DE GEUS SEPTEMBER 2018

Page 1

MAGAZINE VRIJZINNIGE ACTUALITEIT OOST-VLAANDEREN

Freddy Mortier NIEUWE VOORZITTER DEMENS.NU

Interview met Stefaan Blancke HET CREATIONISME IS VAN NATURE AANTREKKELIJK VOOR ONS BREIN

Vluchtelingencrisis HET BLIJFT WACHTEN OP EEN HUMAAN BELEID

ISSN0780-2989 › P608277 › VERSCHIJNT TWEEMAANDELIJKS › NIET IN JULI EN AUGUSTUS › JAARGANG 50 › NR. 4 › SEPTEMBER 2018 › PRIJS LOS NUMMER €4


INHOUD

2  >  september 2018

VAN DE REDACTIE Op kamp

3

PLAKKAAT Still waiting for change

4

ACTUA Cui bono? Over financiering van militair onderzoek Freddy Mortier Nacht van de Vrijdenker

6 12 18

VRAAGSTUK Stefaan Blancke

20

HET STEMHOKJE Wat zeggen jouw genen? Geen leven zonder (cel)dood

25 30

CULTUUR Jean Builquin 80 Nooit meer oorlog herdenken Et alors? La France?

35 38 40

POËSTILLE Landschap in de lucht

43

COLUMN Gelegenheidswoordje voor het Gala van de Gouden Geus

44

BOEKENREVUE Wit-zwart denken

46

FILM The Red and the White

48

RETROGEUS 50 jaar De Geus

49

ABECEDARIUM De E van

52

NIEUWSBRIEF

53

COLOFON

55

DEGEUS


VAN DE REDACTIE

Op kamp Griet Engelrelst

Wat een zomer. Sinds lange tijd moest je niet naar het Zuiden trekken om zeker te zijn van een zonnige vakantie. Dat kreeg je hier gratis en voor niks. Vakantie in eigen land dus. Terrasjes, leuke parken die verkoeling bieden, naar zee … allemaal bij de hand. Eindelijk de tijd kunnen nemen om uit te rusten en dan dwalen de gedachten algauw af. We denken na over waar we nu staan in het leven en komen tot het besef: waar zijn we eigenlijk allemaal mee bezig? Gedurende het jaar werken we hard, maar worden er niet altijd voor beloond en hebben te weinig vrije tijd. Sommige bedrijven herleiden hun werknemers letterlijk tot een nummer met burn-out tot gevolg. We staan dagelijks in de file, hebben weinig geduld en snauwen elkaar af op het internet. De eenzaamheid, ook bij jonge mensen, neemt toe. Homo’s krijgen het zwaar te verduren op straat, de armoede blijft stijgen en vluchtelingen krijgen een nieuwe naam: transmigranten. Over ontmenselijking gesproken. Waar zit het humanisme vandaag? De verharding is overal merkbaar, zeker ook in de politiek. Trump blijft zijn eigenste zelf in de VS, maar ook ons land doet hier vrolijk aan mee. Mawda? Haar ouders zijn toch ook verantwoordelijk voor haar dood. De ieder-voor-zichmentaliteit krijgt steeds meer voet aan de grond en mensen worden zelfs tegen elkaar uitgespeeld. De ene functie wordt bijvoorbeeld erkend als zwaar beroep en resulteert in een vroeger pensioen, de andere niet, wat tot wrevel leidt. Want wat is een zwaar beroep? Hoe meet je dat? Er bestaat veel ongelijkheid en die wordt steeds meer in de hand gewerkt. Is dat de samenleving die we voor ogen hebben? Gelukkig legt niet iedereen zich hier zomaar bij neer. Er bestaan ondertussen heel wat burgerinitiatieven die zelf het heft in eigen handen nemen als blijkt dat de politiek niet veel beweegt. Wie denkt er nu bijvoorbeeld aan dat nog steeds vluchtelingen in tentenkampen verblijven aan de Noord-Franse grens? In de winter krijgen we beelden te zien in het journaal, maar in de zomer niet, terwijl die mensen er nog steeds verblijven in de meest schrijnende toestanden. Kampen op een nog geen twee uur rijden van Gent, waar kinderen seksueel misbruikt worden door smokkelaars, kinderen die ondertussen geen onderwijs genieten … kinderen zonder rechten.

DEGEUS

© Shutterstock

Macron en zijn regering vinden het gsmgebruik van Franse kinderen op de schoolbanken duidelijk een belangrijkere issue. Sofie D’Hulster, voorzitter en medeoprichtster van vzw Humain, strijdt als een ware Jeanne d’Arc voor het lot van deze mensen. Voor haar is zwijgen geen optie. Ze neemt Europarlementarïers mee naar de kampen, zodat ook zij wakker geschud worden. Bij elk bezoek wordt een verslag opgemaakt van de situatie ter plaatse en dat wordt steeds doorgestuurd naar de pers en politiek. Vzw Humain strijdt voor mensenrechten en levert humanitaire bijstand in nood. Ze zamelen voedsel en materiaal in en organiseren activiteiten om het leven in de vluchtelingenkampen iets draaglijker te maken. Tegelijkertijd willen ze wegen op het beleid en werk maken van de negatieve beeldvorming. En dat allemaal op vrijwillige basis. Wel, als dat geen humanisme is. Deze Geus wordt geopend met een Plakkaat door vzw Humain en voor meer informatie, bijvoorbeeld over hoe u hen kan steunen, kan u terecht op www.vzwhumain.org. Maar ook andere initiatieven, groot en klein, zijn uiteraard het vermelden waard. Engagement is niet alleen broodnodig, maar ook mooi. Zo maakt ook het engagement van de scoutsleiders en stam die telkens weer hun teerpoten, wolven, gidsen en verkenners een onvergetelijk kamp bezorgen me blij. Jongeren die zich vrijwillig inzetten voor anderen, dat voorspelt een mooie toekomst.

september 2018  >  3


PLAKKAAT

© Fayrooz Photography

Still waiting for change HET BLIJFT WACHTEN OP EEN HUMAAN BELEID Vzw Humain is actief in verschillende kampen in NoordFrankrijk, waaronder Calais, Steenvoorde en Puythouck. Ze volgen de leefsituatie in het Brusselse Maximiliaanpark en aan de kust van nabij op. Humain biedt hulp in de vorm van warme maaltijden en materiaal, organiseert creatieve activiteiten voor vrouwen en kinderen, maar is vooral bezig met het monitoren van de leefsituatie. Op basis van observaties en interviews met vluchtelingen brengt vzw Humain de leefsituatie in het kamp in kaart. Die is ronduit dramatisch, en een humaan beleid is nergens te bespeuren. Sofie D’Hulster

Wij schreven het al in 2016: laten we waakzaam blijven voor de gewenning aan het abnormale. De manier waarop mensen op de vlucht en transmigranten vandaag aan onze kust, in Brussel en NoordFrankrijk (over)leven is humanitair onaanvaardbaar. Twee jaar later herhalen we onze woorden: we mogen er nooit aan wennen.

4  >  september 2018

Vzw Humain wil reageren door het lijden van deze mensen te verlichten, maar vooral door mensenrechten te doen gelden. Met deze aanpak willen we ingaan tegen het discours en de politiek van dehumanisering. Vluchtelingen worden vandaag te gemakkelijk in één adem herleid tot profiteurs, criminelen en terroristen. De xenofobe taal van rechts is nog agressiever en kordater geworden. Wij

trekken – alweer – aan de alarmbel omdat het politieke middenveld in België brutaal tekort schiet in het bieden van de juiste antwoorden. Mensen op de vlucht en migranten zijn niet bij voorbaat criminelen of profiteurs, maar in hoofdzaak mensen die op zoek zijn naar bescherming en een veilige toekomst. De uitkomst voor vluchtelingen is al jaren ellendig: duizenden mensen vluchten voor het geweld en de ellende, maar verliezen hun waardigheid in Europa.

Het Europese beleid is er één van segregatie en discriminatie In Noord-Frankrijk zijn de omstandigheden dramatisch. Ze leven er opeengepakt tussen de struiken en worden dagelijks verjaagd door politie. Er is geen toegang tot proper water, toiletten of sanitaire voorzieningen. Naast het kamp in Duinkerke zijn er in dezelfde regio nog kampen waaronder het grootste in Calais en een paar kleinere in Ouistreham, Tatinghem,

DEGEUS


PLAKKAAT

Angres en Dieppe. Telkens weer zijn de gestrande mensen afhankelijk van hulp van vrijwilligers en NGO’s. De meeste vluchtelingen verblijven er tussen de twee en acht maanden. Wat nog het meest choqueert is het groot aantal kinderen dat in Duinkerke verblijft. Kleine baby’s en jonge peuters groeien soms maanden samen met hun ouders op tussen het struikgewas tot ze door smokkelaars worden verder geholpen. Voor vrouwen met kinderen en gezinnen is het duurder om de oversteek naar het Verenigd Koninkrijk te maken. Praktisch gezien is het moeilijker voor een gezin om in een vrachtwagen te klimmen zonder ontdekt te worden door de politie of de chauffeur. Er zijn ook jongeren die zonder ouders of familie arriveren. De jonge niet-begeleide minderjarigen die wij aantroffen, zijn afkomstig uit Afghanistan, Irak, Soedan, Eritrea en Somalië en zijn tussen de 11 en 17 jaar jong. Uit diverse rapporten, onder andere van UNICEF en het Rode Kruis, weten we dat kinderen en jongeren die alleen op de vlucht zijn, blootgesteld worden aan een groot risico op misbruik door smokkelaars, mensenhandelaren en andere volwassenen. Smokkelaars scheiden soms doelbewust het kind van het gezin op de vlucht, om de ouders nadien grotere sommen geld te laten betalen om terug herenigd te worden. Minderjarigen worden ook vooruit

‘gestuurd’. Hier zijn verschillende redenen voor: soms is er maar geld genoeg om één iemand van het gezin mee te sturen met de smokkelaar. Het Europese beleid is er één van segregatie en discriminatie. Deze vluchtelingen en ontheemden zijn simpelweg niet welkom. Wie toch op Europese bodem geraakt (door de sluiting van de buitengrenzen is het vaak onmogelijk om dat niet illegaal te doen), sukkelt vaak van het ene land naar het andere. Ze baseren zich op informatie die uitsluitend van smokkelaars komt. Die raden hen af om asiel aan te vragen, met als gevolg dat ze door de lidstaten brutaal worden gemarginaliseerd. Velen van hen worden tijdens hun parcours slachtoffer van politie- en burgergeweld. De schrik voor de ordediensten is groot. Er zijn ook getuigenissen over een totaal gebrek aan informatie over hun rechten tijdens politie-interventies. De impact op het psychisch welbevinden is dan ook groot.

Mensenrechten worden voortdurend geschonden. Europa lijkt er niet wakker van te liggen De smokkelaars worden alleen maar rijker van deze aanpak. Vandaag kost een oversteek van Frankrijk naar het

Het vluchtelingenkamp van Puythouck © vzw Humain

Verenigd Koninkrijk tussen € 3000 en € 10.000. Mensen die niet kunnen betalen, moeten taken uitvoeren die de smokkelaars zelf niet willen doen. Van kinderrechten is er geen sprake. Jonge kinderen moeten water of voedsel gaan halen en observaties doen op parkings. In ruil voor de belofte voor de oversteek naar het Verenigd Koninkrijk moeten ze niet zelden seksuele diensten uitwisselen met smokkelaars. Ondertussen kunnen ze niet naar school en wordt hen ook het recht op onderwijs ontnomen. Voor de vrijwilligers die de kinderen in het kamp veiligheid willen bieden, is het vaak machteloos toekijken. Mensenrechten worden voortdurend geschonden. Europa lijkt er niet wakker van te liggen. Deze mensen blijven voortleven in de meest precaire omstandigheden, terwijl er wel degelijk oplossingen mogelijk zijn. Frankrijk en België kunnen bijvoorbeeld werk maken van transitcentra aan de kustlijn, waar mensen informatie kunnen inwinnen over hun mogelijkheden, even tot rust kunnen komen en waar smokkelaars hun macht verliezen. Voor niet-begeleide minderjarigen is er aparte opvang nodig en die capaciteit ontbreekt nu in de regio. Dat, samen met de aanpak van smokkelaars en het openen van veilige routes naar het Verenigd Koninkrijk, zou een humaan antwoord zijn. Want ook in de toekomst zullen vluchtelingen daar gedropt worden. Als we de perceptie van vluchtelingen willen ombuigen, moeten we verzoenende stemmen laten horen die het tegendeel bewijzen. Momenteel komt die hoofdzakelijk van bezorgde burgers. De pluralistische democratische waarden zijn grondig in gevaar als het op mensenrechten aankomt. Wij geloven in het tegengif dat solidariteit heet. En net burgers hebben hierin een sterke stem want elke daad van solidariteit is nu belangrijker dan ooit. Over de auteur

Sofie D’Hulster is mede-oprichter en voorzitter vzw Humain.

DEGEUS

september 2018  >  5


ACTUA

Afgelopen voorjaar richtte Vredesactie een open brief aan minister Muyters en minister-president Bourgeois. Deze brief gaf uitdrukking aan een gedeelde bezorgdheid om de mogelijke afschaffing van de zogenaamde IWT-richtlijn, die bepaalt dat er geen overheidsgeld mag gaan naar militair onderzoek. © Vredesactie

Cui bono? EEN KRITISCHE REFLECTIE OVER DE FINANCIERING VAN MILITAIR ONDERZOEK Afgelopen voorjaar richtte Vredesactie een open brief aan minister Muyters en ministerpresident Bourgeois. Deze brief werd mee ondertekend door verschillende onderzoekers en gaf uitdrukking aan een gedeelde bezorgdheid om de mogelijke afschaffing van de zogenaamde IWT-richtlijn, die bepaalt dat er geen overheidsgeld mag gaan naar militair onderzoek. Agoria, de vereniging van Belgische technologiebedrijven, had aangestuurd op een herziening ervan. De open brief aan de ministers bracht geen zoden aan de dijk: de IWT-richtlijn werd afgelopen juli vervangen door de richtlijn Muyters, die overheidssteun aan militair onderzoek mogelijk maakt.

6  >  september 2018

DEGEUS


ACTUA

context van ontwikkelingen op Europees niveau. In 2016 zette de Europese Unie de eerste stappen in de uitwerking van een militair onderzoeksprogramma met de Preparatory Action on Defence Research (PADR). De Europese Commissie stelt voor om op termijn een Europees Defensiefonds op te richten waarbij meer dan 13 miljard euro naar onderzoek en ontwikkeling van wapens zou gaan.

De plannen van de Europese Unie dienen uitsluitend de financiële belangen van de wapenindustrie In een recent rapport door Vredesactie wordt aangetoond hoe de wapenlobby een bepalende invloed heeft gehad op het proces dat leidde tot deze beslissing. De plannen voor het Europees Defensiefonds zijn bijgevolg op maat gesneden van de wapenindustrie. Wat eveneens duidelijk wordt uit het rapport is het schrijnende gebrek aan democratische controle.

Pieter Present

Het IWT (Instituut voor Innovatie door Wetenschap en Technologie), sinds enkele jaren ondergebracht bij het Agentschap Innoveren & Ondernemen, verschaft onder andere fondsen voor sterk toepassingsgericht onderzoek, vaak in samenwerking met de industrie. De genoemde richtlijn (ook richtlijn Van den Brande genoemd) voorkomt dus dat er belastingsgeld wordt gebruikt om bijvoorbeeld de ontwikkeling van wapens en ander militair onderzoek te financieren. De interventie van Agoria moet op haar beurt begrepen worden in de

DEGEUS

Ook in de Vlaamse context lijkt niet iedereen overtuigd van de noodzaak van een publiek debat. Als antwoord op een vraag over de kwestie in de Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid verwees minister Muyters­(N-VA) dan ook naar de Europese ontwikkelingen om een inhoudelijk debat bij voorbaat van tafel te vegen: ‘Ik zou willen dat we mee zijn met het level playing field dat in Europa wordt gevonden. Als we daar niet mee zijn, moeten we een eigen beleid gaan ontwikkelen. En dat lijkt mij geen goede zaak.’ Waarom het geen goede zaak is om een eigen beleid te ontwikkelen, maakt minister Muyters echter niet duidelijk. Uiteindelijk werd de IWT-richtlijn dan ook vervangen door de richtlijn Muyters, die overheidssteun aan militair onderzoek mogelijk maakt. Gegeven het gebrek aan een diepgaand publiek debat over het Europese defensiebeleid wil ik in deze tekst enkele kritische reflecties bieden

vanuit een wetenschapsfilosofisch perspectief.

SOCIALISEREN VAN HET RISICO, PRIVATISEREN VAN DE WINST Het door de Europese Unie geplande militaire onderzoek wordt gefinancierd met belastinggeld. Hierdoor heeft de EU als overheid een verantwoordelijkheid ten opzichte van de belastingbetaler om ervoor te zorgen dat het gefinancierde onderzoek een bijdrage levert aan de samenleving. Een eerste manier waarop dit kan gebeuren is financieel. Onderzoek financieren kan dan gezien worden als een investering. Bij technologisch onderzoek kan een nieuw ontwikkelde technologie bijvoorbeeld leiden tot het verwerven van patentrechten en het op de markt brengen van nieuwe producten, waarvan de verkoop ook weer geld oplevert. Wanneer we kijken naar de plannen van de Europese Unie, zien we dat dit financiële argument een grote rol speelt. Zoals vermeld in de inleiding had de wapenlobby een immense invloed op het uitwerken van deze plannen. Het mag dan ook niet verbazen dat deze uitsluitend de financiële belangen van de wapenindustrie dienen.

Wat we in het Europese plan zien, is een socialisering van het risico en het privatiseren van de winst Zo heeft men verkregen dat de EU het onderzoek voor 100% financiert terwijl de industrie wel de volledige intellectuele eigendomsrechten blijft bezitten van de ontwikkelde technologie. Onderzoek houdt altijd een risico in: verwachte resultaten blijven soms uit, experimenten kunnen mislukken. De motivatie die vaak gegeven wordt voor het toekennen van intellectuele eigendomsrechten is dat dit bedrijven en onderzoekers aanspoort om toch risico te lopen. Een geslaagde en gepatenteerde ontdekking kan namelijk de mogelijke mislukkingen meer dan compenseren.

september 2018  >  7


ACTUA

Wat we in het Europese plan echter zien, is een socialisering van het risico en het privatiseren van de winst: de samenleving betaalt de kosten van het risicovolle onderzoek, eventuele winsten worden volledig opgestreken door privébedrijven. Het cynische aan de Europese plannen is dat de enige klanten van de wapenindustrie natiestaten zijn. Gecombineerd met de verhoogde defensiebudgetten die ook in de plannen opgenomen zijn, komt dit erop neer dat Europa betaalt voor de aankoop van militair materiaal dat ze zelf heeft gefinancierd. Onder invloed van de wapenlobby heeft de EU zich er dus toe verbonden twee maal te betalen en laat ze de industrie toe om alle winst te incasseren.

Europa betaalt voor de aankoop van militair materiaal dat ze zelf heeft gefinancierd. Onder invloed van de wapenlobby heeft de EU zich er dus toe verbonden twee maal te betalen Een ander vaak gehoord argument is het zogenaamde spin-off argument. Spin-offs zijn technologieën en producten die afgeleid zijn van militaire technologieën en zo op de civiele markt terechtkomen. Voorstanders verwijzen naar GPS en het internet. Investeringen in militair onderzoek komen in deze visie de samenleving onrechtstreeks ten goede, omdat ze kan genieten van de afgeleide producten die uiteindelijk uit dit onderzoek zullen voortkomen. Dit argument vertrekt vanuit de vooronderstelling dat deze technologieën er enkel via militair onderzoek zouden gekomen zijn. Er is echter geen reden om aan te nemen dat het onmogelijk is om dezelfde technologieën via niet-militair onderzoek te ontwikkelen. Wie de financiering van militair onderzoek wil verdedigen door naar mogelijke spin-offs te verwijzen, moet dan ook argumenteren waarom het de moeite loont een omweg te ma-

8  >  september 2018

ken via militair onderzoek in plaats van rechtstreeks in te zetten op de ontwikkeling van deze technologieën in een niet-militaire context. Los daarvan zijn er ook historische redenen om te twijfelen aan de militaire oorsprong van technologieën die vaak als spin-offs worden voorgesteld, zoals het internet.

KENNISPRODUCTIE: WAT VOOR ONDERZOEK WILLEN WE? Een andere manier waarop het financieren van wetenschappelijk onderzoek een bijdrage kan leveren aan de maatschappij is door het produceren van kennis. De Europese Unie stelt het voorgestelde militaire onderzoek voor als een antwoord op de noodzaak een Europees veiligheids- en defensiebeleid te ontwikkelen. Hiermee heeft de EU echter een aantal denkstappen overgeslagen. Om te beginnen gaat men uit van de vooronderstelling dat de geplande onderzoeksrichting (waarover straks meer) het enige en juiste antwoord is. Zelfs indien men aanvaardt dat het uitwerken van een veiligheids- en defensiebeleid een van de meest dringende uitdagingen is waarmee de huidige EU geconfronteerd wordt, impliceert dit niet dat het financieren van privaat militair-industrieel onderzoek de logische volgende stap is. Eerst en vooral dient men uit te maken wat voor soort beleid men voor ogen heeft, wat een politieke vraag is. Afhankelijk van hoe deze politieke vraag beantwoord wordt, is de tweede vraag hoe dit beleid het beste in praktijk kan worden gezet. Hiervoor is kennis nodig, waar wetenschappelijk onderzoek een bijdrage kan leveren. Het soort kennis dat men hiervoor nodig heeft is niet alleen militair van aard, maar ook economisch, sociologisch en – afhankelijk van het antwoord op de eerste vraag – ook ecologisch. De bedoeling van dit onderzoek is te komen tot een zo goed mogelijke inschatting van de manier waarop het uitgetekende beleid uitgevoerd kan worden. Dit laat toe om geïnformeerde keuzes te maken, waarbij (in het ideale geval) verschillende

opties afgewogen en met elkaar vergeleken worden. Wat men nu echter ziet, is een compleet gebrek aan politieke visie. Iedereen lijkt het er over eens te zijn dat er een Europees veiligheidsbeleid moet komen, maar niemand stelt zich de verdere vraag wat dit beleid dan zou moeten inhouden. Het wetenschappelijk-technologisch onderzoek dat in de pijplijn zit, is bovendien ook niet van dien aard dat het kennis oplevert die bijdraagt aan het beter uitvoeren van een politiek beleid of helpt in het uittekenen ervan. Het vertrekt eerder van de aanname dat militair onderzoek door de privéindustrie het enige mogelijke antwoord is. Andere manieren om een veiligheidsbeleid uit te denken worden bij voorbaat uitgesloten.

Er is een compleet gebrek aan politieke visie De reden hiervoor heeft weer te maken met de invloed van de wapenlobby op de plannen. Ironisch genoeg werd deze analyse reeds gemaakt in een door de EU zelf besteld onderzoek. Het zijn dus eerder de bedrijven die zowel het beleid als het onderzoek bepalen, in plaats van de EU.

DEGEUS


ACTUA

en ingezet wordt in grensbewaking, heeft ze zelfs baat bij extra druk op de Europese grenzen.

TECHNOLOGIE IS NIET NEUTRAAL Dit brengt mij tot een laatste punt, namelijk de concrete inhoud van het gefinancierde onderzoek en de impact van de technologie die ontwikkeld wordt. Men zou namelijk nog kunnen opperen dat de ontwikkeling van die technologie losstaat van de toepassing ervan. Met andere woorden: ook al heeft de industrie invloed gehad op de processen die geleid hebben tot bepaalde technologie, het zijn uiteindelijk nog altijd de Europese regeringen die beslissen om die al dan niet in te zetten in militaire operaties. © Norbert Van Yperzeele

Deze bedrijven werken bovendien met een winstgerichte marktlogica, niet vanuit een politiek of maatschappelijk engagement. Concreet wil dit zeggen dat hun (onderzoeks-)activiteiten gericht zijn op het maximaliseren van hun eigen winst, niet op het oplossen van maatschappelijke problemen.

Het zijn de bedrijven die zowel het beleid als het onderzoek bepalen, in plaats van de EU De marktlogica van de wapenindustrie en de belangen van de Europese Unie op vlak van veiligheid liggen niet noodzakelijk in dezelfde lijn, vaak integendeel. Een agressieve en militaire houding in de internationale politiek is altijd positief voor de winsten van de wapenindustrie, maar niet noodzakelijk voor de veiligheid van de Europese Unie en haar burgers. Zo zou een politiek analist kunnen argumenteren dat een agressief militair buitenlands beleid contradictorisch is, aangezien dat de migratiestromen waar de EU eveneens haar bezorgdheid over uitdrukt zou doen toenemen. Dergelijke overwegingen spelen bij de wapenindustrie echter geen rol. Integendeel: aangezien zij ook meer en meer invloed heeft op

DEGEUS

De politieke autonomie komt niet in het gedrang, omdat het gebruik van de technologie nog altijd een politieke beslissing vereist. Dit argument werd bijvoorbeeld in de Vlaamse context gebruikt door Matthias Diependaele (N-VA). Hij pleitte enerzijds voor de noodzaak om militaire technologieën te ontwikkelen, maar anderzijds ook om er voor te waken dat ze ‘alleen maar zullen worden gebruikt om de juiste redenen.’ Deze visie gaat uit van het idee dat technologie neutraal is en dat het gebruik ervan volledig bepaald wordt door autonome menselijke beslissingen. In de techniekfilosofie hebben verschillende denkers kritiek geleverd op dit idee. Deze denkers wijzen er op dat technologie een invloed heeft op onze handelingsmogelijkheden. Dit lijkt op het eerste zicht vanzelfsprekend, omdat technologie ons toelaat dingen te doen die voorheen niet mogelijk waren. Mobiele telefonie laat ons bijvoorbeeld toe om overal en altijd met elkaar in contact te staan. Maar technologie heeft ook een subtielere invloed op onze handelingsmogelijkheden in de zin dat het bepaalde handelingen vergemakkelijkt, en bijgevolg andere handelingsopties minder aantrekkelijk maakt. Men hoeft niet ver te zoeken om concrete voorbeelden te vinden van de verregaande gevolgen die dit kan hebben op onze gewoontes

en handelingen. Een smartphone is niet alleen een middel om mensen te contacteren, maar ook een heel gemakkelijke manier om afleiding te zoeken. Waar men vroeger nog de moeite moest doen om een computer te vinden en op te starten om doelloos rond te surfen op het internet, heeft men die mogelijkheid nu (letterlijk) altijd bij de hand. Bijgevolg groeien de meldingen van smartphone-verslavingen en de perceptie van een afgenomen concentratievermogen bij problematische gebruikers.

Technologie heeft een subtielere invloed op onze handelingsmogelijkheden in de zin dat het bepaalde handelingen vergemakkelijkt, en bijgevolg andere handelingsopties minder aantrekkelijk maakt David Morrow verklaart deze specifieke invloed van technologie aan de hand van de menselijke neiging om gemakkelijk te verkrijgen directe voordelen te verkiezen boven moeilijker te verkrijgen voordelen in de toekomst. De keuze gaat naar de gemakkelijkste, niet naar de meest duurzame keuze. In het geval van de smartphone: kijken naar kattenfilmpjes op YouTube wint het van je oprechte voornemen om meer aandacht te hebben voor je omgeving. Dit wil uiteraard niet zeggen dat alle technologie slecht is, wel dat we waakzaam moeten zijn voor de mogelijke invloed die de introductie van een bepaalde technologie kan hebben op onze keuzes en ons handelen. Wanneer we kijken naar het onderzoek dat gepland en uitgevoerd wordt in het kader van de Europese plannen zijn er wel degelijk redenen om waakzaam te zijn. In een eerste ronde van door de EU gefinancierd onderzoek lag de nadruk op onderzoek naar de ontwikkeling van autonoom opererende militaire systemen en drones. Deze nadruk op automatisering en ontwikkeling van

september 2018  >  9


ACTUA

ders van het schrappen van de IWTrichtlijn dezelfde retoriek.

Het is hoog tijd voor een publiek debat

De Europese Commissie stelt voor om op termijn een Europees Defensiefonds op te richten waarbij meer dan 13 miljard euro naar onderzoek en ontwikkeling van wapens zou gaan. In een recent rapport door Vredesactie wordt aangetoond hoe de wapenlobby een bepalende invloed heeft gehad op het proces dat leidde tot deze beslissing. © Vredesactie

drones lijkt ook de richting te zijn die toekomstig onderzoek zal ingaan.

Ook hier kan verwacht worden dat de technologie leidt tot een keuze voor de gemakkelijkste, maar niet de duurzaamste manier van handelen De technologieën die zo ontwikkeld worden verlagen de drempel tot het aangaan van een conflict. Het gebruik van menselijke strijdkrachten in ‘klassieke’ oorlogvoering zorgt voor een bepaalde terughoudendheid door de risico’s die verbonden zijn met interventies en de verantwoording die politici daarvoor moeten (kunnen) afleggen. Zij moeten het inzetten van hun landgenoten kunnen verantwoorden en dus ook de baten van een geslaagde actie afwegen tegen de kosten van mogelijke slachtoffers. Bij het gebruik van drones valt de noodzaak van deze afweging weg, waardoor de drempel om een interventie te doen kleiner wordt. Bovendien zorgt de automatisering van de

10  >  september 2018

militaire technologie voor een verdere afstand tussen menselijke beslissingen en de doden die vallen aan de hand van gebruikte wapens. Vroeger kon je nog proberen om mensen ter verantwoording te roepen bij het gebruik van disproportioneel geweld en wanneer er burgerslachtoffers vielen. Tegenwoordig ligt het argument van ‘een spijtig, maar onvoorzien technologisch falen’ voor het grijpen om zich van elke verantwoordelijkheid te ontdoen. Ook hier kan dus verwacht worden dat de technologie leidt tot een keuze voor de (gegeven de beschikbare technologie) gemakkelijkste, maar niet de duurzaamste manier van handelen.

Deze keuze is echter allesbehalve vanzelfsprekend. Gezien de mogelijkheid om duurzamere alternatieven te onderzoeken in de uitbouw van een Europees defensie- en veiligheidsbeleid en de risico’s die verbonden zijn met de militaire technologie die nu ontwikkeld wordt, is het hoog tijd voor een publiek debat. In een brochure uit 2006 hanteert het IWT de slogan ‘Verander de wereld voorgoed’. Laat het sneuvelen van de IWT-richtlijn een aanleiding zijn om eindelijk ten gronde na te denken over wat voor wetenschappelijk onderzoek we willen, zodat de slogan van het IWT voor ons nageslacht geen cynische bijklank krijgt. Over de auteur Pieter Present is wetenschapsfilosoof. Hij doctoreert bij het Centrum voor Logica en Wetenschapsfilosofie aan de VUB, en is lid van het Slow Science Network, een interuniversitair platform dat nadenkt over de rol van academici in de 21e eeuw.

CONCLUSIE Verschillende rapporten wijzen op het gebrek aan democratische controle op beslissingen over het defensiebeleid en financiering van militair onderzoek op Europees niveau. De retoriek van de voorstanders stelt deze ontwikkelingen voor als een vanzelfsprekend antwoord op de nood aan een Europees veiligheidsbeleid. In de Vlaamse context hanteerden voorstan-

DEGEUS


Hoe sticht je vrede? Ruil de vernietigende kracht van geweld voor de opbouwende kracht van het argument. Doe de wapens zwijgen en de dialoog weerklinken. Laat feiten voor zich spreken en fake news verstommen. Kortom: rede is vrede. Dat was honderd jaar geleden zo, toen de Grote Oorlog werd beĂŤindigd. Dat was zeventig jaar geleden zo, toen de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens het licht zag. En het is vandaag zo. Als wij dat willen. Doe je mee?

Vrede, het jaarthema van


FREDDY MORTIER -- ° Sint-Amandsberg 1958 -- Hoogleraar ethiek aan de Universiteit Gent -- Studeerde aan de Universiteit Gent en aan de Parijse Sorbonne (Université Paris I) -- Doctoreerde in 1986 aan de UGent onder filosoof Jaap Kruithof -- Decaan van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte van 2004 tot 2012 -- Vicerector UGent van 1 oktober 2013 tot 30 september 2017 -- Gewezen lid van het Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek, gewezen voorzitter van de Raad van Bestuur van Scholengroep Panta Rhei (Gent) van het GO! -- Co-voorzitter van de Commissie Mortier-Rigaux (Commissie van Wijzen over de financiering van de levensbeschouwingen in België, 2006) -- Stelt zich verkiesbaar op de Oost-Vlaamse lijst van sp.a voor de provincieraadsverkiezingen in oktober 2018 -- Sinds januari 2018 aangesteld als intendant van het Gents Universiteitsmuseum, het Universiteitsarchief en de Plantentuin van de Universiteit (de eenheid Academisch Erfgoed en Archief) © Gerbrich Reynaert


ACTUA

Freddy Mortier We moeten opnieuw de geesten winnen voor ons project NIEUWE VOORZITTER DEMENS.NU De Gentse professor Freddy Mortier werd in het voorjaar verkozen tot voorzitter van deMens.nu. Hij wil het roer omgooien en het vrijzinnig humanisme aanpassen aan de huidige tijdsgeest. Een eerste interview in De Morgen zorgde voor enige ophef. Mortier wil het vrijzinnig humanisme meer op de kaart zetten door ethische thema’s centraal te stellen. De focus zal liggen op inhoud, weg van de zuil. Frederik Dezutter & Griet Engelrelst

De vorige voorzitter, Sylvain Peeters, kwam uit liberale hoek. U bent socialist en staat zelfs op de provinciale lijst van sp.a. Is dat te combineren? Levensbeschouwing en politiek zijn wel verbonden, maar toch twee verschillende dingen. Binnen de vrijzinnigheid zijn er meerdere politieke strekkingen, zoals er omgekeerd binnen elke politieke kleur verschillende levensbeschouwelijke strekkingen aanwezig zijn. Ik zie dus geen onverenigbaarheid want ik ben een hele mens en geen halve. Niettemin: ik wil vooral een voorzitter voor iedereen zijn. Het vrijzinnig humanisme wordt wel eens geassocieerd met een rechts conservatief discours, het heeft lang een antiverhaal naar voor geschoven. Het klopt dat er een anti-verhaal was en nog is, ook al zou ik het zelf niet rechts of conservatief noemen. Die contrapositie is natuurlijk historisch te verklaren: vrijzinnige organisaties voeren sinds de 19de eeuw strijd tegen de macht van de katholieke kerk en tegen godsdiensten in het algemeen. Zo’n verhaal spreekt jongeren niet

DEGEUS

aan. Zij zien levensbeschouwing als een privékwestie: het is iets persoonlijks, dus moet een ander er zich ook niet mee moeien. Jongeren hebben meestal geen probleem met andermans overtuigingen of gebruiken. Wanneer wij als vrijzinnigen de hoofddoek op de korrel nemen, doen we er goed aan te bedenken dat jongeren daar anders over denken.

Jongeren zien levensbeschouwing als een privékwestie: het is iets persoonlijks, dus moet een ander er zich ook niet mee moeien. Ze hebben meestal geen probleem met andermans overtuigingen of gebruiken HEGEMONIE Kunnen we het vrijzinnig humanisme opnieuw aantrekkelijk maken voor een breed publiek? Ja! Ik laat me hierin graag beïnvloeden door de denker Antonio Gramsci:

als je iets wil bereiken, moet je de strijd om de geesten winnen: de zogenaamde hegemonie. Dat kan het vrijzinnig humanisme doen door het voortouw te nemen op vlak van ideeën, zonder deze te claimen als eigendom van het vrijzinnig humanisme. Kijk bijvoorbeeld naar de abortuskwestie hier of in Ierland: ook al staan vrijdenkers en hun organisaties vooraan in de strijd om meer liberale abortuswetten, dan nog is het tot stand komen van zo’n wet niet alleen een overwinning voor het vrijzinnig humanisme, maar vooral een overwinning voor iedereen, en in de eerste plaats voor de rechten van de vrouw. Dat geldt ook voor andere vrijzinnige strijdpunten, zoals die voor een waardig levenseinde. Iedereen profiteert daarvan, ook katholieken trouwens. We moeten meer focussen op inhoud en minder op verzuiling, want daar winnen we niets mee. Het vrijzinnig humanisme scoort trouwens slecht als verzuilde klantenorganisatie. Om maar een voorbeeld te geven: wij zijn voorstander van openbaar onderwijs, niet van eigen vrijzinnig onderwijs. We werken dus voor anderen, terwijl de katholieke zuil voor zichzelf zorgt. We moeten wel erkennen dat die zuil haar klanten goed bedient, kijk maar

september 2018  >  13


ACTUA

naar de mutualiteit, vakbond, de ziekenzorg, en het vrij onderwijs. Goede klantenservice verklaart waarom mensen blijven hangen in die zuil, hoewel de kerken leeglopen. Die hegemonie heeft maar weinig meer te maken met geloof.

Het vrijzinnig humanisme scoort slecht als verzuilde klantenorganisatie. Om maar een voorbeeld te geven: wij zijn voorstander van openbaar onderwijs, niet van eigen vrijzinnig onderwijs Vlaanderen telt heel wat katholieke scholen en ziekenhuizen, maar in het hoofd van veel mensen is deze verzuiling achterhaald. Ouders kiezen een school of jeugdbeweging niet meer louter op basis van levensbeschouwing, maar omwille van bereikbaarheid, praktische overwegingen, of de aanwezigheid van vriendjes. Hoe moeten wij daarmee omgaan? Zoals gezegd moeten wij daarin niet met hen concurreren, want wij hebben daarvoor de hefbomen niet in handen. Wij moeten natuurlijk wel werk maken van klantenzorg via onze morele dienstverlening, maar die kan nooit zoveel mensen bereiken als die christelijke organisaties. Als wij hegemonie willen verwerven, dan moet dat via duidelijk afgebakende thema’s die we voortdurend moeten aankaarten in de pers, in publicaties of via onze activiteiten, ook politiek. Alles wat te maken heeft met de persoonlijke levenssfeer en het zelf keuzes kunnen maken, belangt ons aan en daarop moeten we de focus leggen. Ik denk nu bijvoorbeeld aan hedendaagse samenlevingsvormen. Als je niet leeft binnen een klassieke gezinsstructuur word je nog al te vaak gediscrimineerd. Dan pleiten wij als vrijzinnig humanisten voor het mogelijk maken van een diversiteit aan samenlevingsvormen, en dit door reorganisaties van de huidige sociale zekerheid en van de rechtskaders. Wij zijn vóór

14  >  september 2018

persoonlijke keuzevrijheid, zeker waar die beknot is door oude godsdienstige gedachten. Ook op het vlak van onderwijs hebben wij heel wat te zeggen en te bieden.

FILOSOFIE, BURGERSCHAP EN DE INTERLEVENSBESCHOUWELIJKE DIALOOG Vindt u dat de levensbeschouwelijke vakken nog überhaupt een plaats verdienen op de schoolbanken? Natuurlijk moet levensbeschouwing aan bod komen op school, het is nu eenmaal een belangrijke dimensie van het leven. Sla je krant maar open en lees wat er staat over het Nabije Oosten, Afrika, Azië… Er is vandaag te weinig kennis over levensbeschouwing. Voor eens en altijd: bent u voorstander van LEF? LEF is voor mij geen issue. Dat is een mogelijke invulling van een vak over levensbeschouwing voor iedereen. Ik ben tevreden met de huidige positie van deMens.nu: we zijn voor het behoud van NCZ én voor de invoering van een algemeen vak voor iedereen dat minstens burgerschap en filosofie omvat. Maar ik vind wel dat we als vrijzinnigen op dit vlak voor onderzoek, debat en scherpstelling van onze ideeën moeten gaan. Ik stel vast dat de tegenhanger van deMens.nu in Wallonië, het Centre d’Action Laïque, pleit voor een Cours de Philosophie et Citoyenneté (CPC) voor iedereen. Dit vak wordt nu 1 uur per week aangeboden, plus 1 uur levensbeschouwing.

Alles wat te maken heeft met de persoonlijke levenssfeer en het zelf keuzes kunnen maken, belangt ons aan en daarop moeten we de focus leggen De uren die de leerkrachten levensbeschouwing hierdoor verliezen, kunnen ze inhalen door het geven van het vak CPC, mits zij hiertoe een beperkte vorming volgen. De CAL gaat

zelfs nog verder en wil de godsdienstige vakken, samen met NCZ, zien verdwijnen uit de school, vanuit de gedachte dat iedereen dan een lekenvak krijgt aangeboden. We kunnen de CAL moeilijk betichten van gebrekkige vrijzinnig-humanistische oriëntatie en dus wil ik nadenken over wat daar gebeurt en dat opvolgen. Voor mij staan de belangen van de rechtsstaat en van de leerling voorop: ze moeten degelijke levensbeschouwelijke kennis

'De neutraliteit van de staat moet verankerd worden rond de gelijkheid man en vrouw en de vrijheid van m


ACTUA

verwerven, kritisch kunnen nadenken daarover, en de normatieve basis van onze rechtsstaat voldoende interioriseren om als burger te kunnen functioneren.

Wij zijn vóór persoonlijke keuzevrijheid, zeker waar die beknot is door oude godsdienstige gedachten

in de Grondwet, net zoals de beginselen meningsuiting.' © Gerbrich Reynaert

Welk model doet dat het beste? Het CPC-model of het Vlaamse, waarin je levensbeschouwelijke vakken hebt, met daarnaast een kader voor interlevensbeschouwelijke competenties? Als die interlevensbeschouwelijke component echt goed ontwikkeld wordt, kan dit model beter zijn dan het neutrale. En a fortiori als ook de component burgerschap door de levensbeschouwingen gemeenschappelijk wordt ontwikkeld. Met wat goede wil moet dat lukken.

denk dat dat potentieel er is als ik kijk naar de Vlaamse Interlevensbeschouwelijke Dialoog.

Een vaak gehoorde kritiek is dat een leerkracht godsdienst niet objectief over het vrijzinnig humanisme kan spreken en omgekeerd. Misschien kan het wel, maar de vraag is wat het beste is. De persoonlijke getuigenis, de belijdenis, kan ook een voordeel zijn waartegen neutraliteit niet opweegt. Je praat immers vanuit je eigen ervaring en levensbeschouwing is nu eenmaal niet alleen een kwestie van weten, maar ook van zich identificeren met. We moeten goed nadenken over de richting. Ik maak me vooral zorgen over de egelpositie waarbij de stekels direct omhoog gaan, want ‘oei, er gaat misschien iets veranderen’. Ik wil geen dogmatiek op dit vlak. In het GO! startte men met het vak burgerschapsvorming, naast de bestaande levensbeschouwelijke vakken. In Wallonië lijkt CPC een interessante piste te zijn, maar misschien zal de praktijk uitwijzen dat de moeilijkheden te groot zijn voor de leerkrachten, die misschien geen uren verliezen, maar wel meer scholen moeten bedienen.

Komen de principes van de seculiere samenleving voldoende aan bod in de opleiding islam? Ik kan daar weinig over zeggen, want ik weet het niet. Ik hoop dat de kennisoverdracht over de islam goed zit in de lerarenopleidingen islam en heb geen redenen om te denken dat de huidige inrichters van die opleiding onvoldoende burgerschapselementen aanreiken. Een vak dat in een andere geest zou onderwezen worden, verdient geen plaats in onze scholen, die nu eenmaal gebonden zijn aan respect voor onze rechtsstaat. De levensbeschouwelijke vakken zijn wel gebonden aan enkele algemene regels die onder andere met de schoolpactwetgeving zijn vastgelegd, maar een leerkracht kan een bepaald thema amper of half aankaarten, of er simpelweg over zwijgen. Er is daar meer controle nodig, en ja, naar mijn mening ook van overheidswege.

Voor mij staan de belangen van de rechtsstaat en van de leerling voorop Iets kan in theorie mooi zijn, maar niet deugen voor de praktijk, zoals Kant al schreef. Als we kiezen voor het behoud van de levensbeschouwelijke vakken, moeten we wel de kritiek erop aanpakken en een Vlaams model ontwikkelen dat de doelstellingen van voldoende gemeenschappelijkheid in diversiteit écht waar maakt. Maar ik

We zijn voor het behoud van NCZ én voor de invoering van een algemeen vak voor iedereen dat minstens burgerschap en filosofie omvat

SCHEIDING KERK EN STAAT Politiek beweegt er veel op levensbeschouwelijk vlak. Patrick Dewael denkt aan een preambule voor de Grondwet, onder meer om de neutraliteit van de staat te waarborgen. Zijn de geesten hier vandaag voldoende rijp voor? Neen, maar we moeten het belang ervan blijven verdedigen. De neutraliteit van de staat moet verankerd worden in de Grondwet, net zoals de beginselen rond de gelijkheid man en vrouw en de vrijheid van meningsuiting. Ik ben dus een absolute voorstander. De CD&V ziet dit echter als een verdoken manier om het belang van godsdienst te relativeren. De geprivilegieerde

september 2018  >  15


ACTUA

positie van de Rooms-Katholieke Kerk zou wel eens in gevaar kunnen komen. Dat heeft natuurlijk te maken met middelen. Met zo’n houding geraken we echter niet ver. We zullen dus een meerderheid moeten opbouwen om dit in de Grondwet te krijgen. In Wallonië wordt de discussie ook ge-

absoluut verbod op levensbeschouwelijke tekens, een hoofddoek of keppeltje voor een ambtenaar of achter het loket kan niet. Gaat u hiermee akkoord? Nee. Het domein van het vrijzinnig humanisme moet de zorg voor het persoonlijke zijn. Natuurlijk rijst er

nen dat er een probleem is op school, bijvoorbeeld dat groepen onderdrukt worden of dat meisjes gedwongen worden om de hoofddoek te dragen zoals gebeurd is in het Atheneum van Antwerpen, of dat er proselitisme in het spel is, zal de rechter oordelen dat een verbod gerechtvaardigd is. Anders niet.

‘Neutraliteit’ is niet meer dan een woord, dat je ook nog een invulling moet geven, en daar zijn er toch een aantal wegen mogelijk

'De ontwikkeling van een medicijn kost zo’n pakken geld dat zonder de farma-industrie er maar weinig zou ontwikkeld worden. Maar die investeert natuurlijk liever in producten die veel geld opbrengen, bijvoorbeeld Viagra, de natte droom van de farma-industrie.' © Gerbrich Reynaert

voerd, maar daar gaat het meer over terminologie. CdH wil bijvoorbeeld wel neutralité d’état vermeld zien in de wet, maar niet laïcité, wat in het Frans immers net dezelfde betekenis heeft als ‘vrijzinnigheid’.

Een rechter met een hoofddoek kan niet, dat zou een verkeerd signaal geven. Maar ik zie niet in waarom een leerkracht islam dat niet zou mogen dragen Hoe ver moeten we gaan in die neutraliteit? Jurgen Slembrouck (verbonden aan de vrijzinnige dienst van de UA) pleit voor een

16  >  september 2018

twijfel in bepaalde situaties. Een rechter met een hoofddoek kan niet, dat zou een verkeerd signaal geven. Maar ik zie niet in waarom een leerkracht islam dat niet zou mogen dragen. Of een leerkracht wiskunde dat kan doen, hangt af van het pedagogisch project van de school. ‘Neutraliteit’ is niet meer dan een woord, dat je ook nog een invulling moet geven, en daar zijn er toch een aantal wegen mogelijk. Wat met het totaalverbod in het Gemeenschapsonderwijs? Voorop staat hier het respect voor de rechtsstaat die godsdienstvrijheid nu eenmaal ook een plaats geeft. Er zijn al uitspraken van het Grondwettelijk Hof en van de Raad van State over deze kwestie. Enkel als je kan aanto-

Maar wat met de invulling van het Gentse stadsbestuur? In Gent heerst bijvoorbeeld geen verbod op het dragen van levensbeschouwelijke symbolen bij het stadspersoneel. Het leren omgaan met levensbeschouwelijke symbolen heeft immers ook een opvoedkundige component. Je leert zo mensen in daadwerkelijke diversiteit samen leven. We mogen hier niet dogmatisch zijn en moeten de grenzen van de leefbaarheid testen. Waar die bereikt worden, kunnen verboden uitgevaardigd worden. Maar, nogmaals, bij politie of rechters kan het zeker niet. Dan gaat het over iets totaal anders, namelijk repressie of rechtspraak, wat iets anders is dan dienstverlening of zorg. U sprak daarnet al over centen. De financiering van erediensten en levensbeschouwing gebeurt nog steeds op basis van oude kwantitatieve criteria. De verdeling moet op een rechtvaardige manier georganiseerd worden, het moet meer representatief zijn. Men zou een studie kunnen uitvoeren om deze verdeling te bepalen, puur op basis van wetenschappelijk onderzoek waarbij de aanhang gemeten wordt. Of je kan ook in de richting van het Italiaanse systeem gaan. Daar kan je bijvoorbeeld op je belastingbrief kiezen naar welke levensbeschouwelijke instelling jouw geld gaat. Je kan dus perfect als katholiek doneren aan boeddhisten.

DEGEUS


ACTUA

DE GOEDE WERKEN Er wordt ook gepleit om de keuze uit te breiden met een goed doel in plaats van een levensbeschouwelijke instelling. Onlangs werd veel geld opgehaald met de campagne ‘Kom op tegen kanker’. Het geld gaat naar onderzoek. Is dit geen taak van de overheid? Uiteraard, maar er is nu eenmaal te weinig geld om wetenschappelijk onderzoek tot een goed einde te brengen. Donaties zijn in dat opzicht een goede zaak. Maar inderdaad, sommige ziektes zijn, om het wat brutaal uit te drukken, meer mediageniek dan andere. Er is een boutade die stelt dar ‘er meer mensen van kanker leven dan er aan sterven’. Dat zal wat overdreven zijn maar je creëert zo wel een geprivilegieerde ziekte, in die zin dat niet alle zieken een gelijke kans hebben op méér onderzoek naar de aandoening waaraan zij toevallig lijden. Want er zijn zoveel ziektes waar geen campagnes voor worden gevoerd en waar te weinig onderzoeksgeld naartoe gaat. De overheid kan méér doen, maar niet heel veel meer, toch niet in die mate dat zij zelf alle onderzoek zou kunnen bekostigen. De ontwikkeling van een medicijn kost zo’n pakken geld dat zonder de farma-industrie er maar weinig zou ontwikkeld worden. Maar die investeert natuurlijk liever in producten die veel geld opbrengen, bijvoorbeeld Viagra, de natte droom van de farma-industrie (glimlacht fijntjes). Dat is nuttig, maar veel onderzoek en ontwikkelingskosten gaan naar nieuwe producten die reeds voorhanden producten nabootsen omdat zij zo rendabel zijn. Daarbij komt dat een bedrijf aan sommige producten méér kan verdienen dan aan andere. In ontwikkelingslanden is diarree nog steeds een groot probleem dat perfect kan opgelost worden met goedkope middelen, maar die brengen minder op dan de Viagra’s van deze wereld. De farmaceutische industrie bepaalt zo waar er onderzoek naar gedaan wordt en daar wringt het schoentje ook. De overheid kan van alles in gang zetten, maar de ontwikkeling ligt in handen van de farmacie. Een

DEGEUS

campagne als ‘Kom op tegen Kanker’ is dus wel degelijk een mooi initiatief. Het is een stimulans om te doneren en dat is nodig, want mensen gaan uit zichzelf niet snel iets geven. Wetenschappelijk onderzoek wees trouwens uit dat er een relatie is tussen de bereidheid tot doneren en levensbeschouwing. Mensen worden door hun levensbeschouwing gestimuleerd om solidair te zijn.

De financiering van erediensten en levensbeschouwing moet op een rechtvaardige manier georganiseerd worden. Men zou een studie kunnen uitvoeren om deze verdeling te bepalen Wat met ontwikkelingssamenwerking? De West-Europese vrijzinnigheid is niet bepaald koploper op dit vlak. Wij zijn natuurlijk klein en hebben hiervoor weinig middelen, maar dat neemt niet weg dat we kunnen investeren in kleine projecten door bijvoorbeeld op te komen voor de LGBT in pakweg Oeganda. Ontwikkelingssamenwerking heeft traditioneel nauwe banden met religie. Zo weigert de VS bij te dragen aan projecten die werk willen maken van condoomgebruik of abortus. Hier is een belangrijke rol weggelegd voor het vrijzinnig humanisme, door werk te maken van die specifieke thema’s. Zo komt Isabel Allende in Chili op voor het recht op abortus en vrouwenrechten in het algemeen. Humanist International, de International Humanist and Ethical Union, de vrijzinnige Human Rights Watcher, met zijn jaarlijks rapport over de vrijheid van denken en concrete hulp aan bedreigde atheïsten, dragen ook bij tot de bescherming en aanvaarding van vrijdenkers in landen waar dat verre van evident is. Het Universitair Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking van de VUB met zijn ChanGe-project is een goed voor-

beeld van hoe met weinig middelen toch een behoorlijke impact kan worden gerealiseerd in de ontwikkelingssamenwerking, en dit rond thema’s eigen aan vrijzinnige humanisten.

GEEN KWESTIE VAN TOEVAL Naast uw voorzitterschap van deMens.nu, uw politieke carrière bij de sp.a, bent u ook nog steeds nauw verbonden met de UGent. U was tot voor kort vicerector van de UGent, nog steeds professor ethiek en onlangs werd u aangesteld als intendant van het GUM, het Gents Universitair Museum. En daar ben ik bijzonder fier op. In september 2019 opent dit museum haar deuren in het Citadelpark, op het toekomstige museumplein waar ook het MSK en SMAK gelegen zijn. Mijn eenheid Academisch Erfgoed en Archief bestaat uit het universitair archief, de plantentuin en het museum zelf. De zes musea die we nu hebben, worden organisatorisch samengebracht en blijven ingeschakeld in onderwijs en onderzoek. Er komt ook een nieuw wetenschapsmuseum bestemd voor het publiek. Je mag je verwachten aan een origineel museum met enkele topstukken. Het wordt een ‘monument aan de twijfel’: we vertrekken vanuit de idee dat wetenschap en zekerheid niet samenvallen en willen aantonen hoe feilbaar en kwetsbaar wetenschappelijke kennis is. Wetenschappelijk onderzoek is geen kwestie van toeval of genialiteit, het zal ook gaan over de pijn en de moeilijkheden van het onderzoek. De evolutietheorie bijvoorbeeld is er niet zomaar gekomen, het was een lastig proces, dat brak met de gangbare gedachte dat alles in de natuur doelgericht is. Het museum richt zich op leerlingen uit de 2e en 3e graad secundair onderwijs, onderzoekers en toeristen. Bedoeling is de informatie steeds op een persoonlijke maat aan te bieden. We komen zeker eens langs!

september 2018  >  17


ACTUA

FILOS

Nacht van de Vrijdenker

www.na

BIJLOK

NA

ZATERDAG 10 NOVEMBER 2018, BIJLOKE EN KASK GENT De Nacht van de Vrijdenker, het filosofiefestival dat toonaangevende denkers uit binnen- en buitenland samenbrengt rond vragen die ertoe doen, groeide op vier jaar tijd uit van een bescheiden evenement in het Geuzenhuis tot een groots filosofiefeest in de Bijloke en het KASK. Voor de vijfde jubileumeditie komt niemand minder dan Steven Pinker naar Gent. Een niet te missen event voor alle vrijdenkers! VERDIEPING OP HET SCHERPST VAN DE SNEE

STEVEN PINKER

Hoe staan we ervoor bij het ingaan van het Antropoceen, het tijdperk waarin de gevolgen van menselijke activiteit zich overal doen gelden? Dat zorgt bij veel mensen voor een groeiend gevoel van onbehagen in de moderniteit. Terecht, of moeten we het onbehagen counteren en blijven vertrouwen op Verlichting en vooruitgang? Wat is de toekomst van de mens, loert de robo sapiens om de hoek? Heeft rationaliteit nog een toekomst in een irrationele wereld? Hoe leiden we ons leven in een steeds digitaler wordende omgeving? Hoe gaan we om met religie, identiteit, de macht van het algoritme, de roep om mensverbetering? Vragen waarvan je hoofd gaat duizelen.

Absolute headliner dit jaar is de Amerikaanse psycholoog en bestsellerauteur Steven Pinker.

Meer dan dertig filosofen, wetenschappers en opiniemakers laten hun heldere denkkracht los op al deze thema’s – en nog veel meer – in lezingen, interviews, panelgesprekken en debatten. De Nacht brengt een wervelwind aan stimulerende inzichten, opent nieuwe perspectieven en biedt verdieping op het scherpst van de snee. Ontregelend en ontwarrend.

18  >  september 2018

Steven Pinker is een van de bekendste en invloedrijkste intellectuelen ter wereld. Hij is professor aan de universiteit van Harvard, gespecialiseerd in cognitiewetenschap, taalkunde en evolutionaire psychologie. Daarnaast schreef hij een tiental wetenschappelijke boeken voor een breed publiek. The Blank Slate en The Better Angels of our Nature werden wereldwijde bestsellers. Hij stelt op de Nacht van de Vrijdenker zijn nieuwste boek voor: Enlightenment Now: The Case for Reason, Science, Humanism, and Progress. De Nederlandse versie verschijnt in oktober bij Atlas Contact als Verlichting nu. Een pleidooi voor rede, wetenschap, humanisme en vooruitgang. Zijn bezoek aan Gent wordt de enige boekvoorstelling in de Lage Landen.

VERLICHTING NU Als je de krant leest zou je het niet zeggen, maar volgens Pinker is de toestand van de mensheid beter dan ooit.

DEN Mensen leven gelukkiger, gezonder, langer … Alle onheilsprofeten ten spijt, is er volgens hem reden voor vooruitgangsoptimisme. Dat hebben we, aldus Pinker, te danken aan de Verlichting en haar project gebaseerd op rede, wetenschap en vooruitgang. En hoewel de problemen die ons vandaag bedreigen reëel zijn, liggen de oplossingen in diezelfde Verlichting. De Verlichtingswaarden en -methodes kunnen ons bovendien wapenen tegen die aspecten van de menselijke natuur waar demagogen en populisten al te graag misbruik van maken: tribalisme, stamdenken, nationalisme, autoritarisme, magisch denken en dehumanisering.

DEGEUS


ACTUA

SOFIEFESTIVAL c h t v a n d e v r i j d e n k e r. b e

KE & KASK GENT

ACHT VAN DE VRIJ NKER Vergis u echter niet: Pinker is geen naïeve feelgoodoptimist. Hij pleit voor slimme, nuchtere positiviteit. De term ‘optimisme’ bevalt hem zelfs niet zo zeer. Zoals hij in een recent interview in Knack beweerde, is de aanname dat alles altijd beter wordt, even irrationeel dan de overtuiging dat alles definitief om zeep is. Toch leverde zijn boek hem een storm aan kritiek op, net als bij zijn vorige werk Ons betere ik (The better angels of our nature). Daarin zette hij uiteen hoezeer het geweld doorheen de geschiedenis alsmaar afneemt – zelfs met de extreem gewelddadige twintigste eeuw net achter de kiezen. Door deze stellingen geldt Pinker in het huidige intellectuele klimaat als een echte dwarsdenker, ideaal voor een Nacht van de Vrijdenker.

DEGEUS

ALLE INFO EN TICKETS www.nachtvandevrijdenker.be We bieden een korting van 10% aan alle leden van de lidorganisaties van het Geuzenhuis (zie colofon achteraan voor een opsomming). Kortingskaarten voor leden zijn enkel verkrijgbaar aan de balie van het Geuzenhuis, op vertoon van uw lidkaart.

EN VERDER In een tijdperk van oprukkend populisme, antiverlichtingsdenken en met een wetenschapsontkenner als Trump op de presidentsstoel van de machtigste natie ter wereld, denken we na over de kracht van rationaliteit en de rede als wapen tegen de uitdagingen waar we in de eenentwintigste voor staan. Niet alleen over de mogelijkheden, maar ook over de bedreigingen en de beperkingen ervan. Ook de toekomst van de mens eist onze aandacht op: technologische ontwikkelingen bevinden zich immers steeds vaker aan de grens van de mens. Implantaten in het brein verschuiven onze cognitieve grenzen, protheses en exoskeletten herdefiniëren de zintuiglijke grens tussen mens en wereld, en CRISPR-CAS doorbreekt de grenzen van de maakbaarheid van de mens. Moeten we de mens tegen deze technieken beschermen of omarmen we de transhumanistische ambitie om een verbeterde opvolger van de mens te realiseren? Ook de huidige technologische revolutie op gebied van AI, robotica en automatisering roepen een hele hoop filosofische en ethische vraagstukken op waar we natuurlijk niet aan voorbij kunnen gaan. Of het feit dat ons le-

ven zich alsmaar meer online lijkt af te spelen: het digitale zit nu overal om ons heen. Hoe moeten we daarmee omgaan?

MAATSCHAPPELIJKE KWESTIES Actuele, prangende kwesties verdienen aandacht die verder gaat dan de waan van de dag. Komen aan bod: (de)radicalisering, terrorisme, religie, identiteit. Het concept identiteit is namelijk niet meer weg te denken uit onze maatschappelijke discussies. In het kielzog daarvan volgen begrippen als intersectioneel denken, erkennen van privileges en dekolonisering. Voorstanders wijzen op de onontbeerlijkheid om vanuit deze concepten aan maatschappijkritiek te doen en heersende narratieven te deconstrueren. Tegenstanders – ook vanuit linksprogressieve hoek – wijzen erop dat deze vorm van maatschappijkritiek zijn doel voorbijschiet en het onmogelijk maakt op zoek te gaan naar een gemeenschappelijke basis van humaniteit. Een kritiek die vanuit deze uitgangspunten vertrekt zou verdelen in plaats van verbinden en dus contraproductief zijn. Wie heeft het bij het rechte eind?

FILOSOFIE ALS GIDS VOOR HET DAGELIJKS LEVEN Een filosofiefestival is natuurlijk niet compleet als het ook niet zou laten zien hoe filosofie een gids kan zijn voor het dagelijks leven: praktische filosofie dus, die je kan helpen zin te geven aan je bestaan. In workshops en andere interactieve randactiviteiten is er tenslotte gelegenheid genoeg om zélf filosofisch aan de slag te gaan.

PRAKTISCH De Nacht van de Vrijdenker op 10 november in de zalen van het muziekcentrum De Bijloke en het KASK in Gent, vanaf 19:00. Met onder meer: Steven Pinker, Philipp Blom, Johan Braeckman, Alicja Gescinska, Raymond Tallis, Julian Baggini, Susan Blackmore, Peter-Paul Verbeek, Katrien Devolder, Katleen Gabriels, Caroline Pauwels, Hans Schnitzler, Mark Coeckelberg, Luc Steels, Bram Vanderborght, Jamila Channouf, René ten bos, Ignaas Devisch, Jean Paul Van Bendegem, Miriam van Reijen, Alexander Roose, Montasser AlDe’emeh, Kristien Hens, Floris Van den Berg, Tomas Serrien, Paul Cliteur, Maarten Boudry, Jan Dumolyn. Uitpuffen kunt u op onze filosofa, en nadien is er gelegenheid om de Nacht af te sluiten op de afterparty.

september 2018  >  19


STEFAAN BLANCKE is als filosoof verbonden aan de Central European University Budapest en de Universiteit Gent. Binnenkort gaat hij als universitair docent aan de slag bij de Universiteit van Tilburg, waar hij wetenschaps- en bewustzijnsfilosofie zal doceren. Hij publiceerde meer dan twintig artikelen in internationale wetenschappelijke tijdschriften, over wetenschap, pseudowetenschap, religie en culturele evolutie, en hij is co-redacteur van de bundels Creationism in Europe (Johns Hopkins UP, 2014) en Perspectives on Science and Culture (Purdue UP, 2018). Š Gerbrich Reynaert


VRAAGSTUK

Stefaan Blancke ‘Het creationisme is van nature aantrekkelijk voor ons brein’ Hij won dit jaar de Prijs Lucien De Coninck, een tweejaarlijkse prijs voor een onderzoeker die werk van hoog wetenschappelijk niveau combineert met een vrijzinnighumanistische levenshouding en maatschappelijk engagement. Een gesprek met de Gentse filosoof Stefaan Blancke, over de ontdekking van mensapen, creationisme en de gevoeligheid van ons brein voor irrationele denkbeelden. Griet Vandermassen

De onderzoeksinteresses van Stefaan Blancke situeren zich in het domein van de wijsgerige antropologie, de evolutionaire psychologie en pseudowetenschappen, met name het creationisme. Die interdisciplinaire interesse gaat al terug tot zijn masterthesis, die focuste op de impact van de ontdekking van mensapen in de zeventiende eeuw. Darwins evolutietheorie was nog veraf, en men werd geconfronteerd met harige wezens die sterk op ons leken. Dat kwam voor sommigen als een schok. Hoe reageerde men op de griezelige gelijkenis tussen ons en mensapen? Het lokte wel wat discussie uit. De vraag was: zijn dit mensen? Eerst probeerde men om die bevinding zoveel mogelijk binnen het bestaande denkkader te plaatsen: dat van de Grote Ketting van het Bestaan, waarin elke soort een vaste plaats heeft. Men argumenteerde bijvoorbeeld dat chimpansees dan misschien wel spraakorganen hebben, en hersenen die sterk op de onze lijken, maar dat er een metafysisch principe ontbreekt dat alleen de mens

DEGEUS

heeft. De chimpansee werd hiermee een ontbrekende schakel tussen de mens en het dierenrijk.

Lord Monboddo, een achttiende-eeuwse Schotse rechter, stelde zelfs dat orang-oetans mensen zijn, maar dan in een vroege fase van de menselijke ontwikkeling In de loop van de Verlichting ontstonden nog andere opvattingen, zoals dat de mensheid doorheen de geschiedenis een evolutie doormaakte van primitieve samenleving naar het superieure Westen, met achterliggend het idee dat we misschien wel een dierlijke oorsprong hebben. Dat idee vinden we bijvoorbeeld bij Rousseau. Lord Monboddo, een achttiendeeeuwse Schotse rechter, stelde zelfs dat orang-oetans mensen zijn, maar dan in een vroege fase van de menselijke ontwikkeling. Dat stuitte op religieus verzet, want het tastte de menselijke waardigheid aan. Ook in

een predarwinistisch kader vond men dus al dat de associatie van mensen met dieren onze waardigheid aantast. Leek dit debat op het debat dat Darwins evolutietheorie uitlokte? Het was veel minder intens en veel minder uitgewerkt. Het was ook sterk metafysisch getint. Het vertrok van het idee van de Grote Ketting van het Bestaan, waarbinnen je niet van de ene trap naar de andere mag springen. Ook Lord Monboddo dacht erg metafysisch. We werden volgens hem geschapen als dieren, domesticeerden onszelf steeds meer, bereikten een hoogtepunt in de Griekse cultuur en gingen sindsdien gestaag bergaf. Als de mensheid uiteindelijk uitsterft, zal ze overgaan in een geestelijke vorm. Dat ging bij Monboddo gepaard met een volledig kosmologisch programma. Hij was dus zeker geen voorganger van Darwin, op zijn suggestie na dat we iets te maken hebben met mensapen.

MODERN CREATIONISME In hoeverre verschilt dit predarwinistische creationisme van de hedendaagse variant? Hedendaagse creationisten maken daar niet graag een onderscheid tussen. Ze vinden dat hun traditie veel ouder is dan wat zich afspeelt sinds de evolutietheorie, en in zekere zin hebben ze gelijk. Het creationisme was immers het oorspronkelijke en meest voorkomende idee, overal ter wereld. Het verschil met het hedendaagse creationisme is echter dat dit laatste eerder anti-evolutionair is. Aangezien je de dingen een naam moet geven, noem ik het ‘modern

september 2018  >  21


VRAAGSTUK

creationisme’. Daarnaast heb je nog het theïstisch evolutionisme, dat ook creationistisch is, want het gaat ervan uit dat God geschapen heeft. Het moderne creationisme stelt echter dat je in de wereld bewijs kan vinden van Gods schepping. De functionele complexiteit van het menselijk oog zou daarvan een voorbeeld zijn.

In Europa zien we vooral dat creationistische groeperingen wat actiever geworden zijn Is het moderne creationisme in opgang? Ik denk niet dat het zieltjes wint, maar voor Europa is dat moeilijk in te schatten, omdat goede cijfers ontbreken. Voor de VS hebben we wel cijfers, en daar blijft het al dertig jaar ongeveer hetzelfde: veertig procent van de bevolking wijst evolutie af, met recentelijk een kleine afname van dat percentage. In Europa zien we vooral dat creationistische groeperingen wat actiever geworden zijn, zeker in de aanloop naar het Darwinjaar van 2009, toen ze zich probeerden te mengen in het publieke debat. Nu is die activiteit weer wat gedaald. Ik denk dat de tijden niet zo gunstig zijn voor creationisten. Mensen lachen je uit als je jezelf creationist noemt. Het concentreert zich wellicht meer in evangelische middens. Vaak wel, en ook in kleinere religieuze gemeenschappen, zoals de orthodoxjoodse en protestantse gemeenschap, en binnen de islam. In welke Europese landen staat het creationisme het sterkst? In Rusland, en bij uitbreiding het hele oostelijke deel van Europa. In ex-communistische landen is er ruimte vrijgekomen voor religie, omdat religie er zo lang onderdrukt werd. Daarnaast heb je belangrijke protestantse gemeenschappen in onder meer Nederland, maar het zou me sterk verwonderen als hun ledenaantal toeneemt. Wie de evolutietheorie verwerpt en zegt te geloven wat de Bijbel stelt, scheidt zich af van wat de meerderheid van

22  >  september 2018

de mensen denkt, ook al begrijpen die vaak niet wat de evolutietheorie eigenlijk inhoudt.

WEERSTAND TEGEN DE EVOLUTIETHEORIE Binnen gesloten gemeenschappen zit je wel met een probleem. Juist, maar ook daar wordt het steeds moeilijker om jongeren te vrijwaren van argumenten en feiten. Zij gaan ook naar school en volgen de media, dus is er meer kans dat ze blootgesteld worden aan kritische argumenten. Tenzij ze zich volledig opsluiten, maar ik denk dat velen in dit geval een positie zullen zoeken waarbij ze hun geloof op de een of andere manier kunnen verzoenen met de wetenschap. Met moslims is er toch een groeiend probleem in middelbare scholen? Dat horen we vaak van leerkrachten: van zodra de evolutietheorie ter sprake komt, wordt er amok gemaakt. Er zijn manieren om dat aan te pakken. Een Gentse leerkracht heeft dat onderzocht, via een eigen experiment. Ze gaf op drie manieren les over de evolutietheorie. Eerst hanteerde ze de autoritaire methode: dit is de waarheid. Daarna hield ze een krachtig pleidooi voor de evolutietheorie, en daarna stelde ze zich op als socratische leerkracht: je hoeft dit niet te aanvaarden, maar als je ertegen bent, wil ik wel dat je weet waar je tegen bent. Met die laatste aanpak creëer je ruimte om de argumenten pro evolutie te laten gelden. Leerlingen zijn dan tenminste al bereid om te luisteren, wat een belangrijke eerste stap is. Die leerkracht merkte dat een aantal leerlingen begon mee te denken, zich probeerden voor te stellen hoe evolutie werkt. Dat is al heel wat.

In ex-communistische landen is er ruimte vrijgekomen voor religie, omdat religie er zo lang onderdrukt werd

Het hangt ervan af waar je naar streeft als leerkracht. Je kan leerlingen niet dwingen om wetenschappelijke theorieën te aanvaarden. Je kan er alleen naar streven dat ze die theorieën begrijpen en hopen dat dit inzicht tot aanvaarding leidt. Helpt het om bijvoorbeeld te beschrijven hoe geneeskunde werkt, of hoe resistentie ontstaat in bacteriën? Met andere woorden, de praktische toepassingen van de evolutietheorie aantonen? Je kan het inderdaad pragmatisch aanpakken, maar het is niet zo dat

DEGEUS


VRAAGSTUK Wat maakt dat mensen wetenschappelijke concepten kunnen bedenken en aan wetenschap kunnen doen? Ons brein is van nature met bepaalde mechanismen uitgerust. Die moeten op een bepaalde manier aangewend worden, zoniet kom je tot religieuze concepten. Je moet dus dingen in de omgeving veranderen, en dat is wat gebeurt in wetenschap. © Gerbrich Reynaert

selectie aangepast hebben aan hun verschillende omgevingen, met alle huidige soorten tot gevolg. Zo is het kattype bijvoorbeeld geëvolueerd tot leeuwen, cheeta’s en jaguars. Dat moet dus supersnel verlopen zijn, op hooguit tienduizend jaar.

Vooraanstaande creationisten zijn vaak academici. Weliswaar doorgaans met niet-relevante diploma’s, maar soit, het zijn intelligente mensen Zien ze natuurlijke selectie dan als een blinde kracht? Ze zien toch ook een portie goddelijke voorzienigheid. Dat vind je ook terug bij theïstische evolutionisten. Doorgaans zijn dat vrij progressieve gelovigen, die op die manier evolutie in overeenstemming proberen te brengen met hun geloof: God zal hier en daar wel een mutatie in de juiste richting gestuurd hebben.

