6
#
nr. 06/ 2019
Vakblad V kbl d A Asset Management M
KRACHT VAN INSPECTIES
Focus!
Meten leidt tot data leidt tot voorspellend onderhoud Uptime en technische betrouwbaarheid Schelde Exotech gaat door (tot) het gaatje
6
#
nr. 06 / 2019
Colofon VAM is het vakblad voor Asset Management in Nederland. Concept en realisatie Elma Media B.V. Keizelbos 1, 1721 PJ Broek op Langedijk 0226 33 16 00 www.elma.nl
AR 4 0 JA
Art Director Kim Speleman Martijn van der Wielen Hoofdredactie Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO VAM is een uitgave van de NVDO Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud Lange Schaft 7G Postbus 138, 3990 DC Houten 030 634 60 40 www.nvdo.nl info@nvdo.nl VAM is een samenwerking met WCM World Class Maintenance, Gebruikersplatform Bodemenergie en iTanks www.worldclassmaintenance.com www.gebruikersplatformbodemenergie.nl https://itanks.eu Auteurs Pieter Pulleman (Exotech, BECC Cuijk, Marel Stork Poultry Processing) Evi Husson (Meten leidt tot data leidt tot voorspellend onderhoud) Maayke Maas-Cooymans, van PloumRotterdam Law Firm (Veilig Werken voor Veiligheid Voorop) Mark Oosterveer, programmamanager bij iTanks (Inspire; kennen en plannen) Sade Schönhage Ellen den Broeder-Ooijevaar Redactie; John van Rooij (Ideo), World Class Maintenance (WCM)) Druk Elma Media B.V. Advertentie-exploitatie Elma Media B.V. Silvèr Snoek - Sales Manager 0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl
VOORWOORD <
Hip en Efficiënt Onder de noemer IntelligentEngine wil Rolls-Royce allerlei robotjes inzetten om vliegtuigen te inspecteren en te repareren. Vliegen is de veiligste vorm van vervoer. Dat komt mede door de strikte vliegtuiginspecties. Maar volgens Rolls-Royce, de op een na grootste fabrikant van vliegtuigmotoren ter wereld, kunnen die inspecties sneller en goedkoper zonder aan veiligheid in te boeten. Sterker nog, de veiligheid zou erdoor omhoog gaan. Het Engelse bedrijf ontwikkelt momenteel het concept IntelligentEngine, waarbij onder meer robotische kakkerlakken en slangen in de motor kruipen om (visuele)inspecties en reparaties uit te voeren. Dergelijke nieuwe ontwikkelingen binnen het Inspectiedomein maken het vak wat mij betreft hip en ook nog eens geweldig efficiënt. Je zou toch denken dat nieuwe technieken en fantastische technologie het vak van Inspecteur aantrekkelijk maken. Niet alleen omdat er met zoveel innovaties wordt gewerkt, maar ook omdat het vak gewoon goed betaald wordt. Een goed salaris is natuurlijk logisch, want ons land heeft in alle industrieën een groot gebrek aan gekwalificeerde inspecteurs en als je ze dan aan je weet te verbinden, moet je financieel wel aantrekkelijk zijn. Ik snap eerlijk gezegd niet waarom er zo’n tekort is. Er zijn immers zoveel leuke voorbeelden van innovaties die dit vak zo boeiend maken. Denk maar aan de Aquabots. Het RDM Centre of Expertise werkt sinds 2014 met een reeks partijen in het bedrijfsleven, onderzoek, hbo, wo en zo’n 50 tot 75 studenten per jaar aan het proon n gramma Aquabots. Hierin ontwikkelt men ‘gerobotiseerde bootjes’, in g r feite drones voor onder en op het water, die meet- en inspectietaken fei verrichten waar de maritieme sector op velerlei wijze behoefte kkunnen u aan heeft en van afhankelijk is. Dat is toch hartstikke leuk? Er zijn mensen aa genoeg die een op afstand bestuurbaar bootje hebben en daarmee in ge het weekend op de plaatselijke vijver spelen. Laat je scholen en maak he van je hobby je beroep. va Behalve dat het vak Hip is, is het ook van groot belang voor Beheer B en Onderhoud. Denk maar aan de meetrobot. Het GVB en Voestalpine Railpro hebben op het emplacement in Diemen een pilot uitgep voerd met een meetrobot. Robot Felix meet elke wissel automatisch, waardoor elke meting op dezelfde manier wordt uitgevoerd. Zo wordt er over elke wissel betrouwbare data verzameld. Deze gegevens kunnen op hun beurt een troef zijn bij preventief onderhoud. Misschien is er nog iemand die denkt dat je vies wordt, zwarte handen krijgt, van het vak. Die iemanden zijn niet geschikt om Inspecteur te worden. Er zijn allang onbemande drone inspecties om bij moeilijk toegankelijke locaties en/of besloten ruimtes te komen. Dit soort inspectietechnieken maken dat de Inspecteur veilig zijn werk kan doen en zo waarschijnlijk ook nog eens bijdraagt aan kosteneffectief ondernemerschap. Mag ik je vragen om in je netwerk zoveel mogelijk mensen enthousiast te krijgen voor het vak van Inspecteur? Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO
3
Inhoud
VAN DE VOORZITTER <
03 Voorwoord
04 Van de voorzitter
Vrienden van de Inspecteur Sensortechnieken, drones, online condition monitoring etc. Ontwikkelingen op het gebied van het meten en beheersen van de conditie van onderdelen en materialen gaan razend snel. Er zou de indruk kunnen ontstaan dat een inspecteur niet meer achter zijn of haar bureau vandaan hoeft te komen en dat het beroep Inspecteur in de toekomst overbodig zal worden. Niets is minder waar. Als het gaat om het beoordelen van de conditie van drukhoudende apparatuur en leidingwerk, zien we dat er met name bij elke onderhoudsstop van enige omvang nog steeds veel menskracht nodig is. Het gaat hier dan om wanddiktemetingen, het maken van röntgenfoto’s en het doen van magnetisch onderzoek. Weliswaar zijn hier ook ontwikkelingen gaande in het verbeteren van technieken, methodieken en apparatuur, maar ik zie niet zo snel dat dit in de nabije (en verdere) toekomst zonder menskracht zal gebeuren. Waar wel een grote verandering plaatsvindt, en gaat plaatsvinden, is de rol van inspecteur als het gaat om het beoordelen van de meetgegevens. Big Data technieken worden meer en
meer toegepast en ook de rol van de inspecteur in procesindustrie zal gaan veranderen voor zover dit al niet het geval is. In de gezondheidszorg heeft onderzoek uitgewezen dat het beoordelen van röntgenfoto’s beter door een computer gedaan kan worden dan door een medisch specialist. Computers herkennen details en patronen nu eenmaal sneller en beter dan mensen dat kunnen. Het is een kwestie van tijd dat ook de röntgenfoto’s van lassen op deze manier zullen worden beoordeeld en dat de autoriteiten dit zelfs verplicht zullen gaan stellen. De rol van inspecteur verschuift van analist van meetgegevens meer naar adviseur en engineer. De inspecteur zal een steeds grotere rol gaan spelen in het aandragen van oplossingen in het geval van schade en degradaties enerzijds en anderzijds het verbeteren van meettechnieken, -methodes en -intensiteit. Wat niet verandert, en niet mag veranderen, is de onafhankelijke rol van de inspecteur. Het woord van de inspecteur blijft wet als het gaat om afkeur en goedkeur. Het oordeel van een inspecteur kan wel eens leiden tot vertraging van de oplevering, en daarmee een verlies van een significante hoeveelheid geld. In dat geval gaat het volgende spreekwoord vaak op (gehoord van een inspecteur): “Een Inspecteur heeft geen vrienden, en als hij een vriend heeft, is het een Inspecteur”.
10 Drone inspecties worden de nieuwe norm > De Inspectie Leefomgeving en Transport heeft begin dit jaar de Technology Base in Twente de bevoegdheid gegeven om te testen met experimentele drones.
18 Blue Tulip Awards komen naar EuroMaintenance!
22 Jaarbijeenkomst
28 Meten leidt tot data leidt tot voorspellend onderhoud > Fugro legt zich toe op het leveren van infrastructuurinformatie voor spoornetwerken.
38 ‘Kleine’ stop met grote impact
42 Kracht van Inspecties
‘Wat niet verandert, en niet mag veranderen, is de onafhankelijke rol van de inspecteur’ 4 december 2019
46 De inspectie staat op de kaart
50 Casus
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56
06 Ontmoet Mathijs Vermond > Zes jaar lang was hij te vinden bij de TU Delft voor de studie Civil Engineering en zijn Msc-graad. Na afronding van deze pittige studies, kwam hij terecht bij Arcadis. Zijn naam is Mathijs Vermond, inmiddels alweer ruim drie jaar Adviseur Beheer en Onderhoud bij Helix Advies. Het blijft altijd een combinatie van verschillende concepten 14 Kort
17
FOCUS op de mogelijkheden 20
Kennen en plannen 24 > Corrosie is een ongewenste gast in veel industriële installaties.
Schelde Exotech gaat door (tot) het gaatje
31
Keuringsverplichting materiaal (hijsmiddelen) 34 Kort
37
Daar komt ... de Inspecteur!
CUR-Aanbeveling 117 schept duidelijkheid 44
Cursuskalender
40
52
48
Conditie aanpakken door Ageing en Inspecties? Kort
55 5
ONTMOET Mathijs Vermond <
Wie Mathijs Vermond
Wat Helix
Zes jaar lang was hij te vinden bij de TU Delft voor de studie Civil Engineering en zijn Msc-graad. Na afronding van deze pittige studies, kwam hij terecht bij Arcadis. Zijn naam is Mathijs Vermond, inmiddels alweer ruim drie jaar Adviseur Beheer en Onderhoud bij Helix Advies.
“Als adviseur en projectleider binnen Helix ben ik betrokken bij het opzetten en leiden van (inspectie)projecten ten behoeve van het opstellen van meerjarenonderhoudsplannen en beleid. De basis voor deze projecten is altijd de NEN 2767. In deze rol ben ik verantwoordelijk voor de financiële kant van het project, het aansturen van de inspecteurs, de kwaliteit van het eindproduct en het contact met de opdrachtgever”.
en neem ik de theorie- en praktijkexamens af ”. Collega professionals enthousiast maken, dat is wat Vermond energie geeft. “Beheer en Onderhoud is nu eenmaal mijn passie. Als ik een training geef, ontmoet ik het totale spectrum van opdrachtgevers en –nemers. Hartstikke leuk om theorie met praktijk te combineren. Als ik merk dat mensen feedback geven, goed nadenken en actief betrokken zijn bij mijn lessen, dan is mijn les geslaagd”.
Vermond is gelukkig met de omslag die de sector maakt naar ‘inspecties op basis van NEN 2767’. “Met behulp van de norm krijgt een organisatie meer inzicht in toekomstige uitgaven en daarmee komen de begotingen steeds meer op orde. Duurzaamheid speelt een steeds belangrijkere rol, mede door de opgelegde doelstellingen vanuit de overheid. De uitbreiding naar een duurzaam MJOP, met daarin een quick scan of een maatwerkadvies, beveel ik sterk aan. Als inspecteur verzamel je gegevens (platte informatie). Als je ook adviserend bezig bent, dan doe je verbetervoorstellen denk je meer in scenario’s”. De sector heeft ook een slag gemaakt met de toepassing van de NEN 2767 in onderhoudscontracten, waardoor er beter gestuurd kan worden en meer grip is op de technische kwaliteit van de assets.
> Geen paplepel. Vermond’s liefde voor het vak werd hem niet met de paplepel ingegoten. Wel is hij van jongs af aan technisch geïnteresseerd en na zijn studie is hij in het vakgebied gebleven. “Ik wilde eigenlijk constructeur worden, maar tijdens mijn stage en afstudeeropdracht bleek al gauw dat 40 uur op kantoor niet echt bij mij past. Ik ben op zoek gegaan naar feeling met de praktijk en mijn eerste baan als adviseur Asset Management sloot hier al veel beter op aan”.
> Opleiden. “Naast mijn werkzaamheden als adviseur bij Helix geef ik les. Via zusterbedrijven Helix Academy en HabiTask word ik ingezet als docent voor de theoriedagen van NEN 2767 trainingen
Regelmatig maakt Vermond, samen met zijn vriendin, een stedentrip. “Noem het beroeps-deformatie, maar ik kan het niet laten om tijdens zo’n korte vakantie altijd en overal naar de staat van gebouwen te kijken. Ik vind het vak van inspecteur nou eenmaal ontzettend interessant. De combinatie van nadenken over je acties, onder de mensen zijn, het bijdragen aan een veilige werkplek en de interactie tussen inspecteur en gebouwbeheerder maken dat ik elke dag weer leer”. <
‘Ik voorzie de klant graag van slimme en integrale adviezen’ Mathijs Vermond, Helix Foto: privé collectie
6 december 2019
7
Niet-Destructief Onderzoek, ,QVSHFWLH HQ &HUWL¿ FDWLH RSORVVLQJHQ
Services & Oplossingen + Niet destructief Onderzoek + Inspectie + &HUWL¿ FDWLH + (QJLQHHULQJ &RQVXOWDQF\ + Pijpleiding Inspectie (nieuwbouw/ In-service) + 2SVODJWDQN ,QVSHFWLH + 5HPRWH 9LVXDO ,QVSHFWLRQ + 6WUDOLQJVEHVFKHUPLQJ + 2QWZLNNHOLQJ 8OWUDVRQH 7DVWHUV
Neem contact op: +31 (0)10 716 60 00
|
Zie meer info: applus.nl
OPGELEVERD < pelt. Op die manier kan je het object continu blijven monitoren. Omdat het nogal complex is om een compleet object vast te leggen, wordt vaak gekozen voor een deel-vastlegging. Met de hulp van drones wordt deze activiteit een stuk veiliger en efficiënter”. Van der Wal noemt het voorbeeld van inspecties van windmolens. Er kan aan de hand van dronebeelden vooraf bepaald worden welke windmolens nadere inspectie vereisen alvorens een onderhoudsprofessional omhoog te laten klimmen. Voor inspecties bij andere objecten kunnen er met drones al temperatuurmetingen gedaan worden. Met aangepaste infrarood camera’s kan de monteur lekken in objecten constateren waar warmte uit weg vloeit om de benodigde reparaties uit te voeren.
Testlocatie terrein Twente Airport
Foto: Drone Flight Company
> Maatschappelijke acceptatie. In veel gevallen zullen de in> De volgende stap. De kracht van drones ligt vooralsnog bij in-
Roel van der Wal samen met vzv Space53 Foto: Drone Flight Company
Drone inspecties
worden de nieuwe norm De Inspectie Leefomgeving en Transport heeft begin dit jaar de Technology Base in Twente de bevoegdheid gegeven om te testen met experimentele drones. De drone testlocatie op het terrein van Twente Airport is de tweede in haar soort in Nederland met een dergelijke ontheffing en tevens een unieke locatie omdat het om een operationeel vliegveld gaat. De beslissing van Inspectie Leefomgeving en Transport om meer bevoegdheden te geven maakt van de Technology Base een volwaardige testlocatie. Space53 is het samenwerkingsverband dat op de vliegbasis gestationeerd is en de tests op de Technology Base uitvoert. “Met Space53 stimuleren we de ontwikkeling van drones en onbemande voertuigen”, vertelt Roel van der Wal, directeur van The Drone Flight Company, één van de partners van Space53.
> Space53 projecten. Space53 neemt deel aan een vijftal internationale projecten. Drie van die projecten hebben een hevige focus op maatschappelijke veiligheid en surveillance. Met het project VUTURA zijn Space53 en The Drone Flight Company verkozen door de Europese Commissie om te werken aan veilige integratie van drones in het Europese luchtruim. Universiteit Twente en Hogeschool Saxion werken ondertussen met behulp van een Europese subsidie aan de ontwikkeling van Unmanned Systems Technology. Met dit project, getiteld ‘Cluster en
10 december 2019
Netwerken’, worden effectievere en duurzamere oplossingen ontwikkeld voor de publieke veiligheid, precisielandbouw, goederenlogistiek en inspectie en onderhoud. Van der Wal; “Vier jaar geleden heb ik The Drone Flight Company opgericht en zijn we aan de slag gegaan met Space53 om een belangrijke rol te spelen in dronewereld. Inmiddels zijn we met de Drone Flight Academy in Nederland de grootste drone opleider, waarbij we zowel basisopleidingen als gevorderden opleidingen aanbieden. Daarnaast begeleiden we bedrijven om drones in hun bedrijfsvoering te integreren”.
> Onderhoud. De toegevoegde waarde van het gebruik van drones in het onderhoud ligt vooral in de mogelijkheden om het als gereedschap te gebruiken”, legt Van der Wal uit. “Zo kan je met een drone een te onderhouden object geheel in 3D vastleggen. Je vliegt om het object heen, maakt er beeldopnames van die je vervolgens aan software kop-
specties. Dat je met drones binnenkort ook reparaties kan uitvoeren, vindt Van der Wal nog wat vergezocht. “De volgende stap is om met kunstmatige intelligentie beelden te kunnen analyseren. Een aantal universiteiten is daar al mee bezig”. Onder deze universiteiten vallen onder andere Universiteit Utrecht en Universiteit Twente. “De software kan nu dieren herkennen. Die kunstmatige intelligentie kan ook toegepast worden op andere aspecten relevant voor inspectie en onderhoud. Een windmolen heeft specifieke meetpunten waar naar gekeken wordt. Door softwarematig de data die door de drone verzameld wordt met elkaar te vergelijken, zie je meteen afwijkingen, in plaats van dat de inspecteur deze data en beelden zelf moet controleren en vergelijken. Dat is waar AI een bijdrage in kan leveren. Met de opmars die drones op Europees vlak maken, komt integratie in de Industrie steeds meer voor en wordt het ook steeds belangrijker. Van der Wal; “Sinds vorig jaar zitten we in de early adoption fase”. Dit houdt in dat de dronetechnologie voorzichtig wordt omarmd, maar de massa er nog niet aan begonnen is. “Dat zijn de mensen die nieuwe technologieën durven te gebruiken. De markt zit nog in de gewenningsfase; over vijf jaar is dit op peil. Dan is het heel normaal dat snelle inspecties met een kleine drone worden gedaan”, voorspelt Van der Wal.
