4
#
nr. 04/ 2019
Vakblad Asset Management
VEILIG WERKEN
Voor, Door, Met en Dankzij Onderhoud Veiligheid staat elke dag op één Gevaarlijke Stoffen DSP Digital Safety Pasport
4
#
nr. 04 / 2019
Colofon VAM is het vakblad voor Asset Management in Nederland. Concept en realisatie Elma Media B.V. Keizelbos 1, 1721 PJ Broek op Langedijk 0226 33 16 00 www.elma.nl
AR 4 0 JA
Art Director Kim Speleman Martijn van der Wielen Hoofdredactie Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO VAM is een uitgave van de NVDO Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud Lange Schaft 7G Postbus 138, 3990 DC Houten 030 634 60 40 www.nvdo.nl info@nvdo.nl VAM is een samenwerking met WCM World Class Maintenance, Gebruikersplatform Bodemenergie en iTanks www.worldclassmaintenance.com www.gebruikersplatformbodemenergie.nl https://itanks.eu Auteurs Pieter Pulleman (DSP en Neste) Evi Husson (HSE Prestaties) Eveline Janse -Nederlands Focal Point(Gevaarlijke stoffen en Onderhoud) Inspectie SZW (Wie durft nee te zeggen) Mark Oosterveer, programmamanager bij iTanks (Kennis voor STOP) ArboUnie (Zwaar beroep) Sade Schönhage Ellen den Broeder-Ooijevaar Redactie; John van Rooij (Ideo), World Class Maintenance (WCM) Druk Elma Media B.V.
VOORWOORD <
Wie de schoen past, trekke hem aan Ik kan me nog heel goed een bezoek aan een chemische plant in Athene herinneren. Mijn vermoeden is dat het ziekteverzuim aldaar vooral veroorzaakt wordt door struikelen en ergens achter blijven haken, omdat men helemaal nooit heeft nagedacht over werkschoenen. Ik zag daar namelijk heftruckchauffeurs op ………….zomerslippers! Wist je dat uitglijden, vallen en struikelen belangrijke oorzaken zijn van ziekteverzuim? Om die oorzaken te beperken, is de keuze van de juiste werkschoen ontzettend belangrijk. En geloof mij, geen enkele zomerslipper heeft stalen neuzen.
Het is de bedoeling dat werkschoenen bijdragen aan de veiligheid. Daarbij is het vooral belangrijk om te bepalen in welke omstandigheden je de werkschoen draagt. Wie werkt met hitte, moet werkschoenen dragen die hiertegen kunnen. Voor lassers zijn er specifieke lasschoenen of laarzen, die met brandwerend garen in elkaar zijn gezet en waar een flap over de sluiting van de veters zit. Wie vaak op een trap of een ladder loopt kan het beste kiezen voor een schoen met een hak. Een hak blijft achter de sport of trede van een trap of ladder steken en vergroot de veiligheid aanzienlijk, want je voet kan er niet af schieten. Met een platte zool kan je van een trede glijden met vallen tot gevolg. Bovendien vergroot een platte zool het anti-slip-effect van een schoen, zodat de kans op uitglijden een stuk kleiner wordt. Kortom: met de juiste veiligheidsschoen vergroot je niet alleen het comfort, maar ook de veiligheid. Deze VAM-editie staat in het teken van Veilig Werken. In alle gesprekken die ik heb gevoerd om te komen tot de inhoud van deze editie, staat gedrag centraal. Iedereen is het erover eens dat er geen enkele collega ’s morgens naar zijn werk gaat met de bedoeling een onveilige situatie aan te treffen of te creëren. Maar in geen van de gesprekken kwam het belang van de juiste werkschoen aan de orde. Niet de voorziening, maar het maken van de juiste keuze is heel erg belangrijk! Daar wringt zo nu en dan de schoen, want alleen maar zorgen voor veiligheidsschoenen is niet genoeg. Behalve de veiligheid van de werkschoen, is natuurlijk ook het comfort belangrijk. Een juiste pasvorm is nodig om klachten te voorkomen. Te klein is natuurlijk niet goed, maar ook te groot niet: de voet gaat dan schuiven en dat kan ook weer klachten geven én zorgt voor warmere voeten. De juiste lengte en breedte zijn van groot belang voor comfort van de voet en vermindering van klachten bij lange werkdagen. Er zijn trouwens ook speciale, extra warme sokken, of sokken die zweetlucht verminderen. Ben je drager van werkschoenen, neem dan eens de tijd om te ontdekken of jouw, door je werkgever beschikbaar gestelde, schoeisel wel het juiste is. En als dat zo is, draag ze dan ook! Ben je werkgever, neem dan eens de tijd om te onderzoeken of je je werknemers wel het juiste schoeisel biedt. Kom erover in gesprek, want elke omstandigheid, elke voet, elk draagcomfort is nu eenmaal anders. Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO
Advertentie-exploitatie Elma Media B.V. Silvèr Snoek - Sales Manager 0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl
3
VAN DE VOORZITTER <
Het kan echt nog veiliger! In hun streven naar een veilige werkomgeving, worden bij elk bedrijf veiligheidsregels opgesteld. Echter, de regels kunnen per bedrijf verschillend zijn, terwijl het over dezelfde onderwerpen gaat. De verschillen zijn weliswaar klein, maar zijn voor de mensen in het veld verwarrend en soms misleidend. Neem de maximum snelheid op bedrijfsterreinen. Bij de een is dit 25km/h, de volgende 20 km/h en bij de buren is dit 15 km/h. Een ander onderwerp is het werken op hoogte. Maatregelen voor het werken op hoogte verschillen bijna bij elk bedrijf. Ook het dragen van PBM’s is per bedrijf verschillend. Iedereen kent wel de ‘gedoog zones’ en uitzonderingen op de regel. Verschillende (en soms tegenstrijdige) maatregelen voor dezelfde veiligheidssituaties werken verwarrend en maken de medewerkers op de werkvloer onverschillig. Bovendien moet de medewerkers bij elk bedrijf weer opnieuw door een leercurve heen om zich de regels weer eigen te maken. Wat bij de ene wel mag, mag bij de ander weer (net) niet. Ook bestaat de indruk dat bedrijven over elkaar heen vallen met veiligheidsregels en denken dat als zij het nog net iets strenger doen dan bij de buren, dat zij dus ook een veiliger bedrijf zijn. Onderzoek heeft aangetoond dat inconsequentie in het toepassen van de regels leidt tot weerstand en onverschilligheid en uiteindelijk juist tot minder veiligheid. De NVDO pleit sterk voor het normaliseren, standaardiseren en harmoniseren van het toepassen van veiligheidsregels binnen de industrie en bouw. Met de steeds schaarser wordende technische beroepsbevolking en de noodzakelijke inzet van buitenlandse arbeidskrachten, is duidelijkheid en eenduidigheid van regels een absolute voorwaarde voor het creëren van een veilige werkomgeving. Een andere doorslaggevende factor hierbij is de houding en gedrag van leidinggevenden. Zij beseffen onvoldoende onder welke tijds-
4 september 2019
druk operators en onderhoudstechnici hun werk moeten doen. Immers: de einddatum van het project of activiteit blijft altijd vaststaan, ondanks allerlei vertragingen in het voortraject als gevolg van trage en omslachtige besluitvorming, het niet nakomen van afspraken in het voortraject en alles de hoogste prioriteit willen blijven geven. Als dingen fout gaan, staan de uitvoerenden in de schijnwerpers. Het was hun inschattingsfout, zij waren niet goed getraind of het was een hiaat in de procedure die zij hadden gevolgd. Het effect van opleggen van tijdsdruk en het (misplaatst) gebruik maken van loyaliteit van mensen is moeilijk meetbaar, wordt in incidentrapportages nauwelijks of niet benoemd of blijft in de ‘follow-up’ in het midden hangen. De NVDO pleit voor meer aandacht voor dit aspect en gaat graag met u in overleg om een gerichte aanpak verder vorm te geven.
‘Inconsequentie in het toepassen van de regels leidt juist tot minder veiligheid’ We zien al enkele jaren dat de dalende trend van ongevallen in bouw en industrie stagneert. In vergelijking met veel andere landen doen wij het goed, maar het kan altijd beter. Elk ongeval is er een te veel. Willen wij de trend nog verder laten dalen, zijn andere maatregelen nodig. Strengere regels en nog meer procedures gaan ons hier niet bij helpen.
Inhoud
03 Voorwoord
04 Van de voorzitter 16 EFNMSBoard looking forward to EuroMaintenance 2021! > The EFNMS (European Federation of National Maintenance Societies) objectives are the improvement of maintenance for the benefit of the Asset Management professionals of Europe.
9 Kort
23 Kort 26 Integratie onderhoudsen veiligheidsprocessen verkleint kans op ongevallen
32 Kennis voor STOP 35 Gast Column - Importance of safe work during Maintenance activities
38 Een veilige werkomgeving zit hem in de mindset 42 Digital Safety Passport versnelt toegangscontrole en voorkomt identiteitsfraude
49 Kijk op
54 Ingenieursbureau neemt initiatief tot veilig en gezond werken 58 In meer dan 18.000 producten is asbest toegepast 60 Cursuskalender
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64
06 HSE Prestaties > Sinds de grote brand bij Chemie-Pack in 2011 is er veel veranderd op het gebied van veiligheid.
Kort
13
De gevaren van besloten ruimtes
18
Veiligheid staat elke dag op één bij Neste Netherlands 20
Klagen is niet meer hip
28
Gevaarlijke stoffen en Onderhoud 30
Ontwikkeling van de Veiligheidshelm
36
Hoe conditiemeting gênante en gevaarlijke situaties voorkomt 40
Geen reden tot Paniek als het om Chroom-6 gaat?! 46
50
Veiligheid Voorop wil discussie over de kwaliteit van veiligheid stimuleren Kort
53
Safety@Mourik
Casus
56
62 5
INTERVIEW <
HSE
Prestaties Sinds de grote brand bij Chemie-Pack in 2011 is er veel veranderd op het gebied van veiligheid. Er wordt streng(er) en nadrukkelijker geïnspecteerd of BRZObedrijven de BRZO-regelgeving naleven. Wat houdt zo’n inspectie in en hoe kun je je erop voorbereiden? Maar vooral, hoe zorg je voor een goede veiligheidsstrategie die past bij het bedrijf en betrek je de medewerkers daarbij? Jeroen Tito, BRZO-coördinator en procesveiligheidskundige bij Albemarle, geeft zijn visie.
Nederland telt ruim vierhonderd bedrijven die vallen onder de BRZO-regelgeving (Besluit Risico's Zware Ongevallen). Deze bedrijven worden voor het BRZO aangewezen omdat hen vergund is om grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen binnen de inrichting te hebben. Albemarle is zo’n bedrijf. De Amsterdamse locatie produceert katalysatoren voor de olieraffinaderijen waarmee de productie van brandstoffen uit ruwe olie wordt verbeterd. “Onze locatie beschikt naast operations en opslagcapaciteit over een grote onderzoeksen testfaciliteit. Dit betekent dat we zowel op labschaal als in grote hoeveelheden produceren en opslaan. Er is met andere woorden een grote verscheidenheid aan activiteiten en disciplines. Toch hanteren we één eenduidig veiligheidsbeleid waaraan alle bedrijfsonderdelen moeten voldoen”, legt Tito uit. Hij is bij Albemarle verantwoordelijk voor het beleid rondom procesveiligheid en BRZOcoördinator.
> Heldere eenduidige strategie. Eenduidigheid is erg belangrijk, zegt Tito. “Een goede veiligheidsstrategie betekent dat de organisatie een eenduidige, heldere visie en beleid moet hanteren die vervolgens ook in de documentatie helder wordt uiteengezet. Het moet voor alle medewerkers duidelijk zijn wat de veiligheidsstrategie is en deze moet tot aan de onderliggende werkafspraken en instructies toe, zijn ingebed. Heb je dit goed onder controle, dan is de boodschap consistent en is het veel eenvoudiger om medewerkers uit te leggen wat er van hen wordt verwacht. De
6 september 2019
Jeroen Tito, Albemarle
Foto: Albemarle
afgelopen jaren hebben we de documentatie duidelijker gemaakt zodat we ook eenduidiger kunnen communiceren. Basisafspraken maken rond veiligheid is een belangrijk aspect”.
> Betrokkenheid. Om procesveiligheid meer draagkracht te geven, werden medewerkers nauw betrokken bij het opstellen van de veiligheidsstrategie. “Door medewerkers te betrekken bij de totstandkoming van afspraken, wordt voor hen duidelijker wat hun aandeel en verantwoordelijkheid is. Dit begint bij het beter begrijpen van situaties waar het mogelijk mis zou kunnen gaan. Door hen te wijzen op risico’s door middel van risicostudies (prospectief ) en incidentenbeschrijvingen (retrospectief ), zie je dat medewerkers erkennen en herkennen wat fout kan gaan en gaan begrijpen waar hun aandeel ligt. Geleidelijk aan groeit op die manier hun betrokkenheid en bewustzijn”. Dit is een langlopend proces. Vooral de afgelopen vijf jaar is het bewustzijn toegenomen. “Door interne audits, het werken met KPI’s en observatierondes, zien we dat we vooruitgang boeken. Vooral op het gebied van de zogenaamde consequentie-analyse, een onderdeel van het proces ‘Management of change’ wat voor BRZO-bedrijven een verplicht onderwerp is, hebben we stappen gemaakt”.
> Wijziging heeft invloed op keten. Tito licht toe met een voorbeeld. “Als we in een proces een wijziging doorvoeren, kan
‘Een goede veiligheidsstrategie betekent dat de organisatie een eenduidige, heldere visie en beleid moet hanteren’ dit zowel positieve als negatieve consequenties hebben voor de eigen afdeling, maar ook voor andere afdelingen. Medewerkers moeten zich ervan bewust zijn dat ze bij een consequentie-analyse ook anderen moeten betrekken. Neem een wijziging van leverancier van een bepaalde gevaarlijke stof, of het gebruik van nieuwe chemicaliën. Wanneer een nieuwe gevaarlijke stof wordt gebruikt, zullen er allerlei documenten en labels moeten worden aangepast. Een risico-analyse wijst mogelijk op nog meer consequenties. De wijziging kan bijvoorbeeld invloed hebben op het veranderen van werkwijzen of het gebruik van (andere) persoonlijke beschermingsmiddelen. Ook is het mogelijk dat externe documenten moeten worden aangepast. In sommige gevallen is het mogelijk dat materiaaltoepassingen moeten worden gewijzigd aangezien bepaalde materialen een zekere resistentie vereisen. Dit betekent mogelijk dat het ontwerp van de constructie moet worden aangepast. Een nieuw constructiemateriaal, dat beter past bij de nieuwe gevaarlijke stof, kan vervolgens weer een andere onderhoudsmethode of inspectiefrequentie vereisen. Met andere woorden, een schijnbaar eenvoudige wijziging kan in de complete bedrijfsketen veranderingen teweegbrengen. We hebben de laatste jaren veel vooruitgang geboekt op dit gebied. Bij een wijziging worden steeds vaker de juiste mensen betrokken zodat ze de nodige maatregelen kunnen nemen of veranderingen kunnen doorvoeren”.
sluiten bij een onderhoudsplan is echter niet eenvoudig en is ook voor ons soms nog een uitdaging”.
> BRZO-inspecties. “Wij stellen zelf vast dat het veiligheidsbewustzijn, onder andere rondom procesveiligheid, in de afgelopen jaren is gegroeid. Dit blijkt onder andere uit interne audits”. zegt Tito. Om vast te stellen of de BRZO-regelgeving wordt nageleefd, worden bij BRZO-bedrijven jaarlijks inspecties uitgevoerd. Daarvoor komen inspecteurs van de verschillende toezichthouders (waaronder: Omgevingsdienst, I-SZW, Veiligheidsregio, RWS) op locatie. Deze BRZO-inspecties zijn de laatste jaren aangescherpt, stelt Tito. “Afhankelijk van de toezichthoudende organisatie worden andere accenten gelegd tijdens deze inspecties. Inspectie SWZ inspecteert
> Risicomatrix. Nog een verandering die op het gebied van procesveiligheid is doorgevoerd, is de manier waarop risico’s worden gewogen. “Onze organisatie heeft door de jaren heen veel methodes gehanteerd om risico’s te wegen. Een aantal jaren terug zijn deze methodes herleid tot één risicomatrix waarmee we tot de juiste afwegingen kunnen komen en onderlinge prioriteiten kunnen stellen. Het vraagstuk hoe bijvoorbeeld kwaliteitsprobleem ten opzichte van een milieu-issue moeten worden behandeld, zijn dankzij deze matrix in een goed perspectief te plaatsen”. De risicoanalyses die worden uitgevoerd, zijn er overigens niet alleen om het ontstaan van, maar ook om het voorkomen en beperken van zware ongevallen vast te stellen, zegt Tito. “Neem onderhoud aan een reactorwand met appendages en functies eromheen die in een goede staat moeten blijven. Afhankelijk van het risiconiveau dat voortkomt uit de risicoanalyse, wordt een zeker mechanical integrity (MI)-niveau toegewezen. Dat MI-niveau zegt iets over hoe nadrukkelijk het installatiedeel moet worden onderhouden en geïnspecteerd. Er kan vervolgens een onderhoudsprogramma aan worden gekoppeld om te garanderen dat het veiligheidskritische niveau wordt behouden. Om een risicoanalyse goed te laten aan-
Foto: NVDO
vanuit het oogpunt van de werknemersveiligheid, RSW legt de nadruk op verontreiniging van oppervlaktewater, de Veiligheidsregio controleert op brandveiligheid en rampenbestrijding en de Regionale Uitvoeringsdiensten zoemen meer in op milieuaspecten en externe veiligheid. Vanuit eigen expertise en aandachtsgebieden wordt geïnspecteerd, maar wel op basis van de specifieke wet- en regelgeving waaraan BRZO-bedrijven moeten voldoen”.
> Tweeledig. De relatie tussen een BRZO-bedrijf en een inspectiedienst is vaak tweeledig. “Aan de ene kant is er een gezonde argwaan tegenover elkaar. Waar wij als uitvoerende organisatie proberen het beste beentje voor te zetten om te tonen dat we voldoen aan wet- en regelgeving, lijken inspectiediensten vaak het uitgangspunt te hanteren dat er in Nederland op veiligheidsgebied >
7
Tips voor een goede veiligheidsstrategie Jeroen Tito heeft een aantal tips voor bedrijven om een goede veiligheidsstrategie neer te zetten. 1) Duidelijk en eenduidig; Zorg er als bedrijf voor dat documentatie altijd eenduidig is, maar ook eenvoudig leesbaar en toegankelijk is. Je kunt iets verkondigen, maar de procedures en basisafspraken moeten helder en consistent zijn 2) Wat en hoe; Wat je van medewerkers verwacht, moet niet alleen duidelijk zijn, je moet hen ook vertellen hoe ze dit moeten doen. Wanneer een risicoweging wordt gedaan en een onderhoudsplan wordt opgesteld, dan moet duidelijk zijn hoe dit plan moet worden geschreven en hoe de werkzaamheden moeten worden gedocumenteerd: helder en eenduidig. De grondigheid van deze documentatie mag niet afhangen van diegene die het opstelt.
>
nog veel schort en zullen zij proberen om deze problemen boven water te krijgen. En wie problemen zoekt, zal deze vinden. Hoe een inspectie verloopt, hangt daarnaast ook samen met hoe goed, deskundig of ervaren een inspecteur is, en hoe diep wordt ingegaan op bepaalde aspecten. Daarom zijn inspecties vooraf vaak moeilijk te voorspellen en kun je als bedrijf ook niet zomaar beïnvloeden hoe inspecties verlopen”. Dit hoeft niet noodzakelijk een nadeel te zijn. “Deze externe inspecties dragen ertoe bij dat wij als organisatie verder gaan in de ontwikkelingen op veiligheidsgebied. We bereiden ons zo goed mogelijk voor en nemen proactief de nodige maatregelen zodat we positief uit een externe inspectie komen. Daarmee worden niet alleen zware ongevallen nog verder voorkomen maar wordt ook bespaard op het vele werk achteraf. Het is belangrijk om bij deze inspecties geen steken te vallen. De gevolgen kunnen groot zijn”.
‘één risicomatrix waarmee we tot de juiste afwegingen kunnen komen en onderlinge prioriteiten kunnen stellen’ 8 september 2019
Naast de nodige argwaan is er ook (typisch Nederlands) een zekere vriendelijkheid en respect waarmee de inspectiediensten en bedrijven met elkaar omgaan, zegt Tito. “Uiteraard zijn inspectiediensten kritisch naar bedrijven toe, maar uiteindelijk willen we hetzelfde doel bereiken: veilig opereren. De insteek bij inspectiediensten is erop toezien dat bedrijven wet- en regelgeving naleven. Ons doel is breder. We willen veilig opereren, maar door wet- en regelgeving na te leven, bereiken we niet alleen dat we veiliger produceren. We hebben ook minder schade of leiden minder verliezen, we houden een goede reputatie, enzovoort. Het zal zich voor beide partijen anders manifesteren, maar de regelgeving is voor iedereen belangrijk”. <
Foto: NVDO
Tips om je voor te bereiden op externe veiligheidsinspecties Externe veiligheidsinspecties zijn vaak onvoorspelbaar. Toch kun je je er enigszins op voorbereiden, zegt Tito. 1) Toon initiatief; Je weet vooraf welke inspectiedienst langskomt en welk programma zij zullen hanteren. Toon tijdens het bezoek initiatief en vertel je eigen verhaal dat aansluit op de thematiek van de inspectie. Wacht niet af tot inspecteurs hun vragen stellen, maar neem hierin het voortouw 2) Peil de bevindingen van de inspecteur in een zo vroeg mogelijk stadium Daarnaast zou je tijdens de inspectiegesprekken al moeten proberen te peilen wat hun bevindingen zijn. “Er zijn doorgaans drie momenten waarop bedrijven kunnen vaststellen hoe ze er voorstaan. Tijdens de inspectie-interviews, aan het einde van de inspectiedagen (close-out) of na ontvangst van het inspectierapport. Het beste is om tijdens het inspectieproces te peilen wat de bevindingen van de inspecteurs zijn. Merk je dat ze over een bepaald topic twijfels hebben, dan kun je nog in de interviewfase extra informatie leveren zodat zij een beter beeld krijgen van de situatie. Tijdens de afronding van de inspectiedagen (close-out) is dit al lastiger omdat conclusies vaak al zijn getrokken. Je als bedrijf verweren nadat het inspectierapport er ligt, is eigenlijk niet meer mogelijk”.
Kort omscholing (een andere job), coaching on the job en job crafting. Op die manier kunnen werkenden langer functioneren in zware beroepen en werkzaam blijven in dezelfde sector. Waardevolle kennis en ervaring blijft zo in het bedrijf en/of de branche behouden en wordt verder ontwikkeld. “We hebben deze mensen gewoon hard nodig”.
Zwaar beroep en toch fit de eindstreep halen
Investeren in langer doorwerken We moeten langer doorwerken in Nederland. Eerder stoppen met werken is voor velen geen mogelijkheid. Het vroegpensioen is afgeschaft en de AOW-leeftijd blijft stijgen. In 2022 krijg je dat basispensioen pas vanaf het moment dat je 67 jaar en drie maanden bent. Niet iedereen haalt fit de eindstreep, zeker niet in zogenoemde zware beroepen.
"We moeten er als samenleving over nadenken en andere oplossingen voor bedenken", vindt Jos. "Door op tijd het gesprek met je medewerkers aan te gaan en niet te wachten tot het te laat is. Het is belangrijk dat medewerkers zich bewust worden dat ze op die manier kunnen bijsturen in hun werk. En de werkgevers zouden best wel meer ondersteund kunnen worden met collectieve maatregelen. Als we nu investeren in maatregelen om te zorgen dat mensen langer door kunnen, bijvoorbeeld met job crafting en scholing, is de winst groot. Breng tijdig veranderingen in beeld, gebruik bijvoorbeeld ook instrumenten zoals een preventief medisch onderzoek of een AVGproof risicoanalyse. Zo voorkom je dat mensen voortijdig worden afgeschreven en na heel lang heel hard werken in de WW of zelfs in de bijstand belanden. Dat kun je mensen niet aandoen. En vergeet niet: wie langer doorwerkt, blijft ook maatschappelijk veel waarde toevoegen”.
Jos van Rooyen, senior bedrijfsarts bij Arbo Unie, denkt dat het anders kan; “Zorg ervoor dat medewerkers eerder bij kunnen sturen in hun werk. Geef ruimte om het werk anders te organiseren, ondersteun hen en stel ze in staat om op termijn andere werkzaamheden te gaan doen. Binnen hetzelfde bedrijf, dezelfde branche, gebruikmakend van hun enorme kennis en ervaring, maar in een functie waarmee ze wel de eindstreep halen”.
Kijk naar wat mensen nog meer kunnen Meer weten?
Fit je pensioenleeftijd halen is het doel, want dan kun je langer van dat pensioen genieten. Kijk daarom vanaf 45 jaar naar andere werkzaamheden die medewerkers op termijn kunnen gaan doen, in combinatie met extra scholing (verdieping), bijscholing (bijblijven) en
Maak kennis met SMTO®2020 van Van Meeuwen Services
Smeertechnisch onderhoud optimaliseren?
lubrication
Q
services
www.vanmeeuwen.com
Q
Q
systems
Wil je meer informatie over hoe Arbo Unie je organisatie kan helpen bij een leven lang optimaal werken? Neem dan contact op met senior bedrijfsarts Jos van Rooyen via jos.van.rooyen@arbounie.nl. <
Begin gedegen en goed voorbereid aan het optimaliseren van het smeertechnisch onderhoud. Wij helpen graag met de eerste stap. Bel of mail en vraag naar de mogelijkheden.
Q
chemicals
The Netherlands +31 (0)294 494 494
Q
Q
education
Maak zelf je keuze uit 3 opties
Belgium +32 (0)53 76 76 00
9
MONITORING <
Eenvoudig te implementeren monitoring tool levert direct meerwaarde voor Gate terminal Gate LNG terminal op de Maasvlakte moet een hoge operationele beschikbaarheid halen om aan zijn leveringsverplichtingen te voldoen. Het kunnen voorspellen van mogelijke faalmomenten aan de pompen in de opslagtanks levert een belangrijke bijdrage aan het voorkomen van (ongeplande) downtime.
de 24/7 operatie. Door preventief onderhoud te plegen, wil Gate terminal onverwacht falen voorkomen. Maar het reviseren is arbeidsintensief, tijdrovend en kostbaar. Daarom onderzoekt de importterminal in een pilot met GE Digital de mogelijkheden van conditiemonitoring en data-analyse.
Altijd vanuit strategie
Gate terminal beschikt over drie opslagtanks van elk 180.000 m3. Onderin iedere tank staan pompen in de LNG-vloeistof bij een temperatuur van min 162 graden Celsius. De pompen zijn cruciaal voor
GE Digital biedt klanten Asset Performance Management (APM): health monitoring, reliability monitoring, strategy management en integrity management. Het begint altijd vanuit strategy, zegt Pieter Wielemaker van GE Digital. “Van daaruit breng je in kaart welke risico’s je loopt, beslis je welke acties nodig zijn om die risico’s te verlagen en stel je de businesscase samen. In dit specifieke geval was remote monitoring de beste oplossing.”
How blueprints work Fixed alarm threshold Alerts
Dynamic band Sensor tag data
Expected value
• Green (estimate) is GOOD • Blue (actual) is TRUE
• Red is RESIDUAL GE Digital
10 september 2019
Dynamic band is based on: • Historical behavior • Operational states • System conditions • Ambient temp etc….
Pump 21-P-01-C General Overview
Interesting points: 1. Potential Failure of Vibration sensor. 2. High Vibration @ Low Flow Scenario. GE Digital
Veel data beschikbaar
Real-time monitoring
De bouw van Gate terminal startte in 2008 en drie jaar later was de LNG terminal operationeel. De terminal is vergaand geautomatiseerd en er zijn veel data beschikbaar van diverse bronnen, vertelt maintenance manager Sebastiaan Langendam. “Maar wat doe je met al die data?” Er lopen al enkele monitoring pilots op de terminal en voor het monitoren van de low-pressure pumps in de opslagtanks werd gekozen voor de methode van GE Digital. Om snel en effectief een monitoring systeem te installeren, werkt GE Digital met zogenoemde blueprints per soort asset. Extra sensoren plaatsen op de asset is vrijwel nooit nodig.
De pilot was ‘achteraf’; de gegevensanalyse vond plaats op basis van historische data. Beide bedrijven kijken nu samen hoe implementatie met real-time monitoring in de dagelijkse operatie kan plaatsvinden. In principe zijn er twee mogelijkheden: in de cloud of op een eigen server. Wielemaker: “In de cloud heeft onze voorkeur. Het voordeel is dat je de blueprints kunt updaten met ervaringen die je opdoet met dezelfde equipment bij andere asset owners, waardoor het model verbetert. Ook kun je het monitoren in de cloud eenvoudiger uitbreiden naar andere equipment dan bij een lokale server. En dan durf ik ook nog te stellen dat onze cloudoplossing veiliger is dan veel lokale servers.” Een monitoring centre van GE Digital monitort en analyseert de data en over de resultaten vindt wekelijks telefonisch overleg plaats met de asset owner. Langendam: “We doen best veel pilots bij Gate terminal om zo een Proof of Concept van een nieuwe technologie te testen en vast te stellen. Klein beginnen en samen op ontdekkingsreis gaan. Waar loop je als organisatie in de praktijk tegenaan? Het zet je ook aan tot nadenken: kun je zo’n tool ook elders inzetten, bijvoorbeeld bij het monitoren van kleppen of leidingen? De kracht van deze monitoring oplossing zit ‘m in het combineren van de data en in de wijze van presenteren van de resultaten in de grafieken voor de analyse. Daarbij kan het systeem automatisch berichten versturen in geval van een afwijking, aangevuld met de vakinhoudelijke kennis van de GE experts. Dat levert ons de meerwaarde die we nodig hebben.”
Faalmoment voorspellen De pompen genereren procesdata en aanvullende gegevens zoals trillingsdata, van totaal zeven sensoren. Langendam: “We zien dus veel, we weten ook wat wel en niet goed is, maar we kunnen niet voorspellen.” Wielemaker: “Daar komen wij om de hoek kijken. Door de data te combineren, te analyseren en onze specifieke domeinkennis toe te voegen, kunnen wij het wél voorspellen als er een faalmoment aankomt. Hiervoor maken we een digitale kopie van de pomp; een digital twin.”
Goede les De pilot is een goede les geweest en leverde bruikbare informatie, vindt Langendam. “Het geeft ons inzicht in de mogelijkheden van asset monitoring en data-analyse voor de toekomst. Door trillingsdata en flow data te combineren zagen we bijvoorbeeld dat de pompen niet altijd in de juiste operating window opereren. Dit doen we nu beter, met betere operationele resultaten en minder slijtage aan de pomp. En door de analyse vonden we twee defecte sensoren.” Een leermoment uit de pilot is er ook, zegt maintenance manager Langendam. “Het delen van informatie, daar moet je goed mee omgaan. Welke gegevens kan en mag je delen? Dat was nieuw voor ons.”
GE Digital Pieter Wielenmaker Bergschot 69/2 4817 PA Breda https://www.ge.com/digital/
11
Netwerken Beheer en Onderhoud Asset Management 7HFKQLHN Branchevereniging
&RQGLWLHEHZDNLQJ 3UHVWDWLHPDQDJHPHQW Maintenance Academy .HQQLVRQWZLNNHOLQJ
Onderhoud je netwerk en Deel kennis en ervaring Maak onderdeel uit van Europaâ&#x20AC;&#x2122;s grootste netwerk De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) is dé toonaangevende brancheorganisatie die middels belangenbehartiging, kennisontwikkelingen en -overdracht en netwerken ondersteuning biedt aan bedrijven en personen die bij de besluitvorming op het gebied van Beheer en Onderhoud/Asset Management betrokken zijn en daarmee de Nederlandse onderhoudssector als â&#x20AC;&#x2122;s werelds beste helpt te presteren.
>> Word lid!
De NVDO doet dit door in de sector een onafhankelijke positie in te nemen en alle relevante bedrijfssectoren met behulp van voorlichting, advisering, kennisontwikkeling, (wetenschappelijk) onderzoek en kennisuitwisseling ten dienste te staan en zo op weg te helpen naar excellent Asset Management.
Het NVDO-lidmaatschap biedt vele voordelen!
Het NVDO-Lidmaatschap geeft toegang tot
Ã¥
Ã¥
å å å å
*URRWVWH QHWZHUN YDQ (XURSD (fysiek en digitaal) 5HJLRQDOH DFWLYLWHLWHQ 9DNLQKRXGHOLMNH NHQQLV HQ QHWZHUN &RPSOHHW SRUWIROLR 0DLQWHQDQFH $FDGHP\ &ROOHFWLHYH DERQQHPHQWHQ RS YDNEODGHQ
å å å å
.HQJHWDOOHQ 7UHQGV 9LVLH (NVDO Onderhoudskompas) 3ODWIRUP 0DWHULDDONXQGH ZHWHQVFKDSSHOLMNH 3XEOLFDWLHV ZDDURQGHU Visiedocumenten .RUWLQJHQ RS RQV FXUVXVDDQERG YDQ GH 19'2 Maintenance Academy -RQJHUHQERDUG
Asset Management, Duurzaamheid, Veilig Werken en Energie-eï¬&#x192;ciency zijn belangrijke themaâ&#x20AC;&#x2122;s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!
Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan >> /DQJH 6FKDIW * $3 +RXWHQ _ 3RVWEXV '& +RXWHQ _ LQIR # QYGR QO _ ZZZ QYGR QO
12 september 2019
Kort Over RDM Training Plant Trainees volgen op de plant praktijkgerichte veiligheidstrainingen in een realistische setting, gegeven door trainers die gevormd zijn door de beroepspraktijk. Trainees die hun opleiding op de plant volgen, zijn direct inzetbaar en voldoen gegarandeerd aan de hoogste veiligheidseisen. Daarmee verbetert de aansluiting tussen ROC’s, vakscholen, MBO, HBO en de arbeidsmarkt. Met diverse om- en bijscholingstrajecten zet de RDM Training Plant ook voor werkzoekenden de deur open naar een baan in de procesindustrie.
cept. De plant is te gebruiken door de klant op gebied van innovatie of bedrijfsspecifieke en/of nieuw te ontwikkelen trainingen”. En tot slot zal de inrichting van een Regionaal Safety Centre (RSC) het niveau van veiligheid collectief op een hoger niveau zal brengen.
Niet alleen trainees zijn welkom Op de training plant treffen we Marco Kemmers, Directeur Deltalinqs Training & Services. Gepokt en gemazeld in de chemische industrie, waaronder een staat van dienst bij Shell en Hexion en Momentive, is hij trots op ‘zijn’ oefenfabriek. "We hebben hier op een centrale plek in Rotterdam een test- en demonstratie-omgeving weten neer te zetten voor noviteiten en innovaties binnen de petrochemische sector en dat is niet niks. Hiermee leiden we niet alleen op, maar zet de plant ook voor een breder publiek het werken in de procesindustrie op de kaart”. Kemmers; “We bouwen aan de nieuwe standaard voor veilig werken om de veiligheid van werknemers en de werkzaamheden te kunnen borgen. We zijn er dan ook uitermate trots op dat wij dit samen met onze leden en partners kunnen realiseren”. Ook de gemeente Rotterdam gaat profiteren van de komst van de RDM Training Plant. “De oefenfabriek draagt bovendien bij aan de economische groei en werkgelegenheid in Rotterdam”, aldus Kemmers. “We gaan namelijk binnenkort met Bootcamps aanvangen”.
“Voor de maintenanceprofessional biedt de training plant diverse mogelijkheden. Zoals ENGIE hier invulling aan heeft gegeven door een bundeltrekkers training te ontwikkelen, waardoor de kwaliteit en kwantiteit van bundeltrekker is gewaarborgd”.
Veilig Werken doe je samen
Over de grenzen van de petrochemie
Om de bouw van de plant te realiseren en op termijn in stand te houden, is de Stichting RDM Training Plant opgericht. De criteria voor en kwaliteit van de trainingen worden beoordeeld door een waarborgcommissie, samengesteld vanuit alle partners. Partners van de stichting zijn onder meer VOMI (de brancheorganisatie voor dienstverlenende bedrijven in de procesindustrie), de Stichting Samenwerken Voor Veiligheid (SSVV), de regionale onderwijsinstellingen en de Deltalinqsleden. Kemmers; “Onlangs was de NVDO op bezoek en zijn we momenteel een samenwerking aan het verkennen. Wellicht dat we die vinden in de inspectiebranche”. Maar ook de komst van EuroMaintenance naar Nederland geeft voor Kemmers mogelijkheden om de training plant ook internationaal onder de aandacht te brengen.
Niet alleen professionals uit de (petro)chemische sector hebben nut van zo’n oefenfabriek. Ook aan de sectoren Infra (weg, water, rail) en de gebouwde omgeving is gedacht. “Hier zouden trainingen op gebied van gedrag, vergunningensystemen, herkennen van risico’s een invulling aan kunnen geven. Maar we ontwikkelen ook trainingen op maat, geheel afgestemd op de wensen van de opdrachtgever”, aldus Kemmers.
Resultaten “We draaien nu bijna twee jaar en hebben al duizenden mensen getraind. Tevens zijn we ons portfolio aan het uitbreiden met een nog groter trainingsaanbod zoals soft skills”. Daarnaast noemt Kemmers Turn Around support en One Stop Shop model (volledige ontzorgen van de klant m.b.t. trainingen). “We kennen ook een verhuur con-
RDM Training Plant by night Foto: Deltalinqs
Ondersteuning bijzonder waardevol De totstandkoming van de RDM Training Plant is ondersteund door onder meer Deltalinqs, DT&S (Deltalinqs Training & Services), diverse Asset Owners, het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Havenbedrijf Rotterdam, Gemeente Rotterdam, VOMI (branchevereniging voor dienstverlenende ondernemers in de procesindustrie), SSVV (Stichting Samenwerken voor Veiligheid) en het regionale beroepsonderwijs. Spie, Stork, Engie, Mourik, BIS, Croonwolter&dros, Mammoet, Hogeschool Rotterdam, STC en Techniek College Rotterdam steunen het project. <
13
VEILIGHEIDSDAG 2019
UITNODIGING WAT, WAAR, WANNEER….
SHIFTINGGEAR Donderdag 7 november 2019 12.00 – 17.00 | CHEMELOT KƉƐĐŚĂŬĞůĞŶ͕ ƚĞƌƵŐƐĐŚĂŬĞůĞŶ͕ ǀĞƌƐŶĞůůĞŶ ŽĨ njĞůĨƐ ƐƚŽƉƉĞŶ͍ tĂŶŶĞĞƌ ĚŽĞƚ Ƶ ǁĂƚ ĞŶ ŚŽĞ ĚĂŶ͍ dŝũĚĞŶƐ ĚĞ ǀĞŝůŝŐŚĞŝĚƐĚĂŐ ǀĂŶ sĞŝůŝŐŚĞŝĚ sŽŽƌŽƉ njƵůƚ Ƶ njŽ ŵŽŐĞůŝũŬ ĂůůĞƐ ĂĂŶ ĚĞŶ ůŝũǀĞ ŽŶĚĞƌǀŝŶĚĞŶ͘ sĂŶ ͚ĨƵůů ƐƉĞĞĚ ĂŚĞĂĚ͛ ŶĂĂƌ ͚ĨƵůů ƐƚŽƉ͛ ĞŶ ǀĂŶ ZŝũďĞǁŝũƐ ƚŽƚ &ŽƌŵƵůĞ njƵůƚ Ƶ ŽŶĚĞƌ ůĞŝĚŝŶŐ ǀĂŶ ĂƐ ǀĂŶ tĞƌǀĞŶ ĞŶ ĞƌǀĂƌŝŶŐƐĚĞƐŬƵŶĚŝŐĞ ZŽďĞƌƚ ŽŽƌŶďŽƐ ŵĞŶŝŐ ƉŝƚƐƚŽƉ ƚƌŽƚƐĞƌĞŶ ĞŶ ŽŶŐĞĚĞĞƌĚ ĚĞ ĨŝŶŝƐŚ ďĞƌĞŝŬĞŶ͊ h ďĞŶƚ ǀĂŶ ŚĂƌƚĞ ƵŝƚŐĞŶŽĚŝŐĚ͊ DĞůĚ Ƶ ĂĂŶ ǀŝĂ ĚĞ ǁĞďƐŝƚĞ͗ ǁǁǁ͘ǀĞŝůŝŐŚĞŝĚƐĚĂŐϮϬϭϵ͘Ŷů
Voor meer informatie en aanmelding
WWW.VEILIGHEIDSDAG2019.NL
‘Werk Veilig of Werk Niet’!
14 september 2019
15
EUROMAINTENANCE <
EFNMS Board looking forward to
EuroMaintenance 2021! The EFNMS (European Federation of National Maintenance Societies) objectives are the improvement of maintenance for the benefit of the Asset Management professionals of Europe. By the term ‘maintenance’ is meant the combination of all technical, administrative and managerial objectives.
Per Schjølberg, Franco Santini, David Merbecks, Cosmas Vamvalis
16 september 2019
Foto: NVDO
Maintenance is of utmost importance for trade and commerce, for the environment, and for general health and safety. 24 European countries are already members of this European umbrella organization. One of the spearheads of the EFNMS is its bi-annual EuroMaintenance conference. This EFNMS initiative takes place every two years in a different European country and is then organized by the maintenance association active there. The purpose of EuroMaintenance is to share knowledge and to disseminate the latest technological achievements, throughout the world, in the maintenance field. In parallel, it is the best possible place for networking with other companies working on the maintenance field.
According to EFNMS Boardmember Per Schjølberg (on behalf of the Norwegian Maintenance society NFV) the results that have been achieved thanks to EuroMaintenance; ”To show the best in Maintenance, marketing the best speakers and the leading companies. Many companies and researchers have learned a lot on Industry 4.0, future Maintenance, deep mind analysis, Data scientist work and analytics for the future”. Schjølberg looks forward to the Dutch edition in Rotterdam and is excited about new good practical examples from leading companies, an education program for industry and universities and is interested in new standards.
> Role and Expectations. Vamvalis; “Industry 4.0 is now the > Looking Back. EFNMS Chairman Cosmas Vamvalis, representing HMS (Hellenic Maintenance Society) and Managing Director of Atlantis Engineering S.A., speaks from experience, because in 2016 he organized the international congress in Athens himself. He looks back with satisfaction. Because it was certainly not easy then to organize such an international event in the middle of the economic crisis. Nevertheless, he managed to get speakers, visitors and some exhibitors to his country. During the latest edition in Belgium, which was mainly devoted to Industry 4.0, it became clear that the maintenance sector also emerged from the crisis. There were more visitors, a full substantive program and there was an opportunity to visit the exhibition floor.
driving force in European level. Maintenance is one of the most important components of Industry 4.0, by using all relevant technologies (e.g. Smart sensors, 5G, cloud computing, faults prediction by using machine learning). So, all these technologies keep improving every year on European, or even world-wide, level”. This was allready shown during the EuroMaintenance conference in Antwerp, 2018. EFNMS Vice President David Merbecks, representing WVIS (Wirtschaftsverband für Industrieservice e.V.); “EuroMaintenance provides a unique opportunity to develop a European network on Maintenance and Asset Management. The role of EFNMS Board is to coordinate its 24 members (National Maintenance Societies) to disseminate and to support its EuroMaintenance organizing member in many different ways (e.g. speakers, sponsors, exhibitors, participants)”.
> Looking Forward. “I’m looking forward for the best ever EuroMaintenance in relation to quality of presentations, showing the new trends in the maintenance field and, of course, audience!” says Vamvalis. “EuroMaintenance is the most important event for the EFNMS. I am convinced that the organization of the March 2021 edition is in excellent hands with the NVDO and its partner Rotterdam Ahoy. Not just because there are only substantive presentations from TOP level, but also because there is a lot of thought about how future maintenance in the chain of Asset Management and innovations will be shown”. Vamvalis is referring to, among other things, synergy with Maintenance Next (the largest bi-annual maintenance exhibition in the Netherlands), but also to companyvisits that are planned, as well as top-class workshops. His boardmember Franco Santini, Past President Aiman (Italian Maintenance Association) and now CEN Chairman Technical Committee 319 Maintenance is enthusiastic as well; “I am looking forward to EuroMaintenance 2021 because we will discover interesting Progresses and Innovation of the developing area Maintenance 4.0”.
The expectations are clear on EuroMaintenance 2021. Vamvalis; “We are sure that Rotterdam would have at least the success of the Belgium-edition 2018. One reason is that Rotterdam has strong industry, another reason is because the Maintenance society of The Netherlands (NVDO) is very active and a third reason is because Maintenance is getting higher in the agenda of the companies is many sectors”.
