Klimaat

Roussillon kun je eigenlijk vergelijken met een amfitheater met uitzicht op de Middellandse zee. Drie rivieren vloeien door de streek: de Agly in het noorden, de Têt in het midden en de Tech in het zuiden. De terroirs zijn zeer divers maar de beste (zwarte en bruine schistes, graniethoudend zand, vulkaanresten, kalkrotsen,...) vindt men rond de dorpen Caramany, Lesquerde, Latour de France en Tautavel. Niet toevallig mogen deze dorpen hun naam toevoegen aan de AOC Côtes du Roussillon Villages. Ze liggen allen ten noorden of op de Agly. De beste rode wijnen worden geproduceerd in Lesquerde, Maury, Saint‐Paul de Fenouillet, Tautavel en Vingrau.

Klimaat

De wijnstreek geniet van veel zon (2,530 uren/jaar - goed voor zo

’ n 316 dagen) met zachte temperaturen in de winter en heel warm in de zomer. De meeste regen (jaarlijkse gemiddeld tussen 450 à 600 mm) valt in de herfst en de winter. Tijdens de zomer komen hevige onweders voor maar die doen de wijngaard dikwijls meer kwaad dan goed; teveel water op korte tijd veroorzaakt erosie en dan moeten de terrassen van de wijngaarden zoals vooral rond Banyuls en Collioure hersteld worden. De Tramontane is de overheersende wind (1 dag op 3!) en bevordert de rijping van de druiven, maar ook de droogte. Sinds de invasie van de phylloxera zijn de meeste wijngaarden gelegen op de hellingen. De wijnbouw is eerder traditioneel en veelal niet gemechaniseerd. De meest gebruikte groeimethode voor de wijnstokken is en gobelet en dus zonder geleiding (palissage) hoewel daar nu wel wat verandering in komt, althans indien de wijngaard en vooral de bodem het toelaten.