3 minute read

Thema: Vo tgezet onderwijs Integratieklas: het kan wel

Het is nooit een groot succes geworden: een aparte klas voor kinderen met een verstandelijke beperking in het voortgezet onderwijs, met als doel om kinderen met en zonder een verstandelijke beperking met elkaar in contact te brengen. Dat het wel kan, bewijzen twee integratieprojecten op scholen in Dedemsvaart en Eindhoven.

Scholen zijn een afspiegeling van de maatschappij. Dus als een maatschappij zegt te willen streven naar sociale integratie, dan moet dat terug te zien zijn in de klas. Bijvoorbeeld door in de school ruimte te maken voor een integratieklas voor kinderen met een verstandelijke beperking en deze kinderen een deel van hun lesprogramma te laten volgen samen met kinderen zonder een

De Blauwe Bloem

Het Novalis College, een vrijeschool voor voortgezet onderwijs in Eindhoven, is in 2005 als eerste school gestart met een klas voor middelbare scholieren met een verstandelijke beperking. Ze noemden deze klas De Blauwe Bloem.

De Blauwe Bloem kwam onder een goed gesternte tot stand. Docent Ernest Dröge, vanaf het begin betrokken bij deze klas, vertelt waar het succes in schuilt. “Alle belanghebbenden, ouders, de directie van het Novalis College en de directie van de samenwerkende school voor voortgezet speciaal onderwijs, de MBS Eindhoven, zagen het nut ervan. Bovendien beperking. Zo leren kinderen met en zonder een verstandelijke beperking elkaar kennen en met elkaar omgaan. Het heeft voor beide groepen voordelen. Het kind met de verstandelijke beperking kan zich spiegelen aan kinderen zonder die beperking. Bovendien krijgt het te maken met uitdagingen die het op een school voor speciaal/buitengewoon onderwijs niet krijgt. Een kind zonder een be- perking leert het kind met de beperking beter kennen. Het merkt dat het kind met de beperking uiteindelijk ook niet zo bijzonder is. Ondanks deze voordelen zijn er, zo blijkt uit een rondgang, nog maar twee integratieklassen op scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland en een gestrande poging daartoe. was er een wethouder van de gemeente Eindhoven met relaties in Den Haag die dispensatie heeft kunnen regelen voor de Blauwe Bloem-leerlingen. Zij hoeven geen examen te doen.

Daarnaast is de persoonlijke ontwikkeling, in de breedste zin van het woord, van de leerlingen op een vrijeschool heel belangrijk. In het onderwijs proberen we daarop aan te sluiten. Dat geldt voor alle mensen, ook voor mensen met een verstandelijke beperking.”

Toen eenmaal de beslissing was genomen dat er een klas voor jongeren met een verstandelijke beper- king op het Novalis College zou komen, zijn Ernest en twee collega’s snel gestart. “We hebben de klas eerst afgeschermd. Daarbij hebben wij ons gefocust op het inrichten van het eigen – speciale – onderwijs. Pas later gingen onze leerlingen naar een deel van de reguliere klassen; wij noemen dat de integratieklassen.”

In de integratieklassen worden de Blauwe Bloem-leerlingen begeleid door een reguliere leerling. “Zo iemand is een vast aanspreekpunt, maar hij of zij moet wel de ruimte krijgen om zijn of haar eigen opdrachten te maken.”

Uiteindelijk ging de integratie met de rest van de school bijna vanzelf. “Onze klas was eerst in een lokaal in een dependance gevestigd, waar alle ambachtslessen plaatsvonden. De leerlingen die deze lessen volgden, kwamen in de pauzes in aanraking met de Blauwe Bloem-leerlingen. Ook gingen de Blauwe Bloem-leerlingen naar de gezamenlijke schoolfeesten.

Nieuwsgierigheid

In de loop van het jaar ontstond er spontaan steeds meer contact tussen de Blauwe Bloem-leerlingen en de reguliere scholieren. De laatsten kwamen uit nieuwsgierigheid naar ons toe om te vragen of ze iets voor de Blauwe Bloem-leerlingen konden betekenen.”

Hieruit zijn buddy’s ontstaan: iedere Blauwe Bloem-leerling heeft meerdere jaren een persoonlijk maatje op basis van vrijwilligheid. Ernest: “Het zijn eigenlijk de reguliere leerlingen van het Novalis die de Blauwe Bloemklas hebben doen opbloeien. Pas later werden de docenten enthousiast: die moesten in eerste instantie wennen aan het idee van een klas voor jongeren met een verstandelijke beperking.”

Een volgende stap was om de maximaal 13 Blauwe Bloem-leerlingen lessen te laten volgen samen met de reguliere leerlingen. Dat zijn voornamelijk praktisch kunstzinnige vakken (de zogenaamde pkv-vakken), waar ten bij de interesses van de Blauwe Bloem-leerlingen. Er is bijvoorbeeld een leerling die goed is in Engels, die volgt nu Engels in het reguliere onderwijs.”

Voorwaarde voor het volgen van zo’n op de cognitie gerichte les is dat de leerling in staat is om zelfstandig te functioneren. En hij of zij moet het

This article is from: