6 minute read
Consultatieteam complexe persoonlijk- heidsproblematiek
Advertisement
Behandelaar en team staan centraal
Wat een paar jaar geleden bij Reinier van Arkel als expertiseteam voor complexe persoonlijkheidsproblematiek in het leven is geroepen, heeft een nieuwe identiteit aangenomen: het Consultatieteam Complexe Persoonlijkheidsproblematiek (CCPP). Het sleutelbegrip in dit consultatieteam is mentaliseren; de gereedschapskist om vastgelopen behandelingen weer vlot te trekken. Collega’s van Reinier van Arkel kunnen een beroep doen op dit team wanneer zij niet verder komen met de behandeling van een cliënt met persoonlijkheidsproblematiek. De hulpverlener en zijn team staan centraal. “We zijn geen experts en komen niet met oplossingen. We denken en voelen mee zodat collega’s meer ruimte krijgen om na te denken, te mentaliseren, over de situatie en welke interventies er nodig zijn.” Reinier ging hierover in gesprek met Rémon Geuze, psychiater FACT regio Zuid en Cees van Soelen, verpleegkundige Deeltijdbehandeling.
“We zijn ongeveer anderhalf jaar geleden overgegaan op deze manier van werken. We kwamen erachter dat de methode van het expertiseteam niet prettig werkte. Mensen ervoeren een hoge drempel om naar ons toe te komen. Op basis van de Ambit-training* zijn we ons toen gaan toeleggen op het mentaliseren: over jezelf en anderen kunnen nadenken als iemand die zijn eigen gedachten, gevoelens en motieven heeft. Dit is heel belangrijk in het intermenselijk contact, om goed op elkaar afgestemd te zijn”, vertelt Rémon. “In het dagelijks verkeer kan dit vrij goed gaan, maar als bijvoorbeeld de spanning te groot wordt of je voelt je onzeker, dan kun je het mentaliseren verliezen. Dit kan zich
op twee manieren uiten. Of je krijgt daardoor een bepaalde sterke overtuiging in jezelf en denkt dat de ander dat ook van jou vindt (equivalentenmodus) of je sluit je in het contact helemaal af voor je eigen gevoelens en gaat praten over ditjes en datjes (pretendmodus).”
Mensen met een borderlinepersoonlijkheidsstoornis schieten vaak in de equivalenten- of de pretendmodus. Cees ziet dat in de deeltijdgroepen terug. “Als een cliënt geen contact heeft met zijn gevoel, dan is de kans groot dat de focus op de inhoud komt te liggen. Het is dan de kunst iemand weer te laten focussen op zijn gevoel, en je niet te laten verleiden mee te gaan in wat er verteld wordt. We vragen dan bijvoorbeeld ‘Wat voel je erbij?’ Dat kan behoorlijk ingewikkeld zijn en het lukt ook niet altijd. “Als de spanning te hoog of te laag is, dan zet je daar een interventie op in. Maar het kan zijn dat iemand zich door jouw interventie totaal niet begrepen of gehoord voelt. Om de kans te vergroten dat die persoon zich wel gesteund gaat voelen, gaat een collega het steunen overnemen. We zijn in de deeltijd altijd met twee collega’s. Je moet dan zelf als de ‘gebeten hond’ de weerstand van de cliënt gaan verdragen.” En als dit allemaal goed gaat, kan het proces van mentaliseren weer worden opgepakt.
Vertrouwen in elkaar
Wanneer een casus is ingebracht bij het consultatieteam, is het belangrijk dat snel duidelijk wordt wat hun ‘taak’ is. Want hoe helderder de taak, hoe sneller je gericht aan de slag kunt gaan. Rémon: “Een taak gaat over ‘waar heb je steun in nodig?’ of 'waarover wil jij dat we met je nadenken?” We voelen zeer mee met de collega’s die met een behandelprobleem worstelen. Wij willen hen goed begrijpen, mentaliseren over de collega’s die met allerlei emoties en gedachten zitten over zichzelf of over hun cliënt. Soms zijn het organisatorische zaken die het mentaliseren bemoeilijken en dan is het ook belangrijk dat dat benoemd wordt.” Onmisbaar in deze processen is het vertrouwen dat je het altijd goed met elkaar voor hebt, wat er ook gebeurt. “Als het vertrouwen in elkaar er is, als je met elkaar de verbinding voelt bij een probleem, dan kun je heel goed samenwerken.” De consultaanvrager moet zelf kwetsbaar durven zijn. Cees vult aan: “Je wordt geconfronteerd met je eigen machteloosheid. Je deelt met je collega’s dat je niet onfeilbaar bent.”
Werkwijze
Als er na de consultatiesessie blijkt dat er nog andere interventies nodig zijn, dan kijket het consultatieteam wat ze daarin kunnen betekenen. Op verschillende manieren kunnen ze het mentaliseren ondersteunen. Soms maakt een team gebruik van een systeemopstelling. De consultaanvrager geeft iedereen een plaats in de ruimte zoals hij dat ervaart. Hoe voelt iedereen zich daarbij? Klopt het zo of moet er wat veranderen om de situatie te verbeteren? En wat is er dan voor nodig? Rémon: “Dit is een prachtige methode waarbij de mensen die een rol spelen zich heel erg gaan invoelen in de situatie en in de verschillende personen in het systeem. Een manier om het voelen meer ‘aan’ te krijgen.” Ook werken ze met de desintegratiematrix. “Met deze methode kijk je wie bij de casus betrokken zijn, wat het probleem is volgens betrokkenen per individu en wie het probleem moet oplossen. Zo krijg je inzicht in
wat er speelt. Ieder gaat nadenken over de rol en de functie van iedereen en hoe ieder tegen het probleem aankijkt. Je gaat hiermee dieper op het proces in”, vertelt Cees.
“Ik blijf benadrukken dat het epistemisch vertrouwen* heel belangrijk is”, zegt Rémon. “Dan kun je samen gaan bouwen. Als een collega zich niet gehoord en begrepen voelt, dan komt geen enkel advies bij hem binnen. Alles wat je zegt slaat nergens op omdat er bij hem geen epistemisch vertrouwen is. Dit ontstaat pas als je volledig hebt begrepen wat er bij de collega leeft. Je gaat steunen, steunen en nog eens steunen; en onderzoeken waar de pijn zit. En als je de kern van het probleem te pakken hebt, dan herstelt het mentaliseren bij diegene en heeft hij of zij zelf weer overzicht om te zien wat op dat moment nodig is.” De consultatietrajecten verlopen verschillend. Sommige collega’s hebben genoeg aan een eenmalig consult. Rémon: “We vinden het dan heel fijn om na een aantal weken terug te horen hoe het is gegaan, hoe de behandelaar het verder heeft weten op te pakken.” Maar soms lopen de consulten door of komt het team na een paar maanden weer terug. “Het gaat dan om heel complexe cliënten. En dat gaat me dan wel aan het hart, als je hoort dat het met een cliënt, bij wie we betrokken zijn geweest, toch weer minder goed gaat. Het gebeurt helaas.” En vervolgt dan: ”Gelukkig krijgen we regelmatig te horen ‘fijn dat jullie met mij meedenken en meekijken naar wat er met mij gebeurt als ik in interactie ben met de cliënt en zijn omgeving’.” Eens per twee weken komt het consultatieteam bij elkaar, waarbij behandelaren zelf aansluiten om hun casus te bespreken. De regiebehandelaar dient de consultaanvraag in. De meeste aanvragen komen van IHT, FACT, HIC en kliniek JBZ. Het team bestaat uit klinisch en gz-psychologen, (sociaalpsychiatrisch) verpleegkundigen en een psychiater, allen behandelaren bij Reinier van Arkel. De voorzitter rouleert; deze bewaakt het proces en houdt in de gaten dat het mentaliseren blijft aanstaan. Als je het consultatieteam wilt inschakelen, dan kan de regiebehandelaar een mail sturen naar consultatieteamcpp@reiniervanarkel.nl
AMBIT-werkwijze
AMBIT betekent Adaptive Mentalization Based Integrative Treatment. Het is een werkvorm die op mentaliseren is gebaseerd. Een mentaliserende houding is een open, nieuwsgierige en onwetende houding naar het begrijpen van gedrag van jezelf en anderen als gevolg van mentale toestanden zoals gevoelens, wensen, bedoelingen, etc. Het is een bereidheid om te proberen te begrijpen hoe het is om jou te zijn op dit moment. AMBIT is gebaseerd op de hechtingstheorie en legt een sterke nadruk op het bouwen van relaties.
* Epistemisch vertrouwen gaat over het vertrouwen dat de ander jouw motieven, emoties en gedachten goed begrijpt.