5 minute read

WANDELTIP | België

De Leie en haar meersen kleuren het traject van de GR 128 tussen Gent en Machelen-aan-deLeie.

Driedaagse museumwandeltocht in de Leiestreek

Eerst een waarschuwing: wie ongerepte natuur en afgelegen oorden zoekt, zal die aan de Leieboorden niet vinden. Maar voor een driedaagse GR-staptocht langs gemoedelijke cultuurlandschappen en interessante musea is de streek tussen Gent en Machelenaan-de-Leie moeilijk te overtreffen. En dat geldt des te meer als je ze bezoekt tijdens de ‘Biënnale van de Schilderkunst’, een tweejaarlijks terugkerend tentoonstellingsproject.

Æ Tekst Dirk Van Braeckel Foto’s Mie Vandenbussche

Op minder dan 2 km wandelen van het Gentse Sint-Pietersstation sluiten we aan de overkant van de Sneppebrug aan op de GR 128, richting Wissant. Vandaar is het niet ver meer naar het meersengebied ‘de Assels’, waar je meteen helemaal ondergedompeld wordt in de Leiesfeer. Hier wordt ook al snel duidelijk waarom deze streek in het begin van de 20ste eeuw zoveel kunstenaars zodanig inspireerde dat heel wat van hen er meteen ook gingen wonen. Enkele bekende namen zijn Albert Servaes, George Minne, Gustave Van de Woestyne, Valerius De Saedeleer, Albijn Van den Abeele, Karel van de Woestijne, Emile Claus, Constant Permeke, Gust De Smet, Léon De Smet en Frits Van den Berghe. Het idyllische landschap dat hen aantrok bestaat nog steeds: een aantrekkelijk mozaïek van meersen, akkers, bosjes en schilderachtige dorpjes, en bovenal de romantische Leie die nooit ver weg is.

Beverly Hills aan de Leie

Maar schoonheid kan ook een vloek zijn: na de kunstenaars voelden ook bouwpromotoren en verkavelaars zich onweerstaanbaar aangetrokken tot de streek. Gelukkig bleven de meersen en de dorpskernen grotendeels intact, maar heel wat van de ruimte daartussen werd ingenomen door riante villa’s. Dit valt vooral op langs de Leieboorden, waar je je vanop het jaagpad kan vergapen aan de enorme bouwwerken op de andere oever, vaak omgeven door absurd grote en piekfijn onderhouden gazons en niet zelden met een zeewaardig jacht aan een aanlegsteiger bij de rivier. Spektakel is verzekerd, je waant je in Beverly Hills. Ook verder weg van de Leie kom je nog heel wat reusachtige villa’s tegen. Die zijn doorgaans een stuk ouder maar ook zij zijn vaak omgeven door grote, parkachtige tuinen die stammen uit een tijd waarin open ruimte geen schaars goed was en op grote schaal moest wijken voor privé-projecten.

Van Drongen naar Deurle

We verlaten de Assels via een brug over de Leie en staan onmiddellijk in het centrum van Drongen. Dit ligt in vogelvlucht minder dan 5 km van de Gentse Sint-Baafskathedraal, maar toch heerst hier een gemoedelijk dorpsgevoel. Een zestal kilometer verder stroomopwaarts komen we aan in Sint-Martens-Latem, de rijkste gemeente van België. Hier vind je meteen het eerste museum van de Leiestreek: het museum Gevaert-Minne, waar werken van onder meer Xavier De Kock, George Minne, Valerius De Saedeleer en Leon De Smet te bewonderen zijn. We hebben dit museum aan ons laten voorbijgaan. Het ligt wat buiten de GR-route, maakt geen deel uit van het biënnaletrio en er stonden al meer dan genoeg andere musea op het programma. Wel hebben we in de mooi bewaarde dorpskern het bescheiden kerkje en het mooie oude kerkhof met graven van onder meer George Minne en Albijn Van den Abeele bezocht. Daarna ging het weer verder stroomopwaarts, door de Latemse Meersen en alweer uitgestrekte villawijken naar Deurle. Deze deelgemeente van Sint-Martens-Latem werd in 2008 door Toerisme Vlaanderen verkozen tot mooiste dorp van Oost-Vlaanderen. Je kan er gezellig en betaalbaar tafelen en overnachten, wat het een ideale eindbestemming van onze eerste wandeldag maakte. In Deurle, dat minder dan 2.500 inwoners telt, zijn maar liefst twee musea: het Gemeentelijk Museum Gust De Smet (gevestigd in het woonhuis en atelier van de schilder) en het Museum DhondtDhaenens. We bezochten enkel het tweede, een modernistisch gebouw dat in de jaren 1960 in opdracht van het echtpaar Jules en Irma Dhondt-Dhaenens werd ontworpen met het doel om hun kunstcollectie te herbergen. Naast werken van de grote namen uit de diverse Latemse scholen zijn er ook wisseltentoonstellingen van hedendaagse kunst te zien.

Van Deurle naar Deinze

Eens de villawijken van Deurle achter de rug wordt het weer aangenaam wandelen, al zijn de wegen helaas wat al te vaak verhard. We passeren het Kasteel van Ooidonk, een middeleeuwse versterkte burcht die nog steeds bewoond wordt door de zesde graaf en gravin t’Kint de Roodenbeke en hun kinderen. Zowel het kasteel als de tuin kunnen tegen betaling bezocht worden, en het kasteel wordt ook verhuurd voor feesten en vergaderingen. Na nog wat rustige polderwegen bereiken we opnieuw de Leie, aan het Sas van Astene, een mooie plek waar je coronaproof op een grasveld aan de rivier boterhammen, taart en allerlei dranken kan krijgen. We blijven de Leie volgen tot in Deinze. Eerst staan er nog protserige villa’s aan de overkant, maar naarmate je de stad nadert ruimen die plaats voor ‘gewone’ huizen en oude industriële gebouwen. Deinze zelf is een levendig en verzorgd provinciestadje, gebouwd rond de Leie. Het Mudel (Museum van Deinze en de Leiestreek) bevat een oudheidkundige tentoonstelling van voorwerpen die te maken hebben met de geschiedenis van de Leiestreek, en een vaste kunstcollectie met uitsluitend werken van schilders die gewoond en/of gewerkt hebben in de Leiestreek.

Van Deinze naar Machelen, en terug

Na een overnachting in Deinze breekt de laatste stap- en museumdag aan. Deze keer gaat het richting Machelen-aan-de-Leie, via een aangenaam pad langs een mooie oude Leiearm. Voor het eerst wandelen we ettelijke kilometers aan één stuk door de natuur, een verademing na twee dagen met toch net iets te veel bebouwing en asfalt. Aan het einde van de afgesloten Leiearm verlaten we de GR 128 en stappen we over op de GR 129 die ons al gauw in het centrum van Machelen brengt, alweer een schilderachtig en gezellig dorpje. Hier bezoeken we het Raveelmuseum, gewijd aan de schilder Roger Raveel die gedurende zijn hele 92 jaar lange leven in Machelen woonde. Als we uit het museum buitenkomen voelen we het gewicht van drie dagen Leiestreek. Ons hoofd zit vol met kunst en onze voeten doen pijn van het stappen. Nog een ijskoffie in een plaatselijke patisserie en we beginnen aan de terugtocht. Geen GR meer, gewoon de Leie volgen tot in Deinze, waarna we na amper 13 minuten trein terug in Gent staan. De begin dit jaar vernieuwde topogids van de GR 128 is vanzelfsprekend te koop in onze webshop.

This article is from: