4 minute read
Apss & mediadingen
Communicatie in e-volutie Anna De Maeyer
De communicatiemogelijkheden van 10 jaar geleden tot nu hebben een enorme vooruitgang gekend. Waar stevenen we op af in de toekomst? Zal de technologie kinderen blijven overspoelen met nieuwe snufjes? In de toekomst kijken is niet makkelijk, maar dit artikel wil alvast enkele veranderingen duidelijk maken. De onderzoeksrapporten van Apestaartjaren (Mediawijs) van 2010 en 2018 vormen hiervoor de leidraad om het verhaal te maken van het mediagebruik van kinderen tot 12 jaar. Apestaartjaren is een tweejaarlijks onderzoek naar het mediabezit en –gebruik bij kinderen tussen 6 en 12 jaar en jongeren tussen 12 en 18 jaar in Vlaanderen. Op het moment van het schrijven van dit artikel is er nog geen rapport gemaakt van het jaar 2020.
Advertisement
Onderzoeksrapporten
Het onderzoeksrapport van 2010 baseerde Mediaraven op bevindingen die voortvloeiden uit een papieren enquête. Ze werd afgenomen bij 199 kinderen die geboren werden in het jaar 1999 en 2000. Deze kinderen zaten op het moment van de enquête in het vijfde leerjaar. Het onderzoeksrapport van 2018 is dan weer het resultaat van een online en offline enquête afgenomen bij 1158 kinderen uit de lagere school. De leeftijden variëren hier tussen de 6 en 12 jaar. Beide rapporten delen hun resultaten op in verschillende onder- categorieën. Vervolgens vergelijk en bespreek ik de interessantste voor ons onderzoek.
Spelconsole? Geef mij maar een tablet!
Om te beginnen is het interessant om weten dat er in 2010 nog frequenter werd gesport en buiten gespeeld. Van de 199 kinderen die deelnamen aan het onderzoek gaf 31,2% aan om liever te sporten of buiten te spelen dan op de computer bezig te zijn. Dit cijfer heeft uiteraard veel te maken met het bezit van media. In die tijd bezat iedereen een TV, 97% had een gedeelde computer waarvan 96% toegang had tot het internet. 34,7% van de ondervraagde kinderen beschikte al over een eigen computer. Daarnaast had 83,9% van de kinderen een spelconsole en ook 53,8% al een eigen GSM. (Onderzoeksrapport Apestaartjaren 2010). Vergeleken met de kinderen die deelnamen aan de enquête van 2018 zien we een verschuiving in bezit en gebruik. Zo’n 67% van de kinderen uit deze generatie heeft toegang tot een tablet. Voor zo’n 56% van de 9 tot 12-jarigen is dit zelfs hun eigen tablet. Dat verklaart ook de afname in bezitters van een spelconsole. In 2018 heeft nog maar 36% van de kinderen een spelconsole. Daarnaast beschikt maar 27% van deze jongeren over een computer. Kinderen spelen liever spelletjes op de tablet, dan dat ze daarvoor nog een console kopen. Het aantal kinderen dat over een GSM beschikt is hetzelfde gebleven. In 2018 lag het percentage hiervoor op 53%. (Onderzoeksrapport Apestaartjaren 2018).
Wat is mediawijsheid?
Wat voeren kinderen al die uren uit op die toestellen?
De smartphone bestond in 2010 nog niet heel lang en was toen nog uitgerust met een beperkt aantal opties. Kinderen gebruikten hun gsm het meeste om te bellen en te sms’en. Daarnaast grepen deze lagereschoolkinderen ook naar hun gsm om bijvoorbeeld naar muziek te luisteren, foto’s te nemen of een spelletje te spelen. (Onderzoeksrapport Apestaartjaren 2010). In 2018 beschikken de kinderen over meerdere mediatoestellen die beter uitgerust zijn dan 8 jaar voordien. Toch zien we veel gelijkenissen in wat ze er mee doen. Spelletjes spelen (78%) en filmpjes bekijken (82%) staan bovenaan. En dit dan het liefst op de eigen tablet.
Verder gebruiken de kinderen media om muziek te beluisteren, huiswerk te maken of om in contact te staan met anderen. In tegenstelling tot enkele jaren geleden beschikken we nu over een ruim arsenaal aan apps. De populairste bij de kinderen uit het vijfde en zesde leerjaar zijn YouTube (91%), Snapchat (28%), Instagram (20%), Musical.ly (31%), Facebook (27%) en Ketnet (31%). (Onderzoeksrapport Apestaartjaren 2018).
Toekomstperspectief
Waar kunnen we ons in de toekomst nog aan verwachten? Was tot voor kort Snapchat nog een hype, dan is nu TikTok, de opvolger van Musical.ly bijzonder populair. Het gebruik van de app groeit vandaag mee met de doelgroep. In Vlaanderen blijft deze app voor kinderen heel aantrekkelijk. Het rapport van Apestaartjaren zal daar meer licht op werpen. (www.apestaartjaren).
Dit is echter een stand van zaken. Een blik in de toekomst werpen is nog een ander paar mouwen. Er zijn echter een aantal technologische evoluties die het mediagebruik, ook bij kinderen kunnen veranderen.
Er is onder meer de opkomst van chatbots. Verschillende bedrijven maken er al gebruik van maar vandaag is het gebruik ervan nog niet erg geavanceerd. “Chatbots zijn slimme stukjes software waarmee je in gesprek kunt gaan.” (Duursma, 2017).
Experts voorspellen dat we hen in de toekomst alles gaan kunnen vragen. Van het reserveren van een tafeltje in een restaurant tot het plaatsen van een foto op Instagram. Daarnaast zal de personalisatie van sociale media nog verder gaan. Het gaat hier om de ontwikkeling van artificiële intelligentie (AI).
Media-apparaten onthouden een hele hoop informatie. Van de video’s die we graag bekijken tot de locatie van alle plekken waar we ons bevinden. In de toekomst zullen toestellen en dus ook bedrijven deze informatie kunnen gebruiken om op maat van onze interesses zaken aan te reiken. Zo is het nu al dat reclame zich kan aanpassen op basis van jouw zoekgeschiedenis. Dit zal alleen maar verder toenemen. Dat stelt wel vragen over de bescherming van onze privacy. En tot slot zal ook virtual reality (VR) een flinke sprong maken. Vandaag de dag kan je al veel aanvangen met een VR-bril. Ook Facebook en YouTube zijn al actief rond deze trend. Het creëert de mogelijkheid om sociaal te zijn ook al ben je helemaal alleen thuis. Elkaar ontmoeten, samen een film kijken of samen een spel spelen terwijl je kilometers van elkaar verwijderd bent zal geen fictie blijven. Wellicht leidt dit ook bij kinderen tussen 6 en 12 jaar tot een gewijzigd gebruik van media in de volgende jaren.