18 minute read

En toen kwam de orange wine of “Oranje boven”

Kvevri bij Gravner

De dag van vandaag heerst in de wijnbouw een steeds manifester streven naar producten die de natuur zo veel mogelijk respecteren en zijn gang laten gaan. De natuurwijnen zijn daar de meest doorgedreven vorm van. Ook de vins sous voile, die zonder enige menselijke interventie evolueren in het vat, kunnen we daarbij rekenen (zie het artikel in Ken Wijn-magazine nummer 34). Er is nog een ander type wijn dat in dit rijtje past en dat, niet verwonderlijk, recent boost: de zogenaamde oranje wijnen, of ‘orange wines’ (in het Engels klinkt alles aantrekkelijker).

Advertisement

LUC WIEME Commanderij Gent

Dit wijntype is piepjong en tegelijk oeroud want gaat terug naar de prehistorie van de wijnbouw, ook qua geografische origine. De ‘orange’ rage komt immers aangewaaid uit Georgië, de bakermat van de wijn. Wat is een oranje wijn precies? Eenvoudig gesteld: het is een witte wijn die gevinifieerd wordt als een rode. Met ander woorden, de witte druiven worden niet onmiddellijk geperst maar weken in hun geheel, al dan niet gekneusd, of ontrist (zelden), gedurende enkele weken tot vele maanden. In een later stadium past men pigeage (onderdompelen van de koek van schil-

len, pitten en soms steeltjes) en eventueel remontage (overpompen) toe. Veelvuldige pigeage is aangewezen om de schillen maximaal ondergedompeld te houden, zodat oxidatie vermeden wordt en azijnzuurbacteriën geen kans krijgen. De polyfenolen en flavonen in de schillen geven door het langdurig contact een speciale oranjeachtige kleur aan de most en beschermen de wijn tegen oxidatie. De recipiënt bij uitstek is de uit klei gemaakte aarden kruik of amfoor of qvevri, zoals die al millennia in Georgië gebruikt wordt. Net als bij rode wijn start de gisting al tijdens de maceratie. De amforen worden slechts voor driekwart gevuld en blijven open. Qvevri van meer dan 300 liter worden omwille van de druk op de wanden in de grond ingegraven. Ze blijven open tijdens de (eerste) gisting en worden na een tijd om hygiënische reden afgedekt. Na de alcoholische gisting wordt de most overgegoten en geklaard. Traditioneel is er dus geen persing (maar het kan wel), wat uiteraard voor een laag rendement zorgt. De oranje wijnen zijn dus eigenlijk ‘vins de goutte’. Tegenwoordig werken heel wat wijnbouwers met thermogereguleerde cuves. Oranje wijnen horen niet thuis in het gamma oxidatieve wijnen. Wat die bijzondere kleur betreft, daar zijn ook wel meerdere schakeringen in te vinden, van licht oranje tot amber- of roestkleurig, en met soms een wat troebele schijn, allemaal afhankelijk van de maceratieduur. Even wennen voor de moderne consument, hoewel we niet mogen vergeten dat onze obsessie voor glasheldere, schitterende witte wijn eigenlijk een recent gegeven is. En hoe smaken ze, die oranje jongens (of meisjes)? Niet gemakkelijk te omschrijven en met een breed organoleptisch spectrum. Net als natuurwijnen moet je ze met een open geest benaderen en een drempel overwinnen. Bepaalde geuren doen meer denken aan deze van rode wijn dan aan die van witte wijn. Men neemt toetsen waar van gekonfijt of gedroogd fruit, citrusfruit, sinaasappel, vijgen, dadels, kaki, balsamico, etherische geuren, mispel, soms aardse tonen, cider of floraal kunnen ook. Je vindt er ook met een duidelijk mineraal karakter (vuursteen), andere hebben een gember- of steranijstoets. Kortom: aromatisch zijn deze wijnen zeer uiteenlopend. Een smaakconstante is dat je een gewaarwording van tannine hebt die qua intensiteit bepaald wordt door de duur van de maceratie en dikwijls wat doet denken aan die van cabernet franc uit de Loire. Sommige oranje wijnen lijken op de huiswijntjes van kleine boertjes uit de ‘goeie, ouwe tijd’, met een oxidatief kantje en volatiele zuren. Dit vind je soms nog in la France profonde of in Italië. Qua food pairing zijn er heel wat mogelijkheden: deze wijnen smeken naar culinaire begeleiding. Oosterse keuken en sushi, vis(soep), wit vlees, pittige of gekruide kazen, … en verder: experimenteren maar!

PRIMA L’ITALIA

Vanuit Georgië zijn de oranje wijnen via Italië in Frankrijk, en dan bij ons bekend geworden. Zo vond ik op de wineblog van Francesco Saverio Russo een reeks van wel vijftig oranje wijnen, of ‘vini bianchi macerati’ zoals de Italianen ze noemen, afkomstig uit zowat alle regio’s van het land. Naar zijn zeggen vormen zij als selectie een goede instaplijst voor neofieten. Hij geeft ook aan dat er wel degelijk oranje wijnen zijn die hun herkomst qua druivenras en terroir tot uiting laten komen, die persoonlijkheid uitstralen en niet in extreme extractie vervallen. Zoals voor alle wijnen is immers de hand van de meester-wijnbouwer essentieel. Een toonaangevend domein is zeker dat van Francesco ‘Josko’ Gravner, uit Friuli met als thuisbasis Oslavia, een gehucht van Gorizia in de Collioheuvels niet ver van de grens met Slovenië. Josko begon in 2001 wijn te maken in amforen die hij uit Georgië had laten komen, waar hij het jaar voordien op reis geweest was. Zijn amforen graaft hij, zoals in Georgië, in, en werkt uiterst natuurlijk: geen gisttoevoeging - dat noemt hij ‘kunstmatige inseminatie’. De perswijn wordt aan de most toegevoegd die na acht maand macereren in grote foeders wordt overgeheveld. De wijn wordt pas zeven jaar na de oogst gecommercialiseerd. Josko Gravner startte met wijn gemaakt van ribolla gialla (prijs: ongeveer € 60!). Neem een kijkje op zijn website en de twee videofilmpjes. www.gravner.it Een tweede iconische wijnmaker uit dezelfde regio was Stanko Radikon, van Sloveense afkomst. De man overleed jammer genoeg in 2016 op 62-jarige leeftijd aan kanker. Hij maakte 36 jaar lang eigenzinnige wijnen op zijn domein in Oslavia. Vanaf 1995 liet hij zijn wijn een week lang met schilcontact weken, net zoals zijn grootvader ooit deed, en stilaan breidde hij dat uit tot drie maand. Daarna volgden een lange rijping op vat en fles. Hij liet trouwens een speciale flesvorm ontwikkelen, in formaten van een liter en een halve liter. Hoeft het gezegd dat hij jarenlang koppig tegen de ‘bierkaai’ moest vechten maar toch doorzette met het geleidelijk converteren van zijn hele witte wijnproductie tot schilcontactwijnen die zelfs vanaf 2003 geen enkele milligram sulfiet meer toegevoegd kregen. Zijn erfenis is gelukkig in de goede handen van zijn zoon Saša.

© Alvise Barsanti Francesco 'Josko' Gravner

TOUR DE FRANCE

In Frankrijk is vooral de Elzas als eerste op de kar van de oranje wijnen gesprongen, gevolgd door de Loire. De Alsacedruif bij uitstek voor oranje wijn is de gewürztraminer,

en de verklaring daarvoor ligt voor de hand. De druif ligt tegenwoordig niet zo goed in de markt, onder meer omdat de consument er niet echt raad mee weet qua consumptiemoment. Vooral jonge wijnbouwers proberen de druif zo droog mogelijk te fermenteren, en daarbij is de oranjevinificatiemethode een welkome vernieuwing omdat ze aan de druif een aparte, boeiende aromatische stijl bezorgt en als marketingargument kan worden ingezet. De pionier in de Elzas is Stéphane Bannwarth (Obermorswihr) die sinds ongeveer tien jaar oranje wijnen maakt. Net als Gravner werd hij daartoe geïnspireerd door een reis naar Georgië in 2007. Volgens hem verleent de methode niet alleen textuur maar ook stabiliteit aan de wijn. Het is echter geen gemakkelijkheidsoplossing: niet alleen is het primordiaal om zeer zuivere, gezonde druiven te oogsten, de vinificatie vergt ook veel aandacht en opvolging. Zo kneust hij de gewürztraminer zelfs met de hand in zijn Georgische kruiken. Zijn ‘Alsace Synergie’ is dan weer een assemblage van riesling, pinot gris en gewürztraminer die niet minder dan acht maanden macereren. Enkele andere Elzassers die een oranje wijn maken zijn Christian Binner, Domaine Trapet, Rietsch, Vincent Stoeffler (twee cuvées) en Domaine Julien Meyer (drie wijnen), waar Patrick Meyer al meer dan twintig jaar biodynamische en natuurwijnen maakt. Ook in de Jura zijn een aantal wijnbouwers, en niet van de minste, met de oranje vinificatie aan de slag gegaan. De allerbekendste is natuurlijk Stéphane Tissot, die al in 1992 experimenteerde met een maceratie van twee weken voor een vin jaune en daarna met een savagnin in amfoor; idem voor Philippe Chatillon die voor zijn Arbois Savagnin Amphore 2017 niet minder dan 19/20 krijgt in Revue du Vin de France. Domaine de la Tournelle kon hier ook niet ontbreken. Hun cuvée ‘Ambre de Savagnin’ macereert zes maand met de schillen, en rust na persing 18 maanden op vat (mét ouillage, dus niet oxidatief). Duidelijk is dat vooral savagnin de beste resultaten geeft, meer dan chardonnay. In de Loire beet men wat later in het oranje lokaas, maar nu zit de regio in het kopgroepje. De kameleon chenin leent zich uitstekend tot deze vinificatie, zoals bij Domaine des Roches Neuves, Les Sablonnettes en Rocher des Violettes. Verrassender misschien is de melon de bourgogne, zoals de '13eme Heure' van Domaine la Sénéchalière. Frédéric Niger van Domaine de l’Ecu, die sinds 1988 biodynamische muscadet maakt, pakt dan weer uit met een oranje chardonnay: ‘Faust 2018’. 'Faust' van Domaine de l'Ecu.

Roussillon en het zuiden van Languedoc trekken natuurlijk ook voluit de oranjekaart. Referentie Matassa in Calce presenteert met ‘Alexandria’ een prachtige oranje muscat en dorpsgenoot Gauby deed hetzelfde met La Jasse. Oiseau Rebelle (Banyuls) maakt dan weer met ‘VVNT’ een cuvée van grenache gris en blanc, die maar liefst twee en een half jaar macereert. Bordeaux, bakermat van de klassieke vinificatie, zou je misschien niet in dit panorama verwachten: je mag niet vergeten, zoals Pierre Citerne fijntjes opmerkt, dat het Denis Dubourdieu was die de koude voormaceratie op schil (macération pelliculaire préfermentaire à froid) hier in de jaren tachtig al populariseerde. Toch maak je meer kans om oranje flessen te vinden in een van de vele appellaties van de Sud-Ouest, gemaakt van manseng of mauzac. Ook de Rhône hinkt wat achterop, al hebben ze daar een ‘monument’ om naar op te kijken: Domaine Viret in St-Maurice-sur-Eygues, dat als voorloper al jarenlang oranje wijnen maakt in dolias, Franse amforen. Toen ik er deze zomer langs kwam, lagen er enkele te ‘dynamiseren’ in open lucht. ‘Dolia Paradis Ambré’ is een assemblage van wel zeven druiven, ‘Horus’ zou een toegankelijkere cuvée zijn. Ik vermeld ook graag een Frans-Belgische oranje wijn, gemaakt door Dirk, Ann en Sebastien van Le Plan-Vermeersch. Zijn ‘GT Orange 2016’ Vin de France is een viognier die vier maanden in inox tanks macereerde en daarna licht geperst werd.

BELGIË

En last but not least: België. Ook in ons landje heb ik oranje cuvées gevonden. De Confrérie du Vignoble de Villers-la-Ville verzorgt sinds 1990 op een helling achter de abdij een kleine wijngaard (net als de Gentse Wijnmetersgilde aan de St-Pietersabdij) en maakte vorig jaar ten experimentele titel een oranje wijn van de phoenixdruif, amper een honderdtal flessen. En Thierry Lejeune & oenoloog Pascal Lenzy die in Brussel Gudule Winery oprichtten, maakten met aangekochte rieslingdruiven 200 flessen oranje wijn die enthousiast werden onthaald. Tenslotte mag ik Patrick Nijs (en Aaron De Ceuster) van de Wijnfaktorij in Antwerpen niet vergeten. Hij kwam in het nieuws omdat zijn Kontreir III op de kaart van El Celler de Can Roca werd gezet. Met druiven uit de regio Maaseik en Tielt-Winge maakte hij in 2019 een oranje wijn ‘cuvée Kontreir II’ die hij 10 maanden op gerecycleerde, niet getoaste Franse barriques liet verouderen. Helaas is die ook niet meer te proeven, want uitverkocht.

CONCLUSIE

Ik heb meestal niet vermeld onder welke categorie/appellatie de oranje wijnen op de markt komen. Soms is dat de AOC van ter plekke, omdat het lastenboek qua druivenrassen gerespecteerd werd (zoals in de Elzas en Savoie), maar nogal vaak dient men de wijn te declasseren tot Vin de France. Vooral in de Roussillon is dat helaas zo. Oranje wijnen vind je in gespecialiseerde wijnzaken, en er zijn ook al meerdere wijnbars die deze wijnen met succes aanprijzen, naar het schijnt vooral bij een jong, wat alternatief publiek. De prijzen zijn zeer uiteenlopend, de meeste liggen in de vork van 15 tot 25 euro, maar er zijn ook kleppers waarvoor je tot 60-70 euro moet neertellen. En net zoals de natuurwijnen blinken vele oranje wijnen uit door hun tot de verbeelding sprekende naam en etiket. Noot: we hopen u in volgend nummer een selectie oranje wijnen van op de proeftafel te kunnen presenteren.

PETER ARIJS Commanderij Brussel Foto's Peter Arijs, Domaine W

DOMAINE W

CROWDFUNDING EN BIODYNAMIE IN BELGIË

Op 17 mei 2021 vond de huldiging van Christophe Heynen als Wine Personality of the Year plaats op Domaine W in Saintes bij Tubize. Christophe schreef zijn eindwerk voor Master of Wine over participatieve financiering in de wijnwereld, met Domaine W als schoolvoorbeeld. Het was een koude lentedag en het regende pijpenstelen, een voorbode van de rest van 2021, dus ik had mijn winterjas aan. Een detail met verregaande gevolgen.

TWEEDE BEZOEK

Ik was mijn jas daar namelijk vergeten. Geen ramp, ik zou hem later wel eens terug ophalen. Maar uiteindelijk duurde het tot eind september, toen ik besefte dat ik binnenkort terug een warme jas nodig had. Ik maakte een afspraak op het domein met het idee om ook een artikel in Ken Wijn-magazine aan hen te wijden. Waarom deze anekdote? Wel, ondanks een goede nazomer was het een barslechte zomer geweest: nat en koud. Een “annus horribilis” voor de Belgische wijnbouw. De aanhoudende regenval zorgde voor een ongeziene druk van (valse) meeldauw, die veel wijndomeinen parten speelde. Domaine W werkt 100% biodynamisch, dus ik verwachtte bij aankomst een ravage te zien. Niets was minder waar, integendeel. Ik keek mijn ogen uit: alle druiven hingen er gezond bij en ze verwachtten zelfs 10% meer opbrengst dan vorig jaar. Een wonder?

TERUG NAAR HET BEGIN

Eerst iets over het domein zelf. Domaine W dankt zijn naam aan de familie Wautier, van wie de boerderij en omliggende landbouwgronden in 2016 werden getransformeerd tot een wijndomein. Het was Sophie Wautier die

samen met haar man Dimitri Vander Heyden dit kunstje realiseerde. Het idee begon te rijpen in 2013 toen het koppel nog in Oostenrijk woonde, waar Dimitri general manager van Danone was. Ook daar startten ze een wijndomein op, meer bepaald in Weinviertel. Dit bleek achteraf een uitstekende leerschool om ook in België iets op te starten.

CROWDFUNDING

Dimitri tekende met zijn managementervaring een businessplan uit, gestoeld op participatieve financiering. Christophe Heynen, de Belgische Master of Wine noemt Domaine W het meest succesvolle voorbeeld van crowdfunding in de wijnbusiness wereldwijd. De Club W is een ongezien succes. Als lid betaal je lidgeld (vanaf 300 euro) waarvoor je de komende 10 jaar gegarandeerd één of meerdere flessen terugkrijgt. Je hebt daarnaast voorrang bij extra aankopen, je kan deelnemen aan allerhande evenementen en workshops op het domein en gebruik maken van de faciliteiten. Voor het premium membership (3.600 euro) wordt er zelfs een rij wijnranken naar je genoemd. Het idee is simpel maar geniaal. Op deze manier haalden ze een bedrag van meer dan één miljoen euro op, en verzekerden ze zich van een gegarandeerde afzetmarkt. De verkoop gebeurt bijna uitsluitend rechtstreeks naar de eindconsument en dus aan zeer interessante marges. Van de eerste jaargang (2018) is geen fles meer te koop, en ook de tweede jaargang (die eind 2021 op de markt komt) is bijna volledig gereserveerd. Daarnaast zijn de meer dan 800 leden van de club ook een extra helpende hand voor het werk in de wijngaard. Zo wordt op hen beroep gedaan niet enkel voor het oogsten, maar ook voor het ontbladeren, en andere taken in de wijngaard. Zelfs een deel van de nieuwe aanplant werd door de leden gedaan.

CHAMPAGNE ALS VOORBEELD

Domaine W kiest resoluut voor schuimwijnen met Champagne als voorbeeld. Dit laat hen toe zelfs in een koud jaar als 2021 nog succesvol wijn te maken. Maar ook vanuit een zakelijk oogpunt is het interessanter, want het product kan verkocht worden aan een premiumprijs. En het probleem van de uitgestelde inkomsten wegens de lange rijping sur lattes stelt zich niet omwille van het businessmodel, waarbij een groot deel reeds op voorhand verkocht is. Ook voor de druivenrassen kiezen ze resoluut voor de klassieke variëteiten uit Champagne. Het domein beslaat momenteel acht hectaren, waarvan ongeveer vier hectaren chardonnay en telkens twee hectaren pinot noir en pinot meunier. Het doel is elk jaar een klassieke ‘Brut de Brabant’ te maken (met ongeveer 1/3 van elk druivenras) en een ‘Blanc de Blancs’. Voor het wijnmaken volgen ze het beproefde champagne-recept. Zo gebruiken ze als enige in België een klassieke Coquard-pers. Een no-brainer volgens Dimitri: “De kwaliteit valt niet te evenaren en de extra handarbeid wordt met plezier door onze leden gedaan”. Voor de assemblage vertrouwen ze op een oenoloog uit Champagne. Perfecte trossen chardonnay in 2021

BIODYNAMIE... MAAR VOORAL OOG VOOR DETAIL

Volgens Dimitri valt aan het productieproces van champagne weinig te verbeteren, maar hetzelfde geldt zeker niet voor wat het werk in de wijngaard betreft. Ik bezocht in september 2021 immers de Champagnestreek en zag hoe vele wijngaarden er dramatisch bij lagen, na de koude en natte zomer met vele schimmelziekten als gevolg. De ervaring in Oostenrijk, een land dat koploper is voor biologische en biodynamische wijnbouw, gaf Dimitri ook het vertrouwen dat dit mogelijk moest zijn in België – op voorwaarde dat er in de wijngaard professioneel gewerkt wordt. Natuurlijk moest er in 2021 meer gesproeid worden met koper en zwavel, maar vooral met meer regelmaat en steeds in beperkte dosissen. Domaine W bewerkt de grond bijna niet (zodat de wijngaard er na een regenbui nog vrij toegankelijk bij ligt) en er wordt vooral manueel gesproeid (waarbij dit jaar ook de hulp van leden werd ingeroepen), wat hen toelaat zeer kort op de bal te spelen en meteen in te grijpen na elke regenbui. Zo werden ook alle wijnranken manueel ontbladerd, opnieuw met hulp van de leden, wat zorgt voor extra verluchting. Het zijn vooral dit professionalisme en oog voor detail die in 2021 het verschil maakten, en waardoor de wijngaarden er zelfs na een dramatische zomer nog schitterend bijlagen. “Als we in 2021 wijn kunnen maken, kunnen we het elk jaar” vat Dimitri samen.

