1
#
nr. 01 / 2022
Vakblad Asset Management
ENERGIE
Wat Moet en wat Kan Energietransitie Kansen voor en door Onderhoud Techniek(en)
VAM NL contouren.indd 1 1556-01_215x280mm.indd 1-1_215x280mm_A.indd 1 1 13330 NVDO_VAM 2022-1_OmslagRUG4,8mm.indd 1
22-0000-1556-03 NVDO Asset Management 2021 #6
28-08-20 11:31 14-04-2021 13:53 10:55 03-02-2022
11-02-2022 10:16
Gemba helpt DP World bij predictive maintenance-stap
KENNIS MOET JE OOK ONDERHOUDEN. • Wat is Asset Management? • Hoeveel onderhoud is juist genoeg? • Kunnen we met de onderhoudsfunctie waarde creëren? • Wat is de rol van onderhoud binnen het Asset Management? • Wat is Predictive Maintenance en hoe geef ik dit vorm?
Logistiek bedrijf DP World wil het onderhoudsbeheer van zijn assets in de Antwerpse haven optimaliseren. Asset management-specialist Gemba ontwikkelde een maintenance-concept in IBM Maximo. Daarmee is straks ook predictive maintenance mogelijk.
DEZE OPLEIDIN ZIJN IN TE BRE GEN NG IN DE BACHEL EN WERKTUIGBOU OR WKUNDE DEELTIJD.
Met het nieuwe maintenance-concept in IBM Maximo, gebaseerd op ISO 55000, legt DP World nu gedetailleerde onderhoudsdata over de assets vast, inclusief het risico op falen, drempelwaardes en preventieve maatregelen. Het bedrijf probeert het concept momenteel uit in een project met Gemba en Peinemann.
INFORMEER!
WAARDECREATIE DOOR GOED ONDERHOUD Een onderhoudsopleiding bij Hogeschool Utrecht helpt u in uw eigen bedrijf de antwoorden te vinden op deze vragen. Aan de hand van kaders gesteld door het Institute of Asset Management (IAM) en de European Federation of National Maintenance Societies (EFNMS) zijn vele mooie resultaten en forse besparingen bereikt bij de deelnemende bedrijven. Door de brede scope op zowel Materiaalkunde, Engineering, Inspectie als Maintenance Management bieden onze opleidingen op het gebied van Onderhoud precies die (integrale) kennis die nodig is om verder te kunnen kijken dan het eigen vakgebied, en daardoor aantoonbaar betere resultaten te boeken. • Post-HBO Onderhoudstechnologie Hoogeveen • Post-HBO Onderhoudstechnologie Utrecht • Post-HBO Onderhoud en Asset Management • Master of Engineering in Maintenance & Asset Management
Predictive maintenance DP World Antwerpen wil de nieuwe aanpak breder toepassen. Door gestructureerd en gestandaardiseerd onderhoudsgegevens vast te leggen, is er beter inzicht in de life cycle van de assets. Hiermee komt de stap naar predictive maintenance binnen bereik. Aan de hand van analyses van alle verzamelde data kan het beste moment voor onderhoud bepaald worden, voor maximale prestaties van assets tegen minimale kosten. Neem voor meer informatie over Gemba’s oplossingen voor asset management contact op met Johan Knook, via j.knook@gemba.nl of +31(0)6 50 52 68 23.
© Gemba Service BV 2022 - Tel: 020 482 2929 - mail: info@gemba.nl - web: www.gemba.nl
1-2_185x118mm_A.indd 1
-
Start 17 mei 2022 Start 6 oktober 2022 Start 13 oktober 2022 Start 5 september 2022
Nieuw: Post-HBO Projectmanagement voor Engineers In 2021 tweemaal succesvol gestart. Informeer naar de startdata in 2022. De Post-HBO opleidingen kunnen naar wens, op zowel post-mbo als post-hbo niveau, in-company (op maat) verzorgd worden.
22-1000-1516-02 NVDO VAM 2022 #1
03-02-2022 13:58
100% BIOLOGISCH AFBREEKBAAR PFAS VRIJ MENGBAAR* COMPATIBLE MET IEDER SYSTEEM Neem gerust contact met ons op voor
Meer weten? Bel 088 481 88 88, mail naar info@cvnt.nl of kijk op www.cvnt.nl.
GRATIS bemonstering, advies en begeleiding. Voor controle van alle merken olie!
ER VALT NOG GENOEG TE LEREN
* Wij kunnen dit per object vrij van kosten voor u laten onderzoeken
Duport Lubricare B.V. | Archimedesstraat 9 Dedemsvaart | www.duportlubricare.nl || 0523 -619892 1-2_185x118mm_A.indd 1
iMaintain 2022-FC-215x280mm.indd 1 1_1st215x280mm-E.indd 1 13330 NVDO_VAM 2022-1_OmslagRUG4,8mm.indd 2
22-1000-1824-01 NVDO VAM 2022-1
26-01-2022 20:54 03-02-2022 14:03
22-2000-0229-01 NVDO VAM 2022 #1
09-02-2022 13:06
11-02-2022 10:16
Gemba helpt DP World bij predictive maintenance-stap nr. 01 / 2022
22 20:54 22 14:03
1
#
Colofon
VOORWOORD <
Energie met onuitputtelijke bronnen
Predictive maintenance DP World Antwerpen wil de nieuwe aanpak breder toepassen. Door gestructureerd en gestandaardiseerd onderhoudsgegevens vast te leggen, is er beter inzicht in de life cycle van de assets. Hiermee komt de stap naar predictive maintenance binnen bereik. Aan de hand van VAM is het vakblad voor Asset Management in Nederland. Met het nieuwe maintenance-concept in IBM analyses van alle verzamelde data kan het beste moment voor onderhoud bepaald worden, voorvaak maximale Maximo, gebaseerd op ISO 55000, legt DP World Als je een krant openslaat, kom je het woord Energie wel heeeeel Concept en realisatie Elma Media B.V. prestaties van assets tegen minimale kosten. nu gedetailleerde onderhoudsdata overtegen. de assets Warmtepomp, zonnepanelen, waterstof, torenhoge tarieven en omvallende Keizelbos 1, vast, inclusief het risico op falen, drempelwaardes energie-maatschappijtjes zijn het nieuws van de dag. Maar Energie op zich is 1721 PJ Broek op Langedijk Neem voor meer informatie over Gemba’s oplossingen natuurlijk het van alledag. 0226 33 16 00en preventieve maatregelen. Het bedrijf probeert www.elma.nl concept momenteel uit in een project met Gemba voor asset management contact op met Johan Knook, Al vanaf het allereerste was er deofzon, gevolgd50door dat werd ontdekt viaaardemoment j.knook@gemba.nl +31(0)6 52 vuur 68 23. en Peinemann. Logistiek bedrijf DP World wil het onderhoudsbeheer van zijn assets in de Antwerpse haven optimaliseren. Asset management-specialist Gemba ontwikkelde een maintenance-concept in IBM Maximo. Daarmee is straks ook predictive maintenance mogelijk.
Art Director Kim Speleman Martijn van der Wielen
door een blikseminslag en, net zoals de zon, voor warmte en licht zorgde. En windenergie, nog zo’n geweldige bron die wij mensen gingen benutten, bijvoorbeeld door zeilen op onze boten te gebruiken voor transport. Later maakten we eenvoudige windmolens die we bijvoorbeeld gebruikten om waterwielen te laten draaien voor het malen van graan.
Hoofdredacteur Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO
© Gemba Service BV 2022 - Tel: 020 482 2929 - mail: info@gemba.nl - web: www.gemba.nl
En vandaag is het niet anders: nog altijd worden de zon, het vuur en de wind gebruikt als energiebronnen en worden ze vandaag zelfs gezien als groene opwekkers van stroom. Daar hoort aardgas niet meer bij. Wist je trouwens dat aardgas al in 500 voor Christus door de Chinezen (ja, weer die Chinezen) werd gebruikt? Ze ontdekten dat er aardgas 22-1000-1516-02 NVDO VAMbamboe 2022 #1 uit de grond lekte en gebruikten om het gas te pijpen voor alledaagse03-02-2022 taken, 13:58 zoals het koken van zeewater om het zout te verwijderen. Pas in 1792 vond een Schotse ingenieur gasverlichting uit dat jarenlang het straatbeeld in Engeland domineerde.
VAM is een uitgave van de NVDO Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud Lange Schaft 7G 1-2_185x118mm_A.indd 1 Postbus 138, 3990 DC Houten 030 634 60 40 www.nvdo.nl info@nvdo.nl
-
100% BIOLOGISCH AFBREEKBAAR PFAS VRIJ MENGBAAR* COMPATIBLE MET IEDER SYSTEEM
VAM is een samenwerking met
worldclassmaintenance.com itanks.eu
safetydelta.nl nevap.nl
Auteurs Pieter Pulleman (Energiezuinige fabriek Natuchem en Twence) Barbara van Baarsel, NEVAP (Vastgoedexploitatie in de Praktijk) Mark Oosterveer, iTanks (Inspire data voor duurzaamheid) Ian van den Brink (Ontmoet) Arjan van Dijk, SDN (Just Culture) Nico Groen, Traduco (Herinrichting Onderhoudsproces) Ism Offshore Wind Innovators (Solarduck) WCM (Frequentieregelaars leiden tot grote besparingen) Ellen den Broeder-Ooijevaar (alle overige artikelen) Druk Elma Media B.V. Advertentie-exploitatie Elma Media B.V. Silvèr Snoek - Sales Manager 0226 33 16 67Duport - s.snoek@elma.nl Lubricare
1-2_185x118mm_A.indd 1
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 3
En nu bevinden we ons in een transitie. Deze energietransitie betekent de overgang van stroom uit fossiele brandstoffen zoals gas, kernenergie en steenkolen naar volledig groene energie. Duurzame (groene) energie kennen we nu al vanuit zon, wind, biomassa en water. Het doel van de transitie is om een geheel duurzame energievoorziening te hebben in 2050 in Nederland, die dan voor 100% bestaat uit groene energie. Deze afspraken zijn vastgelegd in het Energieakkoord. Geheel groene energie; eerlijk gezegd rijst bij mij steeds de vraag waarom we de oerbronnen door de eeuwen heen hebben los gelaten. Want, groene energie wordt opgewekt met behulp van schone, onuitputtelijke bronnen. Brengt ons dus weer terug naar de zon en de wind en daar voegen we warmte uit de aarde aan toe. Weg Neem gerust contact met ons op voor met steenkool, aardolie en aardgas. Weg fossiele brandstoffen die GRATIS bemonstering, en begeleiding. koolstof bevatten uit planten van miljoenen jarenadvies geleden. Door de verbranding komt de koolstof vrij in van de vorm van CO2, Voor controle alle merken olie!een schadelijke stof voor het milieu.
* Wij kunnen perde object vrij van kosten En als we dan toch te maken hebbenditmet Energietransitie, laten we dan het laaghangend deze overgang meteen voor u fruit lateninonderzoeken plukken en met z’n allen morgen al een behoorlijk steentje bijdragen. Begin met bewustzijn op de werkvloer. Voeg de daad ook bij het woord. Een manier is verstandig(er) omgaan met perslucht, bijvoorbeeld door een lagere werkdruk in te stellen. Schakel compressoren uit buiten bedrijfsuren, verhelp lekkages direct, win warmte terug en installeer zuinige blaasmondjes en blaaspistolen. Is niet alleen energiebesparend, maar deze methoden verdienen zich vaak ook al snel terug. Als het dan toch over laaghangend fruit gaat: Kijk ook eens of je overal radiatorfolie hebt aangebracht. Ga lekker met je toet in de zon en fiets een stuk met je haren in de wind,….krijg je
energie van! B.V. | Archimedesstraat 9 Dedemsvaart | www.duportlubricare.nl || 0523 -619892 Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO
22-2000-0229-01 NVDO VAM 2022 #1
09-02-2022 13:06
3
09-02-2022 13:23
VAN DE VOORZITTER <
Gas Geven De tijd begint te dringen. Nog 8 jaar te gaan en dan moeten de klimaatdoelstellingen voor 2030 zijn gerealiseerd. De industrie is naarstig op zoek naar rendabele projecten om naar alternatieve energiebronnen over te schakelen. Grootschalige projecten nemen, vanaf ontwerp tot aan in gebruik name al gauw 3 tot 4 jaar in beslag. Dit nog afgezien van vertragingen als gevolg van inspraak- en vergunningprocedures. Naast het vinden van rendabele projecten, staat de industrie voor nog een aantal andere grote uitdagingen. Stikstof, circulariteit, infrastructuur en, misschien wel de meest uitdagende, de krapte op de arbeidsmarkt. Het nieuwe kabinet Rutte IV heeft grote ambities om de klimaatplannen te realiseren en de genoemde uitdagingen te lijf te gaan. Deze missie zal niet slagen zonder samenwerking met de industrie en hieraan verbonden marktpartijen en organisaties. Als een van de grootste onderhoudsorganisaties in Europa en toonaangevend platform voor onderhoudsprofessionals in Nederland, wil de NVDO haar aandeel leveren. Niet in de energietransitie zelf; daar zijn andere partijen deskundiger in, maar wel op thema’s als arbeidsmarkt, infrastructuur en circulariteit.
‘
Sinds jaar en dag is de NVDO actief in het stimuleren en promoten van het technisch onderwijs. De concurrentie met andere sectoren (zorg, IT, horeca, etc.) is groot. Toch lijkt een technisch beroep aan populariteit te winnen. Alleen hiermee gaat het gat in het personeelstekort niet gedicht worden. Om dit gat te dichten, moeten we veel slimmer gaan werken. Ook omdat het realiseren van alle energietransitie-projecten en het daarna onderhouden van de infrastructuur en assets andere kennis en vaardigheden vereisen. De NVDO zal hiervoor haar inspanningen voor gedegen opleidingen verder vergroten. De NVDO heeft in haar beleidsstuk “Samen werken aan duurzame inzetbaarheid van Assets” de ambitie geuit meer impact te gaan hebben op de beleidsterreinen die hieraan verbonden zijn. • Fysieke kapitaalsintensieve Asset • Gebruik van Grondstoffen en Circulariteit • Werkomgeving voor Bedrijven en Professionals • De Leefomgeving
’
De NVDO doet dit met de blik gericht naar de toekomst, gebruik makend van de kennis die tot nu toe is verworven. Dit wordt mogelijk gemaakt door haar leden uit de Gebouwde Omgeving, Infrastructuur en alle denkbare industriële sectoren. De NVDO geeft gas; niet omdat het kan, maar omdat het moet! Bas Kimpel Voorzitter
‘Samen werken aan duurzame inzetbaarheid van Assets’
4 maart 2022
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 4
09-02-2022 13:23
Inhoud
01 02
03 Voorwoord
03 04 05
04 Van de voorzitter
06
08 Building a sustainable tomorrow
08
> De Energietransitie is een grote maatschappelijke uitdaging waar we in Nederland met elkaar voor staan.
09
07
12 Energietransitie is meebewegen
06
a
Wij willen de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad versnellen > Haar missie is om samen de kwaliteit van leven te verbeteren onder het motto ‘Go with the flow’ op weg naar positieve impact op onze leefomgeving.
10 11 12
Samen staan we sterker dan alleen
11
13 14 15
16 Oud proces als basis voor nieuwe techniek en energiezuinige fabriek
16
Beheersen nieuwe risico’s geholpen door Just Culture 14
17 18 19
20 Energie-efficiency en goed leiderschap in Asset Management
20
Kort
19
21 22 23
De solar industrie: Ontwikkeling en toekomst
22
24
25 Kort
25 26 27
28 Frequentieregelaars leiden tot grote besparingen
28
Instrument Transitiepaden Klimaatakkoord 26
29 30 31
32 Energietransitie vraagt om herinrichting Onderhoudsproces
32 33
De fossielvrije strategie naar 2030 en verder 31
34 35
Beperking energieverbruik
34
36 37
38 Offshore zonnepark
46
helpt windarme regio’s
38 39 40 41 42
42 Diversiteit creëert Vernieuwing
43 44 45
Data voor duurzaamheid
Kleine bedrijven met grote ideeën zoeken grote bedrijven die willen meedenken 40
46
Haagse Hubertustunnel kan volledig energieneutraal worden
44
47 48 49 50
Van afvalverwerker naar bron van grondstoffen en energie 48
51
52 Cursuskalender
52 53 54 55 56
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 5
Casus
54 5
09-02-2022 13:23
6 maart 2022
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 6
Marlou Boerbooms Foto: Energie ambassadeur
09-02-2022 13:23
Wie
ONTMOET Marlou Boerbooms <
Marlou Boerbooms
Wat
Manager Health Safety and Environment
Haar missie is om samen de kwaliteit van leven te verbeteren onder het motto ‘Go with the flow’ op weg naar positieve impact op onze leefomgeving. Energiebesparing, duurzame opwekking, groenere leefomgeving, klimaatadaptatie, gezondere lucht, duurzame mobiliteit en circulariteit, daarvoor zet Marlou Boerbooms, energie ambassadeur zich graag in. Met gedrevenheid inspireert zij tot het nemen van duurzame beslissingen. Na haar in Wageningen behaalde master ‘Ecologie van Bouwen en Wonen’ en eerstegraads onderwijsbevoegdheid, behaalde ze haar master Real Estate aan de Technische Universiteit Eindhoven. Sinds die tijd is Boerbooms betrokken bij diverse (overheids)projecten die leiden tot een betere en gezondere leefomgeving. Dat doet ze niet alleen in het werk voor opdrachtgevers als RVO, Groene Huisvesters of Samen Klimaatbestendig, maar ook thuis. Boerbooms heeft samen met haar man veel aan haar woning aan de Kinderdijk in Middelburg laten aanpassen. “Het motiveert om te beginnen met het laaghangend fruit. Zo hebben we vacuümglas, gevel-, dak- en vloerisolatie aangebracht en zijn zonnepanelen en een zonneboiler geïnstalleerd. Natuurlijk hebben we de bestaande verlichting overal vervangen door led. Simpele aanpassingen die iedereen kan doen. Behalve dat het goed is voor het milieu, is het ook goed voor je portemonnee. Zo maak je van een oud pand een plek waar het fijn wonen is”. Maar er is meer; Haar auto op fossiele brandstoffen is inmiddels ingeruild voor een elektrisch model en het energieverbruik van alle apparaten in huis worden constant gemeten. “Als je weet wat je gebruikt, dan kan je heel gericht maatregelen nemen’’.
‘
Dat het de goede kant op gaat met ons Klimaatakkoord wordt door Boerbooms geprezen. “Er is zeker veel bereikt, maar er moet ook nog heel veel gebeuren. Meer regie en stimulans vanuit de overheid
kunnen daaraan bijdragen. Want bewoners kunnen het niet alleen. Het is nog knap ingewikkeld om je huis CO2 neutraal te krijgen’’. De energie ambassadeur werkt onder meer voor het platform Groene Huisvesters die regelmatig de verbinding met en tussen verschillende partijen stimuleert. “Wij zeggen altijd: je kan het niet alleen, je moet samenwerken met onderhoudsbedrijven, bewoners, gemeente, waterschappen en soortgelijke partijen. En dat doen we dan ook graag vanuit een bijdrage van de deelnemende corporaties aan Groene Huisvesters, Aedes en RVO. Wij nodigen ook onderhoudsbedrijven uit om deel te nemen aan onze werksessies en excursies”. Hoe onderhoudsbedrijven hun steentje bij kunnen dragen? “Ten eerste in het vervoer, je kan overstappen op elektrisch vervoer’’. Maar ook kan je bijdragen aan het verkorten van de afstand naar het werk. “Nederland wordt door-crost met bussen die van hot naar haar rijden’’, zegt Boerbooms. “Voor onderhoudsbedrijven is het van belang dat ze met een vernieuwde groene blik naar bouwopgaven kijken. Zo ontstaat er soms kaalslag op plekken waar ge- of verbouwd wordt door bijvoorbeeld de opslag van materialen. Een groene woonomgeving draagt bij aan een betere gezondheid, meer biodiversiteit en klimaatadaptatie. Het is belangrijk om vanuit de onderhouds-branche die blik te verbreden om de leefbaarheid te verbeteren. Ga na wat er speelt bij bewoners en bespreek oplossingen met de opdrachtgever’’.
‘Wij willen de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad versnellen’
13330 NVDO_VAM 2022-1M.indd 7
7
11-02-2022 10:01
INTERVIEW <
NOM woningen Woerden (FM Services is ook betrokken) Foto: BAM
Building a
sustainable tomorrow De Energietransitie is een grote maatschappelijke uitdaging waar we in Nederland met elkaar voor staan. In lijn met het Klimaatakkoord moeten we de gemaakte afspraken vertalen in effectieve maatregelen gericht op het terugdringen van het energieverbruik en uiteindelijk het uitbannen van fossiele brandstoffen. Deze maatregelen zullen toegepast moeten worden op woningbouw, utiliteitsbouw en gebieden. Voor het terugdringen van ons hedendaagse energieverbruik kennen kantoren, woningen, scholen of ziekenhuizen eigen mogelijkheden, eigen wet- en regelgeving en een eigen tempo in verduurzaming. BAM neemt haar verantwoordelijkheid en werkt door de inzet van slimme technologieën aan een duurzame wereld onder het motto ‘Building a sustainable tomorrow’. Door wereldwijde klimaatdoelen,
veranderende wet- en regelgeving en verschuiving in publieke opinie, worden vastgoedeigenaren verplicht te investeren in verduurzaming van hun vastgoed. Wat precies verwacht wordt van vastgoedeigenaren en wat de te nemen maatregelen inhouden is complex. Duurzaamheid is een belangrijk aspect in de bedrijfsvoering van BAM. Door samenwerking met ketenpartners en door het realiseren
8 maart 2022
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 8
09-02-2022 13:23
van energie-neutrale, circulaire en gezonde producten en diensten, wil BAM een netto positieve bijdrage leveren met betrekking tot klimaat, grondstoffen, welzijn en biodiversiteit. Daarbij ligt de focus op CO2 neutrale bedrijfsvoering, mobiliteit en energieoplossingen. Maar ook op het slimme gebruik van grondstoffen, producten en materialen en het verhogen van de gezondheid, veiligheid en vitaliteit van medewerkers en het doorontwikkelen van kennis, vaardigheden op het gebied van duurzaamheid in BAM’s producten en diensten.
> Troef. Een consortium van tien toonaangevende Nederlandse bedrijven en instellingen, waaronder BAM, startte een samenwerking die met de toepassing van ‘Internet of Energy’ de energietransitie in Nederland wil versnellen. Het consortium – TROEF genaamd – ontwikkelt hiervoor een nieuw gelaagd energie-ecosysteem waarmee duurzame energie transparant en optimaal kan worden uitgewisseld tussen gebouwen en gebieden, met een zo laag mogelijke CO2uitstoot als gevolg. De samenwerkingsovereenkomst die betrokken partijen vorig jaar hebben gesloten, heeft een looptijd van vier jaar. Anouk Schrauwen is strategisch adviseur duurzame huisvesting bij BAM Bouw en Techniek – FM Services en vertelt; “TROEF wil aantonen dat samenwerken in een energiegemeenschap loont. Het verbinden van verschillende ‘slimme eilandjes’ middels het ‘Internet of Energy’ vormt in belangrijke mate de route naar het energiesysteem van de toekomst. Door de beschikbare data en kennis van gebouwen slim en effectief te benutten, kunnen gebouweigenaren zelf energie inkopen en energie en CO2-rechten uitwisselen met andere gebouwen”.
> Beginnen bij de gebruiker. TROEF wil de gebruiker een actieve bijdrage laten leveren aan het energiesysteem en meer laten profiteren van verduurzaming. “Centraal in deze doelstelling staan het optimaal benutten van energie in een gezond gebouw, het aantoonbaar maken van de herkomst van energie en het verlagen van de barrières voor gebruikers om te profiteren van het delen van energie” zegt Schrauwen. “Door gebouwen slimmer te maken is het mogelijk om lokaal opgewekte energie te benutten op het moment dat deze beschikbaar is. Dat resulteert niet alleen in energiebesparing, maar leidt ook tot efficiënt gebruik van lokaal opgewekte energie en voorkomt pieken op het net. Dit betekent dat gebruikers kunnen kiezen voor aantoonbaar duurzame energie en voordelige prijzen. Hiermee wordt tevens een belangrijke bijdrage geleverd aan de stabiliteit en betaalbaarheid van het energienet”.
> Er is meer dan TROEF alleen. Het klimaatakkoord kent verplichtende elementen, maar onze energie moet betrouwbaar en betaalbaar blijven. “Bronnen waar we steeds opnieuw uit kunnen putten zoals, zonlicht, wind of water kunnen dat garanderen. BAM heeft in meerdere projecten al aangetoond dat vastgoed kan worden verduurzaamd zonder dat dit tot hogere kosten leidt”. De antwoorden op de complexe vraagstukken van de energietransitie zijn niet eenduidig en verlangen maatwerk. Technologische ontwikkelingen gaan bovendien razendsnel. Schrauwen noemt het voorbeeld van de Johan Cruijff ArenA waar maar liefst 148 Nissan LEAF batterijen onder de ArenA zijn geplaatst. Deze accu’s helpen het elektriciteitsnet te stabiliseren. “Het systeem van 148 accu’s heeft een totaal vermogen van 3 megawatt en betrekt stroom van de 4200 zonnepanelen op het dak van het stadion.
Anouk Schrauwen Foto: privé collectie
Die zonnepanelen leveren genoeg stroom voor 10 procent van het verbruik van de ArenA. Op de momenten dat er pieken in de vraag naar elektriciteit ontstaan, bijvoorbeeld bij concerten, kan de accu het energienet ontlasten. Dit voorkomt gebruik van diesel en noodstroomaggregaten bij stroomuitval”.
> Smart Maintenance. Schrauwen is er trots op dat ze al jaren bij het meest duurzame bouwbedrijf van Nederland werkt. Koninklijke BAM Groep werd recent onderscheiden met de prestigieuze Cobouw Award. Ze draagt daar graag haar steentje aan bij en kan ook putten uit haar jarenlange ervaring binnen BAM Bouw en Techniek waar ze verantwoordelijkheid droeg voor de digitale strategie. “Ik denk dat digitalisering van je onderhoudsprocessen bij kan dragen aan energie efficiency. Door data uit gebouw-beheersystemen te combineren met data over energieverbruik, zorgen we er voor dat woningen, scholen, kantoren en ziekenhuizen beter gaan presteren en duurzamer worden. Of het nu gaat om warmte- en koudevoorzieningen, gebouwgebonden installaties, warmtepompen, zonnepanelen, we garanderen gebruikers steeds een comfortabel en gezond binnenklimaat waarbij we steeds meer verduurzamen of zelfs CO2-neutraal worden”. > Beheer en Onderhoud belangrijke speler. Schrauwen ziet dat in bestaand utilitair vastgoed de meeste energie gebruikt wordt door verwarming, verlichting, koeling en ventilatie. “We gaan mede door het voortdurend monitoren en analyseren van systemen dus veel verder dan alleen het in stand houden van duurzame installaties. Op basis van energiemonitoring hebben wij inzicht in het energetische functioneren van gebouw en installaties”. Bij de cyclische planning en uitvoering van meerjarig onderhoud liggen volop mogelijkheden om de duurzaamheid van een gebouw te verbeteren. >
9
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 9
09-02-2022 13:23
‘
‘Integrale aanpak nodig, waarbij alle duurzaamheidsthema’s meegenomen worden’
>
Slim onderhoud pleeg je met een duurzaam meerjarenonderhoudsplan (D)MJOP. Dit levert, naast een duurzamer gebouw, mogelijk ook geld op, dat weer kan worden ingezet voor nieuwe investeringen”. “Daar kunnen we, met behulp van de juiste data analyses, winst behalen. Dat Beheer en Onderhoud daar een bijdrage aan kan leveren is evident”. Schrauwen geeft twee voorbeelden: “Voor een klant hebben we alle oude meet- en regelinstallaties vervangen door een nieuw intelligenter systeem dat data geneert. Nu geldt voor onder meer de klimaatinstallatie dat data uit de assets bepaalt of onderhoud nodig is. En we voorkomen storingen doordat we met deze data het gedrag van de asset kunnen voorspellen. Dit scheelt ook weer ritjes door de service engineer naar de klant, wat bijdraagt aan de duurzaamheid”. Een ander voorbeeld is dat voor de warmte- en koude-opwekking gebruik gemaakt wordt van warmtepompen die energie uitwisselen met een rivier. Sensoren en een intelligent meeten regelsysteem verzorgen de aansturing waardoor een duurzame en optimale energieopwekking is gerealiseerd, in elk seizoen en het hele jaar door.
’
> Toekomst is nu. Technologische ontwikkelingen staan niet stil, ook niet als het om energie efficiency gaat. Schrauwen; “In Beheer en Onderhoud speelt duurzaamheid steeds vaker een grotere rol. Daarom is een integrale aanpak nodig, waarbij alle duurzaamheidsthema’s meegenomen worden. Naast de Energietransitie spelen de thema’s Circulariteit, Klimaatadaptatie en Gezondheid een belangrijke rol. Zo worden de effecten van klimaatverandering steeds vaker zichtbaar en is er een grotere vraag om extreme weerseffecten (zoals heftigere regenbuien of droogteperiodes) op te vangen in het ontwerp van steden, wijken en gebouwen”. Bij Circulair bouwen draait het om slim gebruik van grondstoffen, producten en materialen waardoor deze oneindig hergebruikt kunnen worden. Hiervoor zijn meer biobased bouwmaterialen en andere bouwmethodes nodig, duidt Schrauwen. “Een gezond gebouw is duurzaam, maar niet alle duurzame gebouwen zijn gezond. In een gezond gebouw staat de gebruiker centraal. BAM draagt bij aan de ontwikkeling van gezonde gebouwen volgens de WELL-building standaard. Naast de energetische vervangingen in je (D)MJOP, zien wij ook kansen op het gebied van Circulaire, Klimaatadaptieve en gezonde vervangingen”. <
Johan Cruijff ArenA Foto: Jorrit Lousberg
10 maart 2022
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 10
09-02-2022 13:23
‘
Samen staan we sterker dan alleen
KIJK OP <
De windsector is letterlijk het meest in het oog springende onderwerp van de energietransitie. De afgelopen jaren zijn er veel nieuwe windmolens bijgekomen en ze zijn ook steeds groter geworden. Allebei zichtbare veranderingen. Ook gedreven door innovatie, met hulp van het topsectorenbeleid. Ik neem je even mee in onze mooie sector om te laten zien wat er al kan en wat er volgens mij nog moet gebeuren om de energie erin te houden. Hans Timmers Foto: privé collectie
Ik begin graag positief met wat er al kan. Digitalisering heeft een grote vlucht genomen de afgelopen jaren. Vanuit kantoren kunnen de honderden sensoren in een windmolen worden afgelezen. De data die hieruit komt wordt nu al ingezet om storingen te voorspellen en preventief onderhoud in te plannen. Hiermee worden niet alleen onnodige bezoekjes aan windmolens voorkomen, maar kan ook schade worden voorkomen aan onderdelen door deze op tijd stil te zetten. De komende jaren zal dit verder worden uitgebreid met de inzet van drones en robots om bijvoorbeeld onderhoud en inspecties van bladen uit te voeren, zodat mensen hierbij ook veilig op de grond kunnen blijven staan. Waar ik mij meer zorgen over maak, en waar ik ook van mening ben dat er veel meer mee moet, is de groeiende vraag naar voldoende geschoold personeel om dit onderhoud uit te voeren. In 2020 verscheen het rapport “Post 2030 offshore wind employment in the Netherlands”. Hierin is een eerste inschatting gemaakt van het aantal mensen dat wij nodig hebben voor de bouw en het onderhoud aan windparken op zee tot 2050. De getallen zijn vrij duidelijk. In de komende 10 jaar wordt er gewerkt aan een kleine 20 GW extra wind
‘
‘De getallen zijn vrij duidelijk!’
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 11
Hans Timmers Voorzitter Bestuur NWEA op zee. Voor alleen het onderhoud hieraan hebben we tot die tijd al 1.440 extra mensen nodig. En als ik dat doorreken naar 2050, als we 72 GW aan windenergie op zee verwachten (ook voor waterstofproductie), dan hebben we tegen die tijd in totaal 5.040 mensen nodig. Bovenop deze 5000 onderhoudsprofessionals komen nog de duizenden mensen die betrokken zijn bij ontwerp, bouw en het uiteindelijke afbreken van de parken in Nederland. Daarbij zijn we niet alleen, wereldwijd komen nog genoeg andere windparken de komende jaren, zowel op zee als land. Dit, gecombineerd met het feit dat steeds minder scholieren en studenten voor een technische opleiding kiezen, geeft te denken. Want wind is maar een deel van de energietransitie. Zo heeft de Nederlandse Vereniging voor Duurzame Energie (NVDE) via consultant Ecorys in 2021 laten uitrekenen dat er 23.000-28.000 extra werknemers nodig zijn om de energietransitie te laten slagen. Werk aan de technische winkel dus! Gelukkig ben ik een positief ingesteld mens, en zo sluit ik dan ook graag af. Het coalitieakkoord gaat een impuls geven aan technisch onderwijs, zie pagina 7 (voldoende vakmensen) en pagina 19-22 (sterker onderwijs). Iedereen in Nederland zoekt meer technisch personeel. Laten we dan ook met alle technische bedrijven in Nederland werken aan het enthousiasmeren van meer jongeren en zij-instromers voor de techniek. Samen staan we sterker dan alleen, en zorgen wij gezamenlijk voor het succes van de energietransitie! Want werken in de wind geeft een impuls aan jou en ons land. <
11
09-02-2022 13:23
IMPROVE <
Foto: Ideo
Energietransitie is meebewegen
Dagelijks worden we geconfronteerd met nieuws over de energietransitie. Het is inmiddels voor iedereen wel duidelijk: we kunnen niet op de huidige manier verder, er moet echt wat veranderen. Het klimaat op onze aardbol verandert met een verontrustende snelheid en veroorzaakt een ingrijpende opwarming van de aarde. 12 maart 2022
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 12
09-02-2022 13:23
‘’ ‘Zorg voor voldoende draagvlak’
> Investering noodzakelijk. Asset-intensieve bedrijven zullen zich moeten buigen over vraagstukken als het (eerder) vervangen of (deels) aanpassen van hun installaties. Door de gedwongen verandering, zijn de oudere rekenmodellen niet meer van toepassing. Assets zijn nog niet volledig afgeschreven, maar toch zijn nieuwe investeringen al eerder dan gepland noodzakelijk. Zo zal de energiesector bijvoorbeeld flink moeten investeren. Niet alleen in een nieuwe infrastructuur voor elektrisch vervoer, maar ook in nieuwe distributienetwerken voor energie die wordt opgewekt door duurzame bronnen, zoals windmolens en zonnepanelen. > Onderhoud verandert mee. Neem nu bijvoorbeeld de transportsector. De meeste wagenparken binnen deze sector bestaan uit voertuigen die nog een traditionele verbrandingsmotor hebben. De uitvoering van het onderhoud voor deze voertuigen is daarom voornamelijk afgestemd op dit soort motoren. Nu deze in de nabije toekomst ‘verbannen’ gaan worden en de elektrische motor ervoor in de plaats komt, zullen ook de bijbehorende onderhoudsstrategieën opnieuw onder de loep worden genomen. Zo komen er andere onderhoudsintervallen tot stand doordat er minder draaiende delen en minder vloeistoffen in elektrische motoren worden gebruikt.
Om deze zo snel mogelijk af te remmen, zullen we onder andere onze energie op een duurzamere manier moeten gaan opwekken. Maar minstens zo belangrijk is de (her)ontwikkeling van de infrastructuur die een dergelijke transitie mogelijk kan maken. Ook Asset Management-organisaties zullen moeten meebewegen. Hoe ingewikkeld dat ook kan zijn.
> Disruptieve impact. De consequenties voor de gehele maatschappij zijn groot. Zo ook voor bedrijven en organisaties die primair of secundair Asset Management bedrijven. Om de gestelde klimaatdoelstellingen te halen, zullen er diverse aanpassingen aan bestaande assets plaatsvinden en nieuwe, alternatieve assets worden ingezet. Dit is geen kwestie van ‘willen’, maar van ‘moeten’. Wil je als Asset Management-bedrijf een serieuze speler blijven, dan zijn deze maatregelen met hun disruptieve impact onontkoombaar.
Bas Horvers, SAP EAM consultant bij Ideo BV, haalt nog een ander voorbeeld aan; “Er ontstaan ook steeds meer windmolenparken op zee. Dit is waarschijnlijk een kwestie van smaak, van welke horizonvervuiling de mens het minste last heeft. Maar een ding is zeker: een onderhoudsstrategie voor een windmolen op zee, is toch net wat anders dan voor een op land. Denk alleen al aan de locatie en het gebruik van materialen”.
> Blijvende verandering. Het steeds meer inzetten op duurzame energie, vraagt uiteindelijk om een andere manier van Beheer en Onderhoud. Wat houdt dit precies in voor de Asset Management-organisatie? Deze zal mee moeten veranderen. Dat is minder eenvoudig dan het klinkt, want hiervoor zal de noodzaak van verduurzaming en energietransitie moeten worden ingezien. Een goede eerste stap: de onderwerpen een vaste plek op de Asset Management-agenda geven. Alleen bij voldoende draagvlak binnen de organisatie, kan er worden gezorgd voor verandering die blijvend is en de gewenste impact heeft. <
13
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 13
09-02-2022 13:23
VEILIG WERKEN <
Beheersen nieuwe risico’s geholpen door Just Culture Een goede veiligheidscultuur is essentieel om effectieve beheersmaatregelen te ontwerpen voor het omgaan met nieuwe procesveiligheidsrisico’s ten gevolge van de Energietransitie. In de (petro)Chemische sector zijn risico’s op veiligheidsgebied een ontzettend belangrijk aandachtspunt. Veilig werken betekent dat we van te voren incident scenario’s bij het omgaan met gevaarlijke stoffen ontwikkelen. En dat we beheersmaatregelen implementeren om die incidenten te voorkomen of de effecten ervan te beperken. Verder meten en evalueren we dat die maatregelen daadwerkelijk effectief zijn. Een goede veiligheidscultuur, gebaseerd op elementen van de Just Culture, helpt hierbij.
> De Energietransitie brengt nieuwe risico’s. Door de Ener-
Nieuwe risico’s – schroefjes Foto: SDN
‘
gietransitie zullen bestaande technieken voor het opwekken van energie worden vervangen door andere, relatief nieuwe technieken of methoden. Elektriciteit zal vaker en verregaander gebruikt gaan worden als duurzame energiebron in de Procesindustrie, bijvoorbeeld als alternatief voor fornuizen die nu gestookt worden met fossiele brandstoffen of als energiebron bij productscheiding. Een andere mogelijkheid is om CO2 op te vangen en dit te gebruiken als grondstof voor het maken van chemische producten of makkelijk op te slaan brandstoffen voor alternatieve energie opwekking. Technisch is dit laatste mogelijk. Economisch is het nog niet aantrekkelijk. Daarnaast zal elektrificatie van het vervoer toenemen of het gebruik van H2 als brandstof. Als tussenstap is bijvoorbeeld het gebruik van alternatieve brandstoffen (LNG, CNG) voor transporttrucks al volop in ontwikkeling.
‘Nieuwe technieken leiden tot nieuwe procesveiligheidsrisico’s en vragen beheersmaatregelen’ 14 maart 2022
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 14
09-02-2022 13:23
Wat is Just Culture? Bij een Just Culture (een rechtvaardige cultuur) draait het erom dat men niet bang of anderszins belemmerd is om ongewone of onveilige situaties te melden. Meldingen worden in een Just Culture aangemoedigd en omarmd, omdat zij het startpunt kunnen zijn van leren en verbeteren. Streven naar een Just Culture vormt daarom een belangrijke stap richting het voorkomen van ongevallen en het leren van succes. Meer informatie hierover in de Kennisbank van Safetydelta.nl
Al deze nieuwe technieken leiden tot nieuwe procesveiligheidsrisico’s en vragen beheersmaatregelen. En mogelijk komen er nieuwe veiligheidsstandaarden. Om veilig te kunnen blijven werken, moeten mensen in deze industrie leren omgaan met die veranderingen. Dat is niet altijd eenvoudig. Het vraagt tijd, aandacht en inzet van veiligheidsprofessionals en toezichthouders.
> Just Culture. Een goede veiligheidscultuur helpt bij het omgaan met nieuwe risico’s. Een ‘Just Culture’ levert bouwstenen. Waarom is dit? Allereerst moeten werknemers zonder angst voor repercussies hun zorgen over nieuwe risico’s kunnen delen. Dit helpt met het uitbouwen van een structureel lerende en zich constant verbeterende organisatie. Nieuwe regels kunnen nieuw gereedschap worden om deze nieuwe risico’s te beheersen. Misschien moeten bestaande regels en procedures worden aangepast op grond van de nieuwe risico inschattingen? Moeten ze worden aangescherpt of juist afgeschaft? Moeten ze nog eens uitgelegd worden of breder uitgedragen? Dit geldt ook voor checklisten, procedures en teamwork: ze zijn er om zaken te reguleren, te structureren volgens bepaalde afspraken en normen. Op die manier weten alle betrokkenen waar ze aan toe zijn. Consistentie in toepassen van regels geeft meer zekerheid zodat we de veiligheidsrisico’s afdoende beheersen. We moeten ervan op aan kunnen dat de afspraken die gemaakt zijn ook betrouwbaar nageleefd worden. Alleen ‘begrip’ van afspraken is in dat opzicht onvoldoende, omdat er immers verschillen kunnen bestaan in interpretatie van regels. We werken veilig als we aantoonbaar kunnen maken dat we de afgesproken regels op dezelfde manier volgen.
> Kennis en Kunde. Nieuwe beheersmaatregelen voor nieuwe risico’s worden afgewogen tegen andere doelen van de organisatie. Soms zoeken we een evenwicht tussen strijdige doelstellingen. Veiligheid is een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering en beheersmaatregelen staan daarom niet op zich. Het niveau van veiligheid is het resultaat van verschillende afwegingen en keuzes. Weerbaarheid en veerkracht zijn onmisbaar als je een organisatie veilig en betrouwbaar wilt maken. Het begint ermee dat de techniek en de procedures aan specifieke eisen moeten voldoen. Maar het belangrijkste is de weerbaarheid van de mensen die het werk uitvoeren. Zij moeten de kennis en de kunde hebben om in onverwachte situaties de juiste beslissingen te kunnen nemen. Zij moeten weten hoe te handelen als dingen niet gaan volgens verwachting: hoe afwijkingen op te vangen, wat te doen en naar wie te luisteren. Niet elke mogelijke situatie kan
in een procedure worden gevangen, zeker bij nieuwe risico’s. Professionele kennis op de werkvloer en moed om activiteiten te stoppen als deze onveilig ‘aanvoelen’ helpen om veilig te werken.
> BRZO wet- en regelgeving voertuigen. De Safety Delta Nederland brengt partijen bij elkaar om na te denken over nieuwe risico’s. Een voorbeeld is het beheersen van veiligheidsrisico’s van voertuigen op industriële locaties die op duurzame brandstoffen worden aangedreven. Te denken valt aan vrachtauto’s, bedrijfsbusjes of bestelauto’s die batterij-elektrisch of op LNG, CNG of waterstof worden aangedreven. Het gebruik van deze voertuigen sluit aan bij de wens om als industrie ook op deze wijze bij te dragen aan de verduurzaming en daarmee de diesel aangedreven voertuigen te reduceren. Echter, dit mag geen nadelige effecten opleveren voor de veiligheid. De huidige BRZO wet- en regelgeving zegt niets over de aandrijvingsvorm van trucks op dergelijke industrieterreinen. Recent is een samenwerkingsverband opgezet met onder meer het Instituut voor Fysieke Veiligheid, Chemelot, branche-organisaties (VNCI, VNPI, VOTOB), enkele Veiligheidsregio’s en het Landelijk Expertise Centrum Brandweer. Er is ondersteuning door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. We werken samen om inzicht te krijgen in de additionele veiligheidsrisico’s ten aanzien van wegtransport van goederen (tanks en stukgoed) over bedrijfsterreinen met alternatief aangedreven brandstoffen en te komen tot site-specifieke proportionele veiligheidsmaatregelen.
> Verkenning. De eerste stap is een verkenning met als onderzoeksvragen: 1. Welke regelingen en beleid, ervaring, literatuur is er bekend over de veiligheidsrisico’s van duurzaam aangedreven voertuigen op industriële sites in Nederland en andere landen? 2. Welke duurzame brandstoffen (LNG, CNG, Waterstof, en batterijelektrisch) worden de komende jaren voorzien als energiebronnen voor de aandrijving van trucks op industriële sites/ clusters en hoe snel is die introductie? 3. Welke incident incidentscenario’s kunnen optreden, en wat zijn aannemelijke plekken op een bedrijfslocatie waar dergelijke scenario’s zouden kunnen plaatsvinden? Daarna wordt gekeken welke beheersmaatregelen nodig en mogelijk zijn, en kijken locaties welke nieuwe maatregelen ze wensen te treffen en waarom. Dit alles is immers risico gedreven, passend binnen veiligheidscultuur gebaseerd op Just Culture. <
Schutbladen rapporten Just Culture Foto: SDN
15
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 15
09-02-2022 13:23
TECHNIEK <
Oud proces als basis voor nieuwe techniek en energiezuinige fabriek Het nog jonge bedrijf Natuchem bouwt in Tilburg aan een fabriek om vloeibaar ammoniumsulfaat, een agrarische reststroom, om te zetten in een vast product. Energiezuinig, CO2-neutraal en circulair werken staan centraal in de plannen. “We gebruiken een factor drie minder energie met deze techniek”.
Foto: Natuchem
16 maart 2022
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 16
09-02-2022 13:23
Sven Mommers bij de installatie in aanbouw Foto: Natuchem
Sven Mommers is mede-eigenaar van Natuchem, dat hij opzette met enkele partners/ investeerders. Het idee om vloeibaar ammoniumsulfaat om te zetten komt voort uit de activiteiten van zijn andere bedrijf: Circular Values. Dat bedrijf ontwikkelt en produceert stikstof terugwinningsinstallaties voor de agrarische sector. Deze ‘stikstofstrippers’ raffineren stikstof uit mest in de vorm van vloeibaar ammoniumsulfaat, een hoogwaardige kunstmestvervanger.
> Aanleiding. Mommers is in het verlengde daarvan ook actief in de verkoop van het vloeibare ammoniumsulfaat. Door strengere regelgeving zag hij deze business onder druk komen staan en dat was de aanleiding tot het opzetten van Natuchem. Mommers; “Door de strengere regels moeten steeds meer agrariërs en industrieën luchtwassers installeren en komt er dus meer vloeibaar ammoniumsulfaat op de markt. Maar de vraag naar dit eindproduct neemt minder hard toe, waardoor de prijzen onder druk staan. Het tijdelijk opslaan van het product is lastig en relatief kostbaar: vloeibaar ammoniumsulfaat is zeer corrosief. Silo’s en leidingen moeten van rvs of kunststof zijn. Bij elkaar zijn dat de hoofdredenen geweest om te zoeken naar een manier om het vloeibare product om te zetten in een vast product”.
> Energie-intensief. De ammoniumsulfaatoplossing bestaat uit water en zout. De gangbare manier om die twee stoffen te scheiden is door verdamping: een energie-intensief proces waarvoor je als brandstof eigenlijk gas nodig hebt. “Dat wilden we sowieso niet: het is een bewuste keuze in onze circulaire aanpak om niet met gas te produceren”. Al zoekende naar een alternatief voor verdamping, kwam Mommers in contact met Cool Separations, een spin-off van TU Delft. Dat bedrijf biedt een oplossing gebaseerd op een techniek uit de jaren vijftig die rond 2000 op de TU Delft verder werd ontwikkeld: eutectische vrieskristallisatie. “Dat levert hetzelfde resultaat op als verdamping, maar tegen een veel lager energieverbruik. Bij het eutectisch punt kristalliseren water en zout gelijktijdig. IJs is lichter dan water en gaat drijven, het zwaardere zout zakt naar de bodem”.
> Kunstmest. “Het ijs zuiveren we en gebruiken we weer als voorkoelmiddel in het productieproces. Het zout centrifugeren we om het aanhangend vocht eruit te halen. Dat vocht gaat ook terug het systeem in. Het zout is het eindproduct dat geschikt is voor kunstmest of in brandwerende middelen. Het koude water dat overblijft is schoon water. Dat kunnen we lozen op het kanaal hier tegenover, maar daar moet je gek genoeg voor betalen. We kunnen het ook terugbrengen naar de boeren en dat doen we in het begin ook, maar dan zit je met relatief dure transportkosten. We zijn in gesprek met het waterschap hierover”. > Zo min mogelijk energie. Samen met onder meer Cool Separations, een koudespecialist en een scheidingsfysioloog werd een proces- en flowdiagram gemaakt, de basis voor de nieuw te bouwen fabriek. “We willen in het hele proces zo min mogelijk energie gebruiken. Zo kwamen we uit bij koelmachines die werken op basis van ammoniak voor het koelen van het frezium, een natuurlijk koudemiddel. Het frezium gebruiken we om de crystallizers te koelen”. Verder gaat het qua installaties onder meer om pompen en warmtewisselaars en andere standaard apparatuur. De kern van de fabriek bestaat uit de crystallizers van Cool Separations. “Het geheim van de smid zit erin dat zij het ingangsmateriaal kunnen scheiden met een goede koudeverdeling in de massa en zonder ijsgroei. Zij zijn de enige aanbieder van deze techniek en wij de eerste die full scale units gaan gebruiken voor vloeibaar ammoniumsulfaat”.
> Toegankelijk. Het ontwerpen van de fabriek gebeurt in 3D. Dat maakt het ontwerpen heel inzichtelijk, zegt Mommers. “Zeker voor leidingwerk. Verder staan alle sensoren, flow meters en pompen in hetzelfde gebied. Alles is zo ge-engineerd dat het goed toegankelijk is voor een monteur”. Verder is de materiaalkeuze belangrijk vanwege het hoog-corrosieve karakter van het vloeibare ammoniumsulfaat. “Overal waar contact is tussen het product en materiaal gebruiken we kunststof: voor de leidingen, de kleppen, de pompen. Omdat we met lage temperaturen werken, gebruiken we voorgeïsoleerde leidingen om ijsvorming aan de buitenzijde te >
17
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 17
09-02-2022 13:23
‘
‘Eutectische vrieskristallisatie levert hetzelfde resultaat op als verdamping, maar tegen een veel lager energieverbruik’ >
voorkomen”. Verder zijn er de gebruikelijke veiligheidsvoorzieningen. Zo staat de ammoniakkoeler in een aparte ruimte met noodvoorzieningen om calamiteiten op te vangen.
> Output waarborgen. Omdat het de eerste keer is dat de crystallizers in dit productieproces gaan draaien, is een belangrijke vraag hoe je de output waarborgt. Er zijn immers nog weinig praktijkdata, behalve van een aantal pilotprojecten. “We hebben samen in kaart gebracht welke onderdelen slijten en welke kritiek zijn. Die komen op voorraad, zoals de ijsschrapers en heel specifieke onderdelen van de warmtewisselaars van de crystallizers”. Onderhoud gaat preventief plaatsvinden op basis van draaiuren. “We gaan dat zelf doen, of in elk geval zelf de regie erop doen. Cool Separations levert geen onderhoudsdiensten en wij willen zelf de benodigde kennis opbouwen en behouden. Als deze fabriek over een half jaar draait en succesvol is, hebben we die kennis nodig bij de andere fabrieken die we willen realiseren. We gaan zeker data verzamelen en die gebruiken we om de installatie te verbeteren, voor een uitbreiding of een volgende versie ervan”. In totaal komen er uiteindelijk acht crystallizers te staan in de fabriek in Tilburg. “We beginnen met één en dat verdubbelen we naar twee, naar vier en naar acht over circa twee jaar. Dan produceren we 25.000 ton droog zout per jaar”.
> Modulair. De fabriek is modulair ontworpen. Er is een centraal leidingensysteem waar totaal twee keer vier crystallizers aan gehangen kunnen worden. “Op die manier beperken we het aantal meters leidingwerk”. Veel van de apparatuur, zoals het freziumvat en de koelmotoren zijn gebruikte installaties. “Dat past in onze circulaire visie en bovendien zijn de aanschafkosten lager dan bij nieuwe apparatuur. Vanuit die circulaire gedachte hebben we ook alle stalen frames gebout in plaats van gelast. Zo kunnen we het later eenvoudig demonteren en opnieuw gebruiken, mocht dat nodig zijn”.
’
> Procesoperators. De fabriek bouwen gebeurt met monteurs van een zusterbedrijf. De eigen kantoormedewerkers draaien straks de eerste productie, later zullen er enkele procesoperators moeten komen. Mommers weet van de schaarste aan procesoperators, maar ziet het aantrekken van nieuwe medewerkers met vertrouwen tegemoet. “Het leuke hier is dat alles nieuw is. Het helpen opbouwen van het proces en de organisatie is een mooie uitdaging voor een procesoperator”. Het is de bedoeling om straks 24/7 te draaien in een tweeploegendienst plus storingsdienst. “Het is een volledig geautomatiseerd productieproces. De ingangscontrole en de kwaliteitscontrole zijn de belangrijkste taken”. > Dichtbij huis. De grondstof voor de nieuwe fabriek komt uit een straal van circa vijftig kilometer rond Tilburg. Het gereed product vindt straks wereldwijd zijn weg. “Ons eindproduct vervangt fossiel ammoniumsulfaat op basis van stikstof uit de lucht. Ons productieproces verbruikt een factor drie minder energie en vermindert de CO2-uitstoot met circa zeventig procent ten opzichte van dat traditionele productieproces. We kopen groene stroom in en op termijn plaatsen we zonnecollectoren op ons dak. Ook onderzoeken we de mogelijkheid om energie af te nemen van een zonnedak van een groot warehouse hier vlakbij”. Er zijn ook nog circulaire plannen met de restwarmte van de fabriek. Bij het terugkoelen van het vloeibare ammoniumsulfaat komt de restwarmte van de koelmotoren vrij. Er loopt een haalbaarheidsonderzoek op het Tilburgse industrieterrein om deze restwarmte, samen met die van twee andere bedrijven, te gebruiken om het water in het iets verderop gelegen gemeentelijke zwembad te verwarmen. “Met een gesloten leidingnetwerk, zodat het water ook weer terugkomt voor hergebruik”. <
18 maart 2022
13330 NVDO_VAM 2022-1M.indd 18
11-02-2022 10:01
Kort Vrouwen veel te weinig aan de bak in de energietransitie Vrouwen zijn zwaar ondervertegenwoordigd in de, van oudsher technisch gedreven, energiesector. Het aandeel van vrouwen in de energiesector is op dit moment 22%. Dat baart zorgen. Bovendien zijn de uitdagingen steeds meer dan alleen technisch.
Voor ons allemaal. Zo zal de instroom van vrouwen in technische banen moeten toenemen en biedt de groei van niet-technische banen in de duurzame energie kansen om op korte termijn het aandeel vrouwen te verhogen. Ook dat is innovatie”.
Het onderzoek naar de arbeidsmarktpositie van vrouwen in de energiesector laat een verontrustend beeld zien. Vrouwen kiezen niet alleen minder voor deze sector, maar verlaten de sector ook makkelijk. De uitdaging is dus tweeledig, geven de onderzoekers aan. Dit eerste onderzoek naar arbeidsdeelname van vrouwen in de energietransitie is gedaan door expertisecentrum 75inQ in opdracht van de Topsector Energie.
Lage deelname, grote uitstroom Het onderzoek laat zien dat de energiesector kampt met een veelzijdig probleem: een zeer lage instroom van vrouwen, hapering in de doorstroom van vrouwen, een beperkte zij-instroom en een verontrustende uitstroom. De onderzoekers geven vervolgens een breed pallet aan handelings-perspectieven waarbij zowel onderwijs, overheid als bedrijfsleven een rol heeft.
Meer dan alleen techniek Aan de ene kant is het aantal vrouwen in technische beroepen in de energiesector zeer laag (7%). En aan de andere kant moet de energiesector haar niet-technische focus verbreden. De duurzame energiesector biedt meer ruimte aan niet-technische banen omdat deze energieoplossingen een meer zichtbare plek innemen in de leefomgeving van burgers (ruimtelijk, huis, werk, etc) en burgers zijn hier zelf actief mee. Er zijn dus meer banen waar vrouwen zich van nature makkelijker bij aangesloten voelen. Marsha Wagner, directeur HCA bij de Topsector Energie; “Er is werk aan de winkel!
Meer data, meer techniek, meer diversiteit Door beperkte data wordt de urgentie van het onbenut arbeidspotentieel in de energiesector niet gezien en is de call to action te beperkt waardoor interventies te traag op gang komen. Daarom moet er betere data worden bijgehouden. Het blijft belangrijk om jonge vrouwen te stimuleren om een technische studie te kiezen en ze daar ook in vast te houden. Te vaak stromen ze toch af. En de diversiteit aan functies en rollen binnen de energiesector creëert kansen voor niet-technici en daarmee voor vrouwen die geen technische vooropleiding hebben gehad. <
Station Delft Campus: het eerste energieneutrale station Station Delft campus is in gebruik genomen. Na twee jaar renoveren is hiermee het eerste energieneutrale station van Nederland een feit. Dankzij de iconische perronkap met zonnepanelen levert dit station net zoveel energie op als dat het verbruikt. Ruim twee jaar geleden is begonnen met de bouw van het nieuwe Station Delft Campus. Zo zijn er ondermeer twee nieuwe perrons gekomen, vier nieuwe liften, is er een nieuwe fiets- en voetgangerstunnel en is de iconische perronkap bestaande uit zonnepanelen geplaatst. Ook de entree van het station is helemaal vernieuwd.
Energie neutraal Station Delft Campus is het eerste energieneutrale station en helpt de ambities van ProRail op het gebied van duurzaamheid verder. Ans Rietstra, directeur dagelijkse operatie is blij met deze ontwikkeling; “Onze ambitie is om in 2030 net zoveel stroom zelf op te wekken als we gebruiken. Dat doen we stap voor stap, onder meer door eigen opwek via zonnedaken op meer stations en panelen op geluidsschermen”. Station Delft Campus is daar een mooi voorbeeld van. Station Delft Campus heeft geleid tot mooie plannen. <
19
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 19
09-02-2022 13:23
VISIE <
Energie-efficiency
en goed leiderschap in
Asset Management Wat heeft een goed leider in Asset Management met energieefficiency te maken, wat kan hij of zij hieraan bijdragen of zelfs het voortouw nemen? We vragen het dr. Martin Loeve, Delta Dynamics. > wat Moet. Een goed leider in Asset Management heeft te maken met energie-efficiency omdat klimaatverandering, de toenemende luchtvervuiling, veranderende wet- en regelgeving, maatschappelijk verantwoord ondernemen en het continue verbeteren van het bedrijfsresultaat daarom vragen. Zo hebben bedrijven met een energieverbruik groter dan 50.000 kWh of 25.000 m3 aardgas
‘
‘Een goed leider in Asset Management betrekt de werkvloer’
(equivalent) volgens de Wet Milieubeheer een energiebesparingsen informatieplicht om maatregelen te nemen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder (red. rvo). Energie-efficiency maakt onderdeel uit van Asset Management. Immers, assets als gebouwen, bedrijfshallen, processen, machines en apparaten verbruiken energie en/of wekken deze op. Energie-efficiency gaat over het verbeteren en optimaliseren van de verhouding tussen energie-output en input. Zo is bijvoorbeeld een ledlamp 90% efficiënter dan een gloeilamp en gaat deze bovendien 15-25 keer zo lang mee. Maar ook het verder optimaliseren van de bedrijfstijd door installaties beter in te regelen en te sturen en gedragsverandering maken deel uit van energie-efficiency. In kantoren en bedrijfsgebouwen is bijvoorbeeld 10-15% energiebesparing door gedragsverandering goed mogelijk. Dat lijkt niet veel, maar afgezet tegen het bedrijfsresultaat kunnen dergelijke besparingen flink oplopen.
> wat Kan. Een goed leider in Asset Management kan aan energie-efficiency bijdragen en daarin zelfs het voortouw nemen, door het ontwikkelen van een visie daarop en deze te vertalen naar duurzame maatregelen, die vervolgens worden gemonitord en bijgestuurd. Een veel gebruikte strategie in de vorm van een stappenplan daarvoor is Trias Energetica. Deze heeft de volgende stappen: 1. Beperk de energievraag: en wel door verspilling tegen te gaan. Bijvoorbeeld door een compacte gebouwvorm of door (na) isolatie van de buitenschil (gevels, daken en vloeren) van kantoor- en bedrijfsgebouwen
20 maart 2022
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 20
09-02-2022 13:23
Martin Loeve Foto: privé collectie
2. Gebruik duurzame energiebronnen: zoals wind-, water-, en zonne-energie. Bijvoorbeeld door installatie van zonneboilers of zonnepanelen, individueel of in coöperatieve samenwerking op bedrijventerreinen
Masterclass Leiderschap in Asset Management Inzicht en inspiratie om jezelf (verder) te ontwikkelen als leider in Asset Management. Onderwerpen • Wat is de essentie van Asset Management? • Wat is jouw (toekomstige) rol als leidinggevende daarin? • Hoe word je leider in Asset Management? • Hoe neem je daarin verantwoordelijkheid voor jezelf en anderen, zonder anderen daarbij tekort te doen? • Hoe zoek en vind je daarin balans met de ‘business’: het reilen en zeilen van de organisatie? Tijdens de masterclass brengen deelnemers hun eigen ervaringsverhalen omtrent leiderschap in Asset Management in. Check de NVDO website voor meer informatie en doe ook mee met je team!
3. Gebruik eindige energiebronnen efficiënt: met name om in de resterende energiebehoefte te voorzien. Bijvoorbeeld door gebruikmaking van lage temperatuurverwarming, een warmtepomp, warmteterugwinning en restwarmte. Maar ook door gebruikmaking van het beter inregelen en sturen van de installaties en het sturen op gedragsverandering Bij het vertalen van een visie op energie-efficiency naar duurzame maatregelen waarop gestuurd kan worden, kan gebruik gemaakt worden van de beschikbare instrumenten uit de gereedschapskist van Asset Management. Zoals bijvoorbeeld van de Deming cirkel: Plan-Do-Check-Act. Loeve; “Koppel aan deze cirkel het verzamelen en verwerken van data: het registreren, interpreteren en presenteren van energieverbruiksgegevens. Neem in het maken van plannen ook het beter regelen en sturen van installaties en duurzame toepassingen, de assets zelf mee. En niet te vergeten: de (collectieve) inkoop van (groene) energie”. “Ten slotte, een goede leider in Asset Management gaat niet voorbij aan de dynamiek en sociale interactie in de eigen organisatie, aan gedrags- en cultuuraspecten rond energie-efficiency. Hij/zij inspireert en betrekt managers en medewerkers bij deze ontwikkeling, maakt gebruik van hun kennis, ervaring en nieuwsgierigheid en laat hen van betekenis zijn”. <
21
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 21
09-02-2022 13:23
THEMA ARTIKEL <
De solar industrie: Ontwikkeling en toekomst Zonnepanelen zijn een ongekend succesverhaal. Dertig jaar terug was het ruimtevaarttechnologie. Vandaag zijn ze de snelst groeiende bron in onze energievoorziening. Over dertig jaar zijn zonnepanelen de belangrijkste bron van energie. Eigenlijk is dit geen wonder volgens Leendert Florusse, directeur van Solid Clouds, dat zich bezig houdt met data-acquisitie door drones en robots voor bouwkundige doeleinden. “De zon geeft ons elk uur meer energie dan wij als mensheid in een jaar gebruiken. Zonneenergie hebben wij in overvloed. Zonnepanelen zetten de energie van de zon direct om in elektriciteit. Het gebeurt zonder geluid, zonder uitstoot en zonder bewegende delen”. Eelco Hoogduin, directeur Zonnepark Services Nederland, voegt daaraan toe; “Elektriciteit is
onze meest veelzijdige en hoogwaardige energiedrager. De omzetting van zonne-energie heeft niet een heel hoog rendement (rond de 20%). Maar, gezien de overvloed aan energie, is dat ook niet per se nodig. Vanuit thermo-dynamisch is het direct omzetten van zonlicht in elektrische energie overigens vele malen efficienter dan de keten van fossiele bronnen, waarbij planten en bomen miljoenen jaren in de grond zitten en vervolgens de hele wereld over verscheept worden om ze ten slotte met een beperkt rendement te verbranden’’.
Zonnepanelen met een drone Foto: Solid Clouds
22 maart 2022
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 22
09-02-2022 13:23
‘
‘Waarde voor Onderhoud; Realiseren van een hoge beschikbaarheid op het goede moment’
> Groei zet door. In Nederland groeide de geïnstalleerde capaciteit van zonnepanelen sinds 2010 elk jaar ruwweg met 50%. Wereldwijd is de voorspelling van een marktaandeel van 3% nu naar 35% in 2050. En dat terwijl de totale stroomproductie in die periode 3,5 keer zo groot wordt (red. IEA, sept 21). Hoogduin noemt vier redenen voor deze groei: “COP/duurzaamheid: de noodzaak van beperking van de uitstoot van broeikasgassen wordt inmiddels wereldwijd gevoeld. Zonnepanelen bieden een middel om uitstoot snel en zeker te beperken”. Maar ook subsidie draagt bij aan de genoemde groei: de duurzame energiebronnen hebben de afgelopen jaren geprofiteerd van sterke ondersteuning met name in landen als Duitsland. Dit heeft schaalvergroting en daarmee kostenefficiëntie bewerkstelligd. “En dan zijn er nog dalende kosten: zonnepanelen volgen dezelfde logica als computerchips: als het geproduceerde volume groeit, dan daalt de prijs”. Als vierde reden noemt hij de druk van klanten/stakeholders: steeds meer bedrijven integreren duurzaamheid in hun bedrijfsvoering en vragen hun leveranciers om hetzelfde te doen”. In de laatste tien jaar zijn zonnepanelen 88% in prijs gedaald. Voor omvormers was dat getal 57%. Ook overige componenten (BOS/ balance of system) zijn 20% goedkoper geworden. Het aandeel van zonnepanelen in de totale kosten van een zonnecentrale is dan ook gedaald. Het gaat nu veel meer over de overige componenten en om arbeid. Hoogduin; “Op veel plekken in de wereld komen de integrale kosten van een kWh uit een zonnecentrale lager uit dan de variabele kosten van bijvoorbeeld een gascentrale. Wat als je altijd de goedkoopste bent? Dan komt het geld uiteindelijk wel terug”.
> De betekenis van onderhoud in solar. Ondanks de dalende investeringskosten, wordt de kostprijs van een kWh meer door CAPEX dan door OPEX bepaald. Daarmee is het essentieel dat de installatie maximaal beschikbaar is als de zon schijnt. Florusse is 2010 actief in grootschalige zonne-energieprojecten en voor hem hebben kilowatturen geen geheimen; “Met de opbrengst van de kWh moet immers de investering worden terugverdiend. Uitschakelen is eigenlijk alleen interessant bij negatieve prijzen en heeft vooral ook geen effect op de kosten. Rente en aflossing lopen gewoon door. Financiers van de solar industrie kijken daarom ook heel kritisch mee naar de beschikbaarheid en performance van een
’
zonnecentrale. Die beschikbaarheid is een functie van de goede componenten, een goede constructie en een goede operationeleen onderhoudsorganisatie”. Hoogduin, verantwoordelijk voor ruim 900 Megawattpiek aan onderhoudscontracten van grootschalige zonne-energieprojecten, kijkt ook naar de bouwfase; “Kostenbesparing in de bouw vraagt om hulpmiddelen om het bouwproces optimaal voor te bereiden en te laten verlopen. In de ontwerpfase worden deze kosten bepaald. Goede gegevens over de ondergrond (dak of terrein) zijn een essentiële input voor een goed ontwerp. Verkeerde inschattingen van talud, afschot, schaduwvormende objecten en andere parameters leidt in de praktijk vaak tot hoge reparatiekosten of opbrengstderving welke in de ontwerpfase voor een fractie van die kosten kunnen worden voorkomen”.
> De waarde van onderhoud in solar. De productie van een zonnecentrale kent (in Nederland) een sterk seizoenskarakter. Overdag in het voorjaar en in de zomer moet er ‘geoogst’ worden. Beschikbaarheid is dan essentieel. In de winter en ’s nachts is dat veel minder of zelfs helemaal niet aan de orde. Zo was afgelopen december slechts goed voor 1,2% van de jaarlijkse productie op een typische zonnecentrale in de provincie Groningen. Florusse zet zich in voor data-acquisitie met drones en robots ten behoeve van constructie en nieuwbouw en weet; “De waarde van onderhoud >
Eelco Hoogduin (l) en Leendert Florusse (r) Foto: Solid Clouds
23
13330 NVDO_VAM 2022-1M.indd 23
11-02-2022 10:01
Levelized Cost of Energy Comparison Grafiek: Lazard
>
voor een zonnecentrale zit ‘m dan ook niet zo zeer in het reduceren van kosten, als wel in het realiseren van een hoge beschikbaarheid op het goede moment”.
> Hulpmiddelen. Vanwege het gesloten karakter van zonnepanelen vraagt de detectie van (komende) gebreken om speciale apparatuur. Drones met speciale sensoren (voor bijvoorbeeld infrarood en elektroluminescentie) zijn hierbij een belangrijk instrument en op veel grote zonnecentrales inmiddels veel gebruikt voor het identificeren van problemen. Verder zijn omvormers uitgerust met specifieke componenten die afwijkingen in spanningen kunnen detecteren door middel van monitoringssoftware. > Technologie en data. Op grotere zonnecentrales speelt data een vitale rol. Dit begint met het borgen en digitaliseren van de as-built documentatie en achtergronden van ontwerpkeuzes. Een zonnecentrale heeft de potentie om meer dan dertig jaar te kunnen produceren, waardoor de initiële ontwerpers gedurende de looptijd uit beeld zullen raken. Tijdens de exploitatie kan er op verschillende componentniveaus data worden geacquireerd. Deze data kan worden gewonnen uit vaste sensoren of instrumenten als drone’s en meetapparatuur. Wanneer hierbij de juiste granulariteit en opslagtechniek worden toegepast, kan op lange termijn veel gewonnen worden bij het analyseren en benchmarken van bijvoorbeeld spanning, weerstand en temperatuur.
Hoogduin is van mening dat door vroegtijdig de juiste data-strategie te implementeren, de komende jaren nieuwe technologieën op het gebied van patroonherkenning (AI) in meetdata en thermografische beelden te gelde kunnen worden gemaakt. Het belang hiervan is voor de asset manager of eigenaar tweeledig. “Volledige onderhoudshistorie inclusief performancedata leidt tot lager gepercipieerd risico en daarmee een gemakkelijker proces en hogere prijs bij een toekomstige verkoop/herfinanciering van een asset of portfolio. Patroonherkenning en benchmarking leiden tot tijdige opsporing van eventuele defecten. Wanneer deze buiten de garantieperiode aan het licht komen, kan dit leiden tot grote schadeposten welke voorkomen hadden kunnen worden”. “Wanneer er op dit vlak geen juiste feedback-loop vanuit het Asset Management naar EPC bestaat, kan het voorkomen dat er jaarlijks tienduizenden handmatige metingen gedaan worden welke met andere componenten met een druk op de knop in een database terecht kunnen komen”. <
24 maart 2022
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 24
09-02-2022 13:23
Kort Reflectie op Cluster Energiestrategieën (CES 1.0) De industriële clusters in Nederland hebben in 2021 elk een strategie opgesteld voor het verminderen van de broeikasgasuitstoot. De strategieën beschrijven ook welke energie-infrastructuur dit vereist. PBL, TNO en RVO hebben gezamenlijk gereflecteerd op deze strategieën, op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Industriële clusters hebben Cluster Energiestrategieën (CES’en) opgesteld. Het behalen van de doelen uit het Klimaatakkoord en de verdere transitie naar een uitstootvrije economie in 2050 vragen om een forse uitbreiding van de energie-infrastructuur. Het tijdig realiseren daarvan is ingewikkeld. Om knelpunten die tot vertraging kunnen leiden op te lossen heeft de rijksoverheid het Nationaal Programma Infrastructuur Duurzame Industrie (PIDI) opgericht. Hierin werken alle betrokken partijen samen aan het versneld realiseren van de benodigde infrastructuur. Als eerste stap hebben industriële bedrijven, netbeheerders, energieproducenten en regionale overheden in 2021 gezamenlijk Cluster Energiestrategieën (CES’en) opgesteld. Plannen kunnen zorgen voor aanzienlijke uitstootreductie in 2030 Als alle emissiereductieplannen van bedrijven worden uitgevoerd, kunnen de Nederlandse emissies dalen met 31 megaton in 2030. Van het genoemde potentieel van 31 megaton CO2-equivalenten uitstootvermindering wordt 21 megaton in de industrie zelf gerealiseerd, en de overige 10 megaton geheel of gedeeltelijk buiten
de industrie. Ter vergelijking: in 2020 bedroeg de uitstoot van de industrie 53,5 megaton. Afvang en opslag van CO2 en het produceren van groene waterstof leveren het leeuwendeel van de uitstootvermindering in de plannen. Groeiende elektriciteitsvraag en lange realisatietijd maakt verzwaring elektriciteitsnetten urgent De elektriciteitsvraag van de industrie neemt bij uitvoering van alle plannen toe van 43 terawattuur (TWh) nu naar 128 TWh in 2030. Circa 40 procent van die groei komt door productie van waterstof via elektrolyse. Het elektrolyservermogen in de CES’en telt op tot zo’n 9 gigawatt in 2030. De extra elektriciteitsvraag vraagt om een evenredige toename van CO2 -vrije stroom, om een groeiende uitstoot in de elektriciteitssector te voorkomen. Bij de aanleg van elektriciteitsinfrastructuur zullen prioriteiten gesteld moeten worden, want niet alles wat gevraagd wordt, kan gelijktijdig gerealiseerd worden. Knelpunten oplossen om tijdige realisatie plannen in CES’en mogelijk te maken Voor versnelde realisatie van de infrastructuur is het wenselijk dat het PIDI de clusters ondersteunt bij vergunningsprocedures en planologische procedures, en voorstellen doet voor het wegnemen van financiele en organisatorische knelpunten. Daarnaast zal wet- en regelgeving aangepast moeten worden om proactief en planmatig investeren in infrastructuur door netbeheerders mogelijk te maken. <
Geschatte potentiële emissiereductie per technologische route in 2030
25
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 25
09-02-2022 13:23
OPGELEVERD <
Foto: NVDO
Instrument Transitiepaden
Klimaatakkoord
Er is een groot tekort aan (technisch) personeel in de energiesector. Hoe gaan we hiermee om? Onderzoeksbureau Centerdata deed hiervoor een verkenning. Daarin zijn de overstapmogelijkheden in kaart gebracht vanuit andere sectoren. Het onderzoek is gedaan in opdracht van de Human Capital Agenda Topsectoren. Maar, hoe toepasbaar is het instrument in de praktijk? Het instrument geeft een scherp beeld van de vaardigheden, competenties en kennis die nodig zijn om een overstap te maken naar een krapteberoep in de energiesector. Maar in hoeverre kan dit instrument ook in de praktijk ingezet worden voor het personele vraagstuk van de energiesector? Om die vraag te beantwoorden, toetste Berenschot het instrument in een pilot in Groningen en Noord-Brabant.
> Beroepsgroepen en sectoren. Projectondersteuner Mein Bish testte het instrument namens de SER Noord-Nederland. Ze is onder de indruk van de gedetailleerde data die het instrument bevat. “Je kunt echt per functie kijken hoe het zit”. Al kan dit volgens haar ook een uitdaging zijn als het gaat om beleid. “Als je beleid gaat maken, doe je dat op de grote lijnen. Dan heb je
het eerder over beroepsgroepen of zelfs sectoren in plaats van functies”. Wat dat betreft zou het volgens Bish mooi zijn als het instrument ook data bevat op die niveaus. Bish; “Zo kun je heel duidelijk aangeven in welke beroepsgroep een tekort gaat ontstaan en welke beroepsgroepen een goede kans geven om die krapte op te vullen”. In tweede instantie kan de gedetailleerde informatie wel van waarde zijn voor beleid, aldus Bish. “Heb je eenmaal zulke trends ontdekt, dan kun je de gedetailleerde data gebruiken om na te gaan waar exact de kansen liggen om daar vervolgens actie op ondernemen. Dat is een groot voordeel, want waar je normaal gesproken nog verdiepend onderzoek moet doen, kun je nu gelijk de details inzien”.
26 maart 2022
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 26
09-02-2022 13:23
‘
‘Het instrument bestaat uit een uitgebreid databestand met veel potentie’
> Maatwerk bieden versus generiek programma. “Een heel uitgebreid vehicle”, noemt Rob de Vrind het instrument. De Vrind is Duurzaamheidscoördinator bij het Koning Willem I College. “Er staan heel veel beroepen en competenties in en het geeft een goed beeld waar de hiaten zitten als het op onderwijs aankomt. Het is vervolgens aan het onderwijs om hier maatwerk op aan te bieden”. Al zitten daar volgens de Vrind nog wel de nodige haken en ogen aan. “Maatwerk bieden in het onderwijs blijft lastig, omdat je te maken hebt met studenten die allemaal een andere achtergrond hebben. Dat maakt dat je een generiek programma moet opstellen. Bovendien geeft het systeem kennishiaten aan op hele specifieke vaardigheden. Wij leren leerlingen vooral algemene vaardigheden. Daarbij zal de student toch eerst moeten laten zien dat hij of zij de vaardigheden bezit, zoals in de database staat aangegeven. Ook dat kan per individu verschillen”.
> Motivatie en juiste instelling. En wat zou de meerwaarde van het instrument Transitiepaden Klimaatakkoord kunnen zijn voor HR-professionals en recruiters? “Het kan ons helpen bij het opstellen van een zo’n breed mogelijke vacaturetekst”, begint Aukje Boer te vertellen. Boer is Hoofd M&O bij Koninklijke Oosterhof Holman. “Zo kan het instrument ons inzicht geven te zoeken in beroepsgroepen waar je in eerste instantie niet zo snel aan dacht”. Om dat optimaal te maken, zal het instrument volgens Boer nog
’
wel aangevuld moeten worden met de nodige data. Boer; “We zijn altijd op zoek naar het schaap met de vijf poten. Maar de realiteit leert ons dat dit er niet is. We willen daarom steeds meer vanuit het nieuwe werven aan de slag. Kennis en diploma’s vormen daarbij een minder belangrijk criterium. Het belangrijkste is vooral de motivatie, de juiste instelling. Het zou mooi zijn als we dat soort data uiteindelijk ook kunnen terugvinden in het instrument”. En een andere belangrijke aanbeveling: “Neem ook de geografische spreiding mee. Als je eenmaal weet in welke sectoren je moet zoeken om te werven, dan is het fijn als je ook weet waar geografisch gezien deze sector oververtegenwoordigd is. Zo kun je gericht werven”.
> Aan de slag. Het is duidelijk. De basis is mooi, maar er zijn nog genoeg concrete tips en aangrijpingspunten voor Centerdata om mee aan de slag te gaan. Input waarmee het onderzoeksbureau het instrument op gebruik kan verbeteren en beter toepasbaar kan maken. Dat gaat ook gebeuren, want de pilots zijn inmiddels afgerond en alle feedback verzameld. En daarmee is het instrument klaar voor de volgende fase. Komend voorjaar zal het prototype van het instrument getest worden met meer gebruikers. Heb je interesse om hieraan deel te nemen en benieuwd wat dit voor je onderhoudsorganisatie kan betekenen? Neem contact op met Jade Tjiong via jade.tjiong@rvo.nl. <
Foto: Centerdata
27
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 27
09-02-2022 13:23
ONDERZOEK <
Frequentieregelaars
leiden tot grote besparingen Daan van der Eerden deed vorig jaar als mbo-student onderzoek naar de verschillen in aansturing van pompen door elektronische regelkleppen versus frequentieregelaars. Volgens Van der Eerden is ‘de industrie’ terughoudend om frequentieregelaars te implementeren en dat is een gemiste kans, zo blijkt uit zijn onderzoek. Het niveau of de flow in een vloeistofproces wordt vaak geregeld met een regelklep die wordt aangestuurd door een regelaar. Van der Eerden; “Het niveau of de flow in een installatie kan je ook regelen met een frequentieregelaar. De aanleiding voor mijn onderzoek was de constatering dat veel bedrijven voor hun installaties nog gebruik maken van regelingen met een regelklep, ondanks dat dit een verouderde manier is vergeleken met frequentieregelaars”.
> Bedrijven aarzelen. Een frequentieregelaar wordt gebruikt om het toerental van een elektromotor te regelen, bijvoorbeeld om de procesregeling te verbeteren of het energieverbruik te beperken. Frequentieregelaars vormen geen nieuwe technologie: de eerste stammen uit eind jaren zestig en sindsdien werden ze steeds verder doorontwikkeld. “Ik denk dat bedrijven aarzelen om een bestaande regelklep te vervangen door een frequentieregelaar, omdat de aan-
Pompen Campione Foto: WCM
28 maart 2022
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 28
09-02-2022 13:23
name is dat de bestaande regelklep voldoende werkt, omdat ze opzien tegen (de kosten van) de vervanging of omdat de restlevensduur van een bestaande installatie te kort is om de investering te rechtvaardigen”.
> Nooit onderbouwd. “Mijn onderzoeksvraag luidde: wat zijn de verschillen in aansturing tussen een elektronische regelklep en die van de pomp met de frequentieregelaar? Met de resultaten wilde ik onderbouwen waarom het verstandiger is om een frequentieregelaar aan te schaffen voor huidige en toekomstige installaties. Aan het einde van het onderzoek wilde ik daarom het volgende opleveren: de energiebesparing, de terugverdientijd en de verschillen in het optreden van slijtage”. Van der Eerden verwachtte bij aanvang al een aanzienlijk verschil te meten bij het energieverbruik en de trillingsmetingen. “Over dat vraagstuk zijn al verschillende rapporten verschenen, die allemaal aantonen dat de frequentieregelaar een betere besparende optie is als je het vergelijkt met de regelklep. De verminderde slijtage wordt als een voordeel benoemd, maar dit is nooit onderbouwd met onderzoeksresultaten. Het verschil in de slijtage wilde ik meten via trillingsmetingen”.
> Testinstallatie. Van der Eerden rondde zijn onderzoek vorig schooljaar af als onderdeel van de opleiding Procestechniek bij ROC Tilburg. Het praktijkdeel vond plaats aan de testinstallatie van Fieldlab Campione van World Class Maintenance op Gate2 in Rijen. De testinstallatie van Campione betreft een circulair proces waarmee de meest voorkomende bewerkingen van een vloeistofproces kunnen worden uitgevoerd, zoals mengen, temperatuurregeling en verpompen. Om veiligheidsredenen gebeurt dit alleen met water en niet onder druk of met hoge temperaturen. “Het voordeel van de fieldlabomgeving is dat je geen hinder hebt van een productieomgeving en een eventuele ploegendienst. Ik werd redelijk ‘los’ gelaten en kon mijn ding doen. Als ik hulp nodig had, kreeg ik die van de docenten van ROC Tilburg en Avans Hogeschool”.
> Verschillen meten. Het doel van de praktijkmetingen was om de verschillen te meten in aansturing tussen een elektronische regelklep en die van de pomp met de frequentieregelaar. Bij de verschillen lette Van der Eerden op het vermogen, de flow, het toerental en de trillingen. “Ik deed zoveel mogelijk metingen bij verschillende waarden om een zo accuraat mogelijk resultaat te krijgen”. De metin-
‘
Daan van der Eerden Foto: privé collectie
gen hadden een duur van 1 tot 1.5 uur. Op de pomp zitten verschillende trillingssensoren; om de tien minuten wordt een meting van 0~ 1.000Hz genomen. Deze trillingsdata worden in het programma uAnalyst Live ontvangen. De data worden weergegeven in een grafiek met de meest recente metingen. De metingen kunnen worden uitvergroot van nul tot en met 1.000Hz. “Zo kan je de pieken goed waarnemen en bepaalde frequenties eruit filteren. Door middel van terugkomende frequenties kan je bepalen welke frequenties relevant zijn voor het bepalen van onderhoud en slijtage. De trillingssensoren zitten op de pomp en de motor; deze zijn bekabeld. Dit heeft het voordeel dat je op deze manier continu data kan binnenhalen zonder een onderbreking van stroom of het verwisselen van batterijen”.
> Conclusies. Van der Eerden komt op basis van zijn onderzoek tot een aantal conclusies. Hoe lager het setpoint van het reactorvat, hoe lager het verschil in vermogen. “Maar, het verschil tussen de regelklep en de frequentieregelaar blijft nog steeds groot. Het verschil in vermogen is gemiddeld 46 procent. Hieruit komt duidelijk naar voren dat de frequentieregelaar minder vermogen heeft en dit beter kan afstemmen op het ingevoerde setpoint”. Door het verschil in vermogen is er ook sprake van een verschil in de energiekosten. Omdat de frequentieregelaar het laagste vermogen heeft, maakt die regeling de minste kosten. Uit de trillingsmetingen blijkt dat de gebruiksintensiteit van een pomp bij een regelklep hoger ligt dan bij een >
‘Door het constant lagere vermogen van de frequentieregelaar, heeft deze een vlakkere lineaire kostenlijn’
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 29
29
09-02-2022 13:23
Frequentie regelaars Foto: WCM
>
frequentieregelaar en dat de regelklep sneller slijt. “Bij de regelklep treedt er meer slijtage op, omdat daar de trillingen heviger zijn. Trillingen hebben invloed op de conditie van de roterende onderdelen. Elk roterend onderdeel in de pomp heeft een eigen frequentie; hoe hoger het toerental, hoe harder de onderdelen zullen gaan trillen. De conditie gaat harder achteruit als de onderdelen in een sterk belasterende staat verkeren. Dit in tegenstelling tot de frequentieregeling”.
> Businesscase. Van der Eerden stelde een businesscase op waarvoor hij uitgaat van enkele aannames. Zo gaat hij voor zijn berekening uit van één pomp met de specificaties van de e-NSC conform ErP2015. De opbrengst van de pomp is 1.800 kuub per uur. Het vermogen is 3 tot 355 kW. Voor de berekening gaat hij uit van een vermogen van 110 kW. De kosten per kWh zijn 0,1224 euro. Op basis van 8.766 draaiuren per jaar kost de regelklep 13,46 euro per uur en de frequentieregelaar 9,16 euro. “Door het constant lagere vermogen van de frequentieregelaar, heeft deze een vlakkere lineaire kostenlijn. Dit veroorzaakt een stijgende winstlijn over de jaren heen. Na ruim tien jaar levert dit in mijn rekenvoorbeeld een besparing van ongeveer 380.000 euro op voor één frequentieregelaar”. > Aanbevelingen. Op basis van zijn bevindingen doet Van der Eerden een aantal aanbevelingen. “De frequentieregelaar blijkt een betere aansturing te zijn dan de regelklepregeling. Binnen de testinstallatie en de stageperiode was echter sprake van een aantal beperkingen en er is wellicht een nog beter resultaat te behalen. Bijvoorbeeld door de metingen uit te voeren in een kleiner meetgebied. Of door een uitgebreidere range aan setpoints te gebruiken, waardoor je een algemene curve kan maken. Mijn belangrijkste aanbeveling zou zijn om de metingen te concentreren rond setpoint 50. Dit is een stabiel punt voor beide regelingen ten aanzien van de flow”. Een andere aanbeveling is om langere metingen uit te voeren om een beter beeld van de werkelijke situatie te krijgen. “De pompen in de
Regelklep Foto: WCM
Extra onderzoek Extra onderzoeken zouden nog gedaan kunnen worden naar het vaststellen van de invloed van de viscositeit van de circulerende vloeistof, naar verschillende leidingdiktes en naar de invloed van de temperatuur. “Mijn aanbeveling voor de trillingsmetingen is om de frequenties beter te identificeren. Er zijn veel frequenties van gelijke snelheid. Dit zou je bijvoorbeeld kunnen doen door een kapotte lager in de pomp te monteren en hierop trillingsmetingen uit te voeren. Op deze manier kan je mogelijk bepaalde onderdelen identificeren, door terugkomende pieken. Deze gegevens kunnen relevant zijn voor voorspellingen van onderhoud”. “Mijn onderzoek vond plaats op een beperkte installatie met alleen water, met lage vermogens en leidingen met kleine diameters. In de industriële praktijk zijn allerlei omstandigheden anders, zoals druk, temperatuur, viscositeit van het medium en diameters van het leidingwerk. Toch vind ik dat bedrijven frequentieregelaars meer kunnen en moeten overwegen”.
industrie draaien vaak 24 uur, 7 dagen in de week. Als de metingen langer zouden worden uitgevoerd, kan temperatuurstijging relevant worden. Dit zijn effecten die zich in de Procesindustrie voordoen. Die kon ik helaas niet meenemen in mijn metingen van één uur. Ook zal de hoeveelheid aan data van de metingen bij een bepaald setpoint aanzienlijk groter zijn en dus betrouwbaarder. Door dieper op deze data in te gaan, kan je belangrijke uitschieters identificeren. Om dit zo betrouwbaar mogelijk te doen is mijn aanbeveling om dit met regelmaat te meten”. <
30 maart 2022
13330 NVDO_VAM 2022-1M.indd 30
11-02-2022 10:01
GAST COLUMN <
De fossielvrije strategie naar 2030 en verder In deze blog neemt Selina Roskam je mee naar het opbouwen van een verstandige en duurzame vastgoedstrategie richting 2030 en verder. Selina Roskam werkt als beleidsmedewerker Energietransitie Utiliteitsbouw bij het ministerie van BZK en schrijft over de verduurzaming van de utiliteitsbouw. De afgelopen tijd heb ik zo vaak de vraag van vastgoedhoudende organisaties gekregen; “Selina, wat moet ik nu doen met mijn gebouwen?” En ik heb er gewoon geen pasklaar antwoord op. Ik begrijp best dat investeringen in vastgoed voor de lange termijn zijn en dat je geen maatregelen wilt nemen waar je achteraf spijt van krijgt. Tegelijkertijd willen veel gebouweigenaren en -gebruikers graag hun steentje bijdragen aan een betere wereld en een transitie maken naar een fossielvrije toekomst. Tegen die mensen zeg ik: ‘je hoeft zeker niet stil te zitten’. Als gebouweigenaar niet, als assetmanager niet en als gebruiker niet. En de aanbodzijde van die verduurzaming al helemaal niet, want iedereen moet weten wat er kan, en heeft de juiste informatie nodig om goede beslissingen te nemen. Van niet stilzitten naar actie begint met een goed plan. Iets dat onderhouds- en beheerprofessionals met Meerjarenonderhoudsplanningen in de vingers hebben. Alleen het einddoel ligt misschien wat verder weg en strekt misschien ook nog wat verder dan alleen de assets. Hoe ziet de toekomst van het gebouw er in 2050 uit, hoe in 2040 en 2030? Gebruik je het nog, hoe gebruik je het, welk kwaliteitsniveau moet het dan hebben? Van daaruit kijk je ook naar de verduurzaming van de energievoorziening. Het vergt dus een pro-actieve houding van de vastgoedorganisatie. In 2050 moeten alle gebouwen fossielvrij zijn. In Nederland betekent dat: geen aardgas meer gebruiken. Kun je een natuurlijk moment herkennen in je gebouw wanneer je die transitie kan maken? Wat zegt de Transitievisie Warmte van je gemeente over dit moment? Welke opties heb je in beeld voor je gebouwen? Warmtepompen in combinatie met WKO’s zijn mooie oplossingen voor
Selina Roskam
grote gebouwen, maar wellicht zijn kleine gesloten bodemenergiesystemen ook wel geschikt. Of komt er een warmtenet en wil je daar dan ook op worden aangesloten? Misschien helpt het zelfs bij de realisatie van het warmtenet als jouw gebouw een vaste afnemer wordt van warmte in de toekomst! In 2050 moeten ook alle gebouwen aan de eindnorm voor bestaande Utiliteitsbouw voldoen. Ook al is deze nog niet gepubliceerd, we denken aan een energielabel A+++ of A++, omdat uit onderzoek blijkt dat dit een kostenoptimaal niveau van energieprestatie is. Ook voor bedrijfshallen verwachten we in de nabije toekomst een norm te maken. Je kan wachten op publicatie, maar ook alvast in kaart brengen hoe het met de energieprestatie van je gebouwen staat. Als laatste nog wat tips vanuit het gebruikersperspectief. Het verlagen van het werkelijk energiegebruik is een belangrijk doel van deze energietransitie. Om te benchmarken met andere gebruikers kun je het energieverbruik nog delen door het gebruiksoppervlak om een beeld te krijgen van de relatieve hoogte van je gebruik. De DGBC heeft een standaard methode voor het vergelijken van het energiegebruik van gebouwen gemaakt, de WEii indicator. Daag je organisatie uit om ook het werkelijk verbruik te verlagen! < Selina Roskam Beleidsmedewerker Energietransitie Utiliteitsbouw
31
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 31
09-02-2022 13:24
ASSET MANAGEMENT <
Energietransitie
vraagt om herinrichting Onderhoudsproces De energietransitie raakt elke sector. Iedere ondernemer wordt gedwongen om na te denken over duurzamere bedrijfsvoering. Minder uitstoot, andere energiebronnen, minimaliseren restafval, milieuvriendelijkere grondstoffen et cetera. De energiesector zelf heeft misschien wel de grootste uitdaging, die ook flinke impact heeft op Beheer en Onderhoud.
Foto: Mainnovation
32 maart 2022
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 32
09-02-2022 13:24
Op 18 mei start de Leergang Asset Management Toepassing van Asset Management biedt de mogelijkheid op risico gebaseerd Beheer en Onderhoud scenario’s te ontwikkelen die bijdragen aan het verkrijgen van het juiste evenwicht tussen kapitaalsinvesteringen (kosten) en opbrengsten (baten), zoals bijvoorbeeld hogere beschikbaarheid en betrouwbaarheid, productiviteit en de mate van milieubelasting door de assets. Kortom, hoe kan ervoor worden gezorgd dat je assets het vereiste kosteneffectieve resultaat behalen tegen de meest gunstige kosten gedurende de gehele technische levensduur van de assets. In dit proces is het van belang dat de diverse stakeholders, die op enigerlei wijze een rol en verantwoordelijkheid in de gehele levenscyclus van een asset hebben, integraal met elkaar samenwerken. Hoe de energiebedrijven uitvoering geven aan dit traject, is één van de praktijkcases binnen de Leergang Asset Management. Leerzaam voor alle branches want de energietransitie raakt elke sector. Meer informatie over de Leergang Asset Management op www.nvdo.nl / Maintenance Academy
In juni 2021 meldden Nederlands drie grootste netbeheerders Alliander, Enexis Netbeheer en Stedin dat ze willen samenwerken rond innovaties die kunnen bijdragen aan de energietransitie. Dit project heet ‘Rethinking Energy’. Een toepasselijke naam. Ze moeten namelijk op een heel andere manier kijken naar hun bestaande asset base. En nadenken hoe ze hun processen herinrichten.
> Anticiperen. Zoals bij veel bedrijven, was ook in deze sector Beheer en Onderhoud sterk gericht op het in stand houden van de asset base en het voorkomen en oplossen van storingen. Asset
‘
Management gaat een stap verder. Asset Management is gericht op het halen van maximale waarde uit de assets door continu het economisch optimum te zoeken tussen technische prestaties, kosten en veiligheidsrisico’s gedurende de totale levensduur van de assets. Dan ontkom je er niet aan om tien, twintig en soms wel dertig jaar vooruit te kijken om nú op een slimme manier projecten te kunnen opstarten, aldus Nico Groen van Traduco, a Mainnovation Company. Anticiperen op de wijzigingen die gaan komen noemt hij dat. “Omdat de energiesector door de energietransitie te maken heeft met een razendsnelle commerciële en functionele veroudering van de asset base, ligt er voor deze bedrijven een gigantische uitdaging”.
> De uitdaging voor Asset Management Vanaf 2050 is elk huishouden (in principe) van het gas af. In hoeverre is het gasnetwerk geschikt voor waterstof? Vanwege het klimaatakkoord moeten we overstappen van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen zoals zon en wind. Hoe gaan we om met de energie die boeren met een eigen windmolen of huishoudens met zonnepanelen ‘terug leveren’ aan het net? Programma’s als ‘Rethinking Energy’ focussen op de hoe-vragen. Vervolgens ligt er voor Asset Management een uitdaging om enerzijds de juiste projecten te definiëren en deze weg te zetten in de tijd en anderzijds na te denken over de bemensing. “Er is immers een tekort aan technici, dus waar halen we de mensen vandaan voor deze monsterklus. Inderdaad… het huidige team van onderhoudstechnici. Zij beschikken over goede technische skills en kunnen met bijscholing ander werk oppakken” zegt Groen.
> Slimmer werken. Het vrijmaken van deze technici zou kunnen leiden tot zorgen over de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de assets. Maar, als we de processen efficiënter inrichten, kunnen we met minder mensen de reliability, availability en ook de safety waarborgen. Dit betekent een nieuwe werkwijze met slimmere werkmethodes met duidelijke verantwoordelijkheden en de juiste ITondersteuning. Groen; “Asset Management geeft ons de handvatten om de beheer- en onderhoudsprocessen slim in te richten en aan te sluiten op de programma’s van eisen in de nieuwbouwfase”. <
‘Asset Management geeft ons de handvatten om de beheeren onderhoudsprocessen slim in te richten’
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 33
33
09-02-2022 13:24
CONDITIEMETING <
Beperking
energieverbruik Onderhoud draagt bij aan de economische waarde en duurzaamheid van vastgoed. Het tijdig en gepast uitvoeren van onderhoud voorkomt kapitaalvernietiging. Slecht onderhouden bouwdelen moeten immers vaak voortijdig worden vervangen. Door passend onderhoud blijven de economische waarde en duurzaamheid van het gebouw gewaarborgd. Onderhoud vergroot zodoende de kans op een zo hoog mogelijke opbrengst wanneer het gebouw wordt afgestoten. Hierbij is het wel belangrijk dat vooraf bij elke herstelmaatregel de kosten en de baten worden afgewogen. Passend onderhoud levert ook een positieve bijdrage aan het milieu doordat de afvalproductie wordt teruggebracht. Bij technische installaties kan passend onderhoud bovendien bijdragen aan beperking van het energieverbruik en de uitstoot van emissie stoffen zoals bijvoorbeeld CO2.
> Wettelijke eisen. Door het doen van het juiste onderhoud worden gebouwen in een technische staat gehouden of gebracht die overeenstemt met de wettelijke eisen. Tenzij de veiligheid of arbeidsomstandigheden in het geding zijn, legt de wetgever deze eisen minder strikt op aan bestaande bouw (waaronder ook monumenten), dan
‘
aan nieuwbouw. Voorbeelden van eisen waaraan ook bestaande bouw moet voldoen, zijn: deugdelijke vluchttrappen, veilige stookinstallaties, aanwezigheid van brandveilig-heidsvoorzieningen, voorzieningen voor veilig werken op hoogte, energie- en milieubeleid en dergelijke.
> Conclusie. Een keuze voor onderhoud (en zonodig renovatie) verdient dus in veel gevallen, en om verschillende redenen, de voorkeur boven nieuwbouw, niet in de laatste plaats om economische redenen en uit het oogpunt van duurzaamheid. Daarmee is niet gezegd dat onderhoud (of nieuwbouw) de enige opties zijn. Er zijn vele factoren die de keuze tot herinvestering of nieuwbouw beïnvloeden. Behalve factoren als financien en wet- en regelgeving zal ook de factor politieke sensitiviteit bedrijfsimago een belangrijke bijdrage leveren aan de afweging van de juiste keuze. Het is dus van groot belang dat een organisatie haar onderhoud visie en vastgoed porte> feuille strategie vastlegt en implementeert.
‘Alle ondernemers hebben te maken met energiebesparingsverplichtingen’ 34 maart 2022
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 34
09-02-2022 13:24
>
35
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 35
09-02-2022 13:24
>
> Energie. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft een methode ontwikkeld die borg staat voor het verzamelen van objectieve en betrouwbare inspectiegegevens. Deze inspectiemethode is in het handboek RVB-BOEI vastgelegd. Het handboek biedt alle instructies en achtergrondinformatie die nodig zijn om inspecties volgens de voorgeschreven methode te kunnen uitvoeren. BOEI staat voor de vier thema’s waarop de methodiek betrekking heeft Brandveiligheid, Onderhoud, Energiezuinigheid & duurzaamheid en Inzicht in het voldoen aan wet- en regelgeving.
> Energie- en duurzaamheidstabel. De ambitie van het Rijksvastgoedbedrijf is om de energetische kwaliteit van de hele gebouwenvoorraad te verbeteren. Voor de inspectie is hierbij in de beheerfase een belangrijke rol weggelegd. Voor bouwdelen die van belang zijn voor de energetische kwaliteit moet de inspecteur maatregelen voorstellen die het energiegebruik terugdringen en waarvan de kosten op korte termijn terugverdiend kunnen worden. <
Leergang Conditiemeting; Onderhoudskundig Inspecteur en/of Adviseur BOEI Start 14 maart 2022 Gebreken aan gebouwgebonden assets en/of infrastructurele werken zorgen voor prestatieverlies, brengen risico’s met zich mee en zijn van (grote) invloed op de functionele prestaties. Met de inbreng van de goed opgeleide inspecteur en adviseur wordt de asset owner in staat gesteld het levensloopproces naar kosten, levensduur en kwaliteit te beheersen. Ook binnen prestatiecontracten moet de status van assets worden vastgesteld, bijvoorbeeld bij het moment van aangaan van het prestatiecontract en tussentijdse beoordelingen (audits). Om efficiëntie te bereiken binnen het inspectieregime en overlast van de gebruikers van beheerobjecten tot een minimum te beperken, winnen integrale inspecties (BOEI-inspecties) steeds meer terrein. Deelnemers worden opgeleid tot professionele inspecteurs en/of adviseurs, die een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan verbetering van de staat van gebouwen, installaties en infrastructurele werken.
36 maart 2022
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 36
09-02-2022 13:24
Netwerken Beheer en Onderhoud Asset Management Techniek Branchevereniging
Conditiebewaking Prestatiemanagement Maintenance Academy Kennisontwikkeling
Onderhoud je netwerk en Deel kennis en ervaring
Maak onderdeel uit van Europa’s grootste netwerk De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) is dé toonaangevende brancheorganisatie die middels belangenbehartiging, kennisontwikkelingen en -overdracht en netwerken ondersteuning biedt aan bedrijven en personen die bij de besluitvorming op het gebied van Beheer en Onderhoud/Asset Management betrokken zijn en daarmee de Nederlandse onderhoudssector als ’s werelds beste helpt te presteren.
>> Word lid!
De NVDO doet dit door in de sector een onafhankelijke positie in te nemen en alle relevante bedrijfssectoren met behulp van voorlichting, advisering, kennisontwikkeling, (wetenschappelijk) onderzoek en kennisuitwisseling ten dienste te staan en zo op weg te helpen naar excellent Asset Management.
Het NVDO-lidmaatschap biedt vele voordelen!
Het NVDO-Lidmaatschap geeft toegang tot
•
•
• • • •
Grootste netwerk van Europa (fysiek en digitaal) Regionale activiteiten Vakinhoudelijke kennis en netwerk Compleet portfolio Maintenance Academy Collectieve abonnementen op vakbladen
• • • •
Kengetallen, Trends, Visie (NVDO Onderhoudskompas) Platform Materiaalkunde (wetenschappelijke) Publicaties, waaronder Visiedocumenten Kortingen op ons cursusaanbod van de NVDO Maintenance Academy Jongerenboard
Asset Management, Duurzaamheid, Veilig Werken en Energie-efficiency zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!
Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan >> Lange Schaft 7G - 3991 AP Houten | Postbus 138 - 3990 DC Houten 030 - 634 60 40 | info @ nvdo.nl | www.nvdo.nl
37
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 37
09-02-2022 13:24
WET- EN REGELGEVING <
Offshore zonnepark helpt windarme regio’s Startup Solarduck heeft een drijvend offshore solarplatform ontwikkeld dat orkanen, sterke stromingen en hoge golven kan doorstaan. Dit innovatieve driehoekige platform is bedoeld voor zonovergoten, maar doorgaans windarme regio’s rond de evenaar, zoals de Caraïben en Zuidoost-Azië. Onlangs is een demonstratie-installatie te water gelaten in de Waal bij IJzendoorn. CEO Koen Burgers van SolarDuck en zijn team hebben veel baat bij hun jarenlange ervaring in de scheepsbouw. “Om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, is de wereld volop bezig met de energietransitie. In Nederland gaat het grotendeels wel lukken met offshore wind. Een groot deel van de wereldbevolking woont weliswaar in stedelijke gebieden aan de kust, maar daar waait het nauwelijks. En als het daar waait, is het meteen extreem. Op land is weinig ruimte voor grootschalige zonneparken. De meest logische en verantwoorde oplossing is een offshore zonnepark. Daar zijn nu een handvol bedrijven mee bezig”. Bestaande drijvende zonneparken op binnenwateren zijn niet geschikt meent Burgers. “Het is complex om zo’n platform te ontwikkelen dat langdurig werkt onder de barre omstandigheden op zee. Wij zijn erin geslaagd een kosteneffectieve oplossing te ontwikkelen”.
> Hoe ziet de oplossing eruit. “Wij hebben een platform ontworpen dat rekening houdt met vier factoren: wind, golven, stroming en kosten. Het is een driehoekig platform van 17 x 17 x 17 meter waarop 40 standaard industriële modules worden gemonteerd in een vaste oost-west configuratie. Deze driehoekvorm is ideaal om de dynamische krachten van golven op te vangen; voor drijvende offshore windturbines wordt deze geometrische vorm bijvoorbeeld ook gebruikt. Talloze platforms kunnen in elke gewenste vorm aan elkaar gekoppeld worden tot een offshore zonnepark. Het platform bevindt zich op drie meter boven het wateroppervlak, drijvend op ‘pijlers’. Het zonnepark is verankerd aan de zeebodem. Een enkel platform heeft een piekvermogen van 16-20 kW, goed voor een klein woonwijkje. Een eiland van 300 keer 300 m� levert
38 maart 2022
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 38
09-02-2022 13:24
Bureau Veritas heeft een Approval in Principle (AiP) afgegeven aan het Nederlandse duurzame energiebedrijf SolarDuck voor zijn offshore drijvende zonne-energie platform ‘King Eider’. Dit is de eerste keer dat een dergelijke goedkeuring is verleend aan drijvende zonne-energietechnologie, het begin van een nieuw tijdperk voor deze vorm van hernieuwbare energie. Het project is ontstaan uit de ambities van een groep maritieme en energie-ingenieurs die SolarDuck hebben opgericht om een actieve rol te spelen om een emissievrije wereld dichterbij te brengen. Toen zij zich realiseerden dat zonne-energie de goedkoopste en meest efficiënte vorm van hernieuwbare energie is voor veel steden, eilanden en regio’s over de hele wereld, maar ontoegankelijk voor veel van deze regio’s vanwege landschaarste, begon het team het project om zonnepanelen offshore te laten ‘zweven’.
forms meegaan op de beweging en zo eveneens droog blijven. “Innovatief is bovendien dat ons zonnepark dankzij het gepatenteerde drijverontwerp bestand is tegen sterke stromingen”, zegt Burgers. “Hoe groter het eiland, hoe groter de krachten op het platform en de verankering. Wij hebben ‘dobbers’ ontworpen met een drie keer lagere weerstand dan bestaande drijvers. Dat scheelt ook in de kosten. De derde innovatie is de orkaanbestendigheid. Drijvende zonneparken op binnenwateren hebben een kunststof constructie. Bij sterke wind gaan die zich gedragen als een vliegtuigvleugel en kunnen daardoor uit het water komen. Burgers; “Om wind en liftkrachten te weerstaan, moet de constructie relatief zwaar zijn en moeten de panelen zo gepositioneerd worden dat de wind er geen grip op heeft. Daar zijn foefjes voor. Dankzij onze achtergrond bij Damen Shipyards hebben we veel maritieme kennis. Uit berekeningen blijkt dat het platform windsnelheden tot 65 m/s ofwel ruim 200 km/uur kan doorstaan”.
> De Waal op. “We zijn in 2019 begonnen met een team van 10 MWp, te vergelijken met een grote windturbine. Dit oppervlak lijkt veel maar een windturbine heeft al gauw 3 km� rondom nodig”.
> Baanbrekend. Aan het ontwerp liggen drie technologische innovaties ten grondslag. De driehoekvorm is een relatief simpele, maar innovatieve oplossing om golven te weerstaan. SolarDuck heeft deze vorm gepatenteerd. Het voordeel is dat de zijden van gekoppelde driehoeken altijd bij elkaar blijven ondanks golfbewegingen. Burgers; “Bij een rechthoekige vorm komen de zijden los van elkaar, net zoals stoeptegels die door wortels omhoog worden gedrukt. Dit vereenvoudigt de koppeling tussen platforms, want je hoeft geen rekening te houden met hoogteverschillen. Het zorgt ook voor meer veiligheid wanneer mensen van platform naar platform lopen voor reiniging en onderhoud”. De afmetingen van 17 meter en de hoogte van 3 meter zijn zo gekozen dat de modules en bekabeling droog blijven wanneer de platforms geconfronteerd worden met korte maar steile golven met pieken tot drie meter. Hogere golven zijn langer waardoor de plat-
‘
senior experts uit de maritieme sector met een groot netwerk. Half april hebben we onze eerste demonstratie-installatie naar de Waal bij IJzendoorn gesleept. Daar produceert ze sinds 30 april elektriciteit. Het gaat om vier platforms met 156 modules. Het eerste succes was dat de constructie een reis van 11 uur achter een sleepboot over de Waal heeft doorstaan. Die stroming zullen ze in bedrijf op zee nooit tegenkomen. We werken samen met grote partijen. Damen heeft de platforms geassembleerd. De zonnecellen komen van het Chinese Astronergy en DSM levert een innovatief vochtbestendig backsheet. Norsk Hydro levert de aluminium onderdelen, Akzo Nobel de coating en Engie heeft het park aangesloten op het net”.
> En nu verder. Solarduck beweegt zich op een compleet nieuwe markt. Burgers geeft aan een startup te zijn en in een kort tijdsbestek een zeewaardige oplossing te hebben ontworpen, geproduceerd en geïnstalleerd. “We gaan nu de opschalingsfase in, waarin we onze aanpak industrialiseren. Hiervoor is uiteraard veel financiering nodig, maar de marktvooruitzichten zijn zeer goed. We zijn op de goede weg”. <
Foto: Topsector Energie
‘Offshore zonne-energie opschalen’
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 39
39
09-02-2022 13:24
SAMENWERKING <
Kleine bedrijven met grote ideeën zoeken grote bedrijven
die willen meedenken
De offshore windindustrie groeit snel. Deze relatief nieuwe sector van energieproductie wordt gekenmerkt door innovaties en schaalvergroting: de velden worden omvangrijker, de turbines hoger en de technische uitdagingen groter. Offshore olie- en gasboring is al lang een volwassen industrie, maar biedt nauwelijks technische aanknopingspunten om op voort te bouwen met offshore windenergie. Gjalt Lindeboom is managing director van Seaqualize en legt uit; “Om de ambitieuze groeiscenario’s op het gebied van offshore windenergie te realiseren, zijn in korte tijd duizenden (turbine)lifts nodig. Dit kan worden bereikt door meer kranen geschikt te maken en tegelijk het hijsseizoen te verlengen. Die combinatie heeft een versterkend effect op de capaciteit”.
> Inline actieve Heave-compressor. Hij vervolgt; “Bij het hijsen van zware lasten en het op elkaar plaatsen van twee delen is nauwkeurigheid essentieel, zeker onder zware omstandigheden. Daarom moet je de beweging van de hijslast compenseren, Seaqualize heeft geïnvesteerd in de ontwikkeling van een innovatief product, een Inline Active Heave Compensator (AHC), die nu
Foto: Topsector Energie
40 maart 2022
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 40
09-02-2022 13:24
klaar is voor zijn eerste offshore test. Wij willen ervoor zorgen dat windturbines sneller gebouwd kunnen worden door beperkingen in het proces weg te nemen. Naar onze mening kan deze inline AHC, de Seaqualize Delta, bijdragen aan die ontwikkeling”.
> Bekend principe. De Delta is gebaseerd op het principe van veerbalans, dat al meer dan 100 jaar oud is en bekend is van de toepassing in bijvoorbeeld (kantoor)lampen. In de voet is een eenvoudig systeem van passieve veren gemonteerd die de stangen en de lampenkap in elke positie perfect in balans houdt. Ook als je de basis beweegt, blijft de lampenkap nog steeds op zijn plaats. Er zal echter altijd een lichte beweging van de lampenkap zijn als gevolg van wrijving. Omdat het gewicht al zo goed in balans is, kan deze beweging met een minimum aan energie gecorrigeerd worden. Dit uitbalanceringsprincipe is gemaximaliseerd in de Seaqualize Delta, en toegepast op gewichten tot 600 ton. De vereiste correctie kan dan met een minimum aan energie worden uitgevoerd.
> Productiviteit. “Maart en april zijn spannende maanden qua weer, net als september en oktober of nog later. Het gebruik van de Seaqualize Delta leidt naar verwachting tot een enorme toename van de productiviteit, zelfs in de wintermaanden, ook omdat er met deze innovatie met meer kranen gehesen kan worden”. Vanuit het idee om de belasting en het gewicht te controleren, werd een klein prototype ontwikkeld en vervolgens getest met steeds zwaardere gewichten. Lindeboom verklaart; “We kijken naar de verticale kracht (zwaartekracht) en combineren passieve en actieve compensatie om de bewegingen te beheersen. Bijzonder is dat we alleen de energie van pakweg tien waterkokers gebruiken om de 600.000 kg te stabiliseren, waardoor er geen extra stroomvoorziening nodig is. De gepatenteerde Seaqualize-technologie combineert een zeer sterk passief systeem, dat de volledige lading ‘gewichtloos’ houdt, met een klein energiezuinig actief systeem dat de lading nauwkeurig positioneert en onbedoelde lift-offs of schokbelastingen voorkomt”.
‘
‘In de lucht, in de haak gebalanceerde deiningscompensatie’
Foto: Topsector Energie
> Gewicht van drie jumbo’s. “We hebben het gebruik getest vanaf de tekeningen tot de haventest, na het eerste model zijn we begonnen met testen met 50 kilo en daarna met 2 ton. In juli 2021 hebben we de Seaqualize Delta getest in zijn nieuwe thuishaven: Rotterdam. We hebben gewerkt met testbelastingen variërend van 100mT tot uiteindelijk 660mT. Ter illustratie: dat is het gewicht van drie jumbo 747’s dat we stil kunnen houden op een bewegend schip. De haventest leverde een aantal resultaten op die tot aanpassingen hebben geleid, waarna we met Van Oord offshore testen door ladingen op een vast platform te plaatsen en ladingen van een deinend bevoorradingsschip op te pikken”. Na de Delta 600 is het plan om te gaan werken aan de Delta 1200, die gewichten tot 1200 ton aankan. Dit gewicht is bestemd voor de volgende generatie windturbineonderdelen, zoals gondels van 800 mT en groter. “We richten ons nu op de Europese en Aziatische plannen voor windmolenparken, maar ook in de VS kan dergelijk gereedschap bijdragen tot de oplossing van een praktisch juridisch probleem”.
> Een oplossing voor The Jones Act. De Seaqualize Delta maakt veilig en continu actief hijsen vanaf bevoorradingsschepen mogelijk, wat nodig is om de Amerikaanse Jones Act te omzeilen bij de bouw van offshore windmolenparken in de VS. De Delta inline AHC-tooling kan actief de bewegingen van een deinend bevoorradingsschip volgen, waardoor de lading veilig en eenvoudig van een jack-up kraan of drijvend HLV kan worden teruggeplaatst op een bevoorradingsschip, om zo dekruimte vrij te maken.
> Moed tonen. “Ik zou grote installateurs willen oproepen om actief mee te doen met het testen van dergelijke innovaties. Als kleiner bedrijf kunnen we innovaties sneller en slagvaardiger bedenken en voorbereiden, maar uiteindelijk moeten we ze in de praktijk testen onder reële omstandigheden, de stap na proof of technology”. Daarvoor hebben innovators grote spelers in de markt nodig die bereid zijn een stapje extra te zetten en innovatie op de markt te brengen door nieuwe technieken te testen. “Mijn ervaring is dat er te weinig grote bedrijven als Van Oord zijn die de uitdaging durven aan te gaan om dit soort technologie te ontwikkelen. Uiteindelijk hebben we een schip en een turbineonderdeel nodig om te testen. Ik ben blij met Van Oord: zij zijn bereid risico’s te nemen en testen uit te voeren. Zonder zulke ondernemers is het heel uitdagend om grote ideeën te laten uitgroeien tot grote innovaties”. <
41
13330 NVDO_VAM 2022-1M.indd 41
11-02-2022 10:01
VASTGOEDEXPLOITATIE <
Diversiteit creëert Vernieuwing Kom je uit Rotterdam, dan kan deze woningcorporatie geen onbekende zijn. Al meer dan 100 jaar biedt Woonstad Rotterdam goede en betaalbare woon- en bedrijfsruimte aan Rotterdammers. Met zo’n 600 collega’s beheert het bedrijf 60.000 eenheden. “We zijn verbonden met de stad en met de mensen die er wonen en werken. We schakelen direct met bewoners, maar ook met bijvoorbeeld de wethouders en de burgemeester, en we kennen ook de wijkmanager en mensen die actief zijn in de buurten. Het geeft ons focus, we hoeven onze energie niet te verdelen over meerdere gemeentes”, vertelt Mohamed el Achkar, een van de twee bestuurders van Woonstad Rotterdam. “We zijn de grootste woningcorporatie van Rotterdam: dan kun je met je omvang het verschil maken. Als wij een grootschalige ingreep doen in een buurt of wijk, is dat meteen majeur, het heeft impact. We denken slim na over wat we gaan doen: bouwen, renoveren, transformeren. Welke doelgroepen spreken we aan, hoe zorgen we voor de optimale mix in een buurt zodat we een goed klimaat creëren. Het zijn zaken waar je je mee bezighoudt om een wijk leefbaar te maken. Het gaat ons om een gezonde en toekomstbestendige stad, waar plek is voor iedereen”.
‘
‘Als grote woningcorporatie kun je het verschil maken’
Prinsessenflats Foto: Woonstad Rotterdam
42 maart 2022
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 42
09-02-2022 13:24
Tiengemetenbuurt, Rotterdam-Pendrecht De binnen- en de buitenkant van 48 sociale eengezinswoningen zijn aangepakt. Zo hebben de bewoners onder meer nieuwe en grotere keuken, badkamer en toilet, een nieuwe berging, groene hagen en er is groot onderhoud in en rondom de woning gepleegd. Mohamed el Achkar Foto: Woonstad Rotterdam
> Geld is ook belangrijk. El Achkar noemt de dynamiek in de stad ongelooflijk boeiend: het laat de diversiteit van de samenleving zien. Daar waar hij meent dat steden als Rotterdam een beweging veroorzaken en daarmee op veel terreinen - denk aan inclusiviteit, kunst en cultuur en fashion - als voorloper wordt gezien, geldt datzelfde voor Woonstad. “Interessant is dat,” zegt de bestuurder enigszins bescheiden. “Dat we kunnen innoveren en daarmee een beweging in gang zetten is deels te danken aan de solide en gezonde onderneming, onze voorgangers waren verstandige hoeders van het kapitaal. We zijn daardoor in staat meer te doen dan andere corporaties in de stad, met focus op vernieuwing. Op z’n Rotterdams: niet lullen, maar poetsen”.
> Leve de database. Woonstad was een van de eersten met een groot digitaliseringsprogramma en datateam. Er zijn digital twins van de volledige voorraad, 60.000 eenheden: van oppervlaktes tot materiaalgebruik. Alles wat fysiek is, wordt ook digitaal opgeslagen. “Dat stelt ons in staat andere keuzes te maken. In het verleden werkten corporaties met schema’s waarin stond dat ze elk x aantal jaar iets moesten vervangen, ongeacht of de realiteit dat ook vereiste. Nu geven data de antwoorden en dus de signalen. De klantervaring staat centraal bij alles wat Woonstad doet. Bij essentiële processen wordt de klant gevraagd hoe hij het ervaart, wat zijn hoogte- en dieptepunten in de klantreis, waar hij blij van wordt of juist door teleurgesteld is. “Die informatie gebruiken we om verbeteringen door te voeren”.
Naast meer woonplezier, is een belangrijk aandachtspunt de energiezuinigheid van de woningen. Pendrecht is de eerste wijk in Rotterdam die de overstap maakt om van het gas af te gaan. Woonstad pakt hier in totaal ruim 500 woningen aan door ze comfortabeler en milieuvriendelijker te maken: • Aansluiten op het Rotterdamse warmtenet • Betere isolatie door een nieuwe gevel • Nieuwe ramen en kozijnen • Zonnepanelen op het dak • Frisse lucht door luchtroosters en een nieuw ventilatiesysteem Ook gemeente Rotterdam Vattenfall, Stedin en Evides zijn aan het werk in deze wijk. Er komt nieuwe riolering, het Rotterdamse warmtenet wordt uitgebreid, de pleinen worden autovrij en kindervriendelijk ingericht. Deze samenwerking met andere partijen is volgens el Achkar cruciaal; “Je hebt partijen nodig die committed zijn om echt iets te doen, het verschil te maken. Dat was hier aan de orde. Als je dat niet hebt, verval je in ouderwetse rollen en krijg je wat je altijd kreeg. De afgelopen jaren hebben we momenten om te renoveren aangegrepen die aansluiten op de planning van de gebiedsaanpak van de gemeente. Dan kun je met elkaar aantallen maken”. Dit gaat verder dan innovatief bezig zijn, het heeft ook met procesinnovatie te maken. “Dat klopt, en met logistiek want veel gebeurt tegelijk of overlapt. Het is een enorm ingrijpend traject, met name voor de bewoners. Gelukkig hebben zij nu prachtig gerenoveerde en energiezuinige woningen ervoor terug”.
> Wat is dat eigenlijk: een fijn leven?. Als we het zo eens opsommen, loopt Woonstad Rotterdam aardig voorop in innovatie en digitalisering. Ook verduurzaming is een thema waar de corporatie zich hard voor maakt. “We hebben stevige ambities voor de komende jaren. Als bestuur zorgen we voor verbindingen, we leggen contacten met andere organisaties om ons in die missie te helpen”. Onlangs is een strategietraject doorlopen, waar de missie duidelijk geformuleerd werd: ‘we willen samen bouwen aan een fijn leven in Rotterdam, voor nu en later’. Er zitten verschillende elementen in; fijn leven gaat verder dan alleen wonen, het gaat ook over gezondheid, buitenruimtes, samenwerking met ander partijen (zoals zorginstellingen), maar ook hoe mensen met elkaar omgaan, de interactie met de buurt. Ook lees je in deze missie de tekst voor nu en later, wat over financiën gaat (verstandig omgaan met de middelen zodat ook generaties na ons er verder mee kunnen) en het thema duurzaamheid: letten op onze aarde. “Het bewustzijn daarin is heel belangrijk. Zeker als woningcorporatie heb je daar op allerlei manieren een rol in en we kun je het verschil maken”. <
Pendrecht afleverset Foto: Woonstad Rotterdam
43
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 43
09-02-2022 13:24
ONDERHOUD <
Foto: NVDO
Haagse Hubertustunnel
kan volledig energieneutraal worden De Hubertustunnel in Den Haag was bij de opening in 2008 de eerste geboorde tunnel onder bebouwing in een stedelijk gebied. Toen de tunnel aan renovatie toe was, maakte de gemeente Den Haag van de gelegenheid gebruik om de tunnel verder te verduurzamen. Aad van Haagen, Certified Machinery Safety Expert was als technisch adviseur en coördinator betrokken bij dit project, waarvoor hij het proces bedacht om te komen tot een volledig energieneutrale tunnel. De Hubertustunnel is onderdeel van de Noordelijke Randweg Haagse Regio. De gemeente Den Haag wilde hiermee niet alleen de verkeersdrukte op de Waalsdorperweg en de Utrechtsebaan verminderen, maar ook de leefomgeving verbeteren. Van Haagen; “Na ruim tien jaar was het tijd voor groot onderhoud aan de elektrotechnische en werktuigbouwkundige installaties van de tunnel. Voor de gemeente aanleiding om gelijk het energieverbruik van de
tunnel te verminderen en te onderzoeken in hoeverre duurzame opwekking van de benodigde restenergie mogelijk is. Dat is niet alleen wenselijk, maar ook nodig: net als andere overheden moet de gemeente voldoen aan doelen op het gebied van duurzaamheid. Zo streeft Den Haag ernaar om in 2030 volledig klimaat- en energieneutraal te zijn en het gebruik van fossiele brandstoffen helemaal uit te bannen”.
44 maart 2022
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 44
09-02-2022 13:24
‘
‘Jaarverbruik na energiereducerende maatregelen met 60% verminderd’
> Stappenplan. In opdracht van de gemeente onderzocht Arcadis of en hoe de Hubertustunnel energieneutraal kan worden gemaakt. “Zelf was ik betrokken bij de analyse op basis van onze energieneutrale tool en bedacht ik het verkenningsproces voor de volledige verduurzaming van de tunnel. Dit deden we aan de hand van een stappenplan”. Stap 1 en 2: Inzicht in energieverbruik en energiereducerende maatregelen: “Het jaarverbruik van de Hubertustunnel bleek niet extreem hoog, maar er was niettemin een fikse besparing mogelijk. De grootste energieverbruikers waren de verlichting en het no-break-systeem van de noodstroomvoorziening. Na grondige analyses en afwegingen konden we bij de renovatie direct een aantal maatregelen toepassen. Zo brachten we ledverlichting met een dynamische regeling, reflexing white-asfalt en lichte coating op de wanden aan. Verder werd het bestaande no-break-systeem vervangen door een systeem met een hoger rendement. Het klimaatsysteem was geen grootverbruiker, maar werd tijdens de renovatie toch ingeruild voor een efficiënter WTW-systeem (WarmteTerugWin), in combinatie met een koelmachine met een hoge COP-waarde”.
’
bruggen, sluizen en keringen) kun je al heel snel tot mooie resultaten komen. Vaak hoeven we daarvoor het wiel niet opnieuw uit te vinden. Zo heb ik in het expertteam ‘Energiereductie tunnels’ van het COB (Centrum Ondergronds Bouwen) meegewerkt aan het Groeiboek “Energiereductie in tunnels” een maatregelencatalogus voor de energiereductie van tunnels. Deze is publiekelijk beschikbaar voor BV Nederland”. <
Van Haagen legt Stap 3 uit: Inzicht in verbruik na besparende maatregelen. “Het is mooi om te zien dat het jaarlijkse energieverbruik van de tunnel met 60% is verminderd sinds de implementatie van de energiereducerende maatregelen. Bovendien leveren ze een bijdrage aan een lagere CO2-uitstoot, en dat alles tegen minimale kosten”. Stap 4 en 5 betreft de Eigen opwekking en energieneutrale tunnel. “Voor de eigen opwekking van elektriciteit overwogen we zowel zonne- als windenergie. Met name vanwege de eenvoudige uitbreidingsmogelijkheden viel de keuze op zonnepanelen. Deze kunnen voldoende elektriciteit opwekken en in combinatie met de energiereducerende maatregelen voor energieneutraliteit zorgen. Door de lage kWh-kosten die de gemeente Den Haag hanteert blijven de investeringskosten wel hoger dan de opbrengsten. Het is aan de gemeente om af te wegen of de extra investering wenselijk is voor het behalen van de algehele duurzaamheidsdoelen. Hoe dan ook ben ik er bijzonder trots op dat ik met dit project een bijdrage heb kunnen leveren aan een duurzamer Nederland”.
> Mooie resultaten. Ik adviseer gemeenten om zo snel mogelijk te beginnen met het nemen van energiereducerende maatregelen. Juist bij wat oudere objecten in het infranetwerk (tunnels,
Aad van Haagen, Arcadis Foto: Arcadis
45
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 45
09-02-2022 13:24
INSPIRE <
IEC LV Motors Foto: ABB
Data voor duurzaamheid Niemand is tegen energiebesparing, zoals niemand tegen veilig werk is. Maar de beslisser die er voor kiest om tijdens regulier onderhoud ook gelijk de energiebesparende maatregelen te nemen, is vaak lastig te vinden. Dat komt door een reeks van redenen. Van onbekendheid met de mogelijkheden tot de verkeerde prestatieprikkels. En dat terwijl sommige maatregelen binnen een paar jaar terugverdiend zijn en dus eigenlijk al uitgevoerd hadden moeten zijn. Als het niet kapot is, ga je het niet vervangen. Dat is op zich een gezonde, Hollandse aanpak van het beheer van installaties. Tenminste, als je het bekijkt door de bril van de persoon die de vervanging moet betalen. Maar als je de energie-inkoop doet of zelfs verantwoordelijk bent voor het hele productieproces, dan kijk je op een andere manier naar kosten en waarde. Kijk hiervoor eens naar elektromotoren. Zonder het door te hebben, draait er bijna altijd wel ergens een motor. In je productieproces, maar ook in de luchtbehandeling of als waterpomp. Veel van die motoren zijn solide en gaan, als ze goed zijn uitgelijnd en worden onderhouden, nog jaren mee.
Digital powertrain pumps Foto: ABB
> Werkpaarden. Houwen zo dus! Of toch niet? Ruim 40% van alle elektriciteit wordt door ‘de industrie’ verbruikt. En daarvan is ruim 65% voor rekening van elektromotoren. Tel daarbij op dat de energiebehoefte van de industrie naar verwachting gaat stijgen tot ruim 60% van alle elektriciteit en je ziet dat er bij elektrische
46 maart 2022
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 46
09-02-2022 13:25
‘’
‘Het wordt leuker om aan besparing te rekenen’
> Rekenen. Het wordt leuker om aan besparing te rekenen.
aandrijving veel te winnen valt. Want hoewel de functie van een motor al jaren hetzelfde is, wordt er toch dapper doorontwikkeld aan deze werkpaarden. Zowel in de aandrijving als de motor zelf, is veel veranderd wat je direct terugziet aan het energieverbruik. Daar komt zachtjes beweging in, maar niet genoeg.
> De buurman. Bij producerende bedrijven is beschikbaarheid en output (continuïteit) van de installaties tegen een goed rendement het belangrijkste in de bedrijfsvoering. Energiebesparing en CO2-reductie zijn daarbij wel in beeld maar ‘bij de buurman’ mag het eerst worden aangepakt. En dat terwijl er op veel plaatsen snel en relatief eenvoudig bespaard kan worden. Het blijft hangen op de businesscase van de besparing. De data voor duurzaamheid lijkt moeilijk te verzamelen. In veel gevallen ligt er al een (verplichte) EED audit in een bureaula en is op de werkvloer bekend waar de energieslurpers in de installaties zijn de vinden.
Maar wie maakt de som? Frank van Bodegraven, directeur bij Van Bodegraven Elektromotoren komt dit regelmatig tegen; “Praat je met een inkoper? Die wordt afgerekend op de aanschafprijs van de motor. De sitemanager kijkt weer wel naar de kosten en de marges, maar die specificeert de motoren niet. Met een Total Cost of Ownership (TCO) bril op, is het snel bekeken. Dan is er weinig discussie over Capex en Opex maar dan is het gewoon in twee jaar terugverdiend om een 15 jaar oude motor te vervangen door een IE4 motor. Die kan hetzelfde maar is stukken efficiënter”. Hij vult daarbij aan; “Ook een keer een specialist naar je drives laten kijken en zorgen dat ze weer goed ingesteld worden voor de toepassing, kan stukken schelen in zowel de energiekosten als de slijtage”. Een brede kijk op de verduurzaming van installaties brengt verschillende disciplines bijeen. Met een beetje geluk brengt dat ook de verschillende KPI’s van de mensen in lijn naar eenzelfde doel. Door ook tijdens onderhoudstops te kijken naar de meerwaarde van nieuwe aandrijvingen en betere instellingen, valt veel te winnen: Energiekosten gaan omlaag, betrouwbaarheid gaat omhoog, inkopers kiezen op specificaties in plaats van laagste prijs en onder aan de streep is de TCO lager dan voorheen. Met de juiste data komt duurzame informatie in zicht. <
> Verplicht. Toch is er een aantal goede redenen om de motoren in een fabriek eens onder de loep te nemen. De wet, CO2 heffing en de energiekosten. Om te beginnen de wet: Verbruikt uw bedrijf of instelling meer dan 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m� gas per jaar? Dan moet u voldoen aan de informatieplicht energiebesparing. Dat houdt in dat elk bedrijf dat jaarlijks minimaal 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m� aardgas verbruikt, verplicht is om alle energiebesparende maatregelen die zich binnen vijf jaar terugverdienen te nemen. Eigenlijk al vóór 1 juli 2019, maar de laatste tijd wordt hier strenger op gecontroleerd. Met de CO2 heffing gebeurt op dit moment nog niet zoveel, maar dat is een kwestie van tijd. Maar wat zeker actueel is, is de sterk gestegen prijs van energie. Die is de laatste maanden sky-high gegaan. Grote verbruikers zijn daarmee ook grote kostenposten geworden.
Energy Efficiency Foto: ABB
47
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 47
09-02-2022 13:25
INNOVATIE <
Van afvalverwerker naar
bron van grondstoffen en energie Twence transformeert van een traditionele afvalverwerker steeds meer naar een energieleverancier en producent van grondstoffen. Het bedrijf levert bijvoorbeeld hoogwaardige restwarmte aan zoutproducent Nobian en pyrolyse-olie aan Friesland Campina. Door de transformatie worden ook de beschikbaarheidseisen aan de installaties steeds hoger. 48 maart 2022
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 48
09-02-2022 13:25
> Stoomleiding. In 2010 werd de stoomleiding aangelegd tussen Twence en zoutproducent Nobian (voorheen Nouryon). Via de leiding levert Twence restwarmte uit het eigen proces in de vorm van stoom aan Nobian. De productielocatie van Nobian ligt op ongeveer een kilometer afstand van Twence en heeft veel warmte nodig voor het indampen van de pekel voor de zoutproductie. De stoom die Twence levert, was voor de helft duurzaam vanwege het biogene gehalte in het verbrande restafval. Sinds de ingebruikname van een volledig vernieuwde biomassa-energiecentrale in 2018 levert Twence volledig groen opgewekte stoom. Nobian bespaart nu jaarlijks 98 miljoen kubieke meter aardgas en circa 175.000 ton CO2. > Businesscase. De vernieuwde biomassa-energiecentrale is jaarlijks goed voor 350 gigawatt uur stoom en warmte en honderd gigawatt uur groene elektriciteit. Tot slot komt er nog ongeveer 45 megawatt uur uit de rookgasinstallatie. De biomassa-energiecentrale verwerkt zogenoemd B-hout; niet-recyclebaar afvalhout. “B-hout is vuiler dan A-hout en daardoor meer belastend voor de installatie. Dit leidt er toe dat er een relatief complexe rookgasreiningingsinstallatie nodig is om aan de emissie-eisen te voldoen. B-hout is hierdoor dus duurder om te verwerken”. Desondanks is de businesscase prima te maken, zegt Van der Aa. “Onze grondstof is immers niet-herbruikbaar hout en daarmee afval. Daarnaast komt een deel van de aanvoer van onze eigen composteer- en vergistingsinstallatie waarin we GFT-afval verwerken. Het residu dat niet gecomposteerd kan worden gaat via een zeef-overloop eveneens naar de biomassa-energiecentrale”.
> Langere standtijden. De BEC is tijdens de vernieuwingsslag niet alleen uitgebreid, hij is vooral ook betrouwbaarder gemaakt, zegt Van der Aa. “Alle wanden en warmtewisselaars zijn voorzien van zogenoemde Inconel cladding waardoor we veel langere standtijden realiseren”. Tijdens de ontwerpfase werd goed rekening gehouden met het uit te voeren onderhoud. “Alles is ruim opgezet, zodat we overal gemakkelijk bij kunnen”. Eén keer per jaar vindt groot onderhoud plaats, waarbij de installatie drie weken uit bedrijf gaat. Daarnaast is er een jaarlijkse korte stop van vijf dagen. “Het stop-management doen we met een eigen team. Voor het uitvoeren van de werkzaamheden aan de installatie werken we vooral met regionale contractors”. Nobian is overigens verantwoordelijk voor het onderhoud aan de stoomleiding. “Hiervoor hebben we een paar keer per jaar overleg. De onderhoudskosten delen we. Het is een heel transparant verhaal”.
> Warm water voor Grolsch. “Wij zijn het bedrijf in de re-
Twence Gebouw Foto: Twence
Toen Twence circa twintig jaar geleden begon met het produceren van elektriciteit uit afvalverbranding, was dat betrekkelijk nieuw. Inmiddels is er veel meer mogelijk en worden bijvoorbeeld restwarmte en CO2 hergebruikt, vertelt manager Asset Management Barend van der Aa.
gio dat de meeste warmte produceert, dus spelen we een belangrijke rol in de regionale energietransitie. Met een directe verbinding stoom leveren aan een naastgelegen gebruiker was destijds een vooruitstrevend project. Inmiddels lopen er meerdere van die projecten. We leveren bijvoorbeeld ook warmte aan de stadsverwarming in Hengelo en Enschede via energiebedrijf Ennatuurlijk”. Verder start binnenkort de aanleg van een ondergrondse leiding om warm water naar bierbrouwer Grolsch te transporteren. Grolsch wil het warme water gebruiken voor gebouwverwarming en het spoelen van de pasteurs en spoelinstallaties. Hiermee reduceert de CO2-emissie van Grolsch met 72 procent (5.500 ton) per jaar. Dit staat ongeveer gelijk aan de jaarlijkse hoeveelheid uitstoot van >
49
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 49
09-02-2022 13:25
‘
‘We hebben steeds meer externe energieklanten en die verwachten dat we altijd leveren’
>
zo’n 1.800 huishoudens. Twence is in gesprek met woningcorporaties en ziekenhuizen voor het leveren van warmte en er is onlangs een intentieovereenkomst getekend met de gemeenten Hengelo, Enschede en Borne voor een haalbaarheidsonderzoek naar een warmtenet.
’
daarbij vrijkomen en overblijven, produceren we elektriciteit en stoom, die voor een deel ook naar Nobian gaat”. De pyrolyse-olie zelf gaat naar Friesland Campina Ingredients in Borculo waar een ketel draait op de ‘houtolie’.
> CO2 afvangen. “Grondstoffen terugwinnen en duurzame > Pyrolyse-olie. Binnenkort neemt Twence een nieuwe mestverwaardingsinstallatie in gebruik die grondstoffen en energie uit de varkensmest terugwint. “Er is in Oost-Nederland namelijk een groot mestoverschot, waarvan jaarlijks ruim 1.000.000 kubieke meter verplicht verwerkt moet worden. Met deze technisch geavanceerde mestverwaardingsinstallatie in Zenderen kunnen we 250.000 kuub mest per jaar verwerken. De installatie produceert groen gas voor 3.000 huishoudens én we winnen er schaarse grondstoffen mee terug. Honderd procent kringlooplandbouw dus. We hebben bijvoorbeeld ook een pyrolyse-installatie die zaagsel door extreme, kortdurende verhitting omzet in olie. Van de brandbare gassen die
energie halen uit afval, daar zijn al onze projecten op gericht. Een recente ontwikkeling is bijvoorbeeld het afvangen van jaarlijks honderdduizend ton CO2 uit de rookgasreiniging van de afvalenergiecentrale om deze vervolgens in vloeibare vorm te leveren aan de glastuinbouw. “Dat zorgt voor een mooie CO2-reductie bij ons en bij de afnemers. Het is een voorbeeldproject waarvoor we subsidie ontvingen. Deze complexe projecten vergen een lange adem. Onderweg worden we vaak geconfronteerd met hobbels in de vorm van technologie, financiering of regelgeving. Ook het meenemen van de ‘omgeving’ is essentieel. Omwonenden en overige belanghebbenden worden altijd vroegtijdig betrokken bij nieuwe ontwikkelingen”.
Stoomleiding Nobian Foto: Twence
50 maart 2022
13330 NVDO_VAM 2022-1M.indd 50
11-02-2022 10:01
CO2-afvang Foto: Twence
“Zo zijn we continu op zoek naar innovaties die bijdragen aan onze ambitie om de regio te verduurzamen. Onze aandeelhouders, de veertien Twentse gemeenten en de Achterhoekse gemeente Berkelland, willen dat ook. Twente heeft namelijk de ambitie om in 2050 een energieneutrale regio te zijn”.
> Risicogebaseerd onderhoud. “We hebben steeds meer externe (energie)klanten en die verwachten dat we altijd leveren. “Dat betekent dus hogere verwachtingen en dus ook meer risico’s: we moeten altijd draaien. Het onderhoud is daarom risico gebaseerd op basis van preventieve onderhoudsplannen. We werken volgens de principes van Reliability Centered Maintenance om ongeplande stilstanden zoveel mogelijk voorkomen”. Het is bovendien een kapitaalintensieve industrie, legt Van der Aa uit, waarbij het al gauw om grote bedragen gaat. “We investeren jaarlijks circa zeventien miljoen euro om de installaties en gebouwen op niveau te houden. Denk aan het vervangen van warmtewisselaars of het groot onderhoud aan de turbines”.
> Monitoring technologie. Twence probeert ook stap voor stap elementen van ‘slim’ onderhoud te implementeren. “Oudere installaties zijn in het algemeen niet ontworpen vanuit de predictieve onderhoudsgedachte. Dit betekent dat je allerlei add-ons moet inbouwen om data te kunnen verzamelen. Dat is soms wat lastig, maar als we een nieuw apparaat aankopen, dan letten we er wel op dat bijvoorbeeld monitoringtechnologie aanwezig is. Daarnaast letten we er bij vervanging altijd op dat de nieuwe appara-
tuur een lager energieverbruik heeft dan de bestaande. We hebben recentelijk bijvoorbeeld de waaiers en elektromotoren van onze luchtkoelers (koeling van de condensors) vervangen. Het powermanagement gebeurt nu met de nieuwste frequentieregelaars die sowieso energiezuiniger zijn. We kunnen nu ook beter en meer zien wat de status van de installatie is, vergeleken met de visuele inspecties van eerder. Ondertussen halen we al wel data uit het onderhoud en uniformeren we dit, zodat we er makkelijker van kunnen leren. Denk aan thema’s als Mean Time Between Failures (MTBF) en het doen van FMECA-analyses (Failure Mode Effects and Criticality Enalysis). We hebben een eigen team met maintenance engineers dat wordt bijgestaan door externe consultants”. “Twence wil graag een bijdrage leveren aan de circulaire energie door zoveel mogelijk grondstoffen terug te winnen uit afval. Toch zal er altijd afval blijven bestaan. We zien ook dat er steeds meer bruikbare materialen uit de afvalstroom worden gehaald waardoor de kwaliteit van het afval dat overblijft om te verbranden, afneemt. Dat zorgt voor hogere concentraties aan zwavel en chloor in de rookgassen wat enerzijds leidt tot een grotere belasting van de rookgasreinigingsinstallatie – we dienen altijd aan de emissie eisen te voldoen – en anderzijds tot meer corrosie, met als gevolg een kortere levensduur van de installatie en dus meer vervanging en hogere kosten. Dat gegeven, en ook onze transformatie naar energieleverancier met steeds meer klanten die meer afhankelijk van ons zijn, vraagt om een hogere betrouwbaarheid van onze installaties. Naar dat hogere niveau moeten we als onderhoudsorganisatie meegroeien”. <
51
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 51
09-02-2022 13:25
CursusKalender Kennis is onze kracht! Inschrijven kan eenvoudig via de maintenance academy op www.nvdo.nl
Start 17 maart; Leergang Vaardigheden voor Reliabilityen Maintenance Engineering (R&ME) Tijdens de leergang ligt de nadruk op het verwerven van vaardigheden: • Vaardigheid in methoden voor het effectief en efficiënt oplossen en voorkomen van storingen en problemen, om de prestaties van assets te verbeteren, zoals methoden voor Root Cause Analyse (RCA), Reliability Centred Maintenance (RCM) en Predictive Maintenance • Vaardigheid in methoden voor het verbeteren van onderhoudsprocessen, zoals methoden voor lean maintenance • (Inter)persoonlijke vaardigheden om persoonlijke effectiviteit in de rol als R&ME te vergroten, zoals het onbevangen kunnen leiden van verbetergroepen vereisten van een Asset Management Systeem
De leergang R&ME is erop gericht dat de deelnemers beter in staat zijn een faciliterende rol te vervullen, als spin in het web van continu verbeteren. Het resultaat is dat zij gestructureerd en systematisch verbeterprojecten begeleiden. Met andere woorden; de deelnemers worden “kampioen” in aanpak en methoden, in het ondersteunen van teams bij het kritisch analyseren van vraagstukken en het zoeken naar creatieve oplossingen. Meer generalist dan specialist! Na afloop van de leergang beschikt de organisatie over een doelgerichte, slagvaardige verbeteraar in Asset- & Maintenance Management.
29/30 maart; Corrosie; Herkennen en Preventie Asset owners van productie-installaties leggen steeds meer de focus op de langere termijn. Lifecycle management neemt aan belang toe, terwijl de milieueisen steeds strenger worden. Om die redenen is het belangrijk de assets nu meer dan ooit te beschermen tegen falen door corrosie.
Doel
Na afloop van de training kan je met de verkregen basiskennis corrosie goed herkennen en het type corrosie bepalen en achterhalen op welke manier de corrosie is ontstaan. Je kan corrosiepreventie implementeren voor jouw specifieke casus/probleem.
Om een optimale beschikbaarheid van assets te creëren, is het belangrijk om corrosie tijdig te herkennen, te monitoren en te behandelen en zo stilstand en schade te voorkomen. De training ‘Corrosie; Preventie en Management’ geeft antwoord op de vragen: • Hoe ontstaat corrosie? • Welke vormen van corrosie bestaan er? • Hoe voorkom je het ontstaan van corrosie? • Onafhankelijke inspecties • Onderzoek naar het gedrag van materialen • Modificeren om corrosie minder kans te geven • Indirecte effecten (op veilig werken, kosten, e.d.) De training kent opdrachten en cases. Het is ook mogelijk een eigen casus in te brengen (tegelijkertijd met aanmelding).
52 maart 2022
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 52
09-02-2022 13:25
5,6,7 april; Werkvoorbereiding en Planning Deelnemers krijgen inzicht in de toegevoegde waarde van de rol van werkvoorbereider/planner voor het onderhoudsproces. De complexiteit wordt in kleinere stukken omgezet naar een gestructureerde werkwijze. Hiermee wordt het mogelijk om een persoonlijk stappenplan op te stellen om het geleerde direct in de dagelijkse praktijk toe te passen!
Onderwerpen
Dag 1 Proces en werkwijze: • Introductie en verwachtingen • Introductie onderhoudsproces met de belangrijke begrippen • De rol en werkzaamheden van werkvoorbereider/ planner Case 1: Werkvoorraad Werkvoorbereiding • Het begin van de werkvoorbereiding: de werkaanvraag
Dag 3 Plannen van werk: • Werkvoorbereiding afsluiten • Inplannen van werkzaamheden, coördinatie en aanpassingen • Een weekplan/ dagplan opstellen Case 3 gezamenlijk: vullen van de week • Communicatie en overleggen • Ondersteunende systemen En nu in de Praktijk; Een stappenplan
Dag 2 Voorbereiden van een werkorder: • De opbouw van een werkorder Case 2: Opstellen van een werkplan • Het detailleren van de werkorder • Werkvoorbereiding en kosten Case 2a: Detailleren werkplan in uw praktijk • Feedback, standaardisatie en terugkerend werk
12/13 april; Life Cycle Costing Life Cycle Costing (LCC) is een methodiek om de totale kosten van assets zo goed mogelijk in kaart te brengen. Hierbij wordt gekeken naar de complete life cycle van een asset, van kopen tot en met afbreken. Het toepassen van LCC kan bijdragen aan het optimaliseren van onderhoud aan assets en het bepalen van het juiste moment van vervanging.
Doel
Resultaten voor deelnemers aan de training “Life Cycle Costing”: • Herkennen van valkuilen op het gebied van onderhoud • Inzicht in de methodieken van LCC • Waarde van informatie voor optimaliseren van Beheer en Onderhoud • Inzicht in het waarom en wat mee te nemen in een LCC berekening • Kunnen toepassen van de methodiek en inzicht in de levenscyclus kosten
Onderwerpen
In deze training met uitgebreide praktijkvoorbeelden en interactieve opdrachten, worden onder andere de volgende onderwerpen behandeld: • Functie van informatiemanagement in alle fasen van Life Cycle Costing • Belang, nut en implementatie van LCC in projecten bij besluitvorming • LCC in projecten versus beheer en onderhoud • Omgaan met Lange Termijn Asset Planning (LTAP) • Informatie vastleggen, delen en beheren • Tools voor het verzamelen van informatie • Onderhoudsinformatiesystemen • Inzicht in kosten gedurende de totale levensfase van de asset
53
13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 53
09-02-2022 13:25
bp optimaliseert voorraad van reservedelen bp in Geel (Vlaanderen) produceert o.a. tereftaalzuur (PTA). Dit is een grondstof voor PET flessen. Om stilstandkosten als gevolg van wachttijd op parts te minimaliseren, houdt bp een voorraad van (kritische) spares aan. Het concern verkende met Gordian het verbeterpotentieel, ging in eerste instantie zelf aan de slag met het laaghangend fruit en vroeg opnieuw ondersteuning bij het verder optimaliseren van de voorraad. Inmiddels is bp weer zelfstandig op weg naar het oogsten van het verbeterpotentieel.
Leer alles over Voorraadbeheersing van Spare Parts De training bevat methoden en technieken om te komen tot een optimale balans tussen de KPI’s grijpkans, voorraadwaarde en operationele kosten. We gaan in op de overeenkomsten en verschillen met voorraadbeheersing voor handels- en productievoorraden, vraagvoorspelling en het berekenen van veiligheidsvoorraden, bestelniveaus DEconsumables ZE OPLEIDINals en ordergroottes, zowel voor G repareerbare Z IJN IN TE BR EN reservedelen.
KENNIS MOET JE OOK ONDERHOUDEN.
Behoefte aan minder misgrijpen met minder kosten en kapitaal
ENG IN DE BACHEL EN OR Tijdens de training leer W je;ERKT UIGBOUWKUN DE • De invloed van verschillende soorten onderhoud DEELTIJD. op de voorraad te kennen
bp heeft duizenden verschillende parts op voorraad. Classificatie op prijs vraagfrequentie onthulde dat het merendeel van • en Wat is Asset Management? het werkkapitaal in dure parts zit, voornamelijk in slow- en non • Hoeveel onderhoud is juist genoeg? movers. Daarnaast heeft van het bewegende assorti• Kunnen weoptimalisatie met de onderhoudsfunctie waarde creëren? • De voorraadhoogtestrategie te bepalen ment potentieel te verlagen binnen met minder • Watom is het de werkkapitaal rol van onderhoud hetmisAsset Management? • Optimale voorraadhoogtes en bestelgroottes grijpen en•een lagere werklast. bp Maintenance vroeg Gordian omen een update Wat is Predictive hoe geef ik dit vorm? te berekenen van de voorraadsturingsparameters en de ontwikkeling van een • De technieken rond repairables toe te passen GOEDvoorraadniveau ONDERHOUD procedureWAARDECREATIE voor het vaststellen vanDOOR het benodigde • De efficiëntie en effectiviteit van het voorraadbeheer onderhoudsopleiding bij Hogeschool Utrecht helpt u in uw eigen bedrijf de voor slow-Een en non movers. op basis van KPI’s op te volgen
INFORMEER!
antwoorden te vinden op deze vragen. Aan de hand van kaders gesteld door het Institute of Asset Management (IAM) en de European Federation of National Maintenance Societies Voorraadsturingsparameters verrijkt Voor de actuele cursusdata, kosten en inschrijving: (EFNMS) zijnwaar velenodig mooie resultaten en forse besparingen bereikt bij de deelnemende met business kennis Check www.nvdo.nl / maintenance academy bedrijven. Door de brede op zowel Materiaalkunde, Engineering, Inspectie als Voor bewegende parts is verlaging van het scope werkkapitaal mogelijk Maintenance Management bieden opleidingen op het gebied van Onderhoud door min/max levels te optimaliseren. Regulier verbruikonze van parts precies (integrale) kennis die nodig is om verder te kunnen kijken dan het eigen na het resetten van die parameters resulteert vervolgens in de voorvakgebied, en daardoor aantoonbaar betere te boeken.op weg naar het oogsten bp zelfstandig raadverlaging. De parameters werden berekend met de Spare Parts resultaten van verbeterpotentieel Management Studio. bp en Gordian werkten samen om excepties • Post-HBO Hoogeveen De verwachting is Start mei 2022 van het bewegende asdat de17 voorraadwaarde zoals pieken in verbruiks-Onderhoudstechnologie en leverdata eruit te halen en cross• Post-HBO Onderhoudstechnologie Utrecht Start 6 oktober sortiment 7% kan dalen gecombineerd2022 met een werklastvermindechecks te doen om de voorraadparameters te valideren. Dure slow • Post-HBO Onderhoud en Asset Management Start 13Ditoktober ring en minder misgrijpen. verwachte2022 resultaat kan bp oogsten en non movers moeten beschikbaar zijn wanneer stilstand risico’s Master of Engineering Maintenance & Asset Management Start 5 september 2022 binnen 2 jaar na het implementeren van de nieuwe voorraadstusignificant•zijn. Met beperkte data historieinkun je voorraadbeslisringsparameters. Voor de bewegende items hanteert bp de nieuwe singen echter niet baseren op louter statistiek. Gordian hielp bp Nieuw: Post-HBO Projectmanagement voor Engineers bestelparameters. Voor nauwelijks bewegende parts past bp eerst om voorraadbeslissingen te rationaliseren en introduceerde een In 2021 tweemaal succesvol gestart. naar de startdata in 2022. de beslisboom toe in workshops. Hierbij focust bp op parts waar beslisboom. De beslisboom helpt cruciale procesen supply risico’s Informeer de impact het grootst is door toepassing van pareto technieken < te mitigeren bij de bepaling van het benodigde voorraadniveau.
De Post-HBO opleidingen kunnen naar wens, op zowel post-mbo als post-hbo niveau, in-company (op maat) verzorgd worden. Meer weten? Bel 088 481 88 88, mail naar info@cvnt.nl of kijk op www.cvnt.nl.
ER VALT NOG GENOEG TE LEREN
54 maart 2022
iMaintain 2022-FC-215x280mm.indd 1 1_1st215x280mm-E.indd 1 13330 NVDO_VAM 2022-1.indd 54
22-1000-1824-01 NVDO VAM 2022-1
26-01-2022 20:54 03-02-2022 14:0313:25 09-02-2022
Gemba helpt DP World bij predictive maintenance-stap
KENNIS MOET JE OOK ONDERHOUDEN. • Wat is Asset Management? • Hoeveel onderhoud is juist genoeg? • Kunnen we met de onderhoudsfunctie waarde creëren? • Wat is de rol van onderhoud binnen het Asset Management? • Wat is Predictive Maintenance en hoe geef ik dit vorm?
Logistiek bedrijf DP World wil het onderhoudsbeheer van zijn assets in de Antwerpse haven optimaliseren. Asset management-specialist Gemba ontwikkelde een maintenance-concept in IBM Maximo. Daarmee is straks ook predictive maintenance mogelijk.
DEZE OPLEIDIN ZIJN IN TE BRE GEN NG IN DE BACHEL EN WERKTUIGBOU OR WKUNDE DEELTIJD.
Met het nieuwe maintenance-concept in IBM Maximo, gebaseerd op ISO 55000, legt DP World nu gedetailleerde onderhoudsdata over de assets vast, inclusief het risico op falen, drempelwaardes en preventieve maatregelen. Het bedrijf probeert het concept momenteel uit in een project met Gemba en Peinemann.
INFORMEER!
WAARDECREATIE DOOR GOED ONDERHOUD Een onderhoudsopleiding bij Hogeschool Utrecht helpt u in uw eigen bedrijf de antwoorden te vinden op deze vragen. Aan de hand van kaders gesteld door het Institute of Asset Management (IAM) en de European Federation of National Maintenance Societies (EFNMS) zijn vele mooie resultaten en forse besparingen bereikt bij de deelnemende bedrijven. Door de brede scope op zowel Materiaalkunde, Engineering, Inspectie als Maintenance Management bieden onze opleidingen op het gebied van Onderhoud precies die (integrale) kennis die nodig is om verder te kunnen kijken dan het eigen vakgebied, en daardoor aantoonbaar betere resultaten te boeken. • Post-HBO Onderhoudstechnologie Hoogeveen • Post-HBO Onderhoudstechnologie Utrecht • Post-HBO Onderhoud en Asset Management • Master of Engineering in Maintenance & Asset Management
Predictive maintenance DP World Antwerpen wil de nieuwe aanpak breder toepassen. Door gestructureerd en gestandaardiseerd onderhoudsgegevens vast te leggen, is er beter inzicht in de life cycle van de assets. Hiermee komt de stap naar predictive maintenance binnen bereik. Aan de hand van analyses van alle verzamelde data kan het beste moment voor onderhoud bepaald worden, voor maximale prestaties van assets tegen minimale kosten. Neem voor meer informatie over Gemba’s oplossingen voor asset management contact op met Johan Knook, via j.knook@gemba.nl of +31(0)6 50 52 68 23.
© Gemba Service BV 2022 - Tel: 020 482 2929 - mail: info@gemba.nl - web: www.gemba.nl
1-2_185x118mm_A.indd 1
-
Start 17 mei 2022 Start 6 oktober 2022 Start 13 oktober 2022 Start 5 september 2022
Nieuw: Post-HBO Projectmanagement voor Engineers In 2021 tweemaal succesvol gestart. Informeer naar de startdata in 2022. De Post-HBO opleidingen kunnen naar wens, op zowel post-mbo als post-hbo niveau, in-company (op maat) verzorgd worden.
22-1000-1516-02 NVDO VAM 2022 #1
03-02-2022 13:58
100% BIOLOGISCH AFBREEKBAAR PFAS VRIJ MENGBAAR* COMPATIBLE MET IEDER SYSTEEM Neem gerust contact met ons op voor
Meer weten? Bel 088 481 88 88, mail naar info@cvnt.nl of kijk op www.cvnt.nl.
GRATIS bemonstering, advies en begeleiding. Voor controle van alle merken olie!
ER VALT NOG GENOEG TE LEREN
* Wij kunnen dit per object vrij van kosten voor u laten onderzoeken
Duport Lubricare B.V. | Archimedesstraat 9 Dedemsvaart | www.duportlubricare.nl || 0523 -619892 1-2_185x118mm_A.indd 1
iMaintain 2022-FC-215x280mm.indd 1 1_1st215x280mm-E.indd 1 13330 NVDO_VAM 2022-1_OmslagRUG4,8mm.indd 2
22-1000-1824-01 NVDO VAM 2022-1
26-01-2022 20:54 03-02-2022 14:03
22-2000-0229-01 NVDO VAM 2022 #1
09-02-2022 13:06
11-02-2022 10:16
1
#
nr. 01 / 2022
Vakblad Asset Management
ENERGIE
Wat Moet en wat Kan Energietransitie Kansen voor en door Onderhoud Techniek(en)
VAM NL contouren.indd 1 1556-01_215x280mm.indd 1-1_215x280mm_A.indd 1 1 13330 NVDO_VAM 2022-1_OmslagRUG4,8mm.indd 1
22-0000-1556-03 NVDO Asset Management 2021 #6
28-08-20 11:31 14-04-2021 13:53 10:55 03-02-2022
11-02-2022 10:16