4
#
nr. 04/ 2023
Vakblad Asset Management
TECHNIEK EN TECHNOLOGIE Beide thema’s vergen Onderhoud! Innovatieve Upwash-technologie Vervanging, Renovatie Bruggen, Energy Box en Verstopte leidingen
Mobile
GIS
PdM
PPM
Next Generation
EAM
BI
AIP
APM
BIM
AI
Veel bedrijven werken al jarenlang met een Enterprise Asset Management (EAM) systeem, maar gebruiken het voornamelijk als elektronische kaartenbak en digitaal werkordersysteem. Asset Management wordt er echter nog niet mee bedreven, terwijl dit tegenwoordig wel mogelijk is. Pakketten als Maximo, Ultimo, HxGN EAM (voorheen Infor EAM) en SAP EAM hebben zich afgelopen jaren enorm ontwikkeld en bieden nu ook functionaliteit voor zaken als Asset Investment Planning, Project Portfolio Management, Asset Performance Management, Business Intelligence en Predictive Maintenance. Ook op het gebied van Mobile, GIS- en BIM-integratie zijn grote stappen gezet. Bent u klaar voor Next Generation EAM? Neem dan contact op met Mainnovation. Onze VDMXL-experts helpen u graag met al uw vragen rondom het verder professionaliseren én automatiseren van uw Maintenance & Asset Management-organisatie. www.mainnovation.com
4
#
VOORWOORD <
nr. 04 / 2023
Uw partner in innovatief onderhoud!
technologie de Colofon Hoe techniek ontrafelt
Verhoog uw bedrijfsresultaat en blijf de concurrentie een stap voor, door efficiënt en duurzaam onderhoud van uw systemen en bedrijfsprocessen met behulp van:
VAM is het vakblad voor Asset Management in Nederland. Concept en realisatie Elma Media B.V. Keizelbos 1, 1721 PJ Broek op Langedijk 0226 33 16 00 www.elma.nl Art Direction Elma Media B.V. Hoofdredacteur Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO VAM is een uitgave van de NVDO Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud 1_2 VAM185x118.indd 1 Lange Schaft 7G Postbus 138, 3990 DC Houten 030 634 60 40 www.nvdo.nl info@nvdo.nl VAM is een samenwerking met
itanks.eu safetydelta.nl nevap.nl Auteurs Pieter Pulleman (WattHub en Hardnekkig verstopte leidingen) Laura van der Linde, Mainnovation (Asset Management; toegevoegde waarde van digitalisering) iTanks (Inspire: Rosettasteen met Gouda Vuurvast Services) Marijana Loutit, Hexagon (EAM Case Study ESS) Ian van den Brink, NVDO (Ontmoet) Arjan van Dijk, SDN (Veilig Werken) Barbara van Baarsel, NEVAP (Vastgoedxploitatie in de praktijk) Eva van Beveren, CroonWolter&Dros (Energy Box van Jord) Ellen den Broeder-Ooijevaar (alle overige artikelen) Druk Elma Media B.V. Advertentie-exploitatie Elma Media B.V. Silvèr Snoek - Sales Manager 0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl
Slimme, disruptieve innovaties, specifiek voor uw situatie!
Heb jij dat ook, dat je soms niet weet of iets is of Technologie? ROBOTICA – TOOLING – Techniek (SPECIAAL) MACHINES Samengevat kunnen wijTECHNISCHE zeggen dat techniek PRODUCTEN gaat over het oplossen van problemen en behoeften en technologie gaat over innovatie en het gebruik van verschillende takken van wetenschap. Met die definities kan ik wat, Benieuwd lijkt me duidelijk genoeg. wat wij voor u kunnen betekenen? Neem vrijblijvend
contact op met Guill Steijvers, voor een innovatief gesprek.
Ik ben mijn leven lang al gefascineerd door mieren en spinnen. De samenwerking van mieren vind ik echt geweldig en ik kijk er graag naar. Het spinnenweb vind ik een fantastische techniek. Het zijn namelijk prachtige en fascinerende kunstwerkjes. +31 651 220 818 – guill.steijvers@hightechalliance.nl En hoewel je ze waarschijnlijk in deze tijd geregeld tegenkomt (al was het alleen www.hightechalliance.nl maar aan je autospiegel), weten we eigenlijk nog maar weinig over hóe spinnen hun web bouwen. “De bouwfases van het web duren vele uren en bestaan uit duizenden gedragselementen die worden gecoördineerd door een brein dat meer dan 100.000 25-08-2023 10:45 keer kleiner is dan ons eigen brein”, aldus Abel Corver, onderzoeker in Baltimore die met een team onderzoek deed naar het spinnenweb. Hoe een spin met zulke kleine hersenen het dan toch voor elkaar krijgt om prachtige, architectonische hoogstandjes te bouwen? Dankzij een tal van bewegingen van de poten, zoals lopen, tasten en de manier waarop de spin tijdens het bouwen van het web de zijdelijnen vormt. Tot zover de techniek! Omdat het observeren van het spinnenwonder ongelofelijk veel tijd vergde en ook vaak in het donker moest plaatsvinden (een spin maakt zijn web graag ’s nachts), besloten de onderzoekers in hun studie gebruik te maken van technologie en ontwikkelden een geautomatiseerde methodologie die, met behulp van computeranalyses, het complexe spinnengedrag kwantitatief in beeld kon brengen. Om het bouwproces van het prachtige spinnenweb stapje voor stapje te kunnen volgen en de complexe dans van de spin te ontrafelen, verzamelden ze eerst zes spinnen van een bepaalde soort en zetten hen in een soort arena, waar infraroodcamera’s en -lampen waren opgesteld. Met behulp van machine vision-software, speciaal ontworpen om de beweging van ledematen te detecteren, volgde het team de miljoenen pootbeweginkjes van de spinnen die druk bezig waren met het bouwen van een web. Het betekent dat onderzoekers voor het eerst letterlijk elke stap van alle acht poten van een spin, terwijl hij zijn web bouwt, met behulp van kunstmatige intelligentie hebben vastgelegd. En dat verschaft ons een uniek inkijkje in de complexe, maar prachtige techniek. Misschien kijk je na vandaag ook anders naar spinnenwebben? Ik vind het in elk geval nog interessanter dan ik het al vond. Hartstikke mooi hoe technologie de techniek ontrafelt.
Ellen den Broeder-Ooijevaar, Hoofdredacteur VAM en Verenigings Manager NVDO 3
VAN DE VOORZITTER <
Techniek; daar kan je niet vroeg genoeg mee beginnen! Ook begrippen als techniek en technologie zijn aan inflatie onderhevig. Zoek op “Big Tech” en je vindt alleen maar IT bedrijven zoals Google, Apple, Meta, X, Microsoft, etc. “Big Tech” rubrieken op nieuws sites bieden je alle informatie over de nieuwste apps waarvan je vaak niet weet voor welk probleem deze een oplossing bieden. Natuurlijk is dit alles gebaseerd delicate chiptechnologie en software ontwikkeling methodieken, maar de toepassing en maatschappelijke impact hiervan is oneindig veel groter dan de vaak dubieuze doelstellingen die de zogenaamde “Big Tech” bedrijven voorstaan. De “Fin Tech” bedrijven zijn zo mogelijk nog erger. Is dit nou echt Big Tech?
‘
Kijkend vanuit de technische sector en als promotor van de betekenis van techniek voor de samenleving, wil ik hierbij oproepen om de kreet “Big Tech” per omgaande de betekenis te geven die deze verdient. Techniek draagt mogelijk bij dat wij ons veilig kunnen verplaatsen over de weg, spoor en door de lucht. Techniek garandeert levering van water, stroom en informatie. Techniek is essentieel voor zorg en veiligheid. De welvaart die wij in Nederland en Europa hebben, hebben wij te danken aan techniek en de technologische ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden en gelukkig nog steeds plaatsvinden. Innovatie en technologische ontwikkelingen zijn vooral te vinden bij jonge bedrijven, geleid door jonge, passievolle ondernemers die al direct hebben ingezien wat Big Tech echt inhoudt. Laten wij vooral doorgaan om jonge mensen, beginnend op de basisschool, alle mooie kanten van de techniek te laten zien en welke grote betekenis dit ook voor hun toekomst zal hebben. Misschien helpt een slogan als: “Hee Deb, kijk verder dan je App!”
‘Reserveer alvast 31 mei 2024: Dag van het Onderhoud’
4 oktober 2023
Inhoud
03 Voorwoord
04 Van de voorzitter
08 Routekaart Elektrificatie in de industrie
14 Kwaliteit plasticafval verhogen met innovatieve Upwash-technologie
19 Kort
24 De toegevoegde waarde van digitalisering
29 Nooit geschoten is altijd mis…
32 Techniek en Technologie – gezien vanuit een andere hoek 37 Kort
48
42 Reversed Scenario Thinking
Handreiking en Checklist Split Incentive
55 Flinterdun beton dankzij textielwapening
56 Cursuskalender
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58
06 Als je hier je passie voor techniek niet kwijt kunt, dan kan je dat nergens. > Teun Brandt is opgegroeid op een boederij waar alles eigenhandig werd gerepareerd.
Technologie als detail 12
Fit en dus Veilig 16
Defensie heeft meer fysieke en milieuruimte nodig en zet daar ook Techniek voor in! 22
WKO’s kunnen slimmer: met de Energy Box van Jord 26
Heijmans vervangt en renoveert technische installatie van tweetal bruggen Zuid-Holland 30
Met waterdrukgolven hardnekkig verstopte leidingen te lijf 34
Hexagon EAM Case Study: European Spallation Source (ESS) 38
Laadplein voor zwaar elektrisch materieel aan de A15 44
Waterstofbussen van start in regio Achterhoek 52
Casus 58
5
Teun Brandt Foto: privé collectie 6 oktober 2023
ONTMOET Teun Brandt <
Wie
Teun Brandt
Wat
Technical Lead Maintenance
Teun Brandt is opgegroeid op een boederij waar alles eigenhandig werd gerepareerd. Zo ontstond zijn passie voor de techniek waar hij later zijn loopbaan van heeft gemaakt. Maar, naast reparaties werd er ook gebouwd; “We gingen naar de winkel om te kijken hoe iets in elkaar zat en maakte het dan thuis in onze grote werkplaats na”. De Ossenaar werkt al jarenlang bij Organon waar hij is begonnen als machinesteller op de steriële vulling. Hierna stroomde hij door naar de mechanische werkplaats om vervolgens technician te worden. Aandrijftechnieken, pleumatiek, sensoren, elektrotechniek en mechatronica, het speelt allemaal een rol bij het wereldwijde gezondheidsbedrijf.
technieken wordt er inmiddels ingezet op predictief onderhoud. Vroeger was een technician vrij mechanisch, je repareerde wat er kapot was. Nu ben je als technician steeds meer een operator en zorg je ervoor dat machines goed zijn afgesteld”. Die omschakeling, bijvoorbeeld van machines met kettingen en tandwielen naar elektrische machines met een schermpje, hekelt Brandt echter niet. “Vroeger was alles anders, maar dat is gewoon de tijd”.
> Van Technician naar Technical Lead Maintenance. Tijdens zijn opleiding werktuigbouwkunde aan de MTS raakte Brandt bekend met verschillende technieken en dat kwam goed van pas. “Alle verschillende facetten komen hier aan bod. Toen ik begon als technician was ik bijvoorbeeld bezig met complexe storingen, calibratie van specifieke onderdelen, het afstellen van machines, werkinstructies schrijven of het plaatsen van machines. Het is een breed beroep waarin je de passie voor techniek goed kwijt kunt”. Gedurende deze periode werd er weinig stilgezeten en zijn alle kansen die werden aangereikt aangepakt. “Ik heb alle cursussen gevolgd die ik kon volgen, heb nagenoeg al mijn lasdiploma’s gehaald en ben VCA gecertificeerd”. Doorgroeiend in zijn positie werd Brandt Senior Technician en uiteindelijk Technical Lead Maintenance waarbij hij de leiding heeft over een team van vijf (senior)technicians. “Geen dag is hetzelfde en dat maakt het werk leuk. Correctief onderhoud komt zeker nog voor, maar dat is vaak redelijk snel opgelost. Met de komst van nieuwe
‘
> Tijden veranderen. Samen met zijn team worden de problemen zo goed mogelijk aangepakt. Dat vergt een goede voorbereiding en precies daar houdt Brandt zich in zijn huidige rol voornamelijk mee bezig. Maar dat betekent niet dat hij minder met techniek in aanraking komt. “Het is belangrijk om alle informatie te verzamelen en zo uit te leggen aan mijn team dat ze daarmee aan de slag kunnen. Daarnaast worden de veranderende technieken goed bijgehouden en traint het team met specifieke machines. “We gaan uitdagingen aan en repareren op de ouderwetse manier door te kijken hoe iets in elkaar zit”. Die verandering is ook terug te zien in de hobbies van de vervend motorrijder. Waar hij voorheen zelf sleutelde aan zijn motor of auto’s, is dat de laatste jaren niet meer het geval. In plaats daarvan houdt hij zich bezig met bijvoorbeeld klussen, verbouwen of dingen repareren die kapot zijn. “Stilzitten is er niet bij en ik hou me daardoor altijd wel bezig met techniek”. <
‘Als je hier je passie voor techniek niet kwijt kunt, dan kan je dat nergens’ 7
THEMA ARTIKEL <
Routekaart Elektrificatie in de industrie
De Routekaart Elektrificatie in de Industrie werd in 2021 gepubliceerd om de urgentie, potentie en mogelijke routes van elektrificatie in de industrie prominent op de agenda te zetten. We zijn inmiddels bijna twee jaar verder. Zijn er al successen te vieren? En waar is juist nog werk aan de winkel? Drie experts halen het net op.
8 oktober 2023
‘
‘Het is een systeemverandering, waar de gehele energieketen tegelijkertijd naartoe moet bewegen’
Foto: NVDO
De Nederlandse industrie draait van oudsher op grote hoeveelheden fossiele energie. En dan met name aardgas. Maar om de Klimaatdoelen te halen en de industriële uitstoot drastisch te verlagen, moet het roer razendsnel om. Elektrificatie is daarbij een onmisbaar instrument. Sterker nog: elektrificatie zal ten minste 60 procent van de toekomstige energievraag van de industrie invullen. De grote vraag is: hoe zetten we zo’n enorme transitie in gang en tackelen we de uitdagingen die ermee gepaard gaan? De Routekaart Elektrificatie werd in het leven geroepen om daar antwoord op te geven. In het document wordt de elektrificatieopgave in detail uiteengezet en worden de meest kansrijke routes richting 2030 én 2050 geschetst. Het document werd in opdracht van de werkgroep Power-to-Industry ontwikkeld door TKI Energie en Industrie, DNV, TNO en een schare aan andere (kennis)partners.
> Elektrificatie: een ‘need to have’. De opgave en verduurzamingsroutes in een notendop: de industriële elektriciteitsvraag bedraagt in 2050 waarschijnlijk tussen de 80 en 130 terawattuur (TWh)
’
en wordt daarmee drie tot vier keer hoger dan nu. Daardoor moet er tot en met 2030 ten minste 10 gigawatt aan windenergie op zee bijkomen om de industriële elektriciteitsvraag te dekken. In 2050 is er zelfs 26 tot 46 gigawatt aan offshore capaciteit nodig voor de industrie. Ondertussen moet het aantal zonnepanelen in Nederland gestaag blijven stijgen en moeten industriële spelers aan de vraagkant investeren in e-boilers, warmtepompen, elektrische aandrijvingen en andere innovaties die bijdragen aan elektrificatie. Daarnaast moet het Nederlandse elektriciteitsnet óók voorbereid worden op de toekomst en het onderhoud zal moeten worden aangepast. Eveline Otten, voorzitter van de Power-to-Industry werkgroep; “Elektrificatie is een need to have voor de industriesector, geen nice to have. Alternatieve manieren om schoorsteenemissies te reduceren zoals energiebesparing en CCS zijn ook belangrijk, maar zonder grootschalige elektrificatie gaan we de klimaatdoelen voor de industriesector simpelweg niet halen”.
> Successen geboekt. De routekaart biedt tevens meerdere handvatten om daar direct mee aan de slag te gaan, zowel voor de industrie- en energiesector als overheden. Gebeurt dat al? Ja en nee, zegt Otten; “Er zijn zeker successen te vieren. De invoering van de zogenoemde ‘hekjes’ in de nieuwe aanvraagronde van de SDE++ (die technologieën op het gebied van warmte meer kans geven) is bijvoorbeeld een mooi voorbeeld van het stimuleren van elektrificatie. De rijksoverheid heeft onze aanbevelingen voor wind op zee daarnaast één op één overgenomen en op dat gebied zijn ook forse slagen gemaakt. En we zien dat meerdere industriële partijen de e> boiler hebben ontdekt. Ook dat is fijn”.
9
>
Amelie Veenstra, directeur beleid bij brancheorganisatie Holland Solar, vult aan; “Mede door netcongestieproblemen is de bewustwording over (het belang van) elektrificatie de laatste jaren enorm gegroeid. Zaken als flexibiliteit en efficiënt gebruik van het huidige elektriciteitsnet staan tegenwoordig prominent op de agenda, bijvoorbeeld in de vorm van het Landelijk Actieprogramma Netcongestie. Daarnaast heeft de zonne-energiesector echt sprongen gemaakt op het gebied van schaal, innovatie en professionaliteit”.
> Stip op de horizon. Genoeg te vieren dus. Maar tegelijkertijd is er nog heel veel werk te verzetten. Zo heeft de overheid nog steeds geen stip op de horizon gezet voor elektrificatie. Niet voor 2030 en niet voor 2050. En dat terwijl die er voor andere aspecten van de energietransitie wel zijn. “Zo dreigt elektrificatie de underdog van de energietransitie te worden”, stelt Otten. “Terwijl het de belangrijkste sleutel tot succes is, zeker voor de industrie”. Veenstra sluit zich daarbij aan; “Voor alle bedrijven, sectoren en markten die dit moeten waarmaken, is duidelijkheid enorm belangrijk. Wat moeten we bereiken? Wanneer? En op welke overheidssteun kunnen we rekenen? Als je dat weet, kan je plannen maken en (belangrijker nog) aan de slag gaan. Een beleidsdoel vanuit de overheid zou daar enorm bij helpen, dán komt de markt in beweging. Het geeft richting en schept duidelijkheid over de toekomstige elek-
triciteitsvraag en mogelijke knelpunten. Maar (mede) doordat die ambitie ontbreekt, wordt er vooralsnog te weinig geïnvesteerd”.
> Complementair ontwikkelen. Het stellen van een beleidsdoel is niet de enige belangrijke taak die de rijksoverheid heeft, stelt Londo. Het heeft ook een belangrijke rol als initiator, verbinder en regisseur van het elektrificatieproces. “Neem bedrijventerreinen”, zegt hij. “Daar vind je kleine industrie, transportbedrijven, mkb’ers, een stukje gebouwde omgeving… Die kunnen individueel met elektrificatie aan de slag gaan, maar de slagkracht is vele malen groter als ze dat gezamenlijk doen. De overheid kan dergelijke samenwerkingen bij uitstek faciliteren”. “De markt kan heel veel zelf oppakken en oplossen, maar de transitie moet wel gecoördineerd worden”, vult Otten aan. “De overheid beschikt over de middelen om dat te doen. Met verleiden en beprijzen kan het de markt de juiste richting opsturen. Die rol van regisseur is juist bij elektrificatie onmisbaar. Het is namelijk essentieel dat de vraag-, transport- en aanbodkant parallel aan elkaar met elektrificatie aan de slag gaan”. “Complementair ontwikkelen noemen we dat en we kunnen niet zonder”, zegt Veenstra. “Want als het aanbod van hernieuwbare energie te ver vooruit loopt, stuit het op een keer op een gebrek aan vraag. Dan stappen investeerders niet meer in, omdat er teveel onzekerheid is. Als we écht vaart willen maken, moeten we op alle fronten tegelijkertijd aan de bak. En daar is goede regie voor nodig”.
> Flexibiliteit benutten. Veenstra vindt daarnaast dat de potentie van flexibiliteit aan de vraagkant nog veel beter benut kan worden. “Elektrificatie van de industrie biedt ontzettend veel kansen op dat gebied. Ik hoorde laatst nog over een kwekerij in Leimuiden die met netbeheerder Liander had afgesproken om zijn kassen voortaan ’s nachts te verlichten. Dat scheelde zoveel op de piekbelasting dat er meteen negen nieuwe bedrijven aangesloten konden worden. Van dat soort initiatieven hebben we er veel meer nodig. Er zijn zoveel mogelijkheden, maar vooralsnog grijpen we die nauwelijks. Het bewustzijn over de potentie van flexibiliteit is fors toegenomen de laatste jaren, dat is goede nieuws. Maar nu is het tijd voor actie”.
> Tijd voor actie. Volgens Otten beperkt dat zich niet alleen tot het vraagstuk van flexibiliteit. “Het is tijd voor actie over de volle breedte, want 2030 komt nu echt dichterbij”, zegt ze. “In de aankomende jaren moeten we grote slagen maken op het gebied van elektrificatie. En tegelijkertijd moeten we ook plannen gaan maken voor ná 2030, want ook tot en met 2050 staat ons een grote opgave te wachten”.
Eveline Otten Foto: Topsector Energie
10 oktober 2023
Om die transities succesvol te maken, is ontzettend veel kennis en kunde nodig. Het is dan ook noodzakelijk dat we aardgas nu voorgoed achter ons laten, zegt Londo. “Aardgas is natuurlijk decennialang onze grote vriend geweest. Het is lange tijd spotgoedkoop geweest en het is een gemakkelijk product, omdat aardgascentrales gemakkelijk aan en uit te schakelen zijn. Elektrificatie is een stuk complexer, vraagt om ingrijpende systeemveranderingen en zal het hart van bedrijfsprocessen raken. Maar we moeten er wel mee aan de slag”. <
Netwerken Beheer en Onderhoud Asset Management Techniek Branchevereniging
Conditiebewaking Prestatiemanagement Maintenance Academy Kennisontwikkeling
Onderhoud je netwerk en Deel kennis en ervaring Maak onderdeel uit van Europa’s grootste netwerk
>> Word lid!
De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) is dé toonaangevende brancheorganisatie die middels belangenbehartiging, kennisontwikkelingen en -overdracht en netwerken ondersteuning biedt aan bedrijven en personen die bij de besluitvorming op het gebied van Beheer en Onderhoud/Asset Management betrokken zijn en daarmee de Nederlandse onderhoudssector als ’s werelds beste helpt te presteren.
De NVDO doet dit door in de sector een onafhankelijke positie in te nemen en alle relevante bedrijfssectoren met behulp van voorlichting, advisering, kennisontwikkeling, (wetenschappelijk) onderzoek en kennisuitwisseling ten dienste te staan en zo op weg te helpen naar excellent Asset Management.
Het NVDO-lidmaatschap biedt vele voordelen!
Het NVDO-Lidmaatschap geeft toegang tot
•
•
• • • •
Grootste netwerk van Europa (fysiek en digitaal) Regionale activiteiten Vakinhoudelijke kennis en netwerk Compleet portfolio Maintenance Academy Collectieve abonnementen op vakbladen
• • • •
Kengetallen, Trends, Visie (NVDO Onderhoudskompas) Platform Materiaalkunde (wetenschappelijke) Publicaties, waaronder Visiedocumenten Kortingen op ons cursusaanbod van de NVDO Maintenance Academy Jongerenboard
Asset Management, Duurzaamheid, Veilig Werken en Energie-efficiency zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!
Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan >> Lange Schaft 7G - 3991 AP Houten | Postbus 138 - 3990 DC Houten 030 - 634 60 40 | info @ nvdo.nl | www.nvdo.nl
11
INSPIRE <
Arie van Vliet Foto: Gouda Vuurvast Services
Technologie als detail
“Technische dienstverlening is het leukste wat ik in mijn carrière heb gedaan’. Arie van Vliet, directeur van Gouda Vuurvast Services kijkt terug op een loopbaan waarbij hij samen met klanten steeds zocht naar de best mogelijke oplossing. Dat is vaak een uitdaging omdat ‘de klant’ denkt vanuit het bekende en niet altijd de nieuwe mogelijkheden kent. 12 oktober 2023
‘ ’
‘Stappen naar voorspelbaar onderhoud’
Van Vliet is al ruim 46 jaar technisch dienstverlener. Na zijn start als monteur voor pompen en turbines kreeg hij een salesfunctie en legde hij vervolgens de combinatie met service en onderhoud. Van Vliet; “Begin jaren ‘90 kreeg dat vorm omdat wij servicebedrijven kochten en door de synergie met onze eigen producten een geheel nieuwe dimensie konden toevoegen aan onze portfolio. We zijn nu ruim 30 jaar verder, er is veel veranderd en tegelijkertijd nog weinig. Als ik nu door de industrie rijd en fabrieken uit die tijd bezoek, zie ik nog steeds dezelfde kleppen in de installaties als in de jaren ’90. Het is bewezen techniek en dat verander je niet zomaar. En daar zie je gelijk het spanningsveld voor innovatie”.
> Waardevolle feed back. Toen hij in 2008 de vraag kreeg om een nieuw bedrijf op te zetten voor service en onderhoud van vuurvaste bekleding van verbrandingsinstallaties, pakte Van Vliet die kans. “Gouda Vuurvast Services is opgezet vanuit de steenfabriek en een serviceafdeling met de bedoeling om onze dienstverlening verder uit te breiden. Dus ben ik in mijn eerste weken op de koffie gegaan bij bestaande relaties om te horen hoe zij tegen Gouda Vuurvast aankeken. Één daarvan gaf me heel waardevolle kritiek waar ik in de jaren daarna veel aan heb gehad. Zijn opmerking was ‘jullie zijn misschien wel de beste en weten heel veel, maar je vertelt het niet’ En daar lieten we dus veel liggen”.
> Intensivering van voorspelbaarheid. In de jaren daarna is het delen- en inzetten van kennis voor vernieuwing een vaste waarde geweest. De lerende steen is daar een goed voorbeeld van. Dit project had als doel om een vuurvaste steen te maken die ‘vol’ zat met sensoren. De metingen van die sensoren waren bedoeld voor een datamodel en om meer te kunnen zeggen over de conditie van de wandbekleding als gevolg van het verbrandingsproces. Dit project is afgerond in 2019 en opgevolgd door het project De Rosettasteen. Hier worden de ervaringen van De Lerende Steen en nieuwe technologieën ingezet voor de volgende stap in voorspelbaarheid. De resultaten van dat project zijn in september gepresenteerd bij het WCM Jaarcongres. > Het is waar hoor: meten is weten! Met de data uit de steen worden modellen gebouwd voor voorspellend onderhoud. Van Vliet; “Dat wordt een doorbraak voor de klant. De grondstoffen van het
verbrandingsproces, het afval dus, zijn niet constant en daardoor zijn de verbrandingsprocessen heel wisselend. Het komt de laatste tijd zelfs voor dat hele lachgascontainers in het verbrandingsproces komen en ontploffen, met alle gevolgen van dien. Door te weten hoe de verbranding is geweest, kan je ook meer zeggen over het benodigde onderhoud en wordt de voorspelbaarheid vergroot. Dat betekent dat je niet meer op interval de oven in gaat maar alleen als het nodig is. Dat is zowel voor de eindklant als voor de dienstverlener een grote verandering”. Die verandering zal niet zonder slag of stoot gaan. Van Vliet; “Er moet een vraag zijn, -of ontstaan om er op in te kunnen spelen en dan moet je die ook innovatief kunnen beantwoorden anders kom je ook niet verder. Je kent vast dat verhaal van Henry Ford waarin hij vertelde ‘Als ik had gemaakt wat de mensen vroegen hadden we snellere paarden gehad, maar dat was niet de behoefte. De behoefte was sneller van A naar B te komen dus heb ik de auto verder ontwikkeld.’ Van Vliet is daarbij wel een gelover in technologie om een oplossing te bieden voor actuele vraagstukken. Bijvoorbeeld dat er op dit moment geen ruimte is op het elektriciteitsnet of dat het opslaan van duurzame energie nog veel op zich laat wachten door de ontwikkelingen op het gebied van batterijen. “Het gaat misschien niet altijd snel genoeg, maar het zal met een paar jaar goedkomen”.
> Ontwikkelen met ambassadeurs. De Rosettasteen is ontwikkeld in samenwerking tussen Gouda Vuurvast Services, AMC Tools & Training (ontwikkelaar assetmanagement-model), Kessec (expert in afvalverbrandingsinstallaties), Kraitierien (beroepsonderwijs afvalverwerkingssector) de afvalverwerkingsbedrijven HVC Alkmaar en AEB, onderwijspartner Hogeschool van Amsterdam en World Class Maintenance als penvoerder. Bij de ontwikkeling van dit soort nieuwe technologieën is het belangrijk dat iedereen ‘mee’ gaat. Misschien in het begin nog wat terughoudend maar later écht betrokken. Van Vliet; “De mensen in de overalls zijn daarbij de beste ambassadeurs van de vernieuwing. Zij staan bij de klant en zij horen de reacties. Wanneer je die opmerkingen meeneemt en serieus behandelt, dan heb je een mooie closed loop door het hele ontwikkelproces. De klant heeft behoefte aan betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de installatie. En alles dat daaraan bijdraagt is van belang. Technologie is dan soms maar een detail”. <
13
INNOVATIE <
Kwaliteit plasticafval verhogen met innovatieve Upwash-technologie Op dit moment wordt slechts een klein deel van het plastic dat we dagelijks gebruiken gerecycled. Om meer plasticafval te kunnen hergebruiken zijn innovatieve technologieën nodig die plastic zo efficiënt en effectief mogelijk kunnen recyclen. Het door TNO bedachte Upwash concept is zo’n technologie, die nu verder wordt ontwikkeld en gereed gemaakt voor opschaling.
Foto: TNO 14 oktober 2023
Om afscheid te kunnen nemen van fossiele grondstoffen voor plastics, moeten deze vervangen worden door alternatieve koolstofbronnen. Plasticafval lijkt een goede optie te zijn, omdat het chemisch gezien het meeste lijkt op de fossiele grondstoffen die het moet vervangen. Er is echter zeer veel plasticafval nodig om alle fossiele grondstoffen voor de productie van plastic te vervangen. Zoveel dat er zelfs schaarste aan goed en schoon plasticafval zal ontstaan.
‘
> Focus op de voorkant van de keten. Voordat we geschikt
plasticafval hebben voor recycling, gaan er meerdere stappen aan vooraf. Na het verzamelen, sorteren, wassen, fijnmalen en granuleren moet het plastic gescheiden en gezuiverd worden om de kwaliteit voor de nieuwe plasticproductie te waarborgen. De focus ligt nu op het omzetten van schoon plasticafval naar nieuwe grondstoffen voor polymeren. De huidige kwaliteit en hoeveelheid plastic uit inzamelen en sorteren voldoet echter niet aan de kwaliteit en hoeveelheid die gevraagd gaan worden. “Als onderdeel van het Kenniscentrum Brightsite onderzoeken we hoe we de kwaliteit kunnen verbeteren en gelijktijdig de hoeveelheid geschikt plasticafval aanzienlijk kunnen vergroten”, vertelt Rinke Altink, programmamanager Renewable feedstocks bij TNO Brightsite. De focus ligt daarbij op ‘mixed plastic wastes’, die overblijven na sortering van alle plastics die mechanisch gerecycled kunnen worden. Upwash, een zogenaamde hydrothermale technologie, is één van de manieren om meer goede kwaliteit plastic uit deze afvalstromen te halen.
> Transformatie naar een duurzame industrie. Brightsite
levert een belangrijke bijdrage aan de overgang van de chemische industrie naar hernieuwbare energie en grondstoffen, met als doel deze sector klimaatneutraal te maken en oplossingen te bieden voor andere sectoren. Zij stimuleert de ontwikkeling en commerciële toepassing van technologieën die de chemische industrie in staat stellen haar doelstellingen op het gebied van duurzaamheid, veiligheid en menselijk kapitaal te bereiken, in overeenstemming met de klimaatuitdaging en de energietransitie. Een mooie opdracht waar kennis en kunde van alle partijen samenkomen, toegewijd aan het veiligstellen en bevorderen van werkgelegenheid op een duurzame manier.
> Hoe werkt Upwash? Met de Upwash technologie worden plasticafvalstromen behandeld met heet water, ver boven 100° Celsius en onder druk. De dichtheid van polyolefinen, die veel gebruikt worden als verpakkings-materiaal, is lager dan die van water. Deze plastics kunnen daardoor gescheiden worden van andere plastics met een hogere dichtheid. Ook verontreinigingen zoals etensresten worden tijdens deze hete ‘wasstap’ verwijderd waardoor een veel schonere plastics afvalstroom overblijft. Het voordeel van Upwash is dat er geen additieven zoals chemische oplosmiddelen nodig zijn.
> Opschalen naar economische schaal. Op dit moment wordt het Upwash-proces opgeschaald van laboratoriumopstelling – 30 liter, waarin ongeveer 1 kilo afval per test gezuiverd wordt – naar pilotschaal. De pilotschaal vormt de tussenstap tussen lab- en industriële schaal; klein genoeg zodat je nog redelijk flexibel bent en groot genoeg om het te kunnen vertalen naar het echte werk. Altink; “In de pilotfase bootsen we de situatie op grote schaal na en kunnen we ook kijken naar aspecten als energie- en waterverbruik van het proces en hoe dat te minimaliseren. We werken met een multidisciplinair team om alle facetten van de opschaling goed te belichten”. Het streven is
Rinke Altink Foto: privé collectie
‘Technologie helpt bij de industriële transformatie naar een duurzame toekomst’
’
de pilot in 2025 operationeel te hebben. ongeveer drie jaar later zou ontwikkeling tot demonstratieniveau klaar moeten zijn, zodat rond 2030 op de eerste economische schaal gedraaid kan worden.
> Toekomstbeeld: onderdeel van waardeketen. “Uiteinde-
lijk willen we ervoor zorgen dat de pure polyolefinen die met Upwash worden verkregen direct naar fabrieken kunnen worden geleid en zo onderdeel van de waardeketen worden. Dat betekent dat we naar een continuproces op industriële schaal moeten. De weg daarnaar toe is best complex”. Altink vertelt verder dat er nu naar naar de plasticafvalstromen gekeken wordt die bij huishoudens vandaan komen. “Maar in de toekomst moeten we ons ook op ander afval richten zolang er maar genoeg van de juiste plastics (met een lage dichtheid) in zit”. De plasticafvalstromen van de toekomst (waarbij rekening gehouden is met design voor recycling) zullen bovendien anders zijn dan het afval van nu. “Daar gaan we niet op wachten, maar we moeten er wel rekening mee houden. Met Upwash kunnen we op relatief korte termijn bijdragen. En we moeten nu starten, gezien de klimaatproblemen”. <
Doe ook mee! TNO wil de komende tijd in samenwerking met partners bepalen hoe de Upwash-technologie past binnen de circulaire plastics waardenketen. Wil je meer weten over de mogelijkheden van de Upwash? Of wil je bedrijf bijdragen aan de verdere ontwikkeling en validatie van deze technologie? Neem dan contact met Rinke Altink: 06 23543547
15
VEILIG WERKEN <
Foto: NVDO
Fit en dus Veilig Good safety is good business. Veiligheid wordt wel eens gezien als kostenpost. Niets is echter minder waar. Bedrijven die hun bedrijfsvoering en organisatie goed op orde hebben, hebben meestal ook hun veiligheid uitstekend op orde. Dit geldt voor bekende en nieuwe bedrijfsactiviteiten. 16 oktober 2023
Nederlandse wetgeving, het zogenaamde Brzo 2015, vereist van bedrijven alle maatregelen te treffen die nodig zijn om zware ongevallen te voorkomen en de gevolgen daarvan voor de menselijke gezondheid en het milieu te beperken. Je moet dit als bedrijf te allen tijde kunnen aantonen aan de aangewezen toezichthouders. En, het is verboden een installatie in werking te hebben wanneer maatregelen niet zijn getroffen of deze duidelijk onvoldoende zijn.
> Statement of Fitness. De asset owner is binnen een bedrijf persoonlijk verantwoordelijk om aan de wettelijke eisen te voldoen. Hij of zij geeft namelijk uiteindelijk de instructie om een installatie in- of uit- bedrijf te nemen. De stand en de staat van de techniek zijn bepalend bij het nemen van die beslissing. Daarom vraagt een asset owner vaak van de technische en operationele diensten om een statement of fitness voordat nieuwe installaties in bedrijf mogen worden genomen, of bij veranderingen aan bestaande installaties. “Soms gebeurt dit ook na een incident waarbij er een onverwachte shutdown van een installatie was, of na een turnaround, of nadat een installatie onverwacht buiten de ontwerp limieten heeft geopereerd”, zegt Arjan van Dijk, Safety Delta Nederland. Hij noemt daarbij enkele voorbeelden zoals onverwachte blootstelling van delen van de installatie aan hogere temperaturen dan waarvoor ontworpen, of onverwachte interne of externe corrosie.
> Bewijs is goed, maar ook noodzakelijk. In zo’n statement of fitness wordt een aantal vragen beantwoord. Van Dijk; “Je wilt als asset owner bewijs dat de veiligheidsrisico’s in kaart zijn gebracht en gedocumenteerd, inclusief de maatregelen die in werking zijn om de risico’s te beheersen. Daarnaast wil je bewijs dat eventuele veranderingen door daarvoor aangestelde, competente technici zijn goedgekeurd volgens de Management of Change procedure. Verder wil je bewijs dat alle werkprocedures om de installatie binnen de operationele limieten te houden op orde zijn, en dat de mensen die de werk uitvoeren daarvoor de juiste competenties
‘
hebben, en fit zijn om het werk te gaan uitvoeren. En, tenslotte wil je nog bewijs dat het technische ontwerp aan de veiligheidsstandaarden voldoet”. Vaak zijn die standaarden voorgeschreven in de milieuvergunning. Je spreekt dan over het verplicht toepassen van de Best Beschikbare Technieken, of iets dat daaraan gelijkwaardig is. Voorbeelden hiervan zijn te vinden in de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS). Er zijn PGS-en met regels voor de opslag en vervoer van bijvoorbeeld propaan, voor het afleveren van vloeibaar aardgas (LNG), voor waterstof, voor energieopslag met lithium batterijen, of voor het opslaan van brandbare vloeistoffen in tanks.
> Inzet van techniek en technologie. Het gebruik van nieuwe technologie of het anders inzetten van bestaande techniek maakt dat niet alleen asset owners, maar ook toezichthouders anders naar veiligheidseisen kijken. Van Dijk noemt een voorbeeld; De opslag en verlading van ammoniak. Hiervoor wordt op dit moment door vertegenwoordigers van industrie en toezicht gewerkt aan een vernieuwde PGS-richtlijn. Ammoniak, NH3, is namelijk een waterstof drager. Grootschalige import van ammoniak dat is geproduceerd met groene waterstof in delen van de wereld met veel zon, wind of waterkracht zou een belangrijke rol kunnen spelen in de energie transitie. Een aantal tankopslagbedrijven hebben aangekondigd investeringen te overwegen. Om dit veilig te kunnen doen, zijn goede afspraken nodig over de te gebruiken standaarden, zodat je niet alleen zelf weet dat bij implementatie ervan de installatie fit to operate is, maar ook dat er een level playing field is, waarbij iedereen moet voldoen aan vergelijkbare normen”. > Bestaande kennis optimaal benutten. Transport en overslag van ammoniak gebeurt al tientallen jaren en er is veel kennis over de gevaren en de technieken om die te beheersen. Soms is dit veel lastiger, bijvoorbeeld wanneer het gaat over circulariteit van grondstoffen. Een voorbeeld is de productie van Sustainable >
‘Afspraken over de te gebruiken standaarden zorgen voor level playing field, waarbij iedereen moet voldoen aan vergelijkbare normen’ 17
Foto: NVDO
>
Aviation Fuels (SAFs) uit bijvoorbeeld afgewerkte frituurolie of slachtafval. “Toepassing van SAFs helpt bij de verlaging van de CO2 emissies door vliegtuigen. Een aantal bedrijven bouwt grote nieuwe installaties om ‘afvalstromen’ om te zetten naar hoogwaardige vliegtuigbrandstof en diesel. Het gaat hier om slimme, nieuwe combinaties van bestaande technologie, waarbij nieuwe veiligheidsrisico’s anders beheerst moeten worden”, aldus Van Dijk. Een voorbeeld van zo’n risico: frituurolie en dierlijk vet bestaat chemisch gezien uit een glyceride en onverzadigde vetzuren. In één van de processtappen moeten de zuurstof verbindingen verwijderd worden met hoge druk waterstof en een katalysator. Ook worden daarbij de onverzadigde vetzuren gehydrogeneerd. “Het is een ingewikkelde reactie waarbij veel warmte kan vrijkomen. Beheersing van de temperatuur in de reactoren kan lastig zijn door de wisselende samenstelling van de ‘afvalstroom’. Ook is het reactieproduct waarin veel water zit soms erg corrosief, en dit water moet vervolgens gezuiverd worden om aan de strenge milieueisen te voldoen. Voor dit alles bestaan op dit moment nog geen specifieke technische standaarden” benadrukt Van Dijk. Innovaties uit het laboratorium worden direct toegepast in de nieuwe fabriek. “Juist is in dit soort situaties is een statement of fitness van groot belang voor het in bedrijf nemen van zo’n fabriek zodat je weet dat deze fit is om in bedrijf te nemen, en fit is om in bedrijf te houden”. <
18 oktober 2023
Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen De publicatiereeks is een handreiking voor bedrijven die gevaarlijke stoffen produceren, transporteren, opslaan of gebruiken en voor overheden die zijn belast met het toezicht op en de vergunningverlening aan deze bedrijven. Een PGS-richtlijn is een document over specifieke activiteiten met gevaarlijke stoffen. Het beschrijft integraal de belangrijkste risico’s van die activiteiten voor de omgevings- en brandveiligheid en de veiligheid van werknemers. Daarnaast beschrijft het de mogelijke gevolgen van die activiteit voor de rampenbestrijding. De relatie met de wet- en regelgeving wordt benoemd en doelen worden zo specifiek mogelijk geformuleerd om de risico’s te beheersen en de negatieve effecten voor mens en milieu te beperken.
Kort Haliade-X zet nieuwe normen Het prototype Haliade-X in de Rotterdamse haven heeft met zijn nieuwe technologie en afmetingen een aantal nieuwe maatstaven gezet op het gebied van duurzame windenergie. Eén draai wekt namelijk genoeg elektriciteit op om een gemiddeld Nederlands huishouden meer dan twee dagen van stroom te voorzien. Het prototype Haliade-X op de Maasvlakte in Rotterdam, is 248 meter hoog en heeft wieken van 107 meter. Bovendien levert het de grootste energieopbrengst ooit uit een enkele windturbine. De Haliade-X kan jaarlijks 46,3 GWh aan elektriciteit opwekken, waardoor de CO2-uitstoot met 28,1 kiloton wordt verminderd. Het is de eerste windturbine ooit die in 24 uur 288 MWh opwekt. De schaalvergroting van (offshore) windturbines is een belangrijke stap in het opwekken van meer duurzame energie, het versnellen van de energietransitie en daarmee het beperken van de effecten van klimaatverandering. ‘s Werelds grootste offshore windturbine in bedrijf, het Haliade-X-prototype van GE, is geüpgraded of “opgewaardeerd” en kan nu werken met een nominaal vermogen van 14 MW. Onshore testen De turbine is ontworpen voor offshore installatie. Maar eerst werd
het turbineprototype geïnstalleerd en wordt het aan land getest om de resultaten op een gemakkelijkere en toegankelijkere manier te monitoren. Voor deze testfase zijn twee complete turbinegondels gebouwd. Eén is in Rotterdam geïnstalleerd om uitgebreid in de praktijk te worden getest. De andere is in batches verzonden naar verschillende gespecialiseerde testcentra over de hele wereld. De resultaten van onshore tests leiden uiteindelijk tot typegoedkeuring en offshore installatie. Modellen delen Het Haliade-X-prototype heeft een aantal zware tests ondergaan om de vermogenscurve, belastingen, netprestaties en betrouwbaarheid van de turbine te valideren. Alle resultaten zijn nu compleet. Metingen aan de wieken zijn erg belangrijk omdat de wieken zoveel groter zijn dan de wieken die nu in andere turbines worden gebruikt. Deze metingen zijn nodig om de nauwkeurigheid van de modellen te bevestigen, die vanaf het begin als een evolutief platform zijn bedacht. Sinds de installatie in 2019, in zijn 12 MW-versie, is het prototype continu ontwikkeld en verbeterd, waarbij het zijn typecertificaat heeft verkregen voor zowel het 12 MW- als het 13 MW-vermogen. <
Batterijfabriek ELEO in Helmond De TU/e-startup maakt hoogwaardige batterijsystemen gemaakt voor allerlei industriële toepassingen op de Automotive Campus in Helmond. Met de opening van de fabriek vertienvoudigt de TU/estartup zijn batterijproductiecapaciteit. Het bedrijf verwacht de komende twee jaar van 60 naar maar liefst 200 werknemers door te groeien. ELEO ontwerpt en bouwt hoogwaardige batterijsystemen voor allerlei industriële toepassingen, waaronder bouw- en landbouwmachines. Door het gebruik van deze schaalbare batterijsystemen kunnen ook zwaardere voertuigen en machines worden geëlektrificeerd om zo de verduurzaming van deze sector te versnellen. Elektrische auto’s zijn al vrij bekend, maar bouwmachines die op stroom draaien zijn dat nog niet. In de bouw is elektrificatie nog niet zo ver. Met deze batterijen willen ze deze ontwikkeling op gang brengen en vereenvoudigen.
Met de nieuwe fabriek is ELEO in staat om haar productiecapaciteit aanzienlijk te vergroten, wat belangrijk is om aan de groeiende vraag naar dergelijke batterijpakketten te kunnen voldoen. Daarnaast geldt deze fabriek als een blauwdruk voor verdere internationale opschaling in de komende jaren. In het nieuwe gebouw vertienvoudigt de jaarlijkse productiecapaciteit naar zo’n 10.000 batterijpaketten. Gezamenlijk kunnen die zo’n 500MWh aan stroom opslaan. Het gebouw van 3000 m2 is uitgerust met innovatieve machines en cleanrooms, waarmee batterijmodules volledig geautomatiseerd in elkaar worden gezet. Daarnaast beschikt de faciliteit over high-tech research & development-labs om de huidige batterijtechnologie verder te ontwikkelen. Door de modulaire aanpak zijn de batterijen gemakkelijk af te stemmen op de vraag van de klant. Het systeem is zowel geschikt voor een graafmachine van 600 volt of hoger, als voor een veel kleiner voertuig van 50 volt. Daarmee wordt de drempel voor de industrie en de bouw om over te stappen op elektrische aandrijving een stuk lager. <
19
BRANDED CONTENT <
Voor de inspectie van kathodische bescherming hoef je de auto niet meer in De kathodische bescherming van een leidingnet moet altijd in optima forma zijn. Dus zijn er geregeld inspecties op locatie nodig. Dat kan duurzamer. Met de strengere ESG-wetgeving en bijbehorende CSRD-richtlijnen moet dat ook. Remote KB monitoring is beter voor het milieu, helpt sneller in te grijpen bij storingen én biedt efficiencyvoordeel. Hoe werkt het?
20 oktober 2023
“Het leidingnet van bijvoorbeeld gas- en oliebedrijven of waterschappen is vaak sterk geografisch verspreid en niet overal even toegankelijk. Om de kathodische bescherming op verschillende punten te inspecteren, moeten monteurs jaarlijks heel wat kilometers maken”, vertelt Jurgen Giltjes, hoofd afdeling kathodische bescherming bij Merrem & la Porte. De inspecties geven de nodige CO2-uitstoot. Daarnaast kunnen de gevolgen van een lekkage het milieu en de veiligheid in de omgeving bedreigen. Giltjes: “Je wilt problemen voor zijn en je leidingen in optimale conditie houden, om zo ook de continuïteit van je dienstverlening te garanderen. Maar dan wel op een duurzame manier.” Conditie 24/7 inzichtelijk Merrem & la Porte vond er iets op, samen met asset management specialist Gemba. De twee bedrijven ontwikkelden een oplossing voor het op afstand monitoren van de kathodische bescherming van leidingen. Daarbij meten IoT-sensoren op verschillende plaatsen in een leidingnet of de kathodische bescherming nog intact is en werkt zoals het hoort. Giltjes legt uit: “De sensoren leggen allerlei data vast, in frequenties variërend van eenmaal per maand tot zes keer per dag. De data gaan via een speciaal mobiel netwerk naar IBM Maximo Application Suite, waar ze worden verwerkt in
dashboards. De dashboards geven op elk moment online inzicht in de stand van zaken. Zijn er afwijkingen, waardoor er mogelijk problemen ontstaan, dan zie je dit direct. Zo kun je tijdig actie nemen.” Lagere emissie, langere levensduur Met de oplossing voor remote KB monitoring hoeven monteurs alleen de auto in als er echt iets is en zijn ze er op tijd bij om serieuze issues te voorkomen. Dat is in meerdere opzichten duurzaam, stelt Giltjes. “Behalve dat je je emissie verlaagt, verhoog je de levensduur van je assets: je leidingnet en bedrijfswagens gaan langer mee. Bovendien minimaliseer je de kans op milieuschade door lekkage, doordat je de conditie van je leidingen beter bewaakt – zelfs op lastig bereikbare plaatsen. En doordat je sneller ingrijpt en mensen efficiënter inzet, bespaar je ook nog eens heel veel kostbare tijd.” Meer weten? Neem contact op met Jurgen Giltjes via +31 625 17 98 13 of info-kb@merrem.nl.
21
ONDERZOEK <
Defensie heeft meer fysieke en milieuruimte nodig en zet daar ook Techniek voor in! Meer militairen, meer materieel, meer activiteiten. Al vóór de oorlog in Oekraïne is vastgesteld dat Nederland meer nodig heeft om nationale en internationale veiligheid te waarborgen. Voor de groei en modernisering van de Nederlandse krijgsmacht is meer ruimte nodig. Daarom gaat het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD) van start, meldt demissionair staatssecretaris Christophe van der Maat.
Verkenningseskadron Foto: KAP Jaap Wolting
22 oktober 2023
Het gaat niet alleen om meer fysieke ruimte, maar ook om meer milieuruimte op bestaande Defensielocaties. Moderne oorlogsvoering vraagt om inzet van drones, nieuwe wapens, moderne voertuigen, informatiesystemen en nieuwe of gerevitaliseerde kazernes. Meer ruimte is verder nodig door meer gezamenlijke oefeningen met andere landen en de toegenomen behoefte aan militaire mobiliteit om meer materieel, voorraden en mensen door Nederland te vervoeren.
> Enorme opgave. Van der Maat; “Volgend jaar moet de inbreng van alle betrokken ministeries er zijn voor de Nota Ruimte. Daarmee wordt de ruimtelijke puzzel in Nederland gelegd. Dan hebben we het over bijvoorbeeld de woningbouwopgave, de energietransitie, landbouw en natuur, maar ook over kazernes, militaire luchthavens en oefenterreinen. Er moeten keuzes gemaakt worden en waar het kan moeten functies worden gecombineerd. Het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie brengt de ruimte in beeld die de krijgsmacht nodig heeft”. > Andere belangen. Het programma speelt zich af op verschillende niveaus: nationaal, regionaal en lokaal. Op nationaal vlak gaat het om nut en noodzaak van het nieuwe ruimtegebruik door Defensie. Dit wordt in beeld gebracht in een nationale beleidsvisie NPRD. Voor die visie worden de potentiële milieu-effecten in beeld gebracht in een plan-milieu-effectrapportage (m.e.r.). Er spelen niet alleen nationale ruimtelijke belangen. Op regionaal niveau wordt ook de behoefte aan ruimte van decentrale overheden en maatschappelijke partijen per gebied in kaart gebracht. Daarvoor komen er gezamenlijke gebiedsvisies, waarin alle ruimtebehoeften met behulp van ontwerpend onderzoek bij elkaar worden gebracht. In die gebiedsvisies gaat het onder meer om de ‘kazerne van de toekomst’.
> Centrale kazerne. Van der Maat besteedt verder extra aandacht aan de locatie voor de nieuwe centraal gelegen kazerne. Hij heeft het besluit over de definitieve voorkeurslocatie daarvan onlangs uitgesteld. Daarvoor moet eerst een ‘breed ruimtelijk proces met voldoende ruimte voor participatie en communicatie’ worden doorlopen. Om alles goed af te kunnen wegen is de kazerne daarom in het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie opgenomen. Dit betekent dat wordt gekeken naar nut en noodzaak en eventuele mogelijkheden op bestaande locaties in het plan-m.e.r. De zoektocht naar potentiële locaties wordt opnieuw uitgevoerd. In het najaar volgt meer informatie over welke Defensieactiviteiten een plaats krijgen in het programma en wat de planning daarbij is. Ook wordt dan duidelijk hoe alle partijen bij het programma betrokken worden. Defensie publiceert dan de Notitie Reikwijdte en Detailniveau, die het startschot vormt voor het plan-m.e.r. Hierin staat beschreven wat wordt onderzocht en tot welk detail en met welke aanpak. De notitie gaat in op de ruimtelijke claims, de alternatieven en de wijze van effecten op bijvoorbeeld milieu vast te stellen. Dit is ook de formele start van participatie.
> In de tussentijd zijn de nieuwste technieken bij Defensie booming. Voordat het allemaal zijn beslag krijgt, zet Defensie verder in op de nieuwste technieken. Denk maar eens aan de pilot met pro-actieve ‘crawler’. Nieuwe autonome technieken moeten er in de toekomst voor zorgen dat de romp en schroeven van een
Christophe van der Maat Foto: Ministerie
‘’
‘Technische innovaties; verder, sneller, slimmer’
marineschip bij binnenkomst in de haven direct worden schoongemaakt. Dat verkleint de weerstand van het schip in het water wat het brandstofverbruik vermindert. Of wat dacht je van het Nationaal Trainings Centrum in Vught dat een nieuw uniek simulatiesysteem heeft. Het systeem maakt levensechte trainingen mogelijk tegen chemische, biologische, radiologische en nucleaire dreigingen. Of zomaar een voorbeeld bij de Landmacht: De nieuwste drone heeft de mogelijkheid om verticaal op te stijgen. Op een zelf te bepalen hoogte kan de drone vervolgens een overgang maken naar zijn front prop waardoor hij fixed wing verder gaat. Er hangt geen bewapening onder, maar de leverancier werkt op dit moment wel aan de mogelijkheden daartoe. <
23
ASSET MANAGEMENT <
De toegevoegde waarde van digitalisering Over digitalisering binnen Maintenance en Asset Management wordt veel gesproken en geschreven. Lezingen en artikelen over het effectief toepassen van digitale oplossingen, zijn zeer inspirerend. So we talk the talk, but do we walk the walk? Oftewel: in hoeverre implementeren we digitale technieken en benutten we het volledige potentieel? 24 oktober 2023
‘
‘Onderzoek naar Digital trends in Maintenance en Asset Management’
’
gebruikt en wat de kritische succesfactoren zijn. En minstens zo interessant is het antwoord op de vraag waarom bedrijven er bewust níet voor kiezen om deze technieken toe te passen”.
> Mobile maintenance. Wat door het onderzoek duidelijk wordt bevestigd, is dat mobile maintenance een sterke positie heeft in de wereld van onderhoud en Asset Management. Vergeleken met de andere technieken profiteert deze innovatie van meer dan twintig jaar evolutie. Haarman; “In 2007 werd de eerste iPhone uitgebracht. Sindsdien hebben de ontwikkelingen van apps en mobiele technologieën, zowel de apparatuur, de beschikbare wifi als de beveiliging ervan, een enorme vlucht genomen. We zien dat ook mobile maintenance hiervan profiteert. Je eigen mobiele telefoon werd een bruikbaar apparaat on site. Dit, plus de ontwikkelingen en professionalisering van Enterprise Asset Management-systemen, hebben geleid tot betrouwbaarder, veiliger, gebruiksvriendelijker en meer waardevolle toepassingen op het gebied van onderhoud > Efficiënt gebruik. Mobile maintenance is duidelijk een kopFoto: Mainnovation
Mobile maintenance, voorspellend onderhoud, digital twin, augmented reality en 3D-printen zijn nieuwe digitale technieken die van grote toegevoegde waarde kunnen zijn voor de afdeling Maintenance & Asset Management (M&AM). Uit onderzoek van Mainnovation en PwC blijkt echter dat deze digitale technieken nog maar beperkt toegepast worden.
> Marktonderzoek. Er zijn enquêtes uitgezet in vier Noordwest-Europese landen (België, Duitsland, Nederland, Noorwegen) en in Zuid-Afrika – vanuit digitaal perspectief gezien beschouwd als een opkomend land -. Er zijn in totaal 127 reacties binnengekomen vanuit verschillende industriële sectoren. “Waardevolle informatie’” benadrukt Mark Haarman, managing partner van Mainnovation, “want op basis hiervan hebben we inzicht gekregen in de implementatiegraad van deze digitale technieken”. Annemieke Moerkerken, Director Supply Chain & Manufacturing bij PwC Nederland, vult aan; “Ook hebben we onderzocht waar deze technieken voor worden
loper. De andere technieken – predictive maintenance, digital twin, augmented reality en 3D-printen – blijven qua implementatiegraad achter. Haarman; “Bedrijven hebben hiervoor verschillende redenen. Ze zien geen goede businesscase of een bepaalde techniek is niet relevant voor hun type assets. Dat is mogelijk, maar we zien ook voorbeelden waar het wél rendeert”. Naast de 127 enquête uitslagen zijn vier bedrijven geïnterviewd over de toepassing van een specifieke digitale techniek. Dit heeft geleid tot inspirerende case story’s van Havenbedrijf Rotterdam, Shell, PepsiCo en een mijnbouwmaatschappij in Zuid-Afrika. Moerkerken; “De verkregen informatie en eigen kennis van Mainnovation en PwC hebben we vertaald in een ‘Roadmap to Digitalisation’. Wat zijn de belangrijke stepping stones die leiden tot een succesvolle implementatie van een digitale techniek? Hopelijk kunnen we bedrijven helpen met deze implementatie want wij geloven sterk in de toegevoegde waarde van digitalisering”. De resultaten van het onderzoek, de vier case story’s van top performers en een ‘Roadmap to Digitalisation’ zijn gebundeld in een rapport van 40 pagina’s. Dit rapport is te downloaden via www.mainnovation.com vanaf dinsdag 31 oktober. <
25
ONDERHOUD <
WKO’s kunnen slimmer: met de Energy Box van Jord Bij de nieuwbouw van wooncomplex SAM in het centrum van Zoetermeer bouwt warmtebedrijf Jord een collectieve WKO-installatie voor warmte en koeling. Hierbij wordt de bron niet in balans gebracht door een droge koeler (dry-cooler), maar door een door Jord ontwikkelde Energy Box. Deze oplossing houdt het dak vrij voor zonnepanelen of een dakterras, geeft geen ontsiering, is geluidsarm en biedt mogelijkheden om de WKO te ontlasten én te balanceren.
Wooncomplex SAM Zoetermeer Foto: Jord
26 oktober 2023
‘
Team conceptontwikkeling Jord: v.l.n.r. Mark Derksen, Edwin Normann, Henk van der Geest en Gert-Jan Schuman Foto: Jord
Jord, onderdeel van Croonwolter&dros, levert warmte en koeling voor, veelal gestapelde, bouw. Hierbij wordt de installatie niet alleen ontworpen en gebouwd, maar ook door Jord geëxploiteerd. Dit geldt ook voor de ruim 200 woningen die in SAM worden gerealiseerd. Deze worden straks verwarmd en gekoeld door een WKOinstallatie. Maar alleen een WKO-installatie is niet genoeg, legt Henk van der Geest, Energieconceptontwikkelaar bij Jord, uit.
> Een WKO voor woningen vraagt een extra warmtebron. Van der Geest; “Bij een installatie voor warmte- en koudeopslag in de bodem wil je een balans hebben tussen de afname van warmte en de afname van koude. In de utilitaire bouw is die balans is er in redelijke mate. Bij woningbouw ontbreekt die balans omdat de warmtevraag ’s winters altijd groter is dan de koudevraag in de zomer. Om die reden wordt op het dak van een wooncomplex vaak nog een droge koeler geplaatst. Dit is een warmtewisselaar die gebruik maakt van de omgevingslucht en daarmee zelf een deel van de gevraagde warmte (of koude) kan winnen en zo voor balans in de bodem zorgt”.
> Een droge koeler wil je niet zien of horen. “Een droge koeler staat altijd buiten, is groot en de fikse ventilatoren die er bovenop liggen maken geluid. Aanvankelijk was het plan om bij SAM een droge koeler op het dak van de hoogbouw te zetten. Maar dat zou heel lange leidingen en daarmee hoge kosten vragen. Daarop stelden wij voor om de droge koeler op het dak van de laagbouw
‘One-stop: Techniek en exploitatie in één keer gezond opgelost’
’
te zetten. Dit zou dan wel betekenen dat de bewoners van de hoogbouw uitkijken op een niet heel fraaie installatie. Ook zouden de bewoners van de laagbouw de droge koeler – weliswaar binnen de toegestane grenzen – kunnen horen. En tot slot zou er op het dak van de laagbouw minder ruimte overblijven voor zonnepanelen of > dakterras”.
27
De Energy Box Foto: Croonwolter&dros
>
Van der Geest vervolg; “Daarop kwam mijn collega Gert-Jan Schuman met het idee voor wat de Energy Box is gaan heten. De Energy Box is eigenlijk een compacte luchtbehandelingskast. Met zijn afmetingen van 3 x 2,4 x 2,1 meter past deze Energy Box naast de bestaande technische ruimte of in de parkeergarage waardoor de leidingen heel kort kunnen zijn. Aanvoerlucht wordt uit de parkeergarage gezogen en boven de inrit ervan uitgeblazen”.
> Niet alleen balanceren, maar ook ondersteunen. “Bijzonder is dat we de Energy Box niet alleen gebruiken om de WKObron te balanceren, maar – op geschikte momenten – ook om actief te verwarmen. Bij hogere buitentemperaturen kost het de Energy Box, in combinatie met een warmtepomp, minder energie om de woning te verwarmen dan de WKO-installatie”. Maar ook bij lagere temperaturen kan de Energy Box helpen verwarmen waardoor wellicht een kleiner WKO-systeem mogelijk zou zijn. Dat gaat Jord verder uitzoeken. “Een WKO is duur. Als je die kleiner kunt maken omdat de Energy Box als warmtebron bijspringt, kun je veel geld besparen”. Met de Energy Box wordt dus een nieuwe, unieke balanceertechniek
28 oktober 2023
toegevoegd aan de bekende WKO-installatie, die in de toekomst zou kunnen leiden tot de bouw van kleinere WKO’s waarbij de Energy Box een deel van de WKO-taak op zich neemt. <
Jord Jord levert schone, fossielvrije warmte en koeling. Betaalbaar, onderhoudsvrij en zorgeloos. Dat doen ze met warmte uit de bodem of uit de buitenlucht. Efficiënte, modulaire techniek. En een zeer professioneel, landelijk serviceteam. Jord betekent aarde. Dat is niet voor niets. Want daar doen ze het voor. Een schonere planeet voor onze kinderen. Dat is de missie. Voor meer informatie check https://jord.energy of neem contact op met Edwin Normann, Manager Jord, 0620013992 edwin.normann@jord.energy
GAST COLUMN <
Nooit geschoten is altijd mis… In een wereld die continue in verandering is, is onze uitdaging als Defensie om een potentiële vijand altijd één stap voor te zijn. We laten even in het midden wie we definiëren als vijand… Waar technologie een significante rol speelt in de samenleving, zien we op het strijdtoneel voornamelijk nu - in Oekraïne dat ondanks de technologische vooruitgang het man tot man gevecht altijd zal blijven. Een onwerkelijke situatie die ver weg lijkt, maar juist door technologie zijn we ons bewust van deze realiteit. Tijd Voor Defensie spelen technologische ontwikkelingen een essentiële rol in het behalen van een hogere gereedheid en inzetbaarheid (Defensienota 2022). Dit is verder vertaald in de actielijnen krachtige ondersteuning, innoverend vermogen en informatie gestuurd optreden. De doelstellingen spelen op alle niveaus (strategisch, operationeel en tactisch) en uiten zich daarnaast in verschillende toepassingen van bedrijfsvoering en IT. Om deze maatregelen vorm te geven is het van belang om de verschillende perspectieven goed voor ogen te houden bij het toepassen van technologieën. Afgelopen functies heb ik met meerdere technologieën mogen werken, zoals additive manufacturing (3D printen), virtual/augmented reality en digitalisering van onze onderhoudsprocessen. Maar ook projecten met drones, data en sensoren kwamen aan bod. Tijdens mijn werkzaamheden was ik continue aan het onderzoeken welke technologie toepasbaar kan zijn en of het gebruik ervan wel voldoet aan doeltreffendheid en doelmatigheid. In het afwegen hiervan komen de verschillen in doelstellingen naar voren binnen onze organisatie waarbij prioriteit en focus soms komen te liggen vanuit een ander perspectief dan waar de technologie het meest tot zijn recht komt. Naast het onderzoeken van de potentie van een technologie, het afwegen van de verschillende factoren en effecten en positioneren ervan, blijft voor mij het operationeel toepassen ervan het belangrijkst. In een grote organisatie zoals Defensie zijn er zoveel ideeën en meningen, met daarbij de wens dat een innovatie direct toepasbaar is in het operationeel domein. Enkele voorbeelden: een
Stefan Wildenberg
3D printer op locatie van een kampement zou prima toepasbaar zijn, maar printen achterin een voertuig tijdens een operatie is niet gewenst (kalibreren printer en duur van printproces). Een ander voorbeeld is het toepassen van augmented reality (het projecteren van additionele informatie in een bril) tijdens een operatie. Behalve dat het een stimulans is voor procesinnovatie, kan ook door deze productinnovatie een reparatie ter plekke, in de frontlinies, ondersteund worden op afstand. Daarnaast wordt door de beschikbaarheid van real-time informatie de logistieke ondersteuning (in de vorm van berging of bevoorrading) efficiënter en effectiever. Realiteit blijft dat we als organisatie continue alle factoren afwegen in het gebruik van technologie en de toegevoegde waarde ervan. Focus ligt meer op de toepassing in het operationele domein in plaats van het begrijpen ervan, waardoor de verschillende strategieën nader tot elkaar komen. Afwegingen op deze verschillende strategieën hebben effect voor de persoon in het operationeel domein, diegene die daadwerkelijk (zoals wij zeggen) met de voeten in de modder staat. En om een competitief voordeel te behouden, is het noodzakelijk om te blijven innoveren door in de praktijk mens en technologie bij elkaar te brengen, want nooit geschoten is altijd mis!. < Stefan Wildenberg Ministerie van Defensie
29
INTERVIEW <
Spijkenissebrug Foto: Rijkswaterstaat
Heijmans vervangt en renoveert technische installatie van tweetal bruggen Zuid-Holland Heijmans neemt in samenwerking met Yunex Traffic B.V. de vervanging en renovatie van de technische installaties van de Spijkenisserbrug en Brug over de Noord (Alblasserdamsebrug) op zich. De opdracht van Rijkswaterstaat wordt tussen de combinanten onderling verdeeld en heeft een contractwaarde tussen de 25 en 35 miljoen euro. Naast de vervanging van het bedienings-, besturings- en bewakingssysteem van beide bruggen behoort ook onderhoud van beide bruggen tot de opdracht. De werkzaamheden worden dit najaar gestart en zijn naar verwachting eind 2026 gereed.
naar verwachting over enkele jaren apart worden aanbesteed. De selectie heeft plaatsgevonden op basis van de Economische Meest Voordelige Inschrijving (EMVI). Het contract is gegund aan de combinanten op basis van de beste prijs/kwaliteitsverhouding”.
> De gunning. “De technische installaties voor bediening, besturing en bewaking van deze bruggen zijn hard toe aan vervanging zodat deze bruggen ook in de toekomst veilig en beschikbaar blijven voor het weg- en vaarwegverkeer”, aldus Rijkswaterstaat. “De staal- en betonconstructie zitten niet in deze scope en zullen
Rijkswaterstaat is blij dat er een deskundige opdrachtnemer aan boord is voor deze grote klus en kijkt met vertrouwen uit naar een goede samenwerking. Rijkswaterstaat en Heijmans/Yunex Traffic BV gebruiken de komende tijd tot aan start uitvoering om de opdracht verder voor te bereiden.
30 oktober 2023
Programma Vervangen en renoveren De vernieuwing van de installaties van beide bruggen maakt deel uit van het landelijke Rijkswaterstaat programma Vervanging en Renovatie, waarbij in de komende jaren tientallen bruggen, viaducten en sluizen uit de jaren 50, 60 en 70 van de vorige eeuw worden vernieuwd en opgeknapt. In Zuid-Holland gaat het om vrijwel alle bruggen en tunnels uit deze periode waaronder de Heinenoordtunnel, de Haringvlietbrug en de Van Brienenoordbrug.
Oude Maas: renovatie Spijkenisserbrug: Waarom? – De Spijkenisserbrug is gebouwd in 1978 – De technische installaties en systemen van de brug zijn toe aan vervanging – De brug ligt over de Oude Maas en in de N492 – De brug is belangrijk voor zowel wegverkeer als (zee)scheepvaart – Door een renovatie blijft de Spijkenisserbrug ook in de toekomst veilig en beschikbaar
> Belangrijke verbindingen. De Spijkenisserbrug (N492)
> Spijkenisserbrug. Om de bruggen veilig en toekomstbe-
is een dubbele hefbrug en dateert uit 1978. De brug vormt een belangrijke verbinding ter ontsluiting van Spijkenisse en het eiland Voorne-Putten met haar omgeving, regio Rotterdam. De brug ligt over de Oude Maas, een belangrijke hoofdvaarweg met druk scheepvaartverkeer De zeehavens van Dordrecht en Moerdijk zijn door deze vaarroute ontsloten. Een belangrijke schakel voor wegverkeer en scheepvaart.
stendig te houden is vervanging de technische installaties van de bruggen noodzakelijk. Na de renovatie voldoen de bruggen aan de Landelijk Bruggen en Sluizenstandaard, zijn voorzien van eenzelfde bediening-, besturing- en bewaking systeem en beschikken over een CE-markering. De staalconstructie en de betonconstructie zijn nog in goede staat. Deze worden niet vervangen.
> Expertise. Als maker van een gezonde leefomgeving sluit De Brug over de Noord tussen Alblasserdam en Hendrik-Ido-Ambacht dateert van 1939 en was onderdeel van de rijksweg A15. Sinds 1992 is de brug onderdeel van de N915 en loopt de A15 door de naastgelegen Noordtunnel. De brug ligt over de rivier de Noord, in de vaarweg-corridor Brienenoordbrug en Papendrechtsebrug/Verkeersbrug Dordrecht.
deze opdracht naadloos aan bij de expertise en ervaring die Heijmans heeft met deze kunstwerken. Heijmans heeft door de jaren heen bij een breed scala aan bruggen, viaducten en tunnels in Nederland de technische installatie vervangen en gerenoveerd, zoals in de Piet Heintunnel. <
Brug over de Noord Foto: Rijkswaterstaat
‘
‘Solide plan van aanpak voor deze vervangingen renovatieopgave’ 31
IMPROVE <
Techniek en Technologie – gezien vanuit een andere hoek 32 oktober 2023
‘
‘Technologie en Techniek helpen de mens om vanuit een andere hoek te kijken’
’
“Een interessant concept, want door middel van deze technische en innovatieve toepassing zien we de werkelijkheid op een andere manier, en vallen specifieke en wellicht ook andere details ineens op.” Hoe kan de technologie ons helpen om de dingen vanuit een ander perspectief te zien?
> Een extra paar ogen. Een drone kan als verlengstuk van de mens fungeren, door bijvoorbeeld inspecties uit te voeren op plaatsen waar mensen niet (eenvoudig) kunnen komen. Zo kan betonrot of metaalmoeheid bij bruggen en viaducten op tijd geconstateerd worden. Technologie en innovatie staan in dienst van de veiligheid en helpen de onderhoudsorganisatie bij het adequaat uitvoeren van hun werkzaamheden. Het is overigens nog steeds de mens die het besluit neemt om actie te ondernemen. Technologie is daarbij een hulpmiddel; een extra paar ogen. > Het systeem aan zet. Technologie kan ook de werkelijkheid
op een andere manier bekijken en analyseren, waardoor details zichtbaar worden. Horvers; “Zo kunnen we assets uitrusten met sensoren, Internet of Things en kunnen we Artificial Intelligence inzetten. Het systeem is aan zet en kan besluiten om actie te ondernemen, bijvoorbeeld automatisch een onderhoudsnotificatie op te stellen en deze naar een verantwoordelijke persoon te sturen”. Nog een stap verder is integratie met de supply chain: het systeem constateert dat er bij een transportband een lager vervangen moet worden, bestelt deze bij de leverancier en plant direct een onderhoudsorder in. De technologie onderneemt zelf de actie en neemt werk van de mens uit handen.
Foto:Ideo
Afgelopen zomer zat Bas Horvers, Enterprise Asset Management bij Ideo, in zijn tuin toen hij een zoemend geluid hoorde. “Eerst kon ik het niet plaatsen, maar toen ik omhoog keek, zag ik dat het geluid van een drone kwam”. Dit vernuftige apparaat bekijkt de wereld om zich heen vanuit een andere hoek en deelt dat beeld vervolgens met zijn bestuurder.
> Technologie als leraar. Maar we kunnen de engineer ook letterlijk door een andere bril naar de werkelijkheid laten kijken. Een augmented reality bril toont naast de werkelijkheid ook virtuele objecten voor de ogen van de engineer. Deze objecten, zoals tekst, iconen of vormen worden getoond, omdat de computer of een collega meekijkt. Zij zien in feite hetzelfde als de engineer, maar weer vanuit die andere hoek. Hun kennis en expertise worden ingezet, waardoor belangrijke en relevante details worden benadrukt of verklaard en getoond in de bril. Zo kan de engineer in zijn werkzaamheden ondersteund worden, maar het is ook een goed hulpmiddel om nieuwe engineers te trainen. > Technologie en techniek veranderen ons perspectief. Technologie en techniek helpen de mens om vanuit een andere hoek te kijken. Ze zijn een verlengstuk van onze ogen, nemen werk uit handen en ondersteunen bij het aanleren van nieuwe vaardigheden. “Met technologie en innovatie kunnen we de werkelijkheid op een andere manier bekijken, waardoor we in staat zijn om nieuwe inzichten te krijgen en betere beslissingen te nemen. Het is belangrijk om te blijven innoveren en nieuwe mogelijkheden te ontdekken om onze werkzaamheden efficiënter en veiliger uit te voeren en onszelf te blijven ontwikkelen,” aldus Horvers. < 33
TECHNIEK <
Met waterdrukgolven hardnekkig verstopte leidingen te lijf
Hardnekkig verstopte pijpen en leidingen en vervuilde warmtewisselaars reinigen met waterdrukgolven bespaart veel water, gaat sneller en is veiliger dan traditioneel reinigen met hoge druk. Mourik Industry haalde de Amerikaanse technologie naar Europa.
Foto; NVDO
34 oktober 2023
Nieuw is de techniek niet: hij werd in 1994 in Amerika ontwikkeld door het Texaanse bedrijf Hydrokinetics. Waarom het niet eerder in Europa belandde, is niet helemaal duidelijk, zegt Peter Jordaan. “Ik kwam het bedrijf en de techniek circa twee jaar geleden op het spoor”.
> Nieuwe technieken bedenken of ontdekken. Jordaan is nu bijna drie jaar Manager Productimplementatie bij Mourik Industry. Daarvoor werkte hij voornamelijk voor de afdeling Projecten. Zijn rol is om nieuwe technieken en business te bedenken of te ontdekken die Mourik bij zijn klanten kan toepassen. Er gelden twee voorwaarden: de nieuwe techniek moet duurzamer zijn dan bestaande oplossingen en zorgen voor nieuwe business. Bij Mourik Industry werken circa achthonderd medewerkers verspreid over verschillende landen. Om innovatie te stimuleren en ideeën van de diverse medewerkers te kanaliseren, werd een Technisch Team opgezet. In dit team zetelt een veertigtal vertegenwoordigers afkomstig uit alle Mourik Industry vestigingen. “Iedereen kan ideeën inbrengen en daarover discussiëren we dan. Wat is het, welk probleem lost het op, lijkt dat haalbaar, et cetera”.
> Europese certificering. Nadat Jordaan het Hydrokinetics-systeem op het spoor kwam, nam hij contact op met het Amerikaanse bedrijf en haalde een systeem naar Nederland om het te testen. “Het is een bewezen techniek die al lang bestaat en goed werkt. Het is ook een gepatenteerd systeem. Maar ik ben ook technisch ontwikkelaar en vond dat het op enkele aspecten nog beter kon. Bovendien moest het op details aangepast worden om te voldoen aan Europese normen en die van de Stichting Industrieel Reinigen (SIR)”. Het doorontwikkelde apparaat is net klaar en bevindt zich volgens Jordaan op het niveau TLR- 6.
> Waterdrukresonantie. Het Hydrokinetics-systeem wekt resonantie op in de waterkolom die in een leiding is gecreëerd. De puls reist door de waterstroom, de vervuiling en de leiding zelf. Door de verschillende samenstellingen van het verstopte of vervuilde medium resoneren die allemaal op een andere frequentie. “Als een leiding slechts deels verstopt is, vullen we die op met een high pressure pig zodat er voldoende weerstand is”. Door de variatie in frequenties verbreekt de hechtende binding tussen leiding en vervuiling en kan het ongewenste materiaal veilig worden verwijderd. Er is geen risico op schade aan de operationele apparatuur omdat vooraf per project en materieel wordt berekend wat de maximale druk mag zijn. De buis of leiding wordt tijdens de procesduur kortstondig blootgesteld aan de drukgolf.
Peter Jordaan Foto: Mourik
zijn standaard VCA-gecertificeerd en hebben een verplichte training gevolgd bij de SIR. Elke twee jaar moeten ze hiervoor op herhaling. “Daarnaast is er een extra Amerikaanse certificering. Daarvoor komt een Amerikaanse instructeur naar Nederland die ook de werkzaamheden op locatie beoordeelt”. De reinigingstechniek met trillingen gebruikt tussen de drie- en vierhonderd bar waterdruk. Dat is een stuk minder dan bij traditioneel reinigen onder hoge druk. Er is ook geen open verbinding tussen de reinigingsinstallatie en het te reinigen object. “Er zijn bovendien geen chemicaliën nodig. Samen maakt dat het tot een zeer veilige methode”.
> Sneller. Jordaan voerde de afgelopen maanden verschillende pilots uit bij klanten in de Benelux. “Bij een chemiebedrijf moesten we een warmtewisselaar met 1.241 pijpjes, die elk jaar verstopt raakt, reinigen. Normaal ga je dan met je nozzle in de pijpjes en spuit je het met hoge druk schoon. Als je dat jaar in jaar uit doet, is dat uiteindelijk niet goed voor die pijpjes omdat je kleine beschadigingen veroorzaakt waardoor vervuiling gemakkelijker hecht. Met de nieuwe techniek hoef je er niet met een nozzle in, waardoor je geen schade veroorzaakt. En normaal duurt een klus als deze een week, nu ging het schoonmaken veertig procent sneller en werd aanzienlijk minder water verbruikt”. > Hardnekkige verstoppingen. De Hydrokinetics-methode
middel van water onder hoge druk duurt – afhankelijk van de verstopping en de lengte van de leiding, of de grootte van de warmtewisselaar – enkele uren tot meerdere dagen. Dat kost al gauw tien kuub water per uur. Het systeem met de waterdrukgolven gebruikt negentig procent minder water. Omdat het veel sneller werkt, is er ook minder dieselolie nodig voor de energieopwekking en is er dus minder uitstoot van CO2.
kan heel veel soorten verstoppingen en leidingen van uiteenlopende materialen aan. “Het moet wel een hardnekkige verstopping zijn, of een zeer lange leiding van bijvoorbeeld een kilometer of nog langer”. Ondanks alle positieve resultaten, lukt niet alles. “Bij een petrochemisch bedrijf deden we drie testen. Twee gingen er goed, een niet. Bij die ene die niet goed ging, was er een retourproduct in een dampleiding gepompt. Die zat dus helemaal vol met uitgehard product en dat was too much. Dat hebben we vervolgens op de traditionele manier moeten oplossen”.
> Getraind en gecertificeerd. De medewerker die de installatie
> Uitrollen. Inmiddels is Jordaan overtuigd van de effectiviteit
bedient staat achter een besturingsconsole. “Hij sluit de hogedrukleiding aan en dan kan hij aan de slag”. Bedieners van de installatie
en de voordelen van Hydrokinetics. “Wij gaan de techniek in Europa uitrollen voor de patenthouder. Naast de duurzaamheidsvoordelen is >
> Negentig procent minder water. Traditionele reiniging door
35
>
ook de snelheid een groot voordeel. Er is significant minder stilstand waardoor je automatisch meer productietijd hebt. Het reinigen zelf gaat sneller en er is ook minder of zelfs helemaal geen tijd nodig voor (de)montage en aanverwante activiteiten”. < > Nek uitsteken. Jordaan is ondertussen meerdere nieuwe technologieën tegelijk aan het verkennen. “Ik kan en mag mijn eigen koers varen. En vanuit mijn ervaring en kennis weet ik aardig wat er wel niet mogelijk is. Kijk, als iemand een nieuwe techniek of oplossing in eerste instantie niet begrijpt, is dat niet erg. Het is immers nieuw. Maar ik moet dan wel mijn nek durven uitsteken, doorpakken en laten zien dat het wel werkt. Nu de eerste proefprojecten succesvol zijn verlopen, zien de collega’s de mogelijkheden en raken ze enthousiast”.
eenheid maakt gebruik van een persluchtbron om een luchtstroom met een hoog debiet te creëren die de druppels rechtstreeks in een afgesloten tank injecteert. De druppeltjes onderdrukken de vluchtige organische stoffen die uit vloeibare brandstof kunnen ontstaan. “Het is eigenlijk een vergelijkbare ontwikkeling als met Hydrokinetics: de oorspronkelijke technologie komt uit Amerika. Wij hebben die geoptimaliseerd en aangepast aan EU-regels”. De nieuwe methode is zeer snel, niet-toxisch, niet-reactief en biologisch afbreekbaar, zegt Jordaan, en daarmee elimineert het de belangrijkste nadelen van conventionele ontgassing van koolwaterstofhoudende opslag- en transportfaciliteiten. “De methode vermindert de uitstoot met minimaal de helft. Het werkt in de helft van de tijd die normaal nodig is voor het ontgassen. Downtime wordt hierdoor drastisch verminderd, terwijl de productiviteit wordt verhoogd”.
> Nieuw damponderdrukkingssysteem. Een andere noviteit die Jordaan recentelijk introduceerde bij zijn werkgever is NanoVapor, een damponderdrukkingssysteem dat nanotechnologie gebruikt om opslag- en transportfaciliteiten veilig te ontgassen. Het is geschikt voor brandstof-, olie- en petrochemische tanks en leidingen in alle soorten en maten op land of op zee. Het systeem bestaat uit twee componenten: een vloeibare nano-onderdrukker en een hardwareafgifte-eenheid die speciaal zijn ontworpen om samen nanodruppeltjes van onderdrukkende moleculen te produceren. De aflever-
“Blijven vernieuwen is belangrijk en soms loop je dan eens een blauwtje. Dat is niet erg. Omdat we innoveren zo belangrijk vinden, is er afgelopen maand een nieuwe afdeling gelanceerd die zich bezighoudt met het in de praktijk brengen van de nieuwe technieken, door heel Europa. Dat laat wel zien dat we het serieus nemen”. Desondanks blijft voorop lopen uitdagend, zegt Jordaan. “Ik ben nu al twee jaar met iets nieuws bezig waarin ik heilig geloof. Dit najaar moet het doorbreken, verwacht ik, en ik geloof dat het een megaimpact gaat hebben”. <
Industrial pipe cleaning Hydrokinetics Foto: Hydrokinetics
36 oktober 2023
Kort Techniek, Techniek en nog eens Techniek NS en ROC Tilburg gaan samenwerken om jonge techneuten op te leiden die gaan werken aan de treinen van NS. Deze TechniekFabriek (TF) is de eerste mogelijkheid om een opleiding voor NSmonteur te volgen in het zuiden van het land. De opleiding komt bij het NS Componentenbedrijf in Berkel-Enschot. Bij NS zijn veel vacatures voor technici in het zuiden. Niet alleen voor het componentenbedrijf, maar ook voor het Servicebedrijf Zuid in Eindhoven, Den Bosch, Roosendaal, Venlo en Maastricht. Voor deze locaties kunnen jonge technici vanaf september worden opgeleid in Berkel-Enschot. Techniekfabriek De TechniekFabrieken in Zwolle en Amsterdam leiden al langer op tot juniormonteurs Mechatronica, MBO-niveau 2. De opleiding duurt twee jaar, de nadruk ligt op leren in de praktijk, ondersteunt met theorie. In het tweede studiejaar gaan de studenten stagelopen bij een van de servicebedrijven van NS. Zij leren hier alles op het gebied van railvoertuigen, spanningsvoorzieningen en comfortsys-
temen zoals klimaat, verlichting en de informatievoorziening in de trein. Als de studenten hun diploma hebben gehaald, stromen zij door als monteurs, want ze hebben een baangarantie bij NS. Zij gaan aan de slag bij een van de bedrijfsonderdelen waar ze de volgende werkzaamheden kunnen verrichten: herstelwerkzaamheden, dagelijkse controles, revisie, modernisering en groot onderhoud aan treinen. NS Componentenbedrijf Bij het Componentenbedrijf staan geen treinen, maar wordt railgebonden materieel hersteld en gereviseerd zodat ze weer gebruiksklaar zijn om in te bouwen. Dit kan variëren van airco’s, stroomafnemers en motoren, tot toiletten, deuren en remsystemen. Tijdens het werk maken de monteurs gebruik van verschillende productietechnieken, zoals lassen, solderen, bewerken, conserveren, lijmen en het aanbrengen van knijp- en krimpverbindingen. <
Europese bijdrage voor innovatie en hergebruik van metalen In Overijssel en Gelderland gaan acht bedrijven en kennisinstellingen van start met twee slimme en duurzame projecten. Zij hebben met succes een beroep gedaan op het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). In totaal is ruim 1,5 miljoen euro subsidie toegekend. De totale investering bedraagt ruim 3,4 miljoen euro. De projecten dragen met hun innovaties bij aan thema’s die OostNederland belangrijk vindt om haar concurrentiepositie te versterken én aan een slimmer, groener Europa
Het gaat onder meer over: het project ‘Ontwikkeling van een geavanceerd detectie- en robotsorteersysteem voor een circulaire economie’ waarbij een afvalsorteersysteem is ontwikkeld. Dit robotsysteem kan snel, foutloos en zelfstandig alle soorten metalen (staal, gietijzer, RVS, aluminium, koper, lood, zink, brons, messing) tussen het afval vinden en sorteren. De maakindustrie is sterk afhankelijk van deze grondstoffen maar het delven ervan heeft enorme gevolgen voor het milieu, de natuur en de gezondheid. Daarnaast is er steeds meer schaarste waardoor de prijzen van deze grondstoffen stijgen. Met het ontwikkelen van dit systeem is het mogelijk om op een snelle en concurrerende manier grondstoffen terug te winnen. <
37
SAMENWERKING <
Drift tube linac that is being inspected for installation. This is critical component in the particle accelerator Foto: Hexagon
Hexagon EAM Case Study:
European Spallation Source (ESS) Het kan haast niet technisch geavanceerder, complexer en unieker zijn dan bij European Spallation Source, ERIC, in Lund, Zweden. Dit EU-project, uitgevoerd door 13 landen, waaronder de gastlanden Zweden en Denemarken, is momenteel een van ‘s werelds meest geavanceerde onderzoeks- en technologieprojecten welke in aanbouw zijn. Wanneer deze onderzoeksfaciliteit naar verwachting in 2028 voltooid is, zal er hier een faciliteit zijn waar deeltjes (protonen en neutronen) worden afgevuurd vanuit een versneller in een 650 meter lange tunnel, gericht op een vijf ton zwaar doelwiel van wolfraam, dat gekoeld wordt met helium. Honderden onderzoekers uit de deelnemende landen zullen projecten uitvoeren op gebieden variërend van natuurkunde en levenswetenschappen tot energie- en milieutechnologie. Het Beheer en Onderhoud van zo’n complexe faciliteit is een grote
38 oktober 2023
uitdaging. Hier vindt men alles, van laag- tot hoogspanning, vacuüm, koeling tot -260 C en radioactieve straling. “Dit is waarschijnlijk het grootste prototype ter wereld,” zegt Ola Nanzell, verantwoordelijk voor Asset Management en onderhoud bij ESS. “Zoiets is nog nooit eerder gebouwd en zal ook nooit meer worden gebouwd”.
> Voorstudie EAM. De bouw begon in 2017 en al in 2018 werd een Enterprise Asset Managementoplossing geïmplementeerd. De haalbaarheidsstudie die werd uitgevoerd door Nanzell liet zien hoe
‘
‘EAM is snel gegroeid sinds de implementatie in 2018’
’
belangrijk het was om reeds vroeg een EAM-systeem te hebben en dit geleidelijk te implementeren en parallel te gebruiken naarmate het bouwproject vorderde. Het voordeel hierbij is, dat het team geleidelijk vaardigheden kon opbouwen en omdat het lang duurt voordat de fabriek volledig operationeel is, was het belangrijk om de gereed zijnde delen te onderhouden, terwijl men wachtte op de rest. Tijdens de voorstudie werd ook een evaluatie van leveranciers uitgevoerd, dat resulteerde in de selectie van Hexagon EAM (Enterprise Asset Management, voorheen Infor EAM) en de implementatie van het systeem begon in 2018. Er waren verschillende redenen waarom de keuze op Hexagon EAM viel; “We werken nauw samen met onderzoeksfaciliteiten in Europa, waaronder CERN in Zwitserland. Zij gebruiken, wat nu Hexagon EAM is, al 30 jaar en hebben goede ervaringen, en er zijn veel andere instellingen en onderzoek units, waarmee we zullen samenwerken die ook Hexagon EAM gebruiken. >
Medium energy beta transfer part of the particle accelerator Foto: Hexagon
39
‘
‘We gaan richting Asset Performance Management en dat is zeer interessant’
Ola Nanzell Foto:Hexagon
>
ESS is een grote en complexe faciliteit met hoge eisen op het gebied van asset tracking, coördinatie van werkorders, beheer van vergunningen en hoge eisen voor uptime. We hadden een oplossing nodig, die ons hierbij kon helpen, maar die ook flexibel was zodat we deze konden configureren volgens onze unieke behoeften”.
> In-Natura-partners. ESS, een non-profitorganisatie, is ook uniek qua samenwerking tussen de 13 landen in het project. Zogenaamde ‘In-Natura’ partners uit de verschillende landen ontwikkelen en produceren onderdelen en apparatuur, die vervolgens in de faciliteit worden geïnstalleerd. Daarom was er een systeem nodig dat de bijbehorende gegevens en documentatie kon consolideren en bruikbaar kon maken voor installatie en onderhoud. EAM wordt al gebruikt op verschillende gebieden, zoals asset management, voorraadbeheer, werkorders, vergunningen, afwijkingen, en Nanzell is ook van plan om EAM in de toekomst te introduceren voor het monsterbeheer voor de onderzoekers, die hier in de toekomst hun wetenschappelijke projecten zullen uitvoeren.
> Snelle groei van EAM. “EAM is snel gegroeid sinds de implementatie in 2018. We zitten nog steeds in de bouwfase, waarin we ondersteuning nodig hebben voor installatie en inbedrijfstelling,
40 oktober 2023
’
terwijl we ook de lopende operaties ondersteunen. Dat deel zal de komende jaren aanzienlijk groeien,” zegt Nanzell. Het doel voor ESS is om zo min mogelijk IT-systemen te hebben, en daarom zijn er momenteel interessante implementaties en integraties gaande. Ze werken onder andere aan het opnemen van elektrische werkvergunningen en vergunningen voor werk in ruimtes met radioactieve straling, zogenaamde ‘radwerk’ vergunningen, in EAM. Aangezien er straling is in de tunnel, waar de deeltjes worden afgevuurd, zijn onderhoud en reparaties hier extra gecompliceerd en deze voorwaarden zullen worden gekoppeld aan het dosimeter systeem, dat meet hoeveel straling aan de werknemers wordt blootgesteld. “Een ander voorbeeld van integraties die we momenteel onderzoeken, zijn de mogelijkheden om EAM te koppelen aan onze PLM- en ERP-oplossingen, zodat we het risico van gegevensverlies in het proces van ontwerp, inkoop, installatie en bediening minimaliseren,” legt Nanzell uit.
> Naleving en traceerbaarheid. In een faciliteit van dit complex, zijn er ook hoge eisen voor compliance, waar andere industriële faciliteiten niet aan hoeven te voldoen. “Wanneer het radioactieve doelwiel geleidelijk buiten gebruik wordt gesteld na ongeveer tien
Ongoing installation in the klystron gallery. This building is used to support the accelerator when it’s operating. It contains millions of parts and is tracked and maintained through EAM Foto: Hexagon
jaar, zijn er zeer solide processen voor, hoe we ermee omgaan omdat het radioactief is,” zegt Nanzell. “SKB (Swedish Nuclear Fuel) heeft zeer strenge eisen en routines voor hoe het wiel moet worden verwijderd en vervoerd naar de uiteindelijke opslag en sommige van die routines zijn gebaseerd op historische gegevens. Het gaat om een regelgevend kader, dat op een heel ander niveau ligt en waarvoor we EAM gebruiken voor de traceerbaarheid van onderdelen”. Maar uiteraard zijn er ook voorschriften te volgen op andere gebieden, zoals de richtlijnen voor drukvaten, waar jaarlijks inspecties door derden moeten worden uitgevoerd. Opnieuw vergemakkelijkt het Hexagon EAM-systeem de naleving hiervan.
> Technologie die nog moet komen. In de toekomst, is Nanzell van plan zoveel mogelijk informatie in EAM te krijgen om het juiste onderhoud uit te voeren en de downtime tot een minimum te beperken. “We plannen één tot twee uitvaltijden per jaar voor onderhoud, maar daarna moet de faciliteit volledig operationeel zijn,” zegt hij. “Tegelijkertijd hebben we zo’n complexe faciliteit, dat we nooit al het onderhoud kunnen doen dat we willen, maar we moeten prioriteiten stellen”. Daarom kijkt het team uit naar nieuwe technologieën
die meer real-time gegevens kunnen verstrekken. In een parallel AIproject worden daarom sensoren geïnstalleerd, die constant toezicht zullen houden op de faciliteit. “Daarmee gaan we richting Asset Performance Management - en dat is zeer interessant”. Toen het project begon, was het alleen Nanzell zelf die met het EAM-systeem werkte. Tegenwoordig bestaat het team uit zeven personen die veel expertise hebben opgebouwd in dit gebied. Hij vindt dat de samenwerking met Hexagon goed verloopt. “We hadden een absoluut fenomenale verkoper van Hexagon uit Nederland, die ons onder andere in contact bracht met andere bedrijven in Zweden die al EAM gebruikten. In het begin hebben we ook wat workshops gevolgd, maar nu zijn we redelijk zelfstandig. Tegelijkertijd hebben we altijd de steun van Hexagon als backup wanneer er iets is waar we hulp bij nodig hebben, wat heel goed werkt”. “Het zal interessant zijn om te zien, hoe EAM zich nu verder ontwikkelt nu de oplossing deel uitmaakt van de Hexagon-groep,” besluit Nanzell. <
41
VASTGOEDEXPLOITATIE <
Reversed Scenario Thinking Foto: ABT
De pay-off van ABT is ‘adviseurs in bouwtechniek’ waarin het woord techniek al ontsloten is. Het ingenieursbureau is onafhankelijk en werkt aan technische ontwerpen voor gebouwen en infrastructuur. Zo realiseert ABT ontwerpen voor nieuwbouw en herbestemmingsopgaven, waarbij het met een integrale blik oplossingen vindt voor de maatschappelijke uitdagingen. Techniek, technologie en innovatiekracht zijn daarin onmisbare aspecten. ABT is onderdeel van Oosterhoff. Oosterhoff is een groep van tien organisaties, allemaal met hun eigen specialisme. Sander Dorleijn is algemeen directeur bij ABT en kent de organisatie door en door. Sinds 2007 is de rode draad van zijn werk het vormgeven van succesvolle integrale samenwerking, zoals blijkt uit vooraanstaande projecten als de Nieuwe Rechtbank Amsterdam en Terminal Schiphol. Dorleijn is in het directieteam verantwoordelijk voor business development en de aansluiting bij markt- en technologische ontwikkelingen.
> Luisteren en goed kijken. We kunnen wel stellen dat Dorleijn bepaalde ontwikkelingen nauwlettend in de gaten houdt, zowel vanuit zijn eigen interesse als voor ABT. “Bij ABT zetten we in op het beter ontwerpen van gebouwen door aan de voorkant veel meer kennis te hebben van wat gebruikers willen. We kunnen via data zien hoe zaken in beheer en gebruik beter tot hun recht komen in de ontwerpfase, om meer balans te krijgen in behoeften en belangen. Menselijk gedrag is daarin een groot component. Heel logisch eigenlijk, maar het wordt nog zo beperkt als uitgangspunt gehanteerd” stelt Dorleijn.
42 oktober 2023
> Noodzaak en Nut. “We zijn bijvoorbeeld al heel lang bezig met het creëren van een constant klimaat in gebouwen, terwijl je je af kunt vragen of dat wel zo noodzakelijk is. Wanneer mensen met hun jas aan ’s ochtends naar hun werkplek lopen en nog vol adrenaline zitten, hebben ze het misschien nog een halfuurtje warm en hoeft de temperatuur niet direct zo hoog. Ook interessant is om de lunchdip eruit te halen door het gebouw juist wat koeler te houden aan het begin van de middag”. Het lijkt inderdaad ‘logica’, maar Dorleijn zegt ook; “Hoewel we dit zelf kunnen bedenken en alle technieken al aanwezig zijn, is het nog vrij lastig de keten te sluiten, met name omdat niet alle data rijkelijk vloeit tussen beheerders en ontwerpers van gebouwen”.
> Wees voorbereid Als NEVAP-lid heeft Dorleijn onlangs een workshop reversed scenario thinking geven. De leden kennen hem als iemand die vooruitkijkt, die met de toekomst bezig is. “Ja, dat klopt, ik heb die eigenschap en vind het leuk om mensen uit te dagen ook anders naar de toekomst te kijken, zodat je met reversed
‘
’
‘De-engineering van gebouwen zou de toekomst kunnen zijn’
scenario thinking nu al kunt inspelen op dat wat gaat komen”. Dorleijn noemt twee aspecten die in de toekomst wellicht gaan spelen op het vlak van techniek en technologie; zaken waar de sector zich nú al op zou kunnen voorbereiden. Ten eerste: “In de huidige situatie zijn we continu bezig meer grip te krijgen op het klimaat in gebouwen. De bandbreedte van onze klimaatdefinitie moet steeds kleiner, terwijl ik denk dat we in de toekomst naar een situatie gaan waarin we moeten accepteren dat de bandbreedte groter is, omdat we anders simpelweg niet kunnen voldoen aan de energievraag. We proberen dat nu op te lossen met techniek, maar ook daar zullen we met het gedrag aanpassingen moeten doen op comfort, kortom: ook hier geldt: Zoeken naar de balans!”. Ten tweede: “Gebouwen worden steeds complexer. Maar ik denk dat we meer gebruik moeten maken van natuurlijke principes, de fysica. Hiermee gaan we terug naar de kracht van de natuur. Het klinkt groot, maar ik zou het de-engineering van gebouwen willen noemen”.
> Zijn regels dominant? Dit is de visie van Dorleijn die ook wordt gedeeld door ABT; “We zijn met elkaar van mening dat de gebouwen die tot nu toe gebouwd zijn in Nederland ‘slecht’ zijn. In heel veel gevallen zijn ze gemaakt in een framework van regels. Je kunt je afvragen of ze ook werkelijk voldoen aan de gebruikerswensen, of we gebouwen hebben gemaakt waarin mensen graag willen zijn, waar ze geïnspireerd worden om creatief en in beweging te zijn. Waar we ons veilig in voelen en trots op zijn. Uiteraard zijn er ook goede voorbeelden te noemen, maar ik ben van mening dat er te veel gebouwd is op een manier om binnen de regeltjes te blijven”. Als voorbeeld geeft hij aan dat een aantal jaar geleden het bouwbesluit het toeliet om appartementen zonder balkon te bouwen. “We hebben de regels moeten laten aanpassen om mensen weer buitenruimte te kunnen geven. Als we ons richten op het maken van goede gebouwen waarin rekening is gehouden met alle aspecten van een fijne leef- of werkomgeving, dan is de levenscyclus van gebouwen ook langer”! > Bewustzijn en Bewustwording. Techniek en Technologie, maar zeker ook innovatie, zijn in deze tijd – naast gedrag – evident, meent Dorleijn. Het is als het ware een samenspel. “Zo is Artificial Intelligence (AI) bijvoorbeeld geen heilige graal, maar helpt het ons om de volgende stap te zetten. Je moet je daarin altijd bewust zijn van waar je mee bezig bent”.
Die bewustwording uit zich ook in vormen van samenwerking. De laatste jaren worden de termen ‘integrale aanpak’ en ‘integrale samenwerking’ tussen partijen veel genoemd. Vooral als het gaat over innovatie. Hoe kijkt Dorleijn daar, vanuit zijn vakgebied en kennis, tegenaan? “Innovatie en vernieuwing zijn cruciaal voor vooruitgang. Daarin zijn samenwerking en focus essentieel. NEVAP is daar bijvoorbeeld een heel goed instrument voor, ook al ligt er voor iedereen de taak om een stapje vooruit te maken”.
> Aandacht voor de nieuwe generatie. Op de vraag of opleidingen in die zin ook genoeg vaart maken om aangesloten te blijven, zegt Dorleijn; “Studenten worden veelal opgeleid op inhoud en proces. Wat volgens mij ontbreekt in de opleidingen is het stukje ondernemerschap in combinatie met techniek en projectmanagement. Sommigen hebben dat in zich, bij anderen valt het te ontwikkelen. Ik ben ervan overtuigd dat als daar meer aandacht voor is, de aanwas in de sector eerder zal opstaan om de regie te pakken. Zo jagen we innovatie ook vanuit die groep aan en zorgt het voor de juiste drive om te vernieuwen. Die cultuur is cruciaal om vooruitgang te blijven boeken. Wat mij betreft moet het doel van de hele keten zijn: niet de problemen van nu oplossen, maar die van de toekomst, met techniek, technologie én gedrag”. <
Sander Dorleijn Foto: ABT
43
>
THEMA ARTIKEL <
Laadplein voor zwaar elektrisch materieel
aan de A15
In Geldermalsen is nabij de A15 een laadplein gerealiseerd voor elektrische vrachtwagens en elektrisch bouwmaterieel. De benodigde energie komt zoveel mogelijk van lokale windenergie en zonnepanelen. Gerben van den Berg; “In de logistieke sector en in de bouw is er veel behoefte aan snellaadmogelijkheden”.
Laadplein nabij de A15 Foto: Dura Vermeer
44 oktober 2023
“Wat we hier doen is zo uniek, dat geen van de toeleveranciers en deelnemende partijen wist hoe het precies moest. We hadden en hebben elke dag nieuwe leermomenten”, start WattHub-directeur Van den Berg. “WattHub staat voor slim laden. Dat wil zeggen, zo duurzaam en kostenefficiënt mogelijk, met variabele prijzen. De crux zit ‘m erin dat we rechtstreeks op de naastgelegen windturbines zijn aangesloten. Voor deze opzet bestond nog geen software, dus die moesten we zelf ontwikkelen”. Buiten waait het flink en Van den Berg pakt zijn smartphone erbij. “Kijk, het is windkracht vijf en op dit moment wekken we 6,8 megawatt op”.
> Bij de koffie. Het idee voor een laadplein ontstond bij een bak koffie toen drie aannemers die zijn verenigd in de bouwcombinatie Mekante Diek, hun behoefte aan laadstroom bespraken. De bouwcombinatie werkt met veertig elektrische kranen, vrachtauto’s en ander zwaar materieel aan het project Dijkversterking Tiel-Waardenburg. De aannemers hebben de ambitie om de werkzaamheden aan de negentien kilometer lange dijk volledig emissieloos uit te voeren. Die ambitie werd gevoed door de aanbestedingseisen van opdrachtgever Waterschap Rivierenland. Op het vlak van duurzaamheid werd inschrijvers gevraagd een ‘plan duurzaamheid’ in te dienen, met aandacht voor het minimaliseren van uitstoot en energiebehoefte en het duurzaam benutten van materialen. > Groene stroom. De bouwcombinatie, bestaand uit de aannemers Ploegam, Van Oord en Dura Vermeer, zette samen met de lokale energieleverancier Coöperatie Betuwewind WattHub op, met het idee een laadplein te realiseren dat groene stroom levert aan zwaar materieel. Van den Berg; “In eerste instantie voor het eigen materieel, maar wel met het oog op de markt. Er is veel behoefte in de logistieke sector en in de bouw aan laadmogelijkheden”. In 2019 deed de eerste emissieloze vrachtwagen zijn intrede in de infra. Anno 2023 wordt het marktaandeel aan emissieloze bouwtrajecten geschat op tien procent, volgens Bouwmachines Jaaroverzicht. De investering in het laadplein bedraagt enkele miljoenen euro’s. WattHub ontving één miljoen euro subsidie uit de Subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwmaterieel. De helft gaat naar de bouw van het laadplein en de andere helft is bedoeld voor onderzoek naar de praktijkervaringen met het laden, plannen en inzetten van elektrisch bouwmaterieel. > Schrikmoment. Het machinepark van Mekante Diek bestaat deels uit materieel met een eigen, vaste accu en deels uit materieel met een verwisselbare accu. De grote verwisselbare batterijpakketten voor de kranen op het werk aan de dijk zitten in een container van twee bij drie meter. Een vrachtwagen rijdt de containers heen en weer. Deze zogenoemde Big Ass Batterijen worden in de pauzes
‘
Gerben van den Berg Foto: Pieter Pulleman
of ’s nachts opgeladen. “Zo’n batterijpakket is niet heel goedkoop – denk aan meer dan een half miljoen euro – en dan sluit je ‘m voor de eerste keer aan en dan werkt het niet. Dat is een schrikmoment. Ook bij de tractors werkte het laden aanvankelijk niet. Er was wel communicatie tussen batterij en laadstation, maar de laadprotocollen sloten niet op elkaar aan. Dat soort opstartproblemen, of kinderziektes, halen we er nu in de testfase uit”. Een Big Ass Batterij heeft een capaciteit van 400 tot 600 kWatt per uur en kan 400 kWatt per uur laden. De laadpalen zijn gemaximeerd op 350 kWatt per uur. Het laden van een Big Ass duurt dus ongeveer één tot anderhalf uur.
> De regels passen niet De groene stroom voor het laadplein komt van de windturbines van Betuwewind, maar als het niet waait, wil WattHub ook kunnen leveren. “Dat was een lastige, want er lag wel een contract om stroom van de windturbine te leveren aan het elektriciteitsnet, maar niet andersom. Netbeheerder Liander liet weten dat het laadplein in netcongestiegebied ligt en een nieuwe aansluiting niet mogelijk was. We hebben nu een flexcontract waarbij we ’s nachts zo nodig >
‘We moeten de filters twee keer vaker wisselen dan de fabrikant voorschrijft’ 45
>
stroom afnemen. We zijn daarnaast in gesprek met afvalbedrijf Avri dat naast onze locatie een zonnepark heeft van 9 megawatt. Die stroom afnemen is wel technisch uitdagend en ligt juridisch ingewikkeld. Wij willen de netaansluitingen combineren, maar Liander zegt ‘dat doen we niet’. Let wel, Liander is blij met wat wij doen, want in principe ontlasten wij hun net, maar de regels passen niet. Dat zie je natuurlijk wel vaker bij nieuwe ontwikkelingen, dat de wet- en regelgeving achterloopt. Neem de regelgeving van toezichthouder ACM: die schrijft voor dat prijzen vooraf bekend moeten zijn. We hebben dus speciaal toestemming moeten vragen om met variabele prijzen te kunnen werken”.
> Vervuilde filters. Het laadplein heeft 36 DC-laadpalen voor voertuigen met een eigen batterij en 6 AC-laadpalen voor de grote wisselbare batterijpakketten. Het is in principe allemaal standaard elektrotechniek die geen bijzondere eisen stelt aan het onderhoud, zegt Van den Berg. “We hebben wel last van extra stof en zand vanwege het naastgelegen motorcrosscircuit en moeten de filters twee keer vaker wisselen dan de fabrikant voorschrijft. Het hele plein wordt op afstand online gemonitord en daarnaast doen we visuele inspecties van de filters. Vervuilde filters zien we ook wel een beetje aankomen, omdat het vermogen dan afneemt”.
Er was onlangs een storing als gevolg van onderhoud aan de naastgelegen windturbine. “Het laadplein moest hiervoor spanningsvrij gemaakt worden. Toen we weer mochten opstarten, startte één van de power units niet uit zichzelf op. Dat werd te laat opgemerkt waardoor de aangesloten batterijen niet werden opgeladen. Daarvoor is nu een protocol gemaakt zodat dit een volgende keer wel wordt getackeld”.
> Emissievrije aanleg. Dura Vermeer zette voor de aanleg van het plein voor het eerst een volledig elektrische asfaltset in, bestaand uit diverse elektrische walsen, een elektrische asfaltspreidmachine, een elektrische spuitwagen en een emissievrije schaft-pakwagen. Doordat deze machines met verwisselbare batterijpakketten werken, kunnen ze een volledige dag worden ingezet. Het gebruikte asfaltmengel is een honderd procent circulair mengsel. Van den Berg; “De trafohuisjes zijn ook van gerecyclede materialen evenals dit gebouw met kantine en kantoor”. De aanleg was desondanks niet geheel emissievrij. “Er zijn nog onderaannemers die met dieselbusjes rijden. En we hadden een keer een dieselkraan nodig”.
> Meer locaties. “We willen graag meer WattHubs opzetten op strategische locaties en daarvoor lopen al gesprekken. Daarin zijn
WattHub Foto: Dura Vermeer
46 oktober 2023
Vanuit de lucht Foto: Dura Vermeer
we wel afhankelijk van nieuwe infraprojecten op de juiste locaties. Een laadplein exploiteren op basis van wat er misschien komt laden, is lastig. Met Mekante Diek starten we hier al met een klant met veertig elektrische voertuigen. Dat is wel zo fijn”. Met juiste locatie doelt Van den Berg ook op de aanwezigheid van vermogen en op een aansluiting op het elektriciteitsnet. In Geldermalsen komt het vermogen zoals gezegd van drie naastgelegen windturbines van Betuwewind. Gerlach Veldhoven van Betuwewind; “Simpel gezegd: onder de windturbine is er altijd plek. Maar bestemmingstechnisch kan het lastig uitpakken. Vaak gaat het om locaties met een agrarische bestemming. Dat was hier gelukkig niet het geval, omdat het op een industrieterrein ligt. Voor de vergunningen van de gemeente moet je ook veel tijd uittrekken, omdat het voor iedereen nieuw is”.
> Leermomenten. Gevraagd naar het grootste leermoment zegt Veldhoven; “Er zijn geen grote vergissingen gemaakt. Het kan een volgende keer wel een stuk sneller omdat we nu de weg kennen. Denk aan het regelen van de netaansluiting, het verkrijgen van de vergunningen, maar ook de lay-out van het plein. Daar is best nog aan gesleuteld vanwege draaicirkels en dergelijke. Misschien dat een volgende lay-out er anders uitziet, maar de basis weten we nu”. Van den Berg; “Elke week krijgen we nog nieuwe vragen. Omliggende
bedrijven die ’s nachts hun voertuigen willen opladen, vroegen deze week om een fietsenstalling zodat de chauffeur op de fiets naar huis kan”. Positieve leermomenten zijn er ook: medewerkers op het elektrische materieel zijn minder moe aan het einde van de dag, omdat ze minder last hebben van trillingen. En het verbruik van het elektrische materieel is tot dusver lager dan de fabrikanten aangeven. Mogelijk spelen weersinvloeden hierbij een rol en wordt dit anders als de temperaturen dalen. Over circa vier jaar zijn de werkzaamheden aan de dijk gereed en valt er dus een grote klant weg. Wat gebeurt er dan met het laadplein langs de A15? Van den Berg; “We begonnen als project van Mekante Diek, maar vanaf het begin is duidelijk dat andere klanten ook welkom zijn. Op dit moment lopen er gesprekken met diverse partijen. We zitten op een strategische locatie aan de A15 tussen Rotterdam en het Ruhrgebied en vlakbij de A2”. Veldhoven; “Afvalbedrijf Avri heeft nu nog zestig dieselauto’s, die worden allemaal vervangen door een elektrische variant. Voor de transportbedrijven met elektrische auto’s is er nu niets, dus die komen allemaal hierheen. Ook batterijpakketten van binnenvaartschepen kun je wellicht hierheen laten transporteren om hier op te laden”. <
47
WET EN REGELGEVING <
Handreiking en Checklist
Split Incentive
De ‘split incentive’ (letterlijk: verdeeld motief) houdt investeringen in energiebesparende maatregelen in commercieel verhuurd vastgoed, zoals kantoorgebouwen, tegen.
Foto: NVDO
48 oktober 2023
Vastgoedeigenaren en huurders ruziën over de verantwoordelijkheid en ondertussen weten toezichthouders niet wie aanspreekbaar is. De Handreiking Split Incentive schept duidelijkheid voor met name kantoren en staat voor een nieuwe manier van denken: niet in maatregelen, maar in doelen. Eigenaren, huurders en toezichthouders moeten er samen uitkomen.
de handreiking is de ‘kruisjeslijst’. Daarin is aangekruist wie verantwoordelijk is voor het nemen van de erkende maatregelen. Dit helpt toezichthouders om te bepalen wie zij moeten aanspreken. <
> Wanneer is er sprake van een split incentive? Volgens het Activiteitenbesluit moet ‘de drijver van een inrichting’ alle energiebesparende maatregelen doorvoeren die een terugverdientijd hebben van 5 jaar of minder. De scheiding tussen eigendom en gebruik van vastgoed maakt de verduurzaming echter ingewikkeld. Er is sprake van een split incentive: de eigenaar investeert in het gebouw, terwijl de huurder er via een lagere energierekening van profiteert. Voor de toezichthouder is het bovendien niet altijd duidelijk wie hij kan aanspreken op het nemen van de energiebesparende maatregelen. De split incentive is voor veel eigenaren en huurders van kantoren al jarenlang een excuus om niets te ondernemen op het gebied van energiebesparing.
> Tijd voor verandering. Om duidelijkheid te scheppen voor eigenaren, huurders en toezichthouders heeft een werkgroep van Platform Duurzame Huisvesting (waar de NVDO zitting in had) samen met stakeholders de Handreiking Split Incentive opgesteld. Deze handreiking is bedoeld om alle partijen aan tafel te krijgen om het split incentive-knelpunt op te lossen. Onderdeel van de handreiking is een checklist voor toezichthouders om eigenaren en huurders aan te sporen om energiebesparende maatregelen te nemen. Ook voor eigenaren is een checklist gemaakt met daarin tips hoe zij hun vastgoed kunnen verduurzamen. Een belangrijk onderdeel van
Wacht niet tot de handhaver voor de deur staat, gebruik de erkende maatregelen of andere hulpmiddelen die er zijn om te zien welke maatregelen voor jou van toepassing zijn. Maak van een MOP een DMOP. Je bent verplicht deze maatregelen te implementeren. Het is daarom verstandig om ze vroegtijdig op te nemen in de onderhoudsplannen. Maak afspraken met je verhuurder/huurder. De maatregelen gaan jullie beiden aan, het is goed om daar afspraken over te maken. (Greenlease, MKB duurzaamhuurcontract). Subsidie mogelijk: Bij veel maatregelen is een subsidie mogelijk. Kijk hierbij naar erkende regelingen: EIA, bij een grotere renovatie: Groenregeling of de MIA/VAMIL. Certificeer je gebouw. Dit kan bijvoorbeeld via een energielabel, dat is sowieso verplicht vanaf dit jaar. Of gebruik een wat uitgebreidere BREEAM.
‘ ’
‘Nadruk hoort niet op controle te liggen’
49
BRANDED CONTENT <
Langdurige bescherming en verbeterde
energie-efficiency dankzij keramisch versterkte coatings Industriële keramisch versterkt coatings verlengen de levensduur van onder andere rotating equipment, zeker als je de juiste machinale voor- en nabewerking toepast, zegt Toine Tauber van Pro Rotating. “Het zorgt voor minder storingen, lagere onderhoudskosten en een bewezen energiebesparing door verbeterde stromingseigenschappen.” Pro Rotating past zo’n 15 verschillende ARC coatings van Chesterton toe met elk type zijn specifieke eigenschappen. Van slijtvaste (Kiwa gecertificeerde) coatings in diverse pompen bij o.a. waterschappen en drinkwaterbedrijven tot aan erosie- en corrosiewerende coatings
50 oktober 2023
op scheepsaandrijvingen. “Ook vind je onze coatings terug in de voedingsmiddelenindustrie of in pneumatische transportsystemen waar slijtage een veelvoorkomend probleem is.”
Elkaar versterken Pro Rotating onderhoudt, reviseert en geeft advies over alle soorten rotating equipment. De technisch dienstverlener heeft vestigingen in Spijkenisse, Groningen en Amsterdam. Eerder dit jaar nam het Machinefabriek Saedt en Saedt Coatings over. De bedrijven versterken elkaar op een logische manier, zegt Tauber. “Inhoudelijk qua
‘
‘Door de combinatie van één van onze coatings en de voor- en nabewerking blijven de toleranties heel nauw’
expertise en de geografische mogelijkheden. Onze nieuwe collega’s van Pro Rotating krijgen een training over de mogelijkheden van de ARC coatings waardoor we bijvoorbeeld ook Noordoost-Nederland kunnen bedienen.” Voor- en nabewerking Tauber: “Wat onze aanpak uniek maakt is de machinale voor- en nabewerking tot op een honderdste millimeter nauwkeuring. We bewerken bijvoorbeeld de slijtdelen zoals de waaier en de slijtplaat van een pomp eerst machinaal voor. Deze voorzien we van een slijtvaste reparatiecoating die we vervolgens met speciale tooling machinaal nabewerken naar de juiste toleranties. Neem rioolpompen, die slijten hard door zand, opgehoopt vet en vochtige doekjes. Die slijtage zorgt voor spleten tussen de pompdelen waar die doekjes tussen blijven hangen, waardoor er een storing optreedt. Door de combinatie van onze coating en de voor- en nabewerking blijven de toleranties heel nauw en blijven storingen uit. Bij Waternet Amsterdam resulteert deze duurzame oplossing in driekwart minder storingen en een forse besparing op materialen omdat vervanging niet nodig is. En inmiddels weten we dat de pompen hierdoor wel vier keer langer mee gaan. Dit resulteert dus in een aanzienlijke kostenbesparing.’’ Kiwa-gecertificeerde coating Na een Kiwa-certificeringstraject van ca. vijf jaar waarin ieder bestanddeel werd getoetst, is er sinds kort een ARC-coating die veilig toegepast kan en mag worden in drinkwatertoepassingen. “Voor de Kiwagecertificeerde coating hebben wij wereldwijd de exclusiviteit.’’ De Kiwa-gecertificeerde ARC-coating is slijtvast, erosie -en corrosiewerend en zorgt voor verbeterde stromingseigenschappen, wat resulteert in lagere energiekosten. Daarnaast is het oppervlak zodanig glad dat kalk niet of nauwelijks kan aanhechten wat het reinigen vergemakkelijkt. Dit type is ook aan te brengen d.m.v. een hot-airless 2K-spuitinstallatie waarvoor wij voor andere regio’s nog applicateurs zoeken.’’
51
OPGELEVERD <
Waterstofbussen
van start in regio Achterhoek De eerste Arriva waterstofbus rijdt sinds kort in de Achterhoek rond! Dit nadat bijna 1,5 jaar geleden de eerste waterstofbus van Arriva en de vestiging in Doetinchem in vlammen opging. Het onderzoek naar de brand is afgerond en in overleg met provincie Gelderland en busfabrikant Solaris, is besloten om door te gaan met de inzet van de waterstofbussen in de dienstregeling in de Achterhoek. Samen met provincie Gelderland zet Arriva hiermee een grote stap naar een CO2-neutrale toekomst.
Foto: Arriva
52 oktober 2023
‘
Tekening nieuwe werkplaats Foto: Arriva
Eind 2020 besloten Arriva, provincie Gelderland en de Poolse busfabrikant Solaris om vanaf december 2021 tien waterstofbussen in te gaan zetten in de dienstregeling in de Achterhoek. Op 26 oktober 2021 arriveerde de eerste splinternieuwe waterstofbus bij de Arriva vestiging in Doetinchem. Twee dagen later ontstond er brand in de vestiging, iedereen bleef gelukkig ongedeerd en het bleef beperkt tot materiele schade.
> Onafhankelijk onderzoek ingesteld. Meteen na de brand werd op verzoek van Arriva een omvangrijk en gedegen onderzoek met alle betrokken partijen gestart onder leiding van het Nederlands Onderzoeks Instituut (NLOI). Uit het onderzoek werd duidelijk dat er waterstof heeft gelekt. De exacte oorzaak van de lekkage valt niet meer eenduidig te achterhalen. De aanbevelingen en testprotocollen die uit het onderzoek zijn gekomen, zijn strikt opgevolgd en erop gericht om lekkage van waterstof te voorkomen. Om verder te gaan met dit voor Arriva Nederland unieke waterstofbusproject, heeft altijd vooropgestaan dat Arriva de bussen alleen de weg opstuurt wanneer dit op een veilige en verantwoorde manier kan. Solaris heeft op basis van het NLOI-onderzoek en de aanbevelingen die daaruit voortvloeiden, in overleg met Arriva aanpassingen doorgevoerd. Deze aanpassingen zijn door onafhankelijke deskundigen gecheckt.
> Nieuwe start, opleidingen voor personeel. De afgelopen periode stond onder meer in het teken van het opleiden van chauffeurs en de opleidingen van de monteurs. De bussen worden -totdat de nieuwe vestiging in Doetinchem klaar is- onderhouden in de Arriva werkplaats in Groenlo. Deze is speciaal daarvoor aangepast
‘
met onder meer brandwerende scheidingswanden zodat de vestiging voldoet aan de vereiste wet- en regelgeving om onderhoud te kunnen doen aan waterstofbussen.
> Wat zijn de nieuwe snufjes van de waterstofbus. Een klein tipje van de sluier; de waterstofbus heeft, in tegenstelling tot de reguliere bussen van Arriva in de Achterhoek en Rivierenland, geen buitenspiegels maar camera’s. Verder is de bus muisstil tijdens het rijden en er komen vanzelfsprekend geen uitlaatgassen vrij want er komt water uit de uitlaat. Verder zit er een zogeheten mobileye (elektronische dodehoekspiegel) op en loopt de vloer gewoon door (dus zonder traptrede).
> Hoe werkt een waterstofbus. De nieuwe waterstofbussen zijn geproduceerd door Solaris Bus en Coach. De stille en volledig emissievrije waterstofbussen worden aangedreven met energie die wordt geproduceerd in brandstofcellen. De enige bijproducten van de reactie die daarin plaatsvindt, zijn warmte en stoom. “Het elektrisch vermogen dat vrijkomt tijdens het proces van omgekeerde elektrolyse, wordt overgebracht naar de aandrijflijn, bestaande uit een as met elektromotoren. Elke bus wordt uitgerust met een extra opslagruimte voor elektrische energie, de Solaris High Power-batterij. De waterstof die nodig is om de Urbino12-waterstofbus aan te drijven, wordt opgeslagen in tanks met een totaalvolume van 1560 liter, gemonteerd op het dak van de bus”.
> Comfort voor de reiziger. De waterstofbus heeft 37 zitplaatsen (met staanplaatsen geschikt voor 85 personen. De bussen zijn van alle gemakken voorzien zoals USB-oplaadpunten, airconditio- >
‘De nieuwe waterstofbussen vergen een nieuw onderhoudsconcept, want het is anders dan het onderhouden van dieselbussen’ 53
> 50.000 kilometer per jaar op waterstof Voor Arriva Nederland is het rijden op waterstof een primeur. Het streven is om per bus minimaal 50.000 kilometer per jaar te rijden. Witsenboerg; “We rijden tot aan einde concessie (december 2025) door met de bussen. De waterstofbussen gaan tanken bij het nieuwgebouwde waterstofvulpunt van Kuster Energy aan de Braamtseweg in Doetinchem. Dit waterstoftankstation is openbaar toegankelijk en kan dus ook door waterstofauto’s worden gebruikt”.
ning en een modern passagiersinformatiesysteem. Verder is de bus uitgerust met CCTV-camera’s. Voor mensen met beperkte mobiliteit is een rolstoelplaats ingericht en kan gebruik worden gemaakt van een rijplank om de bus in te rijden.
> Comfort en gemak voor de chauffeur. Een stoel met klimaatregeling en een elektrisch verwarmde voorruit zorgen voor veel comfort voor de chauffeur. Voor het verbeteren van de verkeersveiligheid maakt de chauffeur gebruik van allerlei automatische rijhulpsystemen. Zo werkt de chauffeur met camera’s in plaats van zijspiegels en met het zogeheten ‘Mobileye Shield’. Dat is een systeem van intelligente camera’s die de directe omgeving van het voertuig bewaken, waardoor er minder kans is op botsingen met voetgangers of fietsers. Chauffeurs worden gewaarschuwd voor mogelijke gevaren met geluids- en visuele signalen.
> Onderhoud. De Arriva werkplaats in Varsseveld/Groenlo is momenteel verantwoordelijk voor het onderhoud. Manager werkplaatsen, Martijn Witsenboer; “We doen het onderhoud in eigen beheer onder de vlag van Arriva afdeling Asset Management. Op korte termijn verhuizen we alle onderhoudswerk-zaamheden naar onze splinternieuwe werkplaats in Doetinchem. Deze werkplaats is vanaf de grond opnieuw opgebouwd. Bij de bouw is direct rekening gehouden met het onderhouden van H2 bussen. Zo zijn twee werkstraten volledig ingericht om alle werkzaamheden aan de waterstofbussen veilig te kunnen uitvoeren”.
De nieuwe waterstofbussen vergen ook een nieuw onderhoudsconcept want het is anders dan het onderhouden van dieselbussen. Witsenboer; “Het is enigszins vergelijkbaar met het onderhouden van elektrische voertuigen. Er gelden diverse veiligheids- en voorzorgsmaatregelen. Onze monteurs hebben een aantal trainingen gevolgd om de bussen veilig te kunnen onderhouden. Dit begint al wanneer de bus aankomt bij de werkplaats voor onderhoud. Voordat we de bus naar binnen rijden, checken we of de bus veilig naar binnen kan”. Ook als de bus binnen staat gelden er diverse veiligheidsvoorschriften zegt Witsenboer. “Denk aan het gebruiken van H2 gecertificeerd gereedschap, het dragen van anti-statische kleding en werkschoenen en het werken volgens de voorschriften van de fabrikant Solaris. Het onderhoud van de bussen is beschreven door de fabrikant en voeren we op die manier in onze Arriva werkplaats uit”.
> Doorontwikkeling. Witsenboer is trots; “De toekomstige werkplaats gaat, uiteraard, steeds meer richting een ZE-werkplaats. Een werkplaats ziet er ook steeds schoner uit. Voor de monteurs is dit een grote verandering. In plaats van mechanische werkzaamheden verschuiven deze werkzaamheden steeds meer naar het stellen van diagnoses. Daarnaast gebruiken we steeds meer data om de status van de bus bepalen. Dit komt erop neer dat we meer en meer op afstand de bus “uitlezen” en voordat de bus in de werkplaats komt weten we wat er moet gebeuren aan onderhoud. Onze monteurs van de verschillende werkplaatsen nemen we stap voor stap mee in deze mooie ontwikkelingen”. De Werkplaatsen (Onderhoud) zijn onderdeel van de afdeling Asset Management van Arriva. Deze afdeling omvat de deelgebieden: Inkoop, Techniek en Innovatie, Vastgoed & Facilitair Beheer en Werkplaatsen (Onderhoud) en heeft een eigen Management Team. De discipline Werkplaatsen (Onderhoud) blijft daardoor nauw betrokken bij toekomstige ontwikkelingen. Met name de afdeling Inkoop, Techniek en Innovatie en de werkplaatsen hebben een nauwe band met elkaar. We hebben de mogelijkheid om alle activiteiten die, in theorie, bedacht worden, te toetsen in de praktijk. Een groot voordeel van werkplaatsen in eigen beheer. <
Foto: Arriva
54 oktober 2023
Flinterdun beton dankzij textielwapening Onderzoekers en ingenieurs van de Vrije Universiteit Bruzzel (VUB)-onderzoeksgroep Mechanica van Materialen en Constructies (MeMC) experimenteren onder leiding van professor Tine Tysmans met textiel gewapend beton. De toepassing van dit technisch textiel uit carbon-, glas-, of basaltvezels als wapening laat toe om de hoeveelheid beton in een constructie tot 80% te reduceren. Het resultaat is een serieuze economische én ecologische winst. Het gaat daarbij niet over het gewone textiel waaruit ook kleding is gemaakt. Maar over technisch textiel, gemaakt van carbon-, glas- of basaltvezels.
> Maar, er zijn meer voordelen. Dat zijn niet eens de grootste voordelen, zo legt de onderzoeksgroep uit. “Dat is eerder de duurzaamheid: textiel gewapend beton heeft, in tegenstelling tot traditioneel beton met een ijzeren wapening, geen last van corrosie van de wapening. In een traditioneel moet rond het wapeningsnet een dekkingslaag beton voorzien worden van minstens 30 tot 50 millimeter, waarmee het wapeningsijzer afgeschermd kan worden van de lucht en waardoor corrosie op zijn minst vertraag wordt”. Postdoctoraal onderzoeken en bouwkundig ingenieur Michael El Kadi van MeMC vervolgt; “Dit is ook de reden dat beton altijd zo dik wordt gegoten. Bij textielgewapend beton is zo’n dikke beschermlaag niet nodig, betondikte van 2 tot 3 centimeter kan volstaan voor de stevigheid”.
> Optimaal benutten. Een en ander betekent dat overspanningen gerealiseerd kunnen worden met amper een vijfde van de vroegere hoeveelheid beton. “Alle gebruikte beton gaat in dat geval naar de structurele capaciteit en dus niet naar het beschermen van de wapeningsnetten”, aldus El Kadi. “Bovendien laten de technische wapeningstextielen ook toe om flexibel om te springen met vormen. We kunnen er makkelijk dunne gebogen betonnen gewelven mee gieten, die ook nog bijzonder stevig zijn. Eigenlijk zijn de toepassingsmogelijkheden quasi onbeperkt”. > Ook prefab kan profiteren. Volgens de onderzoekers zijn de resultaten qua draagkracht en sterkte van textielgewapend beton vergelijkbaar met die van traditioneel beton. “Dat hangt grotendeels van de gekozen wapening af”, zegt El Kadi. “Glastextielen zijn minder stijf dan carbontextielen, die eigenlijk een grotere capaciteit hebben dan staal. De textielwapening opent perspectieven voor prefabtoepas-
KIJK OP <
‘
Tine Tysmans, Michael El Kadi re. Foto: VUB MeMC
‘De technische wapeningstextielen laten bovendien toe om erg flexibel met vormen om te springen’
’
singen. Ook betonstructuren op maat kunnen in het atelier worden voorbereid waarna ze naar de bouwplaats worden vervoerd. Door het gebruik van een textielwapening zijn die structurele elementen meteen ook een serieus pak lichter waardoor niet al te grote elementen met mankracht op hun plek kunnen worden getild”.
> Zonder nadeel geen voordeel. Het enige nadeel op dit ogen-
blik is nog de prijs. Wapeningstextiel is relatief prijzig. Dat wordt voor een deel gecompenseerd door de besparing op grondstoffen. “En er is ook een ecologische winst die in rekening moet worden gebracht”, benadrukt El Kadi. “Elke kilogram grondstof die niet moet gemijnd worden, betekent winst”. Door zijn geringe volume leent textielgewapend beton zich ten slotte ook uitstekend voor het fijnere restauratiewerk. “Je kan er duurzaam en relatief simpel scheurtjes en barsten in gebouwen mee repareren”, zegt El Kadi. En dat is goed nieuws voor bedrijven die zich bezig houden met de restauratie van de betonnen gebouwen die de voorbije eeuw zo massaal zijn gebouwd en die hiermee misschien voor langere tijd een nieuw leven kunnen krijgen. <
55
CursusKalender Kennis is onze kracht! Inschrijven kan eenvoudig via de maintenance academy op www.nvdo.nl
2 november: Asset Data Management (ADM) Informatiemanagement in alle fasen van de Asset Life Cycle! Informatie speelt een cruciale rol in het engineeren en onderhouden van assets. Deze eendaagse training introduceert u in de wereld van het verzamelen, vastleggen, delen, beheren en analyseren van informatie, zodat u door het slim inrichten van Asset Data Management maximaal presteert in alle fasen van de Asset Life Cycle!
Doel
Resultaten voor deelnemers aan de training “Asset Data Management”: • Inzicht in en bewustzijn van ADM in projecten en technisch beheer • Herkennen van valkuilen op het gebied van informatiemanagement • Waarde van informatie voor optimaliseren van Beheer en Onderhoud
• Inzicht in functie van informatiemanagement in de verschillende fasen van de Asset Life Cycle • Tips & tricks voor slim ADM In deze training met uitgebreide praktijkvoorbeelden en actieve opdrachten, worden onder andere de volgende onderwerpen behandeld: Functie van informatiemanagement in alle fasen van de Asset Life Cycle en de positie van ADM in Asset Management. Informatie vastleggen, delen en beheren. Er wordt aandacht besteed aan Onderhoudsinformatiesystemen, Document control in projecten en we delen best practices. Natuurlijk staat het analyseren van informatie om te komen tot predictive maintenance centraal.
7,8,9 november: Werkvoorbereiding en Planning De werkvoorbereider en planner werken in een centrale plaats in het onderhoudsproces. Hierbij staan de vragen Wat?, Hoe?, Wie? en Wanneer? centraal. De werkvoorbereider geeft samen met de planner antwoord op al deze vragen, rekening houdend met verschillende details. Om ervoor te zorgen dat de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden efficiënt en effectief kan plaatsvinden, stelt de werkvoorbereider een werkplan op. Daarnaast wordt gekeken naar de benodigde middelen: mensen, materiaal, gereedschappen en diensten. In dit proces zijn veiligheid en productie belangrijke (interne) opdrachtgevers. Deze intensieve driedaagse training, inclusief e-learning module, kent een gemiddelde waardering van 9.8!
56 oktober 2023
Doel
Deelnemers krijgen inzicht in de toegevoegde waarde van de rol van werkvoorbereider/planner voor het onderhoudsproces. De complexiteit wordt in kleinere stukken omgezet naar een gestructureerde werkwijze. Hiermee wordt het mogelijk om een persoonlijk stappenplan op te stellen om het geleerde direct in de dagelijkse praktijk toe te passen!
Onderwerpen
Dag 1 Proces en werkwijze Dag 2 Voorbereiden van een werkorder Dag 3 Plannen van werk En nu in de Praktijk; Een stappenplan Inclusief e-learning module
14,15,16 november: Basiscursus Reliability Centered Maintenance 3 (RCM3) Deze cursus neemt de deelnemers mee door het Aladon RCM3proces, de volgende generatie RCM. RCM3 is de opvolger van het robuuste en grondige denkproces van de RCM2methode. Organisaties passen RCM3 toe om operationele en onderhoudsrisico’s die samenhangen met het gebruik van fysieke assets te reduceren, om zo de inherente capaciteit van assets op het gebied van veiligheid en betrouwbaarheid te bereiken tegen minimale kosten. Risicogebaseerd RCM (RCM3) brengt de onderhoudsstrategie volledig in lijn met de internationale
normen voor Asset Management en risicomanagement (ISO 55000 en ISO 31000). Tijdens de cursus leer je de basis van modern prestatiemanagement van fysieke assets. Vandaag de dag is er, meer dan ooit, de prangende behoefte om assetprestaties te vergroten en tegelijkertijd kosten te verminderen. Een sleutel tot succes is het verschuiven van de traditionele benadering van reparatie en optimalisatie naar het proactief beheersen van risico’s – het basisprincipe van RCM3.
28 en 29 november: Duurzaamheid door Onderhoud Duurzaamheid is meer dan CO2 uitstoot alleen. Denk daarbij ook aan duurzaam omgaan met grondstoffen, het milieu en biodiversiteit. Steeds meer bedrijven zijn bezig met duurzaamheid in de engineeringsfase van hun installaties. Onderhoud van deze assets kan immers een grote bijdrage leveren aan de duurzaamheid van de organisatie.
• De fabriek met inputs en outputs • Kritische beoordeling • Trias Energetica • Fictieve fabriek met veelvoorkomende verbetermogelijkheden/verspillingen. • Asset condition monitoring • Managerial
Programma
• Het waarom van duurzaamheid • Sustainable Development Goals (SDG’s), klimaatakkoord, CO2 emissierechten etc.
57
Maintenance professional onmisbaar bij duurzaamheidsverbeteringen Bij een chemisch bedrijf werd een impact-analyse gedaan om vast te stellen wat de invloed is van onderhoud op verbruik van grondstoffen en energie, CO2 emissie en het ontstaan van afval. Deze impact-analyse werd uitgevoerd samen met verschillende stakeholders, zoals Maintenance, Engineering, Process Engineering, Safety & Quality. Uit deze analyse kwamen diverse punten naar voren waar onderhoud een belangrijke invloed op kon hebben. Twee van deze punten waren: • Het verbruik van stikstof. Het verbruik bleek in de afgelopen vijf jaar verdubbeld, zonder dat er iets wezenlijks was veranderd aan het proces. De meest waarschijnlijke oorzaak was dat een aantal smoorventielen die de flow van stikstof moest regelen, was opengelopen. Wat nog zorgwekkender was dan het feit dat op sommige plaatsen te veel stikstof gebruikt werd, was dat misschien op sommige plaatsen te weinig stikstof kwam. Dat had grote gevolgen kunnen hebben voor de veiligheid. Een onderhoudsplan werd opgesteld om regelmatig de instelling van de ventielen te controleren • Tijdens CIP-reiniging vonden veel storingen plaats. Hierdoor moest de CIP-cyclus opnieuw gestart worden, dat telkens leidde tot verlies van spoelvloeistof en van energie voor het opnieuw opwarmen en verpompen van de vloeistof. Er werd een analyse gemaakt van de verschillende oorzaken. Hieruit volgde een aantal aanpassingen van het systeem en een gewijzigd onderhoudsplan. Ook bleek dat het bedrijf de normale cyclus kon optimaliseren door temperaturen en flows anders in te stellen. De maintenance afdeling in een is de meest geschikte partij om het bedrijf te verbeteren op het vlak van duurzaamheid. Ze beschikt namelijk over technische kennis en ervaring die hen in staat stelt om de bestaande processen te analyseren en verbeteringen aan te brengen die de duurzaamheid bevorderen.
58 oktober 2023
28 en 29 november; Duurzaamheid door Onderhoud (reserveer tijdig je cursusplek!) Programma – Het waarom van duurzaamheid – Sustainable Development Goals (SDG’s), klimaatakkoord, CO2 emissierechten etc. – De fabriek met inputs en outputs – Kritische beoordeling – Trias Energetica – Fictieve fabriek met veelvoorkomende verbetermogelijkheden/verspillingen. – Asset condition monitoring – Managerial
Met preventief onderhoud kunnen potentiële storingen en inefficiënties worden geïdentificeerd en aangepakt, wat de operationele efficiëntie verbetert en het energieverbruik vermindert. Daarnaast kunnen ze energieverbruik monitoren en energieverspillende processen identificeren om energie-efficiëntie te bevorderen. De maintenance afdeling kan ook milieuvriendelijke initiatieven implementeren, zoals het vervangen van schadelijke chemicaliën en het implementeren van waterbesparende maatregelen. Bovendien kunnen ze trainingen en workshops organiseren en bijwonen om bewustwording en betrokkenheid van het personeel te vergroten. Kortom, de maintenance afdeling heeft de expertise en positie om duurzaamheidsverbeteringen door te voeren in een industrieel bedrijf. Duurzaamheid is meer dan CO2 uitstoot alleen. Denk daarbij ook aan duurzaam omgaan met grondstoffen, het milieu en biodiversiteit. Steeds meer bedrijven zijn bezig met duurzaamheid in de engineeringsfase van hun installaties. Onderhoud van deze assets kan immers een grote bijdrage leveren aan de duurzaamheid van de organisatie.
Uw partner in innovatief onderhoud! Verhoog uw bedrijfsresultaat en blijf de concurrentie een stap voor, door efficiënt en duurzaam onderhoud van uw systemen en bedrijfsprocessen met behulp van: Slimme, disruptieve innovaties, specifiek voor uw situatie!
ROBOTICA – TOOLING – (SPECIAAL) MACHINES TECHNISCHE PRODUCTEN Benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen? Neem vrijblijvend contact op met Guill Steijvers, voor een innovatief gesprek. +31 651 220 818 – guill.steijvers@hightechalliance.nl www.hightechalliance.nl 1_2 VAM185x118.indd 1
25-08-2023 10:45
Omarm de uitdaging voor de vraag van morgen We begrijpen je uitdagingen Marktleider in service & asset management Meer dan 25 jaar ervaring SAP Digital Supply Chain Partner of the Year
Opmerkelijk in service & asset management Bezoek onze nieuwe website