De Geus november 2017

Page 1

MAGAZINE VRIJZINNIGE ACTUALITEIT OOST-VLAANDEREN

Joris Luyendijk KUNNEN WE PRATEN

Nacht van de Vrijdenker Special EEN FILOSOFISCH IDEEËNFESTIVAL

Massimo Pigliucci EEN MODERNE STOÏCIJN

ISSN0780-2989 › P608277 › VERSCHIJNT TWEEMAANDELIJKS › NIET IN JULI EN AUGUSTUS › JAARGANG 49 › NR. 5 › NOVEMBER 2017 › PRIJS LOS NUMMER €4


INHOUD

VAN DE REDACTIE Waarheid, durven of doen

2  >  november 2017

3

DOSSIER NACHT VAN DE VRIJDENKER Effectief altruïsme Interview met Joris Luyendijk Interview met Heleen Debruyne Interview met Massimo Pigliucci Interview met Maarten Boudry

4 6 10 14 20

PLAKKAAT 11.11.11 voert campagne voor een rechtvaardig migratiebeleid

24

ACTUA Like this. Een kleine ontrafeling van Facebook

26

BAANBREKER De maakbare baby

30

FORUM Seculiere maatschappij

35

FILOSOOF OVER FILOSOOF Confucius’ gongfu

36

CULTUUR Pierre Vlerick

39

COLUMN Vindica te tibi

43

BOEKENREVUE Even snel wat astrofysica De Gestapo, je beste vriend Filosofie van geweld

44 46 48

POËSTILLE Een glimlach in duizendvoud

51

ABECEDARIUM De A van Amerika

52

NIEUWSBRIEF

53

COLOFON

55

DEGEUS


VAN DE REDACTIE

Waarheid, durven of doen Wees gerust, beste lezer, ik daag u niet uit om uw diepste geheimen prijs te geven. Wel wil ik u uitdagen om samen op zoek te gaan naar de waarheid. Maarten Boudry zegt dat waarheid iets doodgewoon is, dus moeilijk kan het niet zijn. Of toch? Iets dat voor mij waar is, kan binnen enkele jaren niet meer zo zijn. Door meer kennis op te doen moet je soms je mening bijstellen, zo stelt ook Heleen Debruyne. Maar ook Boudry, door velen arrogantie verweten, durft toe te geven dat hij al eens fout zat. Deze jonge denkers schoppen al eens keet en dat vinden wij dan weer interessant. Of je het nu met hen eens bent of oneens, zij doen ons nadenken. En laat dit nu net de belangrijke rol zijn van filosofen en opiniemakers, maar ook een reden van bestaan voor onze vrijzinnige verenigingen. Hoezo, het vrijzinnig humanisme heeft alles al bereikt en is ‘opzegbaar’? In een wereld waarin leugens verkocht worden als waarheid, waarin ‘alternatieve feiten’ zelfs leiden tot het presidentschap moeten wij net de weg vrij maken voor het kritische denken. De Nacht van de Vrijdenker, ondertussen aan de vierde editie toe, is zo’n middel om ons doel te bereiken: mensen aansporen hun brein volle toeren te laten draaien. Enkele kleppers van formaat, waaronder Joris Luyendijk en Massimo Pigliucci, zullen uw geest doen prikkelen op dit uitverkochte evenement. Luyendijk kaart bijvoorbeeld het failliet van de traditionele politieke partijen aan. Het vertrouwensverlies in de politiek maakt onze democratie steeds meer vatbaar voor populisme, met een Brexit of Trump als gevolg. Stemt u nog steeds op ‘uw’ partij, of zal u binnenkort een eerder radicale stem uitbrengen? Luyendijk heeft zijn vertrouwen in de heersende politiek verloren, maar dat maakt van hem nog geen populist, zo stelt hij het zelf. Pigliucci zal op zijn beurt het debat aangaan over waarheid. Bestaat er eigenlijk iets als ‘de’ waarheid? Aan de ene kant heb je sciëntisten die stellen dat er maar één waarheid is en aan de andere kant de postmodernisten voor wie waarheid relatief is. Onze wetenschapsfilosoof neemt in dit debat een tussenpositie in. Een deugdzame, misschien saaiere maar wel redelijke positie, aldus Pigliucci. Deze Geus schenkt extra aandacht aan dit filosofisch ideeënfestival. Alle artikels die met De Nacht van de Vrijdenker te maken hebben zijn aangeduid met het ondertussen herkenbare logo. Kunt u de Nacht niet bijwonen, dan nodig ik u uit om langs te komen op een

DEGEUS

van onze activiteiten die wij organiseren naar aanleiding van het Festival van de Gelijkheid. We starten op 15 december met een ‘We need to talk about ... geweld’, een gespreksavond naar aanleiding van het boek Filosofie van geweld, onder redactie van Lode Lauwaert. Vindt u de vergelijking van het nazisme met het jihadisme ongepast, dan bent u hier op het juiste adres om in discussie te gaan met een of meerdere sprekers. Geweld is trouwens ook een thema dat belicht wordt door Gie van den Berghe, verder in dit nummer. Hij fileert het recent verschenen boek De Gestapo. Mythe en realiteit van Hitlers geheime politie. Auteur Frank McDonough schrijft over de veranderde visie op de rol die de Gestapo gespeeld heeft. Vroeger werd aangenomen dat de Gestapo almachtig was, maar de laatste twintig jaar denken historici hier anders over. De geheime politie bestond niet uit meedogenloze nazi’s die de burgers schrik aanjoegen, integendeel, de burger zou er weinig van wakker gelegen hebben, aldus McDonough. Van den Berghe, op zoek naar de waarheid, betwist deze stelling. Bent u eerder van het vredelievende type en laat u alles wat met geweld te maken heeft liever links liggen, dan kunt u zich op zaterdag 16 december laten verleiden door een gespreksavond over filosofie in de literatuur en kunst. Samen met Yves Petry, Anne Provoost en Bleri Lleshi gaan we op zoek naar filosofische inzichten die bruikbaar zijn in het praktische leven. Filosofie is soms meer aanwezig waar men ze niet vermoedt. En wij gaan ernaar op zoek. Philosophy is here to stay! Voor deze en alle andere activiteiten verwijs ik u graag naar onze vernieuwde website. U heeft wellicht gemerkt dat de opsomming van de activiteiten uit Oost-Vlaanderen in de nieuwskatern achteraan werd beperkt. Uitgebreide info vindt u voortaan terug op www.geuzenhuis.be onder de knop ‘agenda Oost-Vlaanderen’. In een aparte rubriek schenken we aandacht aan alle vrijzinnig-humanistische lidorganisaties en partners, zoals het HuisvandeMens dat onlangs zijn intrede deed in ons gebouw. Het paradepaardje is de pagina die focust op De Geus. Online kunt u zowel oude nummers als aparte artikels selecteren, liken en delen. Durft u een kijkje te nemen, of nog beter, langs te komen en in debat te treden met de sprekers op onze affiche, op zoek naar waarheid, binnen of buiten ons huis? Doen! Griet Engelrelst

november 2017  >  3


DOSSIER NACHT VAN DE VRIJDENKER

Effectief Altruïsme EEN KENNISMAKING Als je geld uitgeeft aan een nieuwe computer, dan wil je waarschijnlijk de beste kwaliteit voor de laagste prijs. Dat de verpakking van de computer mooi oogt en de verkoper in de winkel sympathiek overkomt, is niet belangrijk. Dat de directeur veel verdient en het bedrijf een hoog percentage administratiekosten heeft ook niet. Zolang het product maar goed en goedkoop is. De prijs-kwaliteitsverhouding is wat telt. Maar wat wanneer je geld uitgeeft aan een goed doel? Wil je dan niet zoveel mogelijk goeds doen tegen de laagste kost? In de praktijk geven mensen erg impulsief aan goede doelen op basis van buikgevoelens. We kunnen onze spontane oordelen niet altijd vertrouwen, want we reageren vaak erg irrationeel. We moeten ook analytisch en kritisch denken, en dus ons verstand gebruiken. Dat is de uitgangspositie van de nieuwe, sociale beweging Effectief Altruïsme. Hoofd en hart combineren om met de middelen die we hebben, een zo positief mogelijke impact te hebben op de wereld. EFFECTIEF ALTRUÏSME: WAT HOUDT HET IN? Een tiental jaar geleden besloten een paar jonge Amerikaanse investeerders die rijk werden van een beleggingsfonds, hun rijkdom weg te schenken aan goede doelen. Ze gingen daarbij met een ware beleggersmentaliteit op een heel rationele, kritische, analytische manier op zoek naar de beste goede doelen. Daarvoor richten ze de organisatie GiveWell (www.givewell. org) op, die de effectiviteit van goede doelen analyseert.

Effectief altruïsme is een wereldwijd sterk groeiende sociale beweging die rede en wetenschappelijk bewijs gebruikt om zoveel mogelijk goeds te doen

4  >  november 2017

Een belegger wil een maximale financial return on investment. Welnu, voor GiveWell telt een maximale social return on investment. Een paar jaar later, in 2009, richtten een aantal jonge Oxfordse filosofen de organisatie Giving What We Can op (www. givingwhatwecan.org). Ze beseften dat goede doelen te weinig beoordeeld werden op hun kosteneffectiviteit, hun prijs-kwaliteitsverhouding. Net zoals de geneeskunde in de vorige eeuw een sterke revolutie onderging naar een wetenschappelijke, evidencebased geneeskunde, zo zouden ook goede doelen en interventies om anderen te helpen onderworpen moeten worden aan de strenge wetenschappelijke methode. Zo is men wetenschappelijk onderzoek gaan doen naar goede doelen. Ten eerste bleek uit dat onderzoek dat

je al met een relatief kleine donatie (een paar duizend euro) vrij zeker kunt zijn dat je effectief een leven redt. Maar er was nog een belangrijk inzicht. Net zoals wetenschappelijke toetsing aantoonde dat de meeste oude geneeskundige behandelingen weinig bleken te werken, blijkt ook dat de meeste goede doelen op het eerste gezicht mooi ogen maar toch relatief weinig of geen impact realiseren. Een kleine minderheid van goede doelen en interventies hebben een kosteneffectiviteit van pakweg honderd of duizend keer hoger dan de grote meerderheid.

Op deze manier wordt het eigenlijk heel eenvoudig om levens te redden Een voorbeeld: het bedrag nodig om een blindegeleidehond op te leiden zodat een blinde tien jaar geholpen wordt, is voldoende om een duizendtal kinderen in arme landen te genezen van een eenvoudig te behandelen ooginfectie zodat ze niet blind worden. Dit is een revolutionair inzicht met heel verstrekkende gevolgen. Het was het startschot van het zogenaamde effectief altruïsme: een wereldwijd sterk groeiende sociale beweging die rede en wetenschappelijk bewijs gebruikt om zoveel mogelijk goeds te doen.

WAT KUNNEN WE VAN HET EFFECTIEF ALTRUÏSME LEREN? Als het over doneren gaat, zijn er in het effectief altruïsme drie vuistregels om een goed doel te selecteren. Des te groter een probleem, des te hanteerbaarder het probleem (des te duidelijker het probleem op te lossen is met een interventie) en des te meer het probleem verwaarloosd is (des te minder andere mensen ermee bezig zijn),

DEGEUS


DOSSIER NACHT VAN DE VRIJDENKER

WAT DOET EFFECTIEF ALTRUÏSME VLAANDEREN PRECIES?

des te meer aandacht het verdient. Een voorbeeld van een heel hanteerbaar groot probleem dat nog redelijk verwaarloosd is: malariabesmettingen kunnen we drastisch reduceren door de eenvoudige verdeling van bednetten in risicogebieden – iets wat nog te weinig gedaan wordt. We kunnen geld geven aan de Against Malaria Foundation, een topaanbeveling van GiveWell (www.againstmalaria.com). Voor nog geen honderd euro kun je een gezond levensjaar redden. Op deze manier wordt het eigenlijk heel eenvoudig om levens te redden. Naast het besteden van geld kunnen we ook onze tijd gebruiken om zoveel mogelijk goeds te doen. En we hebben veel tijd: tijdens ons volwassen leven besteden we pakweg 80.000 uur aan werk. Wat zijn dan de meest ethische jobs? Hoe kun je met je werk zoveel mogelijk goeds doen? Tot voor kort hield niemand zich met deze vragen bezig, dus besloten enkele effectieve altruïsten dit verwaarloosde probleem aan te pakken: de organisatie 80000 Hours (www.80000hours.org) biedt carrièreadvies en gaat op zoek naar de jobs met de hoogste positieve sociale impact.

Tijdens ons volwassen leven besteden we pakweg 80.000 uur aan werk. De organisatie 80000 Hours biedt carrièreadvies en gaat op zoek naar de jobs met de hoogste positieve sociale impact In 2011 ontstond de koepelorganisatie, het Centre for Effective Altruism (www.centreforeffectivealtruism.org). Zo werd de naam ‘effectief altruïsme’

DEGEUS

gelanceerd. GiveWell doet onderzoek naar de meest effectieve goede doelen op het vlak van armoedebestrijding en menselijke gezondheid. Maar niet enkel het welzijn van mensen is belangrijk. Als we echt altruïstisch willen zijn en willen opkomen voor het welzijn van anderen, dan maakt het uiterlijk niets uit. Man of vrouw, blank of zwart, mens of dier: iedereen die kan voelen, telt mee. Enkele leden van 80000 Hours richtten daarom in 2012 Animal Charity Evaluators op (www.animalcharityevaluators.org). Dit is net zoals GiveWell een zogenaamde meta-charity die goede doelen evalueert op hun effectiviteit. Zo kennen we dus de beste goede doelen voor de mensen en de dieren.

Man of vrouw, blank of zwart, mens of dier: iedereen die kan voelen, telt mee Daarnaast zijn er nog effectief altruïsmeorganisaties die de beste goede doelen onderzoeken voor de toekomstige generaties en die zich richten op politiek-economische maatregelen of prioritair wetenschappelijk onderzoek.

Sinds kort is ook Effectief Altruïsme Vlaanderen actief (www.eavlaanderen.org). We zijn een aantal vrijwilligers die het idee van effectief altruïsme promoten via lezingen, workshops, opiniestukken en boeken. We hopen te groeien zodat deze boodschap op zoveel mogelijk niveaus impact kan hebben.

Sinds kort is ook Effectief Altruïsme Vlaanderen actief. We hopen te groeien zodat deze boodschap op zoveel mogelijk niveaus impact kan hebben Op termijn dromen we uiteraard van een meta-organisatie die de impact van Belgische goede doelen vergelijkt, op politiek vlak actief is en carrièreadvies kan geven aan studenten op basis van de Belgische jobmarkt. We willen een gemeenschap van gelijkgezinden opbouwen. Vergelijk het met wat de humanisten in Vlaanderen doen, met wie de overlap qua waarden en ethiek ondertussen wel duidelijk zal zijn. Stijn Bruers, Tobias Leenaert & Kris Martens Effectief Altruïsme Vlaanderen © De Sleutelbrug editie Lente 2017

Tips voor een effectieve altruïst -- Doneer aan effectief altruïsmeorganisaties zoals GiveWell en Animal Charity Evaluators of aan de organisaties die zij aanbevelen. -- Teken de Giving What We Can Pledge om minstens 10% van je inkomen te geven aan de meest effectieve goede doelen - een kleiner percentage is ook mooi, natuurlijk. -- Vertel ook aan anderen over jouw donaties, zodat anderen ertoe geïnspireerd worden en er een ‘geefcultuur’ ontstaat. -- Denk na over de impact van je

toekomstige carrière en kijk naar wat 80000 Hours adviseert. -- Denk heel mondiaal en ruim: niet enkel mensen hier en nu kun je helpen. Je hulp heeft vaak meer impact in de armste landen. En ook dieren en de verre toekomst tellen mee. -- Wees kritisch en flexibel bij de keuze van goede doelen. De meest effectieve goede doelen zijn niet altijd de meest populaire, net zoals de allermooiste liedjes niet altijd de hitparade halen.

november 2017  >  5


JORIS LUYENDIJK

-- ° 1971 -- Studeerde politicologie, geschiedenis en Arabische en religieuze antropologie

-- Was in de periode 1998 - 2003 Midden-Oostencorrespondent voor de Nederlandse pers. Zijn ervaringen daar resulteerden in het boek Het zijn net mensen, over de kloof tussen beeldvorming en de werkelijkheid in de Arabische wereld

-- Groeide in die periode uit tot dé expert over het MiddenOosten en de Arabische wereld, en ontving daarvoor verschillende prestigieuze journalistiek prijzen

-- Verbleef op uitnodiging van de Britse krant The Guardian van 2011 tot 2015 in Londen, om er vanuit antropologisch oogpunt te bloggen over de financiële wereld in The City. Dit resulteerde in de bestseller

Dit kan niet waar zijn: onder bankiers -- Publiceert in 2017 het boek Kunnen we praten,wat meteen de aftrap vormt voor een project waarbij Luyendijk iedereen die net als hem het geloof in de traditionele politiek geheel of gedeeltelijk is kwijtgeraakt, met elkaar aan het praten wil krijgen © Jelmer de Haas


DOSSIER NACHT VAN DE VRIJDENKER

Joris Luyendijk Kiezers voelen zich niet meer vertegenwoordigd, laat staan beschermd, door hun leiders In zijn publicatie Kunnen we praten licht de Nederlandse journalist Joris Luyendijk de gezondheid en vooral de relevantie van ons democratische bestel door. De westerse democratieën lijken wel erg kwetsbaar te worden voor ‘populisme’. Maar dat komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Wat is populisme? Welke oorzaken zitten er precies achter de Brexit, de opkomst van Trump, Wilders en Le Pen, de nieuwe flinksheid en de verruwing in het publieke discours? En is er ook iets positiefs aan die ‘nieuwe uitdagers’? Het project Kunnen we praten dat ­Luyendijk begin dit jaar op poten zette, was een concrete uitnodiging om te praten, in de aanloop naar de Nederlandse parlementsverkiezingen in maart van dit jaar. Toen had het er nog alle schijn van dat de rechtse politicus Geert Wilders en zijn Partij Voor de Vrijheid (PVV) die zou winnen. PVVstemmers werden uitgenodigd om hun verhaal te doen op een online platform en te vertellen waarom ze voor Geert Wilders zouden stemmen. Deden die PVV-stemmers dat vooral uit sociaaleconomische drijfveren zoals globalisering, neoliberalisme en economische achterstelling? Of eerder door een gevoel van bedreigde culturele identiteit, de problemen die de ‘multiculturele samenleving’ en recent de nieuwe vluchtelingen- en migratiestromen al dan niet met zich meebrengt? De antwoorden pasten in het verwachtingspatroon: nieuwkomers worden teveel gepamperd, overheden en bedrijfsleiders zijn zakkenvullers. Omdat Geert Wilders écht voor mensen opkomt, luidde het ook. Of dat het ‘verbinden’ waar politici de mond vol van hebben, eigenlijk staat voor onmacht. Het plaatje was – en is – gemengd.

DEGEUS

De Brexit en de ongekend lage populariteit van het Europese project, de doorbraak van Trump, het failliet van de traditionele partijen: allemaal symptomen dat er iets groots aan de hand is dat onze toekomst wel eens sterk zou kunnen bepalen ONAANGEPASTE MOSLIMS De interviews en de discussies werden gepubliceerd op het linksliberale, Nederlandse journalistieke platform De Correspondent, in het rechtsere Algemeen Dagblad en via de WNL, de omroep van Wij Nederland – een goede mix, aldus Luyendijk. Dat Wilders in Nederland geen doorbraak kon forceren, doet niets af aan de actualiteit van het thema. De Brexit en de ongekend lage populariteit van het Europese project, de doorbraak van Trump, het failliet van de traditionele

partijen: allemaal symptomen dat er iets groots aan de hand is dat onze toekomst wel eens sterk zou kunnen bepalen. Wereldordes beginnen te wankelen, wereldbeelden van wie vroeger ‘links’, ‘progressief’ of ‘linksliberaal’ was, te kantelen. Ook bij Luyendijk zelf, die aangeeft dat hem als kind van hoogopgeleide, progressieve ouders gaandeweg de schellen van de ogen gevallen zijn. Dat begon al als student in Algerije en later als beginnend journalist in Egypte, waar hij zich gaandeweg afvroeg of de grote aantallen moslims in Europa wel zo vlot te integreren zouden zijn als toen – eind de jaren negentig, in de algemene end of history-euforie na de val van de Muur – werd aangenomen.

INCOMPETENTE OVERHEDEN Of nog later in de Londense City, waar Luyendijk zich als journalist voor The Guardian inwerkte in de oorzaken en de gevolgen van de bankencrisis. Om vast te moeten stellen dat het riskante gedrag van bankiers systeemgedragen is. Het resultaat was een boek: Dit kan niet waar zijn, waarin Luyendijks vertrouwensbreuk met de gevestigde orde zijn fundament

november 2017  >  7


DOSSIER NACHT VAN DE VRIJDENKER

vindt in het feit dat de wereldeconomie zich op luttele uren bevond van een totale implosie, maar dat alles sindsdien weer business as usual lijkt. Ook het ‘verre Brussel’ – de ondemocratisch werkende Europese instellingen – is grond voor wijdverspreid ongenoegen in Europa. In de aanloop naar Brexit, ervoer Luyendijk dat gewone mensen in Londen niet zozeer boos als wel bezorgd en verontwaardigd waren over de ‘incompetentie’ van hun leiders. Hoopgevend vond hij, want bezorgdheid biedt grond voor discussie. En was voor hem de rechtstreekse aanleiding voor het latere Kunnen we praten.

‘ze stellen de juiste vraag, maar geven het verkeerde antwoord.’ Waarbij hij wel dankbaar is dat anderen het wel doen. Een enigszins verwarrend uitgangspunt. Daarom stelden we Joris ­Luyendijk enkele vragen.

FOUTE ANTWOORDEN

Heeft Kunnen we praten iets opgeleverd? Wat ik ontdekte is dat het belangrijkste is dat je aanvaardt dat je de

Ook het rendementsdenken neemt Luyendijk op de korrel als oorzaak voor het ‘foert’-gevoel bij burgers. De werkdruk stijgt, cijfers zijn de nieuwe fetisj, het marktdenken verovert ook de nonprofit en social profit en het solidariteitsbeginsel maakt plaats voor rendement. De inkomensongelijkheid groeit en daar gaan onze overheden – inclusief het ‘sociale’ Europa – door de heersende economische en monetaire doctrines gretig in mee.

De werkdruk stijgt, cijfers zijn de nieuwe fetisj, het marktdenken verovert ook de nonprofit en social profit en het solidariteitsbeginsel maakt plaats voor rendement Bij Luyendijk is het vertrouwen grotendeels verdwenen, maar dat maakt hem naar eigen zeggen nog geen populist. Daarvoor is de deep democracy hem te dierbaar: het alternatief is hoe dan ook het recht van de sterkste. Wel is Luyendijk ‘uit zijn bubbel gebroken’ en zet anderen er via Kunnen we praten toe aan om hetzelfde te doen en elkaar halfweg tegemoet te komen. In het boekje legt hij precies uit waarom hij nu toch op de PVV zou kunnen stemmen, hoewel hij het naar eigen zeggen en aan de hand van goede argumenten nooit zou doen:

8  >  november 2017

In het boekje legt Luyendijk precies uit waarom hij nu toch op de PVV zou kunnen stemmen, hoewel hij het naar eigen zeggen en aan de hand van goede argumenten nooit zou doen

ander niet gaat overtuigen. Als je ‘in dialoog’ gaat met de bedoeling dat de ander na afloop er hetzelfde over denkt als jij, noem het dan geen dialoog. Nog beter gaat het als je expliciet de mogelijkheid openhoudt dat jij er na afloop zo over gaat denken als de ander omdat die argumenten bleek te hebben waarover jij nog nooit had nagedacht. U geeft op zijn minst toe dat de populisten een punt hebben en dat u zelfs ‘dankbaar’ bent dat de proteststemmers op populisten stemden. Kan ‘populist’ ooit een positieve connotatie krijgen, zoals dat ooit gebeurde met ‘socialist’? Nee, ik zou het woord het liefst alleen gebruiken voor mensen die, zoals Chantal Mouffe eens heeft gezegd, van hun opponenten vijanden maken.


DOSSIER NACHT VAN DE VRIJDENKER

Overigens is het een scheldwoord, net als elite, waar je niet zoveel aan hebt.

Als je in dialoog gaat is het belangrijk dat je aanvaardt dat je de ander niet gaat overtuigen Even terug naar de oorzaken van de vertrouwenscrisis tussen burger en politiek. U beschrijft in uw boek dingen die u zelf ‘de ogen openden’: Islam (Cairo), de Golfoorlog, de bankencrisis, de EU, de aanslagen, de vluchtelingen, de Brexit, Trump en fake news … het heeft er allemaal toe geleid dat burgers het vertrouwen in de politiek kwijtraken. Maar voor de val van de Muur had je toch ook Vietnam, de oliecrisis, enzovoort. Zal later niet blijken dat het nu niet zoveel anders was als toen? Brexit wordt nu al teruggeschroefd onder druk van de corporate lobby, Wilders en Le Pen hebben het niet gehaald. Blijven de neoliberale technocraten zoals u ze noemt dan toch niet onbedreigd aan zet? Wordt Brexit teruggeschroefd ‘onder druk van de corporate lobby’? Daar merk ik weinig van. Die corporate lobby is intens gefrustreerd dat er onder May nauwelijks naar ze wordt geluisterd. Iedere periode kent zijn problemen. Of het nu anders is dan toen valt erg moeilijk te zeggen. Wel lijkt het mij ondenkbaar dat Willy Brandt of ­Helmut Schmidt, François Mitterrand of Jimmy Carter na hun politieke carrières voor een bank gingen werken. Ook was de natiestaat destijds nog behoorlijk soeverein. Die tijd is in Europa echt voorbij. Dus ik zie wezenlijke verschillen tussen toen en nu.

De vervlechting van politiek, banken en multinationals is een heel belangrijke oorzaak voor het vertrouwensverlies in de politiek

DEGEUS

Hebben de burgers het vertrouwen in de politiek verloren omdat ze zien dat na de bankencrisis alles hetzelfde gebleven is? En dat politici na hun carrière inderdaad massaal topfuncties opnemen bij banken, zoals Barroso bij Goldman Sachs? Daarnaast zijn lonen geen manier meer om welvaart te verdelen. Is welvaartsverlies of de angst daarvoor niet dé driver voor populisme? Het is niet dé driver want dit fenomeen – de steun voor externe uitdagers, wat jij populisten noemt – kent teveel factoren. Maar die vervlechting van politiek, banken en multinationals is een heel belangrijke oorzaak voor het vertrouwensverlies, denk ik. Kiezers voelen zich niet meer vertegenwoordigd, laat staan beschermd, door hun leiders. Twee jaar na Merkels Wir schaffen das legt de EU een luchtbrug in voor 37.000 Afrikanen. Welk effect zal dit hebben? Na gewenning komt gelatenheid en berusting, en uiteindelijk fatalisme, schrijft expoliticus Jean Marie Dedecker (een ‘populist’) in een column in Knack na de recente aanslag in Barcelona. Aan de commentaren van onze leiders te horen zijn we het eerste stadium al voorbij en loert het tweede om de hoek. Is dat niet het wezenlijk probleem van Europa – een gebrek aan veerkracht?

Open grenzen is onzin. Het zoveel geprezen Canada heeft een zeer precies toelatingsbeleid en bewaakt zijn grenzen Volgens mij hebben Europeanen het hoofd de afgelopen anderhalf jaar behoorlijk koel gehouden. Noem het fatalisme, maar ze zijn in ieder geval niet massaal op bedriegers gaan stemmen, zoals in het VK en de VS. Wat vindt u van de recente uitspraak van ex-VRT journalist Walter Zinzen dat asielzoekers tegenhouden ‘misdadig’ is en

dat iedereen het recht heeft om een beter leven te zoeken in een ander land (het strengere asielbeleid van staatssecretaris Theo Francken kan in Vlaanderen op veel bijval rekenen, én hij tweet graag hoeveel illegalen hij het land wel niet uitzet). Wie is hier de populist, Zinzen of Francken? Ik ga geen stickers plakken. Maar mensen die zeggen dat iedere asielzoeker en economische migrant welkom is, nodig ik uit met mij naar Egypte te gaan. Dan komen we terug met 20 miljoen Egyptenaren die geen van allen fatsoenlijk zijn opgeleid en die allemaal in Vlaanderen willen gaan wonen … 'Open grenzen' is onzin. Het zoveel geprezen Canada heeft een zeer precies toelatingsbeleid en bewaakt zijn grenzen.

Echt in opstand komen, eindigt altijd in tranen. Hoe frustrerend ook, het moet stapje bij stapje De Russische regisseur Sergej Loznitsa van de film In a gentle creature zegt: ‘Ik zie geen potentieel voor eender welke vorm van verzet in Europa. Zo lang Europeanen in luxe leven durven ze niet echt in opstand komen.’ Echt in opstand komen, eindigt altijd in tranen. De Franse, Russische en Iraanse revoluties waren bloedbaden gevolgd door dictatuur. Kunstenaars en schrijvers willen altijd grootse en meeslepende omwentelingen. Helaas doen die kunstenaars en schrijvers zelden hun huiswerk, en na zo’n omwenteling weten ze niet wat ze moeten doen. Dan komen de griezels – die in het oude systeem onder controle werden gehouden – en die nemen de boel over. Hoe frustrerend ook, het moet stapje bij stapje. Zoals joden zeggen: tikun olam. Maak de wereld iets beter. Wieland De Hoon Joris Luyendijk, Kunnen we praten. Uitgeverij Atlas Contact, 2017, 96 p., ISBN 9789045034140.

november 2017  >  9


DOSSIER NACHT VAN DE VRIJDENKER

HELEEN DEBRUYNE -- °1988 -- Studeerde geschiedenis en journalistiek aan de UGent -- Werkt bij radio Klara -- Schrijft voor onder andere deBuren -- Is de bezieler van de podcast Vuile Lakens, over seks en het lichaam -- Schreef de roman De plantrekkers -- Brengt binnenkort het boek Vuile lakens. Een hedendaagse visie op seksualiteit uit © Gerbrich Reynaert

10  >  november 2017

DEGEUS


DOSSIER NACHT VAN DE VRIJDENKER

Heleen Debruyne Ze is niet meer weg te denken uit de Vlaamse media. Als uitgesproken feministe zetelt ze vaak in panelshows en debatten. Daarnaast is ze columniste voor De Morgen, redacteur bij Klara en een van de bezielers van de podcast Vuile Lakens, een podcast over seks, lichaam en alles waar je in keurig gezelschap niet over durft te praten. Als je op Facebook sommige discussies volgt, dan heb je soms het gevoel dat mensen elkaar de kop willen inslaan. In discussiegroepen word je soms verwijderd omdat je de mening niet deelt met de rest. Hoe ga jij om met die tweedeling van opinies? Ik heb geschiedenis gestudeerd, dus dan krijg je de neiging om alles grijs te zien. Maar eens je dingen publiek begint te doen en daar reacties op krijgt, besef je dat er weinig ruimte voor grijstinten is op sociale media.

Als ik soms mijn stukken lees van twee jaar geleden, moet ik soms mijn mening bijstellen omdat ik ondertussen wel al wat meer weet Als ik opiniestukken schrijf probeer ik altijd zo genuanceerd mogelijk te zijn, maar vaak heb ik het gevoel dat er toch niet echt gelezen wordt wat er staat. Het gebeurt heel vaak dat iemand akkoord gaat met wat ik schrijf, maar enkel omdat hij of zij er een heel andere draai aan geeft. En dan denk ik, dat was nu ook niet de bedoeling. Dat stààt er niet. Dat kan frustrerend zijn. Hoe is die tweedeling volgens jou ontstaan? Weinig mensen geven graag hun ongelijk toe. Als ik soms mijn stukken lees van twee jaar geleden,

DEGEUS

moet ik soms mijn mening bijstellen omdat ik ondertussen wel al wat meer weet. Maar mensen durven dat zelden te doen in een gesprek op sociale media. Het online-feminisme van vandaag doet dat ook wel eens hoor: zich opsluiten in het eigen gelijk. Of weinig geduldig zijn met buitenstaanders. Feministen denken vaak ‘die man, die kent er niets van, die strijd is al honderd jaar bezig en nu wil hij iets zeggen. Fuck dat.’ Dat is niet onbegrijpelijk, hé. Het is natuurlijk vermoeiend om steeds alles opnieuw te moeten uitleggen. Maar je kan ook niet van iedereen verwachten dat hij zichzelf volledig onderwijst voordat hij zich in een gesprek mengt.

CAMPAGNES Er was de laatste tijd veel te doen rond ‘seksistische’ reclamecampagnes, zoals die van Pommeline (deelneemster van het omstreden TV-programma Temptation Island, nvdr) die in bikini poseert voor een goksite. Het tumult dat daarrond ontstaan is, heeft er uiteindelijk voor gezorgd dat die reclameborden verwijderd zijn. Hoe sta jij daar tegenover? Natuurlijk zijn veel reclamebeelden smakeloos, dragen ze vreselijke stereotypen uit. Maar ik vind het moeilijk om me daar heel erg kwaad over te maken. Je lijkt weer een enorme zeur als je daar als feministe over begint — dat is strategisch niet heel slim. Ik vrees dat je van commerciële bedrijven gewoon

niet veel heil moet verwachten. Zij willen de wereld niet beter maken, zij willen gewoon geld verdienen. Ik heb natuurlijk ook kritiek op een systeem waarin zo’n televisieprogramma blijft bestaan en waarin bedrijven nog altijd dat soort clichébeelden de wereld insturen. Maar voor mij persoonlijk is die reclame geen prioriteit. Wel kan je voor jezelf nagaan wat je koopt, natuurlijk. Als klanten beginnen te morren over seksistische reclames, gaan bedrijven zich uiteindelijk wel moeten aanpassen.

Van commerciële bedrijven moet je gewoon niet veel heil verwachten Er zijn ook tal van internationale sensibiliseringscampagnes die het rollenpatroon van man en vrouw willen doorbreken. Zo verscheen er een filmpje op sociale media waarin vrouwen mannen nafloten op straat om hen te tonen hoe het voelt. Denk je dat deze campagnes effectief zijn en de juiste mensen bereiken? Hm, dat kan ik niet inschatten. Ook dat soort makkelijk deelbare dingen vind ik moeilijk, want vaak zijn die zeer oppervlakkig. Doet me er aan denken: in Antwerpen is er een campagne waarbij in grote letters boven een vrouwengezicht ‘mag iemand jouw moeder (of zus) een hoer noemen?’ staat geschreven. Lastige zaak: zo geef je aan dat een vrouw iemands bezit is, en dat ze daarom moet gerespecteerd worden. Terwijl je natuurlijk geen enkele vrouw zou mogen lastigvallen, los van wiens moeder ze al dan niet is. Maar aan de andere kant denk ik wel dat zo’n boodschap werkt, bij het soort mannen dat zich daaraan bezondigt. Je hoort dat ook vaak bij Amerikaanse conservatieve politici die zich kwaad maakten over Trumps’ ‘grab ‘em by the pussy’. Die zeiden ook allemaal dat die

november 2017  >  11


DOSSIER NACHT VAN DE VRIJDENKER

© Gerbrich Reynaert

vrouw iemands dochter is. So what, dacht ik dan. Het is gewoon lomp en onbeleefd tout court. Maar veel mannen zien vrouwen toch vooral als iemands aanhangsel, blijkbaar.

Theo Francken mocht gaan spreken en protesteerders mochten protesteren. Zo hoort het op een universiteit Een probleem dat vroeger heel vaak aan bod kwam is de loonkloof tussen mannen en vrouwen, al heb ik die term al lang niet meer gehoord. Toch is het probleem niet opgelost.

12  >  november 2017

Die wage gap zelf is eigenlijk, al bij al, niet meer zo heel groot — àls je de cijfers van deeltijds werken eruit haalt. Die worden vaak meegenomen in die berekening. Dat is de vraag die ik me dan stel: waarom werken er zoveel vrouwen deeltijds? Waarom werken niet meer mannen deeltijds? Hoe komt het dat meer vrouwen in slechtbetaalde deeltijdse jobs in de schoonmaak- of verzorgingsindustrie zitten? Die werken niet deeltijds omdat ze er voor kiezen, maar omdat ze geen keuze hebben. En dan zijn er de vrouwen die deeltijds gaan werken voor de kinderen. Ook daar kan je je afvragen: is dat wel een volledig vrije keuze? Waarom zet

de man geen stapje terug? Omdat bedrijven nog altijd slecht ingericht zijn op de combinatie werk en gezin. Omdat de zorg meestal toch nog vooral bij de moeder ligt. Omdat ons vaderschapsverlof zielig kort is. In de Verenigde Staten zijn identity politics een hot topic. Bijna alle publieke discussies zijn gebaseerd op ras, gender, geaardheid, noem maar op. Het fenomeen begint stilaan ook naar ons over te waaien. Vind je dat? Op Twitter, misschien, maar Twitter is een visbokaal, niet de wereld. Joël De Ceulaer doet graag alsof het er hier aan toegaat zoals aan sommige universiteiten in Amerika.

DEGEUS


DOSSIER NACHT VAN DE VRIJDENKER

Hij stelt dat er hier ook een soort politiek correcte cultuur heerst. Alsof onze universiteiten sprekers weigeren omdat ze studenten beledigen, zoals in sommige – maar lang niet àlle – Amerikaanse universiteiten wel eens gebeurt. Theo Francken mocht gaan spreken. En de protesteerders mochten protesteren. Zo hoort het, op een universiteit. Het risico is dat hij die hele problematiek en de daaropvolgende polarisering naar hier haalt.

Het is moeilijk om medestanders te vinden voor je strijd van gelijkheid, als je pakweg witte mannelijke arbeiders voortdurend zegt dat ze geprivilegieerd zijn Ik snap dat identiteitspolitiek problemen oplevert. Je krijgt allemaal groepen die steeds hameren op de moeilijkheden die zij – vaak effectief - ondervinden. Maar historisch is het ook wel te begrijpen. Om politieke slagkracht te krijgen, moet je je verzamelen in een groep – kijk maar naar Martin Luther King en zijn burgerrechtenbeweging of de homobeweging. Dat die groep deel gaat uitmaken van je identiteit, lijkt me logisch. Maar als mensen te lang in een groep zitten met alleen maar gelijkgestemden, sluiten ze zich ook af voor de buitenwereld, vallen ze ten prooi aan hun eigen confirmation bias. Ook kan je je afvragen of identiteitspolitiek wel wervend is: het is moeilijk om medestanders te vinden voor je strijd van gelijkheid, als je pakweg witte mannelijke arbeiders voortdurend zegt dat ze geprivilegieerd zijn. Die mensen hebben het op sommige vlakken makkelijker dan een arbeidster met een hoofddoek, zeker, maar zo voelen ze dat zelf niet aan. En moeilijk jargon hanteren, helpt ook al niet. Je ziet dat ook bijvoorbeeld bij de LGBTQ-beweging. Daar circuleren zo veel begrippen dat ik ze zelfs niet meer kan bijhouden. Een zestigjarige man uit West-Vlaanderen,

DEGEUS

die biseksueel is en dat nooit aan iemand heeft durven zeggen, gaat daar nooit aansluiting bij vinden.

BIOLOGIE Biologische verschillen tussen man en vrouw zijn nog zo’n hot topic. Het is alsof de ene kant over niets anders wil praten en de andere kant er niets over wil horen. Wat denk jij daarover? Ik vind het interessant als wetenschappers zich daarmee bezighouden. Wetenschappers zijn ook mensen, en dus ook niet altijd objectief. Maar dat lost zichzelf op, omdat wetenschap zichzelf op lange termijn wel corrigeert – tenminste, dat hoop ik dan maar. Maar ik vind het altijd gevaarlijk als iemand met een politieke agenda met biologische argumenten begint te zwaaien. Je moet altijd denken, wie heeft welke onderzoeken gelezen en waarom haalt hij of zij het aan? De memo van Google-ingenieur James Damore stelde dat de verschillen in interesse tussen mannen en vrouwen ook een biologische oorsprong hebben. De eerste informatici waren vrouwen! Maar nu wordt die wereld inderdaad gedomineerd door mannen. Je ziet vaak als een job ietwat prestige krijgt dat het een mannenwereld wordt, die moeilijk te penetreren valt.

Ik vind het altijd gevaarlijk als iemand met een politieke agenda met biologische argumenten begint te zwaaien Het is ook commercieel niet zo slim als een bedrijf, dat zich naar zowel vrouwen als mannen richt, enkel mannen in dienst neemt. Dat is bijvoorbeeld gebeurd bij het ontwikkelen van de 3D-bril, veel vrouwen worden daar misselijk van als ze ongesteld zijn – dat hadden ze kunnen vermijden door meer vrouwen in dienst te hebben. Het was wél dom van Google om Damore te

ontslaan, omdat ze zo zijn vermoedens bevestigd hebben. Je wordt vaak gezien als de voorvechter van de vrouwelijke seksualiteit. Onder andere met je podcast Vuile Lakens doorbreek je heel wat taboes. Is dat een rol die je graag op jou neemt? Ik vecht ook voor de mannelijke seksualiteit hoor! Iedereen mag wat minder gecrispeerd zijn.

Ik vecht ook voor de mannelijke seksualiteit hoor! Iedereen mag wat minder gecrispeerd zijn Het was eigenlijk nooit de bedoeling om taboes te doorbreken. Anaïs en ik waren ermee begonnen omdat we het een interessant onderwerp vonden, en audio ons een geschikt medium leek. Maar toen zeiden mensen plots dat we taboes aan het doorbreken waren. Wij dachten nochtans dat we gewoon nuttige informatie aan het verspreiden waren! We proberen op een andere manier over seks te praten. Niet als seksuologen, niet als therapeuten. Maar als onderzoekende auteurs. Heb je het gevoel dat er zich opnieuw een afkeer tegen feminisme begint te ontwikkelen? Het hangt ervan af wie je hoort, dat is weer die tweedeling. In mijn inbox krijg ik zowel lof als gescheld. Ik denk zelf vaak na over het woord ‘feminisme’. Zo lijkt het alsof het alleen over vrouwen gaat. Terwijl een goede feministische analyse onderzoek doet naar hoe een systeem mensen benadert volgens hun geslacht – dat gaat dus ook over mannen. Toch ben ik gehecht aan het woord, merk ik, omdat het een hele geschiedenis met zich meedraagt. Ik wil de lange strijd voor vrouwenrechten die de afgelopen eeuwen gevoerd is, niet vergeten. Philipp Kocks

november 2017  >  13


MASSIMO PIGLIUCCI -- °1964, Monrovia (Liberië) -- Groeide op in Rome, Italië en studeerde biologie aan de Universiteit van Rome -- Doctoreerde in de genetica aan de Universiteit van Ferrara, en behaalde zijn PhD in de biologie aan de Universiteit van Connecticut, V.S. -- Kon als professor in de evolutiebiologie en ecologie aan de slag aan de Stony Brook University in New York en deed Wetenschappelijk werk aan de Universiteit van Tennessee, waar hij na een tijdje besluit zich om te scholen tot filosoof -- Is tegenwoordig professor filosofie aan de City University of New York -- Naast zijn wetenschappelijke publicaties schreef Pigliucci veel boeken, met als bekendste titels Answers from Aristotle en zijn recente bestseller How to be a Stoic?, en onderhield hij van 2000 tot 2015 de blog Rationally Speaking. Ook de podcast met dezelfde naam, is zeker een aanrader. Verder blogt hij op zijn eigen website Footnotes to Plato en onderhoudt hij de website Stoicism 101 -- Is atheïst, maar krijgt het op zijn zenuwen van de arrogantie van de Nieuwe Atheïsten -- Is notoir skepticus en bestrijder van pseudowetenschap, maar waarschuwt ook voor de gevaren van sciëntisme © Skepsis


DOSSIER NACHT VAN DE VRIJDENKER

Massimo Pigliucci EEN MODERNE STOÏCIJN Waarschijnlijk denkt u bij het woord stoïcijn aan Mr. Spock uit Star Trek. Of aan iemand die, met een verbeten en zurig trekje om de mond, zijn of haar emoties stevig onderdrukt. Iemand die alle passie uitbant en apathisch in het leven staat. Die vooroordelen zijn onterecht, zo laat Massimo Pigliucci zien in zijn recent verschenen boek Hoe word je een stoïcijn? Hierin maakt hij duidelijk dat het stoïcisme een krachtige, moderne en erg praktische levensfilosofie kan zijn, met een positief effect op uw mentaal welbevinden. Het is dan ook niet voor niets dat ze aan een wonderlijke comeback bezig is. Op de Nacht van de Vrijdenker zal Pigliucci het publiek uitgebreid laten kennismaken met de levensfilosofie van het stoïcisme. Wij kregen alvast een voorsmaakje in ons gesprek, waarin we ook vooruitlopen op het debat over waarheid en wetenschap waaraan Pigliucci, samen met Maarten Boudry en Coen Simon, later op de avond zal deelnemen. Voor dat debat is de Italiaanse wetenschapsfilosoof trouwens uitstekend geplaatst om zijn zegje te doen. Hij is een man van filosofie én wetenschap. Hij begon zijn academische loopbaan immers als veelbelovend evolutiebioloog. Toen hij in 1997 aan de Universiteit van Tenessee terechtkwam, besloot hij om het geweer van schouder te veranderen en filosoof te worden. Na een doctoraat in de wetenschapsfilosofie (bovenop zijn doctoraatstitels in de biologie én in de genetica) kon hij aan de City University of New York aan de slag als hoogleraar filosofie. Voor we van wal steken over zijn boek vraag ik hem dan ook naar die professionele ommezwaai.

Zin is iets wat we zelf construeren. Het ligt niet ergens daarbuiten, klaar om door ons gevonden te worden

DEGEUS

EUDAIMONIA U hebt in eerdere interviews gezegd dat uw opmerkelijke carrièreswitch een gevolg was van een ‘constructieve midlife crisis’. Was er ook iets dat u miste in de wetenschap, en dat u in de filosofie wou vinden? Als evolutiebioloog onderzocht ik met veel plezier de interacties tussen genen en hun omgeving, maar na twintig jaar bekroop me het gevoel dat ik steeds opnieuw hetzelfde deed. Dat verontrustte me. Ik was op dat moment vooraan in de veertig, en op zoek naar iets zinvollers. Ik herinnerde me uit mijn middelbareschooltijd in Italië dat ik erg van het vak filosofie hield, en het begon te dagen dat ik wetenschapsfilosoof zou kunnen worden. Dus schreef ik me in voor een doctoraatsprogramma in de filosofie en een paar jaar later kon ik de definitieve overstap maken. Niet dat ik mijn

werk als evolutiebioloog zinloos vond, integendeel. Zin is trouwens iets wat we zelf construeren. Het ligt niet ergens daarbuiten, klaar om door ons gevonden te worden. Filosofie heeft me in dat opzicht wel geholpen om op een betere, diepere manier betekenis te geven aan de dingen waar ik mee bezig ben.

Besef dat je over sommige dingen wel controle hebt, en over andere dingen niet Als mensen geconfronteerd worden met een midlife crisis of een burnout, zie je dat er vaak fundamentele levensvragen naar boven komen. Het leuke aan klassieke, Grieks-Romeinse filosofen is dat ze over zo’n vragen nog steeds relevante dingen te zeggen hebben. De studie van klassieke filosofie in het algemeen en het stoïcisme in het bijzonder — de Stoa was een filosofische school die in 350 v.o.t. in Athene werd gesticht — heeft me inderdaad veel geholpen met dat soort vragen. Antieke filosofie wordt vaak afgedaan als iets van 2000 jaar geleden, dat met geen mogelijkheid nog relevant kan zijn vandaag. Nu hebben we immers de moderne wetenschap, die ons een veel juistere kijk op het universum heeft gebracht. En dat is waar. Maar het is ook waar dat de menselijke natuur — onze verlangens en drijfveren, hoe we ons leven willen leiden — in al die tijd niet zoveel veranderd is. Daarom zien we ook een comeback van klassieke filosofie, en vooral van het stoïcisme: dat is een erg praktische filosofie. Op zich lijkt dat een oxymoron, maar niets is minder waar: in feite is dat hoe de filosofie begon. Mannen als Socrates, Plato of Epicurus zouden erg verrast zijn om te zien dat moderne filosofen alleen in universiteiten te vinden zijn en zich voornamelijk

november 2017  >  15


DOSSIER NACHT VAN DE VRIJDENKER

bezighouden met het schrijven van erg technische papers die door heel weinig mensen gelezen worden. Filosofie was voor hen iets om op straat te beoefenen. Op openbare plaatsen zoals markten voegden filosofen zich onder de mensen en stelden ze lastige vragen: ‘Wat ga je vandaag doen dat de moeite waard is? Hoe ga je je leven verbeteren?’

Besef dat je over sommige dingen wel controle hebt, en over andere dingen niet Of: ‘Wat is het geheim voor een gelukkig en zinvol leven?’ Uw boek laat zien dat de stoïcijnen op die prangende levensvraag een vrij concreet antwoord hadden. Maar misschien moeten we eerst verduidelijken wat de stoïcijnen onder ‘geluk’ verstonden. Klopt, want zij maakten een onderscheid tussen wat wij vandaag ‘geluk’ zouden noemen, en wat zij omschreven als ‘eudaimonia’. Dat is het Griekse woord voor ‘een leven dat het waard is geleefd te worden’, en is niet hetzelfde als ‘gelukkig zijn’. Laat me je dat verschil illustreren met een voorbeeld. Psychologisch onderzoek heeft uitgewezen dat mensen met kinderen over het algemeen ongelukkiger zijn dan mensen zonder kinderen. Tenminste, als je ze van dag tot dag vraagt of ze op dat moment gelukkig zijn. Er is altijd wel iets aan de hand, weet je, ouder zijn is gewoon zwaar. Maar vraag je ze of kinderen krijgen hun leven ten goede heeft veranderd, of het meer zin en betekenis of een doel heeft geschonken aan hun leven, dan is het antwoord doorgaans een volmondig ja. Daar heb je het verschil tussen gelukkig zijn en eudaimonia. Eudaimonia is het idee dat je iets waardevols wil doen met je leven, als project. En daar gaat het om in de Stoa. En wat is volgens de stoïcijnen de sleutel tot zo’n vervullend, zinvol en ‘goed’ leven? Twee dingen. Eerst en vooral moet je beseffen dat je over sommige dingen

16  >  november 2017

wel controle hebt, en over andere niet. Dat moet je altijd voor ogen houden, zodat je je inspanningen en energie kan focussen op hetgeen je onder controle hebt en je geen moeite verspilt aan dingen die je toch niet kan veranderen, die buiten je controle liggen. Dit is de dichotomie van de controle, en zo gauw je dat beseft werk je al vanzelf aan een meer sereen leven, omdat je het besef internaliseert dat je sommige dingen gewoonweg moet laten gaan. Dit is nauw verwant aan het boeddhistische idee van onthechting. De tweede sleutel tot een vervullend leven is om altijd je morele integriteit in acht te houden. Simpel gezegd: probeer een goed mens te zijn. Het fundamentele aan de mens is volgens de stoïcijnen dat we sociale dieren zijn. We zijn afhankelijk van anderen voor ons overleven, en we voelen ons goed, we voelen dat we een doel hebben in het leven, als we iets voor anderen doen. Dat kunnen onze familieleden zijn, vrienden, de samenleving … kortom: als we betrokken zijn in sociale projecten. Maar dan moet je dat wel op een morele, integere manier doen. Dat kan alleen maar als je werkt aan een goed karakter.

Je moet altijd proberen je morele integriteit in acht te houden OVER DEUGDEN Klinkt eenvoudig, lijkt moeilijk. Hoe doe je dat precies? De stoïcijnen benadrukten het beoefenen van deugden. Er zijn vier kardinale deugden in het stoïcisme. De eerste is praktische wijsheid: de kunst om beslissingen te nemen over complexe situaties, het uitzoeken van de beste manier om met de dingen om te gaan. De tweede is moed. Dat werd niet in de eerste plaats als fysieke dapperheid begrepen, maar als morele moed. Opkomen voor wat goed is. Dan heb je gerechtigheid, die gaat over hoe je omgaat met andere mensen. Dat je hen behandelt als mensen, en ze ziet als waardevol op zichzelf, juist omdat het mensen zijn.

De vierde is matigheid, het idee dat je je niet overgeeft aan excessen, maar matigheid betracht in de dingen die je doet. Als je dus de dichotomie van de controle steeds voor ogen houdt en de vier deugden beoefent, dan krijg je een eudaimonisch bestaan. Een leven dat het waard is geleefd te worden. Praktisch uitgedrukt: je moet proberen om je doelen te internaliseren. Wat we in het leven willen doen, moet gericht zijn op onze beslissingen en oordelen. Dat is immers het enige dat onder je controle valt. De externe uitkomsten van je inspanningen niet. Dus: je doet je best en neemt het leven zoals het komt. Soms zit het mee, soms zit het tegen. Als het tegenzit, moet je niet boos zijn of je uit je evenwicht laten brengen. En als het wel meezit, ben je dankbaar. Oefeningen in dankbaarheid zijn een essentieel onderdeel van een stoïcijnse levenshouding. Je moet voortdurend aandacht schenken aan de goede dingen en mensen in je leven, en er dankbaar voor zijn. Kunt u met een voorbeeld verduidelijken wat u precies bedoelt met ‘je doelen internaliseren’? Stel dat ik in aanmerking kom voor een promotie op mijn werk. Natuurlijk vind ik het fijn om gepromoveerd te worden, ik besluit dus om ervoor te gaan. Er zijn echter twee kanten aan een promotie. Enerzijds is er dat wat ik kan doen om me voor te bereiden. Ik kan de best mogelijke CV samenstellen en ik kan keihard werken om die promotie te verdienen. Dat valt onder mijn controle, dat heb ik in de hand. Of ik die promotie effectief ook krijg, ligt buiten mijn controle. Er kan sterke concurrentie zijn, misschien vindt mijn baas me vervelend ... al die dingen heb ik niet in de hand. Dus wat ik eigenlijk zou moeten willen, wat mijn verlangen zou moeten zijn, is niet die promotie zelf. Mijn doel internaliseren wil zeggen dat het enige wat ik zou moeten verlangen, is om zo goed mogelijk mijn best te doen om die promotie te kunnen krijgen. Hetzelfde geldt voor mijn persoonlijke relaties. Stel dat ik zeg ‘ik wil dat mijn partner van me houdt.’ Voor een stoïcijn is dat geen goede manier van

DEGEUS


DOSSIER NACHT VAN DE VRIJDENKER

denken. Het enige wat je in de hand hebt, en dus het enige dat je zou mogen wensen, is om te proberen een zo goed mogelijke, liefdevolle partner te zijn voor die andere persoon. Hoe die persoon daarop reageert, is aan hem of haar, niet aan jou. Even terug naar de deugden. Voor veel moderne mensen is de term deugd beladen omdat we die moeilijk los kunnen zien van onze christelijke erfenis. Het beeld dat wij vandaag van deugden hebben is inderdaad de christelijke variant, en dat is helemaal niet wat de stoïcijnen eronder verstonden. Het christendom erkent zeven deugden, waarvan er vier net hetzelfde zijn als die van de stoïcijnen: praktische wijsheid, moed, gerechtigheid en matigheid. De andere drie centrale deugden van de christenen zijn hoop, geloof en naastenliefde. Die zouden de stoïcijnen verwerpen. Zij bekeken deugd als een karaktertrek. Dat zijn hoop, geloof en naastenliefde niet, dat gaat over iets heel anders.

Als je goed begrijpt hoe de wereld werkt en als je goed kunt redeneren, dan kan je erachter komen hoe je het best je leven leidt Een bijkomend probleem als het over deugden gaat, is dat onze opvatting over wat deugdzaam is zo veranderlijk is in plaats en tijd. Wat men vijftig jaar geleden als deugdzaam zag, is heel anders als nu. Denk aan homoseksualiteit, echtscheiding of de plaats van de vrouw in de samenleving. Daar is veel onderzoek naar gedaan. Natuurlijk is er veel culturele variatie, maar raad eens welke zes deugden universeel blijken te zijn? De vier stoïcijnse deugden moed, matigheid, gerechtigheid en praktische wijsheid. De andere twee zijn ook interessant. Een ervan is transcendentie: het gevoel dat er iets groter, belangrijker bestaat dan jijzelf als persoon. Ten slotte is er wat je ‘respect voor humaniteit’ zou

DEGEUS

kunnen noemen, het idee dat mensen belangrijk zijn. Die twee deugden kenden de stoïcijnen ook, alleen noemden ze die zo niet. Het stoïcijnse idee van transcendentie komt voort uit het besef dat we allemaal stukjes en beetjes van de kosmos zijn, en dat we verbonden zijn met alles door een web van oorzaak en gevolg. Hun respect voor humaniteit, hun humanisme, komt voort uit het door en door kosmopolitische karakter van hun filosofie. We moeten geven om elke mens op aarde, want we zijn allemaal broers en zussen.

Het gaat erom hoe je je gedraagt in de wereld. Stoïcisme legt de focus op jouw karakter en op jouw vermogen om beslissingen te nemen EEN KOSMOPOLITISCH, RATIONEEL HUMANISME Niet alleen is het stoïcisme kosmopolitisch en humanistisch, het steunt ook op een wereldbeeld dat door en door rationeel en naturalistisch is. In dat opzicht is het een aantrekkelijke levensfilosofie voor vrijzinnig humanisten. De stoïcijnen waren er inderdaad van overtuigd dat alles wat er in het universum is, uit materie bestaat. Ze spraken wel over God, maar daarmee bedoelden ze geen persoonlijke god, die zich ergens in of buiten het universum bevindt. Voor hen is God het universum, en het universum bestaat uit materie. Heel dat universum wordt gereguleerd door een web van oorzaak en gevolg. Er is geen magie, dingen gebeuren altijd vanwege de dingen die daarvóór gebeurden. De stoïcijnse metafysica kun je dus probleemloos verenigen met een modern, wetenschappelijk wereldbeeld. Dus je hebt gelijk als je zegt dat het stoïcisme daarom erg toegankelijk is voor atheïsten en agnosten, maar wat ik er leuk aan vind, is dat je dat niet hoeft te zijn om het stoïcisme te beoefenen. Je kunt hun metafysica op verschillende

manieren interpreteren, en ook als religieus persoon kan je er veel aan hebben. Hoe dan ook dachten zij dat rationeel zijn en een juist begrip hebben van hoe de wereld in elkaar zit, helpt – of zelfs noodzakelijk is – om een goed leven te leiden. Absoluut. Als je wil uitzoeken hoe jij je leven moet leiden – en daarop is heel het stoïcisme gericht – moet je eerst en vooral weten hoe de wereld in elkaar zit. Als je daarover misvattingen hebt, ga je verkeerde beslissingen nemen in je leven. Daarnaast moet je begrijpen hoe de menselijke geest werkt. Niet alleen door het formele redeneren te bestuderen, maar ook alle manieren waarop de menselijke geest de mist ingaat en slecht functioneert. Dus: als je goed begrijpt hoe de wereld werkt en als je goed kunt redeneren, dan kan je erachter komen hoe je het best je leven leidt. Rationeel zijn staat dus als het ware in functie van je ethisch handelen, want daar is het de stoïcijnen uiteindelijk om te doen. Het gaat erom hoe je je gedraagt in de wereld. Het legt de focus op jouw karakter – vandaar het beoefenen van de deugden – en op jouw vermogen om beslissingen te nemen.

Je verleden heb je niet langer onder controle. Wat gebeurd is, is gebeurd. Jezelf voor het hoofd slaan en je verliezen in spijt heeft geen enkele zin Dat heeft een aantal verfrissende consequenties. Zo waren de stoïcijnen het volmondig eens met Socrates’ mening dat niemand kwaad doet met opzet, enkel uit een ‘gebrek aan wijsheid’. Mensen doen slechte dingen omdat ze niet beter weten. Niemand staat ’s morgens op en zegt tegen zichzelf ‘wat voor slechte dingen ga ik vandaag weer allemaal doen?’ Ook Hitler niet, hij was er, denk ik, van overtuigd dat hij oprecht deed wat het beste was voor het Duitse volk. Het heeft dus geen zin mensen te gaan veroordelen en verwensen, want dat leidt tot

november 2017  >  17


DOSSIER NACHT VAN DE VRIJDENKER

haat. Haat leidt tot angst en angst zorgt ervoor dat je beslissingen neemt waarvan je later spijt krijgt. Het stoïcisme is dus een erg vergevingsgezinde filosofie. Ook jegens jezelf. Je verleden heb je immers niet langer onder controle. Wat gebeurd is, is gebeurd. Je kunt er wel lessen uit trekken zodat je niet meer dezelfde vergissing begaat, maar jezelf voor het hoofd slaan en je verliezen in spijt heeft geen enkele zin.

ONBETEKENDE DINGEN DIE ONZE VOORKEUR VERDIENEN Hoewel het stoïcisme een veeleisende filosofie is, is het geen onhaalbaar ideaal. Het is niet alleen vergevingsgezind ten opzichte van jezelf, uit uw boek blijkt ook dat je er niet als een onthechte asceet voor in het leven hoeft te staan. Hoewel ze zeiden dat het belangrijkste in het leven erin bestaat om deugdzaam te handelen, wisten de stoïcijnen dat gewone mensen ook andere dingen willen. Een opleiding, een goede gezondheid, vrienden, liefde … Dat noemden zij ‘onbetekenende dingen die onze voorkeur verdienen’ (in het Engels: preferred indifferents). Ze bedoelden ermee dat bepaalde dingen wel degelijk de moeite zijn en dat we die gerust kunnen nastreven, maar dat ze op zich genomen geen beter persoon van je maken. Je kunt dus rijk of arm zijn, gezond of ziek, lelijk of knap … dat heeft allemaal geen invloed op je vermogen om deugdzaam te zijn. Jouw karakter, jouw waarde als mens, hangt niet af van dergelijke externaliteiten. Die manier van denken zorgt ervoor dat de stoïcijnse filosofie door iedereen kan beoefend worden, ongeacht hoe je ervoor staat in het leven. Maar zo’n externaliteiten maken je ook niet per se tot een slechter persoon, als je je tenminste niet compromitteert door ze na te streven. Natuurlijk, als je echt zeker wil zijn dat je het minst kwaad berokkent aan de wereld, moet je asceet worden. De filosofische neefjes van de stoïcijnen, de Cynici, zwoeren om die reden elk bezit af. Ze trouwden niet, kregen geen kinderen, ze gingen door

18  >  november 2017

het leven zonder iets na te streven dat buiten henzelf lag. De stoïcijnen niet. Ze beseften dat zo’n leven voor de meeste mensen niet is weggelegd. Om een normaal, menselijk leven te leiden, moet je compromissen sluiten. Het gaat erom dat zo bewust mogelijk te doen. Om je bewust te zijn van de keuzes die je maakt als je iets eet, als je iets koopt … wetende dat er altijd betere keuzes mogelijk zijn. Het is dus geen zaak van alles-of-niets. Zoals Seneca schreef in een van zijn brieven aan zijn vriend Lucillus: ‘Ik probeer niet perfect te zijn, alleen beter dan gisteren.’

Het is geen zaak van allesof-niets. Zoals Seneca schreef: ‘Ik probeer niet perfect te zijn, alleen beter dan gisteren.’ Ik krijg de indruk dat stoïcijn zijn een stuk gemakkelijker is als je van nature begiftigd bent met geduld, empathie, intelligentie, zelfcontrole en een aangeboren kalme gemoedsgesteldheid. Kan het ook werken als je die eigenschappen niet van nature bezit? U schrijft zelf in uw boek dat de stoïcijnen iets te optimistisch waren over ons vermogen om onze gedachten te controleren en in toom te houden, vooral de negatieve. Ik ben ervan overtuigd dat het stoïcisme kan werken voor elke normaal begaafde persoon. Als er tenminste geen sprake is van psychopathologie. Dit gezegd zijnde, is het de moeite om wat dieper in te gaan op je vraag. Volgens de stoïcijnen kennen onze emoties twee fases. Eerst is er onze instinctieve reactie op iets, waarop je geen vat hebt. Moderne psychologen noemen dat de affectieve component van emoties. Dat kan je simpelweg niet controleren. De tweede fase heeft een cognitieve component, en draait om wat we met die aanvankelijke instinctieve reactie aanvangen. En daarover is wel controle mogelijk. Je moet leren afstand nemen van die eerste, initiële reactie en goed in over-

weging nemen of je die toelaat en of je ernaar handelt. Stel dat je ’s nachts opschrikt door een luide bonk. Je eerste reactie is om verschrikt uit bed te springen, vol van de adrenalinerush. Dan komt de tweede fase, waarin je kan besluiten om die reactie om te laten slaan in een echte angst, of om even na te denken over wat er precies aan de hand is. Dan zou je je kunnen realiseren dat het de kat was, die je vergeten bent buiten te laten. Of stel dat je me nu zegt dat je doodsbenauwd bent voor een terroristische aanslag. Dat is geen reactie op een concreet aanwezige, imminente dreiging, maar een cognitief iets. Dat kan je onderzoeken en je realiseren dat je meer kans hebt om te sterven in een verkeersongeluk. En zoiets helpt écht. Deze stoïcijnse manier van denken over en omgaan met emoties heeft een rechtstreekse invloed gehad op de moderne cognitieve gedragstherapie, waarvan de efficiëntie klinisch bewezen is. Wat je daar leert is om je gedrag niet voor vanzelfsprekend te nemen en te zeggen ‘ik ben nu eenmaal zo, niets aan te doen’. In plaats daarvan leer je om je gedrag te analyseren, erover na te denken en via een reeks oefeningen je gedrag bij te sturen. Stel dat je enorm verlegen bent. Een cognitieve gedragstherapeut zou je opdragen om een aantal oefeningen te doen die je blootstellen aan oncomfortabele situaties. Bijvoorbeeld om naar een apotheek te gaan en daar met erg luide stem te vragen om ‘een pakje condooms, in de kleinste maat alstublieft!’ Als je zoiets een paar keer gedaan hebt, besef je dat het helemaal zo erg niet is.

Deze stoïcijnse manier van denken over en omgaan met emoties heeft een rechtstreekse invloed gehad op de moderne cognitieve gedragstherapie, waarvan de efficiëntie klinisch bewezen is

DEGEUS


DOSSIER NACHT VAN DE VRIJDENKER

INTELLECTUELE HOOGMOED EN EPISTEMISCHE BESCHEIDENHEID Dan komen we toch onvermijdelijk op het terrein van het vrijewil-debat. Hebben we wel zoveel onder controle als we zelf denken, of als de stoïcijnen dachten? Een moderne neurowetenschapper zou kunnen zeggen: ‘jij, Massimo Pigliucci, hebt gewoon het geluk dat je de juiste neurologische bedrading hebt die je in staat stelt om bedachtzaam met je initiële emoties om te gaan en je gedrag bij te sturen. Voor iemand met een andere bedrading is dat geen optie.’ Ik zou tegen die hypothetische neurowetenschapper van jou zeggen dat hij eerst eens teruggaat naar zijn studeerkamer om zijn neurowetenschap wat beter te bestuderen. We zijn niet ‘bedraad’ voor het een of het ander, we zijn niet ‘hardwired’ in deterministische zin. Een vergelijkbaar discours is er over genen, welnu, als bioloog kan ik je met het volste vertrouwen zeggen dat onze genen helemaal niets determineren. Ze beperken slechts de mogelijke gedragsopties die we hebben. Wetenschappers die anders beweren, zoals een Sam Harris bijvoorbeeld, beweren zaken die niet ondersteund worden door de data die ze hebben. Zo’n vorm van intellectuele hoogmoed stoort me enorm. De stoïcijnen maakten zich verder ook helemaal niet druk om de vrije wil, zij hadden het over ‘agentschap’: ons vermogen om beslissingen te nemen. Voor de rest is heel dat idee van een absolute ‘vrije wil’ gewoon een raar concept. Het is uitgevonden door de christenen om het bestaan van het kwaad in de wereld mee te verklaren. De stoïcijnen dachten deterministisch, dus ze geloofden ook helmaal niet in een absolute vrije wil. Niets gebeurt ‘uit het niets’, zonder oorzaken. Sommige van die oorzaken zijn intern, andere extern, en sommige oorzaken zijn het gevolg van de interactie tussen die twee. Dat doet allemaal niets af aan ons vermogen om beslissingen te nemen. En dat beslissingsvermogen van ons kan verbeterd worden door oefening, dat is het stoïcijnse perspectief.

DEGEUS

Wetenschap is een menselijke activiteit, en dus per definitie gebonden aan ons menselijk perspectief. Die beperking begrijpen en accepteren is een verstandige zet Die ‘intellectuele hoogmoed’ waarnaar u verwijst, zit u erg hoog. U hebt meermaals uw ongenoegen laten blijken over mensen als Sam Harris of Lawrence Krauss, die beweren dat wetenschap al onze ethische of filosofische vraagstukken zal oplossen. Sciëntisme, noemt u dat. Klopt. Kijk, ik ben zelf wetenschapper, en ik hou enorm van wetenschap, maar voor sciëntisme zal ik blijven waarschuwen. Sciëntisme ontstaat wanneer wetenschappers de grenzen van de wetenschappelijke onderneming niet respecteren. Zo zijn er wetenschappers die grootse beweringen doen op basis van bewijsmateriaal dat die beweringen helemaal niet ondersteunt. Tegenover die wetenschappelijke hoogmoed, zou ik willen pleiten voor epistemische bescheidenheid. Het enige dat je als wetenschapper kan zeggen is ‘dit is, op dit moment, de beste kennis die over dit onderwerp beschikbaar is. Maar het kan veranderen in de toekomst en het komt met een aantal waarschuwingen.’ Een andere vorm van sciëntisme ontstaat wanneer wetenschappers zichzelf ervan overtuigen dat wetenschap zó bijzonder is, dat het ons een soort goddelijk perspectief op de dingen geeft. Dat het objectief is, en inherent uit op de waarheid. Dat is gewoonweg niet juist. Wetenschap is een menselijke activiteit, en dus per definitie gebonden aan ons menselijk perspectief. Dat kunnen we nooit overstijgen. En die beperking begrijpen en accepteren is een verstandige zet. Dus eigenlijk neemt u in het hele debat rond wetenschap, objectieve kennis en waarheid een soort tussenpositie in. U erkent dat er

grenzen zijn aan wetenschap, maar u blijft ver weg van de extremere positie die ingenomen wordt door postmoderne filosofen. Volgens hen is waarheid relatief, kennis een sociale constructie en objectiviteit een illusie. Kennis die losstaat van je persoonlijke perspectief of standpunt is onmogelijk. Klopt, dat is onzin. Ik denk echter niet dat alle postmodernisten dat denken. Iemand als Maarten Boudry overdrijft daar sterk in, en we zullen er een hartig woordje over discussiëren op de Nacht van de Vrijdenker. De grondgedachte, de gematigde postmoderne positie, vind ik helemaal niet zo dwaas. Die positie houdt in dat men er zich van bewust is dat menselijke kennis sociaal geconstrueerd wordt. Niet in de zin dat ze arbitrair is, maar ze is het product van mensenwerk. Dus is die kennis ook onderhevig aan de beperkingen van het menselijk handelen en de menselijke cognitie. Dit is een redelijke positie.

De gematigde postmoderne positie, vind ik helemaal niet zo dwaas De extreme postmoderne opvatting, dat ‘anything goes’ en dat er over kennis niet kan gezegd worden dat het ene beter is dan het andere, is natuurlijk onzin. Dat is geen redelijke positie. Het ironische is dat de extreme postmodernisten dezelfde fout maken - of toch het spiegelbeeld ervan - als de sciëntisten. De sciëntisten zeggen met te veel zelfvertrouwen: er is maar één waarheid, één vorm van waardevolle kennis. De postmodernisten zeggen: niets van, alles kan en ieder zijn eigen waarheid. De deugdzame positie, om het zo te zeggen, ligt in het midden. Natuurlijk is dat veel saaier, en het verkoopt minder boeken, maar het is wel redelijk. Je moet wetenschap niet ophemelen en op een piëdestal zetten waar ze niet thuishoort, maar je moet haar ook niet bij het oud vuil zetten. Daar hoort ze ook niet thuis. Thomas Lemmens

november 2017  >  19


DOSSIER NACHT VAN DE VRIJDENKER

MAARTEN BOUDRY -- ° 1984 -- is wetenschapsfilosoof, gespecialiseerd in epistemologie (kennisleer) en pseudowetenschap -- studeerde wijsbegeerte aan de Ugent (2002 - 2006) -- doctoreerde in 2011 met het proefschrift Here be dragons. Exploring the hinterland of science (Een filosofische verkenning van pseudowetenschap en randwetenschap) -- schreef in 2011 De Ongelovige Thomas heeft een punt, met c­ o-auteur Johan Braeckman. Het boek won de prijs ‘Liberales boek van het jaar’ en kwam op de shortlist voor de Socrates Wisselbeker Filosofie -- in 2015 volgde Illusies voor gevorderden. Of waarom waarheid altijd beter is -- in december 2017 verschijnt de bundel Science Unlimited? The Challenges of Scientism, door Boudry samengesteld i.s.m. Massimo Pigliucci, met wie hij in 2013 ook al samenwerkte voor de bundel Philosophy of Pseudoscience. Reconsidering the Demarcation Problem -- is vanaf oktober 2017 verbonden aan het Centre for Logic and Analytic Philosophy (CLAW) van de KU Leuven © Gerbrich Reynaert


DOSSIER NACHT VAN DE VRIJDENKER

Maarten Boudry Hij schuwt geen Twitterrel of opinieconflict. Maarten Boudry, wetenschapsfilosoof verbonden aan de vakgroep Taal- en Letterkunde van de UGent en schrijver van opiniestukken voor onder andere De Morgen, kwam met zijn uitspraken al vaker in opspraak. Onlangs nog deed hij heel wat stof opwaaien met een essay over Zinvol Geweld, waarin hij het nazisme en het jihadisme vergelijkt. Wie schrijft, wil gelezen worden en heeft graag dat zijn ideeën door zoveel mogelijk mensen aanvaard worden. Nogal wat mensen ervaren je blijkbaar als arrogant en betweterig. Hou je rekening met hoe je gepercipieerd wordt? Hoe je je boodschap formuleert? Daar houd ik zeker rekening mee. Niet alleen de inhoud, maar ook de manier waarop je ze naar voren brengt, is belangrijk. Als je met de voeten vooruit speelt, dan kan dat averechts werken. Als ik een polemische tekst schrijf, dan is de eerste versie vaak te scherp. Later ga ik dan de scherpe randjes afvijlen, met in het achterhoofd de bedenking dat ik geen potentiële medestanders of twijfelaars wil afschrikken. Dus de versie die gepubliceerd raakt, is vaak al een mildering! Kan je nagaan (lacht). Maar ik vind het verwijt van ‘betweterigheid’ vaak een zwaktebod, een excuus om het niet over de inhoud te hebben. Dat verwijt kan je werkelijk overal en altijd in het rond strooien. Mensen denken dat, als je een punt met overtuiging naar voren brengt, je daarom meent ‘dat je de waarheid in pacht hebt’ of aan ‘bekeringsijver’ leidt. Maar dat is onzin (nu ben ik weer polemisch!). Het is normaal in een discussie dat je iemand probeert te overtuigen. Dus op de toon probeer ik wel degelijk te letten. En wie iets van tien jaar geleden leest, mijn masterscriptie of zo, zal wel merken dat ik milder ben geworden. Maar soms kan een

DEGEUS

provocatie of een prikkelende stelling ook nuttig zijn om debat los te weken. Dat hangt af van de context en het publiek. Maar op de inhoud zelf zal ik nooit afdingen. Dan doe je aan zelfcensuur.

Iemand die denkt dat ik een ‘fascist’ ben, is al zo ver heen dat ik hem wellicht nooit meer kan overtuigen Als iemand jou bestempelt of beschouwt als een rechtse, fascistische kerel, hoe zou je die persoon dan trachten te overtuigen dat dit niet het geval is? Iemand die denkt dat ik een ‘fascist’ ben, is al zo ver heen dat ik hem wellicht nooit meer kan overtuigen. Die leeft gewoon op een andere planeet. Ik heb al essays geschreven waarin ik praktijktests tegen raciale discriminatie bepleit, waarin ik het ranzige neonazi verleden van VB-kopstukken aan de kaak stel, en waarin ik pleit voor reddingsacties van vluchtelingen op de Middellandse Zee. En op ethisch vlak ben ik ultra-links: ik ben voorstander van een uitbreiding van de euthanasiewet naar dementerenden en voor psychisch lijden, en ik ben natuurlijk ook voorstander van het recht op abortus en homohuwelijk. Kan je zo iemand ‘rechts’ noemen? In economische discussies meng ik me minder, maar ik ben wel een liberale vooruitgangsoptimist, met een vrij positieve visie op vrije markten.

Jij hebt de tijd om dag in, dag uit te lezen. Dat maakt natuurlijk dat je meer kennis hebt dan de gemiddelde mens. Maar een mens is niet alwetend, enkel God heeft die eer. Vandaar de vraag: kan je een tweetal voorbeelden aanhalen waar je de laatste jaren van mening bent veranderd, omdat iemand jou bekritiseerde of informatie gaf waardoor bleek dat wat je dacht fout was? Dat is een goede vraag. Af en toe maak ik die denkoefening. Als je niets kan vinden waarover je van mening bent veranderd, is dat doorgaans een veeg teken. Tijdens mijn doctoraatsonderzoek heb ik mijn standpunt over ‘methodologisch naturalisme’ gewijzigd, het principe dat stelt dat wetenschap per definitie geen bovennatuurlijke hypothesen kan onderzoeken. Dat aanvaardde ik eerst, nu verwerp ik het. En over waarheid: ik was een aanhanger van de correspondentietheorie, nu van het minimalisme. Simon Blackburn en Filip Buekens hebben me daarvan overtuigd. (Lees ook het artikel ‘De zoete wraak van de waarheid’ van Maarten Boudry in De Geus, maart 2017, nvda)

De enige reden waarom we denken dat waarheid iets bijzonder is, is omwille van het woord ‘waarheid’ zelf En los van filosofische spitsdiscussies: ik was vroeger iemand die men nu ‘regressief links’ zou noemen, een bewonderaar van mensen als Dyab Abou Jahjah en Tom Lanoye. Maar ik heb na verloop van tijd ingezien dat Jahjah een demagogische volksmenner is, zij het een zeer intelligente. Hij is zelf een goddeloze Arabische nationalist, maar hij speelde en speelt nog steeds met het vuur van religieus dogmatisme. En hij is gewoon niet geïnteresseerd in waarheid, dat heb ik na de

november 2017  >  21


DOSSIER NACHT VAN DE VRIJDENKER

gebeurtenissen in Keulen en de coup in Turkije beseft. Wat velen opvalt, is dat je bij je analyses van het islamterrorisme steevast focust op de religieusideologische component maar de geopolitieke blunders, bemoeizucht en de daaruit voortspruitende dynamieken in het MiddenOosten onderbelicht of negeert. Het lijkt me onvoorstelbaar dat je zou ontkennen dat dit minstens even belangrijk is om het geweld te verklaren. De geopolitieke factoren spelen een lokale rol, maar ze maken veel minder verschil in uitkomst dan mensen denken. Ik vergelijk dat met een vulkaan. De ideologie is de ondergrondse magmakamer, waar de druk zich voortdurend opbouwt. De geopolitieke context is de scheur waaruit magma (lava) ontsnapt. Ze verklaart waar en wanneer er een uitbarsting plaatsvindt, maar ze verklaart niet waar het magma vandaan komt. De oorlog in Irak heeft zo’n scheur gecreëerd waardoor dat magma een uitweg heeft gevonden. Die oorlog was dwaas en roekeloos en illegaal. Maar mensen die zich verbeelden dat we geen probleem met islamterreur zouden hebben zonder de Irakinvasie, die slaan de bal compleet mis. Het salafi-jihadisme bestond al veel eerder, en werd door Saddam Hoessein, een beestachtige en genocidale dictator van het kaliber Hitler, genadeloos onderdrukt. Denkt men nu echt dat we geen islamfanatici zouden gehad hebben in die regio zonder een Amerikaanse invasie? Mensen vergeten ook dat IS talloze franchisen heeft, van Indonesië tot Nigeria tot Pakistan. Er zaten altijd islamisten klaar om het kalifaat te stichten zodra de mogelijkheid zich voordeed. En werkelijk eender welke geopolitieke factor wordt door jihadisten aangegrepen. Osama Bin Laden was woedend omwille van de ‘bezetting’ van Saoedi-Arabië ... Hoezo, bezetting? Saoedi-Arabië is zelfs nooit gekoloniseerd. Hij bedoelde de loutere aanwezigheid van Amerikaanse troepen, nota bene op uitdrukkelijke

22  >  november 2017

vraag van het Saoedische koningshuis. Dat noemt hij dus ‘bezetting’. En dat is voor hem een casus belli.

Ik vind het verwijt van ‘betweterigheid’ vaak een zwaktebod, een excuus om het niet over de inhoud te hebben Misschien moeten we wat vragen voorleggen die aansluiten bij het debat dat je met Massimo Pigliucci en Coen Simon zal hebben op de Nacht van de Vrijdenker. De titel van jullie gesprek heet ‘Over waarheid’. Kan je een definitie geven van waarheid? Waarheid is eigenlijk iets doodgewoons. Er is helemaal niets mysterieus of

bijzonder aan. Het is onlosmakelijk verweven met de structuur van ons kenapparaat. Volgens het minimalisme, dat ik tegenwoordig aanhang, noemen we een uitspraak ‘p’ waar als p het geval is, dus als ze overeenkomt met de werkelijkheid. That’s all. De enige reden waarom we denken dat waarheid iets bijzonder is, is omwille van het woord ‘waarheid’ zelf, dat gewoon een handige manier is om naar alle ware proposities te verwijzen. Voor je het weet, gebruik je de hoofdletter W en raak je verstrikt in een metafysisch kluwen. In mijn boek Illusies voor gevorderden schrijf ik voortdurend over ‘waarheid’, en het woord prijkt zelfs in mijn ondertitel, maar in principe zou ik het hele boek kunnen herschrijven zonder het ooit te gebruiken. Het zou alleen onleesbaar worden.

Als ik een polemische tekst schrijf, dan is de eerste versie vaak te scherp. Later ga ik dan de scherpe ra potentiële medestanders of twijfelaars wil afschrikken. Dus de versie die gepubliceerd raakt, is vaak a


DOSSIER NACHT VAN DE VRIJDENKER

Hoe relateert zich dat aan het nieuwe concept post-truth? Dat is een beetje een ‘buzzword’. Soms wordt ermee verwezen naar het postmoderne waarheidsrelativisme, soms naar het Trump-tijdperk van fake news en alternative facts. En sommige filosofen denken ook dat het ene het andere heeft veroorzaakt. Dat ‘waarheid’ voorbijgestreefd zou zijn, zoals de term post-truth aangeeft, is nogal twijfelachtig, precies omdat het om zo’n fundamenteel en doodgewoon concept gaat. Zelfs de grootste relativist kan niet om het concept heen, als puntje bij paaltje komt. Natuurlijk, er zijn veel complottheorieën en valse nieuwsberichten en liegende politici, maar dat is van alle tijden. Dat wil niet zeggen dat we plots in een ander tijdperk beland zijn.

Is er volgens jou een verschil tussen alternatieve feiten en bedrog/leugens/onwaarheden? De verhouding is simpel. Donald Trump is een pathologische leugenaar en fantast, dat weten we allemaal. De term alternative facts werd door zijn woordvoerster Kellyanne Conway bedacht om die onophoudelijke stroom leugens wat te vergoelijken. Het is een lachwekkende term, die nogal postmodern aandoet. Je kan het zien als een immunisatiestrategie. Word je beschuldigd van een leugen? Noem het gewoon een ‘alternatief feit’! Kinderen hebben het recht op fantasie en het geloof in sprookjes, Sinterklaas en de Paashaas. Voor een bepaalde periode willen we hen dat niet ontnemen. Maar op

andjes afvijlen, met in het achterhoofd de bedenking dat ik geen al een mildering! Kan je nagaan (lacht). © Gerbrich Reynaert

welke leeftijd moeten we kinderen dan leren om kritisch te denken en hen instrumenten aanreiken om tot de waarheid te komen? Ik ben nog niet uit het morele dilemma van Sinterklaas geraakt. Dat is één van die onderwerpen waar mensen me nog kunnen overtuigen, als ze met goede argumenten afkomen (lacht). In regel vind ik paternalistisch bedrog immoreel, maar voor kinderen, die nog niet volledig autonoom zijn, kan je misschien een uitzondering maken. Maar toch moet je opletten voor het onvermijdelijke moment waarop de illusie wordt doorgeprikt. Als dat op de verkeerde manier gebeurt, of als je je kinderen te lang voorliegt, riskeer je de vertrouwensband tussen ouder en kind te beschadigen.

Ik heb na verloop van tijd ingezien dat Jahjah een demagogische volksmenner is, zij het een zeer intelligente Hoe moeten we dat dan concreet aanpakken bij kinderen? Wat leer je hen dan precies? Als je kinderen zelf laat uitvissen dat het verhaal van Sinterklaas geen steek houdt, dan kan het een nuttige les zijn in kritisch denken. En misschien moet je hen daar een beetje bij op weg helpen. Maar blijven voorliegen en kritische vragen negeren, dat lijkt me een slechte strategie. Maar hoe laat je hen dat zelf uitvissen? Wat geef je jonge kinderen mee om hen op weg te helpen? Kinderen stellen vanzelf nieuwsgierige vragen over Sinterklaas, zoals ‘Hoe komt hij door de schoorsteen?’, ‘Is er slechts één Sinterklaas?’ of ‘Waarom krijgen sommige kinderen niets?’ In plaats van daar meteen pasklare antwoorden (leugens) op te geven, kan je hen aanmoedigen om zelf te denken: ‘Ja, hoe denk je zelf dat Sinterklaas dat zou doen?’ Dat kan dus een kritische denkles zijn. Brecht Decoene

november 2017  >  23


PLAKKAAT

11.11.11 voert campagne voor een rechtvaardig migratiebeleid Op 16 september 2017 trapte 11.11.11 haar eindejaarscampagne af. We voeren dit jaar samen met een brede groep van partners, zoals deMens.nu en het Vermeylenfonds, campagne voor een rechtvaardig migratiebeleid. De voorbije weken deed de campagne al heel wat stof opwaaien in de media. Er was de ophefmakende socialemediacampagne waarin Vlaamse politici voorgesteld werden als politiek vluchtelingen en een opgemerkte radiospot waarin voetbalanalist Jan Mulder de Vlaming oproept om solidair te zijn met vluchtelingen en andere migranten. De volgende weken trekken duizenden vrijwilligers de straat op om geld in te zamelen voor onze projecten in en voor het Zuiden. Net als veel mensen in onze samenleving voelen we aan dat onze campagne meer dan nodig is. RECORDAANTAL VLUCHTELINGEN

GEEN DRAAGVLAK?

Hoewel de piek van de Europese ‘vluchtelingencrisis’ achter ons ligt, is de internationale crisis ver van voorbij. Wereldwijd zijn nog steeds meer dan 65 miljoen mensen op de vlucht voor conflict en vervolging. Dat aantal is nooit zo hoog geweest sinds de Tweede Wereldoorlog. Internationale, Europese en Belgische beleidsmakers slagen er niet in om gedwongen ontheemding een halt toe te roepen. Een aantal van de grondoorzaken van migratie zijn bovendien in het Europese beleid terug te vinden. Naast geweld en de kans op vervolging in eigen land zijn er tal van andere factoren die mensen dwingen om hun thuis te verlaten: klimaatverandering en milieudegradatie, chronische armoede, gebrek aan waardig werk, genderongelijkheid, rampen en sterk schommelende opbrengsten uit de landbouw. Het Europese klimaatbeleid, handelsbeleid, financieel beleid en de besparingen op ontwikkelingssamenwerking hebben vaak desastreuze gevolgen in het Zuiden. Helaas komen deze grondoorzaken van migratie nauwelijks in het publieke debat aan bod en lijkt het alsof migratie begint wanneer mensen in België of Europa toekomen. Ook het feit dat ontwikkelingslanden met veel minder middelen nog steeds 86% van de vluchtelingen opvangen, blijft zwaar onderbelicht.

Van Libië over Turkije tot Griekenland, Servië en Hongarije overal worden de rechten van vluchtelingen en andere migranten op grove wijze geschonden. De Conventie van Genève – mijlpaal in de internationale bescherming van vluchtelingen – staat onder zware druk. Het Europese migratiebeleid lijkt steeds meer gericht op het afschermen van de grenzen. ‘We kunnen niet meer mensen binnen nemen want daar is geen draagvlak voor bij de bevolking’, is telkens de dooddoener.

24  >  november 2017

Wereldwijd zijn nog steeds meer dan 65 miljoen mensen op de vlucht voor conflict en vervolging. Dat aantal is nooit zo hoog geweest sinds de Tweede Wereldoorlog 11.11.11 liet zelf een peiling uitvoeren om te achterhalen hoe het gesteld is met de solidariteit ten aanzien van vluchtelingen en andere migranten. Peilingsbureau TNS legde 1.034 Vlamingen 20 stellingen voor over migratie. De resultaten zijn hoopgevend (zie kaderstuk). Zo vindt 81% van de bevraagden het belangrijk om solidariteit te tonen met vluchtelingen. Een grote meerderheid (76%)

DEGEUS


PLAKKAAT

Campagnebeeld 11.11.11

vindt dat het beleid hoogdringend meer moet doen om het leven in vluchtelingenkampen menswaardiger te maken maar ook dat Europa moet voorzien in veilige toegangswegen (73%). Daarnaast vindt een ruime meerderheid van de Vlamingen (59%) dat de negatieve zaken in het vluchtelingendebat uitvergroot worden en dat politici migratie te veel als een probleem zien, en niet als een positieve uitdaging (57%). Deze resultaten geven aan dat er een groter solidariteitsgevoel is bij Vlamingen dan blijkt uit de retoriek van onze beleidsmakers.

Het Europese klimaatbeleid, handelsbeleid, financieel beleid en de besparingen op ontwikkelingssamenwerking hebben vaak desastreuze gevolgen in het Zuiden Ook internationale studies bij jongeren zijn hoopgevend. Een onderzoek van het World Economic Forum peilde naar de houding van mensen tussen de 18 en de 35 jaar ten aanzien van vluchtelingen. Daaruit blijkt dat 72,6% van de jongeren vluchtelingen verwelkomen in hun land. Meer dan een kwart (27,3%) zou dat zelfs doen in eigen huis. Slechts 3,5% vindt dat vluchtelingen uitgewezen mogen worden.

BELEID HINKT ACHTEROP De bevolking verwacht dus van haar beleidsmakers dat ze humane en solidaire oplossingen bieden. Politici hebben zelf bovendien een cruciale rol te spelen in het versterken van het draagvlak voor solidariteit. Werken aan een draagvlak betekent erkennen dat er belangrijke uitdagingen zijn in het migratievraagstuk, op vlak van het onderwijs, de arbeidsmarkt, de woningenmarkt. Bezorgdheden daarover mogen we niet onder de mat vegen. Inspanningen zijn nodig op al deze domeinen. Maar het

DEGEUS

betekent ook dat politici zaken in perspectief moeten plaatsen. In 2015 bereikte het aantal asielaanvragen in Europa een piek van 1,3 miljoen. Dat is een enorm aantal. Maar bekeken op de hele EU-populatie gaat het om 0,2% van de bevolking. Landen als Libanon, Tunesië, Oeganda en Jordanië ontvangen elk op zich gelijkaardige aantallen. Alleen betekende het in deze landen een instroom tot 25% van hun eigen bevolking. Mits een solidaire aanpak moet de EU in staat zijn om humane oplossingen te bieden aan mensen op de vlucht. Beleidsmakers moeten daarnaast op een correcte manier communiceren over het complexe thema. 11.11.11 zal tijdens de campagne oproepen voor een aanpak van de grondoorzaken, veilige en legale toegangswegen voor mensen op de vlucht en respect voor grondrechten van migranten hier in België én in het Zuiden. Flor Didden Beleidsmedewerker migratie 11.11.11

november 2017  >  25


ACTUA

Like this Een kleine ontrafeling van Facebook Met twee miljard regelmatige gebruikers positioneert Facebook zich als digitale mediagigant. De site is niet meer weg te slaan uit onze levens en samenleving. Maar hoe werkt Facebook eigenlijk en wat zijn de gevaren? Hieronder volgt een mini inleiding, geschreven door iemand die zelf als leek probeert inzicht te krijgen in het sociale fenomeen. ALGORITMES; WHAT’S IN A NAME ‘To understand the whole, it is necessary to understand the parts’. De bouwstenen van iedere socialemediasite zijn algoritmes. Dat zijn een reeks regels of instructies in programmeertaal die worden ingezet om een bepaald doel te bereiken. Hier is het doel: de site vormgeven op basis van jouw interesses. Aan de hand van onder meer je zoekopdrachten, leeftijd en gender, slaan algoritmes informatie op over wie jij bent. Zo kan er een profiel opgemaakt worden waarbij Facebook inspeelt op je hobby’s, je levensvisie, …

Facebook weet wat je leuk vindt en toont je dit, wat best aangenaam is. Maar hoe leuk de effecten van de algoritmes ook zijn, er schuilt wel degelijk gevaar in Je zou je kunnen afvragen waarom dit zo belangrijk is. Facebook weet wat je leuk vindt en toont je dit, wat best aangenaam is. Freek Evers, journalist bij De Morgen, beschrijft het in een

26  >  november 2017

opinie als volgt: ‘Algoritmes helpen twijfelaars als ik sneller keuzes te maken, daar profiteert zelfs mijn vriendin van als ik weer eens moet kiezen waar we deze keer uit eten zullen gaan. Ik ben wiskundige formules die op de achtergrond achterhalen wie ik ben en me de beste opties voorkauwen, zo gewend geraakt, dat ik geïrriteerd raak van algoritmes van mindere kwaliteit. Hoe moeilijk kan het zijn?’ Evers heeft hier natuurlijk een punt. Als gebruiker is het inderdaad aangenaam, gemakkelijk zelfs. Maar hoe leuk de effecten van de algoritmes ook zijn, er schuilt wel degelijk gevaar in. Wat verder volgt, zijn enkele kanttekeningen: Inzicht en privacy Allereerst: we weten niet hoe deze algoritmes precies werken. Zelfs voor informatici is het moeilijk een algoritme te ontrafelen, aangezien dat bestaat uit miljoenen regels en codes. Het is een heel complexe formule waarin we niet veel inzicht hebben. Daarenboven is Facebook niet happig om vrij te geven hoe hun algoritmes zijn opgebouwd aangezien hun gehele

We ons ook vragen stellen over hoe Facebook omgaa Naaktfoto’s en dergelijke worden gecensureerd.


ACTUA

winstmodel erop is gebaseerd. Het heeft voor hen geen zin om de zwakke punten van hun keizerrijk bloot te geven. Koen Vidal, journalist bij De Morgen, beschrijft hun houding als volgt: ‘Op dit moment gedragen ze zich als een Darth Vader’, ze geven hun gelaat niet bloot. Ondertussen zorgen deze algoritmes er wel voor dat Facebook over miljarden privégegevens van mensen beschikt. Dit gebeurt zonder enige controle op hoe deze gegevens vergaard worden of hoe ze vervolgens gebruikt worden. In feite kan Facebook voorspellen wanneer we iets willen aankopen, wat ons budget is, wanneer we willen trouwen of

at met ethische of politieke kwesties.

wanneer we ziek zijn. Adverteren De tweede bijgedachte is het mere exposure effect. Deze theorie bestaat eruit dat mensen een voorkeur ontwikkelen voor zaken die vertrouwd aanvoelen. Hoe vaker we bepaalde zaken zien of horen, hoe meer vertrouwd we ermee geraken en dit geeft als resultaat dat we er een voorkeur of positief gevoel voor ontwikkelen. Onder andere de slogans en reclamejingles van bedrijven die je bestoken (en die je na een tijdje vanbuiten kent) spelen hierop in. Je zou kunnen zeggen dat Facebook deze theorie geperfectioneerd heeft. De site kan via likes of thumbs up immers onthouden wat je graag ziet en hierop inspelen. Maar ook het aantal seconden dat je naar een filmpje of een foto kijkt, geeft informatie aan de algoritmes. Als je bijvoorbeeld al een aantal keren filmpjes van katten hebt ‘geliked’, is het waarschijnlijk dat Facebook je meer filmpjes toont met katten.

Facebook is een forum geworden voor nepnieuws, zonder dat ze dit wilden en zonder dat ze er zelf vat op hadden Het mere exposure effect wordt door Facebook gebruikt om te weten wat je leuk vindt. Dit is echter alleen het middel om het doel te bereiken: gericht adverteren. Dankzij de kennis die is opgebouwd over een persoon, selecteert Facebook welke advertenties je te zien krijgt en wat er op je startpagina verschijnt. Facebook beslist dus wat je wel en niet te zien krijgt. Stel dat je een jonge vrouw bent en bij je gegevens staat dat je in een relatie zit, is de kans groot dat je advertenties over trouwjurken of pampers zal tegenkomen. Gericht adverteren is voor Facebook belangrijk. Dankzij de advertenties maken ze immers winst en adverteerders willen meer betalen om specifieke doelgroepen te bereiken.

Het mere exposure effect wordt hier dus gebruikt om beter te adverteren en om meer winst te maken. Daarnaast nemen de grote bedrijven ook ‘kleinere’ socialemediabedrijven over. Zo bezit Google YouTube en heeft Facebook Instagram overgenomen, waardoor ze nog meer kennis hebben over de gebruikers. Koen Vidal waarschuwt hierbij dat Facebook (alsook Google en Amazon) een monopolie uitbouwen: ‘Onder meer het feit dat Facebook en co. de advertentiemarkt leegzuigen, bezorgt veel mediabedrijven grote kopzorgen’. Vidal stelt hierbij de vraag welke stappen overheden kunnen ondernemen om de rijzende macht van dergelijke databedrijven in te perken. Op dit moment gaan mediabedrijven in verweer tegen deze giganten. Ze zien hun omzet dalen en beseffen dat ze best als een gezamenlijk front optreden. Google en Facebook beslaan immers op dit moment 60% van de mobiele advertentiemarkt. News Media Alliance (NMA) vertegenwoordigt 2000 Amerikaanse nieuwsorganisaties en heeft onlangs politieke hulp gevraagd om zo de monopoliepositie van Google en Facebook te doorbreken. Daarnaast vragen ze dat de databedrijven inzicht geven in de werking van hun algoritmes. Ook in Europa is er protest vanwege uitgevers. Via een uitbreiding van het uitgeversrecht willen ze dat het makkelijker is om aan te tonen dat een bepaald artikel hun eigendom is en dus niet zomaar door Facebook of Google mag worden overgenomen.

WE’RE GONNA MAKE NEWS GREAT AGAIN Een ander probleem, niet alleen voor de gebruiker maar ook voor de sociale media zelf, is fake news. Facebook kwam hierbij al vaker in opspraak. Zo was er National Report, een Amerikaanse satirische website, die bewust startte met valse berichtgeving over de wapenwet, abortus en Obama. In een mum van tijd werden de artikels gedeeld en becommentarieerd alsof ze waar waren. De valse berichtgeving naar aanleiding van de

november 2017  >  27


ACTUA

presidentsverkiezingen in Amerika, zorgde dat de kritiek verder toenam. Tijdens de verkiezingscampagne van Trump en Clinton werden er meerdere nepnieuwsberichten verspreid. Mogelijks hebben deze nepberichten een invloed gehad op de uitkomst van de presidentsverkiezingen; dit kan echter niet met zekerheid worden gezegd. Wat wel zeker is, is dat Facebook serieus onder vuur lag. Door het grootste nieuwsnetwerk te willen worden, en de perfecte persoonlijke nieuwsbron te willen zijn van mensen (de zogeheten News Feed, je gepersonaliseerde startpagina op basis van je eigen likes), hebben ze in hun eigen voet geschoten.

Wanneer je meerdere keren opinies of filmpjes liked waarin mensen met een andere etnische origine een ‘wit’ persoon in elkaar slaan en waarbij de comments enkel racistisch zijn, zal je vaker dergelijke filmpjes te zien krijgen. Dit ‘eenzijdig aanbod’ kan je blik op de samenleving en je wereldbeeld beïnvloeden Daarnaast startte nog een tendens: mensen schreven zelf valse artikels en posten foto’s waarop verkeerde informatie staat. Op die manier is Facebook een forum geworden voor nepnieuws, zonder dat ze dit wilden en zonder dat ze er zelf vat op hadden. Mark Zuckerberg, de oprichter van Facebook, gaf zelf toe dat het niet evident is om nepnieuws op te sporen. De kritiek op de valse berichtgeving bleef aanhouden. Resultaat: Facebook heeft zijn algoritmes aangepast zodat nepnieuws beter kan worden opgespoord. Het is echter geen ‘superalgoritme’: het werkt enkel op persoonlijke posts en niet bij video’s en foto’s. Bijgevolg is er een nieuwe hype ontstaan om dit algoritme te omzeilen. Video’s primeren momenteel

28  >  november 2017

op Facebook en mensen maken videosthat-aren’t-videos. Dit houdt in dat je simpelweg een afbeelding/foto neemt, er een quote opzet en hiervan een filmpje maakt. Meer dan de afbeelding met de quote krijg je niet te zien, er is geen muziek of extra animatie. Zo is er een video viraal gegaan met een citaat van Robin Williams – het enige probleem is dat hij dit nooit heeft gezegd. Het filmpje behaalde 3.9 miljoen kijkers. Daarnaast is de News Feed zo opgesteld dat je maar één zijde van het verhaal te zien krijgt. In een artikel op BuzzFeed verkondigt een voormalige Facebookmedewerker het als volgt: ‘Even though they could show you stories that you disagree with, they’ll probably not because chances are you’ll spend more time on Facebook if you are seeing stuff you agree with and that you like.’ Zo is het dat wanneer je meerdere keren opinies of filmpjes liked waarin mensen met een andere etnische origine een ‘wit’ persoon in elkaar slaan en waarbij de comments enkel racistisch zijn, je vaker dergelijke filmpjes te zien zal krijgen. Dit ‘eenzijdig aanbod’ (dat de idee dat mensen met een andere origine criminelen zijn, jobs willen inpalmen, profiteren van de sociale zekerheid, enzovoorts, bekrachtigt) kan je blik op de samenleving en je wereldbeeld beïnvloeden. En zoals bovenstaande quote bevestigt, zal Facebook geen filmpjes tonen die het tegendeel beweren. Dit is een gevaarlijk proces, vindt ook eurocommissaris Frans Timmermans. Hij gaat zelfs zo ver dat hij algoritmes van Google en Facebook ‘een gevaar voor de democratie’ noemt. Daarnaast zorgt het, aldus Timmermans, voor een aantasting van het kritisch denkvermogen van jongeren.

Gabriels in een interview op Doorbraak.be: ‘Jongeren moeten vooral een intellectuele nieuwsgierigheid krijgen. In Amerika ziet 44% van de volwassenen Facebook als nieuwsbron. Ook hier zien veel jongeren Facebook als primaire nieuwsbron. Facebook wil zichzelf graag blijven positioneren als neutraal sociaal medium, maar dat is het niet en ze moeten hun verantwoordelijkheid opnemen.’ In verderzetting van het opsporen van fake news, heeft Facebook eveneens laten weten strenger op te treden bij foto’s en filmpjes die een terroristische inhoud bevatten. Facebook heeft echter al toegegeven dat, net als het opsporen van fake news, dit een moeilijke opgave is. Ze zien namelijk dat terroristische groeperingen meerdere accounts aanmaken, waardoor ze moeilijk op te sporen zijn. En hier komt een belangrijke schakel naar voor: Facebook is zelf nog aan het zoeken hoe ze kunnen inspelen op tendensen zoals fake news en terreurboodschappen. Evoluties die ze niet hadden voorzien en niet in de hand hebben. Ze geven toe nog geen pasklaar antwoord te hebben op deze zaken.

Je kan nepnieuws natuurlijk omzeilen door zelf actief nieuwsbronnen te checken en kritisch te denken. Sommige mensen gaan spontaan op zoek naar andere nieuwskanalen, maar een groot deel van de bevolking heeft deze reflex niet. Vooral jongeren vormen hierbij een kwetsbare groep, zo vertelt doctor in de Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen Katleen

DEGEUS


ACTUA

NAAKTCENSUUR Daarnaast kunnen we ons ook vragen stellen over hoe Facebook omgaat met ethische of politieke kwesties. Naaktfoto’s en dergelijke worden gecensureerd. Mannentepels zijn oké, vrouwentepels worden geweerd. Filmpjes over automutilatie mogen wel. Facebook claimt immers dat ze ‘geen mensen wil censureren of straffen die in nood zijn’. Er zouden ook regels bestaan voor kannibalisme, wraakporno, dierenmisbruik en abortussen. Zo mag een abortus getoond worden maar mag er geen naakt te zien zijn. Een specifieke bedreiging naar iemand mag ook niet worden geformuleerd. Maar: ‘Het is in sommige gevallen echter wel toegestaan om een ‘bredere’ bedreiging te plaatsen zoals: ‘Om de nek van een bitch te breken, moet je alle druk op het midden van haar keel zetten.’’ Een ander probleem, niet alleen van Facebook maar van alle sociale media, is sexting, het sturen van een erotische foto. Sexting op zich vormt niet zo zeer het probleem maar wel het ongevraagd verspreiden van die foto. Mark Elchardus, hoogleraar

sociologie aan de VUB, schreef in De Morgen dat fenomenen als sexting het gevolg zijn van de waarden die de samenleving vooropstelt. Als voorbeeld stelt hij dat fraude sneller gepleegd zal worden in een samenleving waar geld en bezit vooropgesteld worden. En zo is het ook met sexting: ‘(…) Veel jonge mensen vertonen een conformistisch gedrag dat naadloos aansluit bij deze nieuwe orde. Zij maken en posten onvermoeibaar selfies van zichzelf, beschrijven en delen voortdurend hun leven. In zo’n samenleving is voor minder fraaie mensen de verleiding groot om, knutselend als het ware, te doen wat de nieuwe orde doet: de beschikbare informatie gebruiken om het individu dat zich bloot heeft gegeven te onderwerpen. Sexting en het misbruik van de selfies zijn gewoon een heel voorspelbare uiting van onze nieuwe samenleving.’ Elchardus legt het probleem van sexting dus niet enkel bij sociale media maar ook bij de samenleving.

Er zouden regels bestaan voor kannibalisme, wraakporno, dierenmisbruik en abortussen. Zo mag een abortus getoond worden maar mag er geen naakt te zien zijn SOOOO… WHAT ARE WE GONNA DO ABOUT IT? EEN POGING TOT CONCLUSIE Het is de eerste keer in de geschiedenis dat we met media als Facebook, Google, Twitter enzovoorts te maken hebben. Ook voor de sites zelf is het een experiment, een kwestie van trial and error. Fake news is een mooi voorbeeld om aan te tonen dat Facebook zelf nog aan het zoeken is, en dat ze niet over perfecte oplossingen beschikken om dit tegen te gaan. Wanneer er voldoende aandacht voor is, zijn ze echter bereid hun systeem aan te passen. Desalniettemin is het belangrijk dat we kritisch blijven. Facebook is en

blijft een bedrijf en wil als mediagigant niet van de troon worden gestoten. Hoe graag ze ook anders beweren, hun gebruikers zijn niet hun prioriteit; hun doel is winst maken. Daarnaast is het belangrijk dat we blijven aandringen opdat ze hun algoritmes kenbaar maken. De verwerking van onze data heeft immers vaak ethische, sociale, politieke en economische consequenties.

Facebook is en blijft een bedrijf en wil als mediagigant niet van de troon worden gestoten. Hoe graag ze ook anders beweren, hun gebruikers zijn niet hun prioriteit; hun doel is winst maken Ook de overheid heeft hierin een belangrijke taak. Elchardus (zie eerder) kijkt hierbij ook naar de rol die de samenleving opneemt en beschouwt deze ook als een schakel die bepaalde processen op gang kan zetten, zoals sexting. De belangrijkste opmerking is misschien echter deze: we leven in een tijdperk waar sociale media een prominente rol spelen en niet meer weg te denken zijn. Hoewel velen onder ons zich ‘de tijd zonder’ kunnen herinneren, is de idee dat we deze nieuwe manier van communicatie zouden verliezen, stuitend, zelfs beangstigend. De vele netelige kwesties hierboven opgesomd dus ook. We hebben de taak als gemeenschap om een manier te vinden om met deze bedrijven en platformen om te gaan. Of we het willen of niet: ‘social media is here to stay and it is for us to be critical.’ Dit artikel is natuurlijk niet volledig. Er kan nog veel meer gezegd worden over Facebook en het gebruik ervan. Maar hopelijk is het wel gelukt om een klein tipje van de sluier op te lichten … Linde Waeyaert

© Norbert Van Yperzeele

DEGEUS

november 2017  >  29


BAANBREKER

De maakbare baby Eerder dit jaar besliste minister Maggie De Block om een test die tijdens de zwangerschap het syndroom van Down opspoort voor iedereen nagenoeg gratis te maken. Dat zorgde voor heel wat opiniestukken in onze media. Ook de getuigenis, een week later, van een dove vrouw die aangaf een doof kind te wensen lokte heel wat reacties uit. Beide voorbeelden tonen aan dat ontwikkelingen op vlak van genetische tests, en zeker als het gaat over tests voor of tijdens de zwangerschap, vragen oproepen over hoe we met die mogelijkheden willen of moeten omgaan. NIPT Laten we beginnen bij de NIP-test. NIPT is een niet-ingrijpende prenatale test. Met de NIP-test wordt via een bloedonderzoek bij een zwangere vrouw nagegaan of er bij de foetus aanwijzingen zijn voor drie syndromen: Down, Edwards en Patau. Dat zijn chromosoomafwijkingen waarbij de foetus een extra exemplaar heeft van een chromosoom. Het syndroom van Down is het bekendste voorbeeld, en is het gevolg van drie exemplaren van chromosoom 21. Het syndroom komt tot uiting door de typerende uiterlijke kenmerken, een verstandelijke handicap en een hoger risico op bepaalde aandoeningen zoals een aangeboren hartafwijking. Beide andere aandoeningen zijn zeldzamer en leiden meestal tot een miskraam of overlijden kort na de geboorte.

De minister trekt 15 miljoen euro uit om jaarlijks 100.000 NIP-testen terug te betalen De NIP-test deed in ons land in de loop van 2014 zijn intrede in de ziekenhuizen. Onmiddellijk was de test populair. Veel meer koppels dan degenen waarbij er een verhoogd risico is op een kind met een van de syndromen besloten de test te doen. Ook al betaalden ze die uit eigen zak. De

30  >  november 2017

test kostte aanvankelijk ongeveer 460 euro, en deze ongelijke toegang riep vragen op. Er werd aangedrongen op een terugbetalingsregeling.

Het idee leeft dat zo’n genetische test duidelijke en onbetwistbare antwoorden biedt. In realiteit is dat niet het geval en bieden testresultaten informatie over een al dan niet verhoogd risico en risicopercentages. De NIP-test is een zeer betrouwbare test, maar de voorspellende waarde is niet voor iedereen even hoog Nu is die regeling er. De minister trekt 15 miljoen euro uit om jaarlijks 100.000 NIP-testen terug te betalen. Concreet is de test sinds juli 2017 voor iedereen nagenoeg gratis. Voor wie in een risicogroep zit wordt de test volledig terugbetaald, voor andere vrouwen of koppels kost hij minder dan 9 euro. Met die terugbetalingsregeling verscheen een reeks opiniestukken. Vanwaar de opschudding?

NIETS NIEUWS, OF TOCH? Al decennialang wordt in ons land bij bijna elke zwangerschap nagegaan of er aanwijzingen zijn dat de foetus het syndroom van Down, Edwards of Patau heeft. Dus ook al voor de introductie van de NIPT. Met een echografie wordt de nekplooi van de foetus gemeten, en bij de moeder worden eiwitwaarden in het bloed gemeten. Rekening houdend met de leeftijd van de zwangere vrouw kan de gynaecoloog op basis van die onderzoeken bepalen of er een verhoogd risico is op deze syndromen. Dat is de combinatietest. Wijst die op een verhoogd risico, dan wordt dit besproken en kan worden overgegaan tot een vruchtwaterpunctie om zekerheid te verkrijgen. Het grote verschil tussen beide testen is dat de NIPT betrouwbaarder is. Toch zegt de NIPT net zomin als de

DEGEUS


BAANBREKER

nog maar 61% en van 25 jaar 51%. Ook hierbij moet genuanceerd worden dat dit gemiddelden zijn en dat bijvoorbeeld voor een vrouw van 25 met een probleem op de echografie het risico veel hoger kan liggen dan bij een vrouw van 35 met een geruststellende echografie.’

Het is opvallend dat de terugbetalingsregeling de test voor iedereen heel toegankelijk maakt, dus ook voor vrouwen die niet per se een verhoogd risico hebben op een kind met een van de drie syndromen

© Gerbrich Reynaert

combinatietest met 100% zekerheid of de foetus een van de syndromen zal hebben. Ook hier wordt bij een afwijkend resultaat aangeraden om een vruchtwaterpunctie te doen. De betrouwbaarheid is wel groter dan bij de combinatietest.

Minister De Block bepaalde dat elke arts die een zwangerschap begeleidt de test kan laten uitvoeren. Daarover kwam terecht bezorgdheid naar boven HET BELANG VAN CORRECTE INFORMATIE In verschillende opiniestukken werd verwezen naar de grote betrouwbaarheid van de NIPT. Het idee leeft dat

DEGEUS

zo’n genetische test duidelijke en onbetwistbare antwoorden biedt. In realiteit is dat niet het geval en bieden testresultaten informatie over een al dan niet verhoogd risico en risicopercentages. Gegevens die niet altijd even makkelijk te interpreteren zijn en vaak samen met andere informatie in overweging moeten worden genomen. Zo ook bij de NIP-test. Het is een zeer betrouwbare test, maar de voorspellende waarde is niet voor iedereen even hoog. Die hangt namelijk ook af van andere factoren zoals de leeftijd van de moeder. Heidi Mertes schreef op de website van De Maakbare Mens: ‘Ter illustratie, als we enkel zouden kijken naar de leeftijd van de vrouw, dan heeft een gemiddelde vrouw van 40 jaar 93% kans dat haar kindje werkelijk Down zal hebben na een afwijkende NIPT, een vrouw van 35 jaar 79%, van 30 jaar

De resultaten van de NIP-test komen vaak terecht bij gynaecologen, en soms ook huisartsen. Minister De Block bepaalde immers dat elke arts die een zwangerschap begeleidt de test kan laten uitvoeren. Die artsen moeten de resultaten correct kunnen vertalen naar hun patiënten. Daarover kwam terecht bezorgdheid naar boven. In het stuk ‘Positieve NIPT staat niet gelijk aan abortus’ dat verscheen op De Standaard op 30 mei 2017 lezen we: ‘Sommige artsen zien het nut niet in van een vlokkentest of vruchtwaterpunctie, na een positieve NIP-test. Zij willen meteen overgaan tot een abortus’. Het gevaar bestaat dus dat de NIPT wordt gezien als een diagnose in plaats van een kansberekening. Het is dan ook een terechte vraag of alle artsen en gynaecologen hier voldoende in thuis zijn om hun patiënten goed te informeren.

ABORTUS Correcte informatie is van cruciaal belang want we baseren er beslissingen op, in het geval van de NIP-test over de keuze voor een abortus of niet. Het

november 2017  >  31


BAANBREKER

is dus belangrijk dat zwangere koppels bij een afwijkend resultaat te horen krijgen wat dit precies voor hen betekent, rekening houdend met alle relevante factoren. Als ze de voorspellende waarde van de test te hoog inschatten zien ze er misschien inderdaad het nut niet van in om nog een extra maand te wachten voor een vruchtwaterpunctie mogelijk is, en gaan ze op basis van enkel de NIP-test over tot abortus.

Al bij de introductie van de NIP-test en voor er terugbetaling was, bleek dat de vraag de omvang van de risicogroep ruim oversteeg Los daarvan, ook toen er nog geen NIP-test was, gingen sommige ouders over tot abortus als de vruchtwaterpunctie na de combinatietest uitwees dat de foetus Downsyndroom had. Officiële cijfers zijn moeilijk te vinden en vaak gedateerd maar het aanvoelen in ziekenhuizen en bij organisaties die zwangere vrouwen begeleiden is dat de meerderheid van ouders overgaat tot zwangerschapsafbreking als blijkt dat de foetus Downsyndroom heeft.

Je kunt vragen welk signaal de overheid hiermee geeft: wil men; zoals een aantal reacties suggereren, dat er geen of liefst zo weinig mogelijk kinderen met Downsyndroom worden geboren?

tot abortus, die voor opschudding zorgt, maar wat dan wel?

MAATSCHAPPELIJKE DRUK Het is opvallend dat de terugbetalingsregeling de test voor iedereen heel toegankelijk maakt, dus ook voor vrouwen die niet per se een verhoogd risico hebben op een kind met een van de drie syndromen. Al bij de introductie van de NIP-test en voor er terugbetaling was, bleek dat de vraag de omvang van de risicogroep ruim oversteeg. Uit het onderzoek van De Maakbare Mens blijkt bovendien dat 34% van de bevraagden vindt dat de overheid er zeker voor moet zorgen dat elke zwangere vrouw gratis een genetische test voor een aantal erfelijke aandoeningen kan laten uitvoeren bij de foetus. Nog eens 42,8% denkt dat dit een goede zaak zou zijn, slechts 17,9% vindt dat de overheid dit niet moet doen. 34,4% van de ondervraagden vindt zelfs dat een prenatale genetische test verplicht zou moeten zijn voor zwangere vrouwen wanneer er tijdens de echografie aanwijzingen zijn voor een mogelijks genetische aandoening. Je zou dus kunnen stellen dat de maatregel tegemoetkomt aan de vraag van een groot deel van de bevolking. Maar je kunt ook vragen welk signaal de overheid hiermee geeft: wil men, zoals een aan-

tal reacties suggereren, dat er geen of liefst zo weinig mogelijk kinderen met Downsyndroom worden geboren?

België is het eerste land in Europa dat de NIP-test zo laagdrempelig maakt. Maar zowel op maatschappelijk als op individueel vlak is er weinig aandacht voor omkadering Luc Van Gorp, voorzitter van de Christelijke Mutualiteit liet in De Standaard van 31 mei 2017 optekenen: ‘Het zal wellicht niet uitgesproken worden, maar de druk van de samenleving om dergelijke zwangerschappen af te breken, zal alleen maar toenemen. Het lijkt wel of we als samenleving in de plaats van het individu beslissen dat kinderen met het syndroom van Down er niet meer bij horen. Als ouder zal je je op den duur moeten verantwoorden voor je keuze. Ouders die bewust voor een kind met Down kiezen, riskeren geculpabiliseerd te worden.’ Biedt de test zoveel mogelijk toekomstige ouders de vrijheid om bewuste keuzes te maken, of zorgt hij er net voor dat ouders zich niet meer vrij voelen om de test niet te nemen?

In een onderzoek dat De Maakbare Mens dit jaar uitvoerde, in samenwerking met EOS en iVOX, geeft 60,4% aan dat ze voor abortus zouden kiezen wanneer uit een genetische test blijkt dat de foetus het syndroom van Down heeft. 20% zou niet voor abortus kiezen en 19,6% weet niet wat ze zouden doen. Het is niet de NIP-test op zich, of zelfs het feit dat die aanleiding kan geven © Norbert Van Yperzeele

32  >  november 2017

DEGEUS


BAANBREKER

De vrees is dat de laagdrempeligheid van de test maatschappelijke druk zal creëren, dat ouders zich niet meer vrij zullen voelen om de test niet te nemen, of om een zwangerschap waarbij syndroom van Down werd vastgesteld niet af te breken. We mogen niet te licht gaan over de maatschappelijke druk die ouders, al dan niet bewust, kunnen voelen. Niet als we van mening zijn dat ouders hierover geïnformeerde en vrije keuzes moeten kunnen maken en dat wordt in nagenoeg elk stuk benadrukt.

Het terugbetalen van de NIPtest is een goede beslissing, maar ook op andere vlakken zijn inspanningen nodig Door de laagdrempeligheid van de test is het mogelijk dat het voor velen gewoon geen gespreksonderwerp meer is, niet thuis en niet bij de gynaecoloog en dat het voor de ouders pas een bewust proces wordt als het testresultaat anders uitvalt dan verwacht. Het is mogelijk dat het aantal geboortes van kinderen met syndroom van Down zal afnemen, en dat daardoor het niet testen of niet afbreken van de zwangerschap als syndroom van Down wordt vastgesteld minder evident wordt. Maar dat hoeft geen probleem te zijn als ouders hier een bewuste keuze in maken. Het kan wel een probleem zijn als ze die beslissing nemen uit angst voor onvoldoende begrip of voor een gebrek aan zorg. In het onderzoek van De Maakbare Mens geeft 8% van de personen die voor abortus zouden kiezen indien prenataal onderzoek uitwijst dat de foetus het syndroom van Down heeft als reden dat onze maatschappij niet open staat voor kinderen met een beperking. Jo Lebeer, zei in De Standaard van 2 juni 2017: ‘Maar wat betekenen informatie en keuzevrijheid wanneer doorgaan met de zwangerschap op torenhoge barrières botst, zodat alleen nog moedige helden en gewetensbezwaarden het wagen?’ Betekent dit alles dat de test of de terugbetaling ervan geen goed idee is? Nee, het is wel een signaal dat met de terugbetaling alleen de kous niet af

DEGEUS

is. Het belang van de vrije keuze van de toekomstige ouders kwam in de meeste opinies prominent naar voren. De vraag is dus hoe we ervoor kunnen zorgen dat de toegankelijkheid van de test er niet toe leidt dat we er niet meer bewust mee omspringen. Ook hier botsen we weer op het belang van goede informatie en begeleiding. Het is een vraag naar begeleiding voor (toekomstige) ouders en zorg voor (toekomstige) kinderen. Patrick Loobuyck verwoordt het goed in De Morgen van 6 juni 2017: ‘Die vrijheid is echter pas reëel als aan drie extra voorwaarden is voldaan. Aanstaande ouders worden genuanceerd geïnformeerd over de perspectieven en beperkingen van het leven met en van kinderen met Down. Aanstaande ouders worden ook begeleid in een gesprek over wat de gevolgen zijn die ze aan de testresultaten willen koppelen. Er is ten tweede pas vrijheid als het houden van het kind met Down een echte optie blijft, omdat de samenleving zich voor de zorg en de levenskwaliteit van kinderen met Down en hun gezin blijft inzetten. Ten slotte: zowel ouders die het kind met Down houden als zij die het aborteren, krijgen de nodige erkenning en ondersteuning. Het is best mogelijk dat Down in de toekomst zo goed als helemaal verdwijnt uit onze samenleving en dat de afwijking dus ‘uitsterft’. Dat is wat mij betreft onproblematisch, als er aan de genoemde voorwaarden is voldaan. Er is echter op alle drie de punten nog werk aan de winkel.’

Over het syndroom van Down lopen de meningen uiteen. Voor de ene is het een ernstige aandoening, voor de andere een vorm van anders-zijn België is het eerste land in Europa dat de NIP-test zo laagdrempelig maakt. In Nederland bijvoorbeeld kan wie dat wil sinds april 2017 kiezen voor de NIPtest, wie een verhoogd risico heeft kon dit al sinds 2014. Aan de test gaat een counselinggesprek vooraf dat wordt terugbetaald, de NIP-test zelf, die 175

euro kost, niet. Kiezen voor de NIP-test impliceert in Nederland ook meedoen aan een studie. De vergelijking met Nederland wekt in elk geval de indruk dat er bij ons over de introductie van de NIPT licht wordt gegaan. Zowel op maatschappelijk als op individueel vlak is er weinig aandacht voor omkadering. De NIP-test was er gewoon ineens en nu dus nagenoeg gratis. Het terugbetalen van de NIP-test is een goede beslissing, maar ook op andere vlakken zijn inspanningen nodig, bijvoorbeeld om de drie voorwaarden die Loobuyck stelt te vervullen.

Uit het scriptie-onderzoek van Kristof Jakiela (UGent, winnaar scriptieprijs 2016) blijkt dat heel wat dove ouders, indien ze zouden kunnen kiezen, liever een doof kind zouden willen OVER ERNSTIGE AANDOENINGEN, NORMAAL EN PERFECTIE Verschillende ouders van kinderen met Downsyndroom gaven aan dat het beeld dat leeft in de maatschappij van wat Downsyndroom is, niet klopt met hun beleving of met het label ‘ernstige aandoening’ dat in andere stukken werd gehanteerd. De Nederlandse Thijs De Bruijn en zijn vrouw ontdekten, ondanks prenatale screening, pas bij de geboorte dat hun dochter Downsyndroom had, hij zei in De Standaard van 30 mei 2017: ‘Het vaderschap van Eline heeft me verrijkt op manieren die ik nooit voor mogelijk heb gehouden. Gaandeweg kwam ik er namelijk achter dat het doemscenario dat de maatschappij en medici me voorspiegelden niet waar bleek te zijn.’ Uit het onderzoek van De Maakbare Mens blijkt dat wie aangeeft voor een abortus te kiezen indien de foetus Downsyndroom zou hebben, als voornaamste reden daarvoor aanhaalt: ‘ik wil dat het kind zelf niet aandoen’. 52,9% haalt dit aan als reden. Uiteraard kunnen we ons ook afvragen in welke mate de deelnemers sociaal wenselijk

november 2017  >  33


BAANBREKER

trachten te antwoorden door het belang van het kind centraal te stellen. Mocht de NIPT enkel de syndromen van Patau en Edwards onderzoeken, dan zou deze waarschijnlijk minder discussie genereren. Maar over het syndroom van Down lopen de meningen uiteen. Voor de ene is het een ernstige aandoening, voor de andere een vorm van anders-zijn. Uiteindelijk zijn het enkel de ouders die met de keuze om een NIP-test te doen of de beslissing om een zwangerschap al dan niet verder te zetten, worden geconfronteerd die kunnen bepalen of zij het syndroom van Down als een ernstige aandoening zien die ze willen vermijden of niet. Ignaas Devisch stelde in De Standaard van 6 juni 2017: ‘Velen zijn goed in staat om een menswaardig leven te leiden, al is het nooit vanzelfsprekend. Daarom is de persoonlijke keuze zo belangrijk en de enige ‘wij’ in deze kwestie zouden de ouders moeten zijn. Zij verdienen maximale ondersteuning, los van het feit hoeveel mensen met Down bestaan.’ De vraag wat een (ernstige) aandoening of beperking is, kwam ook heel duidelijk aan bod in een andere discussie met betrekking tot mogelijkheden die genetische testen bieden.

Is doofheid een beperking? Voor sommige dove mensen en hun omgeving is de vraag stellen op zich al beledigend ‘Stel dat het mogelijk was te kunnen kiezen tussen een horend of een doof kind, dan zou ik geen minuut twijfelen en meteen voor een doof kind kiezen. Dat is voor mij zeer normaal, terwijl een horend kind voor mij niet ‘normaal’ zou zijn’, deze getuigenis van Sylvie Van Landuyt in De Standaard van 19 juni 2017 lokte heel wat verontwaardiging uit. En toch staat ze niet alleen. Uit het scriptie-onderzoek van Kristof Jakiela (UGent, winnaar scriptieprijs 2016) blijkt dat heel wat dove ouders, indien ze zouden kunnen kiezen, liever een doof kind zouden willen. In theorie kan die wens worden ingewil-

34  >  november 2017

ligd dankzij pre-implantatie genetische diagnose (PGD). Een doof koppel zou via IVF een aantal embryo’s kunnen laten maken, om ze vervolgens via pre-implantatie genetische diagnose te testen op doofheid. Ze zouden er dan bewust voor kunnen kiezen om een doof embryo in te planten. In theorie, want in ons land is preimplantatie genetische diagnose strikt gereguleerd, het kan enkel ter voorkoming van ernstige aandoeningen. In de Verenigde Staten, waar een en ander commercieel is geregeld, is het wel een reële optie. De meeste horende mensen reageren afwijzend op het idee dat iemand bewust zou kiezen voor een doof kind, een kind met een beperking. Is doofheid een beperking? Voor sommige dove mensen en hun omgeving is de vraag stellen op zich al beledigend. Ze zien hun doofheid geenszins als een aandoening of handicap. Termen als dovencultuur en dovengemeenschap illustreren dat. De voornaamste reden die de dove vrouw in haar getuigenis aanhaalde, is dat ze een diepe band wil met haar kind. Dezelfde taal hebben maakt daar deel van uit. Het idee is dat ze mekaar beter zouden begrijpen, niet alleen letterlijk maar ook op menselijk vlak. Een wens die elke (toekomstige) ouder wel kan begrijpen. Etienne Vermeersch liet in dezelfde krant een paar dagen later optekenen: ‘De hele wereld mag nu opstaan en protesteren, maar ik vind het fundamenteel immoreel om welbewust, met opzet, een kind ter wereld te brengen met een handicap.’ Daar zit meteen ook het fundamentele verschil tussen de discussie in verband met de NIPT en deze discussie over PGD. NIPT laat toe om, bij afwijkend resultaat in combinatie met een vruchtwaterpunctie, tijdens de zwangerschap een aandoening op te sporen en te beslissen de zwangerschap te beëindigen. Waardoor je de geboorte van een baby met een aandoening vermijdt. Pre-implantatie diagnose heeft in principe hetzelfde doel maar laat toe om al in een vroeger stadium,

voor de inplanting van het embryo, in te grijpen. Maar in dit voorbeeld met betrekking tot doofheid zou preimplantatie genetische diagnose net gebruikt worden om een kind geboren te laten worden met een eigenschap die door een aanzienlijk deel van de bevolking wordt beschouwd als een beperking. Hier zijn we niet geneigd om aan te geven dat het de vrije en bewuste keuze van de ouders moet zijn. Zelfs de koppels uit het onderzoek van Jakiela gaven aan dat ze niet geneigd zijn om ook daadwerkelijk voor pre-implantatie genetische diagnose te kiezen als het wel zou kunnen. Ze hebben wel een voorkeur, maar laten het ultiem liever aan het toeval over. Ook als ze om een andere reden IVF zouden ondergaan zouden ze doofheid aan het toeval overlaten. Een beetje zoals je een voorkeur kunt hebben voor een jongen of een meisje, maar daarom nog niet meteen zou willen overgaan tot IVF en PGD om die wens waar te maken.

In de discussie rond de NIPT kwam de vraag naar voren of aan de maatregel een streven naar perfectie ten grondslag ligt De wens van een dove ouder om een doof kind op de wereld te brengen, doet ons eerder denken aan designer baby’s of het maken van een kind met gewenste eigenschappen. Zaken die onze wetgeving wil uitsluiten, want voor alle duidelijkheid: geslachtsselectie is in België niet toegelaten en het gebruik van PGD kan enkel bij ernstige aandoeningen. Het belang van het kind staat terecht centraal, en niet de wens van de ouders. In de discussie rond de NIPT kwam ook de vraag naar voren of aan de maatregel een streven naar perfectie ten grondslag ligt. Luc Van Gorp: ‘Ik huiver bij de gedachte dat mensen alleen nog perfect mogen zijn. We laten ons dat steeds meer wijsmaken, maar het is een utopie. Alle mensen zijn beperkt.’ Perfectie bestaat inderdaad niet, het

DEGEUS


FORUM

SECULIERE MAATSCHAPPIJ In onze laatste Geus (september 2017, nr. 4) las ik het interview met Gertjie Henderick en onze nieuwe voorzitter (Eric de Beck, voorzitter van de Gentse Grijze Geuzen, nvdr). Ik wil toch even stilstaan bij de gevoelens van Gertjie die uit het artikel naar voor komen, en die velen van ons delen! Soms worden vrijzinnigen verweten dat wij te veel ‘militant’ vrijzinnig zijn waarmee men dan bedoelt, te weinig tolerant. Wat het eerste betreft zijn echte vrijzinnigen inderdaad en met fierheid militant, een van de redenen is – zoals de nieuwe voorzitter aanhaalt – omdat velen hebben gelezen, geluisterd en beleefd! Ik zou mij schamen ten opzichte van onze voorgangers indien dit niet het geval zou zijn, ik kan het diegenen met te weinig background of andere bedoelingen niet kwalijk nemen (alhoewel). Wat het verwijt van een gebrek aan tolerantie betreft, wens ik te verwijzen naar steden zoals Istanbul waar sinds Erdogan aan de macht kwam onder andere de kledijvoorschriften en veel ergere zaken teruggeschroefd of ingevoerd zijn. Moeten wij dus als vrijzinnigen deze toestanden ‘tolereren’ of is het onze taak als vrijzinnigen om de vrijheid van het individu te ondersteunen zoals het gangbaar was vóór Erdogan? Onze nieuwe voorzitter zei voorstander te zijn van een pragmatisch standpunt!

zijn net onze genen die daarvoor het bewijs leveren. Het is vandaag mogelijk om je volledige genoom in kaart te laten brengen, dat betekent jouw volledige genetische code op een rijtje. Wat uit zulke analyses blijkt, is dat iedereen een resem aandoeningen en verhoogde risico’s in zich draagt. Daar schuilen toekomstige uitdagingen in. Het scenario dat een test als de NIPtest gaandeweg uitgebreid wordt met andere aandoeningen is helemaal niet vergezocht. We zullen ons als maatschappij moeten buigen over de vraag welke tests voor welke aandoeningen of risico’s we aanvaardbaar vinden. De vraag wat voor wie moet worden terugbetaald zal er niet makkelijker op worden. Ook op individueel vlak zullen de dilemma’s waarvoor we komen te staan niet eenvoudiger worden. Gaat het nu nog over één aandoening,

DEGEUS

Het zogenaamde pragmatisme heeft ons de stagnatie gebracht waarin wij ons bevinden, ik bedoel specifiek de dominantie van het geloof in het onderwijs als voorbeeld. Laat mij toe een zinsnede toe te voegen van Holbach: ‘De kern van het probleem is niet het geloof op zich, maar de gedachte dat elke religie, van wat voor snit ook, van een God gegeven is. Alle religies pretenderen uit de hemel afkomstig te zijn, allemaal verbieden ze het gebruik van gezond verstand, maar in laatste instantie zijn ze allemaal onbetrouwbaar en vol tegenstrijdigheden. Een geloof wijkt geenszins af van de andere vormen van bijgeloof waarmee het universum behept is. Het geloof is in strijd met alle logica en moreel.’ Sommigen van ons vergeten de Jezuïeten doelstelling ‘als ge de zwakkeren omarmt blijft ge de sterkste’. Ik vraag mij met pijn af waarom het streven naar een seculiere neutrale maatschappij niet op meer militantisme kan rekenen. Indien men alle meningsverschillen en standpunten met ‘open vizier’ wil bekijken, komt men tot de vaststelling dat de stellingen meestal worden ingenomen met politiek geïnspireerd pragmatisme. De pijnlijke vaststelling is in ieder geval dat onze meningsverschillen de cohesie van de geloofsgemeenschappen aansterkt! Roland Van der Linden

dan moeten we binnen een paar jaren misschien een aantal aandoeningen en risico’s tegen mekaar afwegen. Liesbet Lauwereys

HOE WERKT PRE-IMPLANTATIE GENETISCHE DIAGNOSE PRECIES? Voor pre-implantatie genetische diagnose worden eerst via IVF (in-vitrofertilisatie of proefbuisbevruchting) een aantal embryo’s gemaakt. Die laat men groeien. Na een aantal dagen neemt men één of enkele cellen weg uit elk embryo. Die cellen worden genetisch onderzocht op een ernstige aandoening. Dit laat toe om een embryo dat de aandoening niet heeft te selecteren voor inplanting in de baarmoeder. Toekomstige ouders kunnen beroep doen op pre-implantatie genetische diagnose als ze willen vermijden dat hun kind wordt geboren met een ernstige erfelijke aandoening die in de familie voorkomt.

HOE WERKT NIPT PRECIES? In het bloed van de zwangere vrouw zitten stukjes van de placenta (moederkoek). Het DNA of genetisch materiaal van de placenta is bijna altijd hetzelfde als dat van de foetus. Via een bloedstaal van de moeder kan dus het DNA van de foetus worden onderzocht. OVERAL DNA Nieuwsgierig naar meer over genetisch testen, de mogelijkheden en uitdagingen? De Maakbare Mens lanceerde zopas de campagne ‘Overal DNA’. Neem een kijkje op www.overalDNA.be

november 2017  >  35


FILOSOOF OVER FILOSOOF

Confucius’ gongfu DE VAARDIGHEID VOOR DE TOEKOMST WAAROM CONFUCIUS? Waarom raken we onze smartphone gemiddeld 2.617 keer aan per dag? Het businessmodel van socialemediabedrijven als Facebook heeft als doel om de klanten zoveel mogelijk tijd te laten spenderen op het platform. Er zijn specifieke methodes in gebruik om je aandacht zoveel mogelijk af te leiden naar het socialemediaplatform. Door het overvloedige aanbod van internet, artificiële intelligentie en het huidige businessmodel van bedrijven als Facebook gaan we fundamenteel anders met elkaar om.

Door het overvloedige aanbod van internet, artificiële intelligentie en het huidige businessmodel van bedrijven als Facebook gaan we fundamenteel anders met elkaar om Aan de ene kant brengen sociale media enorme mogelijkheden met zich mee zoals globale communicatie, aan de andere kant is dit ook een uitdaging. Als we bijvoorbeeld op willekeurige wijze onderbroken worden, hebben we al na twintig minuten verhoogde stress, frustratie en werkdruk. De American Psychiatric Association bekijkt daarom of internetverslaving zou moeten erkend worden als een klinische uitdaging in de DSM-5. We moeten ons bewust worden van de invloed van deze nieuwe trend in onze sociale omgang. Internet is een nieuw sociaal medium zoals het gedrukte boek en de mobiele telefonie

36  >  november 2017

dat ooit waren. In het verleden hebben mensen zich aangepast en leren omgaan met deze nieuwe sociale ‘verslavingen’. Je legt makkelijk een boek weg, maar is het even makkelijk om de tv uit te zetten? En om je smartphone uit te zetten? Confucius (500 v.o.t.), een Chinese wijze van antieke tijden, hielp onder andere intermenselijke relaties te cultiveren. Hij is nu bij ons bekend via Chinese rituelen zoals Chinese begroetingen en theeceremonies. Zijn wijsheid is meegegaan over duizenden jaren. Confucius’ praktische wijsheid is uiterst relevant vandaag wegens de focus op de ontwikkeling van onze communicatieve en sociale vaardigheden. De vaardigheid van Confucius, gongfu genaamd, kan onze sociale vaardigheden helpen ontwikkelen om een nieuwe balans te vinden tussen menselijke en digitale sociale interactie.

DE VAARDIGHEID VAN CONFUCIUS: GONGFU Al gehoord van Kung Fu? Je beeldt je misschien spectaculaire bewegingen in van de krijgskunst van Bruce Lee of Jackie Chan. Gongfu (of Kung Fu) is eigenlijk veel meer dan een krijgskunst. In de 10de eeuw in China werd de term gongfu alom gebruikt door neo-confucianen, daoisten en boeddhisten. Deze verschillende filosofische stromingen verwezen allemaal naar gongfu als hun educatie over de kunst van het leven in het algemeen. Het is op deze manier dat men de Oosterse filosofie in het algemeen – en gongfu als vaardigheid – kan begrijpen.

© iversity.org

De vaardigheid van Confucius, gongfu genaamd, kan onze sociale vaardigheden helpen ontwikkelen om een nieuwe balans te vinden tussen menselijke en digitale sociale interactie Gongfu is in de eerste plaats heel praktisch. Je kan het zien als een vaardigheid om voldoening te vinden in activiteiten die je doet. Je kan gongfu dansen, muziek spelen, koken,

DEGEUS


FILOSOOF OVER FILOSOOF

topsporters, topartiesten en CEO’s. Wanneer je niet meer hoeft na te denken, wanneer het lijkt alsof je geen moeite moet doen en kan genieten van de activiteit, dan ben je gongfu. Je bewustzijn is bijna volledig gericht op de omgeving, waardoor je jezelf bijna vergeet. Dit houdt verband met het concept non-being of de boeddhistische doctrine van het no-self. Een gongfu-activiteit kan aanvoelen alsof de tijd vertraagt, of je in slow motion beweegt. Bijvoorbeeld als je gongfu surft, vertraagt precies alles en vind je een balans waarbij je controle hebt over je board zonder het echt te controleren. Je gaat niet te veel genieten van de omgeving en vergeet niet dat je op een plank staat, je gaat ook niet actief concentreren op de spieren van je benen, anders val je in het water.

Gongfu is in de eerste plaats heel praktisch. Je kan het zien als een vaardigheid om voldoening te vinden in activiteiten die je doet Gongfu is praktisch en toepasbaar op elke activiteit. Het is ook niet geassocieerd met de complexiteit van de activiteit, omdat het een kunst is. Een kind kan evenveel geconcentreerd zijn en genieten van een karretje voortduwen als een neurochirurg tijdens een operatie. schrijven, omgaan met mensen en zelfs beleid voeren. Het is dus moeilijk om gongfu theoretisch aan te leren, het zit in de beoefening van de activiteit zelf. Vergelijk het met leren koken: dat doe je niet door een recept vanbuiten te leren, je ontwikkelt je kooktalent alleen door echt zelf te koken. Om gongfu te koken moet je verder nog de vaardigheid op een excellente manier proberen te ontwikkelen. Gongfukoken gaat over de kunst van het koken. Gongfu als levensstijl, gaat over de kunst van het leven. Vertaald naar hedendaagse taal is gongfu in de zone, ‘in het moment’ of in flow zijn. Dit wordt beschreven bij

DEGEUS

Er zijn drie cruciale stappen die je moet nemen om gongfu te oefenen: 1. Oefen zelfvertrouwen en moed, overkom je angst 2. Kies een activiteit die je heel graag doet 3. Automatiseer je handelingen, vermijd afleiding

GONGFU-ONDERWIJS VOOR DE TOEKOMST Hoeveel keer haal jij je smartphone boven tijdens een gesprek? Het lijkt mij noodzakelijk om gongfucommunicatie te oefenen in het tijdperk van constante digitale afleiding en digitale relaties tussen personen. Hierdoor zouden we een tegenwicht kunnen bieden aan de dominante push van be-

drijven als Facebook om alle gesprekken te digitaliseren. De beoefening van gongfu en de evaluatie hiervan kan de ruimte creëren voor dialoog en in het meest conservatieve scenario de verslaving aan sociale media voorkomen, ook al is die er niet. Ik geloof dat het noodzakelijk is dat we vandaag gongfucommunicatie beginnen aan te leren aan kinderen. Om nu al vaardigheden aan te leren die ze hard nodig zullen hebben over zes tot twaalf jaar. Filosofisch gezien heeft gongfu en de oosterse traditie van praktische wijsheid veel gelijkenissen met Griekse filosofen als Socrates en Aristoteles zijn deugden en Eudaimonia. Hoewel hiervan weinig overblijft in het westers onderwijs. De ontwikkeling van praktische filosofiescholen in de westerse geschiedenis is fundamenteel verminderd sinds de eerste eeuw. Het is belangrijk om te kijken wat we kunnen leren over de praktische wijsheid van de westerse filosofie en hoe we oosterse praktische wijsheid kunnen gebruiken. Vergeleken met gongfu zijn yoga en mindfulness slechts het topje van de ijsberg van de oosterse wijsheid die we kunnen aanleren.

CONCLUSIE Confucius is een Chinese filosoof die ons kan helpen omgaan met hedendaagse uitdagingen op vlak van menselijke interactie en communicatie. Gongfu helpt ons respect en betekenisvolle momenten ontwikkelen in een tijdperk waar socialemediabedrijven domineren. Pieter Vandekerckhove

Over de auteur Pieter Vandekerckhove is docent filosofie aan de Technische Universiteit Eindhoven. Hij is zelfstandig filosoof en traint artsen om bevlogenheid te stimuleren. Daarnaast helpt hij ook mensen met een chronische ziekte en young professionals om voldoening in het leven te vinden. www.addperspective.com Interesse? Bezoek zeker de workshop Kung-fu met Confucius op De Nacht van de Vrijdenker!

november 2017  >  37


PIERRE VLERICK (1923-1999) -- Studies aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, Gent, afdelingen Toegepaste Sierkunst, Beeldhouwkunst, Tekenkunst, Schetsen naar gekleed levend model, Etskunst, Schilderkunst. Belangrijke lesgever was hier Jos Verdegem. -- Verblijf te Parijs, 1947-1948, studies aan de Académie de la Grande Chaumière. -- Leraar: Hij volgde les bij de ondertussen wat miskende, maar tijdens zijn leven bekende Franse kunstenaar, Othon Friesz (1879-1949), bevriend met Braque en Dufy, alle drie geboren in Le Havre -- Oorspronkelijk door het impressionisme beïnvloed, was hij een belangrijk vertegenwoordiger van het zeer kleurrijke fauvisme. -- Hij werd leraar in Parijs aan de Académie de la Grande Chaumière, een vrije werkplaats, waaraan heel wat belangrijke kunstenaars verbleven hebben. Vooral bekend voor de open geest die er heerste. -- Vanaf 1961 tot 1968: lesgever aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Gent, afdeling Etskunst. -- Coördinator van de tentoonstellingen aan het Cultureel Centrum St. Pietersabdij, Gent. -- In 1963, in het kader van de ‘Fullbright United States Educational Foundation’, lesgever aan de Fine Arts Museum School, Harvard University Boston Mass. USA. -- In 1966, gastvoordrachtgever aan de University of Sussex, Brighton, England, ter gelegenheid van de tentoonstelling ‘5 Belgian painters’. -- In 1968, gastlesgever aan het Museum voor Moderne Kunst, Rio de Janeiro. -- Vanaf 1968 tot 1988 directeur van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, Gent. © Carlos Dekeyrel


CULTUUR

Pierre Vlerick De schilder van de marsepeinen kutjes Het Geuzenhuis wil een hulde brengen aan voormalig directeur van de Gentse Academie, Pierre Vlerick (19231999), als graficus. De Provincie Oost-Vlaanderen bracht al in 2010 een retrospectieve van zijn schilderwerk. Maar Vlerick heeft ook een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de grafische kunst. Hij was een zeer goed etser en gaf overigens een tijdje les aan de etsklas van de Academie. Maar hij ontwikkelde ook een nieuwe techniek. Samen met gepassioneerd graficus, Willy Van Driel, heeft hij de offset litho voor artistiek gebruik op punt gezet. Hij liet de Academie daarvoor zeer goed inrichten en experimenteerde ook met eigen werk. Het betreft hier niet de offset als reproductietechniek, maar wel als een aparte grafische methode, waarbij op film getekend wordt. In de tentoonstelling zijn een aantal van de beste werken te zien.

Vlerick hield er een levensfilosofie op na die ja zei tegen het aardse leven, bevrijd van christelijke mystificaties van de lichamelijkheid. Zijn coloriet is een en al vrolijkheid De samenstelling gebeurde door Eddy Carels, Etienne Desmet en Willem Elias. De aanleiding van de hulde is geen een of andere herdenkbare datum, maar de tentoonstelling over PROKA, het levenswerk van Vlerick

DEGEUS

en de zijnen in het Liberaal Archief, een mooi staaltje van samenwerking. Oud-student van de Gentse Academie, Jan Van Imschoot, pleegt Pierre Vlerick ‘de schilder van de marsepeinen kutjes’ te noemen. Begrijpelijk. De schilder van het frivole spel dat eruit bestaat onbeschaamd de vrouwelijke schaamstreek authentiek (oud-Grieks voor: ‘met eigen hand’) als speeltje te hanteren. Er zijn echter op zijn minst drie redenen om Vlerick niet met een dergelijke uitsluitende uitspraak bij de categorie van de charmezangers onder te brengen. Ten eerste was hij zeer begaan met de schilderkunst als medium. Zijn abstracte werken zijn ruim zo interessant als zijn figuratieve, zoniet belangrijker. Een lyrisme van de verfijnde soort. Geen op doek geworpen verf met wilde striemen en korstige vlekken, maar een voorzichtig aangebracht vlakkenspel doorweven met sierlijke lijnen, zijn zelf ontworpen patchwork met grote transparante gelaagdheid. Ten tweede hield hij er een levensfilosofie op na die ja zei tegen het aardse leven, bevrijd van christelijke mystificaties van de lichamelijkheid. Zijn coloriet is een en al vrolijkheid. Weg met religieuze schuldgevoelens en zondebesef. Of

zoals Nietzsche, de filosoof van de levensbeaming, het formuleerde in zijn Antichrist: ‘Christelijk is de haat tegen de geest, tegen trots, moed, vrijheid, libertinage van de geest; christelijk is de haat tegen de zinnen, tegen de genietingen der zintuigen, tegen genietingen in het algemeen …’ Het oeuvre van Vlerick is zowat het omgekeerde van de pastoorskunst van Borremans. En tenslotte was hij bezeten door de ‘spirituele’ effecten, opgewekt in het vlees, die men de ‘liefde’ pleegt te noemen: ‘l’amour est à refaire’, steeds maar opnieuw. Zeker niet te vergelijken met de romantiek van een banketbakker.

Hij was bezeten door de ‘spirituele’ effecten, opgewekt in het vlees, die men de ‘liefde’ pleegt te noemen: ‘l’amour est à refaire’, steeds maar opnieuw PROKA Vlerick heeft, eigen aan zijn naoorlogse generatie, steeds geworsteld met wat interessante schilderkunst zou kunnen zijn. Ook als schilder wou hij een soort ‘liefhebber’ zijn. Geen uitgesproken carrière waarin de kunstenaar een cliché wordt van zichzelf en zijn eigen merknaam cultiveert. Neen, liefdevol het canvas met verf strelen en zien of het klaar komt. Naast deze overspelige liefdesverhouding met het medium schilderkunst, was hij een professioneel academiedirecteur en in onbezoldigde cumul tevens de artistieke leider van het kunstencentrum Proka. Het Liberaal Archief gaf daar onlangs een zeer mooie hommage aan, met prachtige foto’s van Carlos Dekeyrel, een van Vlericks pupillen. Maar weg van de organisatorische drukte mijmerde

november 2017  >  39


CULTUUR

hij in zijn atelier over de vraag naar wat de schilderkunst wel zou kunnen zijn en welke bijdrage hij hieraan zou kunnen leveren. Zijn antwoorden leveren een vrij omvangrijk oeuvre op. Ook in het schilderen legde hij zichzelf een strenge discipline op.

Even trouw als een Leieschilder aan zijn Latemse riviermeander, is Vlerick verknocht aan het ‘secreet’ (een van zijn lievelingswoorden) van het vrouwelijke plezier Er valt niet te ontkennen dat Vlerick in zijn opzet is geslaagd. Of men er van houdt of niet, men kan niet ontkennen dat er zoiets als een Vlerick-stijl, met een eigen coloriet, bestaat. Ook zijn thematiek is specifiek. Even trouw als een Leieschilder aan zijn Latemse riviermeander, is Vlerick verknocht aan het ‘secreet’ (een van zijn lievelingswoorden) van het vrouwelijke plezier. Hij was hier echter schilderkundig mee begaan. Hij schuwde de pornografische werkelijkheid. Veel te expliciet voor een schilder. Hij was begaan met het probleem van hoe verf een wereld kan maken, suggestief, zonder die wereld te zijn. ‘L’origine du monde’ werd zijn lijfthema, maar evenals dat fameuze werk van Courbet, is zijn oeuvre een hommage aan de schilderkunst. Steeds weer het adagio van Magritte ‘Ceci n’est pas une pipe’. Het is geen pijp, het is beredeneerd aangebrachte verf via een uitzonderlijke hand. Vlerick schilderde een wereld, geen organen.

SPAGHETTIPERIODE Om tot zijn eigen stijl te komen heeft hij een lange weg afgelegd. Het is bekend dat om iets te betekenen in een domein van de menselijke cultuur men op zijn minst tienduizend uren moet geoefend hebben en er al voor zijn zestiende mee gestart

40  >  november 2017

Pierre Vlerick, 1977-1978, Girl's Garden nr. 3, 180 x 200 cm © Carlos Dekeyrel

moet zijn. Pierre verklapte me ooit dat hij zich stierlijk verveelde op school en voortdurend aan het tekenen was in de klas. Er is ook nog wat jeugdwerk bewaard. Vaak beelden uit zijn woonomgeving, goed geschilderd, maar klassiek. Wat al eens zijn ‘spaghettiperiode’ genoemd wordt, had een aanvang voor een eigen stijl kunnen zijn. Taferelen vol slierten. Men vindt ook sporen van experimenten. Een uitgezaagde figuur op doek gekleefd, verwijst bijvoorbeeld naar de wijze waarin de spontaneïteit van het primitieve als waarde beproefd werd. Het was echter Jos Verdegem (18971957) die een wending in zijn zoektocht bracht. Een periode kan

men als ‘Verdegem-stijl’ bestempelen. Hij werkte een tijd in de geest van deze grote meester, die veel invloed had op een ganse generatie kunstenaars. Een tijdje wat vergeten kan het werk van deze man, die een kleine tien jaar de Parijse kunstwereld inademde, van een stijgend succes genieten. Verdegem reageerde tegen het ‘oer’ van onze Vlaamse kunst, tegen die landelijkheid als wortel ervan, omdat het expressionisme dat, zeg maar, uitgemolken had. Hij wou terug naar de stedelijkheid. Liever dan een boerin te schilderen die zat te wroeten in de modder, schilderde hij ‘une dame’ op het terras van het Grand Café de Paris. Ook de intimiteit van de vrouwelijke melancholie, was een van zijn

DEGEUS


CULTUUR

de abstractie. Hierin zoekt hij naar de ontwikkeling van sensuele ruimte die hij ‘Tuinen’ noemde. Het zijn vooral experimenten in de lyrische abstractie. Uiteraard met de bedoeling om een biotoop te creëren voor zijn ‘dames’, zoals hij zijn modellen graag noemde.

FILOSOFIE Tot hier de schilderkundige reden om het oeuvre van Vlerick ernstig te nemen. Er zijn echter nog minstens twee filosofische redenen om dit te doen. Door zijn oeuvre sluit Vlerick aan bij een traditie van materialistische filosofie en distantieert hij zich van de idealistische filosofie die gelieerd is aan een christelijk wereldbeeld. Hij sluit hier aan bij een filosoof als Onfray. Zijn oud-leerling en oogappel, Pjeroo Roobjee situeert zich in dezelfde geest, maar heeft meer voeling met Sloterdijk.

geliefkoosde thema’s. Een ander onderwerp, het circus, is eveneens een stedelijke aangelegenheid. Vlerick nam bij aanvang niet enkel de stijl over, maar tevens deze mondaine geest.

Met goede leermeesters moet men breken, zo niet is men een slechte leerling. Dat heeft Vlerick ook gedaan, al is hij vriend gebleven Met goede leermeesters moet men breken, zo niet is men een slechte leerling. Dat heeft Vlerick ook gedaan, al is hij vriend gebleven. Langzaam heeft hij een eigen stijl ontwikkeld via

DEGEUS

Deze twee filosofen – Sloterdijk wat grondiger dan Onfray – zijn overigens de aanknopingspunten van wat een andere heersende lijn van de filosofie had kunnen zijn. Te vertrekken van de Griekse ethici (stoïcisme, epicurisme, cynisme, scepticisme, hedonisme, eudaemonisme), via de herleving van deze stromingen in de renaissance (Gassendi, Montaigne, Rabelais, Cervantes …), naar de als atheïst verketterde Spinoza, die de intuïtie een grote rol laat spelen, over de materialisten van de achttiende eeuw, naar Schopenhauer en Nietzsche en hun interpretatoren van de twintigste eeuw waaronder niet in het minst

Georges Bataille en Michel Foucault. Deze lijn heeft steeds het onderspit moeten delven ten voordele van het nog steeds heersende huwelijk tussen rationalisme en christendom. De lijn dus van Plato en het neo-platonisme (Plotinus) waar de Griekse filosofie zich versmelt met de christelijke leer, over het aristotelisme van de Middeleeuwen, het opfrissen van het denken uit de oudheid in de Renaissance naar het rationalisme van Descartes, de Verlichting van Kant naar het idealisme van Hegel en het positivisme van Compte om uit te monden in het verdere geloof in de Rede uit de twintigste eeuw (neo-positivisme, fenomenologie, kritische theorie), met tot op vandaag Habermas als aanvoerder. Vrij recent nog had in dit blad Foucault de boter opgegeten, omdat hij oorzaak zou zijn van een te doorgedreven relativisme. Die positivistische paters van de UGent toch!

Vrij recent nog had in dit blad Foucault de boter opgegeten, omdat hij oorzaak zou zijn van een te doorgedreven relativisme. Die positivistische paters van de UGent toch! Als men Vlerick met de filosofie in verband brengt, kan men stellen dat hij het intellectuele hedonisme van een Roland Barthes verbeeld heeft, weliswaar met een ander gender in zijn hoofd. Het wereldbeeld dat

EXPO PIERRE VLERICK Vernissage op vrijdag 10 november 2017, 20:00-22:00 Tentoonstelling van zaterdag 11 t.e.m. zondag 19 november 2017 Openingsuren: Van ma tot do van 9:00 tot 12:00 en van 13:00 tot 16:30 (op vr tot 16:00). Za en zo van 14:00 tot 17:00. Gratis toegang. Locatie: Geuzenhuis, Kantienberg 9, Gent. Een organisatie van Kunst in het Geuzenhuis en Liberaal Archief. Meer info op www.geuzenhuis.be.

november 2017  >  41


CULTUUR

Opening perron metro Houba De Strooper - Brussel © Carlos Dekeyrel

hij oproept staat rechtlijnig tegen zowel de eros van Plato, zoals we die in het symposium beschreven vinden, als tegen de christelijke voortplantingsmoraal. En hier zit een tweede filosofische lijn in de artistiek uitgebouwde levensvisie van Vlerick. Ze vloeit voort uit het hoger geschetste kader; het is er een soort toepassing van. Vlerick was gefascineerd door het vrouwelijke orgasme dat hij liever ‘la petite mort’ placht te noemen, of ook het ‘secreet’ om het mysterieuze van dit lichamelijk fenomeen te benadrukken. Via Nietzsche is het vooral Georges Bataille die een invulling gegeven heeft aan de filosofische eros in de twintigste eeuw. Voor Bataille is het erotisme de beaming van het leven tot in de dood. In tegenstelling tot de seksuele activiteit heeft het dus weinig met de voortplanting te maken. De beaming van het leven is in eerste instantie een exuberantie. Bataille ligt aan de basis van een denken van het overtreden van de norm als grens, in het Frankrijk

42  >  november 2017

van de jaren zestig. Zo bijvoorbeeld Roland Barthes: de regel is het ongebruikelijke, de uitzondering is het genot. Dat de erotiek een aangelegenheid is van een grens, is nog duidelijker waar hij zich de vraag stelt of de meest erotische plek van een lichaam niet daar is waar de kleding gaapt (baille), het overgangsgebied waar de huid flikkert tussen twee kledingsstukken als het verschijnen – verdwijnen. Een spel dat Vlerick ten volle speelt in zijn schilderijen.

Als men Vlerick met de filosofie in verband brengt, kan men stellen dat hij het intellectuele hedonisme van een Roland Barthes verbeeld heeft, weliswaar met een ander gender in zijn hoofd In zijn Geschiedenis van de seksualiteit stelt Michel Foucault dat de westerse mens een scientia sexualis ontwikkeld heeft, een wetenschap van de

seksualiteit, met de betekenis als techniek. Deze bestaat vooral uit een biologie van de voortplanting en een geneeskunde van de seks. Inderdaad, positivisme ten top. Dit staat in scherp contrast met andere maatschappijen (zoals China, Japan, India, Antieke Griekenland en Rome) die een ars erotica, een liefdeskunst ontwikkeld hebben, waarin de lust centraal staat: ‘In de kunst van de erotiek wordt de waarheid ontleend aan de lust zelf, welke wordt opgevat als praktijk en vergaard in de vorm van ervaring: … De seksuele opvoeding gebeurd hier door de ‘meester’ als degene die de geheimen bezit; alleen hij kan dat weten langs esoterische weg overdragen na verloop van een initiatie waarin hij, uitgerust met een onfeilbaar weten en met een onverbiddelijke gestrengheid de schreden van de leerling leidt’ (Foucault, Ned. Vert., pp. 59-60). Pierre Vlerick heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de uitbeelding van de modernisering van de ars amandi. Willem Elias

DEGEUS


COLUMN

Vindica te tibi Grote grutten, Ik ben terug van weggeweest en ben de radeloze lezer die in september op zijn honger bleef zitten, enige uitleg verschuldigd. Het begon met een veel te hete lente waarbij het kwik op zaterdag 27 mei opliep tot 34°C, in de schaduw nota bene. Ik citeer het KMI opdat de argwanende lezer mij niet zou tegenspreken: ‘De laatste maand van de meteorologische lente werd in Ukkel gekenmerkt door een abnormaal hoge gemiddelde temperatuur en normale waarden voor de neerslaghoeveelheid, de gemiddelde windsnelheid en de zonneschijnduur.’ Dat is fraai uitgedrukt en bovendien ongelogen. Uitgerekend in deze hitte vond uw dienaar het nodig om de lichtkoepel op het platte keukendak te isoleren. Na tien minuten gezwoeg en gezweet op het heet zinken dak begon mijn motor geheel onverwacht te sputteren. Hartritmestoornissen. Voorkamerfibrillatie. Op zulke ogenblikken denk je niet aan je testament. Je gaat in overdrive en een halfuur later lig je op de spoed van het dichtstbij gelegen ziekenhuis. Je behoort plots tot een nieuwe doelgroep. Ik liet me gewillig baxteren en insnoeren door allerlei slangen en hippe toestellen die mij in stereo lieten horen hoe een op hol geslagen hart in het echt klinkt. Daarna werd ik met bed en al door koele gangen gereden en toevertrouwd aan een eenzaam ziekenhuisbed. Later op de dag kreeg ik witte boterhammen met salami, zeer straffe koffie en als toetje een droevig vanillepuddinkje. En tijd, veel tijd om na te denken. Wat heb ik met mijn leven tot hiertoe aangevangen? En wat rest er nog aan tijd om het niet verder te verknoeien? Wie zijn nu de echte vrienden? Waar zijn ze? Waarom werd ik verwekt en bovendien geboren? Is dat nu het finaal gevolg van al dat constante uitdijen na de Oerknal? En waartoe dient het allemaal? ’s Avonds kan je kiezen uit 43 televisiestations, het ene nog deprimerender dan het andere. En je doet geen oog dicht, geen ogenblik. Je luistert naar het grillige ritme van je hartslag, de monitor klinkt als een treurige tamtam en de rode flikkerlichtjes dansen de hele nacht lang in je blikveld op en neer. En je blijft star in dezelfde krampachtige positie liggen om het kluwen van katheters, baxter en medicijnpomp niet uit evenwicht te brengen. En, zomaar, denk je plots terug aan die Duitse documentaire waarin een lieve, hoogbejaarde demente dame vraagt: ‘Kunnen

DEGEUS

we ergens gaan zitten waar we niet doodgaan?’ Om middernacht kwam de nachtverpleegster een zoen drukken op mijn warrig hoofd. Of was dat een wensdroom, omdat je op dat ogenblik verlangt naar je al lang overleden mama. ’s Morgens, bij het krieken van de dag, kwam een kwieke dagverpleegster op veel te opgewekte toon aankondigen dat ze mij kwam wassen. ‘Wassen?’ protesteerde ik verbaasd. ‘Ja manneke, wassen. Waste gij u niet thuis?’ ‘Neen.’ ‘Nooit?’ ‘Ja, maar nu niet.’ Rond 11 uur verscheen de cardioloog van wacht eindelijk als de reddende engel aan mijn sponde. ‘Dokter, ik heb geen oog dicht gedaan vannacht.’ Hij, gevat: ‘Wel, ik ook niet.’ Er werd bondig gerapporteerd dat ik een persisterende atrium aritmie vertoonde en dat men nu met een cardioversie-shock zou proberen de boel weer op gang te brengen. ‘Onder narcose’, stelde de vriendelijke arts mij gerust. Dat is het ogenblik waarop je je geheel overlevert aan het instituut. Een wonderlijke kalmte kwam over mij. Geen existentieel geleuter. Geen spijt omdat je telkens weer je laatste wilsbeschikking hebt uitgesteld. Niets, een wonderlijk niets. Enkele ogenblikken later lag ik op intensive care en keek in de ogen van een bebrilde anesthesiste (een moederlijk type, oef!) die mij vroeg om tot tien te tellen. Niets van, dacht ik. Ik tel helemaal niets, zo werkt dat niet, je moet je tegen je narcose verzetten. Verzetten, verzetten … En ik sliep, héél snel en héél diep en toen ik wakker werd uit het Niets dankte ik het hele team omdat ik eindelijk had kunnen slapen. Godbetert, sprak de columnist. Waar hou ik mijn trouwe lezers toch mee bezig? Ik wou gewoon zeggen dat ik het septembernummer van De Geus prima vond. Dat de grijze vossen hun streken niet verliezen, bijvoorbeeld. En zijn de dino’s nu wel echt uitgestorven? Niet dus. En dat voor Jean-Marie Bottequin een vagina hetzelfde is als een oor. Dat ruikt sterk naar het anarchistisch verzet uit de jaren zestig-zeventig van de vorige eeuw. Terwijl we toch in dat magisch tijdperk vertoeven: de Zwarte Zaal van Proka (waar ik zo intense momenten heb beleefd, zij het dan als aanstormende dertiger) wordt treffend als zenuwcel voor artistieke vrijheid en humanistische vrijdenkerij voorgesteld. Maar vooral Seneca’s fascinerende stelling dat je tijd moet besteden aan jezelf vind ik een opsteker. Vindica te tibi: ‘eigen jezelf toe.’ Zo had ik het nog niet bekeken. Hoog tijd dus. Ik ben het heel hard van plan. Ik ben er hevig aan toe. Willem de Zwijger

november 2017  >  43


BOEKENREVUE

Even snel wat astrofysica Astrofysica, het lijkt een onderzoeksveld waar slechts een handvol knappe breinen over kunnen meepraten. De onvoorstelbare complexiteit van het heelal, met zijn quarks, quasars, kosmische achtergrondstraling en neutrino decoupling, kan toch onmogelijk bevattelijk uitgelegd worden aan een groter, matig geïnformeerd publiek? Niet zo volgens Neil deGrasse Tyson, één van de bekendste voortrekkers van wetenschapspopularisering. In zijn nieuwe werk Astrophysics for People in a Hurry promoot hij het ‘kosmische perspectief’ en leert hij het publiek de positie van de mens te kaderen in het grotere geheel van tijd en ruimte. Als directeur van het Hayden Planetarium in New York, host van de podcast StarTalk en graag geziene gast in zowat elke Amerikaanse talkshow, heeft hij een enorme invloed op de populaire cultuur. Wetenschapspopularisering beoogt velerlei doelen. Moeten we dan allemaal expert worden? Uiteraard niet. Voor wetenschappers biedt een goed geïnformeerd publiek echter grote voordelen: indien besluitvorming op feiten en wetenschappelijk onderzoek wordt gestoeld, komt kritisch denken vlotter ten grondslag te liggen van de algemene basishouding. Discussies kunnen meteen op een hoger niveau gevoerd worden, waardoor men sneller echte vooruitgang boekt. Bovenal versterkt wetenschapspopularisering het publieke vertrouwen in de wetenschap waardoor wetenschappers minder moeten optornen tegen ongeïnformeerde, vaak ideologische geïnspireerde drogredenen. Geen schijn van kans voor

44  >  november 2017

Neil deGrasse Tyson © American Museum of Natural History's Hayden Planetarium, Nov. 20

op angst en wantrouwen gebaseerde doemtheorieën over mysterieuze zwarte gaten, ongedefinieerde donkere materie en allesverslindende botsingen tussen sterrenstelsels: deGrasse Tyson slaagt erin om de meest ingewikkelde theoretische modellen vorm te geven met simpele voorbeelden uit het alledaagse: ‘The stars of the Milky Way galaxy trace a big, flat circle. With a diameter-to thickness ratio of one thousand to one, our galaxy is flatter than the flattest flapjacks ever made. In fact, its proportions are better represented by a crêpe or a tortilla. […] To picture a pulsar, imagine the mass of the Sun packed into a ball the size of Manhattan. If that’s hard to do, then maybe it’s easier if you imagine stuffing about a hundred million elephants into a Chapstick casing.’ (2017, 139-142).

Tyson gaat geen taboe uit de weg en erkent de eindigheid van de menselijke geest VAN MACRO NAAR MICRO Voor nieuwsgierige geesten die bijwijlen graag een harde(re) noot kraken, maar nooit aansluiting vonden bij een complex thema als astrofysica, is Astrophysics for people in a hurry, Tysons laatste non-fictieworp, erg verrijkende lectuur. Tysons vrolijke, met luchtige mopjes doorspekte vertelstijl stimuleert en vergemakkelijkt het doorploegen van kleppers van onderwerpen, gaande van de Big Bang-theorie tot kwantummechanica. Aangezien de thema’s op zichzelf staan en vaak van macro (clusters gigantensterrenstelsels and beyond) naar micro (van

DEGEUS


BOEKENREVUE

heelal. Op die manier toont hij aan dat de mens heel wat biochemische eigenschappen deelt met tal van hemellichamen en laat hij de lezer kennismaken met het ‘kosmische perspectief’. De mens moet af van zijn opgeblazen ego: ‘the universe is under no obligation to make sense to you’. Als de aarde volgens Carl Sagan slechts ‘a pale blue dot’ is in ons zonnestelsel, en er honderdduizenden andere sterrenstelsels bestaan, hoe futiel zijn dan de (alledaagse) problemen van de mens(heid)? Oorlog en geweld om een stuk land, een God, een huidskleur: hoe zou een buitenaardse, écht intelligente levensvorm deze dwaasheden interpreteren?

Wetenschapspopularisering versterkt het publieke vertrouwen in de wetenschap waardoor wetenschappers minder moeten optornen tegen ongeïnformeerde, vaak ideologische geïnspireerde drogredenen

013

dwergplaneten tot subatomische deeltjes) gaan en natuur en cultuur verenigen, kan de lezer te allen tijde pauzeren om wat extra opzoekwerk te verrichten. Verwacht je echter niet aan een Astrophysics for dummies, Tyson verwacht dat de lezer basisnoties heeft van de bètawetenschappen. Tyson legt alle gelijkaardige puzzelstukjes bij elkaar, linkt vervolgens elk groepje stukjes aan een ander en overschouwt ten slotte het geheel. Bijt je je tanden stuk op het eerste hoofdstuk, lees dan de volgende drie en keer dan terug. Elk puzzelstukje helpt om het grotere geheel te vatten.

The universe is under no obligation to make sense to you In Astrophysics koppelt Tyson ook de chemische en fysische natuur van de mens aan die van het heelal. Wat zijn onze natuurlijke mogelijkheden, belemmeringen en grenzen? Tyson gaat geen taboe uit de weg en erkent de eindigheid van de menselijke geest. Wat is donkere materie? Wat is donkere energie? We kunnen het effect van beide meten op ons zonnestelsel en op de mensheid, maar [spoiler alert] de uiteindelijke aard van diens partikels blijft een raadsel, waardoor we bitter weinig kennis hebben over de stofeigenschappen van zo’n 95% van de hele kosmos.

OPGEBLAZEN EGO Tyson traceert vervolgens de oorsprong van de elementen in het periodiek systeem en verklaart wat hun rol en toepassingen zijn op aarde en in het uitgestrekte

DEGEUS

Tot slot beseft Tyson dat een levensvorm enkel oog kan hebben voor vragen over oorsprong en toekomst als deze niet voortdurend zijn eigen voortbestaan moet verdedigen. Zeker in het Westen heeft de elite de luxe om tijd en middelen te besteden aan het bestuderen van dergelijke kwesties, aangezien voedsel, veiligheid en voortplanting voor onze diersoort gegarandeerd zijn. Dat was echter niet altijd zo. Dit boek biedt alvast een menu aan mogelijkheden tot verder onderzoek, waar de lezer dankzij Tysons aanstekelijke enthousiasme met succes warm voor wordt gemaakt. Veerle De Leenheer Neil deGrasse Tyson, Astrophysics for People in a Hurry. Uitgeverij: Wiley, 2017, 224 p., ISBN 9780393609394.


BOEKENREVUE

De Gestapo, je beste vriend De Gestapo (Geheime Staatspolizei) werd vrijwel onmiddellijk na Hitlers machtsovername in 1933 opgericht om tegenstanders van het naziregime op te sporen, te intimideren en te bestraffen. Die politieke politie werd in de eerste naoorlogse decennia afgeschilderd als almachtig, zeker in Duitsland. Duitsers lagen onder de knoet, konden niet anders dan in de pas lopen. Dit vergoelijkend beeld werd in de voorbije twintig jaar danig bijgesteld door historici, Duitsers op kop. Enkelen zijn zelfs van oordeel dat de Gestapo relatief weinig macht bezat. Gestapo-agenten waren ook geen overtuigde en meedogenloze nazi’s, velen onder hen waren al tijdens de Weimarrepubliek lid van de politieke politie (slechts 7% van de agenten werd door de nazi’s als onbetrouwbaar ontslagen). Frank McDonough schreef een boek over deze veranderde visie: De Gestapo. Mythe en realiteit van Hitlers geheime politie. Een van zijn stellingen is dat de Duitse burgers niet bang waren van de Gestapo. Gie van den Berghe trekt een aantal van zijn inzichten in twijfel. Feit is dat de Gestapo onderbemand was: 1000 agenten in 1933, 15.000 in 1939, 32.000 in 1944, en dat voor 66 miljoen Duitse burgers. De Geheime Staatspolitie functioneerde voor een groot deel dankzij verklikking door ‘gewone Duitsers’, die via allerhande media (radio, kranten, reclameborden, aanplakbiljetten) aangemoedigd werden om wie ook maar enigszins uit de pas liep, aan te geven. Elke burger werd een potentieel verrader. Sommigen verklikten uit politieke overtuiging of uit burgerplicht, anderen uit afgunst of omwille van persoonlijke afrekening. De Gestapo kon de stroom meldingen al gauw niet meer aan, stelde een straf in voor valse beschuldigingen en een aanzienlijke financiële beloning voor wie onbetrouwbare informanten kon ontmaskeren.

46  >  november 2017

De Geheime Staatspolitie functioneerde voor een groot deel dankzij verklikking door ‘gewone Duitsers’, die via allerhande media aangemoedigd werden om wie ook maar enigszins uit de pas liep, aan te geven NAZITERREUR Frank McDonough, docent geschiedenis in Liverpool (en volgens de flaptekst ‘groot fan van de voetbalclub aldaar’), zet deze veranderde historische visie kort uiteen in De Gestapo, maar gaat in de fout door haar macht

verregaand te minimaliseren en haar functioneren bijna te vergoelijken. De Gestapo zou zich altijd aan strikt juridische richtlijnen gehouden hebben, steeds correct te werk gegaan zijn. ‘De veronderstelling dat Gestapo-agenten mensen arresteerden, hardhandig verhoorden en dan naar een concentratiekamp stuurden’, is volgens McDonough ‘een mythe’. De meeste arrestanten belandden in het traditionele rechtssysteem. Voor ‘gewone Duitsers’ die ‘niets te maken hadden met de verzetsgroepen’ waren concentratiekampen alleen een laatste ‘redmiddel’. Gewone Duitsers werden met rust gelaten, mochten mopperen en kritiek uiten, waren dus niet bang voor de Gestapo. ‘Iedereen die het naziregime accepteerde’, besluit McDonough, ‘genoot veel persoonlijke vrijheid’. In

DEGEUS


BOEKENREVUE

de praktijk was het naziregime ‘veel minder totalitair dan in theorie’. Die bewering klopt alleen als je zoals McDonough ‘ongewone’ Duitsers buiten beschouwing laat. Uitgesproken tegenstanders van het regime en allerhande categorieën Duitsers die volgens de nazi’s eugenetisch, sociaal, politiek of raciaal abnormaal waren, werden wel degelijk onderdrukt, gesteriliseerd, vermoord en werden bij honderdduizenden naar werk-, concentratie- en uitroeiingskampen gestuurd. Bedenk daarbij dat alle Duitsers die in een concentratiekamp terechtkwamen gearresteerd en verhoord waren door de Gestapo.

Ietwat vreemd is dat de auteur zich beperkt tot de Gestapo in Duitsland. Daarvoor moet je vermoedelijk Duitser zijn of tot een natie behoren die niet door de nazi’s werd bezet Al deed maar een klein deel van de Duitse bevolking aan verklikking (volgens een noot achterin McDonoughs boek 1 à 2%), de naziterreur functioneerde goed. De altijd aanwezige kans op verklikking hield velen koest. Elke door de Gestapo onderzochte zaak had een golfeffect omdat ook buren, collega’s, vrienden en kennissen van de verdachte werden ondervraagd. McDonough rept met geen woord over de Wet tegen arglistige aanvallen tegen staat en partij en ter bescherming van partij-uniformen, waarvan de eerste versie al op 21 maart 1933 door rijkspresident Paul von Hindenburg werd ondertekend. De wet stelde misbruik van nazi-tekens en –uniformen strafbaar, beknotte de vrijheid van meningsuiting nog meer en bestrafte kritische opmerkingen over Rijk, regering of partij. Eind 1934, enkele maanden na de dood van Von Hindenburg, werden de straffen aanzienlijk verzwaard. In 1937 alleen al werden op basis van deze wet 17.168 mensen verklikt, 7.200 aangeklaagd en de helft

DEGEUS

daarvan veroordeeld. Velen kwamen er weliswaar van af met een vermaning of boete, maar in afwachting daarvan hadden ze gedurende enkele dagen of weken kennis gemaakt met een Gestapogevangenis. Het Heimtückegesetz was een niet weg te denken instrument van de nazi-dictatuur.

WIR HABEN ES NICHT GEWUSST Iedere Duitser wist dat kritiek of verzet niet werd geduld, dat vrijwel iedereen je kon verraden en dat je in het slechtste geval in een concentratiekamp kon belanden. Iedereen wist van die kampen. De grootste lagen in de onmiddellijke omgeving van een stad, het regime en de nazi-pers verwezen er openlijk naar als afschrikkingsmiddel en de duizenden gevangenen die in de jaren 1930 werden vrijgelaten hielden hun mond niet over de meegemaakte verschrikking. Achterop McDonoughs boek – maar niet binnenin – staat ook dat ‘de Gestapo buren, collega’s, vrienden en familieleden ertoe aanzette om hun geliefden te verraden’ en ‘er zeer goed in slaagde om angst te zaaien onder de burgerij’. McDonough spreekt op verschillende plaatsen zijn centrale stelling (‘gewone Duitsers waren niet bevreesd voor de Gestapo’) tegen zonder daar verder bij stil te staan. Zo zegt hij te beseffen dat ‘intensieve verhoortechnieken’ niet geregistreerd werden in Gestapodossiers, maar dat getuigenissen en naoorlogse processen afdoend bewijzen dat dergelijke ‘genadeloze praktijken op grote schaal werden toegepast’ en de Gestapo dus wel degelijk een ‘gevreesde organisatie’ was. Elders heeft McDonough het over ‘een derde van alle 25.500 Duitse priesters’ die door de Gestapo werd lastig gevallen, ‘variërend van het controleren van kerkdiensten tot pesterijen, verhoren, rechtszaken, gevangenneming, marteling, afranseling en in sommige gevallen executies’. Toch niet niks.

boorte- en sterfdata van nazi’s, tot daaraan toe, maar wat heb je aan de wetenschap dat de jonge Heinrich Himmler – de latere leider van de SS en de kampen – in de ouderlijke kippenboerderij de beesten met de blote hand de nek omdraaide, of dat de vader van Reinhard Heydrich, dat andere nazikopstuk, een beroemde operazanger was, zijn moeder een actrice en de man zelf een getalenteerd pianist, schermer, zwemmer en atleet?

Iedereen wist van de kampen McDonough baseert zich al te vaak op secundaire bronnen, springt er soms eigenzinnig mee om en verwijst voor sommige verrassende ‘feiten’ naar niets of niemand. Bijvoorbeeld waar hij stelt dat de Gestapo tienermeisjes en prostituees inhuurde om joodse mannen tot rassenschande te verleiden. Of het volgens de auteur invloedrijke onderzoek van 148 zigeunerkinderen – dat bij nazicht een antropometrisch onderzoek van 39 kinderen blijkt te zijn. Wat valt er dan nog te geloven van zijn bewering dat de betrokken onderzoekster de ‘kinderen als dieren in de dierentuin’ behandelde? Wat McDonough schrijft over eugenetica wereldwijd is een onhistorisch samenraapsel, verkleurd door veroordeling op basis van kennis achteraf, met name nieuwe biologische, sociale en ethische inzichten. Ietwat vreemd is ook dat de auteur zich beperkt tot de Gestapo in Duitsland. Daarvoor moet je vermoedelijk Duitser zijn of tot een natie behoren die niet door de nazi’s werd bezet. Gie van den Berghe McDonough, Frank - De Gestapo. Mythe en realiteit van Hitlers geheime politie (vertaling: Susan Ridder), Amsterdam, Athenaeum - Polak & Van Gennep: 2017 (2015), 311 p., ISBN 9789025303440.

VERRASSENDE ‘FEITEN’ EN SECUNDAIRE BRONNEN Het boek leest makkelijk weg, maar bevat nogal wat voor het onderwerp irrelevante informatie. Exacte ge-

november 2017  >  47


BOEKENREVUE

Filosofie van geweld LODE LAUWAERT Lode Lauwaert, actief aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte aan de K.U. Leuven, laat in Filosofie van geweld negen filosofen aan het woord. Zoals de titel van het boek laat vermoeden, is het centrale thema geweld. Iedere filosoof neemt een hoofdstuk op zich en benadert het thema op een andere manier. Het resultaat is een verzameling essays waarin vragen over onder meer terrorisme, de (gewelddadige) aard van de mens, onze gewelddadige (economische) samenleving en geweld en liefde onder de loep worden genomen. Wat volgt is een kleine ontleding van het boek en een inzage in de verschillende bijdragen. MENS EN GEWELD Zoals vermeld kan Filosofie van geweld gezien worden als een verzameling essays. Sommige filosofen vinden elkaar in hun standpunten, anderen weer niet. Twee essayisten die elkaar wel vinden, zijn Maarten Boudry en Ignaas Devisch. Wat hebben deze heren te vertellen?

Geweld dat als ‘zinloos’ wordt bestempeld, is vaak net niet zinloos Wat bijblijft, is de oproep om op zoek te gaan naar de redenen en drijfveren die mensen hebben om geweld te plegen. Want enkel wanneer je inzicht hebt in drijfveren van daders, kan je er gericht op inspelen en zo geweld bestrijden. Geweld dat als ‘zinloos’ wordt bestempeld (geweld zonder motief, zonder aanleiding en niet voor rede vatbaar), is vaak net niet zinloos. Achter de meeste

48  >  november 2017

vormen van geweld schuilt een reden. Wanneer we geweld als zinloos classificeren, zorgen we ervoor dat we meer medeleven voelen met de slachtoffers en een grotere morele afstand creëren tot de dader, aldus Boudry. Door geweld op deze manier te marginaliseren, geraken we echter mijlenver verwijderd van een doeltreffende manier om het aan te pakken. Zo pleegt een jihadi niet zomaar een zelfmoordaanslag. Achter deze daad zitten welbepaalde denkbeelden, idealen en overtuigingen. En zo waren Hitler en Stalin ook geen domme narcisten maar wel personen die een ideale samenleving nastreefden. Voor hen was het gerechtvaardigd om alles dat het bereiken van deze utopie zou kunnen dwarsbomen, te liquideren (‘het doel heiligt de middelen’). Boudry noemt deze denkbeelden illusies omdat het foute overtuigingen zijn die niet stroken met de realiteit. Mensen kunnen er echter zo vervuld van geraken dat het hen uiteindelijk aanzet tot geweld.

Zowel Boudry als Devisch bepleiten dat de mens niet intrinsiek gewelddadig is. Door bepaalde factoren/illusies kan een persoon echter wel aangezet worden tot het plegen van gewelddaden, maar hij (de geweldpleger) ziet dat geweld als zijnde geoorloofd. Boudry concludeert dat voor personen die streven naar een paradijs of ideale samenleving alles gerechtvaardigd is om dat doel te bereiken. Wanneer, naast dat utopisch denken, ook een religie bij personen aanwezig is, lopen gruweldaden pas echt uit de hand (denk aan de executies van IS). Devisch hanteert hetzelfde denkbeeld als Boudry, namelijk geweld en utopisch denken, maar toont dit specifiek aan de hand van een casus. Hij zoomt in op Anders Breivik, verantwoordelijk voor de aanslagen in 2011 in Noorwegen. Een aansluitende maar toch andere zienswijze is die van Paul Cliteur. Terrorisme kent een religieuze grond,

DEGEUS


BOEKENREVUE

aldus Paul Cliteur. Net zoals Boudry en Devisch gaat hij op zoek naar de drijfveren van geweld. Bij Cliteur ligt de focus specifiek op IS-terreur, en hij gaat hierbij een stap verder dan Boudry: de ontkenning dat terrorisme gelinkt is aan religie heeft voornamelijk politieke gronden. Het gaat over een angstreactie van politici die niet willen dat de ‘gematigde gelovigen’ zich van hen vervreemden indien ze zouden verkondigen dat terrorisme een religieuze grond heeft. Cliteurs bijdrage is sterk gekleurd door een waardeoordeel. Zo verkondigt hij over terreurdaden van IS dat (…) sceptici, verstandige mensen, niet bereid zijn om te sterven voor al die onzin. Deze uitspraak is niet enkel een waardeoordeel maar is ook nog eens kortzichtig en niet op feiten berust. Het verzwakt zijn bijdrage. Hij haalt een aantal waardevolle zaken aan maar zijn betoog is doordrongen van een zeker superioriteitsgevoel naar andere (gelovige) mensen, wat zijn argumenten aan kracht doet verliezen. De drie filosofen halen aan dat geweld in het tijdperk waarin we nu leven, op het laagste pitje staat in vergelijking met de voorgaande jaren en eeuwen in de geschiedenis. Door globalisatie en de media die alom vertegenwoordigd is, krijgen we echter de indruk dat geweld overal aanwezig is en zich enkel schuilhoudt alvorens in al zijn wreedheid op te duiken. Tegenover het denkbeeld dat de mens van nature niet gewelddadig is (Boudry, Devisch en Cliteur), staat Jens De Vleminck. De Vleminck haalt Freud aan om zijn theorie te verduidelijken. Hij gebruikt hierbij het kristalprincipe: wanneer een kristal breekt, zie je dat de breuklijnen de structuren van het kristal volgen. Deze structuren vormen het kristal en liggen dus aan de basis van het bestaan van het kristal. Op eenzelfde manier confronteren extreme gewelddaden ons met onze basis, zijnde geweld. Deze extreme gewelddaden zijn dus een uitvergroting van onze aard, die gewelddadig is. De mens kan leren zijn driften te beheersen, onder andere door cultuur en gemeenschap, maar de mens zal hier nooit ten volle in slagen. Na de stellingen van

DEGEUS

Boudry, Cliteur en Devisch komt het hoofdstuk van De Vleminck eerder bevreemdend over omdat het zo haaks staat op de vorige hoofdstukken. Misschien dat de bijdrage van De Vleminck krachtiger zou zijn indien hij had kunnen inspelen op de teksten van Boudry, Devisch en Cliteur. Nu komt De Vlemincks essay eerder over als iemand die beweert dat de aarde plat is terwijl net het tegendeel is bewezen …

Cliteur gaat een stap verder dan Boudry: de ontkenning dat terrorisme gelinkt is aan religie heeft volgens hem voornamelijk politieke gronden Boudry, Devisch, Cliteur en De Vlemick hebben het alle vier over het feit of geweld al dan niet tot de menselijke natuur behoort. Ze verschillen echter onderling van zienswijze. Vier filosofen besproken, nog vijf te gaan. Vijf filosofen die geweld elk op een andere manier benaderen.

ECONOMIE EN SAMENLEVING Antoon Vandevelde gooit het over een andere boeg en bekijkt welke rol geweld in onze economie vervult. Hij is de mening toegedaan dat het niveau van geweld binnen een economie mee wordt bepaald door de instituties die in een samenleving aanwezig zijn. Vandevelde haalt in zijn betoog Adam Smith en Thomas Hobbes aan, alsook de theorie van la doux commerce. Hij focust op Karl Marx om te kijken of er vormen van geweld verscholen zitten in de basale opstelling van een markteconomie. Vandevelde concludeert dat de verhouding tussen economie en geweld ambivalent is. De manier waarop een samenleving is opgebouwd, zal beslissend zijn of de economische markten al dan niet gewelddadig functioneren. Een intrigerend hoofdstuk dat enkele raakvlakken heeft met Vandevelde, is dat van Wim Weyman. Hij buigt zich over geweld bij vluchtelingen. Zo wijst hij op het label dat mensen

krijgen toebedeeld als vluchteling: economisch of politiek. Mensen die wegens economische redenen vluchten (en dus vluchten voor het geweld van hun economie – zie Vandevelde), lokken een andere morele reactie uit dan mensen die vluchten voor politiek geweld. Economische redenen zien we niet als legitiem, waardoor de vluchtelingen vaak geconfronteerd worden met vormen van geweld. Deze opdeling heeft alles te maken met het ideologische klimaat van onze samenleving. Medelijden is subjectief en niet zo universeel als we denken. Weyman komt tot de conclusie dat niet iedere vorm van geweld mensen aanzet tot handelen. Hij belicht enkele punten waar normaliter niet bij wordt stilgestaan. Zo zien we een vluchteling als slachtoffer: hoe slechter ze er aan toe zijn, hoe groter de kans dat ze mogen blijven. Wanneer je als vluchteling niet voldoet aan dit slachtofferbeeld (zoals een vluchteling die klaagt over de kwaliteit van de opvang of een vluchteling die een smartphone bezit) is de kans een stuk kleiner in een land toegelaten te worden. Ook staat Weyman stil bij de vluchteling die vlucht voor ‘exotisch’ geweld. Exotisch geweld is geweld dat we in de westerse samenleving niet kennen. Voorbeelden hiervan zijn steniging bij overspel, gevangenisstraf voor homo’s, enzovoorts. Deze vormen van geweld bevestigen waarden die we in het Westen hoog in het vaandel voeren, en voedt ons superioriteitsgevoel. Zo zullen vrouwen die slachtoffer zijn van partnergeweld minder snel in ons land toegelaten worden omdat die geweldvorm ook bij ons voorkomt. Daarnaast neemt Weyman de neutrale politieke rol die mensenrechtenorganisaties innemen onder de loep. Door de neutrale opstelling van deze organisaties kunnen mensenrechten ondergeschikt geraken aan emotionele, politieke en economische beslissingen.

OORLOG, GEWELDDADIGE BLIKKEN EN LIEFDE Er blijven nog drie filosofen over die zich onderscheiden van de anderen omdat ze een bijzonder aspect belichten en niet meteen te koppelen zijn

november 2017  >  49


BOEKENREVUE

aan de andere essays. Zo staat Ruud Welten stil bij geweld dat zich op het fenomenologische niveau van de ontmoeting afspeelt. Welten beroept zich op Sartres filosofie van de blik. Hij stelt hierbij dat het ‘Ik’ een bewustzijn is en dat ‘Ik’ de ‘Ander’ ervaart als zijnde een poppetje in mijn theater. Ik zie de ‘Ander’ in mijn wereldbeeld en zie hem niet zoals de ‘Ander’ echt is. Het omgekeerde geldt ook: de ‘Ander’ ziet mijn ‘Ik’ verschijnen in zijn wereldbeeld. En dit is het geweld dat met blikken wordt aangedaan. ‘Ik’ wordt onvrij omdat de ‘Ander’ mij niet ziet zoals ik ben maar wel als een persoon in zijn wereldbeeld. ‘Ik’ wordt gedetermineerd door eigenschappen die de ‘Ander’ mij toeschrijft. In extremere gevallen, leidt dit tot verschillende vormen van geweld, met onder andere vrijheidsberoving. Het is geweld dat onderwerpt en overheerst. Welten maakt hierbij de link naar kolonialisme en racisme die hun oorsprong kennen in onderwerpen, in overheersen en miskennen van het ‘Ik’. Het gaat hierbij over het reduceren tot objecten; net zoals de nazi’s bij de joden deden.

Mensen die wegens economische redenen vluchten, lokken een andere morele reactie uit dan mensen die vluchten voor politiek geweld Nicolas Warren staat niet zo zeer stil bij het geweld van blikken maar wel bij de horror en het geweld van de Eerste Wereldoorlog en hoe deze in beeld is gekomen. Hij schrijft verhalend, roept beelden op en geeft de boodschap de oorlog te herinneren en te herdenken. Het is echter niet duidelijk wat hij met zijn essay precies tracht te bereiken. Warren sluit zijn hoofdstuk af met de verkondiging dat het meest indringende en verderfelijke gevolg van oorlog ongevoeligheid is … Mogelijks is dat zijn conclusie. Marc De Kesel buigt zich over de filosofen François Fénelon en Nicolas de

50  >  november 2017

Malebranche om te onderzoeken of liefde in zijn zuiverste vorm, hier de christelijke liefde voor God, wel gevrijwaard is van geweld. Hij haalt aan dat als God perfect en zuiver is, de mens dit van nature niet is. Er zijn twee uitkomsten aan deze denkpiste. Fénelon verkondigt dat God perfect is en hoeft dus niets terug voor zijn onmetelijke liefde. Het zou zelfs een belediging zijn om God wel iets te schenken. De mens moet dus berusten in zijn lot, ook al betekent dit een lot van lijden. Want een belangeloze liefde is pas echte liefde. Pas als je het geweld van God omhelst, is de liefde voor hem puur. Daartegenover staat Malebranche die zegt dat je niet zomaar iets lief kan hebben. Liefde heeft haar grond in een object; als je erdoor geraakt wordt, er lust aan beleeft en behagen in schept (hier de perfectie van God). Fénelon en Malebranche beschrijven beiden een liefde voor de volmaaktheid zelve, zijnde God. Dit is geen gelijkwaardige verhouding (perfectie van God versus imperfectie van de mens) en is dan ook verantwoordelijk voor de wreedheden die kloosterlingen en pelgrims elkaar eeuwenlang aandeden. Eigenlijk beschrijft De Kesel hier hoe het komt dat mensen zich opofferen voor hun God. En hier is een link met Boudry, Devisch en Cliteur die oproepen om de beweegredenen te begrijpen van mensen die gewelddaden plegen.

WAR ON VIOLENCE Filosofie van geweld laat verschillende benaderingen van geweld zien. De bijdragen van de filosofen zijn natuurlijk veel uitgebreider en genuanceerder dan hierboven vermeld, vandaar dat het dus zeker de moeite is om het boek zelf ter hand te nemen en te lezen. Het is boeiend om geweld als een breed thema te bekijken en niet te herleiden tot één aspect ervan, zoals bijvoorbeeld terreur. Het boek geeft ruimte om geweld in verschillende deelaspecten te zien. En dat maakt het ook zo interessant. Marc De Kesel heeft geweld op een compleet andere manier benaderd dan Wim Weyman of Maarten Boudry.

Het heeft echter ook een keerzijde: doordat geweld zo breed wordt gezien en de auteurs carte blanche krijgen, zit er soms weinig coherentie in het geheel. Het is eerder een bundeling van essays waarvan sommige raakvlakken met elkaar hebben en sommige niet. De rode draad is geweld, dat wel, maar er is een gemis aan verbinding tussen de verschillende essays. Om het in simpele kooktermen te verwoorden: ‘de maïzena is zoek’. Als lezer kan je natuurlijk zelf wel gelijkenissen en verschillen opmerken maar het is niet evident en dat voelt aan als een gemis. Daarnaast is het ook niet duidelijk waarom Lauwaert voor deze negen filosofen heeft gekozen om hen een forum in zijn boek te geven. Wat verbindt hen? Waarom is hun woord van belang om gehoord te worden? En in een diverse samenleving, is het jammer dat er geen enkele vrouwelijke filosoof een bijdrage heeft in het boek … Ook al is de keuze van Lauwaert voor de verschillende filosofen niet echt duidelijk, wat wel zeker is, is dat het een boek is met duidelijk geschreven essays. Sommige hoofdstukken eisen meer aandacht en concentratie maar over het algemeen zijn alle bijdragen goed te begrijpen en boeiend om te lezen. Filosofie van geweld bevat intelligente essays die uitnodigen om verder te denken en het begrip ‘geweld’ in brede zin te benaderen. Linde Waeyaert Lode Lauwaert (red.) – Filosofie van geweld. Uitgeverij Polis: 2017, 280 p., ISBN 9789463102292.

WE NEED TO TALK ABOUT… GEWELD Vrijdag 15 december 2017, 20:00 Geuzenhuis n.a.v. Festival van de Gelijkheid Met: Maarten Boudry, Paul Cliteur, Jan Dumolyn en Karim Zahidi. Meer info op: www.geuzenhuis.be - www. festivalgelijkheid.be.

DEGEUS


POËSTILLE

Een glimlach in duizendvoud GABRIELE D’ANNUNZIO LEEST HET ZANDSCHRIFT VAN DE WINDGOD Het fascisme heeft geen grote dichters voortgebracht, maar er zijn grote dichters geweest die met het fascisme hebben gesympathiseerd. F.T. Marinetti, de duce van het futurisme, was een van hen, ook de Amerikaan Ezra Pound die in Rome via de radio het regime propageerde. En Gabriele D’Annunzio (18631938), dichter, romancier, vechtjas en idool. Alberto Moravia karakteriseerde hem in zijn autobiografie als een groot dichter met een burgerlijke en humanistische achtergrond en een gebrek aan gezond verstand.

De aard van zijn literair werk heet uiteenlopend te zijn, zo ook de kwaliteit. Kwantiteit was er in overvloed: zijn Poesie complete telt 8, zijn Opera omnia 48 delen – zelf had hij er 80 voorzien. Zijn vocabularium telt ruim 40.000 De windgod schrijft woorden, dubbel zoveel als dat van Goethe, en hij schreef ruw geschat Op ‘t lijdzaam zeezand schrijft de windgod met 100.000 brieven, waaronder vele de pennen van zijn vleugels letters die missieven aan Benito Mussolini, op ’t witte strandvlak spreken in zijn taal. zijn carissimo Ben, die hem tot prins van Montenevoso promoveerde – Maar als de zon verzinkt, werpt ieder teken en hem liet schaduwen. Terecht, en ieder golfje op ’t zand een schaduw want Il comandante, zoals hij na zijn als die van wimpers op beminde wangen. soldatesk avontuur werd genoemd, kritiseerde de leider, had zijn eigen En ’t is of op ’t immens en dor gezicht ambities – en een hekel aan het van ’t strand jouw glimlach zich verduizendvoudigt. nationaalsocialisme.

D’Annunzio was een charismatische figuur. Charismatici zijn zelden pacifisten. Het zijn veroveraars van vrouwen en/ of van land. D’Annunzio was een dubbeltalent. Hij veroverde, onverschrokken en welsprekend zijnde, een onbezonnen aantal bij voorkeur adellijke vrouwen. Bijvoorbeeld markiezin ­A lessandra di Rudinì die een korte tijd in weelde en hartstocht met hem samenleefde en voor die zonde de rest van haar dagen in een klooster boette. Ook ‘de mooiste prinses van de blauwe Donau’, Marie Fürstin von Thurn und Taxis, een vriendin van Rilke, zou hij bekend hebben. Zowel zijn werk als zijn levenswijze – het ‘annunzionisme’ – stootte op morele bezwaren. Dankzij zijn boerenliefdesroman La figlia de Iorio (1904) kwam zijn naam op de index. Zijn redenaarstalent heeft er aanzienlijk toe bijgedragen dat in Italië de ‘interventisten’ het wonnen van de ‘neutralisten’. Zijn toespraken vanop een balkon in Rome – van oudsher een positie van waaruit de stad en de wereld worden toegesproken – werden door het volk beantwoord en bejubeld met de kreet ‘Guerra, guerra!’. Oostenrijk werd in 1915 de oorlog verklaard. D’Annunzio, 52 jaar oud, nam zelf dienst als vrijwilliger en toonde heldenmoed. Desondanks verloren de Italianen de strijd. Voor de dichter waren de resultaten tweeërlei: hij verwierf roem en verloor een oog. Met een groep vrijwilligers en oudgedienden heroverde hij de gebieden die na de oorlog aan de Oostenrijkers werden

DEGEUS

toegewezen en stichtte daar een democratische republiek. Maar op grond van internationale verdragen werd hij door de regering teruggefloten.

Dat hij zich in literair opzicht soms wist te beperken, bewijzen de korte, bescheiden gedichten die, zoals dit wel bij meer dichters het geval is, de beste zijn, de oorspronkelijkste. ‘De windgod schrijft’, uit de bundel Alcyone (1903), nog steeds als zijn poëtisch meesterwerk gewaardeerd, is een hymne aan de zomer die hij in de zomer van zijn leven schreef. Dat de natuur het boek van God is kennen wij als een Bijbelse topos, maar dat alles beschrijfbaar is en alles te interpreteren als tekst is een moderne opvatting. D’Annunzio ziet het strand in dit gedicht als een beschreven blad. De wind wordt gepersonifieerd als een gevleugelde auteur. Die schrijft in een eigen taal een tekst op het strand, maar het is de ondergaande zon die de tekens leven geeft, het is de schaduw die ze leesbaar maakt. De dichter ziet de donkere curven in het bleke zand als wimpers in een gelaat. In duizendvoud. Het is niet geheel uitgesloten dat ook een niet-verliefde man zo’n bevlogen visie kan hebben, maar alleen een verliefd en groot dichter kan die visie zo verwoorden Renaat Ramon

november 2017  >  51


ABECEDARIUM

De A van Amerika De bekende Amerikaanse stand-up comedian George Carlin merkte al op dat men spreekt van de American dream omdat men aan het slapen moet zijn om erin te geloven. Het moet vastgesteld worden dat in dit land vrij veel wordt gedroomd, de beroemdste dromer moet zonder enige twijfel Martin Luther King zijn met de welgekende speech ‘I have a dream’. Een even grote klassieker is uiteraard het welgekende lied ‘I’m dreaming of a white Christmas’ gebracht door Bing Crosby. Wat kan hieruit afgeleid worden? Dat de inwoners van dit merkwaardige land de neiging hebben dingen te dromen die met vrij grote zekerheid zullen gebeuren (sneeuw met kerst) of dingen die absoluut onmogelijk zijn. Dat een zwarte man als president werd verkozen werd al gezien als de uiterste limiet dus wat zou de kans zijn van een lesbische, alleenstaande moslimmoeder met vier kinderen, van wie er een perfect geradicaliseerd is, die illegaal in het land verblijft met een aidsproblematiek. Haar American dream zal zich beperken tot een gevangeniscarrière, indien ze niet wordt gelyncht of omver gereden. Dit lijkt te suggereren dat het land gekenmerkt wordt door onverzoenbare uitersten die om dit te verdoezelen toch met hetzelfde begrip worden aangeduid. Zo wordt herhaaldelijk de leuze ‘We’re all Americans’ gehanteerd. Een snelle logische analyse laat zien dat de bewering ofwel triviaal is – inwoners van land X zijn X-anen of X-ers of iets dergelijks* – ofwel totaal vals omdat vele inwoners in het geografische gebied als terroristen, moslims, Mexicanen, indianen, Democraten, … worden aangeduid maar niet als Amerikanen. De vraag dient gesteld te worden wat de oorzaken kunnen zijn van deze verdoezeling die de onverzoenbaarheid moet maskeren. Algemeen wordt aangenomen dat de komst van de Pilgrims hiervoor verantwoordelijk kan gesteld worden. De Spanjaarden beperkten zich tot het invoeren van ziektes, het bekeren en vervolgens uitroeien van de lokale bevolking. De Pilgrims daarentegen lieten zich eerst helpen door de lokale bevolking, vervolgens organiseerden zij uit dankbaarheid een jaarlijks feest, bekend als Thanksgiving, om uiteindelijk over te gaan tot liquidatie wegens nietbekering. Een bijzonder strategische zet want geen gemakkelijker vijand dan een verwarde vijand. Daarbij aansluitend is het ook verrassend vast te stellen dat buiten Amerika, meer bepaald in Europa, de slavenhandel aangeklaagd is geweest in de populaire media door een zogenaamde meidengroep – het vermoeden is dat hier niet naar huispersoneel wordt verwezen – die een protestsong hebben gebracht getiteld Afrika tot in Amerika wat aan duidelijkheid niets te wensen overlaat. Daarentegen is het helemaal niet duidelijk waarom precies kinderen worden geviseerd met deze sociale kwestie en volwassenen met rust gelaten. (Zie het lemma ‘De E van Europa’ dat nog dient

52  >  november 2017

geschreven te worden.) Tot slot moet genoteerd worden dat de lijn tussen fictie en werkelijkheid bijzonder dun is in dit twee-oceanenland. Zo wordt vrij algemeen geloofd dat de Joker uit de fictieve stripreeks Batman de huidige president van het land is en dat de voornaam van de grootste kanshebber voor het volgende presidentschap een samentrekking is van Bert en Ernie uit Sesamstraat. Het is dan ook vrij curieus, zo niet grappig dat de uitspraak ‘You can fool all the people some of the time, and some of the people all the time, but you cannot fool all the people all the time’ van een vermoorde president komt, met name Abraham Lincoln. Het moge duidelijk zijn dat met deze uitspraak de American dream zonder meer wordt ontkend. Laat dit evenwel weinig verrassend zijn van een natie die wapenbezit gelijkstelt met vrije meningsuiting. Zie ook > Kurt Gödel: Oostenrijks filosoof, logicus en wiskundige die heeft aangetoond dat de Amerikaanse grondwet compatibel is met een dictatuur. Dit toont aan dat sommige profetieën wel degelijk correct zijn. Niettegenstaande dit bewijs heeft hij toch het Amerikaanse staatsburgerschap gekregen. Wat moest bewezen worden. Zie ook > Australië: het wordt door sommigen als betekenisvol beschouwd dat, in tegenstelling tot de Pilgrims die Amerika mee hebben veroorzaakt, Australië tot stand gekomen is door criminelen en vergelijkbaar uitschot** en dat er een duidelijke correlatie bestaat tussen het culturele gehalte en de gezelligheid van samenleven. Weliswaar wordt ook vaak opgemerkt dat xenofobie door beide wordt gekoesterd. Jean Paul Van Bendegem * Uitzondering dient gemaakt te worden voor het even fascinerende land genaamd België dat zowel Vlamingen, Brusselaars en Walen telt als Nederlands-, Frans- en Duitstaligen waarbij alle mogelijke combinaties worden toegelaten. Zo kan iemand in Malmédy geboren zijn en dus Duitstalig wezen maar nu in Vlaanderen wonen en in Brussel werken wat hem of haar, gezien de Marokkaanse afkomst, tot een Duitsprekende Vlaamse Brusselaar met migratieachtergrond maakt. Ook voor deze mens heeft de trein vertraging. ** Wij wensen ons te verontschuldigen voor dit veroordelende taalgebruik dat niet het onze is maar wel als zodanig te lezen staat in het 19de-eeuwse manifest: ‘Why it makes no difference whether you are an Indian or an aboriginal: you are fucked anyway’, verschenen bij uitgeverij The Lost World in Londen (1853) van de hand van Rt. Hon. Donald ‘House of Cards’ Johnson.

DEGEUS


MAGAZINE VRIJZINNIGE ACTUALITEIT OOST-VLAANDEREN

De nieuwsbrief verschijnt tweemaandelijks. In deze nieuwskatern vindt u de activiteiten terug van november en december 2017. Vanaf nu verschijnt enkel nog de basisinfo van elk evenement in de gedrukte versie van De Geus. Alle bijkomende informatie is te vinden op www.geuzenhuis.be/agenda. De volgende nieuwsbrief verschijnt op 1 ­januari 2018. Evenementen kunnen aangemaakt worden op onze website tot uiterlijk 1 december.

AALST do 30/11 20:00 De ongelovige Thomas heeft gelijk Prof. Johan Braeckman HVV CENTRUM NETWERK - Houtkaai 15

NIEUWSBRIEF

di 21/11 19:30 Filosofisch gesprek 'De arts in ons leven' HV ZAHIR Geuzenhuis - Kantienberg 9 di 21/11 13:30 Johann Sebastian Bach. Deel 2: De Hohe Messe UPV GENT-EEKLO Sint-Bernadettestraat 242C/405 do 23/11 14:00 Filmcyclus "Zingeving en kwetsbaarheid" GGG I.S.M. HVDM EN FENIKS Geuzenhuis - Kantienberg 9

do 23/11 19:30 Alles wat je wil weten over orgaandonatie DMM Geuzenhuis - Kantienberg 9 zo 26/11 10:45 Bezoek aan het Smak Philippe Van Cauteren WF GENT vzw Smak - Jan Hoetplein 1

DENDERLEEUW do 30/11 14:00 100 jaar Russische revolutie Luc Vernaillen HVV DENDERLEEUW 't Kasteeltje - Stationsstraat 7

EEKLO di 7/11 20:00 Debat: Dementie, een (on)waardig einde?

di 28/11 13:30 De 16de eeuwse Renaissance. Deel 3: Spanje UPV GENT-EEKLO Sint-Bernadettestraat 242C/405 do 30/11 20:00 Debat academische kalender VF GENT Blandijn auditorium 3 Suzanne Lilar - Blandijnberg 2 1/12 20:00 Boekvoorstelling Een Hart Voor Vluchtelingen Majd Khalifeh VF Geuzenhuis - Kantienberg 9

Prof. Christine Van Broeckhoven HVDM EEKLO, GG EEKLO, SENIORENRAAD EEKLO Koninklijk Atheneum Eeklo - Eikelstraat 41

do 14/12 14:00 Midwintersamenkomst

do 30/11 19:30 Film: The Farewell Party HVDM EEKLO - Boelare 131

vr 15/12 20:00 We need to talk about ... Geweld Maarten Boudry, Paul Cliteur, Jan Dumolyn en Karim Zahidi GEUZENHUIS I.K.V. FESTIVAL VAN DE GELIJKHEID Geuzenhuis - Kantienberg 9

GGG Geuzenhuis - Kantienberg 9

EVERGEM vr 17/11 19:30 Internationale dag van de migrant. Gastland Turkije Melike VF EVERGEM Zaal Germinal - Velodroomstraat 25

GENT di 7/11 13:30 Het allerlaatste strijkkwartet van Ludwig van Beethoven: Strijkkwartet nr. 16 UPV GENT-EEKLO SintBernadettestraat 242C/405

do 9/11 14:00 Teveel of te weinig belastingen debat o.l.v. prof.em. Frank Roels GGG Geuzenhuis - Kantienberg 9

vr 10/11 20:00 Tentoonstelling Pierre Vlerick KIG I.S.M. LIBERAAL ARCHIEF EN KASK Geuzenhuis - Kantienberg 9

di 14/11 13:30 De 16de eeuwse Renaissance. Deel 2: Italië UPV GENT-EEKLO Sint-Bernadettestraat 242C/405 do 16/11 20:00 Documentaire Teleurdeugd VF, BUREN VAN DE ABDIJ EN MASEREELFONDS Herberg Macharius - Coyendanspark za 18/11 20:00 Themaconcert 'Planeet aarde' VUBorkest o.l.v. Jurgen Wayenberg VUB I.S.M. DEMENS.NU De Bijloke - Jozef Kluyskensstraat 2

za 18/11 19:00 Nacht van de Vrijdenker GEUZENHUIS I.S.M. DE MAAKBARE MENS, IMD, HVGENT, DEMENS.NU Zebrastraat - Zebrastraat 32

DEGEUS

Za 16/12 14:00 Filoworkshops voor kinderen en volwassenen VCG Geuzenhuis - Kantienberg 9 za 16/12 19:30 Filosofie waar men ze niet vermoedt Yves Petry, Anne Provoost en Bleri Lleshi GEUZENHUIS I.K.V. FESTIVAL VAN DE GELIJKHEID Geuzenhuis - Kantienberg 9

di 19/12 19:30 Ons onderwijs, in regelmatige hernieuwingsmodus HV ZAHIR Geuzenhuis - Kantienberg 9 do 21/12 14:00 Filmcyclus "Zingeving en kwetsbaarheid" GGG I.S.M. HVDM EN FENIKS Geuzenhuis - Kantienberg 9

GERAARDSBERGEN do 9/11 20:00 Ruimer dan het westers perspectief: de levensfilosofie van Ulrich Libbrecht UPV GERAARDSBERGEN Liberaal Gebouw - Markt 47 do 16/11 20:00 Lezing door Darya Safai WF GERAARDSBERGEN Liberaal Gebouw Geraardsbergen - Markt 47

do 30/11 20:00 De gemeenteraadsverkiezingen van 2018 in een wijzigend lokaal landschap UPV GERAARDSBERGEN Liberaal Gebouw - Markt 47 do 7/12 20:00 Lezing Hypnose en hypnotherapie WF GERAARDSBERGEN Liberaal Gebouw Geraardsbergen - Markt 47

november 2017  >  53


AGENDA

do 14/12 20:00 Nietzsche's levenskunst: affirmatief en transformatief UPV GERAARDSBERGEN Liberaal Gebouw - Markt 47

LOCHRISTI wo 1/11 15:00 Herdenking stilte en klank HVDM Afscheidscentrum Westlede - Smalle Heerweg 60

vr 17/11 19:00 Gezelschapsspelen VC ZOMERLICHT VC Zomerlicht Weldadigheidstraat 30 zo 19/11 11:00 Vrijzinnig Aperitief VC ZOMERLICHT VC Zomerlicht - Weldadigheidstraat 30

vr 24/11 19:30 Ludo Abicht te gast in Zomerlicht VC ZOMERLICHT VC Zomerlicht - Weldadigheidstraat 30

OUDENAARDE ma 6/11 20:00 Vergrijzing; een uitdaging? UPV OUDENAARDE VC Liedts - Parkstraat 2-4 ma 4/12 20:00 Stress in moderne tijden, wat het doet

zo 17/12 11:00 Vrijzinnig Aperitief met Hutsepot VC ZOMERLICHT Weldadigheidstraat 30 vr 22/12 19:30 Winterzonnewende VC ZOMERLICHT VC Zomerlicht - Weldadigheidstraat 30

met ons lichaam? UPV OUDENAARDE VC Liedts - Parkstraat 2-4

ZOTTEGEM RONSE

zo 12/11 11:00 Voorstelling boek Jonas Roelens WF RONSE VC De Branderij - Zuidstraat 13

do 2/11 14:00 Poppentheater Pedrolino GG ZOTTEGEM OC Leeuwergem - Gentse Steenweg 306 vr 17/11 20:00 Voordracht Radio Gaga HVDM ZOTTEGEM Lokaal dienstencentrum Zottegem (zaal Sotto) - ingang via Arthur Gevaertlaan.

vr 17/11 12:00 AM proeven en ontmoeten. RONSE IN DIALOOG zaal 't Kapitel - Kaatsspelplein 6

wo 13/12 20:00 Lezing 'De kunst van het kritisch denken' VC DE BRANDERIJ, HVDM RONSE, HVV Brasserie Harmonie - Markt

SINT-NIKLAAS

do 23/11 14:00 Cinema Kreim Freis: Le ciel flamand GG ZOTTEGEM Lokaal dienstencentrum Zottegem (zaal Sotto) - ingang via Arthur Gevaertlaan. za 2/12 18:00 Spelletjesavond - met verse pizza HVV ZOTTEGEM-ZWALM-HERZELE HvdM Zottegem - Hoogstraat 42

wo 1/11 15:00 Herdenkingsplechtigheid HVDM SINT-NIKLAAS

VASTE ACTIVITEITEN

Afscheidscentrum Heimolen - Waasmunstersesteenweg 13

VC LIEDTS - PARKSTRAAT 2-4, OUDENAARDE

zo 19/11 15:00 Bolleke Wol (M V X). Wat wordt het? HVDM SINT-NIKLAAS HVDM SINT-NIKLAAS - Stationsplein 22

MA 20:00 Workshop hatha yoga WILLEMSFONDS OUDENAARDE

do 23/11 19:30 Dialoog voor de toekomst John Crombez, Bjorn Rzoska en Peter Mertens VF, MASEREELFONDS, CURIEUS EN LINX EN HUIS VAN DE MENS SINT-NIKLAAS - Stationsplein 22

do 23/11 19:30 Dialoog voor de toekomst John Crombez, Bjorn Rzoska en Peter Mertens VF, MASEREELFONDS, CURIEUS EN LINX EN HUIS VAN DE MENS SINT-NIKLAAS - Stationsplein 22

di 28/11 19:30 Is het een meisje of een jongen?

MA 14:00 & WOE 19:30 Bridgewedstrijd VC LIEDTS BRIDGE CLUB DI 19:30 Lessen ‘tai chi’ VC LIEDTS DI 20:00 Bijeenkomst SOS Nuchterheid VC DE BRANDERIJ - ZUIDSTRAAT 13, RONSE

1ste & 3de woe/mnd 19:30 > 21:00 Bijeenkomst van SOS Nuchterheid, zelfzorg bij verslavingen VC GEUZENHUIS - KANTIENBERG 9, GENT

Over Gender: identiteit of diversiteit. HVDM SINT-NIKLAAS & DMM HvdM Sint-Niklaas - Stationsplein 22

woe & vrij 20:00 Bijeenkomst van SOS Nuchterheid, zelfzorg bij verslavingen

WAARSCHOOT vr 8/12 20:00 Transitie. Onze welvaart van morgen Dirk

VC ZOMERLICHT - WELDADIGHEIDSTRAAT 30, ZOMERGEM

2de vrij/mnd 19:30 Bordspel-, borrel- en praatavond

Barrez VF WAARSCHOOT Sociaal huis - Kerkstraat 7

vr 15/12 20:00 Feest 10-jarig bestaan VF Evergem The Landlords VF Evergem Zaal Germinal - Velodroomstraat 25

HV GENT ZOEKT VRIJWILLIGERS

ZELZATE za 4/11 20:00 "Van overal en nergens" VF Zelzate Noorderlicht Marktstraat 6

vr 10/11 19:30 Levensbeschouwingen in dialoog: solidariteit Zelzate in dialoog CC DE BRUG - Assenedesteenweg 119

ZOMERGEM 54  >  november 2017

Humanistisch Verbond Gent zoekt bestuurder (m/v/x) die zich herkent als vrijzinnig, humanistisch, grappig, mondig, spontaan, betrouwbaar, open, betrokken, integer, harde werker, creatief, gratis, communicatie-expert, financieel wonder, barman ...; kortom de perfecte aanvulling om ons bestuur te versterken. Solliciteren via e-mail hvv.gent@ geuzenhuis.be of per telefoon 09 220 80 20.

DEGEUS


COLOFON

LIDVERENIGINGEN VC-G Fred Braeckman

Griet Engelrelst

Thomas Lemmens

Philipp Kocks

Gerbrich Reynaert

Kurt Beckers

Veerle De Leenheer

Frederik Dezutter

Linde Waeyaert

Karim Zahidi

Hoofdredactie: Fred Braeckman

LIDMAATSCHAPPEN

Eindredactie: Griet Engelrelst, Philipp Kocks, Thomas Lemmens Redactie: Kurt Beckers, Veerle De Leenheer, Frederik Dezutter, Linde Waeyaert, Karim Zahidi Vormgeving: Gerbrich Reynaert Druk: New Goff Verantwoordelijke uitgever: Wim Taels p/a Kantienberg 9, 9000 Gent Werkten aan dit nummer mee: Stijn Bruers, Brecht Decoene, Wieland De Hoon, Flor Didden, Willem Elias, Liesbet Lauwereys, Tobias Leenaert, Kris Martens, Pierre Martin Neirinckx, Renaat Ramon, Jean Paul Van Bendegem, Pieter Vandekerckhove, Gie van den Berghe, Norbert Van Yperzeele. Cover: Gerbrich Reynaert De Geus is het tijdschrift van het Vrijzinnig Centrum-Geuzenhuis vzw en de lidvereni­g ingen en wordt met de steun van de PIMD verspreid over Oost-Vlaanderen. Het VC-Geuzenhuis coördineert, ondersteunt, bundelt de Gentse vrijzinnigen in het Geuzenhuis, Kantienberg 9, 9000 Gent 09 220 80 20 – f09 222 70 73 admin@geuzenhuis.be www.geuzenhuis.be U kan de redactie bereiken via Thomas Lemmens, thomas@geuzenhuis.be en Griet Engelrelst, griet@geuzenhuis.be of 09 220 80 20.

Met de steun van

DEGEUS

Kunst in het Geuzenhuis €12 op rekening IBAN BE38 0013 0679 1272 van Kunst in het Geuzenhuis vzw met vermelding ‘lid KIG’. Grijze Geuzen €12 op rekening IBAN BE72 0011 7775 6216 van HVV Ledenrekening, Pottenbrug 4, 2000 Antwerpen met vermelding ‘lid GG + naam afdeling (bv. lid Gentse Grijze Geuzen)’. Humanistisch-Vrijzinnige Vereniging €12 op rekening IBAN BE72 0011 7775 6216 van HVV Ledenrekening, Pottenbrug 4, 2000 Antwerpen met vermelding ‘lid HVV + naam afdeling (bv. lid HV Gent)’. Vermeylenfonds €15 (-26 jarigen gratis) op rekening IBAN BE50 0011 2745 2218 van Vermeylenfonds vzw, Tolhuislaan 88, 9000 Gent met vermelding ‘lidgeld naam, voornaam, geboortedatum, M of V’. Willemsfonds €15 op rekening IBAN BE39 0010 2817 2819 van WF Ledenrekening, Vrijdagmarkt 24-25, 9000 Gent met vermelding ‘lid WF’.

ABONNEMENTEN De Geus zonder lidmaatschap: €16 op rekening IBAN BE54 0011 1893 3897 van het VC-Geuzenhuis met vermelding ‘abonnement Geus’. Prijs per los nummer: €4. Het Vrije Woord gratis bij lidmaatschap HVV en GGG. Combinaties van lidmaatschappen met of zonder abonnementen zijn mogelijk. De verantwoordelijkheid voor de gepubliceerde artikels berust uitsluitend bij de auteurs. De redactie behoudt zich het recht artikels in te korten. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd of overgenomen worden zonder de schriftelijke toestemming van de redactie. Bij toestemming is bronvermelding – De Geus, jaargang, nummer en maand – steeds noodzakelijk. Het magazine van De Geus verschijnt tweemaandelijks (5 nummers).

De Cocon vzw, Jeugdhulp aan huis info: 09 222 30 73 info@decocon.be - www.decocon.be De Maakbare Mens info: 03 205 73 10 info@demaakbaremens.org www.demaakbaremens.org Feest Vrijzinnige Jeugd vzw info: Philipp Kocks - 09 220 80 20 philipp@geuzenhuis.be Feniks vzw info: www.plechtigheden.be huisvandeMens - 09 233 52 26 gent@deMens.nu Fonds Lucien De Coninck vzw info: www.fondsluciendeconinck.be fondsluciendeconinck@gmail.com Humanistisch Verbond Gent info: B. Walraeve - 09 220 80 20 hvv.gent@geuzenhuis.be Humanistisch - Vrijzinnige Vereniging Oost-Vlaanderen info: T. Dekempe - 09 222 29 48 hvv.ovl@geuzenhuis.be Gentse Grijze Geuzen info: info.gentsgrijzegeuzen@gmail.com Kunst in het Geuzenhuis vzw info: Martine Ledegen - 09 220 80 20 martine@geuzenhuis.be SOS Nuchterheid vzw In Gent, woensdag en vrijdag (alcohol en andere verslavingen). info: 09 330 35 25(24u op 24u) info@sosnuchterheid.org www.sosnuchterheid.org UPV Gent Info: Geert Boxstael geert.boxstael2@telenet.be Van Crombrugghe’s Genootschap info: 09 233 90 08 info@vcg.be www.vcg.be Vermeylenfonds Oost-Vlaanderen info: 09 223 02 88 info@vermeylenfonds.be www.vermeylenfonds.be Willemsfonds Oost-Vlaanderen info: 09 224 10 75 info@willemsfonds.be www.willemsfonds.be Werkgemeenschap Leraren Ethiek vzw info: info@digimores.org www.digimores.org

PARTNER De Geus van Gent open van ma t.e.m. vr vanaf 16:00 zaterdag vanaf 19:00 info: www.geuzenhuis.be 09 220 78 25 - geusvangent@gmail.com huisvandeMens Gent Het centrum biedt hulp aan mensen met morele problemen. U kan er terecht van ma t.e.m. vr van 9:00 tot 16:30 De hulpverlening is gratis! info: Kantienberg 9D, 9000 Gent 09 233 52 26 - gent@deMens.nu

november 2017  >  55


www.nac htvandevri jdenker.be

ZEBRASTRAAT GENT

18/11 2 0 1 7 19 : 0 0

NACHT VAN DE VRIJ DENKER

SIMON BLACKBURN JORIS LUYENDIJK MASSIMO PIGLIUCCI MAARTEN BOUDRY COEN SIMON BEA CANTILLON CHOKRI BEN CHIKHA SIMONE VAN SAARLOOS ETIENNE VERMEERSCH KATLEEN GABRIELS HELEEN DEBRUYNE GRIET VANDERMASSEN EEN JOHN HARRIS AVO N D VO L KATRIEN DEVOLDER HERSENKRAKEND STIJN BRUERS PLEZIER PAUL SCHEFFER PATRICK LOOBUYCK LODE LAUWAERT

TICKETS € 18 € 20 € 25

leden vvk add

EN VERDER

FILOCAFÉ OP DE FILOSOFA KUNG FU MET CONFUCIUS SURFEN MET EPICURUS FOOD & DRINKS

www.nachtvandevrijdenker.be kaban

@ nachtvrijdenker facebook.com/nachtvandevrijdenker

Gent


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.