4 minute read
Thema: Vo tgezet onderwijs
from Klik editie 3 - 2023
by Prelum
‘gewone’ wereld te handhaven, is moeilijk vast te stellen.”
Wat wel kan worden geconstateerd, is dat er op het Novalis College veel uitwisseling is tussen leerlingen met en zonder een verstandelijke beperking en dat er meer dan eens een band ontstaat onderling. “Er zijn zelfs oud-leerlingen die nog steeds contact hebben met hun Blauwe Bloem-buddy.” vaardigheden en arbeidsmatige doelen. Die doelen worden jaarlijks, samen met de docenten die regulier onderwijs geven, geëvalueerd.”
Of leerlingen van De Blauwe Bloem-klas op den duur op sociaal
Mislukking
Dat het ingewikkeld is om een integratieklas op poten te zetten, blijkt uit het verhaal van Elise Nieuwhof. Elise heeft twee inmiddels volwassen kinderen: een zoon en een dochter. Zoon Davin (24) heeft het syndroom van Down. Toen haar kinderen klein waren, wilde Elise voor haar beide kinderen het beste. Haar dochter zou haar eigen weg wel vinden, maar Davin moest een handje geholpen worden.
gebied een voorsprong hebben op leerlingen die het VSO volgen, kan Ernest niet zeggen. “Uiteindelijk komen onze leerlingen ook in het uitstroomtraject van de VSO-school, de MBS Eindhoven, terecht. Maar of ze meer bagage hebben om zich in de
Sommigen van hen komen later nog wel eens langs in de Blauwe Bloem-klas. “Ze vertellen me dan dat ze er veel van hebben geleerd. Blauwe Bloem-leerlingen zijn altijd zichzelf en doen bijna alles met plezier. Dat heeft een positief effect op de reguliere leerlingen.” |
Van de Blauwe Bloem-klas is een filmpje gemaakt, te bekijken op Youtu.be/ watch?v=fV2_13bh3AE
Toen Davin zo’n 15 jaar geleden op een reguliere basisschool zat, probeerde Elise een integratieklas op te zetten op een middelbare school in haar regio Eemland. Ze had goede ervaringen opgedaan op de basisschool: “Downers leren door te imiteren. Davin leerde op de basisschool veel door andere kinderen na te doen.”
Maar niet alleen voor Davin had het voordelen om op een gewone basisschool te zitten. “De andere kinderen in de klas kwamen in contact met iemand met een verstandelijke beperking met wie ze rekening moesten houden. Ze werden er socialer door en hielpen Davin waar nodig.”
Elise wilde dat haar zoon ook op een school voor voortgezet onderwijs lessen zou krijgen samen met leerlingen zonder een beperking. Net als op de basisschool weer op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo. “De overheid wil dat mensen met een verstandelijke beperking zo veel mogelijk meedoen en later, als het kan, een –gedeeltelijk – betaalde baan krijgen. Dan moet je hen ook naar een gewone school voor voortgezet onderwijs laten gaan. Als we hen van hun 12e tot hun 22ste uit de samenleving halen, wordt het moeilijk om ze er later weer aan mee te laten doen.”
Destijds leek Elise het tij mee te hebben. Vanuit de overheid werd het gestimuleerd om mensen met een (verstandelijke) beperking op een school voor voortgezet onderwijs mee te laten doen. Daarvoor was onder meer de regio Eemland, waar Elise met haar gezin woont, verklaard tot experimentregio. Dat betekende onder meer dat scholen voor voortge-
Uitwisseling tussen leerlingen met en zonder een verstandelijke beperking
Integratie op het mbo
Op het Alfa College, een mbo-opleiding in Hardenberg, willen ze ook graag jongeren met een verstandelijke beperking, of beter gezegd een speciale begeleidingsvraag, verwelkomen. Volgens Jet van der Wetering, coach maatwerkklas en projectlid inclusief onderwijs, en Loes Hofsink-Jurjens, moeder van een zoon met het syndroom van Down en projectleider inclusief onderwijs, is dit een logische ontwikkeling. Het Alfa College wil een afspiegeling van de maatschappij zijn.
Na een periode van onderzoek en veel gesprekken met onder meer ouders, de gemeente, dagbestedingslocaties, het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) en docenten van het mbo en de integratieklas van het Vechtdal College (zie verhaal op pagina 12) werden de eerste stappen naar inclusief onderwijs gezet in de vorm van twee pilots. Loes en Jet lichten toe: “We zijn afgelopen jaar begonnen met een pilot van vijf kooklessen, gevolgd door een pilot van vier dramalessen. Leerlingen van de integratieklas van het Vechtdal College konden deze lessen samen met mbo-studenten van de opleiding maatschappelijke zorg/verzorgende zet onderwijs, deels buiten de regels om, mochten experimenteren met een integratieklas.
Het rijk stelde geld beschikbaar om de integratieklassen op scholen te implementeren. Elise, die ook betaald werd uit die gelden, nam de uitdaging aan om een integratieklas op een school voor voortgezet onderwijs in haar regio Eemland te realiseren. Zij vond bondgenoten in de toenmalige bestuurders van het Regionaal Netwerk Passend Onderwijs Eemland. Met hen startte ze een projectgroep die de steun had van ongeveer 80 ambassadeurs, de meeste ouders van kinderen met een verstandelijke beperking.
De betrokken moeder ging in ge-
IG volgen. De studenten gaven aan dit een mooie manier te vinden om kennis te maken met de doelgroep. Ook om uit te zoeken of ze misschien later met deze doelgroep zouden willen werken.” Beide pilots verliepen goed. “De leerlingen van de integratieklas en de mbo-studenten werkten samen in groepjes van twee buddy’s: twee mbo-studenten en een jongere met een beperking. Tijdens de pilots maakten ze allen broodjes gezond en volgden dramalessen. Ze leerden elkaar steeds beter kennen en konden leren van en met elkaar.”
Het samen volgen van lessen is volgens de initiatiefnemers win-win: “De mbo-studenten, zeker degenen die de opleiding begeleider maatschappelijke zorg - verzorgende IG volgen, kunnen later in hun werk ook te maken krijgen met mensen met een beperking. Het volgen van lessen samen met jongeren met een beperking is leerzaam voor hen. Voor de leerlingen van de integratieklas is het een kans om praktische vaardigheden op een bepaald gebied te vergroten of aan te leren. Daar hebben ze later na school ook veel aan.”
Het is de bedoeling dat naast de leerlin- sprek met scholen voor voortgezet onderwijs in haar regio. Het waren moeizame gesprekken met weinig bevredigende uitkomsten. Elise: “Niet alleen moesten de docenten erachter staan, ook de directie en het bestuur van de school moesten ervoor voelen. Op de twee scholen voor voortgezet onderwijs die ervoor in aanmerking kwamen, kregen we voornamelijk negatieve reacties.
De christelijke vwo-school verwees naar de openbare vmbo-school, omdat ze al jongeren met autisme op hun school hadden. De vmbo-school zei geen tijd te hebben voor experimenten, omdat ze midden in een fusie en een verhuizing zaten.” Het waren geen sterke inhoudelijke gen van de integratieklas ook jongeren met een beperking vanaf 18 jaar en ouder afkomstig van het VSO, het arbeidstrainingscentrum en de verschillende dagbestedingen onderwijs kunnen volgen binnen het mbo. Die lessen worden in modules aangeboden. “Welke modules dat zijn, is afhankelijk van de vraag van de jongeren met een beperking. We kregen nu bijvoorbeeld de vraag of we een module konden aanbieden op het gebied van social media, maar het kan ook iets anders zijn.” argumenten, vond Elise. “Je zou ook kunnen zeggen dat een verhuizing juist een kans biedt voor een innovatie als deze.”
Na vijf jaar praten zonder enig merkbaar resultaat gaven Elise en haar medestanders het op. “Inmiddels zat Davin al twee jaar op een school voor voortgezet speciaal onderwijs, de ZMLK. Voor hem hoefde ik geen integratieklas meer te regelen.” |