> Wet- en regelgeving. Omdat je met dronevliegen te maken hebt met specifieke wet- en regelgeving, ligt dit in de Luchtvaart anders. “Het is zelfs lange tijd verboden geweest om te vliegen met drones”, aldus Van der Wal. “Nu wordt de regelgeving benaderd vanuit risico’s. Een droneinspectie met laag risico zou bijvoorbeeld de inspectie van een dakgoot kunnen zijn. De drone weegt slechts 250 gram en de schade is minimaal wanneer deze crasht. Met dit lage risico is het minimale vereiste dat de piloot een cursus doet met een online examen of instructiehandleiding. Dat moet voldoende zijn om een drone op een dergelijke manier te gebruiken. Hoe complexer de klus, hoe hoger het risico en hoe meer tijd en kosten daarmee gemoeid zijn”, aldus Van der Wal. “Maar bij bemande luchtvaart is dat natuurlijk ook zo. Als je privé vliegt heb je lagere toelatingseisen dan wanneer je als commercieel piloot aan de slag gaat”. Medio 2020 wordt de Nederlandse droneregelgeving vervangen door Europese verordeningen. De ‘Regeling op afstand bestuurbare luchtvaartuigen’ komt dan te vervallen. In de nieuwe Europese norm worden drone-operaties in een drietal categorieën ingedeeld: ‘open’, ‘specific’ en ‘certified’. Deze drie categorieën geven invulling aan het risico gestuurde beleid dat hiermee ingevoerd wordt.
specties in de open categorie vallen. Asset Owners zullen dan toestemming of ontheffingen moeten aanvragen wanneer zij bijvoorbeeld een eigen olietank inspecteren met behulp van een drone. De kwestie wordt ingewikkelder wanneer je als woningcorporatie ten behoeve van onderhoud een heel woningblok wilt inspecteren. Dan krijg je te maken privé woningen en privacy kwesties.
> Maatschappelijke invloed. Van der Wal; “Drones komen veel in de media waardoor mensen zelf al een beeld hebben gevormd. Nu is het een kwestie van dat beeld bijstellen”. Het gaat met de privacy kwestie met name om hoe de data verwerkt en gecommuniceerd wordt. Deze moet conform de Europese AVG-wetgeving zijn. “Telkens als we vliegen met drones stelt het publiek vragen”, vertelt Van der Wal. “Zolang je er open over bent is acceptatie heel snel aanwezig. Mensen maken zich niet alleen zorgen over ongelukken, maar zijn ook waakzaam over hun privacy. Je ziet wel dat deze problematiek steeds meer toeneemt en ook belangrijker wordt in onze onderzoeken”. De Europese Unie stimuleert actief zowel de technologische als maatschappelijke ontwikkelingen in de dronewereld. Er zijn al genoeg mogelijkheden om, na een aanvullende cursus, simpele inspecties uit te voeren met behulp van een drone, al is dat nu voornamelijk nog besteed aan de koplopers. Maar over vijf jaar doen we het allemaal. En wie weet hoe groot de sprongen zijn die er nu gemaakt kunnen worden met de ontheffing die Space53 heeft ontvangen op de Technology Base. <
Wegwijzer gevaarlijke stoffen De nieuwe regelgeving vanuit de EU categoriseert droneoperaties in drie verschillende categorieën: 1. Open • Laag risico • Geen goedkeuring vooraf nodig • Handhaving door de politie • Operationele beperkingen 2. Specific • Hoger risico • Vergunning vereist vanuit Inspectie Leefomgeving en Transport 3. Certified • Risico en vergunningen vergelijkbaar met bemande luchtvaart
11
PREPARE FOR THE FUTURE <
Getting the basics right and prepare for the future Big data, machine learning, Internet of Things; het zijn de toverwoorden van Industry 4.0. Op zoek naar verbetering is het voor asset-intensieve bedrijven verleidelijk om met dit soort nieuwe technologieën aan de slag te gaan. Maar als de basis niet op orde is, is dat een heilloze missie, weet Harm-Jan Smit, EAM Solution Architect bij Rizing. “Laat je niet verleiden door de glimmertjes.”
en rapporten, maar is er geen integraal beeld van de performance.” Van Doorn vult aan: “Vaak zijn processen wel beschreven, maar zijn deze onvoldoende in de praktijk geïmplementeerd of is het alweer lang geleden dat medewerkers zijn getraind of zijn er veel nieuwe medewerkers. Een opfriscursus in processen en tooling kan dan heel waardevol zijn!” Vanuit het beeld dat de check geeft, stelt Rizing samen met de klant een verbeterplan op. In dit plan zitten zowel verbeteringen die op korte termijn en met betrekkelijk weinig inspanning waarde opleveren alsook trajecten die meer doorlooptijd en inspanning nodig hebben. Op basis van dit plan helpen ze het bedrijf graag stap voor stap verder.
Praktijk Smit heeft net een healthcheck voltooid bij een chemisch bedrijf dat haar onderhoudsprocessen opnieuw op de rails wil zetten. Smit: “De vraag daar was vooral ‘waar moet ik beginnen?’ en dan is het assessment een perfecte eerste stap die duidelijk maakt wat je moet doen.” Vanuit het gezamenlijk opgestelde verbeterplan richt Rizing waar nodig SAP op de juiste wijze in en ondersteunt bij de implementatie. Smit: “Stel dat we een verbeterde prioritering van
de storingsmeldingen hebben ontwikkeld. Dan begeleiden we ook het ochtendoverleg met Operations en Maintenance waarin men de storingsmeldingen bespreekt. We maken ze wegwijs in de nieuwe systematiek, maar helpen ook bij het verbeteren van de communicatie. Welke soort vragen moet je stellen bijvoorbeeld, om naar een risico gebaseerde prioriteitsstelling te gaan? Gaandeweg neemt het team het dan over.”
Waardevolle ervaring De EAM Healthcheck werd wereldwijd al meer dan 150 keer uitgevoerd. Typische momenten voor het doen van de check zijn: de start van een nieuw verbeterprogramma of na een overname om de volwassenheid van een nieuwe fabriek in kaart te brengen. “De informatie die uit de healthchecks en opvolgende trajecten komt is voor ons zelf natuurlijk ook van onschatbare waarde” stelt Van Doorn. “Binnen Rizing hebben we deze ervaring ook verpakt in CODEX, een volledige template oplossing voor Enterprise Asset Management en gerelateerde functionaliteiten, gebaseerd op SAP S/4HANA. Op basis van wat wij bij onze klanten tegenkomen houden we onze dienstverlening actueel en relevant ¬ gericht op het realiseren van verbetering bij onze klanten. Want daar ligt onze passie!”
Rizing is de nieuwe naam voor Vesta Partners, dat wereldwijd actief is op het gebied van asset management consultancy voor asset intensieve bedrijven die gebruik maken van SAP Enterprise Asset Management (EAM). Directeur Business Development Reinier Van Doorn: “Wij gaan graag vanuit de inhoud met de opdrachtgever in gesprek, met als doel hem snel en efficiënt te helpen verbeteren. Daarbij richten we ons vaak eerst op de basis.”
EAM Healthcheck als vertrekpunt Solution Architect Smit: “Er is een overvloed aan nieuwe IT-tools, de kraaltjes en de spiegeltjes als het ware, maar als de processen niet helder zijn, je mensen niet goed getraind zijn, of als je de basisrapportages niet goed benut, dan hebben die innovaties weinig zin.” Om te inventariseren wat de volwassenheid is van de asset management- en onderhoudsorganisatie, ontwikkelde Rizing de EAM Healthcheck. Van Doorn: “We benaderen het breed. We kijken naar de processen, zijn die goed opgezet conform de standaarden? We kijken of die processen ook goed zijn afgebeeld in de systemen, is de (stam-)data ook op orde? Tenslotte kijken we of de mensen ook in staat zijn de processen uit te voeren. Zijn systemen prettig om mee te werken (UX) en zijn de mensen goed opgeleid?” De healthcheck bestaat uit kwalitatieve interviews met vertegenwoordigers uit verschillende lagen van de organisatie, een vragenlijst met 170 vragen verdeeld over zeventien thema’s.
Over Rizing Rizing is een multinationale onderneming, met een vestiging in Rotterdam, die ondernemingen ondersteunt bij hun reis richting een Intelligent Enterprise op de gebieden SAP® Enterprise Asset Management (EAM), HCM en Consumer Industries. In het EAM-domein helpen we met meer dan 250 EAM-professionals asset intensieve bedrijven hun asset management en SAP EAM-oplossingen te optimaliseren, voortbouwend op onze diepgaande expertise en bewezen methodologieën uit onze Real World Experience.
Van inzicht tot actieplan Het resultaat van de healthcheck maakt inzichtelijk op welke gebieden de organisatie verbeterstappen kan zetten. Smit: “Ben je in staat te visualiseren hoe je presteert op operationeel en tactisch niveau? Hoe effectief en efficiënt is je onderhoud? Vaak zijn er wel lijstjes
12 december 2019
Harm-Jan Smit
Reinier van Doorn
13
INTERVIEW <
Het blijft altijd een combinatie van verschillende concepten Uptime en technische betrouwbaarheid zijn extreem belangrijk voor de klanten van Marel Stork Poultry Processing. Service Director Dirk den Hartog is vanuit Boxmeer verantwoordelijk voor de wereldwijde service-activiteiten van de Poultry-divisie, waarbij hij in Europa ook verantwoordelijk is voor de uitvoering. “Ruim veertig procent van de totale revenu komt tegenwoordig uit service.”
op de uptime is dus groot. En dat is de reden dat we voorspelbaar onderhoud willen, dat we vervolgens in het weekend uitvoeren”.
> Beursgenoteerd. Marel is een internationale machinebouwer voor industriële systemen en installaties voor het verwerken van pluimvee, vis en vlees. Het beursgenoteerde bedrijf ontwikkelt en bouwt machines voor het primaire en secundaire proces en voor ‘further processing’. Het primaire proces betreft het slachten van de levende dieren. In het secundaire proces worden de geslachte dieren in delen uit elkaar gehaald. En further processing betreft het samenstellen van producten, bijvoorbeeld kip nuggets of hamburgers. De machines van Marel zijn gestandaardiseerd en modulair. Het aantal unieke machinecodes haalt de zesduizend wel, zegt de Service Director. De vestiging in Boxmeer richt zich voornamelijk op de pluimvee-industrie (poultry). > Drie keer R. De Poultry service-afdeling in Boxmeer omvat circa 250 medewerkers waarvan bijna de helft in het veld acteert. De visie van Marel op service laat zich vertalen in ‘drie R’s’: Retain, Recur en Referral. Retain staat voor het in stand houden van de installed base. Recurring Business omvat het leveren van diensten en onderdelen en de derde R staat voor het doel Referral als onderdeel van het totale aanbod dat nodig is om nieuwe machines te kunnen blijven verkopen.
> Van correctief naar proactief. Onderhoudsconcepten ver-
Dirk den Hartog - Marel Stork Poultry Processing Foto: Marel
De markt voor voedselverwerkende apparatuur groeit jaarlijks met vier tot zes procent. Marel heeft zich als doel gesteld twaalf procent te groeien. De groei komt onder andere door veranderende marktomstandigheden, vertelt Den Hartog. “Retailers stellen steeds hogere eisen aan onze klanten ten aanzien van tijdige en correcte leveringen. Een vrachtauto een kwartier te laat laden en ze hebben al een contractuele boete van de klant aan de broek hangen. De druk
14 december 2019
schuiven ook bij Marel steeds meer van correctief naar proactief. De machinebouwer onderscheidt drie niveaus van onderhoud. De eerste is operationeel met vooraf vastgestelde onderhoudstaken. De tweede is preventief onderhoud afhankelijk van het aantal draaiuren en het productieschema. De derde, predictive onderhoud, is afhankelijk van de technische staat en de mate van output. Sensoren registreren hierbij het gedrag en uit data analyse volgt een voorspelling van het eventuele faalgedrag. “We monitoren bijvoorbeeld performance van individuele units die in de machine ronddraaien en het product vasthouden. Als het systeem vaststelt dat een unit minder presteert, dan stuurt het volautomatisch een taak uit met de opdracht om in de pauze de lepel te controleren”. Afhankelijk van de kritiekheid van een systeem stelt de service-afdeling de klant het best passende
Inspectie en service door de eigen servicedienst van Marel Foto: Marel
onderhoudsconcept voor. “Een snijmachine in het secundaire proces is minder kritisch dan een machine in het primaire proces. En een machine die al twintig, dertig jaar in het veld staat, daar is geen predictive maintenance voor. Het blijft altijd een combinatie van verschillende concepten”.
‘Uit data analyse volgt een voorspelling van het eventuele faalgedrag’ > Onderhoudsaanbod. Marel biedt zijn klanten diverse pakketten die het onderhoudsconcept ondersteunen. Consumables zijn onderdelen die een klant regelmatig zelf vervangt. Breakdown-parts
zijn onderdelen die minder vaak nodig zijn en die een klant ook zelf vervangt. Dan zijn er twee categorieën voor kleine en grote revisiedelen voor gepland onderhoud. En tot slot zijn er de condition dependend parts die afhankelijk van de uitkomsten van een inspectie nodig zijn. “Een poelier met alleen een portioneermachine heeft een ander onderhoudsprofiel dan een complete slachterij. Daarom bieden we een gevarieerd onderhoudsaanbod”. Marel heeft bij onderhoud niet alleen te maken met de technische staat en de output, maar ook met voedselveiligheid, duurzaamheid, kwaliteit en diervriendelijkheid. Maintenance aanpassingen gaan dus breder dan alleen maintenance.
> Ingewikkeld. Maintenance wordt door toenemende automatisering en robotisering steeds ingewikkelder, legt Den Hartog uit. Hij geeft het fixed weight packing robotsysteem als voorbeeld. Het systeem legt gereed product in een schaaltje en zorgt daarbij voor het juiste gewicht. Bijvoorbeeld: er moeten drie filets in van totaal 600 gram. De robot selecteert en weegt dan (bijvoorbeeld) drie filets af van respectievelijk 180, 220 en 200 gram. “De leverancier van de robotarm zit in West-Europa. Marel moet in America en Afrika wel dezelfde service kunnen bieden. Dus dat moeten we zelf doen, of met goede partners. Door de druk op de output, hebben we snelle responstijden nodig bij een storing. Bij al onze ontwikkelingen is de selectie van de partner daarom extreem belangrijk”.
> Innoveren om te verbeteren. Zes procent van de totale revenu gaat naar innovatie. Deels om nieuwe machines en systemen te ontwikkelen en op de markt te brengen, maar een aanzienlijk deel wordt besteed aan het verbeteren van het huidige portfolio. Een van de laatste innovaties is een nieuw systeem voor het transport van het pluimvee van de boerderij naar de slachterij, Atlas genaamd. De kip wordt nog maar één keer opgepakt op de boerderij en daarna niet meer. In de container wordt zij verdoofd. “Zo creëren we opti- >
15
>
male condities voor de klant en voor het eindproduct, want minder stress en minder schade is beter voor de kwaliteit van het vlees”.
> Can do & must do. Bij het ontwikkelen van verbeteringen kijkt Marel naar mogelijkheden om de performance van de installatie te verbeteren en naar individuele componenten. “We verdelen dat in can do’s en must do’s. Een must do gaat over instandhouding. Bijvoorbeeld als een PLC niet meer te verkrijgen is, dan moeten we voor een nieuwe zorgen”. Een can do is een versieverbetering voor een betere performance of een betere technische staat. “Bijvoorbeeld bij de machines die de kippen delen. Die bevinden zich op drie meter hoogte, omdat dat door het gebruik
De robot selecteert en weegt
Foto: Marel
van de messen beter is voor de veiligheid. Doordat de snelheid van de lijnen steeds verder vergroot, wordt het positioneren van het product steeds belangrijker. Positionering van producten is belangrijk in de hele lijn en daarvoor ontwikkelen we dan een oplossing. Dat bieden we aan als retro fit kit”. Verbeteringen die worden bedacht en gerealiseerd voor het nieuwste equipement,
worden zo ontwikkeld dat die ook is toe te passen op de vorige generatie machines. Er staan machines in het veld die tientallen jaren oud zijn en dankzij incrementele verbeteringen nog elke dag hun waarde bewijzen, vertelt Den Hartog. “Borstfilets van het karkas oogsten gebeurde voorheen volledig handmatig, nu is dat hoofdzakelijk geautomatiseerd”.
> Businessmodel? In de nabije toekomst genereert de nieuwe generatie Marel-machines data over hun gedrag. Die data gaan naar de cloud, waarna Marel de data analyseert. Daaruit volgt (al dan niet automatisch) een taak voor de onderhoudsmonteur. “We zijn nog wel wat zoekende, hoe we dit moeten aanvliegen. Bij preventief is het eenvoudig. Je gaat klus x doen en dat kost y. Predictive gaat over het voorkomen van een faalmoment en de vraag is: wat is de waarde daarvan en hoe toon je dat aan? Hoe zet je dat om in een businessmodel? Dan denk je al snel aan service level agreements en het halen van een bepaalde beschikbaarheid, maar dat is lastig in de food processing. Als je de performance niet haalt, ligt dat niet per se aan de machine. Operator en het product spelen daarin een belangrijke rol. Ieder dier, iedere kip, is weer anders en er komt nogal wat vakkennis en vakmanschap bij kijken. Dat kun je niet zomaar door een machine laten uitvoeren. Je moet dus zeker weten dat je machine goed is ingesteld. Dat het technisch goed werkt, is niet hetzelfde als een goede productie halen. Om die reden werken we niet of nauwelijks met servicepartners. Klanten doen het dagelijks onderhoud zelf, aangevuld met onze service”. Innoveren gaat niet alleen over het verbeteren van de machines. “Onze klanten willen minder afhankelijk worden van hun operators. Wij experimenteren volop met ondersteuning op afstand. Maar hoe pak je dat het beste aan met zoveel machines en klanten? Wat bestaat er al op dit gebied? Hoe kunnen we leren van anderen die hier al mee werken? Wij delen al kennis met andere OEM’ers uit de regio en dat willen we ook gaan doen op onderhoudsgebied”. <
‘Klanten doen het dagelijks onderhoud zelf, aangevuld met onze service’
16 december 2019
Kort Hoe vind je een onderhoudskundige vastgoed? Je bent opdrachtgever en je hebt een deskundige nodig die de onderhoudsconditie van een gebouw kan vaststellen. Waar kun je dan terecht? Hoe weet je welke competenties nodig zijn? Sertum, het register voor onderhoudskundigen vastgoed, heeft samen met diverse branchepartijen (waaronder de NVDO)en onderwijsinstellingen gewerkt aan een richtlijn voor onderhoudskundigen. Deze richtlijn is gepresenteerd onder de naam “Maatlat voor onderhoudskundigen”.
Standaarden 15 jaar geleden werden de eerste onderhoudskundigen door Sertum geregistreerd. In het afgelopen decennium is de groei in deskundigheid sterk beïnvloed door standaarden die door de markt werden ontwikkeld, waaronder de NEN 2767 en de RVB-BOEI methodiek. De NEN 2767 beschrijft een methode om de conditie van bouw- en installatiedelen op objectieve en eenduidige wijze vast te leggen. De RVB-BOEI methodiek is ontwikkeld door het Rijksvastgoedbedrijf en beschrijft vormen van inspecties onderverdeeld in de aspecten Brand, Onderhoud, Energie, Duurzaamheid en Informatie wet- en regelgeving.
bieden waarmee de passende deskundigheid kan worden gevraagd of aangeboden, is nu een richtlijn opgesteld, getiteld de ‘Maatlat voor onderhoudskundigen’. Deze richtlijn geeft voor de meest voorkomende taken omschrijvingen van toetsbare competenties op tactisch en operationeel niveau.
De Maatlat voor onderhoudskundigen Er worden drie competentieprofielen omschreven, namelijk: • Advies onder het profiel Onderhoudskundig Adviseur • Technisch beheer en projectleiding onder het profiel Onderhoudskundig Coördinator • Inspecties onder het profiel Onderhoudskundig Inspecteur
Behoefte Deze standaarden hebben gezorgd voor de nodige uniformiteit in het vaststellen van de conditie van gebouwen, installaties en infrastructuur. De behoefte aan deskundigheid voor Beheer en Onderhoud van vastgoed, kan met deze standaarden echter nog onvoldoende beantwoord worden. De huidige vragen van gebouwbeheerders en -eigenaren hebben onder meer betrekking op het beheersbaar houden van de veranderende wet- en regelgeving, beheren van gebouwgebonden data en het vertalen van de onderhoudsbehoefte naar passende uitvoerings- en contractvormen. Om voor opleiders, gebouweigenaren en -beheerders, facility- en assetmanagers, adviseurs en werkgevers een kader te
NLQF Het vereiste kennisniveau volgt de indeling opgesteld door het Nederlands Kwalificatieraamwerk
Per profiel is kort en bondig weergegeven wat de kerntaken zijn die weer nader uitgewerkt zijn in kennis en vaardigheden. Naast kennis en vaardigheden die per profiel zijn vastgelegd, is omschreven wat verwacht mag worden van een deskundige over attitude, autonomie en vakkennis en ervaring. De competentieprofielen uit de Maatlat zijn te downloaden via www. onderhoudskundige.nl. <
Over Sertum Sertum is een register van erkende onderhoudsdeskundigen vastgoed. Daarin staan de erkende deskundigen op het gebied van vastgoedonderhoud en beheer met de specifieke kennis en ervaring. Sertum-erkende onderhoudsdeskundigen zijn bewezen vakbekwaam. Samen met opleiders, brancheverenigingen en onafhankelijke derden wordt bepaald welke kennis een adviseur,
coördinator of inspecteur moet hebben om een opdrachtgever professioneel van dienst te kunnen zijn. Pas na de succesvolle afronding van de juiste opleidingen ontvangt de deskundige zijn erkenning. Om hun erkenning te behouden zijn Sertum-onderhoudsdeskundigen verplicht om zich elk jaar bij te scholen in hun vakgebied.
17
EUROMAINTENANCE <
Blue Tulip Awards komen naar
EuroMaintenance! De Blue Tulip Awards is een uniek programma dat gericht is op het versnellen van innovators, het bouwen van krachtige samenwerkingen en het stimuleren van baanbrekende innovatie. Het Accenture-initiatief gelooft dat innovatie de sleutel is tot een betere toekomst. Het heeft de kracht om onze manier van werken en leven te verbeteren en een wereld vol kansen voor de komende generaties te creëren.
‘We nemen open innovatie écht serieus’ Foto: Accenture
Accenture, de NVDO, EFNMS en Rotterdam Ahoy zijn er bijzonder trots op dat de Blue Tulip Awards in 2021 gekoppeld worden aan EuroMaintenance. Van Ginkel; “Direct toen wij vernamen dat EuroMaintenance 2021 in Nederland zal plaatsvinden onder regie van onze partner NVDO, waren wij enthousiast om de Blue Tulip te koppelen aan dit grootste maintenance event van Europa. Op dit moment geven wij in een kleine stuurgroep inhoud aan de vorm waarin we de synergie zullen beslechten”. Het idee is om veelbelovende startups en scale-ups vooral op het gebied van Maintenance te koppelen aan de TOPsprekers. Daarnaast wordt een podium geboden waar bezoekers/deelnemers in contact kunnen komen met die start-ups.
> Versnellende Innovators. Wereldwijd erkend voor hun cre-
Sander van Ginkel
18 december 2019
Foto: Accenture
Sander van Ginkel, Managing Director Accenture is vanaf de start in 2007 betrokken bij de award. “We bieden startups en innovators een duidelijke roep om wapens: acht inspirerende, op problemen gebaseerde thema's verbinden met nieuwe ideeën die een enorm potentieel hebben om onze toekomst te transformeren. Door samenwerking tussen de slimste geesten te stimuleren en de meest veelbelovende innovaties te versnellen om hun volledige potentieel te bereiken, kunnen we beginnen met het verbeteren van de manier waarop de wereld nu werkt en leeft”.
ativiteit, betrokkenheid en visie, hebben innovators al een aanzienlijke impact op de manier waarop we leven en werken. Om ervoor te zorgen dat de volgende generatie innovaties alle kansen heeft om te gedijen en te floreren, biedt de Blue Tulip Awards een uniek platform voor innovatieve concepten. Van Ginkel; “Als deelnemer krijg je erkenning, krijg je de kans je vaardigheden te ontwikkelen en partners en investeerders aan te trekken. We organiseren ook het hele jaar door evenementen om startups te helpen opschalen, contact te maken met vitale bondgenoten en hun potentieel te versnellen”.
> Opschalen. Sinds de start van de toenmalige Accenture Innovation Awards in 2007 hebben Accenture en haar partners het voortouw genomen om de meest veelbelovende startups en innovaties in Nederland te identificeren en hen te helpen groeien, opschalen en bloeien. Van Ginkel; “Nu, na 12 jaar leren van eerdere successen en ontvangen feedback, weten we dat de tijd rijp is om dit programma naar een hoger niveau te tillen door het open te stellen voor nog meer samenwerking, sterkere partnerschappen en de ultieme impact op innovatie. De beste manier om aan te tonen dat we open innovatie echt serieus nemen, is door Accenture uit de programmatitel te verwijderen. Vanaf nu zal onze innovatiecompetitie bekend staan als de Blue Tulip Awards, omdat de exclusieve blauwe tulp de voortdurende zoektocht symboliseert om echte innovatie te vinden”.
> Krachtige samenwerking bouwen. Samenwerking is de levensader van innovatie. Wanneer frisse ideeën de krachten bundelen met een zwaarbevochten ervaring, worden echte game-changers geboren. Daarom stimuleert de Blue Tulip Awards samenwerkingsverbanden voor elk innovatiethema. “Maar daar stoppen we niet”, zegt Van Ginkel. “Via ons netwerk kunnen startups, bedrijven, partners en investeerders het hele jaar door waardevolle samenwerkingen opbouwen. En als klap op de vuurpijl straks ook nog eens tijdens EuroMaintenance in maart 2021. Een samenwerking die past bij de EuroMaintenance ambities en de hoge standaard die de Blue Tulip nastreeft”. <
> Synergie met EuroMaintenance. Als een natie bekend om zijn tulpen, heeft Nederland de thuisbasis van vele nieuw ontwikkelde en gecultiveerde tulpenrassen. Hoewel veel kleuren nu deel uitmaken van het rijke Nederlandse tulpenaanbod, is niemand in staat geweest om een hele blauwe tulp te cultiveren - nog niet. Daarom is de blauwe tulp de ultieme weergave van onze zoektocht om wereldveranderende innovaties te ontdekken en te voeden.
Winnaars 2018 • Voeding: SPONSH. Een temperatuurgevoelig, slim textiel, dat bij lage temperaturen hydrofiel wordt en grote hoeveelheden water uit lucht opneemt, zonder energie te verbruiken; als de luchttemperatuur stijgt geeft SPONSH het verzamelde water weer af • Onderwijs: Incision Academy. Een platform waar chirurgen kennis en vaardigheden kunnen delen en verbeteren met behulp van video en AR/VR • Mobiliteit: D-rail. Een systeem met sensoren om spoorwegen te analyseren om ongelukken en opstoppingen in het spoorverkeer te voorkomen • Klimaat: RAW Paints. Deze organisatie heeft poederformules ontwikkeld voor diverse applicaties, die met toevoeging van water veranderen in hoge kwaliteit verf • Security: QuantiCor. Cybersecurity-oplossingen voor het IoT voor middelgrote en grote ondernemingen, tegen onder andere krachtige kwantumcomputeraanvallen • Financiën: Safened. Een digitale oplossing die organisaties in staat stelt om klanten snel te identificeren om fraude te voorkomen • Leven & Werken: Expivi. Een 3D-productconfigurator om producten in de webwinkel in 360 graden te laten zien en zo een nieuwe winkelervaring te bieden • Gezondheid: BI/OND: the versatile organ-on-chip. Deze organisatie tracht miniaturen van organen te creëren – zogenaamde organen-op-chips – om ziekteverloop te kunnen onderzoeken en aan een oplossing tot genezing te werken
‘Samenwerking is de levensader van innovatie’ 19
TERUGBLIK <
FOCUS op
de mogelijkheden Stadion Galgenwaard van voetbalclub FC Utrecht was op vrijdag 22 november het decor voor de NVDO Jaarbijeenkomst 2019. Het jaarthema Focus stond centraal in het afwisselende programma. Gevoetbald werd er niet, maar toch werd er gescoord. “De vraag is hoe je binnen de nieuwe restricties toch kunt verbeteren”. ziet de combinatie van congres en beurs als een mooie mogelijkheid voor de Nederlandse onderhoudsindustrie om zich in de kijker te spelen voor een grote internationale doelgroep. Dujardin verwacht dat er totaal circa veertienduizend bezoekers op beurs en congres afkomen. Scroubelos kijkt uit naar de grootste EuroMaintenance editie ooit (en er zijn er al 24 geweest) en heeft groot vertrouwen in de professionaliteit van de NVDO.
> Vanaf nul beginnen. De presentatie door twee studenten van
Foto: NVDO
Het programma begint met een netwerkmeeting. De congresbezoekers gaan volop met elkaar in gesprek en er zijn diverse promostands van participanten die deze jaarbijeenkomst (financieel) mogelijk maken. Bezoekers gaan met elkaar in gesprek, doen zaken en luisteren naar indrukwekkende praktijkverhalen. Het NVDO Bureauteam heeft aan alles gedacht, van badges tot en met de uitstekende catering, TOPsprekers en voldoende netwerkmomenten. “Het is vandaag de bedoeling dat iedereen met een rugzakje vol met inspiratie en nieuwe contacten naar huis gaat”, zegt Ellen den Broeder, Verenigings Manager NVDO.
> Lancering Euro Maintenance 2021. Ruim tweehonderd bezoekers zien even later NVDO-bestuurslid Chris Rijsdijk, exhibition manager Maintenance NEXT Pieter-Bas Dujardin van Ahoy en George Scroubelos namens de EFNMS (European Federation of National Maintenance Societies) het startschot EuroMaintenanceNEXT geven. Het drietal lanceert gezamenlijk daartoe de website voor EuroMaintenance 2021. Het internationale congres zal plaatsvinden op 29, 30 en 31 maart in Ahoy, tegelijk met de beurs Maintenance Next. Rijsdijk
december 2019
TU Delft van het Vattenvall Solar Team begint enigszins in mineur. Tijdens de laatste race in Australië lag het Vattenval-team aan kop toen het gruwelijk mis ging. De auto vloog om nog onbekende reden in brand. “We onderzoeken nog steeds wat er mis ging”, zegt student Niek. Elk jaar wordt er een nieuw multidisciplinair team samengesteld van TU Delft studenten, vertelt hij. “Wij zouden dit jaar deze auto overnemen en er nieuwe innovaties op toepassen. Nu moeten we vanaf nul opnieuw beginnen”.
> Niet alleen winnen. De missie van het solar-team is niet alleen om races te winnen. Duurzaamheid aantonen, inspireren en educatie zijn ook belangrijke doelen. Elk jaar vinden er vernieuwingen plaats. Niek noemt als voorbeeld het toepassen van de huid van een haai om de aerodynamische weestand te verminderen. Collega teamlid en TU-student Jan gaat daarna in op het bouwproces. Het begint allemaal met een zeer zorgvuldige selectie van de teamleden, legt hij uit. “Daarna gaan we brainstormen. Jaarlijks veranderen de regels en de vraag is dan hoe je binnen die restricties toch kunt verbeteren”. De productiefase valt uiteen in een intern en extern deel. “Wat we zelf het beste kunnen, doen we zelf, zoals het lamineren. Voor mechanische componenten bijvoorbeeld werken we samen met gespecialiseerde bedrijven. Wij bedenken het innovatieve concept, zij maken het. Zo leren we er allebei van”.
‘Met een rugzakje vol inspiratie en nieuwe contacten weer naar huis’ ergens iets mankeert”. De studenten vertellen vervolgens over hoe een race verloopt en tonen hier videobeelden bij. Opvallend is de rol van een volgauto met daarin het mission-controlteam van twee studenten die live de data analyseren die vanuit de raceauto binnenkomen. Op basis van de data beslissen ze of en hoe er bijgestuurd moet worden. Het hebben van de juiste partners is cruciaal; voor financiële steun, voor de juiste materialen en voor kennis.
> Opluchting en onzekerheid. Wat kan je nog als het zicht op de werkelijkheid in rap tempo afneemt? En wat kan en moet je in zo’n situatie doen om je doelen te bereiken? Daarover gaat het bij de volgende spreker: Joost Rigter (45). Hij is ervaringsdeskundige; op 26-jarige leeftijd kreeg hij de diagnose retitinis pigmentosa, een oogziekte die leidt tot blindheid. “Het was een opluchting omdat ik eindelijk wist wat ik had. Maar het gaf ook onzekerheid: wanneer word ik blind?” Destijds was zijn zicht nog vijftig procent, nu nog maar 0,8. > Blinddoek om. Rigter vraagt de deelnemers een blinddoek om te doen, zodat ze zijn donkere wereld ervaren. “Hij vertelt over zijn leven voor de diagnose: zijn moeizame studietijd, zijn droom om een restaurant te beginnen en hoe een baan in een restaurant uitmondt in een drama. Uiteindelijk wordt duidelijk dat er iets aan zijn ogen mankeert. Hij komt terecht bij een revalidatiecentrum en leert onder andere braille en lopen met een blindenstok. “Maar wat ga je dan doen met die 0,8 procent zicht? Ik wist het niet”. De tegenslag accepteren was een belangrijke stap, vertelt hij. “Daardoor kun je verder.
Door open en eerlijk te zijn naar anderen, krijg je dat ook terug. Die kwetsbaarheid laat mij bewegen”.
> Pak melk. “Durven doen, is ook belangrijk”, zegt Rigter. Na twee maanden binnen zitten had hij genoeg moed verzameld om een pak melk te gaan halen in de supermarkt. De straat oversteken, vragen waar de melk staat en de portemonnee overhandigen aan de kassière: drie kleine successen op rij. Thuis de melk opdrinken was het grootste succes. Uiteindelijk start hij zijn eigen bedrijf en inmiddels spreekt hij jaarlijks meer dan veertigduizend mensen toe. Inmiddels heeft hij (met een partner) ook zijn eigen restaurant. Dan stelt hij de vraag aan de zaal: “Wat is jullie comfortzone waar je uit wilt, die eigenlijk geen comfortzone meer is? Wat is jouw pak melk?” Tot slot gaat hij in op de factor positiviteit. “Door welke bril kijk je? Dat is een keuze”. Hij vertelt over een jonge vrijwel blinde Marokkaan die hij tijdens zijn revalidatie ontmoette. “Hij leerde in acht maanden zwemmen, de Nederlandse taal en vond een baan. Hij bleef kijken naar de mogelijkheden”.
> Focus op onderhoud. Daarna verplaatst het gezelschap zich naar het restaurantgedeelte, waar Jenne van der Velde, topadviseur Asset Management bij Rijkswaterstaat de microfoon krijgt. Hij benadrukt het belang van onderhoud voor goed Asset Management en verwijst naar de placemats die op de dinertafels liggen. Het zijn er vier. Een gaat over de beheerparadox en benoemt onder andere dat als je het als beheerder goed doet, niemand het ziet. “De anderen gaan over de zeven stappen van Asset Management, inspecties bij Rijkswaterstaat en dé uitdaging: de boeggolf aan (infra) onderhoudswerk die eraan komt. Hoe kun je die spreiden, terwijl je tegelijkertijd de levensduur van de asset verlengt? Dat vraagt om efficiëntie en innovatie”. > Visiedocument. In de slotfase van de dag is het woord aan Maintenance Manager van het Jaar Celeste Martens van Croonwolter&Dros. Ze geeft aan dat de beslissingen die ze als asset manager dagelijks moet nemen afhankelijk zijn van de input van haar mensen en van data. Informatie en data zijn afkomstig uit inspecties en monitoring. Ze refereert aan het nieuwe NVDO-Visiedocument “Kracht van Inspecties” en noemt de belangrijkste aanbevelingen (red.) . Het werk van de inspecteur moet aantrekkelijker worden, er kan meer technologie ingezet worden om te inspecteren en aanbestedingen moeten aantrekkelijker naar de markt gebracht worden. Er moet een nieuwe houding komen ten aanzien van inspecties, stelt het visiedocument en daar is een cultuurverandering voor nodig. Een proactievere houding ten aanzien van nieuwe technologie is gewenst. Na het delen van deze aanbevelingen overhandigt Martens het eerste exemplaar van het visiedocument aan Van der Velde. <
> Mission control. Tijdens de inbouwfase komt alles samen. Het designteam transformeert naar raceteam en er wordt uitgebreid getest. “Na elke test demonteren we de auto volledig om te zien of
Foto: NVDO
21
JAARBIJEENKOMST IN FOTOâ&#x20AC;&#x2122;S <
22 december 2019 2018
23
INSPIRE <
vooral aandacht voor apparaten en leidingen van RVS en C-staal. Bij de bijeenkomst deelde hij de resultaten van het project en de kijk op corrosiemodellen en inspecties.
grip op de conditie van bijvoorbeeld een verf die er na tien jaar nog prima uitziet terwijl iedereen weet dat die niet meer zo goed kan zijn als toen die net was aangebracht”.
> Model. Voor CUI toonde hij een eenvoudig model met drie factoren: Koolstofstaal, procestemperatuur en ineffectieve afscherming. Het staal en de procestemperaturen zijn een gegeven in bestaande installaties, maar de kwaliteit en toestand van de isolatie is beïnvloedbaar. Daarvoor is inspectie een belangrijk middel. Bijvoorbeeld door goed te kijken of beplating goed is afgewerkt en er netjes afwaterend is gemonteerd. Als het goed is, blijft zo het vocht buiten. Wijnants presenteerde een integrale aanpak die uit het project rolt voor het voorkomen en bewaken van corrosie onder isolatie.
