14 minute read

AFVALINZAMELING BIJ EXTREEM WEER

De mannen en vrouwen die afval inzamelen, krijgen steeds vaker te maken met extreme weersomstandigheden. Tropische hitte in een brandende zon of flinke koude met sneeuw, ijzel en gladheid. En vlak de gevolgen van een storm niet uit. Steeds meer diensten bereiden zich goed voor en werken met een protocol. Veiligheid voorop. Bewoners worden zo goed en tijdig mogelijk geïnformeerd.

Een vuilnisman, chauffeur of machinist heeft met het bedieningsbord voor zijn buik een grote ondergrondse container vol restafval in de inzamelwagen geleegd. In een zwiepende windvlaag probeert hij het heftig deinende gevaarte terug in de uitsparing te manoeuvreren. Zelfs voor de meest ervaren medewerker is het werken onder deze omstandigheden geen sinecure, zeker niet in een omgeving met veel hoogbouw, waar de wind altijd al met onverwacht verraderlijke wendingen waait.

Advertisement

MINUS VIJFTIEN GRADEN

In de eerste helft van februari maakten de medewerkers van alle afvalinzamelbedrijven een zeer koude week mee, met gevoelstemperaturen van minus vijftien graden Celsius. De zoutstrooiwagens maakten overuren, de vuilnismannen stapten op schoenen met spikes door de sneeuw om zakken te pakken en containers aan de wagen te hangen. Twee weken later was het plotseling plus vijftien graden en werd het thermogoed ijlings vervangen door T-shirts en moest er in de volle zon bijna zonnebrand aan te pas komen.

Dat laatste zal deze zomer ongetwijfeld opnieuw gebeuren. Een hittegolf komt elk jaar wel voor, maar door de klimaatverandering lijkt het er op dat ze vaker plaatsvinden, heftiger zijn en langer duren. Extreme weersomstandigheden trekken een wissel op het werk van de afvalinzameldiensten. Dat is de reden waarom de NVRD in de afgelopen jaren een aantal hitteprotocollen heeft opgevraagd en deze informatie heeft verwerkt in een gezamenlijk hitteprotocol. De Vereniging Afvalbedrijven heeft zelfs een handreiking ‘extreme weersomstandigheden’ opgesteld. TEKST: RENÉ DIDDE

KLEURCODES

Bij afvalbedrijf Cyclus, dat de inzameling van negen gemeenten, waaronder Gouda, Bodegraven, en Nieuwkoop voor zijn rekening neemt, werkt Carel Rademakers met het protocol waarin de uitvoering van de werkzaamheden tijdens extreme weersomstandigheden is vastgelegd. “Veel beslissingen nemen we op grond van de kleurcodes die het KNMI afgeeft”, zegt de manager uitvoering bij Cyclus. Bij code oranje of rood gaan de alarmbellen af. “Ik kijk dan of we onze mensen nog voor de storm ondergrondse containers in de bovenladers kunnen laten legen. Zo niet, dan passen we de dienstregeling aan en wachten we tot de storm is gaan liggen. Het leidt er soms toe dat we de volgende dag met twee ploegen op pad gaan”, aldus Rademakers. Behalve het gevaar van de zwiepende grote containers wijst hij op ander, minder voorspelbaar ongemak. “Bij harde wind leggen onze mensen geleegde minicontainers of duobakken plat terug op de stoep, met de deksel uit de wind. We proberen zo goed mogelijk verwaaid PMD van de straat te houden. En eind januari moesten we tijdens een storm twee afvalbrengstations sluiten wegens vallende takken en wegwaaiend spul zoals piepschuim uit de brengcontainers.” Twee weken later hoorde Rademakers code rood, twintig centimeter sneeuw en ijzel afkondigen. Ook toen paste hij de dienstregeling snel aan. “Het was onverantwoord om de mensen op pad te sturen. Je moet niet vergeten dat de hoofdwegen wel flink gestrooid worden, maar de woonstraten niet. En ons buitengebied telt veel dijkwegen. Daar was het spekglad.” Het vroor zo hard dat het gft zat vastgevroren in de container. Ondanks de spikes - schoenen met spijkers eronder - zijn er toch twee mensen gevallen. Rademakers zorgde voor thermo-ondergoed en petten, en nam uit zijn woonplaats Drimmelen (Noord-Brabant) worstenbroodjes mee. “De week erop hebben we met extra beladers en vereende krachten alles netjes opgeruimd.”

Bij de bewoners ontmoette hij begrip. “Nee, geen scheldpartijen. Er waren zelfs veel mensen die uit eigen beweging de containers niet aan de straat zetten. Via pushberichten op services als de afvalkalender, hielden we mensen zo goed mogelijk op de hoogte.”

COOLDOWN VESTEN

Ook deze zomer zal Carel Rademakers de weerberichten met professionele belangstelling volgen. Boven de 28 graden Celsius gaan er meer mensen mee tijdens de afvalinzamelrondes. Containers worden extra gereinigd, vooral de gft-wagen. Op de afvalbrengstations dragen medewerkers cooldown-vesten en zitten ze zoveel mogelijk in de schaduw. Waar Rademakers een half jaar eerder worstenbroodjes regelde, zorgt hij nu dat de koelkast gevuld is met waterflesjes, de diepvries voldoende waterijsjes bevat en er genoeg zonnecrème in de loods is. Is het gedurende drie dagen warmer dan 35 graden, dan kan hij in overleg met de gemeente een tropenrooster laten ingaan. “Dan beginnen we ruim een uur eerder en gaan onze mensen al om half zes ‘s ochtends op pad, in de hoop dat ze voor half drie klaar zijn.” Ook dan verwacht Cyclus niet veel klachten van bewoners. “Al onze voertuigen zijn elektrisch, zelfs bladblazers werken op stroom, dus wakker zullen ze er niet van worden.”

Ook bij het Brabants Afval Team, beter bekend als BAT, werken de medewerkers bij dergelijke hoge temperaturen in Tilburg volgens een tropenrooster, meldt

beleidsadviseur Piet van Oirschot. “Je kunt stellen dat het in smalle straatjes in de binnenstad gerust vijf graden warmer is dan in buitenwijken. De gemeente Tilburg heeft hiervoor het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening aangepast door de uiterlijke aanbiedtijd van de duobak te vervroegen van 07.30 uur naar 06.30 uur.” Die verordening regelt ook dat de milieustraten al om 15.00 uur in plaats van 17.00 dicht kunnen. “In de brandende zon, op dat zwarte asfalt, is het medisch onverantwoord om te werken”, aldus de adviseur. Ook in Tilburg liggen de koelkasten vol waterflesjes en is volop zonnecrème beschikbaar. De vriezers bevatten ijsjes en airco draait op volle toeren. Het hoofd inzameldienst neemt de beslissingen en ziet er op toe dat de medewerkers voldoende pauze nemen. “Mensen moeten wel 900 bakken per dag aan de afvalwagen hangen, dus daar kunnen serieuze gezondheidsrisico’s gaan opspelen.” Voor de bewoners verspreidt de gemeente Tilburg ‘pushberichten’ per Whatsapp en de website over de aangepaste tijden, aldus Van Oirschot.

PROTOCOLLEN

Bij HVC in Alkmaar hebben ze ook meerdere malen per jaar met extreem weer te maken. “Het verraderlijke is dat een landelijke code geel of oranje lokaal best rood kan zijn", waarschuwt Adriaan Lefeber, die meeschreef aan de landelijke extreemweerprotocollen voor de NVRD en VA. Net als in Tilburg neemt het hoofd afvalinzameling de beslissing om de inzameling tijdens storm, hitte of koude te staken. “Daarbij luisteren we heel goed naar meldingen van medewerkers die de weersomstandigheden niet vertrouwen om dat zij dat lokaal het beste kunnen inschatten. We werken met een centraal protocol maar we zijn ons er bewust van dat de omstandigheden van plek tot plek kunnen verschillen. Steden aan zee zijn ‘s zomers koeler dan in het binnenland, en de stad is warmer dan een dorp.”

Het weer beïnvloedt direct het werken in de afvalbranche. In de Arbocatalogus Afvalbranche staan maatregelen die de gevaren die zich voordoen bij extreme weersomstandigheden zoveel mogelijk beperken. Bij ieder gevaar geeft de Arbocatalogus Afvalbranche een overzicht van maatregelen en eventuele persoonlijke beschermingsmiddelen om het risico op ongevallen zoveel mogelijk te beperken. In zijn algemeenheid geldt dat bij het opstellen en herzien van een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) de risico’s van extreme weersomstandigheden moeten worden beoordeeld. Afhankelijk van de mate van blootstelling worden de maatregelen beschreven. De Stichting Arbocatalogus Afvalbranche heeft afgelopen maand een themablad over Extreem Weer gepubliceerd. Het betreft de zomereditie van dat themablad. In het najaar verschijnt de editie voor winterse omstandigheden. Themabladen en posters zijn te vinden op de uitwisselingswebsite van de Arbocatalogus Afvalbranche.

Verhuur van bovengrondse afvalcontainers

Aanslag Eigen transportservice Kinshofer 3-Haak Schone oplevering

ConTrade beschikt over een groot aanbod van diverse soorten en typen bovengrondse onderlossende afvalcontainers, welke naar wens van de klant, kort of langdurig, verhuurd kunnen worden.

In welke situatie(s) kunnen wij u helpen?

Wat bieden wij?

ʥ Containers met diverse opnamesystemen ‘kinshofer, 3-haak of aanslag’ ʥ Containers met verschillende inhoudsmaten variërend tussen 3 en 5 kuub ʥ Modulaire containers waarvan opnamesystemen en fractie-inworp gewisseld kunnen worden ʥ Wanneer tijdelijk extra bijplaatsing van één of meerdere containers is gewenst ʥ De aanwezige inzamelmiddelen defect, afgekeurd of onbruikbaar zijn ʥ De inzamellocaties tijdelijk of langdurig niet bereikbaar zijn ʥ Bij herinrichting van stedelijk gebied

Meer weten?

Kijk op www.contrade.nl of bel 085 – 0130 230.

OUDE FIETSACCU’S BIJ HET RESTAFVAL: DAT HEEFT GROTE GEVOLGEN VOOR DE AFVALVERWERKING

Elektrische fietsen zijn populair en dat resulteert in een flinke afvalstroom van fietsaccu’s. Wat doen consumenten met hun oude accu? Volgens de regels leveren ze die in bij een fietsdealer die is aangesloten bij Stibat of bij de milieustraat. Alleen: niet iedereen weet dat, met alle consequenties van dien. “Dat kan en moet anders.”

“Steeds vaker berichten nieuwssites over branden in vuilniswagens,” vertelt Arie de Jong, directeur van Stibat. “Die branden worden geregeld veroorzaakt door een oude of kapotte fietsaccu, die een consument uit onwetendheid bij het restafval gooide.” Precies aan die onwetendheid wil Stibat iets doen, samen met milieustraten en gemeenten. “Het is belangrijk dat mensen weten hoe ze veilig omgaan met fietsaccu’s.”

VEILIGHEID VOOROP

“Fietsaccu’s zijn absoluut veilig in gebruik,” benadrukt De Jong. “Vanwege de chemische samenstelling met lithium-ion zijn het echter wel krachtige energiebronnen. Dat betekent dat we er verantwoord mee om moeten gaan. Niet blootstellen aan volle zon, altijd de originele lader gebruiken en dus niet in de vuilnisbak gooien. Bij de afvalinzameling kan de accu in de pers van de vuilniswagen terechtkomen, waardoor hij geplet wordt en mogelijk zo oververhit raakt of kortsluiting maakt zodat de accucellen ontvlammen. Een gevaarlijke situatie.”

CONSUMENTEN INFORMEREN

Om consumenten beter te informeren over fietsaccu’s, heeft Stibat communicatiemateriaal ontwikkeld voor milieustraten en gemeenten. “Het gaat om kant-en-klare informatie die zij gratis kunnen inzetten, bijvoorbeeld op hun website of in de afvalapp. Maar we hebben ook geplastificeerde posters en inleverinstructies. Het is een compleet pakket dat praktische antwoorden geeft op vragen als Waar kun je fietsaccu’s inleveren?, Waarom is inleveren zo belangrijk? en Wat doe je met een kapotte accu?”

DE JUISTE INFORMATIE

Het communicatiemateriaal is een aanvulling op de informatievoorzienig van milieustraten en gemeenten. “We willen ontzorgen en bewerkstelligen dat de juiste informatie bij de juiste mensen terechtkomt: de e-bikebezitters. Dat is een gevarieerd gezelschap: van jongeren tot gepensioneerden en van bakfietsouders tot mountainbikers.” Veel fietsliefhebbers zijn milieubewust, dus De Jong verwacht dat de boodschap aanslaat. “Wie zijn fietsaccu op de juiste plaats inlevert, zet het recyclingproces in gang. Heel goed voor het milieu dus!”

OPLEIDINGEN IN HET NAUW DOOR CORONA

De pandemie zorgde het afgelopen jaar voor veel ongemak. Ook op het gebied van (verplichte) opleidingen moest er geïmproviseerd, uitgesteld en aangepast worden. Het was een moeilijk maar leerzaam jaar, zeggen twee betrokkenen, SPA en Spaarnelanden.

TEKST: HETTY DEKKERS BEELD: SPA GROEP

“H et was geen makkelijk jaar voor ons”, zegt Ronald Ravesteijn, directeur van SPA Groep eufemistisch. SPA verzorgt mbo- en andere opleidingen in de afval- en reinigingsbranche. “We moesten cursussen afzeggen of uitstellen, alternatieve leslocaties vinden, roosters opnieuw inplannen, het hele onderwijs digitaliseren. Het was echt een monsterklus, al met al.”

ONMOGELIJKE SPAGAAT

Een van de meest precaire knelpunten zat hem in het wel of niet door mogen gaan van mbo-trainingen. Ravesteijn: “Daar was veel onduidelijkheid over. Het ministerie had beslist dat mbo-opleidingen voor kwetsbare mensen door mochten gaan, terwijl sommige gemeenten of reinigings-NV’s geen toestemming gaven om aan lessen deel te nemen. Ze wilden geen evenementen, geen samenkomsten en dus ook geen cursus of training voor hun medewerkers. Die tegenstellig bracht ons in een onmogelijke spagaat. Daarnaast wilde het ROC dat we op een of andere manier toch onderwijs gaven. Het ROC schrijft zijn leerlingen namelijk uit van de opleiding, als die geen lessen volgen. Uiteindelijk hebben we een deel van de problemen op kunnen lossen door met halve klassen te gaan werken, op ruimere locaties, digitale lessen, meer praktijk, uitstel van theorie, verlenging van lesjaren enzovoort. De regels en voorwaarden waren iedere keer weer anders, dat was voor iedereen erg verwarrend en frustrerend.”

Volgens Ravesteijn waren het afgelopen jaar verschillende fases herkenbaar. “In het begin, maart en april vorig jaar, mocht er helemaal niets meer. Dat was niet leuk maar wel duidelijk. Toen moesten we echter al snel improviseren, omdat grote steden kampten met enorme toename aan huishoudelijk afval. Ze hadden zeer dringend behoefte aan trainingen voor kraanmachinisten, die het vele afval op konden ruimen. Wij hebben toen praktijkonderwijs op straat bedacht: onze instructeurs reden achter de leerling aan om hem te begeleiden. Het theoretische deel kregen ze digitaal. Zo hebben we bijvoorbeeld Amsterdam toch van voldoende en geldige kraanmachinist-certificaten kunnen voorzien.”

DIGITAAL LES

Later in het jaar kwam de fase waarin de verschillen groot waren. “De ene werkgever stond wel de noodzakelijke cursussen toe, de andere helemaal niet. Toen zijn we overgeschakeld op zo veel mogelijk digitaal lesgeven. Dat was nog niet makkelijk, want veel leerlingen waren dat niet gewend en wisten niet hoe hun laptop werkte, als ze die al hadden, ze hadden geen beeld of geluid, konden niet inloggen. Onze leerlingen zijn voornamelijk jongens die graag met hun handen werken, soms hebben ze niet eens wifi. Wij hadden speciaal twee medewerkers vrijgemaakt om leerlingen te bellen en stap voor stap te helpen met de computer en de software. Anders kregen ze het niet voor elkaar.”

Ook het zoeken naar andere locaties voor de fysieke lessen was een hele klus. “Om anderhalve meter afstand te kunnen houden, zijn we uitgeweken naar kerkjes, buurthuizen, theaters. Soms was dat echt een drama, stonden er leerlingen uit heel het land voor de deur van een buurthuis te wachten, en kwam de beheerder niet opdagen. Konden ze er gewoon niet in, moesten ze weer anderhalf uur terug naar huis rijden. Dat soort treurige dingen zijn gebeurd. Ook waren leerlingen wel eens boos omdat ze de digitale lessen niets vonden. Of ze waren gefrustreerd omdat ze niet wisten wanneer ze eindelijk examen zouden mogen doen. De situatie was ook voor hen heel stressvol, dat moet je niet onderschatten.”

ROERIG JAAR

Ook voor SPA zelf was het een roerig en zwaar jaar. “Onze medewerkers hebben gigantisch veel extra werk verzet om alles in goede banen te leiden. Docenten moesten bijgeschoold worden om goed online les te kunnen geven, we moesten veel extra apparatuur aanschaffen zoals tablets, monitoren, microfoontjes, camera’s noem maar op. We hebben leerjaren verlengd en lessen moeten herhalen om echte, volwaardige diploma’s uit te kunnen blijven reiken. En door de vertragingen en opgelopen achterstand kunnen nieuwe klassen nu later beginnen. Alles bij elkaar heeft ons dat heel wat extra geld gekost.”

RONALD RAVENSTEIJN: “ DE REGELS EN VOORWAARDEN WAREN IEDERE KEER WEER ANDERS, DAT WAS VOOR IEDEREEN ERG VERWARREND EN FRUSTREREND. ”

Online les via Zoom

Toch is Ravesteijn niet pessimistisch. “We hebben er zelf ook ontzettend veel van geleerd natuurlijk. We hebben nu een digitaal lesplatform dat werkt. Dat is nuttig voor de toekomst, want die vorm van onderwijs blijft. Sinds corona besteden we bovendien in alle mbo-opleidingen, ook bij de laagste niveaus, aandacht aan digitale vaardigheid, zodat onze leerlingen beter met de computer om kunnen gaan.” En ondanks de achterstand en de huidige corona-beperkingen, zijn er toch veel aanmeldingen en starten er rond deze tijd weer volop nieuwe trainingen bij SPA. “Gemeenten en reinigingsbedrijven zijn na een jaar corona minder angstig geworden en vinden nu vaker dat opleidingen door moeten gaan. Soms hebben ze eigenlijk ook geen keus. Voor het omgaan met gevaarlijke voertuigen heb je gewoon een certificaat nodig, dat is arbo-technisch verplicht. Veel gemeenten moeten daar nog een flinke inhaalslag gaan maken, de komende tijd. Gelukkig is er bij onze cursussen en trainingen door corona niemand ziek geworden het afgelopen jaar. Dat bewijst dat we het echt coronaproof en veilig hebben gedaan.”

SPAARNELANDEN

Spaarnelanden koos voor de veilige weg en heeft een jaar lang bijna alle opleidingen stilgelegd. “We wilden geen risico’s lopen, bij ons is het veiligheid voor alles”, verklaart social resourcemanager Fleur Jansen deze stap.

Vanaf de eerste persconferentie over corona, maart vorig jaar, besloot Spaarnelanden alle opleidingen en trainingen voor het personeel te annuleren. “Alleen in de zomermaanden, toen de overheidsmaatregelen iets versoepeld werden, konden we iets doen”, vult social resource-adviseur Stephanie Geertsma aan. “Dat waren vooral code-95 trainingen, voor het groot rijbewijs van chauffeurs, en VCA-opleidingen, veiligheidscertificaat aannemers. Die certificaten zijn noodzakelijk om aan de wettelijke eisen te kunnen voldoen. Gelukkig gaf het CBR uitstel vanwege corona. Normaal moet elke chauffeur in vijf jaar 35 punten halen om zijn groot rijbewijs geldig te houden. Die punten kan hij halen via de code-95 trainingen. Dankzij de versoepelingen van het CBR zijn we niet in de problemen gekomen.”

Pas dit jaar, ook weer in maart, heeft Spaarnelanden de opleidingen weer opgepakt. “Toen corona uitbrak, hadden we geen achterstand in opleidingen”, aldus Jansen. “Dat heeft ons wel geholpen, we konden wat tegenslag hebben. Een voordeel was ook dat onze chauffeurs allround opgeleid zijn. Het afval nam vooral tijdens de eerste lockdown enorm toe, onder meer op de milieustraten, maar we hadden genoeg gecertificeerde medewerkers standby staan om alles te kunnen verwerken.” Toch heeft corona, en een jaar vrijwel zonder opleidingen, er flink ingehakt, geeft Jansen toe. “We zaten dit voorjaar op een achterstand. Er zijn veertien opleidingen doorgeschoven naar 2021 en zo’n tachtig medewerkers moeten deze opleidingen nog volgen. Maar we zitten op schema, wij denken dat het gaat lukken.” Uiteraard zijn ook bij Spaarnelanden de opleidingen veel meer gedigitaliseerd. Online les volgen is een blijvertje, zeggen de twee srm-medewerkers. Als Jansen en Geertsma het corona-jaar samen moeten vatten in één woord, zeggen ze allebei: “Leerzaam. We hebben geleerd hoe wendbaar en veerkrachtig wij als organisatie zijn, dat is voor Spaarnelandens een opsteker.”

This article is from: