5 minute read
Annelies van Boeijen
Vakvrouw
Ben jij de machinist? Dat krijgt Annelies van Boeijen (30 jaar) geregeld te horen. Er werken desondanks best veel jonge vrouwen bij de NS. Het leuke is dat haar moeder haar inspireerde om dit pad te kiezen.
DOOR MARLEEN HOGENDOORN
Had je vroeger, net als zoveel kinderen, al wat met treinen? “Nee, eigenlijk niet. Ik vond het toen ik wat ouder werd wel fijn om met de trein te reizen. Ik heb dierverzorging gestudeerd. Ik wist totaal niet wat ik wilde worden en bedacht me na een tijdje dat ik met cheeta’s wilde werken in Afrika. Ik ben zelfs nog in Thailand geweest om met olifanten te werken. Na mijn studie werkte ik een poos in de horeca. Ik ging met mijn moeder sparren over wat ik nou echt leuk zou kunnen vinden. Zij werkte als machinist. Ze zei dat het goed bij me zou passen en het verdient ook nog eens goed. Ik besloot te solliciteren bij de NS en werd aangenomen.”
Hoe is je moeder machinist geworden? “Ze was eerst buschauffeur bij Connexxion. Dat vervoersbedrijf heeft ook een treinlijn, daar werd ze machinist op. Een tijdje later maakte ze de overstap naar NS. Ze is mijn rolmodel, ze doet wat ze leuk vindt. Ik vond het heel gaaf dat ze die stap maakte op haar 47ste. Ze was vroeger gek van treinen en met haar baan als machinist werd haar droom werkelijkheid.”
Je wilde eerst conducteur worden. “Klopt. Ik volgde de opleiding en daar leer je veel over wetten en regels. Je doet veel rollenspellen om te leren omgaan met mensen. Als conducteur ben je echt het visitekaartje van de NS, gastvrijheid is belangrijk.”
Mooi tussen de weilanden.’
Je was toen 24 jaar, best jong. “Best wel hè. En er komen steeds meer jonge mensen bij. Het was een leuke baan, je reist door heel het land. Je hoort leuke verhalen van mensen. Je kunt hen helpen, hun dag echt maken. Meestal zijn ze dan ook blij met je. Voor sommige mensen kan het spoor ingewikkeld zijn. Ik weet precies waar ze moeten overstappen en op welk spoor. Ik heb in die vijf jaar als conducteur gelukkig nooit iets vervelends meegemaakt.”
Toen koos je ervoor om machinist te worden, net als je moeder. “Ik vond het leuk werk op de trein, we zeggen zelf: ‘op de bok’, de cabine dus. Ik wilde wat meer verantwoordelijkheid. En daarom maakte ik de stap naar machinist. Daarvoor moet je ook weer een opleiding volgen en diverse examens afleggen.”
Wat doet een machinist allemaal? “De hele dienst is op de bok. Je bent altijd bezig: met de snelheid, remmen, de seinen. Er is geen automatische piloot. Je reist door heel het land, je maakt een paar overstappen op andere treinen, op zowel sprinters als intercity’s. Je moet wegbekendheid hebben. Voor elk traject waar je rijdt, moet je een examen doen. Je leert wat je moet doen bij bijvoorbeeld noodgevallen of waar je over onbeveiligde overwegen rijdt. Het is daar van belang dat je extra alert bent. “Een trein rijdt 140 kilometer per uur op z’n hardst. Harder kan ook, maar dat mag niet. We hebben geen flitspalen zoals op snelwegen, maar een treinbeveiliging. Dit heet de Automatische Treinbeveiliging, de ATB. Als ik te hard rijd, grijpt hij in en zet hij de trein stil. De bok bestaat verder uit veel hendels. De rijweg is automatisch. Als er een omleiding is, dan wordt dat vanzelf geregeld. Je krijgt dan een nieuwe dienstkaart van Bijsturing Personeel. Wat dat betreft zijn treinen tegenwoordig halve computers geworden. Er is een scherm waarop een eventuele storing op wordt aangegeven. Je kunt dan gericht zoeken, in plaats van een lampje dat gaat branden in de auto.”
Reageren reizigers verbaasd als ze jou uit de cabine zien stappen? “Ik hoor vaak: ben jij de machinist? Maar niet op een vervelende manier. Er zijn meerdere vrouwen machinist, dat maakt het makkelijker.” Is het een mannenwereld op de trein? “Sinds 2020 hebben steeds meer vrouwen interesse hebben in het vak van hoofdconducteur of machinist. Inmiddels is een derde van de conducteurs vrouw. Bij machinisten is dat nu nog 7,5 procent. Het overgrote deel van de machinisten is dus man. Daar valt nog wat te winnen.”
Wat vind je het leukst aan je beroep? “Geen dag is hetzelfde. Ik houd ervan om de verantwoordelijke te zijn. Je bent helemaal op jezelf aangewezen. Ik heb er wel minder contact met mensen natuurlijk, want ik ben daar in mijn eentje. Tijdens de pauze spreek ik wel mijn collega’s. “Er gebeuren ook weleens hele nare dingen. Ik heb zelf gelukkig nog nooit een aanrijding meegemaakt. Wel een keer dat een meisje op een gekke plek op een perron stond. Ik sprak haar aan en vroeg of het met haar ging. Ze schudde haar hoofd. Mijn nekharen gingen omhoog staan. Ik schakelde de hulpdiensten in en toen is ze meegenomen. Als er iemand langs het spoor loopt, dan gaat er een alarmoproep uit. Toch komen aanrijdingen nog wel voor. De nazorg voor de machinist en andere medewerkers is goed geregeld bij de NS. Je kunt met psychologen praten als je daar behoefte aan hebt en vrij nemen.”
Er is geen automatische piloot.’
Heb je een favoriet stuk om te rijden? “Dat is een lang stuk tussen Zwolle, Deventer richting Nijmegen. Een mooi traject tussen de weilanden.”
Een tijdje terug waren er stakingen van medewerkers van de NS. Hoe heb je dat beleefd? “Ik heb zelf ook een dag daaraan meegedaan. Het is een hard middel waarmee je veel mensen raakt. Ik was opgelucht dat langer staken niet nodig was. En we zijn allemaal blij dat er een akkoord is gekomen.” Je vriend is ook machinist, hoorde ik. “Lachen hè, we zijn echt een spoorstel. Er zijn best veel stelletjes binnen de organisatie. We zijn ruim een jaar samen en hij doet dit werk al vijf jaar. En thuis gaat het niet alleen over treinen hoor.” O
ANNELIES IN 100 WOORDEN
Naam Annelies van Boeijen Leeftijd 30 jaar Woont in Haarlem Beroep machinist bij de NS Standplaats Station Amersfoort. Daar begint en eindigt haar dienst. Werkt 36 uur verdeeld over onregelmatige diensten vanaf 04.00 uur in de ochtend, in het weekend of ’s nachts. “Treinen rijden immers altijd.” NB De eerste vrouwelijke machinist bij de NS kwam 42 jaar geleden in dienst.