> Concreet. Door de conditie van de conservering te meten in
> Lek. Maar wat als het vocht toch intreedt? Yves Desmet van het Belgische iSensePro demonstreerde een innovatieve oplossing voor het controleren van de gezondheidstoestand van een geïsoleerd stuk static equipment. Daarbij meet hij of de isolatie vochtig is geworden als gevolg van vochtintreding, condens of lekkage. Bovendien biedt zijn meetmethode de mogelijkheid om degradatie van de coating te meten. Desmet; “We zijn nu zo’n drie jaar bezig met deze nieuwe techniek. Er zijn al testen gedaan bij Borealis en Sitech en we pakken nu door met de commercialisatie van het product onder de naam iSensePro”. Met de methode hoeft geen isolatie verwijderd te worden. Desmet; “Met deze techniek kan je vierentwintig op zeven realtime controleren wat de gezondheid is van een stuk leiding, rondom om 360 graden. Wanddikte van een leiding worden gemeten tijdens een inspectie Foto: Intero
Kennen en plannen
combinatie met een visuele inspectie, wordt inzicht gegeven in de werkelijke status van een constructie. Met deze kennis wordt een prognose gegeven van de verdere degradatie van de conservering. Coolegem; “Concreet kunnen we aangeven in welk jaar er corrosie onder de coating begint, waardoor een overlaging ideaal kan worden gepland. Ook kunnen we voorspellen omstreeks welk jaar een bepaald percentage roest op het oppervlak wordt gehaald. Dit is vaak een contracteis”. Met zulke informatie kan correctief onderhoud worden gepland. Op coatings die nog een aantal jaren moet worden gebruikt, worden de plekken aangegeven die niet meer die extra gebruiksduur zullen halen zonder een overlaging.
> Systeem. Met het beter plannen van overlaging en het op tijd weten of contracteisen worden gehaald, wordt het onderhoud veel doelmatiger ingezet dan voorheen. Hiermee kan ook het juiste conserveringsysteem voor een toepassing worden geselecteerd. Coole-
In theorie kan tot 500 meter piping worden bewaakt met één opstelling”. Hij wil met het product kunnen sturen op de effectiviteit van het onderhoud. Samen met de kennis van de klant worden juist die stukken gekozen waar de meeste kans op intreding is of waar de gevolgen van een lekkage het grootst zijn. Want door de slechte plekken te weten en inzicht te hebben in de kwaliteit van de coating en de cladding en de evolutie hiervan over tijd, kan effectief en op tijd worden gepland voor de juiste onderhoudsactiviteiten. En bovendien biedt het de inspecteurs ook ruimte om nu juist ook andere stukken van de installatie te controleren.
Coaten
Corrosie is een ongewenste gast in veel industriële installaties. Er wordt in onderhoudsregimes stevig geld uitgegeven aan het speuren naar slechte plekken in leidingwerk, zeker als dat verborgen zit onder een laag isolatie. Want een slechte plek levert een verhoogd risico op lekkages met alle gevolgen van dien. Maar wat kan je waarnemen en inspecteren bij al dan niet geïsoleerd leidingwerk.
Vochtintreding in de isolatie van leidingwerk en installaties zorgt samen met temperatuur-wisselingen, het milieu (zoutgehalte) en degradatie van de coating voor een hoge kans op corrosie van leidingwerk. Die vochtintreding kan plaatsvinden als de isolatie niet goed wordt (terug-) bevestigd na werkzaamheden of omdat er bijvoorbeeld beschadigingen ontstaan door verkeerd gebruik. Maat 46 veiligheidsschoenen die over leidingen heen lopen zijn vaak ook slecht voor de waterdichtheid van de isolatie. Maar ja, lekke isolatie is moeilijk met het oog waar te nemen. Wat is er dan mogelijk op het
december 2019
gebied van inspectie? Nieuwe en bestaande technieken die aan bod kwamen bij een iTanks Innovatiecheck over Corrosie onder Isolatie bieden soelaas.
> Staal. Geert-Henk Wijnants van Stork is betrokken bij het World Class Maintenance project “Risk Based CUI Management”, een project dat van november 2018 tot 2019 loopt en uit drie deelprojecten bestaat: Best Practices voor Risk Base CUI Management, Effectiviteit van toegepaste NDO methoden en standtijd van coatings. Daarbij is
De weerbaarheid tegen invloeden van buitenaf met een goede coating is vaker een aandachtspunt. Maar is een goede coating echt wel zo goed? C-Cube uit Delft focust juist op de kwaliteit en degradatie van coatings op uiteenlopende plaatsen. Guus Coolegem van het bedrijf vertelt; “Wij kunnen de conditie van goed uitziende verf of conservering meten en er dan een score aan geven. Zo heb je meer
‘Lekke isolatie is moeilijk met het oog waar te nemen’
Meerwaarde bij constructies met kostbaar onderhoud Foto: Ccube
25
gem sluit af; “We zijn nu voornamelijk actief in en om opslagtanks en infrastructuur en zijn vooral van meerwaarde bij constructies met kostbaar onderhoud”.
PIONIER <
of steigerwerk nodig is. Ook kan de isolatie van leidingwerk blijven zitten”.
> Run. Met deze interne inspecties kan tot 40 kilometer leiding > Ultrasoon. Jan Willem Zijta van Applus+ RTD toonde een geautomatiseerd systeem om met ultrasone technieken de wanddikte te bepalen en eventueel corrosie op tanks aan te tonen. De T-Scan voor uitwendig onderzoek op leidingen en Tanks. “Daarnaast beschikken we over een tool die vanuit de binnenzijde van de leidingen de wanddikte kan bepalen. De DTI (difficult to inspect) tool”. De INCOTEST van ApplusRTD kan ook de wanddikte vanaf de buitenzijde bepalen, door de isolatie heen. Het bedrijf levert NDO (niet-destructief onderzoek), Inspecties en Certificatie diensten. De metingen, screenings en inspecties worden uitgevoerd om de integriteit, veiligheid en beschikbaarheid van leidingen of installaties te bepalen. Zijta; “Dat is bewezen techniek waar we verder op innoveren met robotica, artificial intelligence en predictive management”.
worden geïnspecteerd in één run, ook als daar bochten in het netwerk zijn. Bij de meting worden de interne diameter en de wanddikte van de leiding gemeten met een nauwkeurigheid van 0,25 millimeter. Hiermee wordt de hele geometrie van het stelsel in beeld gebracht, inclusief deuken en vervormingen. De meetdata wordt in de piglet
MME Group is pionier op het gebied van destructief en nietdestructief onderzoek. Waar het familiebedrijf uit Ridderkerk ruim 55 jaar geleden is begonnen met wanddiktemetingen met behulp van ultrasone technologie, is het inmiddels uitgegroeid tot een multidisciplinaire dienstverlener op het gebied van inspecties. 2019 markeert een nieuwe fase voor de organisatie, waarbij de focus voor het eerst niet primair ligt op de aangeboden dienst, maar op hoe de dienst wordt aangeboden. Samen met de opdrachtgever wordt gewerkt aan een duurzame verbinding van relatie en dienstverlening.
> Presentatie. Zijta; “Verborgen corrosie of verminderde wandikte op lastig bereikbare plaatsen zorgen voor risicovolle situaties. Om toch de wanddikte van bijvoorbeeldtanks of leidingwerk in beeld te kunnen brengen, is dit systeem ontwikkeld. Het brengt automatisch grote oppervlaktes of lange leidingen in beeld. En het kan in lage of hoge resolutie scannen”. De verzamelde metingen worden gebruikt om bovenaanzichten en x- en y doorsnedes de wandiktes of corrosie aan te geven met verschillende kleuren. Deze manier van inspecteren biedt handvatten om onderhoudsplannen te maken, vervolginspecties te plannen en als het nodig is directe acties te ondernemen.
Sander Momberg en Kees Verdoorn zijn verantwoordelijk voor de inspectietak van MME Group. Verdoorn: “We merken dat er, mede door de circulaire economie, duurzaamheidsvraagstukken en de onduidelijkheid over het stikstofbeleid een groeiende behoefte is aan een operationele partner die in staat is over de gehele waardeketen van een asset doelmatige en effectieve service te bieden.”
> Van Binnen. Om de wanddikte én corrosie van een leiding van binnen uit te inspecteren, had Intero een piglet meegenomen, de kleinere variant van zogeheten pigs waarmee leidingen van binneuit geïnspecteerd kunnen worden. Hiermee kan nauwkeurig de wanddikte van een leiding worden gemeten tijdens een inspectie. Dennis van Wesemael van Intero licht toe; “Deze tools worden ingezet op tankterminals en in de petro- en chemische industrie maar ook in energiecentrales en bij leidingstraten. Het geeft de gelegenheid om snel de conditie van leidingwerk te bepalen, zonder dat er graafwerk
‘Met deze interne inspecties kan tot 40 kilometer leiding worden geïnspecteerd in één run’ 26 december 2019
Van goed naar excellent
Om die reden is MME Group overgestapt naar een andere manier van interne bedrijfsvoering: Operational Excellence (OpX). Momberg is verantwoordelijk voor de implementatie van OpX binnen MME Group: “De fundamenten van OpX zijn gelegd in dezelfde periode als waarin MME Group is opgericht. Denk bijvoorbeeld aan Lean en
Six Sigma (LSS). Echter, het implementeren van een beleid op het gebied van variabiliteitsmanagement en effectiviteitsoptimalisatie is gecompliceerde materie die veel vraagt van de veerkracht van de organisatie.” Inmiddels is deze nieuwe manier van werken omarmd door de organisatie en zijn de eerste resultaten duidelijk zichtbaar. Momberg, zelf LSS Black Belt, legt uit: “Na het actief en geduldig creëren van draagvlak is het gehele midden- en hoger kader opgeleid om volgens deze nieuwe manier te werken. Binnen MME Group hebben we momenteel 10 LSS Green Belts. Daarnaast hebben alle medewerkers een training ontvangen waarbij we ze hebben geleerd hoe ze verspillingen en variatie kunnen ontdekken en voorkomen en welke waarde dit toevoegt voor hun eigen werkzaamheden. Hiervoor hebben we een ruimte gecreëerd die alleen voor deze doeleinden wordt gebruikt.”
Handvatten om onderhoudsplannen te maken Foto: Applus+ RTD
opgeslagen en komt beschikbaar voor verdere analyse in het daarvoor ontwikkelde analysepakket. De postprocessing wordt door vakkundige data-analisten gedaan en gecontroleerd. Voor 100% zekerheid moet je misschien 100% inspecteren. In veel gevallen lukt dat niet. Maar met slimme inspectietechnieken en geavanceerde analysetechnieken is het in veel gevallen mogelijk om je installatie beter te kennen en daarmee optimaal onderhoud te plannen. En of daarvoor de nieuwste innovaties of bewezen technieken worden ingezet, het resultaat telt: Veilige en betrouwbare installaties tegen acceptabele investeringen. <
MME Group beschikt over een ruimte waar medewerkers en opdrachtgevers van elkaar kunnen leren en gezamenlijk werken aan een proces van continue verbetering
Verdoorn ligt toe: “Na een aantal verbetertrajecten, herkennen onze opdrachtgevers onze nieuwe toegevoegde waarde al. We zijn nu beter in staat om onze diensten volgens een duidelijk stramien te verlenen, door het voorkomen van variatie en verspillingen. We zijn daarnaast in staat meer tijd te besteden aan het anticiperen op toekomstige wensen van onze opdrachtgevers. Hierdoor hebben we inmiddels een aantal verbetervoorstellen aan onze opdrachtgevers kunnen doen en begeleiden wij ze hier actief in. Op die manier zorgen we gezamenlijk voor een proces waarbij het continu verbeteren van onze dienstverlening centraal staat.” www.mme-group.com
27
INNOVATIE <
Meten leidt tot data leidt tot
voorspellend onderhoud Fugro legt zich toe op het leveren van infrastructuurinformatie voor spoornetwerken. Dit om spoorprofessionals te ondersteunen bij het ontwerpen, bouwen, upgraden en onderhouden van de spoorweginfrastructuur. ‘Ongeveer tien jaar geleden begon RailData als start-up met onderzoek of het mogelijk was om spoordata te genereren zonder dat hiervoor landmeters het spoor op moeten. Apparatuur zou diezelfde metingen autonoom moeten kunnen uitvoeren om zo sneller, efficiënter en veiliger data te verzamelen over de actuele ligging van de sporen’, zegt Jasper Hellemons, Business Consultant Rail bij Fugro. Het bepalen van de actuele ligging is namelijk bijzonder belangrijk om Asset Management uit te kunnen voeren. Hellemons; “De sporen zijn door het frequente treinverkeer onderhevig aan onder meer trillingen en drukkrachten (vooral in de bogen wordt het spoor naar buiten gedrukt) waardoor ze niet exact op hun plek blijven liggen. De actuele relatieve ligging van het spoor wijkt na verloop van tijd af van de originele ligging. Belangrijk is om op die plekken tijdig onderhoud uit te voeren om niet alleen snelle slijtage van onder andere
de spoorstaven en het onderstel van de treinen te voorkomen, maar ook het reizigerscomfort te behouden”.
> Volwassen systeem. Uiteindelijk werd het apparaat RILA ontwikkeld. “RILA staat voor Rail Infrastructure aLignment Acquisition. Het is een meetsysteem dat de landmeetkundige positie van het spoor nauwkeurig en snel kan bepalen terwijl ook de spooromgeving in beeld kan worden gebracht”. In 2011 werd het systeem voor
het eerst toegepast. De eerste resultaten bleken veelbelovend en trokken de aandacht van Fugro. “In 2014 nam Fugro de start-up over waardoor er sindsdien meer innovatiemogelijkheden en ondersteuning mogelijk zijn om de hard- en software nog verder door te ontwikkelen. RILA is inmiddels uitgegroeid tot een volwassen systeem dat je plug-and-play kunt inzetten”.
> Werking. Het meetapparaat inclusief GNSS-mast van 4 à 5 meter weegt ongeveer zeventig kilogram en kan in een paar minuten aan een trein worden gekoppeld. Hiervoor is gepatenteerde technologie toegepast waarbij de koppeling van de trein wordt gebruikt. Als eenmaal het systeem aan de achterkant van een trein is gekoppeld, kan het autonoom metingen uitvoeren. “Het systeem werkt op batterijen en maakt gebruik van een geavanceerd GNSS-meetsysteem, gecombineerd met een traagheidsnavigatiesysteem (inertial measurement unit, red.) waardoor met militaire precisie de exacte ligging van het spoor kan worden bepaald. Daarnaast wordt, aan de hand van onder meer videocamera’s, laserscan- en 3D laser visiontechnologie, een 3D-spoormodel gecreëerd. Denk daarbij aan het in kaart brengen van onder meer de spoorwijdte, eventuele slijtage, verkanting (het verschil in hoogte tussen de twee spoorstaven), en doorrijprofielen. Kortom, het meetapparaat levert een enorm grote hoeveelheid aan accurate data en parameters op tegen lagere kosten dan traditionele werkwijzen. Bovendien hoeven landmeters niet langer langs het spoor te werken. Daarnaast is het systeem gekoppeld aan reguliere passagierstreinen waardoor de spoormetingen geen grote impact hebben op het milieu”.
> Cloud en portal. Tijdens de metingen is er altijd een operator in de trein aanwezig om snel te kunnen schakelen mochten er calamiteiten optreden. Ook kan hij een quality check uitvoeren of het systeem blijft draaien. Aan het einde van de meetdag haalt de operator de harde schijf uit het systeem en zet hij de data in de cloud waar deze verder kunnen worden verwerkt. Bevoegden kunnen de data en alle andere benodigde informatie zoals foto’s en videobeelden vervolgens bekijken in een online portal en er allerlei analyses op uitvoeren. “De portal maakt de spoormetingen visueel, wat bijzonder handig is om een goed beeld te krijgen van de situatie vóór en na onderhoudswerkzaamheden. De informatie uit het portal kan worden gebruikt voor meerdere toepassingen zoals het ontwerp en de aanleg van nieuw spoor, het identificeren van railslijtage, het controleren van wissels en kruisingen en als input voor BIM”. > Amsterdam-Eindhoven. Fugro voert in meerdere landen metingen en analyses uit: onder andere in Groot-Brittannië, Denemarken, Amerika, Australië, België en Nederland. Hellemons; “ProRail gebruikt de data op dit moment voornamelijk om de bestaande
Screenshot RILA portal
28 december 2019
Foto: Fugro
Fugro RILA 3.0 Foto: Fugro
spoorligging in X-Y-Z-coördinaten vast te leggen in de zogeheten Permanente Vastlegging Spoorgeometrie. Er is echter veel meer mogelijk met deze data. We zijn in staat om periodiek metingen uit te voeren zodat de informatie veel waardevoller wordt voor spoorbeheerders”. Hellemans licht dit toe met een concreet voorbeeld. “In de zomer van 2018 is Fugro op eigen initiatief, met goedkeuring van ProRail, een proefproject gestart op de spoorlijn tussen Amsterdam en Eindhoven. Dit is een drukke spoorlijn waar de NS spoorboekloos wil gaan rijden door elke tien minuten een trein in te zetten. Zo’n hoogfrequent gebruik van het spoor betekent zwaardere belasting van de spoorbaan, meer trillingen, as-lasten en dus is er wellicht op deze lijn meer of sneller onderhoud nodig. We zijn gestart met maandelijkse metingen om de spoorgeometrie en de degradatie van de kwaliteit van het spoor op deze lijn in kaart te brengen. Uit uitvoerig onderzoek blijkt dat maandelijkse metingen voldoende moeten zijn. In de beschikbare data zien we wanneer en waar onderhoud is gepleegd en analyseren we waar het spoor naar alle waarschijnlijkheid is veranderd. Elke dag meten is dus niet nodig, de maandelijkse metingen volstaan”.
> Predictive maintenance. Uiteindelijk wil Fugro nog een stap verder gaan en komen tot voorspellend onderhoud. “We onderzoeken momenteel de mogelijkheden of het creëren van predictive maintenance mogelijk is op basis van de datasets. Op deze manier breng je Asset Management naar een hoger niveau. De eerste signalen zijn positief. Door de maandelijkse meetresultaten naast elkaar te leggen en er algoritmes op los te laten, worden afwijkingen eerder >
‘Een richtlijn waarin zoveel mogelijk eisen en wensen van alle partijen zijn verwerkt’ 29
> zichtbaar zodat sneller duidelijk wordt wanneer en waar onderhoud nodig is om een goede kwaliteit van het spoor te kunnen waarborgen. Naar verwachting zullen we begin 2020 meer duidelijkheid hebben op welke manier predictive maintenance mogelijk wordt”.
> Kostenbesparing op onderhoud. Het systeem zorgt nu al voor een aanzienlijke besparing op onderhoud. “De kostenbesparing zit in een aantal zaken. Een eerste voordeel is dat we een stopmachine sneller kunnen aansturen. Een stopmachine is een zelfrijdende spooronderhoudsmachine die het spoor millimeters tot enkele centimeters kan oplichten en zijdelings kan verplaatsen (schiften) om de spoorstaven weer in de juiste positie te leggen. Om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren, is het belangrijk om te weten op welke positie het voertuig zich bevindt en hoeveel het spoor moet worden gelicht of geschift. Vroeger gebeurde dit door operators die
SCHELDE EXOTECH <
matiseerd de stopmachine kunnen aansturen zonder dat hier nog een landmeter aan te pas komt. Uit de resultaten van de pilot blijkt dat de stopmachine tot 25% meer werk kan verzetten in eenzelfde periode. Dit levert niet alleen een enorme kostenbesparing op, maar verhoogt ook de veiligheid”. Een tweede kostenbesparing ligt in de langere levensduur van de assets. “Wanneer je over meer actuele data beschikt en sneller de actuele kwaliteit van het spoor kunt bepalen, ben je sneller in staat om de kwaliteit van het spoor te verhogen. Dit betekent dat bijvoorbeeld beginnende slijtage aan de spoorstaven en de onderstellen van de treinen een stuk minder wordt. De totale levensduur van de objecten wordt verlengd omdat je sneller onderhoud kunt plegen. We hebben berekend dat spoorbeheerders in totaal ongeveer twintig procent kunnen besparen op hun onderhoudsbudget”.
Kalibreren op het teststuk Foto: MME Group
Schelde Exotech gaat door (tot) het gaatje Een smeedstuk van achttien meter met een gat van 176 mm doorsnede over de hele lengte aan de binnenzijde oplassen met inconel en vervolgens inspecteren; dat doe je niet zomaar. Het is in meerdere opzichten een unieke klus die om veel expertise en innovatieve denkkracht vraagt. “De opdracht was zero defects bij penetrant inspectie”, zegt technisch directeur Willem Konings van Schelde Exotech.
High density point cloud generated from RILA 360 survey
Foto: Fugro
handmatig met krijt op de spoorstaven aangaven waar de machine aan de slag moest, of er werd gebruik gemaakt van een laser als richtpunt. Later werd dit gedeeltelijk geautomatiseerd. De operators voerden ter plekke de maatvoering uit en converteerden vervolgens de data zodat de stopmachine deze kon inlezen. ’s Nachts kon de machine hiermee autonoom zijn positie bepalen om vervolgens de werkzaamheden uit te voeren. Omdat de exacte positie heel nauw komt, is zo’n machine in de praktijk ongeveer 20-25% van de tijd bezig met zich te positioneren vóór hij aan de slag kan. Met ons systeem kan het veel sneller. We hebben in Engeland net een pilot succesvol afgerond waarbij we met onze dataset volledig geauto-
30 december 2019
> Doorontwikkelen. Uitontwikkeld is het systeem nog lang niet, stelt Hellemons. “We blijven voortdurend doorontwikkelen. We hebben de afgelopen jaren de focus gelegd op de snelle verwerking van de data. Nu ligt de focus op het realiseren van predictive maintenance terwijl we in de toekomst wellicht ook zullen nadenken over realtime dataverwerking. Het ideale scenario is dat je aan het einde van de dag de data in de cloud brengt en deze meteen is verwerkt. Zover zijn we nog niet, maar we hebben het verwerkingsproces al aanzienlijk kunnen verkorten, van acht naar drie weken. Onze verwachting is dat we dit in de toekomst nog meer kunnen versnellen”. <
Het smeedstuk in kwestie is een zogenoemde riser, het laatste deel van de pijpleiding tussen een boorput op de zeebodem en het drijvende boorplatform erboven. De riser hangt net onder het platform en moet kunnen meebewegen met de bewegingen van de pijpleiding en het platform. Dit soort production risers hangt gemiddeld vijftig jaar in het water en moeten dus tegen een stootje kunnen. Corrosie is wel het laatste wat het oliebedrijf wil en daarom krijgt de riser een speciale behandeling in Vlissingen.
> Exotische materialen. Schelde Exotech is van origine een apparatenbouwer voor met name de (petro)chemie en voor onderzoeksinstituten. Het bedrijf bouwt onder meer warmtewisselaars, drukvaten en reactoren en ontstond in 1998 na het samengaan van Schelde Ketelbouw, Schelde Apparatenbouw en AKF Goes. De kracht van het bedrijf is dat het niet alleen apparaten bouwt van koolstofstaal, maar ook van ‘exotischere’ materialen als titaan. “Er komt veel lastechniek en ook NDO-techniek bij kijken”, zegt
Konings. In 2012 kwam het bedrijf in de subsea-branche terecht toen een machinefabriek vroeg of het een riser voor een boorplatform kon oplassen. “Men kwam bij ons uit vanwege onze expertise in gloeien en lassen”.
> 18 meter en 23 ton. De eerste jaren behandelde Schelde Exotech met succes en meerdere smeedstukken. Ongeveer twee jaar geleden kwam er een bijzondere klus binnen: zes risers van achttien meter lang met een gewicht van 23 ton. Er moesten twee dingen mee gebeuren: het met inconel oplassen van de pakkingvlakken aan de kopse kant (voor het bevestigen van de riser aan het platform) en het oplassen van de binnenzijde van de opening in het smeedstuk. Achttien meter is in dit geval overigens de optimale lengte van de riser in relatie tot de gewenste flexibiliteit. Het gat in de riser heeft een doorsnede van 176 millimeter en de riser neemt trapsgewijs in dikte af van driehonderd naar zeventig > millimeter.
31
‘Alles aan dit project was nieuw, ook voor de klant’ >
> Lasmachine van 18 meter. Een riser is altijd maatwerk, legt
> Ultrasoon en penetrant inspecties. Het lassen van een
Konings uit. Het begint (vanzelfsprekend) bij de smederij, waarna de machinefabriek een gat in het smeedstuk boort over de hele lengte van achttien meter. Er wordt eerst voorgeboord waarna NDOinspecteurs controleren of de wanddikte overal gelijk is. Indien nodig volgt er een correctie op de draaibank. Daarna hoont een gespecialiseerd bedrijf de binnenzijde om deze zo glad mogelijk te maken. Hierna volgt een inspectie met een endoscoop om eventuele onregelmatigheden op te sporen. Vervolgens gaat het smeedstuk naar Schelde Exotech. Om de riser over de totale lengte aan de binnenzijde te kunnen oplassen, liet Exotech een speciale lasmachine ontwikkelen van achttien meter. Normaal zijn deze machines niet groter dan twaalf meter. De machine heeft twee lastoortsen die direct na elkaar twee lagen aanbrengen. Er zit een camera op de lansen zodat de operator het lasproces real time kan volgen op zijn monitor. Ook bouwde de apparatenbouwer een speciale oven van achttien meter om het smeedstuk te kunnen gloeien (voor het verminderen van de spanning in het materiaal).
smeedstuk van deze omvang en complexiteit duurt zo’n tachtig uur. Er gaat circa driehonderd kilo inconel in de laslaag. Die oplaslaag aanbrengt is vier millimeter dik en wordt vervolgens bij de externe specialist teruggehoond tot 3,5 millimeter. Daarna volgt een inspectie vanaf de buitenkant met ultrasoon (zit de laslaag vast?) en aan de binnenzijde met penetrant (zijn er defecten, zoals putjes?). Bij de
> Twee jaar van voorbereiden. Om het hele proces in goede banen te leiden, gingen Schelde Exotech en inspectiebedrijf MME al in november 2015 van start met het ontwikkelen van de lasrobot en het kwalificeren van alle procedures. “Het was de eerste keer dat dit zou gebeuren met zo’n groot smeedstuk. Alle facetten hebben we daarom moeten testen en kwalificeren met teststukken. De teststukken hadden ook trapsgewijs dezelfde wanddiktes, net als het origineel. De ultrasoon- en de penetrantmethode werden allebei gekwalificeerd op een teststuk. We hebben ook reparatieprocedures- en technieken moeten bedenken voor het geval we een defect zouden aantreffen en die hadden moeten herstellen. Zo hebben we een slijprobot ontwikkeld en uitgerust met camera’s om die de riser in te kunnen sturen. Maar die is dus niet gebruikt. Alles aan dit project was nieuw, ook voor de klant. Dus alles lag onder een vergrootglas”.
32 december 2019
De lastoortsen Foto: Schelde Exotech
eerdere projecten werd de laslaag ook na het gloeien geïnspecteerd met ultrasoon en penetrant, maar de laslaag bleek bij de eerste testen in de startfase telkens zo betrouwbaar, dat een inspectie in deze fase overbodig bleek.
> Robot met spuitsysteem. Met name de inspectie van de laslaag aan de binnenzijde stelde de inspecteurs voor uitdagingen. Volgens de voorschriften moest dat met de penetrant-methode. Bij deze onderzoeksmethode gaat er eerst een kleurstof met lage viscositeit het object in. Door de lage viscositeit worden eventuele dis-
continuïteiten ingezogen die in verbinding staan met de oppervlakte. Na een korte intrektijd, wordt de vloeistof afgespoeld en wordt er ontwikkelaar aangebracht die uiteindelijk onregelmatigheden zichtbaar maakt. “De vloeistof moet om te beginnen gelijkelijk verdeeld worden. Gebeurt dat niet goed, dan heb je geen goed resultaat. We
De eis was ‘zero defects’ bij penetrant. Je wilt geen spookindicaties en je wilt vertrouwen op de operator, de apparatuur en de kwalificatie”. Alle medewerkers zijn dan ook speciaal voor de job gekwalificeerd. Ook de endoscoopinspectie moest gekalibreerd worden op het teststuk. Dat gebeurde door defecten van één millimeter aan te brengen, en de resultaten die de inspecteur met de endoscoop ziet vast te leggen op een referentielijst. “Je moet dus een heel betrouwbaar kalibratieblok en systeem hebben.” Als laatste stap in het hele proces overhandigt Schelde Exotech alle data aan de opdrachtgever. “De cameradata, de testdata van de proefstukken, van de echte tests, de proefstukken zelf; alles gaat naar de klant zodat die na een aantal jaren de riser opnieuw kan inspecteren. Ja, dan begint het hele circus weer van voren af aan”.
> Golf van Mexico. De riser in kwestie hangt nu letterlijk in de Golf van Mexico. Een flinke reis voor zo’n gevaarte, maar niet onlogisch, zegt Konings. “Er zijn niet veel bedrijven die dit kunnen, waarbij vooral de combinatie van de verschillende expertises het verschil maakt. Zo zijn er maar heel Rechts de oven midden de Riser links de lasmachine Foto: Schelde Exotech weinig smederijen die een topstuk van deze omvang kunnen maken. Vervolgens heb je een machinefabriek nodig hebben met penetrant getest op een teststuk van een meter. Dat die het smeedstuk kan voordraaien en een expert voor het gloeien ging goed, maar hoe breng je de vloeistof gelijkmatig aan over een en het lassen. Tot slot komen daar nog zaken bij als projectmanagelengte van achttien meter, in de wetenschap dat je de hele procedure ment, kwaliteit en natuurlijk de NDO-inspecties van hoog niveau. Er binnen een kwartier moet afhandelen omdat het anders niet werkt? komen heel veel kwalificaties bij kijken, voor het personeel dat de Dat was wel een uitdaging”. MME ontwikkelde daarop een speciale werkzaamheden uitvoert, voor de materialen die je gebruikt en voor robot met spuitsysteem voor het aanbrengen van het penetrant die de technieken en processen”. precies in de riser paste. “Het tweede deel van de oplossing was om het in meerdere sessies aan te brengen, waarbij de riser op bokken Op dit moment heeft Konings een nieuwe aanvraag op zijn bureau lag en langzaam werd gedraaid”. liggen. Ditmaal voor een riser met een diameter van 140 millimeter bij een lengte van 17,4 meter. “We gaan dus weer alles opnieuw > Endoscoop. De laatste stap in de penetrantinspectie is een doen. Het vraagt veel commitment van beide partijen, waarbij elke inspectie met een endoscoop. “Je vergroot heel erg met zo’n camera. partner zijn expertise inbrengt. Door die gezamenlijke expertise die Dus als je op veertien meter een putje vindt, hoe groot is dat dan? dan ontstaat, kunnen we dit zoals gezegd tot een succes brengen”. <
‘Volgens de voorschriften moest dat met de penetrant-methode’ 33
TECHNIEK <
Er is een wettelijke verplichting om minimaal jaarlijks hijsmiddelen te laten inspecteren door een deskundige en het resultaat van de inspectie schriftelijk te laten vastleggen. Over wat er moet worden geïnspecteerd, op welke wijze dit moet geschieden en over welke deskundigheid men moet beschikken, laat de wet zich niet uit.
Het aanschaffen, gebruiken en onderhouden van hijskranen en hijswerktuigen is aan veel regels onderworpen. Deze werktuigen zijn immers zonder uitzondering potentieel gevaarlijke arbeidsmiddelen. Daarom is de bedrijfsvoering van hijskranen een zaak van specialisten en voorgelichte personen. Maarten van der Velden, Voorzitter EKH (Erkende Keurbedrijven Hijs-en Hefmiddelen); “EKH wil het veiligheidsniveau op het gebied van hijs- en hefmiddelen op een zo hoog mogelijk niveau brengen”.
> Gebruikscontrole. De wetgever stelt dat gebruikers van arbeidsmiddelen verplicht zijn om deze op de juiste wijze te gebruiken, de aangebrachte beveiligingen niet te veranderen of weg te halen en gevaren voor veiligheid of gezondheid te signaleren. Dit betekent dat ze telkens als ze een gereedschap gebruiken of een werktuig in werking stellen, dit werktuig moeten controleren op eventuele gebreken. Deze gebruikscontrole beperkt zich meestal tot een korte visuele controle, aangevuld met een beperkte functionele test. Van der Velden; “We zien dat de werkgever of de fabrikant van het werktuig hiervoor vaak een korte checklist samenstelt en dat is een goed begin. Het spreekt voor zich dat de werkgever er wel voor moet zorgen dat hij de gebruiker tijdig en volledig voorlicht over dit soort checklists”. De Arbowet artikel 8 stelt dat het de verplichting is van de werkgever om zijn werknemers te instrueren over de gevaren die verband houden met de werkzaamheden. Tevens moet hij duidelijk aangeven welke verantwoordelijkheid op hem rust ten aanzien van schade aan derden, machines en dergelijke.
Keuringsverplichting materiaal
(hijsmiddelen) Foto: EKH
34 december 2019
> Inspecteren. Onder inspecteren wordt in de EKH-werkvoorschriften verstaan het opnemen van de toestand waarin een hijskraan zich bevindt door een deskundige. Aan de hand van deze opname wordt onderhoud uitgevoerd en beoordeeld of het verantwoord is de hijskraan gedurende een periode tot de volgende inspectie/keuring veilig te gebruiken. Van der Velden houdt daarbij rekening met de Arbowet waarin wordt voorgeschreven dat inspectie tenminste eens per jaar wordt uitgevoerd. “Deze termijn is echter (net als het noodzakelijk onderhoud) sterk afhankelijk van de wijze van gebruik. Bij intensief en/of ruw gebruik moet deze periode worden verkort. Inspectie vindt dus plaats in het kader van het toereikend onderhoud, waarmee wordt beoogd de veilige staat van de hijskraan te behouden”. Volgens het Arbobesluit artikel 7.5 bezit de werknemer die met het onderhoud is belast specifieke deskundigheid en ervaring (boven gebruikersniveau). Gecertificeerde EKH-keurmeesters hebben een opleiding gevolgd, een examen afgelegd en ontvangen bij goed gevolg een certificaat van DNV-GL dat vijf jaar geldig is. DNV-GL biedt de mogelijkheid om de geldigheid van een certificaat te controleren op
www.certcheck.nl. In het EKH-systeem dienen keuringen onafhankelijk te zijn van onderhouds- en herstelwerkzaamheden. De EKHkeurmeesters kunnen aanbevelingen doen voor herstelwerkzaamheden, maar het is de vrijheid (en verantwoordelijkheid) van de eigenaar van de hijsgereedschappen om te bepalen door wie hij die werkzaamheden laat uitvoeren.
> Keuring. Van der Velden; “Onder keuren wordt in de EKHwerkvoorschriften verstaan het opnemen en beoordelen van de toestand van een hijskraan door middel van metingen, non-destructieve onderzoeksmethoden en/of beproevingen, door een EKHkeurmeester. De definitie van keuring is volgens het Arbobesluit artikel 7.2a onderzoek of beproeving”. De resultaten worden getoetst aan vastgelegde (afkeur-)maatstaven, waarna wordt beoordeeld of verder gebruik van de hijskraan verantwoord is, of dat afkeur of herstelling (reparatie) dient te volgen. Jaarlijks worden er door de keurmeesters naar schatting minstens zo’n 5.000 à 6.000 kranen daadwerkelijk afgekeurd. Er wordt dan geen goedkeuringssticker geplakt, maar een rood kruis. De kraaneigenaar wordt uitgebreid geïnformeerd over de mankementen en krijgt het advies de kraan buiten gebruik te stellen. Als de kraaneigenaar negeert, ligt de verantwoordelijkheid uiteraard volledig bij hem. Nadat de eigenaar de kraan heeft laten repareren vindt >
‘Richt je niet primair op wetgeving, maar op bewustzijn’ 35
> opnieuw een keuring plaats, en na goedkeuring kan de kraan weer worden vrijgegeven voor gebruik. Ook kan het zijn dat gebreken worden geconstateerd waarbij geadviseerd wordt deze binnen een bepaalde termijn te herstellen (1 of 3 maanden, afhankelijk van de ernst). Na die termijn is, als geen reparaties zijn uitgevoerd, de kraan eveneens afgekeurd en ligt de verantwoordelijkheid voor het buiten gebruik stellen van de kraan weer bij de eigenaar.
Hijskranen zijn arbeidsmiddelen en moeten daarom verantwoord beheerd worden. Voor een goed beheer van de hijskranen moeten de verantwoordelijkheden eenduidig vastgelegd worden. De bedrijven die aangesloten zijn bij EKH kunnen de gebruikers van hijskranen helpen bij het verantwoord beheer. Ook kan het complete beheer worden overgedragen aan bedrijven met een EKH-certificaat. Het is daarbij van groot belang dat goede afspraken tussen de verschillende partijen gemaakt worden. De gebruiker moet er steeds van op aan kunnen dat de hijskranen veilig gebruikt kunnen worden.
Kort Automatische inspectie en reparatie van turbinebladen
kunnen garanderen, zijn deze nadere voorschriften opgesteld. Van der Velden; “Erkenning van keurbedrijven voor hijs- en hefmiddelen is voor de meeste bedrijfstakken niet wettelijk geregeld. Het door ons gekozen certificeringsysteem van bedrijven en personen voor het keuren van hijs- en hefmiddelen, is opgezet om invulling te geven aan de gehanteerde wettelijke termen ‘deskundige natuurlijke persoon, rechtspersoon of instelling’. Voor een hijskraan kunnen namelijk ook nog andere richtlijnen van toepassing zijn, zoals bijvoorbeeld de ATEX-richtlijn”.
