11 minute read

WANDELREPORTAGE | Frankrijk

Next Article
Verenigingsnieuws

Verenigingsnieuws

Met Titou, Ripette en twee kurkentrekkers door de Queyras

Door prachtige bloemenweiden naar de rivier L’Aigue Blanche.

Na onze trektocht door de Albanese Alpen (Op Weg 2020 1), verlangden we naar meer. Het werd opnieuw een voltreffer: vijf dagen lang trokken we van gîte naar gîte door een schitterende streek met een prachtig kleurenpalet van veldbloemen en vlinders, beboste bergruggen, witte toppen, klaterende riviertjes en charmante dorpjes. Samen met twee ezels vormden we een bonte bende in dit idyllische landschap van de Queyras.

Æ Tekst en foto’s Jeroen Vergauwe en Barbara Dessein

Vijf- of zesjarigen

Na een lange rit rijden we de Franse Alpen binnen. We worden meteen getrakteerd op een prachtig berglandschap met besneeuwde bergtoppen die het decor zullen vormen van onze vijfdaagse tocht. Aangekomen in onze herberg in Saint-Véran (1919 m) ontmoeten we de eigenaar Olivier die samen met zijn familie dit sympathieke logement uitbaat. Ze verzorgen en verhuren negentien ezels voor één of meerdaagse trektochten (‘Queyr’âne’). Met ons gezin van vijf kiezen we voor twee ezels: eentje voor de bagage (kleren, slaapzakken, EHBO, …) en eentje om wat lichtere dagspullen te dragen, plus onze jongste dochter wanneer het te zwaar wordt. We mogen onze ezels zelf uitkiezen. Het worden Titou en Ripette, waarna we uitgebreid uitgelegd krijgen hoe we de dieren moeten zadelen, borstelen, behandelen tegen vliegen en begeleiden op de tocht. Er hoort zelfs een heuse handleiding bij. Het belangrijkste advies van Olivier: behandel ze als een vijf- of zesjarige: zacht maar kordaat! Onze routes kleurt hij in op een stafkaart met enkele tips over het te volgen traject. “Moeilijk is het niet, overal staan wegwijzers of volg je de gele streepjes van de PR’s of de wit-rode van de GR’s. Als er iets is, de ezels niet meer vooruit willen of op hol slaan, bel me dan zeker.” We zien het helemaal zitten!

Glijdende ezels

Met volle goesting vertrekken we ’s anderendaags vanuit het charmante Saint-Véran, volgens de bewoners niet alleen het hoogstgelegen dorpje van Frankrijk, maar zelfs van Europa. Criteria zijn een volwaardig stadhuis, een school en een kerk. Langs een pad met weinig stijgen of dalen trekken we de magnifieke vallei van het Regionaal Park Queyras in. Meteen een ideale start om te wennen aan het wandelen met onze ezels (en zij aan ons). Gelukkig lijkt dat allemaal goed te klikken en vormen we al snel één team. Via het dorpje Pierre Grosse duiken we uiteindelijk een bos in om af te dalen naar Aiguilles, eindbestemming

Onderweg naar Lac De Roue opnieuw omringd door veldbloemen. Naar La Chalpe d’Arvieux.

van onze eerste dag. Intussen zijn er enkele buien gevallen waardoor het pad gladder wordt. Daardoor beginnen onze ezels in de steile afdaling naar beneden te glijden en slaat de schrik ons om het hart. Maar dat blijkt helemaal niet nodig. De ezels zijn niet aan hun proefstuk toe en vinden behendig hun weg naar beneden. Tijdens dit avontuur moeten we ook de kaart goed in het oog houden om de juiste afslag niet te missen. De zon is opnieuw van de partij wanneer we onze eerste slaapplaats bereiken. Tot onze verrassing wordt die sinds twee jaar uitgebaat door een Belgische dame uit Doornik.

Vlinders op het gezicht

De tweede dag volgt ons pad grotendeels de GR 58A via Les Meyriès naar Souliers. We raken niet uitgekeken op de vele alpenweiden met een grote variatie aan bloemen. Thuis zijn we altijd blij met een boeketje veldbloemen, maar hier worden we omsingeld. Heel wat vlinders fladderen langs ons pad en tot hun groot jolijt vergezellen ze ons zelfs een eindje op de armen en het gezicht van onze meisjes. Intussen beginnen we door te hebben op welke planten en bloemen de ezels het meest ver-

Gelukkig lijkt het allemaal goed te klikken met de ezels en vormen we al snel één team.

lekkerd zijn. Tijdens de ganse tocht blijven ze dan ook links en rechts een hapje meepikken of doen ze zich te goed aan het water van een beekje. Gemakkelijk, want zo hoeven we geen eten of drinken voor hen mee te sleuren. Voor onszelf vinden we die middag een picknickbank in een weide met panoramisch uitzicht op de vallei. Onderweg passeren we een bergriviertje, waar we halthouden voor het bouwen van een dam. De dag eindigt in Gîte Le Grand Rochebrune in Souliers. Moe maar voldaan genieten we van de lokale keuken en het artisanale biertje La Sauvage. ’s Avonds ligt iedereen al snel te ronken in de beddenbakken. Onze ezels brengen de nacht door in de aanpalende wei, vastgebonden aan de ‘kurkentrekker’ die we meekregen en in de grond hebben gedraaid.

Plons in het ijskoude bergmeer Na de dagelijkse ochtendroutine van het borstelen en zadelen van de ezels en het opladen van de bagage begint dag drie met een steile klim van 600 m naar Lac de Souliers (2492 m). Het pad leidt ons eerst door weiden en door een dennenbos dat ons nog even verkoelt vooraleer de zon weer duchtig van zich laat spreken. Het laatst stuk loopt over een keienpad waar we enkele marmotten spotten. Het zweet gutst van ons voorhoofd. Niet alleen de kinderen, maar ook de ezels hebben af en toe een aanmoediging nodig. Gelukkig worden we na enkele bochten beloond en kunnen we een korte plons nemen in het ijskoude bergmeer. Na zo’n steile klim is een zalige verfrissing meer dan welkom. Blijkbaar zijn we wel de enige moedigen, want verder dan even met de voeten in het water komen de andere bezoekers niet.

De GR 5 gidst ons door een prachtig bos. Afkoelen in het Lac De Soulier.

Het is vandaag zondag en het meer blijkt een populaire plaats voor een daguitstap. De afdaling naar La Chalpe d’Arvieux (1685 m) is lang en behoorlijk spectaculair. Intussen zijn we gewoon geworden aan de bijzondere afdalingsstijl van onze twee compagnons. Titou, het mannetje en de jongste van de twee, heeft een wat onstuimigere stijl dan Ripette, een meer ervaren vrouwtje. In La Chalpe rusten we uit in een hotelletje met zwembad. Na acht uur wandelen blijken de kinderen plots weer hopen energie te hebben…

Het zweet gutst van ons voorhoofd. Niet alleen de kinderen, maar ook de ezels hebben af en toe een aanmoediging nodig.

Rabarbergebakje

Dag vier starten we ons pad via de GR 5. Terwijl we herinneringen ophalen aan de gelijknamige serie leiden de wit-rode tekens ons door een prachtig bos omhoog naar Les Maisons. Op de middag picknicken we bij Lac de Roue, een oud natuurlijk meer dat ontstond door de oplossing van gipsgesteente en omgeven is door lariksen, een typische boom van de Zuidelijke Alpen. Deze keer kan er niet gezwommen worden, maar dat houdt dagjestoeristen niet tegen om ook naar deze fraaie plek af te zakken. Via een pad vol stenen dalen we steil af door het naaldwoud naar Château Queyras (1355 m), een imposante oude burcht op een rots uit de 13de

eeuw. Hier kan je ook raften op de Guil. Op een terras genieten we van een heerlijk rabarbergebakje om daarna de rivier te volgen naar VilleVieille. Die nacht slapen we in een gîte gerund door een jong gezin met een leuke tuin.

Idyllische plek voor picknick

Dag vijf is niet alleen de laatste, maar ook de langste. We zouden hem kunnen inkorten, maar dan missen we de Col des Prés de Fromage (2146 m) en zijn schitterende vergezichten. Vandaar wandelen we met weinig hoogteverschil door naar Chapelle Saint-Simon, een idyllische plek om te picknicken. Door een bos en door prachtige bloemenweiden dalen we af naar de rivier L’Aigue Blanche die ons terugbrengt naar Saint-Véran. De kinderen nemen even tijd om dag te zeggen aan de ezels. We waren vijf dagen op stap met zeven en naast het dragen van de bagage (en af en toe onze dochter) waren ze trouwe tochtgenoten die deze intense ervaring uniek hebben gemaakt. Een reis die we niet snel zullen vergeten. Bedankt Titou en Ripette!

PRAKTISCHE INFO

Route en bewegwijzering

De Queyras is een klein dal in de Franse Alpes. We volgden grote delen van de GR 58 Tour du Queyras en ook een stukje GR 5. Er is veel bewegwijzering (GR-streepjes en ondersteunende wegwijzers) maar het is toch aangewezen dat je enige notie hebt van kaartlezen. Raadpleeg de artikeldatabank of de digitale versie van Op Weg voor meer foto’s en de uitgebreide steekkaart met onze etappeindeling en logies.

Info

Wij huurden onze ezels bij L’Estoilies in de gemeente Saint-Véran: www.estoilies.com/ nos-randos. Je kiest zelf of je 1 of 2 ezels mee op tocht wil voor 1 tot maximum 7 dagen. Elke ezel kan maximaal 40 kg dragen. Per etappe krijg je logiessuggesties die vertrouwd zijn met het ontvangen van ezels. Die gîtes of hotelletjes dien je zelf te reserveren, waarbij je kan kiezen voor half of vol pension. Na een dag stappen waren wij blij om ’s avonds te kunnen aanschuiven aan de gastentafel, maar ons lunchpakket stelden we zelf samen met streekproducten uit lokale winkeltjes. Onderweg konden we onze drinkbus regelmatig bijvullen aan fonteintjes met heerlijk fris en zuiver bergwater. We waren gemiddeld zo’n 7 uren onderweg. De afstanden waren niet bijzonder groot (12 à 15 km), maar de hoogteverschillen, de hoge temperaturen en het begeleiden van de ezels bepalen mee je ritme.

ONLINE

INFO FOTO’S

Op fietsavontuur naar Małopolska

Slechts één land, Duitsland, en een afstand van 1.000 km scheiden Belgische fietsers van Polen, een land rijk aan natuur en cultureel erfgoed. De provincie Małopolska telt een aantal van de meest bezochte plekken van het land, met als pluspunt meer dan 600 km fietsroutes die voldoen aan de hoogste Europese standaarden. De regio strekt zich uit van de besneeuwde toppen van het Tatragebergte tot aan de ruige kalkstenen kliffen van Krakow-Czestochowa en de pittoreske vallei van de Vistula. Het is een heus paradijs voor iedereen die wil fietsen of wandelen.

De Vistula fietsroute loopt door de mooiste plekken van de vallei en telt nauwelijks hoogteverschillen. Ze is dan ook geschikt voor alle leeftijden.

VeloDunajec heeft de ambitie om het mooiste fietspad van Polen te worden. Het decor is dan ook onvergetelijk, met het Tatragebergte, de bergmassieven van Gorce, Pieniny en Island Beskids.

VeloMalopolska is het paradepaardje. Het is het grootste langeafstandsfietsproject in aanbouw in Polen. Wanneer het zal voltooid zijn, zullen fietsers over bijna 1000 km goed gemarkeerde routes de mooiste natuurgebieden van de regio kunnen doorkruisen. Het project omvat de bouw van acht fietsroutes. Zes daarvan zijn al uitgestippeld, onder meer langs de oevers van de Vistula, de Dunajec, de Skawa, de Raba, de Prądnik en de Rudawa. VeloMetropolis (een onderdeel van EuroVelo 4) verbindt de grootste steden van

RAFTING

Op de Dunajec beleef je op een houten vlot de spannendste ervaring van je vakantie. De rivier baant zich een weg door kalkformaties die de vlotten doen lijken op luciferdoosjes. Bij de hoogste piek van Pieniny vormt de Dunajec maar liefst zeven lussen.

ZALIPIE

In dit dorp ontdek je vakwerk uit vervlogen tijden. Heel wat huizen en boerderijtjes, hekken en putten zijn beschilderd volgens 19de-eeuwse tradities. Het meest bekende voorbeeld van dit originele volkse kunstwerk is de hoeve van FelicjaCuryłowa, momenteel onderdeel van het District Museum van Tarnow.

de provincie van west naar oost en VeloNatura (onderdeel van EuroVelo 11) loopt van zuid naar noord door de valleien van de Poprad en de Dunajec.

Los van deze toproutes biedt Małopolska meer dan 3.000 km kleinere fietsroutes aan, van makkelijk tot uitdagend. Een extra troef is de snelle ontwikkeling van fietsparken in de skigebieden. De regio beschikt over de ideale omstandigheden voor het beoefenen van extreme sporten, zoals Enduro en Downhill.

Voor alle info over onze fietstroeven, onze culturele en ecologische rijkdom, onze accommodaties en onze gastronomie kan je in het Nederlands terecht op www.polen.travel/nl-be/beleven/actief/fietsen. Op www.narowery.visitmalopolska.pl vind je routes en kaarten om je fietsavontuur te beginnen plannen. Vragen beantwoorden wij graag via info.be@polen.travel.

KRAKAU

De hoofdstad van Małopolska staat op de UNESCOwerelderfgoedlijst en is de meestbezochte stad van Polen. Haar duizendjarige geschiedenis is overal zichtbaar en een artistieke geest zweeft door de straten van de oude stad. Bezienswaardigheden zijn onder meer de Basiliek van de H. Maagd Maria, de Lakenhalle, het Koninklijk Kasteel Wawel, de legende van de Wawel Draak en de bagels van Krakau. In de hele regio vind je tal van unieke kloosters, houten kerken en musea. Rondom de stad werden heel wat fietsroutes uitgetekend door velden en bossen. Het Fortenpad brengt je langs 38 militaire forten. Andere routes voeren je naar het oostelijke front van WOI of naar het beroemde slagveld van Racławice.

This article is from: