VAM 1 feb 2019

Page 1

1

#

nr. 01/ 2019

Vakblad Asset Management

HUMAN FACTOR

De Professional Centraal Innovatieve Zorglocatie Technisch vernieuwen bij Defensie Engineering en Maintenance


C


1

#

nr. 01 / 2019

Colofon VAM is het vakblad voor Asset Management in Nederland. Concept en realisatie Elma Media B.V. Keizelbos 1, 1721 PJ Broek op Langedijk 0226 33 16 00 www.elma.nl

AR 4 0 JA

Art Director Kim Speleman Martijn van der Wielen Hoofdredactie Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO VAM is een uitgave van de NVDO Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud Lange Schaft 7G Postbus 138, 3990 DC Houten 030 634 60 40 www.nvdo.nl info@nvdo.nl VAM is een samenwerking met WCM World Class Maintenance Boschstraat 35, 4811 GB Breda 076 763 15 53 www.worldclassmaintenance.com info@worldclassmaintenance.com Auteurs Pieter Pulleman (KLM Engineering en Maintenance/Raad voor Kinderen) Evi Husson (innovatief zorgconcept) Maxime van Amersfoort (1300 milieucontroles/Technisch vernieuwen Defensie) Eveline Janse -Nederlands Focal Point(Gezond weer naar huis) Armand van Wijck (Grote innovatievraag Amsterdam) Mariëlle Collignon (Balance en Hoogheemraadschap) Ellen den Broeder-Ooijevaar Redactie; John van Rooij (Ideo), World Class Maintenance (WCM) Druk Elma Media B.V. Advertentie-exploitatie Elma Media B.V. Silvèr Snoek - Sales Manager 0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl

VOORWOORD <

Nieuwe

moraal

Nog geen drie jaar na de invoering van de WWZ (Wet Werk en Zekerheid) lanceert het kabinet plannen voor alweer een nieuwe wet die de arbeidsmarkt nog beter moet reguleren. Of liever gezegd: repareren, want nu pas blijkt voor het ministerie dat hun eigen wet WWZ niet goed functioneert. Doel van de WWZ was het verkleinen van de kloof tussen ‘vast’ en ‘flex’. Het lijkt erop dat dit niet is gelukt: die kloof is juist groter geworden. Daarom komt het kabinet nu met de WAB (Wet Arbeidsmarkt in Balans). Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hoopt hiermee te stimuleren dat werkgevers hun werknemers eerder een vast contract geven en flexibel werk als minder aantrekkelijk ervaren. Maar, dat is niets nieuws. Dat was toch ook het doel van zijn voorganger met de WWZ? Ik merk dat ik het lastig vind om dit soort nieuwe, nog nieuwere en weer nieuwe wetten en hun doel te begrijpen.

‘Motivatie, Steunen en Begeleiden’ Het feit is dat de totale industrie, de hele gebouwde omgeving, de infrasector en alle andere sectoren in Onderhoud reeds jarenlang problemen hebben met het vinden en vervolgens binden van het juiste personeel in de keten van Asset Management. Daar zijn al ontelbare signalen, ook door de NVDO, voor af gegeven. Ontwaakt het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid nu opnieuw uit een winterslaap en leest men het nieuws over onze arbeidsmarkt nu pas in de eerste ochtendkrant na die lange slaap en schiet zij in de stress-stand? Pas-werkenden op onze technische arbeidsmarkt zullen naar verwachting langer moeten werken dan elke generatie voor hen. Het is ook in dit kader natuurlijk logisch dat werknemers steeds vaker op zoek gaan naar variatie in hun werk, naar nieuwe netwerken, naar nieuwe mogelijkheden en andere innovaties. Bedrijven zijn hier nog niet volledig op ingericht, maar we zijn op de goede weg. Hulde aan de bedrijven die hun (nieuwe)personeel al weten te vinden en te binden. Mijn voorstel is vooral van deze organisaties te leren in plaats van onze creativiteit op dit arbeidsvraagstuk door de zoveelste wet, met een niet te kwantificeren positief effect, mogelijk te laten remmen. Een bedrijf wordt aantrekkelijk voor werknemers door flexibiliteit in de arbeidsovereenkomst te bieden. Zo zijn er voorbeelden bij lidbedrijven die het personeel geen verlofrechten meer toe kennen, maar de regeling aan de werknemer over laten. Thuis werken is in veel werksituaties al heel gewoon. En een leven lang leren is natuurlijk ook allang ingebed in de bedrijfsvoering. En allerlei andere voorwaarden om te komen tot flexibilisering behoren inmiddels tot de standaard. Nu komt het neer op het bedrijf dat niet alleen de voorwaarden moet bieden, maar vooral ook motiveert en ondersteunt. De nieuwe moraal krijgt dan een vervolg; van bieden naar steunen. Als je personeel de motivatie heeft en je steunt en begeleidt die motivatie, dan ben ik ervan overtuigd dat je als bedrijf grote(re) kans van slagen hebt in het binden van je personeel, wet of geen wet. Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO

3


VAN DE VOORZITTER <

De factor Mensch U leest het vaker. De oorzaak van het ongeluk was een menselijke fout. Een fout van een piloot, een machinist of een bestuurder. Maar ook die van een constructeur, een toezichthouder of een monteur. Deze fouten komen met dikke krantenkoppen in het nieuws. Kamervragen worden gesteld. Hoe zit het toch met de opleiding? Worden de functionarissen wel op tijd bijgeschoold? Zijn ze wel goed gescreend? Wat dit betreft komt een bankdirecteur er bij een foutje makkelijker vanaf. Die gaat naar de Tweede Kamer, zegt sorry, laat wat stoere praat van politici over zich heen komen en strijkt aan het einde van het jaar weer een flinke bonus op. Wie met techniek bezig is, begeeft zich in de frontlinie. Afgestraft worden op je fouten: OK, maar wie beloont de mensen die er dag in dag uit voor zorgen dat fouten voorkomen worden, dat fouten op tijd hersteld worden en dat het door het slimme ontwerp helemaal geen fouten meer gemaakt kunnen worden. De menselijke factor is en blijft van groot belang, zeker in de techniek. Door de complexiteit van de techniek, met systemen die meer en meer geïntegreerd zijn met of zijn gekoppeld aan andere systemen, hebben fouten (dus ook de menselijke) een veel grotere impact. Waar een doorgebrande zekering eerst zorgde voor een falende dashboardverlichting, zorgt falende elektronica nu dat uw auto het helemaal niet meer doet. Gelukkig is de betrouwbaarheid van de elektronica veel beter geworden, maar we hebben het hier over de impact en de beroering die dit met zich meebrengt. Bedrijven en instanties zijn al decennia lang bezig met onderzoeken om de menselijke factor te beïnvloeden om ervoor te zorgen dat mensen veiliger gaan werken en zich bewust zijn van hun gedrag en verantwoordelijkheden. Dit heeft zeker voor verbetering gezorgd. Zeker in de procesindustrie is het aantal incidenten aanmerkelijk gereduceerd. De bouw daarentegen heeft nog een aantal stappen te maken. Reductie of niet, elk incident is er een te veel. Op welke manier kunnen wij het aantal incidenten nog verder terugbrengen?

4 februari 2019

Steeds meer deskundigen zijn er van overtuigd dat nog meer regels en procedures dit niet gaan waarmaken. In tegendeel; veel regels en procedures blijken contraproductief te zijn en zorgen ervoor dat mensen hier te veel op vertrouwen zonder ook zelf na te denken. Ook extra veiligheidsmaatregelen hebben vaak niet het gewenste effect. Neem bijvoorbeeld de winterbanden onder uw auto. Ik durf er veel onder te verwedden dat u met uw winterbanden harder door de sneeuw rijdt dan met uw zomerbanden. Bent u nu veiliger gaan rijden?

‘Gedrag Leidinggevende beïnvloedt gedrag Medewerker’ Bij het onderzoek naar het gedrag en het beïnvloeden van de human factor wordt eigenlijk alleen maar gekeken naar het gedrag van de monteur, operator, stellingbouwer, schoonmaker of isolateur. Hoe zit het met het gedrag van de manager? In hoeverre beïnvloedt het gedrag van de leidinggevende het gedrag van de medewerkers? Ik durf gerust te stellen dat wij de volgende stap naar nog veiliger werken alleen maar kunnen zetten als wij het gedrag van de leidinggevende (tot op het hoogste niveau) meenemen in onze observaties en beoordeling. De human factor is op elk Mensch van toepassing, of zouden managers toch van een ander soort zijn…. Bas Kimpel, Voorzitter NVDO


Inhoud

03 Voorwoord

04 Van de voorzitter 07 Onderhoud met een laptop > Juriaan van der Zande, Maintenance Engineer bij de Nederlandse Spoorwegen, is bevlogen met zijn vak en alle ontwikkelingen die daarin gaande zijn.

12 Impact machinedata op het onderhoudswerk 16 Kinderen zorgen voor hulp uit onverwachte hoek

21 Gast Column > De manager als vroedvrouw van bevlogen teams

26 Technisch vernieuwen bij Defensie > Defensie heeft haar eigen strategie om Additive Manufacturing (AM), in de volksmond ook wel 3D printen genoemd, te omarmen en investeert hier volop in.

34 Strukton Rail wint PGO-contract Limburg 36 Samen werken aan wat Werkt

41 Kort 44 Samenwerking HDSR voor komende jaren

48 Aantal zzp’ers eigen arbeid kan verdubbelen in extreem scenario

52 Cursuskalender

01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52

06 Kennis is cruciaal > Edwin Smeehuijzen, Maintenance Director CenterParcs Europe, heeft in zijn verschillende uitdagingen ervaren dat een goed op elkaar ingespeeld disciplinair team alle taken binnen het onderhoud aan kan.

Kennis en attitude van de professional cruciaal Samen bouwen

8

11

Schaarste aan technisch geschoold personeel 14

Kijk op

20 > Vinden, binden en boeien

Bijna net als thuis

Kort

22

25

Effectiever en goedkoper technici opleiden met virtual en mixed reality 28

Kort

33

ISO 55002: 2018 richtlijnen voor de toepassing van Asset Management 38 Gezond weer naar huis

42

Grote innovatievraag Amsterdam

46

Het NVDO iMaintain congres met aansluitend de Maintenance Manager van het Jaar Verkiezing 50 5


ONTMOET Edwin Smeehuijzen <

Wie

Edwin Smeehuijzen

Kennis is cruciaal

Wat

Maintenance Director CenterParcs Europe

Edwin Smeehuijzen, Maintenance Director CenterParcs Europe, heeft in zijn verschillende uitdagingen ervaren dat een goed op elkaar ingespeeld disciplinair team alle taken binnen het onderhoud aan kan. En met onderhoud bedoelt Smeehuijzen niet alleen instandhouding, maar ook het aanpassen/verbeteren aan de veranderende omstandigheden. “Daarbij is kennis van zowel productie als technische medewerkers, cruciaal. En die technische kennis wordt schaars, maar tegelijkertijd steeds belangrijker in het succes van bedrijven. Het ontwikkelen en vasthouden van deze kennis is naar mijn idee één van de belangrijkste factoren de komende jaren”, aldus Smeehuijzen.

> Supply Chain. Met een achtergrond in Werktuigbouw en Bedrijfskunde kwam Smeehuijzen in zijn werkende leven tot de ontdekking dat, zowel processen binnen productie als de technische dienst, pas echt efficiënt verliepen als de logistieke processen optimaal waren. Een studie Supply Chain Management gaf hem daar qua kennis een goede aanvulling op. “Als je medewerkers aanreikt wat ze op dat moment nodig hebben, niet meer en niet minder, presteer je op de meest efficiënte en effectieve manier”.

> CenterParcs. Na een leerzame carrière bij Philip Morris, maakte Smeehuijzen in 2001 de stap naar CenterParcs. Hij werd verantwoordelijk voor het onderhoud, Housekeeping en Safety, Health & Environment voor 16 Parken in Nederland, België, Duitsland en Frankrijk. Die werden op dat moment verkocht aan grote investeerders en

‘Een goed op elkaar ingespeeld disciplinair team kan alles aan’ 6 februari 2019

Foto: Privé Collectie

moesten daarom gerenoveerd worden. Een onvergetelijke, leuke vijf jaar volgde, voor hem én voor zijn familie. Na wat omzwervingen via DAF en PACCAR (moeder van DAF) in Mississippi USA belande Smeehuijzen in 2017 weer terug bij CenterParcs. “Ik kreeg een telefoontje vanuit CenterParcs, met het verzoek te helpen met het zelfde proces als in 2001-2006, namelijk het na 15 jaar vernieuwen van de investeringscontracten en starten van renovaties. Dit heeft mij doen besluiten terug te gaan”.

> Uitdagingen. Met de, in zijn geboortestad Rotterdam, verkregen ‘niet lullen maar poetsen’ attitude en een indrukwekkende lijst van diverse baantjes en banen verwacht je dat Smeehuijzen niet direct voor uitdagingen komt te staan. Niets is minder waar. “Het meegroeien met de steeds meer geautomatiseerde samenleving zie ik als uitdaging. Proberen het leven (en natuurlijk het werken) makkelijker te maken met alle nieuwe technologieën, is iets waar ik nu op focus. Ook het aantrekkelijk maken van technische functies voor jongeren is hierbij een van de doelen”. > Aandacht voor de mens. Dat Smeehuijzen gelukkig is in zijn werk, komt volgens hem door de vrijheid van handelen en het kunnen toepassen van zijn ervaring. “Dat geeft mij een enorme voldoening in mijn werk”. Dat hij bij CenterParcs effectief kan zijn als manager binnen de onderhoudsorganisatie, draagt ook bij in zijn werkgeluk. Dat geldt ook voor de aanwezige mogelijkheden voor training en ontwikkeling. “Er is hier ruime aandacht voor de mens”. Zo wordt de hernieuwde focus op Hospitality in combinatie met Lean/Gemba Management er volledig op gericht om dit vanuit de visie van de medewerkers door te voeren. “En dat werkt écht”. <


ONTMOET Juriaan van der Zande <

Wie

Juriaan van der Zande

Wat

Maintenance Engineer Nederlandse Spoorwegen

Onderhoud

met een laptop Juriaan van der Zande, Maintenance Engineer bij de Nederlandse Spoorwegen, is bevlogen met zijn vak en alle ontwikkelingen die daarin gaande zijn. Wat hij jammer vindt is dat het imago van Onderhoud in het algemeen een beetje achterblijft en soms als traditioneel wordt ervaren.

Foto: Privé Collectie

Dat is natuurlijk voor een deel waar, er moet tenslotte ook gesleuteld worden, maar er is zo veel meer dan dat. Zo zijn moderne treinen net rijdende computers. Het aandachtsgebied van de monteur verplaatst zich van conventionele techniek naar computertechniek. Met een laptop onderhoudt de monteur de trein. Dàt zijn interessante dingen, met name voor de jongere generatie”.

> Elektrotechniek. De in Hillegom geboren en getogen Van der Zande is al vanaf jongs af aan geïnteresseerd in elektrotechniek en computers. “Toen ik nog thuis woonde, was ik altijd bezig met het aansluiten en aansturen van tientallen lampen op mijn slaapkamer. Dat aansturen deed ik met een computer. Ik schreef daar zelf de programmaatjes voor”. Het was dan ook geen grote verassing dat er een opleiding elektrotechniek volgde, waar later de differentiatie computertechniek aan werd toegevoegd.

> PostNL. Tien jaar werkte Van der Zande bij PostNL. In het begin als monteur en via een tussenstap groeide hij door naar Maintenance Engineer. “Ik heb in die jaren veel geleerd. Dat ik zowel praktijkervaring heb (het echte sleutelwerk) en de bedrijfsmatige kant goed ken, is mijn grootste winst. Zo koppel ik beide werelden aan elkaar”. > Asset- en Maintenance Management. De interesse verschoof met de jaren, van elektrotechniek naar Asset- en Maintenance Management. Wanneer er complexe vraagstukken de kop opsteken kan Van der Zande zijn vroegere kennis goed gebruiken. “Het uiteenzetten, analyseren en oplossen van een probleem heb ik met name geleerd bij het schrijven van software. De programmaregels zo schrijven, dat de tool doet wat het moet doen”. Niet alleen kennis vanuit

de genoten opleidingen hebben nut voor Van der Zande, ook vanuit huis werd een belangrijke boodschap meegegeven; Nooit meer geld uitgeven dan je hebt. “In mijn werk gebruik ik dit nog steeds. Geef het geld alleen uit als de assets er écht beter door gaan presteren”.

> Human Factor. De prestatie van een asset en/of een gehele organisatie valt en staat bij de werknemers. Het belang van aandacht voor de Human Factor binnen onderhoud vindt Van der Zande dan ook groot, bijna ongrijpbaar. “Geen twee mensen zijn gelijk aan elkaar. Hoe schrijf je het zo op dat iedereen het begrijpt en hetzelfde handelt? Met name in de uitvoering van het onderhoud is dit nog wel eens een struikelblok. Dit nemen we mee bij het maken van risicoanalyses. Maatregelen om de invloed van Human Factors te beperken worden dan genomen. Volledig voorkomen is een utopie”. > De Nederlandse Spoorwegen. Dat van der Zande zelf goed functioneert en gelukkig is in zijn werk, ligt volgens hem aan het feit dat hij veel vrijheid, invloed en verantwoordelijkheid heeft. Ook ervaart hij de Nederlandse Spoorwegen als een sociale organisatie. “Je wordt volledig gesteund in persoonlijke ontwikkeling, kunt op allerlei vlakken hulp krijgen. Niet alleen vakinhoudelijk maar bijvoorbeeld ook qua gezondheid, loopbaanontwikkeling, etc.. En het is een heel groot bedrijf met een grote diversiteit aan beroepsgroepen. Het licht brandt altijd”. <

‘Geen twee mensen zijn gelijk aan elkaar’ 7


w

INTERVIEW <

Remco Eikhout Foto: Antea

Kennis en attitude van de professional cruciaal Antea Group rondde onlangs de uitvoering van ruim 1300 milieucontroles af bij bedrijven in en om Amsterdam. Dit gebeurt in opdracht van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Een enorme handhavingsoperatie met uitdagingen. Grootste uitdaging? Die zit ‘m volgens projectleider Remco Eikhout in de logistiek. “We kregen tot december de tijd om alle controles uit te voeren. Elke controle vraagt om diepgaand dossieronderzoek, maar ook om een bezoek op locatie. Bijvoorbeeld om te controleren of een vloeistofdichte vloer nog voldoet, of gevaarlijke stoffen op de juiste manier worden opgeslagen en hoe het energieverbruik van het bedrijf eruit ziet”. Maar ook of het bedrijf uitbreiding heeft gerealiseerd zonder hiervoor een melding of een vergunning heeft aangevraagd.

8 februari 2019

> Goede communicatie. “We moesten georganiseerd en efficiënt werken om de deadline te halen", vervolgt Eikhout. “Daarnaast verwacht de Omgevingsdienst natuurlijk kwaliteit. Dit betekent dat de controleurs dienden te beschikken over kennis van uiteenlopende milieuaspecten en deze ter plekke moesten kunnen toepassen. Niet elke ondernemer is blij met ons bezoek en daarmee is goede communicatie cruciaal bij het bezoek op locatie. Na afloop van ons bezoek werden de bevindingen van de controle en dossieronderzoek middels rapportages verwerkt in hun systeem.


Maar ook een correcte terugkoppeling aan bedrijven middels een constateringsbrief. Veel bedrijven weten dat dit een onderdeel is van hun bedrijfsvoering. Het besef is daadwerkelijk aanwezig bij ondernemers. Men kan immers, op basis van gradaties, altijd gecontroleerd worden”. Om tot de benodigde hoeveelheid vakbekwame controleurs te komen, rekruteerden ze naast de eigen professionals ook ZZP-ers uit hun netwerk. “Al deze controleurs moeten naast ervaring met handhaving en de basisvaardigheden, ook de juiste soft skills bezitten. Wie uit ons eigen team bewezen communicatief onderlegd is, kan sowieso naar klanten toe. Zij laten zich niet zomaar met een kluitje in het riet sturen”. Je mannetje kunnen staan, is dan ook een belangrijk onderdeel van de controles. Voorafgaand hebben Eikhout en zijn projectmanager daarom ook met iedereen een gesprek gevoerd met testcases. “Het zit hem dan vooral in het karakter. Onze mensen gaan het gevecht niet aan, maar gaan een discussie niet uit de weg”.

Theike Roelofs. Hij heeft op zijn manier een bepaalde kijk op milieu aspecten zoals energie en daar kan ik van leren”. In de hele moeilijke gevallen kunnen we altijd bij Remco terecht.

> Waardering werknemers. Antea Group waardeert de inzet van haar werknemers enorm en wil hen daarom zo goed mogelijk ondersteunen. Eikhout; “Zo krijgen onze mensen een tweedaagse cursus wet- en regelgeving die overeenkomt met het activiteitenbesluit, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Besluit omgevingsrecht Bor waarop we controleren. Naast de basis, bieden wij ze ook specialistische trainingen zoals, PGS15 en PGS30. Daarnaast wordt de opgedane kennis in de praktijk getoetst doordat de controleurs worden vergezeld door een ervaren milieucontroleur van Antea Group”. Dit resulteerde in het toetsen van de communicatieve vaardigheden en de actuele kennis van de wet- en regelgeving. “Om de kwaliteit van de medewerkers helemaal te borgen, laten wij steekproefsgewijs de milieucontroleurs van de Omgevingsdienst een dag mee lopen met onze medewerkers”.

> Uitvoeringsniveaus. Zo’n acht collega’s waren fulltime bij dit project betrokken. Eikhout; “Het merendeel van de controles is uitvoeringsniveau 2 en 3. Dit zijn uiteenlopende bedrijven zoals kantoorpanden, autogarages, kleine bierbrouwerijen opslag- en transportbedrijven en agrarische bedrijven. Maar, we hadden ook 67 controles van het kaliber uitvoeringsniveau 4. Dit zijn de grotere bedrijven qua omvang en compliciteit aan bedrijfsprocessen. Hierbij kun je denken aan chemische bedrijven maar ook betoncentrales. Bij deze bedrijven plannen wij meer tijd in voor zowel het dossieronderzoek als de fysieke controle op locatie. Met zo’n volledig pakket ben je zo een dagdeel verder”. Om de vaart en de goodwill erin te houden, werd elke controle aangekondigd. “Dit gaf bedrijven de tijd om verbruikcijfers en keuringscertificaten te verzamelen. Ook heeft de contactpersoon tijd voor je ingepland. Het scheelt hen én ons een hoop moeite wanneer al het papierwerk bij onze komst al klaar ligt”, aldus Eikhout.

Naast het bieden van een gedegen geschoolde basis, zorgen ze er ook voor dat alles ruim wordt ingepland. “Er is voldoende tijd om de dossiers goed voor te bereiden voorafgaand aan het bezoek en ook voldoende tijd voor de controle en documentatie. Het wegwijs worden in het systeem kan voor een nieuweling ook de nodige tijd kosten. Ze kunnen dan altijd Lars of mij bellen om ze er doorheen te loodsen”. >

De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

> Betrokken Professionals. Lars ten Kulve, adviseur Vergunningen & Procedures, was nauw betrokken bij het uitdagende project. In het project Omgevingsdienst Noordzeekanaal was Ten Kulve zowel inspecteur om toezicht te houden bij bedrijven, als coördinator. “Ik nam een hoop werk uit handen voor de projectleider om vragen van het team te beantwoorden en met de opdrachtgever af te stemmen over inhoudelijke zaken. Dat helpt de projectleider en is ook een mooie voorbereiding om zelf op termijn projectleider te worden”. Voorlopig is Ten Kulve tevreden over zijn werk; "Het leuke aan het werk is dat je bij diverse bedrijven over de vloer komt in verschillende branches. Zeker met deze klus zag ik een hoop van het MKB. Dit varieert van de (kleine)industrie in het westelijk havengebied tot de supermarkt om de hoek. Het mooie is dat ik dit bijna allemaal op de fiets kon doen omdat ik in Amsterdam woon”. Dit staat dan ook parallel aan de visie van Antea Group voor duurzame inzetbaarheid. Daarnaast spart hij graag over de inhoud met overige teamleden van het project. “Ik heb bijna dagelijks contact met mijn collega

De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied verstrekt omgevingsvergunningen en ziet erop toe dat bedrijven voldoen aan actuele wet- en regelgeving op het gebied van milieu(veiligheid), bouwveiligheid, infrastructuur en bodem. Zo waarborgt de dienst een veilig en leefbaar Noordzeekanaalgebied. De omgevingsdienst treedt bovendien handhavend op en werkt daarbij samen met partners, waaronder de veiligheidsregio's. Ook heeft zij een adviserende rol op het gebied van externe en constructieve veiligheid, luchtkwaliteit, geluidsbelasting en duurzaamheid. De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied werkt in opdracht van ruim 20 gemeenten en drie provincies.

9


>

Lars ten Kulve Foto: Antea

> Voor de hand liggend en toch bijzonder. Voor het project van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied werd gekeken welke verbeteringen er mogelijk zijn volgens de erkende maatregelen met betrekking tot energiebesparing. Die mogelijkheden werden vervolgens besproken. Ten Kulve; “Daarbij kun je denken aan heel voor de hand liggende maatregelen zoals het vervangen van oude TL lampen door LED verlichting of het isoleren van warmte of koude leidingen”. Er zijn bedrijven waar weinig te besparen valt omdat ze kleinverbruiker zijn. Maar, er zijn nog genoeg bedrijven waar nog kansen liggen. Ten Kulve was bijvoorbeeld bij een bedrijf waar het resultaat echt heel mooi zichtbaar was. “Die zijn van grootverbruiker met een verbruik van meer dan 200.000 kWh naar kleinverbruiker gegaan door het vernieuwen en verbeteren van de installaties. Dat heeft wel wat jaren geduurd natuurlijk, maar ze hebben wel een spectaculaire reductie weten te behalen”. “Helaas zijn er ook bedrijven die de kantjes er vanaf lopen of niet weten wat ze allemaal moeten bijhouden. Daar helpen we dan bij, want voor de kleine ondernemer is dat lastiger. Grotere bedrijven moeten vaak aan hogere eisen voldoen en hebben daar doorgaans mensen voor in dienst. Ik heb ook wel eens meegemaakt dat de situatie bij een bedrijf echt niet door de beugel kon. Het betreffende bedrijf heeft dan ook, in overleg met de opdrachtgever, een proces-verbaal gekregen. Wel zo eerlijk tegenover andere bedrijven die hard hun best doen om zich aan de regels te houden”.

10 februari 2019

‘Meedenken met de pioniers om te innoveren’ > Werkgevers genoeg. “Het voordeel van een groot bedrijf als Antea Group, is de hoeveelheid kennis die aanwezig is over diverse onderwerpen. Als inspecteur weet ik ook niet alles, maar heb ik wel een vraagbaak om achter antwoorden te komen. Heel praktisch en, omdat het team tijdens dit project groeide, kon ik ook meer focussen op coördinerende taken en het is leuk dat ik de ruimte krijg om daarin te ontwikkelen”. Dit project heeft Ten Kulve veel praktijkkennis opgeleverd. Dat wat men op papier bestudeert, wordt nu middels uiteenlopende situaties direct zichtbaar waar bedrijven mee te maken hebben. Dat maakte de impact van de regelgeving voor Ten Kulve direct zichtbaar. Dat blijkt wel uit de reacties na het doorvoeren van maatregelen. “Het is nu een stuk aangenamer om hier te werken” vertelt hij enthousiast. “Bovendien is het voor de ondernemer ook fijn dat er wordt bespaard waar hij nooit had gerealiseerd dat dit mogelijk was. Dit zijn natuurlijk ook zaken waar men op vooruit kan lopen. Zo’n positie lijkt mij dan ook leuk om in te nemen; in plaats van te handhaven op de achterlopers, meedenken met de pioniers om te innoveren op dit aspect”. <


EUROMAINTENANCE <

Samen bouwen Rotterdam Ahoy breidt met maar liefst 50% uit! Een nieuwe entree, een gloednieuwe muziekzaal, die tevens dienst doet als auditorium, een theaterzaal en 35 break out rooms verrijzen langzaam naast de huidige accommodatie. Dit alles wordt het toneel voor de unieke samenwerking tussen EuroMaintenance en Maintenance NEXT in maart 2021, waar onderhoudsprofessionals van over de hele wereld elkaar ontmoeten. Er wordt volop samen gebouwd aan dit bijzondere maintenance-event.

> Hoe gaat het nu? Het is bijna een half jaar geleden dat de eerste paal werd geslagen voor een nieuw Rotterdam Ahoy. En de bouw vordert gestaag. De contouren van het gebouw, dat eind 2020 haar deuren opent, zijn al goed zichtbaar. Drie indrukwekkend hoge torenkranen verrijzen momenteel op de bouwplaats. Onder elke torenkraan zijn twaalf heipalen geslagen om een goede fundering te realiseren. De reusachtige kranen zijn dusdanig ten opzichte van elkaar geplaatst, dat het hele bouwterrein bereikt kan worden. De betonvloer van de enorme entree en van de grootste zaal, RTM Stage, zijn gestort. De 50 cm dikke wand van de zaal wordt fasegewijs gestort. Ook wordt er al de hoogte ingegaan; de verdiepingsvloeren worden gelegd en de wanden van RTM Stage, een zaal van maar liefst 3100 m2, worden geplaatst. In het voorjaar van 2019 wordt het hoogste punt van het gebouw bereikt.

> Volgens plan. “Alles loopt netjes volgens plan en op schema en daar zijn we erg blij mee”, aldus Gert-Jan van den Nieuwenhoff, Manager B2B Events bij Rotterdam Ahoy. “De bestaande beurs- en evenementenhallen zijn compleet gerenoveerd en de focus ligt nu op de bouw van het convention centre”. Om dit te realiseren, is afscheid genomen van de oude vertrouwde entree. Een nieuwe, tijdelijke versie, doet nu dienst als ontvangst voor de onophoudelijke stroom bezoekers. “Het is bijzonder om te zien hoe imposant de tijdelijke entree is als je erin staat, maar je tegelijkertijd beseft dat deze in het niet valt bij de grootte van het nieuwe convention centre”.

Bouwterrein Rotterdam Ahoy Foto: Rotterdam Ahoy

> Speciale aandacht. In 2021 ontstaat het grootste internationale maintenance-event in het nieuwe congrescentrum; professionals van over de hele wereld ontmoeten elkaar en delen kennis en ervaringen. EuroMaintenance en Maintenance NEXT slaan hun handen ineen om dit te kunnen realiseren. Een grote uitdaging. “Maar de onderhoudswereld staat ook voor grote uitdagingen’, aldus Pieter Bas Dujardin, exhibition manager Rotterdam Ahoy. Omgaan met vervangingen, het beperken van kosten, het toepassen van nieuwe innovaties en technieken. Hoe kunnen processen sneller, slimmer en efficiënter? We gaan het mogelijk maken om op mondiaal niveau kennis en expertise te delen met als doel: een verbetering en verankering van alle recente (innovatieve) kennis en technieken. Naast alles rondom de bouw van Rotterdam Ahoy zijn we ook daar nu al druk mee bezig!” NVDO’s Verenigings Manager Ellen den Broeder ziet grote kansen voor ons land als het gaat om Nederland te profileren met ’s werelds beste onderhoud. Ze noemt het treffend Handelsmissie in eigen land. “De uitdagingen die Pieter Bas noemt zijn er op het moment, maar we willen vooral laten zien wat de toekomst ons brengt. Daarom is het fantastisch dat we in Rotterdam Ahoy een professionele organisatorische partner hebben gevonden en de NVDO, samen met haar achterban, de overheid en andere relevante stakeholders, zorgt voor de inhoud. Daartoe zijn we al voorzichtig begonnen met het inrichten van een scientific board onder leiding van Henk Akkermans, WCM”. <

‘Alles loopt volgens plan’ 11


IMPROVE <

Impact

machinedata

op het onderhoudswerk

Onderhoudswerk door een glazen bol Foto: Warakorn Harnprasop Ideo 12 februari 2019


Elke industriële revolutie heeft grote invloed op de ontwikkeling van de maatschappij. De 4e industriële revolutie, waar we ons nu in bevinden, valt vooral op door de snelheid waarmee hij zich aandient en de impact die het heeft op de mens in de industrie. Want gaan de robotisering en beschikbaarheid van machinedata de mens nu echt overbodig maken, ook in de onderhoudswereld?

> Voordelen machinedata. Deze industriële revolutie kenmerkt zich voornamelijk door de connectie van machines en producten met een netwerk. Omdat het vervolgens mogelijk is data uit deze systemen te halen, zien steeds meer bedrijven de voordelen in van machinedata. Belangrijke redenen om hierin te investeren zijn bijvoorbeeld een hogere efficiëntie, verbeterde services naar klanten, een hogere winst en ook continuïteit. Want kennis en kunde blijft dankzij machinedata langer binnen het bedrijf. Als net die ene ervaren collega uit dienst gaat, laat dat een gat achter in de beschikbare kennis wat tijd kost om te dichten. Het verloop van kennis wordt beter opgevangen door de ondersteunende informatietechnologie.” De voordelen voor het bedrijf zijn duidelijk. Maar wat betekent het voor de mens? In essentie wordt een deel van de menselijke taken vervangen door technologie. De repetitieve, arbeidsintensieve taken worden als eerst vervangen. Denk aan bijvoorbeeld de periodieke onderhoudscontrole. Dit betekent echter niet dat de menselijke factor verdwijnt.

> Hoe speelt een partij als SAP hierop in? SAP speelt vooral in op de grotere beschikbaarheid van data. Een programma als PreDictive Maintenance & Service (PdMS) toont sensordata en biedt een engineer de mogelijkheid om de status van een asset te analyseren. Voorbeeld; De engineer ziet middels grafieken van de sensordata dat de temperatuur van een onderdeel oploopt. Vanaf een computerscherm kan nu worden besloten dit onderdeel preventief te vervangen. Ook bij SAP partner Ideo wordt deze verandering waargenomen. “Wij zien dat sensordata een steeds grotere rol spelen bij het onderhoud van machines,” aldus Christian van Saarloos, Management Consultant bij Ideo. “Steeds meer bedrijven zijn geïnteresseerd in de mogelijkheden die machinedata biedt en dan met name de IT/OT integratie binnen het onderhoudsproces”.

> Veranderend takenpakket onderhoudsmonteur. Een logisch gevolg van het gebruik van machinedata is dat monteurs enkel nog langs gaan op het moment dat er een preventieve fix is of wanneer er een onverwachte storing plaatsvindt. Al zal door het verbeterde proactieve onderhoud een deel van de reactieve taken voorkomen worden. Op het eerste gezicht lijkt het alsof er maar een

fractie van het werk overblijft. De praktijk leert echter dat er vooral capaciteit ontstaat voor andere taken door het efficiënter werken. In de onderhoudssector kan dit twee kanten opgaan; maintenanceprofessionals gaan steeds meer data-analyses uitvoeren (hard skills) en/of het kan betekenen dat er meer diensten aangeboden worden met als doel een hoger service level (soft skills). Dit leidt tot servitization; het proces waarbij het aanbieden van een service een steeds grotere rol krijgt.

> Ruimte voor meer service als gevolg. Een hogere service kan in de toekomst echt een onderscheidende factor zijn voor bedrijven. De mens speelt hierin een grote rol. Door de komst van machinedata in het werkveld verandert de rol van de monteur en onderhoudsplanner eerder dan dat het hen overbodig maakt. Er is er meer ruimte voor een adviserende rol en voor service richting de klant. Daarnaast heeft de verschuiving tot gevolg dat mensen in de toekomst meer tijd hebben voor taken waar zij goed in zijn. Met creativiteit en interactie problemen oplossen. Welke vorm dit in detail zal aannemen, daar kunnen we op het moment alleen nog maar op wachten. <

‘Capaciteit voor andere taken door het efficiënter werken’ 13


VISIE <

Schaarste

aan technisch geschoold

personeel De belangrijkste trend binnen de Procesindustrie is de schaarste aan technisch geschoold personeel. Deze schaarste verschilt wel per opleidingsniveau. Zo is vraag en aanbod voor WO-geschoolde ingenieurs in de olie- en gasindustrie in balans. Bedrijven in de Procesindustrie verwachten de grootste problemen met het binden van personeel op MBO 3+4 en op HBO niveau.

Deze schaarste is een risico voor de sector. Wanneer bedrijven in een poging technici aan zich te binden overgaan tot het ‘weg kapen’ van personeel van concurrenten, leidt dit tot hogere kosten en een strijd onderling. Daarom is het verstandiger als bedrijven samen zoeken naar duurzame oplossingen voor de hele sector. Een positieve ontwikkeling is dat 95% van de bedrijven in de Procesindustrie aangeeft bereid te zijn samen te werken met andere bedrijven voor het wer-

14 februari 2019

ven van technisch personeel ten opzichte van 88% vorig jaar. Ook is de samenwerking met onderwijs-instellingen zeer gewenst.

> Operational Excellence. Operational Excellence; de rol van onderhoud op het primaire proces (uptime van assets verhogen) wordt onderkend, omdat het reduceren van downtime nauw verbonden is aan de winstgevendheid van het bedrijf. Samenwerking


‘Zet in op samenwerking met Hogescholen’

Vijf tips voor het samenwerken met Hogescholen Foto: NVDO

tussen bedriijfsonderdelen helpt daarbij. Verschillende bedrijfsonderdelen focussen gezamenlijk op Operational Excellence om op die manier het proces te optimaliseren.

> Compliance. Ook de veroudering van de asset base is een belangrijke trend binnen de Procesindustrie. Een zorgwekkend bericht is dat het RIVM meldt dat bij dertig procent van de ongevallen met chemische stoffen de veroudering van installaties een (mede) oorzaak is. Het is dan ook niet vreemd dat de aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance ook in de top vijf staat. De Procesindustrie heeft van nature meer te maken met regels en wetten dan andere sectoren. Veel bedrijven vallen onder de werking van het BRZO, besluit risico’s zware ongevallen (2015), als gevolg van het gebruik van gevaarlijke chemische stoffen. Een positieve trend is de afname van het aantal zware en middelzware incidenten, dat een indicatie kan zijn hoe serieus de procesindustrie met compliance omgaat. <

Hogescholen houden zich steeds meer bezig met onderzoek. Als onderhoudsbedrijf kunt u studenten stageplekken aanbieden waarin zij een onderzoek kunnen uitvoeren of een onderhoudsproces kunnen verbeteren. Samenwerken met hogescholen kan op deze manier helpen bij het binden van technisch geschoold personeel. 1. Bepaal wat u wilt onderzoeken; Welk vraagstuk wilt u studenten laten oplossen? Beschrijf een concreet vraagstuk en zoek naar onderzoekthema’s van hogescholen die hierop kunnen aansluiten. 2. Raadpleeg opleidingsprofielen; Voor de precieze capaciteiten en kennis van een hbo-afgestudeerde kunt u terecht op de website van de Vereniging Hogescholen. Voor elke opleiding vindt u hier een hboopleidingsprofiel. 3. Stel een afrondingstermijn vast; Onderzoekstrajecten duren vaak langer dan losstaande, korte termijnsopdrachten. Zulke opdrachten kunt u bijvoorbeeld koppelen aan afstudeerprojecten. 4. Beslis of u samen of één op één wilt werken; Hogescholen werken vaak met netwerken van bedrijven samen aan de oplossing van vraagstukken. Zo kunt u tegelijkertijd ook relaties opbouwen met collega bedrijven, studenten, andere kennisinstellingen en internationale partners . 5. Maak afspraken over samenwerking en financiën; Kijk of er subsidies of regelingen beschikbaar zijn voor projectonderzoek en stel een samenwerkingscontract op.

15


w

NATIONALE RAAD VAN KINDEREN <

Kinderen adviseren Tata Steel Foto: Tata Steel

Kinderen zorgen voor hulp uit

onverwachte hoek Het kabinet laat zich adviseren door de Nationale Raad van Kinderen. Tata Steel en Rijkswaterstaat installeerden naast hun Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen een Raad van Kinderen. En ook diverse gemeenten, Jumbo Supermarkten, Enexis, Schiphol, Tennet, Eneco en nog veel meer organisaties roepen de hulp in van kinderen bij het oplossen van problemen. 16 februari 2019


Het idee om kinderen mee te laten denken over belangrijke vraagstukken komt oorspronkelijk van prinses Laurentien. Zij constateerde dat er in het duurzaamheidsdebat te weinig de waarom-vraag werd gesteld. En wie zijn er goed in het stellen van die vraag? Juist: kinderen. Uiteindelijk resulteerde dit in de oprichting van de Missing Chapter Foundation eind 2009. En nu, bijna tien jaar later, zijn er 180 raden geïnstalleerd, vertelt Marloes van der Have.

> Volwassenen lopen vast. Er zijn veel vraagstukken in de maatschappij waarop volwassen vastlopen, zegt de directeur van de foundation. “Denk aan duurzaamheid, het klimaatbeleid, vitaliteit en gezonder leven, armoede en schulden voorkomen. Hulp uit onverwachte hoek is dan welkom. En waarom ook niet: kinderen zijn de werknemers en consumenten van de toekomst. Zij moeten het straks doen met de beslissingen die wij, volwassenen, nu nemen. Bovendien hebben ze er ook recht op, vanuit het Kinderrechtenverdrag van de VN”.

> Overal over meedenken. De raden van kinderen bestaan uit kinderen van acht tot veertien jaar. Vaak is een raad een schoolklas, maar hij kan ook bestaan uit de kinderen van werknemers van een organisatie. “Onze ervaring is dat kinderen overal over mee kunnen denken. Het gesprek tussen kinderen en volwassenen vraagt wel om een goede begeleiding en daarvoor hebben we een methode ontwikkeld. Het is ook heel belangrijk dat het om een goed, strategisch vraagstuk gaat met een maatschappelijke context. Een Raad van Kinderen is geen focusgroep voor de afdeling marketing. Als je een te ‘kleine’ vraag stelt, is het voor kinderen moeilijk om vrij en creatief na te denken. De kinderen moeten ook de ruimte krijgen om er in groepsverband mee aan de slag te gaan”. > Niet alleen voor de leuke pr. Een vraagstuk moet aan bepaalde voorwaarden voldoen. Zo mag het geen ‘kinderlijk’ vraagstuk zijn en het moet leven bij de bestuurder. “Het moet zeker niet bedacht zijn voor de kinderen. Het moet dus niet gaan over de nieuwe speeltuin en welke kleur de wipkip moet krijgen”. Het is belangrijk dat de vragende organisatie zijn eigen rol in het proces benoemt. “Zet je eigen organisatie en rol centraal. Het is namelijk niet vrijblijvend, je moet er wel iets mee doen en de resultaten

terugkoppelen naar de raad van kinderen. Waarmee ga je wel en waarmee ga je niet aan de slag en waarom? Je moet niet alleen meedoen voor de leuke pr”.

> Het proces. Een adviestraject duurt drie maanden en bestaat uit zes stappen. Eerst wordt het dilemma vastgesteld en juist geformuleerd. Daarna presenteert de vragende organisatie het vraagstuk aan de raad van kinderen. De kinderen kunnen vragen stellen tijdens deze sessie. In de volgende fase pellen ze de vraag af en gaan ze op onderzoek uit. Dit kan in de bibliotheek, met een bedrijfsbezoek of door gesprekken met klanten zijn. Vervolgens bedenken ze samen nieuwe ideeën en concepten. In de volgende stap (de zogenoemde dialoogsessie) presenteren ze die aan de directie of het bestuur. In de laatste ronde vindt terugkoppeling plaats: wat is er gedaan met de ideeën en adviezen, wat is er geleerd en wat kunnen we doen om de volgende raad van kinderen voor te bereiden. > Openstaan voor kritische vragen. Elke organisatie kan meedoen, maar het vraagt wel wat van het leiderschap zegt Van der Have. “Het vraagt om commitment van de bestuurders. Als je niet open staat voor kritische vragen en nieuwe ideeën, als je denkt zelf de antwoorden al te weten of als je er niet tegen kunt dat er soms pijnlijke punten bloot komen te liggen, dan moet je er niet aan beginnen. Je moet je als vragende partij transparant en kwetsbaar durven opstellen ten opzichte van het probleem dat je hebt. Een raad van kinderen installeer je bovendien voor minimaal drie jaar. Daarmee wordt het een vast onderdeel van een organi> satie, is het idee”.

‘Een Raad van Kinderen is geen focusgroep voor de afdeling marketing’

Rijkswaterstaat laat zich adviseren door kinderen Foto: Raad van Kinderen 17


‘Onze droom is dat het betrekken van en het luisteren naar kinderen voor maatschappelijke vraagstukken het nieuwe normaal wordt’ Marloes van der Have directeur foundation Foto: Missing Chapter Foundation

>

> RWS; veiliger rijden? Rijkswaterstaat werkt al sinds 2016 samen met een Raad van Kinderen. Een vraag die RWS de kinderen voorlegde was ‘hoe kan RWS zorgen dat weggebruikers veiliger rijden?’. De raad adviseerde onder meer om te investeren in bewustwordingscampagnes die feiten en cijfers over het aantal ongelukken zichtbaar maakt, maar die ook leuk is. En die ook vertelt wat je kunt doen om ongelukken te voorkomen. Een ander idee is om de mensen die zich wél goed gedragen, te belonen en om slachtoffers van ongelukken hun verhaal te laten vertellen. Een ander vraagstuk had betrekking op het uit het raam gooien van afval. Hierop bedachten de kinderen een fancy afvaltas voor in de auto, gemaakt van oude bedrijfskleding van RWS-medewerkers.

dat je meer investeert in sommige ruimtes, bijvoorbeeld die waar de printer staat. Je helpt mensen dan daar even de tijd te nemen om contact te maken’. En over het verbeteren van het samenwerken: “Zorg dat iedereen bij alle projecten een beetje betrokken wordt, zodat er zoveel mogelijk verschillende ideeën worden uitgewisseld”. Fabienne Hendricks is projectleider van het Techport Centre. In het (openbare) verslag van het project zegt ze: “Wat ik heel leuk vind: wij hebben een rapport laten maken over Techport. Daar kwam uit dat het te weinig ging over de mensen. En dat vind ik zo mooi aan deze dialoog: dat de kinderen juist heel erg focussen op de mensen. Ze grepen daar steeds naar terug. Het beeld dat bij mij is blijven hangen is dat het gaat over mensen, jong en oud. Niet over stenen”.

> Hoe beginnen? Een bedrijf of organisatie die wil beginnen

vertonen, vroeg Enexis aan zijn raad van kinderen. Dat leidde, naast direct toepasbare concrete adviezen, ook tot het unieke educatieve programma Evonturiers, dat gezinnen helpt om in hun eigen huis naar verbeteringen te zoeken. Ook verzonnen de kinderen het programma Waterspaarders dat mensen helpt om korter te douchen en zo samen vijf miljard liter warm water te besparen.

met een Raad van Kinderen kan het beste contact opnemen met Missing Chapter. “De eerste vraag is altijd; Welk dilemma wil je voorleggen? Dat geven we dan samen verder vorm en vervolgens kijken we of we met een schoolklas aan de gang gaan, of het anders vormgeven. Een belangrijke rol voor ons is daarbij om de parallel te trekken met andere organisaties die met gelijksoortige vraagstukken zitten. Kun je samen optrekken? Dat is een actieve rol die wij oppakken”.

> Tata Steel. Tata Steel in IJmuiden heeft al vier jaar een Raad

> Ideerichting. Hoe kan je de tegengestelde belangen tussen

van Kinderen. De vraag die het staalbedrijf vorig jaar stelde was: ‘Hoe maken we van Techport Centre een plek waar personen (jonge ondernemers, onderwijsinstellingen en leerlingen) elkaar ontmoeten en waar nieuwe ideeën ontstaan?’ Techport Centre is een samenwerkingsverband van Tata Steel, gemeente Velsen en ROC Nova College met als doel om jongeren en volwassenen op te leiden voor een baan in de techniek en ook een plek om innovatie te stimuleren. De kinderen deden uitgebreid onderzoek. Ze bezochten vrijwel alle relevante stakeholders, namen interviews af, kregen een presentatietraining en maakten samen een presentatie. Tijdens de dialoogsessie presenteerden de kinderen hun adviezen aan besluitvormers van Tata Steel en het ROC.

een inkoopmanager en een onderhoudsmanager overbruggen bij de aanschaf van een nieuwe installatie is bijvoorbeeld in deze vorm geen geschikte vraag en vraagt nog om een verdere verdieping, vindt Van der Have. “Wat is het onderliggende probleem? Daarop moet je de vraag baseren. Is dat misschien: hoe kan ik mijn installaties duurzamer inzetten? Of, hoe kan ik het samenwerken van een inkoop- en onderhoudsmanager verbeteren? Het gaat er ook niet zozeer om dat een Raad van Kinderen concrete oplossingen aanlevert. Het einddoel is niet dat het kind een probleem oplost, maar dat het een gelijkwaardige samenwerking is tussen kinderen, directies en besturen om tot een nieuwe oplossing te komen”. “Missing Chapter is bij dit alles de aanjager, maar de vragende partij moet uiteindelijk zelf de kar trekken. De leerkracht speelt daarbij een cruciale rol. Onze droom is dat het betrekken van en het luisteren naar kinderen voor maatschappelijke vraagstukken het nieuwe normaal wordt. <

> Evonturiers. Hoe kunnen gezinnen thuis duurzamer gedrag

> Focus op mensen. De adviezen van de kinderen waren grofweg in te delen in drie thema’s: contact maken, samenwerken en plezier in het werk. Ideeën bleken vaak heel concreet, zoals ‘zorg

18 februari 2019


Netwerken Beheer en Onderhoud Asset Management Techniek Branchevereniging

Conditiebewaking Prestatiemanagement Maintenance Academy Kennisontwikkeling

Onderhoud je netwerk en Deel kennis en ervaring

Maak onderdeel uit van Europa’s grootste netwerk

>> Word lid!

De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) is dé toonaangevende brancheorganisatie die middels belangenbehartiging, kennisontwikkelingen en -overdracht en netwerken ondersteuning biedt aan bedrijven en personen die bij de besluitvorming op het gebied van Beheer en Onderhoud/Asset Management betrokken zijn en daarmee de Nederlandse onderhoudssector als ’s werelds beste helpt te presteren.

De NVDO doet dit door in de sector een onafhankelijke positie in te nemen en alle relevante bedrijfssectoren met behulp van voorlichting, advisering, kennisontwikkeling, (wetenschappelijk) onderzoek en kennisuitwisseling ten dienste te staan en zo op weg te helpen naar excellent Asset Management.

Het NVDO-lidmaatschap biedt vele voordelen!

Het NVDO-Lidmaatschap geeft toegang tot

• • • •

Grootste netwerk van Europa (fysiek en digitaal) Regionale activiteiten Vakinhoudelijke kennis en netwerk Compleet portfolio Maintenance Academy Collectieve abonnementen op vakbladen

• • • •

Kengetallen, Trends, Visie (NVDO Onderhoudskompas) Platform Materiaalkunde (wetenschappelijke) Publicaties, waaronder Visiedocumenten Kortingen op ons cursusaanbod van de NVDO Maintenance Academy Jongerenboard

Asset Management, Duurzaamheid, Veilig Werken en Energie-efficiency zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!

Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan >> Lange Schaft 7G - 3991 AP Houten | Postbus 138 - 3990 DC Houten 030 - 634 60 40 | info @ nvdo.nl | www.nvdo.nl

19


KIJK OP <

Alice Diels Voorzitter NVP Netwerk voor HR professionals/ HR Directeur Sodexo Nederland

Vinden, Binden en

Boeien nische professionals. Dat maakt dat tegenwoordig de kandidaat ook meer en meer de werkgever kiest, en minder andersom. En juist daarom is ook het menselijke aspect van toenemend belang. Als je als werkgever technische professionals aan je wilt binden, is het uiteraard een belangrijke factor dat je employee value proposition competitief is.

Alice Diels Foto: Sodexo

Vinden, binden en boeien, dat is de uitdaging voor werkgevers als het gaat om technische professionals. En dat bereik je uiteindelijk alleen door de juiste balans tussen techniek ĂŠn mens. Mensen zijn we tenslotte allemaal. Mensen die een vak hebben gekozen waarin we met passie werken, die uitgedaagd willen worden en zich verder willen ontwikkelen. Alleen als je hierin op de juiste manier weet te slagen en je aandacht hebt voor de individuele en collectieve behoeftes, zorg je voor tevreden, betrokken en loyale medewerkers. Ook in de Techniek. En de focus om mensen in hun kracht te zetten, levert je uiteindelijk ook direct effect op de prestaties van je bedrijf. Een win-win situatie door de belangen van de medewerker en de organisatie door middel van leiderschap in balans te brengen. Uiteraard vlak ik zeker niet uit dat er juist op de Technische Arbeidsmarkt de nodige uitdagingen zijn - er is een groot tekort aan tech-

20 februari 2019

Daarnaast moet je blijven investeren in ontwikkeling en innovatie voor je technische personeel. Je technische standaarden en continue investering in technische opleidingen zijn essentieel bij de afweging die kandidaten maken om tot een keuze voor hun toekomstige werkgever te komen. Bij Sodexo, waar Quality of Life en de menselijke factor plus het effect daarvan op betere prestaties in het DNA zitten, hebben wij de overtuiging dat het cruciaal is om te zorgen voor de juiste mix tussen gearriveerde professionals en talenten. Natuurlijk naast een attractieve employee value proposition en het continue innoveren en ontwikkelen. Zo zorgen we ervoor dat we succesvol zijn in het bieden van technische dienstverlening die wij steeds verder kunnen professionaliseren en innoveren. Daarnaast bieden wij zo het hoofd aan de enorme druk op de technische arbeidsmarkt. De conclusie? De juiste balans tussen mens en techniek. Alleen dan kun je als bedrijf in de huidige markt duurzaam technische professionals vinden, binden en boeien. <


GAST COLUMN <

De manager als vroedvrouw van bevlogen teams Maarten Swinkels Foto: Privécollectie

Een talentvol team met passie en zin om te spelen wordt kampioen. De human factor bepaalt de impact. De manager die vertrouwen geeft en het zelf organiserend vermogen vergroot, maakt meer kans in de wedstrijd. Bevlogen teams met opwinding om te ‘spelen’,geven de mogelijkheid tot resultaat en goede samenwerking. Investeer in de Human Factor en organiseer de operatie rondom sterke teams! Eén van mijn mooiste ervaringen is als ‘vroedman’ bij de geboorte van teams. Een grote site wordt ‘gekocht’. Investeringen in nieuwe technologie en de start van nieuwe fabrieken vroegen om een financieel draagkrachtiger moeder. Na de overname ging een team van 20 consultants aan de slag. Een inkrimping van 30% was het resultaat, exit gesprekken, ontslagrondes, sociaal plan, incidenten en aandacht voor de blijvers. Elk team mocht zelf haar toekomst vorm geven in een tweedaagse geboorte programma, meer dan 30 teams. Bij de eerste weeën kreeg ik vaak te horen, “Maarten als je denkt dat ik nog iets wil doen voor deze organisatie .. ik ben hier voor mijn collega’s ... Veel pijn en agressie”. We komen er achter dat met zo’n krimp het vertrouwen en kennis is verloren en dat zelfs voor eenvoudige processen de bereidheid en bekwaamheid is verdwenen. De omslag begint op het moment dat expliciet aandacht wordt gegeven aan de vraag wat ieder nodig heeft om een streep te zetten onder het verleden. Er ontstaat veel energie op het onderzoeken van zelfbewustzijn, herkennen van patronen en zelf de toekomst mogen vormgeven. Elk team maakt een plan waar ze zelf in geloven. Soms is er nog een nageboorte en het is vooral goed gegaan met de teams die vanuit een levensloopperspectief verder gingen, inclusief bezoeken aan het consultatiebureau.

met ‘de mens’. De opvatting over maakbaarheid en beheersbaarheid, inclusief de engineeringdrang, doen het geven van vertrouwen en zaken overlaten aan de mensen vaak vergeten. Het kan ook anders, zoals de vroedvrouw het zou aanpakken. Met aandacht voor geboorte en ontwikkeling van teams. Met erkenning dat ook mensen preventief onderhoud behoeven en kennis upgrades nodig blijven in de hele levensloopbaan. Geef vertrouwen. Biedt ruimte voor ontwikkeling. Geef gedurfde opdrachten aan teams om zelf de betrouwbaarheid zeker te stellen. Geef teams de ruimte om zelf beheersbare processen te organiseren. Leer teams zelf inspelen en bewegen op veranderingen en vernieuwende ideeën. Teams werken zo aan de eigen bezieling, bereidheid en worden alert en opmerkzaam. Zo raken zij verbonden met wat ze doen en met elkaar. Zij vergroten de eigen bekwaamheid en maken kennis toegankelijk en delen deze. Ze gaan de wedstrijd winnen. Vertrouwen is klaar staan voor datgene dat nog niet geboren is. < Maarten Swinkels Organisatie-engineer, - masterchef, -adviseur en -gids. Mede oprichter van NexStepp en bouwt graag mee aan betrouwbare en bevlogen organisaties

Mensen zijn de belangrijkste factor voor het Succes en Falen van de organisatie. Binnen technische bedrijven zie ik managers worstelen

21


INNOVATIE <

Bijna net als

thuis

Zorglocatie Heerde Foto: BAM

In Heerde wordt momenteel druk gebouwd aan een innovatieve zorglocatie. Twaalf zorgwoningen zullen elk plaats bieden aan acht bewoners. Het geheel gaat deel uitmaken van een zogenoemde inclusieve samenleving waar de zorgwoningen geĂŻntegreerd worden in een nog nieuw te bouwen wijk. BAM verzorgt na oplevering ook gedurende 25 jaar het onderhoud. In de ontwerpfase werd hiermee al rekening gehouden.

22 februari 2019


Op het terrein van het huidige verpleeghuisinstituut Wendhorst in Heerde, wordt in een innovatief zorgconcept een nieuw thuis gerealiseerd voor cliënten van Viattence. Deze organisatie levert lichte tot zware zorg aan ouderen zowel thuis als binnen woonzorglocaties. “Zorgvastgoedontwikkelaar Vitaal ZorgVast ontwikkelt en realiseert, in samenwerking met Apollo Zorgvastgoedfonds, voor Viattence twaalf nieuwe zorgwoningen. Ze worden gebouwd in de vorm van een hofje en staan met elkaar in verbinding door een tuin waarvan bewoners vrij gebruik kunnen maken”, legt Lars Drijvers uit. Hij is ontwikkelaar bij Vitaal ZorgVast. “De woningen zijn bestemd voor ouderen die zware zorg nodig hebben. Dat kan gaan om lichamelijke zorg of zorg vanwege dementie. Tijdens het ontwerp en de ontwikkeling is er veel overleg met alle betrokken partijen en wordt de visie van Viattence gevolgd. Viattence benadert projecten vanuit de beleving van de bewoner en streeft ernaar om woningen te realiseren onder het motto: Bijna net als thuis”.

> Uniek concept. In Heerde gaat het om een project met inclusieve woningen, wat betekent dat ze onderdeel zullen uitmaken van een woonwijk. Na oplevering van de zorgwoningen zal de rest van het grote regionale verpleeghuisinstituut Wendhorst in Heerde verdwijnen en worden ongeveer zestig koopwoningen gebouwd. Op die manier ontstaat er een open buurt waarbij de bewoners van de zorghuizen onderdeel worden van het dagelijks leven in de directe omgeving. Drijvers; “Dit is een uniek concept. Viattence stelt bij het verlenen van zorg de human factor centraal. Zo willen ze het dag-nachtritme van de bewoners die 24-uur zorg nodig hebben, behouden door bewoners boven te laten slapen en beneden te laten wonen. De woningen worden voorzien van domotica en andere moderne technologieën die voor de zorgbehoevenden nodig zijn. Daarbij staat het comfort en woongemak ondanks de grote hoeveelheid techniek die in de gebouwen zit, zoveel mogelijk centraal. Het gaat om veel meer dan alleen stenen stapelen”.

Foto: Vitaal ZorgVast

‘Het gaat om veel meer dan alleen stenen stapelen’ dag/nachtritme kunnen aanhouden en niet overdag gaan slapen. De technische dienst en verpleging van Viattence kunnen de verlichting naar wens bijsturen. De geïnstalleerde nachtverlichting zorgt er overigens voor dat ’s nachts in badkamers, gangen en slaapkamers niet meteen automatisch de hoofdverlichting gaat branden, zodat het nachtritme zo min mogelijk wordt verstoord.

> Dwaaldetectie. Ook worden de gebouwen van de nodige > 25 jaar onderhoud. De bouw van de zorgwoningen is in handen van BAM die ook het onderhoud na oplevering gedurende een periode van 25 jaar voor haar rekening zal nemen. Drijvers; “Tijdens het ontwerp is met andere woorden al gekeken naar hoe in de toekomst het onderhoud moet plaatsvinden”. Een belangrijk hulpmiddel daarbij was BIM. “Het volledige project is uitgewerkt in BIM zodat, nog vóór de eerste steen werd geplaatst, het gebouw bij wijze van spreken al een aantal keer digitaal was opgeleverd. Daardoor verloopt het bouwtraject zonder grote problemen”. Rob Bosscher, hoofd bedrijfsbureau BAM Bouw en Techniek regio Noord, is bij het project verantwoordelijk voor het ontwerp van de werktuigbouwkundige en elektrotechnische installaties. “Voor ons was vooral de uitdaging om de vele installaties op een slimme manier in het gebouw te plaatsen. De gebouwen zijn ontworpen als woningen, maar de hoeveelheid installaties die erin wordt geplaatst gaat meer richting een verpleeghuis. Er moest goed worden nagedacht over de beschikbare ruimte binnen het gebouw en de manier waarop de installaties worden afgestemd op hoe de bewoners van het gebouw er gebruik van zullen maken”.

> Dynamische verlichting . De gebouwen zijn voorzien van dynamische verlichting in de centrale ruimtes. Zowel de lichttemperatuur, de kleur en intensiteit kunnen worden ingesteld. Voor de bewoners is de biologische klok van belang zodat ze een bepaald

domotica voorzien. “Hiervoor heeft Viattence de samenwerking opgezocht met het bedrijf Van Breda dat is gespecialiseerd in het ontwikkelen en realiseren van communicatiemogelijkheden om gemakkelijk en prettig te werken in de zorg. Alle bewoners krijgen bijvoorbeeld een chip die in een hanger of in kleding kan worden bevestigd. Nabij deuren worden op slimme en cruciale plaatsen lussen en bakens geplaatst zodat leefcirkels kunnen worden gecreëerd. De bewoners krijgen hierdoor meer bewegingsvrijheid en kunnen zich vrij bewegen in het gebouw of in de tuin zonder dat ze uit beeld verdwijnen. Waar nodig worden deuren automatisch geopend of gesloten en ook de lift heeft deze voorzieningen zodat bewoners niet per ongeluk op de verkeerde etage terechtkomen en hun kamer niet meer vinden”. Het verzorgend personeel ontvangt bovendien een oproep als een bewoner zich buiten zijn of haar leefcirkel begeeft. Op die manier kan de bewoner vervolgens op natuurlijke wijze weer terug worden begeleid naar de gewenste omgeving.

> Toegangscontrolesysteem en slimme sensoren. Aan de buitenzijde van het gebouw is een elektronisch toegankelijke ruimte gecreëerd met een toegangscontrolesysteem zodat leveranciers zorgmateriaal, medicatie en voeding kunnen leveren zonder dat er moet worden aangebeld. Het materiaal kan rechtstreeks naar binnen worden geschoven. De gebouwen zijn eveneens voorzien >

23


>

van slimme sensoren. Bosscher; “Sensoren kunnen ruimtes detecteren. Wanneer een bewoner bijvoorbeeld ’s nachts uit bed valt, zal dit worden gesignaleerd en aan de verzorgers worden gemeld zodat zij actie kunnen ondernemen”.

> Werktuigbouwkundige technieken. Niet alleen elektrotechnisch, maar ook op werktuigbouwkundig gebied zijn veel innovatieve technieken toegepast. “We werken bijvoorbeeld met een CO2-gestuurd ventilatiesysteem. Dit systeem is erg energiezuinig en zorgt ervoor dat er altijd voldoende verse lucht aanwezig is. Daarnaast is het gebouw voorzien van vloerverwarming op alle verdiepingen, zodat een constante temperatuur wordt gewaarborgd. Hiervoor is gebruik gemaakt van een warmtepomp en op het dak liggen PV-panelen die eveneens zorgen voor energie-efficiency”. Tijdens het ontwerp werd al rekening gehouden met het toekomstige onderhoud. “We hebben zorgvuldige berekeningen gemaakt waarin de levensduur, kosten, verkrijgbaarheid van materialen, vervangbaarheid en garanties van de geïnstalleerde componenten onder de loep zijn genomen. Een aantal componenten is in eerste instantie duurder in aanschaf, maar bij een onderhoudsperiode van 25 jaar zijn deze componenten wel het meest rendabel en zullen ze minder vaak hoeven te worden vervangen zodat de bewoners hier zo min mogelijk last van zullen hebben”. Ook bij de installatie zelf is wat betreft het onderhoud gekeken naar de impact op de bewoners. “We hebben de installaties zodanig in het gebouw geplaatst dat de onderhoudsmonteurs een optimale toegang hebben om onderhoud uit te voeren terwijl de impact op de bewoners minimaal is. Zo zijn serviceonderdelen bijvoorbeeld zoveel mogelijk gegroepeerd in de technische ruimtes”. Ook van het onderhoud van de PV-panelen ondervinden de bewoners geen hinder. “De PV-panelen moeten een aantal keer per jaar worden gecontroleerd en schoongemaakt. We hebben de dakconstructie voorzien van een dakluik waaraan een trap is vast te haken. Monteurs kunnen op die manier via een looppad veilig bij de dakopbouw en de PV-panelen komen zonder dat de bewoners hinder ondervinden”.

Veiligheid tijdens het bouwproces Veilig werken is de hoogste prioriteit bij BAM. Daarom heeft het bedrijf onlangs een app laten ontwikkelen waarin onveilige situaties kunnen worden gemeld. Iedereen, dus ook de vaklieden die betrokken zijn bij het bouwproces, beschikt over een smartphone met deze app. Een potentieel onveilige situatie kan meteen worden gefotografeerd en gemeld zodat op tijd kan worden ingegrepen. Door deze drempel zo te verlagen, zullen meldingen sneller worden gedaan, ook meldingen die eerder als futiliteit werden gezien en waarvoor het invullen van de formulieren als verspilling van tijd werd gezien. In Heerde wordt er overigens streng op toegezien dat persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, maar ook dat er geen radio aanwezig is aangezien er in de directe omgeving waar kwetsbare ouderen wonen. Er wordt tijdens de bouw zoveel mogelijk rekening gehouden met de omgeving.

24 februari 2019

Foto: Vitaal ZorgVast

‘Bewoners mogen zo min mogelijk last van ons hebben’ > Gebouwbeheersysteem. Alle slimme componenten zijn gekoppeld aan een gebouwbeheersysteem (GBS). Denk aan storingsmeldingen, brandmelders, ventilatoren, warmtepomp, verlichting en domotica. De gegevens kunnen ook op afstand worden uitgelezen. De domotica-installatie wordt door Van Breda samen met de technische dienst van Viattence gemonitord. “Een defecte sensor kan op de kwetsbare bewoners een grote impact hebben. Daarom is het snel opmerken van een defect belangrijk en is met Viattence afgesproken dat er voor alle onderdelen meteen reserveonderdelen beschikbaar zijn. Bij een defecte sensor, tag of camera kan deze meteen één op één worden vervangen en op afstand weer in bedrijf worden gesteld. De bewoners zullen er hierdoor weinig van merken, waardoor ze er kunnen wonen, bijna net als thuis”. “Een GBS-systeem wordt wel vaker toegepast voor storingsmeldingen. Vrij nieuw is dat we ook de energiebalans nauwgezet kunnen volgen. Als in een bepaalde maand bijvoorbeeld een veel lagere opbrengst van PV-panelen wordt geconstateerd dan de maand ervoor, dan wordt gecontroleerd of dit ligt aan de hoeveelheid zon van de afgelopen tijd, vervuiling of een defect onderdeel. Op die manier hoef je niet op de jaarrekening te wachten om een defect vast te stellen, maar kan snel worden gereageerd”.

> Half 2019. Naar verwachting worden de nieuwe zorgwoningen medio zomer 2019 opgeleverd. Vervolgens zullen de paviljoens aan de achterzijde worden gesloopt om plaats te maken voor nieuwe woningen. De zorgwoningen komen dus in de wijk te liggen, zodat bewoners ook echt onderdeel uit kunnen maken van de Heerdense samenleving. <


Kort Lightweight Containers is het Vitaalste Bedrijf van Nederland Lightweight Containers zorgt er niet alleen voor dat medewerkers alle ruimte krijgen om zichzelf te ontwikkelen, maar doet er ook alles aan om de goede werksfeer te behouden. Volgens de vakjury is het bedrijf uit Den Helder een schoolvoorbeeld van een bedrijf dat volop investeert in het duurzaam inzetbaar houden van zijn medewerkers.

Passie en werkplezier Bij Lightweight Containers is iedere medewerker belangrijk. Doelen, teams en processen zijn leidend in plaats van hiërarchische structuren. Er zijn daarom geen verschillen in functietitels: iedereen is Senior Business Creator. Talenten en passie krijgen zo optimaal de ruimte om tot uiting te komen. Bij het bedrijf doet elke medewerker een test die inzicht geeft in zijn of haar rol, persoonlijkheid en positie binnen het team. Dit levert veel inzicht op over hoe medewerkers het prettigst kunnen samenwerken, wat uiteindelijk weer bijdraagt aan de werksfeer en de vitaliteit van de medewerkers. Ook werkt het verpakkingsbedrijf met een consultant die het bedrijf continu doorlicht, op zoek naar verbeteringen in het onderlinge vertrouwen en werkplezier. Daarnaast is er dagelijks vers fruit, verse smoothies, heeft iedereen een sta-zitbureau en is er een moderne fitnessruimte waar medewerkers gratis gebruik van kunnen maken. Verder hanteert het bedrijf een antirookbeleid, bij de selectie van nieuwe medewerkers wordt hier al rekening mee gehouden.

Het Vitaalste Bedrijf van Nederland Foto: Janus van den Eijnden

Supertrots "We zijn supertrots, want er waren zoveel goede kandidaten die meedongen," zegt CEO Anita Veenendaal. "We zijn ook trots dat we nu andere ondernemers kunnen inspireren, want zij moeten het doen. Zij moeten zorgen voor een werkomgeving die vitaal is. Plus dat het natuurlijk prachtig is dat datgene waar je al zoveel jaar mee bezig bent, nu wordt erkend door experts. En ja, investeren in vitaliteit kost geld. Maar als je hierdoor de fysieke en mentale conditie van je medewerkers met ook maar tien procent weet te verbeteren, dan is dat al een doorslaggevend voordeel ten opzichte van je concurrenten”. <

Familiebedrijf Lightweight Containers is een snelgroeiend familiebedrijf dat met een uniek en zelfontwikkeld kunststof fust voor koolzuurhoudende dranken een milieuvriendelijk, licht en goedkoop alternatief biedt voor het traditionele stalen fust. Het bedrijf is in 2006 opgericht en heeft zo'n honderd medewerkers. Er wordt met partners samengewerkt en iedereen is innovatief en betrokken om zo samen te werken aan 's werelds beste kunststof fusten. Samen met haar toeleveranciers werken ze met de meest moderne technologieën, materialen en machines om de milieu-impact van de producten nog verder te verlagen en monitoren dit met de meest moderne milieumanagement software.

‘Iedereen is Senior Business Creator’ 25


TECHNIEK <

Samenwerkingsovereenkomst voor het experiment met de herstelpelotons Foto: MatlogCo

Technisch vernieuwen bij Defensie Defensie heeft haar eigen strategie om Additive Manufacturing (AM), in de volksmond ook wel 3D printen genoemd, te omarmen en investeert hier volop in. Dit alles om haar logistieke processen adaptief, wendbaar en robuust te maken. Kapitein Wildenberg heeft hiervoor in de Roadmap AM het “Why” en “What” beschreven, maar nog niet het “How”. Het Materieel Logistiek Commando (MatlogCo) heeft de taak gekregen om het AM Centre in te richten en AM in te bedden in de huidige cultuur van de organisatie. De reservisten Kapitein Ing. Julsing en Adjudant Fokkink oriënteren zich hierbij niet alleen op de inrichting, maar pakken ook gelijk door met het betrekken van de operationele eenheden bij de ontwikkelingen.

> Plannen uitvoeren. Iets langer dan een jaar geleden sprak Wildenberg over zijn Roadmap en het toepassen van 3D printen binnen Defensie tijdens de NVDO Jaarbijeenkomst in het Aviodrome.

26 februari 2019

Toen al was duidelijk dat er voor het inrichten van het AM Centre financiering zou komen, maar er zijn ook mensen nodig om die plannen uit te voeren. Een van de VAM-redacteuren was die jaarbijeenkomst aanwezig en bracht Wildenberg in contact met haar echtgenoot. De waarde van het enorme fysieke NVDO-netwerk werd ook die dag volop benut, want inmiddels werkt echtgenoot Tim Julsing nu samen met Gerben Fokkink aan het opzetten van het AM Centre. Julsing’s rol binnen het AM Centre omvat het formuleren van de procesvoering en procesbeschrijving, iets waar Julsing ervaring mee heeft door zijn reguliere baan. Volgens Julsing is het dan ook een groot voordeel om reservisten in te zetten voor soortgelijke opdrachten doordat zij de kennis van beide werkculturen hebben. De combinatie van Defensie en techniek past naadloos bij hem. Tijdens zijn opleiding aan de KMA, waar hij na de middelbare school mee startte, viel de keuze toch voor een technische burgerbaan als Industrieel ontwerper. “Toch miste ik het militair zijn en sinds een paar jaar ben ik reservist geworden bij de Nationale Reserve”. Naast zijn burgerbaan als Product Engineer en projectleider bij Kruitbosch werkt hij nu samen met Fokkink aan het opzetten van het AM Centre.


‘Innovatief bezig zijn dankzij de NVDO als verbindende factor’ > De start van het AM Centre. Hoe stoomt Defensie zijn mensen eigenlijk klaar voor technische vernieuwingen? Fokkink; “De opdracht werd als hard copy aan ons vertrekt. Naast de input van onze leidinggevende, zijn Julsing en ik contact gaan leggen met de spelers die binnen Defensie betrokken zijn bij het schrijven van de Roadmap”. Al snel bleek er veel interesse en bezochten ze ook meerdere locaties in Nederland waar de Marine en de Luchtmacht al bezig zijn met Additive Manufacturing. Julsing; “We hebben nu een semi-professionele printer. Dit is bedoeld voor zowel het inrichten van het proces, als het creëren van bewustwording bij het personeel. Mensen weten wel hoe een 3D printer werkt: De opbouw uit laagjes vanuit vloeistof, poeder of draad. Maar wat het uiteindelijke materiaal kan, weet men niet. Zo is het huidige materiaal uit onze printer niet met handen te breken. Iets wat veel mensen niet verwachten”. De Minor Polymer Engineering (een verdieping op gebied van kunststoffen) die Julsing tijdens zijn studie volgde, vormt tijdens het uitwerken van de Roadmap om te komen tot het AM Centre, een gedegen basis op het gebied van chemie, krachtenspel, materialeneigenschappen en productietechnieken. “Toch is het binnen de 3D print-techniek opnieuw uitvinden wat de mogelijkheden en randvoorwaarden zijn. Ondertussen is er al een hoop kennis en kunde op het gebied van ‘reguliere’ kunststoffen opgebouwd. Met 3D printen moet je, naast deze materiaalkennis, rekening houden met nieuwe factoren zoals de printlocatie en gebruiks-temperaturen.

> Inzicht creëren. Experimenteren is precies wat de volgende stap in het proces is volgens Wildenberg. “Door de pelotons actief te betrekken in het experiment en hun te laten ervaren wat 3D printen is en kan, hopen wij gezamenlijk tot inzichten te komen. Ze worden uitgerust met materiaal (printer, scanner en laptop), opleiding en ondersteuning tijdens het experiment zodat de organisatie meer begrip krijgt van wat er allemaal geregeld moet worden”. Naarmate het experiment loopt, ontstaat er een beeld over wat er exact ingeregeld moet worden en wat handig is of niet. Wildenberg; “Er zijn talloze aspecten die een rol spelen, maar die niet alleen opgepakt kunnen worden op het niveau van de herstelpelotons. Zij krijgen na hun opleiding actieve ondersteuning in de vorm van een side scan. In deze scan staat het bedrijf Ultimaker hen bij in het uitwerken van ideeën, voorwerpen of projecten”. Het doel van het experiment is tweeledig. Allereerst wil Wildenberg de herstelpelotons kennis laten maken met 3D printen door het ze zelf uit te laten voeren. Daarnaast moet de Roadmap worden toegepast en zicht geven in welke randvoorwaarden ze als organisatie moeten gaan invullen om het voor deze pelotons werkbaar te maken. <

> Randvoorwaarden inzet. De juiste toepassingen vinden, is één van de grootste vraagstukken aldus Julsing. Het printen van onderdelen aan voertuigen blijkt nogal ingewikkeld. “Als het afbreekt mag het geen gevolgen hebben voor de veiligheid. Gereedschap en buig- en pasmallen zijn goede voorbeelden van toepassingen die we nu hebben. Dat is dan ook de reden dat de focus nu ligt op kleine dingen als haakjes, beugeltjes en lesmateriaal. Om deze nieuwe techniek daadwerkelijk in te kunnen zetten voor kritische delen, is het van belang om experimenten uit te voeren op de materialen. We moeten kunnen garanderen dat wanneer ik het onderdeel nu in Nederland print, dit van dezelfde kwaliteit en eigenschappen is als wanneer hetzelfde onderdeel met andere temperaturen in uitzendgebieden wordt geprint. Die zekerheid hebben we nu nog niet, maar normstellers zullen ons daarbij gaan helpen. Zij zijn verantwoordelijk voor de veiligheid van producten waar Defensie mee werkt. Zij zullen eisen stellen aan de techniek en producten voordat defensie het als eindproduct in mag zetten.”

Gedetailleerd schaalmodel, geprint met de 3D printer Foto: MatlogCo

27


KLM <

Effectiever en goedkoper

technici opleiden met

virtual en mixed reality Een belangrijk element in de typeopleiding tot vliegtuigonderhoudsmonteur is het verplichte praktijkdeel. Het organiseren van de praktijksessies wordt echter steeds lastiger en daardoor duurder. KLM Engineering & Maintenance zocht en vond de oplossing in virtual reality en mixed reality. “Het werkt beter en is nog goedkoper ook”.

“We liepen steeds vaker aan tegen het feit dat vliegtuigen meer in de lucht zijn. Tijdens de ‘omdraai’ trainen gaat niet. We hebben gemiddeld twintig klassen met zestien man en die moeten allemaal twee weken praktijktraining doen. Daarvoor zou je continu een kist aan de grond moeten hebben. Toen de nieuwe 787 kwam, moesten we met de studenten naar Qatar voor de training. Dat zoiets een dure grap is, hoef ik niet uit te leggen”, vertelt Olaf Hoftijzer, directeur van de businessunit Training.

28 februari 2019

> Typetraining. Het opleiden van vliegtuigonderhoudstechnici is sterk gereguleerd. Na het voltooien van de mbo-opleiding vliegtuigtechniek mag de monteur nog niet aan een vliegtuig sleutelen. Hij moet dan nog een typetraining volgen, toegespitst op een bepaald toestel, zo schrijft de regelgeving voor (EASA Part 147). KLM Engineering & Maintenance heeft zo’n achthonderd monteurs met een voltooide typetraining, de meeste daarvan hebben drie à vier typetrainingen gedaan. Een vliegtuig na reparatie of onderhoud


‘Het is essentieel dat cursisten zich meer competent voelen’ > Desktop simulatie. Vier jaar geleden ontstonden de eerste ideeën om met desktopsimulatie aan de slag te gaan, als alternatief voor een echt vliegtuig. “We zijn in overleg gegaan met IL&T en hebben uitgelegd dat we wel moesten. Bovendien zagen we dat het werk nogal veranderde. De monteur sluit zijn laptop aan en het boordsysteem geeft een diagnose. Dus om dat te trainen, heb je het vliegtuig zelf voor sommige onderdelen eigenlijk niet nodig. Praktijktaken laten uitvoeren op een computer was nogal nieuw toen. We vertaalden eerst de praktijktaken naar scenario’s en we lieten software ontwikkelen, docenten werden opgeleid en we deden de eerste 787-training in de zomer van 2016”.

Nieuwe Boeing 787 Foto: KLM

vrijgeven, mogen ze echter niet. Daarvoor komt de hbo-opgeleide GWK, de grondwerktuigbouwkundige, om de hoek.

> Aircraft Maintenane Licence. Een typetraining duurt gemiddeld twee à drie maanden, inclusief het praktijkdeel van twee weken. Doet de monteur voor het eerst een typetraining, dan volgt een verplichte on the job-training van drie tot zes maanden. Pas dan krijgt hij zijn diploma en kan hij bij de Inspectie Leefomgeving & Transport (IL&T) een Aircraft Maintenance Licence aanvragen. Dit is een Europese standaard. Behalve de eigen monteurs leidt KLM E&M ook monteurs van andere maatschappijen op.

