3 minute read
8. MATADI MORGEN
In de Vlaamse Inventaris Onroerend Erfgoed staat te lezen dat de tuinwijk Matadi sinds 8 oktober 2021 ‘vastgesteld bouwkundig erfgoed’ is. Dat klinkt geruststellend: de wijk wordt goed geconsolideerd. Maar is dat ook zo?
Wat vooral opviel bij het maken van deze Straathistories: alles evolueert. Elke woning bezette een plek die voordien nog weide, hoving of wijngaard was. Bouwmaatschappij De Goede Haard veranderde beeld en aanzien van de wijk door luiken weg te nemen, cementen deur en raamomlijstingen aan te brengen, zinken goten te vervangen door houten dakranden… En bovendien transformeerden de meeste woningen op eigen tempo: binnenmuren en schouwen verdwenen, badkamers en toiletten verschoven, oorspronkelijke deuropeningen verplaatsten, aanbouwen werden bijna de regel en gevels werden opgelapt om verbouwingen te maskeren of modieuzer te maken… In voortuinen vervingen lage muurtjes vaak de karakteristieke hagen, soms met twee pilasters of een poortje. Boompjes in de Zegelaan werden gerooid en later teruggeplaatst, gaslantaarns maakten plaats voor elektrische verlichting, de telefooncel verdween en werd vervangen door Telenetconnectoren, laadpalen en een Bpost-box …
Dus rijst de vraag: wat volgt?
Matadi kan maar een levende wijk blijven als ze anticipeert op voortdurende ontwikkelingen. Ook Matadi zal moeten nadenken over thuiswerken, nieuwe gezinssamenstellingen, de postordermarkt, de deeleconomie…
En over water. Vermits Matadi op een helling ligt en de huizen niet direct naast de straten, zullen onderlopende kelders wellicht uitblijven. Maar volstaan onze riolen bij een regenbom? Het Cadol waterwinningsgebied biedt zeker mogelijkheden om het Matadiwater op te vangen in wadi’s en traag door de bodem op te laten nemen. Daar liggen kansen voor waterspel, recreatie, herstel van het broek, nieuwe ecosystemen …
En over warmte. De temperatuur stijgt en zal blijven stijgen. De voor de hand liggende oplossing heet airco, maar de keerzijde van dit wooncomfort is geluids- en warmtelast voor de wijk, en een zware energielast voor de samenleving. Voor een vakantie kijken we vaak uit naar een geschikt microklimaat. Willen we dat ook niet in de wijk? We kunnen immers veel doen tegen het hitte-eilandeffect: meer groen, vooral bomen (zoals er initieel in alle tuinen stonden), afstromend water vasthouden… Meer ontharding ook. Op de initiële plannen van de gebroeders Jotthier werd van de totale oppervlakte slechts 20 procent bebouwd; de overige 80 bleef onverhard, tot zelfs de straten en de nog niet bestaande trottoirs. Nu is die verhouding helemaal omgekeerd en is de onverharde oppervlakte geslonken tot minder dan veertig procent. Is het niet heilzaam voor de wijk om resoluut een betonstop in te stellen? In veel steden in het zuiden vinden we ook gemeenschappelijke schaduwplekken in de vorm van grote daken, met een fris fonteintje, op een open plek. De bomen op de Place de l’Apéro zijn versleten …!
En over koude. Onze woningen moeten efficiënt verwarmd worden. Een warmtenet dient zich niet aan. Voor BEO-velden zijn de tuinen te klein. CO2-vrije elektriciteitsproductie stoot op grenzen. Verwarmen zorgt voor broeikasgassen en nadelige effecten op de internationale energiebalans. De woningen isoleren langs de binnenzijde is geen optie. De afmetingen zijn te beperkt én het gaat ten koste van de warmtecapaciteit van de bakstenen muren, waardoor de zomerse opwarming nog hinderlijker wordt. Anderzijds is Matadi terecht een erfgoedwijk. Dat brengt mee dat de beeldwaarde moet gekoesterd en bewaakt worden, wat isoleren langs de buitenzijde ook niet evident maakt.
En over mobiliteit. De wijk telt anno 2022 meer auto’s dan huizen. Vele huizen hebben een garage maar die wordt gebruikt als stapelruimte. Auto’s, die nu niet meer roesten, kunnen rustig buiten slapen, maar daardoor lijkt de wijk heel erg op een parking. Ouderen denken met heimwee aan de busverbinding via lijn vijf met halte in de Broekstraat. Een voorzichtige tegenbeweging is ingezet met een Hoppin-mobipunt onderaan de Volhardingslaan met fietsenstalling en een elektrische deelfiets, een laadpaal …
En over samenleven. Na honderd jaar is Matadi van een wijk pour les employés geëvolueerd naar een wijk voor de begoede middenklasse. De huizen zijn duur door de ligging in de berm van de stad en door de flexibiliteit om de kleine, lichte huizen te verbouwen tot vrij luxueuze residenties. Dat zet soms druk op burenrelaties en komt de sociale mix niet ten goede. Uitvliegende kinderen van Matadi hebben het zeer moeilijk om hier een nieuw nest te vinden.
Matadi blijft tot op vandaag een bijzonder aangename wijk om te wonen. Maar hoe klinken onze histories over de toekomst? Wanneer maken we die? Wie voelt zich aangesproken? Hernemen we de traditie van Matadezen die kissebissen over de kwaliteit van kasseien, de beste bomen en de juiste verlichting, de dure vertragingsbult en de verkeerscirculatie …?
Bijgevolg dringt zich een vraag op: Moet Matadi blijven rijpen als een eerbiedwaardige senior? Of durft Matadi de schok herhalen zoals in 1922 toen jonge geesten de vooruitstrevende tuinwijkgedachte naar Leuven brachten? Kan Matadi opnieuw de toon zetten met een drastische verandering die er uiteindelijk sowieso zal komen?