> Het begint bij de Onderhoudsprofessional. Van der Velden richt zich niet primair op wetgeving. “Het is van groot belang dat onderhouds-professionals zich bewust zijn van het feit dat arbeidsmiddelen veilig moeten zijn. Dat geldt ook voor hijsmiddelen”. Het begint bij de visuele controle van de constructiedelen van kraan en kraanondersteuning. Hierbij wordt gelet op gebreken zoals vervormingen, slijtage, loszittende (bout)verbindingen, speling op lagers en loopwielen en scheurvorming lassen. “Voor kraanbaanophangingen en railovergangen is dit slechts een globale controle”, aldus Van der Velden. “Als blijkt dat er iets mis is met kraanbaan of -rail, dan moet dit verder worden onderzocht en eventueel nagemeten. Dit is echter geen onderdeel van de standaard kraankeuring. Maar wel een taak van de onderhoudsprofessional die zo bijdraagt aan een veilige werkomgeving”. <
Foto: EKH
> Werkvoorschriften. Om ervoor te zorgen dat alle EKH-bedrijven dezelfde regels hanteren, zijn door de branchevereniging interne voorschriften opgesteld, volgens welke de EKH-bedrijven moeten keuren. Dit zijn de EKH-werkvoorschriften. Voor het opstellen van deze voorschriften is (en wordt) gebruik gemaakt van de in de branche aanwezige specifieke kennis van producenten en keurende bedrijven van hijs- en hefmiddelen. Daar waar naar het oordeel van EKH de regels uit de wetgeving aanvulling behoeven om het veiligheidsniveau van gebruikte hijs- en hefmiddelen te
36 december 2019
EKH heeft zich ten doel gesteld het veiligheidsniveau op het gebied van hijs- en hefmiddelen op een zo hoog mogelijk niveau te brengen. Dit doet zij door de wettelijke normen en richtlijnen, die van toepassing zijn op het keuren van hijsen hefmiddelen, op eenduidige wijze in praktijk te brengen. Dit biedt de gebruikers (werkgevers én werknemers) van hijs- en hefmiddelen het houvast dat niet (meer) door de overheid wordt gegeven. Verdere deregulering van wetten en voorschriften, onder meer door invoering van de Europese Richtlijnen hebben er voor gezorgd dat hier vandaag de dag meer behoefte aan is dan ooit. (technische Vragen kunnen gesteld worden via www.ekh.nl)
RVO Nederland Topsector Energie heeft een eerste projectsubsidie toegekend aan Fieldlab Zephyros voor het smart maintenance innovatieproject AIRTuB. Met dit project wil het fieldlab automatische inspectie en reparatie van turbinebladen verwezenlijken.
toegekend aan Fieldlab Zephyros voor het smart maintenance innovatieproject AIRTuB (Auto-matische Inspectie en Reparatie van Turbine Bladen). In dit project wordt hard gewerkt om de volgende doelstellingen te realiseren;
World Class Maintenance en het Centre of Expertise Water & Energy hebben het Fieldlab Zephyros geinitieerd om betere prestaties van offshore windenergie in Nederland te bereiken. Zo wil het fieldlab innovaties ontwikkelen, testen en demonstreren, en kennis en vaardigheden ontwikkelen met als ultieme doel: geen onnodige stilstand en geen noodzaak tot on-site maintenance van het offshore windenergie systeem. Het AIRTuB project is gericht op het optimaliseren van de bladen van een windturbine door het ontwikkelen van een autonome en op afstand bedienbare onderhoudstechnologie. Met behulp van een drone, uitgevoerd met onder andere een sensorenpakket, kunnen windturbine bladen geïnspecteerd worden op het moment dat het echt nodig is en, indien mogelijk, ook zonder dat de windturbines stilgezet moeten worden. Door het autonome aspect van de drone zijn inspecties niet meer afhankelijk van externe factoren als beschikbaarheid van schepen en personeel.
1. Het realiseren van een volledig getest prototype van een autonome UAV, inclusief sensor payload, die structurele-en oppervlakteschade kan detecteren en in de vorm van data kan overdragen 2. Het opstellen van modellen voor structurele defecten en bladerosie om asset management en operationele beslissingen te kunnen nemen 3. Het ontwikkelen van technologie voor het geautomatiseerd aanbrengen van blad coatings. 4. Het genereren van software voor het automatisch classificeren van bladschade en het ontwerpen van automatische reparatie'recepten'.
Doelen RVO Nederland Topsector Energie heeft een eerste projectsubsidie
Aan dit project werken de volgende partijen mee: Q-Layers. DronesforWork, Demcon, Stork AMT. Eneco Wind, Dutch TeraHertz, LM Wind Power, TNO-ECN, NLR, TU Delft, HZ University of Applied Sciences/ Scalda, Hogeschoot InHolland, Hanze Hogeschoot, Saxion University of Applied Sciences en Development Center for Maintenance of Composites. <
37
BIO ENERGIE <
‘Kleine’ stop met grote impact
wezig ijzer uit het hout. Een transportketting transporteert het materiaal naar de dagsilo’s van waaruit het naar de ketel gaat. De verbrandingswaarde van biomassa varieert en daarom is het belangrijk dat de hoeveelheid brandstof continu wordt aangepast aan de vraag. Dat gebeurt in de volautomatische controlekamer. De hitte die bij de verbranding vrijkomt, verhit water. De stoom die vervolgens ontstaat, wordt door een turbine geleid. In dit expansieproces drijft de stoom de turbine aan die op zijn beurt de generator aandrijft die groene stroom opwekt. De geëxpandeerde stoom wordt vervolgens in zogenaamde condensors afgekoeld met de buitenlucht tot water van circa 50 tot 70 graden. Een deel van de stoom gaat via een eigen stoomnet naar een aantal industriële klanten die de stoom gebruiken voor hun productieprocessen.
snippers in het zandbed worden geblazen en het hout momentaan verbrandt op ongeveer 850 graden Celsius. De vuurvaste bekleding aan de binnenzijde van de ketel wordt tijdens de stop visueel geïnspecteerd door de technische dienstverlener, in samenwerking met een keuringsbureau. De ketel gaat daarvoor als eerste uit bedrijf zodat hij kan afkoelen en de stellingen gebouwd kunnen worden. Daarna wordt de ketel in zijn geheel gestraald. Eventuele reparatie of vervanging moet tijdens de stop gebeuren. Een gespecialiseerd bedrijf voert dit uit. De vlampijpen worden visueel en met wanddiktemetingen gecontroleerd. Tegelijk met de werkzaamheden aan de ketel worden de transportkettingen gereviseerd en worden de brandstofregelschroeven onder de dagsilos in zijn geheel vervangen. “Uit de vorige inspectie bleek dat die zijn versleten. Turbine en generator vallen deze keer buiten de scope. Wel wordt een derde industriële klant aangesloten op het stoomnet van de BECC”.
> Spannend. Het vervangen van een van de drie oververhitters > Impact. Vier jaar geleden kochten een aantal
Bio Energie Centrale Cuijk
Foto: BECC
De Bio Energie Centrale Cuijk (BECC) is begin november uit bedrijf gegaan voor een onderhoudsstop van drie weken. De inspectie van de ketel en het vervangen van een van de drie oververhitters zijn de meest kritische klussen. “We gaan drie keer per jaar uit bedrijf voor een stop”.
mkb’ers samen met een grote investeerder de voormalige Essent-centrale die vervolgens na een stilstand van enkele jaren weer succesvol werd opgestart. Het Franse Veolia is door BECC aangesteld voor Operations & Maintenance, inclusief het uitvoeren van de stops. De voorbereiding van de drieweekse stop, begon medio juni, vertelt Bas Kimpel van Ardee die door Veolia is ingehuurd als stopcoördinator. In feite vormt het preventief onderhoudsprogramma met periodieke inspecties de basis van elke stop, zegt hij. “Dat ligt allemaal vast in het systeem”. Als stopcoördinator werkt Kimpel intensief samen met de sitemanager en contractmanager, de twee maintenance engineers, een operator en de planner/werkvoorbereider. Speciaal voor de stop is een veiligheidskundige ingehuurd. En zoals dat gaat bij stops: er komt tijdelijk veel extra personeel over de vloer, zo’n vijftig tot zestig man op piekmomenten. “Niet zoveel als bij een stop in de chemie, maar voor een organisatie als deze, is de impact toch fors”. In Cuijk gaat het onder meer om een steigerbouwer, een straalbedrijf, een technisch dienstverlener en een gespecialiseerd bedrijf voor de oververhitter. De grootste risico’s zijn het werken in besloten ruimtes en het werken op hoogte. De inzet van nieuwe technologie zoals inspectierobots voor de binnenzijde van de ketel, of drones voor inspectie op hoogte, zijn niet overwogen”, zegt Kimpel.
> Simpel. De techniek van de centrale is ‘relatief simpel’, zegt Het bijzondere aan de centrale in Cuijk is dat het niet alleen ‘standaard’ lokale biomassa reststromen, zoals snoei- en kaphout verbrandt, maar ook zogenoemd afvalhout. Dat is houtafval afkomstig van de afvalinzameling, denk aan oude meubels en keukens. Allemaal regionale biomassareststromen die niet anders op een nuttige manier kunnen worden gebruikt en prima ingezet kunnen worden voor de productie van duurzame stroom en hoogwaardige warmte voor de industrie. Vanwege het hout (vaste bestanddelen) is de centrale onderhoudsgevoeliger dan een gasgestookte centrale. De centrale gaat daarom twee à drie keer per jaar een week uit bedrijf en een keer per jaar
38 december 2019
drie weken. De werkzaamheden die tijdens de stops plaatsvinden, zijn deels op basis van eigen bevindingen en resultaten uit vorige inspecties en deels op basis van wet- en regelgeving. Daarnaast worden tijdelijke reparaties tijdens de stop definitief gemaakt. Tot slot vinden er schoonmaakwerkzaamheden plaats en worden er projecten en modificaties uitgevoerd.
> Groene stroom en hoogwaardige industriële warmte. De biomassacentrale werkt in grote lijnen als volgt. Biomassa komt binnen met vrachtwagens die hun lading storten in een stortput. Twee voorraadsilo’s van 5.000 m3 elk worden vanuit dit ontvangststation continu aangevuld. Een magneet verwijdert eventueel aan-
Kimpel. Een ketel met hierin economizers voor het voorwarmen van het voedingswater en luchtverhitters die de verbrandinglucht opwarmen. De ketel werkt op het zandbedprincipe, waarbij lucht en hout-
is tijdens deze stop het grootste project. “De vervanging komt voort uit de resultaten van de inspectie tijdens de vorige stop. Een oververhitter is een pijpenbundel waardoor de hete rookgassen stromen die de stoom binnen de pijpen verder verhit. Het vervangen hiervan is het meest cruciale onderdeel van deze stop”, zegt Kimpel. “Het is een klus waar we drie weken lang 24/7 mee bezig zijn. Als het klaar is, moeten we de ketel afpersen om te kijken of alles dicht zit. De planning is krap, dus het is wel spannend”.
> Bijzonder. “Het bijzondere aan deze stop is dat het hier gaat om het verstoken van biomassa. We staan wel in de kijker momenteel. We produceren duurzame energie, maar er is veel discussie recentelijk. Ten aanzien van het concept van de bio-energie centrale Cuijk geheel onterecht. De centrale voldoet aan de strengste milieueisen en het snoei- en houtafval is afkomstig uit de regio. Een tweede bijzonderheid is de aanwezigheid van B-hout in de biomassa. Dat betekent meer afval en bijproducten in het hele systeem waardoor het onderhoudsintensiever lijkt te zijn. De stop is veel kleinschaliger dan ik gewend ben en dat maakt het ook wel weer apart. In de chemie werk je met een grote staf, hier is het team veel kleiner. Dat zorgt voor betere onderlinge contacten en maakt het eenvoudiger om samen te werken en eventuele problemen snel op te lossen”. Behalve het uitvoeren van de stop, heeft Kimpel nog een tweede opdracht: een bijdrage leveren aan het verbeteren van de performance van de centrale. In samenwerking met de experts van Veolia en op basis van de principes van Asset Management wordt gekeken naar zowel de installatie als de organisatie. “Planmatig werken, risicoanalyses en analyses van resultaten uit inspecties staan hierbij centraal. Dit laatste zou kunnen leiden tot het flexibiliseren (verlengen) van inspectietermijnen, minder onvoorziene stops en meer lokale duurzame energieproductie” <
‘Planmatig werken, risico-analyses en analyses van resultaten uit inspecties staan centraal’ 39
VEILIG WERKEN <
Daar komt
... de Inspecteur! Een (BRZO)inspectie kan aanzienlijke consequenties hebben. Wanneer toezichthouders overtredingen constateren kan (strafrechtelijke én bestuursrechtelijke) handhaving volgen en kunnen inspectieresultaten openbaar worden gemaakt. Met “Veiligheid Voorop” gaan we in op de voorbereiding en rechten en plichten tijdens een inspectie. Er wordt gerefereerd aan BRZO inspecties, maar de tips kunnen breed worden toegepast.
Handhaving richt zich in beginsel op de onderneming, maar in de praktijk zien we meer en meer dat ook ‘beslissingnemers’ (feitelijk leidinggevers genoemd) binnen de onderneming onderwerp van (strafrechtelijk)onderzoek worden. Dat is heel ingrijpend en juist vanwege dat ingrijpende karakter, vanuit de toezichthouder/handhaver bezien, een afschrikwekkend instrument. Daarnaast worden inspectieresultaten gepubliceerd, onder het mom van ‘naming & shaming’.
> Ken de Tips en Tricks. Daarom is het van belang de voornaamste ‘tips & tricks’ te kennen bij een inspectiebezoek. Leidraad is daarbij: uiteraard meewerken waar moet en waar dit ook direct kan en daarbuiten meewerken waar verstandig. Niet meewerken waar dat wel moet is op zichzelf een overtreding en daarvoor kan de onderneming strafrechtelijk worden vervolgd. Tevens is op dit moment een wetsvoorstel aanhangig die het mogelijk maakt om die naleving bestuursrechtelijk af te dwingen met een last onder dwangsom.
> Waardevolle Tips • Bedenk goed welke mensen aanwezig zijn bij een inspectie en bereid iedereen goed voor (voorkom dat personeel onverwacht, bijvoorbeeld tijdens een rondgang, geconfronteerd worden met vragen van toezichthouders terwijl zij daar niet op voorbereid zijn) • Wanneer op een vraag niet direct een antwoord bekend is, zeg dat dan, verzin niet zelf een antwoord of ga niet speculeren en geef aan dat daarop later wordt teruggekomen. Vaak wordt in een be-
40 december 2019
hoefte om direct te voorzien, een onjuist of onduidelijk antwoord gegeven en daar kun je dan lastig nog van terugkomen • Wanneer een vraag niet duidelijk is, zorg eerst dat je goed doorvraagt: heb ik u nu goed begrepen dat u wilt weten of….. • Bedenk dat je stukken die je niet direct had klaargelegd in de voorbereiding ook kunt nasturen of tijdens een volgende inspectie kunt verstrekken, zodat je eerst zelf kunt beoordelen welke stukken onder een verzoek om informatie vallen (haastige spoed is zelden goed en dat geldt tijdens een inspectie eens temeer) • Let daarbij ook op de werking van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Soms is het wijs om een stuk niet toe te sturen, maar om in een gesprek met de toezichthouder inzage te geven, gelet op de mogelijkheid van derden om stukken die onder de overheid zijn, op te vragen met een beroep op de Wob
> Stel vragen. Toezicht en onder toezicht staan is ook een kwestie van elkaar goed verstaan; een kwestie van communicatie. Veiligheid Voorop ervaart dat toezichthouders en het bedrijf elkaar soms niet goed ‘verstaan’ en dat de toezichthouder vaak iets wil zien, maar dat het voor het bedrijf onvoldoende duidelijk is waar de toezichthouder naar vraagt. Daarom is zelf vragen stellen en toetsen bij de toezichthouder van belang. Bij een BRZO inspectie wordt de agenda van tevoren gedeeld en is voorbereiding mogelijk. Vraag bij elke andere inspectie (WABO) ook om een agenda.
Foto: NVDO
“Mede ook gelet op de zorgplicht van artikel 5 BRZO moet het bedrijf aantonen dat de relevante maatregelen om een (zwaar) ongeval te voorkomen zijn getroffen. Vaak zijn de maatregelen er wel en is de veiligheid geborgd, maar dat het blijkt onvoldoende uit het preventiebeleid”, aldus Veiligheid Voorop. Duidelijk en goed opschrijven welke afwegingen waarom zijn gemaakt, helpt enorm tijdens een
inspectie. Als iets niet voldoende of onduidelijk is opgeschreven en dat blijkt tijdens een inspectie, zorg dan dat het alsnog duidelijk op papier komt en stuur dit dan na. Dat kan altijd, ook ongevraagd. Dit is een belangrijke tip om handhaving zoveel mogelijk af te wenden. Want…als eenmaal een beeld is ontstaan bij de inspecteur … is het lastig dit beeld te veranderen! <
‘Wanneer een vraag niet duidelijk is, zorg eerst dat je goed doorvraagt’ 41
VISIE <
Foto: NVDO
Kracht van Inspecties
In nauwe samenwerking met een zorgvuldig samengestelde Klankbordgroep, heeft de NVDO trends onderzocht in de inspectiebranche. De uitvoering van het onderzoek was in handen van Accenture.
Een inspectie geeft informatie over onder andere de fysieke conditie, risico’s (technisch, economisch, maatschappelijk), conformiteit met regelgeving van de asset en bedrijfszekerheid ervan. Een inspectie kan worden gedaan in de beginfase van de asset-levenscyclus, maar ook tijdens de operationele fase van de asset. In de beginfase kan er worden geïnspecteerd of de asset, conform een vooraf met de fabrikant overeengekomen toetskader, voldoet aan de verplichtingen die voortvloeien uit wet- en regelgeving. In de gebruikersfase, ook wel de operationele fase, kan er worden geïnspecteerd op een periodieke basis of de asset na verloop van tijd nog steeds voldoet aan wet- en regelgeving. De inspectie is uiteindelijk gericht op het ontdekken van risico’s en daarbij beheersmaatregelen te formuleren. Er zijn verschillende methodes die gebruikt kunnen worden bij de inspectie van een installatie. De meest voorkomende typen inspecties zijn; visueel, beproevingen, metingen (efficiency, belasting, temperatuur etc.), steekproeven en een technisch dossier onderzoek.
