8 minute read

KLAIR WAARSCHUWT SITUATIE OP DE GRONDSTOFFENMARKT ESCALEERT

Next Article
NVRD NIEUWS

NVRD NIEUWS

De schaarste op de grondstoffenmarkt neemt ernstige vormen aan. De prijzen van vooral staal en kunststof stijgen spectaculair en levertijden lopen op. Afvalbedrijven en gemeenten gaan daar last van krijgen, waarschuwt Klair. Inzamelmiddelen, zoals containers, worden duurder of zijn straks helemaal niet meer leverbaar.

Klair, branchevereniging voor containerproducenten, signaleert ernstige problemen. “Sinds begin dit jaar zijn de prijzen op grondstoffenmarkt verdubbeld en niemand weet waar dit eindigt”, aldus Klair-secretaris Willem van de Pieterman. “We hebben nu al leden die hun contracten niet na kunnen komen, eenvoudig door overmacht. De voorraden raken op, leveranties van nieuwe grondstoffen stagneren, prijzen escaleren. Het is echt problematisch, dit hebben we nooit eerder gezien.” Wat is er aan de hand? Volgens een brandbrief van Klair wordt de Europese industrie momenteel geconfronteerd met ernstige grondstoftekorten en extreme prijsstijgingen. Die knelpunten worden veroorzaakt door de aantrekkende wereldeconomie en logistieke problemen. Vooral landen als de VS en China trekken de markt leeg, aldus Klair. Daarbij is er veel vraag naar bepaalde grondstoffen voor beschermende artikelen tegen covid-19. Dat legt een extra druk op de grondstoffenmarkt.

ROLCONTAINERS

Veel inzamelmiddelen, zoals ondergrondse containers, zijn gemaakt van staal en kunststof. Producenten van rolcontainers gebruiken voornamelijk polymeren, zoals polyethyleen (HDPE) en polypropyleen. Volgens Klair worden de producenten nu geconfronteerd met prijsverdubbelingen, het eenzijdig beëindigen van leveringscontracten, annuleringen van toegezegde leveringen en drastische toeslagen na levering zonder voorafgaande kennisgeving. Overstappen op gerecycled HDPE (polyethyleen) is in een aantal gevallen wel mogelijk, maar ook daar zijn de prijzen enorm gestegen. Bovendien is het gerecyclede materiaal niet altijd in voldoende hoeveelheden en van constante kwaliteit beschikbaar.

Ook bij koudgewalst staal, nodig voor bijvoorbeeld ondergrondse containers, is de situatie alarmerend. De prijzen zijn bijna verdubbeld, de verwachting is dat deze trend zich voortzet. Oorzaak is de veel hogere vraag uit Europa, China en Amerika door het economische herstel. Verder worden de leden van Klair, de Nederlandse containerproducenten, geconfronteerd met extra kosten voor het milieuvriendelijk produceren van staal en hogere importtarieven. Traditioneel zijn juli en augustus de maanden waarin de producenten groot onderhoud en reparaties uitvoeren.

BEZORGDHEID

Deze hele situatie brengt de productie van talloze producten in gevaar, aldus Klair. Voor de afvalbranche zijn het vooral de inzamelmiddelen, zoals containers en chips, maar ook kranen en voertuigen die schaarser en/of duurder zullen gaan worden. Secretaris Van de Pieterman ziet de ontwikkelingen met grote bezorgdheid op de Nederlandse markt afkomen. “Gemeentereinigingsdiensten en afvalbedrijven kan ik alleen maar adviseren: let op je inkoop en haal orders naar voren als dat kan. Ga in gesprek met je leverancier, over lopende en komende leveringen, en overleg tijdig over de juiste oplossingen. Voor nieuwe aanvragen zal er wellicht met dagprijzen De prijzen van koudgewalst staal, gewerkt gaan worden, levertij- nodig voor bijvoorbeeld onderden moeten misschien worden grondse containers, zijn bijna veraangepast. We zullen samen dubbeld. naar oplossingen moeten zoeken. Niemand weet hoe zich dit in de nabije toekomst gaat ontwikkelen, maar voorlopig is er helaas geen enkele zekerheid op ontspanning van de schaarste.” Meer informatie over CBS-prijsindexen voor HDPE kunststof en staal is te vinden op de website klair.nl of andere openbare bronnen.

Prijsontwikkeling Kunststof HDPE 2021 Klair

2021 Virgin 2021 Regranulaat 2021 Maalgoed

ANNE-MARIE RAKHORST OVER DE CIRCULAIRE ECONOMIE:

“WE MOETEN VERSNELLEN EN OPSCHALEN”

Tussen de royale aandacht voor de energietransitie lijkt de circulaire economie er bekaaid vanaf te komen. Toch is Anne-Marie Rakhorst tevreden over wat zij en haar team achter de Transitieagenda Consumptiegoederen hebben bereikt. “Er gebeurt veel, maar de vraagt blijft of het snel genoeg gaat.”

TEKST: PIETER VAN DEN BRAND

Begin 2018 zagen de vijf transitieagenda’s naar een circulaire economie in 2050 het levenslicht. Naast Kunststoffen, Bouw, Maakindustrie en Biomassa & Voedsel is er een agenda voor het brede domein van de consumptiegoederen. Voor het transitieteam voor deze agenda werd duurzaam ondernemer Anne-Marie Rakhorst aangetrokken. Rakhorst geldt als een boegbeeld op duurzaamheidsgebied. Alweer bijna zeven jaar geleden verkocht ze haar adviesbureau Search en begon ze haar platform Duurzaamheid.nl. De transitieagenda voor consumptiegoederen telt 38 doelen, zoals het uitbannen van wegwerpproducten en het verduurzamen van producten met een langere omloopcyclus. Als we Rakhorst vragen na vier jaar de balans op te maken, geeft ze gedreven antwoord. Het team heeft volgens haar flink wat ontwikkelingen in gang gezet. Als het niet zelf de aanjager was, dan was het wel de trekker en duwer van lokale en regionale initiatieven. “We zitten er lekker in”, zegt Rakhorst in onvervalst Brabants. “Ik werk er heel hard aan en ik haal veel plezier uit mijn werk. Als team praten we veel met de koplopers in het bedrijfsleven en ook met de wetenschap. Er zijn ontzettend veel mensen die met passie invulling geven aan de circulaire economie. Er gebeurt veel, maar de vraagt blijft of het snel genoeg gaat. Op sommige plekken in het land gaat het heel goed. Veel oplossingen zijn al beschikbaar. Nu is het zaak te versnellen en op te schalen.”

ICOONPROJECTEN

Een van de manco’s, vindt Rakhorst, is de versplintering van initiatieven in het land. “Niet dat overal opnieuw het wiel wordt uitgevonden, maar het overzicht ontbreekt. Daarom hebben we zo goed mogelijk de stand van zaken op een rij gezet, zodat iedereen daarvan kan leren. Belangrijk is de front-runners een podium te bieden.” Als voorbeeld noemt ze de dertien icoonprojecten. Zo heeft het transitieteam aan de wieg gestaan van de Dutch Circular Textile Valley, waarin vier regionale hubs werken aan hoogwaardige recycling van vezels en een circulaire textielketen. “Dat was erg belangrijk voor ons. Textiel is uitermate vervuilend. In de coronacrisis is bovendien een stuwmeer aan afgedankte kleding ontstaan. De textielcontainers puilden uit. Kleding kon amper nog worden ingezameld en gesorteerd. Als we niet opletten verdwijnt alles in de verbrandingsoven. Daarom ben ik blij dat de producentenverantwoordelijkheid voor textiel vanaf 2023 geregeld is. Voor matrassen hebben we die winst al kunnen incasseren. Over een aantal jaren is er recyclingcapaciteit genoeg.”

“ WE MOETEN NAAR EEN MEER HOLISTISCHE AANPAK TOE. CO2 REDUCTIE EN CIRCULARITEIT GAAN HAND IN HAND. ”

Voor meubels en plaatmaterialen willen Rakhorst en het transitieteam in een icoonproject naar een vrijwillige vorm van producentenverantwoordelijkheid toe. “De ervaringen die we bij textiel en matrassen hebben opgedaan, kunnen we daar inzetten. In de icoonprojecten hebben we laten zien dat het mogelijk is dingen anders en circulair te doen. Zolang we de bestaande structuren maar kunnen doorbreken.”

BEWUSTWORDING

Ook de 22 circulaire ambachtscentra wil Rakhorst beslist niet ongenoemd laten. Dit icoonproject wil in 2030 een landelijk dekkende structuur realiseren van deze combinatie van milieustraat, kringloopwinkel en reparatiewerkplaats. “Daar zijn we erg trots op. Ook gemeenten zijn hierbij betrokken. Het stimuleert hoogwaardig hergebruik en het is goed voor de sociale werkgelegenheid.” Het VANG-programma (Van Afval Naar Grondstof) van gemeenten en Rijk staat ook in de rij van icoonprojecten. “Dat is niet een project waar echt onze naam op staat”, geeft Rakhorst toe, “maar we hebben het programma toegevoegd omdat we het belangrijk vinden. Er wordt bij VANG hard gewerkt aan meer bewustwording en gedragsverandering bij het grote publiek. Daar moeten we veel meer doen, willen we verder komen met circulariteit. Ook pleiten we ervoor daar digitalisering voor in te zetten, om informatie over producten snel met consumenten te kunnen delen zodat ze veel bewustere keuzes kunnen maken. Zo zou je een digitaal productenpaspoort moeten maken, dat aangeeft welke grondstoffen er in een product zitten. We zien digitalisering ook als een dwarsdoorsnijdend thema voor de andere transitieagenda’s. Dat gaan we nog verder invullen. Ook bij de andere transitieteams, zoals die voor Kunststoffen en Bouw, groeit het besef dat we meer samen op moeten pakken. Er is zoveel overlap.”

Onvermijdelijk, benadrukt Rakhorst, is de circulaire economie te koppelen aan de energietransitie en het klimaatbeleid. “Als we dat niet doen, gaan er dingen faliekant mis. Voor de energietransitie hebben we immers heel veel grondstoffen nodig, denk aan bijzondere metalen als kobalt voor windturbines en de accu’s van elektrische auto’s. Dat zijn allemaal schaarse materialen en de grondstoffenhonger neemt wereldwijd toe. Bij de klimaatafspraken in Parijs en in ons eigen Klimaatakkoord is dit vraagstuk onvoldoende belicht, maar we lopen hier vol tegenaan bij de uitvoering van de transitieagenda’s. We moeten naar een meer holistische aanpak toe. CO2-reductie en circulariteit gaan hand in hand.”

METEN

Rakhorst is de laatste om te ontkennen dat er nog veel moet gebeuren wil Nederland in 2050 circulair zijn of – wat het tussendoel is – het gebruik van fossiele grondstoffen in 2030 hebben gehalveerd. Dat bevestigt de in januari verschenen Integrale Circulaire-Economie Rapportage (ICER) van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Nederland maakt weliswaar efficiënter gebruik van grondstoffen maar het totale gebruik is sinds 2010 nauwelijks veranderd. “Als transitieteam hebben we flink bijgedragen aan dit rapport. Het is belangrijk een gedegen monitoringsysteem te hebben, dat een volledig beeld geeft van de productieketens van consumptiegoederen. Het is gelukt deze eerste rapportage op een hoog niveau te krijgen. Daar ben ik enorm blij mee. Op de eerste plaats doet Nederland het heel goed, we staan bij de top van de wereld. Maar er zit een hele duidelijke ‘maar’ aan: we zijn weliswaar heel sterk in recycling, maar we produceren in Nederland ook meer afval dan het Europese gemiddelde en het krijgt een laagwaardige bestemming.”

“ WAAROM ZOU JE IN EEN APPARTEMENTENBLOK IN ELKE WONING EEN WASMACHINE EN DROOGTROMMEL NEERZETTEN, ALS JE ZOIETS CENTRAAL KUNT REGELEN? ”

Rakhorst benadrukt dan ook dat er veel meer nodig is. “Sommige producten zouden we gewoonweg niet moeten willen en voor andere producten zijn duurzame oplossingen nodig. Van bezit naar gedeeld gebruik is zo’n nieuwe oplossing. We doen dat al voor veel producten, van lampen tot spijkerbroeken. Dat moeten we uitbouwen. Waarom zou je in een appartementenblok in elke woning een wasmachine en droogtrommel neerzetten, als je zoiets centraal kunt regelen? Dat slaat helemaal nergens op. Neem ook de elektrische deelscooter die nu in veel gemeenten is geïntroduceerd. Uit onderzoek weten we dat brandstofscooters tachtig procent van de tijd stil staan. Je hebt maar duizend deelscooters nodig om voor een stad als Amsterdam het vervoer te regelen. Zo kunnen we dat voor veel meer producten doen.”

Voor de circulaire economie is een prioriteitsladder ontwikkeld, waarbij 1 (minder grondstoffen/producten gebruiken) het hoogst scoort en 9 het laagst (terugwinning, bv. door een energie verbrandinginstallatie).

1. Refuse

2. Reduse

3. Re-use

4. Repair

5. Refurbish

6. Remanufacture

7. Re-purpose

8. Recycle

9. Recover

This article is from: