
3 minute read
Portret van een blower
from High Life 11-04
by SoftSecrets
Door: Michiel Panhuysen
De ochtendmist is nog niet opgetrokken. In de Haagse coffeeshop Cremers heb ik afgesproken met Akkie. Het is nog leeg in de zaak als we een kopje thee bestellen. “Ik doe altijd mijn eigen ding”, aldus Akkie, die negentien jaar oud is. Het is een sympathieke jongen die vrolijkheid uitstraalt. Hij lijkt mij de ideale schoonzoon, zo op het eerste gezicht. “Ik heb altijd voor mijn eigen geld gezorgd, ik heb niets nodig van mijn familie of een uitkering ofzo.”
Akkie blowt dagelijks. “Een dag niet geblowd is als een plant zonder water. Die gaat dood. De opa van een vriendin van me had zijn hele leven geblowd, maar kort nadat hij was gestopt konden ze hem begraven.” De dagelijkse hoeveelheid wiet die er doorheen gaat is de laatste twee
jaar wat afgenomen. “Ik blowde er misschien wel 100 gram per week doorheen rond mijn zestiende. Dat was veel te veel. Daarom ben ik gaan minderen. Ik kon er makkelijk aan komen. Ik kende iemand die het wel kon missen, hij had zelf een hokje... Het liefste blow je natuurlijk wiet die je zelf hebt gekweekt, of die van een kweker komt die je goed kent. Er wordt tegenwoordig zoveel troep verkocht.” Akkie liep op de middelbare school tegen zijn eerste jointje aan. Het lijkt hem verstandiger om niet te zeggen hoe oud hij toen precies was. “Dat hoeft toch niet iedereen te weten?” Het was een vrolijke ervaring: “Ik zat in het Kralingse Bos halve liters te drinken, samen met een Ghanese
vriend. Hij blowde altijd, maar ik moest daar nooit wat van hebben. Tot die dag in Kralingen. Hij deelde zijn joint met me, en daarna nóg een. En misschien ook nóg wel een. Ik weet het niet meer. Een fascinerende ervaring. Ik dacht dat mijn voeten met me wegvlogen. Het was een superkick. Vloog ik daar door het Kralingse Bos...” In zijn jonge jaren leverde de wiet hem een leuk zakcentje op. “Ik kocht het via via in en verkocht het weer door op school. Ik verdiende er aardig mee, geld was nooit een probleem. Ik was de dealer en iedereen op school wist het eigenlijk. Maar ze hebben me nooit kunnen betrappen, ik was altijd heel voorzichtig. Mijn moeder wist het stiekem wel, maar ze zag het door de vingers. Eigenlijk wilde ze het liever niet zien, ze koesterde een ander beeld van me.”
Geld was dus nooit een probleem voor Akkie. En nog steeds niet. Er zijn altijd wel wat handeltjes te regelen. “Als puber was ik vrij onhandelbaar. Ik deed waar ik zin in had. Op mijn zeventiende kocht ik een auto. Ik reed er regelmatig mee rond. Hij stond op mijn naam. Dat kan in theorie niet, maar in praktijk wel. Je moet natuurlijk wel een beetje oppassen als je dat soort dingen doet. Ik reed daarom ook alleen maar tijdens de spits. Dan loop je geen risico dat je gecontroleerd wordt. Inmiddels heb ik wel een rijbewijs, maar dat is me afgenomen. Een beetje te hard gereden. Nou ja, veel te hard gereden. Nou moet ik een cursus doen om het weer terug te krijgen. En daarnaast kreeg ik nog een inke boete.”
Akkie is in wat rustiger vaarwater terechtgekomen de laatste maanden. Zijn opa werd in september begraven en de hele familie ging naar Suriname voor de begrafenis. Maar Akkie kon niet mee. “Als ik op Schiphol kom, mag ik gelijk meelopen met de marechaussee. Die laten me niet meer gaan, dat kan ik maar beter niet doen. Ik baal een beetje van die situatie. Ik ben de oudste kleinzoon van mijn oma. De hele familie kijkt naar me. Daarom ga ik mijn leven anders aanpakken. Ik ga vanaf april aan een opleiding Transport en Logistiek beginnen. In de toekomst wil ik graag naar België om daar een bestaan op te bouwen. Relaxed, een huisje laten bouwen, een goede job, een beetje regelmaat. Weet je, alles in mijn leven is een beetje vanzelf zo gelopen. Het leven dat ik nu leidt heb ik nooit zo gepland. Ik probeer altijd postief te denken, dan komt alles weer goed. We zullen wel zien.”