KEUZES IN DE WIJNGAARD

Verder werden ook andere belangrijke keuzes in de wijngaard gemaakt, vooral aangepast aan de lokale omstandigheden van bodem (een vrij rijke bodem met klei, zand en kalksteen) en klimaat. Zo was Domaine W één van de eersten die in België koos voor de 101-14 MGt (Millardet et de Grasset) onderstokken omwille van hun geschiktheid voor rijke bodems. De stokken werden op 1 meter afstand van elkaar geplant en met

Een rij wijnranken genoemd naar Christophe Heynen MW

2,25 meter tussen de rijen, o.a. om meer verluchting toe te laten. Dit is meer dan in Champagne, waar de stokken dichter bij elkaar staan, alhoewel de regels daar recent werden gewijzigd om een bredere plantafstand toe te laten. Daarnaast werd recent omgeschakeld van enkele naar dubbele guyot snoeiwijze, wat meteen ook de 10% extra productie in 2021 verklaart. Deze keuze werd opnieuw gemaakt om de vruchtbare bodem weerwerk te bieden. Ook rondom de wijngaard wordt aan biodiversiteit gewerkt. Nog voor de eerste wijnstokken werden rondom de wijngaarden 600 bomen en struiken geplant. Er zijn ook bloemenvelden, bijenkorven, kippen en geiten, roofvogelposten, en zelfs een uilenverblijf. Het domein hoopt zich in de toekomst ook te kunnen voorzien van eigen biodynamische preparaten. Een eigenaardigheid is het gebruik van de genodics technologie, die driemaal per dag ‘eiwitmuziek’ door de wijngaard laat weerklinken. Dit zou het groeiproces versterken en de planten resistenter maken tegen ziektes.

TOEKOMST

Hoe ziet de toekomst eruit voor Domaine W? Momenteel zijn er vier van de acht hectaren in productie, waarvan ze in 2021 verwachten ongeveer 30.000 flessen te maken. Voor de komende jaren wordt dus vooral gemikt op het in productie brengen van de volledige acht hectaren. Rekening houdend met de extra twee jaar voor het productieproces, zullen ze in 2026 op volle capaciteit draaien. Daarna kan er mogelijk nog een extra uitbreiding komen met vier hectaren om de schaalvoordelen nog beter te benutten. Er werd ook een nieuwe financieringsronde gestart voor uitbreiding van de chais en restauratie van de oude boerderij met het oog op de organisatie van events. Deze financiering gebeurt deels via een banklening, maar je kan ook nog steeds lid worden van de Club W.

Geproefd

BRUT DE BRABANT 2018

Dit is de eerste jaargang, met een zeer beperkte oplage van slechts 2.403 flessen. Deze wijn werd gemaakt van slechts twee jaar oude stokken. De assemblage bedraagt 39% pinot noir, 31% chardonnay en 30% pinot meunier. De basiswijn werd gedurende zes maanden voor ongeveer twee derde in inox tanks opgevoed en de rest in houten vaten (demi-muids). De dosering is 2g/l en de élevage sur lattes duurde 18 maanden. In de geur groene appel, peer en boterbloemen, aangevuld met aroma’s van broodgist en lichte toast. Een subtiele groenige toets van selderij verraadt de jeugdige aanplant. Door de aanwezigheid van bijna 70% rode druivenrassen heeft de wijn al een zeker volume, geholpen door de geslaagde jaargang. De lage dosering, frisse zuren en een bittertje van citroenschil houden het geheel zeer fris. De wijn mist nog wat intensiteit en complexiteit om naast de grote Belgische schuimwijnen te staan (denk aan Chant d’Eole, Schorpion, Ruffus) maar dit is alvast zeer veelbelovend voor de toekomst.

MEER INFORMATIE OP

This article is from: