7 minute read
» MET DE ZONEXPRES NAAR ZUID-FRANKRIJK
ZONEXPRES
Advertisement
alfred ottink ging als kleine jongen jarenlang op vakantie met de trein naar Boulouris-sur-Mer. En zoals dat vaak gaat, was de reis voor hem altijd net zo indrukwekkend als de bestemming. Voor Côte & Provence haalt hij herinneringen op aan die geweldige treinreizen met de Zonexpres en het vakantiepark aan de Middellandse Zee.
TEKST EN BEELD: ALFRED OTTINK & DE NEDERLANDSE SPOORWEGEN
Boulouris, 50 jaar later
‘De Côte d’Azur staat gelijk aan romantiek. En natuurlijk is geen stukje langs deze prachtige kustlijn onbeschreven gebleven. Waarom ik er al ruim vijfenvijftig jaar kom? Tsja, het is een gevoel hè. Inmiddels ben ik in de loop der jaren langs een groot stuk van de Côte getrokken, vanaf Monaco tot aan Bandol. En bij ieder bezoek voelt het steeds meer als thuiskomen. “Wat vind ik dan toch zo bijzonder aan deze omgeving?” vraag ik mij vaak af. Het is de sfeer, de taal, de vaak prachtige strakblauwe luchten, maar ook een opeenstapeling van mooie herinneringen die mij zo dol op deze streek maken.
WAGONS-LITS
Reizen naar Zuid-Frankrijk is in de jaren zestig financieel zeker niet voor een ieder weggelegd. Aanvankelijk is dit voorbehouden aan de rijken via een netwerk van luxetreinen, exclusief samengesteld uit eersteklas teakhouten slaap- en restauratierijtuigen van Compagnie Internationale des Wagons-Lits. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen er gelukkig ook goedkopere toeristentreinen voor een breed publiek, zoals de Zonexpres die vanuit Nederland vertrok. En zo ging in juni 1960 vanaf Station Amsterdam Amstel de eerste Nederlandse slaaptrein naar het zonnige Zuiden.
DE ZONEXPRES
In mijn zevende levensjaar, in 1966, ging het dan echt gebeuren: op vakantie met mijn ouders en broer naar de Côte d’Azur. Voor een prikkie als een God in Frankrijk. En het zal uiteindelijk zeker niet de laatste keer zijn dat ik naar de Méditerranée afreis. Net als vele andere geïnteresseerden, hebben ook mijn ouders lucht gekregen van de zeer voordelige Zonexpres. En dus boekten ze een geheel verzorgde treinreis van tien dagen, inclusief verblijf ter plaatse met ontbijt, lunch en diner. Nou wat wil je nog meer? De bestemming was vakantiepark Les Auberges au Soleil in Boulouris-sur-Mer, een eenvoudig dorpje met een klein centrum, een strandje en een haventje. Boulouris is vlak naast de grote badplaats Saint-Raphaël gelegen. De Franse taal hoefde je trouwens in de trein en later in het park niet te spreken, de
Apollo-opblaasboot
1965: eerste keer Zonexpres Strand van Boulouris
Zonexpres zat namelijk bomvol met zo’n driehonderd Hollanders. Rond 15.00 uur stapten we in de trein, die destijds vanaf Utrecht Centraal vertrok.
EEN HELE BELEVENIS
Het barrijtuig werd naarmate ik ouder werd steeds meer favoriet, maar zeker niet alleen vanwege de leuke contacten met het vrouwelijk schoon. Hier was zoveel te zien, het fascineerde me. Vlak na vertrek werden de dinerbonnetjes al afgeleverd in de coupé. Het diner wordt geserveerd in het restauratierijtuig, in groepjes en in verschillende tijdsblokken. Voor mij als kleine jongen was dit al een belevenis an sich, genietend van het uitzicht terwijl de trein over het spoor schommelde. Overigens moest je wel oppassen dat je doperwten niet van je bord afrolden naar je buurman.
DE NACHT
De nacht in de coupé was er altijd een van veel gehobbel, zeker als de trein weer eens op volle snelheid over de wissels ging. Maar ach, c’est la vie. Bij het ontwaken de volgende ochtend werd je vanuit het bedje, via het grote raam, op een prachtig schouwspel getrakteerd. Het fenomenale landschap trok zo aan je voorbij. Elk rijtuig beschikte aan de voor- en achterkant over een cabine met wastafeltje en toilet en ja, dat was absoluut een beetje improviseren. Het ontbijt werd vervolgens aangeleverd in de coupé en aldaar genuttigd. Rond 08.00 uur kwamen we al aan op station Marseille-Blancarde. Daar stapten wat passagiers uit, werd er drinkwater ingenomen en nog belangrijker; vanaf hier is het nog maar een paar uurtjes rijden naar de eindbestemming. Na de stop ging de treinroute grotendeels langs de kust en binnen korte tijd kwam de Middellandse zee dan ook in beeld, hoera!
ICI, BOULOURIS
Rond 10.00 uur in de morgen arriveerde de Zonexpres op het kleine stationnetje van Boulouris-sur-Mer. Dit stationnetje barstte bijna uit haar voegen door de grote kolonie Hollanders. Het vakantiepark lag er niet ver vandaan en kon worden bereikt via het kleine centrum. En daar gingen we! Een optocht van wandelende Hollanders, al sjouwende met hun koffers en allerlei andere (strand)attributen, wij met onze Apollo-rubberboot. Vermoedelijk een bijzonder gezicht voor de Fransen die daar woonden. Het park lag bovenop een heuvel en het was dus nog even een klimmetje. Eenmaal boven werd er door Pa ingecheckt bij de receptie en hoorden we eindelijk Frans praten. Ik hoef natuurlijk niet uit te leggen hoelang dit inchecken duurde met zo’n horde toeristen maar ach, wij zijn in het zonnige Frankrijk.
Het park van die tijd zou nu écht niet meer in behoefte voorzien. Ik zou er bijna een boek over kunnen schrijven. Grote paviljoens met hele kleine kamers met twee bedden, een wastafel en een kast, c’est tout. De toiletten en douches waren gedateerd én gedeeld met andere gasten. Er gaat trouwens een verhaal rond dat
Sfeer in het barrijtuig
in deze paviljoens tijdens de oorlog soldaten gelegerd waren en dat het geheel daarna geschikt is gemaakt voor de vakantieverhuur. Echter, voor die tijd, voor ons en voor dat geld voldeed het prima.
VERTIER
Eten deed je in een grote eetzaal in het hoofdgebouw, alwaar je niet op culinair hoogstandjes hoefde te rekenen. En dus zag je de Nederlandse gasten steeds vaker zelf dingen meebrengen: hagelslag, pindakaas en smaakmakers voor door de warme maaltijden. De lunch was warm, dat waren we eigenlijk helemaal niet gewend. En het feit dat Nederlanders zelf voor een smaakvolle oppepper moesten zorgen tijdens hun vakantie in het culinaire Frankrijk, dat was wel lachwekkend natuurlijk. De bediening aan de tafels werd verzorgd door een legertje van obers dat vanuit de grote gaarkeuken met volle dienbladen de deur openschopte en de zaal binnen no-time uitserveerde.
Het park werd in de loop der jaren gemoderniseerd, met onder andere een zwembad en sportfaciliteiten. Ook kwam er een activiteitengebouw voor jong en oud: Le Hippo. En wat hebben we hier, toen ik wat ouder was, veel plezier gehad! In die tijd was ik thuis in een jeugdsociëteit discjockey. Nou, toen iemand van het recreatieteam dat hoorde, werd ik prompt met een vriendje uitgenodigd om op een avond wat muziek te verzorgen. En zo stond de hele meute op een gegeven moment op de dansvloer lekker te foxtrotten op Pour un flirt van Michel Delpech. Ja iedereen, inclusief mijn ouders. Sommige van die leuke vakantiecontacten zouden uiteindelijk vrienden voor het leven worden.
WEEMOED
In 2001 maakte ik een reisje met mijn moeder, inmiddels 73 jaar, naar Saint-Aygulf. We keerden, in ons gehuurde autootje, ook nog even terug naar waar het allemaal begon. Jeetje, wat genoot ze daarvan. En ook ikzelf reisde als volwassene met mijn eigen vriendengroep en mijn vriendin regelmatig af naar Boulouris. In 2002 kwam ik er met diezelfde vriendin, inmiddels mijn vrouw, voor ons 12,5-jarige huwelijk. Samen met onze drie jonge kinderen en dezelfde Apollo-opblaasboot als vijfentwintig jaar geleden.
In september 2015 was ik op vakantie aan de Côte en besloot ik na vijftig jaar nog eens terug te gaan naar Boulouris. Maar ook afgelopen zomer kon ik het niet laten en bezocht ik het park én het cafeetje Le Crisser waar we in onze tienerjaren ook zoveel plezier hebben beleefd. Beiden bestaan nog steeds. De paviljoens uit de jaren zestig zijn al lang gesloopt en vervangen, maar een deel van de studio’s uit de jaren tachtig staat er nog steeds. En ik liep uiteraard ook weer even langs het kleine stationnetje. In gedachten zag ik de aankomst van de horde Nederlanders van toen weer voor me. En het stationnetje zelf — geen steek veranderd. Dat vind ik nou zo leuk aan Frankrijk, dat de tijd soms stil lijkt te staan. Ik betrapte mezelf op enige weemoedigheid, want juist dat maakt de herinnering zo mooi.’ l