10 minute read

‘De kunst is om krimp om te zetten in kracht’

Gedeputeerde Klaas Fokkinga

‘De kunst is om krimp om te zetten in kracht’

Advertisement

“Fryslân is een prachtige plek om te wonen, te werken en te recreëren”, stelt gedeputeerde Klaas Fokkinga. Zelf woonachtig in de krimpregio Noardeast-Fryslân ziet hij in z’n directe omgeving hoe de Friese ‘mienskip’ verandert. Aan hem als gedeputeerde de taak om in te spelen op deze transitie, die de nodige gevolgen heeft voor zijn portefeuilles Wonen en Gebiedsontwikkeling. “We moeten krimp niet langer zien als gevaar, maar als kracht.”

De provincie Fryslân verwacht een groei van zo’n 10.000 huishoudens de komende jaren. Die groei is niet zo zeer te danken aan de bevolkingsgroei - sterker nog: het aantal inwoners in Fryslân neemt af -, maar vooral aan het toenemende aantal kleine huishoudens. “Tegelijkertijd zien we een toename in het aantal ouderen dat thuis blijft wonen en groeit het aantal jongeren dat geen woning kan vinden in hun eigen dorp of stad”, stelt Fokkinga. “Dit zijn de ingrediënten voor onze grootste opgaven de komende jaren op het gebied van wonen en gebiedsontwikkeling. Hoe creëren we voldoende, maar bovenal passende woningen voor alle leeftijdsgroepen? Hoe zorgen we dat ons huidige woningbestand voldoet aan de geldende eisen en wensen wat betreft comfort en duurzaamheid? En hoe behouden en bewaken we het grootste goed in onze provincie: de kwaliteit van ons mooie landschap?”

Donutdorpen voorkomen

Dat de roep om meer te bouwen steeds luider klinkt in Friese steden en dorpen is ook de gedeputeerde niet ontgaan. “Ik begrijp de urgentie in veel dorpen en steden, maar nieuwbouw is niet de enige uitdaging. De vraag die we onszelf continu moeten stellen is: waar bouwen we wat? We moeten namelijk voorkomen dat er zogenoemde donutdorpen ontstaan. Dat zijn dorpen waar aan de buitenrand mooie nieuwbouwwoningen staan, terwijl de kern van het dorp verpaupert doordat bestaande gebouwen geen functie meer hebben. Neem voormalige basisscholen, kerkgebouwen en gymzalen. Door de krimp fuseren veel organisaties, waardoor gebouwen leeg komen te staan. Vandaar dat we de Regeling Herbestemming opnieuw leven inblazen om initiatiefnemers te stimuleren op zoek te gaan naar een passende herbestemming voor deze panden.”

‘We moeten zuinig zijn met ons grootste goed: onze mooie landschap’

Doorstroom bevorderen

“Ons bestuursakkoord 2019-2023 heeft de naam ‘Geluk op 1’ gekregen. Dat vat alles samen. Ons belangrijkste doel is het creëren van een waardevolle leefomgeving in dorpen en steden. Mensen moeten zich daar gelukkig en thuis voelen. Met de vergrijzing moeten we specifiek kijken naar een veilige woonplek voor senioren. Het liefst in de vertrouwde buurt waar ze altijd hebben gewoond, zodat ze kunnen terugvallen op hun netwerk. We willen ruimte bieden aan starters en jonge gezinnen, die onmisbaar zijn om een dorp of wijk vitaal te houden. Maar ook inwoners kunnen een positieve bijdrage leveren. Ik ken bijvoorbeeld een ouder echtpaar dat hun huis te koop zette. In plaats van voor de hoogste bieder te kiezen, vonden ze het belangrijk dat er een jong gezin in hun woning kwam. Zo droegen ze hun steentje bij aan de vitaliteit van hun dorp. Een prachtig voorbeeld van investeren in de leefbaarheid.”

Verbinding brengen

Dat een investering in infrastructuur ook tot meer woongeluk en leefbaarheid kan leiden, bewijst volgens de gedeputeerde de komst van De Centrale As, die Drachten met Dokkum verbindt. “Daarmee hebben we niet alleen een snelle verbinding gecreëerd, maar zorgen we bovendien voor meer rust en veiligheid in de aangrenzende dorpen. In zes zogenoemde ‘Kansen in Kernen’-dorpen hebben we samen met de bewoners een plan gemaakt om het woongeluk te vergroten. Het resultaat is boven

verwachting. Stuk voor stuk hebben deze dorpen een boost gekregen. Als kers op de taart ontstaan er mooie plannen voor het toevoegen van extra woningen in dit gebied. Neem de appartementencomplexen in het plan ‘De 3 van Sminia’ in Burgum en de woontorens rondom het stationsplein in Hurdegaryp. Twee bijzondere bouwplannen die we als provincie omarmen.”

DNA behouden

De uiteindelijke invulling van zo’n bouwplan is uiteindelijk aan de gemeente, benadrukt de gedeputeerde. “Op basis van de prognoses maken we met alle vijf regio’s in Fryslân woningbouwafspraken. Daarna is het aan de gemeenten in de regio’s zelf om met gedetailleerde woonvisies te komen. Gemeenten weten als geen ander wat het DNA van hun gebied is en hoe ze kwaliteit aan een gebied kunnen toevoegen. Datzelfde geldt voor de opgave om het huidige woonaanbod te verduurzamen. Als provincie hebben we een regiefunctie in de regionale energiestrategie. Samen met de gemeenten en woningcorporaties staan we voor de grote opgave om woningen en wijken klaar te maken voor de toekomst. Daarbij ondersteunen wij gemeenten graag met hun inzet van energiecoaches. Deze coaches gaan bij mensen thuis langs om samen met de bewoners te onderzoeken hoe ze hun woning energiezuiniger kunnen maken. Op die manier maken we de energietransitie behapbaar en laagdrempelig.”

Steentje bijdragen

Tot slot kan de gedeputeerde de onrust niet zijn ontgaan over de plannen uit het ‘Deltaplan voor het Noorden’ om 45.000 extra woningen voor Fryslân te bouwen tot aan 2040. De vraag is hoe realistisch deze plannen volgens hem zijn. “Er zijn onderzoeken geweest die aantonen dat er de komende tien jaar in heel Nederland 900.000 extra woningen moeten komen. Ook als provincie Fryslân hebben wij aangegeven dat we daar ons steentje aan willen bijdragen. Door het ministerie wordt nu samen met de provincies onderzocht hoe reëel deze aantallen zijn. We hebben volop ruimte in onze provincie, maar zoals gezegd moeten we daar zuinig mee omgaan. Mens, plant en dier moeten met elkaar in balans zijn. Dat is en blijft onze leidraad bij ieder besluit dat we nemen.”

‘Focus niet alleen op negatieve zaken, er gebeurt ook zo veel moois om ons heen’

Initiatieven stimuleren

“We maken steeds meer plannen met de mienskip. Plannen die worden gedragen door de inwoners. Daarvoor werken we met zogeheten Dorpsontwikkelmaatschappijen (DOM’s), waarin bewoners, de gemeente, woningcorporaties, ondernemers en ontwikkelaars samen een visie voor hun gebied ontwikkelen. Als provincie delen we de opgedane kennis en faciliteren en stimuleren we gemeenten in de hele provincie om dorpen via het DOM-principe aan de slag te laten gaan met hun eigen toekomstbestendigheid. Een mooi voorbeeld van zo’n DOM is die in Ee (gemeente Noardeast-Fryslân). De ontwikkeling van dit dorp en de plannen die zijn ontstaan, vind ik geweldig om te zien. De leefbaarheid in een dorp groeit. Juist daar doen we het voor. Krimp kan daarin ook de kracht zijn. Precies die boodschap wil ik iedereen geven: focus niet alleen op negatieve zaken, er gebeurt ook zo veel moois om ons heen.”

Wethouder Hein de Haan van de gemeente Leeuwarden

‘Je portemonnee mag niet leidend zijn voor waar je je thuis voelt’

Geboren en getogen in Leeuwarden kent wethouder Hein de Haan zijn gemeente als geen ander. Zijn wieg stond in de wijk Aldlân, in de jaren zeventig nog gelegen aan de rand van de Friese hoofdstad en destijds een van de nieuwste wijken die Leeuwarden kende. Inmiddels is Aldlân al ingehaald door nieuwe wijken als Zuiderburen, Goutum Noord en De Zuidlanden, en liggen er grote plannen op tafel voor Middelsee, Oud Oost en het Spoordokgebied. Plannen waar De Haan met trots z’n handtekening onder zet.

“Heel veel mensen denken dat mijn portefeuille Ruimtelijke Ordening, Gebiedsontwikkeling en Wonen puur en alleen over bouwen gaat. Maar het is veel meer dan dat. Het gaat erom dat mensen zich ergens thuis kunnen voelen. Of je nu voor het eerst op kamers gaat, gaat samenwonen, kinderen krijgt of weer een empty nest hebt: mensen een thuisgevoel geven, is de basis van mijn portefeuille. In alle segmenten en voor iedere doelgroep is op dit moment krapte. Het aanbod op Funda is vrijwel opgedroogd. Ook bij woningbouwcorporaties zie ik de wachtlijsten oplopen. Dat geldt zowel voor de stad als de dorpen.”

Gezamenlijke ambities

“We hebben 35 dorpen in de gemeente waar de opgave gelijk is aan die in de stad, maar dan in andere volumes. Dorpen kennen van oudsher een sterk verenigingsleven, sociale saamhorigheid en een grote diversiteit. Ik zie dat steeds meer jongeren moeite hebben om een woning in hun dorp te vinden. Daarmee zet je de bijl aan de wortels van de leefbaarheid in een dorp. Vandaar dat we in onze volkshuisvestingsvisie nu de vraag opwerpen of het nodig is om te werken met voorrangsregels. Moeten we jongeren uit eigen dorp voorrang geven? Dat is een ingewikkelde vraag, omdat je je als gemeente daarmee bemoeit met de toewijzing. Maar als we de leefbaarheid van dorpen als vertrekpunt nemen, dan moeten we misschien nadenken over een toewijzingsbeleid waarbij jongeren uit het eigen dorp voorrang krijgen. Dat zijn gesprekken die we aan moeten gaan met woningcorporaties en met de dorpen zelf.”

‘Als jongeren vertrekken, zet je de bijl aan de wortels van de leefbaarheid in een dorp’

“Woningcorporaties Elkien en WoonFriesland zijn de grootste spelers in onze gemeente. Met beide maken we ieder jaar prestatieafspraken, waarvoor onze volkshuisvestingsvisie de basis vormt. De afgelopen jaren heeft het imago van woningbouwcorporaties wel eens een deuk opgelopen. Ik vind juist dat we trots mogen zijn op onze woningcorporaties. We vragen veel van ze. Niet alleen zijn ze de motor achter onze verduurzamingsdoelen, maar ook vragen we ze om statushouders in de gemeente te huisvesten. We willen als gemeente bovendien dat ze investeren in de leefbaarheid in steden en dorpen en dat de huren betaalbaar blijven. Dat zijn stuk voor stuk ambities van ons als gemeente die woningcorporaties mede vormgeven. Wanneer de verhuurdersheffing wordt afgeschaft, ontstaat er meer lucht voor deze ambities. Daar ben ik van overtuigd.”

DNA behouden

“Op mijn bureau liggen een aantal bijzondere nieuwbouwplannen. Eentje die me aan het hart ligt, is het plan op de plek van het huidige Cambuurstadion. Met het vertrek van Cambuur uit de wijk Oud Oost halen we het hart uit deze volksbuurt. Vandaar dat we samen met supporters, bewoners, ondernemers en onze stedenbouwkundigen en architecten een plan

Laat je inspireren door onze uitgebreide collecties van gerenommeerde merken

hebben gemaakt voor vijfhonderd woningen: Nieuw Oud Oost. We hebben goed gekeken naar de Oosterparkwijk in Groningen, waar het voormalige stadion van FC Groningen stond. Een prachtige wijk, maar je ziet nergens in de wijk iets terug van het oude stadion. Dat willen wij voorkomen.”

“De plek van het huidige voetbalveld wordt ook in de toekomst een groene plek waar men elkaar kan ontmoeten. Rondom dat veld bouwen we de woningen terug in de vorm van een stadion. Daarmee behouden we het DNA van deze volksbuurt. Ook hebben we met de bewoners, ondernemers en supporters nagedacht over de invulling van het Cambuurplein. Een deel van het plein wordt autovrij. Vanuit de filosofie ‘ongedeelde stad’ zoeken we met elkaar een goede mix van huur, koop, appartementen en grondgebonden woningen. Ik ben ongelooflijk trots op het eindplan. Dit is een schoolvoorbeeld van burgerparticipatie.”

‘Met het oude veld van SC Cambuur behouden we het DNA van deze volksbuurt’

Nieuw stukje stad

“Die missie om voor een grote diversiteit te bouwen, zie je in meer projecten terug. Direct onder het Van Harinxmakanaal realiseren we de nieuwe wijk Middelsee. Samen met de wijk De Zuidlanden bouwen we hier in totaal zesduizend nieuwe woningen. Waar we in De Zuidlanden kiezen voor een dorpse inrichting met buurtschappen, kiezen we in Middelsee voor een stedelijk concept met meer woningen en een compactere indeling. Van starterswoningen tot penthouses en van sociale huur tot koop: Middelsee biedt ruimte aan jong en oud. Bij de inrichting hebben we ons laten inspireren door Friese steden als Workum en Harlingen. Die stedenbouwkundige structuur hebben we herhaald in de nieuwe wijk, waarbij we historische elementen vertalen naar de wensen van deze eeuw.”

“Wanneer we het Van Harinxmakanaal nog een stukje verder volgen, komen we automatisch bij de grootste opgave van de komende tien tot twintig jaar: het gebied Spoordok. Dit gebied bestaat op dit moment uit oude bedrijventerreinen, maar door de nieuwe invalswegen hebben we hier ruimte om een bijzonder stukje stad toe te voegen. Werken, recreëren, studeren en wonen vormen hier een mix van functies. Daarbij kijken we uiteraard naar de verbinding met sportpark Nijlân en de wijk Huizum. Je rijgt op die manier de stad weer aan elkaar. We komen nog dit jaar met een gebiedsvisie en een ontwikkelstrategie, waarbij we optrekken met gebiedsontwikkelaar BPD. Een partij met veel nationale ervaring, waar we de vruchten van hopen te plukken.”

‘Dat is mijn droom: dat je zelf bepaalt waar je je thuis voelt en niet je portemonnee’

Iedereen voelt zich thuis

“Of het nou gaat om vijfhonderd woningen in Oud Oost of vijf woningen in Oude Leije; mijn doel is om een woonomgeving te creëren waar iedereen zich prettig voelt. Dat is mijn droom: dat je zelf bepaalt waar je je thuis voelt en niet je portemonnee.”

This article is from: