DE GEUS OKTOBER 2020

Page 1

MAGAZINE VRIJZINNIGE ACTUALITEIT OOST-VLAANDEREN

Nacht van de Vrijdenker VERDIEPING OP HET SCHERPST VAN DE SNEE

Doodgaan doen we allemaal INTERVIEW MET WIM DISTELMANS

ISSN0780-2989 › P608277 › VERSCHIJNT DRIEMAANDELIJKS › JAARGANG 52 › NR. 4 › OKTOBER 2020 › PRIJS LOS NUMMER €4


INHOUD

VAN DE REDACTIE It giet oan!

3

PLAKKAAT Filosofie, het ideale handvat

4

ACTUA Nacht van de Vrijdenker 2020 Coronacomplot-contradicties als houvast in tijden van onzekerheid

6 8

BESCHOUWING Waarom het begrip natuurlijkheid irrationeel en schadelijk is 12

2  >  oktober 2020

VRAAGSTUK LEIF wint Prijs De Maakbare Mens 2020

16

FILOSOOF OVER FILOSOOF De scandaleuze Tweede sekse Wat kunnen we leren van Rosa Luxemburg

20 23

POËSTILLE Gemaskerde muze

27

CULTUUR Getuigenis van een métis

28

COLUMN Vastgoed

31

BOEKENREVUE Wit - Zwart in Zwart - Wit Kinderen van Apate De platte aarde

32 38 42

MUZIEK De schoolconcerten van Guy Verlinde

44

ABECEDARIUM De N van Niet

48

NIEUWSBRIEF

49

COLOFON

51

DEGEUS


VAN DE REDACTIE

It giet oan! ‘Wanneer de hele wereld uit haar voegen raakt, dan tracht ik vooral te begrijpen waarom dit gebeurd is, en dan word ik weer rustig en goed geluimd.’ Rosa Luxemburg. Het is februari 1917. Vanuit een cel in Berlijn, waar ze een gevangenisstraf uitzat omdat ze protesteerde tegen de oorlog, schrijft de marxistische filosofe en activiste Rosa Luxemburg brieven aan haar vrienden. De brieven zijn opvallend hoopvol en monter van toon, en staan vol met verwijzingen naar literatuur, kunst, muziek en poëzie. Dat viel ook Joke Hermsen op, die het nawoord verzorgde van de Nederlandse vertaling van de Brieven uit de gevangenis: ‘In de zich steeds meer van hen vervreemdende wereld hadden haar vrienden, net als zijzelf, de muziek, filosofie en poëzie hard nodig, om zich in de wereld nog ‘thuis’ te kunnen voelen.’ Hebben we dat niet met z’n allen gemerkt tijdens de lockdown in maart en april? Wat mensen erdoor haalde, was cultuur. Stel je voor dat je die periode moest uitzitten zonder muziek, romans, podcasts of die briljante Netflixserie. Daarom is het wrang dat net de cultuursector ietwat stiefmoederlijk werd behandeld in de exitplannen. We kunnen niet zonder, al was het maar om ons beter in de wereld thuis te voelen. We zijn dan ook erg blij dat we in deze suboptimale omstandigheden de Nacht van de Vrijdenker toch kunnen laten doorgaan. Want, zoals zo mooi uit het citaat van Rosa Luxemburg bovenaan dit artikel blijkt: als de wereld uit z’n voegen treedt, is het belangrijk om te kunnen nadenken, om te proberen te begrijpen wat er gebeurt, om alles in perspectief te zien, om na te denken hoe dit is kunnen gebeuren en welke veranderingen er nodig zijn om beter met dit soort crisissen om te gaan. Katleen Gabriels schrijft in haar Plakkaat voor deze Geus: ‘De coronacrisis maakte het ‘nut’ van filosofie heel concreet. Van de corona-app tot triage op Intensive Care: praktische filosofie stond centraal in het publieke debat.’ Wie krijgt voorrang op intensive care als bedden, materieel en zorgpersoneel schaars worden, zoals in maart even dreigde te gebeuren? Hoe ver mag je persoonlijke vrijheden inperken voor het algemeen belang? Hoe zit het met tracking apps en onze privacy? Wat is het belangrijkste: individuele rechten zoals privacy of de volksgezondheid? Of is dit een vals dilemma? Zo’n pauzeknop in de ratrace van het leven die de lockdown voor veel mensen was, dwingt ook om na te denken over keuzes en doelen in het leven. Katleen Gabriels

DEGEUS

schrijft in haar Plakkaat – waarin ze oproept om filosofie een onderdeel te maken van ieders basisvorming – dat filosofie je in staat stelt om de innerlijke dialoog die je met jezelf voert, béter te voeren. Redenen te over dus op 14 november naar Gent af te zakken, voor een heel speciale Nacht. Joke Hermsen en Katleen Gabriels staan prominent op de affiche. Benieuwd hoe de rest van het programma eruit ziet? Blader snel naar pp. 6 van deze Geus voor een volledig overzicht. Zoals u van ons gewoond bent, staat ons najaarsnummer voor een groot deel in het teken van de sprekers op de Nacht van de Vrijdenker. U vindt dus veel filosofie in deze editie, maar er is ook plaats voor literatuur, met een bijlage over het Betere Boek (het literaire festival van het Willemsfonds) voor poëzie, muziek … kortom: voor alles wat het leven smaak en kleur geeft. Veel leesplezier! De redactie


PLAKKAAT

@CRANIUM Nederland

Filosofie Het ideale handvat De coronacrisis maakte het ‘nut’ van filosofie heel concreet. Van de corona-app tot triage op Intensive Care: toegepaste ethiek stond centraal in het publieke debat. Hoog tijd om het belang van filosofie ook systematisch in het onderwijs te erkennen. Katleen Gabriels

De ontwikkeling van de Nederlandse corona-app – de CoronaMelder – werd van meet af aan door ethici begeleid. Via livestreaming konden burgers in april volgen hoe bedrijven hun ideeën voor een contact tracing app uit de doeken deden. In juli werd de ethische analyse van de app, opgesteld door hoogleraren, publiek beschikbaar. In augustus nam een burgerpanel deel

4  >  oktober 2020

aan een ethische sessie over de CoronaMelder. Het panel gaf feedback en aanbevelingen, waar ethici, politici en ontwikkelaars vervolgens mee aan de slag gaan. De aanpak van de CoronaMelder is een goed voorbeeld van interdisciplinaire samenwerking. Wat met de CoronaMelder op grote schaal gebeurde, kan in het hoger onderwijs perfect als

kleinschalig project plaatsvinden: studenten computerwetenschappen die hun ontwerp ook moeten voorleggen aan humane en sociale wetenschappers, zoals filosofen, psychologen of sociologen. Het Vlaamse hoger onderwijs zit nog te veel in silo’s vast. Interdisciplinaire onderwijsteams zijn een goede manier om dialogen aan te gaan, over de vakgroepen heen. De

DEGEUS


PLAKKAAT

uitdagingen van de 21ste eeuw – van klimaat tot AI – zijn immers niet in één silo te vatten.

Het Vlaamse hoger onderwijs zit nog te veel in silo’s vast. Interdisciplinaire onderwijsteams zijn een goede manier om dialogen aan te gaan, over de vakgroepen heen KRITISCH DENKEN De corona-app is maar één voorbeeld van hoe computerwetenschappers, ingenieurs en wiskundigen in hun werk met ethische dilemma’s geconfronteerd worden. Afgelopen juni riep een aantal Amerikaanse wiskundigen in een open brief andere wiskundigen op om niet samen te werken met de politie. Ze uiten onder meer kritiek op predictive policing en gezichtsherkenning, omdat de data waarmee de AI-systemen getraind worden vaak vooringenomen zijn. Dit kan discriminerende gevolgen hebben voor minderheidsgroepen, zoals zwarten. De brief maakt duidelijk dat AI-technologieën, hoewel gestoeld op wiskundige modellen, niet zomaar ‘neutraal’ zijn. Opleidingen moeten hier systematische aandacht aan schenken; dat kan in vakken techniekethiek en -filosofie, waar studenten kritisch leren denken over hun ontwerpen en hun rol in de maatschappij.

Vlaanderen heeft nood aan filosofische vorming vanaf de lagere school. Niet als keuzevak maar als deel van de basisvorming Ook argumenteren en logisch redeneren zijn vaardigheden die filosofie bijbrengt. Daar kan je niet vroeg genoeg mee beginnen: Vlaanderen heeft nood aan filosofische vorming vanaf de lagere school. Niet als keuzevak maar als deel van de basisvorming. Meningen en stellingen in maatschappelijke debatten, bijvoorbeeld over de contact tracing app, worden nog te weinig gekaderd in een breder perspectief dat filosofie juist kan aanreiken, zoals de afweging tussen privacy en volksgezondheid. Meer filosofisch inzicht kan ook helpen bij het evalueren van de coronamaatregelen vanuit het mensbeeld dat eraan ten grondslag ligt. Filosofie geeft studenten en leerlingen handvatten om beter na te denken, ook over zichzelf.

Mondige mensen, dié zijn pas nuttig MONDIGHEID Hannah Arendt definieerde moraliteit als de innerlijke dialoog die je met jezelf voert. Bij haar valt moraliteit samen met het nemen van je individuele verantwoordelijkheid. Ze onderstreept het belang van in gesprek blijven met

DEGEUS

Katleen Gabriels @ Gerbrich Reynaert

jezelf, en van zélf denken en zélf oordelen. Enkel zo kan je iemand, een moreel individu, worden. Voor Arendt zijn gedachteloosheid en de ander slaafs volgen de bron van het kwaad. Het gaat niet alleen om je eigen mening te vormen, maar die ook kunnen kaderen en beargumenteren. Ze schrijft: ‘De grootste boosdoeners zijn degenen die het zich niet herinneren, omdat ze nooit over de kwestie hebben nagedacht en, omdat er geen herinnering aan is, kan niets hen tegenhouden.’ Om met jezelf en anderen te spreken, moet je mondig zijn. Dat betekent niét het opzetten van een grote mond, over alles een mening hebben of gewoon luid roepen. Mondigheid gaat om intellectuele zelfstandigheid, geïnformeerd spreken, informatie zelf afwegen en onafhankelijk oordelen. Dat zijn allemaal aspecten van een degelijke filosofische vorming. Mondigheid is essentieel als je vanuit een burgerpanel een app evalueert, op de werkvloer geconfronteerd wordt met discriminerende technologie, of beleidsmakers, die zich verschuilen achter managementtaal of een slecht geheugen, op hun morele verantwoordelijkheid moet wijzen. Mondige mensen, dié zijn pas nuttig. Over de auteur Katleen Gabriels is techniekfilosoof (universiteit van Maastricht) en auteur van Regels voor robots (VUBPRESS: 2019).

KATLEEN GABRIELS OP DE NACHT VAN DE VRIJDENKER 2020 Katleen Gabriels spreekt twee keer op de Nacht van de Vrijdenker op zaterdag 14 november in Kunstencentrum Vooruit. Eerst over filosofie, wetenschap en verwondering samen met wiskundige Ann Dooms en later over ethiek in tijden van AI.

oktober 2020  >  5


ACTUA

Nacht van de Vrijdenker 2020 EEN FILOSOFIEFESTIVAL OP 1.5M! Dit is het jaar waarin een virus alles overhoop gooide. Tegelijk tekent deze crisis de vraagstukken over de toekomst scherper uit en worden nieuwe en bestaande breuklijnen nog duidelijker blootgelegd. Meer dan ooit is er behoefte aan reflectie, aan zicht op alternatieven. Daarom geven we in deze bijzondere omstandigheden alsnog een podium aan belangrijke, lokale denkers uit Vlaanderen en Nederland. Verwacht opnieuw een wervelwind aan ideeën, verdieping op het scherpst van de snee en toonaangevende denkers. Wat staat er op het programma? Thomas Lemmens

De Nacht van de Vrijdenker 2020 wordt coronaveilig. Op vrijdagavond 13 november presenteren we een online openingsevent met internationale sprekers, zaterdag 14 november volgt dan het live festival met sprekers uit Vlaanderen en Nederland in Kunstencentrum Vooruit. Het coronavirus heeft een grote impact op de Nacht van de Vrijdenker, maar dat geldt voor alles en iedereen: de pandemie heeft — op zijn minst tijdelijk, misschien blijvend— zowel ons als onze werkelijkheid ingrijpend veranderd. Dan komt filosofie goed van pas. Zowel filosofie die ons helpt om te gaan met die veranderingen en met de existentiële vragen en onzekerheden die daarbij komen kijken, als filosofie die probeert een antwoord te bieden op de grootste ethische, politiek-economische, persoonlijke

6  >  oktober 2020

en maatschappelijke uitdagingen van onze tijd. Hoe denken we na over de ethische vraagstukken waar de coronacrisis ons mee confronteert? Aan wie geef je voorrang als zorg schaars wordt, zoals tijdens de lockdown in maart even dreigde te gebeuren? Hoe balanceer je tussen de individuele vrijheid, autonomie van de persoon en het algemene belang? Ignaas Devisch verkent de ethiek van de coronacrisis. Niet alleen de pandemie, ook nieuwe technologische ontwikkelingen – denk aan apps, robots, AI – roepen nieuwe ethische vragen op. Welke antwoorden geven we daarop? Katleen Gabriels legt uit waarom we dringend werk moeten maken van regels voor robots, en laat zien waarom techniek niet aan filosofie en ethiek kan ontsnappen. In een ander program-

maonderdeel spreekt Katleen Gabriels samen met de bekende wiskundeprof Ann Dooms (VUB) over de verwondering die aan de basis ligt van hun passies: filosofie en wetenschap. De crisis bracht (en brengt nog steeds) heel wat onzekerheden met zich mee. Gelukkig heeft filosofie ook een praktisch nut, en kan het helpen om ons doorheen die onzekerheden te navigeren. Kate Kirkpatrick neemt u mee door het leven en denken van de beroemde Franse extistentialiste Simone de Beauvoir. Kan je zelf kiezen wie je wordt? Kan je jezelf heruitvinden? Hoe geven we mensen de macht, en niet alleen de vrijheid, om zichzelf heruit te vinden? Dat zijn de vragen waar ze zich samen met de Beauvoir over buigt. Kirkpatricks biografie van de Beauvoir kreeg wereldwijd lovende recensies en wordt beschouwd als de

DEGEUS


ACTUA

beste biografie van de Franse denkster tot nog toe. Naast Kirkpatrick staat ook John Sellars op de affiche. In zijn zoektocht naar een handleiding voor het leven richt hij zich op de filosofen van het Oude Griekenland, meer bepaald uit de Hellenistische periode: het epicurisme, de stoïcijnen en de cynici, maar ook de scholen van Plato en Aristoteles. Wie zich in de afgelopen periode heeft afgevraagd hoe hij of zij beter kan worden in het uitoefenen van zelfcontrole en het omgaan met verleidingen, kan terecht bij de Hongaarse filosoof Bence Nanay (UAntwerpen). Hij is expert in de filosofie van de waarneming en de philosophy of mind. Terwijl het gros van het onderzoek naar verleiding en zelfcontrole focust op het weerstand bieden aan verleiding, is er ook een optie om verleiding te vermijden. Hoe goed men daar in is, blijkt af te hangen van hoe gefragmenteerd je geest is. Hoe meer inconsistenties in je mentale setup, hoe moeilijker het is om verleiding te vermijden. Periodes van onzekerheid brengen niet alleen existentiële vragen met zich mee, ze blijken ook een ideale voedingsbodem voor de gekste complottheorieën. Wat begin je tegen die tsunami? Wat doe je als een geliefde in de ban raakt van een samenzweringstheorie? Hoe werkt de gestoorde epistemologie van complotdenkers? Brecht Decoene – specialist in samenzweringstheorieën – trekt genadeloos ten strijde tegen onzin. Zijn collega bij SKEPP (de Studiekring voor de Kritische Evaluatie van Pseudo-Wetenschap en het Paranormale) Patrick Vermeren doet hetzelfde, maar zijn vizier is gericht op de pseudopsychologie die welig tiert in het bedrijfsleven en binnen de Human Resources. Complottheorieën lijken misschien onschuldig, anders wordt het wanneer ze door opportunistische politici mee verspreid worden. Dan kunnen

DEGEUS

ze, net als fake news, een gevaarlijke impact hebben. Immers, de mens neigt van nature naar irrationaliteit en is in wezen goedgelovig en makkelijk te beïnvloeden, toch? Politici en demagogen, reclamemakers, influencers maken daar dapper misbruik van, en de echokamers van de sociale media maken alles alleen maar erger. Alleen valt het misschien nog mee, maar breng een massa op de been en je krijgt al snel een domme, volgzame kudde. Toch? Cognitiewetenschapper Hugo Mercier is ervan overtuigd dat dit wijdverspreide narratief niet klopt. Hij schreef met Not Born Yesterday een provocatief en briljant boek waarin hij dit simplistische beeld op de menselijke natuur ontkracht. Cognitief filosoof Stefaan Blancke gaat met hem in gesprek over zijn contraintuïtieve visie. Niet alleen corona beheerste het nieuws in 2020, er was ook veel aandacht voor de protesten van de Black Lives Matter-beweging en de ermee gepaard gaande oproep tot dekolonisatie: van onze straten en pleinen, onze musea, onze curricula aan scholen en universiteiten, kortom onze gehele cultuur. Wat houdt die oproep precies in? Hoe kunnen we anders en beter omgaan met ons koloniaal verleden? Is het eigenlijk zinvol om te focussen op identiteit en deze discussie te voeren met termen als white privilege? Heleen Debeuckelaere, Mathieu Zana Etambala en Jan Dumolyn gaan hierover met elkaar in gesprek. Met deze twee programmaonderdelen raken we aan de kern van waarover er in ons tijdsgewricht het meest gediscussieerd en gesproken wordt: waarheid en identiteit. Die concepten staan dan ook centraal in de zoektocht van essayist Bas Heijne naar hoe we mens kunnen blijven, in een tijd waarin onze menselijkheid wordt bedreigd door zowel redelijke als onredelijke krachten. Wat is waar – wat de feiten je vertellen of wat je wilt geloven? Wie ben je – een vrij individu, of zoek je houvast in de groep tegen de rest? Hoe kunnen we solidair zijn in een wereld die steeds meer versplinterd is, waarin iedereen op zoek

PRAKTISCH Nacht van de Vrijdenker 2020 Online opening op vrijdag 13 november om 19:00. Gratis voor tickethouders van de Nacht van de Vrijdenker. Voor wie enkel de online opening wil bijwonen zijn er aparte tickets verkrijgbaar. Live en coronaproof filosofiefestival op zaterdag 14 november vanaf 13:00 in Kunstencentrum Vooruit, Sint-Pietersnieuwstraat 23, 9000 Gent. Tickets en info: www.nachtvandevrijdenker.be. Volg ons op facebook of schrijf je in op onze nieuwsbrief voor updates, achtergrond en meer!

is naar iets groters en het algemeen belang het zo vaak aflegt tegen het eigenbelang? De vraag hoe we kunnen werken aan een meer menselijke en solidaire samenleving houdt ook Joke Hermsen bezig. Zij put inspiratie uit het werk van twee vrouwelijke dwarsdenkers: Hannah Arendt en Rosa Luxemburg. Hun ideeën en voorstellen kunnen ons volgens Hermsen helpen om het tij te keren. Joke Hermsen schreef ook een theaterstuk over Arendt en Luxemburg. Als primeur voor de Nacht van de Vrijdenker zal het gezelschap Victoria Deluxe enkele fragmenten uit deze voorstelling spelen. Om die betere samenleving te bereiken liggen verschillende opties open. Hidde Boersma gaat niet mee in het verhaal van dat inkrimping van onze economie, of degrowth noodzakelijk is. Minder kapitalisme, minder consumptie, minder hoogintensieve landbouw is volgens Boersma niet de manier om de grote problemen van onze tijd – de klimaatverandering, de groeiende ongelijkheid en de biodiversiteitscrisis – aan te pakken. Niet minder, maar méér: meer economische groei, méér welvaart, méér (duurzame) technologie en meer overheidsingrijpen: dat is de weg naar een moderne wereld die leidt tot meer welvaart, geluk en autonomie.

oktober 2020  >  7


ACTUA

Coronacomplotcontradicties als houvast in tijden van onzekerheid DAAR SCHUILT EEN ZEKERE IRONIE IN Gebeurtenissen met een grote maatschappelijke, emotionele of politieke impact geven altijd aanleiding tot complotdenken. De moord op JFK, de dood van Diana en de aanslagen op 11 september 2001 zijn daar perfecte voorbeelden van. De coronapandemie, met de daarmee gepaard gaande lockdown, beantwoordt daar eveneens aan. Ieders leven werd grondig hertekend sinds maart 2020. Zelfs bij de meest standvastige en ongedwongen medemens werkte deze schok wellicht ontregelend. Brecht Decoene

Het dagdagelijkse leven met zijn voorspelbaarheden werd dooreengeschud – van thuiswerken met de kinderen tot zelfs ontslagen worden. We werden geteisterd door allerlei kopzorgen. Opgesloten zitten in je appartement bracht onrust. Geplaagd door eenzaamheid kwam de drang om terug naar buiten te komen. Er was de bezorgdheid om grootmoeder. Nog anderen voelden de dreiging van partnergeweld of werden afgesneden van een prille liefde.

De behoefte aan duidelijkheid is groot VERWARRING ALS MESTSTOF En zo ontstond de ideale voedingsbodem voor complottheorieën, die net

8  >  oktober 2020

als paddenstoelen in stilte kiemen in het duister. En plots, in tijden van crisis, schieten ze uit de grond. Onderzoek leert ons dat onzekerheid in combinatie met weinig grip op je leven, mensen makkelijker richting complotdenken stuwt. Verwarring is een goede meststof. De onzekerheid bij COVID-19 was en blijft gigantisch groot. Vooreerst betrof het een nieuw virus, waarover we bij aanvang logischerwijs weinig wisten: hoe besmettelijk is het? Hoe dodelijk? Hoe makkelijk muteert het? Welke geneesmiddelen kunnen de symptomen afremmen? We moesten het nog allemaal uitvissen. ‘We learn as we go’, hoor ik een arts op Radio 1 nog zeggen ergens midden maart. De onzichtbaarheid van het virus

DEGEUS


ACTUA

maakte het daarenboven nóg minder tastbaar. Het asymptomatische karakter, het feit dat je vooral mensen kan besmetten nog voordat je zélf ziek wordt en de onmogelijkheid om iedereen te testen voedden de onzekerheid. Is onze reactie te voorzichtig of net overdreven? Is de opgebouwde immuniteit blijvend? Is het einde van de pandemie in zicht? Wanneer zal er een vaccin beschikbaar zijn? Zal het voldoende veilig zijn? Allemaal vragen waar nog geen sluitende antwoorden op bestaan.

Een zekere mate van onzekerheid is juist eigen aan wetenschap Later kwam de kwestie over de zin en onzin van de mondmaskers centraal te staan: heeft die maatregel nut of is ze louter symbolisch? En werken die stoffen maskers geen broeihaarden van bacteriën in de hand waardoor je jezelf weer ziek maakt? Vandaag staat dan weer de heropening van de scholen centraal: kinderen blijken niet zulke grote verspreiders te zijn! Of toonden die paar studies toch aan dat ze in dezelfde mate besmettelijk zijn als volwassenen? In Berlijn zijn immers al op 41 van de 825 scholen besmette scholieren gedetecteerd sinds de opening van het nieuwe schooljaar. Wat moeten we daaruit opmaken? Begrijpelijkerwijze is het bij velen zwaar aan het duizelen. De behoefte aan duidelijkheid is groot. Dé wetenschappers kunnen daar niet onmiddellijk aan tegemoetkomen. Sommigen gebruiken dat vreemd genoeg als verwijt om de wetenschap in diskrediet te brengen. Een zekere mate van onzekerheid is juist eigen aan wetenschap. Dit impliceert nog geen volstrekte onwetendheid.

COMPLOTGOEROES EN COMPLOTCOCKTAILS Daartegenover staan de complotgoeroes. Hun zelfzekerheid is aanlokkelijk. Zij weten wél hoe het in elkaar zit en brengen een simplistisch maar @ www.freeimages.com

DEGEUS

oktober 2020  >  9


ACTUA

bevattelijk narratief. ‘De maatregelen zijn erger dan de ziekte’, ‘men wil ons muilkorven’, of straffer: ‘het virus bestaat niet eens’. Zij doorzien blijkbaar beter dan wie ook waar het momenteel grondig mis gaat qua aanpak en wat daar precies achter steekt. Of dat zou je althans denken. Want er is een heel spectrum aan verschillende, vaak ook nog eens onderling tegenstrijdige, complotversies rond corona voorhanden. Dat is typisch aan Complotland. Er is voor elk wat wils: van ‘als kritisch denken vermomde geniepige twijfelzaaierij’ over ‘enigszins aannemelijke complotvermoedens’ tot zelfs ‘uitzinnige samenzweringsfantasieën’. Er zijn dus gradaties. Dé typische of ideale complottheorie bestaat namelijk niet. Voor verschillende mensen ligt de grens van (on)geloofwaardigheid elders. Het Complotlandschap voorziet daar ongebreideld in.

Er is een heel spectrum aan verschillende, vaak ook nog eens onderling tegenstrijdige, complotversies rond corona voorhanden. Dat is typisch aan Complotland Het kan gaan van ‘het coronavirus is niet erger dan een griepje’ (waarbij nog niet echt sprake is van een eigenlijk complotverzinsel, maar gewoon de verdachtmaking van de officiële versie), naar ‘het virus is gemaakt in een lab’ (waarom? ‘omdat Bill Gates eigenlijk al een vaccin klaar heeft en daar gruwelijk veel geld mee wil verdienen’ of ‘als bedoeling de bevolking uit te dunnen’), tot ‘eigenlijk bestaat het virus niet maar proberen ze ons dat wijs te maken om onze fundamentele mensenrechten te ontnemen’. Zo nu en dan raken complottheorieën met mekaar vermengd tot een complotcocktail. Ontwaar met andere woorden enkele onbestaande patronen, verbind enkele punten die eigenlijk niets met elkaar te maken hebben, blaas er een bedoeld plan in, et voilà! Een half jaar geleden belandde ook

10  >  oktober 2020

In complotkringen over bijvoorbeeld de aanslagen van 9/11 of de moord op JFK is nog steeds geen enkele eensgezindheid – zelfs na respectievelijk bijna 20 en 60 jaar! @ AP

corona met 5G in de blender. Dat leverde enkele hilarische, maar verontrustende contradicties op. ‘5G veroorzaakt of activeert het coronavirus’ versus ‘5G veroorzaakt schade aan ons genetisch materiaal’. Merk op: als 5G het DNA en RNA beschadigt, hoe kan het dan een virus veroorzaken dat gemaakt is van RNA? Ofwel mis ik een stukje essentiële informatie, ofwel belichaamt dit een pure tegenspraak. Of wat dacht je van de volgende? ‘5G veroorzaakt of activeert het coronavirus’ versus ‘Het coronavirus is een list om ons allen op te sluiten zodat men 5G in het geheim kan uitrollen zonder dat we kunnen protesteren’. Ik weet niet hoe dat bij u werkt, maar mijn hoofd redeneert dan als volgt: ofwel activeert 5G het virus (en dan bestaat het virus wel degelijk), ofwel is het een leugenachtig voorwendsel om ons iets op te dringen. Deze uitspraken sluiten elkaar compleet uit. Ik trakteer u op nog enkele mooie contradicties rond de mondmaskerplicht. De één beweert dat zo’n mondmasker onze vrijheid afneemt, zelfs onze vrijheid van meningsuiting. Ik verzin het niet. Zo’n muilkorf snoert ons volgens hen letterlijk de mond. Kan de naar dictatuur neigende cen-

suur nog duidelijker?! Hoe dat dan precies werkt, is mij een raadsel. Alsof je door een mondmasker plotsklaps niet meer zou kunnen praten of schrijven. Jezelf iets te stevig ingesnoerd misschien? Maar sommigen ontwaren daarin helemaal het omgekeerde. Mondmaskers zijn nu net een daad van verzet. Want door die 5G zal men overal camera’s plaatsen met gezichtsherkenning, zoals in China. Door zo’n mondmasker te dragen onttrekt men zich aan de controle en behouden we onze vrijheid. U merkt het: het gaat werkelijk alle kanten op. Een ADHD’er kan er nog wat van leren.

Sommigen beschouwen voortschrijdend inzicht als een bewijs dat de wetenschap onbetrouwbaar is Dat alles lijkt voor onze complotgevoelige medemens geen wezenlijk probleem. Dat is één van de typische kenmerken van de bewoners van Complotland. Er is geen enkele neiging of ambitie om op basis van alle beschikbare informatie de gedachten te laten convergeren, en dus om toe te werken naar één consistente theorie.

DEGEUS


ACTUA

complete onwetendheid in en het verlamt evenmin het wetenschappelijk denken. We gaan er wel degelijk op vooruit. In Complotland ziet dat er enigszins anders uit en het is makkelijk te begrijpen waarom. Sommigen beschouwen voortschrijdend inzicht als een bewijs dat de wetenschap onbetrouwbaar is. Ze zat er namelijk naast. Vooruitgang van kennis wordt ervaren als een teken van zwakte omdat men zich enkel fixeert op wat fout was en niet ziet welke winst er geboekt wordt via trial and error.

@ Wikipedia

Integendeel, op basis van een voorval of situatie, hier het coronavirus, reageert complotdenken op een volstrekt onoverzichtelijke manier, net als een splinterbom. Er zit geen enkele systematiek in. Elke complotgoeroe wil zijn eigen populariteit en succes verzekerd zien door een eigenzinnig complotverzinsel te formuleren. Elke complotgoeroe ijvert voor zijn eigen plek onder de zon. De onderlinge competitie is namelijk ook daar niet gering.

VERDEELD TOT IN DE ONEINDIGHEID Uit de aard der logica kunnen echter niet àlle hypothesen tegelijkertijd waar zijn. Dat zorgt ervoor dat er in complotkringen over bijvoorbeeld de aanslagen van 9/11 of de moord op JFK nog steeds geen enkele eensgezindheid is – zelfs na respectievelijk bijna 20 en 60 jaar! Wetenschap mag niet voorbarig of overhaast te werk gaan, maar Alu-lalaland is zowel roekeloos rap in haar stelligheid als gedoemd om hopeloos verdeeld te blijven tot in de oneindigheid. In de wetenschappen werkt dat op een andere manier. Data, inzichten, studies en informatie kunnen in het begin zeer chaotisch, tegensprekelijk en weinig coherent binnenkomen. Dat is heel begrijpelijk en evident. De

DEGEUS

realiteit is soms complex en doet zich niet altijd onmiddellijk ondubbelzinnig aan ons voor. Net daarom mag wetenschap aanvankelijk niet voorbarig zijn. Ze kan eenvoudigweg nog geen duidelijkheid bieden, aangezien de wetenschappelijke voorhoede nog onontgonnen terrein moet verkennen. Het is onkies dat op hetzelfde plan te stellen als de gevestigde wetenschap. Maar na verloop van tijd werkt men wel naar een consensus. Niet omdat men daar op een gezellige avond met wat lekkere wijn zin in heeft. Evenmin omdat ergens een goddelijke kracht een opgelegde orthodoxie installeert. Maar omdat de gestage opeenstapeling van data, die rigoureus door experten wordt geëvalueerd en bijgesteld, hen daartoe noopt. Dat heeft vanzelfsprekend tijd nodig.

‘In tijden van oorlog lopen de kerken vol’, zei een leraar mij ooit. Deze pandemie en de daaruit voortkomende lockdown is op sommige vlakken zelfs veel ingrijpender dan een oorlog. Tijdens de oorlog kwamen mensen nog bijeen, gingen ze op café, bezocht men de cinema, kwam men samen met vrienden en vonden zo steun bij elkaar. Steun zoeken en vinden veronderstelt vertrouwen, in elkaar, in experts, en daaraan ontbreekt het bij mensen die verleid worden tot complotdenken. Het is handig om je daar bewust van te zijn.

Over de auteur Brecht Decoene is een moraalfilosoof uit Gent. Filosofie op een toegankelijke manier naar een breed publiek brengen, doet hij met het grootste gemak. Hij schrijft opiniestukken over tal van onderwerpen voor Knack.be, De Standaard en De Wereld Morgen en is de auteur van het boek: Achterdocht tussen feit en fictie. Kritisch omgaan met complottheorieën (ASP, 2016).

Steun zoeken en vinden veronderstelt vertrouwen, in elkaar, in experts, en daaraan ontbreekt het bij mensen die verleid worden tot complotdenken Met die tijdelijke onzekerheid moeten we af en toe leren omgaan. Onzekerheid houdt bovendien nog geen

oktober 2020  >  11


BESCHOUWING BAANBREKER

Waarom het begrip natuurlijkheid irrationeel en schadelijk is Binnen milieubewegingen en gezondheidsbewegingen waarderen mensen natuurlijkheid. Vanuit een rationeel oogpunt heeft dit begrip ‘natuurlijkheid’ echter weinig betekenis: het is willekeurig en niet goed gedefinieerd. Vanuit ethisch perspectief is een voorkeur voor natuurlijkheid vaak schadelijk: het vermindert het welzijn van andere mensen. In die zin is een voorkeur voor natuurlijkheid een perfect voorbeeld van een morele illusie: een hardnekkig, onjuist moreel oordeel dat ons afleidt van een rationele ethiek. Stijn Bruers

WAAROM NATUURLIJKHEID IRRATIONEEL IS Natuurlijkheid is een zeer vaag concept. Wat betekent het eigenlijk om te zeggen dat een proces of product natuurlijk is? Betekent ‘natuurlijk’ dat iets plaatsvindt zonder menselijke invloed? Dat is een willekeurig criterium, want waarom zou menselijke invloed iets onnatuurlijks maken en bijvoorbeeld ‘insecteninvloed’ of ‘zoogdierinvloed’ niet? Zoogdieren maken deel uit van de natuurlijke wereld, mensen zijn een subgroep van zoogdieren, dus mensen maken ook deel uit van de natuurlijke wereld. Trouwens, wat betekent ‘zoogdierinvloed’ eigenlijk? Als het geen betekenis heeft, waarom zou ‘menselijke invloed’ dan enige betekenis hebben?

12  >  oktober 2020

Betekent iets ‘natuurlijk’ noemen dat het veilig is? Nee, er is geen verband tussen natuurlijkheid en veiligheid. Sommige fenomenen die als natuurlijk worden beschouwd (uitbarstende vulkanen, parasitisme, giftige paddenstoelen) zijn gevaarlijker dan fenomenen die als onnatuurlijk of synthetisch worden beschouwd (het oppompen van fietsbanden, het gebruik van medicijnen, het dragen van beschermende kledij). Betekent ‘natuurlijk’ dat het niet is uitgevonden? Nee, biologische landbouw en natuurgeneeskunde zijn uitgevonden, maar worden als natuurlijk beschouwd. Betekent ‘natuurlijk’ dat het een hoge biodiversiteit heeft?

Nee, met genetische manipulatie zouden we een groot aantal nieuwe soorten kunnen creëren, maar dat wordt als onnatuurlijk beschouwd.

Sommige fenomenen die als natuurlijk worden beschouwd zijn gevaarlijker dan fenomenen die als onnatuurlijk of synthetisch worden beschouwd Betekent ‘natuurlijk’ dat het oud is of verwijst het naar een bepaalde natuur in het verleden? Ook dat is een willekeurig criterium, want in welke periode was de natuur het meest natuurlijk? Is een modern ecosysteem dat op een ecosysteem

DEGEUS


BESCHOUWING BAANBREKER

van honderd jaar lijkt minder natuurlijk dan een modern ecosysteem dat op een ecosysteem van 100.000 jaar oud lijkt? Is een gezondheidspraktijk die twintig jaar geleden werd ontwikkeld minder natuurlijk dan een eeuwenoude gezondheidspraktijk? Als je nadenkt over het begrip natuurlijkheid, is het onmogelijk om het begrip duidelijk gedefinieerd en niet willekeurig te maken. Maar het meest zorgwekkende is dat het vaak schadelijk is.

WAAROM HET BEGRIP ‘NATUURLIJKHEID’ SCHADELIJK IS Hier is een lijst voorbeelden van schade als gevolg van een geloof in natuurlijkheid. De anti-vaccinatiebeweging Veel mensen maken zich zorgen over vaccinaties. Ze denken dat vaccins ziekten zoals autisme veroorzaken. Vaccinatie is volgens hen een ‘onnatuurlijke’ gezondheidspraktijk. De wetenschappelijke consensus en het bewijs zijn echter zeer sterk: vaccins zijn zeer effectief, redden jaarlijks miljoenen levens en de risico’s zijn heel erg klein. Als ouders weigeren hun kinderen te vaccineren, lopen hun eigen kinderen en andere kinderen met een verzwakt immuunsysteem een verhoogd risico, gaat de kudde-immuniteit verloren, wat kan leiden tot veel sterfgevallen.

Verzet tegen E-nummers en chemische additieven. In Europa hebben sommige stoffen die als voedingsadditieven mogen worden gebruikt (omdat het bewezen is dat ze veilig zijn) een E-nummer. Veel van die E-nummers worden echter synthetisch geproduceerd en worden daarom als onnatuurlijk beschouwd. Een voorbeeld is het gebruik van methylcellulose in sommige veganistische voedingsproducten.

GGO’s kunnen veel voordelen bieden: minder gebruik van pesticiden, hogere inkomens voor arme boeren en hogere voedingswaarden Methylcellulose heeft E-nummer E461 en wordt gebruikt als vervanger van eieren. Het is volkomen veilig, niet giftig en niet allergeen, maar een producent van vegetarische producten besloot methylcellulose te vervangen door proteïnen uit eieren, omdat eieren als natuurlijker worden beschouwd. Als gevolg hiervan zijn die vegetarische producten schadelijk voor kippen. Ter vergelijking: de productie van één kilo eieren leidt tot meer dan tien keer meer uren dierenleed dan bij de productie van één kilo rood vlees. Een ander voorbeeld is het vermijden van bewaarmiddelen (Enum-

mers E200-E299): chemische stoffen die het bederven van voeding voorkomen. Het sneller bederven van voeding resulteert in meer voedselverspilling. Omdat het voeden van de volledige wereldbevolking een uitdaging is, is voedselverspilling schadelijk. Verzet tegen vitamine­ supplementen De consumptie van dierlijke producten schaadt dieren en toekomstige generaties (als gevolg van klimaatverandering). Veganisten vermijden deze schade, maar een gezond plantaardig dieet vereist een vitamine B12-supplement (door kauwtabletten te gebruiken of producten te eten die zijn verrijkt met B12). Sommige mensen beschouwen dit als onnatuurlijk en blijven daarom dierlijke producten eten. Hierdoor dragen ze bij aan dierenleed. Ironisch genoeg kopen ze producten van de moderne veeteelt, wat verre van natuurlijk is omdat die dieren veel vitaminesupplementen en antibiotica krijgen. De hoeveelheid vitamine B12 die naar vee gaat is genoeg om in de behoefte van bijna 40 miljard veganisten te voorzien. Een anti-ggo-houding Genetisch gemodificeerde organismen worden als onnatuurlijk beschouwd. Er is echter een wetenschappelijke consensus dat ggo’s over het algemeen veilig zijn (niet risicovoller dan zogenaamde ‘natuurlijke’ plantenrassen die bijvoorbeeld in de biologische landbouw worden gebruikt). En ggo’s kunnen veel voordelen bieden: minder gebruik van pesticiden, hogere inkomens voor arme boeren en hogere voedingswaarden. Een voorbeeld is de weerstand tegen gouden rijst: een ggo-rijst die pro-vitamine A produceert en 30.000 levens per jaar kan redden.

Een ggo-aubergine produceert een insecticide dat ook in de biologische landbouw wordt gebruikt en daarom niet langer het gebruik van insecticiden door boeren vereist

DEGEUS

oktober 2020  >  13


BESCHOUWING BAANBREKER

Een ander voorbeeld is de weerstand tegen Bt-aubergine, een ggo-aubergine die een insecticide produceert dat ook in de biologische landbouw wordt gebruikt en daarom niet langer het gebruik van insecticiden door boeren vereist. Dit resulteert in hogere opbrengsten, hogere biodiversiteitsniveaus op de boerderijen en hogere inkomens van de arme boeren in Zuidoost-Azië. Verzet tegen supplementen in biologische producten Sommige beperkende voorschriften voor biologisch voedsel maken biologisch voedsel minder gezond. Zo is verrijking met vitaminen niet toegestaan in biologische sojamelk. Niet-biologische sojamelk verrijkt met calcium en vitamine B12 en D kan gezonder zijn dan niet-verrijkte biologische sojamelk en koemelk. Daarom kan het promoten van biologische sojamelk schadelijk zijn.

Plastic zakken hebben een veel lagere koolstofvoetafdruk dan papieren, katoenen en composteerbare zakken Verzet tegen antibiotica in de biologische veehouderij Het overmatig gebruik van antibiotica in de veehouderij vormt een ernstige bedreiging voor de menselijke gezondheid. Biologische boeren proberen antibiotica te vermijden, maar wanneer hun dieren microbiële ziekten krijgen, gebruiken ze soms liever homeopathische middelen (of reiki) die geen aantoonbaar gezondheidsvoordeel voor de dieren hebben en zeker minder effectief zijn dan antibiotica. Het vermijden van antibiotica veroorzaakt in dit geval onnodig dierenleed omdat de dieren niet effectief worden genezen. Verzet tegen ­synthetische pesticiden Biologische landbouw vermijdt synthetische pesticiden maar gebruikt in plaats daarvan natuurlijke, organische pesticiden. Sommige van die organische pesticiden zijn echter

14  >  oktober 2020

gevaarlijker (giftiger) dan sommige synthetische pesticiden die in de conventionele landbouw worden gebruikt. Kopersulfaat, dat gebruikt wordt in de biologische landbouw, is bijvoorbeeld zeer persistent en meer dan tien keer giftiger dan alternatieve synthetische fungiciden (gemeten in LD50-doses). Andere organische pesticiden zijn bijzonder schadelijk voor ongewervelde niet-doelwitten zoals bijen (bijvoorbeeld pyrethrine, azadirachtin, rotenon, eucalyptusolie, neemolie). Volgens een onderzoek voor sojabonen waren organische pesticiden minder effectief in het bestrijden van bladluizen, even giftig of giftiger voor insecten die geen doelwit zijn en hadden ze een hogere milieu-impact dan synthetische pesticiden. Verzet tegen kunstmest Synthetische meststoffen worden binnen de biologische landbouw als onnatuurlijk beschouwd. Daarom wordt veel dierlijke mest gebruikt. Door de toepassing van dierlijke mest, die niet wordt behandeld met straling of antibiotica om de bacteriën te doden, kunnen biologische gewassen echter een hoger risico op besmetting met gevaarlijke E. coli-bacteriën hebben. Bovendien kan dierlijke mest schadelijker zijn voor in het water levende organismen dan kunstmest: gewassen uit de biologische landbouw zorgen per kilogram voor meer eutrofiëring dan conventionele gewassen, waardoor er meer vissen stikken door het lagere zuurstofniveau in het water. Verzet tegen kunstvezels Als we kijken naar broeikasgasuitstoot, landgebruik, watergebruik, vervuiling (giftigheid voor de mens, giftigheid voor vissen en waterdieren) en vele andere indicatoren, is de productie van kunstvezels in veel opzichten veel beter voor het milieu en de menselijke gezondheid dan natuurlijke vezels zoals katoen of dierlijke vezels zoals leer en wol. Katoen is twee keer zo giftig als synthetische vezels zoals polyethyleen. Dierlijk leer heeft een koolstofvoetafdruk die twee keer hoger is en een watervoetafdruk die honderd keer hoger is dan kunstleer van polyurethaan. Schoenen van

De hoeveelheid vitamine B12 die naar vee gaat is genoeg om in de behoefte van bijna 40 miljard veganisten te voorzien.

rundsleer hebben een driemaal hogere koolstofvoetafdruk dan schoenen van synthetisch rubber. Synthetische wol (fleece) van gerecycleerde materialen heeft een veel kleinere voetafdruk dan wol van schapen: geen landgebruik, een lagere ecotoxiciteit in water en een honderd keer lagere uitstoot van broeikasgassen. Het gebruik van dierlijke producten in plaats van kunstvezels zorgt voor meer dierenleed. Schapen en koeien worden gedood voor hun wol en huid. Een anti-plastichouding Plastic zakken hebben een veel lagere koolstofvoetafdruk dan papieren, katoenen en composteerbare zakken. Een papieren zak moet minstens drie keer worden hergebruikt en een katoenen zak minstens 170 keer voordat ze beter worden voor het milieu dan een plastic wegwerpzak. Als we rekening houden met toxiciteit, watergebruik en landgebruik, moeten een katoenen zak vijfhonderd keer worden hergebruikt en een papieren zak dertig keer voordat ze beter worden dan een plastic zak voor eenmalig gebruik. Herbruikbare plastic

DEGEUS


BESCHOUWING BAANBREKER

zakken zijn natuurlijk nog beter.

CONCLUSIE

Verzet tegen kweekvlees Clean meat is vlees dat zonder het dier is geproduceerd. Het wordt ook wel labovlees of kweekvlees genoemd omdat het in een laboratorium wordt gemaakt met behulp van stamcelculturen. Het zal in de toekomst in de supermarkten verkrijgbaar zijn. Sommige vleeseters zijn terughoudend om vlees te eten dat in een laboratorium wordt geproduceerd, omdat dit onnatuurlijk lijkt. Ze zeggen dat ze vlees van dieren zouden blijven eten, wat leidt tot het doden en verwonden van dieren.

Onze voorkeur voor natuurlijkheid veroorzaakt veel slachtoffers: arme mensen die sterven aan vitaminetekorten, kinderen met een aangetast immuunsysteem die sterven aan virussen, leghennen en andere dieren die lijden in fabrieksboerderijen, zieke dieren in biologische veehouderijbedrijven, bijen die sterven aan organische pesticiden, toekomstige generaties die geschaad worden door klimaatverandering, schapen en koeien die worden gebruikt voor hun wol en huiden, vissen en andere waterdieren worden geschaad door watervervuiling, wilde dieren die in de natuur lijden en herbivore exotische dieren die zijn gedood om plantensoorten te beschermen.

Onze voorkeur voor natuurlijkheid veroorzaakt veel slachtoffers Verzet tegen het interveniëren in de natuur Wilde dieren lijden als gevolg van predatie (roofdieren), parasitisme, ziekten, uithongering, … Milieuactivisten aarzelen om in de natuur in te grijpen om het welzijn van wilde dieren te verbeteren. Een dergelijke interventie wordt beschouwd als onnatuurlijk, ‘God spelen’ of menselijke arrogantie. Deze milieuactivisten geloven dat we de natuur met rust moeten laten, we moeten ons er niet mee bemoeien, zodat de natuur haar gang kan gaan. Het bestrijden van ­uitheemse ­soorten Sommige dieren (bijvoorbeeld konijnen) worden door mensen geïntroduceerd in nieuwe ecosystemen. Omdat mensen betrokken zijn bij de verspreiding van deze nieuw aangekomen dieren, wordt hun aanwezigheid in de gastheerecosystemen als onnatuurlijk beschouwd. Deze exotische soorten kunnen soms de lokale fauna en flora in gevaar brengen. Zo kunnen herbivore exotische dieren zeldzame lokale plantensoorten eten. Sommige milieuactivisten beschouwen deze herbivore exotische dieren daarom als ongedierte en willen ze onder controle houden. Maar het ruimen van die herbivore exotische dieren schaadt die dieren.

Als we meer dan tien voorbeelden kunnen geven waarbij een voorkeur voor natuurlijkheid schadelijk is voor andere wezens (waardoor hun welzijn afneemt), is het tijd om deze voorkeur los te laten. Deze voorkeur is slechts onze eigen voorkeur. De natuur zelf geeft niets om natuurlijkheid. En de vele slachtoffers bekommeren zich niet om natuurlijkheid, of als ze dat deden, hechten ze nog steeds meer waarde aan hun welzijn dan aan natuurlijkheid. Als mensen andere wezens willen schaden omdat ze natuurlijkheid belangrijk vinden, geven ze een sterkere voorkeur aan hun eigen waarden dan aan de waarden van hun slachtoffers. Dit is een vorm van arrogantie of egoïsme.

cept. Wie bepaalt wat mooi is en hoeveel waarde schoonheid heeft? Een sterke voorkeur voor schoonheid kan schadelijk zijn. Stel je een brandend museum voor. Je hebt de keuze: je kunt een kind of een schilderij redden. Het schilderij zelf waardeert zijn schoonheid niet en geeft niet om de vlammen. Het kind wil zichzelf niet opofferen om het schilderij te redden. Het kind waardeert zijn eigen welzijn meer dan de schoonheid van het schilderij. Als je het schilderij redt in plaats van het kind, laat je je eigen voorkeur voor schoonheid primeren op de veel sterkere voorkeur van het kind om de vlammen te vermijden. We mogen nooit toestaan dat onze eigen vage en willekeurige voorkeuren primeren op de sterkere voorkeuren van anderen. Met dank aan Thomas Rotthier voor de vertaling en bezorging van deze tekst. Over de auteur Stijn Bruers is doctor in de wetenschappen en doctor in de moraalfilosofie. Hij noemt zichzelf een rationeel ethicus en zet zich in voor goede doelen op het vlak van ecologie, mensenrechten, dierenrechten, sociale rechtvaardigheid en vrede.

Een voorkeur voor natuurlijkheid is vergelijkbaar met een esthetische voorkeur voor kunst. Net als natuurlijkheid is schoonheid een zeer vaag con-

Schoenen van rundsleer hebben een driemaal hogere koolstofvoetafdruk dan schoenen van synthetisch rubber

DEGEUS

oktober 2020  >  15


WIM DISTELMANS (BRASSCHAAT, °1952) - Staat bekend als een de voorvechters van palliatieve zorg en het recht op euthanasie in ons land - Oprichter van LEIF, Topaz en covoorzitter van de Federale Commissie Euthanasie - Kankerspecialist aan UZ Brussel en professor in de palliatieve geneeskunde aan de VUB - Won in 2003 de Arkprijs van het Vrije Woord voor zijn inzet voor de euthanasiewet - Kreeg in 2016 het Ereteken van de Vlaamse Gemeenschap Š Gerbrich Reynaert


VRAAGSTUK

LEIF wint Prijs De Maakbare Mens 2020 Welke rol speelt deze organisatie in de strijd voor zelfbeschikking? INTERVIEW WIM DISTELMANS Op zondag 25 oktober neemt Levenseinde Informatie Forum, kortweg LEIF, de Prijs De Maakbare Mens in ontvangst. De organisatie wordt gelauwerd voor de morele moed die ze aan de dag legt om het recht op zelfbeschikking bij het levenseinde maximaal te garanderen. Voorzitter en oprichter van de organisatie Wim Distelmans is tevreden, maar de strijd is nog niet gestreden. Wij zaten met hem samen over deze lange strijd, de palliatieve zorg in tijden van corona en de toekomst van de euthanasiewet. Jasmin Mazarine De Waele

Dag Wim, goeiemiddag. Als oprichter en voorzitter van LEIF (LevensEinde InformatieForum) wens ik u graag proficiat met het winnen van de Prijs De Maakbare Mens 2020. Wat betekent het winnen van deze prijs voor de organisatie? Het was heel positief nieuws om te ontvangen! Het is altijd aangenaam om een prijs te krijgen, maar als ik dan lees waarom ons de prijs is toegekend dan betekent het ook een fantastische erkenning van wat LEIF doet voor de samenleving en de mensen. In de zorg spreekt men altijd over ‘de mens staat centraal bij ons’, maar voor LEIF is dat effectief het fundament. Wij doen alles in functie van patiënten en van toekomstige patiënten, die met een probleem zitten. Als mensen in een verstaanbare taal goed geïnformeerd worden over eender wat – en in ons geval gaat dat over het levenseinde, gaande van palliatieve zorg tot euthanasie – dan zijn

DEGEUS

mensen verstandig genoeg om voor zichzelf te beslissen wat ze wel of niet willen. Maar je kan enkel beslissingen over iets nemen als je alle elementen hebt. Dus goede informatie verstrekken is primordiaal en dat is wat LEIF eigenlijk doet.

moeten doen, maar wel om de mensen goed te informeren en als partner beschikbaar te zijn om samen te overleggen. Finaal is het nog steeds aan de (al dan niet toekomstige) patiënt om – eventueel samen met de familie – te beslissen wat hij of zij zelf wil.

In de zorg spreekt men altijd over ‘de mens staat centraal bij ons’, maar voor LEIF is dat effectief het fundament

Naast voorzitter van LEIF, bent u kankerspecialist, professor in de palliatieve zorg en een prominente voortrekker van de uitbreiding van de euthanasiewet. Deze wet kent een lange geschiedenis in België, hoe heeft u deze strijd ervaren? Het is bijna een mirakel dat wij in België deze euthanasiewet erdoor hebben gekregen. Tientallen jaren waren dergelijke ethische dossiers onbespreekbaar in de diverse regeringen zolang CVP (sinds 2001: CD&V) in de regering zat. Tot in 1999 de dioxinecrisis de regering Dehaene deed vallen en er na de daaropvolgende verkiezing voor het eerst een regering zonder de CVP gevormd werd. De nieuwe

LEIF wordt door tegenstanders vaak afgeschilderd als een organisatie die euthanasie promoot, wat complete onzin is natuurlijk. Wij promoten niet, wij proberen enkel objectieve informatie te verlenen. Niet enkel over euthanasie trouwens, ook over palliatieve zorg, over zinloos medisch handelen, de alternatieven hiervoor, enzoverder. Het is niet aan ons om te zeggen wat zorgverleners wel of niet

oktober 2020  >  17


VRAAGSTUK

regering van paars-groen (liberalen, socialisten en groen) hebben op dat moment onmiddellijk een aantal ethische dossiers behandeld die al jaren stillagen. Dus in een zekere zin hebben we de euthanasiewet te danken aan besmette kippen! (lacht) Welke rol heeft LEIF gespeeld in het tot stand komen van deze euthanasiewet? In 2002 is de euthanasiewet gestemd maar ook de wet palliatieve zorg en de wet patiëntenrechten. Drie heel belangrijke wetten. Toen werd meteen duidelijk dat zorgverleners en artsen de inhoud van deze wetten eigenlijk onvoldoende kenden of verstonden, en dus de bevolking ook niet, terwijl dat voor hen toch niet onbelangrijk is. Op dat moment hebben we beslist om het LevensEinde InformatieForum, LEIF, op te richten (januari 2003, nvdr.). Het woord zegt het zelf: informatieforum. Dit om niet alleen de bevolking te informeren over de mogelijkheden van die wetten, maar ook om artsen, verpleegkundigen en andere zorgverleners (zoals bijvoorbeeld psychologen) op de hoogte te brengen van de inhoud.

Ik denk dat het voor iedereen duidelijk is gebleken dat je in een crisissituatie één kapitein op het schip moet hebben De meesten artsen wisten tot dan namelijk zeer weinig over levenseindezorg. Dit is namelijk géén verplicht, maar een optioneel vak binnen de opleiding Geneeskunde. De enige universiteit waar dat wel zo is, is aan de VUB (waar het vak gedoceerd wordt door Wim Distelmans, nvdr.). Je kan je dat bijna niet voorstellen, de frequentste kwaal van mensen – namelijk doodgaan – is een optioneel vak. Toen hebben we dus een grote inhaalbeweging opgestart en zijn we begonnen met de LEIF-opleiding, waar artsen opgeleid worden tot zogenaamde ‘LEIF’-artsen. Intussen hebben in Vlaanderen en Brussel al meer dan zeshonderd artsen deze opleiding gevolgd en kunnen zo hun collega’s

18  >  oktober 2020

bijstaan in deze moeilijke materie. Jarenlang hebben we ervoor geijverd om terugbetaling te krijgen voor de LEIFartsen voor hun intensieve activiteit. Bepaalde groepen hebben dit jarenlang tegengehouden, men is zelfs tot de Raad van State gegaan. Sinds 2015, dertien jaar na de euthanasiewet, is dit er dan toch doorgekomen. Daarnaast hebben wij ook het LEIFplan in het leven geroepen. Samen met Maggie De Block en het Ministerie van Volksgezondheid hebben we alle mogelijke wilsverklaringen gebundeld in één brochure: het LEIFplan. Alweer niet zonder weerstand, maar intussen is deze brochure gratis beschikbaar voor de bevolking en verkrijgbaar via alle apotheken, LEIF-punten en huizenvandeMens in Vlaanderen en Brussel. De laatste twee jaar hebben we maar liefst 250.000 van deze plannen verdeeld, wat mede mogelijk gemaakt is dankzij

privésponsoring van onder andere Kom op Tegen Kanker, deMens.nu en de Koning Boudewijnstichting.

DE WET EIST WILSBEKWAAMHEID BIJ UITVOERING En hoe ziet u de toekomst? Welke noden zijn er betreffende het uitvoeren van euthanasie in België en moeten er aanvullingen komen op deze wet? Eerst en vooral willen we graag uitbreiding tot euthanasieuitvoering bij mensen die ten gevolge van ziekte wilsonbekwaam zijn geworden, maar vooraf wel een wilsverklaring hebben laten optekenen dat ze euthanasie wensen wanneer ze niet meer wilsbekwaam zijn. Je moet hierbij denken aan mensen die wilsonbekwaam werden door een dementieel proces, bijvoorbeeld bij de ziekte van Alzheimer. Volgens de wet zijn zij niet meer wilsbekwaam, want


VRAAGSTUK PRIJS MAAKBARE MENS niet meer in staat in volle verstand hun wens tot euthanasieuitvoering te bekrachtigen. Maar denk ook aan mensen met een hersenbloeding of hersentumor, die hierdoor ook wilsonbekwaam zijn geworden. Veel mensen zijn hiervan niet op de hoogte en denken hun zaken op orde te hebben zodat aan hun wens tot euthanasie zal voldaan worden. Maar dat is niet zo. De wet eist wilsbekwaamheid bij uitvoering. Eén uitzondering: de wilsverklaring euthanasie geldt wél bij onomkeerbaar coma. Leg dat verschil maar eens uit aan de mensen! Daags na de laatste verkiezing (op 26 mei 2019), zijn we op leif.be gestart met een petitie. Bij aanvang hadden we honderdvijftig prominente intekenaars, waaronder alle voorzitters van de paars-groene fracties. Vandaag hebben al bijna 80.000 mensen de petitie ondertekend die nog steeds loopt. Dat zijn heel wat mensen die uiteraard willen dat de huidige wet goed functioneert, maar ook dat deze wet uitbreidt naar mensen die wilsonbekwaam zijn geworden. Er is dus een zeer groot maatschappelijk draagvlak, desondanks beweegt de politiek niet.

CORONACRISIS EN GEVOLGEN Dit jaar is niet gekenmerkt door zieke kippen, maar wel door een virus dat de wereld rondgaat, COVID-19. Hoe heeft de huidige coronacrisis de palliatieve zorg beïnvloed? Opvallend was dat tijdens de eerste lockdown in België in maart men totaal geen rekening heeft gehouden met de zelfbeschikking van mensen. Van bovenaf deed men simpelweg alle zorgcentra op slot, ook ‘TOPAZ’, het supportief dagcentrum van het UZ Brussel in Wemmel (dat bedoeld is voor mensen met een terminale aandoening die binnenkort zullen sterven, nvdr.). Dit zonder de zorgsector te raadplegen en zonder aan de bewoners de vraag te stellen of ze het risico wilden nemen besmet te raken en zo misschien eerder te zullen sterven. Het ging hier onder andere over een aantal mensen die nog maar een paar maanden te leven hadden en deze laatste maanden

DEGEUS

zo kwalitatief mogelijk wilden doorbrengen. In plaats daarvan zaten zij opgesloten op een kamertje, waar ze niemand mochten zien. Onbegrijpelijk dat dit gebeurd is. Hoe zou ons land volgens u beter kunnen hebben gereageerd? Ik denk dat het voor iedereen duidelijk is gebleken dat je in een crisissituatie één kapitein op het schip moet hebben. In België hebben we negen ministers van Volksgezondheid en iedereen spreekt elkaar tegen, vangt elkaars vliegen en dat is niet goed. Bovendien is het elementair om de bevolking in de besluitvorming te betrekken.

Doodgaan doen we allemaal en ik vind dat dit pluralistisch moet worden georganiseerd, met respect voor wat mensen willen Ik kan mij voorstellen dat er ook een pak mensen waren die door de lockdown en het afgesloten zitten van geliefden, hun uitvoering van euthanasie hebben uitgesteld? Er zijn inderdaad veel uitvoeringen uitgesteld. De Belgische wet staat toe dat je euthanasie kan aanvragen als je terminaal ziek bent, maar ook als je niet-terminaal ziek bent. Het treffendste voorbeeld en aanleiding tot een brandende discussie dit jaar, is het proces van Tine Nys in januari 2020. Deze vrouw had een psychische aandoening, was niet terminaal ziek en heeft toch euthanasie gekregen. Vanuit bepaalde hoek, waar men duidelijk minder rekening houdt met de zelfbeschikking van mensen, is hier enorm veel kritiek gekomen. Wat ons opviel is dat zij die niet terminaal ziek zijn, en reeds euthanasie hadden aangevraagd, de uitvoering hiervan hebben uitgesteld tot wanneer het op een meer menswaardige manier kan plaatsvinden. Met andere woorden: zonder mondmasker en in aanwezigheid van meer dan één familielid (zoals de corona-maatregel toen oplegde). Eenmaal de ernst van dit

De Prijs De Maakbare Mens is een tweejaarlijkse prijs die wordt uitgereikt aan een of meerdere personen of organisaties die een waardevolle bijdrage aan het publieke debat leverden over nieuwe medische technologieën. Met de prijs huldigt De Maakbare Mens vzw de laureaat en brengt de maatschappelijke relevantie van het debat rond nieuwe medische technologieën onder de aandacht. Vorige laureaten waren Hetty Helsmoortel (2018), Petra De Sutter (2016), Stephanie Keustermans (2014), Patrick Allegaert en Annemie Cailliau (2012). hele coronaverhaal voorbij zal zijn, zal er vermoedelijk een lichte stijging zijn van euthanasie bij niet-terminale patiënten. Ik vrees dat we er in 2020 nog niet van af zullen zijn, en ik hoop dat het in 2021 voor hen wel zal lukken. Zelfbeschikkingsrecht voor mensen is cruciaal. Dat is ook de reden waarom men het voornamelijk vanuit christelijk geïnspireerde hoek kritisch bekijkt. Wat niet ernstig is, want ik heb LEIF altijd als een pluralistische organisatie gezien. In de raad van bestuur van LEIF zitten personen zoals Rik Torfs en Manu Keirse, beiden KU Leuven, en Jef Vermassen, toch ook duidelijk met een christelijke signatuur, om te beklemtonen dat we er zijn voor iedereen. Doodgaan doen we allemaal en ik vind dat dit pluralistisch moet worden georganiseerd, met respect voor wat mensen willen. Ik vind het bovendien onbegrijpelijk dat de Vlaamse regering de subsidies van de netwerken palliatieve zorg vanaf dit jaar met zes procent heeft verminderd!

LEIF LEIF is een open initiatief van mensen en verenigingen dat streeft naar een waardig levenseinde voor iedereen, waarbij respect voor de wil van de patiënt voorop staat. Als expertisecentrum organiseert LEIF de opleiding van de LEIFartsen, LEIFverpleegkundigen en andere zorgverleners. Daarnaast zorgt LEIF voor duidelijke informatie voor het brede publiek via de LEIFpunten, via een website en via de LEIFlijn en wordt ondersteuning geboden bij bijvoorbeeld het opstellen van een wilsverklaring. LEIF weegt ook mee op het beleid en voert actief het maatschappelijke debat.

oktober 2020  >  19


FILOSOOF OVER FILOSOOF

De scandaleuze Tweede sekse Begin 2020 verscheen de Nederlandse vertaling van Simone de Beauvoir. Een leven. In deze nieuwe biografie werpt de Amerikaanse filosofe Kate Kirkpatrick een nieuw licht op de Beauvoir, die al te vaak wordt afgeschilderd als willoze muze van haar partner, Jean Paul Sartre. De biografie doet de Beauvoir recht als zelfstandig denker, en haalt haar uit de schaduw van haar bekende levensgezel. Het boek kreeg ronkende recensies en werd omschreven als de beste biografie van de Beauvoir tot nog toe. In normale omstandigheden zou Kirkpatrick naar Gent zijn afgereisd om op de Nacht van de Vrijdenker over haar boek in gesprek te gaan, maar u weet intussen wel wat daar een stokje voor stak. Niet getreurd: u kunt haar nog steeds aan het werk horen, zij het op het online openingsevent op vrijdag 13 november. Een voorsmaakje krijgt u in deze Geus. In De bloei van het leven schreef de Beauvoir dat ze in de vroege jaren dertig de zin niet zag van ‘feminisme’ en de ‘strijd der seksen’. Hoe kwam ze er dan toe om de zogenaamde ‘feministische bijbel’ te schrijven?

De hele geschiedenis zijn vrouwen door veel mannen gezien als inferieure wezens wier opvattingen niet relevant waren in ‘menselijke’ kwesties Toen De tweede sekse verscheen was de Beauvoir 41 jaar. Ze had gezien hoe haar moeder had geleden onder de volstrekt ongelijke relatie met haar vader. Als kind had ze er bezwaar tegen gehad om ‘als een meisje’ te worden behandeld, omdat ze had geleerd dat jongens en meisjes gelijk waren in de ogen van God. Sinds de dag dat een winkelbediende van een boekhandel haar had geconfronteerd met zijn geslacht, had ze zich vaak ongemakkelijk gevoeld in het gezelschap van onbekende mannen. Ze had Zaza verloren, die was gestorven in de nasleep van een hele reeks ruzies over de waarde van een bruidsschat, fatsoen en liefde. Ze had gezien hoe haar vriendinnen infecties kregen en in het ziekenhuis belandden na een illegale abortus. Ze had vrouwen ontmoet die niets wisten over de functies en genoegens van hun eigen lichaam. Ze had andere landen bezocht, waardoor ze was gaan inzien dat culturele gebruiken op noodzakelijkheden gaan lijken, simpelweg omdat ze gewoonte worden. Ze had de eerste bladzijden van de roman Ravages van haar vriendin Violette Leduc gelezen en was geschokt door haar eigen verwarring bij de openhar-

20  >  oktober 2020

tige gesprekken over vrouwelijke seksualiteit daarin: ‘over vrouwelijke seksualiteit zoals geen vrouw nog ooit heeft gedaan, met waarachtigheid en poëzie en nog meer.’ In Pyrrhus et Cinéas had de Beauvoir gezegd dat iedereen zijn plaats in de wereld moest innemen, maar dat slechts enkelen van ons vrij waren om te kiezen welke plaats ze wilden bezetten. De menselijk situatie is dubbelzinnig: we zijn zowel subject als object. Als object wordt onze wereld begrensd door beperkingen die anderen ons opleggen. En als subject bewerkstelligen onze handelingen niet alleen onze vrijheid, maar creëren ze ook nieuwe voorwaarden in de wereld voor anderen. Als achttienjarige had de Beauvoir in haar dagboek geschreven dat er ‘wat betreft de liefde ook dingen waren om te haten.’ In haar romans uit de jaren veertig had ze de grenzen tussenfilosofie en literatuur overbrugd. Maar in De tweede sekse betoogde ze dat wat men in de naam van ‘liefde’ deed, eigenlijk geen liefde was. Ze overschreed allerlei grenzen, tussen het persoonlijke, het filosofische en het politieke. En hoewel ze om die reden door sommigen werd geprezen, zou de Beauvoir er ook om worden verguisd door anderen. Het zou tientallen jaren duren voordat het werk erkenning kreeg als feministische klassieker. Waarom wekte dit boek zowel die sterke afkeer als – latere – bewondering? In de eerste regel van De tweede sekse verhulde de Beauvoir haar aarzelingen en irritatie bij het onderwerp niet. ‘Lang heb ik geaarzeld met het schrijven van een boek over de vrouw,’ schreef ze. Maar er was in de eeuw daarvoor een ‘geweldige hoeveelheid dwaasheden gedebiteerd’ – waarin het verlies van vrouwelijkheid werd betreurd en vrouwen

DEGEUS


FILOSOOF OVER FILOSOOF

ste eeuw veel te vergezocht. Maar in de Beauvoirs generatie droeg Coco Chanel een broek en de ‘flappermode’ zorgde ervoor dat androgynie een trend werd. Vrouwen traden in ongekende aantallen toe tot de arbeidsmarkt. Ze hadden zojuist stemrecht gekregen. Sommigen van hen versloegen de mannen bij nationale examens. Vrouwen mochten echter nog steeds geen eigen bankrekening openen – en dat zou zo blijven tot de herziening van de Code Napoléon in 1965. Maar tegen het einde van de jaren veertig was ‘feminisme’ – een woord dat destijds werd geassocieerd met de campagne voor het vrouwelijk kiesrecht – dépassé in zowel Amerika als Frankrijk. In dat decennium hadden vrouwen immers het recht gekregen om te stemmen. Wat wilden ze nog meer?

Elk mens bevindt zich in een unieke situatie en in concrete zin zijn de situaties waarin mannen en vrouwen zich bevinden ongelijk. Maar waarom?

Kate Kirkpatrick, Simone de Beauvoir. Een leven. Ten have, Utrecht: 2020.

ertoe werden aangespoord om ‘vrouw te zijn, vrouw te blijven en vrouw te worden.’ Ze kon niet langer passief blijven toekijken.

Vrouwen zoals Dorothy Parker dachten dat de ongelijkheid tussen de seksen kon worden opgelost door vrouwen te zien als ‘mens’ in plaats van als ‘vrouw’. Maar volgens de Beauvoir was het probleem met dat standpunt – ‘we zijn allemaal mensen’ – dat vrouwen geen mannen zijn De terughoudendheid van de Beauvoir valt beter te begrijpen als we ernaar kijken vanuit de context. In 1863 schreef Jules Verne een roman genaamd Paris au XXe siècle (vertaald als: Parijs in de twintigste eeuw). Vrouwen zouden broeken gaan dragen, zo voorspelde hij, en ze zouden als mannen worden opgevoed. Andere romans van Jules Verne schreven over fantastische menselijke prestaties: onderzeeërs, mensen die de wereld rondreizen in tachtig dagen – ja, zelfs reizen naar de maan! Maar ondanks de reputatie van Verne als succesvol wetenschapper, was dit een stap te ver: zijn literaire agent vond Parijs in de twintig-

DEGEUS

Toen de Beauvoir de geschiedenis bestudeerde, ontdekte ze dat mensen de gewoonte hebben om naar het lichaam te kijken en mensen op basis van fysieke kenmerken in te delen in kasten – soms zelfs in kasten die tot slaaf werden gemaakt. Niemand twijfelde eraan dat dit zo was in het geval van rassen. Maar, zo vroeg de Beauvoir zich af, hoe zat het met de seksen? Ze betoogde dat mannen vrouwen als ‘ander’ definieerden en degradeerden tot een afzonderlijke kaste: de tweede sekse. Door haar ervaringen in Amerika en gesprekken met vrouwen daar, wist de Beauvoir dat er feministen waren die eraan twijfelden of het woord ‘vrouw’ een bruikbare term was. Ze meende echter dat ze te kwader trouw waren. Vrouwen zoals Dorothy Parker dachten dat de ongelijkheid tussen de seksen kon worden opgelost door vrouwen te zien als ‘mens’ in plaats van als ‘vrouw’. Maar volgens de Beauvoir was het probleem met dat standpunt – ‘we zijn allemaal mensen’ – dat vrouwen geen mannen zijn. De gelijkheid die zij op dat niveau met elkaar delen is abstract en de mogelijkheden voor mannen en vrouwen zijn verschillend. Elk mens bevindt zich in een unieke situatie en in concrete zin zijn de situaties waarin mannen en vrouwen zich bevinden ongelijk. Maar waarom? Iedereen kan zien, zei de Beauvoir, dat mensen zijn verdeeld in twee categorieën, dat ze verschillende lichamen, gezichten, kleding, interesses en bezigheden hebben. Maar om als vrouw te worden gezien was het voor velen niet genoeg dat vrouwen bepaalde voortplantingsorganen hadden. Er waren immers ook vrouwen die ze wel hadden maar er niettemin van werden beschuldigd ‘onvrouwelijk’ te zijn. Toen de vrouwelijke romanschrijver George Sand zich niet stoorde aan conventionele vrouwelijkheid, noemde Gustave Flaubert haar ‘het derde geslacht’.

oktober 2020  >  21


FILOSOOF OVER FILOSOOF

ONLINE OPENINGSEVENT NACHT VAN DE VRIJDENKER 2020 De online opening van de Nacht van de Vrijdenker vindt plaats op vrijdag 13 november vanaf 19:30, en brengt verschillende internationale sprekers die in normale omstandigheden op het festival zelf zouden staan. Iedereen die een ticket koopt voor het live event in kunstencentrum Vooruit op zaterdag 14 november, krijgt gratis toegang tot deze online sessies.

de vrouwen als contrast – als objecten. Niettemin was de Beauvoir verrast door het feit dat deze situatie zo wijdverbreid was en zolang aanhield. Waarom, vroeg ze zich af, betwistten niet meer vrouwen de vernederende manier waarop mannen hen definieerden?

© Kate Kirkpatrick

Daarom vroeg de Beauvoir zich af: als fysiek vrouw zijn niet voldoende voorwaarde is om vrouw te worden genoemd, wat is dan een vrouw?

'Hoe', zo vroeg de Beauvoir zich af, ‘kan een menselijk wezen zichzelf verwezenlijken in de situatie van de vrouw?’ De Beauvoirs antwoord op die vraag was dat een vrouw is wat een man niet is. Vrij naar Protagoras: ‘de man is de maat van alle dingen’ – de man is de norm waarmee de mens wordt beoordeeld. De hele geschiedenis zijn vrouwen door veel mannen gezien als inferieure wezens wier opvattingen niet relevant waren in ‘menselijke’ kwesties. Zelfs in de jaren veertig merkte de Beauvoir dat haar mening eenvoudigweg kon worden genegeerd op grond van het feit dat het de mening van een vrouw was: ‘Ik erger me vaak wanneer ik in de loop van een of andere discussie over een abstract onderwerp te horen krijg: ‘U denkt zus of zo, omdat u een vrouw bent’; maar ik weet dat mijn enige verdediging ligt in het antwoord: ‘Ik denk zus of zo omdat het waar is.’ Door dat antwoord elimineer ik mijn subjectiviteit. Er is geen sprake van dat ik kan antwoorden: ‘En u denkt het tegendeel omdat u een man bent’; want er is nu eenmaal stilzwijgend overeengekomen dat er niets bijzonders schuilt in het feit dat men man is; een man staat in zijn recht door man te zijn.’ Met haar stelling dat een vrouw is wat een man niet is, putte de Beauvoir inspiratie uit Hegels gedachten over de ‘Ander’. Omdat mensen een diepgewortelde neiging hebben om zich te verzetten tegen alles wat ‘anders’ is, waren mannen zichzelf gaan beschouwen als vrije ‘subjecten’ met

22  >  oktober 2020

De Beauvoir kende de gangbare argumenten tegen het feminisme. Het zou de familiewaarden ondermijnen! Het zou de lonen verlagen! De plaats van de vrouw was het huisgezin! ‘Gelijkheid in verscheidenheid’! Ze meende echter dat dit de maskers waren van een funeste vorm van kwade trouw, net als de Jim Crow-wetten in Amerika. George Bernard Shaw had witte Amerikanen bekritiseerd omdat ze zwarte Amerikanen hun schoenen lieten poetsen en vervolgens concludeerden dat schoenpoetsen het enige was wat ze konden. De Beauvoir betoogde dat dezelfde misleidende conclusies werden getrokken ten aanzien van de capaciteiten van vrouwen – omdat vrouwen in situaties werden gehouden waarin ze inferieur waren. Het feit dat ze zich sociaal in een ondergeschikte situatie bevinden, betekende niet dat ze ondergeschikt zijn. ‘Maar de betekenis van het werkwoord zijn dient dan in dit verband toch wel goed te worden begrepen,’ schreef ze. ‘Zijn is hier: geworden zijn.’ Het hoopvolle van ‘worden’ is dat situaties kunnen verbeteren. Eeuwenlang hebben mannen geschreven over de ‘menselijke’ bestaanssituatie. ‘Maar hoe’, zo vroeg de Beauvoir zich af, ‘kan een menselijk wezen zichzelf verwezenlijken in de situatie van de vrouw?’ Kate Kirkpatrick

Dit artikel is een exclusief fragment uit Simone de Beauvoir. Een leven. Met dank aan Kate Kirkpatrick en uitgeverij Ten Have. Over de auteur: Kate Kirkpatrick is een Amerikaanse filosofe, onder meer gespecialiseerd in het Franse existentialisme. Zij woont en werkt in Londen, waar ze doceert aan het King’s College.

DEGEUS


FILOSOOF OVER FILOSOOF

Ik voel me in heel de wereld thuis WAT KUNNEN WE LEREN VAN ROSA LUXEMBURG? ‘Wanneer de hele wereld uit haar voegen raakt, dan tracht ik vooral te begrijpen waarom dit gebeurd is, en dan word ik weer rustig en goed geluimd’, schreef Rosa Luxemburg in een van haar brieven uit de gevangenis, waarin ze opgesloten zat vanwege haar pacifistische overtuiging en haar verzet tegen de Eerste Wereldoorlog. Die zin geeft ook Rosa Luxemburg treffend weer waarom het belangrijk is dat een filosofiefestival als Nacht van de Vrijdenker te midden van een pandemie toch kan doorgaan. Een van de hoogtepunten op deze editie wordt ongetwijfeld de lezing van Joke Hermsen over Hannah Arendt en Rosa Luxemburg, in combinatie met fragmenten uit een voorstelling die ze samen met Victoria Deluxe maakte over deze Duitse dwarsdenkers. Als voorsmaakje geeft Joke Hermsen in deze Geus alvast een kort overzicht van leven en werk van Rosa Luxemburg. Op 15 januari 2019 was het precies honderd jaar geleden dat Rosa Luxemburg tijdens de volksopstand in Berlijn samen met haar vriend en politieke medestander Karl Liebknecht werd vermoord. Wie was deze van origine Joods-Poolse denker en politica en waarom staat haar werk juist deze dagen opnieuw in de belangstelling?

DEGEUS

‘Het meest revolutionaire wat je kunt doen is luidkeels verkondigen wat er op dit moment aan het gebeuren is,’ schreef Rosa Luxemburg en dat is precies wat ze van jongs af aan heeft gedaan. Geboren op 5 maart 1871 in het Pools-Russische Zamosc, groeit ze op in Warschau in een Joods, kosmopolitisch gezin, waar ze naast Pools ook vloeiend Duits, Russisch en Jiddish leert spreken.

Zowel Luxemburg als Arendt meenden dat politieke kwesties veel te belangrijk zijn om alleen aan politici te worden overgelaten Bij wijze van uitzondering mocht ze als enig joods meisje het gymnasium bezoeken, maar ze kreeg er al vroeg met de weinig zachtzinnige methoden van het Tsaristisch regime te maken; er mocht geen Pools op school gesproken worden, en elke poging tot verzet werd zwaar gesanctioneerd; ze werd er als tweederangs leerling behandeld. Hoewel ze met de hoogste cijfers van haar klas de middelbare school afsloot, kreeg ze ‘vanwege haar oppositionele opstelling jegens het gezag’, maar feitelijk vanwege

oktober 2020  >  23


FILOSOOF OVER FILOSOOF

haar joodse achtergrond, de gouden medaille daarvoor niet uitgereikt; het zou haar kritische bewustzijn al vroeg scherpen. Geconfronteerd met de armoede en barre leefomstandigheden van de arbeiders, handwerkslieden en ambtenaren in Warschau sloot ze zich als vijftienjarige scholiere aan bij de Poolse revolutionaire partij en begon ze de werken van Karl Marx te lezen. Ze raakte er al jong van overtuigd dat de door het kapitalisme veroorzaakte klassenstrijd tussen een zeer kleine groep bevoorrechte rijken en de overgrote meerderheid van armlastige inwoners alleen overwonnen kon worden als er een democratisch socialisme voor in de plaats zou komen. Ze aarzelde niet voor deze mening uit te komen en moest daarom, amper 18 jaar oud en verscholen onder een lading stro op een boerenkar, het land ontvluchten. Met illegale papieren reisde ze door naar Zürich, destijds een vrijhaven voor gevluchte Russische en Poolse socialisten en bovendien de enige Europese stad waar vrouwen tot de universiteit werden toegelaten; ze sloot er haar studies filosofie, rechten en economie summa cum laude af. Na haar studies, die ze voor een deel ook in Parijs volbracht, vestigde Rosa Luxemburg zich in 1898 in Berlijn, waar ze een prominente rol binnen de

24  >  oktober 2020

Sociaal Democratische Partij (SPD) van Duitsland zou gaan spelen. Ze raakte bevriend met Duitse politici als Karl Kautsky, Clara Zetkin en Karl Liebknecht, die zich net als zij op de linkervleugel van de partij bevonden. Ze ging de polemiek aan met meer gematigde leden zoals Eduard Bernstein, die meende dat een geleidelijke hervorming van het kapitalisme ook voor de verbetering van de leefomstandigheden van de arbeiders kon zorgen. Luxemburg geloofde echter niet dat dit de juiste weg was om een einde aan de sociale misère te maken, omdat het geen fundamentele wijziging van de klassieke machtsen productieverhoudingen binnen de keizerlijke, militaire staat van Duitsland inhield. Ze bundelde haar kritiek in een reeks artikelen Sozialreform oder Revolution? (1899): hervormingen waren uiteraard altijd te verwelkomen, maar ze zouden het pact dat het Duitse keizerrijk met het kapitalisme gesloten had volgens haar niet ongedaan weten te maken.

Ze kon destijds zelf nog niet vermoeden dat haar inzichten nog verder zouden reiken dan de geografische expansiedrift van het kapitalisme, en onder meer zouden leiden tot de vercommercialisering van zorg en onderwijs Alleen een coöperatieve vorm van economie en een zogeheten socialistische ‘radendemocratie’, waarbij de bevolking via ‘volksraden’ daadwerkelijk inspraak en politieke beslissingsbevoegdheid zou krijgen, zou het kapitalisme volgens Luxemburg in zijn wereldwijde opmars weten te stuiten. Op grond van Marx’ analyse van de Parijse Commune (1871) meende Luxemburg dat er aan de parlementaire democratie volksraden toegevoegd moesten worden, waarin de bevolking op structurele wijze mee zou denken én beslissen over belangrijke politieke beleidszaken. Hannah Arendt zou in haar boek Over Revolutie (1966) Luxemburgs voorstel voor burger- of

volksraden hernemen en deze als ‘oases in de parlementaire woestijn’ kenschetsen; het is een vorm van directe democratie die niet alleen de gemeenschapszin en politieke betrokkenheid van de bevolking kan bevorderen, maar ook de wind uit de zeilen van extremistische leiders kan halen. Bovendien, meenden zowel Luxemburg als Arendt, zijn politieke kwesties veel te belangrijk om alleen aan politici te worden overgelaten. In 1913 publiceerde Rosa Luxemburg haar magnum opus Die Akkumulation des Kapitals over de vraag naar de grenzen van het kapitalisme en de steeds verdergaande accumulatie van macht en vermogen. Een van de belangrijkste stellingen uit deze studie is dat het kapitalisme niet noodzakelijkerwijs door een dialectische strijd met het proletariaat overwonnen zou worden, zoals Marx had gemeend, maar zich geografisch zou blijven uitbreiden, omdat het nu eenmaal gebaseerd is op een economisch model van groei en expansie. Dit model zou in haar optiek tot langdurige handelsoorlogen over grondstoffen, afzetmarkten en goedkope arbeidskrachten leiden, net zo lang totdat de hele wereld voor kapitalistische doeleinden ontgonnen zou zijn, met alle gevolgen voor mens en milieu van dien. Zij zag deze noodzaak tot expansie zelfs als de kern van de kapitalistische dynamiek: ‘Imperialisme is geen vrije Hannah Arendt


FILOSOOF OVER FILOSOOF

keuze, maar een kapitalistische wet.’ Het door H ­ annah Arendt in haar essay over Luxemburg als ‘geniaal’ betitelde inzicht dat het kapitalisme steeds iets van buiten het kapitalisme nodig heeft voor haar eigen groei en dus voortbestaan, wierp destijds een nieuw licht op het kolonialisme. Ze kon destijds zelf nog niet vermoeden dat haar inzichten nog verder zouden reiken dan de geografische expansiedrift van het kapitalisme, en onder meer zouden leiden tot de vercommercialisering van zorg en onderwijs en de verkoop van privédata door bedrijven als Google en Facebook. Deze bedrijven treden met een nieuwe vorm van kapitalisme onze privédomeinen binnen, schrijft de Britse Harvard econome Shoshane Zuboff in haar boek The Age of Surveillance Capitalism (2019). Ze bieden gratis internetdiensten aan, maar ‘surveilleren’ onderwijl in detail ons gedrag en verkopen zonder onze toestemming deze data door aan commerciële bedrijven. Ze schenden daarmee niet alleen ons recht op privacy, maar weten ook ongehinderd door enige democratische controle macht en kennis over ons te verwerven, die ten bate van de winst van de bedrijven zelf - en van de commerciële of politieke kopers van die data - wordt aangewend. Nu het kapitalisme zich amper meer in geografisch opzicht kan uitbreiden, is de noodzakelijke

expansie naar onze privélevens en de publieke sector verplaatst.

Mens-zijn was voor haar geen voltooid feit, zoals een product ‘af’ of ‘klaar’ kan zijn, maar een voortdurend worden en zich verder ontwikkelen ‘Tegenwoordig is alle rijkdom in handen van enkele grootgrondbezitters en particuliere kapitalisten,’ schreef Rosa Luxemburg in De socialisatie van de maatschappij uit 1916. ‘Zij bepalen waar en op welke manier er wordt geproduceerd en waar, wanneer en hoe de producten worden verkocht. De verrijking van slechts een klein aantal is de doelstelling van de hedendaagse economie.’ Het ging Luxemburg erom de waardigheid van mensen te herstellen door hen uit de sfeer van ongelijkheid en armoede te halen en hun de autonomie over hun leven en werk terug te geven. Voor velen ‘betekent het werk tegenwoordig een kwelling of last’ schreef ze, daarom moest het systeem veranderen. De productie moest niet langer gericht zijn op de verrijking van slechts een paar individuen, maar op de bevrediging van de behoeften van de hele gemeenschap. Herhaaldelijk wees ze ook op de noodzaak van voldoende

rust en blijvende zelfontplooiing. Er moest veel meer aandacht besteed worden aan ‘de morele en fysieke gezondheid’ van de arbeiders, zoals kortere werkdagen en ‘allerhande vormen van recuperatie, opdat iedereen met morele bezieling, gevoel van waardigheid en zin voor verantwoordelijkheid zijn taak kan verrichten.’ Mens-zijn was voor haar geen voltooid feit, zoals een product ‘af’ of ‘klaar’ kan zijn, maar een voortdurend worden en zich verder ontwikkelen. Luxemburg streefde de emancipatie van alle mensen na, die zich mogen ontwikkelen in een richting die overeenstemt met hun menselijke aard, in plaats van zich door de werkdruk steeds meer van zichzelf - en wat er aan talenten en mogelijkheden in hen verscholen ligt - te vervreemden. Het kapitalisme dwong de werknemers niet alleen tot een steeds straffer werktempo, waardoor ze aan die zelfontwikkeling nauwelijks meer toekwamen, maar ook om elkaars concurrent te zijn, hetgeen hen van hun menselijke aard, die in wezen sociaal is, vervreemdde. Behalve het ombuigen van een kapitalistisch model naar een sociale democratie, boden volgens Luxemburg kunst, muziek, wetenschap en literatuur een belangrijk tegenwicht aan die vervreemding. Want ‘vervreemd en vernederd is niet alleen degene die geen eten heeft,’ schreef ze, ‘maar ook degene die geen aanspraak kan maken op de grote gaven van de mensheid.’ Na de publicatie van haar boek Die ­Akkumulation des Kapitals ontstond er een verwijdering tussen Rosa Luxemburg en de overige leden van de SPD. Het was met name de bereidheid van de Duitse sociaaldemocraten om begin augustus 1914 met een verhoging van de oorlogskredieten in te stemmen, waarmee ze feitelijk met de oorlogsverklaring aan Frankrijk akkoord gingen. Ze bleef zich verwoed tegen deelname aan de oorlog verzetten; het leverde haar een veroordeling van het militaire tribunaal in Frankfurt op en liet haar voor het grootste deel van de oorlog achter de tralies belanden. Tijdens de slotfase van de oorlog in het

oktober 2020  >  25


FILOSOOF OVER FILOSOOF

najaar van 1918 brak er in Duitsland vanwege muitende matrozen en soldaten de Oktoberrevolutie uit. Deze leidde onder meer tot het afzetten van de keizer, die een veilig heenkomen in Nederland vond, en in het uitroepen van de Duitse republiek, maar het vertrouwen in de nieuwe sociaaldemocratische regering was vanwege de oorlog ernstig geschaad. De revolutionaire geest verspreidde zich verder over het door honger en oorlogsellende geteisterde land. In Berlijn en overige steden legden vele honderdduizenden mensen het werk neer en gingen massaal de straat op. Ze wilden afrekenen met de regering, die hen naar een vier jaar durende rampzalige wereldoorlog had geleid. Zodra Rosa Luxemburg op vrije voeten werd gesteld werkte ze samen met Karl Liebknecht onafgebroken door om die opstand in goede banen te leiden, hetgeen allesbehalve een eenvoudige opgave was. Rosa twijfelde ernstig aan de juiste timing van de revolte, omdat er te grote chaos in het land heerste en er volgens haar te weinig draagkracht voor een politieke omwenteling onder de bevolking was. Ondertussen kwamen de diverse revolutionaire groepen steeds vaker in bloedige gevechten met de door de regering betaalde contrarevolutionaire soldatenmilities terecht. Dagelijks schreef Luxemburg stukken voor Die Rote Fahne, om de gelederen tot kalmte te manen: ‘Wij willen dat de reorganisatie van de maatschappij zich in alle vrede voltrekt,’ bleef ze maar tevergeefs roepen. Hoewel de opstand in Berlijn in feite al was neergeslagen, werden Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht op 15 januari 1919 alsnog gearresteerd en meegenomen naar Hotel Eden in het centrum van de stad. ‘In het ogenblik van haar arrestatie,’ schrijft Henriette Roland Holst in haar biografie, ‘zien we haar zoals haar hospita mevrouw Markussohn haar heeft beschreven. Haar ogen donker omrand na alle doorwaakte nachten, verraden de lichamelijke overspanning; haar geesteskracht bleef echter ongeschokt. Rustig pakt ze een tasje met dingen die ze denkt nodig te hebben: wat linnengoed, toiletbenodigdheden, een boek.’ Het is de Faust

26  >  oktober 2020

van Goethe die ze meeneemt. ‘Rustig en goedsmoeds volgt ze de escorte naar de auto. Ze denkt dat ze enkel gearresteerd en opnieuw naar de gevangenis gebracht zal worden.’

‘Vervreemd en vernederd is niet alleen degene die geen eten heeft,’ schreef ze, ‘maar ook degene die geen aanspraak kan maken op de grote gaven van de mensheid.’ Maar het liep anders. In plaats daarvan worden Luxemburg en Liebknecht door leden van de Garde-Kavallerie in Hotel Eden ruw ondervraagd en ernstig mishandeld, alvorens ze om beurten in klaarstaande auto’s afgevoerd worden. ‘Zodra ze het hotel verlaten heeft geeft de onderofficier Runge haar met de kolf van zijn geweer een hevige slag tegen het achterhoofd,’ schrijft Roland Holst. ‘Ze zijgt ineen, dan tillen ze haar in de auto. Gedurende de rit geeft zij nog af en toe tekenen van leven.’ ‘Niet schieten’ zouden de laatste woorden van Rosa Luxemburg geweest zijn tegen de man die in de auto het pistool op haar richtte. Het gebeurde wel. Haar lichaam wordt in het Landwehrkanaal van Berlijn gegooid, waar het pas maanden later gevonden zou worden. ‘Het was net alsof ze haar niet dood genoeg konden hebben,’ meende Henriette Roland Holst verslagen. Een van Rosa Luxemburgs meest geciteerde zinnen en tevens de titel van een van haar politieke pamfletten, Socialisme of barbarij (1915), zou in de decennia die volgden op tragische wijze ten gunste van de laatste beslecht worden. De vraag die Arendt zich stelde ‘of de geschiedenis er anders uit komt te zien als we deze door het prisma van Luxemburgs werk en leven bekijken’ kan mijner inziens niet anders dan positief beantwoord worden, hoewel de vraag wat er met Duitsland gebeurd zou zijn als Luxemburgs en Liebknechts pacifistische en socialistische democratie er wel gekomen was alleen aan onze

verbeelding kan worden over gelaten. Wel weten we dat Rosa Luxemburg de revolutie van Lenin en Trotski, die meteen de democratische rechten aan banden legden en een eenpartijstelsel invoerden, al in 1918 in haar tekst De Russische revolutie ernstig heeft bekritiseerd. ‘Zonder algemene verkiezingen, ongehinderde pers en meningsvrijheid kwijnt het leven weg in elk openbaar instituut,’ schreef ze. Ze voorspelde dat deze revolutie op de dictatuur van een paar leiders zou uitlopen, waarin de belofte van vrijheid en gelijkwaardigheid al snel zou worden gebroken. ‘Vrijheid alleen voor de partijleden is geen vrijheid. Vrijheid is altijd de vrijheid van andersdenkenden.’ Ze zou zich ook hierin niet vergissen. Het is van belang om de denkers en schrijvers die ons voorgingen te blijven bestuderen, zowel om de rijkdom van hun ideeën als ook om hun vergissingen. We kunnen alleen van de geschiedenis leren, als we steeds opnieuw bereid zijn leerlingen te zijn. We kunnen van Rosa Luxemburg leren in welk onrecht en onvrijheid voor velen een louter op het kapitalistische model geënte samenleving zal uitmonden. We kunnen dankzij haar analyses ook leren inzien dat het eens in de zoveel jaar invullen van een vakje op een stembiljet niet voldoende is om invulling te geven aan onze politieke vrijheid. We kunnen ons tenslotte dankzij haar brieven laten inspireren door haar onuitblusbare liefde voor het leven en haar verantwoordelijkheidsgevoel voor de wereld. ‘Ein guter Mensch sein’, schreef ze, ‘is uiteindelijk het enige wat telt.’ Hoe verheffend zou het niet zijn als we dat weer eens als leidend principe zouden omarmen. Joke J. Hermsen

Deze tekst is een bewerkte en ingekorte versie van het nawoord dat Joke Hermsen schreef bij de Nederlandstalige uitgave van de brieven die Rosa Luxemburg tijdens haar gevangenschap schreef: Ik voel me in heel de wereld thuis, Uitgeverij Van Oorschot, 2020.

DEGEUS


POËSTILLE

Gemaskerde muze BERT POPELIER ZEGT CORONA DE WACHT AAN Renaat Ramon

Een vooruitziende student had het begrip ‘virusliteratuur’ kunnen lanceren en een thesis voorbereiden over de invloed van COVID-19 op de letteren.

Ernst Wij missen elkaar, het samenzijn, dat wij zo vanzelfsprekend vonden, de lach en daartussendoor een schaterlach, die boven de wolken uitsteeg. Dit keer is de ernst ernstiger dan ooit tevoren, alsof wij vergeten waren dat elkeen van ons elkeen kan zijn. Zo zijn wij voor een keer, vlakbij de aarde, allen.

Alle rampen inspireren en dat doet ook de huidige pandemie. Misschien zal dat ooit een meesterwerk opleveren te vergelijken met De pest in Bergamo van Jens Peter Jacobsen dat overigens pas in 1881 werd geschreven, een half millennium nadat Bergamo door de pestepidemie werd gedecimeerd. Wellicht niet toevallig was Bergamo een vroege broeigaard van corona – kwaad verdwijnt niet, het smeult.

Als ik het geluk heb het kwaad te overleven, wat onwaarschijnlijk is want als dichter behoor ik tot een risicogroep, schrijf ik een gedicht Corona in Bergamo dat ik eerbiedig zal opdragen aan Bert Popelier. Want Popelier heeft honderd, exact honderd, coronagedichten geschreven. In twee maanden, van 17 maart tot 17 mei, het hoogtepunt van de coronacrisis in België. In die vierenzestig dagen kregen vrienden van de dichter elke dag digitaal een portie niet altijd even opwekkende poëzie: de gedichten volgen naar inhoud en sfeer de dagelijkse evolutie van de crisis. Nu zijn die gedichten, genummerd maar ook alle benaamd, samengebracht onder de voor de hand liggende titel Blijf in uw kot. Crisisgedichten in tijden van corona. Het is een prachtig boek geworden dat laat veronderstellen dat er in de boekenwereld geen crisis is: stevig gebonden, driehonderdenvier pagina’s, zacht glanzend papier, eenzijdig bedrukt. Ives Verheyleweghen, eigenaar van de jonge Dendermondse Uitgeverij Mithras, verzorgde zelf de voortreffelijke lay-out. Daarin bijgestaan, zegt hij in zijn nawoord, door de kunstenares Marijke Tanghe, ‘zij zorgde bladzijde na bladzijde voor de verfijning’. Twintig full-page foto’s van uiteenlopende herkomst werden digitaal geplukt en voor deze uitgave aangepast. ‘Die mondiale benadering staat natuurlijk symbool voor de wereldwijde impact van de coronapandemie’, aldus de uitgever. De auteur, die bewezen heeft zich uitstekend te kunnen inleven in het denkraam en de problematiek van bijzondere individuen en omstandigheden, met name in zijn poëzie-eenakters over onder meer Leon Spilliaert, James Ensor, ­Eugeen van Mieghem en het beleg van Oostende,

DEGEUS

verwoordt nu eigen ervaringen – die de ervaringen zijn van een ganse gemeenschap. Hier hoefde hij noch zijn historische eruditie noch zijn verbeeldingskracht aan te spreken. Hij heeft het (journalist geweest zijnde …) over de actualiteit.

Zijn muze ‘neuriet iets dat lijkt op een donder lied. / Dan gaat zij ineens tekeer met een grove keel. / Als ik de klanken kan ontrafelen, herschikken / tot zij min of meer bevattelijk zijn, / heb ik een gedicht.’ In het eerste gedicht wordt het virus zelf, niet zonder enige agressiviteit toegesproken ‘Corona jij, / wij, met ons allen samen, / onzichtbaar ongedierte, / dat ons allen wil verslinden.’ ‘Het nieuwe normaal’ heeft de dichter in Verraad gevat, een vierregelig gedicht:

Als je normaal wil zijn in verwarrende tijden, aanvaard dan abnormaal te zijn, wees verward. Iedereen is intiem bij het drama betrokken, ook zij die zich met enig zelfbedrog beroepen op een psychisch overlevingsmechanisme dat Popelier in Vermoeden verwoordt:

Jij zal het niet zijn, jij wordt niet besmet, je past wel op. Maar ik, ik hoor mij kuchen, hoewel ik hetzelfde denk als jij. Hoewel niet iedereen altijd evenveel gemeenschapszin tentoonspreidt, is het vooral ‘het samenzijn’ dat gemist wordt, het samenzijn in de brede bubbels die ons vertrouwd zijn. Dit gemis is in Ernst, ons kadergedicht, trefzeker neergezet. De uitgever ziet dit boek als ‘een historisch, literair document’. Dat wordt het zeker. Met Blijf in uw kot komt Bert Popelier buiten en bevestigt hij zijn dichterschap. De bundel komt niet in de handel maar kan besteld worden via: www.mithrasbooks.com (€ 35 plus € 5 verzendingskosten). De oplage bedraagt 500 genummerde exemplaren, gesigneerd door de auteur.

oktober 2020  >  27


CULTUUR

Getuigenis van een métis EEN GESPREK MET GEORGES KAMANAYO, EEN KIND DAT LEEFT TUSSEN TWEE WERELDEN Tussen twee werelden is een autobiografisch verhaal waarin filmmaker Georges Kamanayo zijn boeiende leven als ‘koloniaal métis’ vertelt. Een métis is het kind van twee ouders uit twee verschillende culturen, of ‘twee werelden’. Hij is 100% het resultaat van zijn beide ouders, beide culturen en continenten. Wat betekent het om tegelijk blank en zwart te zijn? Hoe voelt het om tussen twee werelden op te groeien? Kamanayo beantwoordt deze en veel andere vragen als kind van een Belgische koloniaal en een Rwandese moeder. Ontdek in Tussen twee werelden en tijdens Het Betere Boek op zaterdag 10 oktober 2020 hoe het is om als métis op te groeien in een monocultureel land. Yarrid Dhooghe

Tussen twee werelden is een autobiografisch boek. Waarom wou je je leven delen met ons? Ik heb al een film (Kazungu, le métis, 2000) gemaakt over mijn leven als métis. Deze documentaire van een klein uurtje gaf me de kans om voor de eerste keer te vertellen hoe het leven van een koloniale métis eruitziet. Maar twintig jaar later merkte ik op dat ik nieuwe inzichten had en ook veel dingen niet heb kunnen vertellen. In een boek kan je meer nuances tonen dan in een film. Het boek helpt me om mijn hele leven te vertellen. Dat is volgens mij ook essentieel, want mijn leven is een belangrijk verhaal dat de verschillen tussen de westerse en Afrikaanse wereld en cultuur duidelijk maakt. Wat is een métis? Ik ben het kind van een rijke, Belgische industrieel en een arme zwarte vrouw dat er nooit gekomen had mogen zijn. Mijn moeder had geen plek voor me, omdat ik niet geaccepteerd zou worden door de Rwandese ge-

28  >  oktober 2020

meenschap en de Belgische overheid heeft beslist dat ik opgevoed moest worden in een speciale school voor métissen. En bij mijn vader wonen? Geen haar op zijn hoofd dacht eraan om mij te erkennen en een plek te geven in zijn grote woning. Als kind van een kolonisator en een gekoloniseerde was ik een koloniaal métis. Ik hoorde nergens thuis. Zo kwam ik uiteindelijk terecht bij de missionarissen die me tijdens mijn kinderjaren verborgen voor de samenleving. In Rwanda, Congo en Burundi werden we door blanken en zwarten ‘kinderen van de zonde’ genoemd. Sindsdien heb ik lange tijd geen enkel contact meer gehad met mijn moeder. Dat is heel hard. Hoe ben je dan in contact gekomen met die tweede, West-Europese wereld? Zogenaamd voor mijn veiligheid en de nakende onafhankelijkheidsperiode besloten de Belgische staat en missionarissen dat ik mijn geboorteland Rwanda moest verlaten, want de spanningen laaiden op en missiona-

rissen en kolonisatoren wisten niet welk ‘kamp’ een métis zou kiezen. Na heel even in een katholiek weeshuis in de gemeente Schoten terecht gekomen te zijn, ben ik geadopteerd door een Belgisch gezin in Deurne. Zij hebben geprobeerd om van mij een goede Vlaming te maken.

Tijdens mijn kinderjaren verborgen missionarissen me voor de samenleving. In Rwanda, Congo en Burundi werden we door blanken en zwarten ‘kinderen van de zonde’ genoemd

DEGEUS


CULTUUR

en heb ik uiteindelijk de kans gekregen om reportages te maken in Afrika en dus ook Rwanda. Zo ben ik mijn moeder op het spoor gekomen.

‘Imana’, als die missionarissen en kolonisator, maar toch werden er nieuwe rituelen ingevoerd. Plots werden alle Rwandezen gedoopt.

Veel Afrikanen en dus ook Rwandezen zijn nog altijd erg gelovig; dat het geloof vermengd is met racisme en de slavernij kunnen ze nog niet goed vatten

Herinner je nog iets van je ervaringen met missionarissen? Tot mijn dertien jaar heb ik intensief contact gehad met missionarissen. Ik zat op een katholiek internaat in Belgisch-Congo en later in Rwanda. Toegegeven, ik heb wel altijd contact gehad met mildere missionarissen, en ben dus niet geïndoctrineerd geweest. Pas op, een katholieke opvoeding heb ik wel gekregen. Maar ik heb ook altijd de kans gekregen om vrij te denken.

Hoe was die eerste ontmoeting na zoveel jaren geen contact gehad te hebben met haar? Heel bijzonder. Mijn moeder was straatarm en op het moment dat ik haar ontmoette blind. Zij heeft mij dus nooit als een volwassen man gezien. Maar dat eerste moment dat ik haar terug zag, haar weer aanraakte … dat is onbeschrijfelijk. Ik ben zeer blij dat ik dat nog heb meegemaakt.

© Jaap Hoekzema

Sinds dat je bij je pleegouders terecht bent gekomen, waren de banden met je moeder volledig doorgeknipt. Heb je haar ooit nog teruggezien? Jawel, en ik wou van zodra ik zelfstandig en vrij kon denken en handelen haar ook zo snel mogelijk terug ontmoeten. Maar als métis kon je, zeker in die tijd, niet zomaar vrij bewegen in Rwanda of Afrika. Als ik mijn roots terug wou opzoeken, moest ik ofwel zelf missionaris worden, ofwel een journalistieke richting uitgaan. Omdat ik zelf totaal niet gelovig ben, heb ik de kans gekregen om cameraman te worden. Die opleiding was helemaal niet vanzelfsprekend in die tijd, maar ik ben dankbaar dat mijn pleegouders hiervoor open stonden. Zo ben ik bij de openbare omroep terechtgekomen

DEGEUS

Hebben jullie contact gehouden? Ik heb zeker nog contact gehouden met haar en haar regelmatig gezien. Ik heb ook een tijd gedacht om haar naar België te brengen, maar door haar medische gezondheidstoestand en haar leeftijd is me dat afgeraden geweest door de artsen. De cultuurshock die ze dan zou meemaken zou wellicht te groot zijn geweest voor haar. Het was beter dat ze bleef waar ze was, en ik heb haar zoveel als mogelijk geholpen en haar zoveel als ik kon gezien. Hoe zijn de missionarissen in Rwanda geraakt? Je moet weten dat het vrij lang heeft geduurd voordat Rwanda is gekoloniseerd. Dat komt omdat Rwanda een sterk leger had. Op een gegeven moment heeft koning Rwabugiri van Rwanda zich laten omkopen door de kolonisator die hem één geweer heeft geschonken. Zo zijn missionarissen het land binnengeraakt. Sindsdien hebben ze voet aan grond gezet in Rwanda en zijn ze erin geslaagd om de Rwandezen te beïnvloeden met de rooms-katholieke godsdienst. De Rwandezen zijn ware monotheïsten en hadden zogezegd dezelfde god,

Toch kan ik ook niets anders dan vaststellen dat de missionarissen ook een serieus probleem zijn in Afrika. Velen van hen indoctrineerden de Afrikaanse gemeenschap zodanig dat er zelfs tot op vandaag nog steeds Afrikanen zijn – zelfs op invloedrijke posities – die het koloniale verleden versterken en goedpraten. Dat zijn mensen die nooit hebben geleerd om vrij te denken. Ik betreur dat heel erg, want hierdoor heeft Afrika ook vandaag nog een heel lange weg te gaan om zelf fier en echt onafhankelijk te zijn. Hoe merk je dat op? Ik merk dat de meeste Rwandezen anders redeneren dan ik. Ze passen nog steeds toe wat ze van missionarissen hebben geleerd en kennen de oorsprong van het racisme en de slavernij niet.

Ik ben en voel me een vrijzinnig mens met vrije en eigen gedachten. Maar hier in Rwanda en in vele landen in Afrika is het katholicisme zeer sterk aanwezig. Hierdoor hang ik mijn ‘ongeloof’ niet aan de grote klok Als je de Bijbel leest ontdek je op verschillende plekken dat God dit ook prima vindt. Eén belangrijk voorbeeld

oktober 2020  >  29


CULTUUR HET BETERE BOEK Kamanayo is op zaterdag 10 oktober 2020 aanwezig op Het Betere Boek: ontdenk Afrika. Hij en Nadia Nsayi (Congo) zijn kinderen van de kolonies. Vanuit hun perspectief ‘ontdenken’ ze Afrika. Het volledige programma en ticketverkoop vind je terug op www. hetbetereboek.be Locaties: Geuzenhuis, Liberas, Vooruit. De uitreiking van de Bronzen Uil vindt plaats in de Minard. © AFRIKA filmfestival

is Kanaäns vervloeking (Genesis 9:2027). Daarin is Cham getuige van een naakte en dronken Noach en vertelt dat hele verhaal door aan zijn broers. Wanneer Noach uit zijn roes ontwaakte en ontdekte dat Cham niet zo discreet is geweest, vervloekte hij Kanaän, de zoon van Cham, en gaf hij aan dat Kanaän voortaan Sem en Jafet zou dienen. Onder andere reformator Maarten Luther interpreteerde Cham als stamvader van de kleurlingen en in de Verenigde Staten beschouwde men deze passage uit de Bijbel al vanaf het begin als de rechtvaardiging van de slavenhandel. De blanke Amerikanen zien zichzelf daarbij als afstammelingen van Jafet. Veel Afrikanen en dus ook Rwandezen zijn nog altijd erg gelovig; dat het geloof vermengd is met racisme en de slavernij kunnen ze nog niet goed vatten. Je geeft zelf aan dat je als métis tussen twee werelden leeft. Voel je je dan niet voortdurend een buitenstaander? Wel, je kan op twee manieren een buitenstaander zijn. Ten eerste ben je een buitenstaander wanneer je zelf ervoor kiest buiten te staan. Dat heb ik nooit gedaan. Ten tweede kun je een buitenstaander zijn als je ergens buitengeduwd wordt. Ook dat heb ik nooit toegestaan. Ik wou mijzelf aan

30  >  oktober 2020

de mensen tonen en als het ertoe deed wou ik gehoord worden. Dat heb ik ook lange tijd in België gedaan. Je leeft als een vrijzinnig-humanist in Rwanda. Hoe staat men daar tegenover ongelovigen? Ik ben en voel me een vrijzinnighumanist met vrije en eigen gedachten. Maar hier in Rwanda en in vele landen in Afrika is het katholicisme zeer sterk aanwezig. Hierdoor hang ik mijn ‘ongeloof’ niet aan de grote klok. Ik spring niet op de barricaden om anderen te overtuigen van mijn overtuiging dat God niet bestaat. Dat zou hier niet goed overkomen.

Ik werk als vrijwilliger voor een lagere school waar geen godsdienst wordt onderwezen. We ontwikkelen het vrije denken en leggen de focus op wetenschappelijke vakken en talen

niet iedereen kan goed om met het echte vrije denken. Dat is ook niet verwonderlijk, want door de indoctrinatie van België en van missionarissen hebben ze dat ook nooit geleerd. Het is dan ook een heel moeilijke strijd. Ik werk in Rwanda als vrijwilliger voor een lagere school. Eén van de weinige scholen die hier echt vrij is. De leerlingen mogen uiteraard zelf nog geloven in God, maar op school wordt godsdienst niet onderwezen. We ontwikkelen het vrije denken en leggen de focus op wetenschappelijke vakken en talen. De kwaliteit van de school wordt gehandhaafd door nauwe contacten met de Universiteit van Oxford. Hierdoor krijgt de school een zeer internationaal karakter, maar zijn we ook in staat om het vrije denken in dit land te ontwikkelen. Dat is heel belangrijk.

Georges Kamanayo, Tussen twee werelden. Een leven in Europa en Afrika. Uitgeverij Polis/ Pelckmans: 2020, 272 p.

Dit betekent echter niet dat ik in de private sfeer niet opkom voor mijn overtuiging. Het gebeurt regelmatig dat ik in een zingevend gesprek beland met vrienden of kennissen. Dan probeer ik hen te overtuigen van het vrijzinnig-humanisme. Eenvoudig is dat niet. Ze aanvaarden het wel, maar

DEGEUS


COLUMN

Vastgoed Beste lezer, Mijn hele leven lang al ben ik een beetje bezeten door vastgoed. Het heeft echter jaren geduurd vooraleer ik doorhad dat er zoiets bestond als vastgoed. Ik had het al die tijd over huizen, liefst landhuizen en vooral kastelen, grote en kleine. Uiteindelijk ben ik er in geslaagd om van een simpele landelijke woonst (met potenties) een redelijk riant landhuis te maken, onder meer door – zoals alle landgenoten dat plegen te doen – de volumineuze schuur mee te pakken in de verbouwing. Tezelfdertijd heb ik een haat-liefdeverhouding met de medemens die van het opkopen en verkopen van huizen zijn beroep heeft gemaakt. Het is een beetje zoals met de begrafenisondernemers die hun rijkelijk bestaan danken aan de dood en miserie van de anderen. Daar hangt een geurtje van profiteurschap aan. Het was dan ook met enig leedvermaak dat ik de tijdens de lockdown herhaalde voorspelling verwelkomde dat de vastgoedmarkt door de coronacrisis zou instorten. Ken je het glossy magazine Home&Trends dat je gratis kan mee grissen bij het bezoek aan de bakker? In het editorial van het meinummer klonk het alvast zeer superieur: ‘Positieve geluiden vanuit de vastgoedmarkt’. Hoezo, positieve geluiden? Jawel, van een prijsdaling is hoegenaamd geen sprake, de vraag blijft pal overeind en er komen meer panden vrij door oversterfte. Drie maand later is de toon nog triomfantelijker: ondertussen is de vraag naar vastgoed alleen maar toegenomen en zijn de prijzen gestegen. Toch hangt er een schaduw over de bouwlustigen: de vastgoedsector wil vooruit, maar stoot op steeds meer muren! De overheid doet vaak moeilijk over vergunningen, men moet steeds meer rekening houden met een groeiend aantal regels, de bouwdossiers worden almaar complexer. Tijdrovend, en dat in tijden dat we de betonstop moeten vóór zijn. Maar ter zake, beste lezer. Gedreven door nieuwsgierigheid en ongezond ondernemerschap besloot ik onlangs een vastgoedexperiment op te zetten. Ik zou mijn fraaie stulp zogezegd te koop aanbieden om lijfelijk te ervaren hoe vastgoedmakelaars daarmee omspringen. En zo zou ik eindelijk ook eens een concreet idee krijgen over de marktwaarde van mijn goed. De makelaar kwam, zag en dacht te overwinnen. Maar eerst zou hij een vastgoedstyliste op mij afsturen. ‘Vastgoedstyling is het verkoopsklaar maken van uw vastgoed’ doceerde de modieus gebrilde veertiger. ‘We moeten verkoopstorende elementen wegnemen, zodat de potentiële koper zich helemaal kan focussen op de positieve elementen van uw woning.’ We ondertekenden een contract waarbij ik de kleine lettertjes uitdagend negeerde. Op een hittegolfdag kwam de vastgoedstyliste langs. Ze parkeerde met zwier haar Mini Cooper voor de deur en betrad bruisend van enthousiasme mijn onroerend goed. Elegant, jong, sexy, vlot en zwierig. Ze toverde een notebook te voorschijn waarop ze haar schrandere opmerkingen noteerde.

DEGEUS

Eerst de inkomhall. ‘Ha, een mooie entrée, maar u zou toch best die laarzen en schoenen opruimen. En dat versleten vloermatje, kan dat weg? Jassen die zomaar rondslingeren horen best in de dressing, meneer.’ De stapels magazines en boeken in het toilet konden ook best opgeruimd worden, want daar willen potentiële kopers niet graag mee geconfronteerd worden. De bibliotheek. ‘Oei meneer. Zovéél boeken! Dat is nogal overweldigend voor mensen die niet lezen. En die kattenbak ruikt niet lekker, zeker tijdig verversen.’ Ik beet op mijn lip maar bleef alsnog vrij rustig. De living. ‘Om de schouw tot zijn recht te laten komen, zou het ideaal zijn om al die kleine persoonlijke spullen weg te nemen. Zeker die foto’s.’ Haar blik dwaalde over de buffetkasten en de tafel. ‘U moet echt wel al die persoonlijke papieren opbergen en best die medicijnen wegnemen. Kopers associëren een huis niet graag met ziekte en ongemak.’ We stapten naar de open keuken. ‘Op het keukenaanrecht mag zeker wat blijven staan, maar maak dat er in geen geval ongewassen vaat rondslingert. Kan u dat vuilbakje en die krat met emmer en dweil opbergen? En sorry, maar het gerief van de hond graag buiten beeld zetten.’ Het bureau stuitte op nauwelijks verholen weerzin. ‘Ai ai, al die spullen die op de grond liggen en die stapels papieren en boeken: kan dat nergens netjes worden opgeborgen?’ Op naar de eerste slaapkamer. ‘Bedden altijd opmaken als er kopers komen. Kunnen de kleren niet in de kast? Vooral deze die nu op de grond rondslingeren? En wat is dit eigenlijk (wijzend op de Indische mantra)? Kunnen die fel gekleurde tapijten weggenomen worden samen met die rode doeken daar?’ Ze stapte elegant naar de badkamer en merkte meteen op: ‘Altijd alle producten, matten, washandjes, tandenborstels en handdoeken opbergen. Kan het bad niet wat grondiger gereinigd worden, het ziet er allemaal nogal grauw uit.’ ‘Mevrouw,’ sprak ik toen we opnieuw beneden waren, ‘daar is de deur!’ ‘Ja, dat weet ik wel, we zijn langs hier binnengekomen.’ ‘En ik wil niets meer te maken hebben met het agentschap!’ ‘Dat komt in orde’ zei ze, ‘de fotograaf komt volgende week langs.’ ‘Ik maak een einde aan ons contract!’ ‘Dat is onmogelijk’ zei ze, ‘u heeft de kleine lettertjes niet gelezen’. Nadat ze wegstoof in haar Mini Cooper las ik de kleine lettertjes en besefte dat ik dakloos was geworden. Bij het OCMW werd me verteld dat ik eerst mijn eigendom moest verkopen, vooraleer te kunnen rekenen op steun. En op een sociale woning moest ik al helemaal niet rekenen. ‘Misschien kan u uw verkochte woning huren’ glimlachte een vriendelijke sociaal assistent. ‘Er zijn mensen die er slechter voorstaan.’ Willem de Zwijger

oktober 2020  >  31


BOEKENREVUE

Foute geschiedenis Imperialisme, kolonialisme en dekolonisatie zullen eindelijk opgenomen worden in de Vlaamse eindtermen en zestig jaar na de onafhankelijkheid van Congo komt er zowaar een parlementaire commissie over het Belgische kolonialisme. Ter gelegenheid van de zestigste verjaardag van de onafhankelijkheid van Congo betuigde koning Filip enigszins omfloerst zijn diepste spijt voor de misdaden en krenkingen. Hoog tijd, want in maart 2020 wees een Brits onderzoek uit dat 23% van de Belgen eerder trots dan beschaamd zijn over het koloniaal verleden. Eenzelfde percentage voelde zich veeleer beschaamd. Meer dan de helft van de bevraagden reageerde onverschillig. De Belgen deden het bij vergelijking niet eens zo slecht: de helft van de Nederlanders verklaarde trots te zijn en slechts 6% had enige schaamte. Gie van den Berghe

PETITIO PRINCIPII Het mooi vormgegeven Wit-zwart in zwart-wit had met zijn 136 foto’s uit het door Belgen ontgonnen en vertrappelde Congo een prachtig boek kunnen zijn, maar dat wordt tenietgedaan door de tendentieuze, belerende, manipulatieve aanpak en drammerige tekst van Paul Van Damme, een geschiedenisleerkracht die meewerkt aan handboeken voor Vlaamse leerlingen.

Wit-zwart in zwart-wit had met zijn 136 foto’s uit het door Belgen ontgonnen en vertrappelde Congo een prachtig boek kunnen zijn, maar dat wordt tenietgedaan door de tendentieuze, belerende, manipulatieve aanpak en drammerige tekst van Paul Van Damme Tijdens de kolonisatie van Congo werden volgens Van Damme miljoenen foto’s gemaakt. Hij koos voor beelden waar zwart en wit samen op staan. Etnische afbeeldingen, die hij ‘vaak heel erotisch getint’ vindt en ‘idyllische

32  >  oktober 2020

beelden genre negertje voor zijn hut’ liet hij links liggen. Zo kon hij 80% van de collectie aan de kant schuiven, ‘want zwart en wit staan meestal niet samen op de foto, er heerste ook fotografisch apartheid’. Van Damme wou ‘zwart en blank in hun onderlinge relaties’ tonen en die ‘getuigen vaak van sociale ongelijkheid’. Zeker, er werd serieus gediscrimineerd, maar de schande waarover hij schrijft valt niet zomaar af te leiden uit zijn beeldmateriaal, laat staan uit alle door Belgen in Congo gemaakte foto’s. Van Damme heeft die miljoenen foto’s natuurlijk niet allemaal bekeken en ook de resterende 20% heeft hij niet bestudeerd. In tal van publicaties waaruit hij putte zitten behoorlijk wat beelden die zijn eenzijdige stelling ontkrachten. Hij selecteerde in functie van zijn conclusie.

IN SCÈNE GEZET Van Damme denkt nochtans dat hij objectief te werk ging. De foto op de kaft van zijn boek – een zwart jongetje in een vogelkooi tussen twee witte meisjes (zie hiernaast) – mag volgens hem niet gebruikt worden omdat er geen achtergrondinformatie over bestaat. De meisjes vinden het leuk, speculeert hij, het zwarte jongetje niet. Een doelbewuste vernedering of

een onschuldig spel? Hoe dan ook, de fotograaf tilde niet aan ‘deze gratuite foto’. Gratuit is veeleer dat Van Damme het beeld toch opnam en als uithangbord gebruikt. In een interview deed Knack (20 mei) er nog een schepje bovenop: ‘Belgische kinderen amuseren zich met kinderen [meervoud] van het zwarte huispersoneel’ [beklemtoning door GvdB]. Enkele weken later plaatste F1-wereldkampioen Lewis Hamilton het beeld op Instagram (16,7 miljoen volgers). Goed zo, vond Van Damme in Knack (16 juni), eraan toevoegend dat hij de foto als cover heeft gebruikt ‘omdat dit het paternalistische, racistische koloniale denken weerspiegelt zonder de wreedheden te tonen.’

Dat westerlingen mooie halfnaakte vrouwen aantrekkelijk vonden en er minstens aanvankelijk door werden geprikkeld, valt licht te begrijpen. Maar de erotisering, het voyeurisme is voor hun en Van Dammes rekening

DEGEUS


BOEKENREVUE

Foto uit het album van de familie Van de Meerssche die in de jaren 1950-60 in Belgisch Congo verbleef.

Dat de fotograaf geen graten zag in de scène hoeft niet te verwonderen. Het is een geënsceneerde, geposeerde foto: beide meisjes zitten op een bankje, houden een hand op de kooi, één van hen kijkt in de lens, het andere meisje lijkt iets te zeggen tegen het zwarte kindje, mogelijk een woord van troost. Speculatie, zeker, maar wel in overeenstemming met de vijftig andere beelden waar deze foto deel van uitmaakt en waar Van Damme met geen woord over rept. Het beeld komt uit een fotoalbum van de familie Van de Meerssche die in de jaren 1950-60 in Belgisch Congo verbleef. Het SOMA weet verder niets over Van de Meerssche of het album, maar een beetje historicus had de collectie beschreven en een en ander kunnen uitzoeken over de familie. Zoveel Van de Meerssches zullen er in Belgisch-Congo niet rondgelopen hebben. De door Van Damme misbruikte foto is ook de enige die als denigrerend of racistisch geïnterpreteerd kan worden. In het album schreef iemand er Nasukya ya mutoto bij (‘gekleurd kind’ in het Swahili?). Bij alle andere kiekjes staan enkele woordjes in het Nederlands, genre ‘Vertrek in Melsbroek’.

DEGEUS

Alle door Van Damme gebruikte citaten controleren is ondoenbaar. Dat is ook niet altijd nodig, soms legt hij de eigen vooringenomenheid bloot MENSBEELDEN Van Damme haalt zonder context ergens een merkwaardig citaat aan: ‘Een vrouw van een koloniaal vraagt aan haar boy hoe de zwarten over de blanken denken, waarop de boy spontaan antwoordt: ‘Ze zeggen, mevrouw, dat er niets zoo leelijk is als een blanke: hij ziet eruit als een gepelde rups en hij stinkt als een lijk. Zijn aangezicht is afschuwelijk misvormd; een normaal mensch heeft een platten neus; hoe platter de neus, hoe flinker de mensch. De blanken hebben geen platten neus, ze zijn te leelijk om te bedonderen…’ Hoe de vrouw hierop reageerde, vermeldt het reisverslag niet’ (de woorden in het vet werden door Van Damme gecursiveerd). Dit fragment is afkomstig uit Een Vlaming op reis door Kongo (1929), een reisverslag van A.B. Van der Weerelt

die in opdracht van het Museum van Tervuren fetisjen verzamelde. Zijn verslag getuigt van veel sympathie en respect voor de zwarten, hun culturen, mens- en wereldbeelden. Van der Weerelt beklemtoont dat zwarten allesbehalve wilden zijn. Natuurlijk hebben ze over van alles en nog wat een andere mening dan wij Europeanen, maar ‘we waren niet in staat om door te dringen tot de diepere kern van hun wezen en denken. Daarom vonden we er niet beter op dan ze als wilden voor te stellen. Onwaardig voor mensen die er prat op gaan een hogere beschaving te bezitten’. Geen woord hierover bij Van Damme. De vrouw uit het citaat zegt niet te kunnen verdragen ‘dat er met minachting over de inheemschen wordt gesproken’. Ze heeft al te vaak witten horen zeggen dat de zwarte ‘lui is, dom is en stinkt’. Daarom ­beantwoordt ze dat soort beweringen altijd als volgt: ‘Ik had reeds zoo dikwijls het oordeel van de Europeanen over de zwarten gehoord, dat ik het oordeel van de negers over de blanken wou leeren kennen. Ik had daarom mijn boy opdracht gegeven, telkens wij in een nieuw dorp aanlandden, zijn ooren te spitsen om te vernemen

oktober 2020  >  33


BOEKENREVUE

wat de inlanders over ons, blanken, zooal zeiden. […] Maar mijn boy keek altijd verlegen naar den grond en sprak slechts na herhaaldelijk aandringen…’ Hierop volgt Van Dammes citaat.

Nogal wat zaken die Van Damme beweert, zijn niet of ternauwernood te zien op de foto’s. De vele veronderstellingen (‘misschien, het kan, waarschijnlijk’) slaan bij deze historicus snel om in zekerheden

EROTISERING Bij twee foto’s (zie hieronder) van twee zwarte rekruten die in 1939 medisch gekeurd werden, schrijft Van Damme: ‘De onderofficier houdt het medische dossier in zijn handen. Hij kijkt noch naar de rekruut, noch naar zijn papieren. Zijn blik lijkt te zijn gefixeerd op iets of iemand links buiten het beeld. Van deze scène maakte de fotograaf verschillende opnames. Heel snel na elkaar. Op een andere foto uit die reeks wordt duidelijk wat de aandacht van de onderofficier trekt. Links buiten beeld staan de vrouwen van de

rekruten. Net als hun mannen halfnaakt…’ Je moet over behoorlijk wat fantasie beschikken om de blik van de onderofficier op die manier te volgen. De foto’s komen uit een reportage over een bezoek van cineast André Cauvin aan een militair kamp. Congo, Nos soldats d’Afrique, Force publique, camps militaires (1939) omvat 65 foto’s. Anders dan Van Damme beweert, bestaan er van deze scène slechts twee opnames. De foto met de twee zwarte vrouwen en het kind (SOMA, nr 133710) is de eerste van de twee (nr 17 in de reeks). De zwarte man

SOMA, nr 133711, nr 48

[NOOT: Na publicatie van dit artikel werd ik gecontacteerd door historicus Davy Verbeke (UGent) die me feliciteerde met het artikel en er mijn aandacht op vestigde dat A.V. Van der Weerelt ‘een pseudoniem met een kwinkslag was waarachter taalkundige Amaat Burssens schuilgaat’. Davy Verbeke heeft over de man een mooi persoonslemma geschreven (www. ugentmemorie.be/personen/burssensamaat-1897-1983). Daarin wordt duidelijk dat mijn inschatting van Van der Weerelts/Burssens positieve houding tegenover Congolezen volkomen juist was – een inschatting op basis van diagonale lectuur van diens boek dat ik in de bibliotheek van de UGent raadpleegde omdat ik wat Van Damme erover schreef niet meteen geloofde. Bij nazicht van Van Dammes boek blijkt dat hij wist dat Van der Weerelt en Burssens één en dezelfde persoon zijn, al vermeldt hij het nergens, integendeel hij moffelt het al dan niet bewust weg. Hij haalt Van der Weerelt twee keer aan, één keer met diens naam in de tekst, een tweede keer alleen via een eindnoot. Amaat Burssens staat in zijn persoonsregister met geboorte- en sterftejaar, Van der Weerelt staat daar niet in. Deze laatste staat dan wel weer in de bibliografie zonder verwijzing naar Amaat Burssens.]

34  >  oktober 2020

DEGEUS


BOEKENREVUE

uiterst rechts staat nog niet op de weegschaal. Tussen de zwarte rekruten is het hoofd van een derde man te zien (al ontbreekt het lichaam). Op de tweede foto (SOMA, nr 133711, nr 18) – die Van Damme als eerste plaatst – is ook een zwarte vrouw met kind te zien. De anders afgesneden en door Van Damme gebruikte foto, zonder vrouw en kind, zit als nummer 48 in de reeks. Van Damme besteedt behoorlijk wat aandacht aan naakte vrouwenborsten. Hij wijt deze keuze aan de kolonisten die meestal ‘aantrekkelijke vrouwen

fotografeerden die met een zekere schroom naakt voor de lens poseren en waarbij de fotograaf focust op borsten en billen’. De foto’s zorgen volgens hem ‘voor de verspreiding van het beeld van de Afrikaanse vrouw als zedeloos, gewillig en genotziek. Naakt wordt zo gepresenteerd dat de zwarte vrouw het seksuele lijkt uit te lokken: zij wil het, denkt de blanke man dan. Slachtoffer wordt dader. De klassieke kronkel. De rechtvaardiging van ‘het in bezit nemen’.’ De zogenaamde schroom van de zwarte vrouwen heeft vermoedelijk te

maken met hun onbekendheid met en wantrouwen van de fotografie. Velen geloofden dat een foto je van je ziel kon beroven. Elders in het boek haalt Van Damme trouwens een zwarte aan die er niet aan twijfelt dat als witten foto’s maken ‘er veel mensen heel snel zullen sterven’. ‘Kledij versus naaktheid is een klassieke truc om de superioriteit van het ene ras tegenover de inferioriteit van het andere te affirmeren’. ‘Zo naakt mogelijk’, schrijft Van Damme, terwijl in zijn boek niet één volledig naakte vrouw of man te vinden is. Hij heeft

SOMA, nr 133711, nr 18 © Soma Seges

SOMA, nr 133710

DEGEUS

oktober 2020  >  35


BOEKENREVUE

het ook steeds over ‘ontblote borsten’, alsof zwarte vrouwen speciaal voor de gelegenheid uit de kleren gingen. Dat westerlingen mooie halfnaakte vrouwen aantrekkelijk vonden en er minstens aanvankelijk door werden geprikkeld, valt licht te begrijpen. Maar de erotisering, het voyeurisme is voor hun en Van Dammes rekening. Uit enkele van de door Van Damme gebruikte bronnen blijkt dat veel auteurs het destijds normaal vonden dat in een tropisch klimaat man en vrouw alleen het onderlichaam bedekten. Van der Weerelt bijvoorbeeld, juicht toe dat ze ‘weinig of geen Europese lompen dragen’ die ‘inlanders vaak het uitzicht van schoelies geven’. De ‘nationale paan [rokje uit kweekgras] is hier nog in eere. Zoo mag ik de negers best; zoo zijn ze wat ze zijn: gezonde, schoone natuurkinderen.’ In Wit-zwart staan overigens verscheidene kiekjes van zwarte vrouwen die, zoals Van Damme aanstipt bij een foto uit 1917, ‘een zedig alles verhullend kleed dragen dat de missionarissen in Congo hebben geïntroduceerd’. Bij één van de foto’s in het album van Van De Meerssche staat de legende Wit en zwart. Dat kan de auteur van een boek met die titel niet ontgaan zijn. Maar de foto past niet in zijn verhaal. Het beeld toont een westers geklede zwarte man die het rechterhandje van een huilend, westers gekleed, zwart jongetje vasthoudt, met op een meter afstand een halfnaakt wit jongetje het piemeltje bloot (SOMA, nr 149870, het witte jongetje heeft vermoedelijk snoep in de hand, iets wat het zwarte jongetje niet kreeg). Van Dammes denkwijze volgend: zwart voyeurisme, laatdunkend te kijk zetten van een wit kindje.

MANIPULATIE Bij een foto uit 1921 waarop ‘een boy te zien is die zijn meester door het moeras draagt, meer bepaald Dr. R.L. Shantz en zijn boy Kolemerengo’, merkt Van Damme op dat ‘de schoenen van de Amerikaanse wetenschapper niet nat mogen worden. Die van de boy Kolemerengo wel.’ De Amerikaanse botanicus Homer Leroy Shantz

36  >  oktober 2020

doorkruiste van 1919 tot 1924 Afrika van zuid naar noord en maakte 3500 foto’s van planten, dieren, landschappen, dorpen, hutten, zwarten en witten die van groot respect getuigen (zie bijvoorbeeld deze foto: Er zitten slechts een paar foto’s bij van halfnaakte vrouwen, de meeste dames zijn prachtig gekleed. Zie bijvoorbeeld de foto Typical native women: Van Damme legt Emile Vandervelde, destijds de grote baas van de Belgische Werkliedenpartij, slordig of slinks het volgende in de mond: ‘Je kan voor of tegen kolonisatie zijn, maar van zodra je het principe van kolonisatie aanvaardt, moet je er de consequenties bijnemen. In Congo zijn we met iets meer dan tweeduizend blanken, te midden van vele miljoenen inlanders, die ons haten. Zij willen maar één iets: ons doden. Indien we hier de doodstraf niet zouden toepassen, zouden we ten onder gaan. Wij zijn hier als veroveraars. Wij houden ons hier recht dankzij de terreur. Een inlander ophangen lijkt wreed, maar is broodnodig.’

Wit-zwart is geschiedschrijving op zijn slechtst: waardeoordelen en gemoraliseer in plaats van objectieve beschrijving en analyse Kort voor de overname van de kolonie door België trok Vandervelde inderdaad naar Congo. In Les derniers jours de l’état du Congo: journal de voyage (1908) stelt hij onder meer vast dat er in de missieposten enige vooruitgang is geboekt. Tijdens een discussie met enkele kolonisten nam niemand het nog op voor de rubberwinning, maar sommigen vonden dat dwangarbeid soms verantwoord en noodzakelijk was. Vandervelde was het daarmee

Uit het album van Van Den Meerssche

niet helemaal eens. Iemand bracht een ramp met een stoomschip ter sprake. Vijf van de zes witte opvarenden die aan wal geraakten, werden gedood door zwarten. Die werden gearresteerd en opgehangen. Volgens de kolonisten kon Afrika absoluut niet zonder de doodstraf. Hierop volgt wat Van Damme toeschrijft aan Vandervelde maar dat is overduidelijk een uitspraak van een kolonist. Vandervelde vraagt hierop aan een substituut of er gratie verleend kan worden, maar dat blijkt het privilege van de koning te zijn. In België werd de doodstraf overigens pas in 2005 afgeschaft. Alle door Van Damme gebruikte citaten controleren is ondoenbaar. Dat is ook niet altijd nodig, soms legt hij de eigen vooringenomenheid bloot. Over Congo – land en volk (1926), een werk van de liberaal Louis Franck, de Belgische minister van Koloniën van 1918 tot 1924, schrijft hij dat het ‘iemand was met een oprechte interesse voor het land en zijn bevolking. Uiteraard, zonder de focus op de economische mogelijkheden uit het oog te verliezen.’ Franck meende dat ‘Kolonisatie een ‘recht’ [is] en [dat] ons beschavingswerk inhoudt dat de Congolees wordt gevormd tot een ‘werklustigen neger’, [dat] is de rechtvaardiging en het doel. […] Het recht van het blanke ras, op dien vermeerderden rijkdom van de wereld, is het heiligste aller rechten: het recht van den schepper op het geschapene, van den arbeider op zijn werk!’ (Met ‘schepper’ en ‘geschapene’ doelde ex-minister Franck op de industriële ontginning van Congo door België).

DEGEUS


BOEKENREVUE

Hierop laat Van Damme volgen: ‘Wij wenschen, in andere woorden, geen zwarte Belgen te vormen, maar een beteren Congoleeschen inlander, dat wil zeggen een krachtigen, gezonden, werklustigen neger die fier is op goeden arbeid, fier ook op zijn volk en zijn ras, die plichten voelt tegenover dat volk en die plichten niet onvervuld wil laten. Het is een zeer moeilijk werk; het moet zich over verscheidene geslachten uitstrekken.’ Het eerste citaat staat op pagina 8 van Francks boek, het tweede op pagina 245. De rest wordt verzwegen. Francks boek is nochtans een verdienstelijk overzicht van de stichting van Congo-Vrijstaat, Belgisch-Congo, de inlandse bevolking en hun gebruiken, het leven van de kolonisten, bestuur, vervoer, landbouw, handel, nijverheid, openbare gezondheid, godsdienst, onderwijs, taalkwesties en rechtspraak. Franck keurt de vroegere paternalistische houding tegenover ‘onze Afrikaansche onderdanen’ duidelijk af. We moeten ze de Europese cultuur en beschaving niet opdringen, het zijn geen wilden. Ze moeten opgeleid worden volgens hun eigen natuur, ras en taal. Bij het onderwijs moet de nadruk gelegd worden op handenarbeid, praktijk en landbouwonderricht, aangepast aan de inlandse omgeving. Hierop volgt het door Van Damme uit zijn verband gerukte citaat, met weglating van de laatste zin: ‘Eerbied voor de inlandsche instellingen is de grondslag van deze opvatting.’ Volgens Van Damme keken witten ook neer op pygmeeën. Ze lieten zich graag

DEGEUS

met hen fotograferen, niet om het verschil in grootte te illustreren maar omdat het ‘hun gevoel van suprematie versterkte’, kwestie van ‘het dwerg-zijn van de pygmeeën extra in de verf te zetten’, ze te herleiden ‘tot vergissingen van de natuur. Anomalieën. Boskabouters.’ Grof taalgebruik van de kolonisten, beweert Van Damme. Ik vond dat niet meteen terug in zijn bronnen. Van der Weerelt heeft het over ‘Boschjesmannen’, een dwergvolk van 1m40 tot 1m55, al bekend in de oudheid. Ze verafschuwen innerlijke twisten en oorlogen, zijn geen kannibalen en sterven helaas uit. Nogal wat zaken die Van Damme beweert, zijn niet of ternauwernood te zien op de foto’s. De vele veronderstellingen (‘misschien, het kan, waarschijnlijk’) slaan bij deze historicus snel om in zekerheden. De tekst staat vol insinuaties, tenenkrommende commentaren, drammerige herhalingen, clichés, vergezochte speculaties en merkwaardige redeneringen. Racisme bijvoorbeeld, noemt hij ‘uiteraard nonsens’ omdat ‘volgens dezelfde redenering alle vrouwen van nature minder intelligent zouden zijn dan mannen, omdat ze gemiddeld een kleiner hoofd hebben’. Blijkbaar ontgaat het hem dat seksisten lange tijd dit soort onzin gespuid hebben.

Onze koloniale geschiedenis behoeft geen overdrijving. Ze geweld aandoen speelt alleen maar in de kaart van wie de gruwel wil minimaliseren of ontkennen WETENS EN WILLENS In zijn nawoord komt de aap uit de mouw, Wit-zwart is een afrekening met de koloniale loftuigingen die de jonge Van Damme te horen kreeg in de schoot van een familie die een aantal oud-kolonisten in haar rangen telde. Hij erkent dat in Belgisch Congo ook verdienstelijk werk werd verricht, maar dat mag ‘geen excuus zijn om wat fout was in het verleden goed te praten of te

verzwijgen’. Het waren andere tijden, geeft hij toe, maar dat is geen excuus voor het choquerend kolonialisme, paternalisme en racisme. Van Damme lijkt ziende blind. In zijn nawoord staat dat hij het woord ‘fout’ zoveel mogelijk vermeden heeft omdat het ‘te berispend, te moraliserend, de gratuit is’. Bovendien ‘spreken de foto’s voor zich’ en is het ‘aan de lezer om zijn conclusies te trekken’. Van Damme laat dat niet toe. Hij selecteert, dirigeert en dicteert. In zijn voorwoord schrijft hij dat de relaties tussen wit en zwart zeer gevarieerd waren en het dus om een verhaal gaat met veel nuances, ‘zoals ieder geschiedenisverhaal zou moeten zijn’. Achterin erkent hij de ‘relaties tussen zwart en blank met een eigentijdse blik’ bekeken te hebben, in het bijzonder ‘foto’s die haaks stonden op de koloniale zeemzoeterigheid die ook ik heb meegekregen in mijn kinderjaren’. Allesbehalve verkeerd, vindt hij, hij is er zich immers van bewust. Zo kan elk misdrijf goed gepraat worden. Wit-zwart is geschiedschrijving op zijn slechtst: waardeoordelen en gemoraliseer in plaats van objectieve beschrijving en analyse. Dat kolonialisme meer dan fout was, is door tal van onderzoeken en studies aangetoond (recent nog door Mathieu Zana Etambala in Veroverd. Bezet, Gekoloniseerd. Congo 1876-1914). Onze koloniale geschiedenis behoeft geen overdrijving. Ze geweld aandoen speelt alleen maar in de kaart van wie de gruwel wil minimaliseren of ontkennen.

Van Damme, Paul – Wit-zwart in zwart-wit. Samen en toch apart: foto’s en verhalen uit Belgisch-Congo, Gent, Borgerhoff & Lamberigts, 2020, 199 p. Copyright foto’s: SomaCeges. Het SOMA kent de herkomst van de foto’s van Van de Meerssche niet. Indien rechthebbenden van deze foto’s zich in deze publicatie herkennen kunnen zij contact opnemen met het tijdschrift.

oktober 2020  >  37


BOEKENREVUE

Kinderen van Apate Nazaten die verlangen naar een schone ziel? FILOSOFIE VAN DE MAAND Sinds 2003 publiceert de stichting Maand van de Filosofie elk jaar in april een essay en reikt ze de Socratesbeker uit aan het beste filosofieboek van het voorbije jaar. In 2020 kreeg Donald Loose met zijn boek Over vriendschap. De praktische filosofie van Kant deze beker toegekend. Het essay werd dit jaar geschreven door de Pools-Belgische filosofe Alicja Gescinska (°1981) en verscheen in juni in boekvorm. De Maand van de Filosofie is een belangrijk initiatief omdat het bekendheid geeft aan (vooral) Nederlandse en Vlaamse filosofen die in heldere taal hun denken uiteenzetten. De term publieksfilosofie wordt door het initiatief gekoesterd. Franstalige Belgische filosofen ontbreken, en dat is jammer want zo verliezen we ook in Vlaanderen hun gedachtengoed en de debatten die ze voeren uit het oog. Jean-Pierre Vanhee

Alicja Gescinska Š Gerbrich Reynaert


BOEKENREVUE

Het essay van Alicja Gescinska verscheen onder de titel Kinderen van Apate. Over Leugens en waarachtigheid en wordt op de website van Maand van de Filosofie als volgt aangekondigd: ‘Toen Pandora haar beruchte doos opende en de godin Apate ontsnapte, kwamen de misleiding en het bedrog in de wereld, zo vertelt de Griekse mythe. En Apate is nog steeds onder ons: we zijn allemaal haar nazaten, stelt Gescinska in dit essay. Maar we kunnen wel revolteren tegen de verlokkingen van de leugen.

Een vraagstelling die niet uit de tijd is, al is het antwoord van Gescinska dat naar mijn aanvoelen wél Nooit was dat zo nodig als nu, in dit tijdperk van post truth, alternatieve feiten en nepnieuws. Gescinska legt onder het verval van de waarheid een diepere crisis bloot. Niet het verspreiden van onjuiste informatie op zichzelf is het grootste probleem, maar de malafide intenties waarmee dat gepaard gaat. De echte malaise van onze tijd is een gebrek aan waarachtigheid, aan oprechtheid tegenover anderen. Meer factchecken is daarom niet genoeg. Zonder een hernieuwde toewijding aan waarachtigheid komt de democratie onder steeds grotere druk te staan en dreigen we, zo betoogt Gescinska, ons kostbaarste goed te verliezen: de vrijheid.’

DEGEUS

THEOLOGIE ALS DIENSTMAAGD VAN DE FILOSOFIE?

DE HERKENBARE LEUGEN

De uil van Minerva vliegt ’s nachts. Problemen die zich stellen in het tijdvak waarin een filosoof leeft en schrijft, hoeven niet het voorwerp te zijn van een kritisch essay. Immers, de filosofie houdt van achteraf reflecteren op gedane zaken. Maar het mag wel. Een essay mag actueel, scherp en snedig zijn. Het hoeft niet noodzakelijk confronterend, controversieel of contradictorisch te zijn om mensen aan het denken te zetten. Maar opnieuw, het mag wel. Er rust geen verbod op een lekker venijnig en prikkelend betoog. Een filosofisch essay kan best met een beargumenteerde, tegendraadse of vernieuwende stelling over een actueel thema voor de dag komen. Denk bijvoorbeeld aan René Ten Bos met zijn alfabetisch geordende bedenkingen bij de recentste mondiale crisis onder de titel De Coronastorm. Hoe een virus ons verstand wegvaagde. Of Gescinska dat ook doet met Kinderen van Apate laat ik aan uw oordeel over, maar ik geef graag enkele voorzetten voor verdere discussie.

Het essay opent met een vraagstelling die wijst op intellectuele onoprechtheid in het tweede decennium van deze eeuw. Want het feit dat we in een tijd van waarheidsontwaarding, nepnieuws, alternatieve waarheden, hoaxen en virtuele trollen leven, confronteert ons met het einde van de waarheid, toch? Een vraagstelling die niet uit de tijd is, al is het antwoord van Gescinska dat naar mijn aanvoelen wél. Ze wil daarin een aantal vrome principes die tot de zogenaamde universele waarden van de Europese cultuur behoren opnieuw aan kracht laten winnen. In haar antwoord staat het begrip waarachtigheid centraal en krijgt het betekenis als verzet tegen leugenachtigheid.

In haar essay houdt Gescinska het midden tussen verduidelijking en bekrachtiging van het thema dat ze aansnijdt. Ze behandelt met dat thema – over leugen en waarheid – een hedendaags probleem in een duidelijke structuur, op basis van heldere stellingen en goed onderbouwde analyses. De auteur is open over haar voorafgaande lectuur door de auteurs te citeren die haar geïnspireerd hebben. Naast Bernard Williams, die met Truth and Truthfulness een blijver over waarachtigheid heeft geschreven, citeert ze Persoon en daad, het belangrijkste filosofische werk van Karol Józef Wojtyla (Wadowice, 1920 - Vaticaanstad, 2005) – zeg maar de Poolse paus. Is die laatste bronvermelding provocerend bedoeld als een soort historische omkering, de theologie als dienstmaagd van de filosofie? Of is ze eerder te beschouwen als een illustratie van de blijvende invloed van godsdienstige, katholieke geloofsstellingen in ons filosofisch denken? Het kan ook zijn dat Gescinska met deze verwijzing de bedoeling had het pad te effenen voor een bij uitstek geruststellende analyse.

Het is toch vooral de leugen die voor Gescinska de steen des aanstoots is Hoe moeilijk het ook is een degelijke formule voor de waarheid te vinden, het is toch vooral de leugen die voor Gescinska de steen des aanstoots is. Je zou denken dat wanneer de waarheid moeilijk te definiëren valt, de leugen in de klappen deelt. Tenzij je natuurlijk de leugen in het vizier neemt als al wat moreel verwerpelijk is. Gescinska doet dat door een anatomie van de leugen te ontwikkelen die de laakbaarheid ervan moeten bewijzen: ‘De leugen is herkenbaar aan (1) de intentie om te misleiden of te manipuleren middels (2) een (niet-noodzakelijk talige) bewering waarvan men (3) gelooft dat zij onwaar is. De misleiding kan (4) jezelf of anderen betreffen en de bewering die gebruikt wordt, kan (5) verschillende morele statussen hebben: neutraal, immoreel of moreel verantwoord.’ Hiermee verlaat ze zich fundamenteel op de goede bedoelingen van de persoon om waarachtigheid als een vorm van psychologisch verzet tegen de leugen en tegen leugenachtigheid, veilig te stellen. De intentie, de gerichtheid van de geest op een vast punt, op zichzelf bijvoorbeeld, staat hier centraal. Naast het feit dat alle aandacht gericht blijft op het zelf, blijven de mogelijke conse-

oktober 2020  >  39


BOEKENREVUE

quenties van de leugen helemaal buiten het vizier. Gescinska hanteert het onderscheid tussen intentie als ethisch beoordeelbare bedoeling van handelen, het feit of die handeling al dan niet gesteld wordt en de gevolgen ervan. Eenvoudig en duidelijk maar verheldert het ook de zogenaamde waarheidsmalaise waarmee we mondiaal te maken hebben? Wat machtige politieke leiders via Twitter of andere sociale media verkondigen, heeft een ambivalent statuut. Neem nu de zogenaamde leugen van Donald Trump over het aantal mensen dat aanwezig was bij zijn inauguratie als president van de Verenigde Staten. Is het echt van belang te weten of er in dit geval sprake was van een bewustzijn van liegen? Voor wie dan? Is de betekenis van dat soort beweringen wel ooit te achterhalen wanneer het om toppolitici gaat die zoveel rollen tegelijkertijd vervullen? Wereldleiders bekleden een publiek mandaat, beheren een groot persoonlijk vermogen, behoren tot een belangrijke politieke strekking met bijhorend netwerk, besturen grote overheidsapparaten die in binnen en buitenland (militaire) macht uitoefenen en spelen onderling schaak met de invloed van ‘hun’ naties op het schaakbord van de wereld(geschiedenis). Hun taal is macht. Hun vertolking kan echt lijken, maar het valt nooit uit te sluiten dat ze gespeeld is. Of ze daarom enkel bullshit verkondigen, zoals Harry Frankfurt blijkt te beweren in On Bullshit, durf ik niet te beweren. Hun woordenstroom durft al eens levens te kosten en kan (de kwaliteit van) het leven van grote groepen mensen bepalen. Of ze als mens oprecht of waarachtig in hun ambt staan en hun woorden (intentioneel) betrouwbaar zijn, zal mij daarom een zorg zijn. De consequenties van hun discours is een andere zaak. Wat is de betekenis en de impact van hun verklaringen? Welke handelingen stellen ze, met wie communiceren ze? Waar doen ze dat? Wat zijn de thema’s die ze doorheen hun sloganeske taal verweven? Van welke middelen maken ze gebruik? Wie maakt die voor hen bruikbaar? Wat zijn de gevolgen voor wie? Kortom,

40  >  oktober 2020

hoe gaan ze met hun macht om? De intentionaliteit van hun taal is studiemateriaal voor biografen. Bovendien zijn ze ertoe in staat hun eigen waarachtigheid in te zetten als politiek overtuigingsmiddel. Dat er politici zijn die maar wat graag op een oprechte en betrouwbare manier politiek willen bedrijven, is ontegensprekelijk. Dat zij naar een plausibele en coherente communicatie streven evenzeer. Maar ook deze politici hebben te lijden onder de uitholling van het politiek discours als gevolg van het zogenaamde democratisch deficit. Hoe speelt de creatie, uitholling, inzet of manipulatie van waarachtigheid daarbij een rol?

Wie zichzelf wel eens observeert, komt er toch gemakkelijk achter dat het bewuste zelf met die onvervalste kern en een ik uit één stuk vooral een mentale constructie is die achteraf plaatsvindt WIE KAN EIGENLIJK NOG WAARACHTIG ZIJN? ‘Zelfontplooiing staat in relatie tot de mate waarin iemand erin slaagt een zinvol leven te leiden waaruit hij voldoening haalt. Zelfvernieling of zelfdestructief gedrag, is het extreme tegendeel.’ De Amerikaanse auteur Judi Ketteler heeft uitgevlooid dat we twintig tot dertig procent van de tijd die we met anderen doorbrengen, spenderen aan het vertellen van leugens. We kunnen dus stellen dat de meeste volwassenen getrainde leugenaars zijn. De vraag is natuurlijk waarom of waartoe? Volgens Ketteler hangt dat samen met een sterk verlangen om ons zelfbeeld als eerlijk en rechtschapen mens in stand te houden. We liegen dus behoorlijk wat af om eerlijk en coherent over te komen. Deze paradoxale verklaring moet onder meer onze vergissingen, fouten, maar ook ons geluk en het toeval helpen verdoezelen die ook een belangrijke rol spelen bij de creatie van ons zelf.

Succes heb je te danken aan je inzet, talent, volharding en je persoonlijke eigenschappen. Filosofen voegen daar graag nog enkele bijzondere kwaliteiten aan toe die onontbeerlijk zijn om tot een volwaardig subject uit te komen. Ze hebben het dan over noties als zelfreflectie, uniek levensdoel en de authenticiteit van het zijn: noodzakelijke kwaliteiten om in existentiële harmonie met anderen en onszelf te kunnen leven. Dat de leugen bijdraagt tot de opbouw van een zelfbewust en veelal succesvol subject, is voor dit type zelfbeeld een vervelende vaststelling. Tel bij die 30% leugenachtigheid nog eens 30% invloed van omgeving en cultuur en 30% invloed van onze genen, hormonen en de werking van de synapsen in onze hersenen, en de autonome bijdrage tot het zelf is nog maar 10% groot. Uiteraard neem ik hier een loopje met de wetenschappelijkheid, maar de bewijslast is groot. Er verschijnen dagelijks publicaties van wetenschappers die aantonen hoe complex en heteronoom ons gedrag tot stand komt. Als deze grove deconstructie van het filosofisch subject de zogenaamde gelukkige en geslaagde mensen betreft, is er nog dat gigantisch aantal mensen dat er zogezegd niet in slaagt een zinvol leven te leiden. Wat als je er, bijvoorbeeld door diep traumatiserende jeugd- of geweldervaringen, niet in slaagt om een eenduidige, laat staan waarachtige relatie tot jezelf of tot anderen te ontwikkelen? Omdat je er steeds weer op uitkomt dat het aangaan van relaties op zich ambiguïteit uitlokt en manipulerend van aard is? Al deze vaststellingen tasten het idee aan dat ieder individu een onvervreemdbare, onveranderlijke diepe kern in zich draagt waaruit het zijn ondeelbare zelf put. Ook Gescinska gaat uit van dit idee: ‘Zelfontplooiing en authenticiteit: ze vergen een klare kijk op wie je bent en wat je wilt, op wat belangrijk is voor jezelf en voor anderen.’ Van dit subject beweert Yuval Harari, en hij is niet de enige, dat het de reïncarnatie is van het traditionele christelijke geloof in een vrije, eeuwige ziel die in ieder individu huist. We maken plannen voor het leven en we doen

DEGEUS


BOEKENREVUE

er veel, zo niet alles aan, om die te verwezenlijken. Maar wie zichzelf wel eens observeert, komt er toch gemakkelijk achter dat het bewuste zelf met die onvervalste kern en een ik uit één stuk vooral een mentale constructie is die achteraf plaatsvindt. Nadat we beslissingen hebben genomen, beweringen hebben gedaan en met anderen hebben geleefd, verbeelden we ons een subject dat alles verbindt en betekenis geeft. Tot er weer een ander, vreemd element in onze geschiedenis opduikt en we het geconstrueerde zelf dat we dachten te zijn, met die vaste kern van waarachtigheid, een beetje dienen aan te passen aan de eerder vergeten feiten. Denk maar aan de nieuwe versies van oude feiten en van persoonskenmerken die ontstaan na een echtscheiding. Deze vaststelling rechtvaardigt overigens geenszins onverantwoord en schadelijk gedrag ten opzichte van anderen of het andere. Het verhindert evenmin dat we begrippen als waarachtigheid, integriteit of betrouwbaarheid naast andere als veerkracht, weerbarstigheid, tegendraadsheid, xenofilie en polyamorie als gidsen voor ons existentieel groeien en worden hanteren. Alleen komen we daartoe uit bij een ander mensbeeld waarin wrijvingen een andere betekenis krijgen.

Niet harmonie en de consistentie, maar tegenstrijdigheden zetten aan tot nadenken ‘Hoe meer onze sociale interactie door leugens wordt getekend, hoe minder harmonieus ze is. En wanneer conflict, niet harmonie, de sociale interactie kenmerkt, gaan veel maatschappelijke en politieke vrijheden (negatief gedefinieerd) teloor.’ De stelling die ik hier wil tegenin brengen, luidt dat hoe meer onze sociale interactie zich onttrekt aan de zwart-wit dualiteit van leugenachtigheid en waarachtigheid en plaats maakt voor de talrijke fricties die voortspruiten uit de rijkdom van een breed en divers sociaal leven, hoe creatiever ons samenleven kan worden. De cognitieve dissonantie die we dagelijks

DEGEUS

bij en in onszelf vaststellen tussen allerlei gedachten, waarden, stellingen, regels, waarheden, gevoelens en inzichten, is de drijfveer van de reflectie.

FEIT EN FICTIE ‘Een crisis van woorden is een crisis van waarden’. Met deze slagzin poneert Gescinska de concluderende stelling van haar essay. De uitdaging waar we voor staan, is geen epistemologische – over hoe we tot ware kennis komen dus – maar een ethische. Overeenkomstig Levinas’ visie op ethiek, is elk spreken ingebed in het ethische, in de oneindige plicht. Maar zijn waarden niet bij uitstek een intersubjectief aanvaard product van de heersende ordening die we graag maatschappij of zelfs werkelijkheid noemen? Een ordening die omwille van haar eigen succes niet altijd op verandering van haar basisprincipes gesteld is? Ook al lijden die principes stilaan onder het gewicht van dat succes? Dat ons handelen concreet bijdraagt tot de feitelijkheid van die ordening, is duidelijk. Maar zijn de intenties vooraf en de interpretaties achteraf van die handelingen niet even noodzakelijk voor de opbouw van die orde? Feit en fictie zijn op een ingenieuze manier met elkaar verweven. Hoewel ze vandaag nogal eens als tegenstelling verschijnen, hebben ze veel met elkaar gemeen. Een feit is dat wat werkelijk is en verwijst naar een daad. (Van Dale) ‘Fictie is een niet op de werkelijkheid berustende voorstelling’, een gefingeerde of verzonnen vorm dus. Leggen we beide betekenissen naast elkaar, dan is werkelijkheid het verbindende element. Werkelijk worden bij het materieel tot stand komen, onder de vorm die aan de verbeelding is ontsproten. Zowel het materiële als het ingebeelde veronderstellen dus een proces van maken, scheppen. Wat is nu een waarde, een feit of een fictie? Pas wanneer ze via een daad of een imaginatie materieel en tastbaar wordt, kan er sprake zijn van een waarde toch? Vriendschap als waarde veronderstelt toch daadwerkelijke hulp als er vraag naar is? Maar die hulp kan

ook de vorm aannemen van het delen van verhalen. Over de zin of onzin van het bestaan bijvoorbeeld. Waar vloeien in dit voorbeeld feit en fictie in elkaar over? In het uitgesproken woord. De materialiteit van de verbeelding is het woord en daarmee troosten we een vriend in nood. Natuurlijk zijn er veel andere voorbeelden te bedenken van de materialisering van de waarde vriendschap, zoals het uitwisselen van namen van auteurs en muzikanten, samen tafelen en zich bedrinken, voor elkaar in de bres springen. Maar wat ik wil zeggen, is heel eenvoudig: zonder het woord, zonder de vertelling, zonder fictie is er geen wetenschap, zijn er geen waarden en is er geen werkelijkheid.

Feit en fictie zijn op een ingenieuze manier met elkaar verweven. Hoewel ze vandaag nogal eens als tegenstelling verschijnen, hebben ze veel met elkaar gemeen In de inleiding van haar essay schrijft Gescinska dat tijd en waarheid wellicht de twee belangrijkste thema’s van de filosofie zijn maar ook de moeilijkste om greep op te krijgen. ‘Hoe meer je je erin verdiept, hoe vaster je komt te zitten in het drijfzand van het denkwerk.’ De substitutie van waarheid door waarachtigheid kan dan gezien worden als een slimme poging om meer vaste grond onder de voeten te krijgen. Mij komt het veeleer voor dat het juist een niéuw moeras van vragen en stellingen creëert. De interactie tussen feiten, fictie en waarden genereert immers een oneindig aantal realiteiten dat een waarachtige benadering van waarheid willens nillens recht moet doen aan die sompige diversiteit. Het is een oefening in zinkend denken die ons met de doos van Pandora zomaar cadeau werd gedaan. Er zit immers nog veel meer in dan we al dachten!

Alicja Gescinska, Kinderen van Apate: over leugens en waarachtigheid. Uitgeverij Lemniscaat: 2020, 76 p.

oktober 2020  >  41


BOEKENREVUE

De platte aarde Tijdens mijn studentenjaren spendeerde ik veel tijd op het kot van mijn beste vriendin. Haar kot had een gemeenschappelijke tuin met twee andere huizen. Ik herinner me veel memorabele momenten in de tuin alsook enkele memorabele buren. Zo waren er twee mannen – plus minus van onze leeftijd – die iedere gelegenheid namen om ons te vertellen over ‘de geneeskrachtige werking van stenen’. Om eerlijk te zijn haak ik meestal af wanneer mensen een conversatie starten over pseudowetenschappelijke zaken. Ik heb wel wat beters te doen met mijn tijd. Mijn vriendin ging echter met plezier in op hun absurde, onwetenschappelijke theorieën en genoot ervan hun argumenten aan te vechten. Zo waren die mannen ervan overtuigd dat stenen helende krachten hebben of je persoonlijkheid weerspiegelen, dat Hitler nog in leven zou zijn en in een bunker op de Noordpool zou zitten, dat het onderwijs ons probeert de brainwashen om de autoriteiten blindelings te volgen. En de aarde is plat. Dat ook. Mijn mening was dat ze misschien best zouden stoppen met psychedelische drugs. Na het lezen van het boek De platte aarde van Frank Verhoft is het me jammer genoeg duidelijk dat een groep mensen – ook mensen die geen drugs gebruiken – geloven dat de aarde plat is. Hoe komt het toch dat mensen nog geloven in een platte aarde? In het boek neemt Verhoft ons mee in de leefwereld van de ‘platte-aarders’: een groep mensen die ervan overtuigd is dat de aarde niet bolvorming is maar vlak. Linde Waeyaert

Verhoft start zijn boek met een beknopte en bondige geschiedenis van de westerse filosofen en natuurkundigen die zich in hun tijd afvroegen hoe de zon, de aarde en de andere planeten in elkaar steken. Plato, Aristoteles, ­Copernicus, Kepler, Galilei, Newton en vele anderen worden besproken. In deze bespreking is het maar al te duidelijk dat het christelijk geloof en met name de Kerk een zeer prominente rol heeft gespeeld in het uitoefenen van hun macht om wetenschappelijke bevindingen die ingaan tegen de Bijbel of de kerkelijke leer, te verbannen. Ondanks de vervolgingen zijn geleerden er over de jaren heen in geslaagd te bewijzen dat de aarde bolvormig is. Op het moment dat Columbus zijn reis naar India wou aanvatten, was de idee van een bolvormige aarde bij wetenschappers zelfs algemeen aanvaard.

EEN KRITISCHE STEM ONTBREEKT En toen kwam in het midden van de negentiende eeuw Samuel Birley Rowbotham het tegendeel beweren. Deze man blies het idee van een platte aarde nieuw leven in. Hij startte een groepering op die zich zetetisch (letterlijk ‘zelf onderzoekend’) noemde en die verkondigde dat een bolvormige aarde een verzinsel was. Hun belangrijkste argu-

42  >  oktober 2020

ment? De wetenschap is onbetrouwbaar en vervalst experimenten. Dit non-argument toont al meteen waarom het zo moeilijk is om met ‘platte-aarders’ in discussie te treden: ze verwerpen ieder wetenschappelijk bewijsmateriaal. In 1893 werd de Universal Zetetic Society (UZS) opgericht waarbij ze hun waarheid (zijnde de aarde is plat) tegenover ‘de veranderlijke en verraderlijke wetenschap’ stelden. Na de UZS kwam er nog de Flat Earth Society die voornamelijk strijd voerden tegen de wetenschap en het doceren van wetenschap in het onderwijs. Met de jaren kreeg de UZS, de Flat Earth Society en de platte-aarde-theorie in het algemeen steeds minder volgers.

‘De wetenschap is onbetrouwbaar en vervalst experimenten’. Dit non-argument toont al meteen waarom het zo moeilijk is om met ‘platte-aarders’ in discussie te treden Tot internet 2.0 en de sociale media hun intrede deden. Eensklaps kreeg de platte-aarde-theorie een boost, werd her en der verspreid en kreeg steeds meer aanhang. De komst van sociale media zorgde ervoor dat de Flat Earth Society

DEGEUS


BOEKENREVUE

Game of Thrones. En misschien dat dit ook een verklaring kan zijn waarom mensen in een platte aarde geloven (en alle absurde theorieën die ermee verbonden zijn): het geeft een doel in je leven. Mensen zijn betekenisgevers: we zoeken manieren om om te gaan met het leven en de dingen die ons overkomen. Denken dat je in een complottheorie zit, geeft spanning aan je leven en kan functioneren als een bron van zingeving. En dit is ook de bedenking die Verhoft in zijn laatste hoofdstuk maakt: het is misschien leuker om deel uit te maken van een spannend geheel dan te bedenken dat de mens niet meer is dan een stofje in een doelloos universum. Daarnaast vinden de ‘platte-aarders’ ook verbondenheid bij elkaar: het is een kleine groep, ze zien zichzelf als underdogs en krijgen vaak te maken met hoongelach. Als reactie hierop duiken ze net nog dieper in hun geloof. Het zal ook niet verbazen dat het merendeel van de ‘platte-aarders’ laaggeschoolde en religieuze mensen zijn waarbij jongeren het meest vatbaar zijn om geloof te hechten aan deze verhalen.

Het is misschien leuker om deel uit te maken van een spannend geheel dan te bedenken dat de mens niet meer is dan een stofje in een doelloos universum TIJD VOOR CONVERSATIE

zijn monopolie op de platte-aarde-theorie verloor. Dit betekende ook dat er verschillende stromingen ontstonden binnen de ‘platte-aarders’ met verhitte discussies op internet als gevolg. Deze discussies zorgen ervoor dat het onderwerp levend blijft en wordt verspreid. Verhoft merkt op dat de algoritmes op sociale media maken dat je enkel maar datgene te zien krijgt waarin je geïnteresseerd bent. Ergo ‘platte-aarders’ ontmoeten enkel gelijkgezinden. Een kritische stem ontbreekt. In een volgend hoofdstuk beschrijft Verhoft de verschillende stromingen en beweringen die er heersen bij de ‘platte-aarders’. Zo is een grote groep ervan overtuigd dat de aarde afgedekt wordt door een transparante koepel. Andere maken hierop variaties (hoe absurder, hoe beter). Eén ding hebben alle ‘platte-aarders’ gemeenschappelijk: hun aversie tegen cijfers en het aanvallen van de gevestigde wetenschap, zonder zelf verifieerbare kennis naar voor te brengen. Vaak wordt de theorie van de platte aarde gekoppeld aan complottheorieën. Één van deze theorieën had ik al eens gehoord tijdens een tuinavond bij mijn vriendin: Hitler zou nog leven en in een bunker op Antarctica wonen. Andere theorieën bevatten UFO’s, nazi’s, piramides, buitenaardse materialen, geheimen, codes … De meeste complottheorieën bevatten evenveel intriges als een verhaallijn uit

DEGEUS

Als conclusie roept Verhoft op om in gesprek te gaan met ‘platte-aarders’. Het moedeloos ophalen van de schouders of een sneer geven, sterkt de aanhangers net in hun overtuiging. Tijd dus voor een conversatie die gefundeerd is op feitenmateriaal en kritisch en wetenschappelijk denken. De platte aarde is een boek dat aangenaam en vlot leest. In een dikke honderd pagina’s laat Verhoft je kennismaken met de ‘platte-aarders’ en verklaart hij waarom deze absurde theorie bij mensen aanslaat. Toch nog een kritische noot: ik vrees dat Verhofts boek ook aansluit op het algoritme-idee dat van toepassing is bij de sociale media. Zijn boek geeft een specifieke, wetenschappelijke en kritische kijk op het thema. Daarnaast wordt het boek uitgegeven door ASP en Skepp. De kans dat zijn boek enkel zal gelezen worden door mensen die al kritisch en wetenschappelijk ingesteld zijn, is groot … Los van deze bedenking is het boek zeker de moeite waard om te lezen. En ik zorg dat ik een exemplaar bij de hand heb om mee te geven aan mensen die me tot de ‘platteaarders’ willen bekeren.

Frank Verhoft, De platte aarde, ASP (Academic and Scientific Publishers): 2020, 128 p.

oktober 2020  >  43


MUZIEK

De schoolconcerten van Guy Verlinde Van Afrikaanse slaaf tot R&B-artiest Zin om op school een muzikale reis te maken naar de bron van de hedendaagse pop- en rockmuziek, de blues dus, en tegelijk de sociaal-culturele achtergrond te duiden? Of verkies je een musical trip die de kracht van muziek als verzetsmiddel aantoont? Dat kan dankzij de educatieve shows met Guy Verlinde, een Vlaamse blueszanger en -gitarist met een internationale renommee. Eddy Bonte

In 2008 geeft maatschappelijk werker Guy Verlinde zijn job op om onder het pseudoniem Lightnin’ Guy voorrang te verlenen aan de blues. Zijn eerste cd is meteen een schot in de roos. Met zijn begeleidingsgroep The Mighty Gators breekt hij zeer snel door op Europese schaal. Wanneer de Gentenaar in 2012 België vertegenwoordigt op de European Blues Challenge, heeft hij met zijn energieke en publieksvriendelijke act reeds talloze podia veroverd van Spanje tot Slowakije. Het bloed kruipt echter waar het niet gaan kan: Guy Verlinde koppelt zijn ervaring als jeugdconsulent en sociaal-cultureel werker aan zijn muzikaal talent en begint educatieve concerten te ontwikkelen voor jongeren en de schoolgaande jeugd in het bijzonder. In 2016 richt hij met Mighty Gator-bassist Karl Zosel ‘schoolconcerten.be’ op. Op dit ogenblik bieden ze niet minder dan zeven verschillende schoolvoorstellingen aan.

Blues is geen depressieve muziek, het is omgekeerd: blues is the cure!

44  >  juli 2020


MUZIEK

Guy Verlinde: ‘Ik heb altijd voor groepen gestaan, eerst lokaal als jeugdconsulent in Zedelgem en daarna landelijk bij Graffiti Jeugddienst. Daar was ik het gewoon om workshops op te zetten en projecten te organiseren. Graffiti Jeugddienst reikt kinderen en jongeren creatieve middelen aan waarmee ze hun mening naar buiten kunnen brengen. Ik was dus ook onbewust voorbereid op de organisatorische kant van de job als muzikant. Ik was het ook gewoon om met kinderen en jongeren om te gaan, met hen te communiceren, ze mee te nemen in een verhaal. Na Graffiti Jeugddienst zette ik een netwerk van jeugdherbergen op met een artistiek-cultureel karakter, die bijvoorbeeld onderdak zouden verlenen aan reizende muzikanten en artistieke jongeren tot

doelgroep had, maar door de crisis van 2008 werd minder gereisd en viel mijn plan na twee jaar in het water.’

Muziek houdt veel meer in dan bewegen of zingen. Reeds heel lang geleden heeft men de magische krachten van muziek ontdekt MAISON DE LA LAÏCITÉ Bijzonder is wel dat je schoolconcerten eigenlijk eerst in het Franstalig landsgedeelte werden opgevoerd. Al bij al ben ik een beetje toevallig in die schoolconcerten gerold. Mijn band was ook populair in het Franstalige © Sainabou Van Raemdonck

landsgedeelte en zo werd ik een jaar of vijf teruggevraagd om de geschiedenis van de blues te brengen voor de Jeunesses Musicales de Wallonie-Bruxelles. Ik kon terugvallen op mijn workshops, maar dan in een bestek van vijftig minuten in plaats van drie uur. Ik vertel het verhaal van de blues en breng dat met live gespeelde fragmenten. Ik begin altijd met genres en sterren die schatplichtig zijn aan de blues en die de kinderen kennen, bijvoorbeeld de hedendaagse R&B, Beyoncé of Rihannah. We eindigen met I Gotta Feeling van The Black Eyed Peas, omdat iedereen dat kan meezingen, zowel iemand van het lager in Arlon tot een leerling van het secundair in Oostende. Via die historiek van die muziek, de negro spirituals of de boogie van John Lee Hooker, toon ik aan dat muziek ook dient om je goed te voelen. De Afro-Amerikaanse cultuur gebruikt muziek als een kracht om zorgen te doen vergeten. Blues is geen depressieve muziek, het is omgekeerd: blues is the cure! Tegelijk schets ik dan de sociaaleconomische achtergrond, de beweging voor burgerrechten van Martin Luther King. We hebben dat programma, met een paar aanpassingen, reeds voor zowel kleuters als voor achttienjarigen gebracht.

Kinderen leren tegelijk over slavernij, emancipatie, racisme en onrecht, plus dat de muziek waarnaar ze luisteren een geschiedenis heeft Je trok ook snel de aandacht van de Franstalige vrijzinnigheid. Inderdaad. Rond die tijd vroeg La Maison de la Laïcité in Mons om de ceremonie van hun Lentefeest op te luisteren. Ik vroeg me eerst af of de voorstelling wel zou passen, want na de toespraken was het de bedoeling dat de kinderen, hun ouders en grootouders onze Voyage dans le blues zouden meemaken. Welnu, het project paste wonderwel, want de kinderen leren tegelijk over slavernij, emancipatie, ra-

juli 2020  >  45


MUZIEK

te bundelen en een eigen organisatie op te starten. Ondertussen biedt ‘schoolconcerten.be’ niet minder dan zeven verschillende educatieve muziekprogramma’s aan.

REIS NAAR DE BLUES

© Karim Hamid

cisme en onrecht en bovendien heeft de muziek waarnaar ze luisteren een geschiedenis. Je kan er dus makkelijk waarden en normen aan koppelen, er zit een inhoudelijke meerwaarde aan vast die aansluit bij wat het vrijzinnig humanisme beoogt. Het was een succes en sindsdien hebben we in Wallonië zes tot zeven keer op zo’n ceremoniën gespeeld, want dankzij Jeunesses Musicales is dat per regio goed georganiseerd. Ik legde mijn project voor aan de Vlaamse vrijzinnig-humanistische verenigingen, omdat iedereen toch op zoek is naar een zinvolle en originele invulling van die feesten, maar daar kwam tot nog toe geen respons op, ook omdat er bij ons geen doorgeefluik meer is. Als je wil weten wat een rechtse regering kan doen: die besliste in 2016 om de subsidies voor Jeugd & Muziek stop te zetten, dus zijn de schoolconcerten in Vlaanderen weggevallen. Nochtans was net die formule een bewezen waarde. Hoe absurd is dat! Je kan toch niet meten hoeveel muziek op school opbrengt? Niet alles kan in een Excelbestand worden berekend. Heel die organisatie, al die mensen, dat is als een kristalglas aan diggelen gevallen. Een paar kleine vzw’s probeerde de toestand te

46  >  juli 2020

verhelpen, maar dat werkte niet. Jeugd en Muziek was een goede filter voor de schooldirecties. Toen besloten Karl Zosel – die al langer schoolconcerten speelde – en ikzelf om onze projecten

Blues en basisonderwijs, ik zou het verband niet zo gauw leggen. Voor het basisonderwijs ontwikkelden we Reis naar de Blues. Dit is een zeer interactief concert waar de participatie en beleving van de kinderen centraal staat. Ze worden uitgenodigd om te dansen, te zingen en we leren hen verschillende ritmes aan, zoals dat van een oude stoomtrein. Geen enkele muziekvorm was zo belangrijk voor de evolutie van de hedendaagse popen rockmuziek als de blues, die de basis vormt van de rock’n’roll, funk, soul, disco, hiphop en de hedendaagse R&B, dus zowel van The Rolling Stones, James Brown als Adele. Aan de hand van een interactief verhaal geven we een overzicht van de belangrijkste stromingen, invloedrijkste muzikanten (Muddy Waters, BB King, …) en de belangrijkste instrumenten

© Centre Culturel Mouscron

D


MUZIEK

(gitaar, harmonica, …), met daarbij de sociaal-culturele achtergrond met verhalen en anekdotes. Het verhaal illustreren we met live gespeelde voorbeelden.

De protestsongs van bijvoorbeeld Bob Dylan en John Lennon tonen de kracht van muziek en kunst als verzetsmiddel tegen gewapende conflicten Voor het basisonderwijs breng je ook een voorstelling die de blues overstijgt en ingaat op de kracht van muziek. Klopt. De Hemel in mijn Hoofd brengen we in samenwerking met Te Gek! Zoals ik al zei ‘blues is the cure’, maar dat geldt niet enkel voor blues. Muziek houdt veel meer in dan bewegen of zingen. Reeds heel lang geleden heeft men de magische kracht van muziek ontdekt. Het kan je helpen als je verdrietig of bang bent, muziek kan je moed geven of slechte ervaringen

doen vergeten, muziek kan ervoor zorgen dat je opnieuw rust krijgt in je hoofd en je je zo opnieuw gelukkig kan voelen. Je overgeven aan het ritme en de melodie van de muziek of luisteren naar de tekst van een liedje, is misschien wel het beste medicijn om alles wat je niet leuk vindt, weg te toveren of op zijn minst even te doen vergeten. Ook De Hemel in mijn hoofd is bijzonder interactief, want we laten de kinderen hun negatieve gevoelens uit hun lichaam schudden en roepen. We zorgen ervoor dat de voorstelling eindigt in één groot feest, waar zowel de leerlingen als de leerkrachten vrolijk van worden. Nog kort iets over het secundair onderwijs, want voor dat niveau bied je een gevarieerd pakket aan. Voor het secundair bieden we wel vijf projecten aan. Geworteld in de blues is een variante van Reis naar de blues, maar ik wil toch iets zeggen over ons programma Oorlogsstemmen. We vertrekken van de Eerste Wereldoorlog, maar spreken in wezen over de wereld nu. Ik heb het niet alleen over oorlogsliederen en gedichten als In Flan-

ders Fields, maar ook over historische tegenstemmen zoals Martin Luther King en Nelson Mandela. De protestsongs van bijvoorbeeld Bob Dylan en John Lennon tonen de kracht van muziek en kunst als verzetsmiddel tegen gewapende conflicten. Ik heb iets gevonden dat ik intrinsiek graag doe. Ik sta met plezier om vijf uur op om in de provincie Luxemburg een schoolconcert te geven. Voor de jongste editie van La Fête de la Musique trad ik in Charleroi op voor kinderen die door de jeugdrechter zijn geplaatst. Zeven kinderen van vijf tot twaalf jaar die in hun leven al veel ‘blues’ hebben meegemaakt. Dat er een muzikant kwam en dan nog speciaal voor hen, was voor hen een openbaring. Het optreden duurt vijftig minuten, maar ik ben drie uur gebleven. En dan weet je dat je echt het verschil kan maken.

Meer info op www.schoolconcerten.be en www.guyverlinde.com

juli 2020  >  47


ABECEDARIUM

De N van Niet

Dus blijft de vraag staan: hoe heeft ‘niet’ zich zo worteldiep in onze taal kunnen nestelen? Want, geef toe, maak even voor jezelf de oefening om morgen de hele dag niet één negatie uit te spreken, het zal niet lukken! Voor de gelovigen onder ons – hmm, ik zie niet meteen iemand – is dit raadsel terug te vinden in de Ge-

48  >  oktober 2020

nesis 2:19: ‘Want als de Heere God uit de aarde al het gedierte des velds, en al het gevogelte des hemels gemaakt had, zo bracht Hij die tot Adam, om te zien, hoe hij ze noemen zou; en zo als Adam alle levende ziel noemen zoude, dat zou haar naam zijn.’. Zie je wat God niet heeft gedaan? Hij is domweg vergeten om aan Adam te vragen om niet alleen al die rommel te benoemen maar ook om woordjes zoals ‘en’, ‘of’, ‘niet’, ‘evenmin’, ‘maar’ … te bedenken. Arme Eva, opgezadeld met een vent die niet meer kan dan dieren benoemen, ‘Eef, daar, olifant’, ‘Oh, Eef, ginder, gazelle’ … (en Eva zich maar afvragen wat ‘daar’ en ‘ginder’ kunnen betekenen en wie de fuck die Eef mag wezen). Happy days in paradise, ik dacht het niet! Maar we kunnen niet blijven hangen in de oorsprongsvraag, uiteindelijk hebben we het woordje ‘niet’, is het niet? Wat hebben we allemaal niet uitgestoken met de negatie! We zijn de ‘nieten’ gaan opstapelen: het is niet zo dat, als het regent het niet zo zou zijn dat het herfst is. Van de terugslag zijn we beginnen vereenvoudigen: wie twee keer ‘niet’ zegt, heeft niets gezegd. Als het niet zo is dat het niet zo is dat het regent dan regent het toch gewoon. Maar ja, wat doe je dan met iemand die ‘niet’ wil beklemtonen door het een voldoende aantal keren te herhalen? ‘Nietes!’, ‘Welles!’, ‘Nietes!’, ‘Welles!’, ‘Nietes, nietes, nietes!’ …, wie kent zo’n conversatie niet? En toen is het onherroepelijke gebeurd: ‘niet’ kwam in handen van de filosofen (en ook van de theologen want het gebruik van ‘niet’ bleek in heel wat theologische disputen zeer handig). Filosofen hebben op zijn minst één grote onhebbelijkheid: ze kunnen

het niet laten om van om het even wat een ding te maken. Een filosoof ziet een paar rode objecten en, lap, als je niet oplet, heeft zij het over ‘rood’ als eigenschap-op-zich. De vervolgvraag is absoluut niet te vermijden: waar moeten we dat ‘rood’ gaan zoeken? Niet in deze wereld, en nog eens lap, een ideële wereld wordt geschapen waar God alleen maar jaloers kan op zijn. De Ultieme Ramp was niet meer te vermijden. Voeg aan ‘niet’ een ‘s’ toe en wat krijg je: Niet-s! Maar wat is het niets als het niet mogelijk is erover te spreken? Zeg niet: ‘Het Niets Is’, maar zeg: ‘Is er iets?’ Je bent geneigd om te zeggen dat het allemaal over niets gaat maar is dat nu juist niet het geval? Of wel, daar ben ik nog niet aan uit. Terwijl ik hierover verder nadenk, nog juist dit: deze column was niet alleen een reflectie over de negatie maar tegelijkertijd ook een huldebetoon aan een groep schrijvers die ik in de letter ‘e’ van dit abecedarium (‘De E van’) al heb vermeld, namelijk de OuLiPo (met leden zoals Raymond Queneau en Georges Perec). Een van hun ideeën was om een schrijver idiote beperkingen op te leggen niet op de inhoud maar wel op de vorm om te zien wat eruit tevoorschijn zou komen. Deze tekst voldoet aan zo’n onnozele voorwaarde en wie het niet heeft gezien, het antwoord staat hieronder op z’n kop. Antwoord: in elke zin van dit stukje komt het woordje ‘niet’ voor.

Wat een prachtig woordje is dit niet! ‘Niet’ lijkt zo onschuldig maar verbergt een complexiteit die niet te overzien is. Alleen al de vraag hoe we het hebben bedacht, aangenomen dat het niet ergens voor het rapen lag, is zo mooi. Fantasiescenario: Grog, de niet-echt-holbewoner die bovendien niet eens weet dat dat zijn naam is – hoe deden die mensen dat? – staat die ochtend aan de ingang van de grot en ziet op een korte afstand een licht grinnikende leeuw staan. Grog wil de andere mensen, een anders samengestelde stam met ver-jagers en jachtzamelaars, in de grot waarschuwen en bedenkt ter plekke een onomatopee (dat is echt niet niks!), draait zich om en brult ‘Rwaaaarh’, ondertussen gebarend dat de grot verlaten niet zo’n goed idee is. Iedereen overleeft het, niet ééntje is gesneuveld. Evenwel, de volgende ochtend staat Grog daar weer, alleen staat er niet iets tegenover hem, geen leeuw, geen tijger, geen marmot. Grog draait zich om, ziet niet welke onomatopee nu van dienst kan zijn maar beseft dat hij wel iets moet zeggen en dus brult hij deze keer ‘Rwaaaarh’, meteen gevolgd door ‘Eheu, eheu, eheu’, daarbij heen en weer zwaaiend met de wijsvinger. En zo, lieve kinderen, is het woordje ontstaan, ‘eheu’, dat wij vandaag kennen als ‘niet’. Is dit niet een mooi verhaal? Ja toch en tegelijkertijd is er ook het diepe besef dat veel scenario’s mogelijk zijn maar niet deze versie.

Jean Paul Van Bendegem

DEGEUS


MAGAZINE VRIJZINNIGE ACTUALITEIT OOST-VLAANDEREN

De nieuwsbrief verschijnt driemaandelijks. In deze nieuwskatern vindt u de activiteiten terug van oktober t.e.m. december 2020. Alle bijkomende informatie is te vinden op www.geuzenhuis.be/agenda. De volgende nieuwsbrief verschijnt op 1 januari 2021. Evenementen kunnen ­aangemaakt worden op onze website tot uiterlijk 1 december 2020.

AALST

do 22/10 19:30 Filosofiecafé Alex Klijn HUISVANDEMENS AALST I.S.M. VORMINGPLUS – huisvandeMens Aalst, Koolstraat 80-82, Aalst – 053 77 54 44 aalst@demens.nu do 29/10 12:00 Tussen de soep en de feiten – Lang leven

de vergrijzing Patrick Deboosere HUISVANDEMENS, CC DE WERF, DAVIDSFONDS, VORMINGPLUS, UTOPIA, LDC DE TOEKOMST, LDC DENDERRUST – CC De Werf, Molenstraat 51, Aalst – 053 72 38 11 – ccdewerf@aalst.be

ma 02/11 11:00 Herdenkingsplechtigheid HUISVANDEMENS AALST – Crematorium Siesegem, Merestraat 169, Aalst – 053 77 54 44 - aalst@demens.nu

di 10/11 20:00 Met slaande deuren – de kunst van goed

ruziemaken Serge Ornelis HUISVANDEMENS AALST – CC De Werf, Molenstraat 51, Aalst – 053 77 54 44 - aalst@demens.nu

do 17/12 19:30 Filosofiecafé Alex Klijn HUISVANDEMENS AALST I.S.M.

VORMINGPLUS – huisvandeMens Aalst, Koolstraat 80-82, Aalst – 053 77 54 44 aalst@demens.nu

GENT

SINT-NIKLAAS

zo 01/11 15:00 Herdenking - SENSI HUISVANDEMENS SINT-NIKLAAS – Af-

scheidscentrum Heimolen, Waasmunstersesteenweg 13, Sint-Niklaas – 03 777 20 87

do 12/11 19:00 Florence Nightingale Magda Michielsen

HUISVANDEMENS SINT-NIKLAAS – Stationsplein 22, Sint-Niklaas – 03 777 20 87

ma 16/11 19:30 Verbindende communicatie Sammy Vienne

HUISVANDEMENS SINT-NIKLAAS & VORMING PLUS WAAS EN DENDER – huisvandeMens Sint-Niklaas, Stationsplein 22, Sint-Niklaas – 03 777 20 87

ZOTTEGEM

do 15/10 19:30 Euthanasie bij ondraaglijk psychisch lijden

(onder voorbehoud door corona) HUISVANDEMENS ZOTTEGEM & SIMILES VZW – huisvandeMens Zottegem, Hoogstraat 42, Zottegem – 09 326 85 70 – zottegem@demens.nu do 26/11 19:30 Lezing: Verlichtingsfundamentalisme, een contradictio in terminis? (onder voorbehoud door corona) prof. dr. Johan Braeckman GRIJZE GEUZEN ZOTTEGEM – huisvandeMens Zottegem, Hoogstraat 42, Zottegem – 09 326 85 70 di 08/12 19:30 Licht op: Jachtige Tijden (onder voorbehoud door corona, mogelijk digitaal)Serge Ornelis HUISVANDEMENS ZOTTEGEM – huisvandeMens Zottegem, Hoogstraat 42, Zottegem – 09 326 85 70 do 10/12 19:30 Lezing: Kinderen van de Ijzer (onder voorbehoud door corona) Anne Provoost GRIJZE GEUZEN ZOTTEGEM – huisvandeMens Zottegem, Hoogstraat 42, Zottegem – 09 326 85 70

vr 09/10 18:00 (tentoonstelling loopt t.e.m. 17/10, te bezoeken op afspraak) Opening expo Mariël Van den Eerenbeemt KUNST IN

VASTE ACTIVITEITEN

HET GEUZENHUIS – Geuzenhuis, Kantienberg 9, Gent

za 10/10 13:00 Het Betere Boek 2020 WILLEMSFONDS– verschillende locaties in Gent — www.hetbetereboek.be

wo 14/10 19:30 Seksuele moraal in Rome (VOLZET) Luc Vernaillen UPV GENT – Geuzenhuis, Kantienberg 9, Gent zo 25/10 14:00 Dag van de Maakbare Mens: Euthanasie,

NIEUWSBRIEF

VC LIEDTS - PARKSTRAAT 2-4, OUDENAARDE

MA 20:00 Workshop hatha yoga WF OUDENAARDE MA 14:00 & WOE 19:30 Bridgewedstrijd VC LIEDTS BRIDGE CLUB DI 19:30 Lessen ‘tai chi’ VC LIEDTS DI 20:00 Bijeenkomst SOS Nuchterheid VC DE BRANDERIJ - ZUIDSTRAAT 13, RONSE

toppunt van autonomie? Wim Distelmans, Heidi Mertes, Frank Schweitser, Jacinta De Roeck, Nele Van Den Noortgate, Yves Desmet, An Ravelingien, Tom Balthazar en Lieve Thienpont DE MAAKBARE MENS – ONLINE - info@demaakbaremens.org

1ste & 3de woe/mnd 19:30 > 21:00 Bijeenkomst van SOS Nuchterheid, zelfzorg bij verslavingen

do 29/10 8:30 Symposium 30 jaar abortuswetgeving in

woe & vrij 20:00 Bijeenkomst van SOS Nuchterheid, zelfzorg

België CAVA & LIBERAS – Blauwe Zaal, Kramersplein 23, Gent – 09 221 75 05

VC GEUZENHUIS - KANTIENBERG 9, GENT

bij verslavingen

za 14/11 13:00 Nacht van de Vrijdenker 2020 GEUZENHUIS GENT – Kunsencentrum Vooruit, Sint-Pietersnieuwstraat 23, Gent

vr 20/11 18:00 (tentoonstelling loopt t.e.m. 29/11, te bezoeken op afspraak) Opening expo Pierre Callens (fotografie) KUNST IN

HET GEUZENHUIS – Geuzenhuis, Kantienberg 9, Gent

Uw persoonsgegevens worden enkel gebruikt voor het verzenden van ons tijdschrift De Geus. Deze worden bijgehouden zolang u geabonneerd bent. U kan steeds uw gegevens opvragen of deze laten verwijderen uit ons bestand.

vr 04/12 18:00 (tentoonstelling loopt t.e.m. 13/12, te bezoeken op afspraak) Opening expo Nicoline van Stapele (keramiek & schilderkunst) KUNST IN HET GEUZENHUIS – Geuzenhuis, Kantienberg 9, Gent

wo 16/12 19:30 Het Romeinse Leger Bernard Van Daele UPV GENT – Geuzenhuis, Kantienberg 9, Gent

DEGEUS

De verantwoordelijkheid voor de gepubliceerde artikels berust uitsluitend bij de auteurs. De redactie behoudt zich het recht artikels in te korten. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd of overgenomen worden zonder de schriftelijke toestemming van de redactie. Bij toestemming is bronvermelding – De Geus, jaargang, nummer en maand – steeds noodzakelijk. Het magazine van De Geus verschijnt driemaandelijks (4 nummers).

oktober 2020  >  49


Aan al wie zijn dromen in rook ziet opgaan. Wie zijn job kwijt is. Wie zijn spaargeld ziet verdwijnen. Wie zich uit de naad werkt in moeilijke omstandigheden. Wie zijn schaarse contacten nu helemaal kwijt is. Wie geen afscheid kon nemen. Aan iedereen die nood heeft aan woorden van troost.

WWW.WOORDENVANTROOST.BE LEZEN - KIJKEN - LUISTEREN - PRATEN

een initiatief van deMens.nu


COLOFON Hoofdredactie

Eindredactie

LIDVERENIGINGEN VC-G Fred Braeckman

Jasmin Mazarine De Waele Griet Engelrelst

Thomas Lemmens

Liza Janssens

Foto & lay-out

Redactie

Gerbrich Reynaert

Kurt Beckers

Brecht Decoene

Willem de Zwijger

Frederik Dezutter

Willem Elias

Wouter Vandamme

Jean-Pierre Vanhee

Linde Waeyaert

Karim Zahidi

Druk: New Goff Verantwoordelijke uitgever: Wim Taels p/a Kantienberg 9, 9000 Gent Werkten aan dit nummer mee: Eddy Bonte, Stijn Bruers, Brecht Decoene, Jasmin Mazarine De Waele, Yarrid Dhooghe, Katleen Gabriels, Joke Hermsen, Kate Kirkpatrick, Thomas Lemmens, Pierre Martin Neirinckx, Renaat Ramon, Jean Paul Van Bendegem, Gie van den Berghe, Jean-Pierre Vanhee, Linde Waeyaert. Cover: Gerbrich Reynaert

De Geus is het tijdschrift van het Vrijzinnig Centrum-Geuzenhuis vzw en de lidvereni­g ingen en wordt met de steun van de IMD verspreid over Oost-Vlaanderen. Geuzenhuis Kantienberg 9, 9000 Gent 09 220 80 20 admin@geuzenhuis.be www.geuzenhuis.be U kan de redactie bereiken via Thomas Lemmens, thomas@geuzenhuis.be en Griet Engelrelst, griet@geuzenhuis.be of 09 220 80 20.

ABONNEMENTEN De Geus zonder lidmaatschap: €16 op rekening IBAN BE54 0011 1893 3897 van het VC-Geuzenhuis met vermelding ‘abonnement Geus’. Prijs per los nummer: €4. Het Vrije Woord gratis bij lidmaatschap Humanistisch Verbond en GGG. Combinaties van lidmaatschappen met of zonder abonnementen zijn mogelijk.

DEGEUS

LIDMAATSCHAPPEN Kunst in het Geuzenhuis €15 op rekening IBAN BE38 0013 0679 1272 van Kunst in het Geuzenhuis vzw met vermelding ‘lid KIG’. Grijze Geuzen €15 op rekening IBAN BE72 0011 7775 6216 van HV Ledenrekening, Pottenbrug 4, 2000 Antwerpen met vermelding ‘lid GG + naam afdeling (bv. lid Gentse Grijze Geuzen)’. Humanistisch Verbond €15 op rekening IBAN BE72 0011 7775 6216 van HV Ledenrekening, Pottenbrug 4, 2000 Antwerpen met vermelding ‘lid HV + naam afdeling (bv. lid HV Gent)’. Vermeylenfonds €15 (-26 jarigen gratis) op rekening IBAN BE50 0011 2745 2218 van Vermeylenfonds vzw, Tolhuislaan 88, 9000 Gent met vermelding ‘lidgeld naam, voornaam, geboortedatum, M of V’. Willemsfonds €15 op rekening IBAN BE39 0010 2817 2819 van WF Ledenrekening, Vrijdagmarkt 24-25, 9000 Gent met vermelding ‘lid WF’. Van Crombrugghe’s Genootschap € 15 (€ 25 duo lidmaatschap met partner / € 6 studenten) op rekening IBAN BE87 0013 9865 2494 van de K.M. Van Crombrugghe’s Genootschap met vermelding soort lidmaatschap + naam partner. Fonds Lucien De Coninck €15 (studenten gratis) op rekening IBAN BE53 0012 1780 1553 van Fonds Lucien De ­Coninck vzw met vermelding ‘lid FLDC + e-mail adres’.

De Cocon vzw, Jeugdhulp aan huis info: 09 222 30 73 info@decocon.be - www.decocon.be De Maakbare Mens info: 03 205 73 10 info@demaakbaremens.org www.demaakbaremens.org Feest Vrijzinnige Jeugd vzw info: `thomas Lemmens - 09 220 80 20 thomas@geuzenhuis.be Feniks vzw info: www.plechtigheden.be huisvandeMens - 09 233 52 26 gent@deMens.nu Fonds Lucien De Coninck vzw info: www.fondsluciendeconinck.com fondsluciendeconinck@gmail.com Humanistisch Verbond Gent info: Brigitte Walraeve - 09 220 80 20 brigitte.walraeve@humanistischverbond.be Humanistisch Verbond Oost-Vlaanderen info: Tine Dekempe - 09 222 29 48 oostvlaanderen@humanistischverbond.be Gentse Grijze Geuzen info.gentsegrijzegeuzen@gmail.com Kunst in het Geuzenhuis vzw info: Liza Janssens - 09 220 80 20 liza@geuzenhuis.be SOS Nuchterheid vzw In Gent, woensdag en vrijdag (alcohol en andere verslavingen). info: 09 330 35 25(24u op 24u) info@sosnuchterheid.org www.sosnuchterheid.org UPV Gent Info: Geert Boxstael upv.kern.gent@gmail.com Van Crombrugghe’s Genootschap info: 09 233 90 08 info@vcg.be www.vcg.be Vermeylenfonds info: 09 223 02 88 info@vermeylenfonds.be www.vermeylenfonds.be Willemsfonds info: 09 224 10 75 info@willemsfonds.be www.willemsfonds.be Werkgemeenschap Leraren Ethiek vzw info: info@digimores.org www.digimores.org 't Zal Wel Gaan info: tzalwelgaan@gmail.com student.ugent.be/tzal

PARTNER De Geus van Gent open van ma t.e.m. vr vanaf 16:00 zaterdag vanaf 19:00 info: www.geuzenhuis.be 09 220 78 25 - geusvangent@gmail.com huisvandeMens Gent Het centrum biedt hulp aan mensen met morele problemen. U kan er terecht van ma t.e.m. vr van 9:00 tot 16:30 De hulpverlening is gratis! info: Kantienberg 9D, 9000 Gent 09 233 52 26 - gent@deMens.nu

Met de steun van


14/11

FILOSOFIEFESTIVAL w w w. n a c h t v a n d e v r i j d e n k e r. b e

2020 ONLINE OPENING

v.u.: Wim Taels - Kantienberg 9, 9000 Gent

13 / 11

Vo l g o n s op facebook vo o r u p d a t e s

@ nachtvrijdenker facebook.com/nachtvandevrijdenker

NACHT VAN DE VRIJ DENKER

KATE KIRKPATRICK (ONLINE) - HUGO MERCIER (ONLINE) - JOHN SELLARS (ONLINE) - JOKE HERMSEN (FEAT. VICTORIA DELUXE) - IGNAAS DEVISCH BAS HEIJNE - BENCE NANAY - KATLEEN GABRIELS - ANN DOOMS - HIDDE BOERSMA - BRECHT DECOENE - PATRICK VERMEREN - HELEEN DEBEUCKELAERE - JAN DUMOLYN - MATHIEU ZANA ETAMBALA E e n o r g a n i s a t i e va n

m e t d e s t e u n va n


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.