JAARGANG 11 NUMMER 27 SEPTEMBER 2014
IN DIT MAGAZINE:
CARMEL BOUWT! (OOK IN CRISISTIJD) KOERS 2018 LAAT ZIEN WAT WE WILLEN ‘CARMEL IS IN 8 JAAR ERG VERANDERD’ DATATEAMS ZELFSTANDIG VERDER
1
In dit nummer
CARMEL BOUWT! (OOK IN CRISISTIJD) STIJD)
4
KOERS KOER 2018 LAAT ZIEN WAT WE WILLEN
8
@ s t g ca r m e l
c @Ca rm e lVa
at u re s
Vo lg o n s ! o p Twitte r
‘CARMEL IS IN 8 JAAR ERG VERANDERD’
16
ANDERE RUBRIEKEN STANDPUNT VAN EEN SCHOOLLEIDER BELPANEL
...........
3
...................................................
6
MIJN PASSIE
...............................................
7
COLUMN ROMAIN RIJK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 CARMELCONCOURS IN BEELD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 KORT
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
HOE GING HET VERDER MET
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
COLUMN JOS BAACK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 OPMERKELIJK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
LAYAR Dit nummer van Carmel Magazine heeft een heel leuk extraatje: Layar. Met je smartphone of tablet heb je nu nog meer plezier van dit papieren magazine! Bij de artikelen op pagina 15, 17 en 22 zie je het Layar-logo.
2
DATATEAMS ZELFSTANDIG VERDER
STICHTING CARMELCOLLEGE omvat 12 instellingen voor bijzonder voortgezet onderwijs. Op ruim 50 locaties verzorgen we een breed onderwijsaanbod in een kleinschalige en veilige omgeving. Zo begeleiden we onze leerlingen. Elke dag opnieuw. Onderstaande - voornamelijk brede - scholengemeenschappen zijn aan Carmel verbonden: ◗ Almelo, Pius X College, Canisius ◗ Deventer, Etty Hillesum Lyceum ◗ Eindhoven, Augustinianum ◗ Emmen, Carmelcollege Emmen ◗ Enschede, Bonhoeffer College ◗ Gouda, Carmelcollege Gouda ◗ Groenlo, Marianum ◗ Haren, Maartenscollege, International School Groningen ◗ Hengelo, Scholengroep Carmel Hengelo ◗ Oldenzaal, Twents Carmel College ◗ Oss, Het Hooghuis ◗ Raalte, Carmel College Salland
Hoe werkt Layar? ◗ Zoek met je smartphone of tablet de applicatie Layar en download deze (gratis) applicatie (app). ◗ Houd je smartphone of tablet boven de pagina met het Layar-logo. ◗ Volg de instructies op het scherm en beleef de extra ervaring!
18
SEPTEMBER 2014
Standpunt van een schoolleider Talentontwikkeling De afgelopen jaren hebben we er als scholen hard aan gewerkt om de prestaties van leerlingen te verbeteren die een achterstand hebben. Dat lukt goed. Tegelijkertijd heeft dit succes een keerzijde. Doordat we ons met name richten op leerlingen die niet zo goed mee kunnen komen én op de gemiddeld presterende leerlingen, krijgen onze talentvolle leerlingen nog onvoldoende kans om uit te blinken. We halen er bij onze leerlingen niet altijd uit wat erin zit, zonde! Slechts een kwart van alle jongeren vindt het onderwijs uitdagend genoeg. En maar een derde zegt door hun omgeving aangemoedigd te worden om uit te blinken. Goed onderwijs betekent dat iedere leerling wordt uitgedaagd om zijn talenten optimaal te
ontplooien. Kernopdracht van scholen is voor mij ook talenten helpen ontdekken. Ons onderwijs is opgebouwd in leerjaren, waarin leerlingen van dezelfde leeftijd veelal ook dezelfde leerstof krijgen aangeboden. Meer ruimte is gewenst, aangezien niet alle leerlingen van dezelfde leeftijd zich sociaal en cognitief in hetzelfde ontwikkelingsstadium bevinden. Het kabinet gaat talentontwikkeling in het funderend onderwijs stimuleren. Staatssecretaris Sander Dekker zegt hierover: “Excelleren moet op alle niveaus in het onderwijs - van vmbo tot vwo - en op een breed gebied gestimuleerd worden. Er moet niet alleen oog zijn voor cognitieve vaardigheden, maar ook bijvoorbeeld voor creatieve en ambachtelijke vaardigheden.” Ik ben een groot voorstander van zo’n brede definitie, waarbij ontwikkeling van talent volop de ruimte krijgt en het onderwijs beter afgestemd wordt op de verschillen tussen leerlingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het sneller behalen van een diploma, het bieden van honoursprogramma’s of het modulair afsluiten van vakken op verschillende niveaus. Het doel hiervan is dat leerlingen meer worden uitgedaagd. Extra inspanningen en resultaten zouden zichtbaar moeten worden op diploma’s. Cruciaal daarbij is dat het vervolgonderwijs ook dergelijke inspanningen beloont en hierop inspeelt. Het onderwijs kent al veel goede initiatieven zoals plusklassen, technasia en tweetalig onderwijs. Mooie voorbeelden waarbij langs verschillende wegen wordt gewerkt aan uitdagender onderwijs. Onderwijs voor meer getalenteerde leerlingen is geen extra activiteit of taak voor scholen, maar een integraal onderdeel van goed onderwijs. Onderwijs met meer maatwerk voor alle leerlingen. Talentontwikkeling vraagt om ander onderwijs en andere vormen van toetsing. Belangrijk daarbij is dat belemmerende wet- en regelgeving wordt ‘opgeruimd’ en dat scholen en leraren optimaal ondersteund en gefaciliteerd worden.
‘Talentontwikkeling vergt ander onderwijs’
Het voortgezet onderwijs in Nederland biedt jongeren een prima basisniveau, maar slaagt er nog onvoldoende in om onze talentvolle leerlingen te herkennen en te stimuleren. De vraag is niet meer óf deze groep extra aandacht verdient, maar hoe we die extra aandacht vormgeven. ◗
BEN KOKHUIS Voorzitter centrale directie Pius X College/Canisius
STANDPUNT 3
Goed onderwijs is leidend
Carmel bouwt! (ook in crisistijd) Nooit eerder liepen er op Carmelscholen zo veel nieuwbouw- en verbouwprojecten tegelijk. Er is maar liefst 156 miljoen euro mee gemoeid. Hoe houd je al die projecten in de hand? Een gesprek met Leo van Wijchen, teamleider Huisvesting & Facilities, en rector Johan Supèr van het Carmel College Salland, waar het bouwstof momenteel hoog opdwarrelt. In veel opzichten zit het scholen met nieuwbouw- of verbouwplannen de laatste jaren niet mee. Gemeenten besteden geld dat zij van de overheid voor onderhoud of bouw van scholen krijgen, stelselmatig aan andere doelen. Voor alle Carmelscholen samen betrof dat de laatste jaren meer dan de helft (!) van dat budget. Er zit ook nauwelijks schot in de doordecentralisering, het overdragen van de volledige huisvestingsverantwoordelijkheid van gemeenten naar scholen. ‘We zijn hierover met slechts acht gemeentes in gesprek, in één is het gelukt en één overweegt het serieus. De rest wil er niet aan’, zegt Leo van Wijchen. En dan is er nog de krimp. Alle Carmelscholen samen zullen naar verwachting in 2025 zo’n 6.000 leerlingen minder hebben. Qua vloeroppervlak zat Carmel in 2010 al 19 procent te ruim in zijn jas. Het is een van de redenen waarom rector Johan Supèr in Raalte na de sloop van zijn oude gebouwen een kleinere school terugbouwt: ‘We krijgen tot nu toe meer leerlingen binnen dan de prognoses voorspellen, maar we moeten wel vooruitdenken.’
LOPENDE NIEUWBOUWPROJECTEN • Augustinianum, Eindhoven (fase definitief ontwerp) • Carmel College Salland, Raalte (uitvoeringsfase) • Scholengroep Carmel Hengelo, vmbo (fase definitief ontwerp) • Scholengroep Carmel Hengelo, Het Twickel College Hengelo (schetsontwerpfase)
LOPENDE REVITALISERINGSPROJECTEN • Marianum, Groenlo (schetsontwerpfase) • Maartenscollege, Haren (schetsontwerpfase) • Scholengroep Carmel Hengelo, Het Twickel College Borne (schetsontwerpfase)
4
NIET BOMBASTISCH Ondanks de tegenwind wordt er bij Carmel meer gebouwd dan ooit. Totale kosten van lopende projecten: 156 miljoen euro. ‘Bouwen kost geld, maar niet bouwen kost een vermogen’, zegt Leo van Wijchen filosofisch. ‘Leerlingen en ouders willen modern onderwijs en verouderde gebouwen staan dat in de weg. Personeelsleden kunnen er niet goed werken. En de exploitatiekosten lopen op, zodat je geen geld uitspaart maar juist extra kosten maakt. Je kunt niet wachten tot het water aan de binnenkant van de kozijnen staat.’ Carmel stelt bij het bouwen kwaliteit en doelmatigheid voorop, vindt Supèr. ‘Geen bombastische gebouwen. Carmelgebouwen volgen het onderwijs.’ Toch zijn de grote investeringen in gebouwen lastig te verkopen als het crisis is. Van Wijchen vindt dat begrijpelijk, maar legt uit dat veruit het meeste huisvestingsgeld bij gemeenten zit en dus kunnen scholen er niet vrij over beschikken. En dat er juist nú zoveel wordt gebouwd, komt doordat diverse langlopende besluitvormingstrajecten tegelijkertijd hun beslag hebben gekregen. Zelfs aan de nieuwbouw van Carmel College Salland, waar alles vlot verliep, ging vijf jaar vooraf.
EIGENHEID Een lichtpuntje van bouwen in crisistijd is dat opdrachtgevers sterker staan tegenover aannemers en leveranciers. Van Wijchen: ‘Carmel heeft daar rechtstreeks mee te maken omdat wij altijd zelf bouwheer zijn. Wij voeren altijd zelf de regie: Carmel betaalt, Carmel bepaalt.’ Dat is mogelijk doordat de afdeling Huisvesting & Facilities de laatste jaren een grote professionaliseringsslag heeft gemaakt. In een integraal model wordt naast functionaliteit ook gekeken naar kwaliteitsaspecten als akoestiek, binnenklimaat en uitstraling. ‘Jaren terug waren de financiën nog wel eens leidend’, zegt Supèr. ‘Nu beginnen ze echt bij de vraag: welk gebouw hebben we nodig voor dit onderwijs? Eigenheid en lokale context zijn van belang. Geen McDonald’s-scholen.’ Met het oog op de vele projecten in de pijplijn heeft Huisvesting & Facilities de laatste jaren veel denk-
SEPTEMBER 2014
en schrijfwerk gedaan. In een huisvestingshandboek zijn uitgangspunten, kaders, procedures en programma’s van eisen uitgewerkt. Ook ligt er een menukaart waarmee scholen kunnen zien welk huisvestingsconcept hen het meest aanspreekt. Een vergelijkbaar keuzemenu voor sportconcepten is bijna klaar.
formuleert’, is de ervaring van Van Wijchen. Vervolgens moet het ontwerp tot in de kleinste details worden uitgewerkt. Dit betaalt zich dubbel en dwars terug, in de vorm van hogere kwaliteit tegen een goede prijs en minder problemen. ‘Het liefst zou ik nog voorschrijven wat bij vorst de temperatuur van de tegellijm moet zijn, zodat de tegels twee jaar later niet van de muur vallen’, lacht Van Wijchen.
GOED GELUKT
Het resultaat? Dat is over anderhalf jaar in Raalte te bewonderen. En in Eindhoven, Hengelo, Groenlo en Haren natuurlijk. ◗
De nieuwbouw van Carmel College Salland is min of meer het eerste project waarin het “nieuwe bouwen volgens Carmel” vanaf de eerste stap gestalte krijgt. Alles staat of valt met een goede voorbereiding, merkt Supèr. Dat begint er al mee dat de school ver voor het offertestadium exact weet waar zij onderwijskundig naartoe wil. Ook is een goed ontwerpteam belangrijk, dat precies snapt wat de school wil. ‘Dat krijg je alleen als je de selectie- en gunningscriteria heel zorgvuldig
‘Bouwen kost geld, maar niet bouwen kost een vermogen’
FUNCTIONALITEIT 5
Belpanel Leerlingen van nu hebben grotendeels nog dezelfde schoolvakken als hun vaders en moeders. Terwijl de wereld toch in razend tempo veranderd is. Nieuwe technologie heeft geleid tot het ontstaan van een meer internationaal georiënteerde samenleving die steeds andere en hogere eisen stelt. Daarom pleit de Onderwijsraad, die de minister adviseert, voor regelmatige aanpassing van schoolvakken en hun inhoud. School moet volgens de raad leerlingen vooral leren verbanden leggen en samenhangen te zien. Dán zijn ze flexibel, oplossingsgericht en weten ze hoe ze de groeiende nieuwe kennis snel en goed oppakken. Anders dreigt Nederland in de wereld achterop te raken. Krachtige taal! Een beste kluif voor onze eigen Onderwijsraad: het vernieuwde belpanel. Deze keer reageert het op de stelling:
We leren niet meer de goede dingen! JOMANA AL SAMARRAI, LEERLING 5 HAVO, CARMEL COLLEGE SALLAND, RAALTE
NICO VAN DER WOUDE, DOCENT NEDERLANDS EN DEBATCOÖRDINATOR, PIUS X COLLEGE, ALMELO
‘Ik ben voor deze stelling. We krijgen steeds meer te maken met nieuwe technologie en met de effecten daarvan. Daarom is het van belang om goed bij te blijven. Het lesmateriaal moet dus worden aangepast aan de vaardigheden en de kennis die steeds belangrijker worden in deze wereld. Dan is het overigens volgens mij niet de bedoeling om te veel aan te passen, maar de leerlingen moeten wel zo geschoold worden dat ze later niet voor verassingen komen te staan. Bij ons op school zijn we bezig de overstap te maken. We doen steeds meer digitaal en samenhangen komen zeker aan de orde. Dat kan nog meer, maar daaraan wordt al gewerkt.’ ◗
‘Oneens. Ik wil het anders zeggen: we leren de dingen niet op de goede manier. Ons onderwijssysteem probeert met longitudinale leerlijnen te werken, die knikken in de leerstof veroorzaken. Ik zou liever ook transversale leerlijnen zien, dus met verbindingen tussen de vakken. En meer constructivistisch werken. Dan zien leerlingen zelf wat ze niet kennen of kunnen, dat motiveert. Ook dan blijft kennis noodzakelijk, maar we bereiden onze leerlingen wel beter voor. Ze leren gemakkelijker het geleerde toe te passen in andere vakgebieden. Ik zie dat terug in het debatonderwijs. Daar leer je kritisch denken, omgaan met informatie en creatief tot oplossingen te komen. Zowel excellente als meer zwakke leerlingen groeien daarvan. Dan zie je dat onze leerlingen veel kunnen.’ ◗
CONNIE VAN DER VEGT, OUDER, ETTY HILLESUM LYCEUM, LOCATIE HET STORMINK, DEVENTER
DIRK VAN BREE, LEERLING 6 VWO, HET TWICKEL COLLEGE, HENGELO
‘Voor mijn gevoel gaat de Onderwijsraad te kort door de bocht. Ik zie aan mijn dochter dat de motivatie en de bevlogenheid van docenten doorslaggevend is om leerlingen te stimuleren. Als we constateren dat Nederland op achterstand dreigt te geraken, zullen we breder moeten kijken naar de kwaliteit van het onderwijs. En van de docenten: die moeten goed opgeleid, gekwalificeerd en professioneel zijn. Dan hebben ze veel te bieden. Ik denk dat het meer daarin zit dan in de vakken. Dat maakt de stelling overigens lastig, want ik denk wel dat er veel beter kan en moet. Maar dat begint bij de persoon voor de klas. Die is altijd nog belangrijker dan het curriculum. Kortom: oneens.’ ◗
‘Ik zie de noodzaak niet. We leren nog steeds de goede dingen. Er is inderdaad veel nieuwe technologie en die brengt grote veranderingen met zich mee, maar de nieuwe kennis komt voort uit de oude kennis. Denk aan een mobieltje: om dat te ontwikkelen, moet je iets weten van, bijvoorbeeld, straling en elektriciteit. Dat is basiskennis, die je moet beheersen. Ik heb echt niet het gevoel dat ik onvoldoende wordt opgeleid. Het is mooi, dat verhaal van die samenhangen, maar je zult eerst kennis moeten hebben. Als er al iets anders moet, dan eerder in de sociale sfeer: wat heb je nodig om te kunnen functioneren en gelukkig te worden? Met deze stelling ben ik het echt niet eens.’ ◗
6
MIJN PASSIE
SEPTEMBER 2014
THEO DERKS (60), STAFMEDEWERKER PLANNING & CONTROL, CENTRALE DIENST HET HOOGHUIS ‘Ik ben geen echte financiële controller en ook geen P&O’er. Mijn werk zit meer áchter de cijfers: de vertaling naar een goede combinatie van mensen en middelen. Is deze aanvraag voor ouderschapsverlof goed berekend? Wie kan die langdurig zieke vervangen? Wat betekent de nieuwe cao voor onze mensen?
‘De mensen achter de cijfers’
Ik was docent natuurkunde op locatie ZuidWest toen ik werd gevraagd als roostermaker. Dat heb ik 25 jaar met veel plezier gedaan. Het puzzelen, hè! Het ultieme genot was als ik in juli zag dat de roosters niet alleen gelukt waren, maar er ook nog eens geweldig uitzagen. Voor de mensen achter de cijfers bedoel ik. Want je kunt ergens getalsmatig wel uitkomen, maar het moet ook passen bij de mensen. Een besluit kan voor hen persoonlijk grote gevolgen hebben. Daar ben ik me altijd van bewust. Daarom wil ik de mensen kennen en weten wat er op de locaties speelt. Geleidelijk ben ik meer formatiewerk gaan doen. Een jaar of drie geleden heb ik fulltime de overstap naar de centrale dienst gemaakt. Voor afspraken ga ik nog bijna altijd naar de locaties. Lekker door de school lopen, mensen ontmoeten in de personeelskamer. Ik geloof niet dat ik ooit een dag met tegenzin naar mijn werk ben gegaan. Ik vind het ook helemaal niet vervelend als ik op een vrije dag een klus moet doen. Het voelt goed als het klaar is. En dan pakken mijn vrouw en ik daarna lekker een terrasje.’ ◗
7
Koers 2018 laat zien wat we willen
‘Kwaliteit begint bij wat we zelf kunnen beïnvloeden’ Koers 2018. Dat is de titel van het nieuwe “strategisch beleidskader” dat het College van Bestuur (CvB) in het najaar uitbrengt. Hoewel het voortbouwt op Koers 2014 wordt het een ander stuk, belooft Romain Rijk, voorzitter van het CvB. ‘We zijn bij onszelf begonnen. Wie zijn we als Carmel? Wat bindt ons? Wat zit in onze genen, waaraan hebben we een broertje dood? Als we het daarover eens zijn: wat willen we dan zien?’
8
SEPTEMBER 2014
De wording van Koers 2018 loopt al sinds maanden. Geregeld vinden bijeenkomsten plaats van CvB, schoolleiders, medewerkers van het bestuursbureau en anderen. De Raad van Toezicht is eveneens betrokken. Harry Claessen, rector van het Twents Carmel College en voorzitter van het Convent van Schoolleiders, tempert de verwachtingen: ‘In vergelijking met Koers 2014 vind je geen afwijkende standpunten, wel de doorontwikkeling van een bestendige lijn.’ Tom Morskieft, voorzitter van het managementteam
‘Je krijgt alleen kwaliteit als je mensen ruimte geeft’
van het bestuursbureau, valt hem bij: ‘We bouwen dus voort en blijven aansluiten bij de actualiteit, dat is onze maatschappelijke opdracht.’ Die “actualiteit” betreft bijvoorbeeld de rapporten “Naar een lerende economie” van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en “Een smalle kijk op onderwijskwaliteit” van de Onderwijsraad, beide uit november 2013. Van recenter datum zijn het sectorakkoord voortgezet onderwijs (april 2014) en “Een eigentijds curriculum” van de Onderwijsraad (mei 2014). De stukken pleiten, onder veel meer, voor de ontwikkeling van brede(re) vaardigheden om de leerling beter voor te bereiden op de toekomst en voor meer geïndividualiseerde leertrajecten. ‘Onze sector heeft zich een aantal jaren laten leiden door wat de Onderwijsinspectie toetst’, zegt Rijk. ‘Nu stelt de Onderwijsraad de vraag of de criteria van de Inspectie wel zo maatgevend moeten zijn. Hij vraagt aandacht voor meer brede vorming van leerlingen.’ Morskieft vult hem aan: ‘Tien jaar nadruk op presteren in kernvakken en opbrengstgericht werken heeft misschien niet gebracht wat werd verwacht. Het kan volgens de Onderwijsraad leerlingen wegzetten: “Als jij mislukt, dan heb jij niet hard genoeg gewerkt.” Dat past niet bij ons “Elke mens, heel de mens en alle mensen”. Rijk: ‘Waarderen of uitselecteren? Wij kiezen het eerste. Het gaat om álle talenten, van leerlingen en medewerkers.’
SPIEGEL Elk Koersdocument is een spiegel van zijn tijd. Rijk bevestigt: ‘In Koers 2014 schreven we dat onze scholen in 2014 “bovengemiddeld” zouden moeten scoren. Achteraf minder gelukkig; naar de normen van de Inspectie zijn we niet zo bovengemiddeld. Het is maar de vraag of dát het probleem is.’ Het klinkt weloverwogen: ‘De Onderwijsraad nodigt ons uit ook zélf te bepalen wat we als “goed” en “excellent” beschouwen. Wat willen we van onze leerlingen zien? Wat van onze docenten en andere medewerkers?’ Claessen vult hem aan: ‘Ook wij trekken ons de kritiek van de Onderwijsraad aan. Vandaar dat we onszelf de vraag hebben gesteld. “Wat willen we als Carmel; wat willen we zien? Wanneer zijn wij tevreden?” Daarop geeft Koers 2018 het antwoord.’ Het is de uitkomst van een doorwrochte procedure, met gebruikmaking van serious gaming en diepgaande gesprekken in groepen van wisselende samenstelling. Morskieft: ‘Met vragen als: “Wat vind jij belangrijk in je school, waar ligt de essentie van je onderwijs? Waar zien we met elkaar overeenkomsten of juist verschillen?” Steeds keerden dezelfde begrippen terug, die de schoolleiders op gelijke wijze interpreteerden. Bijvoorbeeld over het belang van een deugdelijke en degelijke organisatie, van brede vorming en kennisdeling.’
9
HET EIGEN CARMELVERHAAL Koers 2014, dat in 2011 werd gepubliceerd, kenmerkt zich door een opvallend heldere opzet. Naast vaak concrete passages over de ambities, bieden kaders inzicht in wat nog in 2011 en wat in 2014 bereikt zou moeten zijn. Het nieuwe Koersdocument wordt anders, legt Roman Rijk uit: ‘Het eerdere document ademt de geest van die periode. We kijken nu naar wat we nog meer van onderwijs verwachten.’ Op dat spoor zit ook de Raad van Toezicht, vertelt Rijk: ‘Die adviseert niet te veel in termen van ambities te formuleren. “Schrijf in praktijken. Wat wil je terugzien, wat wil je tegenkomen?” Dat proberen we. De uiteindelijke versie zal dan een mix zijn, van meer algemene tekst én van beschrijvingen van dingen die we met elkaar willen tegenkomen. Koers 2018 wil benoemen wat we met z’n allen willen en geeft ruimte voor eigen ontwikkeling en keuzes op locatie.’ ◗
BREDE ONTWIKKELING Geleidelijk worden de contouren van Koers 2018 zichtbaar. ‘Met elkaar hechten we veel waarde aan brede ontwikkeling’, zegt Claessen. ‘Vanuit “Heel de mens”, zeg maar. We kijken waarmee en hoe we onze leerlingen willen toerusten. Natuurlijk met aandacht voor rekenen en taal, maar andere vakken zijn even belangrijk. Brede ontwikkeling komt ten goede aan álle resultaten. Juist hier zie je de doorontwikkeling van Koers 2014.’ ‘Je ziet nóg iets’, neemt Rijk over, ‘jarenlang mocht Carmel zich niet met het onderwijs bemoeien. Dat was van de scholen. Vier jaar terug constateerden we een kentering, toen we spraken over een “uniform profiel van kwaliteit”. Dat is er nog niet, maar we weten: als je naar brede kwaliteit wilt, dan móet je het met elkaar over de inhoud van je onderwijs hebben. Tijdens de voorbereiding van Koers 2018 hebben we geleerd meer indringend met elkaar te spreken over de kwaliteit van het onderwijs en over resultaten vanuit verschillende verantwoordelijkheden.’ Zo kom je uiteindelijk tot een meer eenduidig besef van Carmelkwaliteit, meent Morskieft. ‘Die kun je merkbaar laten zijn en meetbaar. Niet uitsluitend in getallen, ook door praktijken te beschrijven en te delen. Binnen Carmel en daarbuiten, door bijvoorbeeld intensivering van het contact met primair onderwijs. En met mbo en hbo, zodat we weten hoe onze leerlingen het daar doen.’ Claessen knikt: ‘Bij brede ontwikkeling hoort
10
brede verantwoordelijkheid voor de onderwijsketen. Neem de pabo. De grootste oorzaak van uitval daar is onvoldoende motivatie. Dan moeten wij ons afvragen wat wíj als voortgezet onderwijs nog hadden kunnen doen om die leerling tot een goede keuze te leiden.’
IN DE SCHOLEN De benadering die Koers 2018 voorstaat, wordt in de scholen zichtbaar, weet Claessen: ‘Ik ben ervan overtuigd dat we dichter bij onze medewerkers komen. De recente eenzijdige benadering heeft vervreemdend gewerkt. Mensen werken in het onderwijs omdat ze iets hebben met kinderen en ontwikkeling. Wie bij Carmel werkt, kiest voor de bredere aanpak.’ En daarmee voor de gelijkwaardigheid van schoolvakken. ‘Die zijn allemaal belangrijk’, benadrukt Rijk nog eens, ‘wij maken geen onderscheid tussen kernvakken, doorstroomrelevante vakken en vakken “achter de streep”.’ ‘In het verlengde hiervan: we waarderen verschillen tussen docenten’, neemt Claessen het woord weer. ‘Naast “teacher-leaders” hebben we vakinhoudelijk goede docenten nodig. Het gaat om samenhang,
‘We willen niet knippen, maar verbinden en integreren’
SEPTEMBER 2014
‘We zoeken ook op andere terreinen verbinding’, gaat Claessen verder. ‘We hebben alles uit elkaar getrokken in afzonderlijke vakken, de kunst is om zaken bij elkaar te brengen. Binnen het Twents Carmel College bijvoorbeeld, kijken we wat we in een profielwerkstuk willen zien. Dat is meer dan het eigenlijke onderwerp, we vragen ook oriëntatie op vervolgonderwijs en achterliggende beroepswereld, en een ethische beschouwing. En loopbaanoriëntatie en -begeleiding moet ook meer zijn dan een lesuurtje per maand. We moeten niet knippen maar verbinden en integreren.’
RUIMTE Hier liggen mogelijkheden om Carmel als kennisalliantie te versterken, signaleert Morskieft: ‘We hebben de goede mensen, we werken aan een adequate ICT-infrastructuur.’ Dat opent volgende deuren, verwacht Rijk. ‘Onder meer de WRR wijst erop dat we de leerling nog veel meer in het middelpunt moeten plaatsen. Zo ver zijn we in het voortgezet onderwijs niet. We lopen aan tegen lessentabellen en andere starre systemen, terwijl voor de leerling meer flexibiliteit gewenst is. Dat kan meer dan vroeger, zelfs binnen de bestaande wet- en regelgeving. Die ruimte is er, maar die moeten we zien en benutten.’ Het besef is er dat het nemen van die ruimte geleerd moet worden. Dat ook medewerkers gestimuleerd moeten worden om op basis van hun professionaliteit keuzes te maken en hun vrijheid te benutten. Claessen: ‘Je krijgt alleen kwaliteit als je mensen de ruimte geeft. Dan ontstaat eigenaarschap van onderwijs en resultaten.’ Hij ziet een overeenkomst met de situatie in de scholen. ‘We willen de leerlingen in staat stellen de regie te nemen over hun eigen ontwikkeling, zodat ze eigenaar worden van hun eigen verhaal. Dat willen we bij onze medewerkers eveneens bereiken.’ Rijk knikt instemmend: ‘Dán krijg je parallelle processen die elkaar beïnvloeden en versterken.
COLUMN
verbinding.’ Dat heeft al meermalen verrassend uitgepakt, zegt Morskieft onder verwijzing naar de datateams. ‘Daar komen alle invalshoeken bij elkaar om oplossingen voor een probleem te vinden: alfa, bèta en gamma. In één van die teams vertelde een leraar wiskunde enthousiast over de samenwerking met een docent klassieke talen. Die was er waarschijnlijk anders niet geweest.’ Rijk knikt: ‘Kwaliteit begint bij wat je zelf kunt beïnvloeden.’
SPELSYSTEMEN EN (BE)STUREN 8 juli 2014. We staan aan de vooravond van de halve finale van het WK2014. Al weken debatteren deskundigen over spelsystemen van onze nationale trots: 4-4-3, 5-3-2, 3-5-2. Zo ongeveer elke combinatie die op papier mogelijk is, komt langs. Op flipovers legt Ronald de Boer uit hoe de backs “hoog” of “laag” hun rol zullen invullen. Verdedigend of juist aanvallend en druk zettend. Het spel is niet altijd mooi, maar het resultaat mag er zijn. Goed besturen gaat in feite ook over spelsystemen, veldbezetting, checks and balances, tegenkrachten en positiewisselingen. Ruimte maken en geven, kansen benutten. Een hecht team smeden van harde werkers en briljante geesten. Niet iedereen hoeft hetzelfde te kunnen, maar door elkaar aan te vullen en voor elkaar te gaan, ontstaat de winnende combinatie, ontstaat geloof in eigen kunnen en succes. Formele functiebeschrijvingen geven je positie op het veld aan, maken duidelijk wat je taak is. Maar een elftal dat alleen maar spelers kent die vast op de eigen posities blijven staan, maakt niet veel kans op succes. Dat gaat niet echt lopen, daar zitten geen verrassingen in. Goed besturen vraagt dus om spelers die hun primaire taak goed uitvoeren, maar die soepel kunnen switchen. Het bekende harkjesmodel dat het organogram van organisaties uitbeeldt, is dus per definitie de verkeerde voorstelling van zaken. Harkjes bestaan uit rechte lijnen, zijn niet soepel en kunnen niet swingen. Harkjes geven alleen formele posities aan, maar zeggen niets over hoe (be)sturen feitelijk zou moeten gaan. ◗
ROMAIN RIJK Voorzitter College van Bestuur, Stichting Carmelcollege
De voorzitter van het CvB hoopt na de zomer de discussie te verbreden en af te tasten hoe de gedachten van Koers 2018 aanvoelen. ‘Het stuk zal handen en voeten in de scholen moeten krijgen. Met een vertaling per school en per team. Daar kan iedereen nu al mee beginnen, niemand hoeft te wachten tot het document er ligt.’ Lachend: ‘Hier past bescheidenheid. De wereld verandert niet door Koers 2018.’ ◗
11
Carmelconcours 2014 Op 19 juni 2014 was manege Boekweitakkers in Dalerveen het toneel van het tweede Carmelconcours van Carmelcollege Emmen. Zestien ruiters streden om de eer in de categorieën dressuur en springen. Bijna allemaal zitten ze op het Carmelcollege Emmen en zijn daarnaast op hoog niveau bezig met paardensport. De organisatie was in handen van Alex Scheper, topsport- en talentbegeleider van de school, en Gert Pruim, vader van één van de deelneemsters.
Op het manegeterrein de trailers af en aan. Sterre Uiterwijk (2 mavo/havo) laadt haar paard Sundowner uit.
Zoë Pruim (5 havo) haalt haar paard Fyrista alvast van stal. Het idee om het Carmelconcours nieuw leven in te blazen, kwam van Zoë’s vader, Gert Pruim. Waarom alleen schoolwedstrijden voor de teamsporten? Dat vond Alex Scheper ook.
Poetsen, hoeven krabben: Fyrista laat het zich graag welgevallen.
Langzaam druppelen de ruiters en paarden binnen. Samen met haar moeder checkt Richelle Hoogeveen (4 mavo) bij Alex Scheper haar plaats op de startlijst. Fotomomentje. Zoë met Fyrista.
12
SEPTEMBER 2014
Opzadelen maar. Carmelcollege Emmen heeft relatief veel leerlingen die op hoog niveau paardrijden.
Sterre trekt haar wedstrijdkleding aan. Thema vandaag: rood-wit-blauw-oranje!
Richelle maakt met haar pony Kantje’s Cupido een rondje in de bak. Hoog tijd om op te stijgen. Over een kwartiertje begint de dressuurwedstrijd. Het eerste Carmelconcours was trouwens zeven jaar geleden, toen het grasveld naast de school plaats ging maken voor kunstgras. Nu wordt de traditie nieuw leven in geblazen.
Zoë met Fyrista tijdens de springwedstrijd. Dit jaar nog voor de eer, volgend jaar hopelijk voor echte wedstrijdpunten, als het Carmelconcours een officiële wedstrijd wordt.
13
Kort MONDRIAAN COLLEGE WORDT LOCATIE VAN HET HOOGHUIS Per 1 januari gaan de Osse scholen Het Hooghuis en het Mondriaan College fuseren. Alle formele stappen zijn afgerond. Na gedegen voorbereiding, de goedkeuring van de minister van Onderwijs (in april jl.) en instemming van Medezeggenschapsraden en Raden van Toezicht heeft het College van Bestuur het fusiebesluit bekrachtigd.
NIEUWE IEUW W WEBSITE EBSITE CARMEL EB CARMEL.NL NL De bestuurlijke fusie is op 1 januari 2015. De zogenaamde ‘institutionele fusie’ is per 1 augustus 2015, maar wellicht ook al per 1 januari 2015. Dat gebeurt alleen als OCW/DUO kan garanderen dat er bij een institutionele fusie per 1 januari 2015 geen uitvoeringsproblemen ontstaan rond bekostiging. Els Brendel is tot 1 januari 2015 interim-rector van het Mondriaan College. Zij wordt ter zijner tijd opgevolgd door een locatiedirecteur. ◗
Carmel heeft een nieuwe website. Met de nieuwe, responsive site spelen we in op het toenemende bezoek via tablets en mobiele telefoons. Op carmel.nl volg je nu het laatste nieuws over ons en onze scholen, kun je in de kalender zien wanneer er een studie- of netwerkdag is (en direct in je agenda zetten) én je vindt er de laatste Carmelvacatures. Dit betekent dat de aparte jobsite carmelvacatures.nl verdwijnt. Het Carmel Intranet is het volgende onderdeel dat binnenkort flink op de schop gaat. Heb je opmerkingen of suggesties? Stuur deze dan naar hoogendijk@carmel.nl. ◗
NIEUWE CAO VO CARMEL AWARD 2014 Ook afgelopen schooljaar is de Carmel Award uitgereikt. Op vrijdag 11 april 2014 namen Sterre Schriemer, Leanne Meurs en Mara Groeneveld uit 6 vwo van Scholengroep Carmel Hengelo (Lyceum De Grundel, Hengelo) en Shirley Cui en Eline Cui uit 5 havo van Het Hooghuis (Titus Brandsmalyceum, Oss) de hoofdprijzen in ontvangst.
In april kwamen de sociale partners tot een onderhandelaarsakkoord over een nieuwe CAO VO. Deze is ingegaan op 1 augustus 2014 en heeft een looptijd van 1 jaar. Download de cao-teksten op vo-raad.nl.
VOLG JE ONS OP SOCIAL MEDIA? Dit schooljaar vindt de Carmel Award plaats op donderdag 9 april 2015. Meer informatie over de Carmel Award 2015 vind je op het Carmel Intranet. ◗
14
Twitter: @stgcarmel en @CarmelVacatures facebook.com/stgcarmel youtube.com/stgcarmel linkedin.com/company/stichting-carmelcollege ◗
je van bekijk heoltlefilidmp endag ing de scho Hoe ging het verder met...
Kennisuitwisseling
SEPTEMBER 2014
SCAN MET
KIJK OP PAGINA 2
Carmel als kennisalliantie: daar is een belangrijke plaats voor weggelegd in de nieuwe Koers 2018. Medewerkers leerden ook vorig jaar al op tal van manieren van elkaar, bijvoorbeeld tijdens de vernieuwde Schoolleidingendag.
Het accent op kennisuitwisseling in de nieuwe Koers komt niet uit de lucht vallen. Binnen Carmel leren collega’s in alle lagen en functies al jaren van elkaar. Zo zijn er studiedagen en netwerken over passend onderwijs, zorg, tweede fase, onderbouw, vmbo en kwaliteitszorg. Er zijn leer-werkconferenties over LC- en LD-functies. Er zijn collegiale visitaties, waarbij scholen zichzelf zien door de bril van een ander. En datateams, waarin collega’s gedegen onderzoek doen naar vraagstukken uit de praktijk. Verder komen er dikwijls intervisiegroepen of leernetwerken voort uit de masteropleidingen die steeds meer Carmelcollega’s volgen. En de startbekwaamheidstrajecten voor aspirantteamleiders hebben op veel scholen een vliegwielfunctie voor de professionalisering.
SCHOOLLEIDINGENDAG Als het gaat om kennisdeling, is een bijzondere rol weggelegd voor de Schoolleidingendag: afgelopen schooljaar op 17 april 2014 in Wolfheze. Ruim tweehonderd deelnemers uit alle managementlagen van alle Carmelscholen kwamen bijeen voor een dag vol inspiratie en uitwisseling. Bijzonder was dat voor het eerst alle workshops door “eigen” mensen werden verzorgd: het was kennisdeling in optima forma. Na de keynotelezing van prof. dr. Geert ten Dam, voorzitter van de Onderwijsraad, volgden 24 presentaties en workshops over projecten, master-afstudeeronderzoeken, experimenten, pilots en meer.
OPEN UITWISSELING
‘Schoolleidingendag 2014: bevlogenheid en betrokkenheid’
Fennanda van Goor, lid managementteam bestuursbureau, maakt deel uit van de stuurgroep management development. Zij zegt over de Schoolleidingendag: ‘Het ging echt om leren van en met elkaar. Dat leidde tot een bijzondere dynamiek. Omdat alle voorbeelden “uit eigen huis” kwamen, was de herkenbaarheid veel groter. De drempel om vragen te stellen was laag en dat leidde tot een heel open uitwisseling. “Dit weten we, hier zijn we nog niet uit, wat denken jullie hiervan?” Deelnemers gingen echt met elkaar in gesprek. Er was een combinatie van bevlogenheid en betrokkenheid. Dat zie je ook terug in de reacties die ons via de schoolleiders hebben bereikt. Heel vaak kregen we de vraag of we het volgend jaar weer volgens dezelfde formule kunnen doen. Dat zegt genoeg. De schoolleidingendag 2014 genereerde niet alleen heel veel energie, we hebben met zijn alleen ook weer een basis gelegd voor kwalitatief goed onderwijs. Het leren van nu en de toekomst.’ ◗
Alle presentaties van de Schoolleidingendag 2014 zijn na te lezen op het Carmel Intranet. ◗
15
‘Carmel is in acht jaar erg veranderd’ De opvolger is bekend. Op 1 januari 2015 treedt drs. Fridse Mobach toe tot het College van Bestuur als opvolger van Ton Thomassen RA, die met pensioen gaat. Hij is dan ruim acht jaar bestuurder van Carmel
Fotograaf: Ger Loeffen
geweest. ‘Er is veel veranderd. Ik zie grote verschillen.’
Ton Thomassen
In elk exitgesprek komt de vraag wat de vertrekkende persoon heeft bereikt. Die kant wil Thomassen niet op. ‘Het past niet bij mij’, zegt hij. En: ‘Het zou niet terecht zijn. Alles wat je wilt en bereikt, doe je sámen, dat is mijn overtuiging. In het College van Bestuur werken Romain en ik volstrekt collegiaal. Dat betekent ook: samen met het Convent van Schoolleiders, de Raad van Toezicht, alle medewerkers.’
richting) en bracht het als beroepsofficier tot de rang van majoor. ‘Ik heb er geleerd dat iedereen altijd moet handelen. In gevechtssituaties kun je niet wachten tot de generaal terug is. Iedereen moet iets en dat maakt een organisatie beter en sterker. Vooral als je daarbij samenwerkt.’
BESLUITEN NEMEN Hij zegt het stellig. Mede door zijn militaire achtergrond. Thomassen studeerde onder meer aan de Koninklijke Militaire Academie (administratief-economische
16
Thomassen verliet de krijgsmacht toen hij op formele gronden niet in aanmerking kwam voor een
SEPTEMBER 2014
functie waarvoor hij gevraagd was en die hem trok. ‘Hét moment om verder te kijken. Ik heb gewerkt als accountant en consultant, in loondienst en als zelfstandig ondernemer. Besluiten nemen, hè. Niet afwachten.’ Die attitude bracht hem in de kringen van het onderwijs. ‘Een verhaal apart’, zegt Thomassen. In 1986 bezocht hij met zijn vrouw een bijeenkomst van de ouderraad op de school van zijn dochter. ‘Er werden nieuwe leden gezocht. Mijn vrouw stond op en zei: “Ton wil dat wel doen!” Een paar maanden later werd ik voorzitter van de ouderraad. Zeven jaar gedaan. Bij mijn afscheid droeg de ouderraad me voor als lid van het schoolbestuur. Daar werd ik voorzitter van de werkgroep die vorm moest geven aan een nieuwe structuur, met een College van Bestuur en een Raad van Toezicht.’ Zo kwam hij tot twintig jaar bestuurlijke ervaring in het onderwijs. Voor een bureau voor executive search aanleiding hem te benaderen voor de functie van lid van het College van Bestuur van Carmel. De afloop is bekend. ‘Ik heb het altijd belangrijk gevonden iets voor de samenleving te doen. Noem het een drive, een sterke intrinsieke motivatie. Je moet iets over hebben voor de gemeenschap. Bovendien ben ik nooit bang geweest om aan iets nieuws te beginnen. Je leeft maar één keer.’
zo.’ Onbewust sluipen er dan toch nog wat observaties in. Over de teams, bijvoorbeeld: ‘Vaak is het nog een aanduiding voor een organisatorische eenheid. Maar een echt team is méér, daar doe je iets voor elkaar en je maakt weloverwogen gebruik van elkaars kwaliteiten. Dat zou ik vaker willen zien. Dat kan bij Carmel, je mag bij ons fouten maken, mits je ervan leert. Als mensen geen fouten mogen maken, ontneem je hen hun eigen verantwoordelijkheid.’ Nog een punt: ‘Het scouten van mensen. Een moeilijk onderwerp, maar veelbelovende mensen zou je een carrièrepatroon kunnen voorhouden, dat gebeurt in andere sectoren ook. Meer doorstroming zou eveneens goed zijn. Maar houd me ten goede: dit zijn particuliere observaties. Op 1 januari 2015 ben ik weg.’ Zal hij Carmel missen? ‘Ja en nee’, luidt het antwoord. ‘Er ligt een nieuwe uitdaging als bestuurslid van Stichting De 4Daagse Nijmegen. Dat staat nu nog op een laag pitje door tijdgebrek. Na 1 januari wordt dat anders en daar heb ik zin in. Ach, ik zal wel eens met weemoed terugdenken, maar ik kijk liever vooruit.’ ◗
SCAN MET
KIJK OP PAGINA 2
ismaken? met alvast idkesennmo bach fr
GROTE VERSCHILLEN Al wil Thomassen niet over “zijn” verdienste spreken, hij stelt vast dat Carmel sinds zijn eerste dagen in 2006 is veranderd. ‘Dat gaat geleidelijk, maar ik zie grote verschillen.’ Gevraagd welke, neemt hij even bedenktijd. ‘Het belangrijkst is dat de organisatie Carmel en de aangesloten scholen nu individualiteit beter kunnen combineren met gezamenlijkheid en collectieve belangen. Daardoor worden we steeds meer een kennisalliantie. Recent hebben we stappen gezet in de richting van meer centralisatie van de ICT. Van groot gewicht is verder de toegenomen aandacht voor de pedagogisch-didactische toerusting en de identiteit en spiritualiteit van Carmel. Maar, nogmaals: ik heb daaraan bijgedragen, ik heb het beslist niet alleen gedaan.’ In dit verband wijst hij op de vele leidinggevenden die een management developmenttraject hebben gevolgd. ‘Zo ontstaat een gemeenschappelijke taal. Dat gaat zover dat we bij de werving van nieuwe schoolleiders niet alleen kijken of ze in het profiel passen, maar ook of ze in het geheel van Carmel passen. We zijn meer een club geworden.’
OBSERVATIES En nu dan zijn afscheid. Nee, Thomassen wil niets meegeven. ‘Ik heb acht jaar gelegenheid gehad mee de koers uit te zetten. Met veel plezier, maar het is goed
Fridse Mobach
17
Datateams zelfstandig verder
‘Het denken in de school verandert’ Steeds meer Carmelscholen laten speciale onderzoeksteams van docenten en schoolleiders naar oplossingen zoeken voor ingewikkelde onderwijsvraagstukken. Diverse ‘datateams’ van het eerste uur staan inmiddels al een jaar op eigen benen. Hoe loopt dat? Verslag uit Oldenzaal en Almelo.
‘Door vragen te stellen zijn we onderzoeksmatig gaan denken’
V.l.n.r.: Mirthe Tijman op Smijers, Nicole Teunissen, Marjo Nijmeijer, Marijke Lanjouw en Gitti Burema
SEPTEMBER 2014
Hoofdpijn krijgen veel scholen ervan: een dalend rendement in de bovenbouw. Te veel leerlingen blijven zitten of stromen af naar een lager onderwijstype. En de oorzaak? Probeer daar maar eens een vinger achter te krijgen. Ook de locaties Almelo van Canisius en Lyceumstraat van het Twents Carmel College in Oldenzaal worstelen met dit probleem. Canisius signaleerde dat zijn doorstroomrendement op de havo al drie jaar onder het landelijk gemiddelde zat. En het Twents Carmel College zag het percentage 3 vwo-leerlingen dat afstroomt naar 4 havo, in drie jaar tijd verdubbelen tot 9,6 procent. Wat was er toch aan de hand? Beide scholen besloten een datateam in te zetten. Dit is een klein onderzoeksteam van docenten en schoolleiders dat met behulp van gegevens (data) oplossingen zoekt voor hardnekkige onderwijsproblemen.
HOUVAST Sinds een jaar of drie stimuleert Carmel de vorming van dit soort datateams. Het mes snijdt aan twee kanten: de onderzoeksuitkomsten helpen om de onderwijskwaliteit te verbeteren en het doen van onderzoek stimuleert de professionele ontwikkeling van de medewerkers. Eind 2011 ging een eerste lichting van tien teams van start, waaronder die van Twents Carmel College locatie Lyceumstraat (inmiddels bekend als “Datateam Determinatie”) en Canisius locatie Almelo (inmiddels bekend als “Datateam Canisius 1”). Een tweede tranche van nog eens tien teams volgde in het najaar van 2013. Alle teams werden twee jaar lang begeleid door de Universiteit Twente. Er werden instrumenten ontwikkeld om de teams meer houvast te geven, zoals een achtstappenplan voor het doen van onderzoek: probleem definiëren (1), hypotheses opstellen (2), data verzamelen (3), de kwaliteit van de data controleren (4), de data analyseren (5), interpreteren en conclusies formuleren (6), maatregelen nemen (7) en die tot slot evalueren (8). Het bleek geen overbodige luxe. Onderzoek doen is voor docenten nu eenmaal geen dagelijkse kost.
WENNEN Inmiddels is voor alle datateams de begeleidingsperiode afgelopen. Van de eerste lichting zijn drie datateams gestopt, drie scholen zijn met een nieuw team gestart en drie datateams van het eerste uur zijn zelfstandig doorgegaan met hun lopende onderzoek (zie kader). Het “Datateam Determinatie” op het Twents Carmel College locatie Lyceumstraat hoort tot die laatste groep. Voor hen was het wegvallen van de begeleiding wel even wennen, zeker omdat ze net een nieuwe weg in het onderzoek waren ingeslagen. Lange tijd hadden ze gezocht naar verklaringen voor de eerdergenoemde afstroom van 3 vwo naar 4 havo. Die vonden ze niet: hun hypotheses bleken niet te
kloppen. Opmerkelijk genoeg verminderde de afstroom intussen wél. Een indirect effect van de toegenomen bewustwording bij docenten, denkt voorzitter Marjo Nijmeijer van het datateam. ‘Ons onderzoek heeft afstroom op de agenda gezet en dat heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat de overgangsnormen zijn aangepast en docenten duidelijker zijn geworden in hun adviezen.’ Onderwijl diende zich een nieuwe prioriteit aan. De doorstroom van 3 naar 4 havo bereikte met 66,1 procent een dieptepunt. Het datateam gooide het roer om en richtte zich op dit probleem. Opnieuw bleek het lastig om grip te krijgen op de oorzaken. Maar het effect op het denken in de school werd sterker. ‘Doordat wij vragen zijn gaan stellen, zijn steeds meer mensen onderzoeksmatig gaan denken’, zegt Marijke Lanjouw van het datateam. ‘Veel docenten en mentoren hadden zich bijvoorbeeld nooit zo gerealiseerd dat je gericht kunt sturen op dit soort zaken.’
DATATEAMS LIJKEN EFFECTIEF Voor de zomervakantie maakten onderzoekers van de Universiteit Twente een belronde langs alle negen Carmelscholen uit de eerste tranche. Drie datateams bleken na het aflopen van de begeleidingsperiode te zijn doorgegaan met hun lopende onderzoek. Nog eens drie datateams zijn in vernieuwde samenstelling verder gegaan. Op de drie overige scholen zijn de datateams om uiteenlopende redenen gestopt. Min of meer tegelijkertijd werden de uitkomsten bekend van een kwalitatief onderzoek onder zes van deze Carmelscholen. Een greep uit de bevindingen: • Op drie van de onderzochte scholen heeft het werken met datateams zich duurzaam een plaats op school verworven. Die scholen kenmerken zich bijvoorbeeld door een visie op datagebruik en een gedeelde visie op werken in een datateam. Maar bijvoorbeeld ook door de aanwezigheid van een “teacherleader” in het datateam die na afloop van de begeleiding voor continuïteit zorgt. Of door gelijkwaardigheid in de besluitvorming, door steun vanuit de schoolleiding en door facilitering van de teamleden. • Bij bijna alle scholen heeft het werken volgens de datateam-methode tot meer kennis, vaardigheden en toepassing door de teamleden geleid. • Twee van de scholen hebben inmiddels hun probleem opgelost of gereduceerd. ◗
19
VERGELIJKBAAR ONDERZOEK Toen het datateam uit Oldenzaal zich na het verwerpen van zijn laatste hypothese beraadde op de toekomst, hoorden zij dat een ander datateam uit de eerste lichting een vergelijkbaar thema had: Canisius 1. Dit team was aan het zoeken naar manieren om het doorstroompercentage in 3, 4 en 5 havo van de school weer op het landelijk gemiddelde van 85 te krijgen. Ook deze docent-onderzoekers hadden niet een-tweedrie beet. Diverse hypotheses werden onderzocht en verworpen. Tot het team rond de jaarwisseling van 2012 iets interessants op het spoor kwam. ‘Eerst dachten we dat leerlingen die in 3 havo na een slechte start toch overgingen, datzelfde probeerden in 4 havo’, zegt Geran te Lintelo, teamleider bovenbouw havo en namens de schoolleiding lid van het datateam. ‘Maar dat bleek niet zo te zijn. Wel bleken de resultaten in periode 1 een goede voorspeller van de kans op zittenblijven in 4 havo. De leerlingen die in periode 1 op doubleren/bespreekgeval stonden, hadden maar 50 procent kans om aan het eind van het jaar over te gaan. En van alle zittenblijvers in 4 havo had 99 procent in periode 1 een doubleren- dan wel bespreekgevalrapport gehad.’ De crux bleek te zitten bij hun motivatie, concentratie, taakaanpak, mogelijkheid tot memoriseren, lichamelijke conditie en welbevinden. ‘Daarom hebben we nu voor alle 4 havo-leerlingen in periode 1 een mentorles ingevoerd’, vervolgt Te Lintelo. ‘Verder is
het onze bedoeling om komend jaar alle leerlingen die na de eerste periode in leerjaar vier nog op “bespreekgeval/zittenblijven” staan, een verplichte cursus aan te bieden.’
RAADPLEGEN Ook al was de procesbegeleiding formeel afgelopen, in het eerste jaar van hun zelfstandigheid mochten de datateams van de eerste lichting nog vijfmaal de begeleiders van de Universiteit Twente raadplegen. Canisius 1 heeft van die mogelijkheid geen gebruik gemaakt. ‘Dit type onderzoek hebben we inmiddels wel zo’n beetje onder de knie’, zegt voorzitter Patrick Kleine Staarman van het datateam. ‘We hebben vrij veel deskundigheid in huis. Een van onze teamleden is de kwaliteitszorgmedewerker en zij heeft ruime ervaring met data-analyse.’ Het “Datateam Determinatie” van het Twents Carmel College Lyceumstraat maakte daarentegen juist dankbaar gebruik van de consultatiemogelijkheid. ‘Het afgelopen schooljaar hebben we vooral besteed aan het opzetten van een kwalitatief onderzoek’, vertelt datateamlid en adjunct-directeur derde klassen Gitti Burema. ‘Omdat wij tot nu toe nooit kwalitatief onderzoek hadden gedaan, viel dat niet mee. Met onze zoektocht naar een antwoord zijn we het afgelopen jaar daardoor niet veel verder gekomen.
‘Het datateam stelt een vraag en dan gebeurt er van alles’
20
SEPTEMBER 2014
COLUMN
Wel hebben we veel geleerd over het doen van kwalitatief onderzoek. Mede geïnspireerd door “Canisius 1” gaan we leerlingen en docenten bevragen om inzicht te krijgen in de rol van motivatie bij zittenblijven. Ik heb er alle vertrouwen in dat dit kwalitatieve onderzoek ons volgend jaar wel gaat lukken. En wat nog steeds het mooiste is: zodra wij als datateam een vraag stellen, zien we van alles gebeuren in de school. Het datateam heeft echt de bewustwording aangezwengeld.’
STAP 8 Het onderzoek van “Canisius 1” bevindt zich inmiddels in de slotfase (stap 8 van het stappenplan), waarna het team in ruste gaat totdat zich een ander onderzoeksonderwerp aandient. De mentorlessen zijn ontwikkeld, gegeven en inmiddels alweer geëvalueerd. ‘De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we na periode 1 qua aantallen doubleurs en bespreekgevallen in 4 havo nog geen verbetering zagen’, zegt Te Lintelo. ‘Het percentage doubleren/bespreekgeval lag zelfs iets boven dat van het jaar daarvoor aan het eind van periode 1. Maar op het eind van 4 havo was de doorstroom 92 procent, tegenover 83 vorig jaar. En van de groep doubleurs/bespreekgevallen in periode 1 is geen 50, maar 22 procent blijven zitten. Kortom, hebben we de goede interventie gedaan? Na periode 1 leek het er niet op, maar aan het eind van het schooljaar wel.’
GEMISTE KANS Waar zijn de vijf lesvrije dagen gebleven nu de zomervakantie is ingekort? Dat is niet zo moeilijk. Heel Nederland heeft voor twee weken meivakantie gekozen. Heerlijk, zo’n extra lange vakantie in mei en de mogelijkheid om naar Andalusië en Toscane te gaan. Iedereen blij, zou je denken. Maar de prijs is hoog. Tel uit je leerwinst, schreef Ton van Haperen in het Onderwijsblad. En zo is het maar net. Van half april tot de grote vakantie was het bij ons op school een aaneenschakeling van onrust en lesuitval: excursies, Pasen, laatste lesdag, twee weken meivakantie, eindexamens, Hemelvaart, Pinksteren, herexamens, proefwerkweek, herkansingen, activiteitendagen, rapportvergaderingen, sportdagen. Van de twaalf weken verliepen er drie volgens rooster. Zelfs een brave en plichtsgetrouwe docent als ik heeft dan moeite met het vasthouden van rust en regelmaat, laat staan de leerlingen. Het laatste kwartiel is weggegooide onderwijstijd. We hadden als onderwijssector ervoor kunnen kiezen om die vijf dagen te spreiden over het jaar, zoals bedoeld. Het had nog veel creatiever gekund. Er wordt veel geklaagd over de werkdruk in het onderwijs. Logisch. Als je twaalf weken vakantie hebt, moet je de resterende veertig weken hard werken. En als je de vakanties zo onevenwichtig verdeelt, is het lastig om je ritme vast te houden. We kunnen ook voor het volgende kiezen. Voor de docent: in plaats van 25 uur lesgeven in 36 weken 20 uur lesgeven in 45 weken. Voor de leerling: in plaats van 32 lessen in 36 weken 25,5 lessen in 45 weken. Je houdt een rustige werkweek van vijf lessen per dag over en een normaal aantal vakantieweken. Voor de docent voldoende tijd ’s middags voor overleg en voor- en nawerk. Voor de leerling voldoende tijd ’s middags voor huiswerk en extra begeleiding. ’s Avonds is iedereen vrij. Geen lange dagen, geen piekweken, geen gestress, maar rust en regelmaat. Iedereen blij, zou je denken. Het is een cultuurschok, ik weet het. ◗
JOS BAACK Docent Frans en CKV, Twents Carmel College, locatie De Thij
21
OPMERKELIJK 22
SCAN MET
KIJK OP PAGINA 2
Inzending van Rik bekijken?
Rik Leushuis en Martin de Leeuw
SEPTEMBER 2014
‘AND THE NOMINEES ARE…’ Carmel is trots. Niet één maar twee Carmelleraren zijn genomineerd voor de jaarlijkse verkiezing “Leraar van het jaar”, een initiatief van de Onderwijscoöperatie. Uit de honderden leraren zitten Martin de Leeuw, Twents Carmel College locatie De Thij, en Rik Leushuis, Scholengroep Carmel Hengelo locatie Het Twickel College in Delden, bij de 37 genomineerden. Door een eigen filmpje in te zenden waaruit blijkt over welke bijzondere kwaliteiten zij beschikken, nemen deze twee topdocenten het op tegen de andere 8 genomineerden in de categorie voortgezet onderwijs. Rik Leushuis (35), docent Nederlands en begrijpend lezen, reageert enthousiast op zijn nominatie: ‘Twee van mijn leerlingen wilden hun mentor opgeven voor de verkiezing. Ze kwamen naar mij toe om te vragen of het wel zin had om iemand van zo’n kleine onderbouwschool in Delden op te geven. Ik adviseerde ze om het maar gewoon te proberen. Dus om dit te promoten hebben we posters opgehangen. Niet wetende dat mijn mentorleerlingen mij misschien ook wel eens wilden opgeven… Het ging als een lopend vuurtje rond en toen ik eind april het telefoontje kreeg dat ik genomineerd was besefte ik dat het serieus was. De nominatie is voor mij een groot compliment! Het leukste aan mijn vak vind ik met leerlingen bezig zijn en zien hoe ze groeien. Ze komen binnen van de basisschool en ik mag ze de eerste twee jaar lesgeven. Het doet me goed als ik op diploma-uitreikingen zie dat mijn oud-leerlingen goed terecht zijn gekomen en hoor dat ze veel aan mijn lessen en begeleiding hebben gehad. Met elke leerling probeer ik een echte persoonlijke band te hebben, zodat ik ook echt maatwerk kan leveren. Bij ieder kind past een andere aanpak, zelfs binnen een groep van 33 leerlingen. Naast lesgeven en mentoraat houd ik me met allerlei andere leuke zaken bezig: van iPad-klassen en het opzetten van social media tot onderwijsontwikkeling en het bijhouden van onze schoolwebsite. En ik maak jaarlijks muziek met mijn leerlingen veel tijdens “Twickel On Stage”.
‘Je kunt bereiken met een positieve instelling’
Als ik win ben ik natuurlijk ontzettend blij! Als ik een jaar lang ambassadeur mag zijn, dan hoop ik te laten zien dat je met een positieve instelling en actieve betrokkenheid veel kunt bereiken. Zelf hebben we weinig mannen in het team en ik ben een zij-instromer. Dit soort thema’s vind ik interessant om aan het licht te brengen. Maar als ik win ga ik eerst een feestje vieren met een groep oud-leerlingen, die zich als klas hard hebben gemaakt om stemmen voor mij te verzamelen!’ Wil je weten welke docenten doorgaan naar de finale op 4 oktober 2014? Volg ons dan op Twitter via @stgcarmel. ◗
COLOFON Carmel Magazine wordt gemaakt voor medewerkers en relaties van Stichting Carmelcollege en verschijnt drie keer per jaar. REDACTIE Fijke Hoogendijk Daphne Razi (Stichting Carmelcollege) Hans Morssinkhof (Hans Morssinkhof Publicity, Arnhem) Suzanne Visser (Perspect, Baarn) VORMGEVING EN OPMAAK Digidee, Enschede FOTOGRAFIE Marty van Dijken (Van Dijken, Enschede) DRUK Gildeprint, Enschede OPLAGE 4.650
23
IJZERSTERKE COMBINATIE
Ze vormen een hecht team, zij en haar paard. Ze kennen en vertrouwen elkaar. Voelen elkaar aan. Zij weet wat haar dier kan, het dier vertrouwt haar volledig. In samenspel komen ze tot ongedachte prestaties. Leggen ze de lat steeds hoger. Zelfs letterlijk.
We kennen de verrichtingen van onze leerlingen tot achter de komma. Maar ándere vermogens blijven vaak verborgen. En daarmee de samenhang. Dat stille meisje achterin maakt haar proefwerk zo goed omdat ze tijdens het volleybal een fabelachtige smash heeft gemaakt. Ze kan in één keer bergen verzetten. Die anders zo stugge jongen houdt een puike presentatie omdat het onderwerp zijn hart heeft.
Net als wijzelf, zijn onze leerlingen meer dan cijfers, meer dan cognitie. Aanleg, ambities en prestaties zijn net zo’n ijzersterke combinatie als het meisje en haar paard. Dat is een boeiende gedachte aan het begin van een nieuw schooljaar. Alle talenten tellen. Heel de mens. En ja, in dit geval ook: heel het dier...
Stichting Carmelcollege Drienerparkweg 16 Postbus 864 7550 AW Hengelo (074) 245 55 55 info@carmel.nl www.carmel.nl @stgcarmel 24 @CarmelVacatures