> Mbo’ers verder opleiden. Totaal werken er een kleine vijfduizend medewerkers bij KLM E&M, waarvan circa achthonderd op de buitenstations. Bij de trainingsunit werken ongeveer zestig medewerkers, waaronder instructeurs, ontwerpers van e-learningprogramma’s, onderwijskundigen en administratieve ondersteuning. Totaal trainen zij jaarlijks circa 1.500 cursisten, waarbij de trainingen in duur variëren van een halve dag tot enkele maanden. “Wij leiden ook monteurs met een jaar of drie ervaring verder op. Dat zijn er gemiddeld tussen de 25 en 40 per jaar. Het is nu voor het eerst in lange tijd dat we intern weer mbo’ers opleiden tot GWK’er”.

> Revolutionair. Hoftijzer toont op zijn laptop een voorbeeld van een virtual tour door een vliegtuig. De cursist kan met de muis onderdelen aanklikken en (moet) dezelfde handelingen verrichten als in de werkelijkheid volgens de procedure. Van de circa vijftig praktijktaken zitten er ongeveer de helft in de tool. “Dit was toen revolutionair. We kregen respons uit de hele wereld”. De voordelen bleken al snel evident. “De instructeur ziet wat de cursist doet, of dat in de juiste volgorde gebeurt en hoeveel tijd dat kost. En hij kan feedback geven”. Hoftijzer noemt nog een bijkomend voordeel. “Conform de regelgeving mogen we maximaal zes uur theorieles geven op een dag. Met deze modules koppelen we praktijk aan theorie en dat scheelt nog eens vijf dagen”. De monteurs in opleiding hoefden door de nieuwe tool nog maar één week naar het fysieke vliegtuig. “IL&T hebben we vanaf het begin meegenomen in de ontwikkelingen. Dat heeft enorm geholpen. Ze begrepen ook dat het niet was om te bezuinigen, maar om te verbeteren en om de kwaliteit te verhogen”. > Nadenken over de toepassing. Na het succes met de desktop simulatie wilde KLM een stap verder. Air France ging in een pilot aan de slag met Virtual Reality (VR) in een renderred omgeving en KLM met VR in een real life situatie. Samen met ontwikkelaar Warp werd een real life VR-omgeving ontwikkeld voor de monteurscursus. Real life betekent dat het levensechter is dan de rendered versie, maar de medewerker heeft nog steeds de gesloten VR-bril op. “VR is leuk, maar je moet goed nadenken over de toepassing. Voor procedurele en inspectietrainingen is het goed. Je kunt laten zien wat je weet en wat je doet. VR is minder geschikt voor wat ‘het vliegtuig doet’. Door de bril word je namelijk afgesloten van de rest. Je hebt jouw kleine deel en dat is het. Rendered is minder >

29


B787 VR Foto:KLM

>

realistisch, maar wel meer flexibel. Als het van belang is om dingen fout te laten gaan om de impact te laten zien, dan is de real life versie de beste oplossing. Je beseft dat het geen spel is. We hebben cursisten gehad die huilend de bril afdeden na een fout met gevolgen. Zo levensecht is het”. Je kunt beide simulatietechnieken overigens prima naast elkaar gebruiken, voegt hij nog toe

> Niet alles is geschikt voor VR. Er staan 120 taken in het praktijkboek, maar die zijn niet allemaal geschikt voor VR. Voordat een scenario gemaakt wordt, stelt de onderwijskundige samen met de GWK’er het leerdoel vast. “Er wordt gekeken naar de meest gemaakte fouten, bijvoorbeeld. Daarvan maken we een scenario met een praktijktaak. Dat levert een flinke boom op met allerlei afslagen en mogelijkheden waarin de cursist keuzes moet maken. Zo zorg je ervoor dat de training aansluit op de praktijk. Voor het filmen van de VR-omgeving huren we acteurs en een vliegtuig in. Nadeel is dat het opnemen van de scenario’s veel tijd vergt. Dat valt ons wel wat tegen. We doen nu maximaal twee scenario’s op een dag, we willen naar drie”.

> Mixed reality. KLM E&M werkt sinds twee jaar ook aan trainingen op basis van mixed reality, met behulp van een hololens. “We hebben veel contact met NLR en zij hadden een hololens waarvoor ze een toepassing zochten. We zijn begonnen met de airco en de fuel van een B-777. Dat was twee jaar geleden en afgelopen september deden we de eerste officiële training hiermee. Diverse cursisten en instructeurs in één ruimte, rondom een hologram. Je kunt er omheen lopen, dingen aanwijzen, contact hebben met de anderen of teruglopen naar je lesmateriaal om iets te checken. Door de transparante bril kan dat. Studenten zijn bij deze vorm ook veel actiever”.

Simulatie real life situatie Foto: KLM

30 februari 2019

‘Doel is niet om te bezuinigen, maar om te verbeteren en om de kwaliteit te verhogen’ > Begripsvorming . “We onderhouden verschillende typen motoren en het organiseren van de praktijktrainingen is een hel. Die willen we nu graag met de hololens gaan doen. Bij de motoren gaat het om begripsvorming, niet om de procedures. Vliegtuigmotoren zijn in grote lijnen hetzelfde, ze verschillen op details. Daarover wil je discussiëren met de GWK. Volgend jaar zomer moet deze training gereed zijn. Het zou voor het eerst zijn dat we een praktijktraining vervangen door een mixed reality-training. Het zijn ervaren monteurs dus dat kan ook”.

> Meer competent. Er wordt vaak gewezen naar de factor mens bij nieuwe technologische ontwikkelingen. Ouderen zouden moeite hebben met de nieuwste technische snufjes. En veranderen is in het algemeen voor veel mensen een lastig fenomeen. Bij KLM E&M komt dat niet naar voren. “We hebben in de proof-of-conceptfase een test gedaan in twee parallelle klassen: één met een traditionele training en één klas met de hololens. De belangrijkste conclusie: de groep die trainde met de hololens gaf aan zich meer competent te voelen, vergeleken met een traditionele training. Er is ook geen verschil in acceptatie tussen jongere en oudere medewerkers. De ouderen zijn ook technici en vinden het over het algemeen leuk om ermee aan de slag te gaan. Het enige verschil dat we zien is dat jongeren wat handiger zijn in het bedienen”. De resultaten van de nieuwe trainingen worden gemeten. Direct na de trainingen en na vier maanden nog eens. “En we checken met de leidinggevende of hij een verschil ervaart. De uitkomsten zijn positief, maar je kunt erover discussiëren. Wat is een gevolg waarvan”? Het doel is niet om met VR of MR instructeurs overbodig te maken, zegt Hoftijzer. “Maximaal de helft van de trainingen doen we op deze manier, je moet het uiteindelijk ook een keer echt doen.” Hoe zit het met de businesscase? “Met de nieuwe technieken verkorten we de trainingen, waardoor monteurs sneller terug in het proces zijn. Instructeurs kunnen meer trainingen geven en onze klanten vinden het razend interessant. We besparen fors op de dienstreizen en we hebben een snellere en stabielere doorlooptijd van cursisten. De ontwikkelkosten zijn weliswaar hoog, maar met onze aantallen is dat snel terugverdiend. We lopen lachend de businesscase door. Maar wat voor ons essentieel is, is dat cursisten zich meer competent voelen”. <


ADVANCED NDT SOLUTIONS • Digital Radiography • Phased Array • Time-of-Flight-Diffraction

A Longer Life

www.mme-group.com


Full service dienstverlener

Mourik Sterk in ontwikkeling

MAXIMALE UPTIME

HYDRA™: Een nieuwe standaard in bundelreiniging Innovatie loopt als een rode draad door de geschiedenis van Mourik. Wij zoeken altijd al naar methodes voor een betere, efficiëntere en veiligere industrie. Hydra, de robotic exchanger cleaning, is hét voorbeeld waarmee wij er voor zorgen dat u homogeen schone bundels krijgt én inzicht in de conditie van uw bundels. U weet wat u kunt verwachten. Schoner, sneller + maximale uptime. Met Mourik, +31-10-296 54 00.

Mourik Services B.V. Telefoon +31-10-296 54 00

Twitter.com/mourikholding LinkedIn.com/company/mourik

www.mourik.com E-mail info@mourik.com


Kort Thijs Meulen van TU/e wint WKO Duurzaamheid Award 2018 De WKO Duurzaamheid Award 2018 is gewonnen door Thijs Meulen, energiecoördinator en beleidsmedewerker duurzaamheid bij de TU Eindhoven. Hij ontving deze prestigieuze award uit handen van Richard Tieskens, directeur vastgoedbeheer. Meulen krijgt de WKO Duurzaamheid Award voor zijn inspanningen om de bodembronnen en Europa’s grootste ringleidingsysteem voor warmte en koude bij de TU/e verder te optimaliseren. Vanuit zijn rol als energiecoördinator en beleidsmedewerker duurzaamheid zorgde Meulen ervoor dat duurzaam gebouwbeheer onderdeel werd van het huisvestings- en energiebeleid op de TU/e.

Voortvarende aanpak De jury zegt in haar toelichting; Het wko-systeem van de TU/e kon, dankzij de ambitieuze visie van Meulen, uitgroeien tot een collectief ‘gebieds-wko’ waarop 32 bronnen en 19 panden zijn aangesloten”. In het juryrapport loven zij de voortvarende aanpak van Meulen op het gebied van energiebesparing via energieprestatiecontracten. “Hij staat open voor nieuwe ideeën om de wko-prestatie te verbeteren en deelt zijn kennis graag op bescheiden wijze met interne en externe collega’s.”

Nog vier genomineerden De jury bestond dit jaar uit Rinske de Jong, Wouter Wienk en Roger Ravelli van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en Dick Westgeest, voorzitter van het Gebruikersplatform Bodemenergie. Uit de vijftien kandidaten die marktpartijen eerder dit jaar voordroegen, nomineerden zij vijf eindgebruikers voor de jaarlijkse WKO Duurzaamheid Award. Naast Thijs Meulen waren de andere genomineerden: Wim Verdonk, hoofd technische dienst bij NIOOKNAW, Fred Ekhart & Nardie Kemp, gebouwbeheerder en technisch projectspecialist bij de Rabobank, Bart van Meurs en Leen van Leeuwen, productontwikkelaar en beheerder bij Koppert-Cress en Henk van der Steen, coördinator technische zaken bij de Hogeschool Leiden.

Rijksvastgoedbedrijf richting EnergieNeutraal De uitreiking van de WKO Duurzaamheid Award vond plaats tijdens het Nationaal Symposium Gebruikersplatform Bodemenergie. Dit jaar was de organisatie in handen van het Gebruikersplatform Bodemenergie en de NVDO. Samen willen zij het belang van duurzame en goed presterende bodemenergiesystemen onder de aandacht brengen. <

33


OPGELEVERD <

Strukton Rail wint PGO-contract Limburg

Strukton Rail gaat het dagelijkse onderhoud en storingsherstel aan het spoor in Limburg verrichten. Spoorbeheerder ProRail heeft het Prestatie Gericht Onderhoudcontract aan de aannemer gegund. De vijfjarige overeenkomst gaat 1 maart 2019 in. Strukton Rail onderhoudt dit spoor al sinds 1997. En voor die tijd werkten veel medewerkers ook al in dit gebied. “Een behoorlijk aantal monteurs werkte al in het gebied sinds de tijd dat NS nog het onderhoud van het spoor verzorgde,” zegt woordvoerder Irene van Dam van Strukton Rail. “Strukton is enorm blij met het nieuwe contract, aangezien er een zeer goed team zit met mannen uit de regio. Gebiedskennis is zeer belangrijk bij het realiseren van de Kritieke Prestatie Indicatoren (KPI’s)”. Strukton heeft al meerdere onderhoudscontracten in de regio. Het spoorbedrijf verzorgt het onderhoud van de sporen op het industrieterrein van Chemelot/DSM en van de technische installaties in de Koning Willem-Alexandertunnel. “Hierdoor kunnen we optimale combinaties maken. We zorgen ervoor dat zowel de monteurs bij Chemelot als bij ProRail/PGO Limburg en de Koning Willem-Alexander tunnel over de juiste bevoegdheden/competenties beschikken om op piekmomenten op elkaars contracten bij te springen. Voorbeelden hiervoor zijn tunnelsluitingen voor Rijkswaterstaat, overwegvernieuwingen bij Chemelot en spoor- en wisselvernieuwingen bij ProRail”. Strukton kan het werk voor een deel met eigen mensen invullen, temeer omdat zij in dit gebied al een professioneel en ervaren team hebben. “Voor pieken in het werk en voor bepaalde werkzaamheden, zoals snoeien, huren wij mensen in. Ook hebben we een gecombineerde storingsdienst wat ons in staat stelt om snel en betrouwbaar storingen op te lossen”.

Foto: Bouwfotografe.nl

34 februari 2019

> Innovaties. Het contract gaat in op 1 maart 2019, maar Strukton Rail was enkele maanden daarvor al bezig met het doorvoeren van innovaties, legt Van Dam uit. “De meeste wissels worden voorzien van ons Preventief Onderhoud- en Storingsdiagnosesysteem Strukton (POSS) en er wordt volop ingezet op preventief onderhoud”. Ook worden 400 hekken, poorten en vluchtdeuren voorzien van Strukton Action Detection (SAM), een Internet of Things-oplossing die realtime inzicht geeft of alles goed afgesloten is. “Vanuit ons Control Centre in Utrecht wordt het team in Limburg vervolgens aangestuurd om ervoor te zorgen dat hekken gesloten zijn voordat onbevoegden deze hebben kunnen passeren”.


‘Veel innovaties komen vanuit onze eigen vakmensen’ Voor het bepalen van de onderhoudstoestand op en rond het spoor, zal er onder andere gebruik worden gemaakt van 360-graden camerabeelden. Daardoor zijn veranderingen snel inzichtelijk, zegt Van Dam. Een andere innovatie betreft de combinatie van een meetvoertuig en een stopmachine waardoor afwijkingen in de spoorgeometrie worden voorkomen. “Wij werken zoveel mogelijk met eigen mensen en investeren continu in de ontwikkeling en opleiding van onze mensen. Dat maakt het juist ook aantrekkelijk om bij ons te werken. Veel innovaties komen vanuit onze eigen vakmensen. Hoe inspirerend is het dan om deze vervolgens zelf te mogen uitwerken en implementeren”, aldus Van Dam.

> Flora en fauna. Bovendien is het gebied waarop het contract betrekking heeft uniek: het grenst aan twee landen, met drie grensoverschrijdende baanvakken naar België en twee naar Duitsland. “Door het glooiende karakter lijkt het een stukje buitenland in Nederland.” Maar het is ook een technische uitdaging: “Er zijn veel verschillende beveiligingstypen met drie verschillende voltages op de bovenleiding”. Ook moet rekening worden gehouden met de dieren en planten in Limburg. “Flora en fauna zijn zeldzaam, met onder meer de levendbarende hagedis en de vuursalamander. Limburg zal het eerste PGO-contract worden waar per landschapstype andere eisen worden gesteld aan de begroeiing van de spoorbermen. Het onderhoud hiervan vormt hierdoor een belangrijk onderdeel van het contract”.

Foto: Bouwfotografe.nl

er precies moet gebeuren. Dat zou ruimte geven aan de aannemer om het onderhoud op basis van eigen vakkennis uit te voeren en daarbij innovaties in te zetten om bijvoorbeeld efficiënter te werken.

> Combinatie. De PGO-contracten heben een looptijd van vijf jaar. Dat is een relatief korte looptijd om langetermijninnovaties door te voeren. Van Dam; “Onze grootste innovaties ontwikkelen wij over de contracten heen, in Nederland en in onze andere thuislanden, gebaseerd op de ontwikkelingen in de wereld en de behoeftes van onze klanten. Een voorbeeld is het steeds optimaler benutten en combineren van data. Daarvoor gebruiken wij de kennis en ervaring van onze vakmensen en slimme algoritmes. Zo zijn wij steeds beter in staat onderhoud te voorspellen”. In dit contract is Strukton het meest trots op het feit dat zij, door het gebruik van slimme innovaties, in staat zijn om de hinder voor de uiteindelijke klant zo gering mogelijk te houden. Voorbeelden hiervoor zijn sensoren die de temperatuur van de wisselverwarming volgen en de storingsmonteur melden wanneer een grenswaarde wordt overschreden. “Verder zijn we in staat met de nieuwste technieken van Rail Restore het probleem van de gladde sporen effectief en efficiënt op te lossen. Een derde innovatie behelst het gebruik van sensoren die openstaande hekwerken signaleren en zo het probleem van spoorlopers aanpakken”. “Overall zijn we met al deze innovaties bezig om voorspellend onderhoud te realiseren en de klanthinder te minimaliseren”. <

> Prestatie Gericht Onderhoud. Het Nederlandse spoor is opgedeeld in onderhoudsgebieden, elk met een eigen aannemer die het spooronderhoud pleegt. Eind 2019 zijn alle onderhoudsgebieden in concurrentie aanbesteed volgens PGO. Het doel van Prestatie Gericht Onderhoud is om hogere kwaliteit tegen lagere kosten te realiseren. ProRail en aannemers spreken resultaatverplichtingen af en niet wat

Innovaties die verder worden toegepast 1. Automatische beeldherkenning van videoschouwbeelden op elektrische isolatielassen 2. Nieuw software platform waarbij alle informatie uit diverse afzonderlijke systemen inzichtelijk wordt en ondersteunt in het snel nemen van de juiste beslissingen:Willowrail 3. Geautomatiseerd meten van de rijdraad dikte mbv draaddata 4. Wegslijpen van spoorstaafgebreken dmv watercutting

Irene van Dam, Woordvoerder Strukton Rail Foto: Tjitske Sluis

35


INTERVIEW <

Annet Jonk, Directeur Mededinging en Consumenten bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat Foto: Bart van Vliet

Samen werken aan wat

Werkt 36 februari 2019

“Er lag best wel wat frustratie. Bij ondernemers: waarom het allemaal zo gedetailleerd moet. Waarom er zo onnodig veel eisen worden gesteld. En er werd gemopperd als er na een afwijzing weer geen goede motivatie volgde. Maar ook bij aanbestedende diensten: waarom er zoveel vragen gesteld worden of voorwaarden en waarom sommige bedrijven voor het minste of geringste naar de rechter stappen. Nee, het werd tijd om ondernemers en aanbestedende diensten samen te laten werken aan oplossingen voor de praktijk; dat is de kern van Beter Aanbesteden�.


‘Dialoog tussen aanbestedende diensten en marktpartijen vergemakkelijken’ woordiger aangesteld en die heeft een club mensen (ondernemers, inkopers) om zich heen verzameld aan de zogenaamde regiotafel. En aan die regiotafels werden de problemen die het aanbesteden met zich meebracht, geïnventariseerd en besproken”. Die vijf tafels hebben hun bevindingen, en in een aantal gevallen ook al mogelijke oplossingen, doorgegeven aan een landelijk overleg. Dat overleg, bestaande uit de regiovertegenwoordigers, VNO-NCW/MKB-NL en enkele brancheorganisaties, VNG, PIANOo, wetenschappers en advocaten, heeft al die bevindingen bekeken, besproken, en soms samengevoegd tot wat er nu ligt: 23 actiepunten”.

Aan het woord is Annet Jonk, directeur Mededinging en Consumenten op het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. “Aan de Aanbestedingswet van 2012 zelf (dus hoe ‘ie geschreven en opgesteld was), bleek niet zoveel mis te zijn. Het probleem lag bij de uitvoering van de wet. Kijk, idealiter biedt aanbesteden kansen. Voor de overheden op een optimale realisatie van beleidsdoelen. En voor ondernemers op de mogelijkheid om een mooie opdracht binnen te halen. Maar dat ideaalbeeld werd vertroebeld door gekibbel over geschiktheidseisen, selectiecriteria, beoordelingssystematiek en gunningscriteria. Over technische punten dus, terwijl de onderliggende problemen meer in de communicatiesfeer leken te zitten”.

> Oplossingen. Jonk; “Omdat de problemen eigenlijk terug te voeren waren op een slechte samenwerking tussen ondernemers en aanbestedende diensten, vonden wij dat we daar, op en met de werkvloer, ook de oplossingen moesten zoeken. Om een lang verhaal kort te maken: we hebben het land opgedeeld in vijf regio’s. In elke regio hebben we, of liever gezegd de aanjager (die destijds door minister Kamp was aangewezen) een regiovertegen-

> Kansrijk. “Die actiepunten zijn heel divers” zegt Jonk. “Het gebruiken van een evaluatieformulier om inschrijvers de gelegenheid te bieden de aanbesteding te beoordelen. Het verspreid door het land organiseren van marktdagen om de dialoog tussen de aanbestedende diensten en marktpartijen te vergemakkelijken. Of het opstellen van een handreiking tenderkostenvergoeding. Daar zijn we natuurlijk hartstikke blij mee: de identificatie van 23 probleemgevallen met elk een kansrijke oplossing. Maar minstens net zo belangrijk als die oplossingen, vind ik het proces er naar toe. De regiotafels boden de partijen de mogelijkheid elkaar te spreken buiten een lopende aanbestedingsprocedure om. Dat werkte verhelderend, zorgde voor begrip voor elkaars situatie en dat maakte de geesten rijp voor ideeën over oplossingen. Ik heb veel waardering voor de teamleden. Ze zijn over hun eigen schaduw gestapt, ze hebben de bereidheid getoond naar elkaar te luisteren en ze hebben samengewerkt aan een cultuuromslag: hoe kunnen we onze manier van werken zodanig inrichten dat dit over en weer tot minder frustratie leidt”. > Resultaten. “Van die 23 actiepunten zijn er inmiddels acht opgeleverd. En op die vijftien anderen zit nog een hoop energie. Ik verwacht dat we die halverwege dit jaar ook op de rit hebben”. Is het dan daarmee over en uit met alle chagrijn in aanbestedingsland? “Nee, want een aanbesteding kent nu eenmaal maar één winnaar. Maar we weten nu dat communicatie, het aangaan van de dialoog, helpt. Door die dialoog krijgen overheid en ondernemers in ieder geval meer begrip voor elkaars positie en worden onnodige problemen vermeden. Zie de actieagenda als een startpunt voor verbetering, als een begin van een aanpak om te komen tot een betere aanbestedingspraktijk. Wil die aanpak slagen, dan moeten we met elkaar blijven praten”. <

37


WET EN REGELGEVING <

ISO 55002:

2018 richtlijnen voor de toepassing van Asset

Management

Oorspronkelijk uitgebracht in het begin van 2014 als onderdeel van de ISO 55000 serie, biedt de tweede editie van ISO 55002 nieuwe richtlijnen voor het implementeren van een managementsysteem voor Asset Management die passen bij het kader en de eisen zoals gedefinieerd in de populaire assetmanagementnorm ISO 55001.

De voorzitter van ISO/TC251 (de ISO commissie die verantwoordelijk is voor de ISO 55000-serie) Rhys Davies becommentarieert; “De ISO 55000-serie werd oorspronkelijk gepubliceerd in 2014 en omvat drie normen: 55000 legt uit waarom een organisatie behoefte heeft aan een managementsysteem voor Asset Management, terwijl 55001 de werkelijke eisen van de norm schetst, dat wil zeggen wat een organisatie moet doen om te voldoen aan de norm. En ten slotte biedt 55002 richtlijnen hoe de norm toe te passen en te voldoen aan de 184 vereisten van 55001”.

De belangrijkste kenmerken van de nieuwe ISO 55002:2018 • Voor alle onderdelen van het assetmanagementsysteem is bekeken wat de relatie is met de "basisbeginselen" van de ISO 55000 (waarde, afstemming, leiderschap en waarborging) en hoe die onderdelen zo kunnen worden ingevuld dat ze bijdragen aan het bereiken van deze basisbeginselen • Bij de toelichting op de vereisten van ISO 55001 is waar relevant onderscheid gemaakt tussen hoe die eisen van toepassing zijn op het assetmanagementsysteem, het assetmanagement en de assetportfolio • Er zijn veel bijlagen toegevoegd over dwarsverbanden in assetmanagement die in de hoofdtekst van de norm regelmatig terugkomen. Onder andere bieden de bijlagen uitgebreide toelichting op de inhoud van een Strategisch Asset Management plan (SAMP), op de relatie tussen Risico- en Asset Management, het begrip 'waarde van asset' (wat breder is dan 'financiële waarde'), en over hoe ISO 55001 toe te passen in organisaties van alle groottes. Waarbij de rollen van asset owner, assetmanager en service provider op verschillende manier gealloceerd kunnen zijn.

38 februari 2019

> Experts verzameld. Een groep van dertig internationale experts in Asset Management werkt onder leiding van Ton van Wingerden, principal consultant DNV GL O&G, om ISO 55002 te herzien. “Bij het schrijven van de eerste versie van ISO 55002 was het moeilijk te voorspellen waar de grootste uitdagingen bij de toepassing van norm voor Asset Management zouden zitten en waar dus behoefte voor richtlijnen was. We hebben daarom vier jaar feedback en ervaringen van vroege adopters van de norm verzameld en daarvan veel geleerd. Die feedback was de basis voor deze belangrijke revisie. Ik had het voordeel dat veel van de deskundigen die het origineel 55001 ontwikkelden, nu ook aan mijn team deelnamen. Dat betekende dat ik een zeer sterk team had voor de nieuwe 55002, met de zekerheid dat we trouw zouden blijven aan de geest van de oorspronkelijke eisen uiteengezet in 2014. Ik ben erg blij met het resultaat. Het is een sterk document, en de officiële ISOstemming om het document vrij te geven bevestigde dit aangezien geen enkel land tegen heeft gestemd”. > Relevantie. Betreffende het succes van de ISO 55000-serie tot nu toe, verklaart Davies; “De ISO 55000 serie is reeds vertaald naar twaalf landen, een krachtige bevestiging van zijn relevantie en populariteit wereldwijd. Het integreren van meer advies over de toepassing van Asset Management in de nieuwe richtlijn is enorm belangrijk, omdat de invoering van een managementsysteem nooit makkelijk is en goede toelichting op de eisen daarom van cruciaal belang is. Wij geloven dat de nieuwe 55002 richtlijnen de invoering van dit managementsysteem door allerlei organisaties over de hele wereld aanzienlijk zal versnellen”. > Aan de slag. Boudewijn Neijens (Copperleaf Technologies) is blij met de komst van 55002. Dat de ISO 55000 normenserie van grote waarde kan zijn op organisatieniveau, is evident. Maar wat betekent dit voor de maintenanceprofessional? Neijens is daar duidelijk over; ”Asset Management heeft als doel ervoor te zorgen dat de assets van een organisatie over hun gehele levenscyclus waarde blijven toevoegen.


ISO/TC 251 voorzitter Rhys Davies (rechts) en werkgroepleider Ton van Wingerden (links) presenteren het eerste exemplaar van ISO 55002:2018 aan Anton van der Sanden, directeur transport & planning bij RHDHV Foto: NEN

Dat wil zeggen dat ze een positieve bijdrage leveren aan het realiseren van de strategische en operationele doelstellingen van de organisatie. Onderhoud moet zo worden gepland en uitgevoerd, dat de assets in een goede conditie blijven en zo nodig worden aangepast aan de veranderde omstandigheden zodat hun toegevoegde waarde voor de organisatie en haar stakeholders wordt gewaarborgd. Maintenanceprofessionals moeten dus goed op de hoogte zijn van de doelstellingen van het Asset Management van hun organisatie om daar met onderhoudsprogramma's op aan te sluiten. Hier speelt ISO 55002 een belangrijke rol: het vertalen van de algemene concepten van 55001 naar de dagelijkse praktijk. De nieuwe richtlijnen zijn veel duidelijker en gaan dieper dan de oorspronkelijke 55002”. <

‘Integreren van meer advies in de standaard is enorm belangrijk’ 39


Smeertechnisch onderhoud optimaliseren?

lubrication

services

www.vanmeeuwen.com

MN2019-advertentie-185x118.indd 1

40 februari 2019

systems

Maak kennis met SMTO®2020 van Van Meeuwen Services Begin gedegen en goed voorbereid aan het optimaliseren van het smeertechnisch onderhoud. Wij helpen graag met de eerste stap. Bel of mail en vraag naar de mogelijkheden.

chemicals

The Netherlands +31 (0)294 494 494

education

Maak zelf je keuze uit 3 opties

Belgium +32 (0)53 76 76 00

17-1-2019 15:27:53


Kort Zo compleet is een Project STUNNING richt zich op de ontwikkeling van een multi-functionele en geïntegreerde romp van thermoplast composiet materiaal voor grote vliegtuigen voor de korte tot middellange afstand. De STUNNING-romp zal leiden tot aanzienlijke besparing in gewicht met de bijbehorende reductie in CO2- en NOx-emissies. Daarnaast worden de maak- en assemblagekosten gereduceerd en zal productietechnologie worden ontwikkeld voor de hoge volumes die nodig zijn. STUNNING is essentieel voor de competitiviteit van de Nederlandse luchtvaartindustrie en haar toeleveranciers.

Omschrijving STUNNING levert de helft van een grote rompdemonstrator op volledige schaal. De kennis opgedaan tijdens de ontwikkeling en het maken van deze demonstrator wordt gebruikt om het STUNNINGconcept voor de multi-functionele geïntegreerde thermoplast romp te ontwikkelen. Daartoe is het ook nodig om innovatieve thermoplast maaktechnologie te ontwikkelen passend bij geïntegreerde functionaliteit, efficiënte assemblage en hoge productievolumes. Tegelijkertijd moet de simulatietechnologie ontwikkeld worden om met een hoge nauwkeurigheid van concept tot en met fabricage de eigenschappen van thermoplast romp te voorspellen en te beheersen.

‘Teameffort essentieel binnen het project’ Thermoplast composiet Foto:NVDO

Ontwerpstudie In 2019 richt het NLR-onderzoek zich op de afronding van het concept ontwerp van de grote rompdemonstrator en het identificeren van technologieën die daarin al gedemonstreerd kunnen worden. Het detailontwerp van de demonstrator wordt gestart, waarin het NLR zich vooral richt op de buitenschaal van de romp, waarvan de huid door het NLR automatisch zal moeten worden gelegd (na 2019). Parallel worden technologieën ontwikkeld, geverifieerd en gevalideerd voor de grote demonstrator en daarnaast ook op lager TRL niveau.

Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum Missie NLR maakt lucht- en ruimtevaart duurzamer, veiliger, efficiënter en effectiever. De innovatieve oplossingen en praktische adviezen versterken de concurrentiekracht van het bedrijfsleven en dragen bij aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. NLR werkt op objectieve wijze, voor en mét het (inter)nationale bedrijfsleven en overheidsinstanties. Visie De uitdagingen in de luchtvaart zijn altijd groter dan de mogelijkheden van vandaag. Alleen het continu verbinden van een diepgaand inzicht in de klantbehoefte met toonaangevende kennis en onderzoeksfaciliteiten maakt snel innoveren mogelijk. NLR is hier de verbindende schakel tussen wetenschap, bedrijfsleven en overheid.

Er wordt een ontwerpstudie gemaakt van verschillende rompconcepten. Voorwaarde voor deze concepten is dat deze door middel van een geautomatiseerd fabricageproces gemaakt moeten kunnen worden van thermoplastisch composiet materiaal. Fabricage-experimenten (vooral fibre placement) ten behoeve van het ontwerp, zullen worden uitgevoerd. Hierbij zijn first ply deposition (hoe leg je met behulp van een fibre placement robot de eerste laag composiet materiaal op een mal die is behandeld met een lossingsmiddel?) en integratie van verstijvers op het huidveld tijdens fibre placement, belangrijke onderzoeksvragen. De geïntegreerde benadering, in combinatie met geavanceerde productietechnieken, zal de productiekosten en samenbouwtijd aanzienlijk verlagen. Om de overall doelstellingen te halen, voorbij de huidige ‘State of the Art’, zullen technologieën worden ontwikkeld tot TRL 6. In een gezamenlijke en simultane STUNNING team effort, worden advanced design principles, innovatieve systeem architecture, advanced materials en processen toegepast om te komen tot high potential oplossingen voor de next generation vliegtuigrompen.

Eerst onderzoek, dan productie In 2019 wordt onderzoek gedaan naar Requirements voor demonstratoraanpassing aan de hand van de laatste ontwikkelingen. Tevens wordt onderzoek uitgevoerd aan 'heat issues met fibers' gedurende het automated fiber placement (AFP)-proces van onderdelen en bij het samenvoegen van onderdelen, en hoe dit te modelleren en te ondersteunen. De simulatietechnologie biedt dan ook een omgeving om het productieproces in te regelen met eventuele optimalisatie voordat de daadwerkelijke productie op gang komt. <

41


VEILIG WERKEN <

Gezond weer naar huis

Gevaarlijke stoffen (vloeistoffen, gassen of vaste stoffen die een risico vormen voor de gezondheid of veiligheid van werknemers) komen op vrijwel alle werkplekken voor. Jaarlijks overlijden ruim 3.000 mensen in Nederland aan beroepsziekten. Nog eens tienduizenden mensen worden ziek van hun werk. Bewustzijn en inzicht over werken met gevaarlijke stoffen bij zowel werkgevers als werknemers, is een eerste belangrijke stap om beroepsziekten te voorkomen.

Natuurlijk wil iedereen graag aan het einde van de werkdag weer gezond naar huis. Maar de risico’s die werkzaamheden met zich meebrengen, worden nog weleens onderschat. De aandacht richt zich vaak met name op acute risico’s, zoals valgevaar of snijgevaar bij het werken met machines. Ter vergelijking: in 2017 overleden er in Nederland 70 mensen als gevolg van een arbeidsongeval op het werk. Voor risico’s die zich minder acuut aandienen, is vaak minder aandacht. Bijvoorbeeld voor het werken met gevaarlijke stoffen, waarbij blootstelling soms nog tientallen jaren later gezondheidsproblemen oplevert.

> Maatregelen en Kostenbesparing. Werkgevers zijn verplicht om maatregelen te nemen die medewerkers beschermen tegen blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Maar volgens de Inspectie SZW ontbreekt het nog vaak aan kennis en inzicht, waardoor onvoldoende maatregelen worden genomen. Medewerkers blijken niet altijd goed op de hoogte te zijn van de stoffen waar ze mee werken en de risico’s en maatregelen. Terwijl het gedrag van werknemers uiteindelijk het verschil maakt tussen wel of niet veilig en gezond werken.

Foto: NVDO

42 februari 2019

Een goede inventarisatie van en kritische blik op stoffen in het bedrijf zijn essentieel om maatregelen te kunnen nemen. Tegelijkertijd kan dit leiden tot kostenbesparingen. Door innovaties en nieuwe ontwikkelingen, komen er nieuwe producten op de markt die mogelijk beter werken of goedkoper zijn. Soms kan er direct een verbeterslag worden gemaakt in het proces. Het loont dan ook om ontwikkelingen op de markt goed in de gaten te houden.

> STOP-strategie. Voor het nemen van maatregelen geldt een vaste volgorde, die bekend staat als de STOP-strategie: 1. Substitutie Vervangen van een product door een niet of minder gevaarlijk product. Let hierbij ook op innovaties die op de markt komen 2. Technische maatregelen Maatregelen die helpen de blootstelling te voorkomen, zoals een afzuiginstallatie, lokale ventilatie of het afschermen van bron 3. Organisatorische maatregelen Maatregelen die ervoor zorgen dat minder medewerkers worden blootgesteld, bijvoorbeeld door te werken in afgescheiden ruimtes. Taakroulatie kan de blootstelling per medewerker verlagen 4. Persoonlijke beschermingsmiddelen Onder andere ademhalingsbescherming, handschoenen, werkkleding Deze STOP-strategie is niet vrijblijvend: alleen indien de investering onevenredig hoog is, kan voor een oplossing van een lager niveau worden gekozen. Nog veel te vaak wordt direct naar persoonlijke beschermingsmiddelen gegrepen, terwijl er ook andere (niet gevaarlijke) stoffen beschikbaar zijn of er mogelijkheden zijn om technische of organisatorische maatregelen te nemen. Bij CRM-stoffen (kankerverwekkende, reproductietoxische en mutagene stoffen) is het zelfs altijd verplicht, ongeacht de kosten, om deze stoffen te vervangen door minder gevaarlijke stoffen indien die op de markt beschikbaar zijn. De Zelfinspectietool gevaarlijke stoffen van de Inspectie SZW helpt op een gestructureerde manier te inventariseren en maatregelen te nemen. In de tool zijn toelichtingen opgenomen en links naar verdiepende informatie. Kijk op www.zelfinspectie.nl/gevaarlijkestoffen voor meer informatie.

> Gedrag. Het gedrag van medewerkers is bepalend als het gaat om een veilige en gezonde manier van werken. Goede voorlichting is dan ook essentieel. Medewerkers moeten goed begrijpen waar ze mee werken en welke risico’s dit op korte én op lange termijn met zich meebrengt. Voor een gezonde toekomst, moet er nú serieus omgegaan


Foto: Nederlands Focal Point

worden met blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Medewerkers weten zelf vaak het beste hoe ze werken en hoe maatregelen goed passen in het werkproces. Door ze mee te laten denken ontstaat er bovendien meer draagvlak en betrokkenheid. Worden maatregelen omzeild of genegeerd? Dan is het belangrijk om na te gaan waarom dat gebeurt. Is men niet goed op de hoogte van de regels? Kan men niet lekker werken door de afschermingen, of zitten de PBM’s niet goed? Ook tijdsdruk kan ervoor zorgen dat medewerkers ‘even snel’ iets doen zonder de vereiste maatregelen te nemen. Probeer maatregelen zo goed mogelijk te integreren in het werkproces en creëer de juiste randvoorwaarden, zoals goed passende PBM’s en voldoende tijd. Op die manier wordt veilig en gezond werken de standaard. Zorg dat er een sanctiebeleid is voor het geval dat maatregelen moedwillig worden genegeerd.

> Wetgeving. Het inventariseren van gevaarlijke stoffen, het nemen van maatregelen en het toezien op de toepassing van die maatregelen, is wettelijk verplicht. Als door een ongeval of tijdens een inspectie blijkt dat de werkgever niet aan deze zorgplicht voldoet, kan dit hem duur komen te staan. Indien er sprake is van een macho-cultuur, waarbij bijvoorbeeld het gebruik van PBM’s wordt gezien als ‘iets voor mietjes’, kan dit door de rechter als falend toezicht worden gezien. Het is onvoldoende om een paar keer te wijzen op het gebruik van maatregelen. Net zoals alcoholgebruik op het werk niet wordt geaccepteerd, mag ook het negeren van veiligheidsmaatregelen niet worden getolereerd.

> Europese aandacht. De cijfers rond beroepsziekten zijn al jaren ongewijzigd. Om meer bewustzijn te creëren over de risico’s op beroepsziekten, is het Ministerie van SZW een campagne gestart (www. arboportaal.nl/campagnes/veilig-werken-met-gevaarlijke-stoffen). De Inspectie SZW inspecteert intensief op gevaarlijke stoffen. Ook op Europees niveau heeft het werken met gevaarlijke stoffen volop aandacht. Er wordt onder andere gewerkt aan: • Het op Europees niveau gelijktrekken van grenswaarden voor blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Er zijn voor 31 stoffen nieuwe grenswaarden vastgesteld. De komende tijd zal dit voor nog meer stoffen gebeuren

‘Meer draagvlak en betrokkenheid met betrokken medewerkers’ • Het beheersen van kankerverwekkende stoffen. Binnen Europa delen bedrijven en organisaties via de Roadmap on Carcinogens (www. roadmaponcarcinogens.eu) oplossingen en goede praktijken om kanker door werken met gevaarlijke stoffen te stoppen. Werk je met kankerverwekkende stoffen? Meld je dan aan als ‘friend’ en blijf op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen <

Wat zijn gevaarlijke stoffen? Bij gevaarlijke stoffen denkt men al snel aan asbest, giftige lasdampen en natuurlijk Chroom-6. Maar ook ogenschijnlijk onschuldige stoffen, zoals houtstof, kunnen tot ernstige ziekten leiden. Stoffen brengen verschillende risico’s met zich mee die kunnen leiden tot (langdurig) verzuim, (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid en, in het ergste geval, overlijden. Zo zijn er risico’s op allergieën, huidziekten, kanker, reproductieproblemen en geboorteafwijkingen, ziekten aan de luchtwegen en vergiftiging. Daarnaast spelen bij sommige gevaarlijke stoffen ook veiligheidsrisico’s, zoals brand, explosie of verstikking. Gevaarlijke stoffen kunnen in het bedrijf op veel plekken voorkomen. Denk aan stoffen die gebruikt worden bij de productie, stoffen die gemaakt worden, vrijkomen bij proces of op voorraad zijn. Kijk op https://osha.europa.eu/nl/themes/dangeroussubstances voor meer informatie over de risico’s, opkomende risico’s, preventieve maatregelen en wetgeving. Op https:// roadmaponcarcinogens.eu/facts/fact-overview staat meer informatie over kankerverwekkende stoffen, waaronder factsheets.

43


PROJECT <

Samenwerking HDSR voor komende jaren Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) in Houten heeft de combinatie Balance-APPM voor de komende twee jaar geselecteerd als samenwerkingspartner voor de raamovereenkomst Detacheringsdiensten. Hierbij is er de optie om deze samen-werking tweemaal een jaar te verlengen. De samenwerking tussen HDSR en Balance-APPM heeft betrekking op alle percelen waarop is ingeschreven: Projectmanagement, Projectbeheersing, Omgevingsmanagement, Contract-management en Asset Management. “Wij zijn erg trots op het feit dat HDSR ons op alle percelen de hoogste score heeft toegekend tijdens de aanbestedingsprocedure en bij twee percelen zelfs de maximale score” zegt Edgar Peijnenborgh, businessmanager waterschappen bij Balance.

> Partners in Waterschappen Peijnenborgh staat er niet alleen voor. “Ons Balanceteam in het partnership bestaat uit mijzelf en twee collega’s. We hebben allemaal een achtergrond in Waterbeheer en werkervaring bij een adviesbureau. Hierdoor begrijpen we goed wat de inhoud van de projecten bij het waterschap is. Zelf ben ik al ruim 10

‘Samenwerking en vertrouwen binnen het team is essentieel’ Edgar Peijnenborgh Foto: Balance

44 februari 2019


Over Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden HDSR is één van de 21 waterschappen in Nederland en zorgt voor veilige dijken, schoon water en droge voeten in het zuidelijk deel van de provincie Utrecht en een klein deel van Zuid-Holland. HDSR heeft de komende periode, naast de reguliere kerntaken en opgaven, ook een aantal grote en complexe projecten voor te bereiden en uit te voeren. Hierbij gaat het onder meer om de versterking van 55 km Noordelijke Lekdijk, versterking en instandhouding van de 100 km regionale waterkeringen en verbetering van de zoetwater aanvoer in het project KWA+.

jaar accountmanager voor de waterschappen en ken de cultuur van elk waterschap goed. Daardoor kunnen we ook goed een inschatting maken van het type persoon dat bij een klant past. Dat is ook één van de redenen waarom we de samenwerking met APPM gezocht hebben. Zij staan daar namelijk net zo in als wij. Zo vormen we op alle thema’s een synergetisch geheel waarbij we voor het resultaat gaan en financiële voordelen niet op de eerste plaats staan. En dat beste resultaat is als wij de perfecte kandidaat voor HDSR hebben gekozen die vol enthousiasme de opdracht bij HDSR invult”.

> Water; Beheer en Veilig. “Mijn doel is om een bijdrage te leveren aan het waterbeheer en de waterveiligheid van Nederland. Daar is het eigenlijk best goed mee gesteld in ons land, misschien wel omdat we het aan de voorkant goed hebben geregeld”. Waterschappen zijn verantwoordelijk voor de regionale wateren, zoals kanalen en poldervaarten. Ze zorgen er bijvoorbeeld voor dat het water schoon is, zodat de visstand op peil blijft. Waterschappen beschermen het land ook tegen overstromingen en zorgen ervoor dat landbouwers voldoende water hebben voor hun gewassen. Ook zorgen ze voor zuivering van afvalwater. Door de juiste mensen voor HDSR te vinden op projecten zoals de versterking van de Lekdijk en de renovatie of nieuwbouw van waterzuiveringen zoals Utrecht, kan ik daar op mijn manier een bijdrage aan leveren”.

> Team van grootste belang. Aansluitend bij de marktvisie van de waterschappen en het zorgvuldig blijven uitvoeren van zowel de kerntaken als bijzondere opgaven en vraagstukken van het waterschap, verbindt Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden zich aan partners om daarmee een kwalitatieve flexibele schil rondom de organisatie te creëren. “Daar dragen wij heel graag aan bij door de juiste mensen op de juiste plekken te zetten. Dat begint bij goed luisteren en bestudering van het team bij HDSR. Het is van groot belang dat wij daar vervolgens de juiste professionals bij vinden waarbij wij dus vooraf heel goed over-

wegen of hij/zij in zo’n reeds bestaand team past”. Het gaat volgens Peijnenborgh dus niet alleen om vakinhoudelijke kennis, maar zeker ook om de soft skills en de klik met het team van HDSR. “Het zijn projecten met grote maatschappelijke impact. Het is daarom van groot belang dat het project soepel verloopt. Dat kan alleen als het projectteam een geoliede machine is. Samenwerking en vertrouwen binnen het team is daarom essentieel”.

> Krapte op de arbeidsmarkt. Er zijn nog geen problemen opgetreden om de personele invulling in de samenwerking te realiseren. Balance en APPM hebben de beschikking over zo’n 250 professionals in vaste dienst en een flexibele schil van nog eens 100 vakmensen. Balance beschikt over een database van 3.000 kandidaten en door de samenwerking met APPM ontstaat de mogelijkheid om nog meer professionals te benaderen. Een geschikte professional vinden is niet altijd even makkelijk. Peijnenborgh; “Als het nodig is, gaan we creatief om met de krapte op de arbeidsmarkt, want HDSR geeft ons slechts een paar dagen de tijd om goede kandidaten te vinden. Een mooi voorbeeld hiervan is de functie van Omgevingsmanager bij RWZI Overvecht, Utrecht. Hier hebben we iemand ingezet die beschikte over een juridische achtergrond en niet over een technisch inhoudelijke. Deze persoon had geen waterschapervaring, maar wel ervaring in het omgevingsmanagement bij Rijkswaterstaat en de juiste soft skills om goed binnen een IPM-team te functioneren”. De combinatie Balance-APPM heeft inmiddels vier professionals kunnen inzetten op de diverse opgaven van het waterschap. “Wij hebben veel zin in deze samenwerking, waarin onze kwaliteit om te verbinden en te versterken optimaal tot zijn recht komt”. <

45


Grote

TECHNIEK <

innovatievraag Amsterdam

Er staan grootschalige plannen op de agenda van de gemeente Amsterdam waarvoor veel technici nodig zijn. Honderden bruggen en kilometers kade zijn aan vervanging of renovatie toe. Openbare ruimtes moeten opnieuw worden ingericht vanwege het veranderende klimaat en de energie-transitie.

Een gigantische uitdaging, want tijdens de werkzaamheden moet de binnenstad ook nog eens bereikbaar blijven. De inzet van innovatieve techniek kan hierbij uitkomst bieden. Jean-Paul Rocour, Hoofd Stedelijk Beheer van de gemeente Amsterdam, licht de omvang van de vervangingsgolf toe. “Neem bijvoorbeeld de bruggen. We hebben er zo'n zestienhonderd waarvan achthonderd voor het wegverkeer. Daarvan is meer dan een kwart ouder dan honderd jaar en staan er veel nog op houten palen”. Deze bruggen hebben in de loop van de tijd een zwaardere belasting moeten doorstaan dan waarvoor ze geconstrueerd waren. De aanscherping van het bouwbesluit leidt ook nog eens tot hogere veiligheidseisen. Kortom, een grote onderhoudsopgave waarvoor allereerst een onderzoek is gestart om de status van de bruggen vast te stellen: is er sprake van paalrot, scheurvorming en welke bruggen zijn het meest risicovol vanuit het oogpunt van veiligheid? Wat gebeurt er met de doorstroming van de stad wanneer er op meerdere plekken gelijktijdig werkzaamheden plaatsvinden?

‘Vervijfvoudiging van onze productiviteit’ 46 februari 2019

> Kades meer dan historie alleen. “En dit geldt ook voor onze kades”, aldus Rocour. “We hebben historische kades die ervoor zorgen dat de grond niet wegspoelt en zo de stad bij elkaar houden. Helaas zijn er veel boomwortels die de kades aantasten en zijn de kadefunderingen aan het bezwijken, waardoor ze tientallen centimeters zijn gaan uitwijken”. De gemeente verving in de afgelopen decennia zo'n vijfhonderd meter kade per jaar. Maar met tweehonderd kilometer aan kade en een levensduur van normaalgesproken zo'n honderd jaar, heeft Rocour aan de bel moeten trekken. De stad moet nu namelijk minstens twee kilometer kade per jaar vervangen om alles veilig te houden. “We willen het liefst een vervijfvoudiging van onze productiviteit. Daarnaast is het vervangen van kades in een dichtbebouwd gebied geen gemakkelijke taak. Zo moeten we afspraken maken met woonbooteigenaren en krijgen huiseigenaren de kans om hun funderingen aan te passen. Er zijn tijdelijke maatregelen nodig gedurende de werkzaamheden, zodat de woningen bereikbaar blijven. Dit alles leidt tot een grote innovatievraag, want hoe kunnen we met behulp van slimme technieken alles zo snel mogelijk en probleemloos vervangen? Dat is een uitdaging die we samen met de markt en bewoners moeten aangaan”.

> Andere factoren. Verder speelt de klimaatverandering een grote rol in de onderhoudsopgave. Rocour licht toe; “Door een toename van grote buien moeten we veel meer water bergen. Daarnaast moeten we maatregelen treffen tegen verdroging en temperatuurophoging in de openbare ruimte: de pleinen, parken en straten. Verdroging zorgt voor bodemdaling van de parken en door hevige, kortstondige neerslag komen ze onder water te staan”. Rocour denkt naast oplossingen ook in kansen. Op het moment dat je in een dichtbebouwde omgeving de infrastructuur op de schop neemt, kun je er meteen goed gebruik van maken om er meer mee


te doen. “Zo hebben we ook een afvalprobleem. Wellicht kunnen we bij het vervangen van de kades afvalsystemen ontwikkelen die in de kades passen, zoals ondergrondse containers of persleidingen. En we zouden in de kades een deel van de waterbergingen kunnen aanbrengen. In de toekomst willen we aardgasvrij zijn en hebben we een nieuw verwarmingssysteem nodig. Misschien kunnen we hiervoor alvast plek maken. Zo krijgen we multifunctionele kades”.

interessant vinden krijgen hier dus ook volop mogelijkheden. Aannemers en ingenieursbureaus gaan nu van alles meten. Wij krijgen van hen straks allerlei 3D-modellen toegestuurd en moeten onze systemen gaan ombouwen om al deze informatie te kunnen verwerken. Overigens zit er ook nog veel werk in het verbeteren van onze spullen in de openbare ruimte middels industriële automatisering. We willen bijvoorbeeld kijken hoe we met het Internet of Things het beheer hiervan beter op orde kunnen krijgen”.

> Bijzonder werk. Amsterdam heeft een heleboel technici no-

> Bovenaan de ladder blijven. Afgezien van al het bijzondere

dig om de grote onderhoudsopgave in goede banen te leiden. “En naast onze afdeling kunnen ze bij het stedelijk ingenieursbureau waar we veel mee samenwerken, ook goede mensen gebruiken”, voegt Rocour toe. Volgens hem is het werk stimulerend en is er ruimte voor creativiteit. Ten eerste is er de technisch intellectuele uitdaging voor bijvoorbeeld adviseurs op het terrein van assets: het in een rap tempo vervangen van de infrastructuur terwijl het verkeer kan blijven doorstromen en alles bereikbaar nog steeds bereikbaar is. Er is voldoende geld om werk weg te zetten en ook nog eens bestuurlijke urgentie. “En dat in de grootste stad van Nederland waar alle iconische werken vervangen moeten worden, zoals kades langs de Herengracht, de Magere Brug, de Amstelschutsluis en de Berlagebrug. En zelfs in de buitenwijken is er grootschalig onderhoud nodig”.

werk in het vooruitzicht, is Rocour nog het meest te spreken over de omslag van het bewustzijn van de stad. Hij is een jaar geleden aangenomen en heeft er sindsdien hard aan moeten werken om beheer en onderhoud bovenaan de agenda te krijgen. “Dat is gelukt. De mensen, de politiek, de stad: iedereen ziet het nu als een prioriteit. Er is motivatie om met behulp van innovatie en duurzaamheid meters te gaan maken. Hier zit ook meteen mijn zorg, want als we niet de sprong gaan maken, dan staat beheer en onderhoud in no time weer onderaan de ladder. We hebben technisch geschoolde mensen daarom keihard nodig om alle verwachtingen waar te maken”.

Ook voor contractmanagers en aannemers ligt er interessant werk, want de manier waarop de gemeente het werk uitbesteed aan de markt verandert. In de financiering van het onderhoud wil Rocour bij het bestuur pleiten voor meer structurele financiering. “We krijgen nu elke keer incidenteel geld voor vervangingen, maar ik wil met programma’s gaan werken, anders kan de markt ons nooit de innovatie geven die we nodig hebben. Aannemers hebben daar logischerwijs alleen interesse in wanneer ze meerdere bruggen of kilometers kade toegekend krijgen”.

> IoT inzetten. Een andere ontwikkeling die sterk in opkomst is in het beheer en onderhoud is de professionalisering van de informatievoorziening. De gemeente wil gaan werken met BIM en is bezig om driedimensionale databases op te zetten. Voor de organisatie hiervan is veel ICT-kennis nodig. Rocour; “Specialisten die dat

Kijk voor vacatures op de website van de gemeente Amsterdam! <

‘Beheer en onderhoud bovenaan de agenda’

Foto: NVDO

47


ONDERZOEK <

zzp’ers

Aantal eigen arbeid kan verdubbelen in

extreem scenario

Digitale werkplatformen, zoals Uber, Temper en Roamler, kunnen ertoe leiden dat het aantal zzp’ers in Nederland sterk toeneemt. Niet alleen uitzendkrachten, maar ook werkenden in kortdurende en oproepcontracten kunnen op grote schaal op een zzp-platform terecht komen. “Platforms maken zzp-werk namelijk veel makkelijker. Hoe groot de daadwerkelijke impact wordt, hangt af van de technologie, juridische ruimte en financiële prikkels”, aldus Marieke Blom, Hoofdeconoom ING Nederland.

‘Technologie maakt zzp’er zijn of inhuren makkelijker’

Foto: Sander Morel

48 februari 2019


Het fenomeen van de zelfstandige platformwerker staat nog in de kinderschoenen: het gaat om tienduizenden mensen en om specifiek werk. Maar technologie kan markten rap veranderen. Kijk maar naar Uber die recente aankondigde de klusmarkt op te gaan. “Onze analyse bekijkt hoe sterk het aantal zzp’ers kan toenemen en waar dat vanaf hangt. Technologie en regelgeving zijn daarbij de cruciale factoren”.

> Technologie bepaalt hoeveel makkelijker werken als zzp’er wordt. Hoe sneller de technologie zich ontwikkelt, hoe makkelijker banen in ‘klussen’ veranderen en hoe meer mensen zzp’er zullen worden. Platformen verlagen transactiekosten, zoals zoekkosten, contractkosten en administratie. Ze maken met beoordelingen de kwaliteit van werkenden inzichtelijk. Dit helpt beide partijen op de markt voor werk. Blom; “Technologie maakt een zzp’er zijn of inhuren makkelijker, opdrachtgevers vinden kost minder tijd, goede mensen zijn te herkennen aan goede beoordelingen, facturen sturen en betalingen afdwingen kost geen tijd meer”.

> Twee scenario’s: extreem en behoudend. De mogelijke ontwikkeling van de technologie en de regelgeving leveren twee scenario’s op. In het behoudende scenario maakt technologie zzp’en iets makkelijker, maar platformen kunnen via recensies slechts voor een deel van de werkenden de kwaliteit goed inzichtelijk maken. Regelgeving biedt enige ruimte voor zzp-contracten en de financiële prikkels zijn gering. In het extreme scenario maakt technologie werken als zzp’er veel makkelijker dan nu. De regelgeving biedt veel ruimte voor zzp-contracten en de financiële prikkels zijn bovendien sterk. Dit scenario heeft een zelfversterkend effect: netwerkeffecten maken klusplatformen extra aantrekkelijk: er zijn immers veel opdrachtgevers en werkenden te vinden. Hierdoor verschuiven de sociale normen. Zoals internetdating nu volkomen geaccepteerd is, geldt dit dan voor platformwerk. > Niet elk contract en beroep even gevoelig. “In de scenario-analyse zijn twee toekomstige werelden toegepast op de huidige structuur van de arbeidsmarkt. Het aantal werkenden per type beroep en per type contract is gelijk verondersteld aan die in 2017. Platformen zijn vooral een aantrekkelijke oplossing voor kortdurende en/of flexibele contracten. Uitzend- en detacheringscontracten zijn het meest gevoelig, omdat deze kortdurend zijn en omdat nu een intermediaire partij een marge ontvangt per gewerkt uur. Aan de andere kant zijn vaste contracten juist weinig gevoelig, vanwege de langere looptijd”, zo onderzocht Blom. Platformen passen beter bij beroepen die makkelijk via een platform te organiseren zijn, zoals repetitief werk en bij beroepen waar de kostenvoordelen groot zijn, zoals door een hoog verloop. Er zijn ook beroepen waarvoor platformisering uitgesloten lijkt, bijvoorbeeld als de welzijns- of bedrijfsrisico’s te groot zijn, zoals in de zorg of bij de overheid en managers. Dit zijn de uitgesloten beroepen.

> 200.000 extra zzp’ers in het behoudende scenario. In dit scenario veranderen alleen mensen die werken in een zogenoemd ‘typisch platformberoep’ in zzp’ers. Van deze groep gaat het dan om alle uitzendkrachten en gedetacheerden en twintig procent van de mensen zonder vaste uren, zoals oproepkrachten, die zzp’er worden. In totaal gaat het om ruim 200.000 mensen. De huidige tijdelijke en vaste contracten blijven arbeidskrachten in dit scenario.

> 1.000.000 extra zzp’ers in het extreme scenario. I“In het extreme scenario sluiten we alleen de hierboven beschreven groep uitgesloten beroepen uit. Voor de rest geldt dat alle flexkrachten zzp’er zijn. Van de mensen die nu werken via een nuluren-contract (vast of tijdelijk) of als oproep- of invalkracht, werkt de helft via een platform. Van de tijdelijke contracten 5% en van de vaste contracten 2,5%. In dit scenario gaat het om 1 miljoen mensen, bijna allemaal flexkrachten of werkend op een arbeidscontract zonder vaste uren, zoals oproepkrachten”. <

Personeel – Flexibele arbeidskrachten Het aandeel uitzendkrachten op de onderhoudsmarkt is sterk gestegen naar 7%. Dit is niet verrassend, aangezien uitzendkrachten een goede oplossing zijn voor het opvangen van piekproductie. Door de sterk groeiende economie hebben onderhoudsbedrijven tijdelijk meer technici nodig. Dit is niet alleen een tijdelijk probleem. Er is namelijk ook een structureel probleem.

Door de aanhoudende schaarste aan technisch geschoold personeel, zijn bedrijven genoodzaakt naar uitzendkrachten te kijken, ook al is dit over het algemeen een duurdere optie. 50% van de respondenten in het NVDO Onderhoudskompas, verwacht dan ook een groei in het aantal uitzendkrachten in de komende jaren. Tegelijkertijd proberen bedrijven wel uitzendkrachten voor een langere termijn in dienst te nemen na het verloop van het inleentermijn om zo ook op langere termijn genoeg personeel te hebben.

49


NVDO iMAINTAIN CONGRES <

Het NVDO iMaintain congres met aansluitend de Maintenance Manager van het Jaar Verkiezing verwelkomt u graag op 14 maart a.s. in Bouw & Infra Park, Harderwijk! Met IIoT, big data, sensortechnologie, robotica en andere technieken uit de vierde industriële revolutie, is opeens eindeloos veel mogelijk. Maar, zonder de juiste bediening is een robot eigenlijk maar een dom ding. En zonder de juiste analyse is verzamelde data feitelijk waardeloos. Omdat ontwikkelingen snel gaan, moeten wij niet stil staan. Medewerkers worden niet langer opgeleid voor een functie of een taak, die jarenlang hetzelfde blijft. Een ’Leven Lang Leren’ is het credo. Doorlopend leren, nieuwe kennis opdoen en zo up-to-date blijven. Hoe neem je je medewerkers mee naar de toekomst? Laat je informeren en inspireren tijdens iMaintain 2019! • Opening Laura van der Linde, iMaintain en Maarten Habets, Emerald Kalama Chemical BV (Maintenance Manager van het Jaar 2018)

• Keynote Speaker Mariëtte Hamer, Voorzitter en kroonlid Sociaal Economische Raad Gelet op de toenemende dynamiek op de arbeidsmarkt, neemt het belang van permanent leren, een sterke leercultuur en een responsieve samenleving steeds meer toe. Dat vraagt om het ontwikkelen, activeren en effectief benutten van de skills van de beroepsbevolking. Een schone taak voor sociale partners, onderwijs en de overheid. De SER is door het kabinet gevraagd op dit terrein een rol als aanjager te spelen.

• Break-out ronde 1 Kies voor de sessie die u het meeste aanspreekt. Break-out ronde 2 bevat dezelfde presentaties dus u kunt twee sessies bijwonen. Geef in het opmerkingveld aan welke break-out je wilt bijwonen. 1. Van Meeuwen Education: De basiskennis op orde, ook in de wereld van IIoT & Data 2. CoThink: Toenemende complexiteit – hoe bereiden we onze medewerkers daarop voor? 3. VOMI: samenwerking tussen generaties – wat leren zij van elkaar?

• Netwerklunch • Lezing Staf Seurinck, Vice president Robotics and Motion Division Benelux bij ABB • Jos Sanders, Lector ‘leren tijdens de beroepsloopbaan’ aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen • Break-out ronde 2 • Korte break • Pitches Genomineerde Maintenance Managers van het Jaar 2019: Celeste Martens (CroonWolter & Dros) en Mark Groffen (Radboud Universiteit) • Mentimeter en debat over ‘Leven Lang Leren’ & Lodewijk van der Borg, CEO Kaak Group over “innoverend ondernemerschap”

50 februari 2019

• Afsluiting en Netwerkborrel 10.15 uur ontvangst 11.00 uur opening 17.00 uur afsluiting congres met aansluitend netwerkborrel met een inspirerende lezing van Eibert Draisma (uitvinder, ontwerper en kunstenaar) en diner met Verkiezing Maintenance Manager van het Jaar

Over Bouw & Infrapark De voormalige Willem George Frederikkazerne (WGF) in Harderwijk wordt tegenwoordig gebruikt door het Bouw & Infra Park. Het Bouw & Infra Park is een bedrijvencampus voor de infra – en bouwnijverheid en verwante branches. De gevestigde bedrijven op het park zijn actief in de bouw- en infrasector of zijn er nauw mee verbonden. Een groot deel van de buitenruimte wordt gebruikt om jongeren en werkenden op te leiden in de grond-, weg- en waterbouw. De grote bedrijvigheid en het stoere materieel maken het park uniek in zijn soort. Architectuur De WGF-kazerne is voor het (oudste) deel van Nederlandse architectuur en het andere deel van Duitse. De vier oudste legeringsgebouwen en de stallen hebben kenmerken van de Delftse School. Het voormalige stafgebouw van de 4e Divisie, het wachtgebouw en de eetzaal zijn onder Duitse leiding ontworpen en gebouwd. De stijl wordt omschreven als Heimatschutzarchitektur (ook wel Heimatschutzstil genoemd). In het najaar van 2008 heeft de gemeente Harderwijk een inventarisatie gehouden en alle nog bestaande gebouwen uit de jaren '30 en '40 de gemeentelijke monumentstatus toegekend. Dit maakt de uitstraling van het park uniek en enig in zijn soort. In de loop der jaren zijn alle monumentale gebouwen aan de binnenkant gemoderniseerd en voldoen ze aan de eisen en wensen van de moderne tijd.


Verkiezing

Maintenance Manager van het Jaar

Jaarlijks gaat de NVDO op zoek naar de Maintenance Manager van het Jaar. De winnaar bewijst de sterkte van het onderhoudsconcept binnen Asset Management. Maintenance wordt geprofileerd als key succes factor binnen de organisatie en het betekent, naast enorme exposure, ook een sterke motivatie voor het maintenanceteam. Het

is niet zomaar een wedstrijd, alleen de zeer succesvolle maintenance manager kan meedoen door het delen van de successen, het geven van interviews en volledige medewerking aan de juryaudit. Op 14 maart a.s. benoemt de NVDO de Maintenance Manager van het Jaar 2019. De genomineerden;

> Mark Groffen (37) Hoofd Services & Parkeren en

> Celeste Martens (27) Maintenance Manager bij Croonwolter& Dros is de jongste finalist in de lange reeks van NVDO-verkiezingen Maintenance Manager van het Jaar. Haar focus ligt op Asset Management en heeft daarop een duidelijke visie waarmee ze niet alleen voor het functioneren van installatie bij oplevering zorgt, maar ook dat assets over de gehele levensduur bijdragen aan een beschikbare, duurzame en veilige infrastructuur. Martens zet de mens centraal, want de input voor een succesvol Asset Management wordt geleverd door mensen met expertise.

Teamleider Vastgoedonderhoud bij Radboud University dingt mee naar de prestigieuze titel Maintenance Manager van het Jaar 2019. Zijn duidelijke visie op het gebied van digitalisering, contractontwikkeling en innovatie passen uitstekend bij de markt- en campusontwikkelingen. Groffen koos bijvoorbeeld voor onderhoud op basis van receptenmethodiek. Een prachtige combinatie van mutaties die leiden tot een onderhoudsbehoefte en daarmee ook nog eens wet- en regelgeving optimaal borgen.

51


CursusKalender 6/7 maart; Meerjarenonderhoudsplanning De cursist is na afloop van de cursus Meerjarenonderhoudsplanning in staat: een Programma van Eisen voor Instandhouding op te stellen, bezien vanuit dwingend recht, regelend recht en beleid. Hij kan een meerjarenonderhoudsplanning van (bouwkundig) onderhoud maken en weet om te gaan met onderhoudskengetallen en projectanalyses om de eigen meerjarenonderhoudsplanning mee te kunnen vergelijken.

Onderwerpen

• Onderhoudsplanning als onderdeel van de bedrijfsbeheersing (control): meetbare doelstellingen en meetbare output en Het verzamelen van gegevens via gerichte inspecties (b.v. NEN 2767) • Welke eisen worden er per discipline aan een conditiemeting meerjarenplan gesteld? • Directe toepassingen van inspecties NEN 2767. Hoe doe je dat? o Het in beeld brengen van de bestaande conditie van de gebouwenvoorraad: Het opstellen van een meerjaren-

onderhoudsplanning (budgettering), Het meten en controleren van onderhoudscondities, Het ondersteunen van vastgoedbeheer en –beleid en communicatie • Indirecte toepassingen NEN 2767. Hoe doe je dat? o Het opstellen van een activiteitenplan op basis van het meerjarenonderhoudsplan, Het uitwerken ervan naar een jaarplan, Het in beeld brengen van te verwachten kosten Het uitvoeren van projectvoorbereiding en invullen van bestekken, Het opstellen van (resultaatgerichte) onderhoudscontracten en Het overdragen van verantwoordelijk-heden bij aanvang of beëindiging van (resultaatgerichte) onderhoudscontracten • Afgeleide besturingsproducten van meerjaren beheerplannen: o Objectoverzichten, Basis Programma van Eisen per object. Inspectierapportages (ruimtelijk, esthetisch, functioneel, technisch en wettelijk), Meerjarenplanningen (naar tijd en geld) en Financiële meerjaren planningen, vastgoeddossiers, productkaarten • Rapporteren van bevindingen in een meerjaren onderhoudsplan

12/13/14 maart; Basiscursus Reliability-centred Maintenance - RCM2 Doel

• Bewust worden van het belang van storingsgevolgen en hoe deze beheerst worden op een effectieve wijze • De RCM2-taal en het belang daarvan leren, voor onderhoud, operatie en engineering • Leren om onderhouds- en operationele strategieën af te wegen op technische haalbaarheid en toegevoegde waarde en tegelijkertijd de veiligheid en milieu-integriteit leren te maximaliseren • In staat zijn om deel te nemen in een projectteam dat RCM2 toepast op een asset onder de leiding van een RCM2-facilitator

Onderwerpen

De cursus duurt drie aaneengesloten dagen. Bij de RCM2-aanpak staan 7 belangrijke vragen centraal. Deze 7 vragen vormen de rode draad van de cursus. Theorie wordt hierbij telkens afgewisseld met toepassing op een praktijkvoorbeeld. Tijdens de cursus wordt er ruim

52 februari 2019

In company mogelijk

In company mogelijk

aandacht besteed aan hoe RCM2 georganiseerd wordt om het tot een succes te maken. De docent zal aan de hand van uw vragen helpen de theorie te vertalen naar uw bedrijfssituatie en de theorie toelichten met voorbeelden uit de dagelijkse praktijk.

Bestemd voor

Iedereen die zich bezighoudt met, of direct belang heeft bij, de betrouwbaarheid van assets. Hiertoe behoren de medewerkers en de managers van (Maintenance) Engineering, Reliability Engineering, Technische Dienst, Productie en Asset Management. Iedereen kan aan de driedaagse basiscursus Reliability-centred Maintenance (RCM2) deelnemen, tenzij die deelname in strijd is met de licentieovereenkomst tussen Aladon LLC en Operational Excellence Transfer.


19/20 maart; Organisatie van Onderhoud Tijdens deze intensieve tweedaagse cursus leert u een goed inzicht te krijgen in de belangrijkste aspecten van en methoden/ technieken voor het betrouwbaar organiseren van onderhoud. Gezamenlijk wordt een visie ontwikkeld en u kunt vervolgens in uw bedrijf op een systematische manier aan de slag met uw eigen organisatie en de tijdens de cursus geïdentificeerde verbetermogelijkheden.

Onderwerpen

• Visie op onderhoud en High Reliability Organisaties • Overzicht van belangrijke concepten (bijvoorbeeld: RCM, TPM, 6Sigma, ISO 55000) en hun toepasbaarheid • Installatiestructuur als ruggengraat voor onderhoudsbeheersing • Relatie tussen onderhoud en bedrijfsresultaten (ROI, RONA, EBIT, Cashflow) • Samenwerking Onderhoud, Productie en Engineering

• Soorten Onderhoud en relatie met budget en registratie • Hoe kunnen kritieke installaties en delen daarvan geïdentificeerd worden? • Onderzoeken van storingen en oorzaken • Systematieken om betrouwbaar onderhoud te faciliteren • Opstellen van een onderhoudsplan • De verschillende functies en functionarissen in Onderhoud • Functietyperingen en functieomschrijvingen • Onderhoud door Productie • Ontwerpen van een betrouwbare Organisatiestructuur • Kenmerken van een betrouwbare organisatie en de weg daar naar toe

12 april; Storingsanalyse, maar dan Anders! De NVDO cursus “Storingsanalyse, maar dan Anders!” biedt deelnemers een complete aanpak voor het effectief en efficiënt oplossen van storingen. Enkele honderden onderhoudsprofessionals zijn reeds opgeleid. In één dag wordt geleerd: • hoe een samenloop van omstandigheden of vaag probleem kan worden verduidelijkt tot een kernachtige omschrijving van storingsmelding(en) • Hoe alle informatie over een storing nauwkeurig beschreven kan worden, zodanig dat onderscheid wordt gemaakt tussen geruchten en feiten • hoe op een zo efficiënt mogelijke wijze de oorzaak van de storing kan worden bepaald • hoe de juiste maatregelen kunnen worden gekozen • hoe de samenwerking en de communicatie tussen de (interne) klant en de “storingsoplosser” kan worden verbeterd. Denk bijvoorbeeld aan de relatie tussen TD-Productie Resultaat: storingen worden sneller en definitief opgelost. Door betere samenwerking ontstaat een hogere beschikbaarheid van productieinstallaties met lagere onderhoudskosten tot gevolg.

Doel

Deelnemers worden getraind in een stap voor stap aanpak, een systematische manier van denken voor het analyseren en oplossen van storingen. De deelnemer krijgt daarbij antwoord op de volgende vragen:

In company mogelijk

In company mogelijk

• Hoe meld ik storingen duidelijk en welke vragen moet ik (mezelf) stellen om ervoor te zorgen dat ik alle relevante informatie verzamel die nodig is voor het oplossen van de storing? • Op welke wijze kan ik alle gegevens met betrekking tot een storing het beste (visueel) vastleggen, zodat de feiten door iedereen eenvoudig begrepen worden? • Hoe kan ik een nog niet opgeloste storing zorgvuldig overdragen aan een collega, zodanig dat hij direct met de analyse kan beginnen? • Hoe pak ik de analyse van de storing efficiënt en effectief wijze aan, zonder voorbarige conclusies te trekken? • Hoe bepaal ik op basis van de beschikbare informatie de juiste storingsoorzaak, zonder te vervallen in een aanpak van “trial and error”? • Hoe bepaal ik de beste maatregelen om de storingsoorzaak weg te nemen.

Onderwerpen

Tijdens deze eendaagse cursus worden eigen ervaringen uitgewisseld. De deelnemers krijgen een beeld van hun huidige werkwijze bij het analyseren van storingen. Vervolgens wordt stap voor stap een systematische aanpak voor storingsanalyse getraind. Daarbij worden korte stukken theorie steeds afgewisseld met vele praktische voorbeelden en oefeningen om vaardigheid te ontwikkelen in een kritische aanpak. 53


Implementatie Asset Management bij een Service Provider Istimewa richt zich als Service Provider op alle elektrische en ICT installaties in de marktgebieden Olie & Gas, Industrie en Infrastructuur. Hun dienstverlening omvat alle fasen van de asset levenscyclus behalve ontmanteling. Dit kunnen losse (onderhouds)projecten zijn, maar ook langlopende prestatiecontracten waar ook groot onderhoud in het pakket zit. In 2016 is deze organisatie gestart de professionalisering van Asset Management. De eerste stappen waren al jaren daarvoor gemaakt door de introductie van het onderhoudsmanagementsysteem Ultimo voor het verzamelen en gebruiken van onderhoudsinformatie, waarbij gebruik gemaakt wordt van tablets. Dit is even wennen voor de monteurs en voor de organisatie, die los moeten komen van de “reset” cultuur, maar geeft een duidelijk concurrentievoordeel om onderhoudsactiviteiten slimmer uit te voeren. Ten tijde van de professionalisatie, heeft ook de rol van Maintenance Engineer zijn intrede gedaan om storingsanalyses van de installaties uit voeren en de onderhoudsplanning en -activiteiten hierop aan te passen. Daarbij is goed datamanagement gekoppeld aan de inrichting van een asset register essentieel. Ook alle organisatorische processen moeten gestructureerd verlopen. Er is een analyse gemaakt van de organisatie om er achter te komen waar het verbeterpotentieel zat om klanten nog beter en breder te ondersteunen. Daarbij is nagegaan of alle Asset Management processen die relevant zijn voor het realiseren van haar Asset Managementdoelen ook daadwerkelijk beschikbaar en ingericht zijn. Het gaat daarbij om de primaire processen; Beleid en strategie, Concepten en plannen, Uitvoering, Meten van resultaten en het Analyseren plus continue verbeteren van zowel de asset als de daarbij behorende Asset Management processen en systematiek. Bij deze analyse werd enerzijds rekening gehouden met geldende richtlijnen en anderzijds gekeken in hoeverre risicoweging aan de basis van al het handelen bij Istimewa staat. Dit heeft er toe geleidt dat de werkprocessen inmiddels gedocumenteerd zijn in een Asset Mangement Handboek dat de kern vormt van het nieuwe systeem. Ook de ondersteuning vanuit het CMMS is verder uitgebreid. Verdere bewustwording bij de medewerkers en de implementatie van verbeteringen, is een proces dat continu aandacht behoeft om meer

Foto: NVDO 54 februari 2019

217/18 april; Verkenning Asset Management Na het volgen van deze cursus: • Heeft de deelnemer kennis van Asset Management definities en de vereisten genoemd in PAS 55 en ISO 55000 • De cursist is zich bewust van de toegevoegde waarde van Asset Management voor zijn organisatie en kent de verschillende Asset Management domeinen en hun samenhang • Beschikt de deelnemer over “field proven” frameworks, modellen en best practices die concreet in de eigen situatie kunnen worden toegepast Nota bene: Deze cursus is geaccrediteerd door het Institute of Asset Management (IAM) en behandelt alle IAM modules (A1-A2 en B1 t.e.m. B6). De deelnemer zal na het succesvol afronden van de bijbehorende toets een certifcaat ontvangen met een uniek nummer uitgereikt door het Institute of Asset Management.

Programma Dag 1 • Algemene Introductie en Introductie in Asset Management (AM) • PAS55 introductie en kennismaking met ISO 55000 • AM Model • AM Elementen, Richtlijnen, Risk Management, Beleid en Strategie en Concepten Dag 2 • Plan en Service Providing • Performance en Metingen • Analyses, Organisatie, Medewerkers en Middelen • Implementatie rust te krijgen in de organisatie, verder te professionaliseren en te kunnen groeien. Dit gebeurt simultaan op managementniveau én in de uitvoering. Het Asset Management model is een gemeenschappelijke taal geworden die de interne communicatie vereenvoudigt en medewerkers aan een half woord genoeg doet hebben. Deze ontwikkeling stelt de organisatie in staat om op een andere manier het gesprek te kunnen voeren met opdrachtgevers en om maatwerk te leveren. Door de lange-termijn-visie en door dingen anders te doen dan de concurrenten, verwacht Istimewa nog meer onderscheidend te worden in de markt en vanuit haar rol als service provider door te groeien naar die van asset manager. <

‘Rust, Professionalisering en Groei’


Leergang SAP Maintenance & Service Management een opleidingscyclus voor SAP eindgebruikers

Kosten van deelname Vanaf 395,- euro per module. Pakketprijzen en in-company op aanvraag.

In-company mogelijk!

De cursuskosten omvatten Lunch, koffie en thee, alle documentatie en presentaties. Cursusduur, data & plaats: Kijk op de website dimensys.pro/leergang-sap voor actuele data en locaties.

Een goed gebruik van een asset management systeem helpt bedrijven op een gestructureerde manier gegevens en activiteiten binnen het onderhoudsproces te registreren. Een juiste en eenduidige registratie van de onderhoudsactiviteiten is essentieel voor een efficiënt proces, volledige analyses en zicht op een integraal assetbeeld. Binnen veel onderhoudsorganisaties vormt SAP de basis in de ondersteuning van de bedrijfsvoering. Daarbij blijven de geboden standaard functionaliteiten van SAP veelal onbenut. De leergang stelt onderhoudsmedewerkers in staat de mogelijkheden van SAP binnen het onderhoudsdomein verder te exploiteren. Het licht de verschillende functionaliteiten van SAP toe en reikt praktische handvaten aan die het gebruik van de software vereenvoudigen. Tijdens de leergang wordt enerzijds het klassieke SAP-systeem gedemonstreerd en anderzijds aandacht geschonken aan nieuwe ontwikkelingen zoals SAP S/4HANA Asset Management en de user experience. De opleiding kan, ongeacht de versie van SAP die uw bedrijf geïmplementeerd heeft, gevolgd worden. Doel � Introductie in SAP voor onderhoud en het ‘best practice’ onderhoudsproces; � Inzicht in de mogelijkheden van de registratie van asset data in SAP en de toepassing hiervan;

� Inzicht in het standaard onderhoudsproces in SAP en het gebruik van werkorders voor een integrale werkvoorbereiding in SAP; � Een inleiding in het proces van reserve onderdelen en refurbishment in SAP; � Overzicht van het preventieve onderhoudsproces in SAP; � Kennis van de beschikbare rapportages in SAP, zowel voor de operatie als voor het management; � Kennis van de verschillende facturatievormen en de mogelijkheden van service-contracten en -artikelen. Opbouw van de leergang De leergang bestaat uit 7 modules, verspreid over 9 dagen. Inschrijven is mogelijk per module of voor de hele reeks. Module 1: Module 2: Module 3: Module 4: Module 5: Module 6:

SAP basis voor Maintenance Management Masterdata in SAP Opvolging van onderhoudstaken met SAP Reserveonderdelen in SAP Preventief onderhoud met SAP Management en rapportering voor onderhoud met SAP Module 7: Service Management met SAP

Bestemd voor De leergang is bestemd voor huidige en toekomstige SAP-gebruikers van de onderhoudsafdeling en zeker aan te bevelen voor key users.


BEZOEK ONS OP

MAINTENANCE NEXT, STAND 5.112

SEE VITAL SIGNS. TAKE VITAL ACTION. In de wereld van Ultimo draait alles om beheer­ processen en de software die u daarvoor nodig hebt. Als u de maintenance verantwoordelijke bent, wilt u niets liever dan dat uw assets u continu vertellen wanneer het volgende preventieve onderhoud nodig is, welke werkzaamheden op stapel staan, welke contractverplichtingen aan de orde zijn of wat de exacte locaties van uw installaties zijn. Ultimo zorgt ervoor dat de cruciale signalen over uw assets worden doorgegeven. Zodat u ze ziet en daadkrachtig kunt handelen. Are you listening?

Al uw assets vertellen hun verhaal. Maar luistert u hier wel naar? Weten hoe u uw assets en objecten kunt live­linken? Stel uw vraag aan sales@ultimo.com

Live-link your assets and facilities.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.