VAM3 Juli 2023

Page 1

Vakblad Asset Management

Samenwerken is topsport Learning communities, duurzame leefomgeving, 5g netwerk #3 nr. 03/ 2023
Met o.a. Schiphol, Verwater, AVR Duiven, TataSteel en Capgemini
IN ONDERHOUD
Samen werken aan de samenwerking SAMENWERKING

KENNIS MOET JE OOK ONDERHOUDEN.

• Wat is Asset Management?

• Hoeveel onderhoud is juist genoeg?

• Kunnen we met de onderhoudsfunctie waarde creëren?

• Wat is de rol van onderhoud binnen het Asset Management?

• Wat is Predictive Maintenance en hoe geef ik dit vorm?

WAARDECREATIE DOOR GOED ONDERHOUD

PROJECTVOORMANAGEMENT

HOOGEVEEN:TECHNICI11-10-2023

UTRECHT: 3-11-2023

Een onderhoudsopleiding bij Hogeschool Utrecht helpt u in uw eigen bedrijf de antwoorden te vinden op deze vragen. Aan de hand van kaders gesteld door het Institute of Asset Management (IAM) en de European Federation of National Maintenance Societies (EFNMS) zijn vele mooie resultaten en forse besparingen bereikt bij de deelnemende bedrijven. Door de brede scope op zowel Materiaalkunde, Engineering, Inspectie als Maintenance Management bieden onze opleidingen op het gebied van Onderhoud precies die (integrale) kennis die nodig is om verder te kunnen kijken dan het eigen vakgebied, en daardoor aantoonbaar betere resultaten te boeken.

• Master of Engineering in Maintenance & Asset Management Start 4 september 2023

• Post-HBO Onderhoudstechnologie Hoogeveen Start 12 september 2023

• Post-HBO Onderhoudstechnologie Utrecht Start 5 oktober 2023

• Post-HBO Onderhoud en Asset Management Start 12 oktober 2023

De Post-HBO opleidingen kunnen naar wens, op zowel post-mbo als post-hbo niveau, in-company (op maat) verzorgd worden.

Meer weten? Bel 088 481 88 88, mail naar info@cvnt.nl of k ijk op www.cvnt.nl.

VALT NOG GENOEG TE LEREN

ER
juli 2023 2

Colofon

VAM is het vakblad voor Asset Management in Nederland.

Concept en realisatie

Elma Media B.V.

Keizelbos 1, 1721 PJ Broek op Langedijk 0226 33 16 00 www.elma.nl

Art Direction

Elma Media B.V.

Hoofdredacteur

Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO

VAM is een uitgave van de NVDO

Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud

Lange Schaft 7G

Postbus 138, 3990 DC Houten

030 634 60 40 www.nvdo.nl info@nvdo.nl

VAM is een samenwerking met

itanks.eu

safetydelta.nl

nevap.nl

Andunara: Samenwerken is een werkwoord

Ik hoor het vaak: ‘laten we samenwerken’ als we een leuk idee hebben voor een tof evenement bijvoorbeeld. Het is immers wel zo sociaal om aan te geven dat je echt wilt samenwerken om een bepaald project af te ronden of een doel te bereiken of een evenement wilt organiseren. Maar, beste VAM-lezers, samenwerken is een werkwoord.

Dit werkwoord is niet vrijblijvend. Ik merk het regelmatig dat het hard werken is om met elkaar de goede richting te bepalen en bovenal vast te houden. Hoogleraar Ferry Koster gaf het in zijn oratie destijds al mooi aan. Bij samenwerken gaat het om drie zaken: Hiërarchie en de mate waarin samenwerking vanuit posities wordt afgedwongen. De markt: de economische omstandigheden die ertoe noodzaken dat partijen de samenwerking opzoeken. En, last but not least, het vertrouwen dat er toe bijdraagt dat sommige mensen/partijen nu eenmaal beter en liever met elkaar samenwerken dan anderen.

Auteurs

Pieter Pulleman (Groene staalproductie en Schiphol)

Laura van der Linde, Mainnovation ( Asset Management; Maintenance is een Teamprestatie)

iTanks (Inspire: 5G netwerk)

Lisa Kamphuis, MaxGrip (AVR Duiven)

Ian van den Brink, NVDO (Ontmoet, Servitization en Verwater)

Arjan van Dijk, SDN (Veilig Werken)

Evi Husson (Onderhoudsstop Noubian)

Barbara van Baarsel, NEVAP (Vastgoedxploitatie in de praktijk)

Ellen den Broeder-Ooijevaar (alle overige artikelen)

Druk

Elma Media B.V.

Advertentie-exploitatie

Elma Media B.V.

Silvèr Snoek - Sales Manager

0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl

Ik voeg daar graag nog een extra dimensie aan toe. Je kunt samenwerken totdat je een ons weegt, volgens alle rationele regels, maar dat is nog geen garantie voor succes. Het gaat immers ook om meer zachte factoren als commitment, passie, plezier en respect naar elkaar. Hoeveel mensen en partijen ik in mijn bescheiden loopbaan al niet tegengekomen ben: soms zoekend naar een uitweg, oplossing voor hun organisatie, vereniging, of propositie. Soms blindgestaard, soms gewoonweg boos op een overheidsbeslissing of een concurrent. Juist dan kan samenwerken helpen. Samen over de eigen grenzen heen kijken en naar nieuwe perspectieven zoeken, nieuwe allianties. En dan ineens blijken er partijen te zijn die met jouw vraagstuk wel aan de slag zouden willen, daar een heel creatieve kijk op hebben. Daarvoor open staan wordt dan leuk, samen werken aan een nieuw perspectief en kijken naar een win-win voor alle partijen. Niet alleen voor jezelf maar voor alle stakeholders. Soms best een beetje moeilijk, maar vooral leuk als het lukt. Dat noem ik Andunara: samen werken aan de samenwerking.

We hebben het ervaren in het enorme project EuroMaintenance. Samen werken aan dit internationale evenement lukte, maar soms ook niet. Met de hoofdsponsoren IFS en SKF hebben we bijvoorbeeld uitstekend samen gewerkt. En tijdens dit enorme project werkte ik bijna wekelijks samen met Mark Haarman, Mainnovation. Ook de samenwerking met het team van Ahoy Rotterdam was succesvol. En ja, er waren ook strubbles en irritaties, dat hoort nu eenmaal bij samenwerken. Belangrijk is dat je open en eerlijk met elkaar blijft communiceren en altijd samen op zoek gaat naar een oplossing voor een zich aandienend klein of groot probleem.

Dus, op naar de volgende Andunara: EuroMaintenance 2024 in Rimini, Italië. Collega Ian en ik zijn begonnen met de voorbereidingen, maar dat kunnen we natuurlijk niet alleen. Dus we werken graag weer samen met jou, je werkgever en je stakeholders. Er is een ledenreis in de maak en leuke suggesties om die zo interessant mogelijk te maken, zijn van harte welkom. Ik hoor graag van je.

3
VOORWOORD < #3 nr. 03 / 2023

Samen werken vereist samenwerking

Samenwerking is een essentieel onderdeel van succesvol onderhoud, maintenance en Asset Management, vooral tijdens onderhoudstops. Tijdens deze periodes is het van cruciaal belang dat alle betrokken partijen samenwerken om ervoor te zorgen dat de onderhoudswerkzaamheden efficiënt en effectief worden uitgevoerd.

Een goede samenwerking begint met een duidelijke communicatie. Het is belangrijk dat alle partijen op de hoogte zijn van de planning, de doelstellingen en de verwachtingen voor de onderhoudsstop. Dit kan worden bereikt door regelmatig overleg tussen de partijen en het opstellen van een gedetailleerd werkplan.

Daarnaast is het belangrijk dat de verantwoordelijkheden en taken van elke partij duidelijk zijn gedefinieerd. Dit kan helpen voorkomen dat er dubbel werk wordt gedaan of dat er taken over het hoofd worden gezien. Een duidelijke taakverdeling vermindert ook het risico op fouten en vertragingen.

Om de samenwerking te verbeteren, kan het nuttig zijn om gebruik te maken van moderne technologieën. Bijvoorbeeld het gebruik van een planningsprogramma in combinatie met een onderhoudsbeheerssysteem, ondersteunt het delen van informatie en het bijhouden van de voortgang van de werkzaamheden. Maar ook een simpele papieren muurkrant waarop de uitvoerders hun activiteiten, voor iedereen zichtbaar, kunnen aftekenen is hierbij onmisbaar. Ook dit kan de communicatie tussen de partijen verbeteren en de efficientie verhogen.

Tot slot is het belangrijk om de samenwerking te blijven verbeteren en te evalueren. Door regelmatig feedback te geven en te ontvangen, kunnen de partijen hun werkwijzen aanpassen en verbeteren. Dit kan leiden tot een betere samenwerking en een succesvolle onderhoudsstop.

In conclusie, samenwerking is een essentieel onderdeel van succesvol onderhoud, maintenance en Asset Management tijdens onderhoudstops. Een goede communicatie, duidelijke taakverdeling en het gebruik van moderne technologieën kunnen helpen om de samenwerking te verbeteren en de efficiëntie te verhogen. Het is belangrijk om regelmatig feedback te geven en te ontvangen om de samenwerking te blijven verbeteren.

VAN DE VOORZITTER <
‘ ’
4 juli 2023
‘Alleen kom je ver, Samen kom je verder, OOK in Onderhoud’

Inhoud

03 Voorwoord

04 Van de voorzitter

Het beste resultaat voor de klant door teamwork! > In eerste instantie was er een breed takenpakket bij haar weggelegd; “Ik hield me bezig met de planning, secretariële werkzaamheden en het voorbereiden van werk in samenspel met mijn collega’s.

08 Groene staalproductie realiseren is een gezamenlijke inspanning

14 Met wederzijds vertrouwen, respect en geduld een onbekend pad op

Digital twins en jongeren: het recept voor verjonging in de onderhoudsbranche? 12

CONNEQT, kennisplatform voor verbinding 17

Hoe de verdeling van het 5G-netwerk leidt tot verdeelde meningen 18

22 Hoe goede samenwerking tussen asset owners en ketenpartners een bijdrage kan leveren aan het niveau van Veilig Werken

Kort 25

Servitization bevordert de Samenwerking 26

30 Learning communities zijn gebaseerd op samenwerking

Maintenance is een Teamprestatie 34

41 Het geheim achter samenwerking volgens Professor Onderhoudskunde

44 EAM systeem verbeteringen bevordert samenwerking over de hele linie

Een succesvolle onderhoudsstop kan niet zonder Samenwerking

58 Samenwerking in Onderhoud koesteren

Rijkswaterstaat gebruikt voor het eerst nieuw contract voor meerjarig onderhoud 42

Kort 47

Sociale interactie draagt bij aan een duurzame en gezonde woonomgeving 54

Afspraken over prijsstijgingen en leveringsproblemen in bouwsector 56

Ministerie en sector maken werk van uitbreiding walstroom in zeehavens 62

64 Cursuskalender
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 50
06
Asset Management: Waar te beginnen? IJssel en Nedmag, al 23 jaartrotse partners 38 Casus 66 5
37 7 september; Inloopmiddag
juli 2023 6
Tanja Nansink Foto: privé collectie

Ruim 32 jaar werkte Tanja Nansink bij Chubb Fire & Security. Toen was het tijd voor iets nieuws en ging zij bij de brandweer aan de slag, ze kwam er al snel achter dat die positie niet was wat ze zocht. Na een paar maanden liep ze per toeval een paar oudcollega’s tegen het lijf die inmiddels bij Kuijpers werkten. Toen die haar vertelden over het nieuw te openen kantoor in Amsterdam was het snel duidelijk: “Zo ben ik inmiddels ruim drie en half jaar geleden bij mijn huidige werkgever terechtgekomen”.

In eerste instantie was er een breed takenpakket bij haar weggelegd; “Ik hield me bezig met de planning, secretariële werkzaamheden en het voorbereiden van werk in samenspel met mijn collega’s. Inmiddels heb ik de opleiding VSI-A gevolgd, dit is echt een beginnerscursus over sprinklerinstallaties en daar houdt onze Service afdeling (Kuijpers Beveiligingssystemen) zich voornamelijk mee bezig. Daarnaast doen we ook het onderhoud aan brandinstallaties en zijn we nu bezig met de thema’s inbraak en security. Door het volgen van diverse cursussen en opleidingen spreek ik dezelfde “taal” als onze monteurs en dat is enorm waardevol.

Begin 2022 heeft Tanja de overstap gemaakt naar contractbeheer, een positie waarbij samenwerken met interne en externe opdrachtgevers van groot belang is. “Het was een logische stap, want in Zwolle hadden we een contractbeheerder die ik destijds al ondersteunde. Nu heb ik in Amsterdam mijn eigen klanten en portefeuille en bestaan mijn taken hoofdzakelijk uit het maken van offertes, het afstemmen met onze werkvoorbereiding en planning, het communiceren met klanten, de facturatie en het inplannen van jaarlijks onderhoud”.

Samenwerken gebeurt over het algemeen intern of tussen de verschillende bedrijfsonderdelen van Kuijpers. “Vanuit Beveiligingssystemen werken we veel samen met de serviceorganisatie van

Kuijpers die ons van tijd tot tijd als specialist betrekt. . We kennen elkaar goed en weten dus met wie we om tafel zitten, het is zeker geen eenrichtingsverkeer. Je moet samen tot het beste resultaat komen voor de klant en als er zich een probleem voordoet moet je daar dus ook samen uitkomen”. Intern werkt Tanja dagelijks nauw samen met collega’s van verschillende afdelingen. Daarbij helpt het feit dat ze veel van de taken van de verschillende afdelingen al een keer uitgevoerd heeft en dus weet waar het over gaat.

“Ik ben echt een mensen-mens, ik wil altijd iedereen helpen als dat in mijn macht ligt en ik ben een echte teamspeler. Dat maakt het misschien ook wel dat ik makkelijk samenwerk. Niemand is bang om me te bellen en om hulp te vragen en ik denk dan ook graag mee. Maar er is wel een paar belangrijke tips om ervoor te zorgen dat deze samenwerkingen soepel verlopen: je moet goede afspraken maken, goed contact houden en weten wat er speelt bij de klanten. Daarnaast is het goed om even langs te lopen om dingen af te stemmen en zaken “face to face” te bespreken”.

Uiteindelijk is de belangrijkste taak van de dag om te zorgen voor een goede relatie met de klanten en ervoor te zorgen dat alles gestroomlijnd loopt. “Dat doen we echt samen bij Kuijpers, het is echt een team “effort”. <

<
ONTMOET Tanja Nansink
Wie
7
’ ‘Het beste resultaat voor de klant door teamwork!’

Groene realiserenstaalproductie is een gezamenlijke inspanning

Tata Steel Nederland werkt op dit moment volop aan de engineering en bouw-voorbereiding van de eerste geïntegreerde staalfabriek op basis van waterstof in Europa. Dat gebeurt samen met contractors, leveranciers, overheden en omwonenden. “We worden de grootste gebruiker van groene waterstof in Nederland”.

In IJmuiden staan nu nog twee cokesfabrieken en twee hoogovens. In 2030 sluit er één cokesfabriek en één hoogoven. Vijf jaar later volgen de andere twee. Zogenoemde DRI-installaties en elektrische smelters nemen de productie over.

> Zestig voetbalvelden. “Het is een waanzinnig moeilijke transitie die we samen doormaken terwijl de normale productie en onderhoudsactiviteiten gewoon doorgaan”, zegt Peter Hoppesteyn. Hij is Programme Lead Operational Sustainability en werkt als gebruiker aan het HeraCless-project zoals het nieuwbouwproject is gedoopt. HeraCless staat voor Hydrogen-Era-Carbon-Less. “We werken nu in parallelle fasen aan de engineering en de bouwvoorbereiding”. HeraCless wordt zestig voetbalvelden groot en dat is zelfs voor het enorme complex van Tata Steel in IJmuiden fors. “We moeten installaties verplaatsen en andere die we niet meer nodig hebben, verwijderen”.

> Elektrische ovens. Een traditionele hoogoven maakt ijzer uit ijzererts en kolen. De koolstof die dat proces in gaat, gaat uiteindelijk als CO2 de lucht in. De nieuw te bouwen installatie werkt op basis van DRI-technologie (Direct Reduced Iron) waarbij het ijzererts wordt gereduceerd met behulp van aardgas of waterstof. Het gereduceerde ijzererts uit een DRI-plant komt in de vorm van bolletjes en moet nog vloeibaar gemaakt worden. Dat gebeurt straks in 120 megawatt elektrische ovens. “Waarschijnlijk komen er twee DRI-plants en drie van die ovens om de eerste en grootste hoogoven te kunnen vervangen. We zitten nu in het proces van engineering, bouwvoorbereiding en het aanvragen van de bouw-, milieu- en sloopvergunningen en van het verzamelen van de data voor de milieu-effectrapportage”.

> Groene waterstof. De eerste DRI-plant zal in het begin nog op aardgas werken. De bedoeling is om zo snel mogelijk over te schakelen op waterstof zodra dit in voldoende mate bechikbaar is. Om staal te produceren met waterstof is er veel van nodig. Tata Steel in IJmuiden wordt dan ook één van de grootste afnemers van groene waterstof in Nederland, zegt Hoppesteyn. “En bovendien een hele stabiele, zeker voor een periode van pakweg vijftig jaar. We onderzoeken nu met welke partners we het beste samenwerken om genoeg waterstof on site te krijgen. Hiermee doorbreken we ook het kip-en-eiprobleem dat er geen grote producenten van groene waterstof zijn omdat er geen grote afnemers zijn. Je ziet nu wel dat groene waterstof op veel plaatsen actueel is. Iedereen vindt het interessant en veel partijen willen graag bij ons aanhaken en met ons samenwerken”.

> Vier keer meer elektriciteit. Het hoogoven- en cokesgas dat nu bij de staalproductie vrijkomt, gaat via een pijpleiding naar een

THEMA
ARTIKEL <
juli 2023 8
’ ‘We hebben iedereen keihard nodig’

energiecentrale van een energieproducent die er elektriciteit mee maakt. Die energiecentrale verdwijnt als straks de twee cokesfabrieken en twee hoogovens buiten bedrijf gaan. “Maar onze elektriciteitsbehoefte zal enorm stijgen als we geen kolen meer gebruiken. We moeten veel processen elektrificeren en hebben daarvoor dus duurzame bronnen nodig. Er liggen gelukkig windparken voor de kust van IJmuiden en er worden in de komende jaren nog veel meer windparken bijgebouwd op de Noordzee. We krijgen een aansluiting op het aanlandingsstation van Tennet in Wijk aan Zee voor tweeduizend megawatt groene elektriciteit. Dit is voldoende voor de eerste fase van HeraCless.”.

> Final investment decision. Er is een flinke som geld nodig om de nieuwe installatie te realiseren. Voor de basic engineering werd alleen al 65 miljoen euro uitgetrokken en dat bedrag wordt tot aan de zomer van 2023 volledig besteed. “Er is een begroting voor het vervolg. De totale investering loopt in de miljarden. Dus behalve uit het eigen vermogen zoeken we samenwerking met de overheid om de businesscase rond te krijgen en tot een final investment decision te komen. En ook ons moederbedrijf is hierbij betrokken”.

