5 minute read
Centrum voor trajecten en bemoeizorg
Centrum voor Trajecten en Bemoeizorg: Een samenwerkingsverband van vijf instellingen
Advertisement
Paradijsvogel zijn, het klinkt zo mooi. Maar in de praktijk is het vaak een hard, uitzichtloos en eenzaam leven. “Schrijnend”, zegt Paul Rooijmans in dienst bij Reinier van Arkel en werkzaam bij het Centrum voor Trajecten en Bemoeizorg (CvTB). “Onlangs was ik bij een oudere man op bezoek. De muizen liepen over de tafel waar de man zat te eten.”
Op de website van het CvTB, noemen ze hun cliënten de chronische struikelaars die alle hulp afwijzen. Die vaak wantrouwend zijn richting hulpverleners vanwege slechte ervaringen in het verleden. Of omdat ze de weg niet weten in zorgland. Tegelijkertijd bevinden de mensen zich in zorgwekkende situaties. Het zijn jongeren van wie ouders zich ernstig zorgen maken of ouderen die door dementie of andere oorzaken vervuilen en vereenzamen. Samen met haar netwerkpartners biedt het CvTB hulp.
Reinier ging in gesprek met Yuri Beset en Paul Rooijmans, beiden in dienst bij Reinier Van Arkel en werkzaam in het samenwerkingsverband CvTB. Ze voelen zich samen met hun twee andere collega’s Melle van Tilburg en Cees van Vessem de ambassadeurs van Reinier van Arkel in het CvTB.
Ondersteuning vragen voor iemand anders
“Iedereen mag ons benaderen. We hebben iedere ochtend bureaudienst tot half een. Vragen van melders proberen we direct te beantwoorden. Bij een aanmelding stellen we vragen als: ‘Waarom denk je aan bemoeizorg?’ en ‘Is er al eerder hulpverlening geweest?’ We werken in de gemeente ‘s-Hertogenbosch en in de regiogemeenten. In de regio verlopen de aanmeldingen via de wijkteams van de eigen gemeente, maar aanmelden mag ook direct bij ons. De mensen die contact opnemen, zijn vaak mensen in de omgeving van de persoon. Dat kan een bezorgde moeder zijn of een buurman. Ze vragen ondersteuning voor iemand die het zelf niet vraagt. Ook worden we benaderd door huisartsen. De huisarts heeft vaak al tevergeefs hulp aangeboden en loopt vast. Ons advies aan huisartsen is om bij een vermoeden van dementie of alcoholmisbruik, direct contact op te nemen met de ketenpartners. Maar een huisarts kan een cliënt ook bij ons aanmelden. Wij weigeren niemand”, vertelt Paul.
Voorwerk doen is het halve werk
Yuri: “We gaan meestal als eerste na of iemand al eerder in aanraking is geweest met hulpverlening. Onze cliënten zijn vaak teleurgesteld in de reguliere zorg door een negatieve ervaring. We willen weten waarom de reguliere zorg niet heeft gewerkt. We zijn zeer volhardend om in contact te komen. Cliënten reageren vaak niet op een uitnodiging per brief of nemen de telefoon niet op. Wij gaan daarom bij de mensen langs. Soms wel 15 keer en ook buiten kantoortijden, voordat iemand een keer open doet. Onze aanpak verschilt van de reguliere zorg. Wij hebben ook de mogelijkheid om zo te kunnen werken, want we hebben niet de druk van declaraties of afspraken met zorgverzekeraars. Paul vult aan: “Het is een zaligheid om zorg te verlenen zonder tijdsdruk of de druk van declaraties of protocollen. Wij kunnen echt maatwerk bieden. Zo zou eigenlijk de hele zorg moeten zijn.”
Paul Rooijmans, Yuri Beset, Cees van Vessem en Melle van Tilburg
Contact maken en toeleiden naar behandeling
“Ons belangrijkste werk is contact te leggen en mensen te verleiden tot zorg. Ook al staan ze vaak niet open voor zorg, ze hebben deze vaak wel hard nodig. Mensen met multi-problematiek, waarbij het soms lastig te bepalen is welk probleem als eerste aangepakt moet worden. Samen gaan we op zoek naar het probleem met de meeste urgentie. Daar proberen we als eerste een oplossing voor te vinden. Soms is dat eten kopen, omdat iemand honger heeft. Of helpen we iemand met verhuizen naar een eigen woonruimte. Daarna volgt de aanpak van de rest van de problemen.”
Werken voor de voordeuren van instellingen
“Wij behandelen zelf geen cliënten, maar leiden ze naar een behandeling toe bij onze netwerkpartners. We hebben afspraken gemaakt met onze netwerkpartners. Als onze cliënten toe zijn aan behandeling, dan worden ze meteen geholpen bij onze netwerkpartners. Vaak moeten we gebruikmaken van het moment waarop onze cliënten open staan voor behandeling. Dan moet er wel op dat moment plek zijn, anders bestaat de kans dat iemand toch weer zorg weigert. We zorgen ervoor dat mensen goed worden overgedragen bij de organisatie. We leveren iemand af aan de voordeur en blijven volgen hoe het gaat.”
De samenwerking met ketenpartners
“We vinden het persoonlijk contact met ketenpartners erg belangrijk. We investeren in contact door dit actief te onderhouden. Zo krijgen we ook zicht op trends of problemen op ieders werkterrein. We proberen elkaar in het werk te ondersteunen. Zo blijft een casus een gezamenlijk gedragen verantwoordelijkheid (en niet vanuit een ketengedachte, waarbij het probleem zich verschuift). We netwerken dus actief, om de gezamenlijkheid ook in het vaandel te houden. Want we weten inmiddels ook dat je bij bekende gezichten elkaar gemakkelijk en beter weet te vinden.”
Wensen voor de toekomst
“We willen de samenwerking met onze netwerkpartners blijven verbeteren. Het is belangrijk dat we werken vanuit de gezamenlijkheid en niet problemen gaan verplaatsen. Het risico bestaat dat mensen afhaken bij de start van een behandeling. Dan hebben we de afspraak met onze netwerkpartners dat mensen niet meteen uitgeschreven worden. Anders begint de hulpverleningscirkel opnieuw. We kijken dan samen wat er voor nodig is om de behandeling weer op te starten. We zijn hulpverleners en doen wat nodig is om iemand naar behandeling toe te leiden”, besluiten Paul en Yuri.
Het CvTB is een samenwerkingsverband van 5 organisaties; Cello, Farent, Reinier van Arkel, Maatschappelijke Opvang Den Bosch en Novadic-Kentron. Samen bundelen ze de krachten uit elke organisatie. Het team bestaat uit een groep hulpverleners ieder met hun eigen expertise. Binnen het team wordt er gewerkt in koppels, bijvoorbeeld een hulpverlener van Reinier van Arkel met een hulpverlener van Novadic-Kentron. Vanwege de veiligheid, omdat ze niet altijd weten wat ze van tevoren aantreffen als ze naar iemand op pad gaan. Maar vooral omdat het een voordeel is om samen te kunnen sparren om zo maatwerk te vinden.