> Results. What have the 2500 participants learned at the end of EuroMaintenance, what are they taking home? Vamvalis; “The main benefit of the participants is the knowledge of the latest achievements in the Maintenance field. On the other hand, it is a good opportunity for networking as all important bodies, world-wide, are present in EuroMaintenance at Rotterdam”. <
‘Convinced that the organization of EuroMaintenance is in excellent hands with the NVDO and its partner Rotterdam Ahoy’ 17
TECHNIEK <
De gevaren van besloten ruimtes Johan wordt op het laatste moment gevraagd om een onderdeel te vervangen in een groot opslagvat. Zijn collega Mark had net de vorige dag dit onderdeel geĂŻnstalleerd, maar het blijkt toch niet goed te werken. Omdat het vat erg diep is, heeft Johan een ladder nodig om de bodem te bereiken. Mark kijkt van boven mee. 18 september 2019
‘Evacuatie uit mangat vaak lastig’
Wat zowel Johan als Mark niet weten, is dat een derde collega de ventilator die in het vat stond al heeft opgeruimd. Het werk was immers de vorige dag al afgerond. Deze ventilator zorgt ervoor dat er genoeg zuurstof onderin het vat is voor mensen die daar aan het werk zijn. Al snel voelt Johan zich duizelig. Even later valt hij flauw. Mark ziet dit en gaat snel ook zelf het vat in om Johan te helpen. Voordat hij Johan uit het vat kan helpen, raakt hij zelf ook onwel. Zodra toegesnelde collega’s en hulpdiensten Johan en Mark een half uur later weten te bevrijden, zijn ze allebei helaas overleden wegens een gebrek aan zuurstof.
> Ventilatie van levensbelang. Het verhaal van Johan en Mark is helaas waargebeurd. Wat ging er mis? Het is niet volledig te zeggen wat er 100%-precies mis ging, maar wat we hier wel uit kunnen halen is het volgende: de ventilatie ontbrak. Was het de verantwoordelijkheid van de derde medewerker om te melden dat hij de ventilatie had verwijderd? Ook als er op dat moment nog geen sprake was van vervolgwerkzaamheden? En aan wie? Aan Johan en Mark zelf? Aan een leidinggevende? Aan de andere kant heb je Johan en Mark zelf. Wellicht hadden zij de situatie verkeerd ingeschat. Of misschien zelfs helemaal niet. Gisteren was immers alles nog in orde. Dat brengt ons bij de vraag waarom er niet voldoende is geëvalueerd voorafgaand aan de werkzaamheden. Wellicht was het gemakzucht. Maar het feit dat het werkverzoek op het laatste moment gevraagd werd kan ook invloed gehad hebben. Wellicht was er spoed bij geboden. Wat de exacte toedracht ook is geweest kan het RIVM (nog) niet melden, één ding is duidelijk: communicatie en continu evalueren blijft van levensbelang. Letterlijk.
> Besloten ruimtes altijd gevaarlijk. Op veel werkplekken zal je er niet onderuit kunnen komen: werken in een besloten ruimte. Denk hierbij aan installatieruimten, kruipruimtes, pijpleidingen, silo’s en tanks. Deze ruimtes, bereikbaar via een mangat, zitten vol gevaren die wellicht onderschat kunnen worden. Elk type besloten ruimte brengt andere gevaren met zich mee. Wanneer goede ventilatie ontbreekt, krijgen medewerkers te maken met verstikkingsgevaar of bedwelmingsgevaar. Maar denk ook aan brand- en explosiegevaar. Andere ruimtes brengen elektrocutiegevaar met zich mee en bij grotere ruimtes (bijvoorbeeld een opslagvat), valgevaar. Maar wat ze allemaal met elkaar gemeen hebben: evacuatie is lastig. Niet alleen als het mangat zich bovenop de besloten ruimte bevindt, maar ook als het een horizontaal mangat betreft. Foto: NVDO
> Preventie. Met een RI&E worden alle gevaren in kaart gebracht. Preventieve maatregelen worden ingezet. Zo wordt er bijvoorbeeld een gasmeting gedaan, (extra) ventilatie aangebracht en bovenal wordt er een mangatwacht ingezet. Deze houdt continu contact met de medewerker in de besloten ruimte om diens veiligheid te garanderen. Bij calamiteiten neemt hij zo snel mogelijk contact op met de autoriteiten, maar mag nooit het mangat verlaten of de besloten ruimte betreden. <
19
INTERVIEW <
Veiligheid
Biopropaan installatie Neste Foto: Neste Netherlands
staat elke dag op één bij Neste Netherlands Bij Neste Netherlands is veiligheid een voorwaarde voor de bedrijfsvoering. Elke dag opnieuw. Vakmanschap, wederzijds respect en een open cultuur zorgen voor een breed gedragen en gewaardeerd veiligheidsbeleid. “Contractors waarderen dat en willen niet meer weg”.
De installatie in Rotterdam (gebouwd in 2011) is modern en stateof-the-art en dat is een pluspunt als je het over veiligheid hebt, maar het gaat er vooral om hoe je ermee omgaat en hoe je het beheert, zegt site director Hanno Schouten. “Veiligheid begint bij cultuur en de mensen. Een fijne en vriendelijke werkplek is daarbij het uitgangspunt”.
20 september 2019
> De beste diesel. Schouten omschrijft Neste als een ‘stabiel bedrijf met een langetermijnvisie’: create a healthier planet for our children. Op de Maasvlakte produceert het bedrijf sinds 2011 hernieuwbare diesel uit afvalstromen. “Maar de door Neste zelf ontwikkelde technologie bestaat al twintig jaar”, zegt Schouten. “We maken misschien wel de beste diesel die er is. De CO2-uitstoot is
negentig procent lager dan van standaard diesel, terwijl klanten minder onderhoud en minder slijtage hebben aan hun voertuigen”. Neste Netherlands (behalve in Rotterdam is er ook een vestiging in Sluiskil) is onderdeel van het Finse Neste Corporation. Het beursgenoteerde bedrijf produceert hoogwaardige olieproducten en is ’s werelds grootste producent van hernieuwbare diesel.
> Biokerosine. Neste staat al jaren in de top 10 van de Dow Jones Sustainability Index van meest duurzame bedrijven, sinds vorig jaar zelfs in de top 3. De ambitie is om in 2030 twintig miljoen ton te besparen op de uitstoot aan broeikasgassen op het huidige jaarlijkse wereldwijde afzetvolume. “Een volgende stap is het maken van biokerosine, mogelijk in Rotterdam. Daarnaast willen we onze eigen footprint verder verlagen. Dat doen we door continu vooruit te lopen op de geldende wet- en regelgeving. We zijn bijvoorbeeld doorlopend bezig om het energieverbruik in de operatie te verlagen. Recent hebben we betere warmtewisselaars geïnstalleerd en we zijn in gesprek met het Havenbedrijf over onze aansluiting op de CO2-rotonde”.
‘Veiligheid is een optelsom van heel veel kleine onderwerpen’ enkele near misses gehad in situaties waarbij voetgangers en verkeer met elkaar mengen hier on site. Vervolgens hebben we aan de mensen gevraagd hoe het beter zou kunnen. Daar is een belijningsplan uitgekomen, met onder andere eenrichtingverkeer en voetgangerspaden en daarop is alles aangepast”.
> Optelsom van kleine onderwerpen. “Veiligheid is een op> Open bedrijfscultuur. Als het gaat om veiligheid dan is het zorgen voor een open bedrijfscultuur een van de pijlers van Nestes aanpak. “Als je de risico’s goed uitlegt, dan gaan mensen er ook goed mee om. Onze hele bedrijfscultuur is zo. Wij vragen ook niemand om snel te werken, of de binnenbocht te nemen.”. Cultuur is ongrijpbaar en daarom is leiderschap tonen een belangrijke factor. “Het begint met cultuur leiderschap. Eenmaal per kwartaal komt het Extended Leadership Team (ELT) bij elkaar, met alle leidinggevenden van de site. Dan bespreken we zaken als: hoe gaan we met elkaar om, zijn er nieuwe dingen naar voren gekomen die we moeten aanpakken, of kunnen we bij een bepaald onderwerp een volgende stap zetten? Afgelopen jaar hebben we bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar het welbevinden van de medewerkers. De cognitieve belasting van medewerkers wordt steeds zwaarder, bijvoorbeeld omdat je continu bereikbaar bent. Wat betekent dat voor de veiligheid? Krijgt een medewerker nog wel voldoende rust, kan hij nog wel goed zijn werk doen als hij continu wordt belast? En ondanks dat uit het onderzoek bleek dat we het goed doen, proberen we dan toch een volgende stap te zetten”.
> Vakmanschap. Een andere pijler is het handelen vanuit een authentiek vertrouwen in vakmanschap een belangrijke pijler in de aanpak. Schouten; “Alle mensen die hier komen werken zijn vakbekwaam en echte vakmensen. Wij hoeven hen niet te vertellen hoe ze hun werk moeten doen. Maar we moeten wel samen nadenken over hoe het veiliger kan. En dat leidt tot betere resultaten. Respectvol met elkaar omgaan, netjes en geordend werken; dat is de basis. Onze vaste contractors schuiven ook aan bij onze jaarlijkse strategiedag zodat zij input kunnen leveren vanuit hun positie. Contractors die hier eenmaal werken, waarderen onze aanpak en willen niet meer weg”.
> Contractor safety platform. “Er is ook een contractor safety platform waarin we één keer per maand samenkomen met de veiligheidskundigen van de contractors. Welke near misses hebben we gehad, wat kunnen we daarvan leren, wat kan er beter? Je moet begrijpen waarom iemand in een bepaalde situatie zo gehandeld heeft, want dan kan je daarop acteren. We hebben bijvoorbeeld
telsom van heel veel kleine onderwerpen en gaat soms om heel simpele dingen. Denk aan het optimaliseren van de looplijnen in de controlekamer, of in de kantoortuin. Of hoe zorg je ervoor dat het portofoonverkeer efficiënter verloopt. Het gaat erom dat je de mensen helpt en stimuleert om die positieve cultuur hier te houden”. Het adagium dat Neste hanteert is: wees je altijd bewust van wat je aan het doen bent. “We bespreken hier elke dag de risico’s waarmee we te maken hebben. De werkvoorbereiders bespreken samen met de contractors de werkzaamheden en beoordelen samen de risico’s. Elkeweek stellen we een HSSEQ-bulletin op met informatie over alle near misses die relevant zijn, om die vervolgens op een open manier te bespreken. Iedereen kan hiervoor input leveren”.
> Successen vieren. Natuurlijk is er ook een trainingsprogramma op het gebied van veiligheid. Met vaste onderwerpen als de poortinstructie, de Deltalinqs veiligheidsfilm en de permit-to-work. “Alle standaard trainingen hebben we hier. En belangrijk daarbij is dat je continu de dialoog aangaat op basis van gelijkheid: wat en hoe kan het beter? Het is ook belangrijk om de successen te vieren, bijvoorbeeld met een traktatie bij de lunch. Het gaat erom dat je er even samen bij stilstaat. Toen we 365 dagen zonder ongeval hadden bereikt, hielden we een safety stand down: even samen er bij stil staan op een positieve manier, in plaats van alleen in het geval van een incident”.
> Innovaties. Innovaties in de manier van werken of technische vernieuwingen kunnen ook bijdragen aan het verhogen van de veiligheid. Het is belangrijk om daarbij tijd te nemen om van ‘buiten’ naar ‘binnen’ te kijken, zegt Schouten. “Daarom gaan we zelf ook regelmatig op pad om van anderen te leren. Zo ben ik zelf naar Finnair geweest om te kijken hoe hun near miss-rapportage werkt. Wij hebben naar aanleiding van dat bezoek een team ingesteld dat ervoor zorgt dat er altijd terugkoppeling plaatsvindt als iemand een melding doet”. Een ander voorbeeld is het verbeteren van het beheer van flensverbindingen. “Na de laatste twee onderhoudsstops zijn we lekvrij opgestart. Niet door een rocket science uitvinding, maar door er op een gedisciplineerde manier mee om te gaan. Elke flensverbinding is uniek en zo behandelen we hem ook. Alle >
21
’s Werelds grootste producent van hernieuwbare diesel’ Foto: NVDO
>
relevante details leggen we vast en de medewerkers trainen en faciliteren we. De systematiek ontwikkelden we samen met Peter Dijkgraaf (red.). Ook technische innovaties die bijdragen aan de veiligheid zijn welkom. Zo hebben we al een drone ingezet voor het inspecteren van de fakkel. Recentelijk hebben we ons toegangssysteem aangepast om in de nabije toekomt te kunnen gaan werken met het digital safety passport”.
‘De VOMI Safety eXperience Award winnen is het mooiste dat je als bedrijf kunt wensen’ 22 september 2019
> Op zoek naar verbeteringen. De afdeling HSSEQ bestaat, inclusief Sluiskil, uit zeven medewerkers. “Natuurlijk is er een veiligheidsplan en oefenen we regelmatig. Die basis is goed, maar je zoekt altijd naar verbeteringen. De vorige keer hebben we bijvoorbeeld onderzocht op welke plekken van de site de omroepinstallatie minder goed is te horen. En een keer per week loopt iemand van ELT met een medewerker een rondje over de site. Eén op één. Wat houdt iemand bezig? In een andere setting en op een andere manier het gesprek aangaan. Het draagt bij aan de open cultuur en zorgt ervoor dat de leidinggevende weet wat er gebeurt en wat er speelt”. Vorig jaar vond een externe meting plaats, een benchmark ten opzichte van de sector. Daaruit volgde de nominatie voor de VOMI Safety eXperience Award. “Dat je wordt voorgedragen door je contractors is al mooi, de award vervolgens winnen is het mooiste dat je als bedrijf kunt wensen”. “Er is niet één ding dat het verschil maakt, het is alles bij elkaar. Het is en-en-en. Neem het flensmanagement: intensief trainen en certificeren maakt het verschil voor een goed en veilig resultaat. Daarom doen we dat nu ook voor andere werkzaamheden. Het gaat erom dat je bent ‘aangesloten’ op wat er gebeurt. De veiligste worden, dat is de stip op de horizon die ervoor zorgt dat we ons continu blijven verbeteren. Het moet, daarover is geen enkele discussie”. <
Kort Langetermijneffecten van elektromagnetische velden Er is nog geen eenduidig antwoord mogelijk op de vraag of elektromagnetische velden op de lange termijn gezondheidseffecten bij werknemers kunnen veroorzaken. Dit blijkt uit een update van het literatuuronderzoek uit 2015, waarin het RIVM dezelfde conclusie trok. Sterke elektromagnetische velden op de werkplek, zoals bij elektrisch lassen of radarinstallaties, kunnen direct gezondheidseffecten veroorzaken bij werknemers. Voorbeelden daarvan zijn prikkeling van de zenuwen of opwarming van organen. Het gaat vooral om situaties waarin de velden zwakker zijn dan de limieten in de Europese regelgeving. Dergelijke langetermijneffecten zijn niet opgenomen in de wetgeving die werknemers in Nederland sinds 2016 beschermt. Toen deze werd opgesteld, was het niet bekend of er een verband was. Foto: NVDO
Verbanden In wetenschappelijk onderzoek zijn nog geen verbanden bewezen tussen de blootstelling van werknemers en het ontstaan van kanker, ziekten van het zenuwstelsel of andere ziekten op de lange termijn. Wel zijn er opnieuw aanwijzingen gevonden voor een verband tussen (laagfrequente) elektromagnetische velden en de mate waarin de zenuwziekte ALS voorkomt. Het is echter nog steeds niet duidelijk of de elektromagnetische velden de werkelijke oorzaak zijn, of andere factoren op de werkplek, zoals chemische stoffen of elektrische schokken. Bij andere ziekten van het zenuwstelsel, zoals dementie en multiple sclerose (MS), spreken onderzoeken elkaar tegen of is er nog te weinig onderzoek gedaan naar het effect van elektromagnetische velden.
Conclusies Er is geen verband aangetoond tussen blootstelling aan elektromagnetische velden en het ontstaan van diverse vormen van kanker en hart- en vaatziekten. Voor borstkanker (bij vrouwen) zijn er nog
steeds geen aanwijzingen voor een verband. Voor hersentumoren en leukemie is er onvoldoende bewijs voor een verband. Voor andere vormen van kanker en voor afwijkingen in de voortplantingsfuncties, de zintuigen, het afweersysteem en spieren of gewrichten ontbreekt voldoende en goed onderbouwd onderzoek. In het RIVM-onderzoek is ook onderzoek betrokken naar een mogelijk verband tussen elektromagnetische velden en ongelukken of sterfte bij werknemers. Daaruit kwam een eerste aanwijzing dat ongevallen buiten werktijd vaker voorkomen bij werknemers met hoge beroepsmatige blootstelling aan elektromagnetische velden van MRI-apparatuur. Het is nog onduidelijk of dit met een korte of langdurige blootstelling samenhangt. Er is te weinig onderzoek uitgevoerd naar een verband met algemene sterfte om daarover conclusies te kunnen trekken. <
â&#x20AC;&#x2DC;Mogelijk verband tussen elektromagnetische velden en ongelukken of sterfte bij werknemersâ&#x20AC;&#x2122; 23
SAFEKEY-HANGSLOT <
Nieuw SafeKey-hangslot: het veiligste hangslot voor Lockout/Tagout Brady biedt nieuwe, innovatieve SafeKeyhangsloten aan om de veiligste Lockout/ Tagout-procedures te bereiken tijdens onderhoudswerkzaamheden. Met 100.000+ unieke sleutels kunnen de nieuwe sloten grote,bedrijfsspecifieke sleutelhiërarchieën ondersteunen, waarbij geen twee sloten met dezelfde sleutel kunnen worden geopend. De veiligste vergrendeling met hangsloten Dankzij hun innovatieve slotmechanisme bieden de nieuwe SafeKeyhangsloten 700% meer sleutelmogelijkheden dan een standaard veiligheidsslot. Met 100.000+ verschillende sleutels, kunnen SafeKeyhangsloten ideale ondersteuning bieden voor gepersonaliseerde hiërarchieën van grote sets Keyed Different-hangsloten, die met een loper of centrale loper kunnen worden geopend wanneer nodig. Geregistreerde sleutelnummers zorgen ervoor dat geen twee sleutels in hetzelfde bedrijf hetzelfde slot openen als dat nodig is. Voor extra veiligheid zijn er zowel niet-geleidende als corrosiebestendige hangsloten beschikbaar.
Efficiëntere Lockout/Tagout Met kleurgecodeerde sleutels in dezelfde kleur als het hangslot verbeteren SafeKey-hangsloten de efficiëntie van Lockout/Tagout tijdens onderhoudswerkzaamheden. Er zijn negen kleuren beschikbaar om onderhoudstechnici te helpen bij het vinden van de juiste sleutel voor een van hun sloten. Bovendien zorgt het vergrendelingsmechanisme ervoor dat de sleutel vlot ingebracht en verwijderd kan worden voor een snelle en eenvoudige bediening van het hangslot. Personalisatie Elk SafeKey-hangslot kan worden gegraveerd met de naam van een werknemer, team, afdeling of werkgebied of met een serienummer. Naast Keyed Different zijn er ook Keyed Alike-opties beschikbaar om een reeks sloten met dezelfde sleutel te openen. Bekijk de video of vraag de gratis Lockout/Tagout-gids aan op de Brady-website of via emea_request@bradycorp.com.
24 september 2019
Verhoog de veiligheid tijdens onderhoudswerken 10-15% van de dodelijke arbeidsongevallen gebeurt tijdens onderhoudswerken volgens EU-OSHA. Beroepsziekten en gezondheidsproblemen zoals asbestose, kanker, gehoorproblemen en aandoeningen aan het bewegingsapparaat komen ook meer voor bij werknemers die onderhoudswerken uitvoeren.
Versterk uw Go for Zero-aanpak met oplossingen die de veiligheid tijdens onderhoudswerken verhogen:
Lockout/Tagout
Professionele veiligheidsprinters
Absorptiemiddelen
Onderbreek de energietoevoer naar machines tijdens onderhoudswerken met behulp van vooraf goedgekeurde 1THPTZY 9FLTZY UWTHJIZWJX XUJHNÄ&#x2026;JPJ vergrendelingssystemen en professionele hangsloten.
Print zelfklevende veiligheidspictogrammen en instructielabels en breng deze aan op machines voordat onderhoudswerken uitgevoerd worden.
Voorkom dat gemorste vloeistoffen zich tijdens onderhoudswerken over de werkvloer verspreiden en ongevallen en vertragingen veroorzaken.
Ontvang onze gratis gidsen! IDENTIFY S GOODS DANGEROU
BRADY BENELUX T: +32 (0) 52 45 78 11 E: salesbenelux@bradycorp.com
bradyeurope.com/goforzero
IMPROVE <
Kans op ongevallen verkleint, door bewustwording van risicoâ&#x20AC;&#x2122;sâ&#x20AC;&#x2122;. Foto: Ideo - Nimon Thong-uthai
Integratie onderhouds- en veiligheidsprocessen
verkleint kans op ongevallen 26 september 2019
Als er wordt gesproken over risico’s in een ziekenhuis, dan denkt men eerder aan besmetting door bacteriën dan aan een bedrijfsongeval door onderhoud aan installaties. Maar, uit onderzoek van UnitedConsumers blijkt dat het aantal bedrijfsongevallen binnen de zorgsector juist is toegenomen. Reden genoeg om veiligheid binnen de sector onder de loep te nemen. Oplossingen kunnen worden gevonden in het integreren van onderhouds- en veiligheidsprocessen, op basis van best practices. > Risico’s verminderen. De toename in het aantal ongevallen blijkt vooral te worden veroorzaakt door onveilige werkplekken en materialen die niet op orde zijn. Zeker in de zorgsector, waar de werkdruk al erg hoog is, vraagt dit extra aandacht. Om de risico’s te verminderen of zelfs te voorkomen, kan op basis van een complete set aan best practices maatregelen getroffen worden.
‘Integreren van onderhoudsen veiligheidsprocessen, op basis van best practices’ > Veiligheidsprocessen ondergebracht in één ICT-oplossing. Amsterdam UMC maakt hiervoor gebruik van SAP CareCTRL. SAP CareCTRL is een geïntegreerde ERP-oplossing die specifiek voor de gezondheidszorg ontwikkeld is, door PinkRoccade en SAP Expertise Partner Ideo. De onderhouds- en veiligheidsprocessen zijn nu met elkaar geïntegreerd en ondergebracht in één ICT-oplossing. Dit verlaagt het risico op ongevallen aanzienlijk.
Denk bij best practices aan: 1. Standaard processen inrichten voor het identificeren, beheersen en communiceren van risico’s 2. Beschikbaar stellen van eenvoudige veiligheidsinstructies in handzaam formaat 3. Zorgen dat medewerkers eenvoudig risico’s, incidenten en bijnaongevallen kunnen rapporteren 4. In het geval van een incident effectief onderzoek doen naar oorzaak en gevolg ervan 5. Proactief beheren van bestaande en bekende risico’s 6. Een platform beschikbaar stellen waarmee geautomatiseerd de veiligheid van medewerkers gemonitord kan worden 7. Op de hoogte zijn van geldende regelgeving en deze ook naleven 8. Beheren van operationele veranderingen aan installaties, procedures en processen 9. Bedrijfsprocessen en installaties baseren op duurzaam ondernemen Een mooi voorbeeld is het Amsterdam UMC (voormalig AMC). Voor het identificeren, beheersen en communiceren van risico’s, is gekozen voor het gebruik van werkvergunningen. Deze werkvergunningen zijn nu verplicht bij het uitvoeren van risicovolle of gevaarlijke werkzaamheden, bij onderhoud aan technische installaties, maar worden bijvoorbeeld ook gebruikt als externe firma’s werkzaamheden uitvoeren. Alle betrokken partijen werken volgens dezelfde bedrijfsprocessen.
Want voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden zijn goedgekeurde werkvergunningen nodig. Door middel van deze werkvergunningen worden risico’s in kaart gebracht en kunnen er, voorafgaand aan de werkzaamheden, maatregelen genomen worden om de risico’s zo veel mogelijk te beperken. Afhankelijk van het soort werkzaamheden en aan welke installatie deze worden uitgevoerd, zijn de bijbehorende risico’s al in het SAP-systeem vastgelegd. Op basis daarvan worden maatregelen vastgesteld en kenbaar gemaakt aan de aanvrager. De aanvrager vult de werkvergunning compleet in en geeft deze in behandeling. De verantwoordelijke personen geven uiteindelijk hun goedkeuring voor het uitvoeren van de werkzaamheden, nadat alle noodzakelijke maatregelen genomen zijn. Pas als deze verantwoordelijke personen hun goedkeuring hebben gegeven wordt de werkvergunning verstrekt.
> Kans op ongevallen verkleint, door bewustwording van risico’s. Door de integratie van processen te automatiseren, kunnen de andere best practices ook ingevuld worden. Werkvergunningen worden eenvoudig gedeeld met alle belanghebbende partijen, risico’s worden proactief vastgesteld en beheerd en de veiligheid van eigen medewerkers en externe partijen wordt actief gemonitord. Partijen die onderhoud binnen een ziekenhuis uitvoeren zijn hierdoor alerter en zijn bewuster van de risico’s die zich op werkplekken en bij installaties kunnen voordoen. De juiste veiligheidsmaatregelen worden vooraf genomen, zodat de kans op ongevallen en verzuim daardoor uitblijft. <
27
WET- EN REGELGEVING <
Klagen is niet meer hip Zien – handelen – leren. Dat is het veiligheidsprogramma dat Dura Vermeer in 2016 lanceerde en wat de aannemer onlangs het certificaat voor de vijfde trede van de veiligheidsladder opleverde.
Toen het certificaat drie jaar geleden voor de derde trede van de veiligheidsladder dreigde te verlopen, werd besloten dat er best een schepje bovenop kon om juist voor de vierde trede te certificeren. De toetsing van deze trede ging niet zozeer over bewijs van veilige maatregelen, maar ging des te meer over gedrag. Het thema van de vierde trede: Proactiviteit. De inspiratie voor de nieuwe plannen kwam uit onverwachte hoek. Remko Uenk, Directeur Railinfra bij Dura Vermeer; “Tijdens een gesprek met mijn zoon na een ouderavond kwamen we tot de conclusie dat we niet zo goed wisten hoe het woord ‘proactief’ eenvoudig uitgelegd kon worden. Ik ben daar verder over na gaan denken en toen besloten we bij Dura Vermeer er een eigen definitie aan te geven. Dat is ons veiligheidsprogramma Zien-Handelen-Leren geworden”.
> Iedereen betrokken. Uenk, die onder andere Sociologie heeft gestudeerd, legt uit; “Wanneer je een onveilige situatie ziet, moet je hier op reageren, er naar handelen. Maar om het echt proactief te maken, moet er gezorgd worden dat het niet nog een keer gebeurt. Oftewel, je moet samen leren”.
28 september 2019
Remko Uenk, Directeur Railinfra bij Dura Vermeer’ Foto: DuraVermeer
De Veiligheidsladder is een beoordelingsmethode bedoeld om het veiligheidsbewustzijn te verhogen
Als eerste was het belangrijk dat de directie committed was, om vervolgens de doelstellingen te kunnen koppelen. Ambassadeurs speelden vervolgens een grote rol om alle medewerkers mee te krijgen. “Het programma is vooral voor en door eigen medewerkers ontwikkeld”. De grootste uitdaging was de vraag: hoe maak je het leuk? Uenk; “We hebben onder andere de slogan ‘Klagen is niet meer hip’ ingezet. Want dat is het ook niet. Je moet niet wegkijken van gevaarlijke situaties, maar elkaar aanspreken. Dat creëert ook sociale cohesie binnen je bedrijf ”. Er kwamen ook grootschalige trainingen aan te pas om de medewerkers verder te ondersteunen, om het ten slotte te borgen in alle processen. “Zo wordt het een tweede natuur. Je moet alles goed communiceren en zichtbaar maken, zodat medewerkers er wel aan herinnerd worden om veilig gedrag uit te oefenen”. Nieuwe verplichtingen opleggen bleek niet nodig. Uenk; “Het gaat echt om een intrinsieke motivatie. Bovendien leen je als organisatie een medewerker uit zijn thuissituatie: je moet ook zorgen dat die persoon heelhuids thuis komt”.
> Van nut. Zien-Handelen-Leren heeft niet alleen impact op de bouwplaats: het heeft de algehele prestaties van Dura Vermeer verbeterd. Het ziekteverzuim is omlaag en de klantenwaardering en rendement zijn omhoog gegaan. Dat maakt een solide veiligheidsprogramma dus ook meetbaar. En andere organisaties kunnen ook profijt hebben van Zien-Handelen-Leren. Uenk; “We hebben inmiddels de stichting ‘Zien-Handelen-Leren’ opgericht. Een stichting, zonder winstoogmerk. Hiermee begeleiden we andere organisaties om Zien-Handelen-Leren te implementeren. Alle opbrengsten worden gedoneerd aan goede doelen op het gebied van veiligheid, of worden geïnvesteerd in innovaties als veiligheidskleding en hulpmiddelen die de fysieke belasting verlagen met behulp van robotisering”.
‘Het gaat echt om een intrinsieke motivatie’’
(veiligheidsladder.org) 1. Pathologisch Preventieve maatregelen wordt gezien als onzin, want er gaat toch niks mis? Deze trede is een zeer onwenselijke trede 2. Reactief Pas wanneer er iets gebeurt wordt er ingegrepen. En vaak wordt de bron van het probleem niet aangepakt en is de oplossing maar van korte duur 3. Berekenend Een stap in de goede richting; veiligheidsregels worden belangrijk geacht en toegepast. Máár; wel vaak nog uit eigenbelang van het bedrijf 4. Proactief Veiligheid wordt proactief behandeld. Collega’s wijzen elkaar op onveilig gedrag en er wordt continu geinvesteerd en geevalueerd 5. Vooruitstrevend Bij deze trede is veiligheid vanzelfsprekend. Het zit in elke vezel van het bedrijf. Het is een vast onderwerp bij vergaderingen, zoals financiele cijfers dat zouden zijn.
> In de prijzen. Met die vooruitstrevendheid wist Dura Vermeer eind juli de vijfde, en daarmee hoogste trede van de veiligheidsladder, te behalen. Ook hun andere initiatieven (waaronder een innovatieve bouwkeet) droegen hier aan bij. Maar wat is er nog te behalen als je de hoogste trede van de veiligheidsladder hebt behaald? Uenk meent dat het nooit veilig genoeg kan. “Je zal altijd bewust moeten blijven van je omgeving. Een veiligheidsprogramma is nooit af, deze moet altijd mee veranderen. Maar houdt het simpel: bij veel organisaties veranderen de doelstellingen en thema’s met regelmaat. Dat wordt voor veel mensen te complex om bij te houden en schept onduidelijkheid over waar de organisatie naartoe wil. Blijf gaan voor eenvoud. Blijf voor iedereen begrijpbare doelen stellen, blijf consequent en heb vooral een lange adem”. <
29
GEVAARLIJKE STOFFEN <
Gevaarlijke stoffen en Onderhoud
Het onderhoud van installaties brengt risicoâ&#x20AC;&#x2122;s met zich mee. Naast veiligheidsaspecten zoals stoten en snijden, is de mogelijke blootstelling aan (gevaarlijke)stoffen een punt van aandacht. Tegelijkertijd bieden onderhoudswerkzaamheden juist kansen om eens kritisch naar die stoffen te kijken. Resultaat na het scannen met de Stoffenscanner Foto: Facilicom
30 september 2019
Door de tijdsdruk die vaak speelt bij onderhoudswerkzaamheden, wordt nog weleens wat gemakkelijk over de blootstelling aan stoffen heen gestapt. Dit terwijl er in apparatuur, naast smeermiddelen, zeer gevaarlijke stoffen kunnen voorkomen. Denk aan koudemiddelen bij koelsystemen, chemicaliën, gassen en isolatiematerialen. Gevaarlijke stoffen kunnen in vloeibare, vaste en gasvorm voorkomen. De gezondheid kan op verschillende manieren geschaad worden: allergieën, huidziekten, kanker, reproductieproblemen en geboorteafwijkingen, ziekten van de luchtwegen en vergiftiging. Vaak zijn er ook veiligheidsrisico’s aanwezig, zoals brand, explosiegevaar of verstikking.
> Weet waar je mee werkt. Gezien de risico’s, is het belangrijk dat onderhoudsprofessionals weten met welke gevaarlijke stoffen zij mogelijk in aanraking komen. Werkplekinstructiekaarten (WIK) bevatten belangrijke informatie over wat er in een installatie aanwezig is en hoe hiermee om te gaan. Doel hiervan is de blootstelling aan gevaarlijke stoffen te voorkomen of zo te beperken dat er geen gevaar voor de gezondheid en veiligheid van de werknemers bestaat. Speciale aandacht is nodig als er stoffen vervangen of aangevuld moeten worden en daarmee de kans op blootstelling vergroot. Daarom is het essentieel om ook informatie te verstrekken over hoe te handelen in geval van een calamiteit met de betreffende chemische verbinding of gevaarlijke stof. Zorg ervoor dat gevaarlijke stoffen en installaties met gevaarlijke stoffen herkenbaar zijn. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de gevaareigenschappen op de verpakking.
> De Stoffenscanner. De werknemers van Facilicom, een facilitaire en technische dienstverlener, werken bij klanten op locatie. Ze kunnen in hun werk worden blootgesteld aan verschillende gevaarlijke stoffen. De omvang van de blootstelling en de hoeveelheid gevaarlijke stoffen is bij elke specialist verschillend. Facilicom heeft een app ontwikkeld, de Stoffenscanner, waarmee eenvoudig de barcode van de stof kan worden gescand. Als de stof wordt herkend, verschijnt een korte opsomming van de belangrijkste informatie: naam, of het een CRM-stof is, welke risico’s er spelen, welke PBM’s moeten worden gebruikt en een link naar het veiligheidsinformatieblad. Indien een stof niet wordt herkend, kan dit worden doorgegeven aan de KAM-afdeling, zodat het register kan worden aangevuld. Zo biedt Facilicom op een gemakkelijke en laagdrempelige manier informatie aan hun werknemers over het werken met gevaarlijke stoffen. De Stoffenscanner levert snelle toegang tot informatie over preventieve maatregelen. Overigens ziet Facilicom mogelijkheden om de app ook voor andere bedrijven beschikbaar te maken.
‘Vervang gevaarlijke stoffen door minder gevaarlijke alternatieven!’ werkers minder blootgesteld aan de chemicaliën. Daarbij kunnen dit soort innovaties terugverdiend worden. In dit geval doordat er zo’n 80% minder chemicaliën hoeven te worden ingekocht.
> Schoon huishouden. Ook stof dat is neergeslagen in installaties kan een risico vormen. Blootstelling kan in dit geval grotendeels worden voorkomen door een ‘schoon huishouden’. Pootaardappelteler Mansholt uit Groningen laat zien dat ook kleine bedrijven (10 medewerkers) maatregelen kunnen nemen om blootstelling zoveel mogelijk te voorkomen. In hun aanpak is ‘schoon huishouden’ het uitgangspunt. Ze namen de complete sorteerlijn onder de loep en verbeterden de luchtkwaliteit in de loods waar de hele winter wordt gewerkt. Het fijnstof dat vrijkomt bij deze werkzaamheden kan leiden tot chronische longaandoeningen en zelfs longkanker. Door stofafzuiging en de dagelijkse inzet van een zuig-veegmachine is de blootstelling enorm verlaagd. Door in de zogeheten leeskamer een overdruksysteem aan te brengen, wordt ook hier het stof weggezogen. Het personeel waardeert het feit dat de werkomstandigheden serieus worden genomen en merkt dat ze veel minder hoesten. Maar ook bezoekers reageren positief. Het valt op dat het zo schoon is, terwijl er wel gewoon wordt gewerkt.
> Conclusie. Ga voorbereid aan het werk en zorg dat onderhoudsprofessionals weten waar ze mee werken, wat de risico’s zijn en hoe ze zich kunnen beschermen. En als het kan, vervang gevaarlijke stoffen door minder gevaarlijke alternatieven! <
> Optimalisatie. Onderhoudswerkzaamheden bieden een uitgelezen kans om eens kritisch naar het werkproces en de daarbij gebruikte en vrijkomende stoffen te kijken. Is het mogelijk om een gevaarlijke stof te vervangen door een niet-gevaarlijke of minder gevaarlijke stof? Tijdens het onderhoud kan zo’n slag direct worden gemaakt. Dit soort bronmaatregelen heeft de voorkeur in de aanpak van risico’s. Nieuwe technologieën brengen nieuwe mogelijkheden met zich mee. Daarom is het goed om regelmatig het werkproces door te lichten en waar mogelijk te verbeteren. In de landbouw wordt bijvoorbeeld gekeken hoe onkruidbestrijding slimmer kan worden aangepakt. In plaats van het bespuiten van het complete weiland, wordt met behulp van slimme camera-systemen alleen het onkruid bespoten. Hierdoor komen er minder chemicaliën in het milieu, blijven de goede planten behouden én worden mede-
Het Nederlands Focal Point organiseerde eind vorig jaar de Goede Praktijken Competitie over werken met gevaarlijke stoffen. Grote en kleine bedrijven en brancheorganisaties deelden hun aanpak in het werken met gevaarlijke stoffen. Dit levert een inspirerend overzicht op van verschillende soorten maatregelen met groot effect. De beste goede praktijken zijn verzameld op www.arboineuropa.nl/publicaties-en-tools/goede-praktijken Kijk voor meer informatie over werken met gevaarlijke stoffen ook op www.arboportaal.nl/campagnes/veilig-werken-metgevaarlijke-stoffen. Op www.roadmaponcarcinogens.eu zijn oplossingen voor werken met kankerverwekkende stoffen te vinden.
31
INSPIRE <
Veilig verwerken van schadelijke dampen uit installaties Foto: Greenpoint
Kennis voor
STOP STOP staat voor Substitutie, Technische maatregelen, Organisatorische maatregelen en Persoonlijke beschermingsmiddelen. Het is een duidelijke aanpak om veilig te werken met gevaarlijke en zelfs kankerverwekkende stoffen. De aanpak is helder maar hoe gaat dat in de praktijk? Is STOP overal goed in te zetten?
32 september 2019
Bonny de Vries is als projectleider bij TNO nauw betrokken bij de Roadmap on Carcinogens. Dit Europese programma is door zes Europese organisaties opgezet om blootstelling aan kankerverwekkende stoffen op de werkplek tegen te gaan en daartoe oplossingen te delen. En met het oog op de (onderhouds)industrie is dat niet voor niets. In de top vijf van beroepsgroepen in Europa waarbij het risico op blootstelling aan kankerverwekkende stoffen het grootst is, staat de chemische industrie op de tweede plaats.
> Aandacht vragen. Dat houdt overigens niet in dat het werk automatisch altijd gevaarlijk is. De Vries; â&#x20AC;&#x153;In de Nederlandse chemie is er al jaren veel aandacht voor veilig werken met verschillende programmaâ&#x20AC;&#x2122;s en campagnes. Het is alleen zo dat, ondanks het feit dat
er veel aandacht is voor veilig werken, de impact groot kan zijn als er iets mis gaat”. En daarbij vertellen de cijfers een hoop. Alleen al in Nederland sterven jaarlijks zo’n 4100 mensen als gevolg van hun werk of werkzaamheden. Daarvan worden er 3000 veroorzaakt door gevaarlijke- of kankerverwekkende stoffen. “‘De dreiging lijkt laag. Je merkt vaak geen direct effect als je met stoffen in aanraking komt. Maar op de lange termijn, soms pas na 20 jaar, zijn de gevolgen er wel degelijk en vaak ernstig. Daarom is het een gezamenlijke zorg voor werkgevers en werknemers. Een werkgever moet zorgen voor een gezonde en veilige werkomgeving en hierbij de STOP-strategie toepassen. En een werknemer moet er zelf ook voor zorgen dat hij veilig werkt”. En zolang daar aandacht voor nodig is, blijven wij aandacht vragen.
> In de weg. Michiel van Eijck van Greenpoint Maritime Services herkent de verschuiving bij bedrijven van ‘moeten’ naar ‘willen’ als het gaat om dampverwerking. Ook Greenpoint kan schadelijke dampen verwerken bij werkzaamheden in de maritieme industrie. Van Eijck schetst ook een andere trend. “De diensten om schadelijke dampen te verwerken zijn er, de bereidheid is er, er is geld om het te doen maar de regelgeving zit in de weg. Lokale, nationale en zelfs Europese regelgeving is niet op elkaar afgestemd. En dat werkt frustrerend op het veilig verwerken van schadelijke dampen uit installaties”.
> Verantwoordelijkheid nemen. Voorzichtigheid en weten welke producten je gebruikt en wat de risico’s daarvan zijn, is dus altijd van belang. Gevaarlijke schoonmaak- of smeermiddelen zijn wellicht gemakkelijk te vervangen. Maar ‘het spul’ in de leidingen blijft risicovol. En dat vraagt om aandacht en veilige werkwijzen. Spul in de leidingen en dampen in de systemen zijn risicovol. David van Loon is regional manager bij Endegs en biedt mobiele dampverwerking waarmee schadelijke stoffen in leidingen en opslagtanks nagenoeg volledig verwerkt kunnen worden. Zo kan men veilig werken en heeft de omgeving ook geen last tijdens werkzaamheden. Bij zijn opdrachtgevers merkt Van Loon in toenemende mate dat men gevaarlijke stoffen, die vrijkomen tijdens werkzaamheden aan de installatie of tijdens dagelijks bedrijf, effectief verwerkt in plaats van maskeert. Niet omdat de wet dat vraagt, deze is daar namelijk niet sluitend in, maar omdat men verantwoordelijkheid neemt. Zeker voor gevaarlijke stoffen als benzeen wordt dat opgepakt. Van Loon; “Er zijn ook technieken waarmee de typische geur van zo’n stof wordt gemarkeerd met lavendel of citroen, maar dan is het net zo schadelijk. Nu zorgt men meer en meer voor effectieve verwerking van bijvoorbeeld benzeenhoudende dampen. Dat is een goede verschuiving”.
> Oude auto. Op de vraag hoe zijn collega’s werken met kankerverwekkende stoffen werken, reageert hij scherp. “Onze mensen mogen nooit met gevaarlijke stoffen in aanraking komen. Dat is de regel. Daarom zullen wij ook nooit zelf aan de installaties van de klanten sleutelen én meten we veel tijdens onze werkzaamheden. Wij sluiten aan op het proces, we beïnvloeden het niet.”. Kennis van zaken en bewustzijn van risico’s is daarbij van groot belang. Van Loon; “Als iemand zegt ‘dat doen we al jaren zo’, vraag ik hem of hij ook de 20 jaar oude veiligheidstechnieken in zijn auto acceptabel vindt. Daar zijn gordels, airbags en andere systemen heel gewoon, waarom zou je dan op je werk op oude technieken vertrouwen”?
‘Werknemer moet er zelf ook voor zorgen dat hij veilig werkt’
Iedereen scherp als het gaat om hoge risico’s’
Foto: Mourik
> Even uitstellen. Het blijft soms hangen op kleine haakjes. Van Eijck; “Als in een ruim van een schip dampen aanwezig zijn, gaat het om de definitie van die dampen. De ene partij zegt dat de dampen een gevolg zijn van de lading en daarmee een restproduct en geen afval. Maar een andere instantie zegt dat deze dampen juist wel afval zijn, zeker als je ze wilt verwerken. En juist die spagaat, zorgt voor verschillen in vergunning en mogelijkheden. Dat is moeilijk uit te leggen, zeker als voor vergelijkbare situaties op het land hele andere regels gelden”. Hij vult aan; “Zo verlies je de bereidheid en betrokkenheid en loop je de kans dan men gaat zeggen ik stel het > nog wel even uit”.
33
> > Pragmatische aanpak. Bij onze complexe industrie horen innovaties, maar door de strenge regulering waar vooral op de letter van de wet wordt gehandhaafd, lopen nieuwe zaken vast. En dat kan niet de bedoeling zijn als we door die innovaties juist kunnen verbeteren. Maar er is ook hoop. Verschillende verenigingen waaronder VNPI en VOTOB hebben een steunbrief naar het ministerie gestuurd waar positief op wordt gereageerd. Van Eijck; “Als de politiek met een pragmatische blik naar de regelgeving én handhaving kijkt, kunnen we echt grote stappen maken in het verwerken van schadelijke dampen”.
Veilig werken zonder dat de omgeving daar last van heeft’
Foto: Endegs
> Werkvergunning. In de aannemerij wordt vaak onder de regels van de opdrachtgever gewerkt. Ook daarin is ruimte en verantwoordelijkheid belangrijk om veilig te werken. Kennis, veilig gedrag, duidelijke werkwijzen en de ruimte om op de stopknop te drukken. Dat zijn belangrijke richtlijnen bij Mourik Industrie voor het werken met gevaarlijke- en zelfs kankerverwekkende stoffen. Als global HSEQ manager kijkt Arend Profijt naar de mensen en de systemen. “Als aannemer werken wij vaak onder de procedures van onze opdrachtgevers in de industrie. Bij risicovol werk is altijd een werkvergunning nodig; een soort contract waarin de operator aangeeft dat de installatie leeg en drukvrij is en bijvoorbeeld welke bescherming nodig is. Daarboven hanteren we vanuit Mourik tien essentiële veiligheidsregels (red). En één daarvan is ook: werk altijd volgens
‘Lokale, nationale en zelfs Europese regelgeving is niet op elkaar afgestemd’ 34 september 2019
de procedures van de opdrachtgever en dat betekent nooit zonder werkvergunning”.
> Scherp blijven. Zo zijn er meer systemen die helpen om scherp te blijven. Bijvoorbeeld een LMRA voordat de werkzaamheden beginnen en een Taak Risico Analyse (TRA) voor situaties waar een hoger risico geldt. De Last Minute Risk Analysis draagt bij aan het herkennen van risico’s en benoemen van maatregelen en bij een TRA wordt samen met de veiligheidskundige naar de werkzaamheden gekeken en besproken wat er anders kan. Profijt; “Voor situaties waar het risico extra hoog is, hebben we bij Mourik Industry de EHR procedure ontwikkeld. Hierin staan activiteiten benoemd zoals werken in riolen, vacuumzuigen van licht ontvlambare producten en bijvoorbeeld catalist werkzaamheden onder stikstof. Bij dit soort activiteiten kijken we eerst of het echt niet anders kan, of er alternatieven zijn. Daarna volgt altijd een TRA die wordt geautoriseerd op management- of zelfs directieniveau bij Mourik zelf. Zo borgen we ook aandacht en waakzaamheid op het hoogste niveau in de organisatie: iedereen scherp als het gaat om hoge risico’s”. “Als aannemer helpen we onze klanten vaker door met alternatieven aan te komen. Wij komen overal en hebben zo veel kennis van verschillende situaties. Ook zo sturen we op veilig werken en op nul contact met gevaarlijke stoffen”. Kennis is ook voor de uitvoering van groot belang, daarom worden de mensen ook goed getraind volgens gangbare richtlijnen en waar nodig een stapje verder. En als dan toch nog het gevoel heerst dat het onveilig is, dan moet je stop durven zeggen. Profijt; “Wij stimuleren dat sterk en belonen de mensen die daarmee onveilig werk voorkomen.’ Dat is voor ons ook een belangrijke stopstrategie: Onveilig? Druk op de STOP- knop”! <
STOP staat voor Substitutie, Technische maatregelen, Organisatorische maatregelen en Persoonlijke beschermingsmiddelen. Kijk eerst of je de bron kunt elimineren door een andere, veiliger stof te gebruiken. Is dat echt niet mogelijk, zorg dan voor technische maatregelen als afscherming, afzuiging of ventilatie. Als dat niet of slechts beperkt mogelijk is, beperk dan bijvoorbeeld de grootte van de groep en het aantal uren dat mensen in aanraking kunnen komen met stof. Is er dan nog kans op blootstelling, gebruik dan adequate persoonlijke beschermingsmiddelen. In de praktijk zien we vaak oplossingen waarbij meerdere maatregelen worden getroffen. Substitutie is dus vooral de uitdaging en daar is dan ook de meeste winst te behalen. REACH en de nieuwe Europese grenswaarden ten aanzien van blootstelling op de werkplek gaan er zeker voor zorgen dat blootstelling aan kankerverwekkende stoffen teruggedrongen wordt. “Er zijn echter ook stoffen van natuurlijke oorsprong die bij bewerking kankerverwekkend kunnen zijn”, zegt De Vries. Denk bijvoorbeeld aan respirabel silica en hardhoutstof.
Importance of safe work during Maintenance activities For the contemporary maintenance works, there is not one type of hazard maintenance professionals are not exposed to: technical, ergonomic, hygienic, health, behavioural, psychosocial. As cited in the 2011 NVDO Vision document on Safety in the Dutch maintenance market in 2020, “so much maintenance work, so many risks”. So, it should be of no surprise that the maintenance accident rates are high.
GAST COLUMN <
George Scroubelos’ Foto: privécollectie
With pleasure I know the Visiondocument very well. It writes for example about the fact that concepts like ‘partnership’, ‘awareness’, ‘safe behaviour’, ‘safe craftsmanship’ and ‘education’ were laid forward to achieve safety is firmly embedded in the profession describing the need to build a safety culture.
Since 2011, the European Occupational Health & Safety Administration (EU-OSHA) has acknowledged maintenance activities as the riskiest among the conventional ones. The causal factors are linked to the core characteristics of the maintenance profession: • It is by default an “untidy” work involving disassembling, laying out tools, occupying floor space, handling liquids which leads to poor housekeeping • It is a job comprising physically and mentally demanding activities in combination with specialized knowhow which leads to bodily fatigue and stress occasionally causing lack of focus • It involves repetitive tasks executed by highly skilled professionals which leads to overconfident safe-deviating behaviours, what we usually call “familiarization with danger” • It is falsely considered a “non-production” work hence it is performed constantly under time pressure to reduce rundown times which in turn yields unsafe behaviours like hastiness and unsafe improvisation • It is characterized by task diversity and complexity but also by the lack of sufficient detailed written procedures and safe work method statements (lockout-tagout, line breaking, confined space entry, hot work, work-at-heights, ad hoc specific tasks) • It involves working indoors as well as outdoors on the vast majority of workplace equipment but also commuting to purchase or select the appropriate materials or spare parts
A strategy that would bring immediate positively escalating results must focus on both technical as well as organizational measures with emphasis in communication. In my opinion the Maintenance Sector has to upgrade the minimum safety requirements for all maintenance activities. This can be done by adopting a Task Hazard Analysis for all maintenance activities, detailed safe work methods for each maintenance task including the ad-hoc ones and by the adoption of a maintenance 5S system. Do not forget close supervision and enforcement supported by top management. The Industry 4.0 framework will bring more challenges to the Maintenance Sector with the emergence of new technologies and forms of work that will test both the knowhow as well as the psychosomatic endurance of the involved professionals. The key to facing these challenges lies on a trifold of Access to reliable safety information on key issues, Participation by disseminating this information to interested parties and Knowledge exchange and sharing. The EFNMS H&S Committee, of which I am a proud chairman, is nourishing its relationship with EU-OSHA being an active Campaign Partner for the last 5 years, an effort that has been recognized and awarded in the beginning of 2019. Safety is the most important pillar for maintaining the integrity of the most valuable asset: our health! < Dr George Scroubelos, Mechanical Engineer Chairman EHSEC
35
INNOVATIE <
Ontwikkeling van de Veiligheidshelm Een veiligheidshelm beschermt tegen blessures aan het hoofd die kunnen ontstaan door stoten of vallende voorwerpen. In de bouw, op werkplekken waar met hijskranen wordt gewerkt en in productiebedrijven is het dragen van een veiligheidshelm verplicht.
Deze kenmerken maken van een helm een goede helm • binnenwerk met goede pasvorm, schaal van lichtgewicht materiaal • traploos verstelbare hoofdband van met leer bekleed linnen • brede hoofdband die horizontaal en verticaal nauw tegen het hoofd ligt • binnenwerk met zweetband tegen het voorhoofd • kinriem die de oren vrij laat • desgewenst te combineren met gehoor- en/of gelaatsbescherming • desgewenst te combineren met een wintermuts en winterband • af te dekken ventilatie-openingen • hygiënisch Check altijd de actuele (arbo)wetgeving!
36 september 2019
Foto: NVDO
De hedendaagse onderhoudsmedewerker is slim, digitaal, modulair en meer. Om mee te draaien in de transitie naar Maintenance 4.0, kun je niet anders dan volledig up-to-date zijn in al je werkprocessen. Zoveel is duidelijk, zeker ook op het gebied van veiligheid. Maar hoe kies je de juiste PBM’s? En wat zijn hierin de laatste trends?
> Omstandigheden bepalend. Een veiligheidshelm is met recht een hoofdzaak bij veilig en gezond werken. Maar hoe lang blijft zo’n helm eigenlijk goed? Oftewel: wat is de levensduur van een veiligheidshelm? Daar weet Dennis Funke, PBM specialist buitendienst bij Hoffmann Quality Tools, alles van. “De gebruiksduur van een veiligheidshelm is afhankelijk van twee zaken: het materiaal van de helm en de omstandigheden waaronder deze wordt gebruikt. De invloed van externe factoren op het materiaal speelt daarbij een belangrijke rol. Denk aan UV-straling, temperatuur en aantasting door chemicaliën”. Voor wat betreft de levensduur van een veiligheidshelm zijn er wel richtlijnen, maar er valt lang niet altijd een garantie te geven. “Dat is mede afhankelijk van het gebruik en externe omstandigheden”.
> Keuze van de helm. Bij de keuze van de juiste helm speelt een aantal factoren een rol. Funke; “Draagcomfort is natuurlijk heel belangrijk”. Hij geeft als voorbeeld dat met warm weer niemand vrolijk wordt van het dragen van een helm, ventilatie is dan belangrijk. “Maar dat is natuurlijk niet in alle beroepen mogelijk, denk aan hete rondvliegende spetters of chemicaliën, dat zou zomaar door je helmventilatie kunnen gaan met alle gevolgen van dien”. De keuze voor een veiligheidshelm moet terug te vinden te zijn in de risicoinventarisatie en -evaluatie (RI&E) en het plan van aanpak voor de uitvoering.
> Ontwikkeling. Dit jaar viert de veiligheidshelm haar 100ste verjaardag. Het eerste ontwerp werd voornamelijk gebruikt tijdens mijnwerkzaamheden en was een leren “helm”. Honderd jaar verder is dat leren exemplaar een collectorsitem en heeft de evolutie zich behoorlijk doorgezet. Vergelijkbaar met de veiligheidsbril, is ook de helm gebaat bij digitale verbeteringen. De zogenaamde DAQRI kwam in 2017 veel in het nieuws met hun spraakmakende slimme bouwhelm. Waar de meeste slimme brillen hun interface klein houden, biedt de DAQRI helm een volledige Augmented Reality overlay met een volledig vizier. Funke; “Vroeger was de helm vaak wit. Tegenwoordig kennen we helmen in de meest uiteenlopende kleuren en zogenaamde high visibility helmen voor een betere zichtbaarheid. Hij ziet ontwikkelingen zoals AI in helmen. “We zien steeds vaker dat andere pbm’s worden bevestigd aan, in en op de helm. Handig voor maintenanceprofessionals die bijvoorbeeld werken op hoogte. Maar het meest verkocht is toch nog steeds de simpele bouwhelm. Bij de keuze van een helm speelt ook het prijsverhaal een belangrijke rol. Er is veel onwetendheid”. Daarom komt Funke graag op locatie om wensen te inventari-
Dennis Funke, Hoffmann Quality Tools
Foto: Hoffmann Group
seren en de beste mogelijkheden te bespreken. Dat geldt overigens niet alleen voor helmen, ook voor andere pbm’s.
> Innovaties. Voor een wat modulairdere toepassing is er de Hololens; de Mixed Reality bril van Microsoft. De Hololens kan als accessoire gemonteerd worden aan de bouwhelm. En met de app ‘Trimble’s Hard Hat Solutions’ wordt de industriële werkplaats naar een hoger niveau getild met onder andere holografische 3D modellen die over de realiteit heen gelegd worden. In tegenstelling tot de slimme brillen is de helm nog niet uitgerust met veiligheidsglas. Een reguliere veiligheidsbril zal er dus alsnog onder de bouwhelm gedragen moeten worden. Daarnaast is de grootte een verschil; de slimme brillen houden hun informatie klein in een hoekje om het gewone zicht niet te veel te belemmeren terwijl de helmen hier juist veel meer aan toevoegen.
> Common Sense. Common sense speelt een grote rol bij de aanschaf van een helm, wat zijn de gevaren ter plaatse, aan welke eisen moet de helm voldoen? Naast het materiaal van de schaal, zitten er bijvoorbeeld ook verschillen in het binnenwerk, volgens Funke. “Draagcomfort wordt daarmee verbeterd. Denk ook aan draaisystemen, 4 of 6 punts (banden aan de binnenkant)”. Funke waarschuwt ook; “Beplak en Beklad je helm nooit! Dat kan de kwaliteit, maar ook de levensduur enorm (onzichtbaar) aantasten door de weekmakers in stickers of inkt”. <
‘Common Sense belangrijkste vertrekpunt bij aanschaf veiligheidshelm’ 37
OPGELEVERD <
Een veilige werkomgeving zit hem in de mindset In 2018 won Bausch Health de gouden prijs voor het Veiligste Magazijn van Nederland. Een uitzonderlijke prestatie, want het is echt geen vanzelfsprekendheid dat die gouden eer altijd uitgereikt wordt. De prijs heeft het bedrijf, dat onder meer gevestigd is in Schiphol-Rijk, te danken aan hun Safe Home Safe programma: Een bewustwordingsprogramma dat een 24/7 Safety Mindset nastreeft. Medewerkers moeten zich niet veilig gedragen omdat het management dat zo graag van hun verlangt, maar voor zichzelf. Zodat zij zelf weer veilig thuiskomen.
In 2013 werd er in het magazijn een audit gehouden waarvan de resultaten minder positief waren. Een wake-up call voor het bedrijf op het gebied van veiligheid. Bausch Health begon in 2013 met een intensief veiligheidsprogramma onder leiding van Jeroen Brinkhuis, manager Facilities & Environment, Health & Safety + Sustainability.
> Starten en Doorpakken. Als eerste werd de techniek aangepakt. Liften en machines werden afgeschermd, de infrastructuur werd aangepakt en er kwam een truckblokkeersysteem dat medewerkers van binnenuit kunnen bedienen. Het systeem detecteert met een sensor de rand van het wiel en blokkeert deze dan met een hydraulische arm. Daarnaast zijn de heftrucks uitgerust met een Shock Detection System. Afhankelijk van de grootte van de impact blokkeert de heftruck en kan deze alleen door een leidinggevende ontgrendeld worden. Dat bevordert de meldingsbereidheid. “Maar,” voegt Brinkhuis toe, “we willen ook geen angstcultuur”.
> Management betrekken. Niet alleen binnen onderhoud werden stappen gezet, de organisatie zelf werd ook aangepakt ten behoeve van de veiligheid. Binnen het managementteam werden stuurgroepen aangesteld zoals Ergonomie en BHV, en er wordt nu ook meer geïnspecteerd. Ook werd er een onderzoek gehouden naar de tevredenheid op de werkvloer. Daarnaast worden er elke week Safety Dialogues gehouden. Brinkhuis; "Daarbij bespreken we met elkaar wat er die week gebeurd is op het gebied van veiligheid. Zijn er incidenten geweest? Wat heb je gedaan ter verbetering van de veiligheid en hoe kunnen we je helpen? Het is belangrijk dat we vooral geen politieagentje spelen”.
> Belonen heeft meer zin dan straffen. Een ander belangJeroen Brinkhuis
38 september 2019
Foto: Bausch Health
rijk onderdeel van veilig gedrag is de assertiviteit en oplettendheid van de medewerkers. “We voerden (gecontroleerd) soms onveilige handelingen uit. Wanneer medewerkers ons op dat onveilige gedrag
houding en krijgt de veiligheid een boost. Meedoen was daarom belangrijker dan winnen”. Dat ze de prijs in ontvangst mochten nemen was toch een aardige verrassing, geeft Brinkhuis toe. “Er deden zo veel grote concerns mee, zoals Jumbo. Wij sprongen er voor de jury uit wegens de complexiteit van onze orders en dus de complexiteit die de veiligheid met zich meebrengt”. De ironie wilde dat de dag na de uitslag van de wedstrijd er een ongeluk met verzuim plaatsvond. “Dat was best pijnlijk. Het gaat overigens goed met de medewerker, die stond gelukkig na vier dagen alweer op de werkvloer”. Dat geeft volgens Brinkhuis aan dat zelfs in het veiligste magazijn van Nederland ruimte is voor verbeteringen. “Op technisch gebied zitten we op een aardig niveau,” meent Brinkhuis. “Voor de Machine Safety Standards kijken we af van Amerika. In Europa is de fabrikant vaak nog verantwoordelijk als er ongelukken gebeuren, maar in Amerika is de bestuurder zelf aansprakelijk. Hun veiligheidseisen zijn mede daardoor een stuk strenger”.
> Onderhoud. Om de kwaliteit hoog te houden, komen er jaar-
Veiligste Magazijn van Nederland
Foto: Bausch Health
wijzen, worden zij beloond met een VVV-bon. Zo’n VVV-bon moet natuurlijk niet de intrinsieke motivatie zijn, het gaat om de gedragsverandering”.
> Verschillende factoren spelen een rol. Er zijn meer dan 30 nationaliteiten aan het werk bij Bausch Health. “Nederlanders zijn niet op hun mondje gevallen,” merkt Brinkhuis op, “en aarzelen niet om je aan te spreken op onveilig gedrag. Maar in sommige culturen is dat niet zo vanzelfsprekend. Die culturen moeten wel samengaan. Gelukkig gaat dat hier heel goed”. De bedrijfskleding werd aangepast. In plaats van een geel hesje werd gekozen voor een werkuniform waar al gele strepen in geïntegreerd zijn. Dit zorgt voor een professionelere uitstraling en verbetert de zichtbaarheid tegelijkertijd. Om de veiligheidscultuur nog verder te verbeteren, worden ook andere wegen bewandeld, zoals het inzetten van Safety Awards en het aanbieden van Workplace Fitness. Maar, ook de rol van Brinkhuis is door de jaren heen geëvolueerd van kartrekker naar coach. “Eerst maakte ik zelf bijvoorbeeld de verkeersplannen. Nu maken de medewerkers die zelf en vragen ze mij om advies.”
> Omgeving. In 2017 werd het pand uitgebreid. Deze bouwwerkzaamheden vonden plaats naast alle dagelijkse werkzaamheden. En dat vormde een uitdaging, zo zegt Brinkhuis. “Je hebt te maken met derde partijen. Soms nemen die bedrijven ook externe partijen mee. Dat is lastig te managen. Buitenfirma’s zijn dan ook onze grootste zorg wat betreft veiligheid. Die zijn over het algemeen wat conservatiever”.
lijks buitenfirma’s langs voor het onderhoud. Ook wordt een nieuw Asset Management Systeem geïmplementeerd, hoewel dat voor Brinkhuis iets minder interessant is gezien zijn rol. Maar op economisch vlak is het wel interessanter. “Een groot deel van de installaties is al tien jaar oud. We zijn steeds meer geld kwijt aan het vervangen van onderdelen. Met een nieuw Asset Management systeem kunnen de benodigde spare parts veel beter geregistreerd en ingeboekt worden”. “Veiligheid zit hem vooral in mens, gedrag en cultuur. Je kunt wel 20 noodstoppen op een machine zetten, maar als een medewerker besluit een shortcut te maken, heb je nog steeds een veiligheidsprobleem. Gedragsverandering is belangrijk”. <
‘Zelfs in het veiligste magazijn van Nederland is ruimte voor verbeteringen’
> Veiligste Magazijn. Waarom besloot Bausch Health zich kandidaat te stellen voor de verkiezing van Veiligste Magazijn van Nederland? Brinkhuis; “Door mee te doen krijg je toch een proactieve
39
CONDITIEMETING <
Hoe conditiemeting gĂŞnante en gevaarlijke situaties voorkomt
NEN 2767 draagt bij verhogen niveau Veilig Werken
Foto: NVDO
Met maar liefst 3,3 bedrijfsongevallen per dag, zijn werknemers in de industrie en de bouw het vaakst de dupe van gevaarlijke werkomstandigheden. Goede constructies en valbeveiliging zijn essentieel en gelukkig ook de norm. Maar hoe waarborg je die kwaliteit? 40 september 2019
Conditiemeten is een methode om de onderhoudsbegroting beter te onderbouwen en goede afspraken te maken in (prestatie)contracten voor onderhoud. Inspecteurs leggen per bouw- en installatiedeel gebreken en veroudering vast. Bij een goed uitgevoerde conditiemeting legt de inspecteur tevens vast wat het risico is als een geconstateerd gebrek niet direct wordt aangepakt. Daarmee wordt de veiligheid van medewerkers en assets verhoogd. De NEN 2767 conditiemeting biedt veel mogelijkheden om op een verantwoorde wijze te differentiëren in onderhoud. Dit gebeurt door te werken met onderhoudsniveaus voor complexen, gebouwen en gedeelten van gebouwen.
Roel Warringa, Technisch Directeur bij Helix en lid van het NVDO InspectiePlatform, vertelt over de waarde van NEN 2767, ook als het om veilig werken gaat. Ruim 3 miljoen gebouwen en infrastructurele werken zijn gecontroleerd in de meer dan 15 jaar dat de norm bestaat. Met NEN 2767 kan objectief worden gemeten en beoordeeld wat de conditie van het object is. En dat is van groot belang voor veilig werken. Maar voor wie eigenlijk? “Er zijn twee invalshoeken,” aldus Warringa. “De veiligheid van de inspecteur zelf, maar ook de veiligheid van de gebruiker van objecten. Er zijn jaarlijks honderden incidenten waarbij mensen door een platform zakken, of er raakt een leuning los. We willen het aantal ongelukken natuurlijk zo veel mogelijk terugbrengen”. Vallen van hoogte staat op de derde plek als het gaat om type arbeidsongevallen. Gaten in de grond, onvoldoende valbeveiliging bij daken en platformen, vervaagde veiligheidsmarkeringen, trappen die het begeven: allemaal zaken die met een goede conditiemeting voorkomen zouden kunnen worden. Want niet elk gebrek is zomaar zichtbaar”.
> Conditie is vaak bepalend. Warringa; “Neem bijvoorbeeld de Haringvlietbrug. Op het oog lijkt dat allemaal redelijk veilig, maar het zijn enorme hoogtes waar je vanaf kunt vallen. Grote organisaties houden rekening met extra veiligheidsmaatregelen in dit soort gevallen. Stel dat er toch iets misgaat. Zo’n 50 meter naar beneden vallen het water in: dat is niet niks”. Bij zoiets ‘simpels’ als het vallen van een trap komt 1 op de 30 slachtoffers te overlijden, aldus het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. 1 op de 6 medewerkers houdt er blijvend letsel aan over. In bijna de helft van alle gevallen is het te wijten aan de substandaard conditie van de trap. Niet alleen bij oplevering, maar ook bij langdurig gebruik: 40% van de gevallen is te wijten aan onvoldoende onderhoud.
