5 minute read

Online pesten

En wat nu?

Hermien Denecker

Advertisement

Pesten is gewelddadig en meestal herhaald gedrag van 1 of meer personen, met de bedoeling om de andere(n) te kwetsen. De schade kan psychologisch, seksueel, sociaal of lichamelijk zijn. Wie wordt gepest, kan zich meestal niet verdedigen. Er is dan sprake van een ongelijke (of als ongelijk ervaren) machtsverhouding tussen diegene die pest en de gepeste. (Deboes, 2016).

Pesten is iets waar veel mensen al mee in contact gekomen zijn. Het kan zowel op alle leeftijden en op allerlei verschillende plaatsen voorkomen. Aangezien de huidige maatschappij kan er ook via digitale media gepest worden, dan spreekt men over online pesten of cyberpesten. Het is een verderzetting van het klassieke pesten, maar dan online. Door technologie krijgt het een andere invulling maar het fenomeen blijft in essentie hetzelfde. (Child focus, 2019). Voorbeelden van cyberpesten zijn het paswoord veranderen van iemands mailbox, inbreken in iemands computer en persoonlijke informatie stelen, mensen beledigen via Whatsapp, publieke posts met een beledigende inhoud of in naam van anderen op Facebook plaatsen. Cyberpesten kom je in alle vormen en maten tegen. Van het buitensluiten van andere kinderen in een groepschat tot het delen van persoonlijke foto’s met gemene opmerkingen op sociale media. Op elk online platform waar contact met anderen gelegd kan worden, is cyberpesten mogelijk. Bij cyberpesten kunnen daders hun slachtoffers dag en nacht pesten en kunnen ze daarbij zelfs anoniem blijven. Het cyberpesten is niet beperkt in tijd en ook niet in ruimte. Cyberpesten kan overal ter wereld. Dat is het grootste verschil tussen pesten en cyberpesten. Via digitale media kan iedereen het slachtoffer van cyberpesten zijn. Het pestgedrag kan zichtbaar zijn voor meerdere personen en kan ook lang zichtbaar blijven. Cyberpesten onder jongeren blijft soms verborgen voor volwassenen, vooral omdat jongeren hun eigen smartphone hebben. Daders worden als gevolg daarvan minder snel geconfronteerd met hun acties. Pesters die niet op de negatieve gevolgen van hun pestgedrag gewezen worden, kunnen minder snel tot empathie komen met slachtoffers. Online pestgedrag laat de slachtoffers wel toe makkelijker bewijzen verzamelen. (Kenniscentrum mediawijsheid, 2014).

Oorzaken

Bij offline pestgedrag kan er fysieke agressie gebruikt worden. Bij cyberpesten is de dader er meer op gericht om het slachtoffer emotioneel te raken. Slachtoffers van cyberpesten vertonen dan ook meer symptomen van depressie, stress en angst. Vaak hebben de daders zelf met emotionele en psychosociale problemen te maken. Enerzijds is er een aanzienlijk deel van de cyberpesters dat zelf eerder slachtoffer is geweest van cyberpesten of klassiek pesten. Daarbovenop kampen ze soms met een depressie of angst- en stressgevoelens. Anderzijds is er bij cyberpesters meer sprake van conflicten thuis en een slechte band met de ouders.

Wat is mediawijsheid?

Vaak hebben ze eveneens het gevoel dat leerkrachten niet om hen geven. Het pesten kan men dan in sommige gevallen beschouwen als een uitlaatklep om met negatieve gevoelens om te gaan. Zowel de pesters als de slachtoffers lijden onder een emotionele druk. In onderzoek gaat er meer aandacht naar het emotioneel lijden van de slachtoffers. (De Smet, z.j.).

Gevolgen

Het spreekt voor zich dat cyberpesten heftige gevolgen kan hebben. Haatberichten tasten het zelfbeeld en zelfvertrouwen van het slachtoffer in sterke mate aan. Het is niet zomaar de oplossing om de zenders van soortgelijke berichten te blokkeren of om je laptop dicht te klappen, want vaak gebeurt cyberpesten in combinatie met offline of fysiek pesten. Bovendien is het internet overal. We zijn voortdurend geconnecteerd. Kinderen en jongeren hebben het nodig voor huiswerk, entertainment en communicatie. Hierdoor is het niet makkelijk om pesters te ontwijken zelfs als je ze op sociale media blokkeert.

Naast een slecht zelfbeeld zorgt cyberpesten ook vaak voor lichamelijke klachten. Er zijn zelfs kinderen die voor een langere periode niet naar school gaan. Ze lopen bovenop de emotionele schade ook nog eens een vertraging in hun educatie op. Ook gebeurt dat slachtoffers anderen gaan pesten om zichzelf weer wat beter te voelen of om op die manier uit de greep van hun pesters te komen. Hun zelfvertrouwen is zo ver weggevloeid dat ze niets anders weten te doen dan bij anderen dezelfde pijn te veroorzaken. Dit zorgt op zijn beurt voor een vicieuze cirkel.

Maat de situatie kan nog erger evolueren. Het constante negatieve commentaar dat bij cyberpesten komt kijken, kan een slachtoffer tot het uiterste duwen. De kans bestaat zelfs dat slachtoffers zelfmoord proberen plegen en dit maakt duidelijk dat cyberpesten een groot probleem is en dat het serieus moet genomen worden. (Janssen, 2020).

Preventie

Door de hedendaagse hoeveelheid aan sociale media, apps en andere online netwerken is het onmogelijk om als ouder over de vinger op de pols te houden. Wel kan je als ouder jouw kind preventief een aantal belangrijke lessen meegeven om cyberpesten hopelijk te voorkomen.

Een eerste stap is dat het kind beseft dat hij of zij niet ieder vriendschapsverzoek hoeft te accepteren. Als ze een persoon niet kennen of niet aardig vinden, mogen ze dat verzoek zonder problemen negeren. Ook kan je als ouder je kind vaak complimenten geven. Hoe meer affirmaties je geeft, hoe minder gevoelig zij zullen zijn voor gemene woorden van anderen. Leer hen van jongs af aan in zichzelf te geloven. Het zelfvertrouwen dat ze daardoor opbouwen maakt het voor de pester minder interessant om te gaan pesten.

Sociale media en andere vormen van online communicatie open en bespreekbaar maken met je kind is heel belangrijk. Privacy mag dan belangrijk zijn, er is zelden een goede reden om nare dingen die je kind online overkomen te doen verstoppen of verzwijgen. Maak kinderen ervan bewust dat het zich online hetzelfde moet gedragen zoals in het echte leven. Online is het makkelijk om je stoerder voor te doen, maar daar moeten anderen niet onder lijden. Geef kinderen ook eenvoudigweg mee dat ze ook op het internet beleefd en aardig moeten zijn.

Toon als ouder vervolgens het juiste voorbeeld. Dit geldt niet alleen online, maar ook voor de fysieke omgang met anderen. Kinderen kunnen ook leren om inlognamen en wachtwoorden geheim te houden of enkel met de ouders te delen. Bovendien is het belangrijk om goede wachtwoorden te gebruiken die niet makkelijk te raden zijn.

Ten slotte is het van belang om kinderen te informeren waar ze terecht kunnen als ze in de problemen zitten. Cyberpesten is een veelvoorkomend probleem dat verschrikkelijke gevolgen kan hebben. De beste manier om kinderen te helpen is door met hen het gesprek aan te gaan. Geef ze de middelen die ze nodig hebben en neem contact op met de school of de ouders van andere kinderen. Dit geldt ook als je kind de pester blijkt te zijn. (Janssen, 2020)

This article is from: