BKFILOSOFIE
JUNI 2020– PAGINA 21
CORONACRISIS INTERVIEW
Filosofie van de angst Kan de filosofie ons helpen om te gaan met angst tijdens de coronacrisis? Volgens Denker des Vaderlands Daan Roovers laten de grote filosofen uit het verleden ons zien dat angst een fundamentele emotie is die niet altijd bezworen hóéft te worden. Door Laura Molenaar
H
et is niet vreemd dat we in deze tijd wat angstiger zijn, met het virus als onzichtbare vijand waar we maar weinig invloed op hebben. De overheid vertelt ons wel hoe we ons in het dagelijks leven moeten gedragen – afstand houden! – maar niet hoe we met de angst om moeten gaan. Kunnen we hiervoor te rade gaan bij filosofen? Ligt eraan wie je het vraagt, zegt Roovers. Niet elke filosoof vindt dat we onze angst moeten bestrijden, legt ze uit aan de telefoon. Neem bijvoorbeeld de beroemde Duitse filosoof Martin Heidegger, een van de belangrijkste denkers over angst, zegt Roovers. Hij schrijft in Zijn en tijd over een fundamentele angst die een basale ervaring is van de mens. Angst voor het coronavirus zou je kunnen zien als een uiting of een concretisering van deze diepere angst. Die fundamentele angst is angst voor het bestaan of de dood, of de angst dat je leven niets voorstelt. ‘Het is, aldus Heidegger, heel moeilijk om die diepe angst onder ogen te zien en te verdragen. We vluchten gemakkelijk in afleiding en sociale contacten. Heidegger noemt dat oneigenlijk, of inauthentiek.’ Een andere filosoof die nu bijzonder relevant is, meent Roovers, is de Franse existentialist Albert Camus. ‘Hij zegt dat er een spanning bestaat tussen de
John Rawls, Een theorie van rechtvaardigheid, vertaling: Frank Bestebreurtje, Uitgeverij Lemniscaat, 664 pagina’s (€ 39,95)
Daan Roovers RUUD POS
betekenisloosheid van de natuur en onze wil naar betekenis. We willen maar wat graag dat deze tijd betekenis heeft, dat we er iets van kunnen leren.’ Maar het zoeken naar betekenis is volgens Camus tevergeefs. ‘De wereld is onverschillig ten aanzien van ons. Net als de natuur heeft het virus heeft geen doel.’ In De mythe van Sisyphus en natuurlijk De pest beschrijft Camus die spanning. Een vrolijke boodschap is het dus niet: we hebben een fundamentele angst en betekenis kunnen we ook al niet ontlenen aan de coronatijden, als we Heidegger en Camus mogen geloven. Maar er zijn ook filosofen die een meer positieve boodschap hebben, zoals de Amerikaanse filosoof John Rawls. Op het moment ligt zijn Een theorie van rechtvaardigheid op het nachtkastje van Roovers. Dat boek is belangrijk om te lezen
nu we de samenleving weer opstarten, zegt ze. ‘Je drukt niet zomaar op een paar knoppen om de samenleving weer te laten draaien, er zitten in dat opstarten allemaal keuzes verscholen. Bijvoorbeeld als het gaat om de keuze wie het eerst naar buiten mogen en welke bedrijven weer open kunnen.’ Die keuzes zeggen iets over wat we waardevol vinden, aldus Rawls. ‘In Een theorie van rechtvaardigheid doet de auteur een gedachtenexperiment. Als je nu vanuit het niets een samenleving zou ontwerpen die rechtvaardig is, welke principes zou je dan hanteren? Gelijke kansen, bijvoorbeeld. Maar zo’n ideaal rechtvaardige samenleving hebben we nu niet. Normaliter kunnen we wel proberen om de koers een beetje te wijzigen, maar dat is best moeilijk. In deze tijden hebben we misschien wel een kans om een wat grotere duw te geven in de goede richting.’
Albert Camus, De mythe van Sisyphus, vertaling: C.N. Lijsen en Hannie Vermeer-Pardoen,Uitgeverij IJzer, 206 pagina’s (€ 19,50)
Martin Heidegger, Zijn en tijd, vertaling: Mark Wildschut, Uitgeverij Boom, 559 pagina’s (€ 39,90)