© Gerbrich Reynaert

ze door dat inzicht de evolutietheorie zullen aanvaarden. Creationisten hebben geen probleem met natuurlijke selectie, en in dat opzicht zijn ze eigenlijk super-evolutionisten – al zullen ze dit zelf uiteraard ontkennen. Ze geloven dat de aarde nog maar zes- tot tienduizend jaar oud is, en gaan ervan uit dat er kinds bestaan: basistypes zoals ‘het basishondtype’ en ‘het basiskattype’. Dat is wat God geschapen heeft en wat je op de Ark terugvindt. Ze ontkennen dat je van het ene basistype naar het andere kunt, maar denken wel dat die types zich door natuurlijke

DEGEUS

Creationisten zijn dus niet onder de indruk van voorbeelden als resistentie. Ze zullen repliceren: ‘natuurlijk, want dat is kleinschalig. Maar je ziet wel geen kat in een hond veranderen!’ Creationisten zijn niet onnozel. Vooraanstaande creationisten zijn vaak academici. Weliswaar doorgaans met nietrelevante diploma’s, maar soit, het zijn intelligente mensen. Zoals Cees Dekker in Nederland? Cees Dekker is nanotechnoloog, hij bestudeert dus de heel kleine deeltjes. Hij dweepte een tijd met Intelligent Ontwerp, maar heeft dat weer afgezworen en ontkent nu zelfs dat hij die fascinatie ooit heeft

gehad. Dekker is een evangelisch gelovige en inderdaad een erg goede wetenschapper. In 2003 ontving hij zelfs de Spinozapremie, een soort van Nederlandse Nobelprijs. Vandaag noemt hij zich een theïstisch evolutionist: natuurlijke selectie is Gods manier van scheppen. Hoe je dat in overeenstemming brengt met de blindheid van het proces van natuurlijke selectie, is mij een raadsel.

GELOVIG DOOR INTUÏTIES Geloof is wellicht vooral een intuïtie. Je kan die moeilijk onderuit halen door rationele argumenten. Religie is inderdaad vaak een intuïtieve aangelegenheid. Mensen ‘voelen’ Gods aanwezigheid. Maar religieuze overtuigingen zijn net wijdverspreid en hebben een bepaalde vorm omdat ze inspelen op een aantal intuïties die in ons brein aanwezig zijn door natuurlijke selectie. Die intuïties zorgen voor bepaalde verwachtingen over hoe de wereld in elkaar zit. We hebben bijvoorbeeld de intuïtie dat soorten een onveranderlijke kern hebben die hun identiteit bepaalt, wat botst met het idee van evolutie maar volledig aansluit bij het creationisme. We denken over anderen na in termen van intenties en doelen, omdat we een heel sociale soort zijn, dus het idee van bovennatuurlijke, onzichtbare actoren is heel aantrekkelijk voor ons brein. Volgens cognitief antropoloog Pascal Boyer voldoen succesvolle religieuze denkbeelden aan een bepaald recept: ze moeten voldoen aan wat we intuïtief verwachten over een persoon, bijvoorbeeld dat die verlangens heeft, onze wensen kan inwilligen en wraak kan nemen, maar die persoon moet ook iets contra-intuïtiefs hebben. Hij moet almachtig zijn of over andere bijzondere krachten beschikken. Dergelijke bijzondere eigenschappen trekken de aandacht van ons brein. Draken en elfen voldoen ook aan die kenmerken, maar toch geloven mensen er niet in. Godsbegrip gaat erg diep. Waar zit het verschil? De Grieken geloofden wellicht wel in Zeus, terwijl wij hem als een mythe

september 2018  >  23


VRAAGSTUK

beschouwen. Veel heeft er wellicht mee te maken dat bovennatuurlijke wezens toegang hebben tot ‘strategische informatie’: informatie die relevant is voor de interactie tussen mensen. Wie kunnen we vertrouwen? Wie bedriegt zijn vrouw? Dat is erg relevant, want we moeten voortdurend kunnen inschatten met wie we kunnen samenwerken of anderssoortige relaties aangaan. Goden hebben toegang tot al die relevante informatie, dus daar hou je maar beter rekening mee. Waar ben je momenteel mee bezig? Ik heb mijn vraagstelling naar de aantrekkelijkheid van religieuze denkbeelden uitgebreid naar die van de aantrekkelijkheid van pseudowetenschappen. Dat doe ik samen met Maarten Boudry en Johan Braeckman. Waarom geloven zoveel mensen in homeopathie of complottheorieën? Waarom zijn ze tegen ggo’s, ook al leven we in een wetenschappelijk tijdperk? Welke vorm nemen die irrationele denkbeelden aan waardoor ze zo succesvol worden? Wat maakt pseudowetenschappen zo succesvol? We hebben een aantal strategieën blootgelegd. Eén daarvan is intuïtieve aantrekkelijkheid. Ufologie en complotdenken sluiten aan bij onze intentionele psychologie: we denken graag na over fenomenen in termen van andere geesten die dingen bekokstoven. In creationisme en homeopathie vind je dan weer essentialisme terug, net als in de weerstand tegen ggo’s: planten hebben een essentie, en je mag daar niet aan morrelen.

We denken over anderen na in termen van intenties en doelen, omdat we een heel sociale soort zijn, dus het idee van bovennatuurlijke, onzichtbare actoren is heel aantrekkelijk voor ons brein

24  >  september 2018

Een tweede strategie van pseudowetenschappen is dat ze proberen om wetenschap te imiteren. Mensen beschouwen wetenschap als een betrouwbare bron van informatie. Als je kan doen alsof je wetenschappelijk bent, heb je een streepje voor op denkbeelden die dat niet doen. Dat betekent niet dat mensen zomaar alles geloven wat hen wordt voorgeschoteld, want we kunnen verwachten dat we mechanismen ontwikkeld hebben om betrouwbare informatie te onderscheiden van onbetrouwbare, zoniet vallen we ten prooi aan uitbuiting. Door wetenschapsimitatie lijkt de bron echter betrouwbaar en zijn we geneigd om de informatie te aanvaarden.

Als je kan doen alsof je wetenschappelijk bent, heb je een streepje voor op denkbeelden die dat niet doen Er is nog een derde strategie, die vooral onderzocht is door Maarten Boudry. Pseudowetenschappen hebben één nadeel: ze zijn onwaar en dus kwetsbaar voor kritische weerlegging. Daardoor hebben ze de neiging om zich in te dekken tegen kritiek. Freud biedt hiervan veel voorbeelden, waaronder de anekdote van een vrouw die zijn these tegensprak dat dromen verdrongen wensvervulling zijn. Ze had immers gedroomd dat ze op reis ging met haar schoonmoeder, terwijl ze die vrouw niet kan uitstaan. Waarop Freud heel slim antwoordde: ‘eigenlijk had je de verdrongen wens om mijn theorie te weerleggen.’ Een ander voorbeeld van immunisering tegen kritiek is de vaagheid van sommige concepten, waardoor je altijd kan verspringen tussen interpretaties en je jezelf nooit vastpint. ‘Energie’ is zo’n concept. Of neem mensen die beweren over telepathische krachten te beschikken, maar die krachten werken helaas niet als er een kritische observator aanwezig is. Vaak geloven zij wat ze

zeggen, omdat ze voortgaan op hun ervaring, maar de eigen ervaring is helaas geen goede leidraad. Mensen kunnen immers op veel manieren in de fout gaan. Wetenschap komt dus niet van nature? Dat klopt, maar tegelijk wordt ze bedreven door geëvolueerde breinen. Wat maakt dat mensen wetenschappelijke concepten kunnen bedenken en aan wetenschap kunnen doen? Ons brein is van nature met bepaalde mechanismen uitgerust. Die moeten op een bepaalde manier aangewend worden, zoniet kom je tot religieuze concepten. Je moet dus dingen in de omgeving veranderen, en dat is wat gebeurt in wetenschap. We gebruiken allerlei opstapjes voor ons denken: statistiek, metaforen zoals natuurlijke selectie (naar analogie met kunstmatige selectie), technologieën zoals telescopen en microscopen, en andere mechanismen waardoor we onze natuurlijke beperkingen kunnen overstijgen, zoals de arbeidsverdeling binnen wetenschappelijke gemeenschappen.

Wetenschappelijk denken verschilt eigenlijk niet zo radicaal van alledaags denken Wetenschappelijk denken verschilt eigenlijk niet zo radicaal van alledaags denken. Volgens wetenschapsfilosofe Susan Haack komt het neer op ‘gezond verstand, alleen meer van dat’. Wetenschappers hebben geen ander brein dan dat van andere mensen, maar ze creëren en werken in een omgeving waar ze tot veel meer in staat zijn. Neem het eenvoudige voorbeeld van een microscoop. Wij kunnen bacteriën normaliter niet zien, en via de microscoop kan dat plots wel. We gebruiken onze ogen zoals anders, maar plots hebben we ‘meer van dat’. En dat geldt voor alle wetenschappen.

DEGEUS


HET STEMHOKJE

© Shutterstock

Wat zeggen jouw genen? Uit een onderzoek van De Maakbare Mens in 2017 blijkt dat 61,5% van de ondervraagden zijn of haar genetische code in kaart zou willen laten brengen, mocht dat mogelijk zijn. Die mogelijkheid is er nu, tenminste als je bereid bent er een aanzienlijk bedrag voor neer te leggen. Maar waarom zou je deze info willen weten en vooral, wat doe je ermee? Wat als het slecht nieuws is? Met het project ‘Wat zeggen jouw genen?’ bracht De Maakbare Mens enkele Vlamingen samen om hierover in gesprek te gaan.

Institutes of Health in de VS, nvda), Craig Venter (Amerikaans moleculair bioloog die er gelijktijdig met het door publieke middelen gefinancierde Human Genome Project in slaagde om met private middelen het menselijk genoom te ontrafelen, nvda) en via videoverbinding de Britse premier Tony Blair, aankondigde dat de eerste ruwe kaart van het menselijk genoom klaar was. Volgens Clinton ‘de belangrijkste en meest wonderbaarlijke kaart die de mensheid ooit heeft geproduceerd’.

Liesbet Lauwereys

Met het Human Genome Project werd het volledige menselijke genoom in kaart gebracht, de menselijke genetische code of de opeenvolging van alle lettertjes in ons DNA. Het project dat van start ging in 1988 werd uiteindelijk in 2003

WAT VOORAFGING: HET MENSELIJK GENOOMPROJECT Het was wereldnieuws toen in juni 2000 de Amerikaanse president Bill

DEGEUS

Clinton tijdens een persconferentie aan het Witte Huis, bijgestaan door Francis Collins (geneticus en huidig directeur van de National

september 2018  >  25


HET STEMHOKJE

volledig afgerond. Meer dan duizend wetenschappers in zes landen waren betrokken. Het genereren van de eerste kladversie van ons genoom kostte 300 miljoen dollar.

Er is zelfs geen bloedprik voor nodig, uit een speekselstaal kan men het nodige DNA halen om je genoom te lezen Dankzij de kennis die het Human Genome Project voortbracht en de technologische vooruitgang kan een genoom vandaag een stuk sneller en goedkoper in kaart gebracht worden. De machines waarover grote labo’s nu beschikken zijn veel krachtiger dan die van vroeger. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat er de voorbije jaren een markt voor genoomanalyses ontstaan is. Het aanbod is er. Via verschillende buitenlandse websites kun je jouw DNA in kaart laten brengen. De vraag is er ook. Toen De Maakbare Mens in 2017 in een enquête bij de Vlaamse bevolking peilde naar de interesse in een genoomanalyse, antwoordde 61,5% van de respondenten dat ze hun genetische code in kaart willen laten brengen als dat zou kunnen. En dat kan dus. Er is zelfs geen bloedprik voor nodig, uit een speekselstaal kan men het nodige DNA halen om je genoom te lezen. Het valt te verwachten dat de vraag en het aanbod de komende jaren verder zullen toenemen naarmate genoomanalyse bekender wordt. Dus, wat kun je verwachten van zo’n genoomanalyse?

HOE WERKT ZO’N DNA-ANALYSE? De ene analyse is de andere niet Bij een genoomanalyse wordt je volledige genetische code, dat wil zeggen alle 3,2 miljard letters van je genoom, in kaart gebracht. Een hele klus en vrij duur. Als je online een DNA-analyse bestelt, is de kans bijzonder klein dat het werkelijk om zo’n volledige genoomanalyse gaat.

26  >  september 2018


HET STEMHOKJE

Waarschijnlijk is het een ‘exoomanalyse’, waarbij een deel van je genoom wordt uitgelezen, zijnde je genen. Genen zijn stukken DNA, de opeenvolging van een aantal letters, die coderen voor een eiwit. De mens heeft er een 20.000-tal en die maken maar 2 tot 3% uit van je volledige genoom. Het is wel het deel waar men het meeste vanaf weet.

Als je online een DNAanalyse bestelt, is de kans bijzonder klein dat het werkelijk om een zo’n volledige genoomanalyse gaat Of het kan een analyse op basis van SNP’s (spreek uit SNIPS) zijn. In de 3,2 miljard letters die ons genoom vormen zit variatie. Hetzelfde stukje kan bij de ene persoon AAGCCTA zijn en bij iemand anders AAGCT TA. Bij een analyse op basis van SNP’s gaat men enkel op zoek naar die verschillen van één letter. Zo bepaalt men welke genetische variaties jij hebt. De overgrote meerderheid van de genetische variaties die bestaan in het menselijk genoom worden veroorzaakt door zulke SNP’s of verschillen van een lettertje. Vaak heeft zo’n letter verschil weinig betekenis, maar soms heeft het wel een nadelig of voordelig effect voor de persoon in kwestie. We weten nog niet alles Wat ons vooral interesseert is natuurlijk niet louter de opeenvolging van de lettertjes in onze genetische code, maar wat die betekenen. Wat vertellen ze over onszelf? Het in kaart brengen van je genetische code is één ding, maar de interpretatie ervan is een ander paar mouwen.

Het in kaart brengen van je genetische code is één ding, maar de interpretatie ervan is een ander paar mouwen Ons genoom is een schat aan informatie, maar heeft nog niet

DEGEUS

al zijn geheimen prijsgegeven. De interpretatie van zo’n analyse gebeurt op basis van de huidige stand van de wetenschap. En die staat niet voor elke eigenschap of aandoening even ver. Uit het ene resultaat zal men een duidelijke wetenschappelijk onderbouwde conclusie kunnen trekken, bij andere resultaten weet men dat er een verband is tussen een genetische variant en een eigenschap, maar niet hoe de vork precies in de steel zit. Als we eenzelfde DNA-analyse binnen tien jaar opnieuw laten interpreteren, is de kans groot dat we voor een aantal zaken tot andere conclusies komen omdat ondertussen nieuwe ontdekkingen zijn gedaan. De genetica is in volle ontwikkeling.

De grootste drijfveer om voor een DNA-analyse te gaan, is nieuwsgierigheid WAT ZEGGEN JOUW GENEN? Na de vaststelling dat de nieuwsgierigheid bij mensen naar hun genetische informatie vrij groot is, wilde De Maakbare Mens weten waarom mensen een DNA-analyse zouden doen, of waarom niet? Wat zijn hun bedenkingen? Wat zijn hun verwachtingen en worden die ingelost? Met het project ‘Wat zeggen jouw genen?’ bracht De Maakbare Mens acht Vlamingen samen om met mekaar in gesprek te gaan over DNAanalyse: drie personen die stonden te popelen om zo’n analyse te laten uitvoeren, drie personen die daarover twijfelden en twee personen die er stellig van overtuigd waren dat ze zo’n DNA-analyse niet willen. Na twee groepsgesprekken en het krijgen van heel wat achtergrondinformatie hakten ze de knoop door en konden zij die dat wensten hun genoom in kaart laten brengen. De grootste drijfveer om voor een DNA-analyse te gaan, is nieuwsgierigheid. Gaande van ‘Ik wil

meer weten over mezelf’ tot ‘Ik wil weten hoever de wetenschap hierin staat en wat ze kunnen vertellen over mijn lichaam’. De nieuwsgierigheid werd algemeen beschreven ‘Ik ben gewoon nieuwsgierig’ en dus niet gericht op specifieke kenmerken of aandoeningen. De personen die van bij aanvang voor de analyse wilden gaan, gaven ook toe dat ze niet echt wisten wat het precies inhoudt en welke informatie je erdoor krijgt. Dat wilden ze net te weten komen. De verwachtingen waren vrij uiteenlopend. Terwijl de ene persoon vooral medische informatie verwachtte, dacht iemand anders in eerste instantie aan meer te weten komen over je afkomst. Opvallend is dat niemand van plan was om aan de slag te gaan met de resultaten van de DNA-analyse: ‘Ik ga mij daardoor niet laten beïnvloeden’ en ‘Ik denk dat ik er niets mee ga doen, dat ik dat gewoon naast mij kan neerleggen’. De belangrijkste twijfels die aan bod kwamen in de groep hadden betrekking op:

Privacy: wat gebeurt er met mijn gegevens? Het bedrijf dat de analyse uitvoert, heeft uiteraard jouw resultaat. Aan welke regels is dat bedrijf gebonden? Mogen ze mijn gegevens bewaren? Mogen ze mijn gegevens gebruiken en waarvoor dan? Mogen ze mijn gegevens ook delen met andere bedrijven? In wiens handen kan die informatie allemaal terecht komen? En waarvoor kan die informatie gebruikt worden, wat kan men er allemaal uit afleiden? Stel dat die informatie in verkeerde handen terechtkomt?

Slechts een kleine minderheid van eigenschappen en aandoeningen is volledig genetisch bepaald Slecht nieuws: wat als de resultaten slecht nieuws bevatten? Zal ik dan mijn hele verdere leven lang ongerust zijn? Wil ik sommige zaken wel we-

september 2018  >  27


HET STEMHOKJE

ten? Zal ik erdoor verlamd worden, of zal ik er net energie uit putten om er het beste van te maken of indien mogelijk preventieve maatregelen te nemen? Hoe je daarmee omgaat weet je pas als je ervoor staat. Voor een van de deelnemers was dit aanleiding om te zeggen ‘Als ik jong was, zou ik het niet doen’.

Familie: de informatie kan ook interessant zijn voor broers, zussen, kinderen en kleinkinderen. Genetica gaat immers ook over erfelijkheid. Wat moet ik mijn familieleden vertellen en wat niet? Ik kies bewust voor een DNA-analyse, maar zij niet. Misschien willen ze het liever niet weten en nemen ze het mij achteraf kwalijk? Wat als het slecht nieuws is dat ook hen treft? Zadel ik hen dan op met allerlei zorgen, of help ik hen? Ondanks deze bedenkingen, haalde

WAT KOM JE PRECIES TE WETEN MET EEN GENOOMANALYSE? Gezondheid Van astma en artrose, over clusterhoofdpijn en hoge bloeddruk tot leveraandoeningen, tot diabetes en rusteloze benen. Waarvoor heb je een verhoogd risico en waarvoor niet? De analyse geeft een risico aan, maar zegt niets over de ernst waarmee de ziekte je zal treffen of de termijn waarop dat zou kunnen gebeuren. Hoewel het bijna nooit over zekerheden gaat, kan de informatie wel een grote impact hebben, bijvoorbeeld als het gaat over beroerte, auto-immuunziekten of kankers. Metabolisme Denk aan gluten- en lactose-intolerantie of risico op foliumzuur-, ijzer- of vitamine B12-tekort. Maar ook aan pindanotenallergie en niet te vergeten, de vraag of je urine een aparte geur krijgt na het eten van asperges. Men kan ook voor tal van geneesmiddelen nagaan of je de genetische aanleg hebt om ze goed op te nemen. Niet alle antidepressiva, pijnstillende middelen of zelfs verdovende middelen hebben bij iedereen hetzelfde effect.

de nieuwsgierigheid de bovenhand. Geen van deze overwegingen bleek doorslaggevend te zijn om de DNAanalyse niet te doen. Niet voor de drie personen die vooraf al hadden aangegeven een de analyse te willen, en uiteindelijk ook niet voor de twijfelaars. De drie personen die aanvankelijk twijfelden, kozen toch voor de DNA-analyse. Al twijfelde een van hen tot het allerlaatste moment. De deelnemers die van bij aanvang geen DNA-analyse wilden, bleven bij dat standpunt. Hun belangrijkste reden was de bedenking dat de wetenschap nog niet ver genoeg staat om zinvolle informatie te halen uit zo’n analyse. ‘Ik zal er niets uit leren waar ik echt iets mee kan doen’, ‘als ik iets wil weten kijk ik naar mijn familie of laat ik een bloedonderzoek doen’ en ‘het is spielerei’.

Sportieve eigenschappen Spiersterkte, uithoudingsvermogen, risico op verzuring en verkrampen van de spieren, je longcapaciteit en de snelheid waarmee je herstelt van een inspanning hebben allemaal een genetische basis. De combinatie van deze kenmerken kan verklaren waarom je misschien eerder in de wieg gelegd bent voor de sprint en niet voor de marathon. Uiterlijke en gedragseigenschappen Er zijn heel wat kenmerken die mee bepalen wie je bent en die aan bod kunnen komen in een genoomanalyse: aanleg tot kaalheid, gevoeligheid voor de zon, botdensiteit, huidsen haarkleur, textuur van je oorsmeer, of je bittere smaken kunt waarnemen, neiging tot agressief gedrag. Afkomst Ten slotte kan een genoomanalyse ook op zoek gaan naar je afkomst. Je komt er achter hoeveel genen je deelt met mensen van andere continenten. Zo werp je een blik op het traject van je verre voorouders. En sommige bedrijfjes gaan zelfs op zoek naar verre verwanten.

WELKE ANTWOORDEN KRIJG JE? Na een paar weken vol spanning afwachten, vallen de resultaten van de DNA-analyse in de bus. Een rapport met tientallen eigenschappen en aandoeningen en wat jouw genen daarover te vertellen hebben. Noem het gerust een boek, want afhankelijk van hoe uitgebreid de analyse is en hoeveel achtergrondinformatie erbij wordt gegeven, gaat het al snel om een paar honderd pagina’s. Sommige resultaten zijn triviaal, bijvoorbeeld of je droog of nat oorsmeer hebt, ze behoren tot de categorie ‘leuk om weten’, maar hebben voor het overige weinig belang. Andere resultaten gaan over ernstiger zaken en kunnen een grotere impact hebben op je leven. Het is een heleboel informatie over jezelf om mee aan de slag te gaan. Een hele uitdaging, zo bleek voor onze groep. Slechts een kleine minderheid van eigenschappen en aandoeningen is volledig genetisch bepaald. Meestal is het niet zo eenvoudig. De meeste eigenschappen en aandoeningen zijn het resultaat van de interactie tussen verschillende genen, omgevingsfactoren en levensstijl. Dat vertaalt zich ook naar de resultaten van een DNA-analyse, er zijn weinig zekerheden maar vooral verhoogde, verlaagde of normale risico’s uit af te lezen.

Wie hoopte op algehele geruststelling kwam sowieso bedrogen uit. Ieder van ons draagt verhoogde risico’s mee Het resultaat geeft voor heel wat kenmerken aan in welke mate jouw genetisch risico afwijkt van het ‘normale’ risico. Maar hoe moet je zo’n verhoogd risico interpreteren? Een verhoogd risico is niet hetzelfde als een groot risico. Tegenover een normaal risico van 1% is 5% een verhoogd risico. Terwijl 5% risico misschien niets is om van wakker te liggen? Of toch wel? Bij heel wat kenmerken, zoals bijvoorbeeld hypercholesterolemie,

28  >  september 2018

DEGEUS


HET STEMHOKJE

Volg het verhaal van Mie, Ans, Jordy, Krista, Dirk, Jan, Annelore en Suzanne via www.watzeggenjouwgenen.be ‘Wat zeggen jouw genen?’ is een project van De Maakbare Mens en komt tot stand dankzij steun van de Nationale Loterij.

Opvallend is dat de bedenking dat ‘de resultaten weinig zekerheid opleveren’ voor twee deelnemers een reden was om niet voor een DNA-analyse te kiezen, terwijl bij de twijfelaars dit net de angst voor het resultaat reduceerde. Zij besloten uiteindelijk voor een DNA-analyse te gaan net omdat deze geen zekerheden biedt.

© Norbert Van Yperzeele

zijn verschillende genen betrokken die niet noodzakelijk allemaal in dezelfde richting wijzen. Als een paar genen een verhoogd risico suggereren, terwijl andere een normaal of verlaagd risico aangeven, wat betekent dit dan uiteindelijk?

Dat een gezonde levensstijl belangrijk is, weten we ook zonder een DNA-analyse Wie hoopte op algehele geruststelling kwam sowieso bedrogen uit. Ieder van ons draagt verhoogde risico’s mee. Een belangrijke vraag is dan wat je met die informatie kunt doen? Je kunt heel wat resultaten niet loskoppelen van andere factoren die een rol spelen, zoals levensstijl. Maar dat een gezonde levensstijl belangrijk is, weten we ook zonder een DNA-analyse. Iemand met een genetisch verhoogd risico op een hoge bloeddruk die gezond leeft, heeft in werkelijkheid misschien minder risico op hartproblemen dan iemand zonder verhoogd genetisch risico maar met een zeer ongezonde levensstijl?

TOT SLOT Uit het onderzoek dat De Maakbare Mens in 2017 voerde, blijkt dat

DEGEUS

61,5% zijn genetische code in kaart zou willen laten brengen, als dat zou kunnen. Wie online al eens reclame voor DNA-analyses zag passeren weet dat op die nieuwsgierigheid handig wordt ingespeeld. Het ziet er zeer aantrekkelijk uit en de indruk dat je een correct en volledig beeld krijgt van wie je bent, is vlug gewekt. Maar de realiteit is – gelukkig? – complexer dan dat. Dat stelden ook de deelnemers aan ons project ‘Wat zeggen jouw genen?’ vast. De nieuwsgierigheid die bij de meesten aan de basis lag van hun beslissing om de DNA-analyse te laten uitvoeren, werd bevredigd. Al is de algemene conclusie dat het zo veel informatie is, die bovendien moeilijk te interpreteren is, dat het heel moeilijk is om er de belangrijke zaken uit te halen. De informatie is minder duidelijk dan men had verwacht. Toch haalde een aantal deelnemers er informatie uit die in de toekomst waardevol kan blijken, zoals het feit dat men op bepaalde geneesmiddelen minder goed zal reageren. Wie de DNA-analyse liet uitvoeren, is blij dat gedaan te hebben, maar men zou het niet per se aanraden aan anderen. Omwille van het prijskaartje. Maar vooral door de beperkte waarde van de informatie.

Wie de DNA-analyse liet uitvoeren, is blij dat gedaan te hebben, maar men zou het niet per se aanraden aan anderen Het idee dat je uit een DNA-analyse zou kunnen aflezen wie iemand is, en wat de toekomst voor die persoon in petto heeft, boezemde angst in. Dat iemand zwart op wit zou kunnen beschrijven wie je bent en hoe je in mekaar zit op basis van je genoom en zonder je ooit te ontmoeten, werd griezelig gevonden. Maar na het ontvangen van de resultaten ligt net het feit dat niet alles zo helder kan worden geschetst aan de basis van een lichte teleurstelling. Over sommige zaken had men liever wel een rechttoe rechtaan resultaat gehad. Over de auteur Liesbet Lauwereys is coördinator van het beleid en de projecten van De Maakbare Mens vzw, een organisatie die werkt rond alles wat met de maakbaarheid van de mens te maken heeft. Regelmatig komen er projecten rond orgaandonatie, stamcellen, levenseinde of -verlenging, het brein, etc.

september 2018  >  29


HET STEMHOKJE

Geen leven zonder (cel)dood DOOD OF LEVEN, RECYCLAGE EN REGENERATIE: DE DRIEVULDIGHEID BELANGRIJK IN GEZONDHEID EN ZIEKTE ‘De dood’ was gedurende lange tijd niet het meest geliefkoosde onderzoeksthema van biologen. Zoals de naam zegt zijn biologen vooral geïnteresseerd in het leven. Leven en levensprocessen werden beschouwd als gestructureerd, geprogrammeerd en gestuurd door de genen, terwijl de dood werd geïnterpreteerd als afwezigheid van programma en controle, waarin genen dus geen belangrijke rol konden spelen. Biologen zagen de dood eerder als iets passief, het uit elkaar vallen door de afwezigheid van cruciale overlevingsfuncties. Sedert begin van de jaren 1990 heeft een ware paradigmaverschuiving plaatsgevonden over de wijze waarop biologen denken over dood op kleine schaal, namelijk de dood van de cel of ook celdood genoemd. Het blijkt nu dat de celdood een heel actief proces is waarin verschillende genen samenwerken en een soort celdoodprogramma vormen. Peter Vandenabeele

Eén van de meest bestudeerde celdoodprogramma’s is apoptosis. De juiste balans tussen apoptosis en celoverleving is cruciaal bij de ontwikkeling van alle meercellige levende wezens, maar ook bij de bescherming van organismen tegen infecties. Te weinig celdood of een te weinig gevoelig afgesteld celdoodprogramma ligt aan de basis van het ontstaan van kanker en van therapeutische resistentie. Teveel celdood of een te

30  >  september 2018

gevoelig afgesteld celdoodprogramma daarentegen kan degeneratieve ziektes bevorderen of kan leiden tot zware ontstekingsziektes zoals rheumatoïde arthritis, inflammatoir darmlijden of psoriasis. Celdood speelt ook een paradoxale rol bij veroudering en regeneratieprocessen. In dit artikel wil ik kort de nieuwe fundamentele inzichten uitleggen over de samenhang tussen celdood, recyclage en regeneratie in gezondheid en ziekte.

Alle levende wezens delen atomen en moleculen met elkaar in een continue stroom van materie, een prachtige concrete illustratie van het filosofische principe van Panta rhei

DEGEUS


HET STEMHOKJE

ik proberen een andere drievuldigheid te definiëren: deze tussen celdood, recyclage en regeneratie.

In elke cel is een actief celdoodprogramma aanwezig dat ervoor zorgt dat de cel indien nodig binnen enkele uren afsterft

© Bart Van Leuven, Concept: Kris Demey

HET GROTE VERHAAL ACHTER WETENSCHAPPELIJKE BEVINDINGEN Wetenschap en kunst hebben heel wat overeenkomsten. Wanneer we naar het Lam Gods kijken, zien we mits de nodige kennis en inzichten dat het schilderij rond een centrale idee is opgebouwd, namelijk de Drievuldigheid van God de Vader, de Heilige Geest en het Lam Gods (de Zoon). Ook in de veelheid van wetenschappelijke resultaten proberen wij een centraal gegeven te ontwaren. In dit artikel zal

DEGEUS

Het ritme van de seizoenen illustreert de opeenvolging van leven, verval en dood in een continue cyclus. Bladeren vallen van de bomen, organismen sterven, rotten weg door schimmels en bacteriën, worden afgebroken tot eenvoudige chemische verbindingen, die opnieuw door andere levende wezens worden verwerkt en gebruikt bij de opbouw van levende materie. Op deze manier is alle leven op aarde met elkaar verbonden in een voortdurende stroom van atomen en moleculen. Als wij honger hebben eten we planten en dieren op waarbij we de bouwstoffen verbranden tot CO2 en water dankzij de zuurstof die afkomstig is van de planten. Deze stroom van moleculen en atomen doorheen het leven is enkel mogelijk door het sterven en opname van gestorven materiaal van levende wezens door andere levende wezens. Geen leven zonder dood. Alle levende wezens delen uiteindelijk atomen en moleculen met elkaar in een continue stroom van materie, een prachtige concrete illustratie van het filosofische principe van Panta rhei geformuleerd door Heraclitus (-535-475) dat beschrijft hoe alles in een voortdurende stroom van verandering is.

CELDOOD IN ONSZELF … ELKE SECONDE STERVEN 1 MILJOEN CELLEN IN ONS LICHAAM Deze stroom van moleculen gebeurt ook in onszelf. Een gemiddeld, volwassen menselijk lichaam is opgebouwd uit ongeveer 50.000 miljard cellen. Lange tijd werd gedacht dat het verdwijnen of sterven van onze cellen gewoon het resultaat was van accidenten en beschadigingen, wat leidt tot verslijten en verouderen. Nu weten wij dat in elke cel een actief

celdoodprogramma aanwezig is dat ervoor zorgt dat de cel indien nodig binnen enkele uren afsterft. Dit aanwezige celdoodprogramma wordt onderdrukt doordat cellen functioneren in een sociale context en voortdurend overlevingssignalen ontvangen van andere cellen. Dit systeem van onderlinge afhankelijkheid zorgt ervoor dat cellen die zich ergens ‘op de verkeerde plaats of het verkeerde moment’ bevinden automatisch worden uitgeschakeld door het celdoodprogramma. De juiste balans tussen celdood en celgroei is cruciaal voor de ontwikkeling van embryo’s, maar ook voor het in stand houden van een volwassen lichaam. Celdood is belangrijk voor de juiste lengte van onze ledematen, voor het vormen van onze vingers, voor de juiste verbindingen in onze hersenen, de bepaling van ons geslacht, de vervanging van onze huid en van ons darmoppervlak. Celdood is ook cruciaal om ons afweersysteem op de juiste manier te laten reageren tegen indringers en niet tegen onszelf. Celdood zorgt ervoor dat kankercellen die voortdurend ontstaan, onmiddellijk worden uitgeschakeld. Celdood is ook belangrijk bij de uitschakeling van viraal geïnfecteerde, beschadigde en de vervanging van verouderde cellen. Dus er is geen leven zonder celdood.

Onder gezonde omstandigheden sterven in ons lichaam per seconde ongeveer 1 miljoen cellen af Onder gezonde omstandigheden sterven in ons lichaam per seconde ongeveer 1 miljoen cellen af, ofwel 100 miljard cellen per dag, 50000 miljard of 50 kg cellen per jaar, of 5000 kg dode cellen over een gans leven. Gelukkig wordt afsterven van cellen in balans gehouden door compenserende celgroei. Zo niet zouden we na een jaar verdwenen zijn. Nog interessanter, van de 100 miljard cellen die dagelijks doodgaan in ons lichaam gaat bijna niets verloren. Inderdaad, vooraleer cellen doodgaan produceren zij ‘vind mij’-signalen onder de vorm

september 2018  >  31


HET STEMHOKJE

van dood-geassocieerde moleculaire patronen (DAMPs), cytokines en chemokines, en drukken zij ‘eet mij’moleculen uit aan het celoppervlak zoals bepaalde fosfolipiden (fosfatidylserine). Daardoor worden de cellen door naburige cellen en immuuncellen gevonden, herkend en opgegeten onder andere door macrofagen of de ‘grote eters’, een bepaalde soort witte bloedcellen. Dit proces van herkennen en opeten van cellen zorgt voor een mooie recyclage waarbij de dode cellen worden opgeruimd en worden afgebroken tot essentiële bouwstenen die opnieuw kunnen worden gebruikt. Recent onderzoek toont aan dat het proces van celdood zelfs nodig is om tot regeneratie te komen. Dode cellen scheiden factoren af die het herstel bevorderen. Dit werd mooi aangetoond bij het onthoofden van een

dood, recyclage door fagocytose en regeneratie voortdurend renovatiewerken bezig zijn. Je kan het vergelijken met de aanblik van 1000-jaar oude Japanse tempels.

De juiste balans tussen celdood en celgroei is cruciaal voor de ontwikkeling van embryo’s, maar ook voor het in stand houden van een volwassen lichaam Door een proces van voortdurende recyclage en regeneratie blijven zij intact over de eeuwen heen, in tegenstelling tot de prachtige ruïnes van middeleeuwse kastelen die geen recyclage of regeneratie meer ondergaan en enkel verval vertonen. Op een gelijkaardige wijze is de drievuldigheid van celdood, recyclage door fagocytose en regeneratie cruciaal om ons lichaam jong en fit te houden.

zijn maar is ook zeer complex, het bevat wel 19000 genen, terwijl wij grote, slimme mensen het moeten doen met ongeveer 23000 genen. Het interessante aan C. elegans is dat bij de ontwikkeling van dit wormpje exact 1090 cellen worden gevormd waarvan er exact 131, niet 132 of niet 133, neen, exact 131 cellen sterven door apoptosis op een welbepaalde plaats in het lichaam van de worm en op een bepaalde tijdstip in de ontwikkeling gedurende drie dagen. Wat zit achter dit patroon van celdood in de ruimte en de tijd van de ontwikkeling van het wormpje? Vijfentwintig jaar onderzoek tussen 1970 en 1995 toonde aan dat er dertien genen belangrijk zijn bij celdood en het opeten van dode cellen. Dit onderzoek werd bekroond met de Nobelprijs Geneeskunde in 2002. Na dit baanbrekend werk in C. elegans begon de grote zoektocht naar geprogrammeerde celdood in muizen en in onszelf. In 1972 waren er drie artikels over apoptosis, tien in 1980, honderd

Gelukkig wordt afsterven van cellen in balans gehouden door compenserende celgroei.

Zo niet zouden we na een jaar verdwenen zijn. Nog interessanter, van de 100 miljard cellen die dagelijks doodgaan in ons lichaam gaat bijna niets verloren waterpoliep of bij de regeneratie van een poot bij een salamander. De ‘kop’ van de zoetwaterpoliep of de poot van de salamander groeit slechts opnieuw door signalen die door stervende cellen worden afgescheiden. Dezelfde principes werden aangetoond bij schade in hart, lever en darmen. Dit betekent dat in ons lichaam via cel-

32  >  september 2018

EEN WORMPJE VAN 1 MM LEERDE ONS DE BASIS VAN HET APOPTOTISCH CELDOODPROGRAMMA Veel van de huidige, gedetailleerde kennis over celdood en het opeten van dode cellen werd opgehelderd door de studie van Caenorhabditis elegans. Het elegante wormpje van 1 mm behoort tot de familie van de nematoden of aaltjes. Het wormpje kan wel klein

in 1990, 10.000 in 2000 en 24.627 in 2016 of één artikel over apoptosis elke éénentwintig minuten op dit moment. Het illustreert hoe schijnbaar banaal basisonderzoek in een wormpje kan leiden tot een compleet nieuw onderzoeksdomein met verregaande biomedische implicaties. Ik wil daarom een sterk pleidooi houden voor het belang van basisonderzoek over fundamentele schijnbaar esoterische vragen zoals ‘hoe sterven 131 cellen af in een klein wormpje?’ Twintig jaar onderzoek sinds midden de jaren

DEGEUS


HET STEMHOKJE

90 heeft aangetoond dat apoptosis voorkomt in alle dierlijke systemen bij waterpoliepen, wormen, insecten, vissen en zoogdieren.

schoonheid van de kennis. Ten tweede, wordt het ook meer en meer duidelijk dat celdood en fagocytose betrokken zijn in zeer veel ziekteproces-

Zoals het altijd gaat in fundamentele wetenschap, zijn nieuwe bevindingen de voorbode van nog meer vragen en ontdekkingen.

sen. Ofwel is een ziekte te wijten aan teveel celdood, ofwel is er te weinig celdood. Ziektes met teveel celdood zijn bijvoorbeeld neurodegeneratieve ziektes te wijten aan het afsterven van neuronen zoals de ziekte van Alzheimer, de ziekte van Parkinson, ALS en MS. Ook bij hartinfarcten, beroertes en orgaantransplantaties komt teveel celdood voor. Heel wat chronische ontstekingsziektes zoals rheumatoïde arthritis, de ziekte van Crohn en type II diabetes hebben ook een belangrijke component van te gevoelig afgestelde celdoodprogramma’s. In al die gevallen wensen wij celdoodprocessen zoals necroptosis en ferroptosis te blokkeren via bepaalde medicatie.

De ‘kop’ van de zoetwaterpoliep of de poot van de salamander groeit slechts opnieuw door signalen die door stervende cellen worden afgescheiden MEER DAN ÉÉN MANIER VAN DOODGAAN … TALRIJKE DOELWITTEN VOOR THERAPIE De laatste tien jaar werd duidelijk dat er niet één, maar talrijke celdoodprogramma’s bestaan. Naast de propere manier van doodgaan door apoptosis, waarbij de dode cel wordt verpakt zonder dat de inhoud vrijkomt waarna zij wordt opgeruimd door fagocytose, bestaat er ook een meer explosieve manier van doodgaan door cellen waarbij de plasmamembraan door porie-vormende moleculen permeabel wordt en waarbij de inhoud wordt vrijgesteld. Dit leidt tot sterke ontstekingsreacties. Deze explosieve manier van celdood wordt necrosis genoemd.

De drievuldigheid van celdood, recyclage door fagocytose en regeneratie is cruciaal om ons lichaam jong en fit te houden De laatste jaren is duidelijk geworden dat er verschillende manieren van necrosis bestaan met elk een eigen genetisch programma, zoals necroptosis, ferroptosis en pyroptosis. Deze necrotische celdoodprogramma’s spelen

DEGEUS

een belangrijke rol bij de bescherming tegen virussen en bacteriën, maar ook in ontstekings- en beschadigingsziektes.

Ik wil een sterk pleidooi houden voor het belang van basisonderzoek over fundamentele schijnbaar esoterische vragen zoals ‘hoe sterven 131 cellen af in een klein wormpje?’ Waarom er zoveel verschillende celdoodprogramma’s bestaan is niet meteen duidelijk. Maar het is zo dat in de strijd van organismen tegen virussen en bacteriën, cellen moeten beschikken over een arsenaal aan celdoodprogramma’s om geïnfecteerde cellen efficiënt uit te schakelen of zichtbaar te maken voor ons immuunsysteem. Hetzelfde geldt voor de uitschakeling van kankercellen. Inderdaad, het bestaan van verschillende celdoodprogramma’s zorgt ervoor dat wanneer in kankercellen bepaalde celdoodprogramma’s zijn uitgeschakeld door mutaties, er nog steeds alternatieven kunnen worden geactiveerd om kankercellen te elimineren. Bepaalde celdoodprogramma’s (bijvoorbeeld necroptosis in plaats van apoptosis) in kankercellen leiden tot een sterker immuunantwoord tegen deze kankercellen. U zult zich afvragen, waartoe dient dit onderzoek naar celdood en fagocytose in wormen, gisten, fruitvliegjes en muizen? Ten eerste, puur voor de

Naast ziektes met teveel celdood zijn er ook ziektes te wijten aan te weinig celdood. We weten nu dat kanker niet alleen een ziekte is van ongecontroleerde groei van cellen, maar ook van te weinig celdood. In het geval van kankertherapie willen wij resterende celdoodprogramma’s activeren zodat kankercellen meer gevoelig worden aan chemotherapeutica of bestraling.

De laatste 10 jaar werd duidelijk dat er niet één, maar talrijke celdoodprogramma’s bestaan DE ANDERE KANT VAN CELDOOD: RECYCLAGE EN REGENERATIE Er zijn enerzijds de dode cellen, maar anderzijds zijn er ook de recyclageprocessen. We zagen al hoe dode cellen worden herkend, opgegeten en gerecycleerd door fagocytose via onder andere macrofagen. Maar ook binnenin de cel grijpen voortdurend recyclageprocessen en opkuisprogramma’s plaats. Dit proces heet autofagie, letterlijk zichzelf opeten van binnenuit. In de cel worden beschadigde organellen herkend, opgeruimd en afgebroken in

september 2018  >  33


HET STEMHOKJE

de lysosomen. Dit proces werd ontdekt en ontrafeld in gisten en leidde tot de Nobelprijs voor Geneeskunde in 2016.

We weten nu dat kanker niet alleen een ziekte is van ongecontroleerd groei van cellen, maar ook van te weinig celdood De rol van lysosomen in recyclage werd het eerst beschreven door een Belg, Christian De Duve. Hij kreeg de Nobelprijs Geneeskunde in 1973. Het belang van autofagie wordt mooi geïllustreerd bij het opruimen van beschadigde mitochondriën in onze cellen. Het opruimen van beschadigde mitochondriën wordt mitofagie genoemd. Mitochondriën zijn de energiecentrales van onze cellen. Zij zorgen voor de productie van ATP, de molecule die door alle levende wezen wordt gebruikt als energieleverancier om biochemische reacties en biologische arbeid mogelijk te maken. Wij verslinden dagelijks enorme hoeveelheden ATP, ongeveer 50 kg per dag als we niets doen, maar 300 kg per dag als we Parijs-Roubaix rijden. Mitofagie verwijdert beschadigde energiecentrales, waardoor geen elektronen lekken die kunnen leiden tot vorming van schadelijke zuurstofradicalen. Autofagie en mitofagie zijn dus ontzettend belangrijk voor de recyclage en kwaliteitscontrole in onze cellen. Wanneer we één dag zouden vasten gaan de cellen in ons lichaam over naar autofagie waardoor essentiële bouwstenen worden opgebouwd. Periodes van vasten en verhoogde autofagie leiden tot langer leven bij gisten, wormen en fruitvliegen. Autofagie houdt de cellen jong en fit. Onderzoekers proberen nu stoffen te vinden die autofagie kunnen stimuleren zonder de noodzaak te moeten vasten. Dit lijkt mij een ultieme droom. Er zijn al interessante pro-

34  >  september 2018

dood en leven in onszelf. De inzichten die we verkregen vanuit fundamenteel niet-toegepast onderzoek in een klein wormpje hebben onze visie op de rol van celdood en fagocytose in ziekte en gezondheid grondig veranderd.

ducten geïdentificeerd die autofagie verhogen. De combinatie van spermidine, een polyamine dat veel aanwezig is groene pepers, peren, sperma en pompelmoes, samen met resveratrol, een anti-oxidans in rode wijn, zorgt voor verhoogde autofagie en langleven in gist, C. elegans en de fruitvlieg. Rode wijn bevat inderdaad resveratrol, maar de hoeveelheid die we zouden moeten drinken om voldoende actief product binnen te krijgen zal weer andere problemen opleveren. 120 flessen per dag lijkt mij niet een goede strategie voor een gezond leven.

Wanneer we één dag zouden vasten gaan de cellen in ons lichaam over naar autofagie waardoor essentiële bouwstenen worden opgebouwd. Periodes van vasten en verhoogde autofagie leiden tot langer leven bij gisten, wormen en fruitvliegen Maar zelfs met de celdoodprogramma’s en opkuisprogramma’s zijn we geen eeuwig leven beschoren. Op het einde van ons leven functioneren de drievuldigheid van celdood, recyclage en regeneratie minder goed. We krijgen meer en meer senescente (verouderde) cellen die niet doodgaan, niet recycleren en geen aanleiding geven tot regeneratie. De aftakeling is een feit. Op deze manier ben ik op het eind gekomen van mijn verhaal over

Maar zelfs met de celdoodprogramma’s en opkuisprogramma’s zijn we geen eeuwig leven beschoren. De aftakeling is een feit De gedetailleerde moleculaire inzichten door niet-klinisch basisonderzoek in processen zoals celdood (apoptosis, necroptosis, ferroptosis, pyroptosis), autofagie, mitofagie, fagocytosis dragen bij tot een meer gerichte context om preklinisch en klinisch onderzoek te verrichten. In die zin hebben we echt nood aan integratie tussen fundamenteel en meer toegepast onderzoek in gemengde onderzoeksgroepen waarin verschillende types van onderzoekers met elkaar in contact komen en samen de brug maken tussen basis- en translationeel of klinisch onderzoek. Ten slotte illustreert het bovenstaande verhaal nogmaals de verbondenheid tussen de mens en het minuscule wormpje, zoals verwoord door ­Friedrich Nietzsche in zijn boek Also sprach Zarazustra: ‘Ihr habt den Weg vom Wurme zum Menschen gemacht, und vieles ist in euch noch Wurm’. Over de auteur Prof.dr. Peter Vandenabeele, moleculair bioloog verbonden aan de UGent en het VIB, leverde baanbrekend onderzoek naar dit proces van celdood. Hij werd in 2015 bekroond met de prestigieuze 5-jaarlijkse FWO Excellentieprijs en is lid van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten. De inzichten van zijn onderzoeksgroep hebben immers de weg geopend naar nieuwe behandelingen van allerlei ziektes. En dat allemaal dankzij een kleine worm.

DEGEUS


CULTUUR

Jean Bilquin 80 Deze zomer vierde Jean Bilquin zijn tachtigste verjaardag (°10 juli 1938). Eerst in het MUDEL, het Museum van Deinze en de Leiestreek, dat sinds de nieuwe conservator Wim Lammertijn aangesteld werd, goed werk levert met een kleine enthousiaste ploeg. Er werd ongezien werk getoond uit de periode 1960 tot ’80 met een mooie catalogus als begeleider. Aansluitend toonde William Wauters in Oosteeklo zijn meest recente werk. Jean heeft de penselen nog niet neergelegd maar blijft een bruisende creativiteit aan de dag leggen. De werken tussen ’80 en 2010 zouden nog eens moeten getoond worden, maar er zijn in Vlaanderen te weinig instellingen die dit soort functie vervullen. Willem Elias

Jean Bilquin vond na zijn studies vlug werk als grafisch vormgever in de publiciteitswereld. Die harde wereld om tegen de klok promotie te maken voor verkoopsproducten voldeed hem niet. Hij wou met zijn creativiteit iets meer aanvangen. Zo begon hij te schilderen in de tijd die hem restte. Zijn thematiek stond in scherp contrast met zijn beroepsbezigheid. Hij verbeeldde een wereld gebaseerd op de poëzie van het dagelijkse leven: de gewone mens, al dan niet bekend, bezig met de simpele dingen van het leven. Men zou de stijl zelfs enigszins ‘naïef’ kunnen noemen. Daarnaast valt op dat hij door eigenaardige invalshoeken zijn taferelen een droomdimensie meegeeft. Los daarvan is het verband met de Vlaamse expressionisten als voorlopers gemakkelijk te trekken. Bilquin is geen Leieschilder, maar hij houdt van de Leie en is overtuigd dat het lokale belangrijk is voor de authenticiteit van de kunstenaar. Het werk sluit daarenboven aan bij de trend van de jaren zestig (de popart) om de volkscultuur tot onderwerp te nemen. De films van Fellini zitten in het achterhoofd.

Hij verbeeldde een wereld gebaseerd op de poëzie van het dagelijkse leven: de gewone mens, al dan niet bekend, bezig met de simpele dingen van het leven

VERVREEMDENDE WERELD Deze fase mag gerust ‘nieuwe figuratie’ genoemd worden, de naam die in Vlaanderen gegeven werd in de jaren 60 aan de terug figuratieve kunst, nadat ze door de abstracte kunstgolf even verdwenen was. De dagdagelijkse realiteiten werden ‘deformerend’ tot expressie gebracht. Maar dat blijft Bilquin niet boeien. Een belangrijke waarde in zijn persoonlijk en zijn artistiek bestaan is ‘evenwicht’. Daarom wou hij tegenover het druk verhalende van de eerste fase een meer reflectieve aanpak. Bepaalde vormen worden uitvergroot tot symbolische gedaanten. Hun eenvoud verhoogt de kracht. Het doet denken aan de Cycladische sculpturen. De culturen uit de oudheid hebben hem steeds geïnspireerd. Ook de benaming ‘idolen’ zou hier niet misstaan, dragers van diverse betekenissen, zeker wanneer het beeldhouwwerken worden. Van dan af beperkt Bilquin zich niet meer tot de twee dimensies van de schilderkunst. Hij wil in de ruimte treden. Soberheid overheerst. De vervormingen blijven krachtig. De kleuren zijn fel maar

Jean Bilquin, ‘Mannen aan tafel’, 2018, olie op doek, 50x65 cm © William Wauters


CULTUUR

niet complex. Witten en blauwen verhogen het etherische karakter. Een vervreemdende wereld, ver van de gewone. Zijn symbolische idolen hebben een eigen ruimte nodig, een kosmische. De mens is op de maan geland in een artificieel pak. Kan het vreemder? Het ongelooflijke werd gerealiseerd. Bilquin beeldt zich deze zonderlinge ervaring in. Zijn symbolische objecten zweven gewichtloos. Plastisch zorgt dit voor een spanning. Een dergelijke menselijke prestatie doet nadenken over mens en natuur. Wat betekent zijn luttele bestaan in de oneindigheid van de kosmos? Zit er een wetmatigheid achter deze chaos?

Bilquin geraakt geboeid door de gulden snede, een juiste verhouding die in de natuur te vinden is Bilquin geraakt in die periode geboeid door de gulden snede, een juiste verhouding die in de natuur te vinden is, bijvoorbeeld in de fossiele schelpvorm. Maar ook in de cultuur werd ze gebruikt, zoals in de kunst en de architectuur. Doorheen kosmische landschappen, ogenschijnlijk een abstract spel van ongecontroleerde kleurvlakken, ontwaart men geometrische berekeningen. Bilquin wordt ook aangetrokken tot de reeks van Fibonacci, die in verband met de gulden snede wordt gebracht: elk volgend element van de rij is steeds de som van de twee vorige elementen. Zijn werken uit deze periode zijn geen bijdrage aan de wiskunde, maar verbeelden de zoektocht naar onderliggende wetmatigheden, basis van de schoonheid.

ARTE CIFRA Voor het werk van de tweede helft van de jaren zeventig, bedacht ik reeds in 1979 de term ‘transavant-gardisme’. Geen einde van de zoektocht naar vernieuwing (avantgarde), maar er overstijgend (trans) aan voorbijgaan. Hoofdkenmerk

36  >  september 2018

hiervan is het niet strikt vasthouden aan één stijl die men ontwikkelt. Vernieuwend zijn de combinatie van vormmogelijkheden waarbij ook op reeds bestaande kenmerken teruggegrepen wordt. Abstract kan, maar er wordt niet teruggedeinsd voor figuratieve elementen. Dat dit een goede naamgeving was, kreeg bevestiging in het feit dat ongeveer gelijktijdig de term ‘transavanguardia’ in Italië in zwang geraakte. Er is tot heden een grote verwantschap tussen het oeuvre van Bilquin en die Italiaanse kunstenaars (zoals Clemente). Een andere naam die al eens gegeven wordt, is ‘arte cifra’, kunst die cijfert, die zichzelf codeert door het spelen met tekens. In de werken uit die periode van Bilquin is dat zeer kenmerkend. Het wemelt van tekens, gekozen zowel voor hun vormschoonheid als voor hun symbolische betekenis.

TEKENS IN DE MATERIE De artistieke loopbaan van Jean Bilquin ontplooit zich vanaf circa 1980 volledig in de lijn van deze internationale beweging. Niet voor niets was zijn tentoonstelling in 1999 in het Museum voor Moderne Kunst te Oostende een terugblik op de laatste twintig jaar. Was zijn werk voordien dan minder interessant? Zeker niet, maar men voelt een kentering rond die periode. Na de abstracten als evenwichtsoefening van kleine Jean Bilquin © Rika Vanhove

Jean Bilquin, ‘Zelfportret C’, 2018, olie op doek, 55x6

elementen rond spanningslijnen die spelen met verhoudingen, verlaat hij de dunne transparante manier van schilderen. De minuscule tekentjes worden uitvergroot tot betekenisvolle ‘tekens’. ‘Tekens in de materie’ is een thematiek die dan geregeld voorkomt. Niet langer effen en vlak,


CULTUUR

65 cm © William Wauters

maar meer en meer een exploratie van het materiegebruik. Hiervoor maakt hij zijn verven zelf op basis van pigmenten en papier maché. Het koorddansend evenwicht wordt vervangen door chaotische overdaad, een wild schilderen. Bij kunstenaars is ‘wanorde’ altijd maar schijn, want elk werk is een zoektocht naar nieuwe spelregels.

Bij kunstenaars is ‘wanorde’ altijd maar schijn, want elk werk is een zoektocht naar nieuwe spelregels Van ‘picturaal’ is er sprake wanneer vooral via een combinatie van kleur en verfmaterie een sterk op de zintuigen inspelend effect wordt bewerkstelligd. Aanvankelijk is de mens verdwenen, maar die afwezigheid wordt goed gemaakt door een menselijk spoor, het teken. De verwantschap met de Italiaanse transavanguardia

DEGEUS

wordt pas echt duidelijk wanneer er terug menselijke gedaanten van tussen het wilde geschilderde lover verschijnen. Zijn werken vertonen dan gelijkaardige kenmerken. Het is een vorm van het ‘nieuwe schilderen’ op een neo-expressionistische wijze, zoals zich dat rond 1980 als een verhoogde belangstelling voor de schilderkunst manifesteerde. Er was toen werkelijk sprake van een schildersdrift als reactie tegen de conceptuele kunst die het creatieproces tot een verstandelijke bedoening herleid had, zonder dat een materiële concretisering nodig werd bevonden. En ook tegen het ‘minimalisme’ en de ‘Arte Povera’, twee stromingen die de grenzen uitprobeerden van de soberheid die toch net nog kunst mag genoemd worden, volgens het ‘minder is meer’ principe. Hiertegen ontsponnen zij een kleurrijke schilderkunst met een liefde voor de verfmaterie, die verleidt tot aanraking. Hoewel hoofdzakelijk de nadruk ligt op het expressieve, wordt toch verwezen naar zeer veel andere stijlen. Deze kunnen zonder duidelijke overgangen met elkaar verweven zijn of naast elkaar voorkomen als beeldcitaten. Het figuratieve wordt vaak ingebed tussen abstracte vlakken. Als goede vertellers roepen ze geregeld beelden op uit de mythologieën van onder andere de Oudheid. De eigen subjectieve ervaringen staan centraal. Ook het ‘nieuwe’ wordt beperkt tot de eigenheid van hun persoon. De betrachting om een kunsthistorische heldendaad te stellen, dus de eerste willen zijn om dit of dat te doen, is niet langer een criterium. Ze hermaken wat al bestaat op hun eigen manier. Naast het schilderen doen ze dat ook via beeldhouwwerken. Sommige bronzen worden frivool doordat ze luchtig bijgekleurd worden. Het abstracte intermezzo in het oeuvre van Bilquin zou men ook kunnen rangschikken onder de term ‘fundamentele schilderkunst’, namelijk de kunst die zichzelf bevraagt over wat ze is en wat haar effecten zijn: het pigment als kleur, de dikte van de verfhuid enzovoorts. Bilquin is echter een te grote humanist om

uit zijn kleuroase nog langer de mens te verbannen. Hiervoor gaat ook hij graag terug naar de heidense mythologie uit de Oudheid. De Metamorfoses van Ovidius en Apuleius zijn hier inspirerende literaire bronnen. De link met de muziek wordt gelegd via de Orpheus-mythe. En is het verhaal van Sisyphus, eerder dan een moraliserende vermaning, niet het lot van elke mens: op een zo zinvolle wijze zijn steen naar boven sjouwen, ook al rolt die telkens terug naar omlaag? Wat zouden we overigens met die steen aanvangen, victorie kraaiend op de top? De mens blijft het centrale thema van zijn oeuvre, ook wanneer hij naar de christelijke religie verwijst in zijn werken rond het laatste avondmaal en de kruisweg. Steeds gaat het over het leven als reis, als een reeks van al dan niet te nemen stappen, de fatale in- en de finale uitstap bijgerekend. In het Caermersklooster in Gent toonde hij zo’n zevental vitale momenten: de poort, het bed, de grootvader, de boot ... Het geheel was een grote installatie met tekeningen, schilderijen en beeldhouwwerken.

Is het verhaal van Sisyphus, eerder dan een moraliserende vermaning, niet het lot van elke mens: op een zo zinvolle wijze zijn steen naar boven sjouwen, ook al rolt die telkens terug naar omlaag? Behalve de uitbeelding van zijn subjectieve wereld, hierbij plukkend uit meerdere esthetica’s, zowel deze van de klassieke harmonie als de verwerping ervan, is zijn verwantschap met de trans­avant-garde precies gelegen in de veelzijdigheid van zijn benadering. De avant-gardist ontwikkelt één enkel artistiek principe ten voeten uit. Bilquin keert op zijn stappen terug om andere wegen te beproeven. En dit verhaal is nog niet aan zijn einde.

september 2018  >  37


CULTUUR

Nooit meer oorlog herdenken Honderd jaar geleden werden de laatste dagen van de Eerste Wereldoorlog uitgevochten. In de fototentoonstelling Nooit meer oorlog herdenken plaatst Patrick Goossens enkele kritische kanttekeningen bij het herdenkingstoerisme. Een voorpublicatie. Patrick Goossens

Luitenant Hugo Throssell, zoon van een vooraanstaande Australische politicus ontving het Victoria Cross, de hoogste Britse militaire onderscheiding, voor de buitengewone moed die hij toonde onder vijandelijk vuur. Na de oorlog keerde de oorlogsheld Throssell terug naar Australië waar hij trouwde met een communistische militante. Hij keerde zich af van

de oorlogsheroïek en liet zich publiekelijk kritisch uit over de zinloosheid van de oorlog. Dat werd hem niet in dank afgenomen. Throssell vond geen werk meer en raakte financieel aan de grond. Uiteindelijk maakte hij in 1933 een einde aan zijn leven. Later wordt de reputatie van de voormalige oorlogsheld in ere hersteld. Als we vandaag de Grote Oorlog herdenken, zien we ook de zinloosheid van al het bloedvergieten. Na de oorlog, toen

Plaquette ter ere van de Turkse troepen – Eski Hisarlik Burnu – Turkije Aan de monding van de Dardanellen heeft Turkije een site gebouwd ter gelegenheid van de 100-jarige herdenking van de gevechten van 1915. Turkse scholen en organisaties worden aangemoedigd om hier te komen. Net zoals voor Britse scholen een bezoek aan de slagvelden van Vlaanderen verplichte kost is. © Patrick Goossens


CULTUUR Nooit meer oorlog herdenken wordt georganiseerd door deMens.nu, een koepelvereniging van vrijzinnig-humanistische verenigingen, huizenvandeMens en ontmoetingscentra. De tentoonstelling opent vrijdag 7 september 2018 om 20u in het Geuzenhuis met Patrick Goossens (fotograaf), Christophe Busch (directeur Kazerne Dossin) en muziek van KC Woong. Je vindt het volledige programma op demens.nu/tentoonstelling

de herinnering aan de gruwel nog vers in het geheugen zat en mensen rouwden om het verlies van hun dierbaren, kon men niet zeggen dat al dat leed voor niets geweest was. Tijdens het interbellum gingen de geallieerde overheden evenwel een anti-oorlogsmoraal propageren. Men wilde koste wat kost een nieuwe oorlog afwenden, enerzijds ten overstaan van de nieuwe Duitse dreiging, anderzijds ten overstaan van de hete adem van het communisme. Vandaag is het herdenken ook doordrongen van politieke (en economische) motieven. De voorbije jaren is in Turkije veel geïnvesteerd in het herdenkingstoerisme op het schiereiland Gallipoli. Of dit in functie is van de bezoekers die hun gesneuvelde voorouders komen eren, of om het opkomende nationalisme te stimuleren, is een open vraag. Dichter bij huis is de IJzertoren in Diksmuide, waar jaarlijks de IJzerbedevaart plaatsheeft, nog altijd een symbool voor de Vlaamse beweging. Met de 100-jarige herdenking is het alsof ieder land zijn aandeel in de Eerste Wereldoorlog wil verankeren en beklemtonen. Dikwijls gebeurt dit onder vorm van prestigieuze projecten waarbij monumenten, musea en bezoekerscentra op de oude slagvelden worden neergepoot. Deze projecten gaan vaak hand in hand met commerciële belangen. We moeten niet alleen waakzaam zijn voor politieke motieven bij herdenking, maar ook voor het reduceren van de geschiedenis tot een vorm van infotainment.

Essex Farm Cemetery bij Ieper - België Op een boogscheut hiervandaan schreef John Mc Crae het bekende gedicht In Flanders Fields. © Patrick Goossens

DEGEUS

De Vliegenierskapel In de schaduw van de IJzertoren – België Op 12 mei 1917 stortte het vliegtuig van Paul de Goussencourt brandend neer achter de IJzer. De 25-jarige piloot kwam hierbij om. Zijn adellijke familie liet op die plaats een kapel bouwen. Die werd jarenlang verwaarloosd. Niet ver daar vandaan is de site van de IJzertoren. Deze kende een turbulente geschiedenis, met als dieptepunt het dynamiteren van de originele toren in 1946. De nieuwe toren is hoger en heeft de vorm van een kruis. © Patrick Goossens

Symbolische begraafplaats bij Eski Hisarlik Burnu – Turkije. Op deze begraafplaats zijn de graven leeg. Het is een monument ter ere van de duizenden Turkse soldaten die in 1915-1916 op het schiereiland van Gallipoli sneuvelden. © Patrick Goossens

september 2018  >  39


CULTUUR

Et alors? La France? HET WILLEMSFONDS STRIKT PHILIPPE CLAUDEL VOOR HET BETERE BOEK De Franse auteur en scenarist Philippe Claudel komt op zaterdag 6 oktober 2018 naar Gent voor Het Betere Boek. Samen met onder meer Stefan Hertmans, Johan Op de Beeck, Bart Van Loo en Mia Doornaert vertelt hij zijn visie op Frankrijk en haar cultuur. Literair curator Sigrid Bousset heeft een uitgekiend programma samengesteld die het veelzijdige Frankrijk toont. ‘De verkiezing van Macron, de nieuwe verhoudingen in Europa, en de unieke relatie tussen Frankrijk en de Arabische cultuur tonen aan dat Frankrijk meer is dan een prachtig vakantieland. Een literair-culturele reflectie over dit land is daarom hoognodig’, vindt Bousset. Katrien Schollaert

Met de legendarische uitspraak ‘Et alors?’ van oud-president François Mitterrand in het achterhoofd plaatst Het Betere Boek dit jaar de Franse literatuur op het podium. Het Willemsfonds heeft literair curator Sigrid Bousset (Passa Porta, Winternachten) aangetrokken om deze Franse editie van Het Betere Boek artistiek te leiden. ‘Frankrijk is ook voor mij zoals voor vele Vlamingen het vakantieland bij uitstek. Als Brusselaar voel ik mij als een vis in het water in de Franse taal en cultuur’, zegt Bousset. ‘Een rode draad in mijn leven is de Franse en Nederlandse literatuur met elkaar te verbinden. Zo ben ik in 2003 met meer dan vijftig Nederlandstalige auteurs naar het Parijse Salon du Livre gegaan. Ook voor deze editie van Het Betere Boek was de connectie tussen het Nederlandse en Franse taalgebied mijn uitgangspunt’.

PHILIPPE CLAUDEL PRESENTEERT NIEUWE UITGAVE Eén van de hoogtepunten van Het Betere Boek is ongetwijfeld de komst van auteur en scenarist Philippe Claudel. Hij komt tijdens het festival zijn roman Archipel van de hond presenteren. In dit boek reizen we naar een eilandengroep in de Middellandse Zee waar een kleine, geïsoleerde vissersgemeenschap woont. Het resultaat is net zoals zijn eerdere boeken Grijze zielen

40  >  september 2018

Jean-Philippe Toussaint zijn nieuwe boek presenteren. Ook kan je in gesprek gaan met bestsellerauteur Laetitia Colombani. Of geniet van het diepgaand gesprek tussen Alice Zeniter en de Nederlandse Frankrijkspecialiste Margot Dijkgraaf.

GROTE NAMEN NAAR HET BETERE BOEK

en Het verslag van Brodeck een tijdloze reflectie op het maken van keuzes en de menselijke natuur. Naast Claudel komen heel wat Franstalige auteurs naar Het Betere Boek. Zo zal de Brusselse auteur

Wie herinnert zich niet de tijd van de verplichte Franse lectuur op school? Le Mur van Jean-Paul Sartre, Les Misérables van Victor Hugo of toch maar Dumas’ Les Trois Mousquetaires of Le comte de Monte-Cristo? In de gratis interviewreeks Mon livre français préféré bespreken onder meer Stefan Hertmans, Michiel Hendryckx, Mia Doornaert en Johan Op de Beeck hun Franstalig lievelingsboek. In de Minard komen de bekendste namen aan het woord. Zo voelt ­Marnix Verplancken Johan Op de Beeck aan de tand over diens De Zonnekoning.


CULTUUR

Stefan Hertmans, Joke Hermsen, Isabelle Rossaert en Filip Rogiers lezen voor uit eigen werk. Ook Bart Van Loo geeft acte de présence. Uiteraard ontbreekt de uitreiking van de Bronzen Uil niet. Wie wint dit jaar de prijs voor het beste Nederlandstalige debuut?

HET WILLEMSFONDS MAAKT VAN GENT HET LITERAIRE HART VAN VLAANDEREN Met de Minard en stadsbibliotheek de Krook als uitvalsbasis van Het Betere Boek heeft het Willemsfonds de verdere groei van Het Betere Boek gerealiseerd. Directeur Ellen Buntinx: ‘Met deze editie van Het Betere Boek

zetten we een belangrijke stap om van de stad Gent het literaire hart van Vlaanderen te maken’. Op zaterdag 6 oktober 2018 opent het Willemsfonds de deuren van de Minard en de Krook om literatuurminnend Vlaanderen bienvenue te heten op haar literair festival. A bientôt!

PRAKTISCH Het Betere Boek: Et alors, la France? Zaterdag 6 oktober 2018 in de Minard en stadsbibliotheek De Krook in Gent Tickets: 12-15 euro Tickets & info: www.hetbetereboek.be

september 2018  >  41



POËSTILLE

Landschap in de lucht K. SCHIPPERS TAALT RUIMTE EN LICHT Renaat Ramon

Als je in Amsterdam woont met zicht op het Concertgebouw, het Rijks en het Stedelijk, met café Keizer en boekhandel Premsela om de hoek zoals K. Schippers, dan krijg je onwillekeurig het bescheiden gevoel dat dit ervaringsveld het centrum van de wereld is. (Ik kan het weten, ik heb er ook gewoond, zij het minder riant.) Zijn verheven positie heeft Schippers er niet van weerhouden in Gent te spreken over Erik Satie, zich te laten interviewen aan de uiterste en meest gedialectiseerde rand van ons taalgebied, zijnde Kortrijk, en bij voornacht en ontij enkele gedichten te lezen helemaal in Ardooie. Ardooie. Deze en dergelijke escapades hebben hem ook niet belet een omvangrijk oeuvre te realiseren. Meer dan vijftig titels staan op zijn naam: poëzie, romans, verhalen, beschouwingen waaruit zijn liefde blijkt voor de beeldende kunst en zijn sympathie voor het dadaïsme. In Nederland werd het dadaïsme gepropageerd door Theo van Doesburg, alias I.K. Bonset, in zijn tijdschriften De Stijl en Mécano; de dada-veldtocht die hij in 1923 ondernam met Nelly van Doesburg en Kurt Schwitters is verankerd in het collectief geheugen van de creatiefste compagnie van het Nederlandse volk. Schippers heeft het utopische dadaavontuur geboekstaafd in Holland Dada (1974), een boek dat eindigt met de legendarische uitspraak van I.K. Bonset: ‘Ten einde raad bracht ik het paradijs naar de lommerd. Ik ontving

DEGEUS

daarvoor juist genoeg om mij een brood, een kaars en een flesch inkt te koopen.’ De veldtocht is niet zonder gevolg gebleven en was manifest in het tijdschrift Barbarber (1958-1971) waarvan Schippers redacteur was. Barbarber was, zonder vooropgezette doctrine, gewoon een ‘tijdschrift voor teksten’, vrij van formele en burgerlijke conventies. Het barbarisme werkte door in het oeuvre van Schippers, tot in zijn jongste publicatie toe, de gedichtenbundel Garderobe, kleine zaal (Amsterdam/Antwerpen, Querido 2017). Ook hier blijkt weer dat de dichter zich niet aan een genre bindt, geen voorschriften volgt. Iconische gedichten waarvan

het kortste is, wisselen af met sprankelende strofische, waarvan ‘Diogenes verliefd’ het laconiekste is:

In een ton zit ik ton zit om mij door duizend ramen zie ik de wereld Hoe woorden kunnen gemanipuleerd worden en wat daarvan de impact is, wordt duidelijk gemaakt in een strofe uit Eenvoudige studieboeken, het gedicht waarmee de bundel afsluit:

Zoek het tegendeel, verzwaar een woord tot het zinkt,

verlicht het met pingpongballetjes. Het lezen van een zin (blz), projecteren met een zin (scherm), van een woord (ogen bewegen minder). Het projecteren van een letter (ogen stil) laat al veel verdwijnen. Het naamloze gedicht dat ik hier onder de aandacht breng, komt niet uit die gedichtenbundel maar uit de roman Niet verder vertellen (2015), een boek waarin met een ‘zesde zintuig’ de talige en ‘tastbare’ aspecten van licht en ruimte worden verkend. Het gedicht, te vinden in het hoofdstuk ‘Tekenen in de lucht’ waarin dit aftasten culmineert, is een uniek specimen van een geheel aparte vorm van iconische poëzie. Tijdens een wandeling vindt een klein gezelschap een oude half begraven krant waarin nog de uitslag van een voetbalwedstrijd en een advertentie voor linoleum te lezen valt. Om de plaats van de vondst vast te leggen schetst iemand, bij gebrek aan papier en schrijfgerei, met zijn wijsvinger een plattegrond in de lucht. Hij benoemt, voor alle duidelijkheid, ook de lijnen die hij trekt. ‘Je voelt ’t bijna’, zegt een van de luisterende toeschouwers, en haar ‘hand streelt het niets’. Zo ontstond een ‘etherisch’ gedicht, een tekening die hemel en aarde verbond. Het is nu, vertekend op papier, een ‘concrete werkelijkheid’.

september 2018  >  43


COLUMN

Gelegenheidswoordje voor het Gala van de Gouden Geus Willem de Zwijger

Beste Geuslezer, Vandaag verdrongen zich in Londen honderdduizenden om een blik op te vangen van de bruidstoet van Prins Harry en HKH Prinses Meghan. De speciaal uit Amerika overgevlogen bisschop Curry zegende het huwelijk in met de herhaalde strijdkreet: ‘The power of Love!’, ‘Love is the Way!’ Hij zal niet beseft hebben dat hij daarmee naadloos aansloot bij het motto van de Mei 68sters: ‘Make love, not war’ en, vooral, ‘Make love free’. Vandaag ook feest in Brussel waar holebi’s en transgenders hun triomfantelijke optocht hielden. Elders in het land zijn transmigranten aan hun smadelijke aftocht begonnen, hierbij geholpen door Joke Schauvliege die onderweg zorgt voor bomenvrije parkings. En hier, in Gent, hebben alle geuzen zich verzameld om het Gala van de Gouden Geus te vieren. Ik wou dat ik er bij was, maar mijn plaatsvervanger op aarde heeft hopelijk klaar uitgelegd waarom dit niet kan. Ik ben echter niet te beroerd om van achter de schrijftafel mijn ongelooflijkste gelukwensen over te maken aan de oprichters, inrichters, bezielers, bewakers en managers van dit florerende en bij momenten zelfs glossy magazine. Ik stam uit een oerkatholiek gezin uit Ekkergem, waar de scheve toren van de Sint-Martinuskerk over mijn knapendromen waakte. Mijn vader was lid van de kerkfabriek, hij had recht op een bidstoel met bronzen naamplaatje en ik was daar fier op. Eerste en tweede

44  >  september 2018

communie gedaan, nooit vermoed dat er een alternatief – het heerlijke Lentefeest – zou komen. Reeds als kind was ik gefascineerd maar ook geterroriseerd door de kruisweg, de gemene folteringen die die vriendelijke jongen uit Nazareth moest ondergaan. In mirakels daarentegen heb ik weinig geloofd, dat leek te mooi om waar te zijn. In die sombere tijden hoorde ik ook voor het eerst over geuzen spreken. Dat waren dan mensen die god noch gebod kenden, nooit naar de mis kwamen, ketters, ongelovigen die de brandstapel verdienden. Als die ongelovige honden (waar hebben we dat nog gehoord?) dan toch stierven, kwamen ze niet verder dan het voorportaal van de kerk, laat in de namiddag, zonder gebeier van klokken. In Ekkergem noemden ze dat een absoute, het ultiem gebed om

voor de overledene alsnog kwijtschelding van straf te bekomen. Kort na het puberen ontdekte ik een prachtig vrijdenkersblad, het heette ‘Pro & Contra’ en op de cover stond de betoverende beeltenis van Brigitte Bardot, op haar slipje na, helemaal naakt. Dat was voldoende om mij op slag te bekeren en de snelle overstap te maken naar het land van de vrijheid. Ik meen tot op de dag van vandaag dat dit het tijdschrift was van het toenmalige Humanistisch Verbond, maar naar verluidt wordt dit thans door De Geus in twijfel getrokken. Zal ik dan toch een bescheiden bijdrage leveren tot de lofzang voor de eigenzinnige en steeds weer verrassende De Geus, dat zichzelf heeft uitgeroepen tot het magazine van de vrijzinnige ac-

DEGEUS


COLUMN

11de eeuw. En magnifiek gelegen. De strijd die De Geus heeft geleverd voor de volstrekte gelijkheid tussen man en vrouw kan ook tellen. Je treft tegenwoordig meer mannen achter het fornuis en de stofzuiger dan je ooit voor mogelijk hield. En jonge meisjes ontdekken eindelijk de criminaliteit. Ook op het vlak van democratisering van het onderwijs hebben we onze slag thuis gehaald. Je doet vandaag net zo lang over je studies als je maar wil en als je toch nog gebuisd bent, leg je gewoon klacht neer tegen die onredelijke prof die je nochtans mocht tutoyeren.

tualiteit in Oost-Vlaanderen? Wat een misleiding. De Geus heeft ondertussen moeiteloos heel West-Vlaanderen en zelfs een stuk van Limburg opgeslokt. Meer nog, we moeten de werkelijkheid onder ogen durven zien: De Geus is vandaag het wereldtijdschrift voor het in stand houden en bevorderen van de principes van de Verlichting. We kunnen dan ook niet naast de grandioze impact kijken die De Geus zonder enige discussie heeft op vrijwel alle maatschappelijke, filosofische, ethische, wetenschappelijke, politieke, artistieke, poëtische en aanverwante domeinen. De wereld IS veranderd en het zijn alleen de afgunstigen en pilaarbijters die niet willen toegeven dat De Geus daar voor iets, om niet te zeggen voor veel, tussen zit. Zelf ben ik het meest onder de indruk van de totale ineenstorting van het rooms-katholieke rijk in Vlaanderen. De vastgoedsector wordt overspoeld door te koop geboden pastories, kloosters, abdijen en kerken. Zelfs in mijn eigen Zwalmstreek staat het Sint-Gandulphuskerkje van Paulatem te koop – ongelogen. Ik heb verschrikkelijk veel goesting om dit uniek erfgoed meteen te kopen en maak volgende week een afspraak met notaris Jean-François Agneessens. Zeg nu zelf, op het gelijkvloers: portaal, kerkruimte met altaar en biechtstoelen, preekstoel, zijbeuk, oksaal met toegang naar toren. En een authentiek kerkhof van 839 ca als tuin. K.I. 718 €. Bouwjaar: vanaf

DEGEUS

Ik rond af, zo niet komen er nog brokken van. Het succes van het magazine De Geus steunt uiteindelijk op een dogma. Dat is het laatste wat jullie willen horen, maar het is keicorrect en komt van Henri Poincaré: Het denken mag zich nooit onderwerpen, noch aan een dogma, noch aan een partij, noch aan een hartstocht, noch aan een belang, noch aan een vooroordeel, noch aan om het even wat, maar uitsluitend aan de feiten zelf, want zich onderwerpen betekent het einde van alle denken.

En de seksuele revolutie! Of zullen we dit potje liever gedekt houden? Hoe dan ook, De Geus heeft de vrije liefde uit de tijd van de zestigers-zeventigers niet alleen gered, maar bouwt het concept structureel nog steeds verder uit. De afschaffing van de seksen is een andere verworvenheid waarover onze voorzaten zelfs nooit gedroomd hebben. Vandaag nog zag ik een vacature waarop niet alleen M/V maar ook X kan inspelen. Nog een woordje, want we kunnen eindeloos blijven doorgaan. Terwijl de brave burger met hevige verwijten rond de oren wordt geslagen als hij zijn houtkacheltje stookt – het dodelijke fijne stof, weet je wel – rijzen à volonté crematoria als paddenstoelen uit de grond. Zelfs verstokte katholieken willen vandaag koste wat het kost verstookt worden.

Wat de feiten zelf betreft, deze zijn en blijven zeer verontrustend! Ondanks alle geestdrift is het duidelijk dat velen het licht weer willen doven! Duisternis dreigt alom. Ons nu installeren in de comfortzone waarin een jubilaris graag vertoeft zou een enorme vergissing zijn. Geen mission accomplie dus voor De Geus. Misschien moeten we in het licht van de onheilspellende wereld rondom ons maar eens denken aan een nieuwe benaming voor De Geus: wat dacht je van Alert, Alarm of Amok…? Bedankt, trouwe lezers van De Geus, voor het gewillig en instemmend aanhoren van deze onvervalste laudatio.

september 2018  >  45


BOEKENREVUE

Wit-zwart denken Als witte mens een boek bespreken waarin zo goed als alle witten racisten heten te zijn – makkelijk is anders. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat witte recensenten Niemand zal hier slapen vannacht van Rachida Aziz lovend onthaald hebben en alleen tussen de regels een beetje kritiek uitten, al liegen waarderingen als ‘fanatiek’ en ‘rabiaat’ er niet om. Gie van den Berghe

BLANKEN WITTEN Wat het gebruik van ‘wit’ in plaats van ‘blank’ betreft staat Aziz niet alleen. ‘Blank’ zou te veel negatieve, aan het kolonialisme herinnerende connotaties hebben. Daarom banden verscheidene media het uit hun woordenschat (de Volkskrant vorig jaar, NOS eind januari 2018). Best vreemd, want zogenaamde blanken zijn helemaal niet wit, en roept ‘witten’ ook niet meteen ‘zwarten’ op? En wat met de ‘gelen’, ‘roden’, ‘donker-’ en ‘lichtbruinen’? Aziz noemt ze ‘mensen van kleur’ (nooit ‘kleurlingen’) en opponeert hen aan de ‘witten’ die ze, door ze zo goed als nooit ‘witte mensen’ te noemen, in zekere zin ontmenselijkt.

Aziz vervalt herhaaldelijk in complotdenken De in Antwerpen geboren Rachida Aziz (1971) verhuisde op haar vijftiende met haar Marokkaanse ouders naar Brussel. In 2007-08 ontwierp ze een eigen vrouwenmodemerk en opende ze een modezaak. Toen die zeven jaar later dicht moest wegens financiële moeilijkheden, ging Aziz online maar ook die website werd inmiddels opgedoekt. Ondertussen

46  >  september 2018

had ze door haar strijdbare columns en actieve deelname aan duidingsprogramma’s bekendheid verworven bij een groter publiek. In maart 2016 kreeg ze een burn-out, twee dagen nadat ze als enige onderneemster van kleur had deelgenomen aan een vergadering met koningin Mathilde en een tiental witte onderneemsters waarop men zich afvroeg hoe meer vrouwen tot het ondernemerschap konden worden aangezet. Aziz was het met bepaalde zaken niet eens, maar niemand luisterde naar haar. Ze had, schrijft ze, net zo goed onzichtbaar kunnen zijn. Ze ontwaakte uit haar illusie te strijden voor gelijkberechtiging van lotgenoten, mensen van kleur. Aziz besefte dat ze alleen maar werd opgevoerd als succesvolle Marokkaanse om elk vermoeden van raciale discriminatie de kop in te drukken. Zij was de uitzondering die de regel moest ontkrachten. De witten hadden nooit de bedoeling zichzelf ter discussie te stellen, ze speelden alleen maar een spel om mensen van kleur uit te putten. Aziz zonk diep weg in een depressie, mede door een mysterieuze ziekte waaraan ze al vijftien jaar lijdt en die ze nu aan het haar omringende witte racisme toeschrijft. Aziz vervalt herhaaldelijk

in dit soort complotdenken. Pijnlijk is haar lange en arrogante reactie op een vriendelijke brief van de Raad van Bestuur van het Vlaams Audiovisueel Fonds waarin haar subsidieaanvraag voor een documentaire over racisme beargumenteerd wordt afgewezen. Aziz kleurt deze afwijzing meteen racistisch in en verliest uit het oog dat het VAF een flink deel van de aanvragen niet honoreren kan. In 2014 keurde het Filmfonds slechts 38% van de aanvragen voor een documentaire goed, in de twee volgende jaren 42%, en vorig jaar 41%. Door in haar boek alleen de afwijzing en haar reactie erop af te drukken maar niet haar projectaanvraag, ontneemt ze de lezer de kans om zich een mening te vormen.

Ze heeft zichzelf gedekoloniseerd om de witten als stam te bestuderen en hun alledaagse racisme Aziz besloot dat ze zichzelf opnieuw moest deconstrueren. De vrouw, de moslima, de persoon van kleur, haar relaties, haar hele bestaan ‘moest alweer tot op de grond afgebroken worden’. Ze putte veel zelfzekerheid uit haar pelgrimstocht (hadj) naar Mekka, waar ze alleen vrede, liefde en samenhorigheid bespeurd heeft, iets wat volgens haar alleen bij moslims of mensen met hetzelfde geloof voorkomt. Ze weigert nog langer een vreemd studieobject te zijn, wil niet meer uit-

DEGEUS


BOEKENREVUE

gelegd worden aan witten. Er kan niet meer onderhandeld worden over haar menselijkheid. Omdat ze niets verwacht van de ‘steriele, verkalkte kennis van academici’, is ze zelf ‘antropologe, historica, psychologe, filosofe en sociologe geworden’. Ze heeft zichzelf gedekoloniseerd om de witten als stam te bestuderen en hun alledaagse racisme. Vandaar dit boek. De onheilspellende titel, Niemand zal hier slapen vannacht, komt uit de Driestuiversopera (1928) van Bertolt Brecht en Kurt Weill, meer bepaald uit het lied Zeeroofster Jenny (dat in een nogal eigenzinnige versie voorin Aziz’ boek staat). Jenny maakt in een hotel de bedden van mannen op. Die beseffen niet met wie ze te maken hebben. Als op een dag een zeilschip met vijftig kanonnen zal aanmeren, zal ze haar lach ternauwernood kunnen bedwingen. Ze zal bedden moeten opmaken, maar weet dat ‘Niemand er deze nacht nog zal in slapen’. De stad zal met de grond gelijk gemaakt worden, alleen het hotel zal gespaard blijven. Dan zullen de hotelgasten begrijpen wie ze is. De matrozen van het zeilschip zullen de mannen in de boeien slaan en haar vragen wie dood moet. ‘Iedereen’, zal ze antwoorden en bij elk vallend hoofd zal ze ‘hopla!’ roepen.

DISCRIMINATIE Aziz toont wel aan dat er ondanks onze hoogdravende westerse waarden en normen behoorlijk wat misloopt in onze maatschappij. Haar boek bevat ontstellende feiten over de sociaaleconomische achterstand van kleurlingen in het Brusselse gewest. Jonge Marokkaanse en Turkse mannen worden het hardst getroffen door werkloosheid. Deze volgens Aziz ‘wettelijke discriminatie’ gaat gepaard met subtielere vormen zoals vriendjespolitiek, waaraan ook politieke partijen en vakbonden zich bezondigen. Je reinste racisme, vindt ze. In haar enige concrete verwijzing heeft Aziz het over een in 2005 gepubliceerd rapport over de evolutie van Etnische discriminatie op de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk

DEGEUS

Gewest. Het onderzoek gebeurde in opdracht van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid dat onder de hoede staat van Actiris, de Brusselse openbare tewerkstellingsdienst. De wetenschappers die het onderzoek uitvoerden deden ook enkele voorstellen om de etnische discriminatie te bestrijden. Aziz vermeldt niets van dit alles en vervalt eens te meer in complotdenken. Omdat Actiris naar aanleiding van haar boek het onderzoeksrapport van zijn website zou kunnen verwijderen, plaatste ze het op haar website. Maar die is ondertussen van naam veranderd en de URL op haar huidige website verleent geen toegang tot het rapport – nog steeds op de website van Actiris – maar tot het perscommuniqué erover.

Aziz toont wel aan dat er ondanks onze hoogdravende westerse waarden en normen behoorlijk wat misloopt in onze maatschappij Aziz getroost zich ook geen moeite om verder te kijken dan 2005. Helaas is er weinig of niets positiefs te melden. Begin 2013 stelde het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid een profiel op van de nieuwkomers die in het Brussels gewest bij Actiris werden ingeschreven. Blijkt dat tussen 2005 en 2010 het aantal werkloze immigranten met nog eens 10% is gestegen, drie keer meer dan in de twee andere gewesten van het land. Immigranten ‘krijgen met een opeenstapeling van hindernissen te maken’ zoals opleidingsniveau, netwerken, sociale afkomst, gebrek aan beroepservaring, gebrekkige kennis van de landstalen én etnische discriminatie bij de aanwerving.

KLEURRIJK RACISME Aziz wijt alles uitsluitend aan racistische discriminatie en besluit dat het niets ‘uitmaakt wat de werkloze van kleur doet en hoe die het doet’. Iedereen weet dat je best doen als mens van kleur niets uithaalt. Geen

wonder dus dat de slachtoffers van dit racisme-in-keurig-kostuum zich afkeren van de instellingen. De hele witte maatschappij is racistisch. Er valt op geen enkele wijze aan te ontkomen. Witten die je vriendelijk behandelen, doen dat alleen om niet van racisme verdacht te worden. Ook het feminisme vindt bij Aziz geen genade. Niet alleen omdat je in het Westen als feministe best zelf wit bent, maar ook omdat het feminisme het patriarchaat volgt door de mensheid op te splitsen in mannen en vrouwen. Zullen we uit politieke correctheid na ‘ras’ (niet te verwarren met racisme!) nu ook ‘geslacht’ opheffen? In dergelijk slachtofferdiscours kon de Jodenuitroeiing (die Aziz verkeerdelijk aan Adolf Eichmann toeschrijft) niet uitblijven: wie ‘van een bevolkingsgroep een probleem maakt, komt vroeg of laat altijd uit bij deportatie of uitroeiing.’ Aziz schrijft al het negatieve toe aan de verlichting, die de mensheid opgedeeld zou hebben in geciviliseerden en barbaren, witten en mensen van kleur. Zij, de barbaren, zullen als ze voorbij stormen dat vlammetje van de verlichting wel doven. Volg je Aziz, dan hebben witte mensen het patent op onverdraagzaamheid, racisme en discriminatie. Denk wat dat betreft bijvoorbeeld aan het langdurige en tot een genocide uitgegroeide conflict tussen Hutu’s en Tutsi’s in Rwanda. Aziz balt woedend de vuist tegen de witte maatschappij die haar alles ontnomen zou hebben en roept op tot een beeldenstorm om de witheid te vernietigen. De twee steunpilaren van het kapitalisme, het patriarchaat en de witheid, moeten met de grond gelijk gemaakt worden. Alles moet tegen de vlakte. Dan kan ‘het nieuwe geboren worden en krijgen de monsters dit keer geen kans’. Maar waarschuwde Friedrich Nietzsche in Voorbij goed en kwaad (1886) al niet dat ‘wie met monsters vecht, moet oppassen zelf geen monster te worden’? Rachida Aziz, Niemand zal hier slapen vannacht, Berchem, EPO, 2017, 263 p. / ISBN 9789462671003

september 2018  >  47


FILM

The Red and the White EXECUTIES ALS FAITS DIVERS De Hongaarse regisseur Miklós Jancsó kreeg van de Sovjetautoriteiten de vraag om een film te maken ter ere van de vijftigste verjaardag van de Oktoberrevolutie. Maar met zijn eigenzinnige The Red and The White (1967) schoffeerde Jancsó zijn Russische opdrachtgevers. In plaats van een warme hommage aan bolsjewistische helden serveerde hij hun een ijskoude anti-oorlogsfilm. Tim Deschaumes

Jancsó situeert de strijd tussen de Hongaarse en Russische roden en de tsaristische witten in de onmetelijke weidsheid van de Grote Hongaarse Laagvlakte. Dit steppelandschap lijkt de belofte van vrijheid in te houden, maar fungeert als een valkuil voor de ronddwalende soldaten van beide kampen. Ontsnapte revolutionairen en officieren te paard voeren er een gestileerde choreografie op van vlucht en achtervolging. Gevangenen ondergaan de vernedering van ontkleding, waarna ze het op een lopen moeten zetten, opgejaagd als wild. De camera is een gereserveerd toeschouwer: hij overschouwt deze wereld van vanzelfsprekend geweld vanop afstand in panoramische long shots. Hij ontwaart rode noch witte helden, enkel universele vormen van menselijke wreedheid. Pas wanneer verpleegster Olga zich over enkele soldaten ontfermt, stroomt warmte en zorg de mannenwereld binnen. Olga en haar hoofdverpleegster proberen in penibele omstandigheden hun hippocratische eed na te leven: ‘Er zijn geen witten of roden, alleen patiënten.’ Olga’s offerbereidheid blijkt uit een indrukwekkend sequentieshot van ruim vier minuten, waarin ze naakt baadt in de hoop de aandacht af te leiden van ruiters die een revolutionair op het spoor zijn. Haar geste blijkt futiel: de schaamteloze ruiters spelen een spelletje met de ‘waterelf’ en buitenbeelds wordt de soldaat opgepakt. Terwijl hij op bevel een lied zingt, zien we op de achtergrond het gebogen en fragiele lichaam van Olga, als versteend. Hoe beleeft zij de zwanenzang van de soldaat? Hun beider naaktheid

48  >  september 2018

contrasteert met de protserige uniformen van de officieren. Die laten de soldaat uiteindelijk over de houten brug naar zijn einde lopen. Na zijn sprong in het water wordt hij afgemaakt met een roeispaan. Olga zijgt neer, steun zoekend in het ijle. Deze long take begint en eindigt met liefelijke vogelgeluiden: de natuur en de militairen vinden elkaar in onverschilligheid. Met Olga leek de film even een hoofdpersonage te krijgen, maar in een volgende sequentie sterft ook zij een abrupte dood. De ondraaglijke achteloosheid van haar offscreenexecutie ondergraaft elk restje sympathie voor eender welke commandant. Jancsó’s ogenschijnlijk onderkoelde stijl blijkt de beste aanpak om de militaire geweldmoraal aan te klagen. Getuige daarvan het toenmalige verbod om The Red and The White in Russische bioscopen te vertonen. Miklós Jancsó, The Red and the White/Csillagosok, Katonák, (Hongarije, 1967). Duur: 90 min. Lezing Film Fest Gent Naar aanleiding van een retrospectieve over Miklós Jancsó tijdens Film Fest Gent 2018 (9 tot 19 oktober) geeft Tim Deschaumes een lezing in Bibliotheek De Krook op donderdag 4 oktober 2018 (20:00-21:30). Meer info: www.filmfestival.be en www.vormingplusgent-eeklo.be.

DEGEUS


RETROGEUS

50 jaar De Geus Onze nieuwe rubriek Retrogeus blikt terug op De Geus van toen. Op deze pagina’s vindt u een selectie van artikels en cartoons uit de oude doos. Welkom in de noughties!

mei 2004

DEGEUS

september 2018  >  49


RETROGEUS

nov 2004

sept 2006

maart 2006

50  >  september 2018

DEGEUS


RETROGEUS

mei 2006 jan 2006

DEGEUS

september 2018  >  51


ABECEDARIUM

De E van Jean Paul Van Bendegem

Ja, lap, ’t is weer zo ver, de zetter van De Geus was er met zijn/haar hoofd niet bij en heeft niet gezien dat er iets ontbreekt in de titel, de E van wat dan? Tot nu toe ging alles echt zeer goed maar dit valt mij nu toch wat tegen, moet ik zeggen. Goed opletten als ik met de F afkom. Weet ge wat, ik geef het nu al mee: de F van Flater. Voilà dan is de zetter al op de hoogte. Sorry, wat zegt u, dat kan toch niet? Hoe kan ik vooraf al weten dat er een probleem zal zijn bij het verschijnen van dit nummer van De Geus, nog voor het effectief verschenen is, nog voor het zelfs maar gezet is? Aha, u heeft hem door! Neen, uiteraard kan dit niet en dus is 'De E van' wel degelijk de titel die ik voor ogen had. Of, beter, 'De E van …'. Deze column wil een hommage zijn aan de Franse schrijver Georges Perec (1936-1982). Hoewel jong gestorven door longkanker heeft hij een omvangrijk oeuvre bij elkaar geschreven waaronder het beruchte La disparition (1969). Waarom berucht? Omdat in het hele boek de klinker ‘e’ niet voorkomt. Van de terugslag doet hij drie jaren later precies het tegenovergestelde: hij publiceert Les revenentes (1972) waarin alleen maar de klinker ‘e’ wordt gebruikt (op een paar kleine afspraken na zoals de toelating om ‘q’ te schrijven in plaats van ‘qu’). Ondertussen is er van het eerste boek een Engelse vertaling, A void, een Nederlandse, ’t Manco, en in mijn bibliotheek heb ik, geloof het of niet, ook een Japanse versie staan (met dank aan Claire T.). [Noot: wie de spontane gedachte zou hebben dat het Japans toch een taal met karakters is dus hoe zou je een ‘e’ of een andere letter kunnen vermijden, moet ik erop wijzen dat naast het Kanji ook het Katakana en Hiragana worden gehanteerd die dichter bij klankbeelden aansluiten. Tot daar

52  >  september 2018

mijn niet te excuseren pedant gedrag.] Het voorgaande kan alleen maar de indruk wekken dat Perec een echte speelvogel moet geweest zijn. Ik ben er zelf ook zeer gevoelig voor, getuige het grapje met de opening van deze column. Tegelijk zou het jammer zijn indien zijn werk herleid zou worden tot enkel taalspelletjes en woordgrappen. Want het gaat wel degelijk om meer. Ten eerste, moet een onderneming zoals La disparition in de context van de zogenaamde OuLiPo geplaatst worden. OuLiPo staat voor Ouvroir de Littérature Potentielle of Werkplaats voor Potentiële Literatuur (wat dan WePoLi zou worden maar misschien liever niet). Deze schrijversgroep, in het leven geroepen door wiskundige en schrijver Raymond Queneau – hij is zeker één van de kanshebbers voor de letter ‘q’ in dit abecedarium – had een eigenzinnig idee over hoe literatuur tot stand kan komen. In plaats van de muze af te wachten en ondertussen niks te doen, was hun voorstel om op een methodische manier teksten te produceren of, beter, te genereren. Bij voorkeur zullen deze methodes ongewoon, zeg maar een beetje gek zijn om bekende paden te vermijden. Eén van die technieken is het zogenaamde lipogram waarbij een verbodsregel geldt: een bepaalde uitdrukking mag niet gebruikt worden of een bepaalde letter zoals de ‘e’ en zo is La disparition ontstaan. De groep is nog steeds actief en ik kan alleen maar aanraden om hun website te bezoeken (oulipo.net) en zich te verbazen over de enorme creativiteit en het aanstekelijke enthousiasme van wat een bende grappenmakers lijkt maar bij nader toezien zo veel meer is.

Georges Perec: 'Perec was een zoon van Poolse Joden die naar Frankrijk waren uitgeweken. Zijn vader sneuvelde in 1940, zijn moeder werd gedeporteerd in 1943 en vergast. Hij groeide op bij een oom en tante.' Deze ultradroge weergave verbergt Perecs levensdrama: op vier jaar jouw vader verliezen, op zeven jaar jouw moeder. Hoe omgaan met een wereld die zo wreed kan zijn? Mag men niet verwachten dat iemand die zo zwaar getroffen is, zich van de wereld wil afsluiten of, in een zwakkere vorm, zich op zijn minst tegen die wereld wil beschermen? En zijn dan taal en humor geen sublieme instrumenten om die afscherming te realiseren? Ik weet wel, taal dient in eerste instantie om te communiceren maar communicatie vraagt noch noodzakelijk transparantie, je geeft zo veel prijs van jouzelf als je wil (Facebook, Instagram, Whatsapp, Tinder, …), noch noodzakelijk correctheid (Facebook, Instagram, Whatsapp, Tinder, …). Het kan dus even goed ook een afscherming zijn. Maar dat laat nog de vraag waarom uitgerekend humor dat doel moet dienen? Omdat humor een lichtheid introduceert die in staat kan zijn om de niet te dragen zwaarte te verlichten (in alle betekenissen van dit werkwoord). Om in de geest van Georges Perec af te sluiten: indien deze laatste beschouwing enige waarheid bevat dan maakt het Perec tot een literair lichtgewicht, het mooiste compliment denkbaar.

Het tweede element kan ik niet beter inleiden dan met de openingszinnen van het Wikipedia-artikel over

DEGEUS


MAGAZINE VRIJZINNIGE ACTUALITEIT OOST-VLAANDEREN

De nieuwsbrief verschijnt tweemaandelijks. In deze nieuwskatern vindt u de activiteiten terug van september t.e.m. oktober 2018. Vanaf nu verschijnt enkel nog de basisinfo van elk evenement in de gedrukte versie van De Geus. Alle bijkomende informatie is te vinden op www.geuzenhuis.be/agenda. De volgende nieuwsbrief verschijnt op 31 oktober 2018. Evenementen kunnen aangemaakt worden op onze website tot uiterlijk 1 oktober.

NIEUWSBRIEF

VR 7/9 20:00 Nooit meer oorlog herdenken (Gespreksavond en vernissage) Christophe Busch en Patrick Goossens DEMENS.NU I.S.M. KIG Geuzenhuis - Kantienberg 9 - 09 220 80 20

ZA 8/9 -15/9 tento Nooit meer oorlog herdenken DEMENS.NU I.S.M. KIG Geuzenhuis - Kantienberg 9 - 09 220 80 20 DI 11/9 13:30 Mahler: Symfonie nr. 9 MUZIEKCLUB

‘CAPRICCIO’ UPV Gent - Sint-Bernadettestraat 242C/405 - 0496 53 99 76

DO 13/9 14:00 Wat we niet weten zonder dat te weten

prof.em. Frank Roels GGG Geuzenhuis - Kantienberg 9 - 09 221 24 57

AALST

ZA 27/10 15:00 Witte rook Roger D’Hondt, Kris Coenegrachts, Rik Pinxten, Koen Snyers en Gustav Leo HVDM AALST crematorium Aalst - Siesegemkouter - 05 377 54 44

DENDERLEEUW

DO 27/9 14:00 De gemeenteraadsverkiezingen in een wijzigend lokaal landschap Prof. Dr. Koenraad De Ceuninck HV DENDERLEEUW ‘t Kasteeltje - Stationsstraat 7 - 0477 35 50 58 ZO 28/10 14:00 Viering 35 jaar HV Denderleeuw

ZO 16/9 9:00 Deelname aan de Oost-Vlaamse

dag van het WF WF MOERBEKE-WAAS ‘t Braemhof in Gentbrugge - Braemkasteelstraat 6 - 0476 48 42 05

DI 18/9 13:30 J.S. Bach Goldbergvariaties- variatie 6 tot

10: comparatieve vergelijking. Schönberg: Erwartung MUZIEKCLUB ‘CAPRICCIO’ UPV Gent - Sint-Bernadettestraat 242C/405 - 0496 53 99 76

DI 18/9 19:30 Filosofisch gesprek: veranderen

HV DENDERLEEUW ‘t Kasteeltje - Stationsstraat 7 - 053 66 99 66

DO 29/11 14:00 Bijna dood ervaringen toegelicht Wietse Wiels HV DENDERLEEUW ‘t Kasteeltje - Stationsstraat 7 - 0477 35 50 58

ZO 9/9 20:00 Kanker onze zorg: voor allemaal

ZA 15/9 9:45 Congres FVC: ‘Waar staat het vrijzinnig humanisme anno 2030?’ Caroline De Neve, Jacky Goris, Martine Konings, Dominique Verté, FEDERATIE VRIJZINNIGE CENTRA I.S.M. DEMENS.NU Geuzenhuis (Zuilenzaal) - Kantienberg 9 - 059 32 64 95

DRONGEN

betrouwbaar en betaalbaar Marc Van den Bulcke VERMEYLENFONDS DE BRUG Open Huis aan de Leie - Ingelstraat 15

EEKLO

MA 17/9 19:30 Leesclub Eeklo HVDM EEKLO HvdM Eeklo - Boelare 131 - 09 218 73 50

MA 17/9 18:00 Kruiden- en paddenstoelenwandeling

normen en waarden door decennia heen? ZAHIR Geuzenhuis - Kantienberg 9 - 09 330 35 77

DO 20/9 14:00 Filmcyclus 'Maudie' GGG ISM HVDM Geuzenhuis - Kantienberg 9 - 09 233 52 26 DO 20/9 19:00 Talking Dinner Cambodja Naren Hout VF GENT Vredeshuis - Sint-Magrietstraat 9 - 09 265 98 28 DO 20/9 20:00 Het Grote Verkiezingsdebat Mieke Van Hecke (CD&V) - Annelies Storms (sp.a) Stephanie D’Hose (open VLD) - Karlijn Deene (NVA) - Tom De Meester (PVDA) - Zeneb Bensafia (Groen). Moderator: Karel Van Keymeulen HV GENT WF VF GEUZENHUIS Geuzenhuis - Kantienberg 9 - 09 220 80 20

NIEUWBAKKERS/VF EEKLO parking van Provinciaal domein ‘Het Leen’ - Gentsesteenweg 80 - 0477 70 49 59

ZO 23/9 11:00 MuSiKa VF I.S.M. DE CENTRALE De Centrale - Kraankindersstraat 2 - 09 265 98 28

DI 25/9 14:00 Filmmiddag: Little Miss Sunshine

DI 25/9 13:30 Franz Schubert - Laatste strijkkwartetten:

DI 30/10 14:00 Filmmiddag: I Daniel Blake HVDM EEKLO HvdM Eeklo - Boelare 131 - 09 218 73 50

DO 27/9 20:00 Bruichladdich Nick Baeyens VF GENT Vredeshuis -

Strijkkwartet ‘Rosamunde’ – Comparatieve vergelijking MUZIEKCLUB ‘CAPRICCIO’ UPV Gent Sint-Bernadettestraat 242C/405 - 0496 53 99 76

HVDM EEKLO HvdM Eeklo - Boelare 131 - 09 218 73 50

ELSEGEM

ZA 1/9 14:00 Fietstocht naar Domein De Gellinck +

rondleiding VF OUDENAARDE Domein De Gellinck - Kortrijkstraat 74

GENT

Margrietstraat 9 - 09 223 02 88

DI 2/10 13:30 J.S. Bach Goldbergvariaties-

variatie 11 tot 15: comparatieve vergelijking. Vergelijking Minimalistische muziek van Steve Reich en Karel Goeyvaerts MUZIEKCLUB ‘CAPRICCIO’ UPV Gent - Sint-Bernadettestraat 242C/405 - 0496 53 99 76

DO 30/8 13:30 ‘De stad der blinden’ José Saramago LEESCLUB

DI 2/10 19:30 voorstelling ‘Zielzoekers’ concept & spel:

DI 4/9 13:30 JS. Bach Goldbergvariaties- variatie 1 tot 5: comparatieve vergelijking. Liszt: Sonate MUZIEKCLUB ‘CAPRICCIO’ UPV Gent Sint-Bernadettestraat 242C/405 - 0496 53 99 76

ZA 6/10 Het Betere Boek 'Et alors la France?'

‘CONTRAPUNT’ UPV Gent Sint-Bernadettestraat 242C/405 - 0496 53 99 76

DEGEUS

Mokhallad Rasem - Productie: Theater Malpertuis En Toneelhuis HVDM GENT HVDM EEKLO HVDM SINT-NIKLAAS ISM FENIKS VZW EN GGG Geuzenhuis - Kantienberg 9 - 09 233 52 26

september 2018  >  53


AGENDA

WF Minard & Krook stadsbibliotheek - 09 224 10 75

DI 9/10 13:30 Franz Schubert - Laatste strijkkwartetten: Strijkkwartet ‘Der Tot und das Mädchen’ Comparatieve vergelijking MUZIEKCLUB ‘CAPRICCIO’ UPV Gent - Sint-Bernadettestraat 242C/405 - 0496 53 99 76

ZO 11/11 13:00 Viering 110 jaar WF (11-11-1908) in Moerbeke-Waas WF MOERBEKE-WAAS Brasserie Feestzaal Triphon in Moerbeke - Eksaardsedam 15 - 0476 48 42 05

OUDENAARDE

ZA 13/10 11:00 Dagvullend kunstenprogramma

DO 11/10 14:00 Filmcyclus 'Zingeving en

in Oudenaarde VF OUDENAARDE MOU+Jachthaven en parcours Jan Hoet Jr. - Markt

verbondenheid' La Ch'tite Famille GGG ISM HVDM & FENIKS Geuzenhuis - Kantienberg 9 - 09 233 52 26

DO 11/10 13:30 ‘Hamlet’ William Shakespeare LEESCLUB ‘CONTRAPUNT’ UPV Gent - Sint-Bernadettestraat 242C/405 - 0496 53 99 76

VR 12/10 20:00 Vernissage tento Marnix De Keukelaere

(fotografie) KIG Geuzenhuis - Kantienberg 9 - 09 220 80 20

DI 16/10 13:30 J.S. Bach Goldbergvariaties- variatie 16 tot 20: comparatieve vergelijking. Tropen Sequenzen en vroegste Polyfonieën (9de tot 11de eeuwse ontwikkeling van de westerse muziek) MUZIEKCLUB ‘CAPRICCIO’ UPV Gent - Sint-Bernadettestraat 242C/405 - 0496 53 99 76 DI 16/10 19:30 Filosofisch gesprek: Is een grapje altijd

grappig? ZAHIR Geuzenhuis - Kantienberg 9 - 09 330 35 77

DO 18/10 We need to talk about... onderwijs Met: Wouter Duyck, Wim Van den Broeck, Raymonda Verdyck. Moderator: Ann Peuteman GEUZENHUIS Geuzenhuis - Kantienberg 9 - 09 220 80 20 ZA 20/10 14:30 Lezing 'Van de oerknal tot het aardse

SINT-NIKLAAS

DO 20/9 19:30 Lezing: Een leven vol muziek: Clara Schumann Jan Stacino organoloog en organisator van het Festival oude muziek ‘Voce et Organo’ HVDM SINT-NIKLAAS ISM MASEREELFONDS HvdM Sint-Niklaas - Stationsplein 22 - 03 777 20 87 DI 23/10 10:00 Fototentoonstelling: Nooit meer oorlog herdenken HVDM SINT-NIKLAAS HvdM Sint-Niklaas - Stationsplein 22 - 03 777 20 87 DO 25/10 19:00 Gespreksavond Nooit meer oorlog

herdenken Patrick Goossens (fotograaf en medewerker aan de tentoonstelling) & Christophe Busch (directeur Dossinkazerne) HVDM SINT-NIKLAAS ISM MASEREELFONDS HvdM Sint-Niklaas - Stationsplein 22 - 03 777 20 87

DO 1/11 15:00 Vliegen op de wind - Herdenkingsmoment HVDM SINT-NIKLAAS EN FENIKS VZW Afscheidscentrum Heimolen - Waasmunstersesteenweg 13 - 03 777 20 87

leven' Dhr Hugo Moors FLDC Geuzenhuis - Kantienberg 9

DI 23/10 13:30 Richard Strauss: Salome Muziekclub

‘Capriccio’ UPV Gent Sint-Bernadettestraat 242C/405 - 0496 53 99 76

MA 29/10 20:00 De muziek van Wannes van de Velde Koen

de Cauter, Lucas Van den Eynden, Tiny Bertels, Hans Mortelmans, Marc Hauman, Jan De Smet, Stefan Wellens, Bernard Van Lent, Walter Poppeliers, en An Heynen VF GENT I.S.M. TREFPUNT Minardschouwburg - Romain Deconinckplein 2 - 09 267 28 28

DI 30/10 13:30 J.S. Bach Goldbergvariaties- variatie

21 tot 25: comparatieve vergelijking. Ligeti: De atmosferische werken Muziekclub ‘Capriccio’ UPV Gent -Sint-Bernadettestraat 242C/405 - 0496 53 99 76

ZOMERGEM

VR 24/8 19:30 Jazz in de Tuin VC ZOMERLICHT Zomerlicht - Weldadigheidstraat 30 - 0475 31 79 67

VR 28/9 19:30 Levenseindezorg - infoavond vertegenwoordiger van LEIF HVDM EEKLO & V.C. ZOMERLICHT VC Zomerlicht - Weldadigheidstraat 30 - 09 218 73 50 ZO 9/9 11:00 Vrijetijdsmarkt VRIJZINNIG ZOTTEGEM

ZOTTEGEM

Bevegemse Vijvers - Bevemsevijverstraat - 0473 92 55 25

DI 18/9 14:00 Cinema Kreim Freis 'Dead Poet Society'

HERZELE

DO 27/9 7:45 Daguitstap St. Amands en omgeving WF HERZELE

GG ZOTTEGEM Lokaal Dienstencentrum - Arthur Gevaertlaan - 0473 92 55 25

DI 23/10 14:00 Cinema Kreim Freis 'Awakenings'

GG ZOTTEGEM Lokaal Dienstencentrum - Arthur Gevaertlaan - 0473 92 55 25

Kerkplein (vertrek)

LOCHRISTI wo 26/9 20:00 Lezing ‘Wat moet ik nu geloven dokter ?’ Dokter Cammu HV DE GEUZEN LOCHRISTI Polyvalente zaal van de gemeentelijke bibliotheek Lochristi - Koning Boudewijnlaan 6 - 0495 41 23 81

Uw persoonsgegevens worden enkel gebruikt voor het verzenden van ons tijdschrift ‘De Geus’. Deze worden bijgehouden zolang u geabonneerd bent. U kan steeds uw gegevens opvragen of deze laten verwijderen uit ons bestand.

MOERBEKE - WAAS

ZO 9/9 15:00 Concert met Oberon Strijkkwintet: ‘Pack Up!’ WF MOERBEKE-WAAS Feestzaal van gemeentelijke basisschool De Vlinderdreef - Drongendreef 1 - 0476 48 42 05

54  >  september 2018

Met de steun van

DEGEUS


COLOFON Hoofdredactie

Eindredactie

Fotografie & lay-out

LIDVERENIGINGEN VC-G Fred Braeckman

Griet Engelrelst

Thomas Lemmens

Philipp Kocks

Gerbrich Reynaert

Kurt Beckers

Brecht Decoene

Frederik Dezutter

Willem Elias

Wouter Vandamme

Jean-Pierre Vanhee

Linde Waeyaert

Karim Zahidi

Redactie

Druk: New Goff Verantwoordelijke uitgever: Wim Taels p/a Kantienberg 9, 9000 Gent Werkten aan dit nummer mee: Tim Deschaumes, Frederik Dezutter, Sofie D’Hulster, Willem Elias, Griet Engelrelst, Patrick Goossens, Liesbet Lauwereys, Pierre Martin Neirinckx, Pieter Present, Renaat Ramon, Katrien Schollaert, Jean Paul Van Bendegem, Peter Vandenabeele, Gie van den Berghe, Griet Vandermassen Coverfoto: Gerbrich Reynaert. De Geus is het tijdschrift van het Vrijzinnig Centrum-Geuzenhuis vzw en de lidvereni­g ingen en wordt met de steun van de PIMD verspreid over Oost-Vlaanderen. Geuzenhuis Kantienberg 9, 9000 Gent 09 220 80 20 admin@geuzenhuis.be www.geuzenhuis.be U kan de redactie bereiken via Thomas Lemmens, thomas@geuzenhuis.be en Griet Engelrelst, griet@geuzenhuis.be of 09 220 80 20.

ABONNEMENTEN De Geus zonder lidmaatschap: €16 op rekening IBAN BE54 0011 1893 3897 van het VC-Geuzenhuis met vermelding ‘abonnement Geus’. Prijs per los nummer: €4. Het Vrije Woord gratis bij lidmaatschap HVV en GGG. Combinaties van lidmaatschappen met of zonder abonnementen zijn mogelijk.

DEGEUS

LIDMAATSCHAPPEN Kunst in het Geuzenhuis €12 op rekening IBAN BE38 0013 0679 1272 van Kunst in het Geuzenhuis vzw met vermelding ‘lid KIG’. Grijze Geuzen €12 op rekening IBAN BE72 0011 7775 6216 van HVV Ledenrekening, Pottenbrug 4, 2000 Antwerpen met vermelding ‘lid GG + naam afdeling (bv. lid Gentse Grijze Geuzen)’. Humanistisch-Vrijzinnige Vereniging €12 op rekening IBAN BE72 0011 7775 6216 van HVV Ledenrekening, Pottenbrug 4, 2000 Antwerpen met vermelding ‘lid HVV + naam afdeling (bv. lid HV Gent)’. Vermeylenfonds €15 (-26 jarigen gratis) op rekening IBAN BE50 0011 2745 2218 van Vermeylenfonds vzw, Tolhuislaan 88, 9000 Gent met vermelding ‘lidgeld naam, voornaam, geboortedatum, M of V’. Willemsfonds €15 op rekening IBAN BE39 0010 2817 2819 van WF Ledenrekening, Vrijdagmarkt 24-25, 9000 Gent met vermelding ‘lid WF’. Van Crombrugghe’s Genootschap € 15 (€ 25 duo lidmaatschap met partner / € 6 studenten) op rekening IBAN BE87 0013 9865 2494 van de K.M. Van Crombrugghe’s Genootschap met vermelding soort lidmaatschap + naam partner. De verantwoordelijkheid voor de gepubliceerde artikels berust uitsluitend bij de auteurs. De redactie behoudt zich het recht artikels in te korten. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd of overgenomen worden zonder de schriftelijke toestemming van de redactie. Bij toestemming is bronvermelding – De Geus, jaargang, nummer en maand – steeds noodzakelijk. Het magazine van De Geus verschijnt tweemaandelijks (5 nummers).

De Cocon vzw, Jeugdhulp aan huis info: 09 222 30 73 info@decocon.be - www.decocon.be De Maakbare Mens info: 03 205 73 10 info@demaakbaremens.org www.demaakbaremens.org Feest Vrijzinnige Jeugd vzw info: Philipp Kocks - 09 220 80 20 philipp@geuzenhuis.be Feniks vzw info: www.plechtigheden.be huisvandeMens - 09 233 52 26 gent@deMens.nu Fonds Lucien De Coninck vzw info: www.fondsluciendeconinck.be fondsluciendeconinck@gmail.com Humanistisch Verbond Gent info: Brigitte Walraeve - 09 220 80 20 hvv.gent@geuzenhuis.be Humanistisch - Vrijzinnige Vereniging Oost-Vlaanderen info: Tine Dekempe - 09 222 29 48 hvv.ovl@geuzenhuis.be Gentse Grijze Geuzen info: info.gentsegrijzegeuzen@gmail.com Kunst in het Geuzenhuis vzw info: Kaat Ceusters - 09 220 80 20 kaat@geuzenhuis.be SOS Nuchterheid vzw In Gent, woensdag en vrijdag (alcohol en andere verslavingen). info: 09 330 35 25(24u op 24u) info@sosnuchterheid.org www.sosnuchterheid.org UPV Gent Info: Geert Boxstael geert.boxstael2@telenet.be Van Crombrugghe’s Genootschap info: 09 233 90 08 info@vcg.be www.vcg.be Vermeylenfonds Oost-Vlaanderen info: 09 223 02 88 info@vermeylenfonds.be www.vermeylenfonds.be Willemsfonds Oost-Vlaanderen info: 09 224 10 75 info@willemsfonds.be www.willemsfonds.be Werkgemeenschap Leraren Ethiek vzw info: info@digimores.org www.digimores.org

PARTNER De Geus van Gent open van ma t.e.m. vr vanaf 16:00 zaterdag vanaf 19:00 info: www.geuzenhuis.be 09 220 78 25 - geusvangent@gmail.com huisvandeMens Gent Het centrum biedt hulp aan mensen met morele problemen. U kan er terecht van ma t.e.m. vr van 9:00 tot 16:30 De hulpverlening is gratis! info: Kantienberg 9D, 9000 Gent 09 233 52 26 - gent@deMens.nu

september 2018  >  55


10/11 2018 19:00

SPECIAL GUEST

FILOSOFIEFESTIVAL w w w. n a c h t v a n d e v r i j d e n k e r. b e

BIJLOKE & KASK GENT

NACHT VAN DE VRIJ DENKER

STEVEN PINKER

S A M E N M E T R AY M O N D TA L L I S – S U S A N B L A C K M O R E – J U L I A N B A G G I N I – P H I L I P P B L O M

I G N A A S D E V I S C H – A L I C J A G E S C I N S K A – J O H A N B R A E C K M A N – R E N É T E N B O S – P E T E R - PA U L V E R B E E K – M O N TA S S E R A L D E ’ E M E H – C A R O L I N E PA U W E L S – J E A N PA U L VA N B E N D E G E M K AT L E E N G A B R I E L S – F L O R I S VA N D E N B E R G – T O M A S S E R R I E N – J A M I L A C H A N N O U F M A R K C O E C K E L B E R G H – H A N S S C H N I T Z L E R – A L E X A N D E R R O O S E – L U C S T E E L S – K AT R I E N D E V O L D E R – M A A R T E N B O U D RY – M I R I A M VA N R E I J E N – D I R K V E R H O F S TA D T – J A N D U M O LY N PA U L C L I T E U R – B R A M VA N D E R B O R G H T – K R I S T I E N H E N S – G E R T M AT T H I J S – L E E N D E V R E E S E MOHAMED EL KHALFIOUI

EN VERDER KUNG FU MET CONFUCIUS, FILOCAFÉ, O P D E F I L O S O FA , A F T E R PA R T Y, F O O D & D R I N K S , B O E K E N M A R K T, S I G N E E R S E S S I E S … E e n o r g a n i s a t i e va n

mediapartner

T i c ke t s b e s c h i k b a a r o p d e we b s i t e Vo l g o n s o p f a c e b o o k vo o r u p d a t e s

@ nachtvrijdenker facebook.com/nachtvandevrijdenker

m e t d e s t e u n va n

Gent

kaban


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.