42 december 2019
> Onderscheid. Op organisatorisch niveau bestaan er verschillen in wat er verstaan wordt onder inspecteren. Wanneer bedrijven het hebben over het controleren, schouwen, keuren of certificeren van een asset, kan er indirect gepraat worden over het inspecteren van een asset. In principe is dit niet fout, maar het is wel belangrijk dat het voor zowel de asset owner als het inspecterende bedrijf duidelijk is wat beide partijen verwachten én verstaan onder een inspectie.
Vorm
Uitleg
Keuren
Momentopname over de functionele staat van de asset. De keuring beslist of een Asset voldoet vanuit controlerend perspectief
Inspecteren
Bij inspecteren kijkt men vooruit, je probeert risico’s te erkennen en daarbij beheersmaatregelen te formuleren. Gericht op preventie (nu goed maar over vier jaar moet je de asset vervangen)
Certificeren
Verkrijgen van bijvoorbeeld een kwaliteitscertificaat dat een bepaalde standaard garandeert
Type inspecties
Specificatie
Handmatige visuele inspectie
Handmatige visuele inspecties worden uitgevoerd door een inspecteur die een asset handmatig inspecteert aan de hand van een aantal criteria (verschillend per asset)
Geautomatiseerde visuele inspectie
Geautomatiseerde visuele inspecties worden door cameratoestellen uitgevoerd, waaronder drones
Sensor inspectie
Sensortechnologie kan ingezet worden om actuele informatie over de staat van (onderdelen van) een asset te inspecteren
Thermografische inspectie
Het contactloos meten van de infraroodstraling via het infraroodbeeld van assets
Fysieke inspecties worden niet volledig vervangen door technologie, aangezien er ook inspecties nodig zijn om de technologie zelf te keuren en daarnaast kan ook nog niet elke asset door middel van technologie worden geïnspecteerd.
> Impact van technologie op de bedrijfsvoering/inspecties. De kwaliteit van inspecties is voor een aanzienlijk deel afhankelijk van technologische ontwikkelingen. Dankzij deze technologische ontwikkelingen worden inspecties steeds meer geautomatiseerd. Om er voor te zorgen dat zowel bedrijf als inspecteur hier voordeel uit halen, is er een proactieve houding tegenover technologie nodig. Gekwalificeerde inspecteurs wordt aangeraden om ontwikkelingen te omarmen en zo nodig extra training te volgen. Bedrijven wordt aangeraden om technologieën te integreren omdat dit niet alleen kostendrukkend kan werken, maar ook omdat de veiligheid van werknemers bij visuele inspecties beter gewaarborgd kan worden. Getraind personeel zal de data en het proces van de geautomatiseerde inspecties moeten interpreteren en valideren. Reeds gekwalificeerde inspecteurs zullen dus, ongeacht de mate van automatisering, belangrijk blijven. <
> Ontwikkelingen. Door technologische ontwikkelingen is het makkelijker geworden voor bedrijven om inspecties te automatiseren. De mate van succes in het automatiseren van inspecties verschilt per sector, type bedrijf en ook het type asset dat geïnspecteerd moet worden. In de praktijk zijn er drie vormen van geautomatiseerd onderhoud: conditioneel, predictief en prescriptief onderhoud.
Aanbevelingen > Schaarste aan inspecteurs. Er bestaat een grote schaarste op de huidige technische arbeidsmarkt dat bij inspectiebedrijven voor problemen kan zorgen. Om dit probleem op te lossen kunnen het bedrijfsleven, de overheid en inspectiebedrijfjes de handen ineenslaan. De sleutel ligt bij de Asset Owner, die niet alleen door bedrijfsscholing en stages, maar vooral door het uitzetten van aantrekkelijke en uitdagende onderhoudscontracten het werk van de inspecteur interessanter kan maken. Als de administratieve lasten van onderhoud worden verlaagd, stimuleert dat bedrijven om meer interessante onderhoudscontracten in de markt te zetten dat op zijn eigen beurt weer kan zorgen voor een grotere interesse in de wereld van Beheer en Onderhoud.
> Nieuwe houding tegenover inspecties. Wanneer assets regelmatig worden geïnspecteerd kan dat positieve gevolgen hebben voor de kwaliteit en de levensduur van de asset. Asset Owners zullen aangemoedigd moeten worden om op eigen initiatief vaker te inspecteren. Niet omdat het 'moet' van de wet, maar omdat de Asset Owners de waarde achter frequent inspecteren zien. De regelmatige inspecties kunnen er dan voor zorgen dat milieudoelstellingen gehaald worden, veiligheid gegarandeerd blijft en de beschikbaarheid van de asset optimaal blijft.
‘Er wordt gesproken van een gekwalificeerde inspecteur als deze aantoonbaar bevoegd is om de inspectie uit te voeren’ 43
WET- EN REGELGEVING <
CUR-Aanbeveling 117 schept duidelijkheid Een bekend probleem; veel ruis op de lijn tussen opdrachtgevers en adviesbureaus over het inspecteren van kunstwerken. De CURAanbeveling 117 schept duidelijkheid. “Dit is de richtlijn voor inspecteren en rapporteren. Ik verwacht dat steeds meer overheden hiermee gaan werken”, zegt Emile Hoogterp, die namens Ingenieursbureau Westenberg in de commissie zit die de aanbeveling schreef en waar de NVDO ook bij betrokken was.
niet wat ze willen met als gevolg dat inspecties niet uniform worden ingestoken. En in feite komt dat allemaal door een gebrek aan eenduidigheid”, analyseert Hoogterp de traditionele problematiek. Opdrachtgevers en de specialistische bureaus staken daarom de koppen bij elkaar. Met als resultaat de CUR 117. “Dat was zeker niet makkelijk. Elk bureau heeft een eigen werkwijze én opdrachten zijn moeilijk te vergelijken. Inspecteren van grote kunstwerken van Rijkswaterstaat pak je anders aan dan de inspectie van een parkbruggetje van een gemeente. Toch hebben we nu een richtlijn waarin zoveel mogelijk eisen en wensen van alle partijen zijn verwerkt”.
> Handig. Uitgangspunt daarbij is duidelijkheid.
Foto: Westenberg
Uitschrijvers van werk en ingenieursbureaus bakkeleien vaak over de manier waarop inspecties worden uitgevoerd. “Of de uitvraag is niet goed of wij interpreteren die verkeerd, een spanningsveld tussen wat de opdrachtgever vraagt en wat de werkelijke wensen zijn. De laagste prijs speelt dan ook nog een rol. Daardoor krijg je alleen al forse verschillen bij de inschrijvingen. Bovendien krijgen opdrachtgevers
44 december 2019
“Het raamwerk voor een goede uitvraag staat. Aan de hand van de handboeken en door het gebruik ervan, blijken zaken toch niet helemaal handig te zijn ingestoken. We zien dat als kinderziektes en dat helpt om een nieuwe, meer complete en meer bruikbare versie van de CUR 117 te maken. De grote verschillen in inschrijvingen moeten dan verleden tijd zijn. Per type inspectie beschrijven we ook welk opleidingsniveau een inspecteur nodig heeft. Dan is meteen duidelijk welke partij en welke inspecteur een opdracht wel of niet kan uitvoeren. Belangrijk is ook dat een opdracht tegen de economisch meest voordelige prijs wordt uitgevoerd, waarbij veiligheid en kwaliteit niet in het gedrang mogen komen”.
Inspecties van kunstwerken kunnen vele doelen hebben. De CUR-Aanbeveling 117 biedt een overzicht van de verschillende inspectietypes en hun doel. De CUR 117 biedt de kaders en richtlijnen. Dit leidt ertoe dat kunstwerken op een systematische manier worden geïnspecteerd, onderzocht en beheerd. De CUR 117 biedt in zijn volledigheid inzicht in de huidige status, langetermijnplanning en de beheerskosten over meerdere jaren.
Hoogterp hoort van veel partijen dat er behoefte is aan de CUR 117. En niet alleen binnen de relatie opdrachtgever-aannemer. “Goede handboeken voor de diverse materialen waren nooit voorhanden en hiermee kunnen minder ervaren inspecteurs het vak leren. Kennisoverdracht gebeurt alleen intern bij bedrijven. Nu zijn er handige handboeken waarin je relevante informatie vindt: Wat zijn de risicovolle onderdelen? Wat kun je bij welke materialen verwachten? en Hoe pak je een bepaalde inspectie aan?”
> Succes. Hoogterp is al gewend om met de CUR 117 te werken. Hij noemt een recent door Ingenieursbureau Westenberg afgerond project bij een gemeente waarbij de Aanbeveling is gehanteerd. “We deden mee aan een aanbesteding, maar gingen de uitdaging aan om uitgebreider te offreren dan de concurrent. Omdat we lering konden trekken uit een vorig, minder succesvol, aanbestedingstraject, besloten we bij deze nieuwe aanbesteding goed door te vragen naar de wensen van de gemeente. We hebben daarbij de CUR 117 als leidraad gebruikt die meer eenduidigheid gaf in type rapporten, opleveringen en dergelijke. Hierdoor boden dit keer wel alle partijen
Foto: Westenberg
hetzelfde aan. En natuurlijk lag het toekennen van de opdracht aan ons, niet alleen aan de Aanbeveling, maar het heeft ons wel enorm geholpen”.
> Doorpakken. Met de kennis van toen is de CUR 117 een waardevolle Aanbeveling. Met de gebruikservaring en de kennis van nu, zien we dat interpretatieverschillen kunnen bestaan. Hoogterp; “Denk aan terminologie die honderd procent eenduidig is. En we willen graag meer diepgang aan ‘inspecties’ geven”. Er komen ook nieuwe handboeken, waaronder Hout en W&E. Die van Beton, Staal, Metselwerk en enkele anderen zijn inmiddels gereed. Hoogterp hecht ook veel belang aan de zogenaamde Kruisjestabellen. “Die zorgen ervoor dat je met de tabellen achterin de Aanbeveling duidelijk acties in beeld krijgt. Dat lijkt nog wat oldfashion, maar het zou mooi zijn als we de Aanbeveling kunnen digitaliseren, inclusief de kruisjestabellen”. De CUR 117 wordt nog aangevuld met extra toelichting op Veilig Werken en het kwaliteitsbewustzijn van de opdrachtgever. <
‘Een richtlijn waarin zoveel mogelijk eisen en wensen van alle partijen zijn verwerkt’ 45
IMPROVE <
> Verplicht onderhoud en controles
De inspectie staat op de kaart Brandkranen zijn een herkenbaar en essentieel onderdeel van het straatbeeld. Vaak zijn ze zichtbaar, maar er zijn ook brandkranen die minder makkelijk te lokaliseren zijn. Toch is het belangrijk dat de brandweer altijd kan vertrouwen op de aanwezigheid van bluswater via een goed werkende kraan. Voor deze kritische assets is een gedegen onderhoudsplan daarom niet alleen van groot belang, maar ook verplicht.
Een wartel, bajonetsluiting, storzkoppeling, elleboog, sleutel, hoofdafsluiter en terugslagventiel zijn allemaal essentiële onderdelen van een brandkraan. Al deze onderdelen zijn aan slijtage onderhevig. Als er geen periodieke controle uitgevoerd wordt kunnen de gevolgen enorm zijn. Vandaar dat deze controles en het bijbehorende onderhoud wettelijk zijn vastgelegd. Tegenwoordig zijn de regionale waterleidingbedrijven verantwoordelijk voor inspectie en onderhoud van brandkranen. De controle valt onder de NEN-norm 1594 en door het uitvoeren van een jaarlijkse controle voldoet een waterleidingbedrijf aan deze NEN-norm.
klussen tussen hun reguliere werkzaamheden uit. “Uit ervaring blijkt dat ze daar gedurende het jaar voldoende tijd voor hebben” vervolgt Horvers. “Tussen klussen door, of aan het einde van de dag op weg naar huis voeren ze nog één of meerdere inspecties uit”. Op hun mobiele apparaat openen de technici in een speciale applicatie de kaart en filteren op de te inspecteren brandkranen in de nabije omgeving. Na het uitvoeren van de inspectie worden diverse inspectieresultaten online vastgelegd. Hiermee wordt de nieuwe inspectiestatus van de brandkraan zichtbaar voor alle collega’s en ook voor de brandweer die het bluswerk op die locatie kan verrichten. Alle belanghebbende partijen hebben toegang tot deze actuele data.
> Eenvoudig lokaliseren via GIS-oplossing Het uitdagende is dat deze kritische asset niet altijd te lokaliseren is aan de hand van een adres. Denk aan de brandkraan aan de rand van een park of in een natuurgebied. De geografische locatie en het plotten ervan op een kaart is noodzakelijk om de kraan makkelijk te lokaliseren. Met behulp van een GIS-oplossing wordt alle relevante informatie, behorend bij de desbetreffende kraan, opgeslagen in de achterliggende database en wordt op de kaart getoond. De status van de inspectie wordt vervolgens weergegeven via verschillende kleuren. Zo is in één oogopslag duidelijk of de kraan geïnspecteerd is of niet en of er nog vervolgactiviteiten noodzakelijk zijn.
> Overzicht in planning Het komt ook voor dat men gepland moet gaan inspecteren, omdat de jaarlijkse inspectie niet op schema loopt of omdat er een brandkraan nodig is voor een project of festiviteit. In dat geval kan er alsnog via een gepland proces geïnspecteerd worden. Via een dashboard blijft men op de hoogte van de voortgang en kan er overgeschakeld worden op geplande inspecties wanneer nodig.
Voordelen van deze werkwijze "Het lokaliseren en vastleggen van de brandkranen via een GISoplossing biedt vele voordelen om de bij wet verplichte controles en onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.” vertelt Bas Horvers, SAP/ GIS-integratie expert bij Ideo. “Door het koppelen en integreren van het SAP-systeem met een GIS, krijgen assets en Asset Managementprocessen letterlijk een plek op de kaart”.
> Actuele data voor alle belanghebbenden Het waterleidingbedrijf plant de inspecties van brandkranen niet op een specifieke datum, maar maakt deze als stopwerk beschikbaar voor de onderhoudsmensen in het veld. Deze REOB-gediplomeerde (Regeling voor de Erkenning van Onderhoudsbedrijven Kleine Blusmiddelen) technici zijn dagelijks onderweg en voeren de inspectie-
• Altijd inzicht in de actuele status van een brandkraan via de kaart • Gegevens worden centraal opgeslagen en zijn raadpleegbaar voor meerdere partijen • Onderhoudsmedewerkers krijgen meer vrijheid om zelf hun inspecties in te plannen • Vanuit kantoor behoudt men de regie om geplande inspecties te doen als doelen niet behaald worden of er een andere noodzaak is • Het waterleidingbedrijf voldoet aan de wettelijke NEN-norm 1594
‘Via een dashboard blijft men op de hoogte van de voortgang’ De inspectie staat op de kaart
46 december 2019
Afbeelding: Ideo
47
CursusKalender 16/17 januari; Risk Based Maintenance (RBM), onderhoudsconcepten op basis van Risico In de cursus Risk Based Maintenance (RBM), onderhoudsconcepten op basis van Risico leert u hoe u grip krijgt op het onderhoud en een optimum kunt creëren tussen bedrijfsdoelstellingen en onderhoudskosten. U leert een risicomatrix op te stellen op basis van bedrijfsdoelstellingen. U leert (van grof naar fijn) de kritische onderdelen van de installaties op te sporen en de faaloorzaken in kaart te brengen. Risk Based Maintenance (RBM) helpt prioriteiten te stellen in preventief onderhoud. Het maakt inzichtelijk waar de grootste risico’s liggen, zodat u daar op kunt anticiperen en weet welke delen van je installatie
wel en welke niet mogen falen. Tot slot faciliteert RBM uw gesprek in de boardroom. Een objectieve onderbouwing, waarbij ook gevolgkosten in beeld zijn van ‘wat als scenario’s’, is daarbij zeer behulpzaam.
Doel Deelnemers hebben na deze eendaagse training inzicht in de toepassingsmogelijkheden van de ISO 55000 en kennen de integrale eenduidige aanpak die de norm voorschrijft.
Het doel van deze cursus is om de (toekomstige) maintenance engineer in zijn dagelijkse werk een goede ondersteuning te bieden:
Onderwerpen Dag 1 • De plaats en functie maintenance engineering in de organisatie • Het takenpakket van de maintenance engineer • De relatie tussen de onderhouds- en productiefunctie • Het afstemmen van productie- en onderhoudsdoelstellingen • De kern van maintenance engineering: borgen en verbeteren van de prestatie van produktiemiddelen
• Het herkennen en formuleren van bedrijfsdoelstellingen • Het definiëren van risico’s • Verschillende methodieken van risicoanalyses (een voorbeeld: FMECA) • Opstellen van een onderhoudsconcept naar aanleiding van de risicoanalyse • Optimaliseren van onderhoudsconcepten
4/5 februari; Duurzaam Spare Parts Management; Voorraadbeheersing 2.0 Deze tweedaagse cursus leert u een goed inzicht te krijgen in de technieken en methoden van duurzaam spare parts management; Voorraadbeheersing 2.0!
Onderwerpen
Onderwerpen
• • • • • •
Een visie op duurzaam spare parts management en onderhoud Het organiseren van duurzaam spare parts management De afhankelijkheden van andere bedrijfsfuncties Risicomanagement en materiaalcategorieën Voorraadstrategieën en bestelformules Inkopen van artikelen t.b.v. onderhoud
• Wat is ISO 55000 en hoe draagt het bij aan goed Asset Management • De relatie tussen ISO 55000 en andere management systemen (bijvoorbeeld ISO 9001) • Basisvereisten van een Asset Management Systeem • Toepassen van de norm • Asset Management in combinatie met Verantwoord Ondernemen • Uitgelicht: Risicoanalyse, het belang van data management en het Strategic Asset Management Plan (SAMP)
11/12 februari 2020; Life Cycle Costing
Nota bene: Bij deelname aan deze eendaagse ISO 55000 cursus is uiteraard de norm, deel I inbegrepen! Resultaten voor deelnemers aan de training "Life Cycle Costing”: • Herkennen van valkuilen op het gebied van onderhoud • Inzicht in de methodieken van LCC • Waarde van informatie voor optimaliseren van Beheer en Onderhoud • Inzicht in het waarom en wat mee te nemen in een LCC berekening • Kunnen toepassen van de methodiek en inzicht in de levenscyclus kosten
48 december 2019
• De gereedschapskist van de maintenance engineer • Het analyseren en reduceren van storingen • Het opstellen van verbeterplannen Dag 2 • Het doel en het ontwerpen van onderhoudsconcepten • Van onderhoudsconcept naar onderhoudsbeheersing • Praktijkvoorbeelden onderhoudsconcept • Het invoeren van onderhoudsconcepten in de eigen organisatie • Het borgen en bijsturen van onderhoudsconcepten in de praktijk • De invloed van onderhoudsconcepten op het bedrijfsresultaat • De effectiviteit en de efficiëntie van de maintenance engineer
Onderwerpen
16/17 januari; ISO 55000 in één dag! ISO 55000 is een internationale norm die de eisen voor het ontwikkelen, implementeren, onderhouden en verbeteren van een managementsysteem voor Asset Management specificeert. De norm specificeert welke elementen in een Asset Managementsysteem zouden moeten voorkomen en hoe deze met elkaar verbonden zijn. De invulling daarvan is aan de organisatie zelf.
