6 minute read

7. MATADI VANDAAG

Next Article
6.8 LEO DARTELAAN

6.8 LEO DARTELAAN

1998: De vijf oudste Matadibewoners worden opgehaald in een oldtimer bij de vijfenzeventigste verjaardag van de wijk.

7.1 MATADICOMITÉ

In een rondzendbrief van 15 augustus 1997 nodigde Jan Uytterhoeven zijn wijkgenoten uit om het vijfenzeventigjarig bestaan van Matadi te vieren. In een hartverwarmende respons zeiden veertig bewoners toe om mee te werken. Het Matadicomité was geboren: een tiental personen zouden vanaf dan maandelijks samenkomen om activiteiten te organiseren. Het eerste Matadifeest vond plaats in het laatste weekend van juni 1998 in het Paul van Ostaijenpark. Het beroert nu nog altijd de gemoederen en roept levendige herinneringen op: niet alleen omdat de oudste bewoners van de wijk in oldtimers werden opgehaald en door burgemeester Tobback verwelkomd, maar vooral omdat er ondanks de gietende regen gedanst werd dat het een lieve lust was. Het feest is een vaste jaarlijkse gewoonte geworden: een gezellig samenzijn met een karamellenloop, sport en spelletjes (een voetbal, petanque- of volleybaltoernooi), een BBQ, muziek en dans.

Een succesvol zomerfeest vraagt om een pendant in de winter. Daarom organiseert het comité sinds januari 2002 een nieuwjaarsreceptie onder de heerlijk Vlaamse naam: Druppelkot. De wederzijdse nieuwjaarswensen worden gedoopt in een assortiment jenevers, maar ook in chocolademelk en soep, de jongste jaren nog uitgebreid met hamburgers – alles tot meerdere eer en glorie van de wijk. Aanvankelijk stond er een tent in de Goede Haardlaan, de jongste jaren staat die op de Place de l’Apéro, wat het voor sommigen nog moeilijker maakt om na het goedmoedige gelag de weg naar huis te vinden.

Maar het Matadicomité is er niet alleen voor drinkebroers, het is er ook voor bollebozen. En dus organiseert het ook een jaarlijkse quiz: die vindt plaats in de zaal Patmos, het KWB-lokaal aan de ingang van de Abdij van Park, en kan regelmatig bogen op een deelname van wel veertig ploegen. De quiz bestaat uit weet- en doe-vragen, met als apotheose een muzikale slotronde. En vermits elke ploeg minstens één inwoner van de wijk moet tellen, is de slimste mens elk jaar opnieuw een Matadees. De prijzen worden verzameld door het comité, met een belangrijke bijdrage van de stad, maar in hoofdzaak van radio- en tv-makers van de wijk die grote hoeveelheden boeken en cd’s aandragen.

Leden van het Matadicomité bevlaggen de wijk met de kleuren van de oorspronkelijke luikjes naar aanleiding van tien jaar Matadifeesten.

De Breiclub van Matadi: De Priemgevallen.

Alsof dat allemaal nog niet genoeg is, organiseert het comité ook rondleidingen: door de Abdij van Park met een bezoek aan de Alamire Stichting en de bijenkolonie, door de Philipssite, door het vroegmiddeleeuwse Leuven; en verder een muzikale wandeling met Lennaert Maes en Andries Boone, een Congowandeling met Bernadette Michels; en filmvoorstellingen in het kader van het Afrika Filmfestival in het boerderijtje van het Paul Van Ostaijenpark. In 2018 is men begonnen met een rommelmarkt naar het model van de Amerikaanse yard sale: een tweedehandsverkoop op straat die sommigen aangrijpen om cocktails en pizza’s te slijten. Intussen heeft het oude Matadicomité de fakkel doorgegeven aan de jonge generatie. Die heeft de bestaande traditie vernieuwd met enkele evenementen: op Halloween worden nu alle straatlantaarns in de wijk gedoofd en in samenwerking met de scouts wordt een griezeltocht uitgestippeld. Ten slotte hebben enkele vrouwen uit de wijk in de slipstream van de wijkwerking een breiclub opgezet. Een goede hals uit de wijk heeft ze bedacht met de rake naam: De Priemgevallen. En zo heeft het Matadicomité in de afgelopen decennia bijgedragen tot de bezieling van de wijk.

Het complete Matadicomité actief tussen 1997 en 2020.

Cherine Elhalfawy: Van Cairo naar Matadi

Cherine Elhalfawy is opgegroeid in Cairo. Na haar studies internationaal recht deed ze stage in New Delhi en werd er verliefd op Sam Dauwe, een geboren Matadees, die daar ook aan de slag was. In 2019 trouwden ze en kwamen in de Volhardingslaan wonen. Het blijft wennen - vooral het weer - maar intussen volgde ze een intensieve cursus Nederlands, behaalde ze een yoga-diploma, gaf ze flexibiliteitslessen en leerde ze fietsen, iets wat mensen in het chaotische Cairo niet doen, want veel te gevaarlijk. Ze vond een job als officemanager bij een jong bedrijf voor digital imaging voor tandheelkunde. Cherine houdt van yoga, kickboxen en, haar grootste passie, paaldansen. Daarvoor zette ze een paal in de eigen living want door de coronacrisis waren dansstudio’s lang gesloten. En om Egyptisch te koken loopt ze naar Al Taj aan de Vaart voor Midden-Oosterse ingrediënten zoals wijnbladeren, okra of molokhia.

7.2 PLACE DE L’APÉRO

Als je vanaf de vest door de riante Leo Dartelaan de Matadiwijk inkomt, opent zich op de hoek van de Matadilaan een bijna majestueus vergezicht naar beneden. Maar je neerwaartse blik blijft halfweg de Zegelaan hangen aan het pleintje met zijn meer dan huizenhoge Corsicaanse dennen. Beschut door deze exoten staat er een Mariakapelletje – of is het andersom? Sinds 2002 wordt hier op een zaterdagavond in januari de nieuwjaarsreceptie gehouden: het Druppelkot. In mei 2016 kreeg het pleintje ook een boekentil: een uitgeholde boomstam met daarop een houten dak inclusief schouwpijp. De boomstam is afkomstig van een wilde kastanje – een van de vele die tot enkele jaren geleden de Leuvense vest verfraaiden, maar omwille van ziekte geveld werden. Zo is de boekentil een duurzaam voorbeeld van recyclage: zoals de boeken uitgeleend en ingeruild worden, zo vindt de gesloopte kastanje een nieuwe bestemming als boekenhuis. Ooit was er sprake van dat het pleintje werd heraangelegd, maar dat is er nooit van gekomen. Wel heeft het een chique roepnaam gekregen: Place de l’Apéro. Vooral op zomerse dagen komen de bewoners er samen aan de picknicktafel voor een drankje, een hapje en een babbel. De kinderen fietsen en skaten op de hellende velodroom rond het plantsoentje. In de avondzon zitten mensen een boek te lezen en cirkelen gierzwaluwen door het zwerk. En voor dit boek bood de Place de l’Apéro de wekelijkse redactietafel. Gelegen aan de kruising van de Zegelaan met de Goede Haardlaan, kan het pleintje misschien terecht de haard van de wijk genoemd worden.

Mark Schaevers

Aan pennenlikkers geen gebrek in de Matadiwijk, maar geen heeft de Gouden Uil gewonnen, tenzij Mark Schaevers. Mark kwam met zijn vrouw Tine in 1991 in de wijk wonen en was toen al actief in de uitgeverswereld – als redacteur en als publicist. Met trots herinnert hij zich dat hij in 1985 al zijn medewerking verleende aan Stadsboek Leuven, publicaties over de sociale huisvesting in Leuven. In het begin van de jaren tachtig wordt hij redacteur bij Kritak. Samen met Frank Vandenbroucke, Luc Huyse en Jaak Brepoels verzorgt hij onder meer de publicatie van Eeuwige dilemma’s: honderd jaar socialistische partij. Later treedt hij toe tot de redactie van De Nieuwe Maand en het door Herman de Coninck opgerichte Nieuw Wereldtijdschrift. In 1989 doet hij de overstap naar Humo, van 1996 tot 2000 is hij hoofdredacteur van de Standaard der Letteren om daarna weer terug te keren naar Humo. Zijn interesse in politiek blijft groot, hij behaalt de Dexia-persprijs met De memoires van Wilfried Martens, maar gaandeweg richt hij zich meer op literatuur. Hij interviewt de drie grote auteurs W.F. Hermans, Harry Mulisch en Cees Nooteboom, maar ook internationale bekendheden zoals de Israëlische auteurs David Grossman en Amos Oz of de Britse journalist Robert Fisk, naar eigen zeggen de enige westerling die ooit Osama bin Laden gesproken heeft. Voorlopig hoogtepunt van deze indrukwekkende carrière is de Gouden Uil, de literatuurprijs die hij in 2015 won met Orgelman, een biografisch werk over Felix Nussbaum, een DuitsJoodse schilder, die in de jaren dertig als balling in België leefde en in augustus 1944 in Auschwitz een anonieme dood stierf. Momenteel bereidt Mark een biografie voor van duivel-doet-al Hugo Claus.

Eva Brumagne

Opgeruimd leven: zo luidt de titel van een van de boeken die Eva Brumagne (Zegelaan 35) geschreven heeft. Die titel zegt veel over wat haar in het leven bezig houdt. Opruimen is ruimer maken, verwijderen en vrijmaken. Ze noemt het een soort van minimalisme: ‘het materiële loslaten’, zegt ze, ‘want alles wat je bezit – gebruiksdingen, meubels, kamers – moet je onderhouden, en dat kost tijd, tijd die je niet meer hebt voor belangrijkere dingen: de relatie met je partner, kinderen, vrienden, buren en jezelf. Onze tijd is beperkt, dus we moeten naar een evenwicht zoeken.’ Die zorg heeft Eva geleid in haar engagement voor het feminisme. Sinds 2011 is ze algemeen directeur van de Kristelijke Arbeiders Vrouwenbeweging, een organisatie die onder haar bestuur omgevormd werd tot Femma. Meer dan het vroegere KAV doet Femma aan sensibilisering: een belangrijk werkpunt nu is het streven naar collectieve arbeidsduurvermindering. Die strijd ligt eveneens in het verlengde van haar inzet voor ‘opgeruimd leven’. Onze ecologische voetafdruk verkleinen, consuminderen, gelijke kansen voor mannen en vrouwen: die grote hedendaagse bekommernissen horen samen, aldus Eva. Ze schrijft nu een boek over wat ze noemt: ‘gedeeld eigenaarschap in het huishouden’. Hoe kan het traditionele gezin – de levensgezellen en de kinderen – betrokken worden bij het huishouden? Zouden we kinderen niet meer bij het dagelijkse huishouden moeten betrekken, liever dan ze op te zadelen met een eindeloze reeks hobby’s?

Eva is in 2003 met haar toenmalige man in de wijk komen wonen. Sinds 2016 woont ze samen met Karolien. Haar ideeën blijven niet alleen theoretisch van aard, maar leiden voor haar (en haar huisgenoten) naar een engagement in de wijk, met een concrete zorg voor de buren. En wat gedeeld eigenaarschap betekent, zie je aan de wandelingen met de hond die telkens aan een ander lid van het huishouden te beurt vallen.

This article is from: