GRAM februari 2022

Page 1

SAMEN VOOR SCHONE EN AFVALVRIJE GEMEENTEN

VAKBLAD DE NVRD | JAARGANG JUNI 2022 2017 VAKBLAD VANVAN DE NVRD | JAARGANG 113108 #01#05 februari PERIKELEN HOE DOEN ZIJ DAT? RONDOM DE AFVALBEHEER VAN DE STOFFENHEFFING OPENBARE RUIMTE

BIJPLAATSEN VAN DAR EN NIJMEGEN AFVAL BIJ VOOR ONDERGRONDSE SAMEN MEER AFVALCONTAINERS BIODIVERSITEIT

OPLOSSING VOOR GROF HUISHOUDELIJK BENCHMARK PLEIDOOI AANJAGEN LUIERS STEEDS RESTAFVAL, WEL OF NIET HUISHOUDELIJK AFVAL CIRCULAIRE NASCHEIDEN? 2020 DICHTERBIJ ECONOMIE


Uw leverancier stopt? Wij gaan gewoon door!

AL JAREN LEVERANCIER VAN ONDERGRONDSE CONTAINERS GFE BEHUIZINGEN EN TOEGANGSCONTROLE KLIKO GROEP Standaardruiter 36 3905 PZ Veenendaal

T : +31(0)318 559393 info@kliko.nl www.kliko.nl

BEZOEK ONZE WEBSITE

KLIKO.NL


COLOFON UITGEVER NVRD, WTC Arnhem Nieuwe Stationsstraat 10 6811 KS ARNHEM +31 (0)88 - 3770000 post@nvrd.nl www.nvrd.nl REDACTIECOMMISSIE Marc Veenhuizen, ACV Groep (hoofdredacteur) Addie Weenk, Rijkswaterstaat Folkert Starreveld, Cyclus Management Dico Kuiper, gemeente Nijkerk Marianne Zegwaard, Stantec Kees van der Laan, Gemeente Rotterdam Annemieke Braamburg, Twente Milieu Ilse van der Grift, NVRD Peter de Boer, Royal HaskoningDHV

INHOUD 06

HOE DOEN ZIJ DAT: BEHEER OPENBARE RUIMTE Drie professionals die zich dagelijks bezighouden met het Beheer van de Openbare Ruimte delen hun ervaring met het vak.

EINDREDACTIE Karin Hegeman, Berit Aagten en Suzie van de Pas Postbus 1218, 6801 BE Arnhem +31 (0)88 - 3770000 hegeman@nvrd.nl ADVERTENTIE-EXPLOITATIE Elma Media B.V. Silvèr Snoek - Sales Manager 0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl www.elma.nl REALISATIE EN DRUK Print2Pack Coverbeeld: Kees van der Veen / ANP ABONNEMENTENADMINISTRATIE NVRD, Postbus 1218, 6801 BE Arnhem Jaarabonnement ad €113,40 ex btw. België €131,25 (Europa en buiten Europa op aanvraag). BEËINDIGING ABONNEMENT Abonnementen moeten schriftelijk bij de NVRD en uiterlijk op 15 november worden opgezegd. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd. Gemeentereiniging en Afvalmanagement is het officiële vakblad van de NVRD. Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard. ISSN 1569-0458 © NVRD

GRAM wordt gedrukt op papier met het FSC®-keurmerk en verschijnt 10x per jaar.

22

BENCHMARK: CORONA HEEFT GROTE IMPACT OP RESTAFVAL EN KOSTEN, MAAR NIET OP SCHEIDINGSGEDRAG De Benchmark Huishoudelijk Afval geeft jaarlijks inzicht in de cijfers van de afvalbranche. Voor het eerst sinds jaren neemt de hoeveelheid restafval weer toe en laten ook de afvalbeheerkosten weer een stijgende lijn zien.

12

MONITORING PEUKEN EN PLASTIC FLESJES Plastic flesjes en peuken vormen een vrij groot deel van zwerfafval in Nederland. De in 2021 ingevoerde statiegeldregeling voor plastic flesjes moet eerstgenoemde afvalstroom beperken door mensen aan te spreken op hun portemonnee.

18

CIRCULAIRE ECONOMIE Gemeentelijke afvaldiensten moeten afvalstoffen nog veel meer zien als grondstoffen. Bedrijfsleven moet er voor betalen en onderwijs- en technologieinstellingen zullen met steeds meer innovaties komen. Dan zal er sneller een circulaire economie ontstaan, betoogt Marco Kortland.

05 BEZEM 09 HOE STAAT HET MET DE BESTRIJDING VAN DE EIKENPROCESSIERUPS IN NEDERLAND? 10 DAR EN NIJMEGEN SAMEN VOOR MEER BIODIVERSITEIT 15 GFT-INZAMELING NU OOK BIJ HOOGBOUW IN TILBURG 16 DIRECTEUR NICOLET DUKKER VAN AVALEX: ‘WE ZULLEN NOG MEER MOETEN SAMENWERKEN’ 21 NVRD NIEUWS 26 SAMEN VEILIGER WERKEN DOOR TE LEREN VAN DE ONGEVALLENENQUÊTE 28 BRANCHENIEUWS 31 CLOSEUP

GRAM #10 01 februari 2022 | 3



noemen die ook zo divers van samenstelling is. Ach, dit werkt natuurlijk niet, u zit ook in deze branche. Maar, echt waar; Ik ken er niet zo veel, geen eigenlijk.

DIVERS Ik denk dat iedereen wel meerdere mapjes op zijn computer heeft met het label ‘diversen’ of ‘divers’. Wat je niet weet te plaatsen, stop je daar dan weg. We kijken er later wel een keer naar om het dan eigenlijk weer direct te vergeten en vervolgens bij die ene spaarzame opruimactie te ontdekken dat je niet meer weet waar het over ging. Dat. Maar hoe anders is het in ons werk. Het is een voorrecht om als bezem actief te zijn in de buitenruimte. Ja, die buitenruimte is divers, van steen tot bijzonder plantvak, maar ik bedoel ook vooral qua collega’s. Ik daag u uit om een andere sector te

Ik werk met een paar collega’s die vanuit de participatiewet bij ons actief zijn. Ja, af en toe begrijp je ze niet helemaal, maar met wie heb je dat wel altijd? Ik werk met een universitair geschoolde jongen. Waarom hij bij ons werkt? Gewoon lekker buiten, gewoon werken, gewoon je eigen ding doen en geen druk of andere ingewikkelde verwachtingen. Ik werk met een paar vrouwen die altijd geleerd en gedacht hebben dat ze niets konden maar hier volwaardig en geheel zelfstandig hun wijk tot ieders tevredenheid beheersbaar houden. Ik werk met een jongen met een handicap die altijd gehoord heeft dat er voor hem geen kansen waren op een volwaardige plek in de werkzame maatschappij maar hier trouw op tijd komt en pas weggaat als zijn werk helemaal gedaan is. Ik werk met jongeren die een paar krassen op hun ziel hebben en de maatschappij een dienst moeten bewijzen, maar die wel met een glimlach weer weggaan en netjes 'dank u wel' zeggen als de uren er op zitten. Ons mapje diversen is groot en vol. Maar is allesbehalve vergeten.

GRAM #01 februari 2022 | 5


HOE DOEN ZIJ DAT? DEZE KEER:

BEHEER VAN DE OPENBARE RUIMTE TEKST: HETTY DEKKERS HOE ZIJN DE ERVARINGEN? Het deels sturen op belevingswaarden bevalt goed. Het geeft ook verrassende uitkomsten. Het blijkt dat mensen vaak willen dat je iets niet per se beter maar wel ánders doet. Die lawaaierige bladblazers ’s morgens om acht uur vinden ze bijvoorbeeld niet prettig. Als je ervoor zorgt dat die pas om tien uur langs komen, wordt er niet meer gemopperd. Terwijl het onderhoudsniveau niet verhoogd is. Belevingswaarden blijken trouwens heel zachte normen te zijn. Bewoners ervaren hun omgeving als schoner wanneer bijvoorbeeld het zwerfafval door de buurt zelf is opgeruimd. Het beeldresultaat is hetzelfde als wanneer de gemeente het zou hebben gedaan, toch dénkt men dat het schoner is.

Anita Vermeulen, adviseur beheer buitenruimte gemeente Leusden. Contact: a.g.vermeulen@leusden.nl

WELKE METHODE GEBRUIKEN JULLIE: BEELD, FREQUENTIE OF BELEVING? Een combinatie. Het meeste gaat op beeld, een kleiner deel doen we op frequentie en op belevingswaarden. WAAROM DEZE KEUZE? Sommige dingen lenen zich beter voor vaste momenten. Grasmaaien doen we bijvoorbeeld op frequentie, omdat dat een prima resultaat geeft. Kolkenzuigen ook, dat gaat niet op basis van beeld. Om de bewoners erbij te betrekken, zijn we eerst begonnen met tevredenheidsonderzoeken, die hebben we uitgebreid tot daadwerkelijk sturen op belevingswaarden.

6 | GRAM #01 februari 2022

IS ER RUIMTE VOOR INBRENG BEWONERS? Bij ons dus wel. Na de tevredenheidsonderzoeken hebben we een adviesbureau in de arm genomen voor gesprekjes op straat. Met die resultaten sturen we nu deels op belevingswaarden. Wat mij betreft blijven we dat doen, want als je goed luistert, krijg je heel andere resultaten. We merken wel dat je steeds uit moet blijven leggen. Mensen willen graag weten wanneer we weer langskomen. Als je stuurt op beeldkwaliteit, kun je dat niet zeggen, want we komen pas als het vies is. Daarom gaan we experimenteren met misschien toch een globaal basisrooster voor bepaalde rondes, om de bewoners meer houvast te bieden. ZIJN DE BEELDBESTEKKEN NOG HANTEERBAAR, MET ALLE SUBCATEGORIEËN? Soms zijn ze wel een beetje doorgeslagen, inderdaad. Ik heb eens een beeldbestek

voor bomen gezien, dat had zoveel subcategorieën, dat was van de gekke. Maar verder hoor ik onze toezichthouders niet klagen. Ze hebben er kennelijk geen moeite mee, met die veelheid aan uitsplitsingen. En onderhoud op basis van beeldkwaliteit werkt op zich prima.

“ SOMS IS EEN GLIMLACH EN VRIENDELIJKE UITSTRALING VAN DE MEDEWERKERS OP STRAAT AL GENOEG OM EEN HOGERE WAARDERING TE KRIJGEN. ” TIPS VOOR ANDERE GEMEENTEN? Denk niet dat sturen op belevingswaarden heel veel geld kost. Oké, het meten kost even wat extra’s, maar daarna weet je waar de focuspunten liggen en kun je daarop anticiperen. Zoals ik al zei, hoeft het onderhoudsniveau vaak helemaal niet omhoog. Soms is een glimlach en vriendelijke uitstraling van de medewerkers op straat al genoeg om een hogere waardering te krijgen. Van iemand die vriendelijk goedemorgen zegt, accepteer je het makkelijker als er een vuiltje blijft liggen. Dat werkt echt zo, hebben wij gemerkt.


onderhoud en inspectie van beweegbare bruggen, houden we vaste momenten aan. Een brug kan er van buiten prima uitzien, maar je weet niet of de motor nog goed is. WAAROM DEZE KEUZE? Onderhoud op basis van frequentie is beperkt. Je kunt wel afspreken dat je zes keer per jaar schoffelt, maar bij droog weer is dat te vaak en bij groeizaam weer te weinig. Met de beeldsystematiek kun je sturen op resultaat en ook beter variëren in niveaus, zoals een hogere kwaliteitseis voor belangrijke ontmoetingsplekken. Bijkomend voordeel is dat het onderwerp nu meer leeft in de gemeenteraad. Het onderwerp beheer openbare ruimte is voor de politiek wat minder abstract, als je met beeldkwaliteit werkt.

Jan Koops van ’t Jagt, algemeen beleidsmedewerker stadsbeheer gemeente Groningen. Contact: jan.koops.vant.jagt@groningen.nl.

WELKE METHODE GEBRUIKEN JULLIE: BEELD, FREQUENTIE OF BELEVING? Twintig jaar geleden zijn wij als een van de eerste gemeenten overgestapt van frequentie op beeld. We hebben de systematiek toen grotendeels zelf ontwikkeld, samen met een extern bureau. We werken nog steeds op basis van beeldbestekken, alleen voor technische zaken, zoals

HOE ZIJN DE ERVARINGEN? Er zijn wat beperkingen. Wij laten de resultaten jaarlijks schouwen, door inwoners en een extern professioneel bedrijf, en in die rapporten zie je verschillen. Vooral als je diep inzoomt naar een bepaalde wijk of zelfs straat, blijkt de schouw van de inwoners minder betrouwbaar. Omdat er weinig schouwers waren, die misschien juist de vuilste plekken hebben bezocht of toch niet helemaal objectief gekeken hebben naar de resultaten, omdat het hun eigen straat is. De beleving is dan toch anders. IS ER RUIMTE VOOR INBRENG BEWONERS? Nog niet, maar we willen daar wel naartoe in de toekomst. Het schouwen betekent

alleen dat inwoners beoordelen of het kwaliteitsniveau dat ze buiten aantreffen overeenkomt met het beoogde kwaliteitsniveau. Ze kunnen niet aangeven of ze dingen graag anders zouden willen. We doen wel algemene tevredenheidsonderzoeken, daaruit blijkt dat beleving belangrijk is. Het kan best zijn dat er volgens het gehanteerde beeldbestek niet te veel hondenpoep ligt, maar als je er één keer in trapt, ervaar je dat toch als hinderlijk. De roep vanuit de bewoners om meer nuancering wordt ook groter de laatste jaren, wij staan daar in principe voor open. ZIJN DE BEELDBESTEKKEN NOG HANTEERBAAR, MET ALLE SUBCATEGORIEËN? Voor ons is dat geen probleem. Wij laten veel werkzaamheden uitvoeren door mensen van de sociale werkvoorziening. Om het niet te ingewikkeld te maken voor ze, passen we intern de beeldbestekken toch altijd al aan, zodat ze voor iedereen hanteerbaar en werkzaam zijn. TIPS VOOR ANDERE GEMEENTEN? Informatie en communicatie is belangrijk. Als mensen snappen waarom je iets doet, waarderen ze het meer. Goed voorbeeld is het ecologisch beheer. Je kunt denken 'wat maait de gemeente toch slecht', maar als je weet dat we het gras bewust laten groeien voor meer bloemen en bijen, dan ervaart de burger dat heel anders.

GRAM #10 01 februari 2022 | 7


WAAROM DEZE KEUZE? Wij hebben een vijfjarig contract met Afvalcombinatie Vallei en Veluwe (ACV), dat loopt tot en met 2023. ACV is onze aannemer, maar we hebben als gemeente ook een aandeel in die organisatie. De bor-tak van ACV is destijds speciaal opgericht om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt garantie op een baan te geven. Na een pilot wilde Ede in 2019 de uitvoerende taken en de verantwoordelijkheid graag bij ACV leggen. Daarom kozen we voor beeldbestekken, daarmee kun je goed sturen op kwaliteit.

Bart ter Steege, wijkbeheerder/directievoerder gemeente Ede. Contact: bart.ter.steege@ede.nl.

WELKE METHODE GEBRUIKEN JULLIE: BEELD, FREQUENTIE OF BELEVING? Ons uitgangspunt is het beeldkwaliteitsbestek van CROW, er zijn een paar zaken die daar niet onder vallen. Het reinigen van de afvalbakken bijvoorbeeld, dat kan gewoon in de winter gedaan worden. Andere zaken, zoals het knippen van stamafschot, mag onze aannemer zelf bepalen. Ze mogen het, onder bepaalde voorwaarden, in het najaar doen als het in de zomermaanden te druk is.

HOE ZIJN DE ERVARINGEN? De relatie tussen de gemeente en ACV is heel goed, er wordt regelmatig onderling overlegd over het halen van de kwaliteitseisen. We hebben daarbij wel gemerkt dat we vanwege bezuinigingen en weersomstandigheden best vaak af moeten wijken van de afgesproken normen. Door de droge zomers hadden we bijvoorbeeld veel plantuitval, en vanwege de bezuinigingen konden we dat niet goed herstellen. Dan merk je ook dat het werken met beeldmeetlatten nadelen heeft, omdat het sturen op een beeldkwaliteit ergens tussen B en C moeilijk is. Het is soms ook knap lastig om binnen het budget te blijven. En vooral in de zomer heeft de aannemer soms moeite het afgesproken niveau te halen. Dat komt vaak door: een combinatie van groeizaam weer, een jaarrond dezelfde hoeveelheid personeel met een werkvoorraad die in de zomer een piek en in de winter een dal

heeft. ACV werkt aan een plan met maatregelen die moeten voorkomen dat de kwaliteit er in zo’n jaar weer onder lijdt. IS ER RUIMTE VOOR INBRENG BEWONERS? Via acties vooral. Bij ons mogen bewoners zelf zaken oppakken, zoals het beheer van een strook groen, dat faciliteren wij dan. Ook hebben we een jaarlijkse bladactie, waarbij inwoners hun tuinblad aan de weg mogen leggen, mits ze ook een deel van het gemeenteblad opruimen. We sturen verder niet op beleving, maar wellicht gaan we daar in de toekomst wel iets mee doen. ZIJN DE BEELDBESTEKKEN NOG HANTEERBAAR, MET ALLE SUBCATEGORIEËN? Ik vind van wel. Beeldbestekken zijn op zich best handig, ze geven een duidelijke richting aan van wat je als gemeente wil. En je kunt het ook goed uitleggen aan de gemeenteraad, met afbeeldingen uit de CROW-beeldkwaliteitscatalogus erbij. Aan de ander kant merken we nu, door alle uitzonderingen waar we in ons bestek mee te maken krijgen, dat het puur op kwaliteit moeilijk sturen is. TIPS VOOR ANDERE GEMEENTEN? Als je je contract moet vernieuwen, zoals wij in 2023, probeer dan niet het wiel opnieuw uit te vinden. Borduur voort op wat er wel goed gaat en zoek daarnaast naar verbeteringen. Betrek daar ook de werkvloer bij, probeer niet alles vanachter je bureau te bedenken.

Je hart ben jij Wij zijn er voor je hart. Kijk wat we samen kunnen doen op hartstichting.nl

8 | GRAM #01 februari 2022


HOE STAAT HET MET DE BESTRIJDING VAN DE EIKENPROCESSIERUPS IN NEDERLAND? Als in april de eikenprocessierups uit het ei kruipt, lijkt de overlast nog ver weg. Toch zijn ook dan al mensen van diverse pluimage aan het nadenken over hoe dit voorjaar en zomer de bestrijding ter hand kan worden genomen. Iedereen die last heeft van jeukende bultjes door de agressieve brandharen, wil daar zo snel mogelijk van af. TEKST: RIVM / KENNISPLATFORM EIKENPROCESSIERUPS BEELD: NATIONALE BEELDBANK Omgevingsbeheer helpt de rupsenpopulatie op een natuurlijke wijze in toom te houden. Preventieve bestrijding kan voorkomen dat de irriterende brandharen ontstaan. Soms geeft dat onvoldoende resultaat, als blijkt dat in juni veel nesten worden gemaakt en de rupsen goed te zien zijn. Die nesten hangen in het zicht, onder een tak of langs de stam van een eikenboom. Zo voor het grijpen. Maar dat is onverstandig. De eerste brandharen in juni markeren de start van het nieuwe overlastseizoen. Hoe dat er vervolgens uit gaat zien, valt niet te zeggen. Pas in de tweede helft van juni wordt zichtbaar op welke plekken de rupsen hun nesten bouwen en is duidelijk voor hoeveel overlast dat gaat zorgen. INNOVATIE Innovatieve ondernemers hebben nagedacht over de beheersing en bestrijding van de eikenprocessierups. Ze komen met curatieve en preventieve instrumenten, of via de natuurlijke weg door de omgeving voor de rups onaantrekkelijk te maken. Een aantal instrumenten heeft zich bewezen, is toegelaten en wordt ingezet: de informatie daarover is te vinden in de informatiebladen op de website van het Kennisplatform processierups (www.processierups.nu). Maar de processierups geeft nog steeds overlast. Een ei van Columbus tegen de overlast bestaat niet. En dus gaat de zoektocht naar nieuwe instrumenten door. WAT MAG ER WEL EN WAT NIET? Sommige middelen en methoden brengen grote schade toe aan de leefomgeving en zijn niet toegestaan of zijn gebonden aan strenge regels, bijvoorbeeld: - Bestrijdingsmiddelen (zoals insecticiden) mogen alleen worden gebruikt voor de bestrijding van de eikenprocessierups als ze voor de bestrijding van de rups toegelaten zijn door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (het Ctgb). - Voor proeven met niet toegelaten middelen is een proefontheffing nodig van het Ctgb. - Voor een proef met een fysiek (vang)systeem in de openbare ruimte is een vergunning nodig van de lokale autoriteiten (gemeente of provincie). - Voor een vrijstelling voor het gebruik van een niet-toegelaten gewasbeschermingsmiddel of biocide is, afhankelijk van het middel, toestemming nodig van het ministerie van IenW (biocide) of LNV (gewasbeschermingsmiddel).

WEES ALERT Vergunningverleners, autoriteiten en terreineigenaars moeten opletten met wie ze in zee gaan. Er zijn veel charlatans die zich op de markt van de bestrijding en beheersing van de eikenprocessierups manifesteren. Claims dat de instrumenten door (leden van) het kennisplatform zijn beoordeeld kunnen altijd bij het kennisplatform worden geverifieerd. Het kennisplatform is objectief en beveelt geen specifieke merken of fabrikanten van producten aan. HANDHAVING Het kennisplatform heeft als doel objectieve kennis te verspreiden over alle aspecten van de eikenprocessierups. Handhaving is géén taak van het platform, dat daar ook geen middelen voor heeft. De ILT (Inspectie Leefomgeving en Transport) is toezichthouder op de handel in professionele biociden en het gebruik hiervan. Maak melding bij de IL&T als u denkt dat er mogelijk ongeoorloofd gebruik van bestrijdingsmiddelen plaatsvindt. MEER INFORMATIE Voor meer informatie kunt u ook terecht bij het Kennisplatform Processierups; www.processierups.nu. Daarin werkt een groot aantal deskundigen van WUR, RIVM, GGD, KAD en andere organisaties aan de verspreiding van objectieve kennis over alle aspecten van de eikenprocessierups. Hier vindt u binnenkort ook de Leidraad Eikenprocessierups.

GRAM #01 februari 2022 | 9


DAR EN NIJMEGEN SAMEN VOOR MEER BIODIVERSITEIT

GROEN KOMT IN VELE SMAKEN Gemeenten hebben biodiversiteit op het netvlies. Doel is het beheer van de openbare ruimte daar op af te stemmen. Samen met Dar doet de gemeente Nijmegen er een tandje bij. Maar hoeveel ruimte kan het stadsgroen krijgen? Op zoek naar de balans.

D

TEKST: PIETER VAN DEN BRAND BEELD: GEMEENTE NIJMEGEN

e openbare ruimte in de stad ontpopt zich als het nieuwe speelveld voor biodiversiteit. Niet langer strak aangeharkt, schoon, rechtgetrokken en voorzien van veel steen. Maar meer ruimte voor groen. De

noodzaak is evident. We zijn met steeds meer mensen die meer plek innemen en dat gaat ten koste van de habitat van dieren en wilde planten. De grote opgaven als de stikstofuitstoot van het verkeer en de landbouw en de klimaatverandering met zijn plensbuien en zomerse hitte,

versterken de urgentie. Ook Nijmegen wil zwaarder inzetten op biodiversiteit. “We doen al langer aan ecologisch beheer, vooral toegespitst op het maaien van gazons en wegbermen”, vertelt adviseur groen en klimaatadaptatie Ton Verhoeven. “Dat beleid breiden we uit met poelenbeheer en bosbeheer. Ons groene beleidsplan uit 2007 is achterhaald en wordt door een Biodiversiteitsplan vervangen. We kijken naar het beschermen en bevorderen van de rijkdom van planten- en dierensoorten. Ook willen we een goede hoofdgroenstructuur op de kaart zetten en een basiskwaliteit van natuur vaststellen, die we als gemeente zouden moeten hebben. Verder hebben we ons bomenplan vernieuwd. Vanwege ziekten en hitte als gevolg van de klimaatverandering zullen we in principe niet meer in één straat dezelfde soort bomen aanplanten, tenzij het om een statige laan gaat die hierom vraagt. Ook kijken we hoe goed bepaalde boomsoorten bestand zijn tegen de nieuwe klimaatomstandigheden. Zo planten we nu veel lindes in plaats van eiken en beuken, want die laatste twee hebben het erg moeilijk.” Vanuit het Europese Treemania-project wil Nijmegen met vochtsensoren de eeuwenoude bomen in de stad redden, zoals de twee kastanjes bij het gemeentehuis. “Hiermee kunnen we de ondergrond beter in beeld brengen en daar extra voeding op afstemmen.”

Groene gevels in Nijmegen.

10 | GRAM #01 februari 2022

Als aanvulling op de ambities is Nijmegen supporter van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel. Hierin werken overhe-


den, agrariërs, natuurbeschermers en bedrijven aan een netwerk van ecologische zones, van het landelijk gebied tot diep in de stad. “We hebben binnen de gemeente geen grote natuurgebieden, maar richten ons op de parken en bossages in onze stad. We willen hierbij ook de verbindingen tussen al het stadsgroen waardevoller maken”, zegt stadsecologe Ingeborg Swart. “We zien dat er extra inspanningen nodig zijn. De achteruitgang in biodiversiteit is enorm. Tal van rapporten bevestigen dat. Het ecosysteem wordt steeds instabieler. De klimaatextremen maken het sommige soorten erg moeilijk, en vragen tegelijk om een solide ecosysteem. We hebben het punt bereikt dat de leefbaarheid onder druk staat en moeten echt meer doen.”

Dar. Het afvalinzamelbedrijf van zeven gemeenten in de regio Nijmegen voert voor drie van hen het volledige scala van groen- en grijsbeheer tot reinigingstaken uit. “Zo zorgen we er bijvoorbeeld voor dat er bij Steenbreek-acties een vrachtwagen beschikbaar is om verwijderde stoeptegels op te halen”, zegt Jan van der Heijden, adviseur Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) bij Dar. “Ook delen we op die momenten bloemzaden, planten en compost uit.”

GROENGROEPEN Nijmegen wil ook de bevolking verder mobiliseren. De stad kent al sinds decennia de ‘groengroepen’. Inwoners hebben zich georganiseerd om een stukje natuur in hun omgeving te adopteren en te onderhouden. Een van de groengroepen heeft een voedselbos aangelegd en in beheer. “Ook hier geven we een nieuwe invulling aan”, vertelt Verhoeven. “Naast het groen in de wijdere omgeving gaan deze groepen zich ook op het groen in hun directe buurt richten. Deze draai hebben we twee jaar geleden ingezet. Ook zo proberen we een versnelling in het biodiversiteitsbehoud te realiseren.”

PUNT BEREIKT DAT

De groengroepen krijgen steun van medewerkers van natuureducatie-organisatie IVN, dat veel kennis heeft van biodiversiteit. Stadsecologe Swart zet namens de gemeente projecten en campagnes op, om individuele inwoners een handje te helpen. “Bewoners kunnen al langer planten in boomspiegels en verhardingen zetten. Daar kregen we veel vragen over. Ook was deze regeling niet zo bekend. Samen met de organisatie Steenbreek hebben we een flyer gemaakt om aan te geven wat er mogelijk is en hoe je zoiets succesvol aan kunt pakken. Zo willen we aandacht schenken aan kleinschalige acties om wat aan biodiversiteit te doen.” BEELDKWALITEIT De initiatieven voor meer biodiversiteit in de Waalstad worden gefaciliteerd vanuit

STADSECOLOGE INGEBORG SWART: "WE HEBBEN HET DE LEEFBARRHEID ONDERDRUK STAAT EN WE ECHT MEER MOETEN DOEN." Van der Heijden ziet dat de beeldkwaliteitsniveaus die gemeenten voor de openbare ruimte hanteren, onder druk komen te staan. Nu gelden verschillende niveaus voor hoe ‘schoon’ de openbare ruimte moet zijn. Als gevolg hiervan ruimen gemeenten bijvoorbeeld het gevallen blad in de herfst op, terwijl dat juist een voedingsbron voor flora en fauna en dus meer biodiversiteit kan zijn. Ook voor de aanblik van gazons, bloemperken en wegbermen gelden dit soort kwaliteitseisen. “We zijn nu gewend om de meeste delen van de openbare ruimte op beeldkwaliteit te onderhouden. Als je meer biodiversiteit nastreeft, heeft dat daar gevolgen voor. Maar hoe moet het beheer dan voortaan en welk niveau wil je als gemeente halen? Dat is best wel een uitdaging, ook voor de aannemers die we aansturen voor het groenonderhoud. In het biodiversiteitsplan waar Nijmegen mee bezig is, zit ook een uitvoeringsparagraaf. Als Dar denken we mee om de theorie naar de praktijk te vertalen.”

BALANS Ook de tolerantiegrens onder inwoners speelt mee, weet Van der Heijden. “Het feit dat de gemeente minder vaak maait, valt bewoners meer op dan wanneer ze bijvoorbeeld meer onkruid laat groeien. Het aantal meldingen dat we daarover krijgen, valt relatief mee. De voor- en tegenstanders van ecologisch maaien roeren zich daarentegen regelmatig. Daar is veel over te doen. We hebben dat onderschat.” Verhoeven kan erover meepraten. “De kritiek is divers. In twee wijken hadden we grote gazonoppervlakten. Een groot deel hiervan hebben we in kruidengras omgezet. Dat was zoveel werk, dat we vergeten waren een nette korte strook aan de rand over te laten. Daar kwamen veel klachten over. In het hoge gras, zeiden bewoners, konden ze de hond niet meer uitlaten vanwege teken en grasaren. Ook ontvingen we allergieklachten, maar dat is niet bewijsbaar aan kruidengras toe te schrijven. Zoveel toename aan pollen is er niet, want dat komt vooral van bomen af. Maar dat maakt het allemaal wel lastig. Je moet daarin een balans zien te vinden. Als gemeente wil je biodiversiteit bevorderen, maar er zijn altijd mensen die een kort gemaaid grasperk of inwoners die juist wild gras willen. Zodra alles in bloei staat en de vlinders en bijen vliegen rond, vindt trouwens iedereen het prachtig. Zodra het enigszins is uitgebloeid, vinden sommigen het weer drie keer niks. We zullen met deze wisselwerking moeten dealen. Ook hebben we geïnventariseerd welke gazons we in mei kunnen overslaan met maaien. De rest van het jaar houden we daar dan de beeldkwaliteit gazon aan. Naarmate je meer ecologie in het groenbeheer brengt, moet je met iedereen goede afspraken maken. Daar hebben we de nota maaibeheer voor opgesteld, mede om alles goed uit te kunnen leggen. Zaak is dat je het beleid goed communiceert, zodat je elkaar begrijpt.”

GRAM #10 01 februari 2022 | 11


MONITORING: BELANGRIJKE STEUNPILAAR VOOR AANPAK ZWERFAFVAL Plastic flesjes en peuken vormen een vrij groot deel van zwerfafval in Nederland. De in 2021 ingevoerde statiegeldregeling voor plastic flesjes moet eerstgenoemde afvalstroom beperken door mensen aan te spreken op hun portemonnee. De in 2023 in te voeren UPV-regeling (uitgebreide producenten verantwoordelijkheid) laat sigarettenfabrikanten betalen voor het opruimen van peuken door gebiedsbeheerders. Monitoring van beide afvalstromen is een goed instrument om in kaart te brengen wat het effect is van de statiegeldregeling en wat de bijdrage van producenten dient te zijn voor het opruimen van peuken.

O

TEKST: MARTIJN KREGTING

m te meten hoe schoon Nederland is, voert Rijkswaterstaat sinds 2008 in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) de landelijke monitor zwerfafval uit. Hierbij meet de organisatie zesmaal per jaar op ongeveer 1.400 locaties verspreid door het land hoe schoon het is en wat de samenstelling van het zwerfafval is. MONITORING PLASTIC FLESJES Monitoring vindt onder meer plaats voor plastic flesjes, waarvoor halverwege 2021 de statiegeldregeling van kracht werd. Deze maand wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de ontwikke-

lingen rond de aantallen blikjes en flesjes in het zwerfafval. Dit gebeurt op basis van een openbare jaarrapportage, die na het inlichten van de Tweede Kamer breder naar buiten gebracht wordt. Volgens Guus van den Berghe, senior-adviseur Afval Circulair bij Rijkswaterstaat – Leefomgeving, zal dan ook duidelijk worden of de statiegeldregeling impact heeft op de hoeveelheid plastic flesjes in het zwerfafval. “Maar als je kijkt naar plastic tassen en tasjes: vanaf het moment dat die niet meer gratis verstrekt mochten worden, zag je in de Zwerfafvalmonitor een duidelijk afname van de aantallen tasjes in het zwerfafval. Dat mag je bij flesjes ook verwachten, los van seizoensinvloeden zoals meer flesjes in de zomer - want meer mensen buiten die meer dorst hebben - en minder in de winter.” MONITORING PEUKEN Ook bij het monitoren van peuken als zwerfafvalstroom vormt de landelijke monitor zwerfafval een belangrijk instrument om te bepalen of beleid werkt of aangepast moet worden, vertelt Maja Valstar, beleidsmedewerker zwerfafval bij I&W. Het ministerie heeft een coördinerende rol in de aanpak van zwerfafval, zoals verpakkingsbeleid en statiegeldregelingen ter preventie van zwerfafval.

Zwerfinator met buit waarvan de opbrengst naar Giro 555 ging.

12 | GRAM #01 februari 2022

Valstar houdt zich momenteel onder meer bezig met de implementatie van de Europese richtlijn SUP (single use plastic, zie kader, red.), vooral het onderdeel van de UPV: zowel opruimkosten als bewustwordingsmaatregelen. Zo komt er dit jaar voor het eerst sinds lange tijd een publiekscampagne in het kader van zwerfafval. “De SUP is het afgelopen jaar vertaald in Nederlandse wetgeving. Daarin is onder andere vastgelegd dat voortaan het schildpadlogo op sigarettenpakjes moet staan, om aan te geven dat peuken filters met plastic bevatten. De meeste mensen denken dat ze alleen papier weggooien. Het onderdeel reductiemaatregelen en UPV is verder uitgewerkt in een ministeriele regeling die in oktober-december 2021 in internetconsultatie lag (zie ook kader, red.).”


BELANGRIJKE ONDERBOUWING Er wordt in UPV-kader een centrale uitvoeringsorganisatie opgericht die het geld van sigarettenfabrikanten (en andere producenten waar de UPV voor gaat gelden) gaat ontvangen en herverdelen over gebiedsbeheerders. De monitoringinformatie van Rijkswaterstaat vormt voor wat betreft peuken een belangrijke onderbouwing voor wat sigarettenfabrikanten vanaf 2024 moeten betalen. Het maakt daarbij niet uit of een peuk een gewone plastic filter bevat of eentje van bio-afbreekbaar plastic, benadrukt Valstar. “Het is en blijft zwerfafval.” Om inzicht te krijgen in de hoeveelheid peuken, helpt monitoring tot een kosten- en samenstellingsplaatje te komen voor wat publieke gebiedsbeheerders gaan ontvangen van sigarettenproducenten, voegt Van den Berghe (RWS) toe: “Zo bepalen we wat de kosten per gebiedsbeheerder zijn en welk deel daarvan voor rekening komt van het opruimen van peuken. Momenteel wordt nog onderzocht hoe de huidige telmethode – één vierkante meter wordt in kaart gebracht om het zo voor de omringende 100 vierkante meter te bepalen – representatiever kan worden.” MONITORINGDATA BURGERINITIATIEVEN Zowel bij het monitoren van peuken als flesjes in zwerfafval ziet RWS het als een optie om ook gebruik te maken van data van de diverse burgerinitiatieven op het gebied van monitoring, vertelt Cees Riksen, evenals zijn RWS-collega Van den Berghe, senior-adviseur Afval Circulair. “Zo kunnen verschillende onderzoeken elkaar ondersteunen. Mogelijke verschuivingen in de samenstelling van het zwerfafval moeten immers ook daadwerkelijk door ‘iedereen’ waargenomen worden. De uitdaging hierbij is wel het eenduidig presenteren van de verschillende opzetten en uitkomsten.”

sterk af, zeker het laatste kwartaal: 70 procent in vergelijking met de periode voor 1 juli 2021. Wat je nog ziet, zijn vooral flesjes zonder statiegeld, voor sap, zuivel en alcoholhoudende dranken. Deze informatie is voor Rijkswaterstaat, maar ook de politiek, steeds belangrijker om beleid op te toetsen.” GOCLEAN Een onder meer op peuken gericht burgerinitiatief is GoClean. Eerst met de focus op het opruimen van zwerfafval, later ook steeds meer op het in kaart brengen ervan. Hiervoor gebruikt GoClean het wereldwijde data science platform Litterati, waarmee op basis van lengte- en breedtegraad zwerfafval geregistreerd en gelabeld kan worden. GoClean krijgt via een partnerschap alle Nederlandse data van Litterati binnen en heeft op basis daarvan het Zwerfafvalkompas ontwikkeld, vertelt Marloes Heebing, directeur van GoClean. Dit analyseprogramma kan bijvoorbeeld in een bepaald gebied alleen plastic afval of een bepaald merk uit metingen naar boven halen. “Zo kunnen we specifiek de vervuilingsgraad in bepaalde gebieden in bepaalde periodes tonen. Recent hebben we zo’n monitoring uitgevoerd in de binnenstad van Nijmegen en langs de A325 tussen Arnhem en Nijmegen. In een periode van vijf weken worden gebieden wekelijks opgeschoond, zodat je tot in detail per gebied in de binnenstad kunt aangeven wat er ligt, hoe snel vervuiling plaatsvindt en van welk type afval of merk.”

Een zo’n initiatief is van Dirk Groot, actief als de Zwerfinator. Vanuit zijn achtergrond als IT’er ging hij elk stuk zwerfafval vastleggen op foto en voegde er data aan toe gedurende een project van 100 dagen. Daar kwam ook vanuit gemeenten veel aandacht voor. Vervolgens is Groot zich gaan richten op drankverpakkingen, waaronder de plastic flesjes waar nu statiegeld op zit. Hij legt onder meer afstand tussen zwerfafval en locatie vast, evenals zaken zoals soort afval en merk. Die data worden nu onder meer gebruikt door Rijkswaterstaat in zijn halfjaarlijkse rapportages over zwerfafval. CITIZEN SCIENCE Groot benadrukt dat er veel meer mensen zijn zoals hij die op deze citizen science-achtige wijze data over zwerfafval vastleggen. “Die beweging zie je groeien, waarbij ook meer gebruik gemaakt wordt van de verzamelde data door overheidsinstanties zoals Rijkswaterstaat.” Daarbij maakt hij net als RWS de kanttekening dat niet alle data even geschikt is voor zaken zoals monitoring wegens een gebrek aan wetenschappelijke waarde. Zeker 35 procent van alle data over zwerfafval is meer bedoeld voor activistische doeleinden. Dat overheidsbeleid invloed kan hebben op zwerfafval, bemerkt Groot als het gaat om plastic flesjes. “Ik leg al vijf jaar drankverpakkingen vast in gemiddeldes per kilometer in bepaalde gebieden. Dat was altijd ongeveer gelijk. Sinds 1 juli neemt het echter

GoClean onderzoekt zwerfafval.

GRAM #01 februari 2022 | 13


GESTROOMLIJNDE AANPAK Heebing weet dat de ongeveer 1.500 jaarlijkse CROW-metingen van Rijkswaterstaat een belangrijke basis vormen voor het SUP. Bij deze metingen wordt echter alleen geteld en niet weggehaald. Dat levert minder informatie op. “Bovendien worden op- en afritten van wegen niet meegenomen, terwijl dat juist hotspots zijn. Af en toe maakt men ook gebruik van informatie van partijen als de Zwerfinator en GoClean, maar dit zou gestroomlijnder kunnen, zodat bijvoorbeeld de acties van GoClean meer op de monitoringsbehoefte van Rijkswaterstaat afgestemd zouden kunnen worden.” Duidelijk is voor Heebing dit: met opruimen alleen ben je er niet. “De kosten daarvoor zijn gigantisch hoog. Uit de cijfers vanuit onder meer monitoring blijkt dat als we een grote reductie van filters willen hebben in de natuur, tabaksfabrikanten jaarlijks honderden miljoenen euro’s moeten betalen om deze opgeruimd te krijgen. Je moet het probleem dan ook samen met producenten van sigaretten aanpakken bij de bron. Denk ook aan het verwijderen van plastics uit filters, of het helemaal weglaten ervan. Want in feite hebben filters helemaal geen nut. Ze maken roken niet minder ongezond.”

OVER DE SUP EN DE UPV Single Use Plastic-richtlijn (SUP): in deze richtlijn van de Europese Unie staan maatregelen om plastic afval in het milieu te verminderen. De richtlijn gaat over de 10 plastic producten die het meest worden gevonden op de Europese stranden. De Nederlandse overheid baseert haar maatregelen voor wegwerpplastic op de SUP. Onderdeel van de SUP is de UPV - uitgebreide producenten verantwoordelijkheid. Die betekent dat producenten of importeurs (mede) verantwoordelijk zijn voor het afvalbeheer van de producten die door hen op de markt zijn (of worden) gebracht. De UPV geldt voor een reeks materialen, zoals elektrische/elektronische apparatuur, verpakkingen en wegwerpplastic. Bij sigarettenfabrikanten gaat het om het plastic in filters, die weggegooid worden als peuken. STAND VAN ZAKEN UPV Wat is de stand van zaken van de ministeriële regeling inzake de UPV? Op basis van de consultatie zijn volgens Maja Valstar nog enkele wijzigingen doorgevoerd. Die wordt voorgelegd aan verantwoordelijk staatssecretaris Heijen, zij moet de regeling uiteindelijk goedkeuren. Valstar stelt dat het moeilijk te zeggen is wanneer dit gebeurt, omdat de staatssecretaris net begonnen is en het complexe materie is betreft. Na goedkeuring kan de UPV begin 2023 - de deadline van de Europese Commissie - van kracht worden. “Omdat we werken met betaling achteraf, wordt in 2024 bepaald wat sigarettenfabrikanten over 2023 moeten betalen. In de concept ministeriele regeling staat dat we uiterlijk 1 juli de bijdragen van producenten zullen publiceren.”

Het zwerfafval van één week verzameld

Opleidingen ▪ ▪ ▪ ▪ ▪

14A.indd | GRAM 190x62mm 1

Beeldkwaliteit Veiligheid Machines - code 95 Praktijk Communicatie

#01 februari 2022

Advies ▪ ▪

CO2 footprint Certificatie: - veiligheid VCA - kwaliteit ISO - proces BRL

1632-01 NVRD GRAM 2021 feb

11-01-2021 12:30


GFT-INZAMELING NU OOK BIJ HOOGBOUW IN TILBURG In de gemeente Tilburg produceren inwoners nog te veel restafval. In 2019 was dat 135 kg per inwoner. En in 2020 steeg dat (door corona) naar 148 kg. Deze getallen zijn een gemiddelde van de hoog- en laagbouw samen, waarbij de hoogbouw gemiddeld 90 kg meer restafval produceert dan de laagbouw. De gemeente Tilburg wil toe naar 125 kg restafval per inwoner in 2025. Er is dus nog werk te doen. Daarom is de gemeente in 2021 onder andere begonnen met gft-inzameling in de hoogbouw. Want gft blijkt de grootste ‘vervuiler’ van het restafval te zijn. Ook probeert de gemeente met andere initiatieven het restafval omlaag te brengen. We spraken hierover met Piet van Oirschot, beleidsadviseur afval bij de gemeente Tilburg. TEKST: KRISTEL DITTERS, TAPPAN “Met het inzamelen van gft bij hoogbouw hopen we de totale hoeveelheid restafval in de hele gemeente met 3 kg per inwoner te verminderen”, vertelt Van Oirschot. “Tilburg kent zo’n 700 hoogbouwlocaties. Sinds dit jaar zamelen we al bij zo’n 2/3e van deze locaties het gft in. We zijn nog met de uitrol bezig. Bij de meeste locaties wordt het afval inpandig ingezameld, dus daar staat nu een gft-container in de inpandige containerruimte. En op plekken waar geen inpandige ruimte is, plaatsen we buiten cocons met toegangsregistratie. Deze cocons laten nog even op zich wachten, omdat daar nu een aanbestedingsprocedure voor loopt. Maar die komen er binnenkort”.

chips verzamelen, kunnen we straks meer datagestuurd naar de inzameling kijken. We kunnen op basis van aansluitingen en inwoners per complex monitoren hoeveel kilo afval er per inwoner wordt geproduceerd. En met die cijfers kunnen we de afvalinzameling per hoogbouwcomplex veel beter aanpakken. Wordt er ten opzichte van andere complexen veel restafval geproduceerd? Moet er bijvoorbeeld een afvalcoach langskomen voor advies? Of moeten we de inpandige containerruimte ‘pimpen’? Met al deze gegevens weten we veel beter wat er op een specifieke locatie nodig is. Anders blijft het een beetje een black box.”

GECHIPTE CONTAINERS De gemeente is niet alleen aan de slag gegaan met gft-inzameling bij de hoogbouw. Ook zijn alle verzamelcontainers (gft, restafval, papier en pmd) in Tilburg voorzien van een chip. Van Oirschot zegt daarover: “Door weeg- en ledigingsinformatie die we via deze

MOBIELE RECYCLESTRAAT Ook blijkt uit een sorteeranalyse dat Tilburgse inwoners vaak hun klein elektrisch afval via het restafval afvoeren. Daar heeft de gemeente ook iets aan gedaan. Van Oirschot: “Elke week of twee weken staat er op 17 plekken in Tilburg een mobiele recyclestraat. Deze recy-

Inpandige afvalinzameling.

clestraat staat dan vooral op drukke plekken, zoals weekmarkten. Inwoners kunnen daar, naast klein chemisch afval, papier, frituurvet, hout en piepschuim, ook hun klein elektrisch afval achterlaten. Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan oude mobieltjes, een haarföhn en batterijen. De hoeveelheid moet wel in een grote boodschappentas passen. De mobiele recyclestraat trekt ook veel hoogbouwbewoners. Zij kunnen daar namelijk ook gratis biozakjes voor het gft ophalen. Fijn dat inwoners die daar komen halen. Het betekent dat ze gft daadwerkelijk willen scheiden. En het voorkomt vliegjes in je keuken.” SCHOON GEDRAG DOOR SCHONE OMGEVING Afval wordt ook beter gescheiden als de flat en de omgeving zelf al fris en schoon zijn. Dat bleek ook zo te werken bij de grote Mascagniflat in Tilburg Noord. Die heeft de gemeente in samenspraak met de woningcorporatie en de bewoners opgeknapt. Van Oirschot: “We hebben onder andere de inpandige containerruimte flink opgewaardeerd: grotere ramen, lichte frisse muren en duidelijke pictogrammen aan de muur voor papier/pmd/ restafval/gft. En de omgeving van de flat hebben we ook meegepakt, zoals de speeltoestellen en het parkje ernaast. We merken dat bewoners nu alles zelf goed schoonhouden. En hun afval beter scheiden. Ze voelen zich veel verantwoordelijker. Dus betrek de bewoners in dit soort projecten. Het werkt echt.” Vanwege dit succesvolle project gaat de gemeente in Tilburg Noord de komende tijd meer flats op deze manier opknappen.

GRAM #10 01 februari 2022 | 15


DIRECTEUR NICOLET DUKKER VAN AVALEX

‘WE ZULLEN NOG MEER MOETEN SAMENWERKEN’ Samenwerking is voor Avalex-directeur Nicolet Dukker het sleutelwoord voor het vormgeven van de circulaire economie. De uitdagingen zijn complex, dus de vele spelers in de keten moeten elkaar vooral opzoeken. “Laten we er samen voor gaan.” TEKST: PIETER VAN DEN BRAND BEELD: AVALEX

GRAM interviewt een reeks reinigingsdirecteuren over hun toekomstbeeld rond de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en grondstoffen. In 2050 is het rijksdoel om geen (rest)afval meer te hebben. 100% circulair is het adagium. Hoe ziet de gemeentelijke afvalinzameling er dan idealiter uit? En hoe is de rolverdeling met andere actoren in de keten, zoals (verpakkings)producenten, consumenten en verwerkers en maatschappelijke organisaties? In deze editie: Nicolet Dukker van Avalex.

R

uim twee jaar alweer is ze secretaris-directeur van Avalex. Het bevalt haar prima bij het samenwerkingsverband van de gemeenten Delft, LeidschendamVoorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk en Wassenaar. “In september 2019 ben ik overgestapt van de Rijksoverheid. Dat werd daar als een bijzondere stap gezien. Hoe kun je ons nou verlaten? Tegelijkertijd bespeurde ik ook enige jaloezie. Ik mocht fijn in de lokale uitvoering aan de slag met een mooie opdracht. Dat bleek ook. Avalex is een prachtig operationeel bedrijf. We zamelen het afval in en we laten elke dag de straten schoon achter. Tegelijkertijd is de opdracht waar we voor staan heel strategisch en vol uitdagingen. Juist deze combinatie vind ik zo aantrekkelijk in mijn werk”, vertelt Nicolet Dukker.

gedoe is met name in coronatijd heel fijn. Op uitvoeringsniveau is de druk hierdoor een stuk minder.” Wat ook geldt voor de relatie met de zes in Avalex deelnemende gemeenten. Doordat het bedrijf met dienstverleningsovereenkomsten (DVO’s), een product- en dienstencatalogus (PDC) en een integraal kostprijsmodel is gaan werken, zijn de verhoudingen met de gemeenten fors verbeterd. Ze kunnen keu-

Avalex wil nadrukkelijk haar steentje bijdragen aan het doel van honderd procent circulaire economie in 2050. “We werken met Avalex aan een afvalvrije regio door hergebruik van grondstoffen. Dat is onze visie, maar dat is best wel wat. Als ik naar 2050 kijk, flitsen er allerlei scenario’s door mijn hoofd. De kern blijft dat grondstoffen schaars en dus kostbaar worden. Dat neemt alleen maar toe. We maken nu al mee dat keukenapparatuur te laat komt, omdat er niet genoeg chips zijn. We moeten alle zeilen bijzetten om zoveel mogelijk gebruikte grondstoffen terug te krijgen. Als publieke inzamelaars kunnen we daarin veel betekenen, juist omdat we zo dicht op de inwoners werken.” STAPPEN Zelf heeft Avalex het afgelopen jaar flinke stappen gemaakt. “Uit het klantonderzoek blijkt dat onze dienstverlening wordt gewaardeerd met een 7,4”, zegt Dukker, “een half punt hoger dan in voorgaande jaren. Een mooi resultaat. Het aantal meldingen van dingen die niet goed zijn gegaan, is met 27 procent gedaald. Er zijn minder overvolle containers. Met route-optimalisatie hebben we veel bereikt. Minder

16 | GRAM #01 februari 2022

Avalex-directeur Nicolet Dukker.


zes maken wat ze van Avalex nodig hebben voor de uitvoering van hun beleid. Dienstverlening en duurzaamheid gaan daarmee hand in hand. “We hebben duidelijk omschreven wat er bij ons mogelijk is, met een glashelder prijskaartje. We denken mee bij het opstellen van de begroting, en aan welke knoppen een gemeente nog kan draaien. Ook op bestuurlijk niveau is rust gekomen.” Het kalmere vaarwater biedt Avalex een stabiele en vruchtbare uitgangspositie om verder werk te maken van de circulaire ambities. Ook de aansluiting bij HVC sinds 1 januari van dit jaar draagt bij aan een verdere optimalisatieslag voor de verwerking en recycling van grondstoffen. Het in Noord- en Zuid-Holland, Flevoland en Friesland actieve afval- en energiebedrijf heeft zijn aantal gemeentelijke aandeelhouders hiermee zien groeien naar vijftig. “We weten dat we door samen te werken slimmer kunnen werken. Het vraagstuk van de circulaire economie is dermate groot en complex, dat wij dat als Avalex niet alleen aan kunnen pakken. In de gehele grondstoffenketen zijn wij maar een kleine speler. Wat is er dan mooier dat je je krachten kunt bundelen met partners die dezelfde publieke waarden behartigen en vanuit het collectieve belang opereren. In HVC hebben we een partner in de verwerking, die dezelfde belangen heeft om het beste rendement te halen uit afvalstromen. Een partner met wie we bovendien veel kennis kunnen delen. De meerwaarde van de samenwerking rond grondstofstromen zie we ook terug in de verbinding met onze collega’s van de regionale afvalbedrijven in Midwaste.” KETEN Volgens Dukker zijn er meer allianties nodig. “Het is super-noodzakelijk dat de volledige keten goed draait, om de circulaire doelen te kunnen realiseren. We doen dit tenslotte met elkaar. Dat samen doen maakt het echter zo complex. Er is sprake van een enorme keten van spelers die van nature niet allemaal vanzelfsprekend met elkaar samenwerken. Ook bij producenten ligt een taak, niet alleen om beter recyclebare producten te maken maar ook om materialen terug te

winnen om weer nieuwe producten te kunnen maken. Publieke partijen zien de noodzaak van samenwerking volop in, maar we kunnen nog sterker met elkaar de krachten bundelen om beter als gesprekspartner voor de circulaire economie aan tafel te komen.” Wat Dukker eveneens zo aanspreekt bij Avalex is de verbinding met inwoners. “De afgelopen jaren hebben we dankzij de inspanningen van onze inwoners al veel bereikt bij het accepteren van de noodzaak tot afvalscheiding. In 2016 zei 14 procent van onze inwoners een ‘superscheider’ te zijn. Nu zegt 41 procent van de mensen dat, los nog van degenen die al wel goed op weg zijn maar nog niet alles scheiden. Er zit dus volop beweging in. Wel moeten we ervoor zorgen dat inwoners gemotiveerd aan de slag blijven. Er moet meer gebeuren, anders gaan we de VANG-doelen niet halen. We laten nu onderzoeken doen hoe we volgende stappen eruit moeten zien. Zo kijken we bij de inzameling naar het invoeren van financiële prikkels en frequentie-differentiatie.” Een ander onderzoek richt zich op de doorontwikkeling van onze milieustraten. Avalex wil daar maatschappelijke partijen bij betrekken, zoals kringloopwinkels en stichtingen die zich op upcycling richten. “Wel vind ik dat we ons niet te veel aan de gedachte vast moeten houden van het circulaire ambachtscentrum als fysiek gebouw. Je kunt zoiets prima organiseren bij de ingang van de milieustraat en op locaties die er bij de verschillende partijen al zijn. Een ander kan van wat er binnenkomt weer iets moois maken, en dat zou je bijvoorbeeld middenin de stad kunnen doen.” Dukker stelt dat we niet de discussie moeten voeren of honderd procent circulair in 2050 wel haalbaar is en allerlei voorbehouden maken. “Zo’n houding werkt belemmerend. Dertig jaar geleden zou je niet hebben kunnen bedenken dat we staan waar we nu staan. Er is zoveel mogelijk, ook technologisch. Ik zou juist zeggen: laten we er vooral voor gaan. En wellicht lachen we dan over dertig jaar heel hard om vroeger: weet je nog dat we als gemeenten afval moesten inzamelen?”

GRAM #01 februari 2022 | 17


CIRCULAIRE ECONOMIE AANJAGEN Gemeentelijke afvaldiensten moeten nog veel meer afvalstoffen zien als grondstoffen. Bedrijfsleven moet er voor betalen en onderwijs- en technologie-instellingen zullen met steeds meer innovaties komen. Dan zal er sneller een circulaire economie ontstaan, betoogt Marco Kortland.

D

e ambities voor een verregaand hergebruik van grondstoffen zijn minstens even groot als de opgave van de energieagenda. In 2030 moet vijftig procent van het primaire grondstoffenverbruik zijn vervangen door secundair materiaal en in 2050 moet alle materiaal volledig circulair zijn. Je zou zeggen dat het gouden tijden zijn voor publieke afvaldiensten en private afvalbedrijven met hun uitdijende inzamelwagenpark en containervoorzieningen, de sorteerinrichtingen en de (na)scheidingsinstallaties. Net als met de energietransitie vlot het echter nog niet echt met de grondstoffentransitie. Volgens goed Hollands gebruik zijn de handtekeningen onder ambitieuze intenties snel gezet, maar komt de uitvoering slechts schoorvoetend op gang. Menig ambtenaar werkt nog aan een grondstoffenbeleidsplan. Zo ook Marco Kortland, beleidsmedewerker van de gemeente Krimpenerwaard. “Er gaan miljarden naar klimaat- en energiemaatregelen, maar als we niet uitkijken zijn de grondstoffen straks zo schaars dat we geen metalen meer hebben voor de zonnepanelen op ons dak en voor de accu’s van onze elektrische auto’s”, waarschuwt Kortland. HOOGWAARDIG HERGEBRUIK Duidelijk is dat de afvalbedrijven een cruciale rol spelen in de grondstoffentransitie. De gemeentelijke inzameldiensten halen nu gemiddeld zestig procent van het huishoudelijk afval gescheiden op. Het lijkt een schitterende start voor hoogwaardig hergebruik. “Gemiddeld 75% is goed haalbaar, zoals wij al enige jaren rapporteren. Materialen als staal en glas komen al in aanmerking voor ‘volledig circulair’. Glas kan eindeloos worden gerecycled, zonder kwaliteitsverlies. Gescheiden ingezameld glas komt voor honderd procent terug in nieuwe glazen verpakkingen. We

18 | GRAM #01 februari 2022

TEKST: RENÉ DIDDE BEELD: CYCLUS zijn goed op weg naar de honderd procent”, zegt Kortland. Het bierflesje heeft dankzij het statiegeld een verlengde levensduur en dus een hogere milieuscore.

“ALS WE NIET UITKIJKEN ZIJN DE GRONDSTOFFEN STRAKS ZO SCHAARS DAT WE GEEN METALEN MEER HEBBEN VOOR DE ZONNEPANELEN OP ONS DAK EN VOOR DE ACCU’S VAN ONZE ELEKTRISCHE AUTO’S.” De grote uitdagingen liggen in de kunststoffen. Op zichzelf niet onaardige inzamelpercentages worden nog niet genoeg opgevolgd door een hoogwaardig hergebruik. De problemen zijn evident. Hoewel het credo al meer dan twintig jaar is ‘ontwerpen voor recycling’, worden er nog steeds veel verschillende materialen gemixt in een flaconnetje en in een tray. Nog steeds bestaan er veel voorbeelden van op het eerste gezicht overbodige ‘omverpakkingen’. Wie bijvoorbeeld een aardappelschilmesje bij IKEA koopt, moet zwaar gereedschap uit de kast halen om het mesje uit zijn gesealede plastic cocon en beschermkap te krijgen. PET IS HET NIEUWE GLAS Het zal anders worden als bedrijven echt worden verplicht de verpakkingen terug

te nemen, gelooft Kortland. “Dat geeft een prikkel om hun verpakkingen te versimpelen.” Kijk naar de fles als verpakking, is de tip van Kortland. “Een PET-fles heeft alle kansen om het goede oude voorbeeld van de glazen fles te volgen. Door statiegeld zijn straks ook veel meer kleine flesjes als schone stroom beschikbaar. Er moeten nog meer uniforme ontwerpen komen. Maar dat niet alleen. De scheidingstechnologie schrijdt ook voort. Dankzij een vinding van de TU Delft is er nu een sorteermethode om plasticsoorten te scheiden met behulp van een drijf-zink methode van plasticsnippers in water, waarbij magneten aan het plastic trekken.” (zie kader)

UNIEKE SORTEERMETHODE OM PLASTICSOORTEN TE SCHEIDEN Magnetische dichtheid scheiding behelst het scheiden van afval naar soortelijke massa via een drijf-zinkmethode. Hiervoor wordt afval zoals plastic verpakkingen (maar het kan ook met ander afval zoals materialen in elektronica) klein versnipperd en vervolgens in een bad met een ferro-magnetische vloeistof gebracht. Met speciaal ontworpen magneten kan die vloeistof zwaarder of lichter worden gemaakt, zodat de snippers op verschillende hoogtes in het bad gaan drijven, al naar gelang hun dichtheid. De gepatenteerde technologie is tien jaar geleden bedacht en ontwikkeld door de TU Delft. De Urban Mining Corp (UMC) brengt de techniek nu naar de markt. Inmiddels staat in Biddinghuizen een installatie waarmee bijna twintigduizend ton plastic per jaar, maar liefst een zesde van het Nederlandse aanbod, in één processtap verwerkt kan worden (info websites TUDelft, UMC).


DRIE-EENHEID Hier komt Marco Kortland bij zijn fundamentele uitgangspunt om de circulaire economie aan te jagen: een drie-eenheid van overheid, bedrijfsleven en onderwijs/ technologie-instellingen. “Het bedrijfsleven moet door producentenverantwoordelijkheid verpakkingen terugnemen. De overheid moet dit meer stringent maken. Gemeenten helpen het bedrijfsleven ook om de in het afval verstopte grondstoffen in te zamelen bij de inwoners, zonder er op toe te leggen. Technologie-instellingen zorgen voor steeds meer innovatie, zo-

wel in ontwerp van verpakkingen als in hergebruikstechniek. Dit kan tot nieuwe circulaire verdienmodellen leiden, het is een kwestie van vraag en aanbod. Dit wordt des te belangrijker als grondstoffen schaarser worden en Europa niet meer op grote schaal grondstoffen weet te importeren.” Cruciaal is ook, aldus Kortland dat producenten worden verplicht een registratiesysteem op te tuigen. “Kijk”, wijst hij achter zich op een kast op zijn zolderkamer waar hij zich voor dit zoom-interview heeft terug getrokken, “hier staat een oude

HP-computer. Stel dat ze er 100 duizend van dit type hebben verkocht, en ze er zestig duizend hebben terug gekregen onder andere door milieustraten en initiatieven als Wecycle en WEEE Nederland. Maar ze hebben geen enkel idee waar de mankerende veertigduizend PC’s zijn gebleven. Producenten moeten daar een helder en transparant inzicht in krijgen. Natuurlijk een enorme uitdaging en bij voorkeur gedurende de gehele keten van verkoop, afdanken, reparatie, hergebruik van onderdelen en upcycling met materialen. Dat zal een enorme impuls geven aan het

SOCIAAL-PSYCHOLOGISCHE AANJAGERS IN ROTTERDAM Behalve technologische innovaties ter bevordering van de circulaire economie zijn volgens Marco Kortland ook sociaal-psychologische interventies welkom. Om het bekende slechte inzamelgedrag, lage afvalscheiding, bijplaatsingen en zwerfafvaltoerisme in grote steden te verbeteren, werkte hij mee aan onderzoek en uitvoering naar de groene afvalbak in Rotterdam. Als pilot naar gedragsonderzoek testte de gemeente de invloed van opgefleurde afvalbakken. “Zwerfafval en afval naast de containers plaatsen, zijn het gevolg van gedrag”, aldus de gemeente. “Vaak onbewust gedrag waar we niet over nadenken.” ‘Nudging’ (een duwtje geven in de goede richting), maar ook ‘gamification’ (het toevoegen van spelelementen) zijn manieren om mensen uit dat automatische slordige gedrag te krijgen. Rotterdam experimenteert met verschillende vormen om te kijken wat werkt en wat niet werkt. De resultaten lijken behoorlijk bemoedigend. In de eerste maand van de proef werd 75 procent minder afval aangetroffen rond de opgefleurde containers. Ruim drie maanden later was de hoeveelheid gedumpte afvalzakken en grofvuil bij de containers afgenomen met 85 procent. Volgens de gemeente Rotterdam reageerden de bewoners overwegend positief. Ook andere gemeenten hebben het idee intussen omarmd. In het najaar van 2021 is het idee in meer wijken uitgerold.

Marco Kortland: "Het bedrijfsleven moet door producentenverantwoordelijkheid verpakkingen terugnemen. De overheid moet dit meer stringent maken.”

GRAM #10 01 februari 2022 | 19


realiseren van de noodzakelijke circulaire economie. Niet realistisch? Als je ziet wat de ontwikkelingen zijn op het gebied van databeheer en bijvoorbeeld block-chain ga je hier anders tegen aan kijken.” STATIEGELD Tot nog toe voeren gemeenten veel werk uit ten dienste van de producentenverantwoordelijkheid. Voor een deel worden ze hiervoor vergoed, bijvoorbeeld via het Afvalfonds Verpakkingen. “Het is echter lang niet kostendekkend. Voor mij is het duidelijk dat het een gemeenschappelijke opdracht is, maar dat de rekening niet bij de gemeenten mag liggen. Het gaat de goede kant op, ook met plastic verpakkingen. Maar we hebben twaalf jaar tijd verloren door het steeds maar uitstellen van statiegeld op kleine flesjes.” Sinds 1 juli 2021 is er statiegeld van 15 cent op een flesje, wat in de eerste maanden al direct tot minder flesjes op straat leidde.

“Ik hoop op een soortgelijk effect als begin volgend jaar eenzelfde statiegeldbedrag op blikjes volgt.” Kortland meent ook dat de afvalbedrijven nog veel meer vanuit het perspectief van grondstoffen moeten denken. “Wij zijn met Cyclus – negen gemeenten in MiddenHolland en de Rijnstreek – een overheids NV die het idee van inzamelen van grondstoffen meer gaat omarmen.” In 2023 gaat de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor textiel in. Ook op dit terrein zou je kunnen denken aan een vorm van statiegeld, zegt hij, analoog aan de verwijderingsbijdrage voor auto’s en koelkasten. “Je zou dan bijvoorbeeld geen € 100 voor een nieuwe jeans moeten betalen, maar € 102. Die twee euro krijg je terug als je je oude broek inlevert. Dat zou tot hoogwaardiger recycling kunnen leiden, misschien zelfs tot een hergebruik van de betreffende jeans, die iemand anders nog goed genoeg vindt.”

CV MARCO KORTLAND Studeerde bedrijfskunde in Rotterdam en Barcelona. Werkte als business developer voor afvalverwerker AVR. Met de start-up Urban Mining richt hij zich op het inzamelen van grondstoffen in de stad om ze geschikt te maken voor recycling en upcycling. Ondernemer, onder meer in Den Haag, om bij inlevering van 1 kilogram herbruikbaar afval mensen te belonen met een aandeel in zijn bedrijf. Sinds 2019 beleidsmedewerker circulaire economie van de gemeente Krimpenerwaard, betrokken bij regionale afvaldienst Cyclus en penningmeester NVRD regio West.

VAN HUISAANSLUITING TOT EN MET ASSETMANAGEMENT... ASSETMANEGEMENT… Geen reinigings- of beheerprobleem is ons te groot. Krapte op de arbeidsmarkt, onderbezetting op de afdeling, te veel zaken die snel een oplossing vergen. Iedere beheerder van natte infrastructuur loopt wel eens tegen deze zaken op. Wij helpen u graag met kwalitatieve en snelle oplossingen. Of het nu gaat om huisaansluitingen, uitwerken van maatregelplannen of het maken van lange termijnplannen, vandervalk+degroot beheerst de hele keten van dienstverlening in het reinigen en onderhouden van natte infrastructuur. Of het nu om reinigen van straatkolken gaat, rioleringen, waterzuiveringsinstallaties of verkeerstunnels, met 11 vestigingen in Nederland zijn wij nooit ver weg. INTERESSE IN ONZE VOLLEDIGE SERVICE? Maak eens een afspraak met een van onze specialisten om te bespreken hoe we u van dienst kunnen zijn.

ABC-Westland 231, 2685 DC Poeldijk • postbus 62, 2685 ZH Poeldijk • tel. 0174-247474 • www.valkdegroot.nl • info@valkdegroot.nl

20 | GRAM A.indd 190x130mm B.indd 1

#01 februari 2022

21-9000-1407-01 2020 feb 22-1000-1614-01 NVRDNVRD GRAMGRAM 2022 feb

02-11-2021 14:29 13:29 13-01-2022


BESLUITEN PLATFORM KETENOPTIMALISATIE (PKO) GEPUBLICEERD De besluiten die het PKO op 13 december 2021 heeft genomen zijn gepubliceerd op de website van het platform ketenoptimalisatie. Op de website www.platformketenoptimalisatie.nl vindt u de besluiten over de inzamelvergoeding voor het nascheidingsmodel, de 3.0 versie van het beoordelingsprotocol PMD en het optimalisatieplan PMD. Alle gemaakte afspraken en besluiten van het PKO worden hier gepubliceerd.

NIEUWE MEDEWERKERS In januari is Vera Scherders (29 jaar) gestart als nieuwe beleidsadviseur. Na vier jaar gewerkt te hebben bij Rijkswaterstaat vond zij het tijd voor een nieuwe duurzame

uitdaging.

Als

bestuursad-

viseur kwam Vera daar al in aanraking met circulaire economie en zwerfafval. Bij de NVRD zal zij onder andere het aanspreekpunt worden voor het dossier

COLUMN

NIEUWS

Foto: Bart van Dieken

Energie door verbranden Normaal ben ik niet zo van de symboliek van een ‘nieuw’ jaar. Zeker in deze tijd (en op mijn leeftijd) is de wisseling van 31 december naar 1 januari - op een oliebol en glas bubbels na - niet wereldschokkend. Zelfs niet vanuit een levendig Parijs waar wij een gezellige jaarwisseling vierden. Voornemens zijn aan mijn nuchtere persoon niet besteed, althans niet van de categorie life-changing. Dit keer valt er desalniettemin niet aan ‘nieuw’ te ontkomen. 2022 wordt een ontzettend ‘nieuw’ jaar. Een nieuw kabinet, met nieuw regeerakkoord en nieuwe staatssecretaris. (Al zijn de meningen verdeeld hoe nieuw het allemaal is, ik hoop met gezonde naïviteit dat het glas toch goed halfvol blijkt te zijn). Een nieuwe variant van het virus, inclusief de hoop dat tegen de tijd dat u dit leest iedereen wel aan de beurt is geweest en we groepsimmuniteit zo pijnloos mogelijk bereikt hebben.

luiers en incontinentiemateriaal en werkzaamheden oppakken voor VANG-HHA. Ook is begin dit jaar Kelvin Derksen (31 jaar) begonnen als onze nieuwe communicatieadviseur. Nadat hij ruim zeven jaar werkzaam was in de wereld van e-commerce bij Beslist.nl, heeft hij zeer bewust de keuze gemaakt om meer bij te willen dragen aan maatschappelijk relevante thema’s zoals deze volop aanwezig zijn in onze branche. Deze behoefte is mede ingegeven door zijn ervaringen met vrijwilligerswerk, waarbij hij zich inzet voor meer levendigheid en verbinding in zijn woonplaats.

CORONAMELDPUNT NVRD OPNIEUW ACTIEF Bij de start van de coronacrisis opende de NVRD een speciaal meldpunt. Hier kunnen organisaties allerhande vragen, opvallende zaken en aandachtspunten melden. Het meldpunt maakt het voor de NVRD mogelijk om vragen van leden te beantwoorden en een vinger aan de pols te houden wat betreft de ontwikkelingen in de branche. Hiermee geeft het de NVRD ook handvatten in haar communicatie naar overheid en

Twee nieuwe medewerkers op het bureau waarmee ons team compleet is. En vanaf maart nieuwe gemeenteraden en dito bestuurders. Een nieuwe website, nieuwe ledenadministratie en nieuwe verenigingsstructuur voor de NVRD. Van zoveel kansrijke verandering wordt een mens vanzelf optimistisch, toch? Om al deze nieuwe kansen optimaal te benutten, heb ik mezelf daarom ook maar vernieuwd;-). Het jaar ben ik begonnen met een week vasten (correct, dat betekent niets eten op een enkel glas sap na). Ook dat is afvalbeheer, nietwaar? Ik kan het iedereen aanraden - een week geen (social) media, geen vast voedsel en alle ruimte voor reflectie. Verbranden van overtollige ballast (de R-ladder is hier niet van toepassing), zowel mentaal als fysiek, genereert energie! En dat zonder CO2-uitstoot…

andere stakeholders. Heeft u een vraag of wilt u een aandachtspunt met de NVRD delen? Mail dan naar meldpunt@nvrd.nl

Zo goed als nieuw duikt deze dame het nieuwe jaar in. Duikt u met me mee? Wendy de Wild directeur NVRD

GRAM #10 01 februari 2022 | 21


ANALYSE BENCHMARK HUISHOUDELIJK AFVAL 2020

CORONA HEEFT GROTE IMPACT OP RESTAFVAL EN KOSTEN, MAAR NIET OP SCHEIDINGSGEDRAG Het lijkt de verkeerde kant op te gaan. Voor het eerst sinds jaren neemt de hoeveelheid restafval weer toe en laten ook de afvalbeheerkosten weer een stijgende lijn zien. Plaatsen we dit in het licht van de corona-epidemie, dan is het enigszins verklaarbaar: er is eerder sprake van een verschuiving van bedrijfsafval naar huishoudelijk afval en uitgesteld afdankgedrag, dan van afgenomen scheidingsgedrag. TEKST: FOLKERT STARREVELD

J

aarlijks organiseert de NVRD in samenwerking met Rijkswaterstaat en Cyclusmanagement de Benchmark Huishoudelijk Afval. Ongeveer 170 gemeenten worden vergeleken op hun milieu-, kosten en serviceprestaties (afvaldriehoek). Door deze prestaties aan elkaar te koppelen ontstaat inzicht in de kosteneffectiviteit van toegepaste inzamelstrategieën en best-practices. Het jaarlijks uitvoeren van de benchmark maakt het ook mogelijk om tijdreeksanalyses te maken. Door coronapeiljaar 2020 te vergelijken met de jaren er voor wordt de impact van de pandemie direct zichtbaar. 205

Restafval (kg/inwoner)

200 195 190 185 180 175 170 165 160

150

160

170

180

190

200

210

220

Beheerkosten (€ per huishouden)

Figuur 1: Ontwikkeling van de hoeveelheid restafval en totale beheerkosten (concrete cijfers zijn te vinden op www.benchmarkafval.nl). TOENAME RESTAFVAL EN BEHEERKOSTEN In 2020 bedroeg de hoeveelheid restafval (inclusief grof restafval) 178 kilogram per inwoner. Dat is maar liefst 8% meer dan in 2019. De dalende trend lijkt daarmee teneinde gekomen. Hetzelfde geldt voor de beheerkosten. Hoe meer restafval (en ook grondstoffen), hoe hoger de inzamel- en verwerkingskosten. De totale beheerkosten laten zelfs nog een iets grotere stijging zien (19%) dan de hoe-

22 | GRAM #01 februari 2022

veelheid restafval. De lagere grondstofprijzen in 2020 en stijgende verbrandingstarieven deden een extra duit in het zakje. Maar de belangrijkste oorzaak van de stijgende hoeveelheid restafval en beheerkosten moet gezocht worden in de corona-pandemie die begin 2020 startte. Er werd meer thuisgewerkt en meer thuis geconsumeerd in plaats van op het werk en in de horeca. Dat bracht een verschuiving teweeg van bedrijfsafval naar huishoudelijk afval. Dit is ook te zien aan de hoeveelheid huishoudelijk afval (restafval en grondstoffen) die vrijkwam in 2020, die evenals de hoeveelheid restafval met 8% toenam (figuur 4). OOK TOENAME GRONDSTOFFEN Niet alleen de hoeveelheid restafval nam toe, ook de hoeveelheid gescheiden grondstoffen liet een zelfde toename zien. Het scheidingsgedrag van huishoudens is dus niet afgenomen, zo laat het scheidingspercentage zien (figuur 5). Van de fijn huishoudelijke grondstoffen laten vooral gft, pmd en glas een flinke toename zien. Ten opzichte van 2019 nam de hoeveelheid gft met 7% toe, pmd met 15% en glas verpakkingen met 9%. De hoeveelheid oud papier en karton is niet gestegen maar de dalende trend lijkt wel ten einde gebracht. Er werd al steeds meer online gewinkeld, wat de coronapandemie alleen maar heeft versterkt. De andere trend van steeds minder huis-aan-huis bladen en reclamemateriaal, zorgt voor tegenwicht. GROF HUISHOUDELIJK AFVAL Het meest zichtbare effect van de corona-pandemie in 2020 was de enorme toeloop naar de milieustraten. Iedereen leek aan de grote schoonmaak te zijn begonnen van zolders en schuren. In de benchmark is dit effect terug te zien. De hoeveelheid grof huishoudelijk afval nam ten opzichte van 2019 met 13% toe. De hoeveelheid ongescheiden (grof restafval) nam iets sterker toe (35%) dan de hoeveelheid grof gescheiden (9%), waaruit geconcludeerd kan worden dat het scheidingsgedrag iets afnam ten opzichte van 2019. De drukte op de milieustraten zal hier parten hebben gespeeld.


Figuur 2: Restafval (inclusief grof rest)

Figuur 3: Beheerkosten

Figuur 4: Huishoudelijk aanbod

Figuur 5: Scheidingspercentage

Figuur 6: Gft

Figuur 7: Oud papier en karton

Figuur 8: PMD

Figuur 9: Glas verpakkingen

GRAM #01 februari 2022 | 23


DIFTAR MAAKT HET VERSCHIL Niet iedere gemeente had evenveel last van de corona-epidemie. Gemeenten die in 2020 diftar hadden, hadden een minder grote toename van de hoeveelheid restafval (+5%) en beheerkosten dan gemeenten die geen diftar hadden (+10%). Ook in 2020 bleek de combinatie van service- en tariefdifferentiatie de meest kosteneffectieve inzamelstrategie (figuur 10). Gemeenten met deze inzamelstrategie hadden gemiddeld 58% minder restafval en 25% lagere beheerkosten dan gemeenten met een ‘basisstrategie’ (= geen servicedifferentiatie, geen tariefdifferentiatie).

300

Restafval (kg/inwoner)

250

met een vorm van diftar! De meest succesvolle inzamelstrategie - diftar in combinatie met servicedifferentiatie - wordt toegepast door 30% van de gemeenten (figuur 11). Dat is 2%punt meer dan in 2019.

Aantal gemeenten

%

Basissysteem

41

24%

Servicedifferentiatie

59

35%

Tariefdifferentiatie

19

11%

Tarief en Servicedifferentiatie

50

30%

Totaal

169

100%

Figuur 11: Aantal (benchmark)gemeenten per inzamelstrategie, peiljaar 2020

200

MEER INFO Dit artikel is een verkorte weergave van het analyserapport dat aan het eind van ieder benchmarkjaar wordt opgemaakt en gepubliceerd op www.benchmarkafval.nl.

150

100

50

0

150

160

170

180

190

200

210

220

230

240

250

Beheerkosten (€ per huishouden)

De NVRD-Benchmark Huishoudelijk Afval wordt in samenwerking met Rijkswaterstaat georganiseerd, en wordt uitgevoerd door Cyclusmanagement. Een keer meedoen? U kunt zich aanmelden op www.benchmarkafval.nl

Figuur 10: Kosteneffectiviteit toegepaste inzamelstrategieën Tariefdifferentiatie blijkt dus een belangrijke succesfactor in het aanjagen van afvalscheiding en het reduceren van restafval. De vermeden verbrandingskosten die dat tot gevolg heeft, maken de kosten van diftar (inclusief flankerend beleid) meer dan goed, zo blijkt uit de benchmark. De 100 kg-doelstelling lijkt bijna onhaalbaar zonder diftar. Over peiljaar 2020 behaalden in totaal 26 van de in totaal 169 benchmarkgemeenten de 100-kg doelstelling. Allen

BEGRIPPENKADER Restafval = afval dat resteert na (na)scheiding, inclusief grof restafval en verbouwingsrestafval. Scheidingspercentage = het percentage van het totale aanbod huishoudelijk afval dat (na)gescheiden wordt ten behoeve van recycling. Beheerkosten = totaal aan kosten van het afval- en grondstoffenbeheer bestaande uit inzamelkosten, kosten op- en overslag, verwerkingskosten, indirecte kosten (w.o. beleid, communicatie, handhaving) en opbrengsten van grondstoffen en vergoedingen Afvalfonds. De beheerkosten liggen normaliter lager dan de afvalstoffenheffing, omdat in de heffing ook vaak nog kwijtscheldingen, btw-compensatie en kosten voor het verwijderen van zwerfafval zijn opgenomen. Servicedifferentiatie = laagfrequent inzamelen van restafval aan huis (frequentieverlaging) of het op afstand inzamelen van restafval bij de laagbouw (omgekeerd inzamelen).

24 | GRAM #01 februari 2022


[Advertorial]

EPS NEDERLAND:

EEN POSITIEVE FOOTPRINT ALS TRANSITIE LEIDRAAD VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE een persoonlijk certificaat met daarop gespecificeerd de positieve milieu impact van het opnieuw als grondstof ingezette EPS. Met een vernieuwende en transparante aanpak is EPS Nederland koploper en versnelt door het circulair toepassen van EPS de transitie. CERTIFICERING ALS WAARBORG Sinds 3 jaar is EPS Nederland het enige circulaire bedrijf dat aanspraak mag maken op het KIWA certificaat ‘Prestatieladder Circulair’ en is gecertificeerd op het hoogste niveau (4).

Het totaalconcept van EPS Nederland is in de afgelopen jaren uitgegroeid tot een vaste waarde voor gemeenten, (afval) bedrijven en instellingen. Op een onderscheidende wijze wordt EPS, ofwel piepschuim, verantwoord en circulair gecertificeerd ingezameld, bewerkt en toegepast in hoogwaardige producten. De nauw betrokken medewerkers bij het bedrijf nemen daarbij een speciale plaats in. Social Enterprise EPS Nederland (2017) maakt banen mogelijk voor wie dat niet direct vanzelfsprekend is. Eén van de kernwaarden van het bedrijf. Voor de inzamel- en transportactiviteiten maken de voertuigen volledig gebruik van HVO-biodiesel. De HVO-biodiesel is gemaakt van gecertificeerde rest- en afvalstromen. Dit zorgt direct voor een CO2-reductie van 90% over de gehele keten van Well-to-Wheel. Op de sorteer- en productielocatie in Drachten maakt het van oorsprong Friese bedrijf logischerwijs gebruik van groene stroom. EPS Nederland reduceerde met een eigentijdse aanpak in 2021 ruim 1.800 ton CO2. De partners van EPS Nederland ontvangen jaarlijks

KOPLOPERS IN EEN CIRCULAIRE (EPS) KETEN “Omdat EPS verpakkingen voor 98% uit lucht bestaan, vormvast, isolerend, schokbestendig en 100% circulair zijn, is het belangrijk dat de inzamelstructuur verder uitgebreid wordt zodat het gebruik van EPS-verpakkingen verantwoord blijft. EPS Nederland maakt met een frisse en duurzame aanpak een snelle groei door, maar dat is niet het doel. EPS Nederland werkt voornamelijk samen met andere koplopers die bereid zijn om een inclusieve arbeidsmarkt te stimuleren én circulariteit op het hoogste niveau willen bereiken. Dat gebeurt op een innovatieve manier, waarbij EPS Nederland meedenkt in maatwerkoplossingen. De portfolio en logistiek van EPS Nederland wordt daarom verder uitgebreid”, aldus Sander Veenstra verantwoordelijk voor de dagelijkse aansturing van EPS Nederland. EPS NEDERLAND EN SOPREMA SAMEN VERDER Henk Bos, één van de initiatiefnemers van EPS Nederland, vervolgt. ”Een regelmatig terugkerende vraag uit de markt was of het ook mogelijk is om geperst EPS volgens het huidige gecertificeerde kwaliteitsconcept in een gesloten keten circulair toe te passen. Op die vraag hebben we een passend antwoord gevonden. We zijn er trots op dat SOPREMA, een multinationaal familiebedrijf dat actief is in meer dan 90 landen, in deze marktvraag zal voorzien. Dankzij een voortdurende focus op business development, R&D, opleiding en de juiste acquisities, is SOPREMA uitgegroeid tot een solide speler met een sterke marktpositie en een betrouwbaar partner voor installatiebedrijven, aannemers en architecten. EPS Nederland zal met SOPREMA niet alleen in Nederland zijn circulaire scope uitbreiden, maar ook in andere landen. SOPREMA zal het herbruikbare EPS toevoegen in zijn productieprocessen om isolatiematerialen te maken. Daarmee sluiten we ook voor geperst EPS de keten.”

VOOR MEER INFORMATIE: HTTPS://EPS-NL.NL/


SAMEN VEILIGER WERKEN DOOR TE LEREN VAN DE ONGEVALLENENQUÊTE Veiligheid: belangrijk voor iedereen in onze sector. Met de Ongevallenenquête maken NVRD en Vereniging Afvalbedrijven het mogelijk om gezamenlijk te leren van ongevallen. Daarmee is het een belangrijke instrument in de zoektocht naar veiliger werken.

D

TEKST: GUY VAN WUNNIK BEELD: VENEMA MEDIA / ANP

e NVRD neemt sinds 2018 deel aan de Ongevallenenquête van de afvalsector. De Ongevallenenquête was toen al enkele jaren in gebruik door leden van de Vereniging Afvalbedrijven (VA). In 2022 gaan de partijen aan de slag met de data van het jaar 2021. Hiermee vormt 2022 het vierde jaar op

26 | GRAM #01 februari 2022

rij waarin NVRD-leden de Ongevallenenquête in kunnen vullen. Dit maakt nog meer vergelijkende en historische data beschikbaar, waardoor leren van elkaar steeds beter mogelijk is. Dit is dan ook een belangrijk doel van de Ongevallenenquête: leren. Leren van elkaar, leren van de resultaten. Welke ongevallen komen relatief vaak voor bij een bepaald bedrijf?

Waarom komt het vaker voor dan bij anderen? Welke ongevallen komen in algemene zin vaak voor? RESULTATEN ONGEVALLENENQUÊTE 2020 De Ongevallenenquête is nu voor het derde jaar op rij uitgevoerd onder NVRDleden. Het aantal inzamelaars wat mee-


deed is ten opzichte van 2019 met 80% gegroeid, van 24 deelnemende partijen naar 43 deelnemende partijen. Alle deelnemers gaven aan volgend jaar weer mee te doen. Uit de resultaten kunnen enkele conclusies getrokken worden: de IF-index is in 2020 (onder inzamelaars) iets lager dan in 2019: gedaald van 16,85 naar 15,69. De meest voorkomende oorzaken van incidenten resulterend in verzuim waren in 2020 de volgende: 1. 2. 3. 4. 5.

Beknelling Verstappen Snijden Geraakt door (heet) voorwerp Vallen van hoogte

IF-INDEX De IF-index is het aantal ongevallen met verzuim/werkverlet dat in een bepaalde periode plaatsvindt, gedeeld door het aantal arbeidsuren. In formule ziet het er als volgt uit: IF = A x 1.000.000/t A = het aantal ongevallen met verzuim/werkverlet in een bepaalde periode (meestal één jaar) t = het totaal aantal arbeidsuren in een bepaalde periode (meestal één jaar)

VOORDELEN ONGEVALLENENQUÊTE Meedoen aan de Ongevallenenquête biedt deelnemers enkele voordelen. Het maakt het mogelijk om jezelf te vergelijken met de veiligheidsprestaties van anderen en

het gemiddelde in de branche. Ronald Hanstede, Avalex: “Het kunnen vergelijken en het herkennen van trends zijn de belangrijkste redenen om mee te doen en te blijven meedoen.” Tevens is het mogelijk de eigen prestatie met voorgaande jaren te vergelijken. Het kennen van je eigen prestatie is het beginpunt om te kunnen werken aan verbetering hiervan. Ad Vermaas, Cyclus: “We kijken of er in de eigen resultaten een vreemde eend in de bijt zit. Heeft Cyclus een veel hogere score op een bepaalde oorzaak, zeg beknellingen, dan anderen, dan is dat opvallend en vraagt dat om nader onderzoek”. Daarnaast toont meedoen aan de enquête ook aan dat veiligheid en verbetering hiervan binnen de organisatie een belangrijke plek innemen.

de diepte in. Wat zijn de onderliggende oorzaken van de meest voorkomende ongevallen? Wat kunnen we eraan doen om de twee of drie belangrijkste oorzaken weg te nemen? Hoe kunnen we het risico op een toekomstig gelijksoortig ongeval voorkomen of mitigeren? We gaan meer leren van elkaar en aan de slag met een bredere Benchmark Veiligheid. Zodat de veiligheid in onze sector de aandacht krijgt die het verdient.

TOEKOMST VAN DE ONGEVALLEN ENQUÊTE De NVRD ziet de respons op de Ongevallen-enquête graag stijgen. Dit maakt de data nog waardevoller voor de gehele sector. Om dit te bereiken gaan we onderzoeken of het vastleggen en aanleveren van de gegevens eenvoudiger en eenduidiger kan. Zodat het nog makkelijker wordt om deel te nemen en de resultaten te gebruiken. Nu de Ongevallenenquête ingeburgerd begint te raken en de respons steeds hoger ligt, gaan we actief aan de slag met de resultaten. We willen niet alleen inzicht in de ongevallen zelf, maar ook in de onderliggende oorzaken, risicovolle situaties en bijna-ongevallen. Bij relatief veelvoorkomende ongevallen gaan we

OVER DE AUTEUR: Guy van Wunnik is senior beleidsmedewerker bij de NVRD.

WIL JE DIT JAAR OOK MEEDOEN AAN DE ONGEVALLENENQUÊTE? Dat kan! Als je vorig jaar mee hebt gedaan of een uitnodiging hebt gekregen, krijg je die dit jaar ook. Zat je daar niet bij, of weet je het niet zeker, en wil je toch meedoen? Stuur dan een mail naar vanwunnik@nvrd.nl.

WE KUNNEN NIET ZONDER NATUUR Word nu lid op natuurmonumenten.nl en ontvang 4 x per jaar het magazine Puur Natuur

GRAM #10 01 februari 2022 | 27


BRANCHE NIEUWS MINDER ZWERFVUIL DOOR ANDER BERMBEHEER Zwerfvuil is een hardnekkig probleem. Vooral verpakkingsmateriaal komt terecht in de bermen en watergangen van het waterschap. Met het schoonmaken van de sloten komt plastic, blik en ander afval weer in de berm terecht. Met het oude bermbeheer kwam de klepelmaaier langs. Deze maaimachine slaat planten en zwerfvuil in kleine stukjes, vermengt het en zo blijft het achter in het milieu. Ongewenst natuurlijk. Het waterschap heeft weinig invloed op het gedrag van mensen en daar ligt de belangrijkste oorzaak. Wel bepaalt het waterschap hoe ze de bermen beheert. Mede op aandringen van Water Natuurlijk krijgen steeds meer bermen een op biodiversiteit gericht beheer. Het nieuwe bermbeheer van het waterschap Hollandse Delta is gericht op herstel van biodiversiteit. Verzamelen en afvoeren van maaisel is hiervoor nodig. Het heeft als gevolg: minder meststoffen in de bodem en de variatie aan planten en insecten neemt geleidelijk aan weer toe. Deze omschakeling vraagt tijd. Bedoeling is dat dit jaar 60% van de ongeveer 3200 kilometer berm een nieuw beheer krijgt. Met het maaisel verdwijnt ook het zwerfvuil uit de berm. Een verantwoorde verwerking van het afval is dan wel een voorwaarde.

EINDE IN ZICHT VOOR NEE-JAEN NEE-NEE-STICKER Iedereen in Nederland kan de bekende nee-ja-sticker of neenee-sticker volgend jaar van de brievenbus halen. De folderbranche komt namelijk met een nieuw digitaal systeem, InMijnBus genaamd, waarbij mensen online of telefonisch kunnen aangeven of ze wel of niet folders en huis-aan-huisbladen willen ontvangen. Ieder huishouden ontvangt een kaart met daarop onder meer een QR-code die verwijst naar een site waar je je voorkeur kunt aanpassen. Voor wie niets doet blijft de situatie zoals die nu is, want folderbezorgers zullen eerst overal in Nederland noteren welke adressen wel en welke geen sticker hebben. Voor de circa 40.000 folderbezorgers in Nederland brengt het nieuwe systeem wel een uitdaging met zich mee. Zij moeten straks op speciale looplijsten of in een app kijken op welke adressen ze wel drukwerk mogen bezorgen en waar niet. Vanaf april dit jaar vinden eerst nog proeven plaats. Komende zomer zullen dan de eerste steden overgaan naar InMijnBus en volgend jaar moet heel Nederland over zijn. Voor die tijd komt er ook nog een publiekscampagne.

28 | GRAM #01 februari 2022

40 jaar of ouder? Meet jaarlijks je bloeddruk! Kijk op hartstichting.nl/bloeddruk


BRANCHE NIEUWS PUBLICATIES VANG-HUISHOUDELIJK AFVAL PROGRAMMA IN 2021 TE VINDEN OP WWW.VANG-HHA.NL/KENNISBIBLIOTHEEK CIRCULAIRE AMBACHTSCENTRA/KRINGLOOP Handelingsperspectief sociaal domein circulaire ambachtscentra Tips om de sociale impact van circulaire ambachtscentra te vergroten. Monitoring Circulaire Ambachtscentra Landelijk beeld van de verschillende verschijningsvormen, de ontwikkeling van de centra en de toegevoegde waarde van de circulaire ambachtscentra op zowel milieu als sociale aspecten. Samenwerking tussen gemeente en de kringloop Wat voor samenwerking is er mogelijk? Hoe werk je aan een goede relatie tussen kringloop en gemeenten? En wat kan er in contracten staan? Gedragspilot: stimuleren van online tweedehands aankopen Hoe beweeg je jongeren (18 tot 35 jaar) tot meer aankopen bij tweedehands winkels. LUIERS Comparative mLCA on waste treatment of diaper and incontinence material Revised Onderzoek tbv de minimum standaard voor luiers in het LAP. Presentatie Webinar Luierketen Stand van zaken bij de aanpak van luiers en incontinentiemateriaal (per mei 2021).

DIFTAR Diftar als beleidsinstrument bij huishoudelijk afvalbeheer Alle aspecten van diftar in beeld. Communicatie en diftar Achtergrondinfo, praktische tips en communicatiemiddelen bij de introductie van een diftarsysteem. Financiële implicaties van diftar Aandachtspunten en rekenvoorbeelden ter voorkoming van de diftar-paradox. DIVERS Onderzoek reclamefolders Inzicht in het huidige gedrag en houding van burgers ten aanzien van het ontvangen van ongeadresseerd reclamedrukwerk. Tips bij invoering van de nieuwe ja-ja sticker. (MilieuCentraal) Evaluatie Afval Bewust Evaluatie van de Afval Bewust proef van ROVA. Factsheet afvalcoach aanpak Overzicht en voorbeelden afvalcoachaanpakken. Behoeftenverkenning VANG-Huishoudelijk afval Wensen en suggesties van gemeenten in beeld. Gedragsbeïnvloeding voor een circulaire economie Gedragsinterventies tbv circulair gedrag van consumenten. (BIT-IenW)

AFVALSCHEIDING OP ROTTERDAMSE SCHOLEN De gemeente Rotterdam onderzoekt hoe afvalscheiding op basisscholen en buitenschoolse opvanglokaties kan worden gestimuleerd én vereenvoudigd. Zes locaties van de kinderopvangorganisatie KindeRdam en drie scholen zijn gestart met het scheiden van gfe-afval, papier en restafval. Tijdens de proef leren de kinderen meer over verschillende soorten afval. Waarom is scheiden van afval belangrijk en hoe dragen ze zelf bij aan een schone en duurzame stad? De kinderopvanglocaties en scholen ontvangen per groep voor elk soort afval een aparte afvalbak om het afval eenvoudig te scheiden. Het gfe-afval wordt door de gemeente opgehaald en die maakt er compost van. In 2021 startten een aantal scholen al met het scheiden van gfe. Zij ontvingen een eigen compostvat, waarmee de scholen zelf compost maakten voor hun school- of moestuin. Afval van scholen wordt gezien als bedrijfsafval en niet als huishoudelijk afval. Dat betekent dat scholen hun afval niet mogen meegeven aan de gemeentelijke vuilniswagen die huishoudelijk afval ophaalt. De scholen sluiten zelf contracten af om hun afval op te laten halen. Dat is niet alleen relatief duur, maar ook onnodig want scholen hebben meestal hetzelfde soort afval als huishoudens. Met deze proef wil de gemeente meer inzicht krijgen in het type afval van de scholen. De nieuwe inzichten moeten helpen om als stad meer afval gescheiden in te zamelen en te verwerken tot nieuwe grondstoffen.

GRAM #01 februari 2022 | 29


BRANCHE AGENDA

NIEUWS

9 maart 2022 Nationaal Militair Museum Vakdag

RETOURGOEDEREN COMPLEXE ZAAK Retourgoederen van webwinkels is één van de drie belangrijkste stromen die de vernietiging van ongebruikt textiel veroorzaken (de andere twee zijn onverkochte voorraden en productiefouten). “In het kader van de circulaire economie is het zeer ongewenst dat er een stroom producten bestaat die de gebruiksfase overslaat", aldus voormalig staatssecretaris Steven van Weyenberg van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Branchevereniging Thuiswinkel.org verwacht dat in 2026 zo’n 40 procent van alle aankopen online zal worden gedaan. Daarmee zal het aantal retouren naar verwachting ook toenemen. Grote verschillen Van Weyenberg benadrukte dat onderzoeken laten zien dat de 'retouruitdaging' complex is. Retailers willen enerzijds klanten tevreden houden met laagdrempelige bestellingen en retouren, maar ook de kosten drukken en aandacht hebben voor duurzaamheid. Daarnaast zijn er grote verschillen per type webwinkel, product en consument. Zo worden in de modebranche tussen de 25 en 50 procent van de goederen retour gestuurd. Bij consumentenelektronica komen beduidend minder goederen retour (3 tot 8 procent) maar zijn er kosten om het product weer verkoopklaar te maken, door bijvoorbeeld beschadiging van de verpakking of gebruikssporen. Hierin is ook weer veel variatie tussen producten: de uitdaging is voor een scheerapparaat anders dan voor een wasmachine. Marktpartijen Maatwerk is echter lastig: voor een gelijk speelveld is het volgens de voormalig staatssecretaris van belang dat de gehele markt de interventie invoert. Als alleen sommige webwinkels hun beleid aanscherpen, zullen klanten overstappen naar andere webwinkels. Het nemen van maatregelen om onnodige retouren en vernietiging van goederen tegen te gaan is aan marktpartijen, niet aan de overheid, vinden de meeste webwinkels, zo blijkt uit de marktverkenning van Reductify. De overheid kan wel het bewustzijn van consumenten vergroten. Er zou ook aandacht moeten zijn voor duurzaamheid in deze wetgeving. Bron: AfvalOnLine

24 maart 2022 Hart van Holland Gemeentelijk Grondstoffencongres 2022

14 april 2022 Hart van Holland Gladheidbestrijdingscongres 2022

18-19 mei 2022 Zeeland NVRD Jaarcongres

IS UW STRAATWERK SCHOON EN VRIJ VAN KAUWGOM?

Ons reinigingsmiddel? Water, schoon water! VOOR

NA

Jadon garandeert u een schoon en kauwgomvrij winkelgebied. Snel en vakkundig gerealiseerd, milieuvriendelijk en met een minimum aan overlast!

(0488) 430289 info@jadon.nl www.jadon.nl

30 | GRAM #01 februari 2022


aangeboden door

DE ROOIJ MILIEUTECHNIEK CLOSE-UP

PERSCONTAINERS GESCHIKT VOOR NASCHEIDING De Rooij Milieutechniek is vooral bekend van afvalpersinstallaties voor de industrie. Het familiebedrijf gaat echter flink uitbreiden. In een nieuw pand op het Waalwijkse industrieterrein worden sinds kort ondergrondse inzamelcontainers voor huishoudelijk afval geproduceerd. Dat gebeurt onder de nieuwe BV De Rooij Waste Systems, die sinds kort is toegevoegd aan de De Rooij Groep. “Productie op Nederlandse bodem betekent korte lijnen, snelle levertijden en flexibel in kunnen spelen op de wensen van de klant”, aldus directeur Arie de Rooij. “We hebben bewust gekozen voor productie in eigen huis, omdat je daarmee beter zelf kunt sturen en minder afhankelijk bent van externe omstandigheden op de wereldmarkt.” De Rooij Milieutechniek werd 25 jaar geleden opgericht door Arie de Rooij. Hij begon aanvankelijk met agrarische hekwerken en het installeren van melkrobots, maar gaandeweg kwam daar een nieuwe tak bij, namelijk krachtige afvalpersinstallaties voor de industrie. “Sinds tien jaar produceren we ook ondergrondse perscontainers voor huishoudelijk afval”, vertelt dochter Manon de Rooij, die net als haar broer en zus in het familiebedrijf werkt. Om klaar te zijn voor de toekomst besloot De Rooij sterk uit te gaan breiden. Begin dit jaar opende het familiebedrijf een nieuwe vestiging in Waalwijk waar uitsluitend ondergrondse containers voor huishoudelijk afval geproduceerd gaan worden. “Een order voor 500 standaard containers, zonder persmechanisme, is al binnen”, aldus De Rooij.

STEMPELPERS De nieuwe tak van De Rooij Groep krijgt een nieuwe naam: De Rooij Waste Systems BV. Er worden zowel standaard (ondergrondse) containers als perscontainers gebouwd. Die laatste categorie is voorzien van een speciale stempelpers, die pas in werking treedt als de container een bepaalde vullingsgraad heeft behaald. “Door deze manier van aandrukken blijft het afval geschikt voor nascheiding”, licht De Rooij toe. “Onze perscontainer is tevens zeer zuinig in energieverbruik én licht van gewicht. Dat betekent dat hij bij uitstek geschikt is voor de transitie naar volledig elektrisch inzamelen.” De constructie is volledig gelast en volbad verzinkt, wat garant staat voor een lange levensduur en weinig onderhoud. Alle containers van De Rooij Waste Systems zijn geschikt voor koppeling met een volmeldsysteem en/of toegangscontrole. De bijbehorende veiligheidsvloer wordt, net als andere onderdelen, in eigen huis gefabriceerd. Zuilen zijn aan te passen aan de wensen van de klant, zoals een afwijkende vormgeving of gemeentelogo’s. Volgens oprichter Arie de Rooij is het altijd belangrijk de ontwikkelingen in de markt te volgen. “Voor verzorgingstehuizen maken we bijvoorbeeld een speciale ondergrondse container waar kliko’s in geleegd kunnen worden. Dat product voorziet in een grote vraag. De standaard en perscontainers van Waste Systems zijn geschikt voor alle soorten afval, zoals rest, pmd, papier/karton. Of je kiest voor een pers- of standaard container is afhankelijk van het soort en de hoeveelheid afval. Tegenwoordig is de perscontainer zelfs geschikt voor restafval, omdat steeds meer grote steden kiezen voor nascheiding. Het volume van het restafval is dan immers groter, met veel pmd erin. De schroef die we voorheen gebruikten, vermengt het afval meer waardoor het minder geschikt is voor nascheiding. Vandaar dat we overgestapt zijn op de speciale stempelpers. Zo volgen we de ontwikkelingen altijd op de voet, want de afvalwereld verandert continu.” Voor meer info: 0416 – 31 29 09, info@derooij-bv.nl of www.derooijwastesystems.nl

GRAM #01 februari 2022 | 31



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.