> Betere plannen. Contractors van uiteenlopende signatuur spelen een belangrijke rol in de huidige dagelijkse operatie bij Tata Steel. “Die zijn wel nieuwsgierig naar de plannen en de impact ervan op hun business. Om hen te informeren over de veranderingen, hielden we in het afgelopen jaar meerdere informatiebijeenkomsten”. De inwoners van de omliggende plaatsen kregen afgelopen april in een serie participatie-bijeenkomsten de mogelijkheid om input te leveren op de plannen. “De toekomstige nieuwe Omgevingswet schrijft dat ook voor. Je moet de omgeving betrekken zodat die kan participeren. Dat is wat anders dan informeren, zoals voorheen”. Op de bijeenkomsten kwamen vragen naar voren als ‘waar zitten de emissiepunten’ en ‘hoe zit het met de veiligheid’?’. “De vragen en suggesties uit de bijeenkomsten nemen wij dan mee en we kijken of en wat we ermee kunnen doen. Door input te verzamelen van de verschillende betrokkenen worden de plannen alleen maar beter”.

> Design for Maintenance. Hans Sintemaartensdijk is als Operational Expert Maintenance onderdeel van het gebruikersteam. “DRI is voor ons een nieuwe technologie, zeker op deze schaal. De potten, pannen en reactors en dergelijke zijn allemaal bekend

9
Tata Steel IJmuiden Foto: Tata Steel >

terrein. Ook waterstof is niet helemaal nieuw. Het zijn ook allemaal normale processen, maar dan wel erg groot. Tata Steel Nederland werkt al heel lang volgens de principes van Design for Maintenance en dat doen we in deze planontwikkeling ook. Samen met de operational experts en de nieuwbouwafdeling kijk ik onder meer naar de onderhoudbaarheid tijdens de levensduur. Zijn de componenten die zich op hoogte bevinden bereikbaar, bijvoorbeeld”. En hoe zit het met duurzaamheid: we willen componenten met een lange levensduur. Hoppesteyn; “Vergeet de milieu-aspecten niet. Onze omgeving ervaart nu last van stof, stank en geluid en als we toekomstbestendig willen bouwen, moeten we nu alles wat impact kan hebben op de omgeving, zoveel mogelijk wegnemen”.

> Flexibelere onderhoudsafdeling. Wind en zon variëren, dus dat het aanbod aan groene stroom zal fluctueren is een gegeven. De onderhoudsafdeling zal meer op het weerbericht moeten letten, zegt Sintemaartensdijk. “Het werk wordt meer volatiel. Neem het plannen van resources. Je wilt het onderhoud plannen als dat gunstig is qua weer, dus bij weinig wind of zon. Dat vraagt om goede afstemming met je aannemers, zeker bij grote stops is dat wel een punt van aandacht. Het huidige proces is heel stabiel en het opstarten en afregelen van de DRI-plant vraagt hele andere dingen van ons. In algemene zin moeten we flexibeler worden: hoe snel kun je schakelen? Dat is een andere benadering dan na x-aantal tonnen of x-aantal draaiuren”. Hoppesteyn; “Wat het lastig maakt is dat de DRI’s onderdeel zijn van een serie fabrieken. Alles is met elkaar

verbonden in een hele productieketen dus die andere moeten ook flexibeler worden, of we moeten met tussenvoorraden werken. De hele transitie naar een groene, circulaire economie vraagt niet alleen om een andere manier van doen, maar ook om een andere manier van denken. Van iedereen”.

> Nieuwe uitdagingen. Leidt de wisselende stroomaanvoer nog tot andere faalmechanismen? Sintemaartensdijk; “Van sommige voor ons nieuwe componenten weten we dat nog niet en zijn we afhankelijk van de kennis van de OEM’er of contractor. Er

>
Rollen hal 2 Foto: Tata Steel
juli 2023 10
Dompel verzinklijn Foto: Tata Steel

komen zeker nieuwe uitdagingen op ons af en daarin moeten we samenwerken met onze leveranciers en contractors”. De nieuwe installaties worden zo veel mogelijk ontworpen voor voorspelbaar onderhoud. “Monitoring en data-analyse voor voorspelbaar onderhoud worden standaard. We hebben al moderne datasystemen en die zullen we meer integreren zodat we meer inzicht creëren voor operations, safety en maintenance”. Hoppesteyn; “De stroomprijs zal ook meebewegen. Is er veel wind en zon, dan zal de prijs laag zijn en andersom. Het is aan ons om te bedenken of en wanneer we stroom afnemen. Het liefst hebben we wat flexibiliteit in onze productie zodat we die kunnen verhogen of verlagen, afhankelijk van de prijs van dat moment. Met hoogovens kan dat niet, met DRI-plants is dat iets gemakkelijker en kan het binnen een beperkte bandbreedte wel”.

Hoppesteyn; “Ruim negenduizend medewerkers en ruim dertigduizend externen hebben dagelijks de handen vol aan de productie en bijkomende activiteiten en dan gaan we dit project ernaast doen. Dat is nogal wat. We hebben dan ook iedereen keihard nodig. Gelukkig hebben we een eigen opleidingsschool voor operators en maintenance-personeel. Dat helpt enorm en de belangstelling daarvoor neemt toe, juist ook door deze plannen. Wat wij doen past namelijk in het plaatje van klimaatbewustzijn dat veel mensen bezighoudt. We nemen momenteel iedere maand zo’n zestig nieuwe medewerkers aan”. Sintemaartensdijk; “Tata Steel is aanjager en spil in de transitie naar een groener Nederland. Als we elkaar daarin kunnen helpen, is dat alleen maar mooi. HeraCless heeft daarbij een aanzuigende werking; leveranciers en contractors willen graag meedoen”.

<
‘Als we toekomstbestendig willen bouwen, moeten we nu alles dat overlast kan veroorzaken zoveel mogelijk wegnemen’
11
Warmband Foto: Tata Steel

Digital twins en jongeren: het recept voor verjonging in de onderhoudsbranche?

Een digital twin is een populaire ontwikkeling in de onderhoudsbranche. Het nabouwen en nabootsen van de werkelijkheid in een computersysteem, zorgt naast rake voorspellingen ook voor leermomenten. Stel we zetten de digital twin in bij de samenwerking tussen het onderwijs en de onderhoudsbranche. Hebben we dan de sleutel tot verjonging in handen?

IMPROVE < juli 2023 12

‘ ’

> De digital twin, zo zit dat. Een innovatief concept als ‘de digital twin’ zorgt ervoor dat we binnen de onderhoudsbranche de werkelijkheid als een model kunnen creëren in een computersysteem. Deze digital twin wordt blootgesteld aan situaties, zoals die in de werkelijkheid kunnen plaatsvinden. Dit stelt ons in staat om het gedrag van het model te toetsen aan de werkelijkheid, zodat we ervan kunnen leren, maar ook om te voorspellen wat er in bepaalde situaties zou kunnen gaan gebeuren. Het inzetten van een digitale twin kan dus ideaal zijn om in te spelen op toekomstige gebeurtenissen.

> Vergrijzing tegengaan. Kijkend naar de toekomst valt er winst te behalen voor de branche. Vooral om een manier te bedenken om de branche aantrekkelijker te maken voor jongeren. De vergrijzing liegt er namelijk niet om. Mocht daar niets aan veranderen, dan verdwijnt op den duur de specialistische kennis en ervaring. Daarom is het van belang om op korte termijn jongeren

‘Hoe kunnen we interactie tussen een model en de werkelijkheid vormgeven’

niet alleen te enthousiasmeren, maar ook op te leiden zodat zij het onderhoudsvak in de praktijk leren ontdekken. Een digital twin kan een efficiënte brug zijn tussen de onderhoudsbranche en jongeren.

> De onderhoudsbranche versus het onderwijs. Stel dat we een digital twin toepassen op de samenwerking tussen de onderhoudsbranche en het onderwijs. Hoe kunnen we dan zo’n interactie tussen een model en de werkelijkheid vormgeven? Als uitgangspunt nemen we de student als het model dat nog moet leren en de ervaren onderhoudsspecialist als de werkelijkheid en tevens voorbeeld voor het model. Wat gebeurt er dan? Een model, in dit geval de student, doet steeds meer ervaring en kennis op. Door die kennis en ervaring kan de student een totaal andere, positieve kijk krijgen op het vakgebied. Daarnaast geeft het studenten de ruimte om hun theoretische kennis toe te passen in de praktijk en te leren van ervaren specialisten. Bijvoorbeeld bij Ideo, dat zich inzet om IT-studenten te enthousiasmeren voor de onderhoudsbranche. “Wij bieden afgestudeerde studenten een traineeship en proberen zo weer nieuwe ‘digital twins’ te kweken”, aldus Bas Horvers, Enterprise Asset Management Consultant bij Ideo.

> Geen compleet nieuwe uitvinding. Concluderend kunnen we zeggen dat praktijkervaring opdoen tijdens je studie natuurlijk geen nieuwe uitvinding is. Maar met het digital twin-concept als uitgangspunt, verandert wel de manier waarop de praktijkervaring wordt ingedeeld en vervolgens wordt toegepast. Het voordeel hiervan is dat studenten direct kennismaken met de branche in de praktijk, en niet alleen met hun neus in de boeken zitten. Zo komt een student er ook sneller achter of het iets voor hem of haar is en weet de onderhoudsbranche of er genoeg jonge, enthousiaste koppen zijn om het vak te blijven uitoefenen.

Foto: Ideo
13
<

Met wederzijds vertrouwen, respect en geduld een onbekend pad op

Medio 2018 realiseerde Ronald Wever van Luchthaven Schiphol zich dat de beveiliging van Low Level Control Systems beter kon, zoals bij de PLC’s van het bagage-afhandelingssysteem. Hij zocht manieren om dat op orde te krijgen, maar vond niets. Het betekende de start van een succesvol innovatieproject. “Soms is de samenwerking heel innig, soms is zij wat minder intensief”.

Het beheer van een bagage-afhandelingssysteem op een luchthaven is een uitdagende en complexe operatie. Luchthavens investeren fors in de besturingssoftware van hun afhandelingssysteem. Het wijzigingsbeheer en de beveiliging van die software is van vitaal belang om de werking van het systeem te waarborgen. Ongeautoriseerde toegang, programmeerfouten en het uploaden van niet-

geteste software vormen risico’s die je wilt voorkomen, legt asset owner Wever van Luchthaven Schiphol uit.

> Andere risico’s. “Je anti-virusscanner op je laptop actueel houden, is tegenwoordig standaard. Maar zoiets is er voor OT (Operationele Technologie) veel minder. Er is ook geen ruimte voor op

INNOVATIE <
juli 2023 14
Foto: NVDO

een PLC en je hebt dus andere maatregelen nodig om de software te beschermen”, legt Menno Cadee uit. Hij is technisch directeur bij aXite Security Tools, Wevers ontwikkelpartner in het project. “Het laatste wat Schiphol wil, is dat de koffers ‘alle kanten opvliegen’, of dat er onveilige situaties ontstaan op het gebied van persoonlijke veiligheid omdat er al dan niet doelbewust met de software is geknoeid. De risico’s zijn dus anders dan bij een pc, waarbij het bij een aanval bijvoorbeeld gaat om ransomware. Bij Low Level Control Systems (LLCS) gaat het over het mogelijk vernielen of stopzetten van machines, of het creëren van onveilige situaties”. LLCS zitten ‘overal’: in bruggen en sluizen, in spoorwegovergangen, in de industrie en de chemie. Wever: “Overal waar je industriële automatisering hebt, heb je in potentie dezelfde risico’s als wij met ons bagageafhandelingssysteem”.

> Beveiligen. Cadee; “Ronald en ik hadden een idee om hiervoor een oplossing te ontwikkelen. Wij hebben niet alleen veel kennis van Low Level Control Systems, maar ook van de productieomgeving en het proces van de bagage-afhandeling. Je begint dan met de vraag goed in kaart te brengen. De hoofdvraag was: hoe kunnen we de LLCS beveiligen zonder de PLC aan te passen of te vervangen. Want als je voor dat laatste kiest, stel je het probleem alleen maar uit. Bovendien wil je de totale levensduur van je PLC benutten en hem niet pakweg elke vijf jaar vervangen, met alle bijbehorende kosten van dien”.

Cadee en Wever hebben beiden ervaring met het ontwikkelen van nieuwe technologie samen met een partner. Cadee; “Toen we hieraan begonnen was dit wel een nieuw hoofdstuk in de techniek. Namelijk het toepassen van een techniek uit de computerwereld in een heel andere situatie, in combinatie met de kennis van de installatie. Je moet alles uitdenken; wat gebeurt er bijvoorbeeld met de functionaliteit van het systeem als je de beveiligingsmaatregelen te nauw afstelt”?

> Vijf jaar ontwikkeltijd. Na een ontwikkeltijd van een kleine vijf jaar is er nu een systeem, de AX-BOX Gatekeeper, dat in staat is om LLCS te beschermen tegen aanvallen van buitenaf en tegen ongewenste of foutieve aanpassingen. Een PLC heeft een programmeerbare poort die is verbonden met een netwerk, of de PLC is direct programmeerbaar. Wever; “Beide vormen hebben we beveiligd. Als je iets wilt aanpassen aan de PLC, moet de poort open. Als dat gebeurt gaat het alarm af. Een andere situatie is als iemand rechten heeft om iets te wijzigen, maar dat vervolgens niet correct doet. De AX-BOX Gatekeeper ziet dat en kan vervolgens de oude situatie herstellen door de software als het ware terug te spoelen. Dat change management hadden we al, maar nu hebben we bewaakt change management”. Dat is ook het verschil met andere systemen, zegt Wever. Cadee vult aan; “Systemen van andere aanbieders maken een aanval van buitenaf wel zichtbaar, maar beschermen niet. Wij zien wat iemand gaat doen, mag doen en heeft gedaan. Wij monitoren en beveiligen het change management proces tegen (on) bewuste aanpassingen”.

> Onbekend pad. Wever; “Samen optrekken in een innovatieproject als dit, betekent dat je de wil moet hebben om samen een onbekend pad op te gaan, dat je moet willen luisteren en investeren. We wisten: ‘dit gaat bijdragen aan de gewenste oplossing, dus let’s try’. Je moet ook durven op je snoet te gaan om daarna weer >

Menno Cadee Foto: Schiphol AX BOX GateKeeper Foto: Schiphol
‘ ’
15
‘Je moet ook durven op je snoet te gaan om vervolgens weer op te staan en verder te gaan’

op te staan en verder te gaan. We hebben een paar keer een stap terug moeten doen om daarna weer twee stappen vooruit te kunnen zetten”. Cadee; “Als je goed samenwerkt, komt de probleemstelling duidelijk naar voren en uiteindelijk ook de oplossing”. Volgens Wever valt of staat een goede samenwerking met wederzijds vertrouwen, wederzijds respect en geduld. “Dat is de basis. En je moet tijdens de samenwerking durven stilstaan om even samen te beschouwen waarmee je bezig bent. En beseffen dat er na een serie kleine stapjes altijd een reuzestap volgt. Dat zorgt voor nieuwe energie. Soms is de samenwerking heel innig, soms is hij wat minder intensief. Het gaat over samen ontwikkelen en samen volwassen worden in een gelijke tred”. In dat proces van functionele behoefte naar mogelijke oplossing tot volwassen product, is cocreatie ontstaan, licht Wever toe. “We zijn heel intensief met elkaar bezig geweest. De time-to-market ging redelijk langzaam, terwijl het risico dat het niet zou lukken eminent was”.

> Sceptici. Is er ooit overwogen om de stekker eruit te trekken? Wever; “Nee, wij zijn allebei true believers, maar in mijn omgeving waren er wel sceptici die het onzin vonden en vonden dat we ermee moesten stoppen”. Cadee; “Dat herken ik wel. Toen wij begonnen stond OT-beveiliging nog in de kinderschoenen. Ik heb heel veel moeten uitleggen over het wat en waarom. Er waren wel andere partijen bezig met het ontwikkelen van beveiligingssystemen voor OT, maar die gingen veel minder ver dan wat wij voor ogen hadden. Wij gaan echt heel diep in de beveiliging van de controller”.

> Impact op Onderhoud. De AX-BOX Gatekeeper is een beveiligingsoplossing dat nauwelijks onderhoud nodig heeft. Omdat het in een 24/7-omgeving draait, hoort er wel 24/7 support bij, ook al kent het systeem nagenoeg geen uitval. Cadee; “Het analyseren van de gegevens die het systeem verzamelt, breng je idealiter onder bij een Security Operations Center, in eigen beheer of ingehuurd. Het Center moet wel proceskennis hebben om de signalen te begrijpen en daar de juiste actie aan te verbinden”. Wever; “Onderhoud is ook zorgen voor betrouwbaarheid van je installatie. Dit systeem zorgt daarvoor. En omdat je buiten de PLC informatie hebt over wat er in de PLC gebeurt, kun je zo nodig ingrijpen en de oude software terugzetten. Ook bij kennisoverdracht met lager geschoolde medewerkers is het een hulpmiddel: de AX-BOX Gatekeeper kan het regelen. Dus de impact op onderhoud en beschikbare kennis is er zeker”.

> Aantonen. Wever en Cadee kenden elkaar al vanwege een samenwerking in het verleden. Was dit project ook zo succesvol verlopen als ze elkaar niet hadden gekend bij aanvang? Cadee; “Je hebt als leverancier om te beginnen kennis van zaken nodig, net als bij een commercieel traject. Je laat zien hoe je werkt of je geeft een demo. Vertrouwen is sowieso erg belangrijk in de luchtvaartsector. Je moet aantonen dat wat je belooft ook gerealiseerd wordt. Je moet de opdrachtgever laten zien dat je begrijpt waar hij last van heeft en dat jouw oplossing, jouw kennis van zijn proces, voor hem toegevoegde waarde heeft”

> Trots. Wever; “We zijn er best trots op dat we dit samen hebben bedacht; dat die leemte in OT-beveiliging er was en dat wij die hiermee hebben gevuld. We wisten dat het kon toen we begonnen, maar we hadden het ei van Columbus nog niet. Ik heb een hekel aan borstklopperij, maar deze oplossing was er niet geweest als wij er niet waren geweest. Het idee, de visie, de doortastendheid, de

manier van samenwerken en de financiering van de ontwikkeling; die totale symbiose maakte dat het product er kon komen”. Cadee; “Het harde ontwikkelwerk is achter de rug en we ontwikkelen nu nieuwe functionaliteiten. We plaatsen het systeem nu bij andere klanten dan Schiphol alleen”.

De AX-BOX Gatekeeper-tool is dus een gezamenlijke ontwikkeling, maar aXite Security Tools gaat er commercieel mee de boer op. De Amerikaanse Transportation Security Administration keurde de AXBOX Gatekeeper en gaf er een goedkeuring voor af. Cadee is net terug van de luchthaven van Dallas die ook interesse heeft in de AXBOX Gatekeeper. Wever; “Er is een commerciële afspraak gemaakt, zodat onze innovatiekracht funding krijgt uit het succes van deze ontwikkeling”. Cadee; “Dat past prima in deze samenwerking. Het zorgt ervoor dat de taart voor beide deelnemers interessant is”. <

>
Ron Wever Foto: Schiphol
juli 2023 16
‘Onderhoud is ook zorgen voor betrouwbaarheid van je installatie. Dit systeem zorgt daarvoor’

CONNEQT, kennisplatform voor verbinding

In de wereld van lijmen en lassen is gevalideerde en actuele informatie erg belangrijk. Het Nederlands Instituut voor Lastechniek (NIL) hecht waarde aan het delen van gevalideerde kennis en het verbinden van bedrijven en lasprofessionals. Om die reden introduceerde het NIL

CONNEQT: het platform voor bedrijven en professionals in de las- en lijmtechniek om up to date te blijven van de laatste ontwikkelingen in de laswereld

Binnen de visie van CONNEQT, zoals het NIL die voor ogen houdt, staat de lasser centraal - op elk niveau van zijn of haar ontwikkeling. In CONNEQT kan iedere lasser en aankomende lasser terecht voor kennisdocumenten zoals webinars, videolessen, technische artikelen, maar ook oefenexamens en materiaal om docenten te ondersteunen. Ook ondersteunen we lassers met een helpdesk voor technische vragen.

CONNEQT is een initiatief met als doel om de laswereld te verbinden en de continu ontwikkeling van lassers te ondersteunen. CONNEQT is niet alleen van het NIL en de visie van CONNEQT is breder dan alleen het digitaal platform. De visie van CONNEQT vertaalt zich ook naar fysieke events en kennisdeling via het blad Lastechniek. CONNEQT is voor en door lasprofessionals en bedoeld om kennis te delen en mensen te verbinden. We werken daarom intensief samen met bedrijven en gastauteurs uit veel verschillende expertisegebieden om te zorgen voor een totaalaanbod van gevalideerde kennis vertelt Imre Németh, directeur bij het NIL.

Dat een groot aantal bedrijven en lasprofessionals deze visie draagt, blijkt wel uit het feit dat het aantal abonnees sinds de oprichting van CONNEQT, circa drie jaar geleden, inmiddels boven de 3000 zit.

Naresh Sital, Coördinator CONNEQT bij het NIL, vertelt: De laswereld is constant in beweging. Nieuwe technologieën, aangescherpte normen en regels, maar ook ontwikkelingen binnen de markt maken het belangrijk dat lasprofessionals op ieder niveau op de hoogte

‘Kennis delen en mensen verbinden’

blijven van wat er speelt. En precies om die reden is CONNEQT in het leven geroepen. Samen met mijn collega’s werk ik dagelijks aan het beschikbaar maken van een kennis- en netwerkomgeving waar (aankomende) lasprofessionals gevalideerde kennis krijgen én delen. Het mogen verwelkomen van de 3000e abonnee is fantastisch, omdat daaruit blijkt dat we met CONNEQT voor bedrijven en lasprofessionals een waardevol platform neerzetten. En we gaan nog veel meer stappen maken in de nabije toekomst!” <

Naresh Sital Foto: NIL
KIJK OP <
‘ ’
17

Hoe de verdeling van het 5G-netwerk leidt tot verdeelde meningen

Met de komst van het 5G-netwerk zijn private bedrijven in Nederland, onder andere verzameld in zogenaamde ‘mainports’ zoals Schiphol en de Rotterdamse haven, op zoek naar ruimte op het 5G-spectrum voor het bouwen van private wireless networks. Met het aanleggen van privé bedrijfsnetwerken op dit netwerk – los van mobiele netwerken - worden hoge prestaties van bedrijfsprocessen gegarandeerd, waardoor kosteneffectieve automatisering mogelijk gemaakt wordt.

Foto: Danny Cornelissen
INSPIRE < juli 2023 18

Met name de nieuwe standaard 5G opent mogelijkheden voor bedrijven om hun operaties te automatiseren en hun processen te innoveren. Hoe de Nederlandse regering van plan is de beschikbare ruimte te verdelen, strijkt echter de mainports tegen de haren in waardoor zij zich gedwongen voelen een kort geding aan te spannen tegen de overheid.

5G geeft een nóg hogere kwaliteit aan netwerk dan wat mogelijk is met 4G, waar veel bedrijven al een private network op hebben gecreëerd. Zoals ECT Rotterdam haar 4G netwerk gebruikt om zogenaamde ‘stradle carriers’ (container kranen) en AGV’s volautomatisch op afstand te kunnen besturen. Private 5G netwerken stellen een bedrijf in staat kosten te besparen, efficiëntie te verhogen en nieuwe processen in te richten: honderden internationale bedrijven zijn dit pad al opgegaan. Met een sterk private network kunnen Nederlandse bedrijven hun concurrentiepositie beter behouden ten opzichte van andere Europese mainports waar 5G al wordt toegepast of private 5G networks reeds in ontwikkeling zijn. Een goede verdeling van deze ruimte voor automatiserings-processen en kwaliteitsbehoud is bij bedrijven daarom van essentiële waarde. Hoe de Nederlandse regering deze verdeling op dit moment aanpakt, zint het Rotterdamse Havenbedrijf en Luchthaven Schiphol echter niet.

> 5G spectrum. Het spectrum is het basismateriaal voor elk mobiel netwerk. De beschikbare ruimte op dit spectrum is Pan-Europees gestandaardiseerd en Nederland heeft de beschikking over 400 megahertz (MHz) aan bandbreedte. Maar, omdat op dit spectrum beperkte ruimte (aan frequenties) benut kan worden en iedereen op deze ruimte kan bieden, is een goede verdeling gewenst. Een groot gedeelte – maar liefst driekwart van de beschikbare ruimte – wordt door de Nederlandse regering vrijgegeven aan mobiele operators zoals KPN en Vodafone. De overige 25% wordt vrijgegeven aan private bedrijven zoals die in de haven. Doordat elk bedrijf ruimte op het spectrum kan aanvragen, is het daarnaast voor mainports als Schiphol en de Rotterdamse haven niet zeker dat zij (de benodigde) ruimte kunnen krijgen voor eigen netwerken. Beide Mainports zien in private spectrum en private 5G netwerken een belangrijke factor voor hun innovatie strategie. In omringende landen zijn al tientallen van zulke private 5G netwerken in mainports gerealiseerd.

> Verdeling. Hoe andere Europese landen deze verdeling aanpakken, is als volgt. Stel je hebt ruimte op het spectrum van 1000 tot 2000 MHz en een kwart hiervan stel je beschikbaar voor private network. De bandbreedte van 1000 tot 1250 MHz – een aaneengesloten stuk dus – wordt hiervoor vrijgegeven. 1250 tot 2000 MHz gaat dan vervolgens naar mobiele netwerken. Een aaneengesloten stuk bandbreedte is bevorderlijk, omdat de verstoring aan de randen van het spectrum zo wordt beperkt en de bestaande apparatuur die bestaat voor het opzetten van een eigen netwerk, hier effectiever op werkt.

> De Nederlandse aanpak. Het Ministerie van Economische Zaken doet dit echter anders: de ruimte die beschikbaar wordt gesteld voor private networks, wordt opgeknipt in twee stukjes die aan de uiteinden van het stuk ‘Nederlandse’ spectrum liggen. Het middelste stuk is daardoor gereserveerd voor de mobiele netwerken. Onlogisch, vinden de mainports, want zo ontstaat er een grotere kans op ruis voor de private networks aan de uiteinden van het beschikbare spectrum én is er minder ruimte beschikbaar voor het aanleggen van grotere netwerken (binnen de twee aparte blokken). Daarnaast heeft het gedeelte aan de ‘onderkant’ van het spectrum een door de NATO verplichte bufferzone, of ‘guardband’, die voorkomt dat netwerken de militaire radars verstoren, waardoor nog minder ruimte beschikbaar is. Ook stellen Schiphol en de Rotterdamse haven dat de apparatuur voor het aanleggen van private networks op een dergelijke verdeling schaarser is dan voor een aaneengesloten stuk netwerk.

> Kort geding. In reactie op het 5G-beleid van de Nederlandse regering hebben Schiphol en het Havenbedrijf Rotterdam een kort geding aangespannen om de huidige verdeling tegen te gaan. Hiermee hopen zij de kracht van wet van het beleid te voorkomen en te opperen voor een bruikbaarder verdeling van de beschikbare ruimte die het bedrijfsleven kan gebruiken. De uitspraak van de rechter volgt, waarbij gekeken wordt hoe de verdeling van het netwerk daadwerkelijk uit zal pakken.

‘ ’
‘Met het snellere internet kunnen op grote schaal zelfrijdende auto’s, robots en ander assets aangestuurd en grote hoeveelheden informatie worden verzonden?’
<
19

BRANDED CONTENT <

Data zijn het fundament voor beheer en onderhoud

Goed beheer en onderhoud van vastgoed begint niet met het selecteren van een geschikte installateur - het gaat van start met accurate data over dat vastgoed. Bij ProèXas is het vergaren van die data core business. Directeur-eigenaar Ricco van Ramele: "Met onze asset database leveren wij opdrachtgevers de best denkbare informatie voor hun onderhoudspartijen. Dat leidt bij aanbestedingen tot betere offertes en tot een enorme sprong in kwaliteit, efficiency en kostenbesparingen in de dagelijkse uitvoering van het onderhoud."

juli 2023 20

“Goed onderhoud kan pas worden uitgevoerd, als je exact weet wat je hebt.” Ricco van Ramele is er stellig over: in het hedendaagse vastgoedonderhoud draait het om data, data, data. “Dat is de basis", stelt de directeur-eigenaar van ProèXas uit Hoevelaken. "In de praktijk gebeurt het maar al te vaak, dat bij een uitvraag de tender al vol onjuiste informatie staat of onvolledig is. Dat rolt zich natuurlijk verder uit, naar rammelende offertes en uiteindelijk naar onderhoud dat domweg niet optimaal gedaan wordt."

Data oogsten

Goed onderhoud begint bij het in kaart brengen van de installaties, de componenten en het vastleggen van de verbanden tussen installaties. Het oogsten van die data is het fundament voor onderhoud dat effectief, veilig en kostenefficiënt wordt uitgevoerd. En precies dat doet ProèXas, vertelt Ricco van Ramele: "Inventariseren van data is onze core business. Wij doen dat voor ziekenhuizen, scholen, zorginstellingen, voedselproducenten, industriële dienstverleners – stuk voor stuk partijen waar veel op het spel staat als

het gaat om veiligheid, gezondheid en service. Voor deze bedrijven is goed onderhoud een cruciaal onderdeel van de bedrijfsvoering."

Plannen vanuit de juiste assetinformatie

ProèXas plant voor deze opdrachtgevers aan de hand van die data het operationele onderhoud in, met als leidraad de wet- en regelgeving plus de prioriteiten en processen van opdrachtgevers.

Van Ramele: “Wij stellen MJOP's voor onze klanten op, inclusief begroting en het zoeken van de beste onderhoudspartners. Daarnaast voeren we inspecties, quickscans en conditiemetingen uit, organiseren reactief, preventief of gebruiksafhankelijk onderhoud. Allemaal vanuit onze assetinformatie. Die borgt voor onze klanten onderhoud van hoge kwaliteit en is de basis van een optimale ketensamenwerking van vastgoedeigenaar, hoofdaannemer en onderaannemers. Wat achter in die keten gebeurt, dat kunnen we allemaal. Wat ProèXas voor in de keten doet, is uniek. Dat heeft een positieve impact op het complete onderhoudstraject – tot aan de prijs van het onderhoud toe. Dat hebben wij goed in de vingers."

21
‘Goed onderhoud kan pas worden uitgevoerd, als je exact weet wat je hebt’

Hoe goede samenwerking tussen asset owners en ketenpartners een bijdrage kan leveren aan het niveau van Veilig Werken

Bij bedrijven die omgaan met gevaarlijke stoffen wordt steeds meer onderhouds-, inspectieof logistiek werk uitbesteed aan ketenpartners. Vaak zijn dit partijen die gespecialiseerd zijn in bepaalde technieken. Ze hebben naast uitstekende vakkennis, ook diepgaande kennis om de specifieke veiligheidsrisico’s voor hun activiteiten goed te beheersen.

VEILIG WERKEN <
juli 2023 22
Foto: NVDO

Het bedrijf, de asset owner, is verantwoordelijk voor het veilig uitvoeren van de bedrijfsactiviteiten en kent de installaties en de (veilig)heidsrisico’s. Het heeft, vaak als voorwaarde van een vergunning, een reeks van maatregelen genomen om die risico’s te beheersen. Het bedrijf heeft ook zorgplicht voor de ketenpartners. Die zorgplicht bestaat onder meer uit het selecteren van de juiste, competente ketenpartner(s).

> IOGP Report 423, HSE Management. “Samenwerking tussen partijen is essentieel voor een hoog niveau van veilig werken”, zegt Arjan van Dijk, Safety Delta Nederland. “Hoe zorg je er nu voor als asset owner dat de specifieke veiligheidskennis van ketenpartners wordt geborgd? IOGP (international Association of Oil & Gas producers) heeft hiervoor in 2017 een handreiking1 gepubliceerd. Die handreiking bouwt voort op beproefde inzichten uit de jaren ’90”. Van Dijk licht toe dat het dan gaat om duidelijk afspreken wat de verwachtingen en verantwoordelijkheden zijn van de asset owner en de ketenpartner(s). “Het gaat ook om de zichtbaarheid op de werkvloer van leiders vanuit het bedrijf en de ketenpartner en hun toegankelijkheid”. Hij noemt daarvan zomaar enkele voorbeelden zoals deelname in oogrondjes en gesprekken over de effectiviteit van beheersmaatregelen met medewerkers. “Deelname van deze leiders in het voortgangsoverleg en resultaten van werkzaamheden van ketenpartijen is evenzo belangrijk. Zichtbaarheid zit ook in beloning van positief gedrag, maar ook het nemen van actie als niet aan verwachtingen wordt voldaan”.

Toepassen van deze eenvoudige regels blijkt in de praktijk soms lastig omdat de asset owner altijd verantwoordelijk blijft voor de veiligheid op de bedrijfslocatie en er een bepaalde opdrachtgeveraannemer relatie bestaat.

> Ontwikkelingen in Nederland. In Nederland zijn recent verschillende projecten uitgevoerd om het niveau van veilig werken te verhogen door betere samenwerking. Twee voorbeelden zijn ‘De Veilige Plant’ en ‘VOMI Veilig’.

Van Dijk; “Het project ‘De Veilige Plant’ is uitgevoerd door het regionaal veiligheidsnetwerk noord (Stichting NPAL, verbetercluster Health & Safety Excellence). Dit project werd gesubsidieerd met een Safety Deal. Bedrijven in de noordelijke industrie vonden dat op het snijvlak tussen asset owner en ketenpartner nog veel winst te behalen valt op het gebied van veiligheid. Het idee is dat als de samenwerking tussen partijen op een hoger niveau is, dit ook de veiligheidsprestaties zal verbeteren. Er is daarom gezocht naar handvatten om de samenwerking in alle fasen van het proces, van offerteaanvraag tot en met eindevaluatie, te versterken en zo de relatie opdrachtgever-aannemer te veranderen”.

De methodiek van ‘De Veilige Plant’ gaat uit van vier gedeelde waarden, namelijk gelijkwaardigheid, leergierigheid, transparantie en eigenaarschap. Daarnaast werd de tijd genomen om de gewenste veranderingen in gang te zetten en te begeleiden aan de hand van een doordacht plan.

> Van pilot naar toepasbaarheid. Bij twee Brzo bedrijven en één ARIE bedrijf zijn vervolgens gedurende een periode van twee jaar pilots uitgevoerd om de methodiek te toetsen en ook daadwerkelijk verbeteringen te realiseren. Elke pilot begon met een positiebepaling om het niveau van de samenwerking te meten en om zichtbaar te maken aan welke elementen prioriteit zou moeten worden gegeven. De gekozen onderwerpen verschilden van bedrijf tot bedrijf. “Het ging bijvoorbeeld over de overlegstructuur, over het proces rondom werkvergunningen of over allerlei praktische punten bij stops” aldus Van Dijk. “De methodiek bleek toepasbaar bij elk van de asset owners, groot of klein, ongeacht de aard van de benodigde veranderingen. Ook leidde het tot een waarneembaar en ervaren hoger niveau van samenwerking, waarmee de basis voor betere prestaties is gelegd”

> Nog zo’n toffe ontwikkeling. Het project ‘VOMI Veilig’ richtte zich op de veiligheidsperceptie op de werkvloer, met als doel het versterken van het veiligheidsbewustzijn en de actiegerichtheid van

> ‘ ’
23
‘Toepassen van deze eenvoudige regels blijkt in de praktijk soms lastig’

het team. VOMI is de brancheorganisatie voor dienstverlenende bedrijven in de procesindustrie. Ook dit project werd gesubsidieerd met een Safety Deal. Van Dijk specificeert; “Volgens een speciaal ontwikkelde systematiek werden de ervaringen in kaart gebracht van de operationele teams van de ketenpartner. Het ging hier om 19 pilots (57 sessies) op de bedrijfslocatie. De ervaringen werden vervolgens open en constructief besproken met de eigen leiding én met de asset owner. De VOMI heeft vervolgens een handreiking opgesteld, waarin de veelvoorkomende ervaringen zijn beschreven en die de basis vormen voor afstemming op brancheniveau met de beide schakels in de keten: de asset owner én de ketenpartner”.

> Meer praktische informatie over samenwerking. De IOGP website verstrekt gratis infobladen met praktische richtlijnen voor samenwerking met ketenpartners. Van Dijk wijst met name op ‘Capability assessment’ met vragen voor asset owners als: Wat is de ervaring en wat zijn de (veiligheids)prestaties van de (toekomstige) ketenpartner? Waren er eventuele veranderingen in de organisatie van de ketenpartner? Is het een nieuw werkgebied voor de ketenpartner? Hoe wordt werk door de ketenpartner verder uitbesteed aan onderaannemers? “Tevens vraag ik aandacht voor ‘Leiderschap en cultuur’ met suggesties voor asset owners en ketenpartners over gedrag als: het stimuleren van een actieve betrokkenheid en verantwoordelijkheid voor iedereen; korte en effectieve feedbacklijnen; procedures die voortdurend onder de loep worden genomen; bereidheid om nieuwe ideeën uit te proberen en tegelijkertijd risico op falen te accepteren; en training, cross-training en nog eens training”.

Tenslotte is het ook heel krachtig als bedrijven en hun ketenpartners onderling ervaringen over methoden van samenwerking delen en uitwisselen aldus Van Dijk. “Een voorbeeld waarbij dit gestructureerd kan is de jaarlijkse Veiligheidsdag van de Stichting Veiligheid Voorop waar ook NVDO partner is. <

Concawe data arbeidsongevallen

Het jaarverslag 2021 over de veiligheidsprestaties van de Europese downstream olie industrie (raffinage en marketing) geeft informatie over werkgerelateerde ongevallen voor eigen werknemers en ketenpartners. In 2021 waren er zes dodelijke slachtoffers: drie productiemedewerkers en drie medewerkers van ketenpartners bij in totaal 556 miljoen arbeidsuren. De frequentie van ongevallen met verzuim was 0.97 per miljoen gewerkte uren voor eigen personeel en 0.89 voor ketenpartners. Van de gerapporteerde ongevallen met verzuim kwamen slips & trips op zelfde hoogte (29%), snijden, prikken en schrapen (13%), geraakt door (10%), beklemd zitten tussen (9%), overbelasting (8%), en wegverkeer (6%) het meeste voor.

>
Foto: NVDO
juli 2023 24

210 miljoen voor groei publiek private samenwerking in beroepsonderwijs

Om de innovatiekracht en de productiviteit van bedrijven te verhogen, trekt het kabinet de komende jaren € 210 miljoen uit voor de opschaling van de samenwerking tussen het beroepsonderwijs en werkgevers. De subsidieregeling voor de publiek-private samenwerking in het mbo en het hbo is vandaag opengesteld. Dat maakte minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat bekend tijdens een bezoek aan RDM Rotterdam, waar Hogeschool Rotterdam, STC en Techniek College Rotterdam samenwerken met het bedrijfsleven. De regeling is onderdeel van het Actieplan Groene en Digitale banen van het kabinet.

Minister Adriaansens; “Er zijn dringend meer vakmensen nodig voor de transitie naar een duurzame en digitale economie. Daarom moeten we beter gebruik maken van de kennis en innovatieve oplossingen uit het beroepsonderwijs en zo de aansluiting tussen beroepsonderwijs en arbeidsmarkt verder verbeteren”. Sinds 2010 investeert Nederland in publiek-private samenwerkingsverbanden (pps’en) om de aansluiting tussen beroepsonderwijs en arbeidsmarkt te versterken. Een goede aansluiting is nodig om de

toepassing van innovaties in de beroepspraktijk te stimuleren, mensen te helpen zich een leven lang te ontwikkelen en het productiviteitsniveau van mkb’ers te verhogen. Deze subsidieregeling zorgt ervoor dat een aantal bestaande samenwerkingen tussen onderwijs en bedrijfsleven door gerichte investeringen verder kunnen worden opgeschaald, zodat meer scholieren en werkenden worden opgeleid voor een baan in techniek of ICT.

Beroepsonderwijs is een basisvoorwaarde voor het groei- en concurrentievermogen van de Nederlandse economie. Investeringen in onderwijs en scholing hebben een positieve invloed op de innovatiekracht en productiviteit van bedrijven.

De ‘Subsidie Opschaling verduurzaamde PPS in het beroepsonderwijs’ wordt bekostigd uit het Nationaal Groeifonds. Met het Nationaal Groeifonds investeert het kabinet tussen 2021 en 2025 maar liefst 20 miljard euro in projecten die zorgen voor duurzame economische groei voor de lange termijn. Van de € 210 miljoen voor het project is € 152,4 miljoen definitief toegekend. € 57,6 miljoen is voorwaardelijk toegekend en wordt uitgekeerd na een positieve evaluatie van de eerste fase. <

Samen werken aan duurzaam Ekkersrijt

Duurzame bedrijventerreinen zijn een belangrijke voorwaarde voor een economie die klaar is voor de toekomst. En voor een goed en gezond woon- en vestigingsklimaat. Ook kunnen bedrijventerreinen goed meewerken aan onder andere de energietransitie, circulariteit, klimaatadaptatie en stikstofreductie. Gemeente Son en Breugel, Provincie Noord-Brabant, Waterschap De Dommel, Ondernemersvereniging Ekkersrijt, Van der Loo Retail & Vastgoed en Prodrive Technologies tekenden de intentieverklaring voor de verduurzaming van Ekkersrijt. De aanpak is onderdeel van de Grote Oogst. Hiermee stimuleert de provincie Noord-Brabant het verduurzamen van bedrijventerreinen.

Provincie Noord-Brabant, Waterschap De Dommel, Ondernemersvereniging Ekkersrijt en enkele bedrijven maakten samen een plan van aanpak. Zo zorgen ze samen voor de duurzaamheidsdoelen. Ze richten zich op het onderwerp en op het gebied zelf. De vier hoofdonderwerpen zijn energietransitie, klimaatadaptatie, circulaire economie en stikstofreductie. We kiezen ervoor om deze te verbinden met de bredere ontwikkelingen op Ekkersrijt.

Samen werken aan de toekomst van Ekkersrijt

De bedrijven op Ekkersrijt zorgen samen voor veel banen. Samen met ondernemers werkt Waterschap De Dommel aan een aantrekkelijk bedrijventerrein. Voor bedrijven en voor werknemers. Voor de toekomstbestendigheid van Ekkersrijt is verduurzaming van het bedrijventerrein als geheel en van de bedrijfslocaties nodig. Het waterschap gaat er vanuit dat in de komende periode meer bedrijven zich willen aansluiten bij de (deel)projecten.

Project Grote Oogst

Met het project Grote Oogst wil provincie Noord-Brabant 13 grote bedrijventerreinen sneller verduurzamen. Men werkt integraal en in het gebied zelf met elkaar samen. Zo kunnen ze slimme oplossingen bedenken die gevolgen hebben voor verschillende onderwerpen. Zo vangen groene daken niet alleen water op, ze koelen ook de omgeving. Daardoor werken zonnepanelen beter. En door lokaal (rest) materiaal opnieuw te gebruiken wordt energie bespaard. <

Kort
25

Servitization bevordert de Samenwerking

Bijna 90% van de organisaties verwacht meer inkomen te gaan genereren uit intelligente diensten, terwijl 87% zegt dat intelligente producten en diensten een cruciaal onderdeel zijn van de bedrijfsstrategie. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Intelligent products and services: unlock the opportunity of a connected business’ van Capgemini Research Institute.

ONDERZOEK <
NVDO juli 2023 26
Foto:

Het onderzoek is gebaseerd op responses van 1000 leidinggevenden van organisaties uit elf landen, elk met een jaarlijkse omzet van ten minste een miljard dollar. Daarnaast zijn er diepte interviews gehouden met leidinggevenden uit de Industrie (automotive, medische technologie, consumenten-producten, industriële en kapitaalgoederen, hi-tech fabricage en energie, maar ook utiliteit). Het betrof professionals die zich bezig houden met de ontwikkeling van intelligente producten en services waaronder strategie, engineering, IT en klantenservice.

> Over Servitization. Servitization is het omvormen van de onderneming: van een product- naar een diensten georiënteerd businessmodel. Doorgaans met als doel om gegarandeerde omzet, meer winst en een goede lange termijn relatie met de eindklant te realiseren. Servitization laat zich dus het beste samenvatten als omzet genereren via een service. Er is daarvoor een bepaalde businesstransformatie nodig van een product georiënteerd bedrijf naar een service georiënteerd bedrijf. “Hoe verder je hierin als bedrijf verschuift, hoe meer service je logischerwijs gaat verlenen. Daarnaast nemen ook verantwoordelijkheden en risico’s toe en is er steeds meer technologie nodig om de juiste informatie uit te kunnen wisselen ” meent Frank Luyckx, Architect en Project Manager bij Capgemini. “Je begint met het verkopen van een product, het verlenen van een service of het ter beschikking stellen van een combinatie van producten en services die daarbij horen. Uiteindelijk kan het zo doorgroeien dat klanten alleen nog maar betalen voor de output van de asset (bijvoorbeeld een printer, pay per copy). Maar het is een groeiproces en je moet stap voor stap beginnen”. Een servitization transformatie portfolio kan je daarbij helpen.

> Trends in de markt. In het onderzoek erkent 80% van de bedrijven dat de verschuiving naar software en service gerichte modellen een van de belangrijkste trends in de sector is. De ontwik-

keling van dit soort nieuwe modellen en intelligente producten en services opent hiermee niet alleen een nieuwe inkomensstroom, het zorgt volgens het rapport ook voor potentiële groei, efficiëntie en klantbinding.

Waar nu ongeveer 12% van de totale omzet bestaat uit intelligente services, zou dit in de komende drie jaar moeten groeien naar ongeveer 28%. “Ik ben vijf jaar geleden actief met Servitization begonnen en ik zie dat het bewustzijnsniveau en de bekendheid langzaam groeit. Dit merkt Luckx aan de reacties en feedback die hij krijgt op basis van de roundtables die hij vanuit Capgemini voor

Resultaten onderzoek onder 1000 leidinggevenden Foto: Capgemini
>
27
Frank Luyckx Foto: Capgemini

en met bedrijven organiseert. Er is de laatste tijd meer reuring en je ziet dat zeker de grotere bedrijven zich erop voorbereiden door bijvoorbeeld innovatie projecten te starten. Er is dus wel expansie, maar ik had het sneller verwacht. Zeker gezien alle technologische mogelijkheden van vandaag en morgen”.

Wanneer een bedrijf er dan wel mee aan de slag gaat is het vaak achter gesloten deuren. “Men wil geen concurrentievoordeel weggeven. Je gaat nu eenmaal op een andere manier je producten ver-

kopen en dat opent nieuwe mogelijkheden bij klanten en nieuwe inkomstenbronnen. Je wilt natuurlijk niet dat je concurrentie opeens hetzelfde gaat doen”.

> Samenwerken door Servitization. “Hoe meer service gericht je te werk gaat, hoe groter de samenwerking met klanten wordt. Je gaat namelijk data met elkaar uitwisselen. Bijvoorbeeld data van assets en data over het gebruik van je producten waardoor je de producten kunt blijven verbeteren. Met behulp van inteligente diensten kunnen bedrijven beter inspelen op de behoefte van hun klanten. Deze samenwerkingen leiden tot nieuwe soorten contracten die je gezamenlijk opstelt. Het is namelijk van belang dat daarin specifieke elementen worden meegenomen die voor de klant relevant zijn. Hoe meer je inzet op specifieke service bundles, hoe meer informatie je gaat delen. En binnen de relatie die je daarbij opbouwt is vertrouwen uitermate belangrijk”.

Bij de verschuiving naar een service georiënteerd bedrijf met behulp van een servitization transformatie portfolio, neem je ook meer risico’s in de samenwerking. Bijvoorbeeld als er tijdens een contractperiode een nieuwe versie van je product uitkomt. “Je klanten willen natuurlijk het nieuwste van het nieuwste hebben. En bovendien, wanneer er iets fout gaat ligt het risico ook bij jou”.

> Volle pakket. Servitization heeft ook invloed op de samenwerking met partners, leveranciers en onderaannemers. “Neem bijvoorbeeld Miele, binnen een start-up hebben zij verschillende abonnementen voor wasmachines (pay per wasbeurt). Waar ze in het verleden eigenlijk niks met de distributie van waspoeder te maken hadden, is dat inmiddels wel onderdeel van het servicepakket dat ze aanbieden”. Met dit soort servicepartners moeten dus afspraken worden gemaakt en een samenwerking worden aangegaan om er samen voor te zorgen dat, in dit geval, het wasmiddel op tijd bij

‘Servitization is de spilfunctie voor bedrijven om intelligente diensten te verkopen’
juli 2023 28 >
Servitization transformatie portfolio Foto: Capgemini

de klant geleverd wordt. “Je bouwt een netwerk aan partners op waarmee de samenwerking op basis van Servitization wordt geïntensiveerd”. Nu is zo’n op diensten gebaseerd verdienmodel niet per se nieuw. Denk maar aan de koffieautomaat op kantoor. Tegen een vast bedrag per maand of jaar krijg je die in bruikleen, terwijl de fabrikant zorgt voor onderhoud, reparatie én koffiebonen.

> Voor- en nadelen. Volgens Luyckx zijn er een aantal barrières om op service in te zetten; “Je moet je bedrijf als het ware opnieuw uitvinden, de organisatie en ICT architectuur aanpassen, investeringen maken en uiteindelijk tot de juiste oplossing komen”. Daarentegen zijn er ook verschillende voordelen te noemen om juist wel op service in te zetten, zowel voor jezelf als voor je klanten. “Onder andere het aangaan van een lange termijn relatie met je klanten, een stabiele inkomensstroom en het hebben van een competitief voordeel ten opzichte van je concurrentie zijn voordelen voor jezelf. Klanten ervaren voordelen als de lage eigendomskosten, product informatie en datamonitoring en op voorhand een goede inschatting van de kosten”.

> De toekomst van Servitization. Terwijl momenteel 35% van de bedrijven intelligente diensten aanbied, is meer dan de helft van de bedrijven (53%) van plan om dit aan te gaan bieden. Luyckx; “Servitization is een van de manieren om intelligente diensten winstgevend aan te bieden. Kijk bijvoorbeeld naar predictive maintenance en IIOT, hiermee kan je zien wat de staat van je assets is, vaak aan de hand van een dashboard. Vaak worden deze dashboards eenmalig verkocht terwijl dit niet altijd in verhouding staat met de benodigde investeringen die gemaakt moeten worden voor het generen van deze dashboards.

De servitization transformatie portfolio bestaat uit de transformatie van de traditionele product offerings (in de blauwe kolom) naar de volgende vier onderdelen in de groene kolom die nodig zijn voor

Servitization Maturity Levels Foto: Capgemini

de transformatie door servitization. Die transformatie begint met het bepalen van winstgevende MVP’s binnen bepaalde marktsegmenten. De benodigde business en operationele vereisten moeten vertaald worden naar de process en applicatie architectuur. Tijdens de invoering van servitization zal het zwaartepunt verschuiven van sales naar de service organisatie voor de advanced service offerings. Een (Capgemini) on-line servitization maturity check kan behulpzaam zijn voor het bepalen van de servitization project portfolio. Luyckx en Capgemini hebben veel ervaring in het begeleiden van bedrijven in een servitization maturity check.

Luyckx heeft goede hoop voor de toekomst. “Aspecten als de circulaire economie en sustainability spelen een steeds belangrijkere rol. Doordat assets in beheer van de leverancier blijven kunnen ze optimaal worden hergebruikt. Dit leidt tot lagere uitstoot en een minder grote carbon footprint. Zo kunnen we samen werken aan een duurzamere toekomst”. <

Voorbeelden van Servitization

• Een onderhoudscontract bij de geleverde machine

• Het verpakken van je product zodat de klant het eenvoudig kan verwerken

• De ondersteuning om de marktkansen van je klant te verbeteren

• De rol vervullen van trusted advisor in plaats van alleen de kennisleverancier

• Het op afstand uitlezen van machineprestaties en procesoptimalisatie voorstellen doen

• Het ontwikkelen van een blockchainplatform om traceerbaarheid en dus vertrouwen in de keten te verbeteren

29

Learning communities zijn gebaseerd op samenwerking

Hoe kan in ons land innoveren, werken en leren beter worden verknoopt ten dienste van de grote maatschappelijke opgaven waar we voor staan? NWO, Regieorgaan SIA en Topsectoren hebben het initiatief genomen om meer (praktijkgericht) onderzoek te doen naar zogenoemde learning communities en de kennis hierover beter te delen.

VISIE <
Foto: NVDO juli 2023 30

De belangstelling voor Learning communities is enorm gegroeid en nu vaak al een vanzelfsprekend onderdeel van (regionaal-) economisch beleid. De nieuwe samenwerkingsverbanden hebben naar verwachting grote gevolgen voor de toekomst van individuele bedrijven, onderwijs- en kennisinstellingen alsook hun collectieve maatschappelijke impact.

> Van theorie naar Praktijk. Een leven lang ontwikkelen en publiek-privaat samenwerken worden al langere tijd als potentiële oplossingen gezien om complexe vraagstukken het hoofd te bieden. Zo vroeg het ministerie van Economische Zaken in 2018 al aandacht voor de intensivering van publiek-private samenwerking om de maatschappelijke missies rond o.a. de energietransitie en zorgtransitie te realiseren9. In dezelfde kamerbrief worden Learning communities geïntroduceerd met als doel de optimale aansluiting tussen arbeidsmarkt en onderwijs te verbeteren door het structureel verbinden van bedrijven, kennisontwikkeling en innovatie en beroepsonderwijs.

Lodewijk Witteveen is docent/onderzoeker bij hogeschool Saxion. Hij is nauw betrokken bij diverse learning communities vanuit het project Gas erop! “Mijn advies? Zorg voor zoveel mogelijk diversiteit binnen de samenwerking. In Gas erop! werken Universiteit Twente, hogeschool Saxion en hogeschool Windesheim samen met bedrijven uit de installatiebranche. Vanuit de urgente energietransitie wil Gas erop! het leren van vooral technisch personeel uit de installatiebranche faciliteren en versnellen. Bijvoorbeeld voor de toepassing van waterpompen en andere nieuwe vragen uit de markt. Cursussen hebben vaak niet het gewenste effect doordat de toepassingsmogelijkheden veelal beperkt zijn. Wij onderzoeken of we een vorm van

learning communities kunnen ontwikkelen waarbinnen de deelnemers op een praktische manier van alle betrokkenen leren”.

> Gemengde samenstelling. Het liefst bouwt Gas erop! learning communities waarin meerdere installatiebedrijven deelnemen evenals onderwijsinstellingen die op het thema installeren actief zijn. “We koersen op breed samengestelde learning communities. Bestaande uit monteurs, iemand van werkvoorbereiding en misschien ook een collega van de administratie. Uiteraard afhankelijk van het vraagstuk dat de learning communities oppakt. Vanuit de onderwijsinstellingen doet een vakinhoudelijk docent mee. En er is een facilitator die de learning communities op weg brengt en houdt”.

> Afgebakend vraagstuk. Een Learning community binnen Gas erop! pakt een concreet, afgebakend en technisch georiënteerd vraagstuk op. Witteveen; “Bij de formulering én oplossing daarvan hebben alle deelnemers een gelijkwaardige inbreng. De deelnemers leren van elkaar door een nieuw inzicht in elkaars werkzaamheden en vragen aan elkaar te stellen. Iedereen is gelijkwaardig, ongeacht je dagelijkse functie. Mooi om te zien is dat veel deelnemers vanuit hun eigen werk nog een specifieke leervraag in de Learning communities inbrengen. Wat ze daarover in de Learning communities opsteken, delen ze vervolgens weer met hun collega’s op hun afdeling”.

> Praktisch voorbeeld. Witteveen leidt bijvoorbeeld een Learning community over het omgaan met een app voor het beheer van gereedschappen. “Die app wordt niet door iedereen goed bijgehouden. Maar één leidinggevende collega-monteur bleek dit wel heel

‘Stel eerst met elkaar goed vast waarom je dit eigenlijk doet. Wat is de gezamenlijke ambitie?’
> 31

consciëntieus te doen. Dus kwam vanuit de learning communities het idee om die persoon te interviewen, maar ook de beheerders van de app. De uitkomsten delen we in de Learning communities en daar leren alle andere collega-monteurs direct weer van”. Witteveen ziet op meerdere vlakken opbrengsten; “Meer inzicht in de oplossing voor een behapbaar, met elkaar geformuleerd vraagstuk. Ook leer je concreet hoe je door intensief overleg en samenwerking in een learning community een vraagstuk kunt tackelen. Als onderzoeker krijg ik inzicht in het soort vragen en opdrachten dat werkt in een Learning community”.

> Rol en waarde hogeschool. Witteveen is enthousiast over de rol en waarde van Saxion in de Learning communities van Gas erop!. “Ik werk zelf als docent bij de opleiding Human Resource Management. Daar ben ik ook voorzitter van de curriculum commissie. Het is heel interessant om de rol van facilitator te ervaren. Zo kunnen we onderzoeken of deze rol iets is voor onze huidige studenten om later in hun werkpraktijk uit te voeren”.

> Tips & Learnings. Witteveen heeft nog een aantal tips; “Maak de samenstelling van je learning community zo divers mogelijk en zorg ervoor dat de leden een basisbereidheid hebben om zaken van elkaar aan te nemen. Geef de leden maximaal de kans om zelf zoveel mogelijk op onderzoek uit te gaan en bevindingen met elkaar te delen. En geef de facilitator de taak om de opbrengsten van de Learning communities te verduurzamen na afloop van het project”.<

Samenvattend kan deelname aan een learning community voor verschillende stakeholders onmiddellijke waarde, potentiële waarde, toegepaste waarde en gerealiseerde waarde hebben. Onmiddellijke waarde vinden we voornamelijk op het niveau van de deelnemer, die leert, geïnspireerd raakt of een nuttige tip krijgt. Daarnaast doen deelnemers ook ideeën en inzichten op binnen de learning community die misschien niet onmiddellijk toegepast kunnen worden, maar wel waardevol kunnen zijn in de toekomst.

Toegepaste waarde voor organisaties is aan de orde als deelnemers in de Learning communities ‘best practices’ van veranderende praktijken zien, waarvan ze leren en die ze kunnen contextualiseren in de eigen organisatie. Denk bijvoorbeeld aan deelnemende bedrijven die heel anders zijn omgegaan met hetzelfde vraagstuk en waar de bewijzen dat het werkt zich opstapelen. Zowel intraals inter-organisationeel kan er sprake zijn van een gerealiseerde waarde door daadwerkelijke (meetbare) verbetering van prestaties. De transformatieve waarde van een Learning community kan zich uiten als deelnemende partijen bijvoorbeeld samen een ander perspectief krijgen op een maatschappelijk probleem of de aanpak daarvan. Er ontstaan dan gezamenlijk nieuwe inzichten of geheel nieuwe tussenpraktijken, ook wel ‘transformatie’ genoemd.

>
juli 2023 32
Foto: NVDO

Netwerken

Beheer en Onderhoud

Asset Management

Techniek

Branchevereniging

Conditiebewaking

Prestatiemanagement

Maintenance Academy

Kennisontwikkeling

Onderhoud je netwerk en Deel kennis en ervaring >> Word lid!

Maak onderdeel uit van Europa’s grootste netwerk

De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) is dé toonaangevende brancheorganisatie die middels belangenbehartiging, kennisontwikkelingen en -overdracht en netwerken ondersteuning biedt aan bedrijven en personen die bij de besluitvorming op het gebied van Beheer en Onderhoud/Asset Management betrokken zijn en daarmee de Nederlandse onderhoudssector als ’s werelds beste helpt te presteren.

De NVDO doet dit door in de sector een onafhankelijke positie in te nemen en alle relevante bedrijfssectoren met behulp van voorlichting, advisering, kennisontwikkeling, (wetenschappelijk) onderzoek en kennisuitwisseling ten dienste te staan en zo op weg te helpen naar excellent Asset Management.

Het NVDO-lidmaatschap biedt vele voordelen! Het NVDO-Lidmaatschap geeft toegang tot

• Grootste netwerk van Europa (fysiek en digitaal)

• Regionale activiteiten

• Vakinhoudelijke kennis en netwerk

• Compleet portfolio Maintenance Academy

• Collectieve abonnementen op vakbladen

• Kengetallen, Trends, Visie (NVDO Onderhoudskompas)

• Platform Materiaalkunde

• (wetenschappelijke) Publicaties, waaronder Visiedocumenten

• Kortingen op ons cursusaanbod van de NVDO Maintenance Academy

• Jongerenboard

Asset Management, Duurzaamheid, Veilig Werken en Energie-efficiency zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!

Lange Schaft 7G - 3991 AP Houten | Postbus 138 - 3990 DC Houten 030 - 634 60 40 | info @ nvdo.nl | www.nvdo.nl Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan >> 33

Maintenance is een Teamprestatie

De keeper trapt uit en weet de bal precies bij die ene vrije man te krijgen. Deze passeert een verdediger, geeft een uitstekende voorzet en de ander kopt de bal in de netten. De coach is tevreden. Een wedstrijd winnen is een teamprestatie. Dat geldt ook voor maintenance. Om maximale reliability en minimale downtime te bereiken, moeten we samenwerken, innoveren en digitaliseren. Maar weten we altijd op de goede manier het team mee te nemen in dergelijke change projecten?

ASSET MANAGEMENT <
juli 2023 34

Foto: Mainnovation

‘In je eentje win je de wedstrijd niet’

de organisatie ingeduwd. Hierbij wordt geen rekening gehouden met andere werkwijzen – waar mensen vaak ook trots op zijn – of andere culturen. Niet vreemd dat dit op weerstand stuit”.

> Voetbal. Innoveren en verbeteren is goed. Een belangrijke succesfactor is commitment vanuit het team. “Een verandering bereik je samen. Dit gaat niet alleen over samenwerking binnen het maintenance team. Ook management, productie en leveranciers, iedereen met de neus dezelfde kant op: hetzelfde doel”. Dat is in de voetballerij ook wel zo handig dat je je neus richting het juiste doel hebt. “En om bij het team – of dat nu bestaat uit voetballers of maintenance engineers – de juiste vaardigheden te ontwikkelen en om ervoor te zorgen dat iedereen goed gemotiveerd is en focus heeft, is goed leiderschap essentieel om mensen effectief te laten samenwerken”.

Wie het maximale uit de assets wil halen, zal zich ook bezig moeten houden met het trainen van vaardigheden, motivatie, de juiste voorbereiding en de juiste opstelling. “Wat dat betreft kun je de opdracht van een maintenance manager vergelijken met die van een voetbalcoach. Zij moeten beide zorgen dat iedereen gemotiveerd is, samenwerkt om uiteindelijk goede resultaten te behalen. Want in je eentje win je de wedstrijd niet”.

> Top-down. Aan het woord is Remco Jonker, partner binnen Mainnovation. Als oud-militair begrijpt hij als geen ander het belang van een juiste aansturing. “Alleen was het binnen de Marine meer een kwestie van orders geven en dat moet je anno 2023 in een gezond Nederlands bedrijf zeker níet doen”. Toch komt deze top-down manier van leiding geven nog wel voor. “Je ziet dit bijvoorbeeld bij multinationals met een hoofdkantoor in een ander continent. Daar worden de plannen bedacht en uitgewerkt en vervolgens wordt het

> Draagvlak. Wie verandering wil doorvoeren – of het nu gaat over een nieuw onderhoudsinformatie systeem, een herinrichting van de processen of de introductie van mobile maintenance – start met een nulmeting om onder andere te bepalen hoe groot de veranderbereidheid is. Jonker; “Als medewerkers zien dat de aanpassingen van toegevoegde waarde zijn, dat resultaten verbeteren, dan creëert dit draagvlak. Bied inzicht en leg uit waarom bepaalde innovaties worden doorgevoerd. Nog beter is het om ze een stem te geven in de veranderingen. Wat hebben zij zelf nodig? Wat willen zij veranderen? Zij weten vaak precies waar de schoen knelt”. Je wilt als bedrijf niet ‘degraderen’. Goed maintenance kan hier flink aan bijdragen. “Hoe coach en train je dit vanuit je rol als maintenance manager? Waar moet je op focussen? Hoe kun je het maintenance team meenemen in de bedrijfsdoelstellingen? Hier wordt een beroep gedaan op de soft skills van een maintenance manager. Die zijn minstens zo belangrijk als zijn of haar technische skills”. <

35

De rijkdom van gegevens

Het plezier van DWG

Uw machines en industriële besturingssystemen produceren grote hoeveelheden data. DWG kan met intelligente hard- en software deze data voor u verzamelen, koppelen en presenteren. Zo krijgt u een schat aan informatie over uw processen, waardoor u deze veel efficiënter in kunt richten maar bijvoorbeeld ook onderhoud beter kunt voorspellen. Ontdek ook de rijkdom die data uw organisatie kan bieden en maak vandaag nog een afspraak met Lydia Bastiaansen, telefoon 06 – 255 133 76. Zij helpt u graag verder.

Gecertificeerd partner

juli 2023 36

7 september; Inloopmiddag Asset Management: Waar te beginnen?

Tijdens deze eenmalige en bijzondere middag leer je van de sprekers, van elkaar en is er gelegenheid tot discussie. De NVDO beveelt je van harte aan om deel te nemen aan deze unieke middag samen met je collega’s en/of relaties.

Heel veel vragen die zich opwerpen als je als organisatie zoekt naar de volgende stap in de professionaliteit van je organisatie, en je Asset Management als antwoord hebt gevonden. Op basis van ‘best case practices’ krijg je verschillende handvatten over hoe te beginnen met Asset Management.

Programma 14-16.00 uur

• Ontvangst en introductie door dagvoorzitter Nico Groen, docent NVDO Maintenance Academy en Directeur Traduco, a Mainnovation Company

• Michel van de Pol, Senior Consultant Asset Management, Royal Haskoning DHV

‘Asset Management, hoe begin je daar nu mee?’ Asset Management wordt vaak genoemd als oplossing voor de uitdagingen waar beheerders mee kampen. Maar, Asset Management is geen product dat je koopt en de stekker van in het stopcontact steekt waarna het werkt. Dus hoe ga je Asset Management nu aan de praat krijgen? Waar begin je dan, en hoe voer je het door? Wat zijn de voorwaardelijkheden om met Asset Management te beginnen en hoe vul je die voorwaardelijkheden in. Hoe stippel je het proces van de implementatie uit, en hoe zorg je ervoor dat die stippellijn ook gevolgd wordt?

• Netwerkpauze

• Dave Gaal, Section Head Rotating CSA and Facilities, Gunvor Energy Rotterdam

‘Asset Management als gereedschap naar de toekomst’

In bestaande Petrochemische industrie, waar sommige fabrieken meer dan 60jaar oud zijn, zijn er vanaf de nieuwbouw veel goede onderhoud- en betrouwbaarheid strategieën ontwikkeld en toegepast. Ondertussen zien we een generatie aan kennis verdwijnen en een nieuwe cultuur ontstaan waarin werk-privé balans en een groene toekomst centraal staan. Onderwerpen die een uitdaging zijn maar ook nieuwe mogelijkheden bieden!

Er worden nieuwe technische installaties gebouwd, en dat is ook een aanleiding om ons af te vragen of we wel klaar zijn voor de toekomst als we blijven doen wat we doen op de ‘oude’ manier. Is Asset Management aan de hand van de ISO55000 de oplossing? En hoe pas je dit toe?

• Afsluiting door de dagvoorzitter en netwerkborrel

Check de www.nvdo.nl kalender voor deelname mogelijkheden!

ASSET MANAGEMENT <
37

IJssel en Nedmag, al 23 jaar trotse partners

Sinds het begin van deze eeuw (november 2000) is IJssel Technologie verbonden als onderhoudspartner aan Nedmag uit Veendam. IJssel levert op alle niveaus de ultieme bijdrage aan de onderhoudsafdeling van Nedmag. Van uitvoerend onderhoud (door mechanisch en elektronica monteurs), tot werkvoorbereiders en maintenance engineers.

<
ONDERHOUD
juli 2023 38
Foto: Mulder Fotografie

De samenwerking tussen Nedmag en IJssel Technologie groeit voortdurend, daardoor werkt het al 23 jaar. “In 2000 is de samenwerking gestart, in een tijd waar veel grote bedrijven de technische dienst gingen outsourcen. In deze tijd hebben wij een nauwe samenwerking met IJssel Technologie gezocht. Het technische onderhoud hoorde niet bij onze kerntaken, maar ook vergrijzing en kostenreductie speelde een rol, hierin heeft IJssel ons echt stappen verder geholpen”, zegt Hans Brouwer, Maintenance Manager bij Nedmag, over deze samenwerking.

> Verdere professionalisering. In de begin jaren van de samenwerking veranderde er niet zo veel. “Velen waren voorheen monteur bij Nedmag en droegen nu een jasje met een ander logo”. Maar doordat de scheiding was gemaakt, werd voor het eerst duidelijk wat de werkelijke onderhoudskosten van de fabriek waren. En met het ontwikkelen van het onderhoudsprogramma MP2 en Ultimo zijn we inmiddels in staat een goede accurate kostenprognose te geven van het onderhoud dat gaat plaatsvinden. Door dergelijke ontwikkelingen zijn beide partijen steeds meer geprofessionaliseerd. Daarvoor was er goed overleg nodig, maar inmiddels spreken we elkaars taal. Belangrijk daarbij is om te benoemen dat wij als Nedmag nooit een nummer zijn geworden voor IJssel Technologie”. Brouwer is daar duidelijk over.

> Samen werken. In de loop der jaren zijn er tal van stappen gezet om de uitvoering, planning en beheersing van het onderhoud te verbeteren. Brouwer geeft een voorbeeld; “In het begin kwamen extra monteurs voor de stop via uitzendbureaus, maar na overleg en uitbreiding van IJssel Technologie kwam de extra capaciteit van andere vestigingen. Dat levert een leuke wisselwerking op. Het mooie is dat die jongens zelf ook graag terugkomen omdat het uitdagende klussen zijn”.

Bij Nedmag is alles groter en niet te tillen, behalve met lieren en kranen. Dat is totaal anders werken dan wanneer je de onderdelen onder de arm mee kunt nemen. Brouwer; “Ik ben dan ook blij als er aan het eind van de stop wordt gezegd: we komen graag weer”. De betrokkenheid die de monteurs tonen is een verdienste van zowel Nedmag als IJssel Technologie. Als het nodig is om wat langer door te werken om de klus te klaren, dan is dat geen punt van discussie. “Die betrokkenheid, daar ben ik toch wel het meest trots op.”

> Van Onderhoud naar Asset Management. Peter van Dijk ziet de laatste jaren een ontwikkeling waarbij Onderhoud een spilfunctie heeft in de keten van Asset Management; “Ik zie dat veel productiebedrijven denken het onderhoud van assets op orde te hebben. De praktijk is weerbarstiger. Veel productiebedrijven staan nog onder aan de ladder waarbij correctief onderhoud de boventoon voert. Om de volgende stappen te zetten is de onderhoudsorganisatie inrichting cruciaal voor verhoging van de UpTime. Wat we veel tegenkomen, is dat het onderhoudsbeheerssysteem wel redelijk is ingericht, maar dat de onderhouds-verbeterloop niet gesloten is.

Oftewel: het lerend vermogen vanuit de assetdata wordt niet benut. Vaak is deze wel voorhanden. Maar er goede informatie van maken en daarop de juiste besluiten nemen vanuit dashboards, wordt niet of nauwelijks toegepast. Hierdoor is continue verbeteren van de uptime niet geborgd. Het resultaat is veel correctief onderhoud en te weinig preventief onderhoud en/of predictief onderhoud. Hierdoor zijn de voorspelbaarheid, levenscyclus van de assets en kosten niet in control”. Daarbij merkt Van Dijk tevens op dat ISO55000 bij IJssel technologie ook toegepast wordt en zelfs verwerkt is in een eigen onderhoudsmodel voor het uitvoeren van Asset Management.

> De Toekomst is nu. Bij IJssel Technologie kijkt men graag vooruit. Kok noemt zomaar een mooi project waaruit dat blijkt; “Kijk bijvoorbeeld naar de nieuwe deurenlijn die we voor van Vuuren hebben gerealiseerd. Een volledig geautomatiseerde N=1 deurenlijn. In de markt kijkt men graag naar de nieuwe technieken zoals robotica, AR en vision. In de praktijk zien wij nog veel verspllingen in hoe bedrijven op de werkvloer georganiseerd zijn, niet alleen in productie maar zeker ook in onderhoud. Kijk zelf maar naar de backlog in projecten op onderhoud of de onderhandenwerk positie in een productiebedrijf. Om dit te verbeteren heb je eerst inzicht nodig”. Dit is noodzakelijk aldus Kok om de huidige uitdagingen op het gebied van energie management, arbeids-productiviteit, grip op kosten en supply chain de baas te blijven. “Dit zijn integrale vraagstukken die elk op elkaar weer impact hebben en de verschillende bedrijfsonderdelen raken. Om dit complexe speelveld te overzien werken we met experts op de verschillende domeingebieden die ondersteund worden door goede software en data analyse oplossingen”. Hierdoor is IJssel Technologie in staat snel en effectief een roadmap uit

>
39
‘Onderhoud heeft een spilfunctie in de keten van Asset Management’

> te stipelen. “Specifiek voor het onderhoudsbeheersystemen geldt dat we implementatie partners zijn van IFS Ultimo, maar ook in staat zijn via bijvoorbeeld PowerBI verschillende databronnen aan elkaar te koppelen om de verbinding te zien. Bijvoorbeeld tussen onderhouds-, productie- en energie data.

Welke ontwikkelingen zien jullie (over periode van een jaar of tien) als het gaat om de samenwerking met Nedmag? Nog meer samenwerken met productie en procestechnologie van Nedmag, om continue optimaliseren te versterken en verbeteren, met als doel een nog hogere productiviteit van de productie assets. <

Nedmag Onderhoud Foto: IJssel Technologie Peter van Dijk, Business Unit Manager Ommelanderwijk Foto: Nedmag
juli 2023 40
‘Die betrokkenheid, daar ben ik toch wel het meest trots op’

Het geheim achter samenwerking volgens Professor

Onderhoudskunde

Laat me jullie vertellen over een docent die ik had tijdens mijn studie, Professor Onderhoudskunde. Hij was een briljante man met een passie voor zijn vak, maar hij had een merkwaardige eigenschap: naarmate zijn colleges anekdotischer werden, raakte hij steeds verstrikt in een knotsgekke mix van Nederlands en Engels. En dat leidde tot hilarische taferelen, vooral voor de internationale studenten die met vraagtekens boven hun hoofd achterbleven.

Tijdens zijn colleges stond Professor Onderhoudskunde altijd keurig voor de klas en begon hij netjes in het Engels. De internationale studenten waren op hun gemak en dachten dat ze het wel zouden begrijpen. Maar naarmate de professor enthousiaster werd en zijn verhalen doorspekt raakten met levendige anekdotes, begon zijn taalgebruik te ontaarden.

Terwijl Professor Onderhoudskunde vol vuur sprak over de delicate balans die Rijkswaterstaat moest vinden tussen uitbesteden van onderhoud en het in eigen huis houden van kennis over Onderhouds- en Asset Management methodieken, begon hij te struikelen over zijn eigen woorden. Hij zei dingen als “We moeten jongleren met appels en pears, ehhh, peren en die niet comparen!” en gebaarde wild alsof hij daadwerkelijk fruit in de lucht hield. De internationale studenten keken elkaar verward aan, zich afvragend of ze een nieuwe Nederlandse uitdrukking hadden gemist, twijfelend of Professor een specifiek Nederlandse inspectietechniek demonstreerde.

Met een mix van ernst en humor vervolgde Professor; “Rijkswaterstaat, vrienden, heeft in het verleden zoveel uitbesteed dat ze het contact met hun eigen methodological knowledge van inspecties en Reliability Gecentreerd Onderhoud zijn kwijtgeraakt!” (op dit moment volgde dan een lange opsomming uit het werkzame verleden van Professor, hoe hij dit zelf wel in de hand hield bij bedrijven

waar hij voor werkte, anekdotes waarin elk Engels woord verdween maar die zich wel steevast afspeelden in een exotisch buitenland). “Ze moeten het zelf oppakken, begrijp je? Terug naar de basis, naar de essentie van maintenance, zodat ze weer hun eigen schip kunnen piloten!”

Ondanks de verwarring en de vreemde taalkronkels, was Professor Onderhoudskunde een geweldige docent. Hij slaagde er altijd in om zijn enthousiasme over te brengen. Maar belangrijker nog, de boodschap hoe belangrijk het is dat je, om als ode aan de stijl van Professor een mix van taal te gebruiken, in de line of sight van Asset Management, bekend bent met de rol die je hierin vervult. Of je nu als Asset Owner het geld verdeelt, als Asset Manager ervoor moet zorgen dat de prestatie afspraken worden nagekomen, of je als Service Provider verantwoordelijk bent voor het dag dagelijkse onderhoud. Rol ambiguïteit en verlies van kennis bij uitbesteden kan goede samenwerking in de weg staan. En, essentieel voor een goede samenwerking, oefen ons mooie onderhoudsvak uit met enthousiasme en passie. Net zoals Professor Onderhoudskunde dat deed. <

Menno Nagelhout
GAST COLUMN < 41

Rijkswaterstaat gebruikt voor het eerst nieuw contract voor meerjarig onderhoud

Rijkswaterstaat Zuid-Nederland gaat als eerste regio aan de slag met het nieuwe Basis OnderhoudsContract (BOC) voor het vaste, meerjarige onderhoud aan snelwegen.

Gebr. Van Kessel SCO B.V. (Perceel West), Heijmans Infra B.V. (Perceel Midden) en Strukton Wegen en Beton B.V. (Perceel Zuid-Oost) werken de komende 5 jaar als eerste opdrachtpartners binnen dit contract, dat het oude prestatiecontract vervangt.

TECHNIEK <
juli 2023 42

Het basisonderhoudscontract kent geen functionele eisen meer, waardoor risico’s binnen het contract beter worden verdeeld. Het basisonderhoudscontract biedt ook meer zekerheid door een looptijd van 5 jaar zonder verlengingen.

> Terug naar de basis. Met het basisonderhoudscontract gaat Rijkswaterstaat terug naar de basis en gaat zo meer gebruik maken van de kennis van de opdrachtpartners. In het eerste jaar worden de voorgeschreven onderhoudsregimes uit het contract gerealiseerd, denk bijvoorbeeld aan het tweejaarlijks reinigen en onkruidvrij maken van de goten. De onderhoudsregimes worden na 1 onderhoudsjaar samen met de opdrachtpartners geanalyseerd en geoptimaliseerd. “De ervaringen die worden opgedaan, gebruiken we om de kwaliteit van het onderhoud op peil te houden. Naast het regulier onderhoud worden binnen dit contract ook schades en calamiteiten op het hoofdwegennet hersteld”.

> Kwaliteit en samenwerking. Kwaliteit en samenwerking zijn belangrijke succesfactoren in deze vernieuwde aanpak. Dit heeft er mede toe geleid dat bij de aanbesteding de financiële

component substantieel minder in de weging van de BPKV (beste prijs-kwaliteitverhouding) is meegenomen. Martijn van der Aalst, projectmanager van Rijkswaterstaat; “Als Rijkswaterstaat investeren we actief in nieuwe vormen van samenwerken en dus ook in nieuwe contractvormen. Met het basisonderhoudscontract werken we nog beter samen met onze opdrachtpartners. Zo benutten we de expertise die in de keten aanwezig is en blijven we van elkaar leren. Gezamenlijk dragen we zo bij aan een vitale infrasector en een veilig, bereikbaar en leefbaar Nederland”.

> Op weg naar een vitale infrasector. Het basisonderhoudscontract sluit aan op de doelstellingen van de transitieaanpak ‘Op weg naar een vitale infrasector’. De kern van deze aanpak is het experimenteren met nieuwe vormen van projectvoorbereiding, aanbesteding en uitvoering. Zo wordt samen met de markt gewerkt aan nieuwe onderhoudscontracten om terug te gaan naar de basis en te focussen op het vast onderhoud. Het basisonderhoudscontract maakt daarnaast onderdeel uit van de bredere doorontwikkeling van de onderhoudscontracten die onder de naam SIO (Samenwerken In Onderhoud) de komende jaren landelijk wordt uitgerold. <

‘Onderhoud wanneer er een indicatie voor is, niet omdat het nu eenmaal in de planning staat’
43
Foto: NVDO

EAM systeem verbeteringen bevordert samenwerking over de hele linie

Bij AVR Duiven staan duurzaamheid en milieuvriendelijkheid hoog in het vaandel. Het bedrijf investeert continu in nieuwe technologieën en processen om de verwerking van afval nog efficiënter te laten verlopen. Het is dan ook niet verrassend dat de onderhoudsafdeling prestatiegericht is en een echte aanpakkersmentaliteit heeft.

44
AVR Duiven Foto: AVR INTERVIEW < juli 2023

Een van de projecten waarin dat goed tot uiting komt, is de recente verbeterslag die in het EAM systeem is uitgevoerd. Remco Rutgers, Manager Maintenance and Engineering, vertelt over het project en hoe dit samenwerking op verschillende manieren heeft verbeterd.

> EAM systeem. Rutgers is tevreden over zijn Enterprise Asset Management systeem, IFS Ultimo. “We hebben dit systeem sinds 2019 en toen we eens onder de motorkap keken, zagen we dat er nog veel meer uit te halen viel. Met andere woorden: door middel van procesverbeteringen was ik ervan overtuigd dat we grote verbeterstappen konden zetten”. Samen met MaxGrip ging Rutgers daarmee aan de slag. De focus is gelegd op het optimaliseren van de geplande lijnstop. In de praktijk betekent dit dat de preventief onderhoudsstrategie is verbeterd, inclusief het verbeteren van POmodellen. Dit is door vertaald naar het onderhoudssysteem. Rutgers; “De datakwaliteit is een stuk verbeterd, de processen zijn beter afgestemd op de strategie en alles is goed meetbaar. De vergevorderde mate van standaardisatie levert ons veel op: logisch ook, want verbetering begint bij standaardisatie. In andere woorden: het systeem is beter ingericht en opgelijnd zodat we de gewenste resultaten kunnen behalen”.

> Samenwerking met contractors. In gesprek met MaxGrip consultant Hugo van der Burgh, komt Rutgers al snel op een belangrijk verbeterpunt: De samenwerking met leveranciers. Van constructiebedrijven tot steigerbouwers en isolatie-experts, AVR Duiven werkt dagelijks met veel verschillende contractors samen. “Wij zetten in op langdurige partnerschappen waarbij we verwachten dat contractors sparring partners zijn die verbetervoorstellen doen”. De balans in de relatie met die leveranciers verbeterde dankzij de standaardisatie in het EAM systeem. Rutgers legt uit; “Doordat we al vele jaren samenwerkten met partijen was veel kennis niet intern geborgd. Dat voelde soms als een ‘blackbox’. Laat ik benadrukken dat we zeker niet van onze leveranciers af wilden, we hadden alleen meer regie nodig om risico’s te verkleinen”. Werkpakketten zijn gestandaardiseerd met de verwachte doorlooptijd, activiteiten, kosten, een Project Initiatie Document (PID), materialen en meer. De uitvoering, op de afgesproken manier, wordt ook bijgehouden. Deze nieuwe manier van werken was wel even wennen, maar het levert veel op. We zijn veel minder afhankelijk van externe partijen; kennis is dus geborgd in onze organisatie in plaats van extern. De samenwerking is ook beter omdat duidelijker is wat je van elkaar kan verwachten” voegt Rutgers toe.

>
Remco Rutgers Foto: AVR
45
‘Samen met MaxGrip structuur in de organisatie gebracht’

> Operations en Maintenance. Ook binnen AVR Duiven is de nieuwe manier van werken verbindend te noemen voor de afdelingen Operations en Maintenance. “We merken dat het de disciplines meer op een lijn brengt. We hebben meer en beter inzicht in de prestaties en uitnutting van de installatie plus de kosten die daarmee gemoeid gaan. Daardoor maken we als afdelingen samen onderbouwd keuzes. Bijvoorbeeld met betrekking tot de stops: hoe kunnen we die optimaliseren, zoals voor de lengte van de stops zelf en voor de intervallen. Wat is daarnaast technisch noodzakelijk, wat kost technisch falen en welke risico’s qua beschikbaarheid brengt dat met zich mee. Die afwegingen kunnen we vooraf maken in plaats van achteraf te analyseren waar het anders had gekund. Dat vind ik dikke winst”, legt Rutgers uit.

> Management. IFS Ultimo is nu ook zo ingericht dat budgetteren en rapporteren mogelijk is. Dit biedt het senior management meer inzicht en overzicht in de plannen en het onderhoudsbudget. Rutgers; “Voorheen waren er twee werelden: wat er in het onderhoudssysteem zat en de budgetten in spreadsheets. We hadden dus

constante afstemming van die twee nodig om het goedgekeurd te krijgen. Nu weten we wat het onderhoudsprogramma is, de plannen en de kosten die daarbij horen. Dit kunnen we met een paar handelingen in Ultimo naar een budget vertalen. Dat helpt het gesprek met het management enorm”.

> Ritme en volgende stappen. Tijdens het gesprek benadrukt Rutgers meerdere keren dat met de verbeteringen de eerste stappen zijn gezet, maar dat er nog vele volgen. Van der Burgh voegt toe; “We hebben hiermee structuur in de organisatie gebracht. Dat is een belangrijke stap de goede kant op. Ze werken beter en hebben meer inzicht. De volgende stap is om daarop te leren sturen”. Rutgers knikt instemmend. “Het fundament is er, maar we gaan doorpakken. Dit zou een blauwdruk kunnen zijn voor alle AVR vestigingen. Het zorgt voor betere prestaties, we zijn transparant en voldoen aan wet- en regelgeving. Bovendien wordt het werk ook leuker, omdat de repeterende taken gestandaardiseerd zijn en dus minder aandacht behoeven. Zo is er meer tijd voor andere onderwerpen voor de lijnstop die ook belangrijk zijn”.

< >
juli 2023 46
Foto: AVR

TU Delft gaat samenwerken met Franse luchtvaartsector aan duurzame luchtvaart

In aanwezigheid van Minister Robbert Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en zijn Franse collega Sylvie Retailleau is een aantal convenanten ondertekend dat de samenwerking tussen beide landen op wetenschappelijk gebied intensiveert. Een van de convenanten richt zich op de samenwerking van TU Delft met Franse universiteiten en bedrijven. Voor TU Delft een belangrijke stap in het onderzoek naar het verduurzamen van de luchtvaart.

Internationale samenwerking essentieel

Het nieuwe TU Delft France initiative geeft de TU Delft de gelegenheid meer samen te werken aan de verduurzaming van de luchtvaart met de Franse universiteit ISAE SUPAERO en met toonaangevende Franse luchtvaart- en ruimtevaartbedrijven als Airbus en Safran. Henri Werij, decaan Faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek; “Internationale samenwerking in Europa met toonaangevende partijen is essentieel om die doorbraken te bereiken die nodig zijn

voor een klimaatneutrale luchtvaart in 2050. Het TU Delft France Initiative geeft ons de kans onze samenwerking met uitstekende universiteiten en bedrijven in Frankrijk uit te breiden”.

Pilot op productie en gebruik van composieten

Het nieuwe initiatief start met een pilot van de TU Delft met ISAE-SUPAERO waarop wordt samengewerkt op het gebied van de productie en (her)gebruik van composieten: lichtgewicht vliegtuigmaterialen. De drie promovendi die in de pilot gaan starten worden door beide universiteiten begeleid. Zij zullen zowel in Delft als in Toulouse werken. Daarnaast gaan TU Delft en ISAE SUPAERO ook meer samen optrekken bij Europese innovatieprojecten. TU Delft en de Franse ambassade in Nederland gaan de komende jaren de wetenschappelijke samenwerking financieren. Bedrijven uit beide landen krijgen de gelegenheid zich met financiering aan te sluiten. Zij krijgen daardoor toegang tot kennis en wetenschappelijk talent. <

FERM gaat samenwerking aan met Security Delta

FERM en Security Delta (HSD) hebben een samenwerkingsovereenkomst getekend. Ze willen samen de cyberweerbaarheid in de regio Rotterdam-Den Haag en de provincie Zuid-Holland versterken.

HSD is een beveiligingscluster waarin bedrijven overheidsorganisaties en kennisinstellingen samenwerken om de digitale samenleving beter te beveiligen. FERM en HSD willen samen kennis delen en de netwerken van beide organisaties aanmoedigen om evenementen op het gebied van cyberweerbaarheid te bezoeken. Daarnaast zetten beide organisaties de gezamenlijk opgezette cyberscan Cyber Kracht Meting voort, die in de haven van Rotterdam al is uitgevoerd.

Meer mogelijkheden

“We zijn blij dat naast onze publieke partners, leveranciers en orga-

nisaties als NCSC, DTC nu ook Security Delta door middel van een samenwerkingsovereenkomst aan ons netwerk deelneemt”, zegt Evelien Bras, directeur van FERM. Zo kunnen we in het samenwerkingsverband voor haven en industrie bedrijven met meer mogelijkheden helpen. Alleen samen kunnen we een cyberweerbare haven realiseren. Samen staan we FERM”.

Security Delta

“Met dit partnerschap willen we laten zien dat samenwerken en delen van de lessen die we geleerd hebben de beste manieren zijn om resultaten te behalen op onze gedeelde missie. In dit geval willen we sectoren en bedrijfsketens – met in het bijzonder mkb’ers – helpen om hun cyberweerbaarheid te verhogen”, zegt Joris den Bruinen van HSD. <

Kort
47

Een succesvolle onderhoudsstop kan niet zonder Samenwerking

Nobian produceert in Delfzijl ruim 2,6 miljoen ton zout per jaar. Vóór het hoogwaardige zout in de vier zoutfabrieken van Nobian Salt in Delfzijl wordt verwerkt, wordt het gezuiverd in de Pekelzuivering. Onlangs werd hier een stop doorgevoerd. Dankzij een goede voorbereiding en nauwe samenwerking tussen de betrokken partijen verliep de stop zonder problemen.

“In de jaren 50 werden in de regio Winschoten en Veendam dikke zoutpakketten aangetroffen die goed toegankelijk zijn voor veilige, verantwoorde en duurzame zoutwinning. Het zout is bovengemiddeld zuiver, wat nodig is voor de productie van essentiële chemicaliën. De industrie maakt hier toepassingen van, die we terugzien in producten die we dagelijks gebruiken, zoals geneesmiddelen, textiel, isolatiematerialen, desinfectiemiddelen, windturbines en elektrische auto›s. De ontdekking van deze zoutlagen was het begin van de ontwikkeling van een chemiepark”.

> De route. Via een boortoren en ongeveer 1200 meter leidingwerk wordt het zout in de zoutlaag opgelost in water waardoor het kan worden opgepompt. Dit mengsel transporteren we vervolgens via pijpleidingen naar Delfzijl waar we het verwerken in 4 zoutfabrieken. Het water waarmee het zout is bovengehaald moet daarbij weer worden gescheiden van het zout. De eerste stap daarbij is pekelzuivering. De ruwe pekel wordt ontdaan van verontreinigingen,

zoals calcium, magnesium en kalium. “Calcium leidt bijvoorbeeld tot aanslag in de zoutfabrieken, waardoor de efficiëntie afneemt terwijl voor het maken van chloor alleen natriumzout wordt gebruikt. We zetten de onzuiverheden in de pekelzuivering om in niet-oplosbare elementen die we via een bezinker verwijderen”, vertelt Harrie Greven, construction coördinator bij Nobian Zout en verantwoordelijke voor de onderhoudsstop op de Pekelzuivering.

> Goede voorbereiding. De Pekelzuivering onderging in april een onderhoudsstop. “Bij een grote stop is de voorbereiding het halve werk. Zo hebben de maintenance engineers een scopelijst aangedragen met de werkzaamheden die er moesten gebeuren. Aangezien de Pekelzuivering ook keuringsplichtig is, moet er aan bepaalde eisen worden voldaan”. De inspectieafdeling onderzocht voorafgaand aan de stop al een aantal zaken. “Nobian heeft een afzonderlijke afdeling, IVG genoemd, waarin inspecteurs zelfstandig en onafhankelijk inspecties doorvoeren om na te gaan of alles vol-

OPGELEVERD < juli 2023 50
Pekelzuivering Foto: Noubian

gens de wettelijke en interne voorschriften van Nobian gebeurt. Zij onderzochten onder meer of het leidingwerk en de diktes van de tankwanden voldoen aan de vereiste criteria”.

> Transparant en veilig. “Als eenmaal een scopelijst is samengesteld, beginnen de echte voorbereidingen en planningen”, vervolgt Greven. “Het onderhoud bestaat in grote lijnen uit drie hoofdwerkzaamheden: het reinigen, het uitvoeren van inspecties en de benodigde reparaties of vervangingen. Aangezien we drie pekelzuiveringen hebben, voeren vaak dezelfde partijen de onderhoudswerkzaamheden uit. We lichten hen tijdig in wat er wanneer van hen wordt verwacht. Dit doe ik nadat ik de scopelijsten grondig heb doorgespit. Ik ben pas tevreden als we met het team - ik doe de productiedienstcoördinatie, daarnaast is er nog een technische coördinatie, een projectleider en de mensen die het werk daadwerkelijk uitvoeren – vooraf alles transparant hebben besproken en daaropvolgend gezamenlijk een goede stop hebben gedraaid. Het belangrijkste is dat alles veilig gebeurt en iedereen elke dag veilig en gezond weer naar huis kan vertrekken”.

> Voorzorgsmaatregelen. Om daartoe te komen is transparantie in de communicatie heel belangrijk. “We nemen met de contractors niet alleen de scopelijst door, maar ook de planning en aandachtspunten zodat we zeker weten dat de vergunningen op orde zijn en de juiste voorzorgsmaatregelen worden getroffen. Denk aan het gebruik maken van LoToTo (Lock out, Tag out, Try out), het op de juiste manier veilig stellen van de Pekelzuivering en het hanteren van het Golden Rule-principe: stop zeggen wanneer je vindt dat het

een grote stop is de voorbereiding het halve werk’

werk of het gedrag onveilig is. Het zijn eigenlijk allemaal heel logische stappen en regels waarmee wordt gewerkt en die onze mensen en samenwerkingspartners hoog in het vaandel dragen. Daarnaast zien we erop toe dat de werkzaamheden elkaar logisch opvolgen en de benodigde materialen ook op tijd op de juiste plek zijn”.

> Weekend. De laatste stop verliep zonder problemen. “Aan het begin van de stop werd alles veiliggesteld. Dit gebeurde in samenwerking met Stork, Wagenborg Nedlift en Altrad. De stop begon in het weekend. Ik wilde daarbij aanwezig zijn om toe te zien dat alles

>
Verdampingsinstallatie Foto: Noubian
51
‘Bij

goed verliep en de LoToTo’s op de juiste manier werden uitgevoerd. De tanks en leidingen werden schoongemaakt met water onder hoge druk. Aangezien het bij tanks gaat om besloten ruimtes hebben we DetaSafe ingehuurd waarbij de mangatwachten erop toezagen de werkzaamheden veilig verliepen”.

> Corrosievorming. Het optreden van corrosievorming is één van de zaken die bij elke stop moet worden aangepakt aangezien de coatinglaag in tanks mogelijk beschadigd kan geraken. “Corrosievorming tref je het vaakst aan op het niveau in de tanks waar het

oppervlak van de gezuiverde pekel in contact komt met lucht. Na het schoonmaken wordt daarom door schilders vaak een nieuwe coatinglaag aangebracht”. Ook al het leidingwerk wordt grondig geïnspecteerd. “De inspectie van leidingen gebeurt doorgaans uitwendig. Zodra we hier iets constateren wordt een deel verder onderzocht. De leidingen worden geborsteld waarna opnieuw een inspectie volgt”.

> Leidingnetwerk. Tijdens de laatste onderhoudsstop zijn geen grote innovaties doorgevoerd. “Wel hebben we op bepaalde vlakken wijzigingen doorgevoerd die ons in de toekomst veel voordeel kun-

>
Het stopteam met Harrie Greven (3e v.li.) Foto: Noubian
juli 2023 52
‘Voortdurend komen er nieuwe materialen en innovaties op de markt en het is altijd de moeite waard om na te gaan wat zinvol is om extra in te investeren’

nen opleveren. Zo trad er in een overloopleiding van een bezinktank corrosie op. Een optie was om deze opnieuw grondig te bewerken en reparaties door te voeren zodat hij weer zou voldoen aan de normen. Echter, samen met de maintenance organisatie Zout hebben we gekeken of we voor deze methode moeten blijven kiezen dan wel een andere oplossing beter zou zijn. Na overleg is gekozen voor een GRE- leiding oftewel een leiding van glasvezelversterkt epoxy. Dit is een bijzonder sterk materiaaltype dat vaak wordt toegepast bij chemische processen. Gezuiverde pekel heeft maximaal een temperatuur van 30 graden wat GRE bijzonder geschikt maakt. Het materiaal is bovendien lichter, maar heeft ook een grotere inbouwlengte”.

> Samen kiezen voor de beste oplossing. Wanneer in de toekomst andere delen van het leidingwerk aan vervanging toe zijn, zal opnieuw gezamenlijk worden besproken welke oplossing het beste is. “In het verleden, bij de bouw van de Pekelzuivering was GRE nog niet ingeburgerd. Voortdurend komen er nieuwe materialen en innovaties op de markt en het is altijd de moeite waard om na te

gaan wat zinvol is om extra in te investeren. Daarbij is goed overleg heel belangrijk. We hebben hier diverse disciplines met ieder hun eigen input waardoor er altijd in goed overleg wordt gekeken welke vervangingsoplossing de beste is voor alle betrokken partijen”.

> Anticiperen. Er zijn altijd onverwachte zaken tijdens een stop. Het is zaak om hierop goed te anticiperen. Greven geeft een voorbeeld. “Aanhoudende regen kan de planning danig in de war brengen aangezien de tanks open zijn en schilders hun werkzaamheden niet goed kunnen uitvoeren bij hevige regenval. Dan is het een kwestie van schakelen met andere werkzaamheden. En mocht het echt gedurende de hele stopperiode regenen, dan moet een andere oplossing worden bedacht, bijvoorbeeld door gebruik te maken van steigers zodat de werkzaamheden wel kunnen worden uitgevoerd. Het allerbelangrijkste is dat je de stop goed voorbereidt waardoor je tijdens de stop de tijd hebt om snel te kunnen schakelen wanneer onverwachte zaken zich voordoen. En ook dan moet je de rust bewaren. Er is altijd wel een oplossing”. <

Jaarlijks produceert Nobian ongeveer zes miljoen ton zout in Mariager, Denemarken, en in de fabrieken in Delfzijl en Hengelo, Nederland. Nobian produceert het zout met behulp van vacuümzouttechnologie, waarbij gebruik wordt gemaakt van ruwe pekel in combinatie met stoom en elektriciteit. Ruwe pekel wordt geproduceerd door middel van oplossingsmijnbouw en het zout wordt op zijn beurt gemaakt door verdampings- en kristallisatieprocessen. De productiemogelijkheden stellen Nobian in staat om kwalitatief hoogwaardige producten te leveren aan meerdere markten, zoals chlooralkali, textiel, chloraat, olie en gas en waterontharding.

Nobian blijft werken om de veiligheid en duurzaamheid van de zoutwinningsactiviteiten en de kennis van de ondergrond verder te blijven verbeteren. Als basis voor veilig en duurzaam opereren hanteert het bedrijf een lifecycle benadering voor cavernes, van ontwikkeling en gebruik, tot het veilig afsluiten van cavernes na de winning.

De monitoring gebeurt onder meer via micro-seismische meetnetwerken waarmee de cavernes doorlopend worden bewaakt om tijdig te kunnen anticiperen op korte en lange-termijn ontwikkelingen. Elk kwartaal vindt er een publicatie en onafhankelijke beoordeling van deze meetgegevens plaats. En om de vijf jaar voert Nobian voor alle cavernes een sonarmeting uit zodat de vorm en ontwikkeling van de cavernes goed inzichtelijk is en blijft. Bovendien wordt met externe expertise uitgebreider onderzoek gedaan naar de diepe ondergrond. Doel is om meer inzicht te krijgen in de mogelijke oorzaken van (micro)trillingen zodat verschillende afsluitscenario’s kunnen worden onderzocht.

Pekelzuivering Foto: Noubian
53

VASTGOEDEXPLOITATIE

Sociale interactie draagt bij aan een duurzame en gezonde woonomgeving

In de sector zien we verschillende samenwerkingen ontstaan. Steeds vaker vanwege de urgentie dat ketensamenwerking noodzakelijk is om de complexe opgaven het hoofd te bieden. De ene keer zit zo’n partnership nog in de verkenningsfase, de andere keer kun je het volwassen noemen. Dát is het geval bij de twee NEVAP-leden

Achmea Real

Estate en Area of People. We spreken over dit succesvolle verband met Robert Dalenoort (Teammanager Technisch Management bij Achmea) en Philippe van Gorp (Commercieel Directeur bij Area of People).

“Het is heel simpel: samen kom je verder,” begint Dalenoort. Als hoofd van de afdeling technisch management houden hij en zijn team zich onder meer bezig met community management, huurderstevredenheid en ESG. Achmea Real Estate ontwikkelt en belegt in vastgoed in opdracht van pensioenfondsen en andere institutionele beleggers. In totaal wordt bijna €13 miljard beheerd voor 30 klanten. Daarvoor wordt onder meer belegd in woningen, retail en zorgvastgoed. Met ruim zestig jaar bestaansrecht belooft het bedrijf duurzaamheid, kwaliteit en transparantie. En een goede service.

> Logisch toch! “Ik vind dat niet meer dan logisch,” stelt Dalenoort. “En noodzakelijk in een tijd waarin alles sneller gaat: huurders zijn mondiger en kunnen zaken zelf regelen dankzij digitalisering en praktische tools. Het gevaar is echter dat je met allerlei verschillende partijen samen gaat werken om handvatten te bieden aan de bewoners/gebruikers en data probeert te ontsluiten met meerdere systemen. Wij vinden dat je met twee of drie partners een sterk front kunt vormen, en zodoende kwamen we met Area of People en Ziezodan in aanraking. Het zou in mijn optiek zelfs nog beter zijn als

54
Foto: NVDO Philippe van Gorp Foto: Area of People
<
juli 2023

onderhoud

andere vastgoedpartijen met dezelfde leveranciers samenwerken, zodat we die diensten gezamenlijk omarmen en met elkaar kwaliteit bieden aan onze eindgebruikers”.

> Duurzaam samen. Open source pur sang. En laat dat nu overeenkomen met de tagline van Area of People: stop thinking buildings – think micro villages. “We transformeren gebouwen tot micro-dorpen,” zegt Van Gorp. “We verbinden bewoners met elkaar en met servicepartners via een digitaal platform, waarmee je datagedreven kunt werken. Bewoners kunnen als partners hierdoor samenwerken aan een sociale, duurzame en gezonde woonomgeving. Dit verlaagt de operationele druk en verhoogt het thuisgevoel. Wanneer mensen meer met elkaar in contact staan, ze elkaar makkelijk kunnen vinden, heeft dat tot gevolg dat zij minder eenzaam zijn en zich meer verbonden voelen – dat is de sociale impact. De digitale structuur van Area of People stimuleert ook offline ontmoetingen: een gesprek, een hapje, een drankje. Als bewoners meer met elkaar verbonden zijn kunnen ze ook gemakkelijker faciliteiten en spullen met elkaar delen. Zo vergroot je dus de duurzame waarde”.

> Meer dan sociaal contact. In feite stimuleert het platform sociale interactie. Want terwijl gebouwen groter en steden anoniemer worden, is de intrinsieke motivatie van de mens nog altijd om te verbinden. “Exact,” stelt Van Gorp. “Het leidt ertoe dat bewoners zich meer betrokken voelen en zelf de regie kunnen nemen in het vormgeven van hun woonomgeving. Zo ga je van ‘ik heb een probleem en de verhuurder moet het oplossen’ naar ‘wij zorgen samen voor onze woonomgeving’. Ze weten elkaar namelijk ook te vinden voor quick fixes: ‘wie heeft een ladder te leen’, ‘help, ik moet mijn CV-ketel bijvullen, hoe werkt dat, ‘heeft iemand nog voorstrijk over’, ‘wie weet wat deze foutmelding betekent’. Uiteraard is de professional via een koppeling in het platform te benaderen, maar de bewoners voelen zich ook verantwoordelijk omdat ze vanuit betrokkenheid voor elkaar, hun woningen en hun omgeving zorgen”.

Dalenoort; “In het systeem is dat gestructureerd in interessegroepen (van oppas tot borrels) aan de ene kant en praktische functionaliteiten aan de andere kant. Alles in een eenvoudig en overzichtelijk dashboard. Bewoners geven zelf aan in welke groepen zij actief willen zijn. En tegelijk kunnen wij heel gericht communiceren via het platform met iedereen afzonderlijk. Area of People is goed in community management: het gevoel van ‘thuis’, het micro-dorp waarin je veilig bent en bij elkaar aan kunt kloppen. Voor ons portefeuillemanagement en reparatie- en onderhoudsvraagstukken werken we met Ziezodan via een koppeling vanuit Area of People. Daar kunnen onze huurders binnen drie minuten een afspraak hebben met een professionele monteur”.

> Klein onderhoud zo gepiept. “Het is natuurlijk voor de bewoners geweldig,” stelt Van Gorp, “dat zij elkaar enerzijds weten te vinden en anderzijds de gewenste servicebeleving ervaren wanneer een professional ingeschakeld moet worden. Dan zijn er nog de community coaches, die zichtbaar aanspreekbaar zijn voor bewoners én property managers. Zij helpen iedereen het systeem optimaal te gebruiken én mensen aan elkaar te verbinden”. Dalenoort; “Deze menselijke maat zorgt ervoor dat we minder vaak benaderd worden voor kleinere onderhouds- en reparatiekwesties, omdat bewoners elkaar helpen. Via Ziezodan brengen we de reparatiefactor bovendien omlaag door tips & tricks te delen. Ondertussen hebben we dankzij deze systemen inzicht in heel veel aspecten: van de mate van cohesie in het gebouw of de wijk tot de acceptatiewaarde van het platform, van het aantal kranen dat vervangen is en of het om first time fixes gaat tot het aantal ritten en de daarmee samenhangende CO2-uitstoot”.

> What’s next? Van Gorp; “We zijn nu bezig om een ecosysteem van exclusieve partners op te zetten. We willen daarmee de klantreis klantvriendelijker en inzichtelijker maken, zodat iedereen ‘wint’. ESG in de praktijk”! Voor Achmea Real Estate staan daarbij gezondheid en geluk hoog in het vaandel: “Het zit niet voor niets in ons DNA,” zegt Dalenoort. “Het is onze missie dat iedereen gezond en veilig kan wonen. Dat houdt in dat installaties naar behoren werken en goed onderhoud wordt gepleegd, er sprake is van sociale cohesie en een hoge huurderstevredenheid. Deze samenwerking jaagt dat allemaal aan”. <

‘ ’
‘Zorgvuldig
afgestemd op de duurzaamheidsopgave, dát is nodig in deze transitie’
55
Robert Dalenoort Foto: Achmea Real Estate

Afspraken over prijsstijgingen en leveringsproblemen in bouwsector

Opdrachtgevers en opdrachtnemers in de bouwsector hebben afspraken gemaakt om stijgende prijzen en leveringsproblemen van bouwmaterialen te voorkomen. Door bijzondere omstandigheden, zoals de oorlog in de Oekraïne, zijn deze problemen ontstaan. De afspraken zijn vastgelegd in sectorbrede, adviserende handelingskaders en tot stand gekomen dankzij samen te werken aan de samenwerking.

WET EN REGELGEVING <
Foto: NVDO juli 2023 56

In de bouwsector is sprake van onzekerheid, bijvoorbeeld over de beschikbaarheid van bouwmaterialen, hoe er omgegaan wordt met geld dat minder waard is geworden en over de stijging van energieen loonkosten. De risico’s die de extra kosten geven kunnen bedrijven niet alleen dragen. Daarom was er bij zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers behoefte aan handelingskaders met adviezen over hoe om te gaan met prijsrisico, leveringsrisico en continuïteitsrisico in lopende en toekomstige projecten.

> Vijf handelingskaders vastgesteld. De sector heeft via het Bouwberaad de laatste adviserende handelingskaders in de reeks van vijf handelingskaders vastgesteld: Utiliteitsbouw, Nieuwbouw huur & koop en Onderhoud, Renovatie en Verduurzaming. Het Bouwberaad is het platform voor overheid, opdrachtgevers, opdrachtnemers, toeleveranciers en kennisinstituten in de ontwerp-, bouw- en technieksector. De handelingskaders voor Landelijk infra en Infra voor decentrale overheden waren eerder dit jaar al vastgesteld.

Het Rijksvastgoedbedrijf heeft geholpen met het opstellen van het handelingskader voor de Utiliteitsbouw. De kaders komen voort uit de intentieverklaring ‘Samen doorbouwen in onzekere tijden’. Hierin hebben overheid en marktpartijen uitgangspunten vastgelegd voor extreme kostenstijgingen, materiaalonzekerheid en continuïteit van werk. Met als doel om de risico’s in de bouwketen te verkleinen, de schade te beperken en de productie op gang te houden. Met een gezonde sector kunnen betrokken partijen maatschappelijke uitdagingen zoals de woningbouw, verduurzaming, aanleg en onderhoud van infra samen aangaan.

> Gespreksagenda. De vijf adviserende handelingskaders zijn bedoeld als gespreksagenda op projectniveau. Ze bestaan onder meer uit een stappenplan en tips voor het toepassen van bestaande regels binnen een contract. Ook is er onder meer aandacht voor indexering en de risicoregeling. In sommige gevallen kunnen afspraken worden gemaakt over de excedentregeling. Dit zijn afspraken over een vergoeding voor kosten bij onvoorziene omstandigheden zoals bijvoorbeeld is opgenomen in het handelingskader Utiliteit.

Het gaat grotendeels om bestaande regelingen, die overzichtelijk zijn vastgelegd om partijen te ondersteunen bij het opvangen van extreme prijsstijgingen. De adviserende handelingskaders zijn hiermee een praktische gebruiksaanwijzing voor de gesprekken tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers over projecten en contracten. Dat moet uiteindelijk leiden tot concrete oplossingen, die voor beide partijen aanvaardbaar zijn. En het moet partijen ondersteunen om de bouwstroom op gang te houden door projecten succesvol uit te kunnen voeren, ondanks onzekere omstandigheden.

> Werkbare oplossingen. De adviserende handelingskaders gaan uit van de eigen verantwoordelijkheid van de partijen. Eerst moeten ketenpartners zichzelf inspannen om kostenstijgingen en leveringsproblemen te voorkomen en hiervoor oplossingen zoeken. Als dat niet lukt is de volgende stap het aangaan van een gesprek met de opdrachtgever en partijen in de keten om te komen tot werkbare oplossingen. Dit is vastgelegd in de handelingskaders waarbij partijen zich transparant en open opstellen om samen op zoek te gaan naar mogelijkheden. Indien lopende contractbepalingen niet toereikend zijn, kunnen partijen nadere afspraken maken over compensatie voor prijsschommelingen in lopende en nieuwe projecten of over termijnen. <

57
‘Samen doorbouwen in onzekere tijden’

Samenwerking in Onderhoud koesteren

Met wereldwijd 1.300 medewerkers verdeeld over locaties in Nederland, België, Estland en Singapore richt de Verwater Group zich op het onderhoud van grote opslagtanks en onderhoud aan industriële installaties. Dat doen ze met hun teams in onder andere Elektrotechniek en Instrumentatie, Engineering en Automatisering, kunststof leidingbouw, Appendage revisie, Rotating Equipment en Piping & Mechanical. Een van de onderdelen binnen de afdeling piping en mechanical is bijzonder, de plaatwerkerij waar je het ouderwetse vakmanschap nog terug kan zien.

58
Foto: NVDO SAMENWERKING < juli 2023

Jeroen Post Foto: Verwater

Van complete schakelkasten, proces automatiserings trajecten, revisiewerkzaamheden aan diverse apparatuur, fabricage van pipe spools (prefab & on-site), elektrotechnische projecten, onderhoudsstops, speciale plaatwerk projecten, de divisie Industrial Services kan het nog allemaal zelf. “Dat kom je in de markt niet vaak meer tegen” verteld Hoitzing. “Het zit ‘m voornamelijk in het vakmanschap van onze mensen en de beleving die ze erin hebben. Ze vinden het mooi om in de techniek te werken en hebben daar ook gevoel bij. Dit werk heeft nog steeds het imago van een overal aantrekken, vies werk uitvoeren en weinig verdienen. Maar, niks is minder waar. Het is tegenwoordig je leven lang leren om beter te worden in de uitvoering. Daarbij is de juiste mentaliteit van je personeel enorm belangrijk, je moet goed voor ze zijn en samen kijken naar de mogelijkheden om bij te leren. Als je dat doet, dan zie je dat terug in de kwaliteit”.

> Van BBL’er naar Expert. Terwijl Hoitzing, met ruim 30 jaar ervaring in onderhoud, sinds eind 2022 bij Verwater werkt, is er veel jonge aanwas die na het afronden van hun BBL opleiding bij het bedrijf blijft werken. Jeroen Post is daar een voorbeeld van. De uitvoerder heeft vijftien jaar geleden zijn BBL opleiding afgerond en heeft zich in de tussentijd ontwikkeld tot de expert die hij vandaag is. Hij stuurt de ploegen op locatie aan en is daarbij contactpersoon voor de klant.

Post; “Er werken veel jonge gasten met ambitie en plezier in het werk dat ze doen. Als je de ambitie hebt, dan zijn er enorm veel kansen om door te stromen en te groeien. Dat in combinatie met de trots die er is als je ze eigen verantwoordelijkheid geeft, geeft passie en resultaat”. Ondanks de vele kansen die er liggen voor BBL’ers om na een opleiding bij Verwater te kunnen blijven werken, moet er toch de nodige moeite worden gedaan om de jonge aanwas te blijven boeien, binden en behouden. “De concurrentie is groot en we vissen allemaal in dezelfde vijver”.

> Jong geleerd is oud gedaan. Tijdens de opleiding tot professional worden jongeren stap voor stap meegenomen in het proces. Zo praten ze op een ongedwongen manier met leidinggevenden tijdens zogenaamde werkbank-gesprekken. “We praten dan over hoe het gaat, mogelijke aanpassingen, welke wensen er zijn, wat goed gaat en wat beter kan. Er is heel veel mogelijk in je eigen ontwikkeling en dat doen we echt samen” aldus Post. Mogelijkheden zijn er genoeg, maar je moet het ook zelf willen. “Twee jaar geleden was ik dik tevreden met de groei die ik had doorgemaakt, inmiddels heb ik de ambitie om door te groeien naar projectleider”.

Daarnaast is er het buddyprogramma. Hier worden jonge collega’s gekoppeld aan ervaren deskundigen in hun vakgebied om samen op te trekken en van elkaar te leren. Het doel? Om de uitstroom van

>
Arjen Hoitzing Foto: Verwater
59

ervaren collega’s op te vangen met nieuwe ervaren professionals. Deze unieke samenwerking zorgt voor een gezonde doorstroom van expertise en talent binnen het bedrijf.

> Samenwerking tussen bedrijfsonderdelen. In 2022 zijn de eerste stappen gezet voor een samenwerking tussen Verwater Tank & Industrial Services (TIS) en Verwater Industrial Services (VIS) voor het onderhoud aan diverse tanks op een groot tankpark in Lingen, Duitsland. De projectgroep heeft nu, samen met een groep vanaf het hoofdkantoor in Rotterdam, de eerste orders volbracht en is bezig om de tankindustrie in Noord-Nederland te plotten. Maandelijks is er een kort overleg om de samenwerking verder uit te bouwen en een ‘aanvalsploeg’ op te zetten vanuit het noorden van het land. Eerdaags vindt er bovendien een teambuildingactiviteit plaats om elkaar beter te leren kennen en de reeds behaalde successen te vieren.

Hoitzing; “De samenwerking verloopt nog niet altijd vlekkeloos, maar daar leren we van. Het gaat erom dat het uiteindelijk onder de streep goed gaat en dat we de behaalde successen vieren. Zo

>
‘Aandacht maakt alles mooier en dat is ook echt zo’
juli 2023 60

blijft het voor iedereen leuk”. Momenteel wordt er gewerkt aan een traject om een tankonderhoud groep op te zetten vanuit de locatie in Emmen, dit traject loopt in nauwe samenwerking met het hoofdkantoor in Rotterdam.

“Dit doen we met supervisie vanuit het hoofdkantoor, maar hierdoor genereren we meer werk terwijl we minder mensen op en neer sturen. Zo doen we dat voor die drie meest noordelijke provincies van het land, een stukje Overijssel en is wellicht noord Duitsland een goede uitbreiding van de werkzaamheden”.

> Het ene onderhoud is het andere niet. Regio gebonden zijn de samenwerkingen niet, maar het onderhoud aan een tank is wel een hele andere discipline dan dagelijks onderhoud op een chemiepark. “Een tank is mechanisch, maar bij groot onderhoud kan het ook zijn dat de tank moet worden gelift. Dan wordt de bodem vervangen en heb je er dus ineens een stuk civiele techniek bij. Om misstanden tijdens de vele afstemmomenten te voorkomen, blijven we steeds met elkaar in gesprek en blijven we verbeteren. Maar dan moet je er wel de tijd voor nemen en er aandacht aan besteden. Aandacht maakt alles mooier en dat is ook echt zo”.

Verwater is een wereldwijde aannemer voor industriële en petrochemische installaties, gespecialiseerd in tankonderhoud en tankbouw. Wij zijn experts in het vijzelen van tanks, civiele werken, leidingwerken, turnarounds, schilderwerken, E&I, E&A, panelenbouw en engineering. Verwater is opgericht in 1922 en kent een lange geschiedenis op het terrein van tankterminals en raffinaderijen. Vandaag de dag werken wereldwijd ongeveer 1.000 ervaren mensen voor Verwater, die samen een jaaromzet van circa € 150 mln genereren.

> Multidisciplinaire projecten. Steeds vaker wordt gevraagd naar een mix van disciplines tijdens een project. Een goed voorbeeld daarvan is het project bij een gewaardeerde klant in de regio. Hieraan werd gewerkt met alle verschillende afdelingen en disciplines, en dat ook nog eens op twee verschillende klantlocaties tegelijk. Post; “We hadden in die tijd ongeveer 130 FTE, maar op de piekmomenten van het project werkten er soms wel 200 man. Overigens tel ik daar nog niet eens de werkvoorbereiders en projectleiders bij die er achter de schermen enorm druk mee waren. Dat vergt een enorme mate van samenwerken”.

Volgens Hoitzing hebben ze de goede afronding van het project mede te danken aan de goede schil van leveranciers en onderaannemers die ze om zich heen hebben opgebouwd. “Er zijn gewoonweg zaken die we zelf niet doen, voornamelijk omdat collega bedrijven bijvoorbeeld beter zijn in het maken van bordessen, het maken van specifieke onderdelen of de nodige magazijnen hebben. Die bedrijven helpen ons om projecten tot een goed einde te brengen, zowel op bedrijfsniveaus als op persoonsniveau. Daarom moeten we die samenwerkingen blijven koesteren”.

> Veiligheid. Verwater Industrial Services hecht grote waarde aan veilig werken. Veiligheid staat altijd voorop en doet niet onder voor planning en budget. Als een klus niet veilig en volgens de afspraken kan worden uitgevoerd, dan verwacht Verwater van haar medewerkers dat het werk niet wordt gestart ofwel wordt gestopt. De medewerkers worden getraind om daarin de juiste beslissing te maken en ze worden hierin gesteund door het management. Verwater Industrial Services bouwt actief aan de veiligheidscultuur die dat mechanisme waarborgt en heeft daarvoor een eigen instrument ontwikkeld: “het veiligheidshuis”.

> Geleerde lessen. Wat Hoitzing vooral mee wil geven is dat je vooral moet doen waar je goed in bent. Verder is het buddy principe iets wat andere bedrijven echt zouden moeten overnemen. “Terug naar het meester-gezel principe van vroeger zorgt er niet alleen voor dat de kennis in huis blijft, werknemers blijven hierdoor echt langer bij hetzelfde bedrijf werken”. Post vult aan; Ondanks de verschillende disciplines werken we hier als één team met één taak. Samen met de sfeer en de gezelligheid is dat enorm belangrijk voor de kwaliteit van ons werk. Zo zorg je ervoor dat we met veel plezier naar ons werk blijven gaan”. <

Foto: Verwater
61

ENERGIE

in zeehavens

Foto: NVDO juli 2023 62

Het ministerie van Infrastructuur trekt de komende jaren € 140 miljoen uit om te helpen walstroominstallaties in zeehavens te realiseren. Daar wordt vanuit het klimaatfonds nog eens € 40 miljoen aan toegevoegd. Door aangemeerde schepen de gelegenheid te bieden om ‘aan de stekker’ te liggen, hoeven vervuilende dieselgeneratoren op de schepen niet te draaien en wordt er ook minder geluidsoverlast veroorzaakt. <
Ministerie en sector maken werk van uitbreiding walstroom

Minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) heeft de intentieovereenkomst met de Branche Organisatie Zeehavens (BOZ) ondertekend, waarin de publiek-private afspraken over de uitrol van walstroom zijn vastgelegd.

> Alle sectoren verzamelen. Met de aankomende Alternative Fuels Infrastructure Regulation (AFIR) zijn de Europese havens vanaf 2030 verplicht om zogenoemde AFIR-schepen van walstroom te voorzien. Het gaat om containerschepen, cruiseschepen, passagiersschepen, en gecombineerde passagiers- en vrachtschepen vanaf 5000 GT (gross tonnage, waarmee het formaat van een schip wordt aangeduid). Dit zijn allemaal grote schepen, die ook aan de kade veel energie verbruiken. “Om de klimaatdoelen te halen is het essentieel dat alle sectoren hun bijdrage leveren, ook de maritieme sector”, aldus minister Mark Harbers. “Tegelijkertijd vergt dat enorme investeringen. Ik ben blij dat we met deze subsidieregeling de sector een helpende hand kunnen bieden en de aanleg van walstroom verder gaan stimuleren. Dat leidt niet alleen tot milieuwinst, maar ook minder lawaaiige generatoren die draaien terwijl een schip aan de kade ligt. En komt er hopelijk plek vrij voor ontwikkeling in de havens, en nieuwe klimaatprojecten”. De middelen voor walstroom zijn met name bedoeld voor terminals waar AFIR-schepen aanmeren, maar ook andere walstroomprojecten voor de zeevaart gaan in aanmerking komen voor subsidie.

> Subsidie geeft een boost. “BOZ prijst de inzet van het kabinet als het gaat om walstroom”, zegt BOZ-voorzitter Boudewijn Siemons. “Walstroom biedt voor de samenleving vele voordelen, zoals de reductie van emissies van CO2, NOx, fijnstof en geluid. Dit vertaalt zich echter niet in een sluitende businesscase voor terminals en rederijen. Met de voorgenomen subsidieregeling hebben IenW en BOZ aantrekkelijke randvoorwaarden opgesteld om nu al walstroom aan te leggen, vooruitlopend op de verplichte Europese invoering van walstroom per 2030”.

De BOZ heeft eerder berekend dat er de komende jaren voor de AFIR-schepen zo’n 270 megawatt aan walstroomvermogen zal moeten worden geïnstalleerd in de havens om aan de aankomende verplichting te voldoen, met een benodigde investering van meer dan € 300 miljoen. Daarbij gaat de brancheorganisatie uit van ruim 220

kiloton CO2-reductie per jaar (gelijk aan circa 75.000 huishoudens van het gas af), en 2,5 kiloton NOx-reductie. Wanneer ook walstroom wordt aangeboden aan schepen die niet onder de verplichting gaan vallen, wordt het potentieel en de milieuwinst nog veel groter. Door walstroomvoorzieningen te realiseren wordt niet alleen milieuwinst geboekt en geluidsoverlast teruggedrongen: er ontstaat mogelijk ook stikstofruimte voor klimaatprojecten in de haven.

De 5 grote zeehavens van nationaal belang werken samen met IenW en de terminals aan de walstroomopgave in de respectievelijke havens. Het gaat om de havens van Rotterdam, Amsterdam, Groningen, Moerdijk en North Sea Port (Vlissingen, Terneuzen en Gent). <

‘‘Concrete actie ondernomen om de uitbreiding van walstroom in zeehavens te realiseren’
63
Minister Mark Harbers Foto: Valerie Kuijpers

CursusKalender

Kennis is onze kracht! Inschrijven kan eenvoudig via de maintenance academy op www.nvdo.nl

Tip: Online Training Problem Solving & RCA – Essentials

In deze online (5, 7, 19, 21 september) te volgen training ontwikkelt de cursist eigen Problem Solving talenten waarmee problemen snel en effectief worden oplost.

Onderwerpen

De training is praktijkgericht. Je gaat aan de slag met essentiële Problem Solving skills zoals vraagvaardigheid en het visualiseren van informatie. In de training wordt theorie afgewisseld met veel praktijkoefeningen. Je ervaart hoe het geleerde direct toegepast kan worden in je werk.

Dit levert het op

• De cursist komt in de Problem Solving Pitstops van maximaal 30 minuten snel tot resultaat,

• De cursist stelt de juiste vragen om snel tot de kern van een probleem te komen. Je vindt oorzaken en neemt gericht maatregelen

• De cursist weet hoe hij of zij maximaal gebruikmaakt van de kennis en ervaring van collega’s

• De cursist voorkomt `jumping to conclusions’

• De cursist kan problemen visualiseren en er helder over communiceren

Deze essentiële vaardigheden vormen de basis voor zijn of haar ontwikkeling tot Advanced Problem Solver.

Doe ook mee vanaf je werk- of thuisplek!

12/13 september: Risk Based Maintenance (RBM), Onderhoudsconcepten op basis van Risico

In de Cursus Risk Based Maintenance (RBM), Onderhoudsconcepten op basis van Risico leer je hoe je grip krijgt op het onderhoud en een optimum kunt creëren tussen bedrijfsdoelstellingen en onderhoudskosten. Je leert een risicomatrix op te stellen op basis van bedrijfsdoelstellingen. Je leert (van grof naar fijn) de kritische onderdelen van de installaties op te sporen en de faaloorzaken in kaart te brengen.

Risk Based Maintenance (RBM) helpt prioriteiten te stellen in preventief onderhoud. Het maakt inzichtelijk waar de grootste risico’s liggen, zodat je daar op kunt anticiperen en weet welke delen van je installatie wel en welke niet mogen

falen. Tot slot faciliteert RBM jouw gesprek in de boardroom. Een objectieve onderbouwing, waarbij ook gevolgkosten in beeld zijn van ‘wat als scenario’s’, is daarbij zeer behulpzaam.

Onderwerpen

• Het herkennen en formuleren van bedrijfsdoelstellingen

• Het definiëren van risico’s

• Verschillende methodieken van risicoanalyses (een voorbeeld: FMECA)

• Opstellen van een onderhoudsconcept naar aanleiding van de risicoanalyse

• Optimaliseren van onderhoudsconcepten

juli 2023 64

14 en 15 september: Maintenance

Engineering in de Praktijk

Een hoge betrouwbaarheid van installaties is essentieel voor bedrijven om aan de steeds hogere eisen te kunnen voldoen. De taak van de maintenance engineer is om verstoringen in het productieproces en het onderhoudsproces te herkennen, te elimineren en vooral te voorkomen. Daartoe is er veel samenwerking nodig met andere bedrijfsfuncties. Hij moet snel kunnen schakelen tussen de details van de dagelijkse problemen en een helikopterview om een compleet overzicht van die gesignaleerde problemen te krijgen. Zijn voorstellen voor verbetering moet hij duidelijk en overtuigend kunnen presenteren. De Maintenance Engineer heeft een cruciale rol binnen het bedrijf; een rol die met ontwikkelingen rond Smart Maintenance ook steeds interessanter en uitdagender wordt.

Onderwerpen

Dag 1 staat in het teken van de plaats, functie en takenpakket maintenance engineering in de organisatie. Tevens wordt de kern van maintenance engineering behandeld en gaan we dieper in op het borgen en verbeteren van de prestatie van productiemodellen.

Dag 2 gaat over het doel en het ontwerpen van onderhoudsconcepten (naar onderhoudsbeheersing). We gebruiken daarbij diverse praktijkvoorbeelden en geven handvatten voor het invoeren in je eigen organisatie.

We geven tevens inzicht in de ontwikkelingen in het vakgebied: Smart Maintenance!

19,20,21 september: Basiscursus Reliability

Centered Maintenance 3 (RCM3)

IDeze cursus neemt de deelnemers mee door het Aladon RCM3-proces, de volgende generatie RCM. RCM3 is de opvolger van het robuuste en grondige denkproces van de RCM2-methode. Organisaties passen RCM3 toe om operationele en onderhoudsrisico’s die samenhangen met het gebruik van fysieke assets te reduceren, om zo de inherente capaciteit van assets op het gebied van veiligheid en betrouwbaarheid te bereiken tegen minimale kosten. Risicogebaseerd RCM (RCM3) brengt de onderhoudsstrategie volledig in lijn met de internationale

normen voor Asset Management en risicomanagement (ISO 55000 en ISO 31000).

Tijdens de cursus leer je de basis van modern prestatiemanagement van fysieke assets. Vandaag de dag is er, meer dan ooit, de prangende behoefte om assetprestaties te vergroten en tegelijkertijd kosten te verminderen. Een sleutel tot succes is het verschuiven van de traditionele benadering van reparatie en optimalisatie naar het proactief beheersen van risico’s – het basisprincipe van RCM3.

Leergang (R&ME): Start 21 september!

IDeze cursuDe leergang R&ME is erop gericht dat de deelnemers beter in staat zijn een faciliterende rol te vervullen, als spin in het web van continu verbeteren. Het resultaat is dat zij gestructureerd en systematisch verbeterprojecten begeleiden. Met andere woorden; de deelnemers worden “kampioen” in aanpak en methoden, in het ondersteunen van teams bij het kritisch analyseren van vraagstukken en het zoeken naar creatieve oplossingen. Meer generalist dan specialist!

Na afloop van de leergang beschikt de organisatie over een doelgerichte, slagvaardige verbeteraar in Asset- & Maintenance Management.

Tijdens de leergang ligt de nadruk op het verwerven van vaardigheden:

• Vaardigheden voor het oplossen van problemen en root cause analyse (Introductiegame, Event Mapping, Probleem Analyse, Human Factor Analyse)

• Vaardigheden voor Lean Maintenance

• Vaardigheden voor FMEA/FMECA en RCM

• Facilitatorvaardigheden en ontwikkeling persoonlijke effectiviteit (incl. Whole Brain Thinking)

65

Leergang Conditiemeting; Onderhoudskundig Inspecteur en/of Adviseur

Deelnemers worden opgeleid tot professionele inspecteurs en/of adviseurs, die een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan verbetering van de staat van gebouwen, installaties en infrastructurele werken

Reactie Faisel Salarbux, Zzp-er - Werktuigbouwkundig inspecteur / adviseur

“Via mijn vorige werkgever heb ik de opleiding Conditiemeting; Onderhoudskundig Inspecteur BOEI in de richting werktuigbouwkunde gevolgd en succesvol afgerond. Omdat ik een goede technische achtergrond heb, ging dat vrij vlot. Ik kon de opgedane kennis direct toepassen in mijn werkzaamheden en kon mijn vaardigheden snel uitbreiden. Eigenlijk wilde ik al eerder van start gaan met de opleiding Conditiemeting; Onderhoudskundig Adviseur BOEI - Integraal Adviseur Vastgoed (IAV), maar dat was helaas niet mogelijk via dezelfde werkgever. In de zomer van 2022 ben ik mijn eigen onderneming gestart en als zelfstandig werktuigbouwkundig inspecteur / adviseur aan de slag gegaan. Omdat ik behoefte had aan meer kennis over het beoordelen van een MJOP en inspectierapportages, ben ik zelf gestart met de adviseursopleiding. Hier komen ook mijn andere vakgebieden zoals verduurzaming, onderhoudskosten en wet & regelgeving aan bod, wat voor mij een ontzettende meerwaarde heeft”.

“Hoewel er tot voor kort nog minder vraag was naar adviseurs, zie ik daar steeds meer verandering in komen. Zo spelen factoren als verduurzaming en energiebesparing een steeds grotere rol. Om hier als bedrijf gefundeerde beslissingen over te maken, zijn er goede adviseurs nodig. Tijdens de opleiding heb ik hier veel over geleerd van de vakbekwame docenten die uit de praktijk komen. Zij hebben veel ervaring, zitten dicht op het vakgebied en weten echt waar ze het over hebben. Hierdoor kan je snel schakelen en is elke lesbijeenkomst van toegevoegde waarde. Wat ik op maan-

Leergang Conditiemeting; Onderhoudskundig Inspecteur en/of Adviseur

Start 9 oktober: regel je startbewijs op tijd!

Doel

De Inspecteur

Kan op een objectieve en betrouwbare manier inspecties binnen zijn specialisatie Bouwkunde, Werktuigbouw, Elektrotechnische installaties, Infrastructurele Werken of Transport uitvoeren conform de NEN 2767. Kan aanvullende inspecties uitvoeren voor onderdelen Brandveiligheid, Energie en Inspectie (BOEI). Heeft inzicht in voldoen aan wet- en regelgeving. Vormt een team met de adviseur, kan de uitkomsten van de inspecties overleggen aan de Adviseur en is ondersteunend aan de adviseur in zijn besluitvorming.

De Adviseur

Kan het inspectierapport, aangeleverd door de inspecteur, op de juiste manier interpreteren. Kan binnen zijn eigen specialisatie een advies uitbrengen op grond van een NEN 2767 inspectie en aanvullende inspectie-items. Kan specifieke wensen van gebruiker/eigenaar en strategische doelen van de geïnspecteerde asset vertalen naar een advies.

NVDO HogeschoolUtrecht HelixAcademy verwelkomen je graag als deelnemer aan deze (gecertificeerde)

Leergang Conditiemeting.

dag in de les leer, kan ik op dinsdag meteen gebruiken tijdens een inspectie. Voor de eindopdracht van de opleiding heb ik samen met twee medestudenten een adviesrapport opgesteld voor een pand van Rijksvastgoed. Naast dat ik fijn heb samengewerkt met mijn team en met deze opdracht voor de opleiding ben geslaagd, was het ook leerzaam. Je kijkt als adviseur bij een pand van rijksvastgoed weer naar andere aspecten dan tijdens een beoordeling van een theater of sporthal. Ik kijk met plezier terug op de opleiding en ben van plan om in de toekomst mijn inspectiekennis uit te breiden met de specialisatie Electrotechniek”.

juli 2023 66
Faisel Salarbux
Meer info ?

Next Generation EAM

Veel bedrijven werken al jarenlang met een Enterprise Asset Management (EAM) systeem, maar gebruiken het voornamelijk als elektronische kaartenbak en digitaal werkordersysteem. Asset Management wordt er echter nog niet mee bedreven, terwijl dit tegenwoordig wel mogelijk is. Pakketten als Maximo, Ultimo, HxGN EAM (voorheen Infor EAM) en SAP EAM hebben zich afgelopen jaren enorm ontwikkeld en bieden nu ook functionaliteit voor zaken als Asset Investment Planning, Project Portfolio Management, Asset Performance Management, Business Intelligence en Predictive Maintenance. Ook op het gebied van Mobile, GIS- en BIM-integratie zijn grote stappen gezet.

Bent u klaar voor Next Generation EAM? Neem dan contact op met Mainnovation. Onze VDMXL-experts helpen u graag met al uw vragen rondom het verder professionaliseren én automatiseren van uw Maintenance & Asset Management-organisatie.

Mobile AIP PdM APM AI BIM BI PPM GIS
www.mainnovation.com

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.