21/22 januari; Maintenance Engineering in de Praktijk
• • • • • •
Het beheren van artikelen in het magazijn Administratie van de voorraad- en artikelgegevens Voorraadbeheer en informatiesystemen Optimalisatie en kostenreductie Het meten van het effect van duurzaam spare parts management Stappenplan voor verbeteringen
De aangeboden theorie wordt verduidelijkt met praktijkvoorbeelden en wordt bovendien afgewisseld met oefeningen en cases, waarbij deelnemers ook hun eigen kennis en ervaring kunnen delen. Er is bovendien ruimte om problemen, waarmee de deelnemers in de eigen praktijk te maken hebben, te bespreken.
Onderwerpen In deze training met uitgebreide praktijkvoorbeelden en interactieve opdrachten, worden onder andere de volgende onderwerpen behandeld: • Functie van informatiemanagement in alle fasen van Life Cycle Costing • Belang, nut en implementatie van LCC in projecten bij besluitvorming • LCC in projecten versus beheer en onderhoud • Omgaan met Lange Termijn Asset Planning (LTAP) • Informatie vastleggen, delen en beheren • Tools voor het verzamelen van informatie • Onderhoudsinformatiesystemen • Inzicht in kosten gedurende de totale levensfase van de asset
49
Foppen of toch liever Slim! Een olifantenpad is een niet-ofďŹ cieel ďŹ ets- of wandelpad dat in de loop van de tijd wordt gecreĂŤerd. Meestal ontstaat zoâ&#x20AC;&#x2122;n pad in een stuk groen om een deel van de ofďŹ ciĂŤle route of een hindernis af te snijden. Ook bedrijven kennen het fenomeen van olifantenpaadjes. De meeste organisaties hebben hun manier van werken formeel vastgelegd in processen, procedures en afspraken. Vaak als onderdeel van een handboek 'Kwaliteit'. Daarin wordt weergegeven hoe activiteiten zijn georganiseerd. Bijvoorbeeld in de Technische Dienst of de afdeling Asset Management. Door het vastleggen worden ook buitenstaanders in staat gesteld om te controleren of de mensen in de organisatie zich houden aan de afgesproken spelregels. Bijvoorbeeld door een audit, of als we een certiďŹ cering zoals de ISO willen verkrijgen. Zo'n handboek is natuurlijk ook een ideaal middel om nieuwe werknemers in te werken en te informeren.
17/18 maart; Organisatie van Onderhoud Tijdens deze intensieve tweedaagse cursus leert u een goed inzicht te krijgen in de belangrijkste aspecten van en methoden/technieken voor het betrouwbaar organiseren van onderhoud. Gezamenlijk wordt een visie ontwikkeld en u kunt vervolgens in uw bedrijf op een systematische manier aan de slag met uw eigen organisatie en de tijdens de cursus geĂŻdentiďŹ ceerde verbetermogelijkheden.
Praktijk versus Theorie
Weg met de Olifantpaadjes
Tot zover de formeel vastgelegde afspraken, de theorie. In de praktijk worden in de meeste organisaties namelijk heel wat olifantenpaadjes gecreĂŤerd. Een energieproducent wenste de productiviteit van de werkvoorbereiders te meten. Uit een onderzoekje bleek dat een werkvoorbereider in de afgelopen jaren gemiddeld 105 werkorders per week aanmaakte. Dit werd de norm. Als een werkvoorbereider minder dan 100 werkorders had gemaakt, mocht hij op gesprek komen bij de leidinggevende om uitleg te geven. Voorafgaand aan de invoering hadden de werkvoorbereiders uiteraard hun bezwaren aangegeven met betrekking tot deze rare eendimensionale prestatieindicator. Maar dat mocht niet baten: de werkwijze werd formeel vastgelegd. Na een paar weken werd duidelijk dat alle werkvoorbereiders de productiviteitsnorm elke week haalden. Ook de werkvoorbereiders die heel omvangrijke klussen voor de komende grote stop moesten voorbereiden...
In de cursus 'Organisatie van Onderhoud' bespreken we bovenstaand praktijkvoorbeeld, en vragen we de cursisten te bedenken welke olifantenpaadjes zij zouden verzinnen om aan de gestelde target te kunnen voldoen. Dat levert altijd een mooie lijst op. Vervolgens vragen we de cursisten om olifantenpaadjes te noemen uit hun eigen werksituatie, en vooral: waarom die paadjes zijn gecreĂŤerd. Het is altijd weer een feest der herkenning. Op een of andere manier zijn mensen in organisaties steeds weer in staat om onwerkbare werkwijzen te deďŹ niĂŤren en tot de enige juiste en opgelegde te verheffen. En in Onderhoud gaat het vaak om dezelfde thema's, meestal administratief en organisatorisch van aard. Gezamenlijk stellen we vast hoe het anders zou kunnen, zodat er geen olifantenpaadjes nodig zijn. En vragen we ons af waarom dat dan vaak heel moeilijk is om in te voeren. We besluiten het thema met een globale indeling van de soorten olifantenpaadjes. De gevaarlijke (zoals het je niet houden aan veiligheidsvoorschriften), de bedrieglijke om mensen te foppen (zoals in het voorbeeld om het management rustig te houden), en de slimme (een efďŹ ciĂŤntere en toch effectieve werkwijze).
Netwerken Beheer en Onderhoud Asset Management 7HFKQLHN Branchevereniging
&RQGLWLHEHZDNLQJ 3UHVWDWLHPDQDJHPHQW Maintenance Academy .HQQLVRQWZLNNHOLQJ
Onderhoud je netwerk en Deel kennis en ervaring Maak onderdeel uit van Europaâ&#x20AC;&#x2122;s grootste netwerk
>> Word lid!
De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) is dĂŠ toonaangevende brancheorganisatie die middels belangenbehartiging, kennisontwikkelingen en -overdracht en netwerken ondersteuning biedt aan bedrijven en personen die bij de besluitvorming op het gebied van Beheer en Onderhoud/Asset Management betrokken zijn en daarmee de Nederlandse onderhoudssector als â&#x20AC;&#x2122;s werelds beste helpt te presteren.
De NVDO doet dit door in de sector een onafhankelijke positie in te nemen en alle relevante bedrijfssectoren met behulp van voorlichting, advisering, kennisontwikkeling, (wetenschappelijk) onderzoek en kennisuitwisseling ten dienste te staan en zo op weg te helpen naar excellent Asset Management.
Het NVDO-lidmaatschap biedt vele voordelen!
Het NVDO-Lidmaatschap geeft toegang tot
ĂĽ
ĂĽ
ĂĽ ĂĽ ĂĽ ĂĽ
*URRWVWH QHWZHUN YDQ (XURSD (fysiek en digitaal) 5HJLRQDOH DFWLYLWHLWHQ 9DNLQKRXGHOLMNH NHQQLV HQ QHWZHUN &RPSOHHW SRUWIROLR 0DLQWHQDQFH $FDGHP\ &ROOHFWLHYH DERQQHPHQWHQ RS YDNEODGHQ
ĂĽ ĂĽ ĂĽ ĂĽ
.HQJHWDOOHQ 7UHQGV 9LVLH (NVDO Onderhoudskompas) 3ODWIRUP 0DWHULDDONXQGH ZHWHQVFKDSSHOLMNH 3XEOLFDWLHV ZDDURQGHU Visiedocumenten .RUWLQJHQ RS RQV FXUVXVDDQERG YDQ GH 19'2 Maintenance Academy -RQJHUHQERDUG
Asset Management, Duurzaamheid, Veilig Werken en Energie-eďŹ&#x192;ciency zijn belangrijke themaâ&#x20AC;&#x2122;s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!
Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan >> /DQJH 6FKDIW * $3 +RXWHQ _ 3RVWEXV '& +RXWHQ _ LQIR # QYGR QO _ ZZZ QYGR QO
50 december 2019
51
CONDITIE <
Conditie aanpakken door Ageing en Inspecties?
“In Nederland zijn er veel plants waarin zich een grote diversiteit aan assets bevindt. Een deel daarvan heeft inmiddels een respectabele leeftijd bereikt, 40 jaar en ouder. Dat wil niet zeggen dat de plants niet meer Fit for Service zijn. In alle deze plants worden inspecties uitgevoerd en in al deze plants komt ageing voor” zegt Jos Weekers, Senior Consultant bij Stork Asset Management Technology en Voorzitter van de NVDO Sectie Techniek.
> Omschrijving. Met inspecties bedoelt Weekers de controles op assets die onder druk staan (of komen te staan) met als doel ze veilig te kunnen gebruiken. Weekers; “Zulke inspecties zijn het directe gevolg van wet- en regelgeving. Denk maar aan Warenwetregeling drukapparatuur (WRDA), Warenwetbesluit drukapparatuur (WBDA), Praktijkregels voor drukapparatuur (PRDA) en richtlijn 2014/68/EU. In die wetgeving staat dat assets die onderhavig zijn aan invloeden die ertoe kunnen leiden dat zich uiteindelijk gevaarlijke situaties kunnen voordoen, geïnspecteerd moeten worden. Dit moet gebeuren met een frequentie die de goede staat waarborgt en wordt vastgelegd”.
Foto: Stork
>
> De Conditie. “Hebben we het over Ageing, dan bedoelen we daarmee de conditie van een asset. Ageing heeft dus niet met de leeftijd van een asset te maken, maar alles met de conditie waarin die zich bevindt. Met de conditie bedoel ik dus de mate waarin een asset in staat is de krachten of reacties waaraan het wordt blootgesteld tijdens de levenscyclus, te weerstaan”. > Faalmechanisme. De assetconditie gaat achteruit door invloeden van buitenaf of van binnenuit. Deze invloeden noemen we in jargon, faalmechanismes. In de praktijk ziet Weekers dat invloeden van buitenaf zoals bijvoorbeeld corrosie onder isolatie tot falen kan lijden. Andere invloeden van buitenaf kan men verwachten wanneer zouten (in de buurt van de zee) of chlorides (in de buurt van koeltorens) zich in de lucht bevinden. “Maar dat is het niet alleen, er zijn ook faalmechanismes die van binnenuit werken”, aldus Weekers. “Voor faalmechanismes van bin-
‘De assetconditie geeft synergie tussen Onderhoud en Inspecties’ nenuit moet men denken aan corrosie en erosie, hoge temperatuur en meer. Ook het aantal starts en stops, en het doorlopen van temperatuurgebieden, hebben een substantiële invloed op de conditie van een asset”.
> Van ontwerp tot ingebruikname. Weekers is duidelijk; “Het is belangrijk dat tijdens de ontwerpfase al nagedacht wordt over inspecties tijdens of vooraf aan de onderhoudsfase. Maar ook helemaal in het begin van het bouwproces adviseer ik controles op toegepaste materialen door het controleren van certificaten van geleverde materialen uit te voeren. Ook de inspectie van moeilijk toegankelijke plaatsen in een asset of lassen moet men uitvoeren. Het is goed om ook deze resultaten in een inspectie-database op te nemen”. Hij noemt als voorbeelden om dit uit te voeren gerichte visuele inspecties en NDO- onderzoek, eventueel aangevuld met materiaalonderzoek. > Data beschikbaarheid. Om te kunnen bepalen hoe de conditie van een asset zich ontwikkelt, zijn inspecties een handig (en soms wettelijk vereist) middel. Weekers komt het nut ervan in zijn werkzaamheden op Chemelot elke dag tegen. Hij noemt daarbij
In het geval van ageing gaat het over de conditie van alle assets. In het geval van inspecties gaat het over de conditie van onder druk staande assets vanwege de levensduur. Ageing en Inspecties hebben veel gemeenschappelijk. In beide gevallen kan in het begin van de activity cycle, in de ontwerpfase/conceptfase rekening gehouden worden met de faalmechanismes waarvan men verwacht er mee te maken te krijgen. Door de juiste materiaalkeuzes te maken en voldoende reserves in te bouwen als het gaat om de weerbaarheid tegen faalmechanismes, kan men invloed uitoefenen op de gebruiksfase en dus op de levensduur van de assets. 52 december 2019
53
scheurtjes in materialen, aantasting van lassen, materiaalafname als gevolg van corrosie/erosie. Het gericht inspecteren en vinden van de afwijkingen geeft de mogelijkheid om tijdig in te grijpen en falen (en de gevolgen van falen) te voorkomen. “Dit doe je door de vastgelegde inspecties conform een inspectieplan uit te voeren. Daarnaast is het goed om ook verder te kijken en afwijkingen waar te nemen op plaatsen die niet in het inspectieplan vermeld zijn. Als je de resultaten van de inspecties goed in een database vastlegt en opvolgt, kun je op basis van de data een lange termijnplan maken. Wanneer moet je vervangen, reviseren om de conditie weer op het gewenste niveau te krijgen. Dit is afwijkend van wat een inspecteur doet, die inspecteert een asset voor de volgende termijn”.
aandacht voor delen die niet onder druk staan of de assets waarvoor geen verplichte inspecties uitgevoerd hoeven te worden”, zo ervaart Weekers in zijn dagelijkse werkpraktijk.
> Nieuwe trends. Het uitvoeren van inspecties en het documenteren ervan is een tijdrovende en vaak dure maar belangrijke taak. Een nieuwe trend die zich ontwikkelt is het aantonen op basis van data verzameld met online-metingen waarmee men de integriteit van een installatie kan aantonen. We noemen dit een monitorplan. Dit kan ertoe leiden dat kostbare inspecties waarvoor assets toegankelijk gemaakt moeten worden in de toekomst minder frequent uitgevoerd hoeven te worden. Een andere trend die men ziet is de inzet
Kort Rehabilitatie Ganzensluis Kampen van start Provincie Overijssel is gestart met de uitvoeringsfase van de rehabilitatie van de monumentale Ganzensluis te Kampen. Witteveen+Bos is door de Provincie Overijssel aangesteld voor het houden van toezicht, het ondersteunen in de directievoering en het begeleiden van het project tijdens deze uitvoeringsfase.
door Witteveen+Bos een stakeholderanalyse uitgevoerd, zijn diverse ecologische onderzoeken gedaan en zijn de belangrijkste vergunningen aangevraagd.
Provincie Overijssel wil haar beweegbare kunstwerken aantoonbaar laten voldoen aan wet- en regelgeving. Ze brengt daartoe met enige regelmaat eventuele afwijkingen op wet- en regelgeving en op de stand der techniek in kaart, benoemt acties en voert deze vervolgens uit. In de uitvoeringsfase van de rehabilitatie is het doel de in deze rapporten genoemde maatregelen voor de monumentale Ganzensluis, uit te voeren. Hiertoe is door Witteveen+Bos een RAW-bestek, met bijlagen/ werkomschrijvingen conform UAV, opgesteld en is de meervoudig onderhandse aanbesteding daarvan begeleid. Medio 2019 is door provincie Overijssel de aannemer Machinefabriek Emmen gecontracteerd die de uitvoering van de maatregelen in het RAW-bestek gaat realiseren.
Circulariteit Circulariteit is een belangrijk concept binnen het ingenieurs- en advieswerk, zo ook bij het project van de Ganzensluis. Er heeft circulariteitsoverleg plaatsgevonden, waarna een life cycle cost (LCC) en life cycle analysis (LCA) is uitgevoerd voor het vaststellen van de beste aanpak om de damwanden te conserveren en een LCC voor de uitwerking van het nieuwe aandrijf- en bewegingswerk voor het hefsysteem. Daarnaast wordt de installatie voorbereid om in de toekomst energie terug te kunnen leveren aan het net vanuit remenergie van de hefdeuren van de sluis. <
Doel De scope van deze rehabilitatie omvat onder andere het vervangen van de elektrotechnische installaties (inclusief bediening en besturing), het aanpassen van het aandrijf- en bewegingswerk conform een nieuw principe en het aanbrengen van een grendelinrichting voor de hefdeuren, het herinrichten van het wachtgebouw en het realiseren van maatregelen op het gebied van machineveiligheid. Daarnaast is
Foto: Stork
Het wezenlijke verschil zit in de omvang van de inspectie en de termijn, een bepaalde termijn of lange termijn. Weekers; “Inspecties zijn activiteiten die door een specifieke afdeling uitgevoerd worden door daarvoor speciaal getrainde en gecertificeerde specialisten. De assetintegriteit beheers je met behulp van processen en systemen”.
> Verouderende assetbase. Inspecties, geïnitieerd vanuit weten regelgeving, zijn erop gericht om de integriteit van de assets te waarborgen voor een gegeven periode, terwijl het voorkomen van Ageing er meer op gericht is om de beschikbaarheid van assets hoog te houden op de lange termijn. “Na een goed verlopen inspectie wordt een asset voor de volgende gebruiksperiode(termijn) vrijgegeven. Kijkt men vanuit ageing naar een installatie, dan is er ook meer
54 december 2019
Maak kennis met SMTO®2020 van Van Meeuwen Services
Smeertechnisch onderhoud optimaliseren?
Begin gedegen en goed voorbereid aan het optimaliseren van het smeertechnisch onderhoud. Wij helpen graag met de eerste stap. Bel of mail en vraag naar de mogelijkheden.
van drones. Vooral in besloten ruimtes kan dit een uitkomst bieden. “We willen geen risico’s voor mensen in besloten ruimtes”.
> Synergie. Voorkomen van Ageing is mede complex omdat het niet altijd zichtbaar is. Daarvoor is een goede samenwerking van verschillende disciplines van belang. Allerlei belangen spelen daarbij een grote rol. Weekers; “Ageing beheers je door een goede evenwichtige samenwerking tussen de verschillende disciplines Engineering, Operations en Maintenance en een goede lange langetermijnstrategie”. Weekers geeft aan dat in alle gevallen gewerkt wordt door mensen met processen, systemen en technologie. Daarbij spelen cultuur en gedrag een grote rol bij het halen van de gewenste resultaten. <
lubrication
Q
services
www.vanmeeuwen.com
Q
Q
systems
Q
chemicals
The Netherlands +31 (0)294 494 494
Q
Q
education
Maak zelf je keuze e uit 3 opties
Belgium +32 (0)53 76 76 00
55
VERBONDEN
MET UW ASSETS Ć 1LHW 'HVWUXFWLHI 2QGHU]RHN Ć 5RSH $FFHVV Ć .DWKRGLVFKH %HVFKHUPLQJ Ć /DERUDWRULXP Ć 0DULWLHPH 6XUYH\V Ć +DUELQJHU 7RHJDQJVV\VWHPHQ Ć 1'2 7UDLQLQJHQ
A Longer Life
www.mme-group.com