‘Niet elk gebrek is zomaar zichtbaar’ om veilig werken te kunnen garanderen. Maar Warringa merkt op dat ook het inspectiewerk zelf vaak gevaarlijk is. “Een dak-inspectie is hiervoor een goed voorbeeld. Als je op een schuin dak moet werken van bijvoorbeeld een monument, dan zijn er hele strenge regels om die veiligheid te waarborgen. Maar voor een inspecteur kan dat niet altijd. Die is er maar heel kort en alleen om het dak te controleren. Daarom zijn er voor de inspecteur specifieke veiligheidsmaatregelen die minstens gelijkwaardig zijn aan veiligheidseisen voor onderhoudswerk aan een dak. Als er toch iets aan de hand is, zoals bijvoorbeeld een losliggende dakpan, dan doet een inspecteur onmiddellijk een veiligheidsmelding. Bij inspectie- van onderhoudswerk kan het werk stilgelegd worden als sprake is van veiligheidsrisico’s”. Overigens vinden de inspecties niet alleen na enige tijd van gebruik plaats. “De conditiemeting wordt ook voor onderhoudsplannen gebruikt, het is inmiddels zelfs standaard in veel contracten. Een aannemer wordt vastgelegd om 20 jaar lang de asset te onderhouden. Er wordt vooraf gekeken in welke conditie het verkeert en in welke conditie de aannemer het moet opleveren als het contract is afgelopen”. Dat ging in de crisisperiode nog wel eens mis, volgens Warringa. “Een aannemer is dan gedwongen iets veel te goedkoop aan te bieden en dan wordt onderhoud beperkt. Maar nu wordt het een stuk serieuzer genomen. Hoe meer aandacht een object krijgt, hoe goedkoper het is op de lange termijn”. Goed investeren dus om veilig werken te waarborgen. En bovenal zorgen dat inspecties goed uitgevoerd blijven worden. Opvallend is dat veel jonge mensen technisch advies- en inspectiewerk oppakken. “Het werk is aantrekkelijk. Met name mensen die nog niet ver doorgestudeerd hebben, maar wel een hoop praktische kennis bezitten, hebben de mogelijkheid verder te komen. Dat is tegenwoordig belangrijker dan geld”. <
Voor werknemers met zware industriële beroepen is het van levensbelang dat een trap, met al haar onderdelen, in goede staat verkeert
41
DIGITAL SAFETY PASSPORT <
Foto: NVDO
Digital Safety Passport versnelt toegangscontrole en voorkomt identiteitsfraude Bedrijven in de (petro)chemie ontvangen dagelijks contractors die werkzaamheden komen uitvoeren. Het vaststellen van de identiteit van die mensen en het checken van hun kwalificaties gebeurt in de meeste gevallen handmatig en neemt veel tijd in beslag. Bovendien zijn kopie certificaten en het ‘groene boekje’ die daarbij worden gebruikt, fraudegevoelig. Het Digital Safety Passport biedt de perfecte oplossing hiervoor. Het Digital Safety Passport omvat een strikt persoonlijke digitale identiteit, die bestaat uit een smartcard (formaat van een bankpas) en een online portal. Het DSP bevat geverifieerde informatie over de identiteit van de houder en zijn professionele kwalificaties, bijvoorbeeld de gevolgde opleidingen en veiligheidstrainingen. De kwalificaties van de houder van het DSP worden vrijwel volledig automatisch bijgewerkt vanuit de gekoppelde opleidingsregisters, of ter plaatste digitaal bijgeschreven. Hierna start de expiratiebewaking, waardoor opleidingen tijdig kunnen worden vernieuwd.
42 september 2019
Deze digitale identiteit kan worden ingezet om processen te starten of af te sluiten. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om het DSP te koppelen aan (bestaande) toegangssystemen, urenregistratiesystemen en voormeldsystemen. “Kortom, veel voordelen”, zegt Suzanne Brussaard van Secure Logistics, een dochterbedrijf van Deltalinqs dat het DSP uitgeeft. “Bovendien is het DSP eenvoudig in gebruik, zorgt deze voor tijdsbesparing bij (toegangs)controle en voorkomt de pas identiteitsfraude”.
‘Het is een beetje een kip-eiverhaal’
ten van 25 euro per pas per jaar. Op het eerste oog is dat duurder dan de traditionele controles en de papierwinkel, maar het DSP verdient zichzelf snel terug, zegt Brussaard. “Zeker als je de verborgen kosten van handmatige controles door de keten heen en de wachturen aan de poort meeneemt in je berekeningen. Maar bovenal weet je zeker dat iemand bewezen getraind aan de slag gaat. Op risicovolle locaties een belangrijk punt van de zorgplicht die vastgelegd is in de Arbowet”. Secure Logistics ondersteunt op verzoek met het uitwerken van de businesscase en adviseert bij het ontwikkelen van een interface voor het toegangsmanagementsysteem. “Want elke organisatie is uniek”.
> Privacyproof. Het DSP is in feite een doorontwikkeling van de CargoCard, een smartcard die gebaseerd is op biometrie. Chauffeurs kunnen al jaren met deze smartcard op een groot aantal locaties in de Rotterdamse havens terecht voor een efficiënte aan-, af- en doorvoer van (vooral) zeecontainers. “Vooraf controleer je de benodigde informatie en leg je deze vast op een persoonlijke pas, waaraan een biometrisch kenmerk wordt toegevoegd Dat kenmerk (het aderpatroon van een vinger) staat alleen op de smartcard en wordt niet opgeslagen in een centrale database. Dat concept is doorgetrokken naar het DSP”.
> Sneller poortproces. Het DSP is ontwikkeld op verzoek van Deltalinqs, in samenwerking met VOMI en de Stichting Samenwerken voor Veiligheid. Sinds de introductie in 2015 werken inmiddels circa 800 contractors met de digitale veiligheidspas en zo’n veertig asset owners accepteren de smartcard. “Het is een beetje een kipeiverhaal. Men wil er wel mee werken, maar wil dan ook weten waar ze ermee terecht kunnen. Ook moet je eerst wat kosten maken. Toch is de businesscase snel gemaakt. Behalve een sneller poortproces (en dus een hogere hands on tool time), biedt het DSP meer efficiencyvoordelen. Een contractor moet zelf controleren of zijn werknemers, of de door hem ingehuurde krachten, gekwalificeerd zijn. Dat kost veel tijd. Doordat circa 150 opleidingen aan het DSP zijn gekoppeld, gebeurt dat met het DSP geautomatiseerd. Je hoeft het ook niet meer zelf op te slaan, want het staat op de smartcard”. Achter het DSP zit een beheersysteem waarin de contractor eigen bedrijfstrainingen of andere informatie kan toevoegen. Raadplegen is eenvoudig; aan de poort, maar ook on site. “Via een beveiligde webportal/smartphone, een mobiele uitleesunit, of een unit gekoppeld aan het eigen toegangssysteem, elk bedrijf kiest wat het beste past bij zijn situatie”.
> Doorontwikkelen. Het DSP heeft een solide basis vindt Brussaard, maar er is zeker ruimte om nog meer waarde toe te voegen. De projectgroep DSP, bestaande uit een groep contractors en Secure Logistics, zorgt voor verdere ontwikkeling van de functionaliteiten en deelnemers. “Het DSP is een community product, dat betekent dat hoe meer bedrijven aansluiten, hoe meer voordelen ontstaan. Qua functionaliteiten kun je denken aan nieuwe registerkoppelingen. Zo hebben we recent op verzoek de Generieke Poortinstructie voor de Bouw (GPI) gekoppeld. Maar ook het Belgische VCA, een DSP-app en het loskoppelen van de werkgever wordt besproken. Je kunt dan op persoonlijke titel een DSP aanschaffen en een werkgever toevoegen op het moment dat je ergens aan de slag gaat”. Het DSP is niet alleen bedoeld voor bedrijven in en rond Rotterdam. “Nee hoor, daar ligt wel de oorsprong, maar we zijn ook in gesprek met industriële clusters in het Noorden en Zuiden van het land. Voor contractors is het belangrijk dat zij de overstap kunnen maken en niet twee systemen in de lucht moeten houden”. Bedrijven die overwegen om het Digital Safety Passport in te voeren kunnen contact opnemen met Brussaard. <
> Niet meer sjoemelen. Met het ‘groene boekje’ kan gesjoemeld worden, met het DSP niet. “Dat is een groot voordeel op het gebied van security: biometrische verificatie van de identiteit én actuele, digitale controle van de kwalificaties van een persoon. En als een bedrijf het DSP koppelt aan het eigen veiligheidssysteem, dan vergemakkelijkt dat ook het passantenbeheer. Bedrijvenpark Botlek, met als sitetrekker Nouryon (v/h AkzoNobel) doet dat nu sinds maart en ze zijn zeer tevreden. Dankzij de biometrische controle weten ze precies wie er on-site is en dat de medewerkers aan de gestelde toegangseisen voldoen. “Voor de turnaround bij Nouryon zijn contractormedewerkers getraind op de RDM Trainingplant. Daar zijn ook de DSP’s uitgegeven en geactiveerd, zodat deze groep bij aankomst snel aan de slag kon gaan”.
> Businesscase. De kosten voor het aanschaffen van een pas bedragen eenmalig 18,50 euro plus een bijdrage in de beheerskos-
Digital Safety Passport’ Foto: Digital Safety Support
43
KENNIS MOET JE OOK ONDERHOUDEN. โ ข Wat is Asset Management? โ ข Hoeveel onderhoud is juist genoeg? โ ข Kunnen we met de onderhoudsfunctie waarde creรซren? โ ข Wat is de rol van onderhoud binnen het Asset Management? โ ข Wat is Predictive Maintenance en hoe geef ik dit vorm?
DEZE OPLEIDIN ZIJN IN TE BRE GEN NG IN DE BACHEL EN WERKTUIGBOU OR WKUNDE DEELTIJD.
INFORMEER!
WAARDECREATIE DOOR GOED ONDERHOUD (HQ RQGHUKRXGVRSOHLGLQJ Eรณ +RJHVFKRRO 8WUHFKW KHOSW X LQ XZ HLJHQ EHGUรณ I GH DQWZRRUGHQ WH YLQGHQ RS GH]H YUDJHQ $DQ GH KDQG YDQ NDGHUV JHVWHOG GRRU KHW ,QVWLWXWH RI $VVHW 0DQDJHPHQW ,$0 HQ GH (XURSHDQ )HGHUDWLRQ RI 1DWLRQDO 0DLQWHQDQFH 6RFLHWLHV ()106 ]รณ Q YHOH PRRLH UHVXOWDWHQ HQ IRUVH EHVSDULQJHQ EHUHLNW Eรณ GH GHHOQHPHQGH EHGUรณ YHQ 'RRU GH EUHGH VFRSH RS ]RZHO 0DWHULDDONXQGH (QJLQHHULQJ ,QVSHFWLH DOV 0DLQWHQDQFH 0DQDJHPHQW ELHGHQ RQ]H RSOHLGLQJHQ RS KHW JHELHG YDQ 2QGHUKRXG SUHFLHV GLH LQWHJUDOH NHQQLV GLH QRGLJ LV RP YHUGHU WH NXQQHQ Nรณ NHQ GDQ KHW HLJHQ YDNJHELHG HQ GDDUGRRU DDQWRRQEDDU EHWHUH UHVXOWDWHQ WH ERHNHQ โ ข Post-MBO Onderhoudstechniek (OTK) โ ข Post-HBO Onderhoudstechnologie (OT) โ ข Post-HBO Onderhoud en Asset Management โ ข Master of Engineering in Maintenance & Asset Management
Start 2 oktober 2019 Start 3 oktober 2019 Start 3 oktober 2019 Start 2 september 2019
$OOH JHQRHPGH RSOHLGLQJHQ NXQQHQ QDDU ZHQV LQ FRPSDQ\ RS PDDW YHU]RUJG ZRUGHQ ,QIRUPHHU QDDU GH PRJHOรณ NKHGHQ 0HHU ZHWHQ" %HO PDLO QDDU LQIR#FYQW QO RI Nรณ N RS www.cvnt.nl
ER VALT NOG GENOEG TE LEREN
44 september 2019
ONDERZOEK <
Geen reden tot Paniek als het om Chroom-6 gaat?! Chroom-6 wordt als element in verschillende industrieën gebruikt omdat chroom(verbindingen) specifieke technische eigenschappen hebben. Daardoor kan men bijvoorbeeld verchroomde zuigerstangen en waterkranen maken, maar ook roestwerende verf. Chroom-6 is schadelijk voor de gezondheid en kan leiden tot kanker. “Uit onderzoek blijkt dat bij (langdurige) blootstelling aan een (hoge) dosis chroom-6, het risico op het krijgen van kanker groter wordt. Het CBS kan echter niet met zekerheid aangeven hoe groot het verband is tussen blootstelling aan een chroom 6-verbinding en het krijgen van kanker. Er zijn te veel andere factoren die het wel of niet krijgen van kanker mede bepalen”. Dat zegt Egbert Stremmelaar, Directeur bij ION (Vereniging Industrieel Oppervlaktebehandelend Nederland). “Er is inmiddels zoveel aandacht aan Chroom-6 besteed, dat het voor iedereen wel duidelijk zou moeten zijn dat het bij een gezondheidsrisico niet gaat om het element op zich, maar om de blootstelling daaraan. Daarom moeten we komen tot uitvoerbare veilige werkwijzen met chroom-6 verbindingen tegen zo laag mogelijke kosten”. Voor de goede orde, er zijn honderden processen waarin chroom-6 verbindingen als productiestof wordt gebruikt. Er zit dan geen chroom-6 in het eindproduct, maar metallisch chroom. In verf kunnen wel chroom-6 verbindingen (in gebonden toestand) voorkomen.
> Activiteitenbesluit. Stoffen worden binnen Europa geregu-
Egbert Stremmelaar
46 september 2019
Foto: ION
leerd in REACH. Naast de stof-eis volgens REACH, zijn er in het Activiteitenbesluit en in de Arbo-wet grenswaarden en minimalisatie verplichtingen voor chroom-6 verbindingen opgenomen. Deze grenswaarden gelden altijd. De grenswaarde voor chroom-6 is 1 μg/m3. Een autorisatie zoals bedoeld in REACH is geen verbod, maar een gecontroleerd gebruik. Stremmelaar geeft aan dat het beter is om blootstelling aan ZZS/CMR stoffen te regelen via de Arbo route. Immers; een risico van blootstelling aan een stof wordt bepaald door de manier waarop er mee gewerkt wordt. Een veilige werkwijze is
Chroom-6 schadelijk voor de gezondheid Foto: ION
dus vooral een zaak van goede procedures, en een goede uitvoering van die procedures door werkgever en werknemer.
> Het kan zomaar mis gaan. In vrijwel geen enkel (eind)product zit chroom-6. Uitzondering zijn organische coatings waarin chroom-6 verbindingen zijn toegevoegd. “Er is, voorzover wij kunnen nagaan, nog geen verbod op het gebruik van deze verven”, aldus Stremmelaar. Sind 1995 is de etikettering veranderd, daarom bestaat er een natuurlijke beperking van het gebruik. Voor producten met een type goedkeuring (zoals vliegtuigen) is een alternatief geen optie, maar verwijderen en aanbrengen kan beslist veilig. Blootstelling aan chroom-6 geeft gezondheidsrisico’s. Daarom is veilig werken belangrijk. Chroom-6 verbindingen in verf kun je niet zien, maar in oude objecten kan het wel voorkomen. Vooral grote objecten in de buitenlucht, zoals bruggen, sluizen, gebouwen en masten die een lange historie hebben (van voor 2000) moet je uitgaan van de aanwezigheid van chroom-6 verbindingen in verf. Zolang de verf op het object zit, is er geen gezondheidsrisico. Pas bij het bewerken van de objecten zal het gezondheidsrisico ontstaan. Stremmelaar; “In duizenden bestaande objecten die nu voor onderhoud worden aangeboden kunnen Chroom-6 verbindingen zitten. Deze worden pas gevaarlijk als er (langdurig) geslepen of geschuurd wordt (stof inademen). Behandeling kan plaatsvinden binnen een bedrijf, maar zal ook regelmatig op locatie moeten gebeuren. In alle
gevallen kan er veilig gewerkt worden, de menselijke factor is de zwakke schakel”. Met de juiste installaties en hulpmiddelen hoeft er geen blootstelling te zijn en hoeven er dus geen gezondheidsrisico’s te zijn.
> Risico versus effect. Chroom-6 is wel degelijk kankerverwekkend, maar niet gevaarlijk. “Natuurlijk geeft een langdurige blootstelling aan een hoog niveau van chroom-6 verbindingen een grotere kans op kanker dan een kortdurende blootstelling met een laag niveau chroom-6 verbindingen. Mijn stelling is dat als men de juiste maatregelen neemt, hoeft er geen blootstelling plaats te vinden die tot een (verhoogd) gezondheidsrisico leidt”. Stremmelaar geeft graag voorlichting over de chroom-6 actualiteit, maar maakt daarbij geen vergelijk met asbest, want dat is echt een heel ander vraagstuk. Asbest heeft een andere verschijningsvorm dan chroom-6. “In presentaties maak ik regelmatig een vergelijk met water. Een stof die noodzakelijk is voor de mens, maar die bij het drinken van grote hoeveelheden in korte tijd ook toxisch is. Daarnaast is het spelen in een recreatievijver leuk, maar als je te lang onder water blijft, treedt verstikking op”. Hier zijn oplossingen voor; waarschuwingsborden voor gevaarlijke plekken, zweminstructie, goed toezicht en een reddingsbrigade. Op vergelijkbare wijze kun je voor ZZS stoffen het werk regelen.
> Chroom-6. Ook kanker als gevolg van blootstelling aan chroom-6 verbindingen treedt pas na tientallen jaren op. En ook >
‘Het gevaar zit niet in de stof, maar in de intenties van degene die de stof gebruikt’ 47
> hier geldt dat er sprake moet zijn van langdurige blootstelling aan een hoog niveau. Bij een kleine blootstelling lijkt er geen verhoogd gezondheidsrisico. Immers Chroom-6 vervalt (in een waterig milieu) heel snel tot chroom of chroom-3 en is daarmee een mineraal geworden dat we als mens nodig hebben. De ADH van chroom is ongeveer 35μg. In een voedingssupplement als Centrum (van A tot Zink) zit zelfs 40μg chroom”.
> Veilig. Bij gebouwen en infrastructurele werken zit de Chroom-6 verbinding in verf opgesloten. Het is gebonden en daarmee is het bij aanraking niet gevaarlijk. Het RIVM meldt in een Kamerbrief van vorig jaar: Bij normaal gebruik van chroomhoudende materialen, zoals het aanraken van materiaal waarin chroom-6 is verwerkt, verchroomde voorwerpen (voorwerpen bedekt met een glanzende laag chroom) en geverfde oppervlakken, treden geen gezondheidsrisico’s op. In verchroomde voorwerpen is geen Chroom-6 meer aanwezig. Bij geverfde oppervlakken is het Chroom-6 dusdanig gebonden dat er bij normaal gebruik geen blootstelling zal zijn.
> Chroom-6 versus asbest. Helaas zijn er zowel bij asbest alsook bij chroom-6 houdende verven al de nodige zaken misgegaan. Er zijn bij blootstelling aan chroom-6 wel degelijk gezondheidsrisico. Deze zijn echter goed beheersbaar. “Daarom moeten we wel het gezonde verstand blijven gebruiken. Emotie helpt ons in algemene zin niet verder, waarbij ik uiteraard geen afbreuk wil doen aan de mensen die al getroffen zijn door de effecten van chroom-6 verbindingen. Maar dat is mijns inziens meer een werkgever/werknemer issue dan een stoffen issue”, aldus Stremmelaar. Met asbest zijn er wel de nodige verschillen. Stremmelaar benoemt dat asbest als vezel blijft bestaan, Chroom-6 vervalt in een waterig milieu en de aanwezigheid van een katalysator tot een ongevaarlijke verbinding. Daar waar asbest één op één effect geeft, kan het menselijke lichaam een (kleine) hoeveelheid chroom-6 verbinding omzetten naar een chroom mineraal. De verspreiding van asbest is op veel meer plaatsen dan chroom-6 verbindingen. Asbest komt bijvoorbeeld ook voor bij terreinophogingen (bouwafval) en kan daar als vezel verstuiven. Bouwafval met chroom-6 houdende verf blijft in vaste toestand en kan niet verstuiven. “Wat mij betreft is het grote verschil dat we bij het ontdekken van de effecten van asbest alles nog moesten leren. In de huidige tijd, waarbij we aan de vooravond staan van het behandelen van vele objecten met chroom-6 houdende verf, zijn we beter in staat om risico’s te beoordelen en veilige werkwijzen te ontwikkelen. Daarnaast zijn we beter in staat om de effecten te voorspellen en noodzakelijke metingen te doen. Daarbij blijft de menselijke factor de zwakke schakel. Immers als uiteindelijk de medewerker het werkt niet op de juiste wijze uitvoert, blijven er (grote) risico’s op calamiteiten bestaan. Vereniging ION vindt het van groot belang dat we gezamenlijk tot een uitvoerbare veilige werkwijze komen. Heeft u dus opmerkingen, tips, ervaringen of aanvullende informatie, dan ontvangt Stremmelaar die graag via de redactie van Vakblad Asset Mangement. <
48 september 2019
Aanbevelingen Veiligheid voor de medewerker(s) en de omgeving gaat voor alles! • Emotie moet los gezien worden van de ratio • In een gesloten gebouw met professionals kunnen metaalzouten veilig worden gebruikt. Chroom-6 stof zit (meestal) niet in het eindproduct • Het nog aanbrengen van bijvoorbeeld chroomhoudende verf komt alleen in heel specifieke toepassingen nog voor • Er zijn nog wel duizenden objecten waar chroom-6 houdende verf is gebruikt. Dat is echter in normaal gebruik niet gevaarlijk. Bij schuren en slijpen wordt het wel een issue. • Een generieke aanpak is niet te geven. Werken met chroom-6 verbindingen is maatwerk • Gebruik altijd je verstand en test als dat nodig is • Werk altijd volgens procedures en werkinstructies, ook als dat tijd, moeite of geld kost • Als je niet zeker bent, schakel specialisten in
Constructie Product Foto: ION
Naast het vervangen van chroom-6 voor alternatieven treft zijn er 3 typen maatregelen om veilig te werken 1. Technische maatregelen: de aanschaf van modern, stofvrij gereedschap, bewerken in gesloten ruimtes, inkapselen, speciale straaltechnieken, gecontroleerde afvoer 2. Organisatorische maatregelen: aandacht aan chroom-6 in opleidingen en om op de aanwezigheid van chroom-6 te kunnen controleren is het mogelijk op locatie te testen of samples te nemen 3. Persoonlijke beschermingsmiddelen: de werkgever verstrekt persoonlijke beschermingsmiddelen en zorgt voor juist gebruik ervan. Er dient een systeem te zijn om te zorgen dat beschermingsmiddelen aan de geldende eisen blijven voldoen
KIJK OP <
Oscar Breure Voorzitter Vereniging voor Veilig en Gezond Werken (VVGW) www.vvgw.nl
Oscar Breure Foto: VVGW
Hoewel er al veel verbeterd is in de veiligheid en gezondheid van werknemers, worden we nog bijna dagelijks geconfronteerd met nieuws over incidenten op het werk. Ongevallen met dodelijke afloop krijgen logischerwijs veel aandacht, maar “kleiner” leed wordt nog vaak gebagatelliseerd en wordt geschaard onder beroepsrisico. Achteraf blijkt dan dat het ongeval voorkomen had kunnen worden en dat met eerdere opmerkingen vanaf de werkvloer over onveilige situaties te weinig werd gedaan. Grote aantallen kleine of bijna ongevallen worden niet voor niets gebruikt als voorspeller van fatale ongelukken. Signalen die erop wijzen dat er nog iets niet goed is aan de veiligheidscultuur binnen een bedrijf. De inrichting van een Veilige werkplek begint bij een goede (en dus actuele!) Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E), maar daarmee ben je er nog niet. Ook het verstrekken van een uitgebreid pakket Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM) om de restrisico’s af te dekken, zorgt er niet voor dat er automatisch minder ongelukken gebeuren.
Recht op een gezonde en veilige werkplek? Gedrag op de werkvloer blijkt in veel gevallen de bottleneck. Wat het extra lastig maakt is dat werkomstandigheden en -situaties wijzigen, spoedsituaties zorgen voor extra druk waarbij veiligheid nog te vaak als ondergeschikt aan het bedrijfsbelang komt te staan. Daarbij wordt soms vergeten dat als er iets misgaat, dit tot veel grotere consequenties en daarmee gepaarde kosten leidt. Ik ben ervan overtuigd dat een goed veiligheidsbeleid en -bewustzijn juist leidt tot een efficiëntere organisatie en meer tevreden medewerkers. Ik ben dan ook blij dat de tools, zoals gerichte e-learningmodules om juist deze gedragsverandering, welke nodig is om dingen structureel te verbeteren, steeds beter worden. Veiligheid is iets van elke medewerker binnen een bedrijf, niet alleen die van de werkgever of de veiligheidskundige. Meldingen van medewerkers omtrent mogelijk onveilige situaties moeten we verwelkomen. Als voorzitter van de branchevereniging voor Veilig en Gezond Werken (VVGW) zie ik nog te veel dingen gebeuren welke te vermijden waren geweest. Ik ben dan ook blij met deze special op het gebied van Veiligheid binnen de onderhoudssector. We kunnen veel van elkaar leren omtrent de specifieke gevaren binnen een branche. Openheid en transparantie komen de gehele sector ten goede, hoe lastig we het soms ook vinden om ons van een kwetsbare kant te laten zien. Ik hoop dat deze veiligheidseditie een stukje bijdraagt in een veiligere werkomgeving, iedereen heeft daar immers recht op. <
49
SAMENWERKING <
Veiligheid Voorop wil discussie over de kwaliteit van veiligheid stimuleren Pakweg driekwart, of misschien wel meer, van de onderhoudsprofessionals werkt direct of indirect voor BRZO-bedrijven. Anne Verbeeck van de Stichting Veiligheid Voorop; “Zo bezien kun je stellen dat ze de hoeders zijn van de veiligheid in de industrie. De onderhoudssector heeft de sleutel om het veiligheidsniveau in de industrie te verhogen”. Het samenwerkingsverband Veiligheid Voorop richt zich van origine voornamelijk op het verbeteren van de veiligheidscultuur bij de zogenoemde BRZO-bedrijven (Besluit risico’s zware ongevallen) in Nederland. In Nederland zijn er ruim 400 bedrijven die onder de BRZOregelgeving vallen, variërend van complexe chemische industrie tot relatief eenvoudige opslagbedrijven voor bepaalde typen gevaarlijke stoffen. Om de veiligheidscultuur in Nederland te bevorderen mag die focus best breder, zegt programmamanager Verbeeck. “93 procent van de BRZO-bedrijven is lid, terwijl een groot deel van de risico’s bij een groep bedrijven net onder die categorie zit”.
> Zelfstandige stichting. Het programma Veiligheid Voorop werd mede na het Odfjell-incident in 2011 in het leven geroepen door een aantal Nederlandse brancheorganisaties, waaronder VNCI (chemie), VNPI (raffinagebedrijven), VOTOB (tankopslagsector) en
VHCP (handeleren) en ondergebracht bij VNO NCW. De industrie moest zelf meer aan veiligheid doen, vond de overheid. Inmiddels uitgegroeid tot een samenwerkingsverband van achttien gelieerde branche- en beroepsorganisaties zijn de activiteiten begin 2018 ondergebracht in een zelfstandige stichting ‘van, voor en met de brancheorganisaties’. Voorzitter is op dit moment de CEO van Dow Benelux, Anton van Beek.
> Volgende stap. Wat is de opbrengst van acht jaar Veiligheid Voorop? Verbeeck; “Er is een intensief netwerk van BRZO-bedrijven ontstaan waar men elkaar weet te vinden en waar men van elkaar leert. Op alle veiligheids-KPI’s scoort de industrie beter dan vijf jaar geleden. De KPI’s voor Lost Time Injury en Proces Safety Events zijn beduidend lager maar heel veel verder terugbrengen is moeilijk. Je kunt je dan gaan richten op andere KPI’s of de bestaande nuanceren.
‘We willen kijken naar de kwaliteit van de veiligheid en daarover ook een discussie op gang brengen’ 50 september 2019
Anne Verbeeck Foto: Privécollectie
Foto: NVDO
Bijvoorbeeld: een bestaande KPI is het aantal inspecties van het hogere management. Dan zou een volgende stap zijn niet enkel tellen hoeveel het er zijn geweest, maar kijken naar de kwaliteit ervan. Wat wordt er dan precies geïnspecteerd? En wat wordt er gedaan met de resultaten? We willen dus naast de cijfers meer kijken naar de kwaliteit van de veiligheid en daarover ook een discussie op gang brengen”. Die discussie begint binnen Veiligheid Voorop op bestuurlijk niveau met de vertegenwoordigers van de aangesloten brancheorganisaties waaronder de NVDO en WCM. Lex Besselink van World Class Maintenance; “Eerder zag je vaak dat er na een incident een maatregel volgde en dat de aandacht daarna wegebde. Nu is er een gedeeld besef dat die aanpak niet meer voldoet. Dankzij het netwerk blijft het onderwerp leven en komen er maatregelen. De vraag die er nu ligt is: hoe kunnen we samen verder verbeteren? Hoe krijg je het bij iedereen in de genen? Het fundament ligt er, nu is het tijd voor de volgende stap”.
> BRZO-rijbewijs. Veiligheid Voorop richt zich op vier thema’s om de veiligheidscultuur- en prestaties binnen de BRZO-bedrijven verder te verbeteren. De thema’s zijn: betrokken leiderschap, excellente veiligheidsbeheersystemen, veiligheid in de keten en regionale veiligheidsnetwerken. Voor het lopende en het volgende jaar zijn een aantal acties gedefinieerd op basis van de thema’s. Binnen het thema betrokken leiderschap wil Veiligheid Voorop een zogenoemd BRZO-rijbewijs ontwikkelen ‘van en voor’ managers, met daarin aandacht voor: hoe organiseer ik veiligheid, de juridische en de proces technische kant van veiligheid. Ook moet het thema veiligheid structureel in het curriculum van het mbo en hbo terecht komen. Hiervoor is men intensief in gesprek met diverse onderwijsinstellingen.
> VBS of Safety Adapter. Op het thema excellente veiligheidsbeheersystemen is het idee om een ‘adapter’ te ontwikkelen dat als instrument kan dienen om de dialoog rondom veiligheidsresultaten te bevorderen. Verbeeck; “Een veiligheidsbeheersysteem (VBS) is bij wet verplicht, maar er staat alleen op hoofdlijnen omschreven waaraan je moet voldoen. Hierdoor is het lastig om de onderlinge
resultaten te vergelijken en best practices te delen. Dat willen we stimuleren met een adapter. Een simpele vergelijking: temperatuur kun je meten in Fahrenheit, Celsius en Kelvin. De adapter moet dat soort verschillen terugbrengen naar een resultaat dat je onderling kunt vergelijken zodat je de onderliggende kennis kunt delen”.
> Spiegel. Een ander instrument waarvan de toepassing vereenvoudigd en daarmee hopelijk gestimuleerd gaat worden is de SAQ: de Self Assessment Questionnaire. Oftewel: ‘zelfreflectie’. Verbeeck; “Een gestructureerde vragenlijst over de veiligheidscultuur in het bedrijf, als een spiegel die je jezelf voorhoudt. SAQ is een vragenlijst die dat zelf reflecterende vermogen stimuleert en deze komt online en interactief beschikbaar. Als je veiligheid een belangrijk onderwerp vindt, dan vul je straks regelmatig die lijst in. Je kunt bepaalde thema’s selecteren, zodat je niet een ellenlange lijst door hoeft. Bovendien zou het niet veel tijd extra moeten kosten, omdat veel van de gegevens bekend zijn op basis van de BRZO-eisen. De uitkomsten van de SAQ kun je bespreken in een teammeeting, bijvoorbeeld”.
> Interessant en moeilijk. De geplande acties op het derde thema, veiligheid in de keten, zijn ‘interessant en moeilijk’, licht Verbeeck toe. “Veiligheid moet ook een thema worden bij inkopers. Traditioneel zijn zij gefocust op efficiënt en zo goedkoop mogelijk inkopen en komt veiligheid pas later aan de orde”. Om inkopers te helpen en bewust te maken van veiligheidsaspecten bij aanschaf van nieuwe producten of diensten, heeft Veiligheid Voorop een handreiking ontwikkeld. Maar veiligheid is meer dan het toevoegen van een aantal specs in het bestek of de aanbesteding. Inkoop en veiligheid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Door de deelnemers van Veiligheid Voorop wordt ook nagedacht over een methodiek waarmee medewerkers (of andere betrokkenen) anoniem meldingen kunnen doen over misstanden op het gebied van veiligheid. “Iets vergelijkbaars bestaat al heel lang in de luchtvaart. Wij willen graag eenzelfde principe invoeren, maar we weten nog niet goed hoe. Het is een manier om het zelfreinigend vermogen van de sector te organiseren en daarmee het vertrouwen te verhogen”. >
51
> > Kennis en ervaring uitwisselen. In de vierde pijler, de zes regionale veiligheidsnetwerken, is de verbinding met maintenance volop aanwezig. Een bekend voorbeeld van een regionaal veilig1 heidsnetwerk is Deltalinqs . De veiligheidsnetwerken zijn bij uitstek de platformen waar bedrijven uit diverse sectoren onderling en met operationele overheidsdiensten kennis en ervaring uitwisselen. De leden van Veiligheid Voorop worden geacht actief deel te nemen in de veiligheidsnetwerken. Contractors die werken voor de BRZObedrijven kunnen ook lid worden van een netwerk. “Zeventig, tachtig procent van de mensen die bij een BRZO-bedrijf aan het werk zijn, zijn in dienst van een contractor. Veiligheid ontstaat op de werkvloer. Voor de kwaliteit en het borgen van de veiligheid zijn we sterk afhankelijk van het onderhoud”, zegt Verbeeck. Besselink; "Denk maar aan de brand van de Notre Dame, die kwam niet door een eigen medewerker”.
> Innovatie. Veiligheid Voorop neemt ook het voortouw om te innoveren, zegt Verbeeck. “Innovatie is een thema waarop wij nadrukkelijk inzetten. Onze voorzitter heeft in november z’n handtekening gezet onder een convenant waarin intensieve samenwerking geïnitieerd wordt met, en tussen overheid, bedrijfsleven en wetenschap met als doel gezamenlijk te werken aan de innovatie-veiligheidsagenda voor de (petro)chemie. Stientje van Veldhoven, staatssecretaris van IenW, heeft de ambitie uitgesproken om de Nederlandse (petro)chemie de veiligste ter wereld te maken. Daarvoor is het noodzakelijk dat wetenschap, overheden en bedrijven optimaal en open samenwerken om te kunnen innoveren op het scherpst van de snede. Met name op het gebied van wet- en regelgeving zou het fijn zijn als er ruimte ontstaat om te experimenteren met nieuwe oplossingen.” Besselink vult aan; “Vanuit maintenance zijn de afgelopen
jaren diverse innovaties in gang gezet die helpen om gevaarlijke situaties te verminderen of te vermijden. Denk aan het oprekken van inspectietermijnen van bepaalde drukvaten dankzij nieuwe inspectietechnieken en -methoden of het inzetten van drones om flares te inspecteren. Daarbij moet je constant (en terecht) aantonen dat je voldoet aan de regelgeving. Soms verhindert die regelgeving dat je nieuwe oplossingen kunt testen. Daarom is het belangrijk om meer samen te werken met de overheid. Als we de overheid vanaf het begin van een ontwikkeling betrekken, dat kun je samen zorgen dat het hele design op orde is. Wij merken dat die bereidheid bij alle partijen aanwezig is, in ieder geval om het gesprek aan te gaan”. In het kader van de ‘Subsidieregeling versterking omgevingsveiligheid BRZO-sector’ krijgen bedrijven de mogelijkheid om tot 2021 een zogenaamde Safety Deal in te dienen. De regeling ondersteunt initiatieven van samenwerkingsverbanden die bijdragen aan nieuwe manieren voor het veiliger maken van industriële activiteiten met gevaarlijke stoffen. Op de website van Veiligheid Voorop staan een aantal voorbeelden van gerealiseerde safety deals. Besselink, tot slot; “Het is mijn taak om de onderhoudssector te informeren over wat er gebeurt binnen Veiligheid Voorop. Nieuwe initiatieven onder de aandacht brengen, kennis delen, samenwerken stimuleren, et cetera. Dat gebeurt onder meer in de bestuursvergadering van WCM en via interviews zoals deze. Tegelijkertijd wil ik aan de sector vragen welke thema’s en onderwerpen ik mee terug moet nemen naar Veiligheid Voorop. Wat leeft er op het gebied van veiligheid op het onderhoudsvlak? Dat wil ik graag vernemen. Het moet een tweeweg communicatiesysteem worden tussen onderhoudssector en het veiligheidsnetwerk wat mij betreft”. <
1) De andere zijn: ORAM, Npal, MVM, MCZW, MCZO
DOELSTELINGEN s />/', / sKKZKW
52 september 2019
sĞŝůŝŐŚĞŝĚ ŝŶ ĚĞ ŬĞƚĞŶ
džĐĞůůĞŶƚĞ sĞŝůŝŐŚĞŝĚ ďĞŚĞĞƌƐLJƐƚĞŵĞŶ
Alle BRZOlocaties uit de chemieketen beoordelen hun kritische leveranciers op veiligheid.
Alle BRZOlocaties uit de chemieketen passen een vorm van self assessment veiligheidscultuur (SAQ) toe.
ZĞŐŝŽŶĂůĞ sĞŝůŝŐŚĞŝĚ EĞƚǁĞƌŬĞŶ (RVN) Alle BRZO-locaties uit de chemieketen zijn aangesloten bij een Regionaal Veiligheidsnetwerk.
ĞƚƌŽŬŬĞŶ >ĞŝĚĞƌƐĐŚĂƉ De hoogst operationeel leidinggevende van alle BRZO-locaties uit de chemieketen voeren inspecties uit.
Kort Wie durft er nee te zeggen? Een collega in een materiaalbak aan een torenkraan vervoeren – iedereen weet dat dat foute boel is. Waarom het dan toch gebeurt? Inspecteur Peter Hoff onderzocht zo’n situatie en dat resulteerde in een bijzondere ontknoping. “Een tijdje terug kwam in een WhatsApp vriendengroep een opvallende foto voorbij. Je ziet een bak aan een kabel en in die bak zit een man. Eigenlijk is het meer een bakje, ongeveer 50 x 50 x 80 cm. Een vriend van mij was benieuwd wat ik daar van vond. Mijn eerste ingeving: wat een mafkees! Meteen daarna dacht ik dat ik maar eens moest zien of ik deze zaak rond kon krijgen. Ik vroeg mijn vriend waar de foto was genomen en reed de volgende dag naar de bouwplaats. Wat gelijk opviel was een flinke torenkraan. Het was lunchtijd en iedereen zat in de keet. Ik vroeg wie de kraanmachinist was, en of hij even mee naar buiten wilde komen. Toen we naar z’n kraan liepen, voelde hij al nattigheid. ‘Ja, ik heb m’n last aan de kraan laten hangen terwijl die nu onbewaakt is’, bekende hij spontaan. Dan laat ik hem de foto zien en vraag wie op dat moment de machinist was. Hij antwoordde dat hij dat inderdaad was … En nee, normaal vond hij het eigenlijk ook niet. Met enige schaamte gaat het verder. Het was ook helemaal niet de bedoeling, maar een onderaannemer moest daken met zeil afdekken en zijn timmerman – een onder gezag werkende zzp’er - had gevraagd of hij dat een vanuit het bakje kon doen. Dan ging het veel sneller! Ik vind het echt triest als je ziet hoe dat gaat. De kraanmachinist, de onderaannemer (die ook gewoon op de bouwplaats was die dag) en de timmerman: drie grote kerels, maar geen van drieën groot genoeg om ‘nee’ te zeggen. Alsof het kleine kinderen zijn. Volgens mij is dat echt 100% een cultuurding. Nee zeggen in de bouw, dat is nogal wat.
Foto: NVDO
Uiteindelijk gaan er boeterapporten naar de werkgever van de kraanmachinist en naar de onderaannemer. Verder is de kraanmachinist zijn certificaat voor 6 maanden kwijt. Bij mijn weten voor het eerst dat hiervoor het certificaat van een machinist is ingetrokken. Met de kraan was ook nog van alles mis. Zo was het keuringscertificaat verlopen en was hij technisch niet in orde. Een van de hydraulische stempels was lek, waardoor die wat doorzakte. Dat werd opgevangen met een stuk hout. Kortom: op naar het bouwbedrijf, een familiebedrijf waar we een goed gesprek hadden met de tweede generatie. De zoon was ergens wel blij. ‘Beter dat jullie nu langskomen dan als het echt fout is gegaan. Dit is echt een wake up call voor het senior management. Wat druk van buiten helpt om de kwaliteit en veiligheid op een hoger niveau te krijgen’”. <
‘Nee zeggen in de bouw, dat is nogal wat’ 53
VEILIG WERKEN <
Ingenieursbureau neemt initiatief tot veilig en gezond werken Bij elk infrastructureel project koppelt het Ingenieursbureau van de gemeente Rotterdam expertise aan uitvoering. Om ervoor te zorgen dat de veiligheid en gezondheid van de uitvoerders bij deze projecten vanaf het begin goed zijn geregeld, richtte het bureau een eigen Kenniscentrum VG&M (Veiligheid, Gezondheid & Milieu) op.
“Op twee omvangrijke Rotterdamse projecten (de renovatie van de Maastunnel en de conservering van de Willemsbrug) ontvingen we in 2017 van de Inspectie SZW aanwijzingen om de veiligheid van de werknemers te verbeteren”, vertelt Anand Raghoenath, projectleider civiele constructies en adviseur marktbenadering. “Van deze aanwijzingen zijn wij geschrokken. Wij waren ervan overtuigd dat wij voldoende invulling gaven aan onze verantwoordelijkheid. Het heeft ons aan het denken gezet, en daarom hebben wij een kenniscentrum opgezet om de veiligheid en gezondheid structureel te verhogen”.
> Kenniscentrum. Raghoenath’s afdeling kreeg van het management de opdracht een kenniscentrum op te richten. Dat is een team geworden van acht experts: adviseurs en deskundigen op het gebied van veiligheid, projectmanagement en milieu. “In principe kan men voor alle onderwerpen op het gebied van veiligheid en gezondheid bij ons terecht. Ook milieu hebben we in ons kenniscentrum geïntegreerd, aangezien milieuaspecten bij al onze projecten vaak een rol spelen”.
> Audits. Om te beginnen maakte het kenniscentrum een rondje
‘Hou jezelf een spiegel voor’ 54 september 2019
langs verschillende afdelingen, om uit te leggen wat er komt kijken bij veilig en gezond werken aan projecten. Bovendien voerde het kenniscentrum zes audits uit bij Rotterdamse projecten in uitvoering. “We schrokken van de resultaten”, vertelt Raghoenath. “Want geen enkele audit voldeed aan de eisen die aan veilig en gezond werken worden gesteld. Daarom heeft het management middelen vrijgemaakt om de aanwezige kennis naar een hoger niveau te tillen. We onderzoeken nu hoe we de kennis over veilig en gezond werken bij projectleiders, ontwerpleiders en projectvoorbereiders kunnen verhogen, en in de tussentijd gaan we op pad”.
Foto: NVDO
> Ander denkpatroon. "Het gaat kortom om een ander denkpatroon: om intrinsiek gemotiveerde aandacht voor veilig en gezond werken bij ontwerp en opdracht." Eind vorig jaar organiseerde het kenniscentrum een workshop. Raghoenath; “We hebben alle ontwerpleiders van het Ingenieursbureau geconfronteerd met hun huidige werkwijze. Medewerkers van veiligheidsinstituut Aboma gaven een presentatie over het belang van veilig ontwerpen. Vervolgens hebben we een praktijkoefening gedaan en een project bezocht. Twee weken later hebben we met de ontwerpleiders geïnventariseerd welke tools ze nodig hebben om hun werk beter te kunnen doen. Dat is echt nodig. Onze ontwerpleiders zijn weliswaar zeer ervaren en technisch onovertroffen, maar realiseren zich nog onvoldoende dat zij verantwoordelijk zijn voor een veilige en gezonde werkomgeving. Het gaat kortom om een ander denkpatroon: om intrinsiek gemotiveerde aandacht voor veilig en gezond werken bij ontwerp en opdracht”.
veilige uitvoering. En dit kan betekenen dat het ontwerp wordt aangepast, dat er onderzoek wordt gedaan naar de uitvoerbaarheid, of dat er gewerkt wordt aan de randvoorwaarden. “‘Als opdrachtgever hebben wij de verantwoordelijkheid om partijen bij elkaar te brengen en toe te zien op veilig en gezond werken”. Daarom worden we in een vroeg stadium betrokken bij het ontwerpen en zitten we aan tafel met architecten, projectontwikkelaars en stedenbouwkundigen. Bovendien gaan we aannemers actiever informeren en bevragen”, aldus Raghoenath.
> Vergaande verantwoordelijkheid. Heeft Raghoenath nog tips voor andere gemeenten? “Ik zou zeggen: houd jezelf een spiegel voor en onderzoek wat je zelf kunt doen aan veilig en gezond werken. Ik heb namelijk het idee dat dit nog niet hoog op de agenda staat. En gemeenten moeten zich goed realiseren dat zij in hun eigen projecten op dit gebied een vergaande verantwoordelijkheid dragen”. <
> Vroege betrokkenheid. Dat betekent onder meer dat ontwerpleiders direct gekoppeld zijn aan een veilig ontwerp en een
55
ONDERHOUD <
@
Safety
Mourik
Mourik is een innovatief familiebedrijf dat traditionele menselijke waarden combineert met modern ondernemerschap, hoogwaardige technieken, inspirerend leiderschap en een proactieve instelling. Zij zijn een betrouwbare partner die wereldwijd toegevoegde waarde weet te creëren met een breed scala van diensten in meerdere technische disciplines, waarbij de synergie tussen de Mourik bedrijven optimaal wordt benut. Mourik staat voor gezond rendement, continuïteit, veilig werken en maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Werken zonder schade aan mensen, middelen, omgeving of milieu: dat is het doel. Om dat te realiseren, heeft Mourik een algemene nul-ongevallen doelstelling. Het is namelijk de overtuiging dat alle ongevallen te voorkomen zijn. Het veiligheidsbeleid van Mourik is een integraal onderdeel van het beleid Maatschappelijk Verantwoord ondernemen (MVO). “Veiligheid zit in ons DNA en is het vertrekpunt voor alles wat we doen”, zegt Arend Profijt, HSEQ Manager bij Mourik Industry.
> Veiligheid verankerd in de lijn. Veilig werken is bij Mourik verankerd in de lijnorganisatie. “Door het geven van voorlichting en instructie, het verstrekken van de noodzakelijke middelen, het kiezen van veilige werkmethoden en door het houden van toezicht, leggen we een veilige basis voor de uitvoering van elke opdracht. Cultuur is net zo belangrijk voor ons veiligheidsbeleid. Door elkaar te stimuleren, te controleren en te motiveren om veilig te werken zullen we in staat zijn onze nul-ongevallen doelstelling te realiseren”.
> Systemen zijn ondersteunend. “Daarbij worden we geholpen door S@M”, zegt Profijt. “S@M helpt ons een duurzame veiligheidscultuur te creëren, met aandacht voor persoonlijk leiderschap en eigenaarschap voor alle medewerkers en een intrinsieke veilig-
56 september 2019
heidshouding bij iedereen. We hanteren een aantal specifieke, voor Mourik ontwikkelde, technieken om veiligheid te organiseren en te stimuleren”. Voor en door eigen medewerkers. S@M is geen systeem, maar een mascotte voor veiligheid. Profijt noemt het branding van de veiligheidsmethodieken zodat ze onder de aandacht blijven. “Human factor komt terug in onze innovaties. Zo ontwikkelen we bijvoorbeeld een bril die gebruik maakt van Augmented Reality, waardoor je realistisch kunt trainen en in de toekomst belangrijke data in real time kunt aflezen in de fabriek”. Hij noemt als voorbeeld de temperatuur van een leiding waaraan gewerkt moet worden, of de check of deze nog onder druk staat. “Een andere invalshoek is dat we afscheid van verouderd materieel nemen als uit veiligheidsstudies blijkt dat ze niet meer aan onze huidige standaard voldoen”.
> Leren van incidenten en elkaar. “Jaarlijks analyseren we onze incidenten en meldingen van onveilige situaties op trends. Daarnaast rapporteren veiligheidskundigen maandelijks, en op projecten zelfs wekelijks, volgens een specifiek Mourik kader welke veiligheidszaken spelen. Zo zijn we constant op de hoogte van wat er speelt op het gebied van veiligheid. Met name de divisie industrie
‘Cultuur vat je niet in een systeem’
Arend Profijt Foto: Mourik Industry
loopt voorop waar het gaat om ontwikkelen van genoemde methoden en beleid. Dat komt ook omdat de norm daar hoger ligt dan in andere branches. Deze ontwikkelingen worden gedeeld op holding niveau van waaruit beleid voor de gehele organisatie wordt bepaald: 1 Mourik”.
> Tip van Arend. “In de loop van de jaren heeft ons veiligheidsbeleid ook uitstraling naar buiten gehad. En daar ben ik best trots op. Niet alleen zijn onze veiligheidsprestaties van een hoog niveau, het geeft ook vertrouwen aan onze klanten. Vooral dat is de laatste jaren steeds meer zichtbaar geworden. Wat ik vaak tijdens branchemeetings en workshops meegeef, is dat veiligheid dicht bij de mensen moet blijven. Cultuur vat je niet in een systeem. En als je mensen aan wilt spreken op gedrag, neem dan eerst een coachende houding aan. Het gaat erom dat je mensen wilt helpen leren, dus een veilige leeromgeving is dan super belangrijk. Mede daarom hebben we bij Mourik Industry ’Just S@M’ ontwikkeld. Dat gaat helemaal over die veilige leeromgeving. Mijn grootste wens is dat we veiligheid op een positieve manier beleiden; met elkaar en voor elkaar. <
Essentiële Mourik-veiligheidsregels • Houd je met de HOOGSTE PRIORITEIT aan specifieke regels en procedures van de opdrachtgever • Sta nooit onder of in het valbereik van een hangende hijslast • Betreed nooit besloten ruimten (tanks, riolen, kelders) zonder de noodzakelijke gasmetingen en –procedures • Bescherm jezelf tegen valgevaar op hoogte (>2 meter) of bij putten • Zorg dat je zichtbaar bent en gezien wordt door bedieners van kranen en groot materieel • Gebruik uitsluitend goedgekeurde en CE-gemarkeerde gereedschappen, hijsmiddelen of materieel • Gebruik van alcohol of drugs tijdens (of voor) het werk is verboden • Verricht alleen onderhoud aan veiliggestelde machines en equipment • Overbrug nooit beveiligingen van machines of systemen • Gebruik van voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen is verplicht
57
VISIE <
In meer dan 18.000 producten is asbest toegepast
Foto: NVDO
58 september 2019
Elk jaar overlijden circa 1.400 mensen aan de gevolgen van asbest. Al sinds 1994 is asbest verboden als bouwmateriaal. In nieuwe producten mag het niet meer gebruikt worden. Asbest komt echter nog veel voor in oudere gebouwen en producten, zoals vloerbedekkingen, schoorsteenpijpen en huishoudelijke apparaten. Asbest is een mineraal dat opgebouwd is uit microscopisch kleine vezels. De vezelachtige structuur is vaak te zien bij beschadigingen van asbesthoudend materiaal. Asbesthoudende producten zijn vaak typisch grijs. Golfplaten komen echter in alle kleuren voor. Daar weet Harry Vonk, bestuurder IAAF (International Asbestos Awareness Foundation) alles van. “Asbesthoudende materialen hebben uiterlijke kenmerken, zoals een lichtgrijze kleur. Maar, dat wil niet zeggen dat alle producten met een lichtgrijze kleur asbest bevatten. Het advies is daarom te kijken naar de eigenschappen in combinatie met jaartallen. Met meer dan 18.000 producten blijft het een expertise. Voor bouwwerken is 1994 en voor de Industrie is 2004 een peildatum”.
• Het plan om asbestdaken per 2028 te verbieden is gesneuveld. Er is te weinig draagvlak in de Senaat voor het verbod. De Senatoren vinden het plan om asbest op daken te verbieden, vooral te duur voor huiseigenaren. • Naar schatting hebben 400.000 panden een asbest dak, ongeveer 100.000 daarvan zijn huizen. Het rapport van de Gezondheidsraad uit 2010 is één van de aanleidingen geweest om de wet te maken. • Dat rapport stelde dat er veel strengere eisen moesten worden gesteld aan asbestverwijdering, omdat de risico’s veel groter zijn dan tot dan toe was aangenomen. • Staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat verwacht eind dit jaar met een plan te komen hoe asbestdaken wel gesaneerd kunnen worden.
> Als asbest niet meer mag. Asbest heeft veel goede eigenschappen zoals duurzaam, thermisch-, elektrisch-, geluids- isolerend, sterk en slijtvast. Bovendien was asbest goedkoop en gemakkelijk te verwerken met andere producten als cement, gips, bitumen, papier, et cetera. Tot eind jaren ‘80 werd asbest veel gebruikt in gebouwen en woningen. Vonk; “Ik kijk uit naar de dag dat er 1 vervangend product komt voor asbest. Alleen zal dat nog wel even duren. Voor elke positieve eigenschap zijn er vervangende producten, zoals steenwol, pvc en volkernplaat (Trespa). Alleen heeft geen van die vervangende producten alle eigenschappen van asbest”.
> Het kan zomaar mis gaan. Voor werknemers die beroepshalve met asbesthoudend materiaal in aanraking kunnen komen, is het belangrijk te weten wanneer er sprake is van een risicovolle situatie. Vonk; “De R&I verplichting in het Arbeidsomstandighedenbesluit verplicht de opdrachtnemer te informeren naar de risico’s. Als opdrachtgever moet je informeren welke risico’s er zijn. Indien er specifieke risico’s zijn, bestaat er een mededelingsplicht. Als maintenanceprofessional kan je je het beste laten scholen in het herkennen van asbest en risicovolle situaties. Voor elke beroepsgroep liggen de risico’s anders. Daarom worden asbestherkenningscursussen op maat aangeboden”.
> Asbestbeheersplan(ABP). Vonk benadrukt dat elke organisatie een zichtbaar beheerplan zou moeten hebben. “In zo’n plan leg je zaken vast zoals een monitoringsplan, communicatieplan, incidentenplan, beheersmaatregelen en een termijnplanning”. De professionals die het vaakst met asbest te maken krijgen, zijn onderhoudspersoneel. Vonk pleit voor opleiding van die beroepsgroep. “Het is van belang hen op te leiden in het herkennen van verdachte en risicovolle situaties. Om dat nog beter te realiseren, richt Vonk samen met KIWA het Asbestmuseum in Delft in. Meer dan 3.000 bijzondere producten en meer dan 2.500 reclame-uitingen zijn hier te zien”.
Harry Vonk, IAAF Foto: Privécollectie
> Controle. “Maak een overzicht van te nemen maatregelen indien de monitoring hiertoe aanleiding geeft, en koppel dat aan een noodplan (calamiteitenplan)”. Vonk geeft aan dat organisaties soms te veel op de wetgeving handhaven en geen goed intern communicatieplan hebben met daarin een overzicht van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. “Natuurlijk zijn periodieke evaluaties en kwaliteitscontroles van belang. Alleen is het ook belangrijk informatie zorgvuldig te delen met personeel. Zo kunnen vervelende situaties worden voorkomen. Het blijft een specialisme risicovolle situatie te herkennen, aangezien niet elke asbestsituatie gevaarlijk is”. <
‘Ik kijk uit naar de dag dat er 1 vervangend product komt voor asbest’ 59
CursusKalender 2 oktober; iMaintain PrestatieManagement, het jaarcongres van de NVDO Sectie Suto CREATING VALUE Een goede Asset Management-strategie levert geld op. Maintenance wordt steeds vaker gezien als een profijtelijke bedrijfsfunctie. Predictive, just-in-time maintenance voorkomt onverwachte downtime en door sleuteluren slim in te plannen, kan stilstand worden geminimaliseerd. Het mag duidelijk zijn dat dit een positief effect heeft op de uptime en de productieoutput en daarmee op de bedrijfsdoelstellingen . Om de concurrentiepositie van onze bedrijven en onze installaties te versterken, is instandhouding alleen niet goed genoeg meer. Nieuwe kennis en innovaties en een integrale benadering maken het mogelijk om de technische dienst in te zetten als een verbetermotor die onderhoud combineert met levensduurverlenging, vervangingen en modernisering. Het doel: creëren van maximale economische waarde voor het bedrijf. Om waarde te kunnen creëren, is het belangrijk om op onderbouwde wijze de juiste investeringen in onderhoudsprocessen en installaties te doen. Tijdens het Suto Jaarcongres iMaintain Prestatiemanagement, krijg je praktische handvaten om waarde te creëren met techniek, installaties, processen en mensen. Met onderbouwing vanuit praktijkervaring en wetenschappelijk onderzoek
Onderwerpen • Keynote Mark Haarman (Mainnovation); op zoek naar de verborgen waarde van onderhoud – resultaten van 25 jaar onderzoek’ • Lezing door Jeroen van de Rijt (Best Value Group); Een succesvolle Asset Management-strategie is voor een belangrijk deel afhankelijk van prestaties van derden • Netwerklunch • Asset Management is erop gericht om de waarde van fysieke assets te optimaliseren over hun gehele levenscyclus. Willem Haanstra (Universiteit Twente) richt zich met zijn onderzoek op de vraag hoe asset management organisaties de levenscycluskosten en -baten van hun assets op een effectieve wijze kunnen evalueren en blijven volgen. Wat is de rol van life cycle costing? Waar liggen de knelpunten? En kunnen we life cycle costing ombuigen in life cycle value? • Jan Jaap Moerman (Samoa) spreekt over ‘Lerende organisaties’ m.b.t. introducties van nieuw equipment • Merishna Ramtahalsing (Universiteit Twente) spreekt over ‘Systeemintegratie SIRA’ (System Integration for Railway Advancements) • Interactief debat • Afsluitende lezing
9/10 oktober; Verkenning Asset Management Na het volgen van deze cursus: Heeft de deelnemer kennis van Asset Management definities en de vereisten genoemd in PAS 55 en ISO 55000. De cursist is zich bewust van de toegevoegde waarde van Asset Management voor zijn organisatie en kent de verschillende Asset Management domeinen en hun samenhang. Beschikt de deelnemer over “field proven” frameworks, modellen en best practices die concreet in de eigen situatie kunnen worden toegepast.
Nota bene: Deze cursus is geaccrediteerd door het Institute of Asset Management (IAM) en behandelt alle IAM modules (A1-A2 en B1 t.e.m. B6). De deelnemer zal na het succesvol afronden van de bijbehorende toets
60 september 2019
een certifcaat ontvangen met een uniek nummer uitgereikt door het Institute of Asset Management.
Programma Dag 1 • Algemene Introductie en Introductie in Asset Management (AM) • PAS55 introductie en kennismaking met ISO 55000 • AM Model • AM Elementen, Richtlijnen, Risk Management, Beleid en Strategie en Concepten Dag 2 • Plan en Service Providing • Performance en Metingen • Analyses, Organisatie, Medewerkers en Middelen • Implementatie
10/11 oktober; Uitbesteden van Onderhoud Na het volgen van de tweedaagse cursus Uitbesteden van Onderhoud, is de cursist in staat om het proces van contractmanagement in te richten en te beheersen. Concreet leert de cursist wat contractmanagement inhoudt, welke typen onderhoudscontracten mogelijk zijn en hoe deze strategisch toegepast kunnen worden. Daarnaast leert de cursist onderhoudscontracten opstellen, borgen, bewaken en evalueren. Tot slot worden de concepten Life
Cycle Costing en Total Cost of Ownership behandeld als uitgangspunten voor investeringsbeslissingen.
Onderwerpen Algemeen Strategie Opstellen contracten Leverancierselectie Controle en Grip
15,16 oktober; Life Cycle Costing Life Cycle Costing (LCC) is een methodiek om de totale kosten van assets zo juist mogelijk in kaart te brengen. Hierbij wordt gekeken naar de complete life cycle van een asset, van kopen tot en met afbreken. Het toepassen van LCC kan bijdragen aan het optimaliseren van onderhoud aan assets en het bepalen van het juiste moment van vervanging.
Resultaten voor deelnemers aan de training "Life Cycle Costing”: Dag 1 • Herkennen van valkuilen op het gebied van onderhoud • Inzicht in de methodieken van LCC • Waarde van informatie voor optimaliseren van Beheer en Onderhoud • Inzicht in het waarom en wat mee te nemen in een LCC berekening
In company mogelijk
• Kunnen toepassen van de methodiek en inzicht in de levenscyclus kosten
Onderwerpen In deze training met uitgebreide praktijkvoorbeelden en interactieve opdrachten, worden onder andere de volgende onderwerpen behandeld: • Functie van informatiemanagement in alle fasen van Life Cycle Costing • Belang, nut en implementatie van LCC in projecten bij besluitvorming • LCC in projecten versus beheer en onderhoud • Omgaan met Lange Termijn Asset Planning (LTAP) • Informatie vastleggen, delen en beheren • Tools voor het verzamelen van informatie • Onderhoudsinformatiesystemen • Inzicht in kosten gedurende de totale levensfase van de asset
16,17,18 oktober; Werkvoorbereiding van Onderhoudswerkzaamheden Het doel van de cursus is te leren om op een verantwoorde en efficiënte manier om te gaan met het werkvoorbereidings- en planningsproces en daarnaast inzicht te krijgen in de complexiteit en toegevoegde waarde van de werkvoorbereidingsfunctie.
Doel Het doel van deze cursus is om de (toekomstige) maintenance engineer in zijn dagelijkse werk een goede ondersteuning te bieden.
Onderwerpen Dag 1 • Visie op onderhoud en op de rol van de werkvoorbereiding • Belangrijke begrippen met betrekking tot voorbereiding en planning • Het onderhoudsproces en de bijdragen van de werkvoorbereider
• Optimalisatie en prioriteiten stellen • Functieprofiel van de werkvoorbereider Dag 2 • Coördinatiemethoden en standaardisatie • Case 1: standaardisatie van werkmethoden • Invloed van de installatieconditie op werkvoorbereiding • Het archief van de werkvoorbereider: opzet van mini-files • Case 2: werkvoorbereiding en calculatie Dag 3 • Plantijden, soorten tijdsbesteding en reduceren van vermijdbare verliestijden • Hands on Tool Time (HOTT) • Zin en onzin van gangbare calculatiemethodieken • Soorten planning en relatie met uitbesteding • Case 3: opbouw weekplanning • Relevante prestatie-indicatoren • Stappenplan voor duurzame verbetering van de werkvoorbereiding 61
R&ME in de praktijk gebracht Enexia BV begeleidt klanten bij het ontwikkelen van onderhoudsstrategieën en bij de implementatie en acceptatie hiervan in de organisatie en systemen. “Reliability- en Maintenance Engineering is ons vak” zeggen Edo Welling en Mathieu Lindner, beiden senior adviseur en eigenaar. “Wij helpen onze klanten door bij te springen en zo de tijdelijk benodigde extra capaciteit, kennis en ervaring te leveren die nodig is om de verbeterslag tot een succes te maken”, aldus Welling. “Wij willen een tijdelijk maatje en kritische coach zijn. We zien dat veel bedrijven wel een enorme technische kennis van hun eigen machinepark hebben, maar ze missen de tijd en kennis om Asset- en Onderhoudsmanagement naar een hoger plan te tillen. En vervolgens blijkt het lastig om die nieuwe standaard te borgen in de organisatie”.
‘Waardevol klankbord van vakgenoten’’
Leergang R&ME Tijdens de leergang wordt de deelnemer vaardig in het toepassen van methodische benaderingen voor het oplossen van lastige vraagstukken. Daarbij wordt veel aandacht besteed aan het vergroten van de persoonlijke effectiviteit en aan het onbevangen leiden van verbetergroepen. Na afloop van de leergang beschikt het bedrijf over een doelgerichte, slagvaardige verbeteraar.
Lindner en Welling volgden de Leergang Vaardigheden voor Reliability & Maintenance Engineering (R&ME) van de NVDO/CoThink. Zij brengen dagelijks de waardevolle elementen uit de leergang in praktijk. Welling; “Een belangrijke succesfactor van deze leergang is dat de theorie van het vakgebied op een begrijpelijke manier wordt aangereikt. Vervolgens wordt deze direct vertaald naar heldere toepasbaarheid. Dit vinden wij belangrijk omdat dit ons helpt om onze klanten praktische handvaten te geven en zo de nieuwe werkwijze te omarmen”.
Praktisch inzetbaar Tijdens de leergang wordt de aandacht goed verdeeld tussen de inhoudelijke kennis van Asset- en Onderhoudsmanagement, de logische aanpak van het RATIO-model, maar ook aan de menselijke en organisatorische kant van het vakgebied, waardoor alle elementen aanwezig zijn om succesvolle implementatie te waarborgen. Naast robuuste concepten, helpen de advies- en facilitatievaardigheden Enexia bij hun aanpak. Welling; “Wij gaan intensief met het personeel van de klant aan het werk. Het is dus belangrijk dat wij kunnen staven of de organisatorische condities aanwezig zijn zodat verbeterprojecten kunnen slagen. Zo kunnen we bijsturen als dat niet helemaal het geval is”.
Leren van elkaar Tot slot is de diversiteit van deelnemers aan de leergang een groot voordeel. Aangezien het programma wordt gegeven in blokken van twee dagen, overnachten veel deelnemers op de trainingslocatie. Overdag wordt intensief samen geleerd en geoefend, ’s avonds is er tijd om elkaar beter te leren kennen, te netwerken en te sparren over uitdagingen uit de dagelijkse praktijk. Hiermee ontstaat een waardevol klankbord van vakgenoten die elkaar ook ná de leergang < nog weten te vinden.
62 september 2019
SEE VITAL SIGNS. TAKE VITAL ACTION. In de wereld van Ultimo draait alles om beheerprocessen en de software die u daarvoor nodig hebt. Als u de maintenance verantwoordelijke bent, wilt u niets liever dan dat uw assets u continu vertellen wanneer het volgende preventieve onderhoud nodig is, welke werkzaamheden op stapel staan, welke contractverplichtingen aan de orde zijn of wat de exacte locaties van uw installaties zijn. Ultimo zorgt ervoor dat de cruciale signalen over uw assets worden doorgegeven. Zodat u ze ziet en daadkrachtig kunt handelen. Are you listening?
Al uw assets vertellen hun verhaal. Maar luistert u hier wel naar? Weten hoe u uw assets en objecten kunt live-linken? Stel uw vraag aan sales@ultimo.com
Live-link your assets and facilities.
VAN DER LINDEN & VELDHUIS
G INDUSTRIÃ&#x2039;LE ISOLATIE G BRANDBESCHERMING G TRACING G STEIGERBOUW
Is o l a t ie a l s t w e e de na t u u r Van der Linden & Veldhuis Isolatie B.V., Edisonstraat 5, 3133 KG Vlaardingen Postbus 232 - 3130 AE Vlaardingen, Telefoon 010 - 445 66 00, Telefax 010 - 435 64 80 Vestigingen: Sas van Gent en Wormerveer www.lindveld.nl