SAMEN VOOR SCHONE EN AFVALVRIJE GEMEENTEN
VAKBLAD VAN DE NVRD | JAARGANG 108september #05 JUNI 2017 VAKBLAD VAN DE NVRD | JAARGANG 111 #07 2020 PERIKELEN CRISISTEAM HIELD RONDOM DE AFVALAFVALSTROOM STOFFENHEFFING TIJDENS LOCKDOWN BEHEERSBAAR
BIJPLAATSEN VAN LEIDT DE DROOGTE AFVAL BIJ ANDER ONDERGRONDSE TOT EEN AFVALCONTAINERS STRAATBEELD?
OPLOSSING VOOR GROF HUISHOUDELIJK ISWA’S WERELDWIJDE KIDV KOMT MET HOGER LUIERSIN STEEDS RESTAFVAL, WEL OF NIET NETWERK DOEL VOOR DUURZAAM DICHTERBIJ NASCHEIDEN? NEDERLAND VERPAKKEN
Met de revolutionaire ondergrondse stempelpers eenvoudig van bron- naar nascheiding
hoge verdichtingsgraad
optimaal geschikt voor nascheiding
uitgekiend laag eigengewicht
minimaal energieverbruik
veilige zwakstroom
zeer kostenbesparend
ook voor andere reststromen
dynamische volmelding
ruimtebesparend
De Rooij Milieutechniek drukt zijn stempel op efficiĂŤnt nascheiden Lees er verder in dit blad meer over of scan de QR-code voor meer informatie.
T +31 (0)416 31 29 09 info@derooijmilieutechniek.nl www.derooijmilieutechniek.nl ISO 9001, ISO 14001 en VCA gecertificeerd
COLOFON UITGEVER NVRD, WTC Arnhem Nieuwe Stationsstraat 10 6811 KS ARNHEM +31 (0)88 - 3770000 post@nvrd.nl www.nvrd.nl REDACTIECOMMISSIE Marc Veenhuizen, ACV Groep (hoofdredacteur) Riny de Jonge, gemeente Amsterdam Addie Weenk, Rijkswaterstaat Diederik Notenboom, Meerlanden Folkert Starreveld, Cyclus Management Dico Kuiper, gemeente Alphen aan den Rijn Marianne Zegwaard, Stantec Kees van der Laan, Gemeente Rotterdam Annemieke Braamburg, Twente Milieu Ilse van der Grift, NVRD
INHOUD 09
12
Droogte is een hot issue, merken beheerders van de openbare ruimte. Gemeenten nemen ‘klimaatadaptieve maatregelen’ door het verhard oppervlak te verminderen, water vast te houden en te bergen en de bodem te verbeteren.
Dat de corona-maatregelen er binnen de afval- en recyclingbranche stevig inhakten mag duidelijk zijn, maar de effecten zijn niet voor iedere grondstof gelijk.
LEIDT DE DROOGTE TOT EEN ANDER STRAATBEELD?
EINDREDACTIE Karin Hegeman en Berit Aagten Postbus 1218, 6801 BE Arnhem +31 (0)88 - 3770000 hegeman@nvrd.nl
In het huidige VANG-beleid en de monitoring hiervan ligt de focus vooral op afvalscheiding en nog niet op het sluiten van ketens (circulariteit).
REALISATIE EN DRUK Print2Pack, print2pack.nl
ABONNEMENTENADMINISTRATIE NVRD, Postbus 1218, 6801 BE Arnhem Jaarabonnement ad €108 ex btw. België €125 (Europa en buiten Europa op aanvraag). Los: €11,50. BEËINDIGING ABONNEMENT Abonnementen moeten schriftelijk bij de NVRD en uiterlijk op 15 november worden opgezegd. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd. Gemeentereiniging en Afvalmanagement is het officiële vakblad van de NVRD. Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard. ISSN 1569-0458 © NVRD RECYCLED Made from recycled material
C106833
34
BENCHMARKEN OP CIRCULARITEIT: EEN HELE UITDAGING!
ADVERTENTIE-EXPLOITATIE Elma Media B.V. Silvèr Snoek - Sales Manager 0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl www.elma.nl
Coverbeeld: Peter Hilz/ANP
AFVALSTROMEN KENNEN EIGEN MORES TIJDENS CORONACRISIS
19
KIDV: RECYCLING EN CIRCULARITEIT OP TERMIJN ONVOLDOENDE ‘Meer en beter recyclen is niet genoeg en verpakkingen volledig circulair maken een utopie.’
05 BEZEM 06 CRISISTEAM HIELD AFVALSTROOM TIJDENS LOCKDOWN BEHEERSBAAR 15 ONDERZOEK: CONCRETE VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN PMD-BRONSCHEIDING 16 AVRI DEELT ERVARINGEN BIJ INVOERING OMGEKEERD INZAMELEN 22 ONTMOETING TUSSEN TWEE NIEUWE VOORZITTERS 25 AANDACHT VOOR E-WASTE BLIJFT NOODZAKELIJK 27 ZWERFAFVAL: METEN IS WETEN 30 ISWA’S WERELDWIJDE NETWERK IN NEDERLAND 33 DE LEDEN CENTRAAL 34 BRANCHENIEUWS 37 NVRD NIEUWS 41 CLOSE-UP
GRAM wordt gedrukt op papier met het FSC®-keurmerk en verschijnt 10x per jaar.
GRAM #07 september 2020 | 3
Samen werken aan een circulaire economie?
Zo doen we dat! Gerecyclede matrassen verwerkt in nieuwbouw hoofdkantoor Cure Afvalbeheer Cure Afvalbeheer zamelt oude matrassen in en laat deze duurzaam recyclen door RetourMatras. Na recycling produceert RetourMatras isolatiemateriaal van de herbruikbare grondstoffen uit een oude matras. Op de nieuwbouwlocatie van Cure Afvalbeheer in Eindhoven is gekozen voor hergebruik van materialen, waaronder gerecyclede matrassen voor isolatie en geluiddemping.
WWW.CURE-AFVALBEHEER.NL
–
WWW.RETOURMATRAS.NL
VERANDERINGEN Kansen of bedreigingen? Glas halfvol of halfleeg? Probleem of uitdaging? Geloven we in technische innovaties of verwachten we dat half Nederland straks onder water staat? Veranderingen zijn van alle tijden, behalve misschien voor een bezem. Die veegt en schrijft een column, die veegt en schrijft een column, die veegt… Ik wil de branche graag kennen als een club mensen die graag de handschoen oppakt en deze niet als zwerfafval laat liggen. Liefst een club die ook nog zoekt naar de goede bak om deze handschoen in te doen. Een branche die veel belangen kent, en die van anderen respecteert. En nee, dit keer gaat het nu even niet over de wig die sommigen proberen te drijven tussen de afvalscheiders door er de woorden ‘voor’ en ‘na’ aan toe te voegen.
Biedt de coronacrisis kansen of brengt het alleen maar ellende? Helaas veel ellende als je getroffen wordt door het virus en je klachten hebt en houdt. En zeker als je er een dierbare aan verliest. Het virus is niet weg, al denken sommigen van wel. Maar het kan, al moeten we er stevig ons best voor doen; omdenken in tijden van crisis. Onze branche zou onze branche niet zijn als we dat niet kunnen. Mensen werken thuis, dus er is meer huishoudelijk afval en minder bedrijfsafval. En de scheidingsinfrastructuur is buitengewoon goed in Nederland. Door thuiswerken staan er veel kantoren leeg. Hadden we niet een woningprobleem? Ik zie kansen. We zijn meer thuis, we zijn oneindig creatief geworden en enorm veel gaan knutselen en hergebruiken. Stijgen de percentages preventie van afval ook eindelijk eens. Het fileprobleem, welk probleem? Vliegtuigoverlast, geluid of CO2-uitstoot; vervlogen. En we zijn massaal in de tuin aan het werk. Mooi voor de biodiversiteit, mooi voor u, mooi voor mij, mooi voor ons. Wat blijkt, het kan ook allemaal wel een tikkie minder dan we dachten. Een virus liet ons uiteindelijk de grenzen aan groei zien en beleven. Dat had club van Rome dan weer niet voorzien.
GRAM #07 september 2020 | 5
CRISISTEAM HIELD AFVALSTROOM TIJDENS LOCKDOWN BEHEERSBAAR Noodgedwongen afschalen en ziek personeel: dat waren de grootste angsten van het ‘crisisteam verpakkingen’ van de afvalsector. Uiteindelijk zorgde de snelle toename van afvalvolume voor de grootste druk op de afvalketen in de eerste weken na de lockdown-maatregelen van 15 maart. Inmiddels is het crisisteam ontbonden, maar de draaiboeken voor een mogelijke tweede golf of andere crisis liggen klaar.
A
l in februari kwamen vertegenwoordigers van partijen uit de afvalsector bij elkaar om een corona crisisteam te vormen. Daaronder het Afvalfonds, Nedvang, de NVRD, regie Kunststoffen Nederland (RKN), de VNG, de VA en enkele weken na de oprichting ook de PRN (papiersector). Er waren twee redenen voor de oprichting, stelt Tjaco Twigt, voorzitter van het crisisteam. "Snel grip krijgen op de betekenis en impact van deze crisis en een risicoanalyse maken over wat er op ons af kon komen en hoe daarmee om te gaan.”
TEKST: MARTIJN KREGTING
In de maanden die volgden, is er hecht samengewerkt om verwachte en echte uitdagingen het hoofd te bieden. ANDERE UITDAGINGEN DAN VERWACHT Die uitdagingen waren niet gering, vertelt Twigt: “Op basis van de risicoanalyse hebben we een aantal scenario’s opgesteld. Wij vreesden vooral voor problemen als er door ziekte overslagstations of sorteercentrales zouden uitvallen. Hoe moesten we dan uitwijken met ingezameld afval? Wat we niet voorzien hadden, was de enorme groei van het volume van pmden restafval.”
De afvalstromen die normaal bij kantoren en scholen vrijkomen (bedrijfsmatige inzameling), kwamen namelijk opeens samen bij woningen (huishoudelijke inzameling). Het gevolg van thuiswerken en kinderen die online school moesten volgen. Dit werd de grootste bottleneck, zag Ilse van der Grift van de NVRD. “Dat werd al snel duidelijk via het corona-meldpunt van de NVRD. De officiële data waren er nog niet om het te onderbouwen, maar er kwamen steeds meer signalen binnen dat het hard ging met het volume.”
TJACO TWIGT: “WAT WE NIET VOORZIEN HADDEN, WAS DE ENORME GROEI VAN HET VOLUME VAN PMD- EN RESTAFVAL.”
Tjaco Twigt, Afvalfonds Verpakkingen
6 | GRAM #07 september 2020
VOLUMEGROEI 20 PROCENT Ook Jurgen de Jong van RKN/Midwaste en HVC werd verrast door de snelle toename. “We hebben het dan over een gemiddelde volumegroei van circa 20 procent. 10 procent hadden we nog wel op kunnen vangen, dit was te veel.” In de eerste week kon het extra volume desondanks nog opge-
vangen worden door buffers in de keten. In de tweede week werden de grenzen van die extra capaciteit bereikt. Zowel bij op- en overslagbedrijven als sorteer en recyclingbedrijven. “Er viel echt niks meer te bufferen”, vertelt de Jong. “Vooral in de laatste week van maart liep het de spuigaten uit.” Een enkele keer leidde dat bij RKN, met de aangesloten bedrijven verantwoordelijk voor afvalinzameling bij 200 gemeenten, tot het verbranden van zo’n 1000 ton pmd. “Dat is allemaal volgens de regels gegaan. Het is misschien op jaarlijks 230.000 ton geen enorme hoeveelheid. Maar we doen dit liever helemaal niet bij wat grondstoffen behoren te zijn.”
ILSE VAN DER GRIFT:
Uiteindelijk zorgde het voortdurende overleg binnen het crisisteam ervoor dat het afvalprobleem beheersbaar bleef. Zo werd er vanuit het Afvalfonds extra geld beschikbaar gesteld. Heel belangrijk was volgens Van der Grift ook dat medewerkers van bedrijven overal in de afvalketen de schouders eronder hebben gezet. “Van tevoren
BEROEP, MAAR
“DE WERKBEREIDHEID ONDER MEDEWERKERS WAS GROOT. ZE WERKEN AL HARD IN HUN VAAK ONDERGEWAARDEERDE HEBBEN NU EEN TANDJE BIJGEZET.” Ilse van der Grift, NVRD dachten we dat ziekte onder personeel in de afvalsector het grootste probleem zou worden. Zover kwam het gelukkig niet. Natuurlijk was er wel sprake van ziekte door corona. Dat begon in Noord-Brabant en vond daarna in de rest van Nederland plaats. Maar de grote klap is nooit gekomen. De werkbereidheid onder veel medewerkers was zeer groot. Ze werken al hard in hun vaak ondergewaardeerde beroep, maar hebben nu nog een tandje bijgezet.” VOORLICHTING ACHTERBAN Dat was niet altijd even makkelijk, want ook medewerkers uit de afvalsector kregen met maatregelen zoals afstand houden te maken. “Er zaten bij de inzameling nog wel eens drie mensen in de cabines. Dat ging nu natuurlijk niet zomaar”, vertelt Van der Grift. Vanuit de NVRD is er zoveel mogelijk gedaan om de achterban zo goed en snel mogelijk voor te lichten, onder meer door de nieuwsbrief elke week uit te brengen met corona-updates.
Jurgen de Jong, RKN/Midwaste (Foto: Emiel Lops Fotografie)
Vanaf april werd duidelijk dat de afvalsector het voor elkaar kreeg om – mede door extra coördinatie vanuit het crisisteam – afdoende capaciteit te vinden voor het extra volume. Soms kon er ook naar het buitenland (vooral Duitsland) worden uitgeweken. In het geval van langer op
te slaan afval zoals papier werden tijdelijk twee opslaglocaties ingericht (die op korte termijn opgeheven worden). “Ook al liepen de data soms wat achter, we bleven in staat om de hele keten efficiënter in te richten”, vertelt De Jong. “De allerergste scenario’s zijn dus nooit uitgekomen.”
JURGEN DE JONG: “OOK AL LIEPEN DE DATA SOMS WAT ACHTER, WE BLEVEN IN STAAT OM DE HELE KETEN EFFICIËNTER IN TE RICHTEN. DE ALLERERGSTE SCENARIO’S ZIJN NOOIT UITGEKOMEN.” GRAM #07 september 2020 | 7
KWETSBAARHEID AFVALKETEN Toch bleek duidelijk hoe kwetsbaar de afvalketen is. “We willen verduurzamen door te recyclen”, stelt Van der Grift, “maar de sorteer- en verwerkingscapaciteit hiervoor is zowel in Nederland als het buitenland beperkt. Dat moet echt breder, we moeten aan risicospreiding doen.” Om de duurzaamheidsdoelen te halen, voegt De Jong toe, is het dus nodig om snel die capaciteit uit te breiden. Er is nu een wakeup call geweest, maar mensen hebben de neiging om snel te vergeten en terug te vallen in oude gewoonten. “Daarnaast denk ik dat we veel meer toe moeten naar het werken met realtime data in de hele keten. De afgelopen maanden bleek dat we soms met oudere data heel snel moesten schakelen. Onze sector loopt hierin achter. Ook onder normale omstandigheden kunnen we zeker nog de efficiency in de keten verhogen en duurzaamheidsambities sneller realiseren.”
Twigt ziet nog enkele andere uitdagingen ontstaan. Zo blijkt dat als gevolg van eerst de lage olieprijs, toen de coronacrisis en nu de economische recessie de vraag naar recycleerbaar kunststof behoorlijk begint te dalen. De prijs ervan ligt redelijk vast, dus wordt eerder gekozen voor goedkopere alternatieven (virgin plastic). "Dat is een probleem voor de afvalketen, maar ook eentje waar dit crisisteam relatief weinig aan kan doen behalve het op de agenda zetten." Een andere uitdaging - die de sector nu versneld oppakt - is de behoorlijke vervuiling van pmd- en textiel. Twigt: "Mensen hebben veel positieve zaken laten zien tijdens de coronacrisis. Maar er is ook meer laksheid opgetreden in waar restafval bij terecht kwam. We lanceren nu de campagne recycleklaar. nl. Dit moet gemeenten helpen weer meer bewustzijn te creëren bij hun inwoners over de noodzaak van goede afvalscheiding.”
Een derde punt is dat er door de focus op het beheersbaar houden van de afvalinzameling minder focus was op noodzakelijke innovaties. "Denk aan nieuwe technologie voor sorteren en recycling. Daar willen we de komende tijd weer meer aandacht aan besteden." SAMENWERKING IN CRISISTEAM De samenwerking in het crisisteam is als prettig en nuttig ervaren. “We hebben heel intensief samengewerkt en goede ervaringen met elkaar opgedaan”, stelt Twigt. “Dat kunnen we ook gebruiken voor nieuwe uitdagingen die op ons pad komen. We spreken elkaar nog altijd in dezelfde samenstelling elke twee weken. Verder is het crisisteam op dit moment ‘slapende’, omdat de situatie onder controle is. Zo nodig kan het snel weer opgestart worden, mocht er een tweede golf komen, dan liggen er ook draaiboeken klaar.”
www.bollegraaf.com • info@bollegraaf.com 8 | GRAM #07 september 1_2_li_GRAM_190x130-C.indd 1
2020
01-09-2020 09:44
LEIDT DE DROOGTE TOT EEN ANDER STRAATBEELD?
In het najaar start in de wijk Bornse Maten een proef met nieuwe vegetatie. Het merendeel van de eiken wordt vervangen door appel, walnoot en mistel. Foto: Raymond Hofsté
Droogte is een hot issue, merken beheerders van de openbare ruimte. Gemeenten nemen ‘klimaatadaptieve maatregelen’ door het verhard oppervlak te verminderen, water vast te houden en te bergen en de bodem te verbeteren. “We hebben de bodem jarenlang verschraald.”
V
TEKST: RENÉ DIDDE
ooral op de hoge zandgronden leidt de droogte de laatste jaren, vooral in de zomer, tot steeds meer problemen. Het gebrek aan neerslag gecombineerd met de hoge temperaturen brengen bomen en struiken in plantsoenen en parken in de problemen. De verdamping is enorm. Bij vochttekort schieten planten in de droogtestress en laten vanwege het watergebrek hun blad vallen.
De achtergronden zijn duidelijk. Zandgronden houden de neerslag minder goed vast doordat er, anders dan in klei, grote poriën zitten tussen de ‘hoekige’ zanddeeltjes. Het zandpakket is bovendien tientallen, zo niet honderd meters dik, dus het water infiltreert snel naar de diepte. Daar komt bij dat delen van bijvoorbeeld Twente op hoge, glooiende zandgronden liggen. Regenwater, vaak in plensbuien, stroomt dan snel af naar het
GRAM #07 september 2020 | 9
westen en het noorden. “En als de regen helemaal niet valt, dan zijn wij zwaar de sigaar”, zegt Theo Vlaskamp, teamleider beheer openbare ruimte van Twente Milieu. Behalve de afvalinzameling van negen aandeelhoudende gemeenten in Twente, zwaait Twente Milieu ook de scepter over het beheer van de openbare ruimte bij twee van de gemeenten, Borne en Haaksbergen. De laatste drie jaar ziet Vlaskamp veel uitval bij traditionele boomsoorten in de openbare ruimte, zoals beuk, berk en eik. Gazons verdrogen, borders met vaste planten gaan door de droogte en warmte slap hangen. Poeltjes en vijvers vallen droog. Tot nog toe tracht Twente Milieu de schade te beperken door meer water te geven. “Maar ja”, zegt Vlaskamp, “de regelgeving voor het onttrekken van oppervlaktewater wordt in droge perioden strenger.” Ook het ongebreideld oppompen van grondwater ontmoet steeds meer kritiek.
AANPASSEN AAN HET KLIMAAT Structurele, ‘klimaatadaptieve’ maatregelen bieden meer soelaas. Rechtgetrokken beken laten meanderen om de stroomsnelheid te verlagen is een zaak van het waterschap en de provincie. Het minder maaien van slootkanten, aanleg van stuwen en dammetjes om het water zo hoog mogelijk vast te houden is eveneens een taak van het waterschap, maar ook van boeren en terreineigenaren. In het stedelijk gebied kunnen gemeenten echter meer dan we denken, zegt Vlaskamp. “We kunnen het straatbeeld diverser maken door meer variatie aan te brengen dan alleen een eikenlaan of straat met beuken. We gaan bijvoorbeeld de Europese Netelboom (Celtis australis) aanplanten. Die kan beter tegen droogte.” In plaats van strakke, groene gazons moeten bewoners meer rekenen op bloeiende kruidenrijke bermen, met wilde peen, en veel insecten. Dit najaar start Twente Milieu in de relatieve nieuwe wijk Bornse Maten een proef met de nieuwe vegetatie. Ze beginnen met één straat, waar nu eiken staan en strak gemaaide gazons daartussen. “We laten daar nog maar tien procent van de eiken staan, de rest verplanten we naar een nabijgelegen bedrijventerrein. Doordat de wijk pas ruim tien jaar oud is, zijn daar dergelijke ingrepen nog mogelijk.” Appel, walnoot en mispel komen ervoor in de plaats. De bewoners in de wijk worden betrokken bij de proef. Ze weten ook dat Twente Milieu het vochtvasthoudend vermogen van de bodem gaat verbeteren met de zogeheten bokashi-methode. Bokashi is Japans voor ‘goed gefermenteerd organisch materiaal’. Vlaskamp: “Door het afvoeren van snoeiafval hebben we de bodem jarenlang verschraald. We gaan daarom snoeiafval van de gemeente vershredderen en zetten het in tien weken om in compost. Die brengen we terug in groenstroken en op boomspiegels. De grond wordt daardoor rijker aan humus, het bodemleven verbetert en er wordt meer water vast gehouden.” VERSTEENDE PLEINEN VERGROENEN Belangrijk is dat de buurt de droogtemaatregelen accepteert en ook in hun eigen tuin tegels gaat lichten, water vasthouden, de bodem verbeteren. Dat weten ze in Groningen ook. Er bestaan subsidies voor groene daken en er zijn acties voor het weghalen van tegels uit de tuin (steenbreek), vertelt Klaas Hoomans van Stadsbeheer van de gemeente Groningen. Groningen heeft sinds de fusie met de gemeenten Haren en Ten Boer ook een taak in het landelijk gebied. “De problemen met droogte en hitte zien we niet alleen in droogvallende vijvers maar ook aan inklinkende veengrond en verslechtering van de kwaliteit van het oppervlaktewater door te hoge temperatuur en te weinig zuurstof waardoor vissen het moeilijk krijgen en blauwalg en Legionella oprukken”, aldus Hoomans.
Bladbokashi in een plantsoen met sierheesterbeplanting. Deze mulchlaag dekt de bodem af en houdt de vochthuishouding beter op peil, wat voor de jonge aanplant natuurlijk van groot belang is. Foto: ROVA.
10 | GRAM #07 september 2020
Als de nood aan de man is, dan kan de gemeente met enkele ingrepen stuwen en sluisjes openzetten om de circulatie te bevorderen. “Dat doen we in overleg met het waterschap”, aldus Hoomans. De gemeente heeft een inventarisatie gemaakt van de meest droogtegevoelige plekken. Verder vormen de testen die de hittestress en de wateroverlast in en rond de stad in kaart bren-
gen de leidraad. “We proberen versteende (school)pleinen te vergroenen. Dat vergroot het waterbergend vermogen in winterperioden en tijdens piekbuien. En het zorgt tegelijk voor verkoeling tijdens droge en hete zomerperioden”, zegt Hoomans. Kwetsbare locaties als kinderdagverblijven en verzorgingstehuizen en seniorenflats hebben de prioriteit. “We willen voorkomen dat bewoners meer dan vijf minuten moeten lopen om een koele groene plek te bereiken.” De gemeente werkt daar de komende vijf jaar aan door de aanplant van meer bomen en meer groen volgens een nieuw Groenplan. GEVOEL VAN URGENTIE NEEMT TOE Ook Robert van Iersel ziet de toenemende effecten van de aanhoudende droogte. “We moesten, zeker dit jaar, al vroeg in het jaar vooral nieuwe aanplant water geven. Maar gaandeweg de zomer werd het ‘redden wat er te redden valt’”, zegt de adviseur beheer buitenruimte bij ROVA, die voor zes gemeenten waaronder Zwolle en Winterswijk de buitendienst en het groenonderhoud verzorgt. De reddingswerkzaamheden betreffen dan vooral duurdere planten als Roos en Rododendron. Niet alleen de jonge aanplant lijdt schade. “Gisteren had ik een collega aan de lijn, hup, drie bestaande plantvakken klappen eruit. Hertshooi (Hypericum calycinum) en Struikganzerik (Po-
tentilla fruticosa) zijn in één dag volle zon en 35 graden weggekwijnd”, aldus Van Iersel. De watergift en vooral de vervroegde afschrijving van het groen, drukt op de begroting. Van Iersel constateert dat het gevoel van urgentie over droogte bij gemeenten is toegenomen. ROVA wordt vaker als adviseur gevraagd om ideeën voor klimaatrobuuste maatregelen aan te dragen. Zoals in veel gemeenten gaat het over het terugdringen van het verhard oppervlak, strakke groene gazons laten verwilderen tot kruidenvlaktes, plantsoenen en perken iets verdiept aanleggen zodat er water van bijvoorbeeld een plensbui terecht kan of afgekoppelde hemelwaterafvoer er deels in kan worden geborgen. Net als in Twente doet in het ROVA-gebied ook de blad-bokashi opgang om de beworteling te bevorderen en het watervasthoudend vermogen te vergroten. “Met twee gemeenten zijn we in gesprek om bij inboet en renovatie bladbokashi uit de eigen omgeving toe te passen. We kunnen natuurlijk niet alles in één keer op zijn kop zetten”, zegt Van Iersel. “Als in een straat of wijk de riolering op de schop gaat, proberen wij een gescheiden rioolstelsel aan te dragen, parkeerplaatsen op te heffen voor meer robuust en verkoelend groen. Het is altijd een overleg met gemeenten, met soms conflicterende belangen, zoals bewoners die hun parkeerplaatsen willen behouden.”
Voor overzicht en inzicht in uw projecten en planning rond Beheer Openbare Ruimte Groene software geïntegreerd in uw ICT-landschap Centraal financieel / HRM
BOR-Vision
Overige afdelingen
Beheersoftware
Digitale kaart
Tel. +31 (0)172 23 54 44 | www.bor-vision.nl 1_2_li_GRAM_190x130-b.indd 1
GRAM #07 september 2020 | 11 28-11-2019
10:40
AFVALSTROMEN KENNEN EIGEN MORES TIJDENS CORONACRISIS Dat de corona-maatregelen er binnen de afval- en recyclingbranche stevig inhakten mag duidelijk zijn, maar de effecten zijn niet voor iedere grondstof gelijk. Waar de één kampte met een sterk stagnerende vraag, zat de ander juist met zorgen over een tekort aan aanbod. We bespreken de onvoorspelbare grillen van de coronacrisis aan de hand van twee afvalstromen: harde plastics en oud papier en karton (OPK).
T
on van der Giessen, CEO van Van Werven Infra & Recycling, merkte begin april hoe de crisis wereldwijd om zich heen greep. De afzetmarkt voor kunststof granulaat - voor bijvoorbeeld de meubelmarkt of de automotive industrie – nam in hele korte tijd drastisch af. “In veertien dagen kwam de vraag naar recyclaat bijna tot een halt. Eindafnemers deden de deuren dicht. Tegelijkertijd zagen we dat er veel volume kwam aan de
TEKST: SANDER WAGEMAN BEELD: VAN WERVEN aanbodkant. Mensen zaten thuis en ruimden op. Dat leidde in korte tijd tot een overaanbod aan recyclaat en dus prijsdruk”, blikt hij terug. Ook Hielke van den Brink, directeur van Papier Recycling Nederland (PRN) en Gerard Nijssen, directeur van Nijssen Recycling uit Nieuw-Vennep en voorzitter van de Federatie Nederlandse Oudpapier Industrie (FNOI), zagen de marktomstandigheden snel veranderen toen de wereld in
Extra opslaglocatie van Van Werven voor harde plastics bij Flevonice in Biddinghuizen.
12 | GRAM #07 september 2020
meer of mindere mate in lockdown ging. Van den Brink: “De vraag naar verpakkingen en hygiënepapier steeg direct, omdat mensen thuis zaten en meer producten online gingen bestellen. Maar de toevoer dreigde te stokken, omdat de inzameling van oud papier in Nederland nog voor een groot deel drijft op gemeenten die inzamelen met vrijwilligers. Die namen geen risico en stopten in veel gevallen met inzamelen. Dus de fabrieken draaiden wel, maar de grondstofaanvoer dreigde op te drogen.
HOE KUN JE JE ALS BEDRIJF AANPASSEN ALS DE REALITEIT OM JE HEEN ZO SNEL VERANDERT? “Daar is nauwelijks op te sturen”, moet Van der Giessen erkennen. “Afnemers annuleren orders, er komen nog maar mondjesmaat nieuwe opdrachten binnen en sommige afnemers gaan helemaal dicht of draaien nog maar op halve kracht. Aan de andere kant konden milieustraten in de maanden april en mei het aanbod van harde plastics nauwelijks aan. De opslag zat in sneltreinvaart helemaal vol. Toen hebben we besloten om het buitenlandse volume niet meer binnen te halen, ook om de Nederlandse infrastructuur op peil te kunnen houden. Dat gebeurde in goed overleg met gemeenten. Ook zij hadden er baat bij om de inzameling door te laten gaan. Ook al was er eigenlijk geen ruimte in Biddinghuizen om alles op te slaan. Op een gegeven moment hebben we zelfs extra opslagruimte bij moeten huren. Achteraf is het een juiste beslissing geweest. Als we hier met de inzameling waren gestopt had het lang kunnen duren voordat we dat weer op gang zouden krijgen.” “De markt voor OPK reageerde anders”, legt Gerard Nijssen uit. “Voor ons was het vooral belangrijk dat de inzameling door zou gaan, zodat we aan de vraag konden blijven voldoen. Toen heel Nederland toiletpapier ging hamsteren, hadden we nog meer dan genoeg op voorraad, maar er kwam ook een moment dat we ons serieus afvroegen of we de vraag nog wel aan konden. En dat gold ook voor verpakkingen. Dan is het fijn dat we met gemeenten en andere organisaties binnen de branche in overleg konden. Onze boodschap was ‘blijf vooral inzamelen’. Toen is er gelukkig ook ingezet op onder meer de inzet van professionele beladers om het gat van de weggevallen vrijwilligers te vullen. En vervoerders van afval zijn op de lijst van cruciale beroepen geplaatst. Zo kon het inzamelen door blijven gaan.” HEEFT DE CORONACRISIS OOK LATEN ZIEN HOE FRAGIEL DE AFZETMARKT VOOR SECUNDAIRE GRONDSTOFFEN IS? Van der Giessen: “In het geval van harde plastics kun je dat best zeggen ja. Er is een hele wankele balans. Er zijn best veel zaken waar je geen invloed op hebt. De visie van Trump op schaliegas en het me-
ningsverschil tussen Rusland en Saudi Arabië op de olieproductie bijvoorbeeld, zijn mede oorzaak van de dalende olieprijzen en daarmee de lagere tarieven voor primaire grondstof. Die factoren beïnvloeden de markt enorm. Wij zijn dan ook stevig aan het lobbyen om in Europa de invoering van een ‘gerecyclede content’ verplichting in te voeren waardoor er meer vraag komt. De industrie zit nu nog in de puberteit, maar een dergelijke verplichting zorgt dat we sneller volwassen worden, dat de sector versneld professionaliseert en robuuster kan worden. De coronacrisis heeft dat proces versneld. Er worden nu op nationaal en Europees niveau stappen gezet.” Van den Brink en Nijssen weten dat hun branche al wat langer meegaat en best een stootje kan hebben. “We hebben te maken met een robuuste afzetmarkt. 86% Van het door Nederlandse papierfabrieken geproduceerde papier heeft oudpapier als grondstof. Zo weet je dat er altijd vraag naar je product zal blijven. Er draaien ook zo veel fabrieken, dat de markt niet direct in gevaar komt als er eentje omvalt.” Volgens Van den Brink wordt de prijs evenwel voor een groot deel door de internationale markt bepaald. “In Europa is er een structureel overschot en dat bepaalt de prijs. Dus ontwikkelingen op buitenlandse markten hebben blijvend onze aandacht.” WAT KUN JE DOEN OM IN DE TOEKOMST BETER VOORBEREID TE ZIJN OP EEN CRISIS? Bij Van Werven Infra & Recycling worden alle zeilen bijgezet. “We hebben de salesafdeling versterkt waarmee we ook andere afzetmarkten hopen te creëren. Bijvoorbeeld door toepassingen te ontwikkelen binnen de bouwsector. Verder verwachten we veel van de invoering van de gerecyclede content verplichting. Maar dat is meer voor de langere termijn.” Nijssen en Van den Brink denken dat vooral de continuïteit van belang is. Nijssen: “Het blijft belangrijk dat je als land de kwaliteit van je oud papier op peil houdt. Alleen zo kun je je concurrentiepositie goed houden en ben je tijdens een crisis minder kwetsbaar. Als je een aantrekkelijke grondstof wilt bieden, dan moet je ook aan de bron een hoge kwaliteit binnenhalen.”
EN WELKE ROL KUNNEN GEMEENTEN DAARIN SPELEN? Van der Giessen: “In Nederland importeren we nog altijd meer dan de helft van de benodigde grondstoffen. Zeker als de ‘gerecyclede content’ verplichting er komt, dreigt een tekort aan recyclaat. Het is dus belangrijk dat we blijven sturen op nog betere inzameling van plastic afval. En dat kan ook, want het potentieel is heel groot. We halen nu ongeveer de helft van het totaal op. Er is nog dertig miljoen kilo extra aan harde plastics via de milieustraten in te zamelen.”
HIELKE VAN DEN BRINK, DIRECTEUR VAN PAPIER RECYCLING NEDERLAND (PRN): “DE VRAAG NAAR VERPAKKINGEN EN HYGIËNEPAPIER STEEG DIRECT, OMDAT MENSEN THUIS ZATEN EN MEER PRODUCTEN ONLINE GINGEN BESTELLEN” Van den Brink: “We zijn als papierketen voor de inzameling van zo schoon en droog mogelijk oudpapier. We blijven pleiten voor het stimuleren van de gescheiden inzameling van oudpapier en minder op het sturen op het verminderen van restafval als belangrijkste doel. Nijssen vult aan: “Gemeenten kunnen wat ons betreft sturen door goede handhaving en goede logistiek. Maar al met al doen we het als papierketen onwijs goed. Ik ben ook heel trots op deze branche.”
GRAM #07 september 2020 | 13
• Recycle mini-containers nu in 3 seconden met de WCR Pers! • Alle grondstoffen van elkaar gescheiden met een druk op de knop • De WCR Pers helpt mee aan een circulaire economie en helpt u kosten te besparen.
In slechts 3 seconden
Voor meer info: www.innotechkramer.com info@innotechkramer.com
ONDERZOEK: CONCRETE VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN PMD-BRONSCHEIDING Het merendeel van de Nederlandse gemeenten zamelt plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankenkartons (PMD) aan de bron in. Bij toenemende vervuiling in het PMD nemen de mogelijkheden voor recycling af en de kosten voor gemeenten toe. Om deze redenen wordt gekeken naar de mogelijkheid om PMD uit het restafval na te scheiden. Maar welke mogelijkheden hebben gemeenten om de brónscheiding van PMD te verbeteren? TEKST: MARIJN TEERNSTRA, RIJKSWATERSTAAT Onderzoek van het Learning Center Kunststof Verpakkingsafval (LCKVA)1 biedt inzicht op deze vraag. Er is een schat aan data beschikbaar over de inzameling van PMD. Voor het bepalen van de hoogte van de PMD-vergoedingen wordt periodiek onderzoek uitgevoerd naar de kosten en respons (ingezamelde hoeveelheid) voor inzameling van tal van uiteenlopende gemeenten en inzamelaars. Daarnaast is in 2018 door het LCKVA een groot onderzoek opgezet naar de samenstelling (kwaliteit) van het PMD, waarbij meer dan 400 sorteeranalyses zijn uitgevoerd van PMD uit verschillende inzamelsystemen. De beide onderzoeken hebben een vergelijkbare onderzoeksopzet en richten zich beiden op de relaties tussen het inzamelsysteem en de prestaties van het systeem. HET ULTIEME INZAMELSYSTEEM? Bij het LCKVA ontstond daarom het idee om de twee onderzoeken te combineren en de gecombineerde data te analyseren. Zou hieruit naar voren komen welke inzamelsystemen goed presteren op zowel respons, kosten als samenstelling? En zou hiermee het ultieme systeem met hoge respons, lage kosten en goede samenstelling voor PMD geïdentificeerd kunnen worden? PricewaterhouseCoopers (PwC) voerde het onderzoek uit en na een lange reeks van analyses kwam eindelijk het antwoord: hét recept voor het ultieme inzamelsysteem verschilt per gemeente. Geen verrassende uitkomst, als je bedenkt hoe verschillend de onderzochte inzamelsystemen zijn. Wat goed werkt in de ene gemeente, past niet altijd in een andere.
GESNEUVELDE AANNAMES EN VERRASSENDE RESULTATEN Wat wél uit het onderzoek kwam, is een aantal handelingsperspectieven voor gemeenten die in alle situaties gelden. Ook bleek een aantal veel gemaakte aannames over PMD te sneuvelen. De belangrijkste conclusies voor gemeenten in het kort: • De kwaliteit van PMD wordt voornamelijk bepaald door de service op restafval. Een lage service op restafval (op afstand of lage inzamelfrequentie) laat een slechtere samenstelling PMD zien. Inzamelmiddelen (zak of minicontainer) spelen een minder belangrijke rol dan gedacht. Op het vlak van respons en kosten heeft een haalsysteem minicontainers wel de voorkeur. • Gemeenten met diftar hebben, anders dan vaak gedacht, een iets betere samenstelling dan gemeenten zonder diftar. Ook scoren zij goed op het aspect kosten. De gemeenten met diftar en een slechtere samenstelling hebben vaak een systeem met een lage service op restafval. • Een dubbel inzamelsysteem in de gemeente (haal- en brengvoorzieningen gecombineerd in één gebied) scoort slecht op zowel kosten als samenstelling. • Gemeenten met alleen bronscheiding scoren beter op samenstelling dan gemeenten die bron- en nascheiding combineren. GEMEENTEN AAN DE SLAG MET DATA De enorme hoeveelheid data die het onderzoek opleverde, is gebruikt om een ‘self assessment tool’ voor gemeenten en inza-
melaars te ontwikkelen. Hiermee kan binnen vijf minuten een indicatie verkregen worden hoe er gescoord wordt op kosten, samenstelling en respons. Aan de hand van de tool wordt een korte rapportage opgesteld met een aantal concrete verbetermogelijkheden met globale inschatting van de effecten daarvan. Deze tool is beschikbaar op de VANG-HHA website op www.vang-hha.nl/kwaliteit. Voor wie dieper wil graven, zijn de uitkomsten van het onderzoek na te lezen in de publieksrapportage ‘Onderzoek inzamelsystemen PMD – Integrale focus op kosten, respons en kwaliteit’, tevens beschikbaar op de VANG-HHA. Hier zijn ook praktijkcasussen beschikbaar voor een aantal van de verbetermogelijkheden. VERVOLG Naast de directe resultaten heeft het onderzoek laten zien dat er nog genoeg verbeterpotentieel is voor bronscheiding, en dat er ook concrete mogelijkheden zijn om dit te realiseren. Ook is er vanuit verschillende partijen zoals Afvalfonds en VPKT interesse in de resultaten. Er wordt overwogen een vervolgonderzoek op te zetten om de gegevens te actualiseren en de basis van het onderzoek te verstevigen: één integraal onderzoek is meer solide dan het combineren van twee losse onderzoeken. Dit alles met het oog op het stimuleren van inzamelsystemen met hoge respons, lage kosten en een goede samenstelling. Bronscheiding is en blijft immers één van de belangrijke systemen voor afvalscheiding Nederland.
Het LCKVA is per begin 2020 opgeheven en opgegaan in VANG-HHA
1
GRAM #07 september 2020 | 15
AVRI DEELT ERVARINGEN BIJ INVOERING OMGEKEERD INZAMELEN Omgekeerd inzamelen: hoe voer je dat in en wat zijn de mogelijke resultaten? Een gezamenlijk onderzoek van Avri en Nedvang geeft daar antwoord op. Het onderzoek levert een handig implementatieplan op voor wie de stap wil maken naar een ander inzamelbeleid. TEKST: HETTY DEKKERS BEELD: AVRI
A
vri voerde het afgelopen anderhalf jaar omgekeerd inzamelen in bij acht gemeenten tegelijk. Bureau Stantec keek terug op het invoeringsproces en bracht dat in kaart. Ook werden de afvalresultaten gemeten. Daaruit bleek dat omgekeerd inzamelen in het Avri-gebied een groot effect had op het scheidingsgedrag. De hoeveelheid restafval daalde met ongeveer een derde. De fractie kunststof en drankverpakkingen (pd, want blik werd via de glasbak ingezameld) nam, net als de andere stromen toe, maar bevatte wel veel meer verontreiniging. Dat gold ook voor oudpapier/karton. In deze fractie nam de vervuiling toe van 4,6 naar 6,6 procent. De kwaliteit van glas, gft en textiel bleef gelijk.
16 | GRAM #07 september 2020
LERING TREKKEN Het onderzoek is een initiatief van Avri en Nedvang samen. “Omgekeerd inzamelen is een relatief nieuw afvalbeleid”, verklaart projectleider Jan van der Ven van Nedvang. “Wij wilden als Nedvang graag weten wat het doet met de hoeveelheden grondstoffen en de kwaliteit ervan. Maar een tweede insteek van het onderzoek was dat we in beeld wilden krijgen hoe je zo’n beleidsverandering het best kunt organiseren en welke aandachtspunten er zijn. Zodat andere gemeenten daar lering uit kunnen trekken.” Vooral vanwege die laatste doelstelling ondervroeg Stantec ook andere gemeenten en reinigingsdiensten die omgekeerd inzamelen hebben ingevoerd. Via gesprekken en enquêtes werd hier in kaart gebracht hoe ze het
omgekeerd inzamelen hadden geïmplementeerd. Alleen bij de acht gemeenten van Avri werden ook de resultaten gemeten. Van der Ven: “Het hele onderzoek is ondersteund door een stuurgroep waar ook de NVRD aan deelnam. Uiteindelijk konden we de resultaten van het hele Avri-gebied presenteren, plus een implementatieplan voor als je omgekeerd wil gaan inzamelen. Dat plan is uiteindelijk een handige leidraad geworden voor eigenlijk elke afvalbeleidswijziging. Ook als je bijvoorbeeld diftar in wil voeren, kun je hier iets mee.” Volgens Van der Ven is het onderzoek zo representatief mogelijk uitgevoerd. “We hebben een 0-meting gedaan in de tweede helft van 2018, de 1-meting vond plaats in de tweede helft van 2019. Dus precies in hetzelfde seizoen. Beide kwaliteitsmetingen waren identiek, ze vonden plaats in dezelfde deelgebieden en betroffen dezelfde stromen en monsterhoeveelheden, dus we hebben getracht een zo goed mogelijke vergelijking te trekken. Bij de 1-meting waren de mensen al een paar maanden gewend aan het omgekeerd inzamelen, want dat was in juli ingevoerd. Zodoende hebben we een betrouwbaar onderzoek kunnen presenteren. Het blijft natuurlijk wel een regio-gebonden resultaat. In de Randstad zul je misschien andere uitslagen krijgen dan in het Avri-gebied.” VERRAST Van der Ven is enigszins verrast door de uitkomst van het onderzoek. “We kregen al wel signalen uit de markt dat er landelijk problemen waren met de zuiverheid van de pmd-stroom, maar deze cijfers hadden we niet verwacht. De verontreiniging van het pd in het Avri-gebied is na het omgekeerd inzamelen gestegen van 16 naar bijna 26 procent, dat is veel. De verontreiniging betreft overigens voor een groot deel echt restafval, het is niet zo dat er meer speelgoed of ander niet-verpakkingsplastic in het pd zat. Ook de extra verontreiniging van de oudpapierfractie is verontrustend. Gemeenten moeten echt meer gaan focussen op de kwaliteit van de gescheiden stromen. Het blindstaren op alleen maar cijfers en minder restafval is niet meer van deze tijd, dan ben je niet echt circulair bezig. Dat bewustzijn zie je hier en daar al groeien, maar dit onderzoek wijst uit dat we daar nog meer op moeten gaan letten.”
DIEPE IMPACT Cees Brouwer, manager afvalbeheer Avri, is blij met het gezamenlijke onderzoek. “We hebben er zelf veel van geleerd en ook andere gemeenten hebben er iets aan. Het is een vertaling van een procesaanpak, die je ook voor andere transities kunt gebruiken.” Wat Brouwer wel gemerkt heeft, is dat omgekeerd inzamelen een veel diepere impact heeft op inwoners dan bijvoorbeeld diftar. “Je komt echt achter de voordeur. Mensen moeten iets gaan bedenken voor hun restafval, ze moeten hun zakje weg gaan brengen, dat raakt ze echt. Daar moet je rekening mee houden, als je omgekeerd inzamelen gaat invoeren.” Brouwer wil gemeenten adviseren hun inwoners al vroeg bij de besluitvorming te betrekken. “Als je plannen hebt voor omgekeerd inzamelen, zou ik dat vroeg kenbaar maken. Beleg bijeenkomsten, vraag wat inwoners een goede oplossing vinden om tot minder restafval te komen en leg ook uit waarom je minder restafval wil. Dan neem je de burger mee, voelt hij zich meer betrokken. Wij hebben het omgekeerd inzamelen in hoog tempo ingevoerd, bij acht gemeenten tegelijk. Achteraf hadden we dat misschien beter gefaseerd kunnen doen, per gemeente. Dan kun je de ervaringen die je opdoet bij de ene gemeente weer meenemen naar de volgende.” Een onderdeel van het implementatieplan dat veel energie kostte, was de locatiebepaling van de ondergrondse containers. “Wij hebben in anderhalf jaar tijd zo’n 500 ondergrondse containers geplaatst, dat heeft heel wat teweeggebracht moet ik toegeven. Om de planning te halen, had het dagelijks bestuur besloten de zienswijzeprocedure eruit te halen en meteen naar de bezwaarprocedure te gaan. Daardoor konden we inderdaad doorwerken,
IN DE FOUT De gouden tip voor meer zuivere grondstofstromen heeft Van der Ven uiteraard niet paraat. “We zullen nog meer in moeten zetten op communicatie, handhaving en dergelijke, maar de inzamelmiddelen en service spelen ook een rol. Uit een onderzoek van Rijkswaterstaat blijkt dat de zuiverheid van pmd sterk afhankelijk is van de kwaliteit van de restafvalservice. Maak je het mensen moeilijker hun restafval in te leveren, dan gaan ze sneller in de fout. In het Avri-gebied moesten inwoners hun pd in een minicontainer doen, in plaats van in de doorzichtige plastic zakken die voor de invoering van omgekeerd inzamelen werden gebruikt. Persoonlijk denk ik dat dat ook invloed heeft. Wat je in een container stopt, ziet immers niemand meer.” Om nog betere conclusies te kunnen trekken, gaan Nedvang en Avri dit najaar nogmaals de hoeveelheden en kwaliteiten meten in het Avri-gebied. “Mensen zijn dan al ruim een jaar gewend aan het omgekeerd inzamelen, eens kijken hoe de stand van zaken dan is.”
GRAM #07 september 2020 | 17
maar we hebben achteraf wel heel veel bezwaren moeten afhandelen. Daar hebben we een heel team juristen voor nodig gehad. Het probleem met ondergrondse containers is óf hij staat te ver weg, óf hij staat voor je deur. Zowat alle bezwaren komen hierop neer.” SLECHTERE AFZETMARKT Over het geheel genomen is Brouwer niet ontevreden over de resultaten van het omgekeerd inzamelen. “Alle gescheiden fracties zijn sterk toegenomen en het restafval is aanzienlijk verminderd. Bewoners moeten een euro betalen als ze een zakje restafval wegbrengen, dan is het logisch dat ze sneller geneigd zijn zaken bij de gescheiden stromen te gooien. Maar de hogere vervuilingsgraad van vooral oudpapier komt denk ik ook deels door de slechtere afzetmarkt. Er wordt veel strenger en zorgvuldiger gecontroleerd nu verwerkers hun papier moeilijker kwijt kunnen. Papier mag volgens de normen slechts drie procent vervuild zijn, ik betwijfel of we daar voor dit onderzoek wel onder zaten. Voor andere stromen, zoals textiel, overwegen we de mogelijkheden om zelf te gaan voorsorteren. Want ook daar hebben we te maken met strengere zuiverheidseisen vanwege een slechtere afzetmarkt.” Het pd moet gewoon schoner, geeft Brouwer toe. “Daar hebben we allerlei maatregelen voor in petto om dat te bereiken. Zoals meer inzet op educatie en voorlichting en een gerichte handhaving op kwaliteit en bijplaatsingen. Vaak is het geen onwil maar onwetend-
heid, je moet mensen ook gewoon helpen. Verder gaan we aan de slag met gedragssturing, zoals mensen belonen met een groene kaart als ze goed scheiden. We hebben ook een geavanceerde app geïntroduceerd, waarmee we bewoners willen laten zien hoe ze presteren in vergelijking met hun wijk. Zo werken we hard aan verbetering.” TEGENVALLER Een tegenvaller voor Avri waren de economische omstandigheden. “In de tijd dat wij omgekeerd inzamelen invoerden, zat het financieel tegen. Er kwam een hogere belasting op verbranding van restafval, de grondstoffen brachten minder op, de pd-vergoeding werd verminderd. Dat was niet bevorderlijk voor het draagvlak van het nieuwe beleid. Nu moesten we de afvalstoffenheffing verhogen, terwijl je je burgers vraagt meer inspanning te leveren. Dat helpt natuurlijk niet. Overigens ben ik ervan overtuigd dat je een goede balans moet zien te vinden tussen vaste en variabele kosten. Een financiële prikkel is prima, maar maak het niet te gek. Als je een paar euro gaat vragen voor een zak in de ondergrondse restafvalcontainer, dan werk je vervuiling in de hand.” Het plan is te downloaden via: www.avri.nl/over-avri-bestuur/nieuws/item/nedvang-rapporteffecten-omgekeerd-inzamelen-en-stappenplan-succesvolleinvoering/
Haal alles eruit wat erin zit Je staat er misschien wel eens bij stil. Dat het zonde is dat we voedsel verspillen doordat een deel in de verpakking achterblijft. Door een drankenkarton slim te vouwen komt ook het laatste restje yoghurt of vla uit het zuivelpak. Zo draagt iedereen zijn steentje bij in de strijd tegen voedselverspilling!
Vouwinstructie 1
2 3
Zuivelpak is een initiatief van de zuivelindustrie, de supermarktbranche en drankenkartonproducenten. Via Zuivelpak worden consumenten geïnformeerd over de duurzaamheid van zuivelpakken en andere drankenkartons. Kijk voor meer informatie op www.zuivelpak.nl
18 | GRAM 1#07 StHedra_0428-01.indd
22-0000-0428-01 GRAM
september 2020
08-04-2020 16:55
KIDV: RECYCLING EN CIRCULARITEIT OP TERMIJN ONVOLDOENDE HOGER DOEL VOOR DUURZAAM VERPAKKEN ‘Meer en beter recyclen is niet genoeg en verpakkingen volledig circulair maken een utopie.’ In het recente rapport The State of Sustainable Packaging ontvouwt het KIDV een onvermijdelijk transitiepad naar intrinsiek duurzaam verpakken, dus zonder schade aan mens en milieu. Directeur Chris Bruijnes licht de ‘PackForward’-strategie toe.
D
e boodschap van het Kennisinstituut voor Duurzaam Verpakken (KIDV) was altijd al dat de verpakkingsketen in brede zin naar kwaliteit toe moest. Niet alleen door het hoogwaardig sorteren en opwerken van verpakkingsafval, maar ook door verpakkingen recyclinggericht te ontwerpen, met op termijn een gesloten kringloop voor de ketens van kunststoffen, glas en papier. De ondertitel van de in juli verschenen publicatie The State of Sustainable Packaging van het KIDV luidt ‘Beyond closing the loops: Packforward’. De toevoeging ‘beyond’ stelt klip-en-klaar dat de lat voor duurzaam verpakken hoger moet. De ontwikkelingen zijn positief. Nederland is meer en beter gaan scheiden en recyclen. Verpakkingen zijn compacter, lichter, dunner en beter recyclebaar en er zit meer recyclaat in. Een aantal producten is verpakkingsloos geworden, zoals de zeepbar die je zelf met water moeten mengen. Biologische groenten zijn met een speciale lasertechniek als biologisch ‘gebrandmerkt’, waardoor de verpakking overbodig is. Maar, stelt het KIDV-rapport: het is niet genoeg. Om er het recente onderzoek van Wageningen University & Research bij te halen. Als ons land alles uit de kast haalt, zal het maximale recyclingpercentage van plastic verpakkingen hooguit 72 procent zijn. Honderd procent circulariteit, stelt het rapport, is een
TEKST: PIETER VAN DEN BRAND BEELD: KIDV
utopie, alleen al omdat dit tegen de wetten van de natuurkunde indruist. Niets is immers oneindig herbruikbaar. Naast recycling en circulariteit is een derde innovatiespoor nodig, en dat derde spoor completeert de op initiatief van het KIDV en aanverwante Europese organisaties en hun achterban ontwikkelde ‘PackForward-strategie’.
“Wat we nu doen is goed”, zegt KIDVdirecteur Chris Bruijnes. “Door flink te recyclen en verpakkingen duurzamer te maken, kunnen we een heel eind komen, maar dat is niet de oplossing. Bovendien wordt de recyclingopgave alleen maar steviger, nu een grote sorteerder als Attero meldt dat zeventig procent van het ingezameld PMD op dit moment te veel
KIDV-directeur Chris Bruijnes: “Op de lange termijn moet het ècht anders.”
GRAM #07 september 2020 | 19
vervuiling bevat. Blijkbaar lukt het niet zuivere stromen aan te leveren. Verder is het ronduit naïef te veronderstellen dat je er met honderd procent circulariteit komt. Ik geloof daar niet in. Omdat we de materiaalkringloop nooit helemaal dicht krijgen, moeten we ook al aan de volgende stap werken. Op de lange termijn moet het echt anders. Daarom hebben we PackForward ontwikkeld.” INTRINSIEK De PackForward-strategie voert naar wat het KIDV-rapport omschrijft als ‘de intrinsieke duurzaamheid van product-verpakkingscombinaties op de lange termijn’. “Wat we willen aangeven is dat intrinsiek duurzame oplossingen nodig zijn”, legt Bruijnes uit. “Intrinsiek duurzaam verpakken is verpakken zonder schade aan mens en milieu. Dat is het ultieme doel. We moeten naar materiaalstromen toe die zowel circulair als biosfeer-passend zijn, willen we de natuur leefbaar houden. Zie de toevloed van microplastics in het aquatisch milieu. En ook in compost kom je plastic tegen.” Bij kunststoffen moet het volgens PackForward gaan om de combinatie van recyclebaarheid, volledige inzetbaarheid van het recyclaat en uiteindelijk snelle afbreekbaarheid in het milieu of de eigenschap om materialen om in zuivere grondstoffen te kunnen zetten. Over het derde innovatiespoor weidt het KIDV-rapport niet verder uit. Dat is niet verwonderlijk, aldus Bruijnes. “Zo’n innovatiespoor op de lange termijn
Voorbeelden van herbruikbare verpakkingen. is natuurlijk nog een witte vlek. In zo’n lang transitieproces kunnen zich nog allerlei mogelijkheden en innovatieve oplossingen aandienen. Deze transitie vergt een lange adem. Het zou goed zijn als grote bedrijven zich hierin zouden gaan verdiepen. Dit spoor kunnen we onmogelijk alleen met verpakkingsoplossingen begaan: het vergt een veel bredere aanpak van onze productie en consumptie.”
zijn. Maar deze kritiek is voorspelbaar en logisch. Deze vroege innovaties passen niet in de bestaande infrastructuur. Maar is dat een reden dit niet te doen? In feite gaat het om een goede en lovenswaardige oplossing. Een dergelijke route verdient de aandacht. Wel moet altijd het streven voorop staan, dat er in het afvalstadium geen residu meer is.”
‘Biosfeer-passend’ is een cruciaal element, betoogt Bruijnes. “We gaan immers intrinsiek duurzaam verpakken zonder schade voor mens en milieu.” Logischerwijs, beaamt hij, komen biobased toepassingen in beeld. “Biologisch afbreekbare verpakkingen zijn in opkomst. Daar is nu veel discussie over, want ze zouden voor de gft-compostering niet geschikt
“INTRINSIEK DUURZAAM VERPAKKEN IS VERPAKKEN ZONDER SCHADE AAN MENS EN MILIEU. DAT IS HET ULTIEME DOEL.”
Met speciale lasertechniek ‘gebrandmerkte’ biologische groenten en fruit maken verpakken overbodig.
20 | GRAM #07 september 2020
Volgens Bruijnes zijn duurzame alternatieven nodig, die de negatieve gevolgen van verpakken opheffen. “Ik denk dan aan ‘loop-achtige’ systemen, waarbij verpakkingen meervoudig bruikbaar zijn. Aan een refill-systeem in de supermarkt kleven allerlei hygiëne-aspecten, maar bij online winkelen kun je daar goed rekening mee houden. In plaats van singleuse verpakkingen zou je containers kunnen gebruiken, die je later bij de klant
terughaalt of op een andere manier retour krijgt.” Bruijnes noemt het Repack-systeem, waarbij de online klant de verpakking (van gerecycled materiaal) opvouwt en retour in de brievenbus stopt. Daar is weliswaar transport mee gemoeid, maar de CO2-voetafdruk van de terugstuurverpakking is veel minder dan die van een nieuwe verpakking. In ons land werken outdoorwinkel Bever en spijkerbroekenleasebedrijf MUDjeans ermee. REGELGEVING Brussel zit echter niet stil en komt met strakke regelgeving op de industrie af om haar plastic wegwerpverpakkingen in de ban te doen. In 2021 wordt een verbod op wegwerpbordjes, rietjes en ander wegwerpplastic van kracht. Veel van dat plastic eindigt immers in de afschrikwekkende plasticsoep. Met een wettelijk verbod moet de industrie wel om, redeneert de Europese Commissie. Een volgende eis is dat vanaf 2030 alle nieuwe plastic flessen uit minstens 30 procent
gerecycled materiaal bestaan. Bruijnes heeft zijn bedenkingen tegen te veel regels. “Verplichte recyclingpercentages en toegepaste hoeveelheden recyclaat in producten kun je in principe prima met regelgeving voorschrijven, in de eerste plaats bij non-foodproducten. Zolang dit maar consequent gebeurt, want bedrijven moeten investeren in nieuwe materialen en verpakkingslijnen. Zo’n verpakkingslijn gaat meer dan vijftien jaar mee. Het nadeel van dwingende regelgeving is echter dat je aan de industrie het innovatiepad dicteert. Je laat geen ruimte voor structurele oplossingen.” Dat de aanpak van consumptiepatronen nodig is behoeft weinig uitleg. Neem de toename van ‘convenience-producten’, ook in de KIDV-studie als knelpunt gesignaleerd. Veel consumenten hebben er behoefte aan onderweg een kant-en-klare salade of hapklare stukjes fruit te eten. Er komen hierdoor steeds meer wegwerpverpakkingen. Neem de niet-recyclebare
knijpzakjes voor yoghurt en fruithapjes. In zo’n knijpzakje zitten verschillende soorten plastic, die zijn verlijmd met aluminium. Als restafval eindigen ze dan bij de afvalverbranding. “Dit probleem beschrijft exact de uitdaging waar we voor staan”, zegt Bruijnes. “De oplossing ligt niet uitsluitend in verpakkingstechnieken. Er spelen nog andere factoren. Zaak is de consument actiever te beïnvloeden. Op deze weg kunnen we niet verder. Deze single-use producten moet je niet meer aan willen bieden. Er moeten andere oplossingen komen. Daar is leiderschap voor nodig in de top van de bedrijven en beslist een mentaliteitsverandering. Hier geldt wat ook voor andere vraagstukken geldt. Als we van het stikstofprobleem af willen om de natuur in stand te houden, komen we er niet onderuit minder vlees te eten. Als we de klimaatverandering tegen willen gaan, moeten we zuiniger omgaan met energie en minder fossiele energie gebruiken. Eenzelfde inspanning is voor duurzaam verpakken nodig.”
Nieuw in ons assortiment: Mini en Smalspoor Vuilniswagens!
Verhuur van: Vuilniswagens
voor huisvuil en bedrijfsafval
Ondergrondse voertuigen Containerwagens Haakwagens Haakwagens met kraan evt. met pers
Strooiwagens
1_2_li_GRAM_190x130-E.indd 1
GRAM #07 september 2020 | 21 01-09-2020
10:47
SIGRID SCHUURMAN, VOORZITTER YOUNG NVRD, IN GESPREK MET HENRY MEIJDAM, BESTUURSVOORZITTER NVRD
ONTMOETING TUSSEN TWEE NIEUWE VOORZITTERS Sinds mei 2020 heeft de NVRD een nieuwe bestuursvoorzitter: Henry Meijdam (59). In dezelfde periode startte ook de nieuwe voorzitter van Young NVRD, het netwerk voor jongeren t/m 35 jaar die werkzaam zijn in de afval- en reinigingsbranche, Sigrid Schuurman (30). Hoog tijd voor een eerste ontmoeting tussen de twee nieuwe bestuursvoorzitters. Sigrid bevraagt Henry over de start in zijn nieuwe functie, zijn verwachtingen over de vereniging en de branche, én over zijn persoonlijke affiniteit met de sector. TEKST: SIGRID SCHUURMANN BEELD: JORIS DEN BLAAUWEN
H
enry woont samen met zijn vrouw in Hoorn en is werkzaam als algemeen directeur bij het Interprovinciaal Overleg, de koepelorganisatie van de twaalf Nederlandse provincies. Zelf woon ik in Breda en werk als projectleider bij de gemeente Rotterdam, cluster Stadsbeheer. Daar bereid ik momenteel de eerste inzameling van groente-, fruit- en etensresten in hoogbouw voor. In het gesprek komen we al snel tot de ontdekking dat we best wat gemeen hebben. We zijn beiden gedreven door nieuwsgierigheid en hebben een gemeenschappelijke interesse voor innovaties, verrassende inzichten en ontmoetingen. Maar ook houden we allebei van lange wandelingen in de natuur en het bourgondische leven. Een combinatie van hobby’s die je netjes in balans houdt, zo concluderen we lachend. TERUG NAAR DE PUBLIEKE ZAAK Henry vindt het leuk om veel verschillende dingen te doen. Ook om zaken te ont-
22 | GRAM #07 september 2020
dekken die hem nog niet eigen zijn. Zijn werkende leven lang pendelt Henry heen en weer tussen functies in de private en publieke sector. Naar eigen zeggen wordt hij “een beetje ongedurig” als hij te lang in de private sector zit, en wil dan graag weer iets doen wat maatschappelijke betekenis heeft. En als hij een poos in de publieke sector heeft gewerkt, verlangt hij naar een plek waar ook commercie een rol speelt en sneller bedrijfsmatige resultaten worden bereikt. “Dat is overigens zeker niet altijd het geval. Dat sprookje doet de ronde, het kan soms langzaam gaan in het bedrijfsleven en heel snel bij de overheid”, benadrukt Henry. Toen Henry werd benaderd voor de functie als voorzitter van de NVRD greep hij dit met beide handen aan. Zijn eerste indruk van de NVRD is zeer positief. Henry: “Ik heb echt het gevoel dat dit een branche is die vooruit wil. Jullie willen ontdekken, nieuwe dingen doen.” Hij ziet een vooruitgang om de samenleving op een andere manier naar afval te laten kijken.
Niet alleen afval als ‘last’, maar juist als kans. De innovaties die hiermee gepaard gaan prikkelen zijn nieuwsgierigheid. “Ik kijk er naar uit om dit proces te helpen bevorderen en bespoedigen. En dat gaan we de komende jaren doen”, zegt hij besluitvaardig. MAATSCHAPPELIJKE BEVLOGENHEID Een gekke tijd om te starten, dat is het wel. Normaal gesproken staat een eerste periode van iets nieuws in het teken van ontmoeten. De NVRD-leden en de mensen leren kennen, met elkaar praten over de ambities en de menukaart voor de komende jaren. “Door elkaar te ontmoeten krijg je pas echt gevoel bij de functie”, geeft Henry aan. “Vergaderen op afstand beperkt je daarin.” Desondanks klinkt er veel enthousiasme door in zijn stem, als Henry over zijn nieuwe rol praat. “In het bestuur hangt een goede sfeer en verbondenheid. Iedereen heeft een eigen portefeuille en daarmee een verantwoordelijkheid. Dat leidt
vaak tot een vorm van besturen waarbij je veel activiteiten kunt oppakken en in gang kunt zetten”, vertelt hij. Ook de bevlogenheid en energie die men tentoonspreidt, valt op. Het gezamenlijke gevoel van iets willen bijdragen, Nederland een stukje mooier maken. “Dat sluit goed aan bij de reden waarom ik terug ben gegaan naar een publieke functie.” TIPPING POINT Hoe ervaart Henry eigenlijk zelf het scheiden van afval, in zijn woonplaats Hoorn? Daar is hij heel helder in: “Ik scheid mijn afval, dat doe ik vanuit overtuiging. Tegelijkertijd vind ik ook dat mensen soms gedwongen worden in processen die niet altijd eenvoudig te realiseren zijn, bijvoorbeeld als je klein behuisd bent.” Volgens Henry is de toegankelijkheid en bereikbaarheid van afvalscheiding een heel belangrijk criterium in de maatschappelijke aanvaardbaarheid ervan. “Mensen verliezen hun enthousiasme snel als afvalscheiding een deel van het weekend in beslag gaat nemen”, geeft hij aan. Het is even stil, als ik hem vraag hoe ‘afvalland’ er over vijf jaar uit zal zien. Henry gelooft in een zogenoemde ‘tipping point’ waarbij afval zich ontwikkelt van een last tot een kans. “Afval is een onlosmakelijk onderdeel van onze samenleving”, benadrukt Henry. “Het is onderdeel van ons zijn, ons wezen. Daar moeten we ons bewust van zijn. Tegelijkertijd ligt er een kans om waarde toe te voegen aan de samenleving door afval te zien als grondstof. In economische zin, door circulariteit aan te wakkeren, maar ook in een bredere maatschappelijke context. Door een beter milieu en een schonere en prettigere leefomgeving te bewerkstelligen.” GEMEENSCHAPPELIJK DOEL Naast het veranderen van de kijk op grondstof en het gedrag dat hiermee gepaard gaat, zijn er ook andere interessante ontwikkelingen gaande in de branche. Zoals de nascheiding van plastic en drankenkartons uit het restafval. De afgelopen jaren is een discussie ontstaan over welk systeem ‘beter is’. “Ik dacht dat het heel evident was dat de hele afvalsector voor bronscheiding zou zijn”, vertelt Henry. “Tot ik op de eerste dag binnenkwam bij de bestuursvergadering en begreep dat dat
geen onomstreden kwestie is. Dan vind ik het leuk om met elkaar dat gesprek te voeren. Het gaat mij erom dat we niet in een soort geloofsstrijd belanden, maar dat we het pragmatisch blijven bekijken. Het één moeten we niet vanuit een normatief uitgangspunt hoger of lager waarderen dan het ander, we moeten kijken wat het beste werkt. Dat is situationeel gebonden. Door verschillende middelen te toetsen
en de uitkomsten te vergelijken, kom je erachter wat in de praktijk het meest efficiënt werkt. En dan draag je bij aan het gemeenschappelijke doel.” Waar Henry het meest nieuwsgierig naar is? “Innovaties. Ik ben gek op sessies waarbij we een weerbarstig probleem op tafel leggen, waarmee we niet verder komen. Om vervolgens vanuit
GRAM #07 september 2020 | 23
verschillende perspectieven te zoeken naar nieuwe oplossingen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, omdat de mens van nature gewend is oplossingen die al een keer het daglicht hebben gezien uit te vergroten en niet meer open te staan voor nieuwe invloeden. Ik vind het heel leuk om dan die mindset open te breken en te zoeken naar wat wél mogelijk is.” Henry noemt als voorbeeld van zo’n weerbarstige kwestie de circulaire economie. Door de maatschappij geaccepteerd als iets waar we naartoe moeten, maar hoe gaan we dat vorm geven? Hoe zorgen we ervoor dat afval, als onvermijdelijk component in de samenleving, wordt omgebogen in de richting van grondstof? Dat datgene wat schaars is, wordt hergebruikt? Henry: “Daar zullen we oplossingen voor moeten vinden die afwijken van het normale patroon. En dat vind ik leuk.”
YOUNG NVRD En nieuwe oplossingen bedenken, dat doet Henry het liefst met ‘verrassende types’. Henry: “Bij een bepaald vraagstuk bedenk ik mij: wie zou hier iets leuks van kunnen vinden? Wie zou hier vanuit een ander perspectief en wellicht verrassende invalshoek naar kunnen kijken? Dat vind ik inspirerend.” Een generatie die volgens Henry vaak vanuit andere perspectieven naar traditionele problemen kijkt, is de jongere generatie. Dwarskijken en frisdenken noemt hij het. Henry is dan ook erg positief over Young NVRD. “Laten we het gesprek maar eens met elkaar aangaan”, zegt hij enthousiast. “Dat jullie aangeven welke idiote dingen jullie zijn opgevallen het afgelopen jaar. En elkaar daar vervolgens scherp op te bevragen. Daar kunnen pareltjes van ideeën uitkomen. En dan denk ik graag: ‘potverdorie, dat ik dat zelf niet bedacht heb’.”
Het Young NVRD netwerk bestaat inmiddels uit meer dan 100 leden, verspreid over het land. De afgelopen jaren zijn veel inspirerende bijeenkomsten georganiseerd. Afgelopen tijd was het wat stiller rondom het netwerk. Enerzijds omdat er geen fysieke bijeenkomsten konden plaatsvinden, anderzijds omdat een gedeelte van het bestuur na een succesvolle opbouw van het netwerk, de bestuursfunctie heeft neergelegd. Dit najaar gaan Sigrid Schuurmann en Suzie van de Pas op zoek naar twee nieuwe bestuursleden. Met volle sterkte en een fris bestuur wil Young NVRD nieuwe plannen maken en in 2021 weer mooie activiteiten gaan neerzetten. Houd de NVRD-nieuwsbrief dus in de gaten!
IS UW STRAATWERK SCHOON EN VRIJ VAN KAUWGOM?
Maakt werk van duurzame afval- en grondstofketens.
Ons reinigingsmiddel? Water, schoon water! VOOR
www.kplusv.nl T +31 (0)26 355 13 55 E info@kplusv.nl
Jadon garandeert u een schoon en kauwgomvrij winkelgebied. Snel en vakkundig gerealiseerd, milieuvriendelijk en met een minimum aan overlast!
(0488) 430289 info@jadon.nl www.jadon.nl
21-9000-1496-01 GRAM 2020 feb
24 | GRAM #07 september 2020
1_4_st_GRAM_92x130 B.indd 1
NA
13-02-2020 92x130mm.indd 09:421
16-01-2020 11:
EXTRA AANDACHT VOOR E-WASTE BLIJFT NOODZAKELIJK Ondanks de naamsbekendheid en het succes van de eerste Nationale Recycleweek in 2019 (zie GRAM december 2019), is het noodzakelijk om blijvend aandacht te vragen voor de inzameling van kapotte apparaten en lampen. Nog steeds worden de Europese inzameldoelstellingen niet gehaald. Daarom worden ook dit jaar speciale acties georganiseerd om de inzameling van e-waste naar een hoger plan te trekken en wordt tijdens de tweede Nationale Recycleweek van 12 -18 oktober extra aandacht gevraagd voor deze afvalstroom. TEKST: ILSE VAN DER GRIFT BEELD: WECYCLE
Gemeenten spelen een cruciale rol bij de inzameling van e-waste en worden ook dit jaar gevraagd extra aandacht hieraan te besteden rond de Nationale Recycleweek. Hierbij spelen twee aandachtspunten waar gemeenten een belangrijke rol in hebben, namelijk het goed uitleggen wat e-waste is en waar overal inzamelpunten zijn te vinden in de gemeenten. Zowel bij verschillende winkels, kringloopbedrijven, online-shops en natuurlijk gemeentelijke inzamelpunten kan e-waste ingeleverd worden. Het overgrote deel van deze inleverpunten is te vinden via het platform www.HeelHollandRecyclet.nl. E-WASTE, AEEA, KAPOTTE APPARATEN OF WIT- EN BRUINGOED? Op gemeentelijke informatiepagina’s, afval-apps en websites wordt heel verschillend gecommuniceerd over e-waste. Het belangrijkste is dat het voor inwoners in één oogopslag duidelijk is wat er allemaal onder e-waste wordt verstaan. Zo kunnen voorbeelden genoemd worden van e-waste-categorieën die nu nog vaak bij het restafval belanden zoals elektronisch speelgoed, elektrische tandenborstels en lampen. CAMPAGNE WECYCLE RECYCLEWEEK In aanloop naar en tijdens de Nationale Recycleweek voert Wecycle met verschillende partners weer speciaal campagne om de inzameling van e-waste te stimuleren. Zowel online met influencers als via lokale campagnemiddelen wordt hier aandacht aan besteed. Ook worden inleveraars van e-waste bij de aangesloten milieustraten die week beloond met een gratis, educatieve Wecycle puzzel (500 stukjes) met daarop de verschillende inleverpunten. Daarnaast worden bij (kringloop)winkels met een Wecycle inleverbak of bij de Premium Pick-up service, inzamelacties georganiseerd waarbij een gratis Jekko actiepakket met game en winactie wordt verstrekt. De communicatiekit met teksten en beelden van de acties zijn te vinden via https://communicatiekit.wecycle.nl/
drage te leveren aan een gezonde leefomgeving door e-waste zo goed mogelijk te scheiden. De tientallen E-waste races die jaarlijks gehouden worden waarbij schoolklassen tegen elkaar strijden om zoveel mogelijk afgedankte apparaten in vier weken in te zamelen, zijn hierbij zeer succesvol. Uit onderzoek blijkt dat kinderen de informatie onthouden en e-waste apart blijven inleveren. In 2019 werden met E-waste races circa een half miljoen apparaten ingezameld. Rond de Nationale Recycleweek worden de prijsuitreikingen nog feestelijker! Daarnaast is er in deze week op milieustraten en in winkels extra aandacht voor e-waste recycling en zet Weee Nederland zich in voor voedselbanken. Meer informatie is begin oktober te vinden op www. weee.nl. GEZAMENLIJKE AANPAK WERKT De NVRD ondersteunt de Nationale Recycleweek en roept gemeenten op om tijdens deze week gebruik te maken van de beschikbare communicatiemiddelen en samen met samenwerkingspartners extra aandacht te besteden aan de inzameling van AEEA. Zowel Wecycle als Weee Nederland kunnen gemeenten daarbij helpen. Ook kan de gemeente samenwerking zoeken met de plaatselijke detailhandel en kringloopwinkels.
HET HELE JAAR DOOR INZAMELEN Het hele jaar door is aandacht voor e-waste belangrijk. Zo stimuleert bijvoorbeeld Weee Nederland de jeugd, ouders én leraren om een bij-
GRAM #07 september 2020 | 25
Smart Tracking Tracer
Assets altijd in het vizier
Smart Tracking Tracer, het intelligente trackingsysteem van Waste Vision voor waardevolle, non-powered assets, toont je alles wat je moet weten: waar bevinden de assets zich en wat gebeurt er met de assets? Met Waste Vision’s Smart Tracking Tracer volg je jouw bedrijfsmiddelen op een track-en-trace dashboard. De controle in het bedrijfsproces blijft gewaarborgd, handling en lediging worden geregistreerd Ên je kunt actie ondernemen indien bedrijfsmiddelen kwijtraken: diefstalpreventie. Met de Smart Tracking Tracer ben je in staat waardevolle bedrijfsmiddelen continue te monitoren. Smart Tracking Tracer houdt je op de hoogte - dag na dag.
Meer info:
wastevision.com/smart-tracking-tracer
Precieze locatiebepaling
Lange levensduur batterij
Handling-indicatie
Realtime
Hufterproof
Track & trace voor non-powered assets
Lediging-indicatie
Eenvoudige bediening
Zutphenseweg 42 7211 ED Eefde www.wastevision.com
ZWERFAFVAL: METEN IS WETEN Monitoren van zwerfafval gebeurt op verschillende manieren en om verschillende redenen. De basis is natuurlijk: wat ligt waar en hoeveel. Door gegevens van gebiedsbeheerders en vrijwilligers te combineren, ontstaan meer mogelijkheden om tot goede analyses en maatregelen komen. Het registreren van zwerfafval met de Litterati app biedt daartoe mogelijkheden.
E
r zijn meerdere motieven om zwerfafval te monitoren. Allereerst kan het zijn dat je als beleidsmaker of beheerder van een gebied, een stuk openbare ruimte, wil weten hoe schoon het is, ook in de tijd (trends). In Nederland gebeurt dat bijvoorbeeld door het overgrote deel van onze gemeenten, al of niet opgehangen aan een beleidsdoelstelling voor schoon. Door te monitoren kun je zien of zo’n doelstelling gehaald wordt. Ook kan het zijn dat gemeten wordt om te bepalen waar gereinigd moet worden: data-gestuurd of beeldgericht reinigen. Als je als beheerder het reinigen hebt uitbesteed, zal je willen meten om te weten of de opdrachtnemer zijn werk goed doet. En natuurlijk wil je als beheerder niet blijven dweilen met de kraan open. Monitoring kan dan inzicht bieden in waar en van wie het zwerfafval vandaan komt, wat de bron en oorzaak is. Want dat maakt het mogelijk te werken aan het voorkomen ervan: preventie, bronaanpak. En van die maatregelen wil je natuurlijk ook het schoon-effect bepalen: effectmonitoring.
TEKST: ADDIE WEENK BEELD: RIJKSWATERSTAAT
zijn echter niet bruikbaar voor lokaal beheer. Het aantal locaties waarop gemeten is daarvoor te klein en bovendien zijn die locaties geheim. MONITORING ALS BASIS VOOR MAATREGELEN Om een gegevensbasis te hebben voor analyse en bronaanpak is het dus nodig te weten wat (soort item, materiaal, merk) waar ligt en hoeveel. Pas dan kun je oorzaken en veroorzakers identificeren en effectieve bronmaatregelen benoemen. Met de gegevens sta je ook een stuk sterker in gesprekken met bedrijven over oplossingen. Om die gegevens te krijgen, is het nodig te schouwen en te registreren, al of niet in combinatie met direct opruimen. En dat is wat steeds meer vrijwilligers al doen. Zo is voor de World Cleanup Day (WCD) in Nederland opgeroepen om wat je opruimt vast te leggen met de app Litterati.
LITTERATI Met de app komen alle opgeruimde items in een grote database, met daarbij de locatie, het soort item (flesje, blikje, etc), het materiaal en het merk. Ook kun je de actie noemen waarin je opruimt, zoals WCD2020. De ontwikkelaars zijn ook bezig met de toepassing van kunstmatige intelligentie: veel items worden al herkend en door de app zelf voorzien van tags. De app is wereldwijd in gebruik zodat je ook ziet wat in andere landen is opgeruimd. Voor Nederland is reeds een handige tool ontwikkeld om gegevens uit Litterati te visualiseren en te analyseren: Het Zwerfafvalkompas, www. zwerfafvalkompas.nl. GEBRUIK DOOR BEHEERDERS Bij gebruik door vrijwilligers is de data beperkt te interpreteren. Je weet namelijk niet of en waar structureel wordt opgeruimd. Als er op de kaart niets staat,
HOE TE METEN? Voor de beeldlatmethode voor schoon, van CROW, wordt gemeten hoeveel stuks grof en fijn zwerfafval op een bepaalde oppervlakte ligt. Aan de hand daarvan krijgt dat oppervlak de beoordeling A+ (erg schoon), A, B, C of D (flink vuil). Voor toetsing aan schoondoelstellingen en beeldgericht reinigen kan dat voldoende zijn. Voor analyse en maatregelen schiet deze informatie echter tekort. Vandaar ook dat in de landelijke monitoring zoals Rijkswaterstaat die uitvoert (op bepaalde plekken) ook gekeken wordt naar wat er precies ligt en hoeveel. De resultaten van de landelijke monitoring
GRAM #07 september 2020 | 27
[Advertorial] MINDER MILIEUSCHADE – MEER HERGEBRUIK & ARBEIDSKANSEN – GOED GEVOEL BIJ AFDANKEN
WECYCLE: WIJZIGINGEN E-WASTE INZAMELING 2020
Wecycle werkt met een groot aantal partners, zoals Midwaste, Omrin, RD4, Road2Work, ACV en vele anderen samen om de inzameling en verwerking van afgedankte apparaten via de milieustraten en afvalbreng-stations zo goed mogelijk te regelen. DOELEN NIEUW INZAMELSYSTEEM Wecycle vraagt aan alle partners om kleine apparaten en platte beeldschermen apart te plaatsen in bakken van 1 kuub (de IBC’s), die vervolgens via de gebruikelijke magazijncontainers worden afgevoerd voor verwerking. Hiermee willen wij 2 doelen bereiken: Doel 1: hergebruik product & onderdelen mogelijk maken Dit is alleen mogelijk als apparaten zo onbeschadigd mogelijk de sorteerlocaties bereiken. Het gebruik van IBC’s is een belangrijk hulpmiddel om schade te beperken. Doel 2: milieuschade voorkomen Door deze nieuwe inzameling wordt breuk van platte beeldschermen (kwik emissie) en schade aan lithium batterijen, die in de apparaten kunnen zitten, voorkomen door de extra bescherming van de IBC’s. EERSTE RESULTATEN Nadat al enkele jaren ervaring bij RSC Meerlanden was opgedaan, is het nieuwe systeem ingevoerd bij ROVA en ACV en vinden bij de overige partners de voorbereidingen plaats voor een soepele omschakeling. Op het afvalbrengstation van ACV in Veenendaal (zie foto) vertelt teamleider Dirk Geurds over de eerste ervaringen. “Het was even wennen, met name om onze bezoekers duidelijk te maken dat het
belangrijk is om de apparaten netjes in de IBC containers te plaatsen. Vooraf hadden wij onze bedenkingen: zouden de mensen dit wel doen? In de praktijk blijkt het erg mee te vallen. Mensen zijn vaak gehecht aan het oude apparaat en met de nieuwe inzameling wordt hier zorgvuldig mee omgegaan, wat de mensen prettig vinden. Door de magazijncontainer met de IBC’s op een zichtbare plek te plaatsen, is er voldoende sociale controle mogelijk. Goed voor hergebruik en dat geeft een goed gevoel. Niet alleen bij ons maar ook bij de bezoekers!” TOEKOMST Kees van der Heide (Road2Work Dalfsen) en René Eijsbouts (Wecycle) zijn nauw betrokken bij het IBC invoertraject en de sorteer- en demonteerlocaties. Kees vindt dat de nieuwe inzameling een stevige impuls biedt aan hergebruikmogelijkheden. “Hierdoor ontstaan nieuwe verdienmodellen en extra kansen voor werktrajecten voor mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. R2W biedt jaarlijks 40 mensen een opleidingstraject aan en is een testlocatie voor Wecycle.” René geeft aan dat “volume” belangrijk is om impact te maken. “Met de nieuwe inzameling ontstaat er voor het eerst de mogelijkheid om op grote, landelijke schaal apparaten uit te sorteren voor hergebruik als apparaat of onderdelen. Deze kunnen via aan Wecycle gelieerde kringloopbedrijven of via de aangesloten producenten opnieuw in de keten ingezet worden.” Omstandigheden wijzigingen en Wecycle beweegt mee. Samen op weg om de Circulaire Economie concreet vorm te geven!
WILT U MEER WETEN? WWW.WECYCLE.NL/GEMEENTEN
kan dat betekenen dat er niets gevonden is maar ook dat daar niet opgeruimd is. Dat zou anders kunnen liggen bij gebiedsbeheerders die wel structureel een gebied schoonhouden. In dat geval worden ook vervuilingssnelheden duidelijk. Daarbij moet uiteraard wel duidelijk zijn of er geregistreerd wordt met of zonder opruimen. Het registreren met een app zonder op te ruimen voelt vermoedelijk wel wat onnatuurlijk aan: met een klein beetje extra moeite ruim je het ook op. QUOTE VAN EEN VRIJWILLIGER: “Het vastleggen van het zwerfafval met een foto en opruimen kost me meer tijd dan wanneer ik alleen opruim. Ik wil echter niet eeuwig blijven opruimen. Als ik niet registreer, weet niemand dat het er gelegen heeft en lijkt het allemaal wel mee te vallen. Ik hoop dus dat er iets met de gegevens gedaan wordt en dat het leidt tot maatregelen zodat er geen zwerfafval meer ontstaat.� Beheerders kunnen dus waardevolle extra informatie krijgen door gebruik van een app als Litterati, in aanvulling op hun beeldmonitoring. Die informatie is bruikbaar voor de eerder genoemde motieven voor monitoring. De gegevens door opruimacties van vrijwilligers kunnen daar uiteraard ook een rol in spelen, zeker als er met hen afspraken kunnen worden gemaakt om die opruimacties structureel te houden (medebeheer, participatie). GEBRUIK VOOR LANDELIJK BELEID Op basis van de huidige monitoring door gebiedsbeheerders blijkt het erg moeilijk in te schatten hoeveel zwerfafval we hebben in Nederland, en hoe snel dat ontstaat. De gegevens die door een app als Litterati verzameld worden, kunnen daarbij helpen. Ook kunnen er verhoudingsgetallen en kentallen mee bepaald worden, zoals #flesjes versus #blikjes en het aantal peuken per m2 in een winkelgebied. Dat zijn gegevens die ook van belang worden bij het vormgeven van wetgeving op Single-Used Plastics en de Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid, beide onderdeel van de nieuwe Kaderrichtlijn Afval. Verder vormen die gegevens een goede input om iets te zeggen/berekenen over de hoofdeffecten van zwerfafval: leefbaarheid, toxiciteit, materialenverlies en maatschappelijke kosten.
Volg ons op:
GRAM #07 september 2020 | 29
ISWA’S WERELDWIJDE NETWERK IN NEDERLAND In januari 2020 opende burgemeester Aboutaleb het nieuwe hoofdkantoor van de International Solid Waste Association (ISWA) in Rotterdam. Daarmee nam de Association fysiek afscheid van Wenen, haar vestigingsplaats van de afgelopen tien jaar. 2020 is ook het jaar waarin ISWA haar 50-jarige bestaan viert. NVRD, ISWA-lid van het eerste uur, heeft er mede voor gezorgd dat ISWA zich de komende 10 jaar vestigt in Rotterdam. Dit artikel laat de Nederlandse afvalsector (hernieuwd) kennismaken met dé internationale branchevereniging voor afvalbeheer en gaat specifiek in op wat ISWA in Rotterdam kan betekenen voor de Nederlandse afvalsector.
W
TEKST: MAX NARINX, ISWA
ERELDWIJD NETWERK VOOR KENNISONTWIKKELING EN -VERSPREIDING - ISWA stelt zich voor als wereldwijd opererende onafhankelijke non-profitvereniging met als missie ‘het wereldwijd promoten en ontwikkelen van duurzaam en professioneel afvalbeheer’, én het faciliteren van de transitie naar de circulaire economie. De vereniging wordt gevormd door leden uit alle werelddelen en alle facetten van het afvalbeheer. Zowel overheden, private bedrijven, onderzoeksinstellingen, adviesbureaus, als individuen die actief zijn in het afvalbeheer zijn als leden aangesloten. Met ruim 1.300 leden uit 110 verschillende landen bereikt ISWA een netwerk van ongeveer 40.000 professionals in de afvalsector. Van oudsher had ISWA een focus op Europa, maar door een toenemend aantal leden uit niet-Europese landen is dat aan het veranderen en heeft de vereniging een echt wereldwijd karakter. Een van ISWA’s kernactiviteiten is, zoals dat ook voor de NVRD geldt, het faciliteren van kennisontwikkeling en -uitwisseling. Het is een uitdaging om de enorme hoeveelheid kennis en ervaring die het wereldwijde netwerk van ISWA-leden herbergt, breed kenbaar te maken. ISWA gaat deze uitdaging aan door o.a. twee tijdschriften uit te geven, een digitale kennisbibliotheek te beheren, evenementen, congressen en webinars te organiseren en projecten uit te voeren.
Sinds de covid-19 uitbraak zijn webinars een belangrijker medium geworden voor kennisverspreiding. In de eerste helft van 2020 heeft ISWA 8 webinars georganiseerd, waaraan in totaal 2365 mensen, uit 105 verschillende landen, deelnamen. Onder andere de onderwerpen covid-19, recycling, uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en gemeentelijk organisch afval zijn de revue al gepasseerd. De webinars zijn overigens terug te kijken op het ISWA Youtube kanaal.
30 | GRAM #07 september 2020
ISWA’s technische activiteiten en projecten worden gecoördineerd door het de Scientific and Technical Committee (STC). Op basis van het STC programma en de werkprogramma’s van de tien werkgroepen (Biological Treatment of Waste, Climate Change and Waste Management, Collection and Transportation Technology, Communication and Social Issues, Energy Recovery, Governance & Legal Issues, Hazardous Waste, Healthcare Waste, Landfill, Recycling and Waste Minimisation) en drie taskforces (Closing Dumpsites, Marine Litter, Women of Waste). De werkgroepen werken technische en wetenschappelijke programma’s uit en de taskforces richten zich op een specifieke opdracht. Uit de werkgroepen en taskforces volgen projecten.
De taskforce Marine Litter werd begin 2017 opgericht om het in zee terecht komen van afval te bestrijden. Elk jaar belandt minstens 8 miljoen ton plastic – één volle vuilniswagen per minuut – in zee. Als er geen actie wordt ondernomen, zullen dit in 2030 twee vuilniswagens en in 2050 zelfs vier vuilniswagens per minuut zijn. De taskforce Women of Waste (WoW!) wil het werk en de prestaties van vrouwen in de afvalsector ondersteunen en in de kijker zetten. De taskforce Closing Dumpsites heeft als doel het zo snel mogelijk sluiten van afvaldumpplaatsen. Via open stortplaatsen komen vervuilende en giftige materialen en stoffen in het milieu en in de directe leefomgeving van honderden miljoenen mensen terecht. Daarnaast stoten stortplaatsen enorme hoeveelheden van het krachtige broeikasgas methaan uit, waardoor dumpplaatsen verantwoordelijk zijn voor ongeveer 4,5% van de opwarming van de aarde en ook dit percentage zal oplopen als business as usual doorzet.
Een mooi voorbeeld van zo’n project, dat ook relevant is voor Nederlandse steden, is het Circular and Low Carbon Cities (CALC) initiative, waarvoor een rekentool wordt ontwikkeld die inzicht geeft in de relatie tussen circulariteit en klimaatdoelstellingen. De rekentool is een hulpmiddel voor steden bij het bepalen van hun strategie voor meer circulariteit en tegelijkertijd minder CO2-uitstoot.
Het CALC-project kent twee strategieën. Ten eerste wordt een rekentool ontwikkeld waarin circulariteit en CO2-uitstoot aan elkaar gekoppeld worden. Met dit instrument kunnen steden en bedrijven de CO2-effecten van de verschillende sporten op de Ladder van Lansink berekenen en met elkaar vergelijken. Product- en materiaalstromen in de stedelijke economie worden in kaart gebracht. Het rekeninstrument, waarvoor Rotterdam de eerste test-stad is, moet overal ter wereld toepasbaar zijn. Ten tweede wordt een netwerk van steden – het CALC City Network – opgezet en gefaciliteerd als klankbordgroep voor de rekentool en de steden een platform bieden om hun opgedane kennis en ervaring te delen. Daan van den Elzen, adviseur afval, recycling en circulaire economie bij de gemeente Rotterdam, geeft aan dat Rotterdam grote ambities heeft als het gaat om de circulaire economie en met het CALC-project wil Rotterdam de circulaire gedachtegang nadrukkelijk koppelen aan de klimaatdoelstellingen. "In de duurzaamheidshoek lijken dat af en toe verschillende eilanden, maar door maatregelen die bijdragen aan een circulaire economie ook te kwantificeren wat betreft hun bijdrage aan het terugdringen van CO2-uitstoot kun je maatregelen beter vergelijken. Dit is de verdieping die we zoeken in de cascade van maatregelen om te zien waar de gemeente het meeste kan bereiken in zowel circulariteit als beperking van de CO2-uitstoot."
Voor ‘Clean Oceans through Clean Communities’ bundelen Avfall Norge – de Noorse afval branchevereniging – en ISWA hun krachten om, door middel van trainingsprogramma's, lokale afvalbeheersplannen te ontwikkelen (gebruikmakend van succesvolle internationale voorbeelden). Samen met lokale partijen wordt gewerkt aan goed functionerende, professionele en duurzame afvalinfrastructuren. De kennisproducten die volgen uit dit soort projecten worden opgeslagen in de digitale kennisbibliotheek – de ‘knowledge base’. In de knowledge base wordt alle wetenschappelijke en technische informatie m.b.t. alle facetten van afvalbeheer, wereldwijd verzameld. Ook brengt ISWA zelf twee tijdschriften uit – Waste Management and Research (WM&R) en Waste Management World. WM&R is een wetenschappelijk tijdschrift waarin nieuwe wetenschappelijke informatie over afvalbeheer voor afvalprofessionals, academici, overheden, industrieën, etc. wordt verspreid. Waste Management World is minder wetenschappelijk en licht met name actualiteiten, nieuwste producten, nieuwe technologieën en ontwikkelingen in beleid en wetgeving toe. ISWA IN NEDERLAND Als GRAM-lezer is de kans groot dat u actief bent in het Nederlandse afvalbeheer en vraagt u zich misschien af: wat heeft Nederland, of de organisatie waarvoor ik werk aan het feit dat ISWA nu in Nederland gevestigd is?.
Van links naar rechts: ISWA President Antonis Mavropoulos met Ahmed Aboutaleb, Burgemeester van Rotterdam en Marc Tijhuis, ISWA Managing Director bij de opening van het kantoor in Rotterdam.
GRAM #07 september 2020 | 31
ISWA is een organisatie met een wereldwijd netwerk, waarin ook op lokaal niveau het verschil gemaakt wordt. In Oostenrijk, in Wenen, waar de vereniging 10 jaar gevestigd was, is nauw samengewerkt met lokale bedrijven, universiteiten en organisaties uit de publieke sector, om het Oostenrijkse en Weense afvalbeheer verder te ontwikkelen. Door projecten, internationale congressen en evenementen waarin organisaties uit de publieke en private sectoren samenwerkten, werd het Oostenrijkse afvalbeheer een rolmodel voor de rest van de wereld. Dit resulteerde bijvoorbeeld ook in een partnerschap met de Climate and Clean Air Coalition (CCAC). Met behulp van het CCAC werd in Wenen een vier daagse ‘city exchange’ gehouden waaraan ambtenaren uit Medellín, Ho Chi Minh en Tyre deelnamen om als collectief elkaars afvalbeheersystemen onder de loep te nemen en interventies te bedenken. Daarnaast organiseerde ISWA onder andere een studiereis over het opzetten van een systeem voor afvalinzameling, -sortering en terugwinning van materialen én hoe dat gefinancierd en ingevoerd kan worden, een vijfdaagse technische tour over Waste-to-Energy, en de ISWA Summer School over Material Flow Analysis & Solid Waste Management.
Containershield
DAAN VAN ELZEN, GEMEENTE ROTTERDAM: “DOOR MAATREGELEN DIE BIJDRAGEN AAN EEN CIRCULAIRE ECONOMIE TE KWANTIFICEREN VOOR WAT BETREFT HUN BIJDRAGE AAN HET TERUGDRINGEN VAN CO2UITSTOOT, KUN JE DEZE BETER VERGELIJKEN” Juist door met partners van over de hele wereld samen te werken, maakt ISWA lokaal het verschil. Voor het ontwikkelen van de CALC-rekentool werken experts vanuit verschillende landen samen met de gemeente Rotterdam en maken gebruik van de Rotterdamse data. Ondanks dat de rekentool bruikbaar moet worden voor alle steden, leert Rotterdam van het proces en zal als eerste de tool kunnen toepassen. De taskforce Marine Litter ontwikkelt, in samenwerking met o.a. Rotterdam de plastic pollution calculator in de strijd tegen het in zee terecht komen van (plastic) afval. ‘Knowing where plastics pollution comes from, suitable policy and engineering interventions can be prioritised’, aldus taskforce leider en professor aan de universiteit van Leeds, Costas Velis.
Dé flexibele beschermplaat voor milieustraat en afvalverwerker
Improving tomorrow.
Een vloeistofdichte- of vloeistofkerende vloer is een kostbare investering. Een voorziening waar u zuinig op bent. Door het gebruik van containers kunnen vloeren beschadigen. Met Containershield bieden Antea Group en Nolim een flexibele lichtgewicht beschermingsplaat voor milieustraten en afvallocaties. Een slimme oplossing die hoge onderhouds- en herstelkosten voorkomt.
De voordelen van Containershield: • Optimale flexibiliteit in het gebruik en de inrichting van de locatie • Fixatie mogelijk, doch opneembaar voor inspectie • Koppelbaar tot vloerveld • Naamstelling en motief op shield op aanvraag mogelijk • Bespaar jaarlijks terugkerende herstel- en • reparatiekosten aan uw verharding • De onderliggende vloer is eenvoudig te reinigen / inspecteren • Verlenging levensduur (vloeistofdichte) verharding • Gemaakt van duurzaam recyclebaar materiaal • Vorst- en UV-bestendig • Temperatuur bestendig van -30oC tot 80oC • High Moleculair Polyethyleen (HMPE) is in hoge mate drukbestendig, zelfs bij zware belastingen • Geluidsreductie bij het plaatsen van containers
www.containershield.nl Rik Beekwilder | (06) 22 37 57 18 | rik.beekwilder@anteagroup.com
32 | GRAM #07 september 2020
22-0000-0585-02 GRAM sept 20
MELD JE NU AAN VIA: AFVALCONFERENTIE.NL
Hybride Conferentie Op locatie of online!
7 OKTOBER ARNHEM
INITIATIEFNEMERS
AFVALCONFERENTIE 2020 Op 7 oktober organiseren de NVRD en Vereniging Afvalbedrijven de Afvalconferentie 2020. Een bijzondere editie omdat dit de eerste keer is dat we een Hybride Conferentie organiseren. Dit houdt in dat u zelf kiest of u aanwezig bent op onze eventlocatie in Arnhem (max 100 personen) of dat u online mee doet.
SPREKERS & PROGRAMMA
PRAKTISCHE INFORMATIE Datum: woensdag 7 oktober 2020 Tijdstip: 14.00 tot 16.00 uur aansluitend een netwerkborrel Locatie: Industriepark Kleefse Waard Westervoortsedijk 73, Arnhem
Veilig werken en de vitaliteit van de sector, met onder meer:
Arjella van Scheppingen onderzoeker en facilitator vitale arbeidsorganisaties
Wouter Koenderman directeur ACV, voorzitter Stuurgroep Sectorplan Ambor
Productketens en afzetmarkten, met onder meer: Lukas Visser Ingka Investments, de investeringstak van IKEA en verantwoordelijk voor de strategische investeringen van IKEA in de circulaire economie
Hagar Ligtvoet MT-lid Grondstoffen, Recycling en Europees en internationaal CE beleid bij het Ministerie I&W
Voorzitters De voorzitters van NVRD en Vereniging Afvalbedrijven, Boris van der Ham en Henry Meijdam zullen ook acte de préséance geven. Cabaretier / comedian Edo Berger verzorgt de aftrap van de bijeenkomst met een geheel eigen visie op de vitale Afvalsector.
SPONSOREN
OP ZOEK NAAR WERKBARE INDICATOREN VOOR AFVALBEHEER BENCHMARKEN OP CIRCULARITEIT: EEN HELE UITDAGING! In het huidige VANG-beleid en de monitoring hiervan ligt de focus vooral op afvalscheiding en nog niet op het sluiten van ketens (circulariteit). Ook is er nog onvoldoende oog voor de kwaliteit van recycling en de hogere treden van de Ladder van Lansink. Dit geldt ook voor de benchmark huishoudelijk afval, die tot voor kort vooral de VANG-indicatoren volgde. Daar is dit jaar verandering in gekomen door de toevoeging van een aantal nieuwe indicatoren die de circulariteit meten. TEKST: FOLKERT STARREVELD (CYCLUSMANAGEMENT) EN JOCHEM BALLOT (HVC)
Z
owel in het landelijk afvalbeleid (VANG, LAP-3) als bij de benchmark huishoudelijk afval is de hoeveelheid restafval de meest voorname meetindicator. Deze indicator geeft de hoeveelheid afval- en grondstoffen weer die na bron- of nascheiding in de verbrandingsoven terecht komt (figuur 1: meetpunt 3). Maar hoe representatief is deze indicator eigenlijk voor circulariteit? Als het realiseren van 100% circulair het uiteindelijke doel is, dan gaat het er meer om wat er uiteindelijk op hoogwaardige wijze in nieuwe producten wordt gerecycled, dan wat er gescheiden wordt ingezameld of aan restafval wordt verbrand. Het scheiden van afval is immers geen doel op zich, maar een middel om grondstoffen zuiver en hoogwaardig te houden en/of te maken voor recycling. BEHOEFTE UIT HET WERKVELD Ruim een jaar geleden zochten de gemeente Amsterdam en inzamelbedrijf CirculusBerkel contact met de benchmark huishoudelijk afval om aan bovengenoemde tekortkoming in de monitoring iets te doen. Kon de benchmark niet omgevormd worden tot een circulaire benchmark? Al snel bleken ook andere gemeenten en inzamelbedrijven geïnteresseerd in die vraag, en werd er een werkgroep gevormd met de G4-gemeenten, Circulus-Berkel, HVC en ROVA. Samen met de partijen die betrokken zijn bij de bench-
34 | GRAM #07 september 2020
mark (zijnde de NVRD, Rijkswaterstaat en Cyclusmanagement) is vervolgens gestaag gewerkt aan de ontwikkeling van een aantal indicatoren die de circulariteit duiden, de circulaire indicatoren. Bij de eerste bijeenkomsten van de werkgroep werd al snel duidelijk dat meten op circulariteit een complexe zaak is. Waar leg je het meetpunt? Welke kwaliteitsniveaus onderscheid je? Is de circulaire ladder van Lansink werkbaar? Voor een branche die gewend is te werken met massabalansen en gewichtseenheden bleek het bovendien ook niet gemakkelijk om circulaire indicatoren te formuleren voor bijvoorbeeld groente-, fruit en tuinafval. EENVOUDIG STARTEN Uiteindelijk heeft de werkgroep er voor gekozen om zoveel mogelijk de eenvoud te bewaren. Daarbij kwamen vijf grondstofstromen in aanmerking om circulaire indicatoren voor te ontwikkelen: gft, papier, glas, pmd en textiel. Om ook de recycling van bodemassen mee te kunnen nemen is restafval daaraan toegevoegd. In eerste instantie zijn de circulaire indicatoren in aanvulling op de scheidingsindicatoren, onder het mom ‘geen oude schoenen wegdoen voordat je nieuwe hebt gekocht’. Ook voor het kwaliteitsaspect, ofwel de hoogwaardigheid waarmee circulariteit wordt bewerkstelligd,
is de eenvoud gezocht. Niet de Ladder met de 10 R’s maar een versimpelde ‘Ladder van Lansink’ is gekozen om de hoogwaardigheid van het sluiten van materiaalketens te kwantificeren (figuur 2). Wel is er onderscheid gemaakt in hoogwaardige recycling (toepassing in product met minimaal gelijkwaardige kwaliteitseisen aan grondstof en/ of grondstof meerdere cycli te recyclen) en laagwaardige recycling (toepassing in product met lagere kwaliteitseisen aan grondstof en/of grondstof slechts eenmalig te recyclen). Ten behoeve van de eenvoud hebben we de meetpunten nog niet te ver naar achter in de keten gelegd, maar meten we ‘na sortering’ (meetpunt 4). In de komende jaren kan dit verder worden doorontwikkeld naar meetpunten na verwerking/recycling (meetpunt 5). DEFINITIE CIRCULARITEIT Met de ontwikkeling van de circulaire benchmark is ook een nieuwe definitie geboren: het circulariteitspercentage. Deze wordt gedefinieerd als zijnde het percentage van de hoeveelheid bij huishoudens vrijkomende grondstof die na sortering, bewerking en nascheiding wordt teruggebracht in de keten (re-use + re-cycle). Hierbij dient te worden opgemerkt dat de hoeveelheid vervuiling in de brongescheiden grondstof geen invloed heeft op het circulariteitspercentage. We meten immers de circulariteit
van de grondstof en niet van de vervuiling. Het meetpunt in de keten is verschoven naar achteren: van meetpunt 3 naar meetpunt 4 (figuur 1) en voor gft-afval gezien het unieke karakter zelfs naar meetpunt 5. Ook voor fijn restafval is een circulariteitsindicator ontwikkeld, waarbij wordt nagegaan hoeveel procent van het verbrand afval als metaal of vrij toepasbare bouwstof (gewassen bodemas) ‘nuttig’ wordt toegepast. Dit laatste is een meer hoogwaardige toepassing t.o.v. het geïsoleerd/ gemobiliseerd ‘storten’ van ongewassen bodemas. VERGAREN VAN DE JUISTE GEGEVENS Per grondstof is nagegaan welke gegevens nodig zijn om bovengenoemde indicator te bepalen. Hierop is de data-uitvraaglijst van de benchmark aangepast. Dit voorjaar was het dan zo ver. De ruim 150 gemeenten die
Huishouden
overslag
Brongescheiden grondstoffen
verzorgt, heeft HVC de benodigde gegevens in de circulaire benchmark ingevuld. Interessant om te zien is het effect van de bodemas opwerking van HVC, waarmee in veel gemeenten ruim 30 kg restafval per inwoner extra wordt gerecycled. RESULTATEN De eerste resultaten van de circulaire benchmark laten nog even op zich wachten. Immers de benchmark over het peiljaar 2019 loopt nog. Wat wel al wordt geconstateerd is dat de indicatoren (logischerwijs) een minder florissant beeld laten zien dan de scheidingsindicatoren van VANG. Het laat in ieder geval wel een realistischer beeld zien in welke mate grondstoffen nu daadwerkelijk circulair worden toegepast.
Voor afval- en energiebedrijf HVC was dat een ander verhaal. HVC is een publiek ketenbedrijf: HVC voert voor haar aandeelhoudende gemeenten zowel activiteiten uit op gebied van inzameling als op het gebied van sortering en verwerking van huishoudelijk afval. Tevens heeft HVC beide systemen bron- en nascheiding - in huis. Zodoende heeft HVC goed zicht op de gehele afvalketen en de hergebruik- en recyclingrendementen die dat oplevert. Voor alle 26 gemeenten waar HVC de afval- en grondstoffeninzameling
MEETPUNT 2
MEETPUNT 1
scheiding
zich hadden opgegeven aan de benchmark huishoudelijk afval konden facultatief aan de slag met de benchmark circulair. Voor sommigen best een uitdaging, immers veel van de gevraagde data hebben betrekking op de sortering- en bewerkingsstappen na de inzameling en daar hebben gemeenten en inzamelbedrijven minder zicht op.
MEETPUNT 3
voorsortering
Overslag
Restafval
Wilt u reageren op dit artikel? Stuur een mail naar info@benchmarkafval.nl
MEETPUNT 4
MEETPUNT 5
sortering
verwerking/ recycling
Sortering / bewerking grondstoffen
Verwerking grondstoffen
nascheiding restafval
toepassing
Toepassing grondstoffen
Verbranding
figuur 1
Re-use
Huishouden Vrijgekomen hoeveelheid papier: 120 kg per inwoner
19 kg per huishouden
5%
Re-cycle hoog
Re-cycle laag
Re-cover
40%
5%
55%
figuur 2
GRAM #07 september 2020 | 35
De Rooij Milieutechniek drukt zijn stempel op efficiĂŤnt nascheiden
De revolutionaire ondergrondse stempelpers van De Rooij Milieutechniek maakt de transitie van bron- naar nascheiding ĂŠn naar volledig elektrisch inzamelen eenvoudig mogelijk. Door middel van stempels wordt de reststroom optimaal aangedrukt, en wel zo dat het materiaal eenvoudig na te scheiden is. De stempelpers heeft bovendien een uitgekiend laag eigengewicht, dus elektrisch transport is geen enkel probleem. De pers verbruikt slechts 24V en pas bij een volle container wordt het materiaal aangedrukt. Een zeer laag energieverbruik is het resultaat. Tel daarbij op dat de constructie volledig gelast en volbad verzinkt is, en je bent gegarandeerd van een zeer onderhoudsvriendelijke pers met een lange levensduur.
De duurzame voordelen van de ondergrondse stempelpers Hoge verdichtingsgraad Door middel van 2 persstempels, alleen werkend bij een volle container, wordt het afval optimaal aangedrukt. Optimaal geschikt voor nascheiding Door de manier van aandrukken is nascheiding van de reststroom optimaal te verwezenlijken. Veilige zwakstroom In de betonput en perscontainer wordt alleen 24 Volt gebruikt; altijd veilig voor de gebruiker, dienstverlener en hulpdiensten.
ongeperst Minimaal energieverbruik - Pers treedt pas in werking bij volledig volle container. - Ook toekomstbestendig voor alternatieve energiebronnen. - Door toegepaste componenten geen energieverspilling. - CO2-reductie. Zeer kostenbesparend - Laag energieverbruik. - Hoge verdichtingsgraad dus lage transportfrequentie. - Zeer onderhoudsvriendelijk. - Eenvoudig en snel te plaatsen. - Sterk rendementverhogend door een optimale nascheiding. - Zonder aanpassingen toepasbaar op iedere bestaande betonput en veiligheidsvloer. - Lage investeringskosten.
T +31 (0)416 31 29 09 | info@derooijmilieutechniek.nl | www.derooijmilieutechniek.nl ISO 9001, ISO 14001 en VCA gecertificeerd
persen
geperst Uitgekiend laag eigengewicht Bij uitstek geschikt voor de transitie naar volledig elektrisch inzamelen. Voor diverse reststromen geschikt Door een slimme constructie uitstekend inzetbaar voor de inzameling van diverse reststromen, waaronder ongescheiden restafval, PMD en papier & karton. Dynamische volmelding Geschikt voor de koppeling met ieder volmeldsysteem, evenals ons revolutionaire, dynamische volmeldsysteem Octopus. Ruimtebesparend Door de hoge verdichtingsgraad minder ondergrondse containers benodigd: minder staal, meer groen!
NIEUWS LEIDRAAD AFVALSCHEIDING OP SCHOLEN: HOE REGEL IK DAT ALS GEMEENTE? April 2020 presenteerde de NVRD het manifest ‘Meer afvalschei-
NVRD-leden is de gedetailleerde versie van de Leidraad op aan-
ding bij scholen’. In dit manifest staan onder andere de ambities,
vraag beschikbaar. Leden kunnen hiervoor contact opnemen met
barrières en uitgangspunten op het gebied van afvalscheiding
de NVRD via e-mailadres post@nvrd.nl (graag in het onderwerp
bij basisscholen (hierna: scholen). Een van de barrières waar-
vermelden: Leidraad afvalscheiding op scholen).
mee gemeenten te maken krijgen als ze - in combinatie met de inzamelroute voor huishoudelijk afval - aan de slag willen met gescheiden afvalinzameling op scholen zijn de verschillende rechtsgebieden (Wet Markt en Overheid, Wet milieubeheer, Mededingingswet en Wet op de vennootschapsbelasting). Dit vergt een zorgvuldige besluitvorming van gemeenten. Om onze leden daarbij te ondersteunen hebben wij een Leidraad 'Afvalscheiding op scholen: hoe regel ik dat als gemeente?' opgesteld. In deze Leidraad (zie www.nvrd.nl) wordt onder andere op hoofdlijnen aangegeven welke stappen doorlopen moeten worden voor een zorgvuldige besluitvorming. Tevens geven wij voor verschillende varianten (bijv. gemeente zamelt met een eigen dienst in, een overheidsbedrijf zamelt in) inzicht in enkele vraagstukken met betrekking tot de verschillende rechtsgebieden. Mocht u aan de slag willen met afvalscheiding op scholen, dan adviseren wij u de gedetailleerde versie van de Leidraad te raadplegen. Voor
GEMEENTEN MAKEN WERK VAN KWALITEIT INGEZAMELDE GRONDSTOFFEN Dit blijkt uit een peiling die I&O Research afgelopen voorjaar
relatief hoog. Wat maatregelen betreft zijn/gaan veel gemeen-
in opdracht van VANG-HHA heeft uitgevoerd onder Nederland-
ten aan de slag met communicatie (82%) en kiest 64% van
se gemeenten. Uit de peiling blijkt dat ruim vier op de tien
de gemeenten voor een minicontainer voor oud papier. De ge-
gemeenten in de periode 2015-2019 in de responsgroep een
scheiden inzameling van gft/e gaat een flinke impuls krijgen
afval-of grondstoffenbeleidsplan heeft opgesteld. Twee derde
de komende tijd, waarbij dit in 28% van de gemeenten al ge-
van de gemeenten zonder recent plan verwacht dit in 2020
meengoed is gaan aanvullend 33% van de gemeente hier mee
of in 2021 wel te hebben. Bijna alle (95%) gemeenten met
aan de slag.
een doelstelling voor afvalscheiding hebben de VANG-ambitie
Bijna een op de vier van de gemeenten geeft aan de ambitie
van 75% afvalscheiding overgenomen terwijl 86% van de ge-
van 100 kg/inw restafval in 2019 te hebben gehaald. Dit per-
meenten een ambitie heeft vastgelegd van 100 kg of minder
centage groeit voor 2020 naar 40%. Voor de afvalscheidings-
restafval per inwoner.
doelstelling van 75% is het beeld nog positiever. Ruim een op
In het nieuwe afval- en grondstoffenbeleid zijn de meest ge-
de drie van de gemeenten heeft in 2019 de doelstelling van
noemde strategieën die gemeenten toepassen of gaan toepas-
75% gescheiden inzameling gehaald. Dit percentage groeit
sen: frequentieverlaging inzameling restafval (63%), tariefdif-
voor 2020 naar 38%. Ook de ‘achterhoede’ schuift op. Waar
ferentiatie (50%) en nascheiding grof huishoudelijk afval. Ook
23% van de gemeenten in 2019 nog boven de 200 kg/inw
de invoering van omgekeerd inzameling en de aanvullende
restafval ‘scoren’ is de verwachting dat dit in 2020 is gedaald
nascheiding van PMD scoren met respectievelijk 23% en 19%
tot 11% van de gemeenten.
GRAM #07 september 2020 | 37
We pakken de draad weer op Benieuwd hoe? www.sympany.nl
stof tot grondstof
21-9000-1252-04 GRAM 2020 sept
1_4_li_GRAM_190x62-F.indd 1
01-09-2020 10:43
17, 18 & 19 november 2020 Evenementenhal Gorinchem Ontdek de nieuwste producten en diensten op dé nationale vakbeurs voor recyclingtechniek en afvalbeheer EASY VISIT, SAFE VISIT
Bestel
uw gratis ticket met code
2411
1,5M
Meer dan ooit is uw veiligheid één van onze hoogste prioriteiten. Wij stellen alles in het werk om de veiligste plek te creëren om elkaar te ontmoeten en zaken te doen. Lees meer op vakbeursrecycling.nl/covid-19-bezoekers
www.vakbeursrecycling.nl
1_2_li_GRAM_190x130-E.indd 1
Hét softwarepakket voor gemeenten en huishoudelijk afval inzamelaars
01-09-2020 10:49
WasteXL
S O F T WA R E S O L U T I O N S
38 | GRAM #07 1-4liggendB-GRAM.indd 1
www.fixion.nl 040-2900632
september 2020
➦
Meer info? Demo?
01-09-2020 22-0000-0072-04 GRAM September 2020
10:46
DE LEDEN CENTRAAL “IK HOOP OP MEER WETGEVING DIE HET GEBRUIK VAN RECYCLATEN VERPLICHT STELT.” TEKST HETTY DEKKERS
In deze rubriek krijgen NVRD-leden een stem in GRAM. De NVRD is er immers voor en door leden. Deze keer aan het woord: Paul Marinissen, directeur Zeeuwse Reinigingsdienst. WAT HOUDT JE FUNCTIE IN? Als directeur zorg ik voor de algemene aansturing van de Zeeuwse Reinigingsdienst, een overheids-bv met dertien aangesloten Zeeuwse gemeenten. Het is een klein bedrijfje, met 70 personeelsleden. Ik adviseer alle gemeenten waar we voor werken. Dat is wel eens lastig, want de manier waarop ze hun afval inzamelen is heel divers. De één hanteert diftar, de ander nascheiding, ze doen het allemaal anders. Maar dat maakt het ook leuk. WAT BETEKENT DE NVRD VOOR JOU? Het is een pure netwerkorganisatie, met een deskundig bureau, goede bijeenkomsten. Het is een netwerk waar je alles vindt en slimme trucs van elkaar over kunt nemen. Wat ik ook mooi vind aan de NVRD, is dat er zo veel partijen lid van zijn. Gemeenten, inzamelaars, maar ook de commerciële jongens. Dat maakt het heel divers. VOLDOET HET LIDMAATSCHAP AAN JE VERWACHTINGEN? Absoluut. Ik kan bij de NVRD terecht met alle vragen en ontmoet veel collega’s en gemeenten die met dezelfde problemen worstelen. De congressen en bijeenkomsten zijn informatief en super gezellig. Ik ben zelf redelijk actief in allerlei werkgroepen en commissies, en als voorzitter van de NVRD-regio Zuid Nederland. WAT ZIJN VOLGENS JOU DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN BINNEN DE AFVALBRANCHE? De druk die er momenteel staat op de recyclebare grondstofstromen. De marktprijzen staan enorm onder druk. Het oud papier kan niet meer naar China, textiel is moeilijk afzetbaar, virgin plastic is tegenwoordig goedkoper dan recyclaat. Dat belemmert de gescheiden inzameling. Het is financieel bijna niet interessant meer voor gemeenten. Ik hoop op meer wetgeving die het gebruik van recyclaten verplicht stelt, anders is het aan gemeenten bijna niet meer uit te leggen. Misschien trekt het allemaal wel weer bij, met de marktprijzen, maar de overheid zou hier iets aan moeten doen. Daarnaast hebben we op de milieustraten nog een uitdaging met het langer in de kringloop houden van goederen. Mensen gooien hartstikke goede spullen weg, dat is eeuwig zonde. Ik zou graag een circulair ambachtscentrum ontwikkelen in samenwerking met kringloop, demontage en onderwijs. Er liggen zoveel kansen op dat vlak.
WAT VIND JE HET LEUKSTE/MOOISTE AAN JE WERK? Afval was altijd al mijn favoriete onderwerp, ik ben heel blij dat ik me daar nu volledig mee bezig mag houden. Iedereen vindt er wat van, van afval, en je kunt er zo veel mooie dingen mee doen. Het werken met mensen vind ik ook prachtig. Die jongens op de werkvloer, op de wagens, het zijn geweldige kerels. Daarnaast ben ik zeer geïnteresseerd in politiek. Elke gemeente heeft zijn eigen kleur en smaak, ik volg dat op de voet. Het politieke spel is ook mensenwerk, dat maakt het zo interessant. WAAR STOOR JE JE AAN? De soms korte lontjes van sommige burgers richting onze medewerkers. Wij doen ons stinkende best om iedereen te helpen en toch vinden sommige mensen het nodig medewerkers te bedreigen of uit te schelden. Zij verdienen dat absoluut niet. WELKE TIP WIL JE LEZERS MEEGEVEN? Zoek de samenwerking. Wij hebben bij ZRD minicontainers in kunnen voeren van gerecyceld plastic. Dat was een hele klus. We hebben er een projectgroep voor opgetuigd, samenwerking gezocht met de NVRD, gemeenten, afvalinzamelaars en vereniging Klair. Als we die krachten niet gebundeld hadden, was het nooit gelukt.
Paul Marinissen, directeur Zeeuwse Reinigingsdienst.
GRAM #07 september 2020 | 39
BRANCHE NIEUWS POLLUTEC 2020: CONCRETE OPLOSSINGEN VOOR EEN NIEUW ECOLOGISCH MODEL De komende editie van de Pollutec, internationale milieutechnologievakbeurs georganiseerd door Reed Expositions France, vindt plaats van 1 t/m 4 december in Lyon. Innovatie, expertise, opkomende trends... de Pollutec stelt de bezoeker in staat om de balans op te maken van de laatste innovaties in alle milieusectoren zowel op de stands, tijdens debatten en conferenties als in het kader van specifieke evenementen op de beurs. Aanpassing aan klimaatverandering, circulaire economie en nieuwe energiemodellen zijn de drie hoofdthema's van deze 2020-editie, die ook technologische aandacht zal bieden aan onderwerpen die centraal staan in het nieuws, zoals plastics, microverontreiniging, opkomende verontreinigende stoffen, strategische metalen en een wereldwijde focus op werkgelegenheid en nieuwe beroepen verbonden met de ecologische transitie. VAKBEURS IN SAMENWERKING MET DE BESTE EXPERTS De Pollutec wordt ondersteund door een organisatiecomité bestaande uit deskundigen uit de verschillende vertegenwoordigde sectoren. Samen dragen ze bij aan de ontwikkeling van content en evenementen, zo dicht mogelijk aansluitend op actuele gebeurtenissen en marktontwikkelingen. Op dit moment zijn reeds bevestigd de Forums over Recycling (met Federec), over Biogas (Biogaz Vallée, Club Biogaz, ATEE), Bodemsanering (UPDS), Trenchless Works (FSTT), Asbest (Reso A+), Afval van bouwprojecten (SEDDRe), Engineering (OPQIBI, CINOV, AITF) en de Forums Biodiversiteit en natuurlijke omgevingen, Waterzuivering, Energie, Afvalbeheer, Duurzame Industrie, Riskmanagement, Duurzame Stad en Landbouw & Klimaat (nieuw).
INNOVATIE, DE DRIJVENDE KRACHT VAN POLLUTEC Eco-innovatie is de drijvende kracht van de Pollutec en zal opnieuw sterk aanwezig en gehighlight worden op de beurs. Exposanten die hun innovaties voorafgaand aan het evenement aangeven, krijgen zowel voor als na de beurs extra zichtbaarheid. De zogeheten 'pitchring' (pitchruimte voor startups, kleine en middelgrote ondernemingen), tot dusver centraal op de beurs, wordt nu verspreid in de water-, afval- en energiesector, om zo dicht mogelijk bij de spelers en opdrachtgevers van elke sector te staan. Tot slot wordt eco-innovatie ook benadrukt door de prijzen en trofeeën die op de beurs worden uitgereikt. NIEUW: EEN MEGA WATERDEMONSTRATIERUIMTE Een van de activiteiten op het programma is de installatie van een mega demonstratieruimte 'Water Hub' om innovatieve oplossingen gewijd aan de watercyclus te benadrukken, van het opvangen van drinkwater tot de behandeling van afvalwater. EEN INTERNATIONALE BEURS OM MONDIALE UITDAGINGEN AAN TE PAKKEN Pollutec organiseert opnieuw talrijke landenpaviljoens en delegaties uit Europa en de rest van de wereld. Ook herhaalt zij dit jaar weer de operatie met steden en gebieden die zich in het bijzonder bezighouden met circulaire economie, met verschillende gespecialiseerde partners. Het doel is concrete toepassingen te presenteren voor territoriale optimalisering van (goederen)stromen en activiteiten (materialen, voedsel, afval, enz.) in verschillende EU-steden. Tot slot organiseert de Pollutec ook deze editie weer talloze businessmeetings op de beurs. NIEUW: POLLUTEC SEA & COASTAL Pollutec presenteert al sinds lange tijd oplossingen voor de zee en de kust. In lijn met de ontwikkeling van de beurs, betroffen deze oplossingen in eerste instantie de behandeling van incidentele verontreiniging, ballastwater of afval, vervolgens het ontmantelen van boten, de motoriseringen van schepen, enz. Vandaag de dag hebben ze ook betrekking op mariene energie, mariene biotechnologie en milieuherstel. Na een eerste thema’dorp’ in 2002 en de geleidelijke oprichting van een specifiek forum – met name het veelgeprezen forum in 2018 -, lanceren de organisatoren van de beurs dit jaar een specifieke beurs Pollutec Sea & Coastal, aanpalend aan de Pollutec. Dit nieuwe evenement zal op één plaats de milieuoplossingen voor kustactiviteiten en -gebieden en maritieme activiteiten samenbrengen.
40 | GRAM #07 september 2020
aangeboden door
SULO
CLOSE-UP
ONTZORGEN VOLGENS EEN CONCEPT OP MAAT SULO is een vertrouwde partner voor alle soorten kwaliteitscontainers. Maar de dienstverlening van SULO Benelux gaat veel verder. Steeds meer gemeenten kiezen voor ontzorging, als het gaat om identificatiesystemen, klachtenafhandeling, containerbeheer enzovoort. SULO regelt het desgevraagd allemaal. “Wij bieden al meer dan vijfentwintig jaar een totaalconcept aan, waarmee we gemeenten ontzorgen”, licht Pedro Debergh toe. Hij is algemeen directeur van SULO Benelux en hij merkt dat er vooral de laatste jaren steeds meer vraag is naar die dienstverlening. “Tientallen gemeenten in Nederland maken er dankbaar gebruik van. We trachten een concept op maat aan te bieden, want de behoeften bij de ene gemeente zijn vaak totaal anders dan bij de andere. Geen contract is hetzelfde. Om de gemeenten hiervan volledig op de hoogte te houden, verzorgen we overzichtelijke maandrapportages. Online kan de klant 24/7 alles consulteren. Daarnaast gaan we minstens eens per kwartaal persoonlijk op bezoek bij onze klant, om te zien of alles naar wens verloopt, of er aanpassingen nodig zijn, eventuele verbeteringen. Zo’n gesprek heeft een absolute meerwaarde. Onze kracht is dat we steeds maatwerk leveren, met een service die top is.” De dienstverlening van SULO evolueert tijdens het contract mee met de behoeften van de klant. 130.000 TELEFOONTJES Wie kiest voor een container van SULO, kan van veel ontzorgdiensten gebruik maken. Debergh: “Denk aan het gratis 0800-nummer voor afhandeling van klachten, informatievragen, het melden van een kapotte container. Onze telefoonservice verwerkt op jaarbasis nu 130.000 telefoontjes van burgers. Ze worden nagenoeg allemaal binnen zestig seconden beantwoord en daar zijn we trots op.” Maar ook het afhandelen van de melding gaat vlot. “We hebben alle soorten containers op voorraad, in diverse magazijnen, zodat we ze zelf snel kunnen vervangen indien nodig. Desgewenst nemen we ook de kosten van het voorraadbeheer op ons, maar ook het volledige
risico van vervangingen van containers gedurende het contract. Zo nemen we gemeenten veel werk en zorg uit handen en heeft de klant gedurende het contract geen kosten meer met betrekking tot vervangingen van containers. Dit is bij veel gemeentes een flinke jaarlijkse besparing.” Een andere veelgebruikte service is het containermanagementsysteem. SULO houdt bij welke containers geleegd mogen worden en welke niet, hoeveel afval iemand aanlevert; de gegevens voor de afvalstoffenheffing. “Daartoe werken we samen met het inzamelbedrijf. We hebben ervaring met iedere inzamelaar in Nederland en verzamelen de lediginggegevens en vertalen die in handzame rapportages en belastinggegevens voor de burgers”, aldus Debergh. HOGE STANDAARDEN Software, ict-ondersteuning, belastingpakketten, communicatiemateriaal voor de inwoners, SULO levert het allemaal. “Voor ondergrondse containers bieden we ook de mogelijkheid van preventief/ correctief onderhoud alsook reiniging. Storingen worden bij ons binnen 24 uur verholpen”, aldus Debergh. SULO is niet alleen een leverancier van kwaliteitscontainers die uitermate goed geschikt zijn voor grabbers, ook de dienstverlening voldoet aan hoge standaarden. “Wij houden van kwaliteit en onze klanten hoeven niet met minder genoegen te nemen”, aldus Debergh. “Ons doel is gemeenten maximaal te ontzorgen. Dankzij onze jarenlange ervaring worden we daar alsmaar beter in.” Info: www.sulo.nl
GRAM #07 september 2020 | 41
BRANCHE AGENDA
NIEUWS MINICONTAINERS RECYCLEN MET WEEL RECYCLING PRESS
Een Nederlands recyclingbedrijf benaderde Bertus Kramer, fulltime uitvinder, met de vraag of hij iets wilde ontwikkelen om de wielen van mini-afvalcontainers gemakkelijk te verwijderen. Kramer was onaangenaam verrast bij de ontdekking dat in onze circulaire maatschappij enorme hoeveelheden aan afgedankte wielen in het restafval terecht komen. Voor een middelgrote stad betreft dit al gauw 16.000 kg per jaar en daarmee zijn hoge verwerkingskosten gemoeid. Kramer ging aan de slag en ontwikkelde de ‘Weel Recycling Press’, kortweg WCR Press. Voorheen kostte het verwijderen van de wielen en de as van de container veel tijd en fysieke inspanning en was het niet zonder gevaar voor de gezondheid van de medewerkers. Er werd bijvoorbeeld gewerkt met een ‘bin-deweeler’. Hierbij moet de medewerker zijn voet op een pedaal zetten en deze ruim 40 cm omlaag zien te drukken, wat veel kracht kost. En als de as voorbij de blokkering komt, klapt je voet zonder weerstand naar beneden. Begrijpelijk dat medewerkers last kregen van hun kuiten en knieën. Met de WCR Press is slechts één persoon nodig voor het verwijderen van de wielen en als bonus zijn alle verschillende materialen van de container gescheiden (zie afbeelding). En dat
07 OKTOBER Afvalconferentie 2020, hybride conferentie met 100 gasten op de eventlocatie en online deelname
1 APRIL 2021 Gladheidbestrijdingscongres 2021, Hart van Holland Nijkerk
19 - 20 MEI 2021 NVRD Jaarcongres 2020 'Innovatie - de rol van de overheid', Natlab, Klokgebouw en Kazerne te Eindhoven
in slechts drie seconden met één druk op de knop. Recyclen is op deze manier een stuk eenvoudiger en zelfs leuker geworden! Maatschappelijk verantwoord ondernemen en economisch voordeel gaan hand in hand bij de WCR Press. GEBRUIK VAN WCR PRESS LEIDT TOT EEN BESPARING, OMDAT: - de verwerkingsduur van containers laag is; - er geen verwerkingskosten meer voor dit restafval betaald hoeven worden; - een volumereductie in afgedankte minicontainers van circa 40% mogelijk is; - de verschillende restmaterialen van de containers zonder nabewerking verkocht kunnen worden. Daarnaast is de WCR Press een praktisch storingsvrije machine, doordat er kosten nog moeite gespaard zijn om de beste materialen te gebruiken, zodat hij heel lang meegaat. MILIEUWINST; • Hergebruik van de waardevolle grondstoffen; • Minder milieubewegingen nodig; • Op het totaalplaatje een veel lagere CO2-uitstoot. Heeft u iets wat beter, sneller, veiliger en kostenbesparend moet? Aarzel niet een neem contact met ons op, voor een betaalbare oplossing. Informatie: info@innotechkramer.com
42 | GRAM #07 september 2020
®
EUROBINS
AFVALREGISTRATIE
WWW.KLIKO.NL | WWW.KLIKO.BE