8 minute read

In vuur en vlam met dweilorkest de Braandheultjes

Hallo Braandheultjes

In vuur en vlam met dweilorkest de Braandheultjes

De muziekgroep die ooit begon als huisband van Carnavalsvereniging de Fienpreuvers, is inmiddels opgeschaald tot een volwaardig dweilorkest met gegarandeerd een hoog feestgehalte. Menig weekend bouwen ze muzikale feestjes in en om Holten, of tijdens een Oktoberfest bij onze oosterburen. We hebben het natuurlijk over de heren en dames van dweilorkest de Braandheultjes.

- Door Amber Maathuis | Fotografie Jennita Stegeman

Met een klein gezelschap schuiven we een half uurtje voor repetitietijd aan voor een kop koffie bij de Pannekoekenbakker. Dit is momenteel de thuishaven van het dweilorkest. Albert Boode, één van de initiatiefnemers van de Braandheultjes, vertelt ons hoe het ooit begon. “Ik ben zelf al 45 jaar lid van CV De Fienpreuvers én ik ben Prins geweest”, trapt hij af. Het begin van een lange en bijzondere geschiedenis…

Ontstaan uit goede wil

Albert vervolgt: “Op de vrijdagavond van het carnavalsweekend wordt vanuit de carnaval de ‘Goodwill avond’ georganiseerd. We gaan dan langs bij mensen uit Holten die iets voor de gemeenschap betekenen, om hen te eren. Eerder ging er altijd een delegatie van de Holtense Muziekvereniging (HMV) mee. Die muzikale ondersteuning werkte zo mooi dat er behoefte ontstond aan een eigen, vaste muziekgroep. Toevallig had ik zelf ook enige tijd bij een orkest gespeeld en leek het me mooi om een dweilorkest op te richten. Ik plaatste een oproep in het Holtens Nieuwsblad en hier kwam al snel een aantal reacties op. Van een aantal leden van HMV, maar ook van oude muzikale vrienden. We hadden al redelijk snel een orkest bij elkaar. Ons eerste optreden was bij de opkomst van Prins Leo in november 1989. Dus we bestaan nu zo’n 33 jaar.”

Braandheultjes of toch Brennholz?

Inmiddels kent het gezelschap zo’n zeventien leden, waarvan er vijftien ook daadwerkelijk actief spelen. Gerrit Huisman vertelt: “We spelen nu met een groep van dertien mannen en twee vrouwen. Daarnaast hebben we nog een set bonusspelers: muzikanten uit Markelo en Enschede, en eentje uit Malta, die weleens invallen. En we hebben nog twee actieve WhatsAppleden.” Willem van der Boom vult aan: “In de beginjaren speelden we vooral veel rondom de carnaval. Echt als een soort huisorkest.” Albert: “Maar een jaar of tien geleden zijn we gesplitst. We spraken af als de carnaval ons vraagt, en we kunnen, dat we dan komen. Maar verder kunnen we volledig onze eigen gang gaan.” Ruben Doornweerd: “We vinden het belangrijk om de binding met Holten te houden. De optredens die we hebben vanuit de carnaval zijn juist leuk, omdat dit vaak de plekken zijn waar we echt meerwaarde kunnen bieden. Ook spelen we tijdens Koningsdag of met de paasvuren. Of bij een sportwedstrijd, zoals de Special Olympics of een braderie.”

Harald Beldman valt bij: “We krijgen, vooral de laatste tijd, ook heel veel externe aanvragen. We spelen veel op Oktoberfestachtige feesten en we staan heel vaak in Duitsland. Vanuit daar komen vaak meer aanvragen dan we kunnen en willen aannemen.” Willem kan wel verklaren hoe dat komt: “In Duitsland zijn ze groot fan van blaasmuziek. Bij elke carnavalsoptocht hebben ze vaak meerdere muziekkorpsen. Alleen spelen die wel allemaal met bladmuziek. En dan komen wij, vijftien muziekmalloten zonder bladmuziek, een feestje maken.” Berthien Boode vult aan: “We komen jaar na jaar op dezelfde Duitse evenementen. Maar diezelfde optredens brengen ons ook nog steeds op nieuwe plekken. De eerste optredens voor het voorjaar van 2023 staan alweer gepland. En zelfs al eentje voor mei 2024!”

Nummers uitwisselen

Samen spelen ze meer dan 150 verschillende nummers. Het repertoire wisselt van heel oud naar heel recent.

Toch oefent dit vijftienkoppige orkest ‘slechts’ één keer per week. En in vakantietijd soms zelfs helemaal niet. Harald legt uit: “We houden allemaal in de gaten welke nummers er populair zijn. Wat horen we bijvoorbeeld zelf op feestjes? Tijdens een repetitie luisteren we dan gezamenlijk naar het nummer. Vaak proberen sommigen al een beetje mee te spelen. En vanuit daar pakken we het samen op. Dat is een heel natuurlijk proces. We kijken hoe de structuur van het nummer er uitziet en dat verdelen we in secties voor trompet of trombone. En dan breiden we het steeds verder uit.” Ruben vult aan: “Onderling weten we vaak wel wie beter de hoge of juist de lage partij past. Op die manier brengen we volume en meerstemmigheid in een nummer. En dan is het nog een kwestie van veel spelen. Sommige nummers zijn heel makkelijk, die hebben we in een kwartiertje wel staan. Bij andere nummers doen we er wat langer over.”

Uit het juiste hout gesneden

Het moge duidelijk zijn dat het de nodige muzikaliteit vereist om lid te zijn van dit orkest. Maar hoe omschrijven de heren en dames nou zelf een typisch lid van de Braandheultjes? “Eigenwijs”, gooit Berthien er meteen lachend in. “En vooral niet té gestructureerd. Dat past niet zo bij ons.” Albert vult aan: “Gezelligheid is ook belangrijk. Dat komt in onze optredens vaak naar voren. Een soort enthousiaste onbevangenheid.” Ruben: “En muzikaliteit natuurlijk. Als wij zelf een muzikaal feestje bouwen, dan heeft het publiek gegarandeerd ook een feestje. Daarin maakt het onderlinge leeftijdsverschil niks uit. Het voelt heel natuurlijk aan als we samen spelen.

Niels en Tijmen zijn allebei 19 jaar. Aan hen kunnen we mooi alle oude verhalen opnieuw vertellen. De oudste is 74 en de rest zit daar tussenin.” Berthien valt bij: “Tot voor kort hadden we ook nog twee oudere leden, die waren al in de 80. Dat vond ik ook echt heel erg gaaf, maar helaas zijn ze ermee gestopt. We lopen de deur niet bij elkaar plat, maar als we samen op tournee zijn, voelt het wel alsof je met familie weg bent. Je deelt veel met elkaar.” Dat warme familiegevoel dragen de leden stuk voor stuk bij zich. Dat blijkt ook wel wanneer twee oud-leden ter sprake komen. De groep wordt stil. Albert vertelt: “In de We zien het samenspelen allemaal afgelopen jaren zijn er twee fantastische leden helaas overleden. In 2014 was dat Gert Jan van ’t Holt. Hij was één van als een geweldige hobby de kartrekkers en in al zijn jaren was hij onze informele, muzikaal leider. Echt een boegbeeld. Daarna, in 2018, overleed Gerrit Tuitert. Een fantastisch muzikant en één van de eerste leden. Ons eerste optreden na zijn overlijden was met de carnavalsoptocht. We hebben toen voor zijn huis gespeeld. Voor zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen. Het is heel mooi dat we samen als orkest nog iets voor hem en de familie konden doen.” Gerrit vult aan: “We zien het samenspelen allemaal als een geweldige hobby. En dan is het gaaf dat daar, ondanks het leeftijdsverschil en de diversiteit, onderling zulke mooie vriendschappen uit ontstaan. Dat is voor de meeste van ons het allerleukste van samen spelen.”

Hoogtepunt op een dieptepunt

In al die jaren dat de Braandheultjes inmiddels samen spelen, hebben ze het nodige meegemaakt. Willem vertelt:

“In 2019 kwam het team van 3FM Serious Request door Holten wandelen. Midden in de nacht zouden ze langskomen. Om 18.00 uur begon bij ons in de app de discussie of het niet leuk was om daar op dat moment te spelen. We wisten niet precies waar ze kwamen, maar we namen wat te eten en te drinken mee en we besloten het te doen. Spontaan waren er wat boeren uit de buurt die hun trekker bij ons neerzetten, zodat we toch wat licht hadden. Om 1.30 uur liepen de dj’s over de Holterberg en stonden wij daar met bijna het voltallige orkest te spelen. En toen waren we midden in de nacht ineens live op radio en televisie. Dat was heel gaaf.” Ook gaaf zijn de verschillende reizen die het orkest in de afgelopen dertig jaar heeft gemaakt. Zo vlogen ze ooit naar Canada op uitnodiging van de Canadese Drums & Pipeband, waarmee ze eerder al eens in Holten samenspeelden. Ze speelden diverse jaren in Duitsland tijdens het Sinterklaasfeest in het ‘Holländisches Viertel’ in Potsdam. En er was een reis naar Malta op uitnodiging van de Nederlandse ambassade. Al dan niet dankzij wat invloeden vanuit hun Maltese bandlid.

Toch is het optreden dat de heren en dames het meest is bijgebleven, tijdens een orkestfestival in Den Helder. Ruben vertelt: “Dit was letterlijk een dweilorkestfestival in de winkelstraten van Den Helder. Op zich best gezellig, alleen winkelend publiek is normaliter niet helemaal óns publiek. We hadden het eigenlijk al wel gezien, maar we moesten nog spelen. En toen stond daar ineens een man met een zwart busje.” Willem met een Amsterdams accent: “Anderhalve Meijer (150,- gulden, red.) voor het orkest dat nu met mij mee gaat!” Ruben vervolgt lachend: “Ja, zoiets riep hij. Dus wij vroegen hem even te wachten, want we moesten zelf nog optreden. Maar als hij ons goed genoeg vond, gingen we daarna wel mee. Natuurlijk speelden we de sterren van de hemel. Dat zat wel goed, dus we stapten bij hem in dat zwarte busje. Vervolgens reden we richting een militair terrein. Bij de poort werden we nog staande gehouden, maar nadat de chauffeur aangaf dat de generaal op de hoogte was, mochten we door. Het busje stopte uiteindelijk bij een soort restaurantboot op het water. We wilden al de loopplank op, toen de chauffeur ons tegenhield. We moesten de plank erachter hebben. Wat bleek nou? Daar lag een oude Russische onderzeeër in het water!

Een aantal oud-café-eigenaren uit het centrum van Amsterdam hadden die onderzeeër opgekocht en omgebouwd tot kroeg. In die boot hadden ze al hun stamgasten uitgenodigd om een feestje te bouwen. En wij mochten daar in een kleine ruimte heel hard blazen! Het mooiste van alles was: een week later hoorden we dat we eerste waren geworden op het festival. In de plaatselijke krant stond een stukje met als kop: ‘Onderzeeër torpedeert winst’ . ”

Met elkaar door het vuur

Lid zijn van de Braandheultjes houdt dus veel meer in dan alleen samen een potje muziek maken. Het betekent ook knotsgekke avonturen beleven en vriendschappen aangaan voor het leven. Klinkt dat voor jou als muziek in je oren? Geïnteresseerden die een blaasinstrument kunnen bespelen, zijn van harte welkom om eens een repetitie bij te wonen. Het orkest repeteert elke donderdagavond in de kelder van De Pannekoekenbakker. En één ding is zeker: de Braandheultjes zijn nog lang niet opgebrand! Muziek

This article is from: