager, manager techniek, manager technische dienst, technisch ontwikkelaar, etc. Plant manager De plant manager is er verantwoordelijk voor dat het productieproces zo goed mogelijk verloopt. De kerntaken van deze functie bestaan uit het regelen en coördineren van medewerkers, het overzien en plannen van verbeteringen en het opstellen en bewaken van financiële rapporten en budgetten.

Manager duurzaamheid De manager duurzaamheid geeft leiding aan de afdeling die zorgdraagt voor het duurzaam handelen van het bedrijf. Ze stellen veelal richtlijnen op om duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren en evalueren of er aan deze richtlijnen voldaan wordt. Projectmanager IT De projectmanager IT geeft leiding aan een groep werknemers die werkzaam is in de IT-afdeling van een organisatie. Deze afdeling ondersteunt de organisatie met IT-oplossingen, en zorgt voor een betrouwbare IT-infrastructuur.

Projectmanager recruitment De projectmanager recruitment geeft leiding aan de recruitment-afdeling van een bedrijf. Deze houdt zich veelal bezig met taken als harmonisatie van arbeidsvoorwaarden, ontwikkelen van een functiewaarderings- en beloningssysteem, ontwikkelen van een op-

46 - Het Onderhoudskompas

leidingstraject, doorvoeren van een reorganisatie, opzetten van een wervingscampagne, werving personeel, etc. Tactische functies

Reliability engineer Reliability (maintenance) engineers zijn gericht op het initiëren, ontwikkelen, implementeren, ondersteunen en controleren van projecten ter vernieuwing en verbetering. Daarnaast richten zij zich op het op een nieuwe manier optimaliseren van processen, procedures en werkinstructies binnen de organisatie. De focus ligt vooral op de lange termijn. Constructeur De constructeur vertaalt het ontwerp van een architect of ontwerper in een werkbare oplossing. Een constructeur past technische en wiskundige kennis toe om apparaten of constructies daadwerkelijk te realiseren. Contractmanager De contractmanager houdt zich bezig met de inkoop en het opstellen van alle contracten met aannemers en leveranciers van een opdrachtgever. De contractmanager ondersteunt hierbij de productmanagers en zoekt optimalisatie van de aspecten kwaliteit, kosten en wet- en regelgeving.

Innovatietechnoloog Een innovatietechnoloog houdt zich bezig met innovatie op technisch vlak. Hij/zij doet daar onderzoek naar mogelijke technologische verbeteringen, geeft hierover een advies aan zijn leidinggevende(n) en helpt vaak ook mee met het implementeren van de gegeven adviezen. Het zijn veelal bedrijven in de chemische sector en food, beverage en farma die innovatietechnologen in dienst hebben.

Manager engineering De manager engineering geeft leiding aan een groep werknemers die werkzaam zijn in de engineering. Deze mensen werken allemaal voor de afdeling van het bedrijf dat zorg-


draagt voor het technologische onderzoek en de planning van een bepaald product. De manager engineering zorgt ervoor dat de mensen die voor hem/haar werken goed begeleid en aangestuurd worden. Materiaalmanager De materiaalmanager is verantwoordelijk voor de materialen die gebruikt worden bij het maken en ontwikkelen van producten, spullen en constructies.

Operations manager De operations manager zorgt ervoor dat een bedrijf blijft draaien, door zich bezig te houden met de dagelijkse gang van zaken. Omdat de dagelijkse gang van zaken voor elk bedrijf verschillend kan zijn, is ook de functie van operations manager op diverse manieren in te vullen. In sommige functies is de operations manager met name bezig met het inhuren en regelen van personeel, terwijl in andere functies de nadruk op het bijhouden van voorraad en het regelen van de logistiek kan liggen. Processpecialist De processpecialist is, zoals de naam al aangeeft, specialist in een bepaald proces. Ten eerste kan hij/zij fungeren als een adviseur over hoe een proces te optimaliseren. Ten tweede heeft de processpecialist vaak de taak om een proces optimaal te managen.

Projectplanner De projectplanner is verantwoordelijk voor een goede planning van verschillende projecten binnen een organisatie. Hij/zij is bezig met het maken en bewaken van planningen voor projecten, het analyseren van de planningsrisico’s en het afstemmen van alle processen van een project. Requirements engineer Een requirements engineer houdt zich bezig met het identificeren en documenteren van de wensen van gebruikers van informatiesystemen. De requirements engineer bekijkt

hierbij de wensen op het gebied van functionaliteit en kwaliteit.

Technical sales manager De technical sales manager houdt zich bezig met de verkoop van technische producten en het onderhouden van klantrelaties. De technical sales manager moet hiervoor specifieke technische kennis hebben maar ook kunnen verkopen.

Technisch adviseur Een technisch adviseur adviseert klanten (bedrijven) over systemen, standaarden en de aanschaf, installatie en toepassing daarvan. Het vakgebied van de technisch adviseur betreft meestal de IT, de elektrotechniek, de autotechniek of vergelijkbare branches. Hij/ zij heeft als adviseur diepgaande kennis over bepaalde onderwerpen én weet dit ook te presenteren aan klanten die minder deskundig zijn op de betreffende terreinen. Maintenance planner De functies van maintenance planners zijn name gericht zijn op het (technisch) aanleggen, het beheer en het onderhoud. Daarnaast richten zij zich op het in stand houden van de huidige assets en het ontwerpen en in uitvoering doen geven van activiteiten hiervoor. De focus ligt met name op de korte termijn.

Gebouwbeheerder Een gebouwbeheerder zorgt ervoor dat het pand en alle installaties goed worden onderhouden, zodat de veiligheid en gezondheid gewaarborgd blijven. Gebouwbeheer valt onder de discipline Facility Management. Onderhoudsinspecteur De onderhoudsinspecteur stelt vast of er sprake is van afwijkingen in het onderhoudsplan en in de uitvoering van onderhoud bij een organisatie. Een onderhoudsinspecteur kan de opdracht krijgen om algemeen naar het onderhoudsplan te kijken, maar vaak is een onderhoudsinspecteur in een bepaald deelgebied werkzaam.

Het Onderhoudskompas -  47


Onderhoudsplanner De onderhoudsplanner houdt zich bezig met het opstellen en uitvoeren van een plan voor het onderhoud van assets. Opzichter Als opzichter in de bouw vertegenwoordig je de opdrachtgever, waarbij je controleert en beoordeelt of er wordt voldaan aan de gemaakte afspraken.

Procesoperator De procesoperator draagt bij aan én overziet het goede verloop van een productieproces. Het is de taak van de procesoperator om het productieproces te allen tijde te bewaken. De procesoperator moet daarom veel kennis van het proces hebben. Productieplanner Een productieplanner werkt op de productieafdeling van een bedrijf en zorgt ervoor dat mensen en middelen zo efficiënt mogelijk in het productieproces worden ingezet.

Projectleider De projectleider kan de rol aannemen van coördinator of van leider. Een coördinerende projectleider zorgt ervoor dat alles volgens plan en goed verloopt. De leidinggevende projectleider delegeert en verdeelt taken en heeft de leiding over een projectteam. Teamleider productie De focus van een teamleider productie ligt voornamelijk op het plannen, organiseren en ontwikkelen van het productieteam. De teamleider productie voert zo efficiënt mogelijk de aangeboden productieorders uit en geeft leiding aan de medewerkers van de desbetreffende productieafdeling. Operationele functies Proces en operations engineer De proces en operations engineer voert taken uit met als doel het huidige proces optimaal werkend te krijgen. 48 - Het Onderhoudskompas

Ploegbaas Een ploegbaas is de leider van een groep arbeiders die werkzaam zijn in een werkplaats of een fabriek. In veel gevallen is de ploegbaas zelf ook betrokken bij de werkzaamheden hetzij met nog een extra coördinerende rol.

Process engineer De process engineer is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en verbetering van nieuwe en bestaande machines en processen. De process engineer leidt of neemt deel aan het projectteam van concept tot implementatie. Hij volgt dus als het ware het gehele proces en probeert dit te optimaliseren.

Supply chain engineer Een supply chain engineer werkt aan een efficiënte en effectieve supply chain en ontwerpt, verbetert en implementeert bedrijfsprocessen die gericht zijn op het vergroten van de klantwaarde, bijvoorbeeld in de vorm van lagere kosten, kortere responstijden en minder risico’s. Meestal heeft dit te maken met inkoop, verkoop of logistiek. De ene supply chain engineer zal meerdere stappen van de productieketen controleren, terwijl de andere supply chain engineer zich op de inkoop van één bepaald onderdeel zal focussen. Mechanical engineer De mechanical engineer voert werk uit aan assets die werken met analoge bewegende delen.

Materiaaldeskundige De materiaaldeskundige onderzoekt de eigenschappen en samenstelling van allerlei materialen. Hij/zij test deze materialen in een laboratorium op bijvoorbeeld corrosie en brandwerendheid. Aan de hand van de resultaten van deze testen komt de materiaaldeskundige tot nieuwe materialen of verbeteringen van de bestaande materialen. Technical support engineer De technical support engineer is iemand die klanten van grote leveranciers van technische, elektronische en dergelijke producten


ondersteunt in installatie en onderhoud. Dit kan gaan om besturingssystemen van computers, netwerken en databasesystemen, maar ook om fabrieksapparatuur, zoals tanks, machines en vaten.

Electrical engineer De electrical engineer voert werk uit aan assets die elektrisch geladen zijn en waar dus elektrische spanning op staat.

Voorman technische dienst De voorman technische dienst is verantwoordelijk voor de planning van de afdeling, biedt hulp bij het verhelpen van technische mankementen en denkt mee aan aanpassingen, onderhoud en reparaties op werktuigbouwkundig gebied. Het is een functie waarvoor een brede technische kennis nodig is. Automatisation engineer De automatisation engineer voert werk uit aan assets die bestaan uit computersystemen dan wel daardoor ondersteund worden.

Meet- en regeltechnicus De meet- en regeltechnicus houdt zich bezig met het bestuderen van het dynamisch gedrag van een systeem over tijd. Door het bestuderen van een systeem en de bijbehorende gedragingen kunnen er voorspellingen gedaan worden over bijvoorbeeld het evenwicht van het systeem.

naam al aangeeft, bezig met het daadwerkelijk uitvoeren van de onderhoudswerkzaamheden. Monteur/technicus

Machine-operator ‘Machine-operator’ verwijst hoofdzakelijk naar iemand die verantwoordelijk is voor de werking van een machine. Hij staat vaak onder leiding en toezicht van een procesoperator, wiens verantwoordelijkheden zich uitstrekken tot een groter productieproces.

Onderhoudsmonteur Een onderhoudsmonteur is een monteur die onderhoud aan assets uitvoert. De werkzaamheden van een onderhoudsmonteur hangen af van het bedrijf waar hij werkzaam in is. In grote lijnen komt het erop neer dat hij zich onder andere bezig houdt met het repareren, afstellen, inspecteren, testen en het oplossen van storingen aan de apparatuur.

Storingsmonteur Een storingsmonteur is iemand die storingen verhelpt en soms ook machines installeert. De storingsmonteur is dus veelal bezig met controleren, onderhouden en repareren. Het repareren gebeurt zonder regelmaat, omdat vaak niet te voorzien is wanneer en wanneer defecten zich voordoen.

Administrative support Administrative support bestaat uit functies gericht op het ondersteunen, bijhouden en randvoorwaardes optimaliseren van de overige kernwerkzaamheden.

Managementassistent De managementassistent is de steun en toeverlaat van het management. Hij/zij regelt zijn afspraken, verzorgt zijn correspondentie en ondersteunt hem bij de planning van zijn werk. Uitvoerende functies Uitvoerende functies houden zich, zoals de

Het Onderhoudskompas -  49


SAMENVATTING NVDO ONDERHOUDSKOMPAS 2016/2017 Het NVDO Onderhoudskompas geeft een beeld van de trends en de huidige status van de Nederlandse onderhoudsmarkt. De onderhoudssector lijkt de komende jaren te groeien.

50 - Het Onderhoudskompas


Z

o is er een stijging in de gemiddelde omzetgroei en geeft maar liefst 86% van de bedrijven aan groei te verwachten in de komende jaren. Echter, dit gaat wel gepaard met een schaarste aan technisch geschoold personeel. Vanuit de trends, feiten en cijfers zien we op hoofdlijnen vijf belangrijke ontwikkelingen. Hieronder lichten we deze toe: • Schaarste aan technisch geschoold personeel - In de volledige onderhoudssector is te zien dat er tekort is aan technisch geschoold personeel. Dit jaar uit zich dat door een stijging in positie van de trend van plaats zestien naar plaats twee. Er zijn twee oorzaken die het tekort verklaren: Het aantal technisch geschoolden is aan het afnemen en de bedrijven stellen hogere eisen aan nieuw personeel. • Regelgeving binnen de onderhoudssector - Wet- en regelgeving speelt een grote rol binnen de onderhoudssector. Vanuit Nederland en de EU wordt er in toenemende mate gestuurd op veiligheid en klimaat. Dat blijkt ook uit de klimaattop van december 2015 in Parijs. Naast nieuwe regelgeving is behoud van veiligheid nog altijd erg belangrijk. Binnen de onderhoudssector is dan ook te zien dat bedrijven in veel gevallen veiligheid op nummer één hebben staan.

• Technologie en data speelt een grotere rol in het onderhoud - Aan de trends is te zien dat meer bedrijven de focus leggen op technologische ontwikkelingen. De combinatie van de behoefte aan ICT-systemen en de uitdagingen rondom het verwerken van grote hoeveelheden data leidt duidelijk tot een roep om, en focus op, technologische vooruitgang. Dit blijkt ook uit de focus op sensortechnolo-

gie en Smart Industry, om zo goed mogelijk de Condition Based Maintenance (CBM) uit te kunnen voeren.

• De rol van de opdrachtnemer in toenemende mate belangrijk - Bedrijven besteden vaker taken uit aan andere partijen. Bij die uitbesteding zien we dat er in toenemende mate behoefte is aan totaaloplossingen van de afnemer, waarbij de volledige verantwoordelijkheid uitbesteed wordt aan één specifieke opdrachtnemer. Ook is vanuit de kant van de opdrachtnemers te zien dat zij meer gaan aanbieden om hun concurrentiepositie te verbeteren.

• Operational Excellence nog steeds belangrijk - Ook dit jaar staat de trend Operational Excellence in de Top 10 Trends. Dit betekent dat bedrijven de mogelijkheden onderzoeken hoe hun bedrijf de processen zouden kunnen stroomlijnen om zo een hogere kwaliteit te kunnen leveren, kosten te verlagen en de doorlooptijd te beperken. Dankzij de analyse in het NVDO Onderhoudskompas is te zien dat de onderhoudssector in een stijgende lijn zit. Dit is ook waarneembaar in heel Nederland, waar de economie weer positieve cijfers laat zien. Het overgrote deel van de trends bevestigt dit ook, door onder andere veel focus op vernieuwende ideeën en systemen. Door middel van het Onderhoudskompas maakt de NVDO, als eerste en inmiddels grootste branchevereniging van Europa als het gaat om maintenance binnen asset management, de trends en cijfers inzichtelijk en faciliteert zij haar leden bij ontwikkelingen en uitdagingen op het gebied van onderhoud en asset management. Het Onderhoudskompas -  51


Summary NVDO MAINTENANCE COMPASS 2016/2017 The NVDO (Dutch Maintenance Society in Asset Management) Maintenance Compass describes the trends and current situation of the Dutch maintenance sector.

T

he size of the maintenance sector appears to grow over the last years. We see an average revenue growth and next to that, 86% of the companies in maintenance claim they expect a growth in the market the coming years. However, this growth also goes hand in hand with an increase in scarcity of technical educated personnel. From the different trends, facts and figures in the quantitative research we derive five main developments in the maintenance sector. Below these developments will be described: Scarcity in technical educated personnel All subsectors in the maintenance sector are experiencing the scarcity in technical educated personnel. In comparison with the trend analysis of last year we see the trend raise in importance from a 16th ranking to a second place out of the 23 researched trends. Two main reasons for the growth in importance can be found: the number of people graduating from an education with technical back-

52 - Het Onderhoudskompas

ground is decreasing and companies have higher demands for new hires.

Regulations in the maintenance sector - The regulations within the maintenance sector is always one of the most important trends. The European Union and the Netherlands give more and more attention to regulations based on safety and climate effects. This focus on the climate effects is also shown at the United Nations Climate Change Conference in Paris 2015. Next to climate regulations, safety is also a very important aspect in maintenance. Most companies within the maintenance sector have safety rules as priority number one.

The importance of technology and data in maintenance - Results from the trend analysis show that more companies are focusing on technology and data. Combining this trend with the need for ICT systems and the challenges in coping with large amounts of data, there is clearly a strong focus on tech-


nological development. This also can be seen in the focus on sensor technology and Smart Industry, which is used for condition based maintenance.

The contractor becomes increasingly important - Companies more often outsource maintenance tasks to other parties. In outsourcing these tasks we see a growing need for ‘total solutions’, at which the contractor is fully responsible for certain tasks. Also, contractors are offering more/better services to distinguish themselves from other parties and by doings so, increasing their competitive advantage. Operational Excellence is still important This year Operational Excellence is again in the Top 10 Trends, which means it is still one of the most important areas of opportunity within maintenance. Companies are working hard at finding the most optimal way in operating their processes by closely increasing quality and reducing costs of the process.

From the analysis of the NVDO Maintenance Compass, it can be seen that there is growth in the maintenance sector. The economy in the Netherlands is also showing growth and has positive outlooks for the future. The majority of the trends validates this growth; we see focus on new ideas and technological development. Using the Maintenance Compass, the NVDO wants to share insights with her members and facilitate/support the maintenance sector within asset management in the upcoming opportunities and challenges.

Het Onderhoudskompas -  53


Review visiedocument

‘ONDERHOUDBINNEN DE INFRASECTOR IN 2025’ In het NVDO Onderhoudskompas van 2011 is visie geformuleerd met de focus op onderhoud in de infrasector. Dit is vervat in het visiedocument ‘Onderhoud binnen de infrasector in 2025’. Hierin zijn de trends van 2011 aangegeven en is op basis van een aantal toekomstscenario’s beschreven hoe de sector zich mogelijk zou gaan ontwikkelen richting 2025.

N

u, vijf jaar later, blikken we terug op de ontwikkelingen van de afgelopen jaren en de prognoses die gemaakt zijn voor de toekomst. In deze review geven we een samenvatting van de visie uit 2011 langs de twee geïdentificeerde assen en vier beschreven scenario’s. De vier scenario’s hier beschreven zijn de in 2011 omschreven toekomstscenario’s en dus onderdeel van de samenvatting. Vervolgens richten wij onze blik op de ontwikkelingen van de afgelopen vijf jaar in de infrasector en kijken we vooruit naar de verwachting voor 2025. Samenvatting visiedocument In deze paragraaf beschrijven we de visie die in 2011 voor 2025 is beschreven. De infrasector voorziet de bevolking van basisbehoeften zoals stromend water, gas en elektriciteit. Als het gaat om de infrasector bedoelen we tevens weg, water, rail en (lucht)havens. Er is vanuit de maatschappij altijd een bepaalde behoefte aan en verwachting van de prestaties die geleverd worden door de beschikbare infrastructuur. Ten tijde van het schrijven van dit document liepen de investeringen, mede als gevolg van de crisis, terug vanuit de overheid, maar bleef door de basisbehoefte aan infrastructuur het gebruik erg hoog. Ondanks snelle technologische ontwikkelingen werd er vanuit de overheid beperkt in infrastructuur geïnvesteerd. De focus was vooral op het behouden in plaats van het bouwen.

54 - Het Onderhoudskompas

Het jaar 2011 werd gekenmerkt door een recordproductie van elektriciteit1. Daarnaast werd de snelheid verhoogd op veel snelwegen naar 130 kilometer per uur, wat het gebruik van de snelweg stimuleert. Ook nam het aantal passagiers op Schiphol in 2011 toe met 12,7% vergeleken met het jaar ervoor. Dit laat zien dat de infrasector op alle vlakken te maken had met verhoogde druk op assets. Omdat 2011 gekenmerkt werd door een focus op behouden in plaats van bouwen, kreeg onderhoud een steeds prominentere rol. Samenwerken in de keten en de rol van de opdrachtgever waren belangrijke thema’s.

In 2011 zijn, naast de bovenstaande ontwikkelingen, twee kernonzekerheden vastgesteld voor de toekomst die de basis vormen voor de assen van de toekomstscenario’s: 1) De rol van de opdrachtgever en 2) De druk van het onderhoudswerk op de organisatie. 1 De rol van de opdrachtgever Op de as van de rol van de opdrachtgever zien we twee mogelijke (extreme) rollen: die van volledige procescoördinator en die van diepe productspecialist. Een opdrachtgever die procescoördinator is, heeft alleen de focus op het proces en de route tot het realiseren van het eindproduct. De opdrachtgever, die productspecialist is, houdt zich bezig met het detail van het eindproduct en stuurt als een ingenieur.


Figuur 1: Scenarioframe ‘De Nederlandse infrasector 2025’

2 De druk op de organisatie van het onderhoudswerk Op deze as gaat het om de mate van druk die er ligt op efficiënt en effectief gebruik van middelen en mensen bij het onderhoudswerk aan de infrastructuur. Dit hangt af van de vraag naar capaciteit en/of beschikbaarheid van de infrastructuur en voor een deel is dit ook gedreven door maatschappelijke acceptatie. De druk vanuit de maatschappij komt doordat bij veel gebruik er voor de organisatie weinig tijd over blijft om het onderhoud uit te voeren. Deze twee assen vormen de basis van de toekomstscenario’s te verkrijgen: (1) Productfocus & sterke druk, (2) Procesfocus & sterke druk, (3) Productfocus & beperkte druk en (4) Procesfocus & beperkte druk. Per scenario is een beeld geschetst van de Nederlandse Infrasector in 2025 door drie lenzen: 1) De

macro-omgeving, 2) De bedrijfsomgeving en 3) De ontwikkeling van onderhoud. Let wel, de scenario’s waren destijds geschetst als extreme toekomstbeelden.

In 2011 omschreven toekomstscenario 1 Productfocus & sterke druk Macro-omgeving In dit scenario hebben de overheid en gemeentes vertrouwen gekregen in een verbeterende economie. Een gevolg van de betere economie is dat bedrijven in de vijftien jaar na de crisis een positieve ontwikkeling hebben doorgemaakt. Waardoor er een groeiende vraag naar infra ontstaat en de druk op de capaciteit groeit. Dit forceert de overheid om voor infra de budgetten te vergroten.

De toegenomen druk en de financiële vooruitgang voor de infrasector, heeft een focus gelegd op innovatie. Waardoor op bestaande

Het Onderhoudskompas -  55


assets meer capaciteit mogelijk is. Ondanks de verhoging van de capaciteit is de druk hierop verhoogd, wat de overheid forceerde om een deel van de bouw en het onderhoud te privatiseren. Private bedrijven hebben hierdoor een andere invulling gegeven aan bouw en onderhoud, wat tot gevolg heeft dat er kennis van de assets verloren gaat. De overheid is hier ontevreden over en heeft daardoor manieren bedacht om invloed uit te oefenen op de marktpartijen. Regelgeving heeft onder andere een strenger beleid gekregen en de contracten zijn verstevigd met strengere normen. Bedrijfsomgeving In de infrasector is de druk op de capaciteit, zoals al eerder aangegeven, enorm toegenomen tot aan 2025. De oorzaak van de druk op de capaciteit komt door een groeiende economie en daarmee een groeiende vraag aan infrastructuur om hieraan te voldoen. Dit heeft ertoe geleid dat er een noodzaak tot innovatie ontstond. Dit resulteerde in een beweging waarbij besturingsen beheersingssystemen intelligenter zijn gemaakt, wat vervolgens uitkwam op een verhoogde capaciteit. De ontwikkeling van onderhoud De vraag naar ontwikkeling in onderhoud ten behoeve van de capaciteit is sectorbreed groot in dit scenario. De technieken binnen de infrasector zijn gestimuleerd door een bonus-malusstructuur te koppelen aan minimale downtime van de systemen. Hierdoor wordt innovatie gestimuleerd, hetgeen resulteert in betere voorspelling in het onderhoud met als gevolg het gebruik van sensortechnologie. De omgang met de datastromen die ontstaan bij het gebruik van de sensoren is in ontwikkeling. Door de eerder besproken druk op de capaciteiten vanuit de gebruikers, is er grote noodzaak tot innovatie om de huidige assets te optimaliseren en daarnaast nieuwe betere assets te bouwen.

In 2011 omschreven toekomstscenario 2 Procesfocus & sterke druk Macro-omgeving Vanuit een versnelling in de privatisering binnen de infrasector heeft

56 - Het Onderhoudskompas

Nederland haar schuldenlast teruggedrongen richting 2020. Dit heeft ook tot gevolg dat het waterzuiveringsbeheer een afname voelt in zijn takenpakket door privatiseren naar verschillende partijen. De overheid heeft gekozen voor het afgeven van verantwoordelijkheden naar marktpartijen op basis van langdurige contracten. Wat ertoe leidt dat het bouwen van de assets en het onderhoud jarenlang in handen zijn van de marktpartijen, oftewel grote private consortia. De stabielere economie in Nederland leidt tot een groei in de behoefte aan alle vormen van infra, waardoor er meer druk komt op de capaciteit van de assets. Capaciteitsdruk veroorzaakt een stimulans voor innovatie, welke zich uit in een drang naar optimalisering van de bestaande assets. Daarnaast verandert de behoefte van de consument deels. De groei in behoefte aan elektrisch rijden in 2025 in Nederland is hier een goed voorbeeld van. Dit betekent onder andere dat naast de al bestaande tankstations er laadpunten gebouwd moeten worden. Elektrische auto’s zijn, door de accu, zwaarder en veroorzaken daardoor meer slijtage aan het wegdek. Bedrijfsomgeving Dienstverleners en opdrachtgevers hebben door een versoepeling van de Europese mededingingswetgeving betere mogelijkheden gekregen om samen te werken. De samenwerking die hierdoor tot stand kan komen heeft ook positieve uitwer-


kingen op oplossingen tegen het tekort aan technisch geschoold personeel. Dit heeft tot gevolg dat de vraag naar samenwerkingen met specifieke stakeholders, zoals adviesbureaus, detacheerders en collega-bedrijven, zal stijgen.

De ontwikkeling van onderhoud In dit scenario is er een grote focus op het gebruik van sensoren. Concepten als Risk Based Maintenance en Condition Based Maintenance zijn hierdoor algemene begrippen bij het onderhoud binnen de infrasector. Doordat samenwerking vaker voorkomt, ontstaan er verschillende consortia van gespecialiseerde bedrijven die invulling geven aan de behoefte aan hoge kwaliteit dienstverlening. In 2011 omschreven toekomstscenario 3 Productfocus & beperkte druk Macro-omgeving In dit scenario heeft Nederland tot 2025 de tijd nodig gehad om de economische situatie weer stabiel te krijgen. Hierdoor heeft de overheid veel taken overgelaten aan de markt, maar ontstaan er nu weer mogelijkheden om taken naar eigen hand te zetten. Ook is de druk op de capaciteit van de assets hierdoor beperkt gebleven en was de nood naar innovaties in uitbreiding van de assets niet aanwezig. De innovaties die wel aandacht kregen kwamen tot stand

als gevolg van een roep om optimalisering van de bestaande assets. Doordat er in dit scenario minder noodzaak voor onderhoud was, wordt de focus gelegd op de prestatie en de prijs. De doelstellingen binnen de politiek waren, door de terughoudende groei, teleurstellend. Een maatregel ter compensatie van de verkeerde doelstelling is toen doorgevoerd in de vorm van prijsstijgingen voor de gebruikers, wat vervolgens effect had op de capaciteit van de assets. Bedrijfsomgeving In dit scenario is er een kennisverlies ontstaan bij de bedrijven, waardoor een focus is ontwikkeld op het minimaliseren van dit verlies. Systemen als shared knowledge systemen en cloud computing zijn toen geïntroduceerd om hierbij te helpen. Een focus op professionalisering van asset management heeft ervoor gezorgd dat er beter omgegaan wordt met een asset lifecycle benadering. Daardoor gaat meer aandacht naar het optimaliseren van de levensduur en duurzaamheid van de asset.

De ontwikkeling van onderhoud Doordat de economie in Nederland in dit scenario een beperkte groei onderging, was er tot 2025

Het Onderhoudskompas -  57


een beperkte hoeveelheid investeringen in innovatie. De ontwikkeling binnen de infrasector zit vooral in de communicatie tussen de asset owners, dienstverleners en gebruikers. De normen en regels binnen de markten zijn transparant geworden waardoor er meer begrip ontstaat tussen de partijen.

In 2011 omschreven toekomstscenario 4 Procesfocus & beperkte druk Macro-omgeving De economie in Nederland kampt nog steeds met krimpverschijnselen en een staatsschuld in 2025. Onderhoudsbudgetten staan onder druk waardoor er achterstallig onderhoud ontstaat, met als gevolg dat de overheid de taken moet doorschuiven naar de markt. De meeste druk komt vanuit incidenten in de assets in plaats van capaciteiten problemen vanuit de markt. Er worden vrijwel geen investeringen gedaan in nieuwe assets, alleen maar in noodzakelijk onderhoud. Bedrijfsomgeving De slechte financiële situatie dwingt onderhoudbehoevende bedrijven om contracten aan te gaan met bedrijven die de laagste prijs kunnen aanbieden. Alle keuzes zijn op basis van financiële afspraken en niet zozeer op basis van kwaliteit van het onderhoud en daarbij zijn nieuwe initiatieven na het verslechten van de markt ook verdwenen. De ontwikkeling van onderhoud Binnen dit scenario is er weinig ontwikkeling in het onderhoud van de infrasector. De meeste investeringen hebben de focus om de bestaande assets zo lang mogelijk in levensduur te rekken. Op korte termijn is dat namelijk de goedkoopste oplossing. Voor aanbieders van onderhoud ligt hier de uitdaging om een systeem te ontwikkelen waarbij er snel en goedkoop onderhoud geboden kan worden.

Ontwikkelingen in de afgelopen vijf jaar Nu, na vijf jaar, kijken we welke ontwikkelingen we hebben gezien. Aan de hand van dezelfde drie omgevingen als in de scenari-

58 - Het Onderhoudskompas

o’s van 2011, zullen we vaststellen in welke richting de Infrasector zich ontwikkelt. Middels de kenmerken voor de drie omgevingen kunnen we de richting van de ontwikkelingen koppelen aan de scenario’s die in het visiedocument van 2011 beschreven zijn. Vervolgens zullen we kijken naar de te verwachten ontwikkeling voor de komende tien jaar, en volgen er aanbevelingen voor de infrasector richting 2025.

Macro-omgeving Na een lange tijd van economische crisis waarin de groei van de economie tot en met 2013 achterbleef, is er sinds 2014 weer ruimte voor groei. De Nederlandse economie maakt vanaf 2014 een groei door van 1,0%. Deze cijfers zijn sindsdien positief doorgezet2. De infrasector is ook sterk gelinkt aan de groei. Aangetoond is dat investeringen in infrastructuur kunnen leiden tot een extra economische groei van 2,5 procent3.

Veel beslissingen omtrent klimaat worden nu Europees gelijkgetrokken. Speerpunt daarvan is het klimaatakkoord dat eind 2015 is ondertekend door de lidstaten van de EU met een meerjarendoel voor het terugdringen van de groei van CO2 concentratie en de toename van innovatie ter bevordering van het klimaat4.

Door een groei in de economie de afgelopen twee jaar, is de capaciteitsdruk op de infrasector weer groter geworden. De vraag naar infrastructuur is hierdoor alleen maar aan het stijgen. Dat zien we terug op de weg, waarbij er in 2015 25% meer files zijn5, maar ook op het gebied van internet en connectiviteit. Een goede telecom- en internetinfrastructuur is onmisbaar in business en persoonlijk gebruik. Ook staan de wegen in de afgelopen jaren onder druk, de beschikbaarheid en capaciteit van de infrasector worden zo geforceerd dat er een verschuiving ontstond van de wegen naar rail en scheepsvaart6. Wel is er gemerkt dat er na de economische crisis nog een rem zat op de investeringen vanuit de organisaties


in onderhoud en nieuwe assets, waardoor het investeringsgedrag nog altijd conservatief is7. In de macro-omgeving van de infrasector in 2016 is er aan de hand van de ontwikkelingen een scenario aan te wijzen waar de omgeving naartoe neigt. Het scenario voor de macro-omgeving lijkt het scenario procesfocus en sterke druk op de organisatie van het onderhoud te zijn. Er is sterke druk vanuit capaciteit- en beschikbaarheidsvraag. Een significante ontwikkeling is het feit dat de overheid (bij een partij als Rijkswaterstaat) meer taken aan de markt overlaat8.

Bedrijfsomgeving In de afgelopen vijf jaar is er vanuit de achterban van de NVDO herkenning gegeven aan een ontwikkeling op samenwerking tussen dienstverlener en opdrachtgever. In de samenwerking tussen deze partijen zijn er twee situaties gezien: noodzaak voor samenwerking en gelijke doelen van beide partijen. In geval van noodzaak voor samenwerking is er te zien dat door verdwijning van kennis expertise nodig is vanuit andere partijen. Daarnaast zien partijen dat samenwerking soepeler gaat als doelen op elkaar worden afgestemd. Een valkuil hierbij is het volledig wegleggen van de verantwoordelijkheden door de asset owner. Een gevolg van het inkopen van totaaloplossingen is namelijk dat het beoordelend vermogen van onderhoudsactiviteiten en het gevoel van ‘ownership’ bij de asset owner afneemt, zo vindt 78% van de NVDO-leden.

Een andere ontwikkeling die we zien is dat er een striktere scheiding is tussen de verschillende rollen in onderhoud. We onderkennen de asset owner, de asset manager en de dienstverlener. Tussen deze partijen zijn duidelijkere afspraken en contracten vastgesteld. Gevolg hiervan is het feit dat contracten meer stevigheid geven aan verantwoordelijkheden, risico’s en de prestaties van de drie partijen. De strikte scheiding van rollen vastleggen in het contract duidt erop dat het vertrouwen tussen de organisaties vermindert. De groeiende schaarste in het aantal mensen

met een technische achtergrond komt hoofdzakelijk door de groei in gebruikers van infrastructuur in de afgelopen vijf jaar. Doordat de vraag naar infrastructuur stijgt, groeit de vraag naar meer mensen in het onderhoud. Het aantal gediplomeerden vanuit mbo-, hboen wo-opleidingen is redelijk stabiel gebleven de afgelopen vijf jaar9. Dit heeft tot gevolg dat er een tekort is aan technisch geschoold personeel. Daarnaast constateren we ook een hoge mate van vergrijzing. De kennis van onderhoud gaat door het genoemde tekort verloren doordat de oudere technici hun kennis beperkt kunnen overbrengen aan opgeleide technici. Er wordt ook ervaren dat onder jongere werknemers sneller van banen gewisseld wordt, waardoor kennis in veel gevallen ook niet behouden blijft. Daarnaast zien we dat er vraag is naar personeel met een andere focus, meer innovatie en ICT-gedreven. Dit komt door de ontwikkelingen op technologisch vlak. Sensoren en (big) data gaan een steeds belangrijkere rol spelen in het onderhoud en de sector heeft derhalve IT-ers nodig die met die data inzichten en besturingsinformatie realiseren. In de bedrijfsomgeving ontwikkelen de omschreven situaties richting een ‘Procesfocus & sterke druk op de organisatie’-scenario. Procesfocus volgt uit de ontwikkeling dat de rol van de asset owner, asset manager en de uitvoerder strikter gescheiden is. Hierdoor gaan de verschillende partijen minder op elkaars stoel zitten, waardoor de vrijheid binnen de eigen rol groter is geworden.

De ontwikkeling van onderhoud Innovatie is de afgelopen jaren steeds belangrijker geworden en ook tot op zekere hoogte toegepast. Er is een focus ontstaan op de digitalisering en sensortechnologie in het onderhoud om te ontwikkelen richting predictive maintenance. Hierbij is te zien dat het monitoren van data en het gebruik voor het voorspellen van onderhoud al wel gebeurt op kleine schaal. Innovaties worden dus al ingevoerd op verschillende toepassingen in de infrasec-

Het Onderhoudskompas -  59


tor10. Door data te combineren met modulariteit, wordt het onderhoud makkelijker. Het vervangen van specifieke onderdelen binnen de asset maakt het goedkoper en sneller om het onderhoud uit te voeren. Omdat het om losse onderdelen gaat kan je makkelijker deelnemen in een circulaire economie waarbij je per onderdeel kan recyclen en hergebruiken.

De afgelopen vijf jaar werden investeringen vooral gedaan in het optimaliseren van de bestaande assets, alleen is er op het moment een verandering te zien waarbij meer vervangingsinvesteringen gedaan worden. Door het toepassen van innovaties op de bestaande assets kunnen bijvoorbeeld de capaciteit en de beschikbaarheid toenemen. Daarbij is het ook noodzakelijk dat er nagedacht wordt over innovatie door de klimaatafspraken die gemaakt zijn; nationaal en Europees. Voor de ontwikkeling van onderhoud zijn de omschreven veranderingen meer gefocust richting een ‘Procesfocus & sterke druk’-scenario. Niet in extreme situaties want de noodzaak van innovatie is niet zo hoog als aangegeven in het scenarioframe in figuur 1. Conclusie & aanbevelingen voor de toekomst Vanuit dit review visiedocument over de infrasector is te zien dat de economie ten opzichte van 2011 weer een positieve lijn te pakken heeft. Daarnaast zien we dat er geïnvesteerd wordt in innovatie met een focus op de optimalisering van bestaande assets om zo de capaciteit en beschikbaarheid te verhogen. Echter, er lijkt ruimte (en noodzaak) te zijn om in de toekomst ook meer vervangingsinvesteringen te doen.

De vraag naar technisch geschoold personeel met de juiste kennis en expertise is nog steeds erg hoog, terwijl de aanwas van nieuwe technisch geschoolden niet kan voldoen aan de vraag vanuit de markt. Hierbij is er ook een shift richting meer IT-gerichte men-

60 - Het Onderhoudskompas

sen, die om kunnen gaan met de technologische innovaties binnen het onderhoud. De schaarste aan geschikt personeel wordt daarmee naar verwachting alleen maar een groter probleem. Ontwikkelingen omtrent de druk vanuit de maatschappij op de capaciteit en de beschikbaarheid lijkt alleen maar te groeien door een grotere vraag naar infra. Zowel de benodigde capaciteit als de gevraagde beschikbaarheid zullen blijven toenemen. Innovatie in het proces en system lijkt daarvoor de oplossing te zijn. Enerzijds innovatie om bestaande assets te optimaliseren, maar anderzijds ook uitbreidings- of vervangingsinvesteringen. Daarnaast zullen ontwikkelingen op het gebied van data en IT en de groeiende roep om maatschappelijk verantwoord te ondernemen druk zetten op de manier waarop bedrijven met onderhoud om moeten gaan. De prestaties moeten omhoog, terwijl het niet (veel) meer mag kosten.

Hoe kan de sector zich op al deze ontwikkelingen voorbereiden? Om een aantal handvatten te bieden voor de toekomst worden de volgende aanbevelingen voor de infrasector gepresenteerd. Digitalisering en datagedreven onderhoud is de toekomst. Zet digitalisering hoog op de agenda om intern te ontwikkelen of zoek partners die hierbij kunnen helpen. Sensortechnologie en de data vanuit de sensoren kan gebruikt worden om onderhoud van de assets beter te kunnen voorspellen. De investeringen van nu zullen zich op (korte) termijn uit betalen.

Klimaatakkoorden: belangrijk voor de infrasector om scherp te krijgen wat de regels zijn vanuit nieuwe klimaatakkoorden en hoe hierop in te spelen. Het akkoord, gesloten in december 2015, kan een significante impact hebben op de sector11. In de bijlage is een korte samenvatting van de belangrijkste uitkomsten van het klimaatakkoord opgenomen.


Samenwerking tussen asset owner, asset manager en de uitvoerder: organisaties zullen in de toekomst meer (moeten) samenwerken met partijen met verschillende vormen van expertise. Door in de samenwerking tijd te besteden aan het spreken van dezelfde taal en gezamenlijke doelen te bepalen, zal het vertrouwen stijgen en de bewegingsruimte voor de samenwerkende partijen groeien12.

Taakverdeling tussen asset owner, asset manager en de uitvoerder: de NVDO heeft verschillende bevindingen als het gaat om de taakverdeling tussen de verschillende rollen. Hierbij is het van belang dat de asset owner duidelijkheid geeft over wat hij wil bereiken in de komende tijd met de asset. De asset manager moet zijn verantwoordelijkheid nemen en niet op de stoel van de asset owner of opdrachtnemer gaan zitten. Hierbij is het wel van belang transparant te zijn over de wijze van handelen en de conditie van de assets.

Borgen van kennis: organisaties moeten op zoek gaan naar manieren om kennis binnen de organisatie beter op te slaan. Door de schaarste van geschoolde technici en vergrijzing is er een risico dat kennis verdwijnt. Moderne systemen kunnen hierbij helpen om kennis en handelingen voor onderhoud vast te leg-

gen, zodat dit niet verloren gaat. Daarbij kan het helpen om oudere specialisten die met pensioen gaan, de andere technici op te leiden tot specialisten13. Ook kunnen technologische ontwikkelingen als augmented reality helpen om oudere werknemers op afstand monteurs in het veld te ondersteunen. Tekort aan technisch geschoolden: door actieve samenwerking tussen bedrijven, opleidingsinstituten en de overheid kan bepaald worden op welke manier technische opleidingen aantrekkelijker te maken en zelf ook mee te werken aan de opleiding van bestaande en toekomstige werknemers. Dit wordt ook al gedaan in andere branches14.

Lifecycle management: de asset owners moeten een betere afweging maken of er investeringen gedaan worden op de korte termijn of binnen een langetermijngedachte. Op korte termijn geeft een relatief kleine investering een snelle verbetering voor bestaande assets. Op lange termijn geeft een grote investering in vernieuwing van je asset een verlaging van de total cost of ownership over de lifecycle. Bedrijven moeten dus investeren op lange termijn om een grotere daling in de total cost of ownership te hebben.

Het Onderhoudskompas -  61


De economie is de afgelopen twee jaar gegroeid en de verwachting is dat dit doorzet. Hierdoor zal de druk op beschikbaarheid en de capaciteit van de assets in de infra de komende jaren blijven stijgen. Dit creëert vervolgens ook investeringen en mogelijkheden voor de infrasector. Daarnaast zal de samenwerking tussen partijen groter worden, waarbij focus vooral op eigen taken ligt hetgeen duidt op een procesfocus. Als de Nederlandse Infrasector zich goed voorbereidt en verder ontwikkelt, zal het in de komende jaren toonaangevend blijven in Europa. Een mooi streven!

Bijlage: Belangrijkste uitkomsten klimaatakkoord december 2015 1. Minder opwarming Het langetermijndoel van het akkoord is het tegengaan van de opwarming van de aarde door de uitstoot van broeikasgassen. Het akkoord legt vast dat de temperatuurstijging in 2100 niet meer mag zijn dan ‘ruim beneden’ 2 graden Celsius, en dat ernaar gestreefd wordt die te beperken tot 1,5 graad. Dit is volgens het VN-klimaatpanel IPCC het kantelpunt waarop de poolgebieden en laagliggende eilanden al in gevaar komen. Dit betekent dat de uitstoot van broeikasgassen ‘zo snel mogelijk’ moet stoppen. Ergens in de tweede helft van deze eeuw moet er een evenwicht zijn tussen alle door mensen veroorzaakte emissies en het vermogen van bossen en oceanen om ze te absorberen. In de praktijk betekent dit netto nul uitstoot van CO2 in de loop van de tweede helft van deze eeuw. 2. Minder uitstoot Om de temperatuurdoelstelling te halen hebben alle landen klimaatplannen opgesteld om hun broeikasgasemissies na 2020 vrijwillig terug te brengen. In de aanloop naar Parijs hebben al ruim 180 landen zulke Intended Nationally Defined Contributions (INDC’s) ingediend. Omdat al die INDC’s opgeteld niet voldoende zijn om de temperatuur op 2 graden te houden is afgesproken die plannen al

62 - Het Onderhoudskompas

in 2018 bij te stellen. Bovendien zullen de landen vanaf 2023 elke vijf jaar een nieuwe INDC indienen die ambitieuzer moet zijn dan de vorige. Een ander punt is dat het internationale scheepvaart en luchtvaart, snelle groeiers, niet in het akkoord zijn opgenomen. Dit is deels ondervangen doordat de deal wel vraagt om algehele reductie van uitstoot in de hele economie. 3. Transparantie Cruciaal bij vrijwillige afspraken over uitstootreductie is dat landen rapporteren wat ze doen; dan kan worden gecontroleerd of ze zich aan hun afspraken houden en kunnen ze gestraft worden als ze dat niet doen. Hiervoor legt het akkoord een systeem voor ‘monitoring, rapportage en verificatie’ vast. De precieze invulling wordt nog uitgewerkt. Alle landen moeten hun emissies en reducties rapporteren, maar ontwikkelingslanden die dat ‘nodig hebben’ worden met meer flexibiliteit behandeld. Er is geen straf voor overtreders.

4. Evaluatie Het klimaatbeleid van alle landen die deelnemen aan de conferentie wordt elke vijf jaar geëvalueerd. Ieder land moet steeds beter worden. De ambities mogen niet meer naar beneden worden bijgesteld, ze moeten juist telkens worden aangescherpt. De eerste wereldwijde evaluatie is gepland voor 2023. 5. Financiële steun Wereldwijd klimaatbeleid is onmogelijk zonder financiële steun. Volgens het akkoord moeten rijke, ontwikkelde landen de ontwikkelingslanden helpen hun uitstoot te reduceren. Het hiervoor eerder afgesproken bedrag van 100 miljard dollar (91 miljard euro) per jaar zal ook na 2020 doorlopen en opgehoogd worden. Dit is tot het eind zwaar uitonderhandeld. De ontwikkelingslanden, met name de G77 plus China, wilden meer geld dan 100 miljard dollar per jaar.


6. Emissie Landen kunnen hun reducties in andere landen realiseren en in emissies handelen.

7. Doorbraak De grootste doorbraak is dat het tijdperk van de fossiele brandstoffen na twee eeuwen zijn einde nadert. De wereld streeft naar afbouw van de uitstoot van broeikasgassen. Dat is een glashelder signaal aan bedrijven en investeerders: haal je geld uit olie, kolen en gas en steek het in duurzame energie. 8. Ratificatie Het verdrag treedt officieel in werking als 55 landen het hebben geratificeerd. Die moeten samen ook verantwoordelijk zijn voor minimaal 55 procent van de mondiale uitstoot. 9. Bindend Het akkoord is bindend voor alle landen. Overheden zijn verplicht de afspraken uit te voeren.

Het volledige akkoord is te lezen op: http://unfccc.int/resource/docs/2015/cop21/ eng/l09.pdf Referenties 1 CBS, februari 2011. EIB: Land + Water nr. 1/2 rubriek trends en cijfers, Den Haag : Centraal Bureau Statistiek. 2 Planbureau, C., 2016. Nederlandse economie stabiel, Den Haag: Centraal PLanbureau. 3 Rijksoverheid, 2016 file:///C:/Users/korik. alons/Downloads/7.-nl-factsheet-infrastructuur.pdf 4 Rijksoverheid, 2016. Niews Rijksoverheid, https://www.rijksoverheid.nl/actueel/ nieuws/2016/04/09/kabinet-maakt-afspraken-over-verdere-afname-CO2 5 NRC, dec 2015, http://www.nrc.nl/ nieuws/2015/12/22/flinke-toename-filedruk-op-nederlandse-wegen-a1410625 6 CBS, 2015, Transport en mobiliteit 2015,http://download.cbs.nl/pdf/2015-transport-en-mobiliteit-2015.pdf 7 Daling, T., 2016. Financieel Dagblad.http://

fd.nl/ondernemen/1152695/miljardeninvesteringen-in-infrastructuur-noodzaak 8 Beurs.nl (2016), Arcadis krijgt projectopdrachten van Rijkswaterstaat http://www. beurs.nl/nieuws/binnenland/4044223/ correctie-arcadis-krijgt-projectopdrachten-van-rijkswaterstaat 9 VHTO, 2015. Gediplomeerden in de Techniek. http://www.vhto.nl/cijfers-onderzoek/cijfers 10 Cobouw (2016), Sensor houdt toestand van wegdek bij, http://www.cobouw.nl/ artikel/1615691-sensor-houdt-toestand-vanwegdek-bij 11 Bouwgenius (2016), Voorzichtig optimistisch over 2016, http://www.bouwgenius.nl/ voorzichtig-optimistisch-2016/ 12 `BouwendNederland (2016), Hebben we vertrouwen in samenwerking, http://www. bouwendnederland.nl/nieuws/2764129/hebben-we-vertrouwen-in-samenwerking 13 FD (2015), Mansveld legt verantwoording af over hoofdpijndossiers ProRail, http:// fd.nl/economie-politiek/1120674/mansveld-legt-verantwoording-af-over-hoofdpijndossiers-van-prorail 14 Metaalmagazine (2016), Stodt kondigt nieuwe opleidingen aan, https://www.metaalmagazine.nl/nieuws/stodt-kondigt-nieuwe-opleidingen-aan/61422/

Het Onderhoudskompas -  63


Review visiedocument

‘ONDERHOUD BINNEN DE PROCESINDUSTRIE IN 2020’ In 2011 werd met een geschatte omvang van 8,3 miljard euro de sector procesindustrie onderzocht. Door middel van vier toekomstscenario’s werd voorspeld welke richting deze industrie zich op beweegt.

N

u, vijf jaar later, blikken we terug op deze ontwikkelingen en de prognoses die gemaakt waren voor de toekomst. In deze review geven we een samenvatting van de visie uit 2011 langs de twee geïdentificeerde kernonzekerheden en de vier toekomstscenario’s in 2011 beschreven. Vervolgens richten wij onze blik op de ontwikkelingen van de afgelopen vijf jaar in de procesindustrie en kijken we vooruit naar de verwachting voor 2020. Samenvatting visiedocument 2011 Het visiedocument uit 2011 is geschreven in een tijd dat binnen de procesindustrie veel technologische ontwikkelingen plaatsvonden. Specifiek voor het onderhoud, heeft dit gezorgd voor een focus op verschillende (complementaire) onderhoudsconcepten, zoals TPM (Total Productive Maintenance), RBM (Risk Based Maintenance) en RCM (Reliability Centered Maintenance). Als gevolg hiervan werden de bedrijfszekerheid en diagnosetechnieken van de productie infrastructuur sterk verbeterd. Daarnaast speelde duurzaamheid ook al een grote rol.

In 2011 was de procesindustrie met 27,2% van de totale onderhoudsmarkt en 33% van

64 - Het Onderhoudskompas

het totaal aantal werknemers de grootste binnen de onderhoudssector1. De chemiesector, die het grootste gedeelte beslaat van de procesindustrie, is door kabinet Rutte I aangewezen als ‘topsector’. Dit betekent dat er door de overheid extra investeringen gedaan worden. Deze investeringen hebben als doel om de procesindustrie aantrekkelijk te maken en Nederland als kenniseconomie op de kaart te zetten.

Naast deze positieve omstandigheden, kwam de Moerdijk-ramp van Chemie-Pack in het nieuws die vragen opriep over de veiligheid bij chemische bedrijven. Daarnaast was er dat jaar een olie- en gaslek in de Noordzee wat de reputatie van deze sector nog negatiever heeft beïnvloed. Dit terwijl imago een sterke invloed heeft op bedrijven, bijvoorbeeld bij het aantrekken van nieuw talent. Deze ontwikkelingen vormden in 2011 de basis voor de twee assen waaraan de toekomstscenario’s zijn omschreven voor 2020, namelijk: 1) Het investeringsgedrag binnen de Nederlandse procesindustrie en 2) Het maatschappelijk draagvlak voor de procesindustrie binnen Nederland.


Figuur 1: Scenarioframe ‘De Nederlandse procesindustrie in 2020’

1. Het investeringsgedrag binnen de Nederlandse procesindustrie De betrokkenheid van de Nederlandse politiek bij deze sector is een belangrijke randvoorwaarde voor het behoud van een goed investeringsklimaat. Het doen van investeringen in de Nederlandse asset base wordt voornamelijk gedaan door internationaal opererende bedrijven. Het is daarom van belang om loonkosten, beschikbaarheid van vakkrachten en de innovatiegraad competitief te houden in vergelijking met andere wereldspelers. 2. Het maatschappelijk draagvlak voor de procesindustrie binnen Nederland Het maatschappelijk draagvlak wordt bepaald door het imago en reputatie van de industrie. De betrokkenheid van de regionale

politiek wordt gezien als belangrijke factor die het draagvlak kan verhogen of verlagen, net zoals samenwerkingen tussen organisaties in de procesindustrie en onderwijs. Dit door bijvoorbeeld het stimuleren van clusters binnen regio’s. Wanneer deze assen langs elkaar gelegd worden, resulteert dit in de volgende vier scenario’s: rebalancing, growth, sell-out en fragmentation, zie figuur 1. Deze toekomstscenario’s voor 2020 worden bekeken door drie lenzen. Ten eerste de macro omgeving, waar uitgelegd wordt hoe de economie in elk van de scenario’s invloed heeft op de industrie. Vervolgens de bedrijfsomgeving, waar trends binnen de industrie besproken worden. Als laatste wordt gekeken wat de invloed van de assen is op ontwikkelingen binnen de onderhoudssector.

Het Onderhoudskompas -  65


In 2011 omschreven toekomstscenario 1 - Rebalancing: hoog maatschappelijk draagvlak & focus op desinvesteringen Macro-omgeving In het rebalancingscenario wordt Nederland geconfronteerd met mondiale, economische en politieke problemen, waardoor in 2020 de wereldhandel enorm is aangetast. Hierbij moet de procesindustrie het hoofdzakelijk hebben van regionale en lokale overheden die het belang van het voortbestaan van de regionale chemische, petrochemische clusters onderkennen. Hoewel de nationale overheid de regelgeving gereduceerd heeft, gaat samenwerking tussen de overheid en de procesindustrie niet optimaal. Daarnaast is de concurrentiepositie van Nederland binnen de globale procesindustrie verslechterd. Echter, in het algemeen geldt dat de Nederlandse samenleving wel bewust is van het feit dat de procesindustrie in 2020 aan de basis staat van innovatie en daarom ook het creëren van welvaart en werkgelegenheid. De jaren voor 2020 is er veel onderzoeks- en productiecapaciteit van de procesindustrie uit Nederland weggehaald, maar desondanks is er een positieve ontwikkeling dat er nieuwe lokale bedrijven ontpoppen in het land. Bedrijfsomgeving Voor een groot deel van de asset owners is dit een ingewikkelde periode waarbij de markt te maken heeft met veel concurrentie uit het Midden- en Verre Oosten. Doordat deze opkomende economieën een verschuiving veroorzaken van de globale vraag naar grondstoffen, halffabricaten en eindproducten, krijgen de asset owners alleen maar te maken met directe concurrentie en dus een daling in de marges. In dit rebalancingscenario ziet men dat Nederland haar positie verliest als vestigingsland voor de procesindustrie-subsectoren, waardoor bedrijven vaak de productielocatie verplaatsen naar een opkomende economie. Daarnaast is er een trend gaande waarbij te zien is dat de assets in handen komen van kortetermijninvesteerders die focussen op snel geld verdienen. Hierdoor reduceert het loyaliteitsgevoel van de werk-

66 - Het Onderhoudskompas

nemers. Ondanks deze negatieve trends komt er op lokaal niveau een match tussen wetenschap en de organisaties, welke een goede combinatie vormen voor innovatie en werkgelegenheid op regionaal level. De ontwikkeling van onderhoud binnen de procesindustrie Door druk op de onderhoudsbudgetten en het vertrek van een aantal fabrieken, staan de prijzen in de onderhoudsmarkt op scherp als gevolg van een (te) groot aanbod aan onderhoudspartijen. Dit heeft ook zorgelijke uitwerkingen op de marges in het onderhoud, die hierdoor extreem dalen. De investeringen worden alleen gedaan op basis van ideeën met aantoonbare kortetermijndoelen terwijl planning en preventief onderhoud een effectiever resultaat zouden hebben op de lange termijn.

In 2011 omschreven toekomstscenario 2 Growth: hoog maatschappelijk draagvlak & focus op investeringen Macro-omgeving In het growth-scenario heeft zich na het definitief sluiten van een aantal fabrieken in Nederland, een stabiele industriepolitiek gevestigd waardoor er een goed klimaat is ontwikkeld voor investeerders. De asset owners hebben investeringen gedaan zodat bestaande plants een upgrade kregen naar excellent presterende plants, bijvoorbeeld door procesrendementen. Hierdoor zijn de operationele kosten van de plants flink gedaald. Naast investeringen in bestaande fabrieken zijn er ook buitenlandse investeerders die nieuwe fabrieken openen. Door de druk op het gebruik van grondstoffen is er binnen de procesindustrie een resource-efficiencyslag gemaakt. Bedrijfsomgeving Een nieuw onderwijssysteem is mogelijk gemaakt door subsidies vanuit de staat. Hierdoor is er meer focus op kenniscirculatie wat resulteert in een betere connectie tussen onderwijs en bedrijfsleven. Ondanks een beter onderwijssysteem is er nog steeds een tekort aan hooggekwalificeerde technici, doordat er de afgelopen jaren meer investeringen zijn gedaan.


Het Onderhoudskompas -  67


De verscherping van de wet- en regelgeving forceert een verhoging in innovatie en R&D. De ontwikkeling van onderhoud binnen de procesindustrie De onderhoudsbudgetten bij de organisaties zijn vergroot waardoor er meer geïnnoveerd wordt binnen bedrijven. Er vindt een verandering plaats van correctief naar predictief onderhoud. Verhoogde reputatierisico’s veroorzaken een toename van de focus op reliability engineering, wat weer een toename in de kwaliteit van het onderhoud binnen Nederland verzekert. De technieken die hierbij ontstaan, worden op grote schaal geëxporteerd naar het buitenland. In 2011 omschreven toekomstscenario 3 Sell-out: laag maatschappelijk draagvlak & focus op desinvesteringen Macro-omgeving Binnen de Nederlandse politiek ligt de focus op het ontwikkelen van een diensteneconomie waarbij er weinig aandacht aan de procesindustrie wordt gegeven. Dit heeft ook uitwerkingen op het investeringsgedrag binnen Nederland. Veel fabrieken worden verkocht aan opportunity based investeerders. In 2020 zullen nog maar twee van de vijf raffinaderijen op volle capaciteit draaien, de overige capaciteit zal worden gezien als reserve. Bedrijfsomgeving Deze overheidsfocus op een diensteneconomie resulteert in een vermindering van de kwaliteit van technische opleidingen in Nederland. Door de vermindering van kwaliteit is de vraag naar technici verlaagd, waardoor de populariteit voor technische opleidingen ook afneemt. Europa verliest het van de opkomende economieën als het gaat om arbeidskosten en kapitaalkosten, waardoor het noodzakelijk is om te innoveren. Bedrijven hebben door hun globale karakter niet altijd invloed op R&D-budgetten binnen Nederland. De ontwikkeling van onderhoud binnen de procesindustrie De bestaande assets in Nederland worden door de grote private equity-bedrijven financieel uitgemolken. Hierdoor is er alleen nog maar focus op het noodzakelijke onderhoud en staat het on-

68 - Het Onderhoudskompas

derhoudsbudget onder druk. Focus op grote innovaties is uitgebleven en de kennis van specifiek onderhoud moet worden verkregen door adviesbureaus uit het buitenland in te huren. In 2011 omschreven toekomstscenario 4 - Fragmentation: laag maatschappelijk draagvlak en focus op investeringen Macro-omgeving Door keuzes en getroffen maatregelen binnen de politiek gaat het goed met de economie. Over het algemeen gaat het goed met de procesindustrie, alleen is er binnen de industrie een verdeeldheid tussen sectoren wat betreft draagvlak. Daarnaast wordt de HSE-regelgeving verscherpt waardoor het remmende effect van de regelgeving alleen maar scherper wordt. Bedrijfsomgeving De instroom op technische opleidingen blijft ondanks de stimulerende maatregelen van de overheid laag. Doordat investeringen in onderwijsinstellingen vanuit de bedrijven niet hebben geleid tot een verhoging van het aantal studenten, heeft de industrie het opgegeven. Dit heeft een negatieve uitwerking op de relatie tussen het onderwijs en de bedrijven. Binnen de bedrijven is te zien dat de eerdergenoemde regelgeving een trigger is voor innovatie. De ontwikkeling van onderhoud binnen de procesindustrie Onderhoudsbudgetten zijn verder verhoogd door de asset owners omdat beheer en onderhoud gezien worden als de onderscheidende factoren. Door sensortechnologie is er een ontwikkeling ontstaan in het predictieve onderhoud van de procesindustrie. Ontwikkelingen in de afgelopen vijf jaar Nu, na vijf jaar, kijken we welke ontwikkelingen er sindsdien zijn geweest. Door middel van dezelfde drie omgevingen als in de scenario’s van 2011 zullen we vaststellen in welke richting de procesindustrie zich beweegt. Om meer informatie uit deze sector te verzamelen voor deze vergelijkingen, is er onder andere een interview geweest met NVDO’s collegavereniging VNCI (Vereniging


van de Nederlandse Chemische Industrie). Macro-omgeving In 2011 had de Nederlandse economie nog te kampen met de crisis waardoor er rode cijfers in de groei waren te zien. Echter, vanaf 2014 is er een lichte economische groei te zien. Deze cijfers zijn sindsdien positief doorgezet2. Investeringen in materiële activa groeien gestaag en de verschillende bedrijfsklassen in de procesindustrie groeien ook aanzienlijk34.

De nationale politiek heeft in de afgelopen vijf jaar sterke betrokkenheid gehad bij de procesindustrie. Jaarlijks is er een overleg met minister Kamp over de toekomst van de chemie in Nederland. Onlangs heeft de chemie in het kader van de energiedialoog met Economische Zaken om tafel gezeten om input te leveren in het energierapport. Het rapport richt zich op de energievoorziening voor de periode 2023 tot en met 2050. In 2050 moet de CO2-uitstoot in heel Europa met 80 tot 95 procent zijn teruggedrongen. Het Europese tussendoel van 40 procent uitstootreductie in 2030 is door het kabinet voor Nederland overgenomen. Ook zijn er clusters ontwikkeld tussen ministerie en procesorganisaties om de duurzaamheidsdoelen te definiëren en te behalen5. Hierin is de samenwerking tussen nationale politiek en de procesindustrie positief ontwikkeld. Daarnaast zijn in 2015 in Parijs de klimaatakkoorden ondertekend wat tot gevolg heeft dat de procesindustrie veranderingen zal moeten doorvoeren om in de komende jaren bij te dragen aan het realiseren van de beschreven doelen. In het akkoord staat dat de gemiddelde tempratuur ruim onder de 2,0 graden Celsius moet zijn met een streven van maximaal 1,5 graad Celsius stijging en daarbij moet minimaal 14 procent van de energie uit duurzame bronnen gehaald worden in 2020. In een rapport over klimaatverandering van de KNMI is te zien dat ongeveer 30 procent van de mondiale CO2-uitstoot uit de industrie, direct en indirect, komt6. Dit betekent dat om de klimaat-

doelen te bereiken, in de industrie een grote slag te slaan is. Sinds 2011 bestaat er een Kennis- en Innovatiecentrum voor Maintenance Procesindustrie (KicMPi), zo is er extra aandacht gecreëerd in de afgelopen vijf jaar voor kennisdeling en innovatieve ideeën 7. Hierin krijgen innovatieconcepten de mogelijkheid gepresenteerd te worden, waardoor er dus een platform is ontwikkeld waarvan meerdere bedrijven kunnen profiteren. Volgens het merendeel van de NVDO-leden is een belangrijke reden voor de toenemende innovatiekracht in Nederland de hoge concurrentiedruk. Vanuit deze ontwikkelingen lijkt de procesindustrie vanuit de macro-omgeving het meeste op een growth-scenario waarin de investeringen gedaan worden en het maatschappelijk draagvlak hoog is. Bedrijfsomgeving Een belangrijke ontwikkeling die vijf jaar geleden naar boven kwam is de schaarste aan technisch geschoold personeel, zowel in capaciteit als in kennis. Binnen de procesindustrie is dit heel herkenbaar en zitten de problemen, vanuit het visiedocument in 2011, in het binden van technisch geschoold personeel en de ontwikkeling van hun kennis als gevolg van hogere eisen. De hogere eisen zijn een gevolg van de toenemende mate van complexiteit van de assets. Wat betreft het binden van technisch geschoold personeel heeft 35 procent van de bedrijven er in 2011 problemen mee dit voor elkaar te krijgen8. Te zien is dat de inhoud van de banen door de technologische ontwikkelingen verandert naar meer IT-gerichte onderhoudsbanen. Dit vraagt vaak om medewerkers met een hoger en ander opleidingsniveau. Organisaties zijn, als het gaat om maatschappelijk verantwoord ondernemen, steeds meer aan het controleren. Doordat er meer behoefte vanuit de maatschappij is naar transparantie en regelgeving vanuit de overheid strikter is, zijn organisaties nadrukkelijker bezig met interne controle als het gaat om milieu en veiligheid. Het Onderhoudskompas -  69


De kennis en technologische ontwikkelingen ten aanzien van veilig werken is toegenomen. Dit komt mede doordat dit onderwerp veel aandacht heeft gekregen in de maatschappij. De noodzaak bij de procesindustrie is ontstaan door rampen als de explosie bij Shell Chemie Moerdijk en de brand bij de chemische industrie Nijmegen. De overheid is daardoor nog strenger geworden in haar veiligheidsregels. Organisaties werken daar nu ook nog harder aan en proberen richting

70 - Het Onderhoudskompas

maatschappij duidelijk te maken dat veiligheid de hoogste prioriteit heeft. Voor het imago van de procesindustrie is dat positief. De bedrijfsomgeving vanuit de omschreven ontwikkeling lijkt derhalve ook meer richting een growth-scenario te bewegen waarin de investeringen aanhouden en het maatschappelijk draagvlak hoog is. De ontwikkeling van onderhoud Er wordt veel geïnvesteerd in de procesindustrie9. Als we kijken naar de investeringen in de


Ownership van de asset nagedacht worden en de impact die huidige assets hebben op het milieu. Om de negatieve effecten voor het milieu terug te dringen, zijn ingrijpende veranderingen nodig. Als we kijken naar regelgeving, dan zien we dat er een verscherping en uitbreiding is in regels. Een recente studie van de Europese commissie heeft aangetoond dat de kosten van regelgeving tussen 2004 en 2014 zijn verdubbeld10. Ontwikkelingen in het onderhoud leiden richting een growth-scenario waarin er investeringen, weliswaar met name op korte termijn, gedaan worden en een positieve ontwikkeling in het maatschappelijk draagvlak plaatsvindt. De investeringen worden op korte termijn gedaan in innovaties die de levensduur van de bestaande assets verlengen. De verscherpte regelgeving zorgt voor aanpassingen met betrekking tot veilig werken wat tot gevolg heeft dat het maatschappelijk draagvlak zich positief ontwikkelt.

Nederlandse procesindustrie dan is er de afgelopen vijf jaar met name geïnvesteerd in de korte termijn. Dat komt mede omdat de huidige assets op dit moment genoeg verdiencapaciteit hebben waardoor er dus ook nog beperkt behoefte is geweest om te investeren in de lange termijn assetvernieuwing. In de afgelopen jaren zijn er innovaties op bestaande assets toegepast om incrementele verbeteringen door te voeren, maar om grote verbeteringen door te voeren moet er meer op basis van Total Cost of

Conclusie en aanbevelingen In de review van het visiedocument uit 2011 over de procesindustrie is te zien dat er vanuit de politiek invloed is op de groei. Daarnaast is de regelgeving nog strenger aan het worden. Na 2013 laat de economie weer positieve cijfers wat een herstel van de economie aangeeft. Desondanks blijven investeringen in nieuwe assets achter ten opzichte van investeringen in onderhoud van bestaande assets. Safety en milieubewust ondernemen binnen de procesindustrie zijn verder ontwikkeld waardoor het imago van de procesindustrie binnen Nederland verbeterd is. Met name de druk op en het belang van veilig werken is nadrukkelijk sterker geworden. Ook is er door de eisen vanuit de klimaattop een grote behoefte aan milieubewustzijn in de procesindustrie. Technisch geschoold personeel binnen de procesindustrie blijft schaars als het gaat om kennis en capaciteit. Tegelijkertijd vindt er wel een shift plaats in de vorm van werkzaamheden waardoor er een grotere be-

Het Onderhoudskompas -  71


hoefte aan hbo- en IT-geschoolden ontstaat. De ontwikkelingen beschreven in het visiedocument gaan tot aan het jaar 2020. Verwachtingen voor de komende vijf jaar liggen vooral in een uitdaging omtrent technische ontwikkelingen van bijvoorbeeld sensortechnologieën. Er zijn momenteel bedrijven die zich specialiseren in het onderhoud op basis van sensoren, zo heeft Sitech inmiddels een Asset Health Center ingericht, een primeur in West-Europa11. De trends in de procesindustrie geven een beeld van de ontwikkelingen die er nu spelen en waar dus kansen en uitdagingen zijn. Op basis van die ontwikkelingen geven we aanbevelingen om hierop in te spelen: 1. Smart Industry - De bedrijven binnen de procesindustrie zullen, om competitief te blijven, moeten investeren in technische ontwikkelingen als sensoren en robottechnologie. Om predictief onderhoud te doen is het meest effectief om sensortechnologie te gebruiken zodat beter voorspeld kan worden wanneer onderhoud uit te voeren.

2. Samenwerking met de infrasector - Samenwerking met de infrasector geeft voor de procesindustrie nieuwe mogelijkheden. Voor allebei de sectoren zou het goed zijn om meer samenwerking te realiseren. Mogelijkheden zijn er op commercieel en milieuvlak. De procesindustrie kan met haar restwarmte meer nuttige doeleinden dienen. Hierbij kan de infrasector bijvoorbeeld helpen om restwarmte te vervoeren naar woningen. Een mooi voorbeeld hiervan is de ambitieverklaring van Nuon, Heineken Nederland, de gemeentes Rotterdam en Leiden, Warmtebedrijf Rotterdam en de provincie Zuid-Holland voor ‘Warmtelevering Leidse Regio’. Volgens de betrokkenen is dit een belangrijke tussenstap op weg naar realisatie van het project ‘Warmtelevering Leidse Regio’. Dit project beoogt onder meer de aanleg van een ondergrondse warmwaterleiding tussen Rotterdam en Leiden. Doel van het

72 - Het Onderhoudskompas

project is het terugdringen van het regionale aardgasverbruik (dat nu gebruikt wordt voor warmte). Dit betekent volgens de deelnemende organisaties jaarlijks een forse reductie van kooldioxide-uitstoot.

3. In stand houden van regionale ecosystemen - Bedrijven kunnen nadrukkelijk aandacht besteden aan het sluiten van samenwerkingsverbanden in de regio. Hierdoor kan kennis uitgewisseld worden en kunnen innovaties voor de procesindustrie ontstaan uit de clusters die de bedrijven vormen. Daarnaast kan dit helpen in de dialoog met de politiek, door met één mond te spreken namens de industrie.

4. Schaarste technisch geschoold personeel - Voor de toekomst is het van groot belang dat organisaties vanuit alle verschillende sectoren, daarmee ook de procesindustrie, zich gaan inzetten om de techniek weer op de kaart te zetten, helemaal als het gaat om onderhoud. Bedrijven kunnen samen met onderwijsinstellingen en de overheid een plan verzinnen waarbij een stimulans onder de jongere bevolking komt zodat er meer mensen een technische opleiding doen. Daarnaast kunnen ook bedrijfsscholen helpen bij de ontwikkeling van (toekomstige) medewerkers. 5. Behouden en ontwikkelen kennis - Door het tekort aan technisch geschoolden en de vergrijzing verdwijnt er kennis uit de sector. Bedrijven zouden moeten investeren in een systeem dat het makkelijker maakt om kennis vast te leggen en vervolgens op te slaan. Hierdoor kunnen nieuwe werknemers leren van de opgenomen kennis. Daarnaast is het essentieel dat de huidige specialisten andere technici opleiden tot specialist. Samenwerking tussen organisaties zou helpen bij te weinig kennis. Het creëren van een netwerk tussen organisaties om vervolgens kennis te delen zou een groot deel van het kennisprobleem oplossen12. Ook technologische


ontwikkelingen als augmented reality kunnen helpen. Bijvoorbeeld door ervaren medewerkers op afstand jonge medewerkers te coachen.

6. Duurzame inzetbaarheid van medewerkers - De behoefte van medewerkers om flexibel te werken groeit alleen maar. Bedrijven binnen onderhoud moeten rekening houden met het indelen van de werknemers en het welzijn van de werknemers. De organisaties zouden meer kunnen open staan voor een flexibele werkomgeving omdat het de werkstress verlaagt en daarmee ook het ziekteverzuim13. 7. Investeringen in procesindustrie - Het is voor Nederland van groot belang dat er investeringen richting de procesindustrie getrokken blijven worden. De tijd voor bedrijven om weer meer te investeren in de lange termijn is ook mogelijk als gevolg van een meer stabiel economisch klimaat.

De procesindustrie ontwikkelt zich positief. Aangegeven in de ontwikkelingen in de afgelopen vijf jaar is er vooral een match met het growth-scenario. De economie is weer aan het stijgen waardoor er weer meer investeringen plaatsvinden en de procesindustrie is door de overheid op basis van klimaatregels en veiligheidsregels genoodzaakt om het maatschappelijk draagvlak te verhogen. Volop kans om Nederland (nog) verder op de kaart te zetten als toonaangevende procesindustrie.

Referenties 1 NVDO. (2011). Onderhoudskompas 2011. Houten. 2 Planbureau, C., 2016. Nederlandse economie stabiel, Den Haag: Centraal Planbureau. 3 CBS (2015), https://www.cbs.nl/nl-nl/ nieuws/2015/43/opnieuw-aanzienlijke-stijging-investeringen 4 CBS (2016), https://www.cbs.nl/nl-nl/ nieuws/2016/27/productie-industrie-groeit-gestaag 5 Gemeente Dordrecht (2016), Duurzaamheidsfabriek 6 KNMI, Klimaatverandering (2015) http:// www.pbl.nl/sites/default/files/cms/publicaties/PBL_KNMI_2015_Klimaatverandering_ Samenvatting%20van%20het%20vijfde%20 IPCC-assessment_1405.pdf 7 Kicmpi (2011), http://kicmpi.com/themas-projecten/index.html 8 NVDO (2011), Onderhoudskompas 2011 9 https://www.processingprofs.nl/nieuws/ toeleveranciers-procesindustrie-hebben-crisis-al-lang-achter-zich-gelaten 10 Cefic, 2016, New commission study shows high regulatory costs for EU chemical industry, http://www.cefic.org/newsroom/ More-news-from-2016/EU-Commission-study-shows-high-regulatory-costs-for-European-chemical-industry/ 11 Sitech (2016), Sitech Asset Health Center primeur voor procesindustrie, http://www. sitech.nl/nl/495/sitech-asset-health-center-primeur-voor-procesindustrie-west-europa 12 Processcontrol (2015), Het tekort aan technici lost zichzelf niet op, http://www. processcontrol.nl/blog/item/492-columnemil-van-hoffen 13 AWVN, FNV, CNV & VNCI, (2015), Sectorplan Procesindustrie

Het Onderhoudskompas -  73


Amandus Lundqvist, boegbeeld Topsector High Tech Systemen en Materialen:

‘ONDERHOUD IS INNOVATIE’

Sensoriek heeft de onderhoudssector nog veel moois te bieden, verwacht Amandus Lundqvist, boegbeeld van de Topsector High Tech Systemen en Materialen. Volgens hem liggen onderhoud en innovatie in elkaars verlengde, iets wat bijvoorbeeld in de evolutie van een straaljager als de F16 goed valt te zien.

“W

e hebben als missie meegekregen de sector te organiseren”, introduceert Amandus Lundqvist de Topsector. Drie belangrijke thema’s staan hierin centraal. “Ten eerste is dat innovatie. Dat gaat over de hele research & development-cyclus, met name in de vorm van publiekprivate samenwerking. Het tweede thema is de human capital-agenda en het derde is internationalisatie.” Lundqvist stipt voor elk van deze terreinen kort de vorderingen aan die zijn bereikt. “Ten aanzien van innovatie hebben we zeventien roadmaps ontwikkeld, waarmee wij het domein hebben gedefinieerd. Het gaat erom samen met kennisinstellingen en het bedrijfsleven zowel voor de korte als lange termijn in kaart te brengen waar wij in bepaalde bedrijfstakken naartoe willen en hoe we daar denken te komen. Wij richten ons hierbij op publiekprivate samenwerking. Als je research

74 - Het Onderhoudskompas

& development samen organiseert, kun je behoorlijke multipliers realiseren, zeker als de overheid er ook nog geld bij stopt. Op die manier zijn roadmaps ontwikkeld die op dit moment al worden uitgerold. Met behulp van innovatiecontracten worden deze jaarlijks herzien.” “In de human capital-agenda gaat dit erom zoveel mogelijk bèta- en techniekstudenten aan te trekken”, vertelt Lundqvist over het tweede thema. “In 2011 liepen we daar nog behoorlijk op achter; daarom is het Techniekpact ook opgericht. We zijn gekomen tot ‘Centers of Excellence’ voor het hbo en ‘Centra voor innovatief vakmanschap voor het mbo, en dan specifiek op onze sector gericht. Dat draait. Nog niet eerder was er zoveel wo- en hbo-instroom, en het blijft toenemen.” Lundqvist vervolgt: “Voor het derde thema, internationalisering, hebben wij bottom-up geprobeerd doellanden te identificeren. In welke landen zijn wij nu écht geïnteresseerd


Amandus Lundqvist

om zaken mee te doen? Landen die kwamen bovendrijven zijn Duitsland, Frankrijk, de VS, Zuid-Korea, China en Taiwan. Intensievere samenwerking en betere afstemming tussen de activiteiten van overheid, kennisinstellingen en bedrijfsleven vergroot het internationale succes van de Nederlandse hightechsector in het buitenland. Zo organiseren we met hulp van onze partnerorganisaties - voornamelijk brancheverenigingen - gezamenlijke activiteiten onder de ‘Holland High Tech-vlag’ op een aantal geselecteerde beurzen. Denk daarbij aan het Holland High Tech-paviljoen op de Hannover Messe in Duitsland.” Om de ingezette route verder te kunnen te kunnen bewandelen is volgens Lundqvist continuïteit van beleid nodig. “Vooral het bedrijfsleven heeft hier behoefte aan”, signaleert hij. “We hebben nu een richting ingezet en laten we er nog even mee doorgaan. De

politiek heeft de neiging telkens iets nieuws te verzinnen en dan duurt het een hele tijd voordat zoiets is gesetteld. Dit bevalt, al moet je natuurlijk de hele tijd proberen te verbeteren. Dat zit hem er vooral in dat je niet de hele tijd in je silo moet blijven maar over je grenzen heen moet. Hightech is natuurlijk per definitie de ‘enabler’ van de andere topsectoren. Wat je voor de een doet kun je natuurlijk ook voor de ander doen. Een tweede element is dat er meer geld in het systeem moet. Lange tijd hebben we bezuinigd, met name op research & development, op de publieke kant van het verhaal. Daar moet gewoon meer geld bij, toch zeker een miljard per jaar.” Lundqvist meent dat de onderhoudsector op verschillende manieren profijt kan hebben van de stappen die op het gebied van hightech worden gezet. “Meer en meer wordt nu ontworpen met onderhoud in het achter-

Het Onderhoudskompas -  75


hoofd”, zegt hij. “Met name als het gaat om het bouwen van apparaten en machines zit dat er bijna linea recta in verweven. Soms is dat ook in het businessmodel meegenomen. Zo kan je een verhuurmodel gebruiken waarbij onderhoud een onderdeel is van de totale kosten. Tweede element dat erin zit, is het steeds grotere ICT-aandeel in het onderhoud. We monitoren alles. Dit zodat je van tevoren kan weten wanneer iets kapot gaat. We zeggen in de Nationale Wetenschapsagenda - waarvoor ik lid van de stuurgroep ben - dat Big Data, de digitalisering van de totale samenleving, internet of things en smart industry een zeer dominant deel van onze toekomst gaan bepa-

76 - Het Onderhoudskompas

len. En daar speelt onderhoud een heel belangrijke rol in.”

Fieldlabs zijn een nuttig instrument in deze ontwikkeling, vindt Lundqvist. “Dat zie je ook terug of het nu gaat om het fieldlab ‘Campione’ voor de procesindustrie, ‘Camino’ voor de infrastructuur of ‘Smash’ voor het slimme onderhoud van schepen. Deze fieldlabs proberen met behulp van bestaande technologie onderhoud een stukje verder te brengen. Probeer in de praktijk eens neer te zetten dat het werkt, want dan werkt het ook écht. Verder ben ik betrokken bij het regieorgaan voor de F-35, de Joint Strike Fighter. Daar hoort ook


onderhoud bij. We keken wat voor spin-offeffecten dit voor andere industrieën kan hebben. Dat was een business case voor het ministerie van EZ en de provincie Noord-Brabant. Ook kijken we naar de mogelijkheden van composieten. Met de automotive, maritieme en luchtvaartsector zijn we in gesprek om te bekijken of we op het gebied van composieten de regie hiervoor op Nederlands niveau kunnen neerzetten. Als je niet oppast proberen alle provincies en regio’s dit apart te doen, maar je kunt beter proberen dat aan elkaar te koppelen. Composiet kent een aantal bijzondere elementen. Reparatie van composiet is iets anders dan bijvoorbeeld aluminium. Bij dit laatste materiaal is direct duidelijk wanneer er iets mis is. Bij composiet kun je dat niet zien, maar moet je meten. Sensoriek wordt onderdeel van het materiaal.”

“Hightech is natuurlijk per definitie de ‘enabler’ van de andere topsectoren”

Hij noemt het onderhoud van een vliegtuig als de F16 iets wat voor hem een eye-opener was. “De F16’s zoals die nu vliegen lijken op geen kant meer op de F16’s uit 1979. Het heet dan wel maintenance dat is uitgevoerd, maar dit heeft tot bijna volledig andere vliegtuigen geleid, met compleet andere functionaliteit. Voor mij was dit toch wel een eye-opener toen ik hier achter kwam. Voor de F-35 geldt precies hetzelfde. We hebben dadelijk een platform, maar de technologie in het onder-

houd zorgt ervoor dat je over twintig jaar een heel ander vliegtuig hebt dan vandaag. Dat noemen we onderhoud, maar het is innovatie. Beide begrippen liggen in zo’n sector bijna in elkaars verlengde. Dat kan je bij infrastructuur ook een beetje hebben. Als jij op een gegeven moment beton gaat maken waar intelligentie in wordt gestopt, kun je communicatie bewerkstelligen tussen infrastructuur en auto’s. Maintenance is meer innovatief dan alleen maar klassieke instandhouding. Dat geldt niet alleen voor de luchtvaartsector, maar ook voor andere industrieën. Met name als de softwareafhankelijkheid van apparaten steeds groter wordt.”

Over sensoriek gesproken: het voortdurend in contact staan met sensoren is een ontwikkeling die ook de onderhoudssector talrijke mogelijkheden biedt. Lundqvist: “Dadelijk gaat het niet meer om het materiaal. Laat ik een voorbeeld geven. Als je sensoriek gaat inbrengen dan kan Google zeggen: ‘Dat T-shirt krijg je gratis als ik alle gegevens mag hebben’. Die sensoriek in materialen geeft een heel nieuwe dimensie, aan het onderhoud en alles wat ermee te maken heeft. Ook aan de gezondheidszorg, wat evenzeer een vorm van onderhoud is.” Volgens Lundqvist zijn veiligheid, duurzaamheid, betrouwbaarheid en beschikbaarheid belangrijke elementen die voor het onderhoud ‘enorm’ van waarde zijn.

Het Onderhoudskompas -  77


Operational EXCELLENCE IN PERSPECTIEF De achterban van de NVDO heeft in 2015 aangegeven dat ‘Operational Excellence’ de trend is die de meeste impact op hun organisatie heeft. Bij het vaststellen van een definitie over dit onderwerp, blijkt dat er meerdere opvattingen bestaan over wat Operational Excellence precies inhoudt.

Z

o omschrijft Business Dictionary Operational Excellence als “Een organisatiefilosofie waar het oplossen van problemen, samenwerken en leiderschap resulteren in het continu verbeteren van de organisatie” en omschrijft Six Sigma het als “De overtuiging van een organisatie om te willen excelleren in de dienstverlening naar haar klanten.” Naast verschillende definities, zijn er ook tal van methodes om als organisatie operationeel excellent te worden. Voorbeelden hiervan zijn Lean, Six Sigma en BPM. Elke methode bekijkt Operational Excellence vanuit een iets ander perspectief en kan, afhankelijk van de strategie van de organisatie en het doel van de exercitie, toegepast worden. In dit visiedocument maken we inzichtelijk wat Operational Excellence inhoudt en lichten we, wanneer het gaat om asset management en onderhoud, manieren toe om Operational Excellence te implementeren. Hierbij kijken we niet alleen naar onderhoud en asset management, omdat de focus bij Operational Excellence ligt op de hele keten: asset management, met onderhoud als belangrijk onderdeel, vormt een schakel in de oplevering van dienstverlening of producten aan klanten. Nieuwe technologieën spelen een grote rol bij de ontwikkeling van Operational Excellence in de toekomst. Zo komt er enerzijds

78 - Het Onderhoudskompas

steeds meer data beschikbaar die nieuwe inzichten verschaft en anderzijds ondersteunen technologieën de medewerkers in de werkzaamheden. Wat de impact van nieuwe technologieën is, zal aan het einde in een visie beschreven worden. De verschillende interpretaties van de definitie en implementatie van Operational Excellence, in combinatie met technologische ontwikkelingen die de ontwikkeling beïnvloeden, resulteren in de volgende hoofdvraag: Hoe kunnen bedrijven Operational Excellence toepassen en welke ontwikkelingen voor de toekomst zien we die invloed hebben op het inrichten van een operationeel excellente organisatie? Dit visiedocument zal eerst de term ‘Operational Excellence’ verder uitleggen. Vervolgens worden verschillende handvatten geboden voor organisaties, met een specifieke focus op asset management, om Operationeel Excellent te kunnen presteren. Als afsluiting wordt een visie ontwikkeld op de ontwikkeling van Operational Excellence in de komende jaren. 2. Wat is ‘Operational Excellence’? Zoals benoemd, bestaan er verschillende definities van Operational Excellence. De overeenkomst tussen deze definities is dat zij zich focussen rondom het verbeteren van de interne organisatie. De definitie die de meeste aspecten samenvoegt, komt van Treacy en


Figuur 1: Antwoorden van de NVDO-leden: “Omdat wij (in meer of mindere mate) Operational Excellence toegepast hebben, heeft dat geresulteerd in:”

Wiersema. Zij omschrijven Operational Excellence als: “De klant betrouwbare producten of diensten leveren tegen een concurrerende prijs geleverd op de meest gemakkelijke manier.” Om aan deze definitie te kunnen voldoen, betekent dit dat organisaties hun processen moeten inrichten op een manier dat er een goede balans is tussen kwaliteit, prijs en tijd/ snelheid. Om deze balans te behouden, is het van belang dat elke activiteit in de keten kritisch beoordeeld wordt op zijn toegevoegde waarde. Wanneer een activiteit dus geen waarde toevoegt op één van de punten van kwaliteit, prijs of snelheid, kan deze wellicht anders ingericht worden. Typisch gezien, is het bij veel bedrijven niet geheel duidelijk welke activiteiten waarde toevoegend zijn en welke niet en nog belangrijker, hoeveel tijd en geld besteed wordt aan deze activiteiten: de aspecten waarop een bedrijf zogenoemd ‘unconsciously incompetent’ is. Een eerste stap richting Operational Excellence is daarom het inzichtelijk maken van de huidige processtromen binnen een organisatie. De bedrijfsstrategie is leidend in het bepalen

van de balans tussen kwaliteit, geld en tijd/ snelheid. Wanneer een organisatie zich wil onderscheiden op basis van prijs door het goedkoopste product te leveren, betekent dit dat de kwaliteit naar een zo hoog mogelijk niveau gebracht moet worden binnen de grenzen van het budget. Of, wanneer een bedrijf zich wil onderscheiden door het aanbieden van de hoogste kwaliteit, dat het zich focust op het realiseren van deze kwaliteit tegen de laagst mogelijke kosten. De bedrijfsstrategie bepaalt dus het perspectief waar vanuit de activiteiten beoordeeld worden. Het aanbieden van een product of dienst tegen de laagste prijs is een lens die het meest gebruikt wordt. Dat blijkt ook uit onderzoek onder de NVDO-leden, waarbij 55% aangeeft dat zij Operational Excellence toegepast hebben met als resultaat het verlagen van de kosten (zie figuur 1). Hogere kwaliteit (21%) en snellere processen (13%) zijn effecten die de minderheid vormen. Opvallend is dat slechts 11% aangeeft geen Operational Excellence toe te passen.

Het Onderhoudskompas

-

79


Er bestaan verschillende methodes om aspecten van Operational Excellence in de organisatie te implementeren. De meest populaire voorbeelden hiervan zijn Lean en Lean Six Sigma. Deze methodes focussen zich op Process Excellence en verbeteren de efficiëntie en effectiviteit van een proces. Dat wordt gedaan door consistent presteren, met minimale variatie en zo min mogelijk ‘waste’. Zoals genoemd ondersteunen deze methodes het implementeren van Operational Excellence slechts deels. Operational Excellence omvat meer dan Lean en Lean Six Sigma, omdat

Verdieping: de Lean-methode Lean - ‘de slanke organisatie’ - is een methode en manier van werken waarbij het elimineren van verspillingen centraal staat, om op deze manier waarde voor de klant te creëren. Door verspillingen te elimineren, wordt een verbetering in klanttevredenheid en winst verwacht. De basis voor Lean is ontwikkeld bij Toyota. De filosofie was dat alleen bedrijfsprocessen waar de klant voor wil betalen, of waar een klant op wil wachten, nuttig zijn. De rest is daarmee overbodig en dus verspilling. Deze gedachte heeft zich later ontwikkeld tot Lean, waarbij de hele productiewijze uitgeschreven is. De Lean methode bestaat uit vijf verschillende stappen: 1. Specificeer wat volgens de eindgebruiker de uiteindelijke waarde is; 2. Identificeer de verschillende stappen in de keten en verwijder de stappen die geen waarde leveren; 3. Zorg ervoor dat de stappen elkaar snel opvolgen, zodat er ‘flow’ ontstaat; 4. Wanneer er flow is, zorg dat klanten waarde kunnen halen uit de eerstvolgende activiteit in de keten; 5. Begin het proces opnieuw met de volgende stap in de keten. Traditioneel hebben bedrijven de grootste uitdaging met het verlagen van de doorlooptijden, waardoor bedrijven moeilijker op de klantvraag kunnen reageren. Lean focust zich dan ook vaak op het verlagen van de doorlooptijd en het verlagen van de kosten.

80 - Het Onderhoudskompas

het uitgaat van een end-to-end-benadering waarbij processen opgesplitst worden tussen ‘core’- en ‘support’-processen. Hierbij is het nodig dat werknemers begrijpen hoe zij waarde toevoegen aan het uiteindelijke proces. Methodes als Lean focussen zich dan ook vooral op de processtappen, terwijl Operational Excellence de processen meer als een systeem bekijkt. Om te identificeren wat de pijnpunten zijn binnen een organisatie en waar methodes als Lean een oplossing kunnen zijn, kan een Prime Value Chain (PVC) Analyse toegepast worden. De PVC focust zich op de voornaamste activiteiten van de organisatie en maakt inzichtelijk waar zich verbeteringen voor Operational Excellence bevinden.

3. Prime Value Chain Analyse De Prime Value Chain (PVC) Analyse is een methode ontwikkeld door Accenture die inzichtelijk maakt welke activiteiten in de waardeketen bijdragen aan de strategische doelstellingen van de organisatie en waar de klantwaarde wordt gerealiseerd, om zodoende te kunnen vaststellen waar het in de keten zinvol is om verbeteringen door te voeren. De PVC Analyse is een top-down-methode, met als uiteindelijke doel een prioritering van de optimalisatiemogelijkheden. In een PVC Analyse worden vier stappen doorlopen: 1. De eerste stap is het inzichtelijk maken van het primaire proces. Door vanuit de eindklant te beschrijven wat op hoofdlijnen de stappen zijn die doorlopen worden voordat een product of service aangeboden wordt, wordt inzichtelijk hoe het primaire proces verloopt. Vervolgens worden deze stappen uitgebreid door te beschrijven uit welke activiteiten deze bestaat. Het resultaat is een ‘world on a page’, waarbij het primaire proces op één pagina zichtbaar is. Hierbij kan het onderscheid gemaakt worden tussen activiteiten die ‘waardetoevoegend’ zijn omdat ze cruciaal zijn voor het eindproduct, of ‘niet-waardetoevoegend’ omdat ze ondersteunend zijn aan de andere activiteiten. Doordat het


proces vanuit de eindklant wordt beschreven en niet vanuit de functionele afdelingen, wordt ‘silo-denken’ tegengegaan. 2. Vervolgens wordt door één of meerdere lenzen gekeken naar deze ‘world on a page’. Dit betekent dat er per activiteit gekwantificeerd wordt hoeveel eenheden er naartoe gaan, afhankelijk van de lens. Voorbeelden hiervan is het aantal fte, de doorlooptijd of het First Time Right-percentage. Welke lens gekozen wordt, is afhankelijk van de bedrijfsstrategie: wanneer een organisatie een competitief voordeel wil halen op het aanbieden van een lage prijs, is het logisch om kosten aspecten zoals fte’s en OpEx/CapEx te bekijken. Anderzijds, wanneer de focus ligt op het aanbieden van een uitstekende kwaliteit, zijn aspecten zoals dienstverlening en vernieuwing van belang. Het resultaat is een ‘world on a page’ waarbij per primaire activiteit inzichtelijk is gemaakt hoe bepaalde aspecten (bijvoorbeeld kosten) verdeeld zijn over de keten en of dit waardetoevoegende activiteiten zijn of niet.

Het combineren van meerdere lenzen kan additionele inzichten opleveren. Een niet-waardetoevoegende processtap met een relatief hoge doorlooptijd, gecombineerd met een relatiefhoge fte-allocatie, geeft aanleiding tot verdieping. 3. Op basis van de lensinzichten worden knelpunten gedefinieerd, waar diepteanalyses op worden uitgevoerd. Op basis hiervan worden verbeteringen voorgesteld voor de verschillende knelpunten. De verbeteringen worden beoordeeld aan de hand van vijf capabilities: werknemers, proces, technologie, policy en geïnvesteerd kapitaal. Afhankelijk van waar de knelpunten zich bevinden, worden verschillende oplossingen aangedragen ter verbetering van het proces. 4. De laatste stap is het prioriteren van deze oplossingen op basis van toegevoegde waarde en effort om het door te voeren. Op basis van beschikbare middelen kan de organisatie beslissen welke verbeteringen doorgevoerd worden en op welke manier deze geïmplementeerd worden.

Het Onderhoudskompas -  81


Voorbeeldcase: bedrijf in manufacturingindustrie Het bedrijf Manufacturing maakt producten van hoogwaardige kwaliteit voor zijn klanten. De reden waarom dit bedrijf beter presteert dan zijn concurrenten, is omdat het sneller producten kan leveren. Processen zijn flexibel ingericht en er kan snel op vraag gereageerd worden. Echter, de organisatie heeft de laatste tijd te maken met een vertraging in het proces, waardoor producten later geleverd worden. Daarom is er een Prime Value Chain (PVC) Analyse gemaakt, om te onderzoeken waar mogelijkheden voor verbetering liggen. In deze industrie - en ter illustratie - bestaat een typische waardeketen uit de volgende vijf stappen voordat het eindproduct de klant bereikt: ingaande logistiek, operaties, uitgaande logistiek, marketing & verkoop en als laatste service . Elk van deze stappen bestaat uit losse activiteiten. Voor het bedrijf Manufacturing zijn de drie belangrijkste activiteiten per stap uitgelicht. Hierdoor ontstaat er een ‘world on a page’ met stappen en activiteiten. Omdat deze organisatie uitdagingen ervaart in de levertijd, is de lens ‘doorlooptijd’ gekozen om te onderzoeken. Hierbij is per activiteit gekeken hoeveel tijd daaraan gespendeerd wordt. Dit maakt inzichtelijk wat de totale doorlooptijd is, en naar welke stap de meeste tijd gaat. Uit het onderzoek is gebleken dat bij het bedrijf Manufacturing de doorlooptijd het hoogst is voor de activiteit ‘administratie’ binnen ingaande logistiek (zeven dagen) en ‘afleveren’ bij uitgaande logistiek (acht dagen). Wat hierbij opvallend is, is dat er dus relatief veel tijd gaat naar een activiteit die voor de klant niet zichtbaar is. Het

verwerken van administratie is niet iets dat direct waarde oplevert voor de eindgebruiker. Om die reden is een deep dive gedaan op deze activiteit. Hierbij is gefocust op de volgende punten: • De kwaliteit van de medewerkers die de administratie verwerken; • De technologie waarmee zij dit doen; • De processen die gevolgd worden; • Het beleid dat gevoerd wordt op de verwerking; • Het geïnvesteerde kapitaal. Na deze deep dive bleek dat het personeel niet goed overweg kon met het nieuw geïmplementeerde ITsysteem, terwijl dit juist aangeschaft is vanwege de gebruiksvriendelijkheid ervan. Anderzijds blijkt dat de processen die gevolgd worden te veel afdelingen raken: er moet geschakeld worden tussen verschillende afdelingen omdat zij met verschillende ERP-systemen werken. Als gevolg, zijn als oplossingen ‘het geven van een training over het systeem’ en ‘het aanschaffen van een ERP-systeem voor alle organisaties’ voorgesteld om zo de administratie bij de stap ‘ingaande logistiek’ te verbeteren. Wanneer deze beoordeeld worden op behaalde voordelen enerzijds en middelen en moeite om te implementeren anderzijds, is ervoor gekozen om een training te geven aan het personeel. Door deze training wordt het nieuwe softwarepakket optimaal benut en kan het proces tot twee keer zo snel uitgevoerd worden. Dit voorbeeld van het bedrijf Manufacturing zou ook met andere parameters uitgevoerd kunnen worden, afhankelijk van wat er geprobeerd wordt te verbeteren.

Afbeelding 2: ‘World on a page’ voor het bedrijf Manufacturing, inclusief doorlooptijd per activiteit.

82

-

Het Onderhoudskompas


De resultaten van een PVC Analyse kunnen verschillende inzichten geven. Zo kan naar voren komen dat er veel kosten gemaakt worden in niet-waardetoevoegende activiteiten, of dat op bepaalde plekken in de keten de doorlooptijd erg groot is terwijl dit voor de eindgebruiker niet zou hoeven. Samenvattend, is de PVC Analyse een methode die Operational Excellence ondersteunt, omdat het de huidige processen in kaart brengt, en verbetermogelijkheden identificeert en prioriteert. Hierdoor kan de organisatie concreet aan de slag met operationele verbeteringen die bijdragen aan het behalen van de strategische doelstellingen. 4. Asset Life Cycle Management & maturiteitsniveaus van de assets PVC is een methode die op verschillende niveaus toegepast kan worden. Er kan bijvoorbeeld gekeken worden naar de complete keten, of slechts een deel ervan zoals asset management of zelfs alleen de onderhoudsketen. Echter, wanneer we kijken naar asset management, is het hebben van een gebalanceerd maturiteitsniveau een belangrijke randvoorwaarde om inzicht te krijgen en oplossingen te implementeren.

Om de juiste balans van kwaliteit, prijs en proces te kunnen waarborgen, is het nodig dat het asset management al op een bepaald niveau opereert voordat het (innovatieve) oplossingen kan doorvoeren. Zo kan het implementeren van een zeer geavanceerd softwarepakket minder impact hebben wanneer er een ‘brandbluscultuur’ heerst. Bijvoorbeeld wanneer er een tool aangeschaft is met vergaande analyticsmogelijkheden - en dus predictive maintenance mogelijk maakt - kan hier niet optimaal gebruik gemaakt van worden wanneer de focus van de organisatie ligt op correctief onderhoud. Om die reden moeten de aspecten die de maturiteit van het asset management bepalen op hetzelfde niveau zitten. Het softwarepakket focust zich hiermee op de lange termijn en het voeren van predictief onderzoek, terwijl de cultuur van het bedrijf is om op de korte termijn te focussen en vooral correctief onderzoek te plegen. Verbeteren van de maturiteit van asset management is een aanvulling op het verbeteren van het proces. Waar bij PVC Analyse gekeken wordt vanuit de activiteiten en vervolgens mogelijkheden voor verbeteringen worden vastgesteld, geeft het verbeteren van de maturiteit van asset management de middelen

Figuur: Verschillende asset maturiteitsniveaus inclusief beoordelingscriteria. Het Onderhoudskompas

-

83


om inzicht te creëren en verbeteringen door te voeren middels cultuur, IT, strategie en financieel management. Er zijn verschillende manieren waarop maturiteit van asset management inzichtelijk gemaakt kan worden. Voorbeelden hiervan zijn het Capability Maturity Model, Institute of Asset Management Maturity Scale en P3M3. Hierbij wordt maturiteit op verschillende manieren beoordeeld: op basis van processen, medewerkers of technologie. Het verschil in de maturiteit van een asset wordt bepaald door grofweg drie aspecten: • Het gebruik van risicomanagement omtrent veiligheid, kwaliteit en capaciteit; • Financieel management (budgettering) en opdrachtgeverschap; • De interne organisatie - proces, competenties en systemen. Hieronder is een model afgebeeld dat al deze aspecten samenvoegt. Risk-based asset management volgt, typisch gezien, een proces van vijf stappen. Deze stappen vormen een continu proces waarbij de asset manager uiteindelijk zijn portfolio aan activiteiten kan beheren aan de hand van geïdentificeerde knelpunten. Het proces bestaat uit: 1. Identificeren van de knelpunten op basis van prestaties en ontwikkelingen. Hierbij worden de prestaties geanalyseerd om zo knelpunten te identificeren en registreren; 2. Bepalen van risico’s en kansen. De knelpunten worden getoetst en geclusterd, om op die manier de risico’s en kansen te kunnen analyseren; 3. Uitwerken van de oplossingen. Het beleid wordt toegepast, aangepast en ontwikkeld om op die manier tot (cluster) oplossingen te komen voor de verschillende risico’s en kansen; 4. Samenstellen van het portfolio. Het portfolio van oplossingen wordt opgesteld, beheerd en geoptimaliseerd op basis van verwacht rendement (of mitigatie van risico’s); 5. Realiseren van het portfolio. Opdrachten worden gespecificeerd en het portfolio wordt gemonitord, wat weer input is voor het identificeren van (nieuwe) knelpunten. Figuur: het proces van risk-based asset management

84

-

Het Onderhoudskompas

De niveaus kunnen verschillen van ‘onsystematisch asset management’ tot ‘best in class asset management’. De meeste organisaties zouden er naar moeten streven om tenminste op niveau 3 te opereren omdat niveau 1 en 2 weinig toekomstvast zijn. In de laagste niveaus wordt zo veel op de korte termijn gefocust dat het ten koste gaat van de competitieve positie van het bedrijf. Niveau 3, risk-based asset management, is daarom het uitgangspunt voor het verbeteren van de maturiteit. Wanneer dit proces in orde is, kan er verder gebouwd worden naar de hogere niveaus: ‘top kwartiel’ en ‘best in class’ asset management. Het gebruik van verbeterde technologie, waardoor data vrijkomt en werk beter uitgevoerd wordt, speelt hierbij een belangrijke rol. Hoe technologie een impact zal hebben op Operational Excellence is dan ook het volgende hoofdstuk.


Case: netbeheerder - Prime Value Chain Analyse Een grote netbeheerder, verantwoordelijk voor een groot elektriciteits- en gasnet kreeg steeds signalen van medewerkers en aannemers over ‘te complexe processen’ en ‘een groot besparingspotentieel’. Specifiek in de werkstroom die kabels, leidingen en grote aansluitingen realiseert had de netbeheerder het vermoeden dat er ruimte tot verbetering was, wat aanleiding was om een PVC Analyse te doen. De eerste stap die ondernomen is, was het in kaart brengen van de primaire stappen die plaatsvinden binnen deze specifieke werkstroom. Vervolgens zijn de activiteiten binnen de primaire processtappen beschreven. Door dit samen te vatten op een pagina ontstond er een ‘world on a page’, waarnaar door verschillende lenzen gekeken kon worden. De lenzen zijn onder andere gebruikt om inzicht te krijgen in de verdeling van fte, doorlooptijd, functiegroepen en kosten per processtap. Doordat de analyse een brede scope had, en dus niet gelimiteerd was tot alleen kostenbesparing, heeft dit geleid tot verschillende inzichten. De meest opvallende resultaten waren: • De grote hoeveelheid en diversiteit aan functiegroepen. Een grote versplintering van de verdeling van functies, waardoor er veel verschillende functiegroepen bij een activiteit betrokken zijn; • Het grote aantal systemen dat aanwezig is binnen het bedrijf. Hierdoor was er veel overlap in data en niet alles was op één centrale plek terug te vinden; • Het grote aantal systemen dat nodig is voor bepaalde activiteiten. Er zijn voor sommige activiteiten veel verschillende systemen nodig om iets te bewerkstelligen;

De PVC Analyse is bottom-up uitgevoerd door de informatie op te halen bij teamleiders en medewerkers. Deze input is gebruikt door het management om meer top-down een visie voor de hele werkstroom neer te zetten. Deze nieuwe visie concentreert zich rondom drie thema’s om zo de waste die in het proces zit op te lossen: • Digitalisering. Bestaande processen kunnen efficiënter gedaan worden door meer werk te digitaliseren dat nu nog gebeurt op papier. Denk hierbij aan facturatie, het bestelproces of betalingen; • Standaardisatie. Bepaalde stappen in het proces zouden meer gestandaardiseerd kunnen worden. Nu vindt er nog veel maatwerk plaats; • Rationaliseren. Hierbij wordt bekeken of bepaalde activiteiten nog wel nodig zijn en of dat niet op een andere manier ingericht zou kunnen worden. In het realiseren van de visie wordt weer een bottom-up-aanpak gevolgd waarbij de teamleiders van verschillende afdelingen zijn gestart met het concretiseren van de visie op operationeel niveau. Het management neemt een nadrukkelijke rol in de besturing van de verandering, onder andere door stakeholder management en het creëren van een omgeving waarin verandering succesvol kan zijn. Zo is het zichtbaar maken van de activiteiten en de oplossingsmogelijkheden een samenwerking tussen bottom-up en top-down. Dit heeft voor de netbeheerder geleid tot een vermindering van het aantal systemen en functiegroepen, waardoor kosten bespaard zijn en het proces een kortere doorlooptijd heeft gekregen.

Het Onderhoudskompas -  85


Case: Gasunie en Operational Excellence Operational Excellence is ook bij Gasunie op dit moment een belangrijk onderwerp. Hierbij stellen zij procesoptimalisatie centraal, waarmee aspecten zoals kostenbesparing, verbeterde veiligheid en verhoogde kwaliteit gerealiseerd kunnen worden. Een eerste stap binnen het traject is het inzichtelijk maken van de huidige processen. Bij de afdeling ‘inkoop’, moeten de nieuwe materialen gecodeerd worden tijdens het inkoopproces. Binnen de organisatie werd gezocht naar mogelijkheden om de doorlooptijd van dit proces te kunnen verminderen. Hierop heeft Gasunie als eerste stap het proces inzichtelijk gemaakt. Uit de analyse bleek dat er tweehonderd stappen nodig waren binnen het inkoopproces.

Dit was een verrassend hoog aantal, wat al voor de eerste inzichten zorgde. Vervolgens werd gezocht naar de onderliggende redenen waarom de doorlooptijd hoog was. Dit is gedaan door een deep dive te doen op de specifieke activiteiten door middel van lenzen zoals ‘First Time Right’-percentage. Het FTR-percentage bleek een verklaring waarom de doorlooptijd relatief lang was, omdat veel processtappen meerdere keren doorlopen moesten worden. Het zichtbaar maken is daarom een belangrijke stap geweest voor Gasunie. Scholte Strikwerda zegt over dit proces: “Dit zichtbaar maken en erop sturen (door middel van FTR en kwaliteit) is een trend die nu ingezet is bij Gasunie als ondersteunend middel voor procesverbeteringen.”

6. Visie op Operational Excellence Technologie speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de onderhoudsorganisatie. Niet voor niets, is in het visiedocument van het Onderhoudskompas 2014 onderzocht wat de impact is van verschillende technologische trends op de organisatie. Deze technologieën kunnen ook bijdragen aan Operational Excellence doordat zij verbeteringen realiseren in de kwaliteit, levertijd en kosten van de organisatie. Daarnaast is technologie een van de onderdelen die de maturiteit van het asset management kan verhogen door het creëren van inzichten. Processen kunnen bijvoorbeeld vereenvoudigd worden, het werk vergemakkelijkt en data die gegenereerd wordt door deze technologie kan inzichten geven in de huidige staat van assets.

In dit stuk beschrijven we toekomstscenario’s die een beeld schetsen over wat Operational Excellence zal betekenen richting het jaar 2025. Dit zal gedaan worden aan de hand van twee verschillende assen. Het is nog onzeker in welke mate deze assen zich zullen ontwikkelen, dus afhankelijk daarvan resulteert dit in drie mogelijke scenario’s. De assen zijn: 1. Informatie. Het gebruik van sensoren om data te verzamelen komt steeds vaker voor, waardoor de hoeveelheid data ook toeneemt.

86 - Het Onderhoudskompas

Door innovatieve toepassingen zoals LoRaWAN, komen er naast 4G en bluetooth nog meer mogelijkheden om data te versturen van de assets naar de database. Daarnaast worden analytics tools steeds beter, waardoor er meer waardevolle informatie uit de data gehaald kan worden. De combinatie van ontwikkelingen in het verzamelen, versturen en verwerken van data biedt daarom verschillende mogelijkheden om operationeel excellent te presteren. Dit vereist echter van organisaties dat ze capabilities ontwikkelen die ze hiervoor nog niet of beperkt hadden. Hiervoor zijn ten eerste schaarse skills nodig op het gebied van data analytics, dient IT een integraal onderdeel te vormen van de strategie en is de aankoop van IT een barrière voor de adoptie van deze technologieën. Hierdoor is het niet vanzelfsprekend dat de mogelijkheden voor het verzamelen van data en het verwerken tot waardevolle informatie, ten volste benut worden.

2. Technologie in de uitvoering. Ten tweede is er een impact van technologie op de manier waarop het werk uitgevoerd wordt. De invloed van technologie op de uitvoering heeft voor het eerst een groot effect tijdens de eerste industriële revolutie door de introductie van (stoom)machines. Inmiddels wordt gezegd dat we aan de vooravond staan van


de vierde industriële revolutie. Dit betekent dat door automatisering in combinatie met connectiviteit er weer een grote efficiëntieslag gemaakt zal worden. Deze aspecten zorgen ervoor dat werknemers te maken krijgen met het gebruik van nieuwe technologieën. Bij kleine innovaties betekent dit dat de core werkzaamheden van werknemers hetzelfde blijven (onderhoud), maar door het toepassen van nieuwe technologieën verloopt het proces efficiënter. Denk hierbij aan het gebruik van de iPad, waardoor randzaken als administratie vergemakkelijkt kunnen worden. Anderzijds, wanneer het om een radicale innovatie gaat, zou het kunnen dat veel werkzaamheden van de onderhoudsmedewerker (deels) overgenomen worden door nieuwe technologie. De mate waarin technologie de uitvoering zal beïnvloeden is afhankelijk van de acceptatie door gebruikers van de technologie en de verbetering van de effectiviteit van het werk. Zodra een technologie snel als volwassen gezien wordt (weinig tot geen fouten, veel gebruikt in de industrie) en grote verbeterslagen kan maken in het werk (bijvoorbeeld in termen van kosten, kwaliteit en snelheid), zal deze meer impact hebben op de uitvoering van werkzaamheden. Dat een technologie volwassen wordt is niet een vanzelfsprekendheid. Zo is het gebruik van Google Glass (vooralsnog) niet doorgebroken omdat het niet de beoogde verbeteringen opleverde. Hoe technologie dus de uitvoering zal beïnvloeden kan daarom verschillen . Daarnaast speelt de acceptatie van de nieuwe technologieën door de onderhoudsprofessional een belangrijke rol. Wanneer de cultuur van een bedrijf innovatie ondersteunt, wordt het voor de werknemers vergemakkelijkt om nieuwe technologieën uit te proberen. Deze twee assen zijn afgebeeld in het figuur hieronder. Op dit moment begeven we ons in een situatie waarbij het gebruik van informatie opkomend is en waarbij technologie nog veel potentie heeft om een grotere rol te spelen in de uitvoering. Er ontstaan drie toekomstscenario’s: Data Driven, Robot Control-

led en Human Extension. De scenario’s zullen uitgelegd worden, door de impact van de ontwikkelingen te beschrijven op de asset owner en de onderhoudsprofessional.

Figuur: Scenario’s voor toekomstige ontwikkelingen. NB: Laag in de ‘As Is’-situatie is relatief, omdat gekeken wordt naar het toekomstperspectief. Scenario 0: As Is Vergeleken met het potentieel van nieuwe technologieën in de toekomst, wordt er nu relatief beperkt gebruik gemaakt van data en speelt technologie nog niet de rol in de uitvoering die het kan spelen. Dit heeft gevolgen voor de asset owner/asset manager en de onderhoudsprofessional. Asset owner/asset manager De schaarste aan technisch personeel is op dit moment de grootste zorg voor de asset owner. Analytische skills zijn beperkt aanwezig binnen onderhoudsorganisaties, waardoor er nog niet optimaal gebruik gemaakt wordt van de beschikbare data. Dit wordt des te meer ondersteund door de resultaten uit dit Onderhoudskompas, waaruit blijkt dat organisaties grote uitdagingen ervaren met het verwerken van grote hoeveelheden data en dat er een sterke behoefte is aan goed werkende IT-systemen. Daarnaast blijkt uit het Onderhoudskompas dat de een na sterkste behoefte van organi-

Het Onderhoudskompas -  87


saties ligt op het vlak van kennis op het gebied van innovatie. De behoefte om de organisatie een stap verder te brengen is daarom aanwezig. Echter, het aantrekken van het juiste personeel en het kunnen verwerken van data blijkt dus een uitdaging voor de asset owner/ manager.

Onderhoudsprofessional De gemiddelde leeftijd binnen de onderhoudssector is op dit moment 43 jaar. Een gevolg hiervan kan zijn dat de onderhoudsprofessional minder open staat voor het accepteren van nieuwe technologieën in vergelijking tot de jongere generaties. Ten eerste betekent dit voor de onderhoudsprofessionals dat zij hun werk anders zouden kunnen inrichten dan wanneer zij wel gebruik zouden maken van de technologieën. Zo heeft het digitaliseren van administratieve taken een effect op de snelheid en kan het leiden tot meer data, en daarmee informatie, voor het bedrijf. De tweede uitdaging, wanneer onderhoudsprofessionals geen nieuwe technologieën accepteren, is voor de organisatie. De organisatie steunt op data die vanuit de onderhoudsprofessional beschikbaar moet komen. Op dit moment is de beschikbare data dus relatief beperkt, wanneer het vergeleken wordt met het potentieel. Echter, een aantal technologieën heeft zich ook nog niet bewezen. Zo wordt het gebruik van robotics deels gebruikt binnen organisaties, maar hebben robots nog maar in zeer beperkte mate de taken overgenomen van de onderhoudsprofessional. Vergeleken met de mogelijkheden in de toekomst, speelt onderhoud op dit moment daarom nog maar een beperkte rol in de uitvoering.

Toekomstscenario 1: Data Driven In dit scenario heeft het asset management zich gespecialiseerd in het verwerken en verkrijgen van data. Sensoren zijn overal te vinden en organisaties hebben de juiste analytische skills in huis om de verkregen data te verwerken tot inzichten. Dit heeft een impact voor de asset owner en voor de onderhouds-

88 - Het Onderhoudskompas

professional.

Asset owner/asset manager Door de overvloed aan informatie, kan de asset owner zijn strategie in dit scenario volledig bepalen op basis van analytics. Omdat bijvoorbeeld de levensduur van een asset veel tot op de minuut nauwkeurig kan worden ingeschat, kan het onderhoud zo ingericht worden dat op het juiste moment de asset vervangen wordt. Predictive maintenance is dan ook de standaard wanneer het gaat om het type onderhoud. Een gevolg hiervan is dat de gemiddelde leeftijd van assets alleen maar meer zal stijgen wanneer dit vergeleken wordt met 2016, terwijl de performance verbetert. Om te concurreren, zal de asset owner zich in dit scenario focussen op andere competenties dan in 2016. Doordat veel bedrijven de beschikking hebben over allerlei informatie, wordt de organisatie zo efficiënt mogelijk ingericht. Om hierop te concurreren is erg lastig. Als gevolg hiervan ligt de focus op het concurreren op de kwaliteit tegen de laagste kosten, of laagste kosten tegen de hoogste kwaliteit. Organisaties die zich niet verdiept hebben in het verkrijgen en verwerken van de juiste data zullen in deze organisatie een hopeloze achterstand opgelopen hebben. Deze organisaties zullen veelal te veel op kosten gefocust hebben door middel van incrementele verbeteringen (‘meer met minder’) in plaats van langetermijninvesteringen, waardoor zij niet in staat zijn om de step change te maken naar datagedreven asset management. Het gebruik van analytics speelt een cruciale rol in het bepalen van de strategie, maar heeft een minder grote impact op het werk in uitvoering. De onderhoudsprofessional voert in dit scenario zijn werk nog steeds op dezelfde manier uit, waardoor de processen van de organisatie slechts deels veranderd zijn. De veranderingen zitten dan ook vooral op strategisch/tactisch niveau. Voor de asset owner liggen de grootste uitdagingen in dit scenario op het gebied van


Operational Excellence dan ook vooral op het aansturen van de medewerkers. Een grote efficiëntieslag kan gemaakt worden wanneer technologie een grotere rol gaat spelen in het onderhoud; medewerkers zijn in dit scenario de grootste veroorzakers van waste. Voor Operational Excellence betekent dit dat de asset owner in dit scenario zijn kosten tot een minimum heeft beperkt omdat dankzij data inzichtelijk gemaakt is wanneer assets optimaal presteren. Onderhoudsprofessional Voor de onderhoudsprofessional is in het scenario ‘Data Driven’ het werk verschoven van het repareren van assets naar het onderhouden van assets: door predictive maintenance-oplossingen worden reparaties en correctief onderhoud voorkomen. Daarnaast kan hij zijn werk nu efficiënt en gefocust doen, omdat hij alleen bezig hoeft te zijn met de assets die daadwerkelijk onderhoud behoeven.

Het werk blijft desondanks grotendeels hetzelfde. Technologie speelt een beperkte rol in de uitvoering, wat in dit scenario mogelijk door twee zaken kan komen. Ten eerste kan het zijn dat de acceptatie van nieuwe technologieën zich niet verspreid heeft onder de nieuwe generatie, bijvoorbeeld omdat zij niet opgeleid zijn met deze technologie. Kennis-

overdracht heeft zich daardoor gefocust op de technische aspecten van het onderhoud en minder op de technologische mogelijkheden die er op dit moment bestaan. Hierdoor wordt het gebruik van technologieën in het onderhoudswerk tegengehouden. Ten tweede zou het kunnen dat de technologie die gemaakt is voor de uitvoering, zich nog niet ver genoeg ontwikkeld heeft. Zo heeft Google Glass zich (nog) niet ontwikkeld op de consumentenmarkt terwijl er hoge verwachtingen waren. Dit zou ook kunnen gebeuren bij technologieën gerelateerd aan het onderhoudswerk.

Voor wat betreft Operational Excellence, betekent dit dat er nog potentie voor verbeteringen is bij de onderhoudsprofessional. Doordat de taken die uitgevoerd worden nog hetzelfde zijn, zorgen menselijke factoren ervoor dat de prestatie suboptimaal is. Zo zorgt het verwerken van aantekeningen op papier voor een langere doorlooptijd dan wanneer dit via een online systeem zal gebeuren, of kunnen nieuwe technieken bepaalde aspecten van het werk secuurder uitvoeren waardoor de kwaliteit verbetert. Toekomstscenario 2: Human Extension In het scenario ‘Human Extension’ wordt de onderhoudsprofessional ondersteund door de nieuwste technologieën tijdens de uitvoe-

Case: Sitech Health Asset Center Het Sitech Health Asset Center (SHAC), een initiatief mede mogelijk gemaakt door de subsidie van Smart Industrie, is een voorbeeld waar de laatste technologie gebruikt wordt om predictive maintenance toe te kunnen passen. Door een overvloed aan sensoren op het Chemelot-terein komt er zoveel data beschikbaar dat er vanaf een speciaal ingerichte ruimte voorspeld kan worden wanneer onderhoud nodig is. Sitech benadrukt het belang om het interpreteren van de data over te laten aan mensen: zij hebben specialistische kennis in huis om de modellen te maken en te oriënteren.

De resultaten van deze manier van werken maakt Sitech een voorbeeld voor het toekomstscenario ‘Data Driven’: De computers van het SAHC leggen relaties tussen de enorme hoeveelheid gegevens die in de fabrieken en daarbuiten verzameld worden. Op basis daarvan kunnen de experts van Sitech een voorspellend model ontwikkelen, dat aangeeft wanneer een installatie mogelijk een storing gaat vertonen. Het tijdig voorspellen van een mogelijke storing heeft een positief effect op de veiligheid, de betrouwbaarheid en de beschikbaarheid van de installatie. Daarnaast dalen door tijdig ingrijpen de vaste en variabele onderhoudskosten.

Het Onderhoudskompas -  89


ring van zijn werkzaamheden. Dit, als gevolg van de cultuur die de asset owner/manager weet te creëren waarbij verandering centraal staat. Echter, de organisatie heeft niet de juiste werknemers kunnen aantrekken om de data te verkrijgen en te verwerken tot informatie.

Asset owner/manager De asset owner/manager speelt in dit scenario een grote rol in de acceptatie van nieuwe technologieën door de onderhoudsprofessional. Ten eerste creëert de asset owner in dit scenario een cultuur waarbij de medewerkers openstaan voor verandering en vernieuwing, waardoor het invoeren van innovaties vergemakkelijkt wordt. Als een gevolg hiervan wordt er extra gelet op de laatste trends en kunnen nieuwe technologieën snel geïmplementeerd worden. Daarnaast worden de skills van de onderhoud professional verbeterd door middel van trainingen. De ontwikkeling van medewerkers staat centraal bij de asset owner, zodat zij het meeste kunnen halen uit de hulpmiddelen die aangeboden worden. Veelal gaat het gebruik van innovaties gepaard met het verkrijgen van data. Zo komt er door het gebruik van simulaties (zoals bij virtual reality) veel data vrij hoe mensen reageren op situaties, of welke gevolgen bepaalde handelingen hebben voor de assets. De organisatie maakt echter geen gebruik van deze informatie. In dit scenario is de behoefte aan analytische skills, waarbij data omgezet kan worden naar relevante informatie, nog steeds groot. Daarnaast besluiten organisaties om zich niet te focussen op deze aspecten, omdat het niet binnen hun core-business valt. Hierdoor zullen er verschillende organisaties ontstaan die zich speciaal focussen op het analyseren en verkrijgen van data.

Onderhoudsprofessional Voor de onderhoudsprofessional is het werk compleet veranderd. Er wordt in dit scenario van de onderhoudsprofessionals verwacht dat zij bekwaam zijn in het gebruik van de laatste technologieën. Tegelijkertijd wordt ook ver-

90 - Het Onderhoudskompas

wacht dat zij de specifieke technische kennis over de assets bezitten zoals dat ook in 2016 verwacht wordt. Omdat de technologieën stap voor stap hun intrede hebben gemaakt, is het relatief makkelijk om het gebruik ervan onder de knie te krijgen. Dit heeft ervoor gezorgd dat het onderhoudswerk nu beter, goedkoper en veiliger uitgevoerd kan worden. Voor de onderhoudsprofessional betekent dit ook dat de bedrijfsprocessen aangepast zijn aan het gebruik van de nieuwe technologie. Deze veranderingen zullen regelmatig voorkomen waardoor er veel flexibiliteit verwacht wordt van de onderhoudsprofessional. Deze flexibiliteit wordt ook verwacht tussen de verschillende generaties. Zo is het onderling delen van kennis een essentieel onderdeel voor de implementatie.

In dit scenario wordt er bijvoorbeeld meegekeken met de onderhoudsprofessional door middel van een 3D-bril. Hierdoor kan direct feedback gegeven worden door een specialist, waardoor tijd bespaard wordt en het werk beter uitgevoerd wordt. Doordat de professional nieuwe technologieën gebruikt, zoals smart devices, kunnen zij ook beter op de hoogte gehouden worden van de huidige situatie waardoor de veiligheid verbeterd wordt. Operational Excellence wordt daarom in dit scenario vooral veroorzaakt door een cultuurverandering binnen de organisatie, die ervoor zorgt dat de onderhoudsprofessional nieuwe technologieën zal gaan gebruiken. Voor de asset owner betekent dit dat hij zich vooral focust op manieren om de onderhoudsprofessional het werk effectiever en sneller te laten doen, waardoor Operational Excellence zich vooral bottom-up moet ontwikkelen. De onderhoudsprofessional met zijn slimme tools is de veroorzaker van het succes van Operational Excellence in dit scenario. Toekomstscenario 3: Robot Controlled In het scenario ‘Robot Controlled’ wordt de verkregen data optimaal benut. Hierdoor is in-


Case: Digital Field Worker In het artikel ‘The Digital Field Worker ’ wordt omschreven hoe digitale oplossingen het werk van de onderhoudsprofessioneel drastisch kunnen verbeteren. De oplossing die aangedragen wordt zijn ‘Electronic Work Packages’ (EWPs) die gebruikt kunnen worden tijdens het onderhoud. Op dit moment wordt binnen bedrijven typisch gezien gebruikgemaakt van een Work Management System (WMS) en Electronic Document Management Systems (EDMS) om documenten op te slaan. Een groot gedeelte van de werkzaamheden betreft echter nog manuele handelingen, zoals het maken van aantekeningen of uitprinten van rapporten. EWPs maken gebruik van de mobiele mogelijkheden om informatie realtime en digitaal inzichtelijk te maken. Door het introduceren van EWPs, blijkt dat field workers gemiddeld 25% sneller kunnen presteren en dat voor werkvoorbereiders een efficiëntieslag gemaakt

zichtelijk wanneer onderhoud nodig is en wat de meest efficiënte manier is om de organisatie in te richten. Daarnaast speelt technologie zo’n grote rol in de uitvoering dat veel werkzaamheden van de onderhoudsprofessional overgenomen zijn door robots, die dit werk kunnen uitvoeren omdat zij (zelfstandig) acteren op basis van de verkregen informatie uit sensoren.

Asset owner/asset manager Het aantal assets dat in dit scenario beheerd wordt is enorm toegenomen door het gebruik van robots. Deze robots kunnen het onderhoudswerk uitvoeren door de grote hoeveelheden data die verwerkt zijn binnen de onderhoudsorganisatie. Het zijn niet langer de analisten die de data interpreteren, maar de robots zelf, waardoor zij autonoom kunnen opereren. De focus van de asset owner verschuift daarmee van het plannen van onderhoud, naar het volgen van de laatste ontwikkelingen op het gebied van technologie. Hierdoor wordt er van de asset owner minder verwacht dat hij tech-

kan worden van tussen de 10 en 30%. De Digital Field Worker onderstreept dan ook dat het gebruik van digitale en mobiele oplossingen tot sterke verbeteringen kunnen leiden. Het gebruik van EWPs speelt daarom niet alleen een grote rol voor de onderhoudsprofessional, maar is iets dat meerdere aspecten van de organisatie raakt. Het gebruik van digitale oplossingen voor de onderhoudsprofessional is een eerste stap om de hele organisatie digitaal te maken. Zo maakt het gebruik van EWPs het uit te voeren werk niet alleen efficiënter, het zorgt ook voor: • Data die beschikbaar komt waar data analytics op toegepast kan worden; • Het identificeren van best-in-class-methodes van onderhoud; • Supervisie vanaf afstand en realtime; • Het verminderen van re-work.

nische kennis heeft over de verschillende assets; analytische vaardigheden en het hebben van de laatste kennis op het gebied van IT zijn belangrijker. Onderhoudsprofessional Een onderhoudsprofessional is niet langer iemand die in de uitvoering werkt. Een professional binnen het onderhoud focust zich rondom kennis over de laatste sensoren, IoT-applicaties en het gebruik van analytics om patronen te vinden. Zij zijn gespecialiseerd in alle technologische ontwikkelingen waardoor zij het werk dat gedaan wordt door robots nog effectiever en efficiëntere kunnen laten verlopen.

Het gebruik van robotics zorgt voor extreem effectieve organisaties omdat zij werk secuurder kunnen doen dan mensen en 24 uur per dag kunnen opereren. Daarnaast kunnen zij dit werk door middel van de beschikbare data efficiënt doen, omdat de processen zo ingericht zijn dat bekend is waar het onderhoud plaats moet vinden. Operational Excellence

Het Onderhoudskompas -  91


betekent in dit scenario dan ook een grote verbetering van de kwaliteit, een minimaal kostenniveau en dat allemaal geleverd binnen de snelst mogelijke tijd. Let wel, de robot kan niet al het werk overnemen. Uiteindelijk is de mens verantwoordelijk en zal daar ook kennis moeten blijven bestaan. In elk geval om op z’n minst het werk van de robots te controleren.

7. Conclusie en aanbevelingen In dit visiedocument is uiteengezet wat Operational Excellence inhoudt, hoe organisaties het kunnen toepassen en welke richting Operational Excellence zich mogelijk op zal bewegen aan de hand van twee bepalende factoren. Operational Excellence is een trend met een grote impact op de onderhoudsorganisatie en middels dit document is er een verdieping gemaakt op dit onderwerp.

Er bestaan verschillende methodes om aspecten van Operational Excellence in de organisatie te implementeren. Voorbeelden hiervan zijn Lean en Prime Value Chain. De Prime Value Chain (PVC) Analyse maakt inzichtelijk welke activiteiten in de waardeketen bijdragen aan de strategische doelstellingen van de organisatie en waar de klantwaarde wordt gerealiseerd, om zodoende te kunnen vaststellen waar in de keten het zinvol is om verbeteringen door te voeren. De resultaten van een PVC Analyse kunnen verschillende inzichten geven. Zo kan naar voren komen dat er veel kosten gemaakt worden in niet-waardetoevoegende activiteiten, of dat op bepaalde plekken in de keten de doorlooptijd erg groot is terwijl dit voor de eindgebruiker niet zou hoeven. Samenvattend, is de PVC Analyse een methode die Operational Excellence ondersteunt, omdat het de huidige processen in kaart brengt, en verbetermogelijkheden identificeert en prioriteert, zodat de organisatie concreet aan de slag kan met operationele verbeteringen die bijdragen aan het behalen van de strategische doelstellingen. Naast het verbeteren van het proces kan het verbeteren van de maturiteit van asset management ook bijdragen aan betere perfor-

92 - Het Onderhoudskompas

mance. Waar bij PVC Analyse gekeken wordt vanuit de activiteiten en vervolgens mogelijkheden voor verbeteringen worden vastgesteld, geeft het verbeteren van de maturiteit van asset management de middelen om inzicht te creëren en verbeteringen door te voeren middels cultuur, IT, strategie en financieel management. Er zijn verschillende niveaus van asset management. De meeste organisaties zouden er naar moeten om tenminste op niveau 3 te opereren: risk-based asset management.

Kijkend naar de toekomst, kunnen organisaties nu al inspringen op de verwachte ontwikkelingen. Zoals af te leiden valt uit de verschillende scenario’s, ligt de grootste barrière voor de toekomst in menselijke aspecten. De technologieën zullen zich naar het lijkt ontwikkelen en verbeteringen mogelijk maken. Het is aan de bedrijven om daar de vruchten van te plukken. Aanbevelingen voor het optimaal gebruik kunnen maken van data zijn dan ook: 1. Identificeer de mogelijkheden op welke manier data verzameld kan worden en welke data de maturiteit van asset management zou verbeteren; 2. Onderzoek op welke manier data het beste verstuurd kan worden en richt hier de organisatie op in. Denk hierbij aan een Data Governance Systeem en Data Management; 3. Onderzoek de vaardigheden die nodig zijn om deze data om te kunnen zetten naar inzichten. Op het gebied van technologie in de uitvoering: 4. Creëer een cultuur waarin veranderingen succesvol kunnen zijn door met pilots te beginnen;


5. Onderzoek welke technologische oplossingen er al buiten de organisatie bestaan die het werk zouden kunnen vergemakkelijken; 6. Ontwikkel de medewerkers door middel van training zodat zij op de hoogte zijn van het gebruik van nieuwe technologie.

Door actief aan de gang te gaan met Operational Excellence in het huidige proces en aandacht te besteden aan trends op het gebied van data en technologie, kunnen Nederlandse bedrijven zich goed positioneren voor de toekomst. Een mix van kwaliteit, kosten en doorlooptijd waarmee de klantwaarde gerealiseerd wordt.

com/blog/what-keeps-you-implementing-predictive-maintenance 14 Forbes (2015). http://www.forbes.com/ sites/ianaltman/2015/04/28/why-googleglass-failed-and-why-apple-watch-couldtoo/#43abfa4158ec 15 Sitech (2016). http://www.sitech.nl/nl/495/ sitech-asset-health-center-primeur-voor-procesindustrie-west-europa 16 Accenture (2015). The Digital Field Worker

Referenties 1 Business Dictionay (2016), www.businessdictionary.com 2 Lean Six Sigma (2016), http://www.sixsigma.nl/artikelen/operational-excellence 3 Treacy & Wiersema (1992), Customer Intimacy and other Value Disciplines 4 Koenigsaecker (2016), Leading the lean enterprise transformation 5 Business Excellence (2014). http://businessexcellence.org/clarification-process-excellence-vs-operational-excellence-vs-business-excellence/ 6 Lean Enterprise Institute (2016). http:// www.lean.org/WhatsLean/ 7 Six Sigma (2016). http://www.sixsigma.nl/ wat-is-lean 8 Accenture (2016). https://www.accenture.com/us-en/service-process-innovation-lean-six-sigma 9 Accenture (2014). https://www.accenture. com/nl-en/insight-prime-value-chain-analysis 10 Porter (2001) The Value Chain and Competitive Advantage 11 Asset Management Maturity (2015). http:// gfmam.org/files/ISBN_978-0-98706024-2_GFMAM_Maturity_Position_Statement_ vs_1.0.pdf 12 LoRa Alliance (2016). https://www.lora-alliance.org 13 IBM (2015). http://www.ibmbigdatahub.

Het Onderhoudskompas -  93


OPTIES VOOR DE NVDO ALS BRANCHEVERENIGING De NVDO richt zich voortdurend op hoe zij op de beste manier haar achterban kan ondersteunen in het realiseren van hun doelstellingen. Mede gezien de brede scope, is het nuttig om regelmatig de focus vast te stellen en een aantal opties te formuleren voor de NVDO als grootste onderhoudsplatform binnen asset management van Europa.

E

en branchevereniging in het algemeen, maar in het bijzonder die van de Nederlandse onderhoudsmarkt, leent zich perfect als platform voor kennisdeling. Er is binnen de Nederlandse onderhoudsmarkt steeds meer een open houding zichtbaar. Organisaties en bedrijven zien in dat het delen van informatie en kennis op veel vlakken voordelig kan zijn. Gezamenlijk als Nederlandse onderhoudssector kunnen we zo toonaangevend blijven in de wereld. Er is een aantal specifieke gebieden waar kennisdeling van groot toegevoegde waarde kan zijn voor de NVDO-achterban.

1. Inspelen op het tekort aan technisch geschoold personeel Uit de cijfers blijkt dat het tekort aan technisch geschoold personeel een trend is die dit jaar opvallend veel impact heeft op de onderhoudsorganisaties. De NVDO

94 - Het Onderhoudskompas

zou hierop op twee manieren kunnen inspelen. Enerzijds zou het kunnen proberen om leerlingen enthousiaster te maken om een technische opleiding te doen, om zo het aanbod van technisch personeel te vergroten. Anderzijds, zou de NVDO een rol kunnen spelen bij het faciliteren van een dialoog tussen de onderhoudssector en het regulier onderwijs. Door de ontwikkelingen die in de toekomst binnen het onderhoudsvak worden verwacht, is het nodig dat de leerlingen van nu klaargestoomd worden voor de behoeften in de toekomst. NVDO’s Landelijke Dag van het Onderhoud zou een mooi platform kunnen zijn om van daaruit mee te starten. 2. Kennisdeling rondom de invulling van regelgeving De wet- en regelgeving is op sommige aspecten industrieoverkoepelend en is dus van toepassing voor meerdere organisa-


ties uit verschillende industrieën. Om te voorkomen dat elk bedrijf voor zichzelf op zoek gaat naar de beste invulling van de regels, is het verstandig om kennis hierover te delen. Op deze manier kan er, met veiligheid en kwaliteit hoog in het vaandel, de meest efficiënte manier gevonden worden om de regels toe te passen en op die manier de druk vanuit dit onderwerp op de organisatie te verminderen. 3. Verbreed de focus van onderhoud naar asset management en de rol van asset management in de keten De uitdagingen waar organisaties mee te maken krijgen spelen niet langer meer alleen op het gebied van onderhoud. Om oplossingen te bieden aan uitdagingen, zoals het vinden van technisch geschoold personeel, innovatie en wet- en regelgeving, moet er over de hele keten heen gekeken worden. Een verbreding van onderhoud naar andere aspecten (zoals aankoop en uitbesteding) zou daarbij helpen. Ook voor asset management geldt dat het slechts een onderdeel is van de keten. Inzichtelijk maken hoe deze verschillende afdelingen elkaar kunnen ondersteunen is dan ook essentieel om de eerder benoemde uitdagingen het hoofd te bieden.

4. Deel kennis over het gebruik van de nieuwste technologieën Nieuwe technologieën, zoals drones en 3D-printen, worden genoemd als veelbelovende oplossingen voor de toekomst. Echter, veel is er nog onduidelijk tot wat voor voordelen dit in de toekomst kan leiden. Hier kan de NVDO nu al op inspelen. Door de gehele achterban op de hoogte te houden van ontwikkelingen en door het delen van voorbeelden krijgen bedrijven

beter inzicht in innovatietrends. Hierdoor kunnen bedrijven sneller overtuigd raken om gebruik te maken van innovatieve oplossingen die de effectiviteit en efficiëntie verbeteren. 5. Begeleiden bij het verwerken van grote hoeveelheden data Het verwerken van grote hoeveelheden data is ook dit jaar een belangrijk onderwerp. Vorig jaar is het advies gegeven om bedrijven meer op de hoogte te brengen hoe dataverwerking het beste gedaan kan worden. In de verantwoordingsparagraaf is al vermeld dat de NVDO op dit onderwerp hard haar best doet door het organiseren van lunchbijeenkomsten en de specifieke mogelijkheden van tools zoals SAP. Een volgende stap zou kunnen zijn om een stappenplan te ontwikkelen voor het verwerken van data en wat bedrijven moeten ondernemen om hier invulling aan te geven.

6. Begrip rondom Operational Excellence vergroten Er bestaan verschillende interpretaties rondom het thema Operational Excellence en er worden verschillende methodieken gebruikt. Dit resulteert in verschillende resultaten: van kleine kostenbesparingen tot rigoureuze cultuurveranderingen. Het faciliteren van kennisdeling rondom dit onderwerp, met specifiek de methoden die gebruikt worden, is daarom waardevol.

Het Onderhoudskompas -  95


BIJLAGE 1:

De zes NVDO Onderhoudssectoren Onderhoud is een wezenlijk onderdeel van alle sectoren in Nederland en vormt een dwarsdoorsnede van alle bedrijfskolommen. De NVDO heeft de Nederlandse onderhoudsmarkt onderverdeeld in zes sectoren, die hieronder nader worden toegelicht:

Fleet Onderhoud aan rij- (exclusief personenauto’s), vaar- en vliegtuigen actief in het professionele vervoer over land (inclusief spoor), water en door de lucht.

Infra Onderhoud aan weg, water, rail en andere infrastructurele werken, zoals havens en luchthavens. Maar ook aan infrastructuur zoals (electriciteits)kabels en buizennetwerken.

Manufacturing Onderhoud rondom de fabricageomgeving van (discrete) stukproductie van goederen en producteenheden (met uitzondering van het segment voedingsmiddelen (inclusief drankenindustrie) en farma).

Onroerend Goed Al het gebouwgebonden onderhoud aan seriematige woningbouw, utiliteitsbouw en industrieel onroerend goed (zoals bedrijfs- en fabriekshallen).

96 - Het Onderhoudskompas

Procesindustrie Onderhoud aan en rond (continue) productieprocessen van vaste stoffen, vloeistoffen en gassen (bijvoorbeeld: chemie, olieraffinage, hoogovens en papierfabricage). Energieproducerende bedrijven worden hier ook toe gerekend.

Food, Beverage & Farma Onderhoud rondom de fabricageomgeving van stukproductie van goederen en producteenheden binnen het segment voedingsmiddelen (inclusief drankenindustrie), tabak en farma.


BIJLAGE 2:

Verklarende woordenlijst Asset management Asset management omvat de organisatie en alle taken die nodig zijn om de fysieke bedrijfsmiddelen gedurende hun levensduur op kostenefficiënte wijze te beheren en te onderhouden en zo in te kunnen zetten ter ondersteuning van het realiseren van de bedrijfsdoelstellingen.

Capaciteitsbedrijven Wanneer bedrijven zich nadrukkelijk richten op het zo efficiënt mogelijk leveren van onderhoudscapaciteit spreken we ook wel van capaciteitsbedrijven. Compliance Compliance is het begrip waarmee wordt aangeduid dat een persoon of organisatie werkt in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving. Het gaat over het nakomen van normen of het zich ernaar schikt. Customer Relationship Management (CRM) De implementatie van een strategie waarmee een bedrijf of instelling beoogt (klant)relaties te optimaliseren in termen van klantrendement en klanttevredenheid. CRM wordt daarbij gezien als een continue en systematische, organisatieomvattende activiteit.

DBMFO DBFMO (Design, Build, Finance, Maintain & Operate) is een vergaande vorm van integrale aanbesteding, waarbij de opdrachtnemer ook de financiering voor zijn rekening neemt. De bekostiging van een project ligt bij de opdrachtgever (de gebruiker van het vastgoed) en gebeurt periodiek op basis van vooraf overeengekomen prestaties. Flexibele arbeidskrachten De term ‘flexibele arbeidskrachten’ wordt binnen dit NVDO Onderhoudskompas ge-

bruikt als verzamelnaam voor arbeidskrachten met een tijdelijk dienstverband, zoals uitzendkrachten en andere flexwerkers, waaronder zelfstandigen.

Klimaatakkoord Parijs In december 2015 heeft de VN al haar lidstaten bij elkaar geroepen om afspraken te maken over de opwarming van de aarde en daarmee de uitstoot van broeikasgassen. Er is toen besloten dat de verhoging van de gemiddelde tempratuur op de aarde niet met meer dan 1,5 graad Celsius mag stijgen. Daarbij is ook een nationaal maximum gesteld van 2,0 graden Celsius. Internet of Things (IoT) Ontwikkeling van het internet waarbij alledaagse apparaten en machines door internetconnectie met elkaar in verbinding zijn. Hierdoor is er interactie tussen data van apparaten mogelijk geworden. Door het gebruik van de data kunnen systemen automatisch op elkaar inspelen of nieuwe inzichten creëren.

Kyoto-protocol Een klimaatverdrag tussen 187 landen dat in 1997 werd opgesteld in de Japanse stad Kyoto en in werking trad in 2005. Het protocol stelt een aantal doelen voor de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen.

Het Onderhoudskompas -  97


Lean Six Sigma Six Sigma (zes sigma in het Nederlands) is een managementstrategie die oorspronkelijk door Motorola in 1986 in de VS ontwikkeld is. Het wordt in vele sectoren van het bedrijfsleven toegepast. Six Sigma poogt de kwaliteit van de resultaten van bedrijfskundige processen te verbeteren door de oorzaken van defecten of fouten te ontdekken en te verwijderen, om zo de variatie in de processen te reduceren. Het bestaat uit een verzameling van kwaliteitsmanagementmethodes, inclusief statistische methodes, en ontwikkelt een speciale infrastructuur van mensen binnen de organisatie (‘Black Belts’, ‘Green Belts’, etc.) die experts in deze methodes zijn. Elk Six Sigma-project binnen een organisatie volgt een vooraf gedefinieerde volgorde van stappen en heeft kwantificeerbare financiële doelstellingen (kostenverlaging en/of winstverbetering).

Life cycle costing Een berekening van de opbrengsten en kosten over de verwachte volledige levensduur van een product. Men kan uitgaan van Present worth (PW), waarbij de kosten berekend worden ten opzichte van t=0 (het moment van ‘aanschaf’) of Annual worth (AW), waarbij de kosten per jaar bepaald worden. NPV Net Present Value. De netto contante waarde van toekomstige kasstromen. Om de NPV te berekenen wordt iedere toekomstige kasstroom verdisconteerd met de over die periode geldende bijbehorende vermogenskostenvoet (WACC). Deze initiële waarden opgeteld leveren samen de NPV van de investering op. Een positieve NPV geeft waarde creatie aan. Een negatieve NPV toont waardeverlies aan. Een investering is dus aanvaardbaar als de NPV positief is. Operational Equipment Effectiveness De Overall Equipment Effectiveness (OEE) is de verhouding tussen de hoeveelheid goede producten die een productiemiddel aflevert

98 - Het Onderhoudskompas

en het maximaal haalbare. De Overall Equipment Effectiveness (OEE) is een vermenigvuldiging van een aantal factoren, die allemaal tussen 0 en 1 liggen. Meestal omvat de OEE tenminste: • De machine-beschikbaarheid = (feitelijke productietijd)/ (geplande productietijd) • De relatieve prestatie = (gemiddelde bewerkingstijd)/ (snelst mogelijke bewerkingstijd) • De kwaliteitsefficiëntie = fractie goedgekeurde producten.

Operational Excellence Focus bij Operational Excellence is het dusdanig inrichten van de processen dat de producten en diensten voor een zo laag mogelijke prijs geleverd kunnen worden maar waarbij wél voldaan wordt aan de eisen van de klant.

Prime Value Chain Een methodiek die gebruikt kan worden om inzichtelijk te maken hoe de huidige processen eruit zien. Door het gebruik van verschillende lenzen kan vervolgens beoordeeld worden waar de verbeteringsmogelijkheden zich bevinden.

ROI Return on Investment. De ROI geeft het rendement op de investering aan. Indien de investering een verlies oplevert dan is de return on investment een negatief getal. De ROI van een project is te berekenen door de opbrengst voor een project te delen door de specifieke investering. De ROI van een bedrijf is te berekenen door de nettowinst te delen door de boekwaarde van de totale activa. Smart grids Energienetten waarbij centrale en decentrale energieproducenten met elkaar worden verbonden, zodat energie beide kanten op kan. Op deze manier kunnen particulieren of bedrijven die zelf energie produceren dit terugbrengen op het netwerk wanneer zij dit niet gebruiken.


Smart Industry Het communiceren van machines en apparaten met engineers en andere machines. Door het implementeren van bijvoorbeeld sensortechnologie kunnen machines aangeven waar wanneer er onderhoud nodig is. Vervolgens krijgt een engineer een taak om hier iets mee te doen. Hierbij kan het ook nog dat andere machines de capaciteit automatisch overnemen van het defecte systeem. Smart industry is het hele systeem met meerdere machines en apparaten. Smart manufacturing Bedrijven maken bij smart manufacturing gebruik van informatietechnologie (IT) en integreren dit op elk niveau van het productieproces om nog meer controle en productiviteit af te dingen. Door apparaten constant te monitoren kunnen assets optimaal draaien. Soms kan onderhoud zelfs volledig worden geautomatiseerd.

Total Cost of Ownership (TCO) TCO staat voor Total Cost of Ownership en omvat de totale eigendomskosten van een kapitaalgoed, bijvoorbeeld een kantoorgebouw. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar de acquisitiekosten, zoals initiële aanschafprijs, maar wordt er ook gekeken naar kosten als rente, afschrijving, onderhoud, beheer en dergelijke. Daarmee is TCO een zuivere manier om ‘zelf doen’ te vergelijken met ‘uitbesteden’.

Het Onderhoudskompas -  99


BIJLAGE 3:

Brexit en de onderhoudsmarkt ACTUEEL: invloeden van Brexit op de onderhoudsmarkt In juni 2016 heeft er in Groot-Brittannië (GB) een referendum plaatsgevonden met de vraag of GB uit de Europese Unie (EU) zal stappen. Uiteindelijk heeft dit ertoe geleid dat GB uit de EU zal treden. Er wordt verwacht dat dit gevolgen gaat hebben voor de samenwerking tussen de EU-landen en GB, waardoor er voor de bedrijven in de onderhoudssector ook het een en ander zou kunnen gaan veranderen.

Gevolgen van Brexit voor de economie in Nederland Voordat de Brexit realiteit werd, werd er al veel gespeculeerd over de gevolgen die dit zou hebben op de economie in Nederland en de rest van de EU. Na de uitkomsten van het referendum is de impact op de Nederlandse economie doorgerekend. Volgens het CPB zal de groei van de Nederlandse economie teruglopen met 0,5% in 20171. De verwachtingen voor de Nederlandse economie waren in juni 2016 juist heel positief. De economische groei zou 2,1% zijn, maar zal volgens de voorspellingen nu naar verwachting terugzakken naar 1,6%. De onzekerheid die de Brexit met zich meebrengt is de grootste boosdoener van de afname van de groei. Men weet nog niet precies hoe GB uit deze politieke chaos zal komen en daarmee is ook de invloed op de economische situatie van de EU ten opzichte van GB onzeker. Het komende jaar zullen er belangrijke beslissingen genomen worden in de onderhandelingen tussen GB en de EU waardoor er meer duidelijkheid zal komen.

Invloed op sectoren binnen onderhoud Volgens het CPB zullen de volgende sectoren het meeste productieverlies ondervinden: voedselverwerkende industrie, elektrische apparatuur, motorvoertuigen en onderdelen 100 - Het Onderhoudskompas

& chemie, rubber en kunststof2. De gevolgen op deze industrieën zullen leiden tot een productieverlies van ongeveer 5% in 2030. De uiteindelijke impact die de Brexit op de Nederlandse onderhoudssector specifiek zal hebben is afhankelijk van handelsverdragen tussen GB en de EU en de daaruit voorvloeiende handel. Er is aangegeven dat als GB de huidige handelsverdragen niet kan vasthouden met de lidstaten, er nieuwe onderhandelingen moeten plaatsvinden met de World Trade Organisation (WTO). Op dit moment is hier politiek gezien nog veel onzekerheid over, waardoor er nog geen definitieve voorspelling over gedaan kan worden. Wel is het aannemelijk dat de onderhoudssector beïnvloed zal worden door de Brexit. Specifiek voor de eerder genoemde industrieën, betekent de Brexit dat de productie mogelijk minder zal worden. Afhankelijk van hoeveel minder dit wordt, zal de asset owner hier rekening mee moeten houden. De productiviteit van assets kan derhalve dalen, wat impact heeft op (periodiek) onderhoud. Wat de exacte impact is, zal in de komende jaren duidelijk worden. De onderhandelingen tussen de EU en GB over de Brexit spelen vanzelfsprekend hier een belangrijke rol in. Het wordt een spannende tijd!

NRC, 2016, Gevolgen voor Brexit groter dan gedacht, https://www.nrc.nl/ nieuws/2016/08/09/gevolgen-van-brexit-voor-nederland-groter-dan-gedacht3622270-a1515441 2 CPB, 2016, Brexit raakt Nederland meer dan andere EU-landen, https://www.cpb.nl/ sites/default/files/omnidownload/CPB-Policy-Brief-2016-07-Nederlandse-kosten-Brexit-door-minder-handel.pdf 1


BIJLAGE 4:

Overzicht stuurgroep- en klankbordgroepleden Stuurgroep van het NVDO Onderhoudskompas 2016 bestaat uit: • Gert van Amersfoort • Lex Daan • Ellen den Broeder • Bas Kimpel • Piet van der Linden

Klankbordgroep van het visiedocument ‘Operational Excellence in perspectief’: • Scholte Strikwerda - Odfjell • Paul Segaar - HTM • Theo Olijve - GasUnie • Sander van Ginkel - Accenture

Interview voor de Review van het visiedocument uit 2011, ‘Onderhoud binnen de procesindustrie in 2020’: • Colette Alma - Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie Industrie (VNCI)

Klankbordgroep voor de Review van het visiedocument uit 2011, ‘Onderhoud binnen de infrasector in 2025’: • Marc van den Elzen - NVDO • Robin Turkenburg - Nedtrain • Luc de Laat - CMS Asset Management • Han Roebers - Rijkswaterstaat • Geert Fuchs - Royal Haskoning DHV • Paul de Beijer - Port of Rotterdam

Het Onderhoudskompas -  101


VERVANGING KUNSTWERK IS BIJ DE BOUW INBEGREPEN Het gebouw van Rijkswaterstaat in Utrecht biedt vanaf de hoogste verdieping onder meer een riant uitzicht op de locatie waar de A12 en het Amsterdam-Rijnkanaal elkaar kruisen. Cruciaal op die positie is de Galecopperburg. De brug wordt in opdracht van Rijkswaterstaat in verschillende stadia versterkt en uitgebreid én er wordt groot onderhoud aan gepleegd. Volgens Jenne van der Velde illustreren de werkzaamheden aan de brug de aard en de impact van zijn werk. Van der Velde is topmanager asset management bij Rijkswaterstaat.

D

e A12 geldt als een van de drukste en economisch meest belangrijkste snelwegen van ons land. Het Amsterdam-Rijnkanaal staat op zijn beurt te boek als een van meest gebruikte waterwegen van Nederland. De leeftijd van de brug en het verkeersaanbod op weg en water, maken een onderhoudsbeurt en een verbreding van de Galecopperburg noodzakelijk. Beide projecten worden zoveel mogelijk naast elkaar uitgevoerd. Langere periode Asset management, licht Van der Velde toe, staat voor de besluitvorming rond beheer-, onderhouds- en vervangingsvraagstukken. De planning en de inrichting van werkzaamheden, vaak over een langere periode, vergt niet alleen een actuele kennis van de staat der technische wetenschap. Voor een zo doeltreffend mogelijk planning en een evenwichtig verloop van de werkzaamheden, zijn tijdens de voorbereidingen ook voorspellende inzichten belangrijk. “Het redelijkerwijs te verwachte gedrag van assets over een

102 - Het Onderhoudskompas

bepaalde periode, wordt onder leiding van Rijkswaterstaat nadrukkelijk al betrokken in de ontwerpfase en bij de realisatie van kunstwerken”, stelt Van der Velde. Vooral bij het over een langere termijn plannen van aanleg en onderhoud van strategische netwerken als waternetwerken, wegen en waterwegen komt het aan op inzichten over een middellange tot langere termijn. “Rijkswaterstaat concentreert zich van oudsher op infrastructurele werken. Daar zijn inmiddels aandachtgebieden bijgekomen, die daar onmiskenbaar van invloed op zijn. Belendende infra en milieuomstandigheden zijn factoren van betekenis geworden met een directe invloed op nut, noodzaak en functie van het werk van Rijkswaterstaat.” Private bedrijven Rijkswaterstaat brengt overheidsbeleid in praktijk. “Bewindslieden zetten de lijnen uit, wij zijn een van de organisaties in ons land die handen en voeten geven aan actueel beleid. De Randstad bereikbaar houden, zorgdragen voor betrouwbare transportverbindingen


Jenne van der Velde

Het Onderhoudskompas -  103


met het achterland, bijvoorbeeld, behoren tot de kernopdrachten van Rijkswaterstaat.” De overheidsdienst werkt in hoge mate samen met private bedrijven die op basis van onder meer eigen specialisaties een bijdrage leveren aan de uitvoering van projecten of geclusterde activiteiten. “Asset management bewaakt de voorbereiding op en de voortgang van projecten, ook als het gaat om de financiële consequenties van de operaties.”

Veelzijdige operaties Asset management ondersteunt, zegt Van der Velde, de mogelijkheid om complexe processen transparant te houden. En daarmee geeft hij een belangrijk aspect aan van het beheersbaar houden van veelzijdige operaties. “Asset management is een vorm van kijken in de toekomst. Met betrekking tot waterbouwkundige projecten hebben we in tijd rekening te houden met omstandigheden die veranderen over een periode van dertig tot veertig jaar. Met betrekking tot de wegenbouw proberen we een periode te overzien van tien tot vijftien jaar. Rijkswaterstaat werd eerder inzake onderhoudskwesties veelal gedreven door de vraag hoe kunstwerken over een langere termijn vooral in stand konden worden gehouden. Momenteel veranderen de omstan104 - Het Onderhoudskompas

De Galecopperbrug is onderdeel van de A12 en verbindt als zodanig de oevers van het Amsterdam-Rijnkanaal. Het kunstwerk is recent zowel versterkt als uitgebreid en er is groot onderhoud aan gepleegd. De omgeving van de brug is in de MENT SER loop der jaren bebouwd geraakt. De bebouwing TARAYR EEQF OURIPR O T A T I N G E Q U I O R maakte de logistieke ondersteuning van de TA L C T O operatie complexer.

digheden waaronder kunstwerken dienen te functioneren zodanig in snelheid en richting, dat we ons die oorspronkelijke instelling nauwelijks nog kunnen veroorloven. Momenteel dient zich relatief vaak juist de vervangingsvraag aan ons op. We moeten ons in de ontwerpfase niet alleen vragen stellen over onderhoudsprogramma’s, maar ook over hoe kunstwerken kunnen worden vervangen met een minimum aan overlast voor de gebruikers en voor de directe omgeving. Kunstwerken gaan tientallen jaren mee. De ICT-component in onderhoudsprogramma’s wordt steeds belangrijker. Dat tekent enigszins de complexiteit van de materie, de ontwikkeling van kunstwerken en van ICT-technologie verloopt via verschillende snelheden.”

en ting equipm h voor uw rota bij ons aan e zekerheid ner bent u biedt optimal ouwbare part Programma en een betr Total Care male service Het Rotary mechnic opti totale uw een van veau, en ontzorgen meer Het beheren kwaliteitsni ny (RTC). Steeds ompen, centrifugaalp n, merken en typen reviseert alle de compressore ent Service (RES) n, turbines, roteren voor even pompe Rotary Equipm oud op maat magneetgedr RES biedt onderh vaccuüm- en ons om draait! verdringer-, waar het bij toren. Dat is mixers en ventila equipment. d roteren elk

ning

Dienstverle

ning

Dienstverle

L SEAL MECHANICA seals metalen balg • Elastomeren, en pusher typen en tandem • Single, double ge design seals en cartrid • Componenten

• Reparatie ent tie- en en van equipm uitgebreide inspec • Uit- en inbouw aats volgens eigen werkpl • Revisie in tief llen iding voor correc maatprotoco en werkvoorbere t in uitvoering • On site suppor oud onderh tief en preven

• Mixer seals en compressor voor pompen • Gasseals

Voordelen

Voordelen

ebonden. onderdelen en niet merkg levertijden van • Onafhankelijk urgentie van ale veel voorkomende eigen machin • Gezien de heeft RES een ale bewerkingen en/of machin en d in veiligheid afdeling. getrain zijn die technicians, e service bij • Vakbekwame snelle en gericht voor garant elen. kwaliteit, staan nieuwe onderd levering van reparatie of

oplossingen • Klantgerichte • Vakkennis advies • Onafhankelijk elke mech op maat voor • Onderhoud

ing Compan

Rotary Trad

ice

ipment Serv

Rotary Equ

for airEK 10_00_00_Cover.indd ce and rep Maintenan ent g equipm all rotatin Rotary Equip

ment Service

b.v.

LN Brielle

12 | 3232 rrein ‘t Woud 413 966 Industriete : +31(0) 181 rlands | Tel The Nethe ice.nl

pmen www.rotaryequi d 1

00_Cover.ind

EK 09_00_

Compa t en bij Rotary Trading dienstenpakke ons uitgebreide gebruik van afsluiter der speciale seals, waaron an mechanical sed ‘Tracking ontwikkeld webba sea van een zelf stellen van elke RCA vast te registreren en

1

throug Solutions tech and expert Rotary Tradin

g Company

rrein ‘t Woud Industriete :+ rlands | Tel The Nethe

ingco www.rotarytrad

tserv

EK 08_00_00_Cover.indd 1

m


Kringen Industrieel Management Magazine Septembe

RVICE NET

Industrieel Management Magazine

PM

www.europoortkringen.nl

el Ma Industrie opo ortk

ring

• Het verstrekken van een locatie gespecialiseerde corrosie schouwing voor het prioriteren van corrosie onderhoudswerkzaamheden • NACE gekwalificeerde technische dienst voorziet deskundig advies en ondersteuning • Een risico gebaseerd jaar-op-jaar onderhoudsschem a voor een efficiëntere budgettering • Dynamische online onderzoeksrapporten optimaliseren vermogensbeheer • Verlengde levenscycli om de totale onderhoudskosten

EN POMPEN AFSLUITERS afsluiter valves. Unieke • Larox pinch ieve ieven en abrass voor vele corros toepassingen npompen • Larox slange en top ompen, side• Centrifugaalp entering mixers

ing

hanische afdicht

ny

g

e engineerin gh creativ vice hnical ser

LN Brielle 28 | 3232 479 811 +31(0) 181

mpany.nl

te verlagen

Ontdek meer over Interplan en ons onderhoud en reparatie aanbod www.international-pc.com/interplan E-mail: ipbeneluxtsd@akzonobel.com

al reparatie.

y b.v.

Industrieel Management Magazine

www.europoor tkringen.nl

De introductie van de Interplan Mobiele Service van AkzoNobel, de volgende generatie in corrosie schouwing

n u op kunt rekene d. Dat is waar cal seal bestan dit en maken rs onderkennen eindgebruike repareert RTC levert en k dito vakkennis. hierbij gebrui mixers. Wij maken te failure rs, pompen en seal trends in systeem om nd Reporting’

n

Augustus 2016, 55e jaargang

en.n l

hoogste • Gedetailleerde coatings specificaties en procedures nt. Voor het adres! het juiste

ren

Kringen

Magazine nagement

Onderhoud wordt eenvoudig www.eur

Oktober 2016, 55e jaargang

jaargang r 2016, 55e

Monopiles die tot in de hemel azengroeien ha se vens Nederland arkt gm nin io iss Flinke opknapbeurt op decomm voor erts- en kolenterminal Hightech dieselpijpleiding a Them tussen Europoort en Pernis in re igen industrieel De nieuwe standaard voor vakmanschap en veiligheid Verwaarding van G 29 kent Nieuwe PS hakels natte organische reststromen sc ke ak zw nog

10 08 13-09-16

15:34

Dow ontevreden over veiligheidsprestaties

11-10-16 14:41

WELINGELICHT BUSINESS-TOBUSINESSMAGAZINE DAT ALLE ASPECTEN VAN HET INDUSTRIEEL HAVENCOMPLEX BELICHT. LEES OVER MAINTENANCE, PETROCHEMIE, ONDERWIJS, ENERGIE EN VEILIGHEID, TOT ONDERWERPEN ALS DE HAVEN, LOGISTIEK EN SCHEEPVAART AAN TOE. VOLG ALLES. LEES EUROPOORT KRINGEN.

03-08-16 14:32

www.europoortkringen.nl


Ken de risico’s. Dan is alles beheersbaar.

AMprover® biedt inzicht, overzicht en controle. Zo beheerst u risico’s én bespaart u kosten. Wilt u grip op uw bedrijfsprocessen? Kosteneffectief beheer en onderhoud van uw bedrijfsmiddelen? Uw kostenstructuur verbeteren door verantwoorde risicobeheersing? Dat kan met het overzichtelijke softwarepakket AMprover®. AMprover® helpt u uw risico’s in beeld te brengen en te beheersen. Daarmee voldoet u aan de wet- en regelgeving. Bovendien bent u in staat de juiste afwegingen en beslissingen te maken in al uw processen. En dat niet alleen nu, maar over de gehele levensduur van uw bedrijfsmiddelen. AMprover® is ontwikkeld door Traduco, professionals op het gebied van Asset Management. Nieuwsgierig naar onze oplossingen? Ga naar www.traduco.nl of bel 072 5726525

ACEC

AMERICAN COUNCIL OF ENGENEERING COMPANIES

100 Years of Excellence

a wider perspective, focused on you


Flexibele & gebruiksvriendelijke maintenance management software

CAN YOUR REPUTATION BECOME OUR RESPONSIBILITY? Vinçotte Nederland levert als onafhankelijke inspectieen keuringsinstelling diensten op het gebied van veiligheid, kwaliteit en milieu, zoals Niet-destructief onderzoek en inspecties. Onze expertise omvat onder meer de controle van de integriteit van constructies, installaties, machines, apparaten en gebouwen en diensten rond arbeidsomstandigheden. Projecten die wij o.a. uitvoeren zijn de inspecties tijdens de nieuwbouw van energiecentrales en LNG terminals, stops op chemische plants en raffinaderijen en diverse projecten als onderaannemer voor De Nederlandse Gasunie voor NDO bij aanleg en modificaties van het ondergrondse hoge druk leidingnetwerk. Bij Vinçotte Nederland werken meer dan 100 technische deskundigen. Naast de hoofdvestiging te Breda hebben we ook kantoren te Rotterdam, Terneuzen en Akersloot én logistieke steunpunten in het hele land. Vinçotte Nederland maakt deel uit van de internationale groep Vinçotte, die met zijn meer dan 2500 medewerkers een kenniscentrum vormt en wereldwijd in 17 landen vestigingen heeft.

Uitgebreide HSE-suite

Mobiel werken met app Ultimo GO

Lite-versie voor kleine TD

Abonnement (SaaS) mogelijk

+ Meer structuur in onderhoud, efficiënter werken en meer besparingsmogelijkheden + Betere mogelijkheden voor heldere rapportering richting stakeholders + Eenvoudiger compliant zijn aan de geldende wet- en regelgeving

Vinçotte Nederland is uw partner gedurende elke fase van uw project en voor elk onderdeel van uw installatie. Onze diensten ondersteunen u vanaf het ontwerp tot de gebruiksfase. Samen voegen we waarde toe aan uw project, uw mensen en uw installaties.

U mag gerust zijn. Vinçotte vinkt het voor u af.

www.ultimo.com Veiligheid, kwaliteit en milieuvriendelijkheid Met onze inspecties, testing, certificatie en opleidingen bieden wij alle oplossingen onder één dak om u en uw omgeving veiligheid, duurzaamheid en kwaliteit te garanderen en te zorgen dat uw investeringen renderen.

vincotte.nl // follow us on

YOUR REPUTATION IS MINE.


Na het wereldwijde succes van VDM:

Tijd voor vernieuwing Wat is de toekomst van onze verouderende industrie, als deze niet vervangen kan worden, maar wel moet concurreren met jonge fabrieken uit opkomende landen? Het antwoord is Value Driven Maintenance & Asset Management, kortweg VDMXL. Wilt u weten wat VDMXL voor u kan betekenen? Bestel het nieuwe boek van Mark Haarman en Guy Delahay.

www.mainnovation.com

NVDO ONDERHOUDSKOMPAS 2016/2017 VISIE, TRENDS EN ONTWIKKELINGEN IN DE NEDERLANDSE ONDERHOUDSMARKT

NVDO NVDONVDONVDON ONDERHOUDSKOMPAS ONDERHOUDSKOMPASON Visie, Trends en Ontwikkelingen in de Nederlandse Onderhoudsmarkt.

N O

W Z INCLUSIEF VISIEDOCUMENT

‘OPERATIONAL EXCELLENCE IN PERSPECTIEF’

2016/2017


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.