DE GEUS JULI 2020

Page 1

MAGAZINE VRIJZINNIGE ACTUALITEIT OOST-VLAANDEREN

Luc Bonneux COVID-19: TIJD VOOR EEN ÉCHT EVIDENCE BASED BELEID

Dirk Verhofstadt LIBERALISME MOET ZIJN EIGEN IDEOLOGISCHE SPEERPUNTEN OPNIEUW EXPLICITEREN

ISSN0780-2989 › P608277 › VERSCHIJNT DRIEMAANDELIJKS › JAARGANG 52 › NR. 3 › JULI 2020 › PRIJS LOS NUMMER €4


INHOUD

2  >  juli 2020

VAN DE REDACTIE Huidhonger

3

PLAKKAAT Als de vos de passie preekt, boer let op uw ganzen!

4

ACTUA De strijd tegen corona COVID-19: van noodmaatregel naar evidence based beleid

7 12

MENSELIJK De impact van een virus

16

COLUMN Lockdown Reikhalzen

21 22

POËSTILLE Nog even samenleven. Marcel Vanslembrouck flirt met grensgevallen

25

VRAAGSTUK Dirk Verhofstadt

26

FILOSOOF OVER FILOSOOF Friedrich Nietzsche en de coronacrisis

32

CULTUUR De mysterieuze landschappelijkheid van Yves Beaumont Filoxenia. Colin Waeghe in Destelheide

36 40

BOEKENREVUE Het cultuurproduct mens Wat iedereen zou moeten weten over klimaatverandering Kleermaker in Auschwitz Hippie

41 45 47 49

FILM Werckmeister Harmonies. Het peilloze oog van de walvis

51

MUZIEK Door de muren heen. Mattias Laga en de Ledebirds

52

ABECEDARIUM De M van Masker

56

NIEUWSBRIEF

57

COLOFON

58

DEGEUS


VAN DE REDACTIE

Huidhonger Het ondenkbare is gebeurd. We leven in een dystopische wereld vol isolement, lege straten, mondmaskers, afstandhouden, tracking apps, klikkende buren en een tijdelijke regering die tijdelijke maatregelen doorvoert zonder toestemming van het parlement. Voor de ene een bedreiging van onze vrijheid en privacy, voor de ander een noodzakelijk kwaad. Het Zweedse model was en is omstreden, maar ook hier worden vragen gesteld over bijvoorbeeld het sluiten van scholen en speelpleinen. Was dit noodzakelijk, of was dit eerder een tegemoetkoming aan de heersende angst? De grens ligt vermoedelijk ergens in het midden. Het maatschappelijk debat wordt ook in deze Geus gevoerd. In dit nummer publiceren we verschillende standpunten, ideeën, reflecties over, hoe kan het ook anders, COVID-19. Niet elk standpunt zal aansluiten bij dat van u, en dat geldt ook voor de redactie. Dat hoeft ook niet. We geven diverse vrijdenkers de ruimte om hun visie te verkondigen in de verschillende rubrieken die het magazine rijk is. Aan u om erover na te denken en uw eigen mening te vormen. Zo vindt Dirk Verhofstadt de vrijheidsinperking gerechtvaardigd, omdat hierdoor het welzijn van zoveel mogelijk mensen gevrijwaard wordt. Herman De Witte ziet de genomen maatregelen echter als een flagrante aanval op onze grondwettelijke rechten en de mensenrechten tout court. Ook Luc Bonneux stelt de ingevoerde beperkingen in vraag. De sluiting van de scholen veroorzaakte volgens hem meer schade bij kinderen dan COVID-19. Hoe dan ook, de overheidsmaatregelen naar aanleiding van COVID-19 hebben grote gevolgen voor de cultuursector en dat is voor het Geuzenhuis niet anders. Hoe kunnen we als ontmoetingscentrum mensen veilig samenbrengen? Wat met onze zaalverhuur? Kunnen we nog scholen ontvangen? Wat kunnen we doen voor onze lidorganisaties? Kan een evenement als de Nacht van de Vrijdenker in zijn huidige vorm doorgaan? Welke andere activiteiten zijn nog mogelijk? Allerlei vragen waarover we ons het hoofd gebroken hebben.

Maar ondertussen blijven we niet bij de pakken zitten en beweegt er online heel wat. Ook wij leerden de geneugten van Zoomsessies kennen en lieten onze Stoïcijnse conventie, Stoicon-X, op deze digitale wijze doorgaan. De digitale expo met foto’s van Hendrik Braet haalde de pers en de online boekvoorstelling van Sarah De Vlams Passage Pyreneeën in samenwerking met het Vermeylenfonds was een schot in de roos. Volg ons dus op Facebook, Instagram, Twitter of surf eens naar onze website, en blijf op de hoogte van wat er beweegt in het vrijzinnig landschap. Kortom, het leven gaat door, ook met COVID-19 op de achtergrond. Voor sommigen blijkt het coronavirus zelfs een zegen: het wegvallen van sociale verplichtingen, een terugkeer naar de eenvoud en natuur, meer aandacht voor dierbaren, tijd voor reflectie. Ook de nieuwe woordenstroom valt op: zoomen wordt een werkwoord, iedereen is vertrouwd met een digitaal aperitief en de zinsnede ‘ik u ook’ behoeft geen verdere uitleg meer (voor de Gentenaars althans). Ook reeds bestaande woorden kwamen meer op de voorgrond dan anders: het voortschrijdend inzicht werd een sleutelbegrip, maar vooral de terugkeer van het prachtige woord ‘huidhonger’ hakt er diep in. Niemand hoeft meer na te denken over wat hiermee precies bedoeld wordt. Je voelt het gewoon aan de toppen van je vingers, de haartjes op je armen: ons vel mankeert iets, het gemis is groot. Iemand troosten zonder aanraking, een begroeting zonder omhelzing, het blijft iets onwezenlijk, hieraan wennen lukt nooit. Griet Engelrelst

We worden nu gedwongen ons te herbronnen en te focussen op kleinschaligheid. Het is een uitdaging, maar niet onmogelijk. Het Geuzenhuis blijft een gezellige plek waar u terecht kan voor boeiende lezingen, debatten of workshops, maar voortaan in intieme kring. Ook de Nacht van de Vrijdenker wordt grondig herdacht, maar we doen ons best om een live-event te blijven aanbieden. We blijven verder organiseren en programmeren, maar volgen de overheidsmaatregelen op de voet op. Hoe het najaar er verder uit zal zien, blijft voor ons ook een vraagteken. De nieuwsbrief achteraan dit nummer is dus uitzonderlijk beperkt. We houden rekening met een heropflakkering van het virus en zelfs een eventuele tweede lockdown.

DEGEUS

juli 2020  >  3


PLAKKAAT

Als de vos de passie preekt, boer let op uw ganzen! Herman De Witte

Op 26 maart omstreeks 07:30 las ik dit artikel in De Tijd: Crisiscentrum: ‘Breng attest mee bij woon- werkverkeer’ Het Crisiscentrum van Binnenlandse Zaken doet een aanbeveling aan iedereen in ons land die zich moet verplaatsen om naar zijn werk te gaan: breng een document mee van uw werkgever om te bewijzen dat u echt nodig bent op uw job. ‘Het is nog geen verplichting, maar we doen toch deze aanbeveling om de controles door de politie te vergemakkelijken. Zo kunnen mensen sneller bewijzen dat ze echt onderweg zijn naar hun werk’, verduidelijkt Yves Stevens, de woordvoerder van het Crisiscentrum. Voor de Vaste Commissie van de Lokale Politie, die alle lokale politiekorpsen overkoepelt, moet ons land nog een stap verder gaan en een verplicht attest invoeren voor alle verplaatsingen. ‘In Frankrijk moeten mensen al langer een document bij zich hebben met daarop het tijdstip dat ze vertrokken en een van de nog toegelaten redenen voor de verplaatsing, zoals woon-werkverkeer of een medische reden. We hebben deze week met hoogdringendheid voorgesteld dat ook in ons land in te voeren’, stelt ­Nicolas Paelinck, de voorzitter van de Vaste Commissie. ‘Zo vermijd je onnodig contact bij een politiecontrole en kan je het document tonen vanachter het venster.’ ‘Het is niet uitgesloten dat zo’n attest alsnog wordt ingevoerd als er echt nood aan is op het terrein. Alle maatregelen

4  >  juli 2020

zijn heel snel genomen en snel geïmplementeerd. Ze worden elke dag geëvalueerd en bijgestuurd’, zegt Stevens van het Crisiscentrum. Ik hoopte dat dit een droom was of een passage uit Brave New World van Aldous Huxley of Animal Farm van George Orwell. Helaas bleek dit niet zo te zijn, het was geen nachtmerrie

of fictie! Enige boosheid, frustratie en een pak vragen en overwegingen flitsten door mijn hoofd. Omdat het me zo diep raakte nam ik mijn pen en schoot een reeks vragen af naar onze kinderen en kennissen rond de genomen maatregelen door de regering. Enkele reacties volgden, waaronder eentje van Griet Engelrelst.

DEGEUS


PLAKKAAT

Dag Herman, ik lees hierin een schitterend Plakkaat voor de volgende Geus! Goesting om in je pen te kruipen? Eerst dacht ik neen, dat is iets voor filosofen of ethici zoals Jean Paul Van Bendegem of Freddy Mortier en niet iets voor ex-bankiers, down to earth cijferaars zoals ik er zelf een ben, met de voorkeur om de dingen op een assertieve, soms provocerende wijze scherp te stellen. Maar zijn we nu niet allemaal uit onze comfortzone gerukt door het COVID-19 virus dat erin slaagt om de

Doen en deden we dat voldoende de laatste maanden? Vrijheid van religie, onderwijs, vereniging zijn grondwettelijke rechten. In welke mate kunnen deze vrijheden ingeperkt worden? Is en was er nog sprake van vrijheid de voorbije maanden? Artikel 13 van de rechten van de mens stelt: ‘Je hebt het recht om te gaan en staan waar je wilt, in eigen land en in het buitenland.’ Artikel 20: ‘Je hebt het recht om bijeen te komen.’ Hoe moet ik dat zien in deze coronatijden? Heb ik er niets van begrepen? Of ging men ervan uit: ‘Laat ze maar naar de rechtbank gaan!’? Moeten we, als de angst regeert, ook niet kritisch blijven voor het gevoerde beleid door de regering? Is onze samenleving zo ver afgegleden door de angst, emoties en het wantrouwen in de medemens dat we dit alles moeten aanvaarden? Rechtvaardigt dit virus en de gevolgen hiervan dergelijke ongeziene maatregelen die – hopelijk tijdelijk – onze fundamentele grondrechten zo zwaar aantasten en negeerden? Moeten we blijvend vrezen voor onze fundamentele rechten en willen we die behouden? Willen we er ook voor ‘vechten’? Zijn of waren er nu nog echt zo veel mensen die zich onnodig verplaatsten om zoiets te overwegen? Waar zou je naartoe rijden? Alle winkels op enkele uitzonderingen na waren gesloten, het Geuzenhuis en de horeca zijn op 31 mei nog altijd gesloten.

© Shutterstock

wereld stil te leggen en dat menselijk en economisch zoveel schade aanricht? Daarom beste lezer, mijn bedenkingen, vooral vragen rond het tot nu gevoerde beleid tijdens deze pandemie: Moet iedere humanist, vrijdenker niet altijd onze moeilijk verworven vrijheden sinds de Verlichting verdedigen?

DEGEUS

De grenzen zijn eind mei nog steeds gesloten, dit in tegenstelling met de door ons land aangegane Europese verdragen. Zijn we niet in een soort, door het Vlaams Belang gewenste, maatschappij met ‘eigen volk eerst’-gedrag aanbeland? Of vergis ik me? Ben ik te pessimistisch? Waar zijn of waren de ngo’s die kritisch staan tegenover inbreuken op de mensenrechten? Of gelden die niet bij deze pandemie? Durven ze niet te

reageren om weggezet te worden als COVID-19 negationisten, asociaal? Of geeft de media hen nu geen aandacht? Werden/worden de openbare media misschien alleen gebruikt om angst aan te jagen, aan nudging te doen en werden kritische stemmen geweerd of onvoldoende aan het woord gelaten? Willen we een overheid zoals in China, die alles controleert en die privacy totaal onbelangrijk vindt? Misschien kunnen ze ons ook onmiddellijk een soort score van goed burgerschap geven zoals getest wordt in sommige Chinese steden? Of ons allemaal een enkelband aandoen waardoor ze weten waar we geweest zijn en met wie? Geen probleem meer om tracking via smartphones of contactonderzoekcentra te organiseren! Aanvaarden we de nudging technieken die momenteel veelvuldig gebruikt werden/ worden om bijvoorbeeld een app op onze smartphone te installeren die onze contacten en ontmoetingen – zogezegd met respect voor de privacy – opvolgt en ons signaleert dat we risico lopen op een besmetting? Of verplichten we deze, zoals in China? Goed bedoeld, maar enorm risicovol en weer dichter bij Big Brother. Heel wat IT-experten die vrijuit durven te spreken zijn uiterst kritisch. Hackers bewijzen regelmatig dat de beveiliging van systemen, dus ook bij app’s, altijd te omzeilen is. Er staan enkele duizenden ANPRcamera’s in België, met zogezegd het recht op privacy zoals beloofd in 2016 na de aanslagen in België. Alleen gesignaleerde voertuigen zouden herkend mogen worden en signalen geven naar de politie! Nu werden ze ook gebruikt om niet-gesignaleerde voertuigen te volgen en eventueel te verbaliseren bij onnodige verplaatsingen. Snel, snel beslist zonder echte communicatie en in tegenstelling met voorheen gedane beloftes naar privacy toe. Data van onze smartphones werden ook ‘geanonimiseerd’ gevolgd, om samenscholingen en niet geoorloofde verplaatsingen te monitoren. Specia-

juli 2020  >  5


PLAKKAAT

listen stellen dat het verre van zeker is dat de privacy hierbij 100 % verzekerd is. Zou het niet goed zijn dat dit verboden wordt? Kan dit zomaar, zonder grondig debat? ‘Nood breekt wet’, is een veelgehoord argument. Wordt dit alles dan niet vergelijkbaar met een situatie waarbij een terrorist gevat wordt; een terrorist die een bom geplaatst heeft met druksensor in een vliegtuig dat ergens rondvliegt met 300 passagiers aan boord en hierdoor niet kan landen? Onder normale omstandigheden vliegen er zo een paar duizend rond. Zou de vox populi hier ‘een beetje martelen’ voor de redding van de passagiers goedkeuren? Misschien is deze vergelijking wat kort door de bocht, maar zijn privacy en onze grondwettelijke rechten in deze COVID-19 tijden niet even essentieel als het principe van niet te martelen? Moeten we niet vrezen dat we bij de minste crisis meer en meer in een quasi totalitaire staat terechtkomen zoals onze grootouders en ouders kenden, destijds onder het nazisme, of heel wat mensen onder het communisme, ondanks alle zogezegde garanties op privacy en andere essentiële rechten? Een politiestaat met onbeperkte technische mogelijkheden om ons te volgen en te analyseren! Moeten we aanvaarden dat dit alles niet in het parlement gestemd werd, zonder volmachten, ook tijdens deze crisis? Volstaan alleen virologen, een beperkt aantal niet-democratisch verkozen technocraten in werkgroepen (nationale veiligheidsraad) met onvoldoende openheid qua overwegingen, gevolgen, doelen … om ons dit alles voor te stellen en via een regering met volmachten op te leggen? Waarom werden bijvoorbeeld verplaatsingen naar tweede verblijven, vissen, windsurfen enzovoorts verboden terwijl ze virologisch geen verhoogd risico opleveren? Wat was de motivering hier? Kan dit zonder een grondig debat met ethici, filosofen, geschiedkundigen en een toetsing door het Grondwettelijk

6  >  juli 2020

And now you do what they told ya And now you do what they told ya And now you do what they told ya And now you do what they told ya, now you’re under control And now you do what they told ya, now you’re under control And now you do what they told ya, now you’re under control And now you do what they told ya! Those who died are justified, for wearing the badge, they’re the chosen whites You justify those that died by wearing the badge, they’re the chosen whites Those who died are justified, for wearing the badge, they’re the chosen whites You justify those that died by wearing the badge, they’re the chosen whites Come on! Yeah! Come on! Fuck you, I won’t do what you tell me Fuck you, I won’t do what you tell me Fuck you, I won’t do what you tell me Fuck you, I won’t do what you tell me Fuck you, I won’t do what you tell me Fuck you, I won’t do what you tell me! Fuck you, I won’t do what you tell me! Fuck you, I won’t do what you tell me! Motherfucker! Uggh!

Hof? Het zou het geloof kunnen versterken in onze parlementaire democratie mocht dit wel zo gegaan zijn! Ik kan nog wel even verder gaan, ik vind het geweldig beangstigend dat we dit alles zomaar ondergaan hebben zonder dat we hierop reageerden. Er zijn grenzen die je niet kunt overschrijden, ook in COVID-19 tijden. In ieder geval, ik had begin 2020 nooit durven te denken dat: ¬ het geciteerde artikel al een denkpiste zou kunnen zijn in een liberale democratie ergens in WestEuropa ¬ het quasi alles verbieden en zo feitelijk een politiestaat installeren een ultieme maatregel is tegen COVID-19 ¬ onze regering de mensenrechten en grondwettelijke rechten zomaar

zou negeren bij het gevoerde beleid tegen deze pandemie. Laat me toe te stellen dat het gevoerde beleid me zeker onvoldoende vertrouwen geeft in de contact-tracing app. Ik moet deze niet hebben! Aan onze politici en politie zou ik willen zeggen: geef meer vertrouwen aan de burger en respecteer onder alle omstandigheden de privacy en andere grondrechten. Communiceer duidelijk en transparant zonder aan nudging te doen en onze angsten te bespelen! Communiceer zelf het beleid en doe dit niet via virologen of andere wetenschappers. Als sommige mensenrechten of grondwettelijke rechten moeilijk te combineren zijn met de beheersing van deze pandemie kan ons ook gevraagd worden om deze vrijwillig niet uit te oefenen in plaats van deze te negeren, te ontkennen. Zie ons als evenwaardige partners in deze strijd. Doe dit alles zonder GASboetes, maatregelen die virologisch geen meerwaarde hebben. Vertrouwen krijgen, impliceert ook vertrouwen geven en je verantwoordelijkheid nemen naar je familie, vrienden, collega’s. In Zweden en in mindere mate in Nederland lukt dit, waarom zou het in België niet kunnen? Om af te sluiten: het is niet het moment om te luisteren naar Ode an die Freude van Ludwig van Beethoven, maar wel naar Rage Against The Machine met Killing in the Name een krachtig, energiek nummer met volgende wreed wijze strofen, geschreven in een iets andere context maar o zo vergelijkbaar met het artikel dat aanleiding gaf tot mijn gedachtegang. (zie kader)

Over de auteur:

Herman De Witte is de penningmeester van het Geuzenhuis, heeft er een lange carrière opzitten in de bankwereld, was en is steeds sterk begaan met de vrijheid van meningsuiting en absolute privacy in alle omstandigheden.

DEGEUS


ACTUA

De strijd tegen corona Een virus verspreidde zich als een lopend vuurtje over onze aardbol en maakte honderdduizenden slachtoffers. Dat gebeurt niet voor het eerst en ongetwijfeld ook niet voor het laatst. Zo’n pandemie brengt echter ontelbare uitdagingen mee. Eén daarvan is de vraag hoe we dit coronavirus met medische technologie kunnen verslaan. Omdat het om een nieuw virus gaat, bestaat er geen kant-en-klare oplossing. De publicatie van het genoom van dit virus in januari 2020 was voor heel wat laboratoria, ook in ons land, een startschot. Van zodra duidelijk werd waarmee we te maken hadden werden in heel wat onderzoeksfaciliteiten werkkrachten en budgetten vrijgemaakt om de strijd tegen dit virus aan te gaan. Of het nu gaat over de zoektocht naar een vaccin, een medicijn of een app. Het blijkt een complex proces dat de nodige tijd en zorgvuldigheid vraagt. Liesbet Lauwereys © Shutterstock


ACTUA

DE RACE NAAR EEN VACCIN Op langere termijn is de hoop gevestigd op de ontwikkeling van een vaccin. Met een werkzaam vaccin kunnen we ons beschermen tegen het virus en dus aan preventie doen. Wie gevaccineerd is en in aanraking komt met het virus wordt niet ziek of de ziekte kent bij hen een veel milder verloop. Naast de bescherming van individuen kan een vaccin ook helpen om groepsimmuniteit te bekomen. Groepsimmuniteit betekent dat een aanzienlijk deel van de bevolking immuun is tegen het virus, zodat het virus het veel moeilijker krijgt om zich te verspreiden. Als er voldoende personen immuun zijn, creëert dat dus ook een beschermend effect voor degenen die (nog) niet immuun zijn.

HOE WERKT EEN VACCIN? Het principe van een vaccin is dat ons lichaam voor het eerst geconfronteerd wordt met een ziekteverwekker die onschadelijk is. Daardoor schiet ons immuunsysteem in actie zodat bij een volgende confrontatie met de echte ziekteverwekker ons lichaam snel en efficiënt kan reageren. Er zijn verschillende methodes om een vaccin te maken. Dat kan op basis van een levende maar verzwakte versie van de ziekteverwekker of een dode versie van de ziekteverwekker die wel nog herkend wordt door ons lichaam. Ook antigenen, de kleine deeltjes van de ziekteverwekker die ons lichaam antistoffen laat aanmaken, kunnen als basis worden gebruikt. Deze methoden worden tot nu toe het meest gebruikt. De laatste jaren ligt de focus meer en meer op het gebruik van DNA of mRNA van de ziekteverwekker als basis voor vaccins. Met een DNA-vaccin introduceert men die genen die zorgen voor de aanmaak van de eiwitten die onze immuunreactie opwekken. Bij een mRNA vaccin worden enkel de instructies voor het aanmaken van die eiwitten geïntroduceerd in ons lichaam. Voor een vaccin dat ons beschermt tegen Sars-CoV-2 worden verschillende

8  >  juli 2020

pistes onderzocht, ongeveer honderddertig onderzoeksgroepen zijn hiermee bezig. Ook in ons land. Janssen Farmaceutica onderzoekt twaalf verschillende sporen voor de ontwikkeling van een vaccin, Belgische biotechbedrijven Etherna en Ziphius Therapeutics onderzoeken vaccins tegen Sars-CoV-2 op basis van mRNA, enzovoort. De hoop is dat minstens één ervan leidt tot een bruikbaar vaccin. En ondertussen bereidt The Centre for the Evaluation of Vaccination in Antwerpen zich voor om fase-1-vaccintests uit te voeren. In deze fase wordt vooral de veiligheid van het vaccin onderzocht.

Of een vaccin werkt, kun je pas vaststellen als de gevaccineerde persoon nadien wordt blootgesteld aan het virus VACCINOPOLIS De goedkeuring voor de uitbouw van de zogenaamde vaccinopolis, raakte dankzij deze pandemie in een stroomversnelling. Het gaat over een speciale quarantaineafdeling waar vaccins op een veilige manier sneller getest kunnen worden. Of een vaccin werkt, kun je pas vaststellen als de gevaccineerde persoon nadien wordt blootgesteld aan het virus. Dat kun je niet bewust doen om vervolgens die persoon de straat op en naar huis te sturen. Een gespecialiseerde afdeling lost dat probleem op. De proefpersonen worden blootgesteld aan het virus of een afgezwakte versie ervan als er nog geen behandeling voorhanden is. Daarom verblijven ze in quarantaine en worden nauwgezet opgevolgd. Een alternatief is proefpersonen vaccineren en dan afwachten tot ze spontaan in contact komen met het virus. Dat duurt vanzelfsprekend langer en is veel minder nauwgezet op te volgen. In 2017 was er in ons land een tijdelijke afdeling voor onderzoek naar poliovaccins. Met de uitbouw van zo’n permanent centrum kan ons land een belangrijke rol gaan spelen bij het

testen van vaccins.

WANNEER MOGEN WE EEN WERKEND VACCIN VERWACHTEN? Daarover zijn al veel, en soms gedurfde, uitspraken gedaan. Hoewel verschillende onderzoeksgroepen meteen hun laboratoria in doken, is het een proces dat maanden of zelfs jaren duurt. Eerst moet men iets vinden dat kan werken. Daarna moet worden getest, eerst bij proefdieren en dan bij mensen, of het veilig is en of het ook echt werkt. De meeste specialisten gaan ervan uit dat we dit ten vroegste in de loop van 2021 mogen verwachten. Maar het is moeilijk te voorspellen. Dergelijk onderzoek is meestal een grillig proces. Vaak krijgt men te maken met onvoorziene problemen of onverwachte doorbraken die voor een terugval of sprong vooruit zorgen. Gezien de huidige situatie, een pandemie, wordt bekeken welke shortcuts in het onderzoek mogelijk zijn. Bij welke stappen in het zorgvuldige onderzoeksproces kan men wat sneller gaan zonder al te grote risico’s te nemen? Als er een veilig en werkend vaccin wordt gevonden, is de verspreiding ervan de volgende grote uitdaging. Om te vermijden dat er tussen de vondst van een vaccin en het gebruik ervan op grote schaal nog weken of maanden verstrijken, starten sommige laboratoria al tijdens het onderzoek met de productie. Blijkt dat hun vaccin werkt, dan kan het direct massaal verspreid worden. Blijkt dat ze toch niet op het juiste spoor zaten, dan hebben ze heel wat geïnvesteerd in een product dat niet bruikbaar is. Maar niet alleen moeten er voldoende dosissen geproduceerd worden om wereldwijd mensen te vaccineren, er zullen ook internationale afspraken gemaakt moeten worden over die verspreiding. Welk land krijgt hoeveel dosissen, wanneer en tegen welke prijs? Niets garandeert overigens dat het eerste werkzame vaccin het beste zal zijn. Op termijn komt het er dus ook op aan de ontwikkelde vaccins te vergelijken.

DEGEUS


ACTUA

DE NACHTMERRIE VAN HET DENGUEVIRUS

WHAT’S IN A NAME?

Een vaccin werkt niet voor elk virus op dezelfde manier. Er bestaat een type aandoeningen, Dengue of knokkelkoorts is er een voorbeeld van, waarbij een vaccin zowat een averechts effect heeft. Bij zo’n ziekte verloopt een eerste infectie met het virus vrij mild, maar komt men later opnieuw in aanraking met een gelijkaardig virus dan wordt men ernstiger ziek. Bij knokkelkoorts wordt het virus overgedragen door muggen en er bestaan vier types. Als je in aanraking komt met een ervan bouw je immuniteit op tegen dat type van het virus, maar kom je nadien in aanraking met een ander type dan kunnen de gevolgen dramatisch zijn. Gelukkig ziet het ernaar uit dat we bij dit coronavirus kunnen uitgaan van het ‘standaard’ virus- en vaccinverhaal.

Corona, COVID-19, Sars-CoV-2? Wie de laatste weken het nieuws wat gevolgd heeft, kent de termen. Maar waarvoor staan ze precies?

DE ZOEKTOCHT NAAR EEN GENEESMIDDEL In afwachting van een vaccin zoekt men volop naar een geneesmiddel om patiënten met COVID-19 te helpen. Hier kan misschien sneller een doorbraak worden gerealiseerd dan in de zoektocht naar een vaccin. Niet met een geneesmiddel specifiek gericht tegen dit virus, want zoiets ontwikkelen duurt ook jaren. Maar door onderzoek naar het effect van bestaande geneesmiddelen en van experimentele middelen die tegen andere coronavirussen leken te werken. Men focust vooral op antivirale middelen en het gebruik van antilichamen. Als men een werkzaam middel vindt, kan dat ervoor zorgen dat COVID-19 milder verloopt, dat er minder patiënten op intensieve zorgen terechtkomen of dat ze sneller herstellen. Het helpt dus niet alleen de zieken, maar zorgt er ook voor dat het zorgsysteem minder belast wordt.

ANTIVIRALE MIDDELEN Een antiviraal middel bevat moleculen die de eiwitten boycotten die het virus nodig heeft om onze cellen binnen te dringen. Van verschillende bestaande antivirale middelen vermoedt men dat ze ook effect kunnen hebben bij COVID-19.

DEGEUS

SARS-CoV-2 is het virus dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt. SARS staat voor Severe acute respiratory syndrome-related coronavirus, vrij vertaald als een ernstige en acute aandoening van de luchtwegen veroorzaakt door een coronavirus. CoV-2 staat voor Corona Virus 2, het specifieke virus dat aan de basis ligt van de huidige pandemie. De coronavirussen zijn een familie van virussen, SARS-CoV-2 behoort tot die familie. De SARS epidemie in 2003 werd veroorzaakt door een virus van diezelfde familie.

Het Rega Instituut is een uiterst beveiligd en van spitstechnologie voorzien lab in ons land dat ervaring heeft met het bestuderen van gevaarlijke virussen en andere ziekteverwekkers. In het kader van deze epidemie worden er duizenden moleculen getest om te zien of ze potentieel hebben voor de bestrijding van Sars-CoV-2. Van een aantal moleculen weet men al dat ze in laboratoriumomstandigheden het virus vertragen.

Als er een veilig en werkend vaccin wordt gevonden, is de verspreiding ervan de volgende grote uitdaging De volgende stap zijn klinische studies om na te gaan of patiënten die een antiviraal middel krijgen op basis van zo’n molecule daadwerkelijk sneller genezen of minder risico lopen om op intensieve zorgen terecht te komen. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft een grote studie opgezet om bij duizenden patiënten het effect van een aantal bestaande geneesmiddelen te onderzoeken. In Europa zullen 3.200 patiënten deelnemen aan het onderzoek, waarvan ongeveer vierhonderd Belgische patiënten. De studie zal drie jaar duren. Mocht blijken dat

COVID-19 is de ziekte die door dit virus wordt veroorzaakt. Het staat letterlijk voor Corona Virus Disease of Corona Virus Ziekte. 19 verwijst naar het jaartal waarin dit specifieke virus is ontdekt. Het woord vaccin gaat terug op vacca of koe. Het basisidee van vaccinatie vloeit voort uit de vaststelling dat meisjes die bij koeien werkten minder getroffen werden door de pokken. Ze waren in contact geweest met de koepokken en daardoor immuun voor de veel ernstigere menselijke variant. Aanvankelijk werd de term vaccineren gebruikt voor het inenten tegen pokken, pas later werd de betekenis algemener ‘inenten tegen een bepaalde ziekte’.

een van de middelen duidelijk betere resultaten geeft, dan kan dat wel al aan de standaardbehandeling van alle patiënten worden toegevoegd voor de studie volledig is afgelopen. De normale onderzoeksprocedure is aangepast. Het onderzoek wordt bewust eenvoudig gehouden waardoor het voor ziekenhuizen makkelijker is om deel te nemen en zodat het proces sneller kan verlopen. In tegenstelling tot bij andere klinische studies weten de patiënten nu wel vooraf welke behandeling ze krijgen. Van de patiënten wordt geregistreerd welke behandeling ze krijgen, hoelang ze in het ziekenhuis verblijven, of ze nood hebben aan beademing enzovoort. Een van de kanshebbers is Remdesivir, een middel dat werd ontwikkeld in de strijd tegen ebola maar daarbij niet de verhoopte resultaten bracht. Het is dus een experimenteel middel dat niet in gebruik werd genomen en ook nog niet veilig werd bevonden. In het labo stelde men bij dieren vast dat het een effect heeft op coronavirussen. Het blokkeert het kopiëren van de genetische code van het virus waardoor het zich niet kan blijven vermenigvuldigen. Bij proefdieren voorkomt Remdesivir dat ze erg ziek worden, maar de vraag is of dit ook bij mensen voldoende het geval zal zijn.

juli 2020  >  9


ACTUA

Een ander middel dat wordt onderzocht is hydroxochloroquine, oorspronkelijk ontwikkeld tegen malaria. Uit eerder onderzoek in het Instituut voor Tropische Geneeskunde bleek al dat de stof in celculturen effect heeft op Sars-CoV-1, van dezelfde virusfamilie. Met de uitbraak van Sars-CoV-2 werd dat onderzoek terug relevant. En zo worden er nog tal van andere middelen onderzocht die ooit werden ontwikkeld voor een andere aandoening. Het voordeel is dat de bijwerkingen van deze middelen al gekend zijn, de vraag is alleen of ze ook een gunstig effect hebben op het verloop van COVID-19. Ze worden in verschillende landen toegediend aan patiënten die ernstig getroffen zijn door COVID-19. Daarna worden deze patiënten nauwgezet opgevolgd en worden heel wat gegevens geregistreerd. Men hoopt in het najaar of toch tegen volgend jaar een antiviraal middel te vinden dat kan ingezet worden om een eventuele nieuwe golf onder controle te houden.

ANTILICHAMEN Naast de antivirale geneesmiddelen onderzoekt men ook het gebruik van antilichamen om patiënten sneller te laten genezen. Antilichamen horen bij de normale immuunreactie van ons lichaam. Ons lichaam produceert ze na de confrontatie met een indringer. De antilichamen binden zich aan het virus en breken het af. Bij een geneesmiddel op basis van antilichamen wordt niet gewacht tot het immuunsysteem van de patiënt zelf antilichamen maakt, maar dient men antilichamen toe zodat het lichaam sneller het virus de baas kan. Het maken van antilichamen is echter vrij complex en daardoor ook duur.

chaam geïdentificeerd dat zich ook aan Sars-CoV-2 zou kunnen binden. Zo’n geneesmiddel op basis van antilichamen kan gebruikt worden om het virus te bestrijden bij besmette personen, maar ook om te voorkomen dat risicopatiënten besmet geraken. Het verschil met een vaccin is dat een vaccin een immuunreactie van het lichaam uitlokt zodat het lichaam zelf antilichamen gaat produceren terwijl in dit geval externe antilichamen worden toegediend. Het duurt makkelijk een paar dagen voor het eigen immuunsysteem reageert op een indringer. Het immuunsysteem van risicopatiënten reageert bovendien niet altijd goed op vaccins, terwijl de toegediende antilichamen direct werken.

Van verschillende bestaande antivirale middelen vermoedt men dat ze ook effect kunnen hebben bij COVID-19 CONTACTTRACERING EN HET GEBRUIK VAN APPS Om de epidemie onder controle te krijgen kan het interessant zijn om te weten met wie besmette personen in contact zijn geweest. Die informatie kan op twee niveaus nuttig zijn. De samengevoegde gegevens van veel gebruikers geven een beter beeld van hoe het virus zich verspreidt, van het

effect van de genomen maatregelen en kunnen helpen om die maatregelen te verbeteren. Op niveau van het individu kunnen deze gegevens gebruikt worden om personen te waarschuwen die in contact kwamen met een besmet persoon. Als iedereen die in aanraking komt met een besmet persoon uit voorzorg in quarantaine gaat, dan steekt dat een behoorlijke stok in de wielen van het virus. Als potentieel besmette personen ook nog eens getest kunnen worden, dan is het mogelijk om te vermijden dat sommige mensen onnodig in quarantaine moeten. Contacttracering kan op verschillende manieren gebeuren. Bij ons wordt momenteel aan besmette personen gevraagd met wie ze risicovol contact hebben gehad. Een team van contacttracers belt die personen vervolgens op om hen te verwittigen. Een andere mogelijkheid is gebruik maken van gps-data en apps. Zeker bij aanvang van de epidemie werd het gebruik van apps als een onmisbaar instrument voor het indijken van de epidemie naar voren geschoven. Ook bij ons zijn verschillende apps in ontwikkeling, maar geen enkele app is klaar voor onmiddellijk gebruik.

SUCCES VAN CONTACTTRACERING Een basisvereiste om contacttracering succesvol in te zetten, is dat er van voldoende besmette personen gegevens

© Shutterstock

Ook het Vlaamse Interuniversitair Instituut voor Biotechnologie (VIB) onderzoekt een op antilichamen gebaseerd geneesmiddel. Men wil onder andere weten of antilichamen die werden ontwikkeld tegen Sars-CoV-1 mits aanpassingen ook werken bij COVID-19. Door het genoom van beide virussen te vergelijken, werd een antili-

10  >  juli 2020

DEGEUS


ACTUA

worden verkregen. Als we het hebben over een app, dan moeten voldoende personen bereid zijn deze te installeren en gebruiken, wat dan weer samenhangt met de mate van vertrouwen dat mensen stellen in dergelijke technologie en in het beleid errond. Ook de timing binnen de epidemie speelt een rol. Aan het begin en einde van de epidemie kan het opvolgen van risicovolle contacten een verschil maken, maar tijdens de piek van een epidemie is de contacttracering en opvolging onbegonnen werk. Om goed te werken, moeten de gegevens ook zo snel en correct mogelijk worden doorgegeven. Het feit dat besmette personen niet direct symptomen vertonen, bemoeilijkt dat proces. Doordat er vertraging zit op de gegevens en doordat de kans groter is dat de informatie die besmette personen voorzien onvolledig is. Dit zijn maar een aantal van de vele factoren die bepalen of contacttracering het gewenste effect heeft.

Het maken van antilichamen is vrij complex en daardoor ook duur BEZORGDHEID OVER PRIVACY Contacttracing roept ook vragen op in verband met privacy. Hoe meer het gebruik van de gegevens zich toespitst op individuen, hoe groter de vragen en bezorgdheden worden. Anonieme gegevens van een grote groep burgers gebruiken om algemene conclusies te trekken over de verspreiding van het virus is minder betwistbaar dan gegevens gebruiken van een specifiek besmet persoon om anderen te waarschuwen. In het tweede geval worden niet alleen de verplaatsingen en contacten van die persoon getraceerd, ze worden ook nog eens gekoppeld aan zijn gezondheidsstatus en (anoniem) gecommuniceerd aan derden. Privacyvragen worden zeker gesteld in verband met apps. Wie heeft toegang tot de data? Hoe anoniem zijn ze? Waarvoor worden ze gebruikt? Om het met een extreem voorbeeld te stellen: in Zuid-Korea konden mensen de bewegingen van COVID-19-patiënten in

DEGEUS

hun buurt opvolgen. Een verregaande inbreuk op de persoonlijke levenssfeer die de sociale controle pijnlijk aanscherpt. Maar ook rond de data die de contacttracers in ons land verzamelen worden bezorgdheden geuit. De gegevens worden bewaard in een grote databank zolang de crisis duurt. Het is alleen niet echt duidelijk welke data precies worden bewaard en met welke andere databanken er eventueel een link zou kunnen worden gelegd. Na de eerste werkdagen van de contacttracers bleek overigens dat heel wat besmette personen weinig contacten met een hoog risico meldden. Of dat betekent dat ze inderdaad contacten meden of dat ze terughoudend zijn om contacten te melden, is nog niet duidelijk. Het zou kunnen dat mensen zich zorgen maken over wat er met hun informatie zal gebeuren.

APPS WERKEN OOK NIET ALTIJD Het gebruik van apps leek onder andere in China en Singapore vruchten af te werpen, maar dat wil niet zeggen dat het altijd en overal het geval is. In het verleden bleek al dat het gebruik van gps-data niet altijd werkt, bijvoorbeeld bij de ebola-uitbraak in Sierra Leone in 2014-2016. Een belangrijke aanname bij gebruik van gps-data is dat de smartphone wordt gelijkgesteld aan de persoon. Men gaat ervan uit dat de persoon is waar de smartphone is en dat twee smartphones in mekaars buurt potentiële besmetting betekenen. Maar niet iedereen draagt altijd en overal zijn smartphone op zijn lichaam en bij besmetting speelt niet alleen fysieke nabijheid een rol maar ook de aard van de interactie tussen die personen. Hoe mensen omgaan met smartphones en apps speelt dus een rol.

geert. Er wordt onderzocht of sommige mensen genetische aanleg hebben om meer vatbaar te zijn voor het virus en waarom het immuunsysteem van sommige patiënten overreageert. Er wordt ook heel wat onderzoek gedaan naar verschillende manieren om besmetting met het virus snel en efficiënt te testen. Er is veel aandacht voor beademingsapparatuur en hoe we snel een grotere beademingscapaciteit kunnen realiseren. Er wordt gewerkt aan een apparaat waarmee vanop afstand kan worden geluisterd naar de longen van COVID-19 patiënten wat de risico’s voor zorgverleners kan terugdringen. Er worden digitale armbanden ontwikkeld die een signaal geven als mensen te dicht bij mekaar komen om te gebruiken in bepaalde werkomgevingen om de social distancing makkelijker te maken. Enzovoort.

Als potentieel besmette personen getest kunnen worden, dan is het mogelijk om te vermijden dat sommige mensen onnodig in quarantaine moeten Niet al het onderzoek zal leiden tot toepassingen die tijdens deze pandemie bruikbaar zijn, maar er zullen ongetwijfeld toepassingen uit voortvloeien die in de toekomst nuttig blijken. Als er iets is wat deze wereldwijde zoektocht naar hulpmiddelen aantoont, dan is dat het belang van wetenschap en technologie. Maar ook dat het komen tot degelijke, veilige en ethisch en maatschappelijk verantwoorde oplossingen een complex proces is dat tijd, zorgvuldigheid, betrokkenheid en beleid vraagt. Over de auteur

ANDER ONDERZOEK Dit is slechts een kleine greep uit wat COVID-19 teweeg bracht op vlak van medisch-technologisch onderzoek. Er gebeurt ook heel wat onderzoek naar het virus zelf: hoe het zich verspreidt en hoe ons immuunsysteem erop rea-

Liesbet Lauwereys is coördinator beleid en projecten bij De Maakbare Mens. Op hun website www.demaakbaremens.org vind je meer informatie over de strijd tegen COVID-19 en een nieuw dossier over gezondheidsapps.

juli 2020  >  11


ACTUA

© Zakhx150 - wikimedia commons

COVID-19: van noodmaatregel naar evidence based beleid Een strakke virologische aanpak heeft risico’s aangepakt door lockdowns, maar deze hebben wereldwijd zoveel schade aangericht dat de remedie vaak erger leek dan de kwaal. Heel wat landen namen straffe maatregelen zonder groot probleem. Een bredere maatschappelijke aanpak met aandacht voor prioriteiten als het beschermen van kwetsbare bejaarden, maar ook voor de rechten van kinderen en jongeren die geen risico liepen, had op langere termijn de schade beperkt. Luc Bonneux

We hebben deze eeuw al met de derde pandemie van paniek te maken. In 2004 brachten de virologen de wereld

12  >  juli 2020

een eerste maal in rep en roer met de vogelgriep, een fatale griep waarvan snel bleek dat het besmettelijk was bij

het diep inhaleren van snot van zieke kippen. Het was een sof, opgezet door Big Pharma om waardeloze grieprem-

DEGEUS


ACTUA

mers in de markt te zetten. In 2009 veroorzaakt de Mexicaanse griep een nieuwe pandemie van paniek. Opnieuw een sof, ditmaal om experimentele pandemische griepvaccins te verkopen. In het zuidelijk halfrond, waar het toen winter was, was de Mexicaanse griep, zelfs naar griepmaatstaven, uitzonderlijk goedaardig. In minder dan twintig jaar slaagden de Chinese versmarkten er nu een tweede maal in om een gemeen virus uit de familie van de SARS coronavirussen te kweken, SARS-CoV-2. Onder druk van China is dit virus politiek correct herdoopt tot COVID-19, maar het is een variant van SARS, minder dodelijk maar veel besmettelijker dan SARS-1. Een derde golf van paniek sloeg over de hele aarde. In tegenstelling tot Mexicaanse griep en vogelgriep was er dit keer wel aanleiding tot zorgen. Maar hoe erg was de kwaal, hoe schadelijk de remedie en wat hadden we kunnen leren van andere landen?

De COVID-19 pandemie geef ik drie sterren: op zich is het virus iets dodelijker (denken we) en iets besmettelijker (weten we), maar er komen geen natuurlijke antistoffen voor in de bevolking. Iedereen is vatbaar HOE ERNSTIG IS COVID-19? Het huidige wereldwijde dodental door COVID-19 ligt onder dat van een forse wintergriep, maar er is dan ook alles aan gedaan om dit virus onder controle te krijgen. Veronderstel dat we COVID-19 hadden behandeld als enige andere griep, wat was er dan gebeurd? Oorspronkelijk werd het virus onderschat, ook door mezelf. De viroloog Marc van Ranst sprak aanvankelijk van een griep. Er was immers sprake van veel geïnfecteerde mensen zonder symptomen. De sterfte van mensen met symptomen was 1.4%. De sterfte bij een winter-

DEGEUS

griep is een 0.1% (dit globale cijfer is afhankelijk van de gemiddelde leeftijd, het is eerder een orde van grootte). Als er genoeg mensen zonder symptomen waren, was COVID-19 gemiddeld niet zo erg. Uiteindelijk bleek zowat de helft zonder symptomen, dan kom je uit op 0.7% (in een gemiddeld vrij jonge bevolking). Dat is heel wat meer dan griep. Per miljoen geïnfecteerde mensen verwacht je dan zevenduizend SARS-doden en dat is veel. Vroeger konden we daar weinig aan veranderen, tegenwoordig hebben we intensieve zorgen. Toch kunnen we zieke mensen enkel beademen en hopen dat ze ondertussen niet dood gaan. Zo blijkt in Nederland de sterfte bij vijvenzeventigplussers na opname bijna 70%. De sterfte door COVID-19 volgt de natuurlijke sterfte getrouw: laag tot onbestaande bij kinderen en jonge volwassenen, toenemend vanaf middelbare leeftijd, hoog op oudere leeftijd. Vandaar mijn beschrijving als een wintergriep op speed. Onder de twaalf jaar is de sterfte nul: er sterven geen voordien gezonde kinderen aan COVID-19. Kinderen kunnen het virus slechts krijgen en verspreiden, maar worden er niet of nauwelijks ziek van. Ook volwassenen die voordien gezond waren, sterven er niet van. Het kan, zoals het ook bij griep kan, maar in Nederland zijn er over de hele epidemie maar eenenveertig volwassenen onder de vijftig gestorven (ongeveer 1/10.000 besmettingen). De sterfte is ook nog laag bij mensen op middelbare leeftijd maar begint op te lopen. Bij vijfenzestigplus wordt de sterfte hoog, vooral in combinatie met andere chronische ziekten. In verpleeghuizen kan gemakkelijk 25% van de zieken sterven. De ernst van een pandemie wordt aangegeven met sterren. De Spaanse griep in 1918 krijgt vijf sterren: hij was zeer besmettelijk en zeer dodelijk: 2,5 % bij volwassenen (twintig tot veertig jaar). Ouderen bleken vaker beschermd door antistoffen veroorzaakt door een grieppandemie in de negentiende eeuw. De Aziatische en de Hongkonggriep (1957 en 1968)

krijgen twee sterren: ze waren zeer besmettelijk, gingen de wereld rond maar de sterfte was die van een kwade griep. De COVID-19 pandemie geef ik drie sterren: op zich is het virus iets dodelijker (denken we) en iets besmettelijker (weten we), maar er komen geen natuurlijke antistoffen voor in de bevolking. Iedereen is vatbaar. Dat is een groot verschil met de grieppandemieën: de mensheid heeft een lange ervaring met griep.

De toekomst van jonge kinderen werd zwaar beschadigd door de scholen te sluiten, zonder enig plan hoe ze weer open te krijgen COVID-19 is erger dan een wintergriep en vermoedelijk erger dan een pandemische griep. Niets doen was geen optie in rijke, welvarende landen met hoge levensverwachting. Beperkte ingrepen zijn vermoedelijk wel het beste in landen met een gemiddeld of een laag inkomen: schade aan de economie wordt daar zwaar betaald door de mensen onderaan de ladder. In goede tijden hebben die het al moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen.

Jongeren die hun weg zoeken in hun leven doen dat met hun vrienden, die mochten ze niet meer zien HOE GEVAARLIJK ZIJN DE MAATREGELEN? Omdat er geen behandeling of geen vaccin bestaat, bestonden de maatregelen uit vormen van quarantaine: het doen dalen van potentiële besmettelijke contacten. China heeft een standaard gezet door de provincie Hubei, waar Wuhan lag, af te sluiten in een draconische lockdown waarbij veertig miljoen Chinezen gedurende maanden huisarrest kregen. Wereldwijd hebben lockdowns aanleiding gegeven tot sociale, economische, psychologische en pedagogische rampen. Sociale wetenschappers hebben daar van in

juli 2020  >  13


ACTUA

het begin voor gewaarschuwd, maar ze werden overstemd door virologen, die de noodklokken luidden. De maatschappij raakte geobsedeerd door het virus. De economie kreeg een loodzware klap. De toekomst zal uitwijzen of de economie er weer snel bovenop geraakt, maar een zware economische depressie is bepaald niet onmogelijk. Je legt niet ongestraft de wereldeconomie voor enige maanden plat.

De economische kostprijs werd betaald door de kinderen van de babyboomers: jonge starters, jonge ouders, jonge ondernemers De toekomst van jonge kinderen werd zwaar beschadigd door de scholen te sluiten, zonder enig plan hoe ze weer open te krijgen. Dachten politiek en virologen dat dit virus in rook zou opgaan? Er zijn geen aanwijzingen dat kinderen belangrijk zijn in het starten en onderhouden van de epidemie, integendeel. Kinderen lijken het virus slechts te kunnen krijgen en doorgeven. Dat wisten we al lang. In gezondheidsbeleid is niets belangrijker dan de lagere school, basis voor een gezonde toekomst. De belangrijkste voorspeller van een stijgende en een hoge levensverwachting in de negentiende en twintigste eeuw was de alfabetiseringsgraad van meisjes. Deels omdat die steevast achter liep op de jongens, deels omdat vrouwen hoofdverantwoordelijke waren voor het doen dalen van de kindersterfte (door goede kinderzorg) en van de moedersterfte (de vroedvrouw heet overal ter wereld vroede vrouw: een wijze postmenopauzale vrouw met veel ervaring bij bevalling en kraamzorg). Het sluiten van de scholen had niets te zien met wetenschappelijk bewijs. Het had alles te zien met een angstige middenklasse bang voor ook het kleinste risico en een laffe politiek die zich achter de wetenschap verschuilde behalve wanneer het hen niet uitkwam. Daarom verdedig ik zo vol

14  >  juli 2020

passie de Zweden. Met ijswater in de aderen hebben die stalen Vikings de scholen open gehouden. Niet omdat dat politiek evident was, niet omdat ze niet werden bekogeld met ingezonden brieven, niet omdat ze nog net niet werden beschuldigd van massamoord, niet omdat de architecten van dit beleid geen doodsbedreigingen kregen. Maar omdat ze vinden dat kinderen belangrijk zijn en ook rechten hebben. Meer bepaald hebben ze het recht om kind te zijn. Wij, oma’s en opa’s van België en Nederland, zijn er niet in geslaagd om onze kleinkinderen te beschermen tegen de dadendrang van een beleid dat enkel oog had voor de belangen van de graag angstige middenklasse. Onze kleinkinderen mochten lang geen kind meer zijn. Hoe we het onderwijs volgend jaar gaan organiseren, niemand weet het. Tenzij we eindelijk de principes van evidence based beleid hanteren. Kijk naar de praktijk en neem over wat beter werkt. Het Zweedse beleid heeft kleuterscholen en lagere scholen open gelaten, zonder regels of restricties. Dat heeft geen problemen opgeleverd, in tegenstelling tot onze stroom van regels, regeltjes en restricties die om de dag veranderen en iedereen knetter neurotisch maken. We vermochten zelfs speeltuinen te sluiten, omdat anders ouders zouden samenscholen. Dat is een onderzoekscommissie naar minachting voor de burger en machtsmisbruik waard.

Jongeren en kinderen moesten bloeden voor ouderen, maar die ouderen hebben we niet beschermd. België staat aan de wereldtop van sterfte in woonzorgcentra Van jongeren reten de lockdowns het sociale leven kapot. Nochtans is het principe van ziekte en sterfte door COVID-19 eenvoudig: het volgt de natuurlijke ziekte en sterfte, en die is erg laag bij jongeren. Jongeren die hun weg zoeken in hun leven doen

dat met hun vrienden, die mochten ze niet meer zien. Verplaatsingen naar het lief mochten niet want waren niet essentieel. Wie dat heeft besloten, is zelf nooit jong en verliefd geweest. Loodzware boetes met keiharde politierepressie moesten dat waar maken en dat lukte nog ook. De intellectuele leiders van jongeren gaven niet thuis. Of beter: ze zaten wel thuis, maar met de elitaire daver op het lijf. Jongeren onderaan de maatschappelijke ladder in de stad verloren hun thuis: de pleintjes en publieke plekken van de stad. Populair zijn die jongeren niet bij de politie. Als de berichten kloppen, heeft de politie een reuzetijd beleefd door jacht te maken op die jonge gastjes om hen zware boetes aan te smeren. Dat zouden we ons in de toekomst nog wel eens heel erg kunnen beklagen. Ik roep bevlogen advocaten op: overtuig ouders die boetes niet te betalen en vecht ze aan. Ze waren niet proportioneel. Het afsluiten van de publieke ruimte was discriminerend tegenover jongeren zonder private open ruimte. Buitenlucht is een mensenrecht. De economische kostprijs werd betaald door de kinderen van de babyboomers: jonge starters, jonge ouders, jonge ondernemers. Je moet maar een bedrijf, winkel, restaurant of café hebben geopend in 2020. Ook hier wist het lockdownbeleid wel hoe te beginnen, maar niet hoe te eindigen. Het virus slaagde alle Vlaamse kwalen uit te vergroten: een koterij van gestold wantrouwen, regelneverij, machtsmisbruik en uitzonderingen voor de elite. Het is een detail, maar onze virologen vermenigvuldigden de overbodige verplaatsingen naar televisiestudio’s, een typisch voorbeeld van uitzonderingen voor de elite. Niemand mag onnodig verplaatsingen doen, maar jij wel, want je bent belangrijk. Dat belang had evengoed gediend kunnen worden met een skype-verbinding met de televisiestudio. Jongeren en kinderen moesten bloeden voor ouderen, maar die ouderen hebben we niet beschermd. België staat aan de wereldtop van sterfte in woonzorgcentra. We nemen kinderen

DEGEUS


ACTUA

hun kind-zijn af, terroriseren jongeren en maken jonge starters hun nieuwe levenswerk kapot, dat alles om ouderen te beschermen. Maar dat is ons niet in de minste mate gelukt. België heeft mede de hoogste sterfte in woonzorgcentra ter wereld. Het is nog erger. Alles wat belangrijk is voor ouderen hebben we hen afgepakt. Ouderen hebben last van verlies van spieren en mobiliteit, want in beweging blijven is zo belangrijk, maar we sloten hen op. Ouderen lijden onder eenzaamheid. We namen hen hun bezoek af. Het is nog niemand echt opgevallen in België, maar de oversterfte door andere oorzaken dan COVID-19 is heel wat hoger dan verwacht. Waaraan zijn ze overleden? We weten het niet. Er is meer in een ouder bestaan dan het naakte overleven. Ouderen willen een zin voor hun bestaan en dat vinden ze hoofdzakelijk in hun kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. Dat ontnamen we hen.

Door het diverse beleid in Europa kunnen we theorieën, modellen en speculaties in de vuilbak van de geschiedenis dumpen Om de draconische maatregelen te kunnen onderbouwen werd een ware smetvrees geïnstalleerd. Vooral voor jonge kinderen kan dat leiden tot levenslange neurosen. Het virus verspreidt zich nochtans zowat exclusief ‘van keel tot keel’ door hoesten, niezen of langdurig praten met elkaar. Het ontsmetten van winkelkarren tot toogbanken is niet op wetenschappelijk bewijs gebaseerd. Zowat alle bekende infecties zijn terug te brengen op direct contact met een besmette keel, nooit met enig oppervlakte. Academies op jacht naar onderzoeksgeld zullen wel virussen gekweekt hebben van eender welke oppervlakte, maar dat betekent geenszins dat het virus zich zo verspreidt. Om samen te vatten: het virus doodt zelden rechtstreeks. Het is de uit de hand lopende reactie van het eigen

DEGEUS

immuunsysteem die de zware en vaak dodelijke longontstekingen veroorzaakt. Zo is ook de maatschappelijke reactie tegen het virus mogelijk dodelijker en ontwrichtender geweest voor de maatschappij dan de pandemie zelf.

HOE VERDER Dit kritische stuk is geschreven met de baten van terugblik, met kennis achteraf. Die is goedkoop. Maar we kunnen sneller leren van vergissingen en moeten deze corrigeren. Beleid wordt uitgetekend voor de toekomst. Dit is de grote kracht van de Zweden. Zij hebben vanaf dag een gezegd: een beleid moet jaren overspannen. Dit virus gaat niet zomaar weg. Een vaccin ontwikkelen, produceren en verspreiden op wereldschaal duurt jaren. De rest van Europa stommelde van de ene noodmaatregel in de andere, om te ontdekken dat ze zich vast hadden gereden in de eigen logica. Terwijl Zweden het gevoerde beleid kan verderzetten, terwijl de andere landen moeten bedenken hoe ze een erg angstig volk uit de lockdown moeten leiden. Ieder eindresultaat zal erg lijken op de toestand in Zweden nu, maar dan met veel meer angst. Die angst was nodig om de draconische maatregelen te rechtvaardigen. Het is nu bepaald lastig tegen de bange burger te zeggen dat het allemaal wel meevalt. Dit onderhoudt de schade, waarbij het spook van een zware economische depressie steeds dreigender wordt. Aanvankelijk was er geen wetenschappelijk bewijs, enkel gegevens uit China dat vermoedelijk erg zuinig is geweest met de waarheid. Dat bewijs werd vervolgens snel opgebouwd. Het virus was heel besmettelijk door contact van persoon tot persoon in slecht geventileerde ruimten. Het was nauwelijks besmettelijk op alle andere wijzen. Social distancing en handen wassen is belangrijk, het ontsmetten van allerhande spullen is overbodig. Na Italië vond ieder Europees land het eigen warme water uit. Dat varieerde van het soepele, humane en kindvriendelijke beleid van Zweden tot het regelrechte gezondheidsfascisme van

Macron, een schokkend voorbeeld van machtsmisbruik. Er is zelfs geen heel klein spatje bewijs dat het Franse opsluiten van mensen in hun huis en in hun buurt iets anders uithaalt dan het veroorzaken van gevoelens van somberheid, depressie en sociale isolatie. Het virus houdt niet van de buitenlucht. Door het diverse beleid in Europa kunnen we theorieën, modellen en speculaties in de vuilbak van de geschiedenis dumpen. We hebben feiten om een evidence based beleid te ondersteunen. België had snel kunnen overschakelen op een Nederlands model. Dat was niet alleen soepeler, humaner en meer relaxt, het was ook succesvoller dan het Belgische, zowel in bestrijding van het virus als in bewaren van meer persoonlijke vrijheid. Vervolgens konden we overstappen naar het Zweedse model, dat meer respect heeft voor kind, mens en maatschappij. Een dergelijk maatschappelijk model kunnen we volhouden tot er een vaccin is. Intussen kunnen we leren van Zuid-Korea hoe we een massaal test-and-trace-beleid kunnen uitvoeren. We hadden snel kunnen analyseren wat anderen beter deden en dat overnemen. Maar neen, net als ieder land moest en zou België zelf het warm water uitvinden.

Over de auteur Dr. Luc Bonneux is arts en epidemioloog en schreef tal van opiniestukken in verschillende media. Hij is tevens de auteur van tal van boeken en studies rond algemene en demografische epidemiologie.

juli 2020  >  15


MENSELIJK

De impact van een virus MORELE BIJSTAND TIJDENS DE LOCKDOWN COVID-19 heeft flink huisgehouden in ons land. Door de lockdown bleven we drie maanden lang massaal in ons kot. Veel mensen werden technisch werkloos, scholen bleven dicht en ouders moesten telewerk combineren met non-stop kinderzorg. Er was – en is nog steeds – angst voor besmetting. Onze dagelijkse routine werd helemaal door elkaar geschud. Om maar te zeggen dat de coronacrisis ook een erg zware psychosociale tol heeft geëist. Om die op te vangen, stond gedurende de hele lockdown een leger consulenten klaar om morele begeleiding te geven. De Geus sprak met vrijzinnig-humanistisch consulent Winnie Belpaeme van het huisvandeMens Gent om na te gaan hoe dat eraan toeging. Let wel: dit interview werd afgenomen begin mei, toen de lockdown nog in volle gang was en er nog geen zicht was op een versoepeling. Linde Waeyaert

De dreiging om besmet te geraken, zowel voor onszelf als voor onze dierbaren en het stilvallen van ons sociaal leven en onze fysieke contacten, hebben een invloed op ons mentale welzijn. Het is niet evident om van de ene dag op de andere je vaste gewoontes abrupt te laten vallen en je leven anders in te delen. We moeten omgaan met een gevoel van onzekerheid: hoe lang zal dit nog duren? Worden mondmaskers het nieuwe normaal? We staan machteloos tegen het virus dat maar vrolijk blijft rondzwerven en mensen ziek maakt. Uit verschillende enquêtes blijkt dat we door de lockdown meer last hebben van depressieve gevoelens. Meerdere psychiaters hebben hun ongenoegen laten blijken over de sluiting van de centra voor geestelijke gezondheidszorg en zijn ongerust over de exitstrategie. Kranten

16  >  juli 2020

koppen dat partner- en kindergeweld drastisch is toegenomen. Het zijn allemaal gegevens waaruit blijkt dat veel mensen het mentaal moeilijk hebben.

‘De coronacrisis is niet alleen een medische, sociale en economische crisis, maar voor sommigen ook een existentiële crisis’ Sommige mensen hebben behoefte om hierover te praten en te vertellen wat heel de situatie met hen doet. In de huizenvandeMens kan je terecht voor vrijzinnig-humanistische begeleiding, beter bekend als morele bijstand. Zoals in veel organisaties werken de medewerkers van thuis uit en gebeurt de dienst-

DEGEUS


MENSELIJK

verlening telefonisch en digitaal. Wie nood heeft aan een gesprek kan beroep doen op een vrijzinnig-humanistisch consulent en een één-op-één gesprek aanvragen via videocall of telefoon. Voor de lezers die niet helemaal vertrouwd zijn met wat morele bijstand inhoudt: wanneer iemand het gevoel heeft zijn balans kwijt te zijn, een verlieservaring heeft meegemaakt (verlies © Teresa Sdralevich

van een dierbare, van een voor die persoon betekenisvol iets of iemand) of met levensvragen zit, dan kan die terecht bij het huisvandeMens. De morele bijstand start vanuit onze vrijzinnighumanistische levensbeschouwing met een specifieke focus op zingeving en existentiële zorg.

‘Verlies van structuur, sociale contacten, inkomen, controle en perspectief zijn allemaal mogelijke oorzaken voor gevoelens van machteloosheid en zinloosheid’ Wat voor cliënten kloppen tijdens de coronacrisis bij je aan? De coronacrisis is niet alleen een medische, sociale en economische crisis, maar voor sommigen ook een existentiële crisis. Heel verschillende mensen, met heel uiteenlopende problematieken nemen contact op met onze huizenvandeMens. Zo heb je onder meer eenzaamheid. Dat kom je tegen bij mensen die alleen in hun kot zitten, maar evengoed bij samenwonenden die tot de conclusie komen dat het niet meer klikt of niet zo goed gaat. Ook bewoners van een woonzorgcentrum voelen zich vaak erg alleen. Ze hebben momenteel een totaal gebrek aan menselijk contact: er is geen bezoek toegelaten, fysieke aanraking is nagenoeg verdwenen. Ik had daarnet nog iemand aan de lijn die beginnend dementerend is en die telkens opnieuw vergeet wat er gaande is. In zo’n toestand kun je niet meer ‘vasthouden’ wat er gebeurt, en dat brengt telkens weer pijn met zich mee. Iedere keer opnieuw realiseren ze zich dat er geen bezoek mag zijn en dat ik – of ander bezoek – niet meer mag langskomen. De angst, het verdriet en zoveel andere gevoelens hierrond blijven wél ‘hangen’, maar de oorzaak vergeten ze na een tijdje weer. Een andere groep die bij ons aanklopt, bestaat uit cliënten die door de coronacrisis hun werk hebben verloren of technisch werkloos zijn. Werk hebben zorgt

DEGEUS

niet alleen voor een dagelijks ritme, een structuur, maar ook voor sociale contacten én een inkomen. Als je volledig of gedeeltelijk je loon kwijtraakt, vallen ook de plannen die je met dat geld had weg, zoals leningen afbetalen, verbouwingen en vakantieplannen. Daardoor verdwijnt ook een deel van je toekomstplannen en -perspectief. Verlies van structuur, sociale contacten, inkomen, controle en perspectief zijn allemaal mogelijke oorzaken voor gevoelens van machteloosheid en zinloosheid. Daarnaast verdienen daklozen en armen extra aandacht. Voor het virus is iedereen gelijk. Net als de dood maakt corona immers geen onderscheid. Je leefomstandigheden zijn echter wel heel erg bepalend voor je overlevingskansen. Dat maakt de verschillen tussen mensen dan weer veel scherper, wreder. Wie een tuin heeft, wifi, een fiets voor elk gezinslid, twee laptops voor de kinderen, een boekenkast vol, een Netflixaccount, een auto of twee, leeft in een totaal andere wereld dan een kansarm gezin in een kleine flat zonder tuin of balkon met drie kleine kinderen. De meest kwetsbaren worden het hardst getroffen door COVID-19. Ze verliezen sneller hun werk, hebben geen reserves om periodes van technische werkloosheid te overleven, verliezen hun woonst en hebben minder toegang tot informatie of tot goede gezondheidszorg.

‘Mensen vertellen me hoe zeer ze gewoon fysiek contact missen’ Ook andere zieken hebben het lastig. De aandacht gaat op dit moment – terecht – in de eerste plaats naar de algemene veiligheid en naar coronapatiënten. Wie een andere ziekte heeft die voorheen medisch strikt opgevolgd werd, krijgt nu soms te horen dat consultaties telefonisch verlopen. Wanneer ze wel naar het ziekenhuis op consultatie mogen, mag er niemand meer met hen mee om hen te begeleiden en mee naar de afdeling te gaan. Hierdoor voelen sommigen zich achtergesteld en hebben ze het gevoel dat ze als tweederangspatiënten worden behandeld.

juli 2020  >  17


MENSELIJK

Een aantal cliënten van me zijn single en zijn op zoek naar een relatie. Die hebben het nu ook niet gemakkelijk. Was het voor de crisis al niet makkelijk om een partner te vinden, nu zijn hun kansen nog kleiner geworden. Losse seksuele contacten en fysieke afspraken mogen niet. Er is ook een angst voor de toekomst: ‘wat na corona?’ Zal er een nieuwe preutsheid ontstaan waardoor mensen elkaar niet durven aanraken? Wat als een afstand van 1,5 meter een norm wordt? Dat geldt ook voor singles die niet bewust op zoek zijn naar een partner. Mensen vertellen me hoe zeer ze gewoon fysiek contact missen: een knuffel, een kus, een lieve aanraking, een arm om hun schouder … Ook hier maakt corona een onderscheid: als je ’s avonds met je man of je vrouw in de zetel bij elkaar kan zitten, geeft dit een heel andere quarantainebeleving dan iedere avond alleen in je zetel zitten en soms dagenlang niemand te zien, behalve je eigen spiegelbeeld in de badkamer. Dan zijn er ook nog cliënten die rusteloos zijn en niet het gevoel hebben iets constructief te kunnen doen. Iedereen heeft behoefte aan communicatie: boodschappen die overgebracht worden van een zender naar een ontvanger. De boodschap kan van alles zijn. Ik hoor van artiesten – acteurs, schilders, muzikanten – dat hun omgeving verwacht dat ze zouden ‘opleven’ omdat ze nu tijd genoeg hebben om creatief bezig te zijn. Ik hoor juist het omgekeerde: sociaal en cultureel isolement smoort de creativiteit. Sommige artiesten hebben een publiek nodig, hebben behoefte aan een duidelijke ontvanger. Wanneer die ontvanger wegvalt, valt ook de communicatie weg. Ten slotte zijn er de nabestaanden van coronaslachtoffers. Dat is een aparte groep. Zij moeten verder leven met het gemis en met de onomkeerbaarheid van een afscheid dat bemoeilijkt werd door de coronamaatregelen. Iedereen die ooit al een dierbare verloren heeft, weet hoe rauw rouw kan aanvoelen. Corona maakt de rouw en van afgesneden te zijn nog killer, afstandelijker en harder. Hoe vang je zo’n problemen op?

18  >  juli 2020

De rode draad bij morele bijstand voor, tijdens en na corona, is volgens mij medemenselijkheid bieden vanuit onze levensbeschouwing, via echt contact. Bij de ene vertaalt zich dat door te luisteren, door erkenning te geven aan gevoelens, door samen na te denken over krachtbronnen om deze periode te ‘overleven’, door hen te confronteren met het irreële van hun angsten, door hen nabij te zijn (vanop afstand). Bij anderen gaat het vooral om nabijheid bieden in hun onmacht bij geleden verlies, om aandacht en zorg te besteden aan hun zoektocht naar een nieuwe invulling van een voor hen zinvol leven. Af en toe wat meer self-disclosure, waarbij ik mijn eigen kwetsbaarheid inbreng is zeker in deze periode ook belangrijk. Ik merk ook dat cliënten nu vaker informatie vragen over andere aspecten van onze werking. Hoe het er nu aan © deMens.nu

toegaat bij huwelijks- en afscheidsplechtigheden bijvoorbeeld. Kortom: dat ze iets willen horen dat buiten hun eigen leefwereld staat. Ze leven mee met nabestaanden en met trouwers, die een periode die eigenlijk vrolijk zou moeten zijn en vol liefde zien veranderen in een periode van annuleren en moeilijke keuzes maken.

‘Corona maakt de rouw en van afgesneden te zijn nog killer, afstandelijker en harder’ Is levensbeschouwing van belang in de beleving van deze crisis? Soms denk ik dat vrijzinnig humanisten misschien wel extra kwetsbaar zijn in levensmomenten waarbij hun zingeving op de helling komt te staan. Net op die momenten worden ze immers


MENSELIJK

teruggeworpen op zichzelf. Vanuit onze levensbeschouwing gaan we er immers van uit dat het leven op zich geen zin heeft. Het leven krijgt enkel maar zin door de zin die jij eraan geeft. En als datgene wat je zin geeft wegvalt, is het aan jou om zelf opnieuw zin te zoeken. Om opnieuw zin toe te kennen aan een nieuwe, veranderde werkelijkheid, zonder hetgeen je leven voordien betekenisvol maakte. Daarom is morele bijstand ook zo belangrijk. Ja, mensen moeten het zelf doen, maar niet alleen. Verbondenheid is voor mij, naast zelfbeschikking, dan ook een essentiële waarde. Ook voor gelovigen is het allesbehalve een makkelijke periode. Zij hebben te kampen met vragen en problemen waar vrijzinnig humanisten zich zelfs niks bij kunnen voorstellen. Waarom laat God dit toe? Welke boodschap stuurt God hiermee naar de mensen? Is het gebruik van digitale kanalen wel of niet toegestaan voor sommige godsdienstige rituelen?

‘Deze omstandigheden maken het heel moeilijk om afscheid te nemen van dierbaren, met op termijn nefaste gevolgen voor de rouwverwerking’ Hoe dan ook gaan mensen vanuit hun eigen levensbeschouwingen en godsdiensten op zoek naar antwoorden op de levensvragen die hen nu bezighouden, of naar de kracht om de gegeven situatie te accepteren. Soms moeilijk, soms boeiend. Ik zie ook dat de coronacrisis de waardenkaders van sommige mensen helemaal doorheen schudt. Dat hoeft niet altijd negatief te zijn, het kan je bewust maken van wat er écht belangrijk is in het leven. Soms zijn dat dingen of mensen die anders als vanzelfsprekend worden beschouwd maar waarvan de betekenis nu scherper en duidelijker wordt: familie, goede buren, een tuin, geld, een fiets, gezelschap, gezondheid? Een verandering in je waardenkader heeft impact op je identiteit. Je bete-

DEGEUS

Winnie Belpaeme: ‘De rode draad bij morele bijstand voor, tijdens en na corona, is volgens mij medemenselijkheid bieden vanuit onze levens­beschouwing, via echt contact.’ © Yvon Bartelink

kenisgeving bepaalt mee wat je doet – en hoe – maar ook wie je bent. Het inzicht dat je iets bent kwijtgeraakt dat bepalend was voor wie je bent, je job bijvoorbeeld, kan zowel verrijkend als bedreigend zijn. Als ik mezelf even als voorbeeld neem: mijn werk als vrijzinnig-humanistisch consulent geeft me de kans om iets te betekenen voor anderen. Wanneer dat zou wegvallen, zou dit zwaar voor me zijn en leiden tot een confrontatie met mezelf. Want dan zou ik – voor een deel – iemand anders moeten worden. Ik zou mezelf moeten herdefiniëren, heruitvinden. Wat moet het dan wel niet zijn als je een persoon verliest die je graag ziet, je huis waar je woont of je eigen gezondheid? Ik denk dat deze periode voor veel mensen een wake-up call is. Het doet je bewuster stilstaan bij wat wel of niet belangrijk of waardevol is en of de manier waarop je jouw leven hebt ingevuld nog wel in overeenstemming is met je eigen waardenkader. In die zin kan deze periode voor sommige mensen een weliswaar trieste, maar tegelijk ook heel waardevolle tijd zijn. We blijven in ons kot, wat betekent dat je mensen niet meer één-op-één kan zien. De begeleiding gebeurt telefonisch of via videocall. Verandert dit je manier van werken? Ervaar je hierbij moeilijkheden? Mijn collega’s en ik merken dat we meer gesprekken hebben, bijvoorbeeld wekelijks, maar dat die van kortere duur zijn. Veel cliënten geven zelf aan dat ze liever wekelijks een korter telefoongesprek hebben dan één gesprek van een uur. De wekelijkse telefoontjes doorbreken

de stilte veel meer. Deze middag ga ik bijvoorbeeld bellen met een cliënt die aangaf dat hij op het einde van de week wel contacten heeft: andere hulpverleners die bellen, boodschappen die aan huis worden geleverd, maar die van vrijdagavond tot woensdagochtend niemand anders ziet of hoort. Weten dat er toch iemand is die met je meeleeft, die je belt op de dag dat het voor jou past en extra moeilijk is, maakt een wereld van verschil. Ik merk ook dat bewoners van een woonzorgcentrum of ouderen die alleen wonen en geïsoleerd zitten veel meer behoefte hebben aan gesprekken die de horizon van hun verkleinde wereld wat opentrekken. Enerzijds gaat dit over praktische vragen in verband met de situatie waarin we zitten: wat betekenen de coronamaatregelen voor mij? Mag ik dit of dat doen? Wat mogen jullie? Sommige mensen hebben nood aan een praktische vertaling van de maatregelen naar hun leefwereld. Dat noem ik dan op een coronagerelateerde manier de wereld binnenbrengen. Anderzijds hebben mensen behoefte aan ons venster op de wereld, een inkijk in een stukje van mijn leefwereld: ‘Wat zie jij uit je raam?’ ‘Waar ben jij?’ ‘Zie jij andere mensen?’ Dit verdicht de afstand tussen mij en mijn cliënt omdat ik ook iets van mijn leefwereld met hen deel. Het gaat over echt contact waardoor je mensen toelaat in jouw wereld om hun wereld ook een stukje groter te maken. De meeste cliënten hebben – tijdens deze periode – ook mijn privénummer. Voor de coronacrisis gebeurde dat zelden of nooit. Ik vind dat niet vervelend,


MENSELIJK

omdat mijn cliënten er respectvol mee omgaan. De fysiek afstand die door corona gecreëerd is, wordt op andere vlakken veel kleiner gemaakt. Omdat ik een inkijk geef in mijn eigen leven, omdat ik de middelen die ik heb, bijvoorbeeld mijn gsm, beschikbaar stel om contact te houden. De wederkerigheid is groter en dat extra beetje medemenselijkheid maakt het voor cliënten draaglijker. Is er verder nog een specifieke impact op de gesprekken zelf? Stel je andere vragen? Ik merk dat de contacten toch anders zijn. Ik ga nog steeds – indien nodig en gewenst – peilen naar ‘de vraag achter de vraag’. Wat betekent datgene wat de cliënt vertelt voor die cliënt op dit moment in haar of zijn leven? Als je de cliënt echter niet voor je ziet, mis je heel wat informatie die je anders krijgt uit de non-verbale communicatie: hoe iemand iets zegt en haar of zijn houding erbij.

‘Het virus mag dan sterk zijn, mensen zijn het ook, zeker als ze front vormen’ Gisteren had ik een nieuwe cliënt aan de lijn. Een oudere meneer, met een broze gezondheid. Zijn vraag was om samen zijn vrijzinnig-humanistische afscheidsplechtigheid voor te bereiden. Hij wil zijn familie ontlasten door zelf te bepalen wat er zal gezegd worden, welke muziek er zal gespeeld worden. Tegelijk wil hij zijn levenseindedocumenten in orde brengen. Ik heb hem voorgesteld dat ik met een stoel naar hem zou gaan en we in zijn tuin veilig, op anderhalve meter, een gesprek zouden hebben. Ik was heel blij dat ik dat kon voorstellen en het gesprek niet telefonisch moest voeren. Dan mis je namelijk compleet het non-verbale aspect. Samen stil zijn is aan de telefoon ook minder evident dan in een face-to-face-gesprek. Dirk De Wachter voorspelt dat de piek van mensen met psychologische problemen er zal komen na de piek van het coronavirus. Hoe schat jij dat in? Geen idee. Echt, ik weet niet of dat zo zal zijn. In een crisis ga je in eerste instantie in overlevingsmodus en je

20  >  juli 2020

probeert je sterk te houden. Wie veel veerkracht heeft, zal daarin al beter slagen dan een ander en zal ook na de lockdown op die veerkracht kunnen terugvallen. Veerkracht staat je makkelijker toe om de zaken positief te kunnen benaderen, waardoor je na de lockdown zal kunnen terugblikken en bijvoorbeeld zeggen: ‘ik heb toch mijn tuinhuis gebouwd’, of ‘ik heb boodschappen gedaan voor mensen die het zelf niet konden’. Daar tegenover staan de mensen die die veerkracht niet hebben. Voor de duidelijkheid: dit is geen oordeel, wel een vaststelling. Zij zullen eerder terugblikken en zien dat ze de periode weliswaar hebben overleefd, maar ook stilstaan bij de (onherstelbare) schade die deze periode heeft veroorzaakt in hun leven … Dus ik denk dat het heel verschillend is van mens tot mens. Ik wil ook nog het belang aankaarten van aandacht en zorg voor zelfredzaamheid. Polsen naar wat maakt dat iemand het volhoudt. Dit komt bijna in elk gesprek voor. Moreel consulenten beluisteren bij cliënten wat hen weer kracht geeft, wat hun ‘batterij weer oplaadt’. Door dit te bevragen, worden hun ‘krachtbronnen’ duidelijker en kunnen mensen er gerichter naar grijpen en op terugvallen wanneer nodig. Bij de ene kan joggen helpen als ze het moeilijk krijgt, een ander maakt quilts om gedachten af te leiden en angst te beheersen, bij nog iemand anders is het vooral het feit dat de kleinkinderen enkele keren per week aan het venster komen zwaaien en – op afstand – hun verhalen vertellen. Die zaken zorgen voor een glimlach, voor de gemoedsrust die nodig is om de dagen door te komen. Het zijn de hulp- en krachtbronnen die mensen vinden bij zichzelf en bij anderen. Dit in kaart brengen zorgt ook bij hen voor een goed gevoel: ‘ik doe het toch maar’. Dit is vooral van belang bij mensen die al zwaar getroffen zijn door het leven. Respect hiervoor. Onze cliënten zijn geen ‘dutsen’, het zijn mensen zoals jij en ik, het zijn sterke mensen. Een heel ander verhaal is het voor hen die naasten verloren hebben aan COVID-19. Deze omstandigheden maken het heel moeilijk om afscheid te nemen

De huizenvandeMens zijn sinds 18 mei gedeeltelijk terug open. Telefonische en online dienstverlening blijft de norm. Wie nood heeft aan een luisterend oor kan steeds terecht bij een huisvandeMens in je buurt.

van dierbaren, met op termijn nefaste gevolgen voor de rouwverwerking. Als vrijzinnig-humanistisch consulent verzorg je ook afscheidsplechtigheden. Hoe gaat afscheid nemen eraan toe in tijden van corona? Op vraag van de nabestaanden verzorgde ik de vrijzinnig-humanistische afscheidsplechtigheid voor een bejaarde heer, die het slachtoffer geworden was van het coronavirus. Om de plechtigheid voor te bereiden had ik contact met zijn zus via skype, met wie hij levenslang een heel hechte, warme band had gehad. Omdat zij zelf niet aanwezig kon zijn op de plechtigheid (aangezien ze door haar leeftijd en kwetsbare gezondheid zelf risicopatiënt is), sprak ik met haar neef af dat hij tijdens de plechtigheid de skype-verbinding zou aanzetten zodat ze op die manier toch aanwezig zou zijn. Op die manier afscheid nemen is natuurlijk heel zwaar. De grootste troost voor die dame was dat het voor haar broer eigenlijk een snelle – zo verzekerden de artsen haar – en pijnloze dood was geweest. Nabestaanden hebben vaak geen afscheid kunnen nemen, zijn niet meer op bezoek kunnen gaan in het ziekenhuis, hebben niet mogen groeten. Er zijn ook maar vijftien aanwezigen toegelaten op een afscheid en ook dat valt zwaar omdat nabestaanden moeten kiezen wie wel en niet aanwezig kan zijn. Ook fysieke aanrakingen, iets waar we als mensen nood aan hebben en zeker wanneer we te kampen hebben met verlies, mogen niet. Dat is onvoorstelbaar hard en triest. Tegelijk merk je in sommige families en vriendengroepen de ongelooflijke nabijheid die op afstand wordt gecreëerd. Het virus mag dan sterk zijn, mensen zijn het ook, zeker als ze front vormen.

Alle beschreven cliëntverhalen zijn gebaseerd op echte begeleidingen. Uit respect voor de betrokken cliënten, en getrouw aan het beroepsgeheim, werden ze geanonimiseerd.

DEGEUS


COLUMN

Lock up Beste lezer, Weet dat alles wat hierna verteld wordt, ongelogen is. Nu ik tijd en geld zat heb wou ik al lang eens door het mysterieuze China reizen. En in februari was het zo ver en één van mijn bestemmingen was Wuhan. Niet omdat het een fraaie stad is, want dat is ze niet. Een zee van wolkenkrabbers en mensen (met elf miljoen zijn ze!) belet immers het uitzicht en je kan met niemand een babbeltje slaan, want ze begrijpen je niet. Maar ik wou er beslist naartoe omdat er een unieke wet market is, je weet wel een markt waar je levende dieren onverdoofd voor je neus ziet slachten, verser kan het niet. Ik had al lang mijn zinnen gezet op een filet pur van civetkat en een tournedos van kaaiman (seignant), delicatessen die ze hier in onze beschaafde contreien niet eens kennen. En als presentje voor de thuis gebleven vrienden een paar hoefijzerneusvleermuisjes in mijn bagage gestopt. De Chinese douaniers deden eerst wat moeilijk. Ze verdachten mij drager te zijn van het COVID-19-virus en er werd gemompeld dat ik in quarantaine moest. Maar dan werd er een hogere pief bij gehaald. Wou ik naar Europa? Hij zei geestdriftig dat men mij moest laten gaan. In Brussels Airport zocht men naar springstof in mijn bagage. ‘Heeft u iets te declareren?’, vroeg een keurige hostess. ‘Een beetje corona’, antwoordde ik lachend en ik mocht gaan. En toen, geheel onverwacht, kwam de lockdown. Maggie – de grote wijsgeer Blaise Pascal indachtig (‘Tout le malheur des hommes vient d’une seule chose, qui est de ne savoir pas demeurer en repos dans une chambre’) – vaardigde het bevel uit dat iedereen in zijn kot moest blijven. Het consumptiepretpark ging dicht. Iedere dag werd de wurggreep steviger. Gedragseconomen kwamen in paniek. Banken snelden gratis ter hulp met vers gedrukt geld. Niemand nog naar de opera. Festivals (en dat zijn er nogal wat): opgedoekt. Gentse Feesten: schluss damit! Radeloze flatbewoners met bleke kinderen overspoelden het rurale Vlaanderen. Ouderlingen vielen bij bosjes dood in hun zuur betaalde WZC’s. En elke dag verschenen viruskenners met nauwelijks ingehouden glimlach op TV. Maar vooral: de horeca werd opgedoekt. Gedaan met ons jarenlang zondags vertier. En ook nog: geen alcoholcontroles meer bij gebrek aan gegadigden. Velen droomden koortsig van een back to normal, enkele zonderlingen zagen aan de einder een nieuwe beschaving dagen. Zelf had ik de mond vol van een ethisch reveil, zonder te beseffen

DEGEUS

dat dit een zeer Roomse gedachte is. En hoe ging het met de vrienden? Iedereen zat dag en nacht voor zijn laptop. Mails werden blitser, gedurfder, vrank en vrij. Er werd gefacebookt dat het een lieve lust was. Messenger stond roodgloeiend. Er werd virtueel vergaderd, geaperitiefd en gesekst. Onder het mom van telewerk brachten lanterfanters hun luie eindeloze dagen al surfend en teleshoppend door. Het onrustig kroost werd af en toe murw geslagen. Hier en daar werd een echtgenoot langzaam vergiftigd of sloeg een overspannen man de schedel in van zijn zeurende wederhelft. Fuivende buren werden verklikt. Zorgverleners kregen aria’s van op het balkon, dwangmatig applaus en luidende kerkklokken, iedere dag, stipt om 20.00 uur. De wanhopigsten onder ons begonnen gedichten te schrijven. En toen kwam de nacht van 26 op 27 mei. Om vijf uur in de ochtend werd plots hevig gebonsd op mijn voordeur. De coronapolitie! Snel doorzochten ze mijn stulp en toen ze mijn laptop zagen riep één van hen triomfantelijk: ‘Hebbes!’ Ik begreep er niets van, tot de jongste zei dat ze aan mijn scherm duidelijk konden zien dat ik al die tijd de anderhalve meter afstand aan mijn laars lapte. En dat klopte nog ook! Hij liet de monitor oplichten en overal zag je minuscule speekselspatjes. ‘Je moet bijna met je neus op je scherm gezeten hebben’, zei de oudste wrevelig. In een wanhopige poging haalde ik mijn wandelstok met stalen punt te voorschijn. ‘Kijk eens hier’ zei ik, ‘ik heb die speciaal laten maken op anderhalve meter. Daarmee heb ik iedereen voortdurend gepord om die regel na te leven.’ Ik vertelde er niet bij dat ik mij had laten inspireren door Alfred Birneys laatste roman (In de wacht): ‘Met de wandelstok kunnen we een minimalistische bejaardenvariant ontwikkelen op het Japanse Kobujutsusysteem, waar we opgeschoten jongelui met haat jegens ons te lijf kunnen gaan.’ Want als er één ding duidelijk is geworden tijdens de (afgelopen?) crisis is het wel dat wij, ouderlingen, extra geviseerd worden. Beste lezer, zoals steeds eindig ik met een hoopvolle boodschap. Na regen komt zonneschijn. Na lockdown komt lock up. Het is opwindend om te begrijpen wat Wikkionay daaronder verstaat: nauwer aanhalen, opwinden, spannen, strekken, uitrekken, dringen, drukken, knellen, persen, pressen, aandrukken, bijschuiven, insluiten, opsluiten, wegbergen, wegsluiten, bergen, opbergen, aaneensluiten, binden, verdichten. Willem de Zwijger

juli 2020  >  21


COLUMN

Reikhalzen Jean-Pierre Vanhee

Kijkt u ook zo uit naar elke nieuwe versoepeling die ons dichter brengt bij ons oude, normale, leven? Wanneer mogen alle kinderen terug naar school en studenten naar hun universiteit of hogeschool? September? Wanneer kunnen we terug gewoon op café, zonder reserveringen en sociale afstand? De lijst wanneer-vragen is schier eindeloos, ik kan nog wel even doorgaan. Wanneer hoeven we ons niet langer aan de social distancingregels te houden? Wanneer herneemt het culturele leven weer met volle kracht? Wanneer wordt het leven weer domweg normaal? Wanneer wordt onze afstand tot elkaar, voor zover we dat wensen tenminste, opnieuw kleiner? Even zuchten. Wanneer? Zeker is dat het nog niet voor morgen is. Sommigen beweren dat het nog wel een paar maanden, zelfs jaren zou kunnen duren. Op veilige afstand leven, dat is de (nieuwe) regel.

Wat gebeurt er evolutionair met dieren voor wie een noodzakelijk goed niet meer bereikbaar is? Ze sterven uit of ze passen zich aan door te veranderen Wat gebeurt er evolutionair met dieren voor wie een noodzakelijk goed niet meer bereikbaar is? Ze sterven uit of ze passen zich aan door te veranderen. Het eerste is geen optie. We kunnen immers leven zonder het goed dat ons ontbreekt. Meer zelfs, afstand houden is net wat ons moet behoeden voor oversterfte en, in extremis, extinctie. Veranderen dan maar. Het lijdt geen twijfel dat de sterke inperking van nabijheid dat met ons zal doen. Als we over een langere periode moeten afzien van toenadering, experimentele dichtheid, verbroedering, nieuwe en

22  >  juli 2020

vernieuwende aanrakingen, zullen we afzien. Dat doen we nu al, dat heet vereenzaming.

Elkaar aanraken doen we met lijf en leden, met stille woorden, met intieme blikken, met tafelgeuren en keukenmanieren, alleszins ruimtelijk nabij Elkaar aanraken doen we met lijf en leden, met stille woorden, met intieme blikken, met tafelgeuren en keukenmanieren, alleszins ruimtelijk nabij. Omdat aanraken buiten onze eigen bubbel of immuun gewaande intimiteit gevaarlijk is, leren we beter naar onze sociale aura te kijken. Wie maakt er deel uit van onze dichtste levenskring? Een vraag die tot duidelijkheid noopt, maar die tevens erg delicaat is. Het antwoord sluit immers zowel anderen in als uit. Behoor je niet tot de intimi, dan kom je er (voorlopig) niet meer in. Dat kan aankomen als boodschap, maar het kan ook bevrijdend werken. Eindelijk, van die ben ik dan ook weer af. Maar omgekeerd geldt ook: behoor je tot de intimi, dan kan je er niet meer uit. Hopelijk is ook dat intussen duidelijk, want ontsnappen is voor sommigen jammer genoeg onmogelijk. Intrafamiliaal geweld is nu nog onzichtbaarder geworden. Ook aarzelen is moeilijk in deze situatie. Heb je geen vrienden of geliefden, dan ben je verbannen in je eigen huis. Huisarrest is het nog net niet geworden. Hoe zouden we deze verandering kunnen benoemen? Social hardening? Wat een paradox. Bubbels zijn als zeepbellen. Je ziet ze niet goed en ze spatten uiteen als je er naar grijpt. Tegelijk vormen ze onze belangrijkste houvast. We bouwen er ons relationeel


COLUMN

Leven als Cyborg, ARTE © Youtube

leven op. Voor mensen die zoekende zijn, die het nog niet goed weten wie allemaal in hun bubbel past, lijkt uitharden van de keuzes veel sneller te moeten gebeuren. Een beetje kansspelerigheid is best spannend en opwindend in het leven, zeker als er enig risico aan verbinden is. Maar zijn we daar wel voor opgeleid? Voor mensen die zich in- en opgesloten voelen, is de stap naar buiten minder evident. Wanneer grenzen duidelijker worden getrokken, rijzen de drempels voor het overschrijden ervan aanzienlijk. Het kleurrijke, vernieuwende, twijfelachtige, tussenin waarin we ons sociaal ontplooien en verlengen, trekt zich terug. Hoe breed en diep anderhalve meter ook lijkt, de lucht en het luchtige als interessante tussenruimte verdwijnt. Je bevindt je erin of eruit, punt.

Bubbels zijn als zeepbellen. Je ziet ze niet goed en ze spatten uiteen als je er naar grijpt. Tegelijk vormen ze onze belangrijkste houvast Een tweede mutatie ten gevolge van de noodzakelijke anderhalve meter, is de snellere verdikking van onze huid. Door veelvuldige contacten met elkaar, schrobben we onze huid. Dode cellen die er bovenop liggen worden door wrijving verwijderd. De dagelijkse massages en scrubbings die met handendrukken, kussen, omhelzen, knuffelen en tegen elkaar aan botsen gepaard gaan, vermijden we nu als de pest. De huid neemt intuïtief afstand, wordt discreter en meteen ook dikker, taaier. Ze krimpt in wanneer iemand buiten de bubbel dichterbij komt. Thuis baden, zelfs in de overmatige zon, kan nog wel. Samen zweten van inspanning, van extase, van uitbundig, ja zelfs jolig gedrag, niet meer. Tegen elkaar aanschurken in de tram evenmin. Het openbaar vervoer wordt nog cleaner. Geen billenduwerij meer. We worden menselijker, minder dierlijk. Alle neuzen in dezelfde richting, ook op straat. Maar wie ruikt er nog aantrekkelijk,

juli 2020  >  23


COLUMN

afstotelijk, uitnodigend? Dat valt vanop anderhalve meter moeilijk uit te maken, toch? Tegelijk verkleint de afstand van huid tot vacht. Niettegenstaande het coronavirus transgeen van oorsprong is, is deze lockdown niet van toepassing op onze contacten met huisdieren. En zeg nu zelf, wie houdt er vleermuizen als huisdieren? Of we er door deze oppervlakkige veranderingen ook sneller ouder zullen uitzien, weten we gelukkig pas over enkele jaren. Voorlopig geen paniekerig gelaat, al zijn dit geen rimpelloze dagen.

Een mutatie ten gevolge van de noodzakelijke anderhalve meter, is de snellere verdikking van onze huid We beleven een lastige periode voor onze ogen, maar een heerlijke voor onze oren. Eerst die oren: ze genieten van een onmogelijk gewaande rust. Je wordt wakker om 8.00 uur en het lijkt nog maar 5.00 uur. Vogels misleiden de innerlijke klok omdat het om 8.00 nog ochtendlijk stil is in de stad. De straattinnitus houdt als vanzelf op. Muziek klinkt heerlijk nu al dat motorisch geruis weg is. Is dit een voorproefje van wat een écht mobiliteitsplan vermag? Voor de ogen daarentegen is de realiteit veel beweeglijker geworden. Videoconferenties, theatervoorstellingen op YouTube, de juf en de meester spreken niet alleen meer in, ze doen er nog een dansje bij. Kijk goed en imiteer. Hoogdagen voor de visuele mimesis, en voor het aanscherpen van al onze profielen. Twee tendensen zijn hierbij interessant: de tentakelsgewijze uitbreiding van sociale netwerken en het aflezen van emoties op schermgezichten. Tentaculaire uitbreiding omdat verbindingen nog meer dan voorheen in allerlei richtingen gaan, en, afhankelijk van de te overbruggen afstand, gebruik maken van lange en korte lijnen. Online vormt afstand immers geen enkel probleem. Je leest ergens een interessant artikel, deelt het idee ervan

24  >  juli 2020

met je vrienden die het toepassen in hun praktijk of leefwereld en je verstuurt hun voorbeelden weer naar anderen. Donna Haraway die het tentaculaire denken heeft uitgewerkt als een variant op het rizomatische denken van Deleuze and Guattari, koppelt die vaak onzichtbare uitbreiding van een ideeëngoed aan het begrip sympoietisch. Deze samentrekking van sympathie en poësis, betekent zoveel als maken-met, denken-met.

verhaal bij het gelaat. Oren en ogen komen nog dichter bij elkaar en bij ons denken dan voorheen. Of andersom gezegd: we bestaan nóg meer uit kijken en luisteren. Een tendens die niet uit het niets komt, maar samengaat met de digitalisering van de werkelijkheid. Met minder zintuiglijke waarnemingen moeten we méér werkelijkheid vatten en construeren. Niets psychotisch aan, wel zeer platonisch. Die oude wijsgeer zal toch nog gelijk krijgen: we leven in een dominante beeld- en ideeënwereld.

In tegenstelling tot onze lijfelijke begrenzing kunnen we onszelf via het digitale netwerk ongebreideld ontgrenzen. The game is on. Ik hoef mij (visueel en auditief via mijn scherm) niet af te zonderen van mijn verre of nabije omgeving. Net zomin als ik mij dien vast te pinnen op mijn geïsoleerde ‘ik’ dat voor mijn internetverbinding zit. Met al wie zich in dat netwerk bevindt, kan ik mij verbinden. Daar heeft corona geen impact op. Andere virussen en vermeende vrienden of slechte raadgevers kunnen dat verkeer weliswaar onveilig maken, maar ze besmetten je niet met een fysiek dodelijk virus. Ze kunnen met je identiteit en de inhoud van je bankrekening verdwijnen, maar je celfuncties laten ze met rust.

We leven in een dominante beeld- en ideeënwereld

Betekenisvol communiceren via gezichtsherkenning is op zijn beurt een interessante uitdaging voor het kijken. De niet-verbale communicatie wordt tot een minimum beperkt. Als je dicht genoeg bij dat groene puntje bovenaan je scherm zit, kan je al eens knipogen maar veel gedetailleerdere informatie kan je tijdens een onlinemeeting niet uitwisselen. Het gelaat (en een stukje buste) is de drager van informatie. Wat je daaronder draagt maakt niet uit, behalve voor wie nog in dezelfde ruimte vertoeft. We maken onze werelden via de gedachten die we denken, maar uit wat we op ons scherm denken waar te nemen, kunnen we niet steeds goed afleiden wie we zien, laat staan een idee vormen van hoe hij of zij erbij zit of er aan toe is.

Niet alle afstandelijkheid is problematisch. Er zijn contactvormen die nodig geproblematiseerd dienden te worden. Dat vrouwen een code bij de apotheker gebruiken om aan te geven dat zij of hun kinderen mishandeld of geterroriseerd worden, laat weinig aan de verbeelding over. Of dat ook voor mannen opgaat, is mij niet bekend. Maar die anderhalve meter verandert ons wel. Mag ik hier de parallel met de hals van een giraffe trekken om dat te illustreren? Evolutionair verlengde de hals van giraffes om beter bij de groene blaadjes in de toppen van de bomen te raken. Zit u ook weleens reikhalzend voor uw scherm? Moeten we verwachten dat onze ogen en oren en de bijhorende hersengebieden op termijn groter zullen worden? Zijn dat het soort genetische mutaties die ons over meerdere generaties evolutionair voordeel zullen opleveren? Sommigen laten het antwoord op die vraag niet over aan al dan niet toevallige mutaties van het menselijke genoom. Google maar eens op cybermensen.

We moeten dus goed luisteren naar het

DEGEUS


POËSTILLE

Nog even samenleven MARCEL VANSLEMBROUCK FLIRT MET GRENSGEVALLEN Renaat Ramon

Er zijn enkele literaire genres die ten onrechte ondergewaardeerd worden, vooral als ze formeel ambigue zijn en niet onder te brengen in de gebruikelijke genologie. Nochtans schreef Novalis – ik citeer het graag – ‘Nichts ist poetischer als alle Übergänge und heterogene Mischungen’. Het prozagedicht – ambiguer kan een naam niet zijn – is een bastaard van adellijke origine. Het is Aloysius Bertrand die met zijn Gaspard de la Nuit (1842) het genre introduceerde en Charles Baudelaire die het met Petits poèmes en prose Le Spleen de Paris (1869) de hybride vorm enig aanzien gegeven heeft. Prozagedichten zijn uitgelijnde teksten, zonder versificatie, die er uitzien als handpalmgedichten, maar in regel lyrische reflecties zijn die een zuinig gebruik maken van klassieke tropen. Ook de collage is een discipline die in de artistieke canon geen vooraanstaande rang bekleedt, al kende het genre notoire beoefenaars als Max Ernst. Een collage is een conglomeraat van beeldfragmenten die binnen hun kader betekenis (kunnen) krijgen, die een kritisch karakter kunnen hebben, die absurd of burlesk kunnen zijn. Het is een plastische discipline die zweemt naar poëzie. Geen wonder dus dat de dichter Marcel Vanslembrouck beide genres heeft samengebracht in zijn jongste twee bundels Geknipte portretten (2017) en Ongeziene taferelen (2019), verzorgde boekjes uitgegeven in eigen beheer. Beide hebben de ondertitel Collages en quoten meegekregen. Vanslembroucks collages tonen een beeldende ironie en zijn poëzie kenmerkt zich door een beeldende fantasie.

Voor iedereen foetsie is, vlug samenleven! Het is zover: je gaat er prat op zo afwezig mogelijk te zijn. Het klopt, je hebt nog altijd niet door tot wie je moet verworden. Loffelijke paasbloemen betalen met hun bloei een voorschot op de zomertaks. Nooit twijfelen aan tientjes en elfjes. In de wereld wemelt het van tellers en noemers. In de aula van de getallenleer heerst onvrede over de zopas besliste afronding naar beneden. Na een film- of theaterbezoek sla je met een ander soort innerlijk de straathoek om. De betekenis van sommige maanden is te vreemd voor woorden. De pluszijde is verrijkt met vaststellingen die beantwoorden aan hun verwachtingen, met grensgevallen naar de goede kant gekanteld, met publieke emoties die sporters vooruitbranden, met een gegronde tevredenheid over zichtbaar geworden besluitvorming en met mozaïeken die pleisterplaatsen opfleuren.

standige quoten en parafrases zonder dwingend verband. Eigenlijk heeft Vanslembrouck een nieuw en boeiend literair genre gecreëerd. Het eerste van de vierendertig naamloze prozagedichten die de bundel Ongeziene taferelen vormen, begint met de vaststelling ‘Indien mogelijk, geef je grif toe, grijp je naar de verbeeldingskracht, die fraaie gewaden over de werkelijkheid gooit. Soms vertoeft het innerlijk in een spiegelkabinet.’ Het spiegelkabinet als instrument en symbool van de zelfreflectie, een kenmerk van Vanslembroucks werk dat herinnert aan de stelling van W.H. Auden: gedichten zijn niet de expressie van de dichter, hij wordt door poëzie gevormd. De hierboven geciteerde tekst werd voor de heersende pandemie geschreven maar opent met een quote van een bijzondere actualiteit: ‘Voor iedereen foetsie is, nu vlug samenleven! Het is zover: je gaat er prat op zo afwezig mogelijk te zijn.’

Ook zijn teksten zijn collages, ze bestaan zoals hij zelf in de bundels aangeeft, uit ‘honderden bedenkingen, zegswijzen, uitdrukkingen, slogans, ideeën, oneliners, raadgevingen, versregels, noties, invallen, quoten, meningen, gedachten, opvattingen, beseffen, dwalingen, fantasieën, hersenschimmen, verzinsels, leuzen, vragen, zinspreuken, deviezen, motto’s, slagzinnen, uitspraken, enzovoort’, zelf-

DEGEUS

juli 2020  >  25


DIRK VERHOFSTADT - politiek filosoof, opiniemaker en publicist en pleit voor een progressief, ‘menselijk’ liberalisme met een grote klemtoon op individuele vrijheid - als professor verbonden aan de onderzoeksgroep Center for Journalism Studies van de vakgroep Communicatiewetenschappen aan de Universiteit Gent - behaalde in 2010 de graad van doctor in de moraalwetenschappen aan de UGent met een proefschrift over Paus Pius XII en de vernietiging van de Joden. - is kernlid van de onafhankelijke denktank Liberales - is auteur van tientallen boeken en essays, onder andere over het liberalisme, religieus terrorisme, atheïsme, de Verlichtingsdenker Cesare Beccaria en de Holocaust - daarnaast publiceerde hij de bekende interviewboeken ‘In gesprek met Etienne Vermeersch’ en ‘In gesprek met Paul Cliteur’ - werkt momenteel aan een derde gespreksboek: ‘In gesprek met Johan Braeckman’ © Gerbrich Reynaert


VRAAGSTUK

Zum Ewigen Frieden IN GESPREK MET DIRK VERHOFSTADT In volle coronacrisis trek ik naar Dirk Verhofstadt voor een gesprek over zijn boeken en de uitgangspunten van zijn denken. Iedereen heeft zo zijn bezigheden om de lockdown uit te zitten, voor Dirk Verhofstadt – zo bleek uit een van zijn tweets – was dat het herlezen van het werk van Immanuel Kant. Kurt Beckers

Waarom wou u uitgerekend Kant herlezen? Kant ligt aan de basis van de plichtethiek, of deontologische ethiek. Die vind ik heel erg belangrijk omdat ze hamert op de bescherming van het individu en zijn rechten en vrijheden, in het bijzonder het recht op zelfbeschikking.

Heel de discussie tussen gevolgen- en plichtsethiek speelt ook mee in de huidige debatten over de coronamaatregelen Zijn meest interessante boek voor mij is de Kritiek van de Praktische Rede. Hierin maakt Kant een synthese van empirisme en rationalisme, waaruit hij zijn ethiek afleidt. Bovendien schuift hij in dat boek de categorische imperatief naar voor, die zeer belangrijk is voor het ethische denken in het algemeen. Die categorische imperatief bestaat uit twee delen: handel zo opdat de maxime van jouw handeling door jouw wil tot algemene natuurwet zou moeten worden; en in de tweede plaats dien je zo te handelen dat je het mens-zijn altijd als doel en nooit louter als een middel zult gebruiken. Daarmee legde Kant de basis voor de plichtethiek, een van de drie grote ethische systemen naast de deugdenethiek en de gevolgenethiek. Voor Kant is een handeling maar ethisch correct als ze universali-

DEGEUS

seerbaar is. Dat houdt in dat als je tegen doden bent, je moet willen dat niemand mag doden. Hetzelfde geldt voor stelen, liegen, noem maar op. Soms wordt dat verkeerd begrepen en laat men uitschijnen dat Kant gewoon de ‘gulden regel’ toepast, zoals we die ook kennen in diverse religieuze tradities: behandel de andere steeds zoals je zou willen dat je zelf behandeld wordt. Het verschil is dat bij Kant de religieuze dimensie van beloning of bestraffing volledig ontbreekt. Je moet het goede doen omwille van het goede zelf, en niet omdat je ervoor beloond of bestraft zult worden. Nu, als je Kants plichtethiek tot in het extreme toepast, kom je ook in de problemen. Bijvoorbeeld: je mag niet liegen. Stel nu dat je tijdens de nazibezetting Joden verstopt hebt, en de Gestapo aan je deur komt kloppen. Volgens een extreme interpretatie van Kants plichtethiek zou je dan niet mogen liegen en moeten toegeven dat je inderdaad Joden verstopt hebt. Natuurlijk voel je direct aan dat dat problematisch is. Nu zijn daar wel oplossingen voor, bijvoorbeeld het moreel intuïtionisme van William David Ross. Hij zegt dat je in zo’n geval een afweging moet maken tussen een kwaad en een veel erger kwaad. In ons voorbeeld: natuurlijk is je plicht om die Joden te helpen belangrijker dan de plicht om niet te liegen. Het ene kwaad is erger dan het andere. Als u Kant zo hoog inschat, hoe kijkt u dan naar de consequentialistische ethiek van Jeremy

Bentham en J.S. Mill? Voor hen telt niet de intentie, maar zijn de gevolgen van een daad van belang om de moraliteit ervan te beoordelen. Goed is wat ‘The greatest happiness for the greatest number’ verwezenlijkt. Ook dat is een aantrekkelijke ethiek. Als je iets doet en het resultaat is positief, mag je dat doen. Hier is het zogenaamde trolley-dilemma interessant. Stel: er komt een tram afgereden die een spoorwissel nadert. Op het normale spoor liggen vijf mensen en op een ander spoor maar één. Als je aan de hendel van de spoorwissel trekt, wordt er maar één persoon overreden. Als je niets doet, dan sterven die andere vijf. Als ik dat aan mijn studenten voorleg, willen ze onmiddellijk aan die hendel trekken omdat ze daardoor vier levens redden. Maar als je er wat dieper op ingaat en vraagt of ze bijvoorbeeld hetzelfde zouden doen als ze – in plaats van aan een hendel te trekken – een zwaarlijvig iemand van de brug af moeten duwen om de tram te stoppen, dan komen ze toch bij de plichtethiek uit en vinden ze het verkeerd om die man te duwen.

Het individualisme is geen egoïsme Ook de gevolgenethiek kan – als je die extreem opvat – tot problemen leiden. Als je een dakloze ziet liggen die het niet lang meer zal trekken, zou je op basis van dit denken tot de opvatting kunnen komen dat het legitiem is om

juli 2020  >  27


VRAAGSTUK

die dakloze te doden en met zijn organen meerdere andere mensen te redden. Hier stuit je dus op de grenzen van de gevolgenethiek. Als je denkt dat dit vergezocht is, kijk dan maar naar de nazi’s. In hun propaganda stond dat een krankzinnige de staat per jaar drie rijksmark kost en dat ze voor dat geld een heel gezin kunnen onderhouden. Die redenering hebben ze later ook toegepast in hun T4-programma, dat leidde tot de moord op zo’n 70.000 mentaal en fysiek gehandicapten.

Het recht op zelfbeschikking willen we voor onszelf, maar ook voor anderen. Dus moeten er overheidsmiddelen besteed worden aan mensen die minder kansen hebben Heel die discussie tussen gevolgenen plichtethiek speelt ook mee in de huidige debatten over de coronamaatregelen. Bijvoorbeeld of we het fundamentele recht op privacy mogen aantasten: enerzijds kan je vanuit een plichtethiek aanvoeren dat je de privacy niet mag schenden, anderzijds kan je daar vanuit het consequentialisme tegen inbrengen dat je door de privacy tijdelijk te schenden heel veel levens kan redden. Je voelt in het publieke en politieke debat hoe de verschillende visies van de plicht- en gevolgenethiek meespelen in de afweging of we een bepaalde maatregel gaan toepassen of niet. Dat is meteen de reden dat ik Kant opnieuw wou lezen. Recht op zelfbeschikking, vrijheid en individualisme zijn kernwaarden van het liberalisme. Hoe kijkt u als liberaal naar de inperkingen van vrijheden omwille van COVID-19? Hebt u begrip voor de demonstranten die zowel in de VS als in Europa protesteerden tegen de lockdown? Eerst en vooral wil ik stellen dat ik een groot voorstander ben van het individualisme. Zoals ik in mijn boek Pleidooi voor individualisme uiteenzet, is het individualisme geen egoïsme.

28  >  juli 2020

Wat centraal staat is het recht op zelfbeschikking. Het recht om zelf de belangrijke keuzes in je leven te maken: met wie je trouwt, welke vrienden je hebt, welk geloof je al dan niet aanneemt, enzoverder. Dat is de essentie van het individualisme. Daar hebben we voor gevochten, en met succes: denk maar aan euthanasie, abortus, het homohuwelijk en andere LBGT-rechten. Waar tegenstanders zich vaak in vergissen is dat ze denken dat het individualisme haaks zou staan op solidariteit. Integendeel, het recht op zelfbeschikking willen we voor onszelf, maar ook voor anderen. Dus moeten er overheidsmiddelen besteed worden aan mensen die minder kansen hebben, zodat ook zij hun recht op zelfbeschikking maximaal kunnen uitoefenen. Ik denk dan in eerste instantie aan onderwijs, zodat we aan alle kinderen de mogelijkheden kunnen geven om hun talenten te ontplooien, maar ook aan goede pensioenen en een sterke sociale zekerheid.

Er zijn verschillende groepen binnen het salafisme: het niet-politieke, politieke en jihadistische salafisme. Er bestaan redenen genoeg om al die organisaties te verbieden Wat de coronamaatregelen betreft, denk ik dat die vrijheidsinperkingen gerechtvaardigd zijn, voor zover ze proportioneel en tijdelijk zijn. Bovendien worden ze genomen in samenspraak met experten, en het is belangrijk dat we hen daar sterk bij betrekken. Het is het samenspel van politici en deskundigen dat ervoor gezorgd heeft dat we de maatregelen en regels die daaruit voortvloeien ook volgden om deze crisis te overwinnen. Uiteraard zaten daar fouten in en kon de communicatie beter, maar de maatregelen die men genomen had, waren bestemd om de veiligheid,

Dirk Verhofstadt: ‘Wat de coronamaatregelen betreft, denk ik dat die vrijheidsinperkingen gerechtvaa kon de communicatie beter, maar de maatregelen die men genomen had, waren bestemd om de veilig mensen maximaal te vrijwaren. Daarom was het onaanvaardbaar om daar tegenin te gaan.’ © Gerbrich


VRAAGSTUK

de vrijheid en het welzijn van zoveel mogelijk mensen maximaal te vrijwaren. Daarom was het onaanvaardbaar om daar tegenin te gaan. Daartegen protesteren was wat mij betreft geen probleem, maar de regels zomaar naast je neerleggen ten koste van het welzijn van anderen, was ethisch onaanvaardbaar. Als we het hebben over het inperken van vrijheden, moet ik denken aan uw boek Salafisme versus Democratie. U vindt dat er voldoende redenen zijn om salafistische organisaties te verbieden. Gaat dit niet in tegen het recht op vrije meningsuiting? Allereerst wil ik duidelijk maken dat ik het salafisme niet wil verbieden. Een gedachte kan je niet verbieden, iedereen denkt wat hij of zij wil. Maar organisaties kan je wél verbieden. Mijn uitgangspunt is de open samenleving, zoals Karl Popper die omschrijft in zijn boek De open samenleving en haar vijanden. Volgens Popper mogen we niet langer tolerant zijn

ardigd waren. Uiteraard zaten daar fouten in en gheid, de vrijheid en het welzijn van zoveel mogelijk

h Reynaert

ten opzichte van de intoleranten. Ik las dat ook in De weerbare democratie van Bastiaan Rijpkema. Hij zegt dat het nazisme in een vroeg stadium had moeten tegengehouden worden. Goebbels zei in 1928 al, over de intrede van de eerste nazivertegenwoordigers in het Duitse parlement: ‘wij komen hier niet als schapen maar als wolven’. Hun doel was expliciet om datgene waarvoor zij verkozen waren te vernietigen. Daar lieten ze geen enkele onduidelijkheid over bestaan. Dat is ook het geval met het salafisme: het is een denkrichting die met enorm veel middelen wordt gefinancierd vanuit Saudi-Arabië en waarvan het expliciet niet de bedoeling is om de democratie, de scheiding tussen kerk en staat en de burgerlijke wet te aanvaarden. Evenmin als de gelijkheid tussen man en vrouw, de vrijheid van meningsuiting, het recht op zelfbeschikking, kortom: alle elementen van een open en democratische samenleving zoals wij die kennen. Nu zijn er verschillende groepen binnen het salafisme: je hebt het nietpolitieke, politieke en jihadistische salafisme. Er bestaan redenen genoeg om al die organisaties te verbieden. Dan hebben we het over salafistische moskeeën, boekhandels, scholen en andere verenigingen. Het gaat over een minderheid binnen de moslimgemeenschap, maar wel een minderheid die snel aan het groeien is. Dat blijkt uit de dossiers van de Belgische en Nederlandse staatsveiligheid. Een vaak gehoord tegenargument is dat het verbieden van zo’n organisaties contraproductief is, omdat ze dan ondergronds zouden gaan en we er helemaal geen controle meer over hebben. Ik vind dat een drogreden. Dat argument kan je immers ook toepassen op de vrouwenhandel, drugstrafiek, en wat al. Toch pakken we die dingen wél aan. Je zegt toch ook niet tegen de maffia dat ze mogen bestaan omdat we ze anders niet meer onder controle hebben? Samen met Paul Cliteur heeft u veel onderzoek verricht naar de kwalijke invloed van religieuze, voornamelijk monotheïstische,

teksten op het gedrag van gelovigen. Beschouwt u een religieuze ethiek altijd als inhumaan? Nee, natuurlijk niet. Er staan heel mooie teksten in die ‘heilige’ boeken. Maar ik kan er evenveel inhumane passages uit halen, en daarover spreekt men meestal niet. In de Bijbel staat ook dat slavernij is toegestaan en dat de vrouw ondergeschikt is aan de man. Het is niet omdat een geestelijke mooie preken houdt, met de beste bedoelingen, dat je daarom blind moet blijven voor de donkere kant. In de praktijk worden die inhumane standpunten nog steeds gebruikt als legitimatie van de slechte behandeling van vrouwen, niet-gelovigen of andersdenkenden. Om homofobie aanvaardbaar te maken, of besnijdenis van meisjes én jongens. Ik verzet mij tegen inhumane teksten die gebruikt worden om het recht op zelfbeschikking in te perken.

Het is niet omdat een geestelijke mooie preken houdt, met de beste bedoelingen, dat je daarom blind moet blijven voor de donkere kant In uw boek Atheïsme als basis voor de moraal pleit u voor een heel andere, niet-religieuze, fundering van de moraal. U eindigt het boek met een bespreking van het seculier humanisme. Op welke manier kan je een seculiere moraal funderen? Dat boek bestaat uit drie belangrijke pijlers. Eerst toon ik aan dat we geen religie nodig hebben om tot een hoogstaande moraal te komen. Met voorbeelden die teruggaan tot Hammurabi en de Egyptische farao’s laat ik zien dat je ook zonder religie tot moreel hoogstaande afspraken tussen mensen kunt komen. De tweede pijler van het boek is mijn overtuiging dat we de basis van de moraal kunnen terugvoeren op het universele verzet van elke mens tegen het onvrijwillig ondergaan van pijn.

juli 2020  >  29


VRAAGSTUK

Dat kan je empirisch aantonen: niet voor niets maken alle bevallende vrouwen of duursporters, ongeacht hun afkomst, geloof of cultuur, endorfines aan die pijn onderdrukken. Uit de universele weerstand tegen het onvrijwillig ondergaan van pijn kan je alle morele regels afleiden. Alles wat in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens staat, kan je daarop funderen. Ook de vrijheid van meningsuiting en het recht om zelf je leven te bepalen. We hebben doorheen de menselijke geschiedenis gezien dat de strijd tegen barbarij, slavernij en lijfeigenschap eigenlijk een strijd is tegen dat onvrijwillig ondergaan van pijn.

Ik verzet mij tegen inhumane teksten die gebruikt worden om het recht op zelfbeschikking in te perken De derde pijler bestaat erin aan te tonen dat we in toenemende mate een rationeel gefundeerde, seculiere en vooral universele moraal nodig hebben. We leven immers meer en meer in een multiculturele en multireligieuze maatschappij. Als al die verschillende culturen en religies hun eigen, specifieke moraal naar voor gaan schuiven komen we nooit tot een harmonieuze samenleving. Daarom stel ik in mijn boek tien seculiere geboden tegenover de religieuze tien geboden. Het begint al bij het eerste; tegenover het ‘bovenal bemin één god’ plaats ik ‘bovenal, bemin de mens’. Dat is immers universeel aanvaardbaar. Wanneer je in plaats van de mens God als prioriteit stelt, ontstaan er onmiddellijk problemen en conflicten. Welke god moet je dan beminnen? Daarover werd – en wordt nog steeds – veel gevochten: sjiieten tegen soennieten, protestanten tegen katholieken, hindoes tegen moslims … Niet alleen religieuze, maar ook politieke krachten kunnen de fundamenten van de democratische rechtstaat en de menselijke waardigheid aantasten. Vandaar

30  >  juli 2020

ook uw bijzondere interesse in de Holocaust. Uw eerste boek daarover was Pius XII en de vernietiging van de Joden. Waarom heeft u zich zo in Pius XII vastgebeten? In 1990 al produceerde ik de tv-documentaire De laatste getuigen van Lucas Vander Taelen. Daarin volgden we zeven joden en zeven niet-joden, met wie we naar de concentratiekampen terugkeerden. Ik ben toen beginnen nagaan op welke manier de kerk zich heeft verzet tegen de systematische vernietiging van de Joden, en dan kom je automatisch bij paus Pius XII terecht. Uit de enorme hoeveelheid documenten die ik heb doorploegd bleek duidelijk dat hij heel goed op de hoogte was van wat er met de Joden gebeurde. Hij stond immers in contact met talrijke bisschoppen, kardinalen en priesters uit alle landen van de wereld. In een telegram van mei 1943 werd er expliciet gesproken over Treblinka en de vernietiging met gas. Hij was dus al op de hoogte nog voor andere mensen wisten wat Treblinka was. Toen ik aan het boek werkte, zo rond 2007-2008, was men volop bezig met zijn zalig- en heiligverklaring. Normaal zou ik me daar niets van aantrekken, maar als men een oorlogspaus heilig zou verklaren die op de hoogte was van de gebeurtenissen en tóch niets heeft ondernomen, zou dat een heel fout signaal zijn. Iemand heilig verklaren wil zeggen dat je zijn handelingen goed vindt en vindt dat die voor de massa’s gelovigen navolging verdienen. Mijn probleem met Pius XII en de katholieke kerk met betrekking tot de vernietiging van de Joden sluit aan bij mijn tiende seculiere gebod: wees niet neutraal bij conflicten maar verdedig de zwakken en onderdrukten. Dat valt helemaal niet te rijmen met de houding van Pius XII, die bij wellicht de grootste misdaad tegen de mensheid niet heeft opgetreden. In uw meest recente boek over de Jodenvervolging, Kleermaker in Auschwitz, gaat u samen met David Van Turnhout op zoek naar de sporen van zijn grootvader Ide Leib

Kartuz. Die zoektocht brengt u naar de horror van Auschwitz. Hoe is die samenwerking ontstaan? Toen David Van Turnhout zich aansloot bij Liberales, de onafhankelijke denktank waar ik ook kernlid van ben, vertelde hij me dat zijn grootvader in Auschwitz had gezeten en dat hij daar een kleermaker was geweest. Dat vond ik zo intrigerend dat ik hem voorstelde om daar een boek over te schrijven. We zijn in allerlei documenten beginnen te graven en zo kwamen we steeds meer te weten over het leven van Ide Leib Kartuz. In 1929 emigreerde hij vanuit Polen naar Antwerpen. Later heeft hij ook zijn vrouw laten overkomen bij wie hij twee kinderen verwekte. Daar kende hij de beste periode in zijn leven, als kleermaker verdiende hij er goed de kost. Uiteindelijk vonden we in documenten van het Rijksarchief en bij CegeSoma (Het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij, n.v.d.r.) dat hij in 1942 werd opgepakt en in Breendonk terechtkwam. Uiteindelijk werd hij overgebracht naar de Dossinkazerne in Mechelen en op 25 augustus op het vijfde transport naar Auschwitz gezet.

We leven meer en meer in een multiculturele en multireligieuze maatschappij. Als al die verschillende culturen en religies hun eigen, specifieke moraal naar voor gaan schuiven komen we nooit tot een harmonieuze samenleving Zijn vrouw en kinderen werden onmiddellijk naar Birkenau gestuurd en vergast. Zelf bleef hij in Auschwitz 1, waar hij terechtkwam in een Sonderkommando van kleermakers. Op basis van getuigenissen van zijn medegevangenen hebben we zijn leven in het kamp kunnen reconstrueren. Het was een leven tussen angst en hoop, maar het feit dat hij een zeer goede

DEGEUS


VRAAGSTUK

kleermaker was heeft zijn leven gered. Hij moest niet alleen de kledij van de gevangenen herstellen, maar ook die van SS-bewakers en SS-officieren. Op een bepaald ogenblik heeft hij zelfs de opdracht gekregen om lingerie te maken voor één van de vrouwen of maîtresses van een SS-officier. Hij was nuttig, en daarom heeft hij Auschwitz overleefd. Toch heeft hij op 19 januari 1945 nog een dodenmars moeten lopen naar Mauthausen: 68 kilometer te voet, en dan in open treinwagons bij temperaturen van -20°. Die marsen gingen van kamp naar kamp, tot hij uiteindelijk op 5 mei 1945 door Amerikanen bevrijd werd.

De strijd die de teruggekeerde Joden moesten voeren, is tot nu toe onderbelicht gebleven Uiteindelijk keert hij terug in Antwerpen, waar hij zich opnieuw vestigt als meester-kleermaker, maar daar eindigt het boek niet. Na zijn terugkeer moest hij een heel andere strijd voeren, deze keer tegen de Belgische overheid om erkend te worden als oorlogsslachtoffer, om Belg te kunnen worden, om zijn rechten als gedeporteerde te kunnen bekomen. Die strijd moesten veel teruggekeerde Joden voeren en is tot nu toe onderbelicht gebleven. Ons boek brengt daarin nieuwe inzichten aan. Die geschiedenis mag niet vergeten worden, dat is de reden waarom we het boek geschreven hebben. De strijd tegen extreemrechts, negationisme en neonazisme is vandaag nog steeds actueel, denk maar aan Schild en Vrienden. U drukt wel vaker een diepe bezorgdheid uit over de sterke groei van identitaire bewegingen en nationalistische populisten als Trump, Poetin, Bolsonaro en Orban. Welk wervend verhaal kan het liberalisme daar tegenover stellen? Hoe kan het liberalisme de wind uit de zeilen halen van rechts? Ik vind dat een erg gevaarlijke evolutie omdat ze de basisprincipes van de

DEGEUS

democratie begint te ondermijnen en ook de vrije meningsuiting voor een stuk aantast. Kijk maar naar Trumps omgang met de pers: ofwel weigert hij te antwoorden op vragen van journalisten, ofwel maakt hij ze belachelijk. Bovendien verspreidt hij voortdurend fake news. We zien dat ook in andere landen als Hongarije, Polen en Rusland de pers aan banden wordt gelegd. Het komt er telkens op neer dat ze angst en onzekerheid willen zaaien om er electoraal gewin uit te spinnen. De opkomst en doorbraak van nationalistisch-populistisch rechts is de belangrijkste ontwikkeling van de laatste twintig jaar. Rond de millenniumwissel was iedereen redelijk optimistisch: er kwamen steeds meer liberale democratieën bij. Dan kwam 9/11, de opmars van China, de escalatie van de klimaatproblematiek en toenemende migratie. Al die factoren dragen bij tot angst en onzekerheid, en door daarop in te spelen hebben nationalistische en populistische partijen hun winst geboekt. Ik ben ervan overtuigd dat het liberalisme daar inderdaad een wervend verhaal tegenover kan stellen. Daarover heb ik geschreven in De liberale ideologie voorbij het links en rechts denken. Wanneer we de liberale recepten niet verdedigen, en dan bedoel ik dat niet in de partijpolitieke maar de filosofische betekenis, zullen we nooit in staat zijn om weer vertrouwen en zekerheid op te bouwen. Slagen we daar wel in, dan denk ik dat mensen beter in staat zijn die angst en onzekerheid achter zich te laten en opnieuw hun vertrouwen kunnen geven aan liberale, sociaal-democratische of christendemocratische programma’s. Dan is het wel noodzakelijk dat die ‘traditionele’ ideologieën, en het liberalisme in het bijzonder, hun ideologische speerpunten opnieuw expliciteren. Dat ze opnieuw aantonen waarom ze belangrijk zijn in onze samenleving.

tuigd dat het individualisme, het recht op zelfbeschikking waar we in het begin over spraken, zich toch verder zal doorzetten. Steeds meer mensen willen vrij zijn. Een van de belangrijkste motoren daarvan is het onderwijs, niet alleen in België maar ook voor mensen die in Afrika leven of in autoritaire regimes. Hoewel veel van de Verlichtingsideeën nog niet goed gekend zijn in bepaalde delen van de wereld, ben ik optimistisch dat die ideeën – dankzij de globalisering en de communicatiemiddelen die we vandaag hebben – meer en meer zullen doordringen in andere landen en culturen.

De opkomst en doorbraak van nationalistischpopulistisch rechts is de belangrijkste ontwikkeling van de laatste twintig jaar Dat zal mensen aanzetten om zelf ook meer zelfbeschikking op te eisen. Als je ziet hoeveel mensen vorig jaar in Hong Kong op straat kwamen om te eisen dat er niet geraakt mag worden aan fundamentele rechten en vrijheden, dan is dat hoopgevend. Dat is een evolutie die niet kan tegengehouden worden, hoe graag bepaalde religieuze en andere leiders dat ook willen inperken of proberen terug te draaien. Het is een – misschien ijdele – hoop van mij dat we ooit Zum Ewigen Frieden zullen komen, om Kant opnieuw aan te halen.

Bent u somber gestemd over de toekomst of ziet u het eerder positief in? Ik ben nog steeds een optimist en zal dat ook blijven. Ik ben ervan over-

juli 2020  >  31


FILOSOOF OVER FILOSOOF

Friedrich Nietzsche en de coronacrisis Er zijn vandaag weinig dingen die we niet in verband brengen met het virus. Het is dan ook vanuit humanistisch oogpunt gezien een echte, onmenselijke vijand. Geen conflict om ideologische redenen met economische gronden. Hét moment om het in Filosoof over Filosoof over Nietzsche te hebben. Willem Elias

Sinds begin maart weet zelfs de simpelste van geest wat men onder nihilisme kan verstaan. ‘Blijf in uw kot’ is een populistische vertaling van Sartres Huis Clos, vertaald als Met gesloten deuren. Met zijn theaterstukken heeft Sartre het begrip ‘nihilisme’ gedemocratiseerd. Huis Clos werd tijdens de oorlog geschreven, en aan die oorlogssfeer hebben we de voorbije maanden vaak gedacht. Al bij al een troostrijke gedachte. Zo’n virus valt te bestrijden met Dettol, overmatig zeepgebruik, een zacht mondmaskertje en de discipline van anderhalve meter sociale afstand. Dat is klein bier tegenover schuilkelders, dynamiet en heren van de Gestapo die je midden in de nacht uit je bed komen halen voor een enkel ritje naar Duitsland. Gratis verblijf, dat dan weer wel, maar het eten viel er tegen. Maar we zouden het niet over Sartre hebben, wel over de man bij wie hij een deel van de mosterd gehaald heeft. Nietzsche (1844-1900) gaf drie betekenissen aan het nihilisme, die met elkaar in verband staan. Het eerste is de constatering dat het leven absurd is. Dat hebben we de laatste tijd meer dan ons lief is aan den lijve ondervonden. Heel onze ordening werd in de

32  >  juli 2020

war gestuurd, en dan moet het spel nog beginnen. De natuur is chaos, vriendelijker kunnen we over die beestjes niet zijn. Er is geen externe zin en dus ook geen externe onzin.

Nietzsche gaf drie betekenissen aan het nihilisme, die met elkaar in verband staan. Het eerste is de constatering dat het leven absurd is Zeggen dat die plaag een straf van God is voor onze zonden, daarvan zijn we niet gediend. De oude Grieken konden dat nog esthetisch beleven door de tragedie wild uit te beelden, een beetje zoals Quentin Tarantino vandaag. De tragedie brengt de zinloosheid op het podium. Wat men ook goed bedoeld doet, het loopt altijd verkeerd af. Oedipus meent een rechtschapen man te zijn, maar blijkt zijn vader te hebben gedood en met zijn moeder te hebben geslapen (het omgekeerde was allicht nog erger). Hoewel het op het eerste zicht een gelukkig gezin lijkt, breekt de hel los wanneer Oedipus beseft dat zijn

Friedrich Nietzsche (1844-1900): ‘Ik bezweer U, mijn b die U van bovenaardse verwachtingen spreken! Gifmen

vier kinderen zijn twee zelfgemaakte broertjes en zusjes zijn. Bij Aeschylos en Sophocles wordt het absurde van het tragische voorgesteld middels een volwaardig evenwicht tussen het verstand en de driftmatigheid, meende Nietzsche. Bij Euripides neemt de rede de overhand, bij hem gaat er een rationaliserende inleiding aan het stuk vooraf. Allicht zat Socrates in het theater. Nietzsche noemt die laatste ‘decadent’, omdat hij in extreme mate de redelijkheid heeft laten primeren op de natuurlijke driftmatigheid. Dan is er het tweede nihilisme dat een hoogtepunt kent met Plato. Die doet evenwel mooi alsof zijn neus bloedt: ‘zeg maar dat Socrates het ge-

DEGEUS


FILOSOOF OVER FILOSOOF

geeft troost voor de miserie van het gewone leven. Het nihilisme hier is de behoefte aan houvast.

Het bereiken van een ideale wereld geeft troost voor de miserie van het gewone leven. Het nihilisme hier is de behoefte aan houvast Niet enkel geloof en filosofie scheppen de illusie van valse zekerheden, ook de wetenschap doet dat door voortdurend naar redelijke structuren te zoeken achter die chaos. De virologen zijn daar een voorbeeld van. Zij orakelen dagelijks. Filosofen en agogen komen er niet aan te pas. De kerken zijn zo verstandig om ook te sluiten. In vroegere tijden zou daar nu nul sociale afstand zijn. Maar de leiders weten dat ze op ‘diene van daarboven’ niet kunnen rekenen. Hun wedde loopt verder. Niet de afwezigheid van waarden, stelt Nietzsche, is nihilisme, maar de aanwezigheid van valse waarden. Vandaar dat alle waarden aan herwaardering toe zijn. De huidige crisis kan dat bevorderen, misschien wordt Nietzsche gehoord?

broeders, blijf de aarde trouw en geloof niet diegenen, ngers zijn zij, of zij het weten of niet.’ © Colin Waeghe

zegd heeft!’ Dit nihilisme bestaat uit de opsplitsing in twee werkelijkheden. Je hebt deze die zintuiglijk als absurd waargenomen wordt, maar die is maar schijn. De ervaarbare werkelijkheid is onbetrouwbaar. Geen nood, het echte ‘zijn’ zit eronder. Dat geeft aanleiding tot een hele geschiedenis van duistere metafysische begrippen die ons moeten verzekeren dat er een fundament is, een basis voor de waarheid, zoals: substantie, subject of substratum. Of tot het idee van het leven op aarde als een straf om het ware leven in het hiernamaals te verdienen, zoals het geloof stelt. Gebundeld in dat mooie aforisme van Nietzsche: ‘Het Christendom is platonisme voor het volk.’ Het bereiken van een ideale wereld

DEGEUS

Deze twee eerste vormen van nihilisme – wat verwarrend door het gebruik van dezelfde term – noemt men de ‘passieve’ nihilismen, en die bestreed Nietzsche met een derde, ‘actieve’ vorm van nihilisme: ‘God is dood’. Sommige theologen vonden dat goed nieuws, want dat zou betekenen dat Hij/Zij/Het er wel degelijk geweest is. De wereld zou dan toch ‘geschapen’ zijn. Theologisch houdt dat steek: God heeft de kosmos gecreëerd en nadien de boel op zijn beloop gelaten. Maar dat bedoelde Nietzsche niet. Hij was een uitgesproken atheïst. Nietzsche heeft het over het waardenfundament dat er niet meer is. Het nihilisme bestaat erin dat we tóch verder doen alsof die grond er nog wel was, ook al weten we dat de hemel lucht is. Nietzsche was ervan overtuigd dat het zijn verdienste was om dat nihilisme te duiden. Bescheiden was hij niet, misschien wel terecht. Hij voorspelde

dat het nog tweehonderd jaar zou duren, zeg maar tot aan het einde van deze eeuw, vooraleer de mensheid doorheeft dat we met die oude waarden niet verder kunnen. Dat ziet er zo naar uit. Het is mijn stelling dat de moderne en hedendaagse kunstwerken tekenen zijn van dat waardenverval. Gelukkig maar, want het zijn valse waarden. Als we de filosofie bekijken, dan heerst Hegel met zijn totaliserend systeem tot midden de twintigste eeuw. Nadien is het Nietzsche die veel in de filosofische pap te brokken heeft. Met uitzondering van het positivisme, het nihilistische geloof in de Wetenschappelijkheid. Nietzsche is de vader van het postmodernisme. De generatie filosofen nadien blijven in diezelfde tuin spelen. Meer relativeren kan niet meer. Sommige keren terug naar de conservatieve waarden, maar andere zijn goed bezig die vernieuwing onder woorden te brengen. Een belangrijke rol speelt in dit alles het aforisme van Nietzsche: ‘Er bestaan geen feiten, enkel interpretaties.’ Ik had hierover eens een gesprek met een andere Geusredacteur, Brecht Decoene. Ik geef het hier ingekort weer: ‘Willem, ooit gaf je mij een uitleg van Nietzsches zin: ‘Er zijn geen feiten, enkel interpretaties.’ Ik ben jouw ‘interpretatie’ daarvan vergeten. Ik begon me af te vragen of ik Nietzsche wel goed begrepen heb op dat punt?’

Niet enkel geloof en filosofie scheppen de illusie van valse zekerheden, ook de wetenschap doet dat door voortdurend naar redelijke structuren te zoeken achter die chaos ‘Beste Brecht, wat ik toen allicht aanbracht, was mijn overtuiging dat deze uitspraak van Nietzsche niet betekent dat er geen ‘feiten’ zijn. Integendeel, die zijn zelfs wetenschappelijk te constateren. Maar niemand loopt met zo’n ‘constateur’ in zijn hoofd rond.

juli 2020  >  33


FILOSOOF OVER FILOSOOF

Het probleem begint dus bij de poging om die feiten, de realiteit, te willen vatten en (be-)grijpen. Dan zijn we aan het interpreteren. Dat geldt nog meer voor ‘feiten’ die niet zo exact wetenschappelijk kunnen vastgesteld worden. Bij de menswetenschappen is het een en al interpretatie. Zelfs kwantitatief onderzoek in dat domein vergt op het einde een interpretatie van de cijfers. Daarenboven interpreteert iedereen dan nog eens de interpretatie van de andere en weg zijn we, ver weg van het waarheidsbegrip. Dat je struikelt en met je kop op de grond valt, kan echt wel een feit zijn, met constateerbare lichamelijke gevolgen, maar als we erover gaan spreken is het niet zo eenduidig meer: we noemen het dronken, lomp, agressie, vallende ziekte …’

Niet de afwezigheid van waarden, stelt Nietzsche, is nihilisme, maar de aanwezigheid van valse waarden. Vandaar dat alle waarden aan herwaardering toe zijn

jaar geleden heeft dezelfde naam, maar is ondertussen al wat veranderd. Hetzelfde woord gebruiken, terwijl de zaken niet statisch zijn, is bedrieglijk. Maar naast het feit dat dit allemaal klopt, kan je dan toch niet zeggen dat er geen feiten zijn, Willem? Als je valt, kan je toch zeggen: je viel en je brak je been. Waar zit de interpretatie dan?’ ‘Mijn punt was juist dit laatste, om Nietzsche niet te laten weerleggen door het feit dat er feiten zijn. Zijn uitspraak, denk ik, negeert dat niet. Het probleem zit in een verwisseling tussen de woorden ‘werkelijkheid’ en ‘waarheid’. Het begint wanneer je die werkelijkheid wil vatten. Ze zonder woorden ervaren is al verschillend bij iedereen. Ze mét woorden vatten, dan is het pure interpretatie tot in de oneindigheid. Jij interpreteert immers ook mijn woorden. Met beelden is het niet beter. Dat kon je lezen in De Geus met mijn verhaal over de pijp van Magritte.’ ‘Oké Willem, dus volgens jou erkende Nietzsche wel dat er een werkelijkheid was, maar als we die in uitspraken gieten, hoe goed we ook ons best doen en hoe zorgvuldig de gekozen termen ook zijn, dan corresponderen die nooit 100% met die werkelijk-

heid. Feiten zijn dan volgens hem wel onderdelen van de werkelijkheid, maar geen als waarheid beschouwde uitspraken. Dan zegt hij eigenlijk hetzelfde als Kant, dat het ding op zich niet kan worden gekend, omdat ons kenapparaat altijd een vervorming veroorzaakt. Klopt dat?’

Nietzsche voorspelde dat het nog tweehonderd jaar zou duren vooraleer de mensheid doorheeft dat we met die oude waarden niet verder kunnen. Het is mijn stelling dat de moderne en hedendaagse kunstwerken tekenen zijn van dat waardenverval ‘Ja, woorden schieten altijd te kort. Feiten zijn wel werkelijkheid, maar eens men zegt dat ze waarheid zijn, interpreteert men. Hetzelfde als bij Kant, inderdaad, maar toegespitst op wat er allemaal over beweerd wordt en hoe die woorden meer werkelijkheid willen worden dan de feiten. We leven

‘Je antwoord geeft aan dat ik in de juiste richting aan het denken (interpreteren?) was. Ik dacht bijvoorbeeld dat we nooit de zaken in hun totaliteit kunnen vatten en dus altijd slechts een deelaspect percipiëren. De Guldensporenslag zien we altijd maar enkel vanuit ofwel de soldaat, de generaal, de koning, de historicus, het standpunt van de leek. Die allemaal in één keer kunnen vatten, lukt niet. Daarvoor is ons brein te beperkt. Ik dacht bijvoorbeeld ook dat Nietzsche, zwaar geïnspireerd door Herakleitos, zei dat we vaste concepten en woorden gebruiken voor processen en dingen die altijd maar veranderen. Dat dát de schijn van het zijn is. We zeggen boom tegen die boom in de tuin, maar over een jaar is die anders, en over vijftig jaar behoorlijk anders, en over zoveel jaar is hij afgestorven, en toch gebruiken we hetzelfde woord. Willem van nu en Willem van dertig

34  >  juli 2020

DEGEUS


FILOSOOF OVER FILOSOOF

met woorden, niet met feiten, Brecht. Over woorden maken we oorlog, niet over feiten, want die kennen we doorgaans niet, of we zien ze anders.’

Het probleem begint bij de poging om die feiten, de realiteit, te willen vatten en (be-)grijpen. Dan zijn we aan het interpreteren Hier is weer een band met de coronatijd. Naast de virologische werkelijkheid, leeft er ook verwoorde coronaervaring. Trump trompt ons dagelijks in de oren wat we erover moeten denken en wat we moeten doen, javel in plaats van whiskey drinken. Vanuit het onderhavige aforisme van Nietzsche weten we dat elk nieuwsbericht een gehalte aan fake news heeft. En bij ‘post-truth’ betekent ‘post’ dat het ‘na’ het geloof in het waarheidsbegrip komt. Niet na de Waarheid, want die moet nog komen, wat allicht wachten op Godot is. Dit betekent niet dat het geen feit is dat Trump president is. Maar ‘is’ hij president? In dit coronanoodlot verschaft ­Nietzsche ons ook een concept om er © Colin Waeghe

mee te leven: de amor fati, de liefde voor het lot. Je vindt dit al bij de stoïcijnen. Hun voorschrift om te ‘Leven volgens de natuur’, impliceert dat wanneer die natuur hard is, men haar moet ondergaan met gelatenheid. Ook van de dingen die men niet in de hand heeft, moet men kunnen houden. In de Ethica van Spinoza vinden we een gelijkaardige gedachte: onderwerp u aan het onvermijdelijke. Het is echter vooral bij Nietzsche dat de amor fati een belangrijk filosofisch concept wordt. Het lot is bij Nietzsche geenszins door een god bepaald. Geen voorzienigheid dus. Hoewel Nietzsche voorstander was van de Oud-Griekse gedachte: ‘Word wie je bent’, moet men zich neerleggen bij wat men geworden is. Die mogelijkheid is ook in grote mate lichamelijk bepaald. Het worden belet niet dat men is wat men is. Ook de andere is wat hij is. Dit samen vormt een gegeven waarmee men moet leren leven. Er ‘ja’ tegen zeggen in een liefde voor het lot, dat is de aanbevolen houding. Geen onverschilligheid en evenmin klagen.

In dit coronanoodlot verschaft Nietzsche ons ook een concept om er mee te leven: de amor fati, de liefde voor het lot. Je vindt dit al bij de stoïcijnen

DEGEUS

Nietzsche probeert aldus zo dicht mogelijk bij de materiële werkelijkheid te komen. Het is een uitgesproken kritiek op bijvoorbeeld het idealisme van Kant, die met zijn categorische imperatief een algemeen geldende menselijke regel wou stellen. Ook alle buitenwereldse determinanten vallen hier weg. Iedereen moet zijn eigen lot verder realiseren. Door de grote rol van het worden is dit lot ook niet statisch, maar betreft het een levensdynamiek. De wil is hier de drijfkracht. Het veronderstelt ook het voortdurend maken van keuzes die de liefde voor het lot moeten voeden.

Iedereen moet zijn eigen lot verder realiseren Vergeten we tenslotte de woorden van de Übermensch in Aldus sprak Zarathoestra niet: ‘Ik bezweer U, mijn broeders, blijf de aarde trouw en geloof niet diegenen, die U van bovenaardse verwachtingen spreken! Gifmengers zijn zij, of zij het weten of niet.’ Hoewel het een feit is dat Wim Sonneveld dat liedje gezongen heeft, is het toch een basisgedachte van Nietzsche: ‘Zeg maar ja tegen het leven!’, met of zonder COVID-19, voorloper van nr 20.

juli 2020  >  35


CULTUUR

De mysterieuze landschappelijkheid van Yves Beaumont OF HOE SCHOONHEID VIRUSSEN VERGETEN DOET Yves Beaumonts verkenning van de landschappelijkheid nodigt uit tot filosofische reflectie over het landschap in de kunst. Op typisch postmoderne wijze speelt Beaumont met de romantische code van het landschap. Willem Elias

Woods, acryl op doek, 24 x 30 cm, 2020


CULTUUR

Nomen est omen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Yves Beaumont, met zijn naam die mooie bergen oproept, gekozen heeft om het thema van het hedendaagse landschap uit te diepen. Zijn landschappen zijn herkenbaar: vlekmatige partijen in gebroken bruinvarianten gecounterd door veel zwart, waar berg en dal in elkaar overvloeien en men al eens de verkeerde indruk krijgt en denkt de vrouwelijkheid van moeder Natuur te zien.

Yves Beaumont maakt geen fotografische weergaven, maar suggestieve beelden die proberen de essentie van het landschap weer te geven Zijn werken worden geïnspireerd door concrete landschappen, souvenirs van zijn reislust. Yves Beaumont maakt geen fotografische weergaven, maar suggestieve beelden die proberen de essentie van het landschap weer te geven. Verwant aan het impressionisme zijn het indrukken, dat wel, maar door het repetitieve voel je de zoektocht naar diepte. Geen evocatie van een pittoresk hoekje, wel een verkenning van de landschappelijkheid. Yves Beaumont verstopt niet dat hij schatplichtig is aan zijn leermeester, Karel Dierickx (1940-2014). Na zijn periode als vertegenwoordiger van de Nieuwe Figuratie, ontwikkelde Dierickx een intimistische schilderkunst waarin het landschap belangrijk werd, benadrukt door een zeer gevoelige schriftuur van korte streepjes en vegen. Dit hebben we in een vorige editie van De Geus uit de doeken gedaan. Ook de werken van Beaumont zijn opgebouwd uit een wattig materiaalgebruik. Dat maakt het werk sensueel en mysterieus tegelijk.

De toeschouwer voelt zichzelf een voyeur van de penetreerbare landschappelijkheid Tot zijn inspiratie rekent Yves Beaumont ook de grote negentiende-eeuwse landschapschilders zoals Batiste Corot (1796-1875) en William Turner (1775-1851), van wie vooral de zeelandschappen onvergetelijk zijn. Wanneer postmodernen spelen met de romantiek, is er ook een reminiscentie te bespeuren van het beroemde werk Der Wanderer Uber Dem Nebelmeer (1817) van Caspar David Friedrich (1774-1840), waar een man vanaf de rug gezien het nevelige landschap overschouwt. Yves Beaumont schildert die starende mens er niet bij. De toeschouwer voelt zichzelf daardoor een voyeur van de penetreerbare landschappelijkheid. Hoe helder ze ook partieel zijn, het is de duisternis die vragen oproept. De romantiek hield van de schaduwen die de Verlichting geslagen had. Beaumont is gefascineerd door wat het landschap verbergt. Het onrustige zit in het rustgevende verborgen. Zijn titels geven een hint. Arcadische landschappen verwijst

DEGEUS

© Dirk Vermeirre

naar een stuk op de Peloponnesos, maar heeft vooral een utopische betekenis gekregen als een paradijselijk oord. ­Vergilius staat bekend als auteur van de literaire verheerlijking van de natuur. Hij bezong de bucolische schoonheid van het land. Et in Arcadia ego is echter geen zin uit zijn oeuvre, maar de titel van een schilderij, eerst van Guercino (1623), dan van Poussin (1692). Beide werken gaan over de dood. Zelfs in dit idyllische land is de dood aanwezig. De vanitasgedachte of het memento mori (gedenk dat je gaat sterven), houdt zich in het landschap verborgen.

Beaumont is gefascineerd door wat het landschap verbergt Het is de schaduwzijde van een leuze van een andere Latijnse auteur, het Carpe diem van Horatius. Pluk de dag. Tegenover de epicuristische gerustheid over de dood (‘Als ik er ben is de dood er niet, als de dood er is, ben ik er niet’), is er de moraliserende onrust voor de doodsbedreiging zoals die tot uiting komt in de aangehaalde zeventiende-eeuwse schilderijen. Bij Yves Beaumont wordt alles opengelaten. Men kan zowel de weg op van de kleurrijke geruststelling als die van de zwarte onrust. Dat is precies de mysterieuze zweem die over zijn werk hangt.

juli 2020  >  37


Majorcan landscape, Valle de Soller, acryl op doek, 40 x 60 cm, 2016

De andere titel, Swelling Sea, is ook treffend gekozen. ‘Zwellend’ zegt niet veel, maar verbonden aan de zee betekent het de ‘deining’: ‘a rolling condition of the sea, usually after a storm’, de zeegang die blijft lopen na een storm. Als sociaal afgeleide betekenis krijg je ‘opwinding en verwarring’ in de golvende zeelandschappen van Yves Beaumont. Een metafoor zien voor tumult en maatschappelijke opschudding is dan ook niet vergezocht. Yves is van jongs af aan een vrijzinnig en sociaal geëngageerd kunstenaar. Zijn landschappen zijn filosofische vraagstellingen, geen beelden voor op een toerismefolder.

Bij Yves Beaumont wordt alles opengelaten. Men kan zowel de weg op van de kleurrijke geruststelling als die van de zwarte onrust Wanneer het landschap zo hoofdzakelijk aanwezig is als thema, kan men het best even de filosofie erbij halen. De sterk ecologisch-voelende Nederlandse filosoof Ton Lemaire, kreeg bekendheid met zijn Filosofie van het landschap. Daarin wees hij op de culturele dimensie van het landschap. De natuur krijgt, wanneer ze als landschap voorgesteld wordt, een culturele betekenis. Lemaire ging zover te stellen dat het verschijnen van het landschap in het Westen samengaat met het verdwijnen van het christendom. Tegenover de verticaliteit van de religieuze hiërarchie, staat de openheid van de brede horizon en de wijsheid die perspectieven toelaat.

38  >  juli 2020

Lemaire onderscheidt in dat boek vijf fasen. De eerste loopt van de veertiende tot de zestiende eeuw en behelst de ontluiking van het landschap zoals dat in de renaissance te zien is. Een anekdote over de dichter Petrarca is hier relevant. Hij was de eerste bekende figuur die in een brief toegaf dat hij, op 26 april 1336, de Mont Ventoux beklommen had voor het plezier van het vergezicht. Iets wat sinds de Oudheid niet meer gebeurd zou zijn. Bij de lectuur van zijn geliefkoosde kerkvader Augustinus, daagde hem de zondigheid daarvan. De vrome mens mag enkel in zijn ziel kijken. De tweede fase (1550-1775) bestaat uit natuurvroomheid. Het betreft de profane ruimten die men bij Brueghel ziet en die getuigen van dankbaarheid voor wat de natuur aan de mens verschaft. Het landschap zoals men die bij de Hollandse schilders vindt, sluit daarbij aan. De derde fase valt samen met de periode van de Romantiek. De eenzaamheid van de mens wordt benadrukt, die zich verloren voelt in het landschap. Het wordt beleefd via de gemoedsgesteldheid en niet vanuit een wetenschappelijke beschrijving. De natuur wordt mystiek benaderd en de kunst komt weer dichter bij de religie te staan. De vierde fase, in de tweede helft van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw, heeft wel oog voor de wetenschappelijke meetbaarheid van het fysieke landschap. Het mag ook esthetisch genietbaar zijn. Platteland als natuur en de stad als cultuur groeien naar elkaar toe. Waar voordien het pittoreske, romantische plekje schilderachtig was, geldt

DEGEUS


CULTUUR

dat nu voor de totale ruimte. Zelfs een kathedraal krijgt iets landschappelijk bij de impressionisten. De vijfde fase brengt het onbewoonbare landschap, dat we zien vanaf de metafysische schilderkunst van de Chirico, en verder in het magisch realisme en het surrealisme. Het duistere heeft de overhand gekregen en wordt het decor voor een nachtmerrie.

Zijn landschappen zijn filosofische vraagstellingen, geen beelden voor op een ­toerismefolder Wat heeft dit met het oeuvre van Yves Beaumont (°1970) te maken? Het boek van Ton Lemaire dateert van 1970, een tijd waarin de term postmodernisme wel al bestond, maar nog niet de omwentelende betekenis had die het begin jaren tachtig kreeg, nadat François Lyotard (1979) ons eens goed uitgelegd had wat er aan de hand was met de cultuur. Zo goed dat zelfs kinderen het konden begrijpen. Eén van de belangrijkste kenmerken is de dubbele codering. Dit bestaat uit de attitude dat het kunstwerk bestaat uit een

A distant sunset, acryl op doek, 18 x 24 cm, 2014 (privé-collectie)

code. In de kunst is dit het tekensysteem dat door een groep kunstenaars al doende ontwikkeld werd vanuit een bepaalde, al dan niet bewuste opvatting over kunst om vrij open maar toch enigszins gestuurde betekenissen te produceren, die dan door een publiek geïnterpreteerd kunnen worden. In de oude kunst lag die code vrij vast, al werd een evolutie toegelaten. De moderne kunst (rond 1850) bracht een systeem op gang van afbraak van het gevestigde om er een nieuwe code voor in de plaats te brengen: de zogenaamde ‘avant-garde’. De postmoderne kunst (1980) liet inzien dat die nieuwe codes, doorgaans aangeduid met een naam die eindigt op ‘-isme’ (van realisme tot hyperrealisme), toch steeds weer een academisme werden omdat ze het relativisme van hun zelfgeconstrueerde code niet aanvaardden. Postmodernisten maakten dit duidelijk door op een iconische manier een code van de code te construeren, waardoor het codekarakter uit haar verborgenheid trad, of volledig idiosyncratisch werd door ongepaste codes met elkaar te vermengen. Yves Beaumont doet dit onder meer met de romantische code van het landschap. Het laatste woord is daarover nog lang niet gezegd.


CULTUUR

die je tegenkomt als je een nieuwe streek binnenrijdt. Borden waarop het woord slechts als cliché – wat het ook is – gebruikt wordt, om niets te zeggen, om beleefd te zijn. Niets zeggen: een rare, maar juiste definitie van ‘beleefd’.

Bij Pythagoras is de ‘filos’ het vriend-zijn, een wederzijdse band om samen beter te leven De titel, en daarom duurde het zolang om hem te vinden, moet in één woord niet alleen de kenmerken van tien jaar schilderkunst van Colin synthetiseren, maar ook een baken zijn voor de poort van Destelheide, met de boodschap wat die tentoonstelling daar nu precies komt doen. ‘Welkom’ zegt men tegen iedereen, zelfs tegen hen die men liever een ‘vaarwel’ toewenst. ‘Filoxenia’ heeft meer in zijn mars. Het oude Grieks is de rijkste taal die ik ken. De ‘filos’ is dezelfde ‘filos’ als in ‘filosofie’. Vooraleer Plato daar het vrij neutrale ‘liefde voor het weten’ van maakte, gebruikte Pythagoras de term voor het eerst met een sterk ethische inslag. Bij hem is de ‘filos’ het vriend-zijn, een wederzijdse band om samen beter te leven. Laat ons dat hier maar bewaren.

Colin Waeghe kijkt naar werelden en voelt er zich vreemd bij, omdat hij als kunstenaar een oog heeft om de dingen in hun anders-zijn te zien

NBY Wahrnehmung 70x100 2014 © Colin Waeghe

Filoxenia COLIN WAEGHE IN DESTELHEIDE Colin Waeghe stelt tentoon in Destelheide. De expo is coronaproof: kijken op afstand is mogelijk. De op het eerste zicht eigenaardige titel behoeft een woordje uitleg.

Dan is er ‘xenia’, van ‘xenos’, ‘vreemdeling’. De meest gebruikte combinatie met dit woord is ‘xenofobia’, angst voor vreemdelingen, het omgekeerde van ‘filoxenia’. Hier helpen de filosofen ons opnieuw. Derrida wijst erop dat, in de Platoonse dialoog De Sofist, Socrates in gesprek met een vreemdeling beseft dat hij eigenlijk zelf een vreemdeling is. Iedereen is anders dan de andere. Precies daarom moeten we de vreemde te vriend houden, want hij is het andere in onszelf. En dat is de lijn die we in de werken van Colin Waeghe terugvinden. Hij kijkt naar werelden en voelt er zich vreemd bij, omdat hij als kunstenaar een oog heeft om de dingen in hun anders-zijn te zien. Maar met een oog krijgt men geen verf op doek. Hij heeft er ook de manuele intelligentie voor om dat in een eigen vorm om te zetten. En die vormen stemmen ons tot nadenken, over het andere en over onszelf. Welkom!

Willem Elias

In de tekst waar we na lang dubben de mosterd vonden voor een titel van de tentoonstelling Colin Waeghe in Destelheide, werd ‘Filoxenia’ vrij vertaald naar ‘Welkom’. Nu zijn er toch iets té veel cafés in Vlaanderen met die naam, vooral duivenlokalen, om die vertaling te behouden. Het woord staat ook op te veel van die borden

40  >  juli 2020

FILOXENIA Een selectie uit 10 jaar werk van Colin Waeghe door Willem Elias, curator. Zomertentoonstelling 2020 juli-augustus-september Kijken op afstand mogelijk, midden in een mooi natuurgebied (streek van de Geuze). Locatie Destelheide, Centrum voor Jeugd, kunst en creatie Destelheidestraat 66 - 1653 Dworp - Hoofdgebouw (centrale hal)


BOEKENREVUE

Het cultuurproduct mens We zijn meer dan slimme apen. Mensen hebben complexe tuigen, talen en gemeenschappen, geloofssystemen en ideologieĂŤn, landschappen en industrie, ziektes en geneeskunde, oorlogen en vrede voortgebracht. Dat terwijl andere mensapen nog steeds leven als miljoenen jaren geleden. Hoe zijn we aan de trage biologische evolutie ontkomen? Hoe zijn we uitgegroeid tot een kracht die de natuur naar haar hand zette en ondertussen ernstig bedreigt? Gie van den Berghe

Volgens de uitstekend gedocumenteerde Britse wetenschapsjournaliste Gaia Vince konden mensachtigen het evolutionair-biologische pad geleidelijk verlaten door wisselwerking en terugkoppeling tussen de evolutie van genen, omgevingen en vooral culturen. Mensachtigen konden dankzij hun culturen hun biologische beperkingen en vermogens overstijgen, transcenderen. Homo sapiens stelt eigen doelen, verandert en programmeert de wereld en zichzelf. En zo trad de planeet die ons baarde een nieuw geologisch tijdperk binnen: het Antropoceen, het tijdperk van de mens, een geofysische kracht vergelijkbaar met vernietigende asteroĂŻden en tektonische aardverschuivingen uit lang vervlogen tijden.

Vuur was de eerste stap op weg naar een planetaire kracht Cultuur is het allerbelangrijkste aanpassingsmechanisme aan de omgeving, met als krachtig glijmiddel het sociale vermogen om van elkaar te leren, het geleerde toe te passen, aan te vullen en als kennis door te geven. Ook enkele andere diersoorten ontwikkelen een cultuur, maar die van ons is cumulatief, oneindig veel complexer, flexibeler en veranderlijker.

DEGEUS


BOEKENREVUE

De groei en verandering van de plooien in de cerebrale cortex van mensen wordt na de geboorte, anders dan bij chimpansees, veel meer bepaald door sociale en omgevingsfactoren dan door genetische. Eenieders persoonlijkheid, intelligentie, gedrag, denken, waarnemen, voelen … wordt verregaand bepaald door het cultureel ontwikkelingsbad waarin hij of zij van bij de geboorte wordt ondergedompeld.

Verhalen leiden en verbinden. Ze geven betekenis en zin aan de wereld, aan ons bestaan De buitengewone plasticiteit van het mensenbrein was en is bevorderlijk voor onze culturele ontwikkeling en intelligentie, maar het betekent tegelijk dat we vrijwel alles van anderen moeten leren. Thomas Edison mag dan wel de gloeilamp op zijn naam hebben staan, en Johannes Gutenberg de drukpers – geen van beiden vond die in zijn eentje uit. Vernieuwing en ontdekking zijn het gevolg van een combinatie van geluk en elkaar aanvullende, voortdurend herhaalde verfijningen en combinaties van voordien bestaande technologieën. De culturele evolutie die onze complexe technologie mogelijk maakte, gaat terug op het vermogen om een flink deel van onze kennis, cognitieve verwerkingsprocessen en fysieke arbeid aan de groep uit te besteden, met als resultaat een veel groter productievermogen dan dat van om het even welk individu. Volgens Gaia Vince werd de menselijke evolutie bepaald door vier elkaar aanhoudend beïnvloedende culturele factoren: vuur, woord, schoonheid en tijd.

PROMETHEUS Mensen leerden proefondervindelijk vuur als de bliksem vangen en zelf aanmaken. Deze belangrijke culturele stap wordt in vrijwel elke cultuur in mythes herdacht, met Prometheus als bekendste voorbeeld, de ‘vooruitdenkende’ die het vuur van

42  >  juli 2020

de Olympische goden stal om het aan de weerloze Mens te schenken. Vuur beschermde tegen kou en roofdieren. Mensen moesten zich niet langer volledig plooien naar de omgeving, konden haar een beetje aanpassen aan eigen behoeften en noden. Vuur was de eerste stap op weg naar een planetaire kracht. Door het veiliger worden van de leefwereld veranderde de selectiedruk van de omgeving op onze genen. Mensen moesten niet langer in bomen slapen, enkele genetische mutaties kregen een kans, klimvoeten werden loopvoeten, we werden rechtop lopende tweevoeters. Vuur en de zorg om het brandend te houden, maakte ook dat mensen dichter en in grotere getale bij elkaar gingen wonen. Ze konden ook langer op één plek verblijven, werden langzaam maar zeker sedentair. Mensen werden afhankelijker van elkaar, socialer. Dit alles leidde tot, en werd bevorderd door, een grotere frontale cortex, het deel van het brein dat instaat voor beslissingsprocessen, probleemoplossing en sociaal gedrag. De van generatie op generatie doorgegeven culturele kennis (methodes om vuur te maken, ingenieuze jachttechnieken …) stapelde zich op, werd cumulatief. Hersenen die de toenemende kennis beter konden bevatten, onthouden en doorgeven, kregen evolutionair een streepje voor.

Alles wat wij mensen doen of maken hangt volgens Vince samen met onze drijfveer voor schoonheid Vuur verhardt klei en mensen ontdekten dat ze daarmee voorwerpen konden maken om vloeistoffen en voedsel in te bewaren, te fermenteren, te pekelen en te koken, beter verteerbaar maken. De selectiedruk voor het behoud van vleesetende kaken viel weg en gaandeweg verkleinden mondopening, lippen en tanden, kregen onze stembanden vrijer spel. Door de wisselwerking tussen toegenomen sociaal gedrag

(sociabiliteit) en veranderde anatomie groeide het menselijke brein tot het een biologische beperking overschreed. Het babybrein is zo groot geworden dat mensenmoeders nog ternauwernood zonder hulp kunnen bevallen. Mensenbaby’s blijven ook lang hulpbehoevend en kwetsbaar (de schedel is pas na twee jaar volledig uitgehard). Mensen planten zich ook sneller opnieuw voort dan andere primaten. De zorg voor (meerdere) hulpbehoevende kinderen is maar mogelijk in een cultuur waarin voedseldeling en sociale hulp voorhanden zijn. Onze sociabiliteit, die zo’n groot brein nodig heeft, evolueerde in eenklank met onze hulpbehoevendheid. De ontdekking dat met vuur metaal gewonnen kon worden uit rotsachtige mineralen, dat die grondstof gesmolten en bewerkt kon worden tot duurzame


BOEKENREVUE

gebruiksvoorwerpen, werktuigen en wapens, was een volgende wezenlijke stap. De steenblokken van de Egyptische piramides werden zo’n 2500 jaar voor onze tijdrekening met koperen beitels door slaven uitgehakt. Naar schatting 300.000 beitels, zo’n 10.000 ton kopererts! Cultuur grijpt in op de omgeving, verandert omgevingsdruk, de mate waarin en de wijze waarop mensen zich moeten aanpassen en beïnvloedt uiteindelijk onze genen, onze biologie.

Er staan enkele betwistbare beweringen in dit leerrijke boek. Mensen zouden een aangeboren gevoel hebben voor eerlijkheid en orde. Maak dat aan kinderen wijs! Gaya Vince © Phil Fisk

LOGOS Taal maakt ons tot mens. Woorden zijn de informatiedragers van de culturele evolutie. Ze vertolken gedachten, brengen gevoelens, wensen en richtlijnen over. Ze zijn het sociale instrument bij uitstek. Zonder taal bestaat er ook weinig of geen innerlijke monoloog, geen systeem om gedachten te rangschikken en te formuleren. Volgens Gaia Vince kunnen afasiepatiënten geen verbanden meer leggen tussen dingen, niet meer in gedachten door de tijd reizen, geen argumentatie meer volgen. Kortom: Ik heb taal, dus ik ben. Vertellers worden in alle culturen geëerd, van moeders tot dichters. Verhalen vormen het denken en handelen, onze omgang met elkaar, met onze omgeving en andere levende wezens. Verhalen leiden en verbinden. Ze geven betekenis en zin aan de wereld, aan ons bestaan. De verhalen die mensen elkaar vertellen (scheppingsverhalen, mythes, sprookjes, liederen, rituelen, familiegeschiedenissen, religieuze en ideologische bedenksels) vormen het collectief cultuurgeheugen. Onze hersenen maken vrijwel automatisch verhalen aan. We zijn constant, bijna dwangmatig op zoek naar patronen die betekenis verlenen aan wat onze zintuigen opvangen om dat om te zetten in waar-neming. Proefpersonen die twee bewegende driehoeken, een cirkel en een onbeweeglijk vierkant geprojecteerd zagen, bedachten er onmiddellijk allerhande verhalen bij, schreven gedrag en intenties toe aan de geometrische figuren. (Fritz Heider en Marianne Simmel, An experimental study of apparent behavior, 1944, zie youtube. n.v.d.a.) De macht van verhalen blijkt onder meer uit de impact van hun religieuze en seculiere variant. Talloze mensen hebben eeuwenlang leven en dood afgestemd op verzonnen begrippen als ‘zonde’. Ontelbaren zijn gesneuveld op het slagveld van hun ideologische of politieke dromen. Bidden tot ingebeelde goden kalmeert en verlicht de pijn van

diepgelovigen. Zoals placebo’s werken omdat ons geleerd werd dat pillen genezen.

BEAUTY IS IN THE EYE OF THE BEHOLDER Volgens Vince werden en worden we maar mens door de contemplatie van schoonheid. Al heeft schoonheid geen biologische basis, is het ‘slechts’ een menselijk bedenksel, Vince is ervan overtuigd dat ze ons heeft aangezet tot handelwijzen die onze evolutie ingrijpend hebben beïnvloed. Alles wat wij mensen doen of maken hangt volgens haar samen met onze drijfveer voor schoonheid. Al onze activiteiten zijn doorweven van ritueel, de voorwerpen die we maken zijn esthetisch verantwoord en de grootste menselijke samenwerkingsverbanden werden door schoonheid aangedreven. Verregaande veralgemeningen die Vince niet hard maakt. Menselijke gedragingen, rituelen, werktuigen en wapens zijn natuurlijk verre van altijd mooi, en grote samenwerkingsverbanden als oorlogen en genocides zijn dat al helemaal niet. Wat schoonheid betreft gaat Vince nogal uit de bocht. Zo stelt ze dat onze hang naar schoonheid blijkt uit onze tafelmanieren en het op een sociaal aanvaardbaar volume praten in publieke ruimtes. Tafelmanieren zijn, zoals Norbert Elias al in 1939 duidde, een bezinksel van het westers (burgerlijk) civilisatieproces, de evolutie van Fremdzwang (dwang van buitenaf) naar Selbstzwang (regulatie van binnenuit). (Zie ook: Philippe Perrot – Werken aan de schijn. Veranderingen van het vrouwelijk lichaam in de achttiende en negentiende eeuw, Nijmegen, SUN, 1987; Alfred Franklin – La vie privée d’autrefois. Arts et métiers. Modes, moeurs, usages des Parisiens du XII au XVIII siècle. Les Repas, Paris, Plon, 1889, n.v.d.a.) Die beschaving (afgeleid van ‘schaven’: glad maken, polijsten) lijkt in onze overbevolkte en multiculturele consumptiemaatschappij trouwens een beetje af te kalven. Op restaurant en café, bus en trein, recepties en musea houden al te velen nog maar weinig rekening met anderen. Jongeren staan niet langer hun zitplaats af aan oudjes

juli 2020  >  43


BOEKENREVUE

in dat mensen elkaar meer beoordelen op reputatie dan op gedrag; meningen die indruisen tegen die van de groep worden beter niet geuit, en mensen doen er goed aan personen met prestige te kopiëren.

TRANSCENDENTIE

Rudolph Zallinger, The March of Progress, 1965. De evolutie tot homo sapiens wordt vaak voorgesteld als een lineaire vooruitgang waarin elke figuur de directe nakomeling is van de voorouder, met homo sapiens als triomfantelijk eindproduct. Gaia Vince maakt duidelijk dat alleen klopt dat wij overblijvers, echte laatkomers zijn.

en al te velen maken je, brullend in hun dumbphone, tot ongewilde deelgenoot van beuzelarijen en intimiteiten. Vince poneert dat we biologisch geprepareerd zijn voor schoonheid. Die ingebouwde nood werd cultureel omgevormd tot een visuele taal. Voorwerpen zonder praktisch nut of overlevingswaarde kregen een symbolische en esthetische waarde en betekenis. Dat alle menselijke gemeenschappen veel tijd, inspanning en materiële bronnen aan decoratie hebben besteed, toont volgens Vince de wezenlijke overlevingsfunctie van schoonheid aan. Dat is best een merkwaardige redenering. Mensen besteden flink wat meer tijd, inspanning en bronnen aan prullaria, maar dat betekent geenszins dat rommel produceren een overlevingsfunctie heeft. De overlevingsrol van schoonheid schuilt volgens Vince in het duiden van sociale normen, het met elkaar verbinden van stamleden. Identificatie met de leden van de groep waartoe je behoort en gehoorzaamheid aan

44  >  juli 2020

de groepsnormen is immers van levensbelang. Alleen dan kun je op steun en bescherming rekenen. Daarom conformeren mensen zich graag. Wie dat niet doet, ligt volgens Vince alleen maar dwars om op te vallen.

Transcendence is een bijzonder knap verhaal over de zichzelf overstijgende mensensoort Sociale normen zijn volgens haar zo krachtig dat ze ook dicteren wat in het privéleven mag, iets wat blijkt ‘uit het verrassend aantal regels tegen masturbatie’. Vince gaat voorbij aan de repressieve rol van kerkelijke en seculiere autoriteiten die meer zieltjes, werkvee, soldaten en belastingbetalers op het oog hadden. Er staan wel meer betwistbare beweringen in dit leerrijke boek. Mensen zouden een aangeboren gevoel hebben voor eerlijkheid en orde. Maak dat aan kinderen wijs! Een en ander komt ook nogal behoudsgezind over. Vince praat achterklap goed omdat roddel een band zou scheppen tussen mensen; ze ziet er geen graten

Ook Vince’s behandeling van de vierde culturele factor – tijd – overtuigt niet. Goed, anders dan primaten plannen mensen vooruit. Maar heeft dat niet vooral te maken met rede, kennis en wetenschap? Kennis is, zoals ze elders schrijft, de substantie en eenheid van culturele evolutie. De door de mens met kalenders en klokken gereguleerde tijd heeft onze cultuur zo ingrijpend veranderd dat we ondertussen denken dat we tijd kunnen verliezen, maar Vince toont niet aan dat het concept tijd tot ingrijpende veranderingen van onze biologie heeft geleid. Vince beklemtoont terecht dat de (biologische en culturele) evolutie doel noch richting heeft, dat het bestaan van intelligent leven niet onvermijdelijk was maar het gevolg is van een onmetelijke reeks toevallige gebeurtenissen, klein en groot, lichtjaren lang. Toch redeneert ze nu en dan teleologisch, worden oorzaken uit gevolgen afgeleid en wekt ze de indruk dat biologie en cultuur wél vooruitgaan. Transcendence is een bijzonder knap verhaal over de zichzelf overstijgende mensensoort. Het bevat magistrale inzichten en staat vol interessante wetenswaardigheden. Vince biedt vanuit haar enorme belezenheid een adembenemend overzicht, maar neemt onvermijdelijk soms te veel hooi op de vork. Zo beweert ze los uit de pols dat kinderen een aangeboren affectie hebben voor hun biologische moeder en alle mensen een aangeboren behoefte voor samenwerking. Vince, Gaia – Transcendence. How humans evolved through fire, language, beauty and time, Allan Lane, Penguin, 2019, 320 p.

DEGEUS


BOEKENREVUE

Wat iedereen zou moeten weten over klimaatverandering Het enige betreurenswaardige aan dit boek is dat het geen jaar eerder voorhanden was, bij het losbarsten van de hernieuwde klimaatdiscussie. Het boek voorziet namelijk in wetenschappelijke onderbouwing bij de acties van Greta Thunberg en Anuna De Wever en weerlegt talloze onzin die op sociale media de ronde deed. De focus van dit boek is echter niet het ondergraven van de mythes en misvattingen van klimaatnegationisten. Met een denderende vaart behandelt Verheggen allerlei facetten van de huidige klimaatverandering. Er is geen denkbaar aspect van deze veelomvattende discussie dat onaangeraakt blijft. Alle relevante dynamieken, feedbackloops, uitzonderingen, misverstanden en nuances passeren de revue. Brecht Decoene

Bart Verheggen creëert onmiddellijk hoge verwachtingen. ‘Naast het uitleggen van de basale wetenschappelijke inzichten wil ik een wegwijzer bieden door het informatiedoolhof van het klimaatdebat [...] Minstens zo belangrijk is om de redenering op basis waarvan een bepaalde conclusie wordt getrokken, te begrijpen en zodoende de betrouwbaarheid ervan te kunnen beoordelen. [...] Daarom wordt ook aandacht geschonken aan de vraag hóe de wetenschap tot bepaalde conclusies is gekomen.’ Geen lichtzinnige opdracht die hij zichzelf tot doel stelt. Maar met een gestage opbouw maakt hij zijn belofte waar.

DEGEUS

Met wetenschappelijke accuratesse, maar zonder een zich in tierlantijntjes verliezende breedvoerigheid, ontrafelt Verheggen de signalen van de versnelde klimaatopwarming. Het boek

is qua structuur goed schematisch opgebouwd met volgende vraagstukken: hoe wordt het klimaatdebat in de media gevoerd? Wat zijn de oorzaken van de klimaatverandering? Welke

juli 2020  >  45


BOEKENREVUE

© Shutterstock

betrouwbare methodes zijn er om deze vast te stellen? Welke processen hebben wélk aandeel in de opwarming? In welke mate dragen deze bij tot het natuurlijke dan wel het antropogene verloop? Hoelang reeds en door wie werden deze zaken bestudeerd? Wat kunnen we verwachten volgens welke scenario’s? En hoe reageren we hier structureel op?

Het is een ‘spannend’ boek, omdat je begeesterd uitkijkt naar wanneer het volgende pittige weetje wordt geserveerd Je begint het boek waarschijnlijk met een zekere voorkennis. De gemiddelde mens weet dat CO2 mede de oorzaak is van de opwarming, snapt min of meer hoe het broeikaseffect in elkaar zit, heeft in de verte al eens van het IPCC gehoord, kent de berichtgeving over het afsmelten van de ijskappen, gletsjers, het stijgen van de zeespiegel en het afsterven van koraalriffen. Dat zorgt ervoor dat de eerste drie tot vier hoofdstukken zeer vlot lezen. Vergis je niet! Ze zijn zeker niet over-

46  >  juli 2020

bodig. Met een spaarzame regelmaat trakteert de auteur ons op verrassende en zinrijke amuse-gueules. Dat maakt het in zekere zin ook een ‘spannend’ boek, omdat je begeesterd uitkijkt naar wanneer het volgende pittige weetje wordt geserveerd.

het proces kunnen afremmen en hoe we ons op de gevolgen van de versnelde klimaatopwarming kunnen voorbereiden. De aanpak ziet hij niet individueel maar op een hoger niveau, waarbij de kwestie beteugelen zonder enige twijfel politieke slagvaardigheid vereist.

De ondertoon doorheen het boek is nooit alarmistisch of apocalyptisch van aard

Verheggen overdondert je in zijn verhaal niet met een overdaad aan grafieken. De sporadische visuele ondersteuning dient hij in de juiste dosis toe en voorziet hij zo ongecompliceerd van commentaar dat je moeiteloos inzicht verwerft.

Daarna volgen wat meer technische en uitdagende hoofdstukken waar je aan merkt dat het onderzoek van klimaatprocessen behoorlijk complex kan worden. Deze hoofstukken vergen een grondige leesbeurt waarbij vermoedelijk bepaalde passages niet voor iedereen zijn weggelegd, hoewel de titel anders suggereert. Maar laat dat je geenszins afschrikken! Op een overzichtelijk wijze lijst ­Verheggen vervolgens de gevolgen van de klimaatopwarming op. Die zijn trouwens een stuk verregaander en ingrijpender dan de warmere temperaturen en de stijgende zeespiegel waar we spontaan aan denken. Om tot slot in het laatste en langste hoofdstuk zeer veel aandacht te besteden aan hoe we

De ondertoon doorheen het boek is nooit alarmistisch of apocalyptisch van aard. Het is fascinerend hoe hij zich aan weinig geruststellende feiten en evoluties wijdt zonder dat het je naar de keel grijpt. Wars van enige vorm van naïviteit geeft hij aan dat we wel degelijk aan de slag kunnen. Feit blijft: niet iedereen ziet de voorgestelde oplossingen zitten.

Bart Verheggen, Wat iedereen zou moeten weten over klimaatverandering. Uitgeverij Prometheus, 2020, 202 p.

DEGEUS


BOEKENREVUE

Kleermaker in Auschwitz IDE LEIB KARTUZ Toen David Van Turnhout aan Dirk Verhofstadt vertelde dat zijn grootvader een Pools-Joodse immigrant was die als kleermaker Auschwitz had overleefd, ontstond het idee om hierover een boek te schrijven: Ide Leib Kartuz. Kleermaker in Auschwitz. Het resultaat van hun onderzoek is indrukwekkend. Kurt Beckers

De auteurs hebben grondig onderzoek verricht in de archieven van België en Polen, interviewden getuigen en reisden voor dit boek naar Polen, Duitsland, Bulgarije, Oostenrijk en Miami. Zo zijn ze erin geslaagd het leven van Ide te reconstrueren, een leven dat ze tegen de achtergrond hebben geplaatst van de politieke ontwikkelingen van de jaren 20, 30 en 40 van vorige eeuw. Wanneer ze op zoek gaan naar de plaats in Polen waar Ide is opgegroeid, krijgt de lezer een bijzonder scherpzinnige analyse van het groeiende antisemitisme in Polen. Nog voor de nazi’s Polen binnenvielen, werd het leven voor de Joden alsmaar moeilijker. ‘Vooral het opkomende extreme Poolse nationalisme, dat gebaseerd was op een anti-Joods christelijk denken, beïnvloedde steeds meer mensen.’ Joodse winkels, handelaars, ingenieurs en artsen werden geboycot. Het werd Joden verboden om verder te studeren en de eerste pogroms werden georganiseerd. We zijn dan nog maar halverwege jaren 30. We zien hoe nationalistische en racistische ideeën deel gaan uitmaken van het politieke bestel. De auteurs lijken ons wel te waarschuwen. Ide vlucht van dit antisemitisch geweld en vestigt zich met zijn vrouw en kinderen

DEGEUS

in Antwerpen, waar hij het beroep van kleermaker uitoefent. David Van Turnhout en Dirk Verhofstadt zijn benieuwd hoe het leven is verlopen van Ide’s familieleden, die wel in Polen zijn gebleven.

Ide heeft nog een hele strijd met de Belgische overheid moeten aangaan om erkend te worden als politiek gevangene, om zijn erkenning als weerstander en als nabestaande en ook om het verkrijgen van de Belgische nationaliteit Allen belandden ze in het getto van Radomsko en de auteurs kwamen tot de gruwelijke vaststelling dat ze allemaal vergast zijn in het concentratiekamp Treblinka. ‘De poort valt dicht. Een motor slaat aan en het gas verspreidt zich. Een half uur later liggen de lichamen in een van de reusachtige putten die een zware graafmachine heeft uitgegraven. Zo moet het ongeveer gebeurd zijn voor hen en honderdduizenden anderen.’ De auteurs zijn

emotioneel aangedaan. ‘Het maakte een verpletterende indruk op ons. De stilte is hier oorverdovend, de aanblik overrompelend. We willen even alleen zijn en elk apart de emoties van deze plek verwerken. Compleet van de kaart keren we terug naar de parking. Treblinka is een mokerslag.’ Intussen verblijft Ide met zijn vrouw Chaja en hun kinderen in Antwerpen waar de antisemitische ressentimenten ervoor zorgen dat de strop steeds strakker en strakker wordt aangespannen voor de Antwerpse Joden. Ide gaat in het verzet en wordt lid van de verzetsgroep Onafhankelijkheidsfront (OF) waar hij de opdracht krijgt om sluikpers te verspreiden, manifesten aan te plakken en financiële steun te verdelen. De arrestaties van de

juli 2020  >  47


BOEKENREVUE

Joden lieten niet op zich wachten en Ide werd op 22 juli 1942 opgepakt en afgevoerd naar Breendonk, waar hij ongeveer één maand verbleef. De volgende halte was de Dossinkazerne in Mechelen. Op 25 augustus 1942 stapt Ide met zijn vrouw en kinderen op de treinwagon oostwaarts richting een kamp waarvan men nooit eerder had gehoord: Auschwitz. Bij aankomst werden zijn vrouw en kinderen onmiddellijk naar de gaskamers afgevoerd. ‘We hebben er het raden naar hoe Chaja, Charles-Victor en ­Simone zich voelden toen ze van de trein werden gebruld. Zonder twijfel waren ze enorm angstig en verward. Zouden ze hebben gehuild? Hebben ze nog hun papa gezien? We kunnen alleen maar hopen dat ze niet te veel hebben afgezien. Dat ze niet te veel klappen hebben gekregen en dat ze bij elkaar mochten blijven. Dat de warme knuffels van hun mama het laatste is wat de kinderen hebben mogen voelen toen ze met honderden andere naakte mensen in de gaskamers werden gepropt.’ Ide bleef leven omdat hij geselecteerd werd om te werken. Omdat hij kleermaker was, was hij nuttig en wie nuttig was had een kans om Auschwitz te overleven. Aan de hand van verslagen van getuigen proberen de auteurs een beeld te schetsen van hoe het leven voor Ide in Auschwitz eruit moet gezien hebben. Hij werkte in Blok 1 en omdat hij ook kleren moest herstellen van SS’ers geraakte hij aan extra voedsel en andere voordelen. Toch was het leven bijzonder hard en heeft Ide het sadistische gedrag van SS’ers aan den lijve moeten ondervinden. ‘De SS’ers riepen dat hij en zijn kameraden moesten aantreden. ‘Het is een feestdag’ zo zeiden de nazi’s, ‘en jullie mogen op de eerste rij staan om het mee te maken.’ Om de hoek hing echter een lange balk waaraan nog drie levende Joden bengelden. Ze waren opgehangen en Kartuz en zijn makkers kregen het bevel om naar hun doodsstrijd te kijken.’ Toen het Rode Leger op 12 januari 1945 Polen binnenstormde, gaf de SS-leiding van Auschwitz de opdracht om te evacueren. Ide moest in de vrieskoude een dodenmars wandelen

48  >  juli 2020

naar Loslau waar ze in goederenwagons werden geladen richting het vernietigingskamp van Mauthausen in Oostenrijk. Mauthausen had verschillende subkampen waar de gevangen van onder andere Auschwitz naartoe werden gebracht toen het Duitse Rijk op instorten stond. Er was een enorm capaciteitsprobleem en de levensomstandigheden waren gruwelijk. Duizenden gevangen stierven door uitputting, honger en ziekte. Op 21 februari werd Ide opnieuw afgevoerd naar het subkamp Sankt Aegyd am Neuwalde in Neder-Oostenrijk. De horror die de auteurs vervolgens omschrijven is verbijsterend. ‘Ze sliepen in het slijk, er waren geen toiletten, er was nauwelijks eten en drinken en de rottende lijken lagen naast de zieken mee onder de zeilen.’ Na een week werd Ide opnieuw op transport gezet, richting Gunskirchen. Ook daar waren de levensomstandigheden weerzinwekkend. ‘Bijna alle gedetineerden waren ondervoed of ernstig ziek. Dagelijks stierven gemiddeld 200 mensen. Hun lijken lagen opgestapeld in de barakken of verspreid in de modder over het domein tussen de bomen in het bos.’

De auteurs brengen een krachtig pleidooi voor herinneringseducatie in het onderwijs Op 4 mei 1945 is het dan zover. Ide heeft de hel op aarde overleefd en wordt bevrijd door het Amerikaanse leger. Hij woog nog slechts 38 kilogram en was helemaal aan het einde van zijn krachten. Maar daar eindigt het boek nog niet. Ide keert terug naar Antwerpen, waar hij zich opnieuw als meester kleermaker vestigt. Van Turnhout en Verhofstadt richten vervolgens onze aandacht op een onderbelichte kant van de overlevenden die uit die hel zijn teruggekeerd: Ide heeft nog een hele strijd met de Belgische overheid moeten aangaan om erkend te worden als politiek gevangene, om zijn erkenning als weerstander en als nabestaande en ook om het verkrijgen van de Belgische nationaliteit. Hij

huwt met Joséphine Vervloet en het koppel krijgt twee kinderen, Benno en Ellen. Ide sterft op 8 september 1995 en werd als politieke gevangene begraven op het militair erepark op het Schoonselhof in Antwerpen.

WIR SIND ZURÜCK Naast een eerbetoon voor de grootvader van David, wil dit boek een dam opwerpen tegen de vergetelheid van Auschwitz en de vernietigende kracht van totalitaire regimes. De kracht van het vergeten is immers bijzonder actueel. Met het verdwijnen van de laatste rechtstreekse getuigen bestaat het gevaar dat de herinnering uiteindelijk verdampt. Om deze herinnering levend te houden, brengen David Van Turnhout en Dirk Verhofstadt een krachtig pleidooi voor herinneringseducatie in het onderwijs. ‘Om te begrijpen wat het nationalisme en het nazisme hebben aangericht zou elke scholier en elke burger minstens drie plaatsen moeten bezoeken: het In Flanders Field Museum in Ieper over de Eerste Wereldoorlog, die een enorme impact had op het interbellum, het Fort van Breendonk, waar vooral politieke andersdenkenden tijdens de oorlogsjaren werden opgesloten en de Kazerne Dossin in Mechelen, waar ruim 25.000 Joden en zigeuners werden verzameld om te worden afgevoerd naar het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau.’ Dit boek waarschuwt ons. De lokroep van het autoritarisme en nationalisme wint vandaag overal aan kracht. Volgens de auteurs hebben we allemaal de opdracht om in de eerste plaats jongeren bewust te maken van één van de grootste tragedies van de vorige eeuw waarin, naar de woorden van György Konrad, de mens werd verpulverd tot een ding.

David Van Turnhout en Dirk Verhofstadt, Kleermaker in Auschwitz: Ide Leib Kartuz. Uitgeverij Houtekiet, 2019, 332 p.

DEGEUS


BOEKENREVUE

Hippie PAULO COELHO Dit is een waar gebeurd verhaal, het verhaal van Paulo Coelho zelf. Het verhaal van Paulo Coelho-de-Hippie op zoek naar zichzelf. Hier en daar werd een naam aangepast, een periode gecondenseerd of een gebeurtenis herschud, maar de schrijver luidt zijn boek ondubbelzinnig in met: ‘tout est vrai’. Eddy Bonte

Hippie is de zoektocht van Paulo ­Coelho (° 1947) naar zichzelf, de queeste van een jonge Braziliaan van goede komaf, maar met een psychiatrisch verleden, die zijn studies rechten laat vallen en het ouderlijk huis verlaat.

De innerlijke reis is spiritueel, om niet te zeggen esoterisch van aard Coelho heeft twee reizen als hippie nodig om zichzelf enigszins te vinden. Tijdens de eerste reis trekt hij door Zuid-Amerika met een oudere, Europese vriendin. Ook zij heeft haar hele hebben en houden achtergelaten, lees: het communistische Joegoslavië. Ze belandt in Zuid-Amerika, waar de eerste hippies een andere, spirituele wereld hopen te ontdekken bij preColumbiaanse culturen. Paulo en zijn vriendin trekken in 1968 zo naar een iconische hippiebestemming: Machu Picchu. Ze zien er het licht niet, integendeel. De tocht kent een bitter einde wanneer het koppel in de bak belandt op beschuldiging van terrorisme. Die passage dient gelijk als aanklacht tegen de Zuid-Amerikaanse dictaturen; de franjeloze beschrijving van de aanhouding en de tortuur volstaan ruimschoots. Na hun vrijlating lopen zowel de reis als de relatie af. Die eerste reis fungeert als inleiding op de kern van de roman: de tweede reis.

DEGEUS

MAGIC BUS In 1970, twee jaar later, maakt Coelho de omgekeerde beweging: de Braziliaan trekt naar Europa, het continent van zijn vriendin uit de eerste, mislukte reis. Daar hebben zich twee hippiecentra gevormd: Trafalgar Square in Londen en de Dam in Amsterdam. Coelho belandt in het Magies Centrum, waar hij de Nederlandse Karla ontmoet. Ook Karla heeft haar verleden achter zich gelaten. Ze is een zelfzeker tot autoritair persoon, die geen enkele band wenst aan te gaan, te meer daar ze alle mannen kan krijgen die ze wil. De kennismaking met andere levensbeschouwingen liep met een sisser af. Paulo’s plan om naar Londen te trekken, gaat niet door. Karla krijgt haar zin. Inderdaad: Paulo en Karla, zijn tweede Europese vriendin dus, nemen in Amsterdam de Magic Bus naar Katmandoe, de eindbestemming van de allernieuwste hippietrail. De ontmoeting tussen Paulo en Karla – een weinig evident koppel – is Coelho’s kapstok om de hippiefilosofie en de tweede zoektocht naar zichzelf aan op te hangen.

Coelho hoopt op een tweede Renaissance, geen Revolutie DRIE REIZEN In feite bestaat die tweede reis uit drie reizen: de eigenlijke verplaatsing per bus, de evoluerende relatie met Karla

en de innerlijke zoektocht. De innerlijke reis is spiritueel, om niet te zeggen esoterisch van aard. Hoewel een militaire dictatuur hem in de gevangenis deed belanden, neemt Coelho even ondubbelzinnig afstand van het marxisme en van het materialisme in het algemeen: hij zoekt een wereld die ‘le contraire des ouvrages politiques’ behelst. Coelho hoopt op een tweede Renaissance, geen Revolutie. In 1970 zijn de tekenen gunstig: ‘un autre monde était possible’ en in die andere wereld hoopt hij ‘sa folie’ te kunnen verwezenlijken. Om die wereld te kunnen beleven, dient men vooreerst alle vooroordelen, routines en kleinburgerlijke waarden af te leggen. De vrije liefde illustreert de alternatieve weg, maar ook drugs helpen. Hasj uiteraard, maar Coelho beschrijft evengoed een complete LSD-trip. Hij maakt er geen reclame voor, maar er valt evenmin afwijzing te bespeuren. In Amsterdam bezoekt hij een opiumkeet, maar het blijft bij nieuwsgierigheid wanneer hem een deal als smokkelaar wordt voorgesteld. De zoektocht mag dan innerlijk verlopen (‘le chemin de la lumière’), ook een echte, geografische verplaatsing

juli 2020  >  49


BOEKENREVUE

naar totaal andere culturen vormt een noodzaak. Zo wil Karla de rest van haar leven mediterend doorbrengen in een grot in Katmandoe.

De vrije liefde illustreert de alternatieve weg, maar ook drugs helpen RELIGIEUS Coelho schetst een sympathiek en tegelijk waarheidsgetrouw beeld van de andere wereld die hippies proberen te scheppen, ook op het vlak van uiterlijkheden en gedragingen: aparte T-shirts, lange rokken, lang haar, sandalen, open blouses zonder bh, parels, ringen, kralen, truien en tassen uit exotische oorden. De personages van Coelho bedrijven de vrije liefde (of proberen het toch), slapen in het park, maken onbevooroordeeld kennis met om het even welke andere hippie. Het spirituele, esoterische alternatief van Coelho blijkt echter behoefte te hebben aan een God, met hoofdletter. Een persoonlijke, interpreteerbare God misschien, maar hoe dan ook een God. Paulo komt nooit in Katmandoe aan, want in Istanboel wordt hij herinnerd aan de derwisjen die hij ooit zag en hem zijn blijven fascineren. Op zoek naar een derwisj – zijn enige aanknopingspunt – vindt hij een meester in het soefisme. De auteur besteedt talloze bladzijden aan die ontdekking: de esoterische hippie gaat een stap verder en geeft zich over aan religieuze ervaringen. Maar de antiautoritaire hippie wint het van de religieuze geboden: Paulo zet de uiteindelijke stap niet. Hij besluit niet in de leer te gaan, ook al zou dat kunnen zonder een bekering tot de islam. Heeft hij zichzelf gevonden? Blijkbaar wel: hij reist niet verder, Karla stapt zonder hem de bus op naar Katmandoe. Uit de citaten voorin dit boek, blijkt dat het soefisme de auteur tot op vandaag inspireert en begeleidt. Karla verdwijnt uit de reis, de roman en zijn leven.

TEGENGIF ‘Hippie’ staat hier voor een bepaald

50  >  juli 2020

soort hippie: de antiautoritaire en apolitieke tendens, wars van alle hiërarchie en organisatie, die zich buiten de westerse samenleving plaatst en het alternatief zoekt in oudere culturen van andere continenten. Het alternatief houdt ook een andere staat van bewustzijn in, en drugs, van hasj tot LSD, vormen daartoe onmisbare hulpmiddelen. Jammer is wel dat de God (met hoofdletter) van Coelho zeer vaag blijft. Misschien is hij onmededeelbaar, maar een zin als ‘L’amour de Dieu est plus fort que les raisons qui ont conduits a Lui’, klinkt nogal goedkoop en bijzonder zweverig. Hij laat ook compleet in het midden wat ‘hippie’ zou kunnen betekenen: ‘Personne ne savait exactement ce que le mot hippie signifiait, et ça n’avait aucune forme d’importance’. Voeg daar ‘s’abandonner à l’Univers’, ‘l’âme de l’Univers’ en ‘nectar des Dieux’ aan toe en we zijn vertrokken voor een ferme dosis New Age. Eén van zijn inspiratiebronnen heet trouwens Louis Pauwels!

De antiautoritaire hippie wint het van de religieuze geboden Niettemin dient Coelho hier tegengif toe. Het kan geen toeval zijn dat de succesauteur als zestigplusser besluit terug te keren naar een specifieke periode uit zijn jeugd, die in essentie haaks staat op onze moderne wereld waarvan de zingeving uitsluitend is opgetrokken uit het materiële. We zijn het zo gewend dat alle alternatieven, ook de meest linkse, ten gronde een puur materialistische kijk op de wereld inhouden, dat Coelho’s ‘autre monde’ wel tot nadenken moet stemmen. In zeker opzicht geeft Coelho blijk van enige moed om in het huidige tijdsgewricht met Hippie (verschenen in 2018) als alternatief uit te pakken. Alleen …

VRIJBLIJVEND Alleen betekent ‘hippie’ in deze roman niet of niet helemaal wat het oorspronkelijk betekende. Hippie betekent mijn eerste kennismaking met

Coelho – in het Frans, omdat ik geen Portugees lees en mijn literair Spaans een trapje te laag staat. Coelho schrijft bijzonder eenvoudig en kan makkelijk sentimenten oproepen. Ook niethippies kunnen zich moeiteloos identificeren met ontluikende liefde, tedere seks, een ongedefinieerde god die het ietsisme benadert en een innerlijke zoektocht. Staat het concept ‘hippie’ in wezen haaks op onze materialistische samenleving, dan sluit de esoterisch-religieuze variant die Coelho opvoert dan weer perfect aan bij een zekere tijdsgeest: New Age, de postmoderne verdunning van de hippie.

Hoewel hippies individueel tripten, kwam de ware zingeving voort uit de groep Ook het individualistische karakter van Paulo’s en Karla’s ervaringen stoort niemand. Elkeen kan zijn spirituele ervaringen persoonlijk interpreteren en de ene interpretatie wordt niet hoger of lager aangeslagen dan een andere. De roman Hippie kan als een individuele trip worden gelezen. En hoewel hippies zeker individueel tripten, kwam de ware zingeving voort uit de groep, waar ze vaak met tribe naar verwezen. Ook zetten hippies zich af tegen de gevestigde orde. Bij Coelho ontbreken zowel de collectiviteit als het verzet. Wanneer de busreizigers in Oostenrijk worden bedreigd door een zootje ongeregeld, laten ze zich zonder meer uit het café zetten. Tot daar, men kan aanvoeren dat geweldloosheid past bij een hippie. Het sociale commentaar blijft echter uit: voor de zuiveren des herten (Coelho zou spreken van ‘l’âme’, de ziel), volstaat het zuiver te zijn of ernaar te streven. Ook daarom wordt dit boek een succes: de hippie Coelho is geen antisistema. Braaf in een hoekje met een spiritueel boekje, is hij voor het cynische liberalisme en de geavanceerde consumptiemaatschappij perfect aanvaardbaar. Wat zeg ik: verhandelbaar. Paulo Coelho, Hippie. Uitgeverij Arbeiderspers, 2018, 279 p.

DEGEUS


FILM

Werckmeister Harmonies HET PEILLOZE OOG VAN DE WALVIS Tim Deschaumes

In het elf minuten durende openingsshot van Béla ­Tarrs Werckmeister Harmonies (2000) verduidelijkt de minzame János aan een aantal drinkebroers het mechanisme achter een totale eclips. Eén man plaatst hij in het midden van de kroeg: de zon. Twee andere mannen, de aarde en de maan, wentelen om de centrale dronkenlap en om elkaar heen. De camera cirkelt mee. János bevriest hun celestiaal ballet als de maan het zonlicht blokkeert. De plotse duisternis roept apocalyptische gedachten op, maar János gelooft rotsvast in de terugkeer van de goddelijke harmonie.

Werckmeister Harmonies brengt een unieke reflectie over machtswellust en volgzaamheid, de broosheid van harmonie en de fragiliteit van ethisch besef In een volgende scène maakt de camera intens trage, cirkelvormige bewegingen rond György, de oom van János, die zijn gesofisticeerde theorie over muzikale harmonie debiteert. György verlangt naar het geloof in de natuurlijke harmonische klanken uit de tijd van Aristoxenes, in vraag gesteld door de zeventiende-eeuwse muziektheoreticus Andreas Werckmeister. János en György ontwaren goddelijkheid in kosmos en muziek. Ze koesteren die hemelse harmonie, die zuivere noten ‘als zeven broederlijke sterren aan het firmament’. In de desolate stad waarin beide protagonisten rondwaren, overheerst echter een sfeer van angst. De komst van een obscuur circus met een gigantische walvis en de beruchte ‘Prins’ voedt verhalen over imminent geweld. Bij een eerste kennismaking met de opgezette walvis herkent János in dit verbluffende zoogdier de hand van een creatieve en omni­ potente god. De camera volgt het massieve lichaam en toont de gekerfde en verweerde walvishuid. We kijken in het oog van de walvis. Zijn baleinen lijken op een weefgetouw uit de diepzee. De bezwerende score van Mihaly Vig accentueert de grandeur van het moment. Maar als János de walvis voor een tweede maal bezoekt – een scène zonder muziek – begint zijn geloof in de goddelijke harmonie te tanen. Hij wordt nu van zeer nabij geconfronteerd met de peilloze en ambigue diepte van het walvisoog. Geïsoleerd

DEGEUS

© Pierre Grise Distribution

van het lichaam ziet het er menselijk, al te menselijk uit. Een kwaadaardige tirade van de Prins slaat János helemaal uit zijn lood. Deze circusfreak is een Mabuse-achtige tiran, die met zijn vlijmscherpe stem oproept tot terreur en slachtpartijen. We zien hem enkel als spichtige schaduw, ongrijpbaar. Na een bezoek aan de intussen catatonische János kijkt György voor het eerst in het oog van de walvis. Ontwaart hij goedheid, slechtheid of enkel de betekenisloze blik van een kadaver? De muziek keert terug, maar de walvis lost langzaam op in de mist. Werckmeister Harmonies brengt een unieke reflectie over machtswellust en volgzaamheid, de broosheid van harmonie en de fragiliteit van ethisch besef. Tarr toont de zuivere en atonale klanken van het leven in vloeiende, doorlopende long takes van oogstrelend zwart-wit.

Werckmeister Harmonies is gebaseerd op de roman De melancholie van het verzet van Tarrs landgenoot László Krasznahorkai (Wereldbibliotheek). De film is beschikbaar op dvd met Engelstalige ondertitels bij Artifical Eye als deel van de Béla Tarr Collection.

juli 2020  >  51


MUZIEK

Door de muren heen Mattias Laga en de Ledebirds In Ledeberg is Mattias Laga door iedereen gekend, dankzij de multiculturele muziekgroep de Ledebirds waarvan hij de orkestleider en stuwende kracht is. Zijn muziek verbindt diverse culturen en neemt grenzen en vooroordelen weg. Tijd voor een kennismaking. Francis Cromphout

Matthias Laga is nochtans niet geboren en getogen in de Gentse deelgemeente Ledeberg. Hij zag het levenslicht vijftig jaar geleden in het Kortrijkse Gullegem, in een kroostrijk gezin waar veel belangstelling voor muziek leefde. Op zijn negende volgde hij al muziekschool. Na het middelbaar bracht hij een jaar door in Seattle als uitwisselingsstudent en daar kon hij meespelen in de Bigband van de High School. Na zijn studies aan de universiteit in Leuven (communicatiewetenschappen en sociale en culturele antropologie) studeerde hij jazzsaxofoon in het Gentse Muziek Conservatorium en klarinet in de Gentse Muziekacademie. Nog voor hij de Ledebirds stichtte, speelde hij al in diverse wereldmuziekensembles zoals Olla Vogala en Oblomow en recenter de folkrockband Jaune Toujours, de Romagroep Mec Yec en de jazzgroep Wofo.

van wantrouwen, die kan opduiken wanneer verschillende culturen samenkomen.

‘Door de muren heen kan je met muziek mensen raken’ De Ledebirds bestaan nu al elf jaar. Hoe ontstond het idee om deze multiculturele band te stichten? De Ledebirds werden opgericht toen ik al acht jaar in Ledeberg woonde. Ik was hiervoor nog niet actief in het lokale socio-culturele leven. Ik trad op in culturele centra, clubs en op festivals en nam deel aan CD-opnames. Verder was ik ook actief bezig met de verbouwingen van ons rijhuisje. Dankzij mijn kinderen (geboren in 2003 en 2006) merkte ik dat er zich in mijn wijk te weinig bewoog tussen de gemeenschappen die zich daar hadden gevestigd. Er was wel een zekere sociale cohesie, maar dat waren bubbels waartussen weinig werd uitgewisseld. Ik miste eigenlijk een bruine kroeg en hoopte dat het vrijgekomen pand op het plein zou overgenomen worden door een kroegbaas die folk, wereldmuziek en jazz zou draaien, maar het werd tot mijn grote teleurstelling een begrafenisondernemer. ‘Lede-berg’ vertaalde ik met poëtische vrijheid als sorrow hill.

Naast zijn muzikale activiteiten werkt hij als consulent bij Stad Gent in het team van Ontmoeten en Verbinden.

‘Dat het orkest een beetje een familie wordt is een heerlijke ontdekking’

Maar zijn levenswerk zijn de Ledebirds en de brede waaier aan activiteiten daarrond. Het bespelen of beluisteren van muziek uit allerlei culturen haalt mensen uit een spiraal

Mijn idee kwam een buurtwerkster ter ore en zij overtuigde me ervan om een echt amateurensemble op te starten en

52  >  juli 2020

DEGEUS


MUZIEK

werkte ik samen met musici uit het Oosten. Een workshop met Luc Mishalle (artistiek directeur van MetX) zette me op weg en toen volgde de samenwerking met de Tunesische ud-speler Moufadhel Adhoum. Bij Jaune Toujours, Olla Vogala en Oblomow kwam ook oosters repertoire op het programma en speelden we samen met onder meer Osama Abdulrasol, Metin Toplar, maar ook muzikanten uit Afrika en Tuvaanse keelzangers. En - niet te vergeten - Katja en Mielka Pohlodkova van Mec Yec, Romamuzikanten die al in Ledeberg woonden nog voor ik er landde.

‘Het tonen op een podium, maar ook op straat, tijdens een buurtfeest of tijdens een stoet, dat we in elkaars cultuur geïnteresseerd zijn is een belangrijke boodschap’

Mattias Laga (in het midden eerste rij) en zijn Ledebirds © Dirk De Smet

bracht meteen wat muzikanten aan. De oproep van de toenmalige Dienst Cultuurparticipatie om zelf je wijk te creëren, stimuleerde me om er een artistiek project van te maken. De stimulans om ook voor de jeugd muzikale activiteiten te organiseren, kreeg ik in de stuurgroep Brede School Ledeberg.

‘Onze muzikale projecten helpen met het wegnemen van vooroordelen’ De Ledebirds spelen heel veel oosterse muziek en ook Romaliederen. Waarom deze muziekkeuze? Ik was als tiener erg geboeid door muziek uit het Oosten. Klarinetmuziek raakte me eigenlijk nog niet, ik vroeg de dirigent van onze dorpsharmonie tevergeefs of ik hobo of althobo mocht spelen. De sopraansax van Branford Marsalis bij Sting deed mij wegdromen en ik ben op zoek gegaan naar deze klankkleur. Daarnaast was er de Hongaarse folkgroep Kolinda waar ik heel intensief naar luisterde. Ook jazz boeide me, met een voorliefde voor de post-free jazz van onder meer David Murray. Ik raakte hierdoor geïnteresseerd in de burgerrechtenbeweging van de Afro-Amerikanen, die ook een artistieke rol opeisten. Ik was ook onder de indruk van de Franse jazzklarinettist Louis Sclavis en zijn folklore imaginaire. De Bretoenen maakten de cirkel rond en hiermee mondde ik uit bij de Kelten én bij de hobo’s en de bombardes (Bretoense schalmei). Ik verslond de eerste platen van Rabih Abou Khalil, die jazzmuzikanten Arabische muziek liet spelen, en van Anouar Brahim die me de Turkse klarinet deed ontdekken. Als muzikant verkende ik het repertoire en

DEGEUS

De Ledebirds hebben bijzondere muzikale gasten, wiens muziek jullie spelen. Wat bepaalt daar de keuze? Het gaat bijna altijd om mensen. Ik hoop steeds om muzikanten uit de buurt te vinden, die ons een nieuw repertoire uit hun thuisland aanleren. We krijgen van onze ud-speler Kaies Lahdiri bijvoorbeeld mooie Tunesische muziek aangereikt. Bij onze Slowaakse buren was er meteen een enorm repertoire om uit te putten. Niet dat ze zelf naar ons toekwamen met suggesties. De Romamuzikanten uit de buurt spelen graag jazz en spelen ook het poprepertoire goed. Toen we aan kinderen vroegen wat het favoriete lied van hun moeder was, bleek Like a prayer van Madonna de grote hit. De samenwerking met Romamuzikant Martin Balogh was een boeiend project waarbij ik hoopte om de traditionele, akoestische instrumenten terug te kunnen introduceren bij Romakinderen. We blijven dit trouwens proberen en binnenkort zetten we er samen met enkele gedreven Slowaakse sleutelfiguren uit de buurt weer volop op in. Kursat, een succesvolle zanger met Turkse roots uit SintAmandsberg, leerden we kennen via Metin Toplar die hier een sleutelfiguur is in de Turkse muzikantenmiddens. Zo leerden wij dankzij Metin de baglamaspeler (een langhalsluit, n.v.d.a.) en zanger Tugrul Yucesan kennen. Soms is het ook een Vlaamse muzikant die ons in het repertoire ondersteunt, zoals Hilde de Clercq die al in verschillende producties heeft meegespeeld. Onlangs liet ik mijn baard trimmen bij een kapper die zich aansloot bij de warme handelaars. Mustapha ‘Musti’ bleek een baglama-speler te zijn, maar had helaas geen tijd om mee te spelen. Het is een uitdaging voor de Ledebirds om hem toch minstens een keer als gastmuzikant op het podium te krijgen, maar we zien hem liefst als lid van het orkest. De projecten rond Slowaakse en Turkse muziek zijn

juli 2020  >  53


MUZIEK

bewuste keuzes, omdat we interesse hebben in de culturen van onze buren. Via een Macedonische zangeres leerden we ook wat Bulgaarse buren kennen, de talen zijn erg verwant. Daarna maakten we kennis met een volksdansgroep en leerden we ook een aantal liederen uit Bulgarije. In de Brugse Poort bleken ook volksdansers te wonen die Turks als moedertaal hebben, maar die generaties lang in de Balkan hebben gewoond. Beide dansgroepen nodigen we graag uit op concerten.

‘Muzikanten zijn echt gelukzakken, we kunnen samen muziek spelen zonder dat we elkaars taal moeten kennen’ Sommige projecten zoals Hafa met Dick van der Harst, Nomad met de Macedonische zangeres Aleksandra Popovska, en het operaproject Sadko zijn eerst als jongerenproject gestart. We speelden koppelaar tussen de lokale indicatorschool (90% van de leerlingen spreken thuis geen Nederlands of hebben laaggeschoolde ouders of zijn socio-economisch kwetsbaar) en de Gentse Opera. We mochten zelf de opera kiezen, het werd Sadko van Rimsky Korsakov. We zagen hierbij tal van mogelijkheden om ons instrumentarium voor muziekworkshops in te zetten: balalaika’s, accordeons, viooltjes … De droom om ook de gusli, het harpje van de protagonist Sadko, te bouwen met de kinderen uit de wijk leeft nog steeds. Dit is een van de redenen waarom we een houtatelier hebben opgestart. Eens we een vrijwilligerswerking hebben opgezet en we enthousiaste begeleiders en jongeren bereiken, starten we met het maken van houten muziekinstrumenten. Naast het gusli-harpje willen we ook Afrikaanse harpjes bouwen, zoals de krar uit Oost-Afrika. Osama Abdulrasol leerde ik kennen via de CD-productie Hamza van de Algerijnse Gentenaar Djamel. Daarna speelden we samen bij producties van Oblomow, als trio, en bij de Libanese zangeres Jahida Wehbe. Een project als Oriental Ledebirds met Osama was mogelijk dankzij een Vlaamse subsidie bij het Kunstendecreet en productionele ondersteuning van de Centrale. Ook Superdivers minimalisme was zo’n Kunstendecreetproject, waarbij we beroep konden doen op de expertise van musicoloog Dirk Moelants uit het orkest. Vaak is er al een link naar een element uit de werking, een cultuur uit de buurt, een expertise in het orkest, een boeiende partner, een student die we een podium kunnen geven. Zoals voor de zangeres Gergana Velikova en de Russische Bariton Valery Alexeev voor het Sadko repertoire. De mogelijkheden van de partners voor concerten bepalen ook welk project we kunnen realiseren. Dat is evident bij een operaproject en naast de Centrale is de steun van de Handelsbeurs en Zonzo Companie enorm belangrijk. Zo waren we al te gast in de Handelsbeurs met Cimbalom express, met Kapinga en haar kinderkoor, onze participatie van Oktobernacht en onlangs nog op Soiree Harira waar we

54  >  juli 2020

nieuw repertoire brachten met onze Palestijnse, Iraakse, Iraanse en Vlaamse zangers. Het project met Dick van der Harst in Bozar en de Opera van Lille was mogelijk dankzij de productie van Zonzo Compagnie. We zijn trouwens nog steeds op zoek naar middelen om dit project verder te laten groeien. Ik vergeet hier en daar nog een zijproject, zoals de Gentse liedjes en de composities van muzikanten die wat ondergesneeuwd geraken door de vele projecten die alle aandacht opeisen. De Ledebirds zijn ook een sociaal project. Ik ben oprecht geïnteresseerd in mijn buren, en muziek was de voor de hand liggende methode om hen te leren kennen. Er is bij mij altijd een sociale noodzaak voor de totstandkoming van een project, ook als de eerste keuze een artistieke is, geven we toch altijd aandacht aan de kansen tot kruisbestuiving, zoals bij het project met Dick van der Harst. We geven altijd plaats aan jongeren of zelfs kinderen om mee te doen, terwijl we ook muzikanten die gestopt zijn met spelen aanmoedigen om terug te starten. Muziek spelen is op zich heel sociaal. Je communiceert, soms onrechtstreeks, maar zelfs door de muren heen kan je met muziek mensen raken. Muziek is geen universele taal, maar is wel een fundamenteel deel van ons menszijn. Het stimuleren van jongeren om het toch te doen, ondanks het feit dat het niet zo positief wordt bekeken in hun thuiscultuur, is een van onze missies. Op een podium, maar ook op straat, tijdens een buurtfeest of tijdens een stoet, tonen dat we in elkaars cultuur geïnteresseerd zijn, is een belangrijke boodschap. Dat er ook vriendschappen ontstaan en dat het orkest een beetje een familie wordt, is bovendien een heerlijke ontdekking. Ik denk dat iedereen in de eerste plaats voor de muziek komt, maar het is zalig als er spontaan van alles rond ontstaat. Muzikanten zijn echt gelukzakken, we kunnen samen muziek spelen zonder dat we elkaars taal moeten kennen, en we werken aan hetzelfde doel. Geen nood om zoals in de sport te winnen of de andere te verslaan.

‘Stimuleren van participatie is een essentieel deel van een sociaal beleid’ Als ik als sociaal werker iets wil doen aan het gebrek aan sociale cohesie, ben ik vooral geïnteresseerd in een nieuwe methodiek. Ik heb een hekel aan routine. Afwisseling is inherent aan de muziek. Er liggen daar zoveel kansen om in te spelen op wat er aan het gebeuren is. Sociaal werk in het algemeen is een moeilijkere uitdaging. Het veld is enorm groot, en daarom moeilijk in te schatten wat op een grotere schaal effect heeft. Muziek horen uitvoeren en zeker zelf uitvoeren bezorgt een onmiddellijke genoegdoening, een emotie die iemands houding tegenover onbekende culturen en tegenover vreemden in een positieve richting doet evolueren.

DEGEUS


MUZIEK

Je studeerde naast sociale wetenschappen ook antropologie. Ik vermoed dat dit je interesse voor het leven van mensen met een andere achtergrond heeft beïnvloed, maar ook de diverse culturen die zich meer en meer in onze eigen Gentse stad nestelen. Ik heb sociale wetenschappen gestudeerd en op het eind werd dat sociale en culturele antropologie. Het heeft mijn ogen extra opengetrokken en mijn houding tegenover verschillende culturen versterkt. Langs de ene kant hebben fricties tussen mensen die samenwonen vaak sociale of socio-economische oorzaken. Eenmaal de levensstandaard is gestegen zijn de culturele bubbels er nog, maar leveren die veel minder spanningen op. Het is dus om die reden belangrijk dat we aan gelijke kansen werken zodat iedereen een rechtvaardig deel van de welvaart kan verdienen. Onze muziekprojecten helpen hopelijk mee aan het wegwerken van de vooroordelen die onze medebewoners parten spelen. Dat de groeiende culturele verschillen net voor een feest zorgen is al duidelijk op het gebied van de gastronomie, maar ook muzikaal valt er veel te genieten. We spelen vaak met de Ledebirds op podia en op straat en hopelijk komt er ook in de media, op radio en televisie, meer aandacht voor deze muziek. Rond de Ledebirds zijn ook andere sociaalartistieke projecten ontstaan, zoals het Takkenorkest, dat zich in de eerste plaats richt tot kinderen. Maar ik zag hier ook soms ouders opduiken. Welk doel streef je hiermee na? De dirigent uit mijn straat, in mijn geboortedorp, heeft een grote invloed gehad op mijn leven en ergens hoop ik dat ik ook enkele kinderen de kansen kan geven om muziek te maken. Maar ook gaan kamperen in de bossen, of timmeren. Het zijn ervaringen die mij gevormd hebben. Deze ervaringen wil ik delen met de stadsjeugd die klein behuisd is, wiens ouders niet het netwerk hebben die naar een jeugdbeweging of naar het deeltijds kunstonderwijs leidt. We geven impulsen, maar ik besef dat het niet genoeg is. Het houtatelier is een nieuw luik, omdat muziek in Ledeberg een te klein segment bereikt. Nu kregen we van de Vlaamse overheid nog een kleine subsidie via het Participatiedecreet, maar meteen na de bekendmaking bleek dat de volgende ronde geschrapt wordt en dat dergelijke projecten minder of geen steun meer gaan krijgen op Vlaams niveau. Stimuleren van participatie is nochtans een essentieel deel van een sociaal beleid.

Er gebeuren in Brussel prachtige dingen omdat er geen dominante culturele meerderheid is, en dat is daar op alle podia ook duidelijk te merken. Naast muzikale bands als deze hoop ik dat onze fanfare en harmoniecultuur ook wat meer kleur krijgt, en zich niet terugplooit onder het motto van ‘canons’ en de druk om te excelleren. Het coronavirus heeft dit jaar een aantal projecten verhinderd. Zijn er desondanks toch enkele projecten die in het verschiet liggen? Het grootste afgelaste project is een zalige cluster: met het Takkenorkest gingen we met Zinneke meedoen, en via die samenwerking gingen we zowel met tubaspeler Michel Massot, een muzikale held van me, met trompettist Laurent Blondiau – nog een klepper – en met saxofonist Edward Capel samenwerkingen opzetten, zowel met hen als componist of inspirerende bandleaders als met hun ensembles, leerlingen en volgers. Wij zouden op tal van nieuwe plekken gaan optreden, van Citadelic in Gent, de Marollen in Brussel tot over de grens in Noord-Brabant. Met Dick van der Harst willen we met accordeons aan de slag gaan, en op het volgende Zonzofestival zijn we kandidaat om jeugdprojecten mee te ondersteunen, en nog het liefst de combinatie van al die dingen. Buiten de muzikale projecten die we willen opstarten of verderzetten, blijft ook het houtatelier waar we een grotere ruimte voor zoeken belangrijk, en een project voor natuurbeleving gericht naar leerlingen van het Onthaalonderwijs voor anderstalige kinderen (OKAN) en het Beroepsonderwijs. Je bent onvermoeibaar, Mattias, in je engagement en je enthousiasme. Wij wensen je verder veel succes en ook blijvende interesse vanuit de subsidiërende instanties toe.

Je sociale betrokkenheid is ook merkbaar in de groep Jaune Toujours rond accordeonist Piet Maris, die voor hun teksten en projecten gedreven worden door sociale en ecologische motieven. Er zijn weinig groepen die zo geëngageerd zijn. Muzikanten zijn meestal erg geëngageerd, maar een groep als Jaune Toujours is toch tamelijk uniek in Vlaanderen. Naast expliciet geëngageerde teksten zijn de projecten met Romamuzikanten, met vluchtelingen en met gastmuzikanten uit verschillende culturen een deel van ons DNA. Jaune Toujours is ook een echt Brussels ding.

DEGEUS

juli 2020  >  55


ABECEDARIUM

De M van Masker Jean Paul Van Bendegem

Voor een historica in de verre toekomst die een uitputtend onderzoek verricht naar het vrijdenken in Vlaanderen – let wel voor haar gaat het om 法 兰 德 斯 的 自 由 思 考 – en exemplaren van De Geus aan het bestuderen is, is het interessant om te weten dat dit stukje geschreven is in volle coronacrisis. We zijn immers mei 2020 en we naderen het einde van wat met een vrij grote kans bekend zal worden als ‘de eerste golf’. Wat we wel achter de rug hebben is het maskerdrama. Het is een zware term die ik in de mond neem maar een terugblik laat een verwarde en verwarrende toestand zien, bepaald door vragen zoals ‘Moeten we er nu wel of niet één dragen?’, ‘Zijn er eigenlijk wel genoeg voorradig?’, ‘En is de kwaliteit aanvaardbaar?’, ‘Moeten we ze zelf maken?’, ‘En wat doet zo’n masker eigenlijk?’, ‘Waarom hebben de buren meer maskers dan wij?’, dat soort fundamentele vragen. Laat ik de lezer meteen geruststellen: ik heb niet de bedoeling een zoveelste overpeinzing toe te voegen aan de gestadige stroom van zeer veranderlijke kwaliteit, die ons al een tijdje overspoelt. Wel intrigeert mij het fenomeen van het masker zelf. Door het gebruik van het woord ‘drama’ in maskerdrama wilde ik natuurlijk die andere betekenis van masker suggereren, namelijk het masker in het theater of in de opera. Op het eerste gezicht kan er toch geen scherpere tegenstelling bedacht worden tussen aan de ene kant het masker bedoeld om te verbergen en te verhullen en aan de ander kant het masker als bescherming. Denken we masker in combinatie met maskeren en maskerade dan is de drager een persoon die de eigen identiteit niet wil prijsgeven of, beter nog, wil laten geloven een ander te zijn. Het

56  >  juli 2020

masker als misleiding dus. Denk aan een gemaskerd bal, daar is het toch de bedoeling om vooral niet te zijn wie je bent. Denk aan de talloze opera’s waar een maskertje van twee keer niks volstaat om iedereen in de luren te leggen. Groter kan het contrast niet zijn met het masker als bescherming waar identiteit geen enkele rol speelt. Alles draait erom te controleren wat er uit het lichaam komt en wat er probeert in te geraken. Niet alleen een neus- en mondbedekking verdient de naam masker maar ook een condoom komt, merkwaardig genoeg, in aanmerking. (En, kijk, wat zie ik? Condooms worden gebruikt als bescherming van de vingers.) Vergeten we zeker ook niet het schoonheidsmasker dat vooral bedoeld is om stoffen te onttrekken aan het gelaat en er andere aan toe te voegen. Ik zwijg over botox. Maar is de tegenstelling wel zo scherp? Op het tweede gezicht wordt het allemaal wat waziger. Wie een masker draagt om te verbergen wie men is, doet dit misschien om zich te beschermen tegen mogelijke gevaren. Deelnemers aan een Occupy-betoging, uitgerust met het ondertussen iconische Guy Fawkesmasker, brengen een dubbele boodschap. Ze verbergen zich maar uiten zich tegelijkertijd als gevaarlijk, een curieuze boodschap als je het zo bekijkt. Het wordt nog beter als ik recente foto’s zag van betogingen in Hongkong waar de mondmaskers werden gebruikt om niet herkend te worden en tegelijkertijd als bescherming. Kortom, een multifunctioneel masker. En het gaat verder. Omdat de gekke maatschappij waarin wij zijn terechtgekomen aan deze kant van de aardbol de absolute eis stelt van een even absolute originaliteit, is een wit of zwart masker

totaal ontoereikend en dus wordt een potentieel levensreddend instrument ook (weer eens) een modestatement. ‘Oh, is dat een Vuittonmasker?’, ‘Niet echt, maar niet verklappen, hé, ’t is Chinese namaak!’. Dus krijgt dat neusen mondmasker ook een symbolische betekenis voor de drager en voor de toeschouwer. Misschien weet je wel niet wie ik ben maar vergis je niet, ik zit niet in armoe zoals die sukkelaars met hun vodje van den Aldi. Maar dan zag ik iets vreemds. Er bestaan op dit ogenblik mondmaskers waarop een getrouwe weergave van het verborgen gedeelte van het eigen gezicht gedrukt staat. Wat is daarvan de bedoeling? Zeer eenvoudig: sommige toestellen werken met gezichtsherkenning om toegang te verlenen aan de gebruiker en dan zit dat masker in de weg. Stopt het daar? Oh neen want het betekent wel dat je met zo’n masker perfect herkenbaar bent. Wat niet altijd zo interessant is, dus zijn er maskers met de foto erop van iemand anders. En zo wordt het dagelijkse leven wel degelijk een maskerdrama. Deze mijmeringen brengen mij tot een onverwachte conclusie. Als het zo is dat er niet echt sprake is van een scherpe tegenstelling maar eerder van een bizarre mengelmoes, is het dan niet ronduit verbazingwekkend dat het coronavirus in ons land binnengebracht is door, onder andere, carnavalgangers? Uiteindelijk hebben die mensen alleen maar het ene masker geruild voor het andere. En, voor wie het niet zou geloven, tik eens ‘mondmasker clown’ in op google. Wat verschijnt er? Een bedrijfje van feestartikelen dat een clownesk mondmasker in de aanbieding heeft! Waarom moet ik nu denken aan de Joker, één van de aartsvijanden van Batman, vermomd als een …, oei!?

DEGEUS


MAGAZINE VRIJZINNIGE ACTUALITEIT OOST-VLAANDEREN

De nieuwsbrief verschijnt driemaandelijks. In deze nieuwskatern vindt u de activiteiten terug van juli t.e.m. september 2020. Alle bijkomende informatie is te vinden op www.geuzenhuis.be/agenda. De volgende nieuwsbrief verschijnt op 1 oktober 2020. Evenementen kunnen ­aangemaakt worden op onze website tot uiterlijk 1 september 2020.

di 7/07 13:30 De evolutie van het Strijkkwartet: Pjotr

GENT

Tsjaikowski UPV GENT Sint-Bernadettestraat 242C/405 - 0496 53 99 76

di 14/07 13:30 Composities voor orgel van Olivier Messiaen II UPV GENT Sint-Bernadettestraat 242C/405 - 0496 53 99 76

di 21/07 13:30 In Memoriam: Monstserrat Caballé – leven en werk UPV GENT Sint-Bernadettestraat 242C/405 - 0496 53 99 76

ZOTTEGEM

zo 6/09 11:00 Standje op Vrijetijdsbeurs, hele dag (o.v.)

HV VLAAMSE ARDENNEN & GRIJZE GEUZEN ZOTTEGEM Bevegemse Vijvers 1, 9620 Zottegem

do 10/09 19:30 Licht Op: Spieren van Liefde Selma Franssen en Aurélie Van de Peer HUISVANDEMENS ZOTTEGEM Ridderzaal, Kasteel van Egmont (bib) – Heldenlaan, 9620 Zottegem – zottegem@demens.nu of 09 326 85 70

do 24/09 19:30 Filosofiecafé Alex Klijn HUISVANDEMENSZOTTEGEM,

VORMINGPLUS VLAAMSE ARDENNEN HUISVANDEMENS ZOTTEGEM – Hoogstraat 42, 9620 Zottegem – 09 326 85 70

ma 28/09 19:30 Lezing: Burnout in de kindertaal + boek

Viktor & het vuur Sarah Van Wolputte HUISVANDEMENS ZOTTEGEM Locatie n.o.t.k. (mogelijks digitaal) – zottegem@demens.nu of 09 326 85 70

VASTE ACTIVITEITEN

di 28/07 13:30 De evolutie van de Pianosonate: Franz Schubert UPV GENT Sint-Bernadettestraat 242C/405 - 0496 53 99 76

di 4/08 13:30 Alcina: Opera van Georg Friedrich Händel UPV GENT Sint-Bernadettestraat 242C/405 - 0496 53 99 76 di 11/08 13:30 De evolutie van het Strijkkwartet: Antonin Dvorák UPV GENT Sint-Bernadettestraat 242C/405 - 0496 53 99 76

di 18/08 13:30 De evolutie van de Pianosonate: Johannes Brahms UPV GENT Sint-Bernadettestraat 242C/405 - 0496 53 99 76

di 25/08 13:30 Het ‘Leuvense Chansonier’ UPV GENT SintBernadettestraat 242C/405 - 0496 53 99 76

di 1/09 13:30 Faust van Charles Gounod UPV GENT SintBernadettestraat 242C/405 - 0496 53 99 76

NIEUWSBRIEF

VC LIEDTS - PARKSTRAAT 2-4, OUDENAARDE

MA 20:00 Workshop hatha yoga WF OUDENAARDE MA 14:00 & WOE 19:30 Bridgewedstrijd VC LIEDTS BRIDGE CLUB DI 19:30 Lessen ‘tai chi’ VC LIEDTS DI 20:00 Bijeenkomst SOS Nuchterheid VC DE BRANDERIJ - ZUIDSTRAAT 13, RONSE

1ste & 3de woe/mnd 19:30 > 21:00 Bijeenkomst van SOS Nuchterheid, zelfzorg bij verslavingen VC GEUZENHUIS - KANTIENBERG 9, GENT

woe & vrij 20:00 Bijeenkomst van SOS Nuchterheid, zelfzorg bij verslavingen

di 8/9 13:30 In Memoriam: Maria Callas – leven en werk UPV GENT Sint-Bernadettestraat 242C/405 - 0496 53 99 76

vr 11/09 20:00 Vernissage (fotografie)Willem Van

Cauwenberghe KIG - De tentoonstelling loopt t.e.m. zondag 20 september 2020 Geuzenhuis – Kantienberg 9 – 09 220 80 20

di 15/09 13:30 De evolutie van het Strijkkwartet: Alexander Borodin UPV GENT Sint-Bernadettestraat 242C/405 - 0496 53 99 76

di 15/09 19:30 Filosofisch gesprek ‘Wat is haten en wat win je ermee?’ HV ZAHIR - Geuzenhuis – Kantienberg 9 - 0472 02 66 39

wo 16/09 19:30 Lezing in de Rome-reeks ‘Romeinse bevolking en migratie’ Paul Erdkamp UPV I.S.M. VCG - Geuzenhuis – Kantienberg 9 – 09 220 80 20 di 22/09 13:30 Hedendaagse grote stemmen: Jonas

Kaufmann Simone Kermes UPV GENT Sint-Bernadettestraat 242C/405 0496 53 99 76

di 29/09 13:30 Opera van Georg Friedrich Händel Giulio Cesare UPV GENT Sint-Bernadettestraat 242C/405 - 0496 53 99 76

DEGEUS

CORONA EN DE GEVOLGEN VOOR UW AGENDA Bij het ter perse gaan van dit nummer heerste nog veel onduidelijkheid over wat nog doorgaat en wat niet. Daarom worden alle activiteiten hier onder voorbehoud vermeld. Surf naar www.geuzenhuis.be/agenda voor actuele informatie.

Uw persoonsgegevens worden enkel gebruikt voor het verzenden van ons tijdschrift De Geus. Deze worden bijgehouden zolang u geabonneerd bent. U kan steeds uw gegevens opvragen of deze laten verwijderen uit ons bestand. De verantwoordelijkheid voor de gepubliceerde artikels berust uitsluitend bij de auteurs. De redactie behoudt zich het recht artikels in te korten. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd of overgenomen worden zonder de schriftelijke toestemming van de redactie. Bij toestemming is bronvermelding – De Geus, jaargang, nummer en maand – steeds noodzakelijk. Het magazine van De Geus verschijnt driemaandelijks (4 nummers).

juli 2020  >  57


Denk voor jezelf. Zorg voor elkaar.

BOE TA

Zorg, een kernthema van


COLOFON Hoofdredactie

Eindredactie

Fotografie & lay-out

LIDVERENIGINGEN VC-G Fred Braeckman

Griet Engelrelst

Thomas Lemmens

Liza Janssens

Gerbrich Reynaert

Kurt Beckers

Brecht Decoene

Willem de Zwijger

Frederik Dezutter

Willem Elias

Wouter Vandamme

Jean-Pierre Vanhee

Linde Waeyaert

Karim Zahidi

Redactie

Druk: New Goff Verantwoordelijke uitgever: Wim Taels p/a Kantienberg 9, 9000 Gent Werkten aan dit nummer mee: Kurt Beckers, Luc Bonneux, Eddy Bonte, Francis Cromphout, Brecht Decoene, Tim Deschaumes, Herman De Witte, Willem Elias, Liesbet Lauwereys, Pierre Martin Neirinckx, Renaat Ramon, Jean Paul Van Bendegem, Gie van den Berghe, Jean-Pierre Vanhee, Linde Waeyaert. Cover: Gerbrich Reynaert

De Geus is het tijdschrift van het Vrijzinnig Centrum-Geuzenhuis vzw en de lidvereni­g ingen en wordt met de steun van de IMD verspreid over Oost-Vlaanderen. Geuzenhuis Kantienberg 9, 9000 Gent 09 220 80 20 admin@geuzenhuis.be www.geuzenhuis.be U kan de redactie bereiken via Thomas Lemmens, thomas@geuzenhuis.be en Griet Engelrelst, griet@geuzenhuis.be of 09 220 80 20.

ABONNEMENTEN De Geus zonder lidmaatschap: €16 op rekening IBAN BE54 0011 1893 3897 van het VC-Geuzenhuis met vermelding ‘abonnement Geus’. Prijs per los nummer: €4. Het Vrije Woord gratis bij lidmaatschap Humanistisch Verbond en GGG. Combinaties van lidmaatschappen met of zonder abonnementen zijn mogelijk.

DEGEUS

LIDMAATSCHAPPEN Kunst in het Geuzenhuis €15 op rekening IBAN BE38 0013 0679 1272 van Kunst in het Geuzenhuis vzw met vermelding ‘lid KIG’. Grijze Geuzen €15 op rekening IBAN BE72 0011 7775 6216 van HVV Ledenrekening, Pottenbrug 4, 2000 Antwerpen met vermelding ‘lid GG + naam afdeling (bv. lid Gentse Grijze Geuzen)’. Humanistisch Verbond €15 op rekening IBAN BE72 0011 7775 6216 van HV Ledenrekening, Pottenbrug 4, 2000 Antwerpen met vermelding ‘lid HV + naam afdeling (bv. lid HV Gent)’. Vermeylenfonds €15 (-26 jarigen gratis) op rekening IBAN BE50 0011 2745 2218 van Vermeylenfonds vzw, Tolhuislaan 88, 9000 Gent met vermelding ‘lidgeld naam, voornaam, geboortedatum, M of V’. Willemsfonds €15 op rekening IBAN BE39 0010 2817 2819 van WF Ledenrekening, Vrijdagmarkt 24-25, 9000 Gent met vermelding ‘lid WF’. Van Crombrugghe’s Genootschap € 15 (€ 25 duo lidmaatschap met partner / € 6 studenten) op rekening IBAN BE87 0013 9865 2494 van de K.M. Van Crombrugghe’s Genootschap met vermelding soort lidmaatschap + naam partner. Fonds Lucien De Coninck €15 (studenten gratis) op rekening IBAN BE53 0012 1780 1553 van Fonds Lucien De ­Coninck vzw met vermelding ‘lid FLDC + e-mail adres’.

De Cocon vzw, Jeugdhulp aan huis info: 09 222 30 73 info@decocon.be - www.decocon.be De Maakbare Mens info: 03 205 73 10 info@demaakbaremens.org www.demaakbaremens.org Feest Vrijzinnige Jeugd vzw info: Kaat Ceusters - 09 220 80 20 kaat@geuzenhuis.be Feniks vzw info: www.plechtigheden.be huisvandeMens - 09 233 52 26 gent@deMens.nu Fonds Lucien De Coninck vzw info: www.fondsluciendeconinck.com fondsluciendeconinck@gmail.com Humanistisch Verbond Gent info: Brigitte Walraeve - 09 220 80 20 brigitte.walraeve@humanistischverbond.be Humanistisch Verbond Oost-Vlaanderen info: Tine Dekempe - 09 222 29 48 oostvlaanderen@humanistischverbond.be Gentse Grijze Geuzen info.gentsegrijzegeuzen@gmail.com Kunst in het Geuzenhuis vzw info: Liza Janssens - 09 220 80 20 liza@geuzenhuis.be SOS Nuchterheid vzw In Gent, woensdag en vrijdag (alcohol en andere verslavingen). info: 09 330 35 25(24u op 24u) info@sosnuchterheid.org www.sosnuchterheid.org UPV Gent Info: Geert Boxstael upv.kern.gent@gmail.com Van Crombrugghe’s Genootschap info: 09 233 90 08 info@vcg.be www.vcg.be Vermeylenfonds info: 09 223 02 88 info@vermeylenfonds.be www.vermeylenfonds.be Willemsfonds info: 09 224 10 75 info@willemsfonds.be www.willemsfonds.be Werkgemeenschap Leraren Ethiek vzw info: info@digimores.org www.digimores.org 't Zal Wel Gaan info: tzalwelgaan@gmail.com student.ugent.be/tzal

PARTNER De Geus van Gent open van ma t.e.m. vr vanaf 16:00 zaterdag vanaf 19:00 info: www.geuzenhuis.be 09 220 78 25 - geusvangent@gmail.com huisvandeMens Gent Het centrum biedt hulp aan mensen met morele problemen. U kan er terecht van ma t.e.m. vr van 9:00 tot 16:30 De hulpverlening is gratis! info: Kantienberg 9D, 9000 Gent 09 233 52 26 - gent@deMens.nu

Met de steun van


ASPECTEN VAN

VALT ER NOG IETS TE L ­ EREN VAN DIE ROMEINEN? v.u.: Wim Taels - Kantienberg 9, 9000 Gent

16 september 2020 – 19:30

Romeinse bevolking en migratie Paul Erdkamp

14 oktober 2020 – 19:30

Seksuele moraal in Rome Luc Vernaillen € 3 (leden, -26j) / € 5 € 1 kansentarief Uitpas (ter plaatse te betalen)

14 december 2020 – 19:30

Het Romeinse leger in levenden lijve Bernard Van Daele

Info & inschrijven www.geuzenhuis.be/programma kaat@geuzenhuis.be - 09 220 80 20 Geuzenhuis - Kantienberg 9 - 9000 Gent


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.