9 minute read

ZUSTERSCHAP

Next Article
GEZONDHEID

GEZONDHEID

Vrolijk &

VASTBERADEN

Voor veel Nederlandse kinderen is NPO Zappelin-presentatrice Fenna Ramos (1991) het eerste gezicht dat ze zien als ze wakker worden. OPZIJ sprak met haar over rolmodel zijn voor peuters en kleuters, of ze echt altijd zo vrolijk is als bij NPO Zappelin en hoe het is om na een vrouwenhuishouden opeens samen te wonen met een man.

DOOR NOÉMI PRENT BEELD MEISJE MET DE CAMERA

Je bent opgeleid als actrice en danseres. Altijd al willen werken met kinderen? “Eigenlijk niet. Het is echt iets wat op mijn pad gekomen is, zoals best veel dingen in mijn leven. Toen mijn manager over een casting voor een kinderplatform vertelde, was ik niet meteen enthousiast. Maar ik ben toch gegaan. Vervolgens kwam ik door zo’n zes castingrondes heen en werd me verteld dat de audities om het nieuwe gezicht van Zappelin draaiden. Ik werd steeds verliefder en vond het steeds leuker. Toen ging het van iets dat ik op zich wel wilde doen, naar iets wat ik héél graag wilde doen.”

Dit is het dus. “Dit is het. Ik vind het ongelofelijk leuk om te doen. Ik zou in de toekomst graag meer programma’s willen maken voor de hele familie, zoals een talentenprogramma of een reisprogramma samen met mijn vriend. Hij is cameraman en we vinden reizen echt te gek. Het liefst blijf ik dit zolang als het kan combineren met Zappelin. Want ik vind het daar nog veel te leuk.”

Je vrolijkheid spat van het scherm af bij NPO Zappelin. Kost dat moeite? “Ook ik ben weleens chagrijnig. Maar ik sta wel op zo’n manier in het leven dat ik altijd het positieve ergens uit probeer te halen en de charme van situaties probeer in te zien. Zelfs als ik met een knot op mijn hoofd door het huis slenter en denk: ik heb geen zin om te douchen. Die momenten hebben we allemaal,

‘Er was een docente die mij constant

wijsmaakte dat ik niet was wie ik was. Dat ik een façade was, opgeplakt en nep. Ik dacht: Waar heb je het over?’

maar het is hoe je ermee omgaat. “Vroeger kon ik wel heel gefrustreerd raken als ik geen controle over de situatie had. Dat proces van het loslaten van controle vond ik moeilijk. Want in wezen heb je natuurlijk over bijna niets controle in je leven.”

Waar kwam die controledrang vandaan? “Ik ben maagd van sterrenbeeld, die zijn heel perfectionistisch. Ik heb natuurlijk ook gestudeerd aan de dansacademie. Daar wordt je constant een spiegel voorgehouden. Je wilt beter, beter, beter. En het moet ook beter, beter, beter. Dat uit zich in krampachtig controle willen houden op situaties die je niet in de hand hebt.”

Hoe ging jij om met die harde normen op de dansacademie? “Ik heb er zelf niet zo veel last van gehad en kon het wel relativeren. Maar de academie was inderdaad heel streng. Ik kan me een moment herinneren dat we tijdens onze taples op een rij moesten staan. Mannen en vrouwen. Vervolgens moesten we zelf aangeven of we onszelf te zwaar vonden of niet. Daarna ging de docent het rijtje langs: ‘You are too fat, you are too fat and you are too fat.’ Mij raakte het niet zo, maar er waren wel meiden in de klas met anorexia. Dat soort momenten zijn dan echt cruciaal.” naar mezelf te kijken. Daarbij wist ik toen al: de wereld is ook heel hard. Ook buiten de muren van de dansacademie gaan er mensen zijn die gemene dingen kunnen zeggen tegen je. Ik was in staat het naast me neer te leggen en het te relativeren. Maar de academie is zeker niet voor iedereen.”

Is zo’n benadering nog wel van deze tijd eigenlijk? “Ik denk niet dat zo’n benadering nodig is. Maar ik denk wel dat we niet iedereen met fluwelen handschoenen hoeven aan te pakken. Iedere persoon behoeft een andere leermethode. De een gaat lekkerder op een harde aanpak dan de ander. Maar zo extreem, dat is denk ik niet nodig.”

En heb jij altijd al zo stevig in je schoenen gestaan of was dat voor de academie anders? “Nee, het is altijd zo geweest. Er waren genoeg mensen die daaraan geprobeerd hebben te trekken. Ook weer op diezelfde academie bijvoorbeeld. “Er was een docente die mij constant wijsmaakte dat ik niet was wie ik was. Dat ik een façade was, opgeplakt en nep. Ik dacht: Waar heb je het over? Ik vind het leuk om uitgesproken kleding te dragen, veel make up op te doen. Ik ben vaak vrolijk. En ik voel dat ik dat ben. Vervolgens kreeg ik van haar de opdracht om een paar weken lang kleren van anderen te dragen. Mijn eigen kleding was verboden. Ik mocht mijn haar niet meer doen, geen make up en al die vrolijke kleding begraven. Mijn identiteit strippen.”

Best wel heftig. “Ja. Ik begreep haar niet, maar ze was wel docent. Dus ik heb het toch maar gedaan, want wie weet zou ik er nog wat van leren. Aan het einde van de module kwam ze bij me terug en zei: Ik moet je gelijk geven. Jij bent echt wie je bent. Ik wist dat natuurlijk allang.”

Die kleurrijke kleding en opvallende make up is bij jou niet om iets te verbergen. “Zeker niet. Ik ben er ook nooit meer mee gestopt. Het is een manier om me uit te drukken en ik beleef er ook veel plezier aan: ik ben gek op tutten.”

Uit wat voor nest kom jij eigenlijk? Ik ben opgegroeid met een moeder en twee zusjes. Ons huishouden bestond uit alleen maar meiden. Natuurlijk hebben wij als familie ook onze dingen, maar het was vooral heel fijn met al die vrouwen thuis. Het was trouwens wel een switch toen ik later op mezelf ging en daarna mijn huishouden met een man moest delen.”

Vertel. “Met al die vrouwen in huis vroeger heerste er een hele verzorgende sfeer. Dicht bij het traditionele beeld dat we van vrouwen hebben. Altijd opruimen, naar elkaar omkijken. Dat gedrag zette ik voort in mijn eerste relaties. Ik merkte dat ik een soort moederrol innam in mijn relaties. En dat vond ik eigenlijk helemaal niet chill. Ik merkte dat er dingen gingen scheeflopen, waarna die relaties uiteindelijk stukliepen.

Wat zat daarachter? “Ik was gewend om die verzorgende rol in te nemen, maar ik kwam erachter dat het helemaal niet is wie ik wil zijn. En ik wou in de relatie al helemaal niet gezien worden als moeder. Natuurlijk was een

Fenna studeerde aan de Academie voor Muziek- en Musicaltheater in Tilburg en het Complete Vocal Institute in Kopenhagen. Later speelde ze als actrice in verscheidene films en series, zoals Goede tijden, slechte tijden. In 2018 debuteerde ze als televisiepresentatrice voor NPO Zappelin, het kinderkanaal van de NPO. Momenteel werkt ze nog steeds voor NPO Zappelin, is ze te zien in de Netflix-serie Misfit en scoren haar liedjes goed op YouTube en streaming.

deel van mij verzorgend. Maar ik was óók de vriendin. En die heeft ook geborgenheid nodig. Het is lastig om dat als partner terug te geven als jij al een moederrol hebt ingenomen. Het lag niet per se aan die mannen, maar ook aan mezelf. Ik had nooit met een man geleefd en wist niet hoe dat werkte. Het is ook niet vol te houden om thuis zo perfectionistisch te zijn en ook nog de ballen van je carrière hoog te houden.”

Hoe is dat nu met je huidige vriend? “Heel erg in balans, zonder dat we het hebben afgesproken. Mijn vriend komt uit een heel harmonieus nest. Af en toe moet hij nog een beetje leren omgaan met mijn gevoeligheid. Of zijn manier van brengen: dan bedoelt hij iets goed, maar komt het er anders uit en interpreteer ik het verkeerd. Maar dit soort dingen heb je volgens mij in elke relatie.”

Ben je nu meer uit je verzorgende rol gestapt? “Veel meer. Mijn eigen moeder is een supervrouw. Maar heel verzorgend: ze zet iedereen en alles boven zichzelf. Ik probeer mezelf wel meer op één te zetten in mijn relatie. En juist door dat te doen, kan ik ook meer geven in die relatie. Daarbij vind ik mijn carrière ook belangrijk. Als je dan thuis ook heel perfectionistisch wil zijn, gaat het niet werken. Dat probeer ik niet langer.”

Deze rubriek heet zusterschap. Wat betekent dat voor jou, als zus maar vooral ook als vrouw? “Ik denk aan iets breders dan een bloedband. Het is een bepaald verbond wat je met een vrouw hebt, iets wat je voelt. Vrouwen zijn een veilige haven, waarbij je je kunt openstellen. Je begrijpt van elkaar hoe je ergens in staat. Ondanks dat je misschien niet dezelfde problemen hebt, zijn er toch bepaalde dingen die je als vrouw niet met een man kan delen. Ik voel een bepaalde eenheid met vrouwen.” Voel jij je feminist eigenlijk? “Ik heb niet heel hard iets met feminisme, omdat ik niets heb met labels. Ik wil graag wegblijven van hokjes, want dat werkt voor mij heel beperkend. Ik werk natuurlijk ook met kinderen en zij kennen die labels en hokjes niet zo goed. Dat is mooi, want zo houd je je ogen open voor andere perspectieven.”

Maak jij je als vrouw weleens ergens boos om dan? “Eigenlijk niet. Ik vind het juist heerlijk om gebruik te maken van mijn vrouwelijkheid en dat te leven. Ik ben heel graag vrouw en voel me comfortabel in mijn lichaam.”

Nooit tegen onrechtvaardigheden aangelopen? “Zelf heb ik dat nooit ervaren. Maar nu ik dat zo zeg, het kan ook te maken hebben met het perspectief dat ik zelf inneem in een situatie. Ik bekijk alles van een positieve kant. Juist in mijn werk bijvoorbeeld, daar zijn ze soms specifiek op zoek naar vrouw. Dat is dan een voordeel.”

Je hebt inderdaad een échte Zappelinmindset, zowel voor de camera als daarbuiten. “Dat is echt zo. (lacht) Zappelin heeft mijn mindset overgenomen. Ik vind het ook heerlijk om kind te zijn, en ik ben oprecht net zo verwonderd als de kinderen in de studio als er allerlei dingen gebeuren tijdens de uitzending. Als ik weer lekker mag knuffelen met egeltjes en geitjes en alles wat voorbijkomt.” Zijn er vrouwen die jou hebben geïnspireerd in bijvoorbeeld de entertainmentindustrie? “Weet je, eigenlijk niet. Ik vind dat heel lastig. Ik kan naar veel vrouwen kijken, bekend of minder bekend, en denken: dit vind ik tof aan jou. Als ik een vrouw met drie kinderen een boodschappentas zie zeulen denk ik: wauw, ze doet het wel effe. Dat vind ik ook inspirerend. Maar als ik kijk naar de entertainmentindustrie, vind ik het lastig. Ik ben begonnen in de musicalwereld en daar speelden vooral witte vrouwen de hoofdrol. Ik kon mezelf daar dus niet in herkennen. Toen ik echt jong was waren er weinig rolmodellen. Ik had weinig houvast en moest het uit mezelf zien te halen.”

Hoop jij nu wel een rolmodel te zijn voor bijvoorbeeld gekleurde kinderen? “Ik hoop dat absoluut te zijn. Sterker nog: ik merk ook dat ik dat ben. Ik strijd in mijn programma voor diversiteit, ook op andere vlakken. Wat ik heel tof vind, is dat we nu een doventolk hebben voor de liedjes. Daar heb ik me hard voor gemaakt. “Ik ben ook vaak ontroerd door berichtjes van ouders. Zoals: ‘Mijn dochter durft haar haar los te dragen naar school en dat komt door jou.’ Dan heb ik het over gekleurde kindjes met afrootjes. Dat raakt me echt ongelofelijk. En ik hoop dat ook kinderen zonder afro het hierdoor normaler gaan vinden en zien hoe bijzonder afrohaar is. En niet raar of eng. Ik ben heel blij dat ik die positieve impact kan maken.” O

‘Ik ben begonnen in de musicalwereld en daar speelden vooral witte vrouwen de hoofdrol. Ik kon mezelf daar dus niet in herkennen.’

This article is from: