JAARGANG 14 NUMMER 37 DECEMBER 2017
ICT: WERK IN UITVOERING CARMEL LEERLABS DE VOORDELEN VAN PAPIER ÉN DIGITAAL OPLEIDEN VOOR DE WIJDE WERELD
1
In dit nummer
e book: kedIn en Fac e in L p o s n o Volg olleg hting ca rmelc
stic
ICT: WERK IN UITVOERING
4
ONTDEKKINGSREIS NAAR ONDERWIJSVERNIEUWING
8
DE VOORDELEN VAN PAPIER ÉN DIGITAAL
16
OPLEIDEN VOOR DE WIJDE WERELD
18
ANDERE RUBRIEKEN STANDPUNT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 BELPANEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 MIJN PASSIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 COLUMN KARIN VAN OORT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 CARMEL IN BEELD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 KORT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 HOE GING HET VERDER MET . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 COLUMN JOS BAACK
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
21
OPMERKELIJK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
LAYAR Dit nummer van Carmel Magazine heeft een heel leuk extraatje: Layar. Met je smartphone of tablet heb je nu nog meer plezier van dit papieren magazine! Bij de artikelen op pagina's 12 en 14 zie je het Layar-logo.
2
STICHTING CARMELCOLLEGE omvat 12 instellingen voor bijzonder voortgezet onderwijs. Op ruim 50 locaties verzorgen we een breed onderwijsaanbod in een kleinschalige en veilige omgeving. Zo begeleiden we onze leerlingen. Elke dag opnieuw. Onderstaande - voornamelijk brede - scholengemeenschappen zijn aan Carmel verbonden: ◗ Almelo, Pius X College, Canisius ◗ Deventer, Etty Hillesum Lyceum ◗ Eindhoven, Augustinianum ◗ Emmen, Carmelcollege Emmen ◗ Enschede, Bonhoeffer College ◗ Gouda, Carmelcollege Gouda ◗ Groenlo, Marianum ◗ Haren, Maartenscollege, International School Groningen ◗ Hengelo, Scholengroep Carmel Hengelo ◗ Oldenzaal, Twents Carmel College ◗ Oss, Het Hooghuis ◗ Raalte, Carmel College Salland
Hoe werkt Layar? ◗ Zoek met je smartphone of tablet de applicatie Layar en download deze (gratis) applicatie (app). ◗ Houd je smartphone of tablet boven de pagina met het Layar-logo. ◗ Volg de instructies op het scherm en beleef de extra ervaring!
DECEMBER 2017
Henri Hammink, rector Scholengroep Carmel Hengelo
Rutte III
‘Betrek de docenten bij de vernieuwing van vakinhouden‘
STANDPUNT Even een klein testje. Zing mee en vul zelf de ontbrekende zes regels aan:
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, (…) En? Kenden we het zesde couplet van ons Wilhelmus nog? Als het aan Rutte III ligt zingen we het binnenkort uit volle borst met onze leerlingen mee. Staat in het regeerakkoord, zo las ik in de krant. Ik geloofde het niet. Maar als je de tekst van dat akkoord leest, staat het er toch echt:
belangrijk vinden iets van nationaal besef te benadrukken. Waarom? Omdat er een concurrerende partij is die uitschreeuwt dat volk, vaandel en vaderland heilig zijn. Een partij die expliciet onderscheid maakt tussen “wij” en “zij”. En dus wordt het onderwijs nu opgescheept met een schaamlapje waarop het Wilhelmus geborduurd staat. Ik vind het een mooi lied en heb het ooit graag in mijn lessen behandeld, maar dan in de context van de 16e eeuw. Niet als symbool van huidige waarden en normen die allesbehalve alleen nog Nederlands zijn.
Oh, en daarna verplicht met al onze leerlingen door de schatkamer van die Nederlandse identiteit: het Rijksmuseum. Wij moeten weer trots worden op onze gedeelde waarden, zo staat er.
In 2002-2008 was er een parlementair onderzoek onder voorzitterschap van Jeroen Dijsselbloem. Een aantal ingrijpende onderwijsvernieuwingen ging mis (basisvorming, tweede fase) en de vraag was hoe dat kon gebeuren. Een van de bikkelharde lessen: de overheid mocht zich bemoeien met het kerncurriculum (het "wat"), maar niet met de detaillering van de lesstof, laat staan met de didactiek (het "hoe"). Het advies van de commissie Dijsselbloem: betrek de docenten bij de vernieuwing van vakinhouden en voorkom het toedelen van: “(…) nieuwe opdrachten bijvoorbeeld ten aanzien van nieuwe maatschappelijke problemen (…).”
Ik krijg er een ongemakkelijk gevoel bij.
Ik bedoel maar.
Wie zijn die “wij”? Meestal veronderstelt een “wij” ook een “zij”. Ik raak het gevoel niet kwijt dat hier in het regeerakkoord een symboolpolitiek dealtje is geslopen. Er zijn partijen in deze coalitie die het schijnbaar
Laat Rutte III het rapport Dijsselbloem nog eens ter harte nemen en ervoor zorgen dat er substantiële beleidsvoornemens voor het voortgezet onderwijs komen. ◗
“Het is van groot belang dat we die historie en waarden (= de Nederlandse) actief uitdragen. Het zijn ankers van de Nederlandse identiteit in tijden van globalisering en onzekerheid. Op school leren kinderen daarom het Wilhelmus, inclusief de context ervan.”
3
ICT: centraliseren, standaardiseren, uniformeren
Werk in uitvoering
Twee jaar na de start ligt de centrale afdeling Carmel ICT op koers, vindt teamleider Robert Bos. ‘Ik ben helemaal niet ontevreden.’
‘We zijn steeds meer in control’
Vlnr: Maikel Scholten, Gerbrand Langhout, Rob Calamé, Robert Bos, Mark van der Hoeven en Wim de Boer
‘Het is net als bij een verhuizing’, zegt Robert Bos. ‘De meubels staan op hun plek, maar nu moet je de nieuwe tv-ontvanger nog installeren. Lastig hoor, je denkt: 'had ik die oude nog maar, hier moet ik echt voor gaan zitten'. Maar als je dat even doet, lúkt het wel en vervolgens kun je met een beter apparaat verder. Zo is het ook met ICT binnen Carmel. We zijn aan het centraliseren, standaardiseren en uniformeren en dat is een hele verhuizing. Je moet alles opnieuw inoefenen met elkaar. Maar dat loopt, ik ben helemaal niet ontevreden. Wie had bijvoorbeeld durven denken dat Office 365 zo goed zou draaien? 4.500 medewerkers en 38.000 leerlingen - op dat soort aantallen lopen elders hele ICT-projecten stuk... Natuurlijk, ook bij Carmel is er nog veel te doen. Maar problemen lossen we op. Wat telt, is dat de basis op orde is.’
4
GOEDKOPER De komst van een centrale afdeling Carmel ICT vloeit voort uit een besluit van het Convent van Schoolleiders en het College van Bestuur, nu drie jaar geleden. De gedachte is dat alle scholen met een centrale aanpak efficiënter en goedkoper uit zijn. Zo is het veel efficiënter om één groot datacenter in de lucht te houden dan allemaal kleine. Ook is de prijs van bijvoorbeeld computers en softwarelicenties bij gezamenlijke inkoop veel lager dan wanneer elke school apart met een leverancier onderhandelt. ‘Hoe minder de technische kant van ICT kost, hoe meer we kunnen investeren in het onderwijs en onderwijskundige toepassingen van ICT. Dáár gaat het om’, zegt Bos.
DECEMBER 2017
TER PLEKKE
MINDSET
Sinds de start heeft de nieuwe afdeling (25 formatieplaatsen) veel werk verzet. In mei van dit jaar is een speciaal "verhuisteam" gevormd, het Team Migratie. Dit team houdt zich bezig met de overgang van decentraal naar centraal en het vinden van een nieuwe balans hiertussen. Ook als je kiest voor centrale ICT, zijn er immers zaken die je op school wilt regelen: ‘Gaat er in Gouda een scherm op zwart, dan is het handig als er ter plekke iemand is die de meest voor de hand liggende oorzaken uitsluit’, illustreert Bos. De grote variatie binnen Carmel maakt het werk wel ingewikkeld: het Team Migratie moet eerst alle verschillen kennen alvorens goede besluiten te kunnen nemen. ‘Maar we zijn steeds meer in control’, zegt Bos.
Bos heeft er alle vertrouwen in dat ICT nieuwe stijl de komende jaren binnen Carmel stevig voet aan de grond krijgt. ‘Het is ook een kwestie van mindset. Het denken binnen Carmel is van oudsher heel decentraal. Het mooie daarvan is dat iedereen zich eigenaar voelt van zijn eigen situatie, vraagstukken en problemen. Maar bij bedrijfsvoering werkt het anders: daar moet je soms van je eigen situatie loskomen om de besparingen te kunnen bereiken die in je eigen voordeel zijn – het voordeel van de school, de docenten en bovenal de leerlingen.’ ◗
SPECIALISTEN Behalve met de migratie houdt de centrale afdeling zich ook bezig met beheer. Medewerkers beheren voor heel Carmel onder andere het centrale datacenter, Office 365, de glasvezelverbindingen door heel Nederland en de centrale tweedelijns helpdesk. Alleen al op bijvoorbeeld het helpdeskpakket (Topdesk) worden nu enkele duizenden euro’s per maand bespaard omdat dit pakket door de centrale afdeling is aangeschaft en ook centraal wordt beheerd en bekostigd. Voor elk terrein heeft de afdeling een specialist; van dataopslag tot werkplekbeheer en van verbindingen tot security.
ACTUEEL De komende tijd staat de optimalisatie van de koppeling tussen Office 365 en andere informatiesystemen op de agenda, zoals de salarisadministratie, de personeelsadministratie en leerlinginformatiesystemen. Het is nodig dat deze systemen goed met elkaar communiceren, maar dat is niet alleen technisch ingewikkeld, ook verschilt het gebruik per school. ‘Hoe brengen we dat in lijn met elkaar? Daar gaan onze medewerkers zich steeds meer in verdiepen’, aldus de teamleider. Eveneens actueel is de nieuwe EU-wetgeving over veiligheid en privacy, die in mei 2018 van kracht wordt. ‘Dat is echt iets om centraal aan te pakken, want de eisen zijn zo zwaar dat het voor individuele scholen nauwelijks te doen is’, zegt Bos, die zelf deelneemt aan een landelijk overleg van de VO-raad en Kennisnet over dit onderwerp.
HET GAAT OM DE EINDGEBRUIKER René van Arnhem is hoofd bedrijfsvoering bij het Bonhoeffer College in Enschede, waarvan twee ICT-beheerders zijn overgegaan naar de centrale afdeling Carmel ICT. ‘De toekomst ligt in webbased werken. Dat is iets wat je centraal moet ondersteunen en daarom heb ik begrip voor de centralisering van ICT. Het scheelt ons netto ook in de kosten. Zo’n migratie gaat altijd even met wat hobbels gepaard (in ons geval: minder proactief beheer en een langere oplossingstijd bij incidenten). Maar wij hebben een goede samenwerking met de centrale afdeling Carmel ICT en wij zien dat daar steeds meer volgens afspraken en protocollen gewerkt wordt. Als iedereen dan ook nog goed in het oog houdt dat het er vooral om gaat dat de eindgebruiker zijn problemen opgelost ziet, dan gaat dat zeker helpen om de ondersteuning verder te verbeteren.’ ◗
‘Het is ook een kwestie van mindset’
5
Belpanel De nieuwe regering wil de samenwerking tussen school en ouders versterken. Daar worden leerlingen en docenten beter van, verwacht ze. Zou het echt? Misschien vindt die leerling dat helemaal niet prettig. Of heeft de toch al drukke docent geen tijd voor vaders en moeders die voortdurend bellen, appen of mailen? Wat is wijsheid? Het Carmelpanel reageert op de volgende stelling:
DE SCHOOL KAN OUDERS NOG VEEL MEER BETREKKEN!
Venhar Yerlikaya, leerling 3 vwo, Pius X College, Rijssen
Rachel Faessen, docent Frans en coördinator dyslexie, Augustinianum, Eindhoven
08.52 ✓✓ ONEENS!
17.24 ✓✓ NEUTRAAL
‘Hiermee was ik het meteen oneens. Want ik kan me goed voorstellen dat het voor een leerling helemaal niet prettig is. Wie een keer de klas wordt uitgestuurd of een onvoldoende haalt, wil echt niet dat zijn ouders dat meteen weten. Niet dat me dat ooit gebeurd is! Ik beslis liever zelf hoe ik dingen doe. Misschien maak ik daarbij fouten, maar daar leer ik zelf het meest van. Mijn ouders kunnen via het leerlingvolgsysteem zien welke cijfers ik haal. Die zijn gelukkig goed, maar het lijkt me vervelend om meteen op slechte cijfers aangesproken te worden. Je moet ze immers zelf repareren. Mijn ouders zijn genoeg betrokken, ze zitten in de ouderraad. Ze weten wel wat er leeft.’ ◗
Natalie Frieser, leerling 4 vmbo-gl, Bonhoeffer College, locatie Geessinkweg, Enschede
Marcel Dijkerman, ouder, Etty Hillesum Lyceum, locatie De Keurkamp, Deventer
13.05 ✓✓ ONEENS!
19.10 ✓✓ ONEENS!
‘Ik vind het onnodig om ouders nog meer in te schakelen. School moet ons leren eigen keuzes te maken. Zodat we zelf de weg naar onze toekomst kunnen uitstippelen en ons kunnen redden. Als je ouders meer invloed geeft, bestaat het risico dat het kind niet zelfstandig kan worden. Maar dat is wel de bedoeling. Zo gaat het bovendien op school ook: als eindexamenleerlingen hebben we meer ruimte om te bepalen wat we willen. En hoe we dat willen doen. Dat moeten we nu leren, anders wordt het straks alleen maar moeilijker. We hebben er bovendien de leeftijd voor. Er is genoeg contact. Als het nodig is, weet school mijn ouders en mij wel te vinden. Het is goed zo.’ ◗
6
‘Contact met ouders kan heel zinvol zijn. Zij kennen hun kind beter dan ik, zij weten wat er speelt. Ik realiseer me dat ik voor de leerling te snel kan gaan als ik geen weet heb van de thuissituatie. Dan is het prettig om input van de ouders te krijgen. Belangrijk vind ik verder de ouderpanels, daar kunnen wij van leren. Tot hier ben ik akkoord met de stelling. Anders wordt het als ouders zich met de inhoudelijke kant van het onderwijs inlaten. Dat kan niet. Zij hebben verstand van hun kind, wij van ons vak. Betrokkenheid vraagt afbakening. Ook als het om bereikbaarheid gaat, ik hecht waarde aan mijn privéleven. Ik zie voors en tegens. Ik kies voor neutraal.’ ◗
‘Ik vind het niet nodig, er is voldoende contact. Er zijn de klassieke gespreksmomenten: ouderavonden, tienminutengesprekken. Daarnaast is er e-mail. Dat gaat correct, school reageert vlot. Meer hoeft niet, we vinden elkaar als het nodig is. School heeft vooral met mijn zoon van doen. Hij is de aangewezen gesprekspartner. Wij zitten erbij, maar hij is het middelpunt. Iets anders is de algemene betrokkenheid van ouders bij de schoolorganisatie. Als lid van de ouderraad merk ik hoe moeilijk het is om onze achterban te bereiken. Misschien is dat een goed teken. Het kan ook een signaal zijn: iedereen is al druk. Ik vraag me af of er behoefte is aan meer. Voor ouders gaat het toch allereerst om hun eigen kind.’ ◗
MIJN PASSIE
DECEMBER 2017
CARL WITTROCK (51) IS COMPONIST, DIRIGENT VAN TWEE ORKESTEN EN WERKT AL 28 JAAR ALS MUZIEKDOCENT BINNEN CARMEL. DE AFGELOPEN JAREN WERKT HIJ OP HET TWICKEL COLLEGE. ‘Als ik alleen zou componeren, zou ik het omgaan met mensen missen. Het gaat mij om hun ontwikkeling, of ik nou met een eerste klas in de allereerste les aan het spelen ben of dat ik met een geroutineerd orkest aan een ingewikkelde compositie van Tschaikowski werk. Elke keer is het zoeken naar een manier waarop mensen een stap verder komen. Het effect daarvan is overal hetzelfde. Ik kan het moeilijk omschrijven: het is de beleving, gepakt worden door ‘Ze lopen met een klank, een geluid, een muziekstuk. Muziek geeft ruimte, je kunt er iets van je persoonlijkheid in kwijt. rode wangen het Het is heel prettig om ergens op school je gevoel van lokaal uit’ eigenwaarde te kunnen “opwaarderen”. Veel kinderen kunnen dat in muziek. Dan lopen ze met rode wangen het lokaal uit en dan weet ik: het heeft ze iets gedaan. Zonder muziek was ik niet het onderwijs ingegaan. Het gaat mij echt om dit vak. Muziek is zo prachtig, het gebeurt zeker wekelijks dat ik met een gevoel van “yes” naar huis ga. Leerlingen bij wie ineens de ogen opengaan, die ontdekken dat ze muziek geweldig vinden. Talent dat komt bovendrijven als je het de kans geeft. Dat is heel gaaf.’ ◗
7
Carmel Leerlabs
ONTDEKKINGSREIS NAAR ONDERWIJSVERNIEUWING ‘Stapsgewijs maken we ons onderwijs nog beter’
‘Omdat we verschillen, kunnen we veel van elkaar leren’
8
DECEMBER 2017
Carmel beschikt sinds kort over drie Leerlabs. Hun doel: samen zoeken naar mogelijkheden om de overgang naar gepersonaliseerd leren te versnellen. Eén van die drie werkt met subsidie uit het landelijke project Leerling 2020. De beide anderen worden gefaciliteerd vanuit Stichting Carmelcollege zelf: de Carmel Leerlabs. ‘We zijn groot, we maken gebruik van onze omvang.’
Eigen Carmel Leerlabs, naast de bestaande. Dick Bijl, projectleider van Leerlab B (zie kader) vindt het vanzelfsprekend. Deels vanwege het belang dat Koers 2020, het visiedocument voor de komende jaren, toekent aan gepersonaliseerd leren. Daarnaast omdat de tijd volgens hem rijp is. ‘We spreken dezelfde Carmeltaal. Als ik andere Carmelscholen bezoek, zie ik verschillen én overeenkomsten. We zijn groot, we kunnen meer uit onze omvang halen.’ Matthijs van de Woestijne, projectleider van Leerlab A, valt hem bij. ‘Ik vergelijk Carmel met een trein. Elke wagon is een Carmelschool. Tussen de wagons zijn de bruggetjes nog klein. Door samen te werken kunnen we die breder maken, dan kunnen we door de hele trein lopen.’ De beeldspraak verduidelijkt veel: alle reizigers gaan dezelfde kant op, hoe verschillend ze ook zijn. Als ze elkaar kennen, kunnen ze veel voor elkaar betekenen.
GROEPEN DOCENTEN Dat laatste is waar het bij Leerlabs om draait. Ze bestaan uit groepen docenten van zes of meer verschillende scholen. Samen zoeken ze wegen om het gepersonaliseerd leren te versterken. Ze gaan op ontdekkingsreis, proberen in de eigen scholen ideeën uit en delen opbrengsten en valkuilen met elkaar. Niemand hoeft het wiel uit te vinden, opgedane kennis wordt gedeeld. De aanpak werpt vruchten af omdat ze van onderaf komt: hier zijn docenten zelf aan het werk. Verschillende Carmelscholen namen al deel aan zo’n Leerlab. Bij de overkoepelende stichting Leerling 2020, dat er subsidies voor verstrekt, werden voor het nieuwe schooljaar twee aanvragen ingediend. Eén daarvan werd gehonoreerd: een project van Carmelcollege Gouda, Het Hooghuis en het Augustinianum. Het andere werd afgewezen. ‘Toen heeft het College van Bestuur gezegd: ‘We vinden dit zo belangrijk dat we het zelf gaan doen. Vanwege de grote belangstelling is besloten twee Carmel Leerlabs te vormen’, weet Van de Woestijne. Bijl vult aan: ‘We werken op dezelfde manier als de landelijke Leerlabs, maar dan alleen met Carmelmensen.’ En dat is gevarieerd genoeg: ‘De onderliggende vraag is steeds dezelfde: hoe gaan we om met ICT en met devices; hoe geven we vorm aan
differentiëren en gepersonaliseerd leren? Omdat de scholen verschillen, leren ze van elkaar.’
DEZELFDE KANT Lisette Weijman, docent Frans aan het Carmel College Salland, kan dat laatste alvast bevestigen. ‘Onze leerlingen hebben allemaal een laptop. Ik vind dat gewoon, maar van andere Leerlabdeelnemers weet ik dat het dat niet is. Er zijn ook scholen met laptopkarren of computerlokalen. Op zich maakt dat niet uit. We hebben een klik, we willen allemaal dezelfde kant op.’ Dat spreekt haar aan. ‘Ik ben allereerst docent, ik probeer me te blijven ontwikkelen. Dat vind ik ook belangrijk voor mijn leerlingen.’ Ze betrekt die er zelfs bij: ‘Ik heb een YouTube-kanaal waar ik uitleg geef over Frans. Mijn leerlingen vraag ik wat ze daarvan vinden. Doorgaans komen ze met goede ideeën, daar profiteer ik van.’ Het geeft aan dat ze vertrouwd is met het gebruik van digitale middelen. Voor haar team (havo/ vwo) onderzoekt ze wat docenten nodig hebben om ICT in de klas te gebruiken. ‘Want dat is wat we willen: dat ICT onderdeel wordt van de les, dat er geen lesdag zonder ICT voorbijgaat, zodat we de leerlingen meer maatwerk kunnen geven. Dat sluit heel goed aan bij ons Leerlab.’ Haar bevindingen brengt ze straks ter sprake in het Leerlab. ’We hebben nu één bijeenkomst gehad. Die heeft me verrast. We waren allemaal gemotiveerd, ik kwam thuis met heel veel energie. De sfeer was prettig. Geen rivaliteit, geen concurrentie, we zijn allemaal Carmel, we willen hetzelfde. Het is halen en brengen, zo kunnen we samen vooruitgaan. Daarbij is Dick als projectleider belangrijk: hij stuurt literatuur toe en gaat alle scholen langs, om te horen wat we willen en verwachten. Hij leidt de bijeenkomsten, wij brengen de vragen in. Ik ben nu al heel positief.’ Deelname raadt ze dan ook aan. ‘Je hoort wat anderen doen, dat stimuleert en geeft inspiratie voor wat je zelf wilt en kunt. Ik denk dat er meer Leerlabs moeten komen. We willen allemaal het beste voor onze leerlingen.’
9
OOGST De Carmel Leerlabs lopen tot het einde van het schooljaar 2018-2019. Dan bestaat de oogst naar verwachting uit ontwikkelde materialen, praktijkvoorbeelden en do’s en don’ts. Vastgelegd en geborgd, zodat alle scholen van de ontwikkelde kennis gebruik kunnen maken. ‘Toch ligt het uiteindelijke resultaat niet vast. Fridse Mobach, lid van het College van Bestuur, heeft nadrukkelijk gezegd dat we fouten mogen maken. Het is pionieren’, licht Bijl verder toe. De deelnemers gaan op bezoek bij elkaars scholen. Steeds beschrijft de gastheer de bestaande situatie, waarna het gesprek kan beginnen. Deelnemers bevragen elkaar en delen. ‘Alleen al de vraag “Waarom doen jullie het zó?” is een opbrengst’, vindt Van de Woestijne, ‘die duidt op reflectie én de bereidheid in gesprek te gaan. Het is óók een opbrengst als je weet: “Die school heeft ervaring met wat mij nu bezighoudt, ik kan daar terecht.” Dan begint de beweging.’ Intussen schuiven Peter Koopman (Pius X College/ Canisius) en Ellen Brinkman (bestuursbureau) aan. Zij vormen gezamenlijk de Stuurgroep Carmel Leerlabs. ‘We weten wat we willen, maar het gaat om die reis daarnaartoe die de Leerlabdeelnemers samen maken. Je ziet energieën ontstaan die je in je eigen school niet altijd hebt.’ Bijl, instemmend: ‘Dat kan in je eigen school van betekenis zijn, je neemt kennis mee terug en bent sneller geneigd een collega te raadplegen.’
VERTROUWD EN VEILIG Wat samenwerking opbrengt, heeft Marc Vreeswijk ervaren. Marc is ICT-coördinator en docent informatica bij Canisius in Almelo. Hij vertelt: ‘Zeven jaar terug zijn we begonnen met het gebruik van laptops in de les. Doelbewust hebben we de tijd genomen om te bepalen wat we wilden bereiken. Elke sectie heeft daarna beleid ontwikkeld. Iedereen voelde zich veilig en werd medeeigenaar. We kozen voor evolutie in plaats van revolutie. “Gebruik gewoon je boek en zoek daarnaast digitaal lesmateriaal”, dat ‘In de Leerlabs was ons devies.’
werken we van onderaf: hier zijn docenten aan het werk’
10
Nu komt de volgende fase: differentiëren en formatief toetsen. ‘Het Leerlab is de ideale plek om daarmee aan de slag te gaan. Je hoort van elkaar wat goed gaat en wat niet, dát is de kracht van samenwerking in een veilige omgeving.’ Vreeswijk haalt de vraag aan die projectleider Van de Woestijne stelde: ‘Waar droom je van?’ Zijn reactie: ‘Mijn droom is dat die leerling van 3 havo Engels op vwo-niveau kan doen en wiskunde op vmbo-t-niveau. Het is gek om te veronderstellen dat elke leerling op hetzelfde moment op dezelfde bladzij bezig is. De droom veronderstelt dat leerlingen zelf meer verantwoordelijkheid nemen en zelfkritiek tonen. En dat wij succesvol differentiëren. Zonder ICT kan dat niet, daarom doe ik mee aan ‘Het gaat ons Leerlab.’
steeds meer over de motivatie, van de leerling én de docent’
Tot grote tevredenheid. ‘Je onderzoekt met elkaar, het initiatief komt van onderaf. Niemand krijgt voorgeschreven wat hij moet, iedereen wordt in zijn kracht gezet. Vind maar uit wat bij jou en je school past. Verschillen mogen, daar leren we van. Van de eerste sessie heb ik genoten. Ik hoop dat iedereen de volgende keer collega’s meebrengt, dan komt er een hele dynamiek op gang.’ Die ook in een ander opzicht inspireert: ‘Op deze manier wordt de rol van de docent steeds belangrijker. ICT neemt onze taken niet over. Integendeel, die maakt ons nog meer tot de spil in het leerproces.’
STAPSGEWIJS Even komt nu nog LiFo-ter sprake, de nieuwe leermethode die de leerstof digitaal en op papier aanbiedt, en meer mogelijkheden voor differentiëren opent (zie pagina 16 in dit magazine). ‘Er zijn overduidelijk raakvlakken’, meent Bijl. ‘Ik ben zelf ook heel benieuwd naar adaptief onderwijs, waarin leerlingen meer van elkaar leren. Binnen het Leerlab komt dat allemaal ter sprake. Zo gaat het steeds meer over de motivatie van de leerling én die van de docent. Het is het prachtig om dat als Carmel zelf te doen.’ Met ook de nuchterheid van Carmel, stelt Koopman: ‘We moeten oppassen voor generalisaties of te hoge verwachtingen, die kunnen een valkuil vormen. We kunnen veel doen om de leerling op maat te bedienen, maar we kunnen niet alles. En die leerling zal er zelf ook voor moeten werken. We hebben heel goed onderwijs in Nederland. Dat kunnen we nog beter maken, maar dan stapsgewijs, langs de weg van de evolutie.’ ◗
DECEMBER 2017
COLUMN
LEERLAB A Onderzoeksvraag: ‘Hoe kun je binnen de bekende klassikale setting stappen zetten richting gepersonaliseerd leren?’ Deelnemende scholen: Canisius, Carmel College Salland, Twents Carmel College, Bonhoeffer College, Etty Hillesum Lyceum, Marianum. ◗
LEERLAB B Onderzoeksvraag: ‘Hoe zet je een device effectief in om te activeren en te differentiëren in de les?’ Deelnemende scholen: Carmelcollege Emmen, Etty Hillesum Lyceum, Bonhoeffer College, Pius X College, Het Hooghuis, Maartenscollege. ◗
LEERLAB ZUIDWEST
(ONDERSTEUND VANUIT LEERLING 2020)
Onderzoeksvraag: ‘Hoe kun je (digitaal) formatief evalueren betekenisvol inzetten om inzicht te krijgen in het leerproces en hier sturing aan te geven?’ Deelnemende scholen: Carmelcollege Gouda (locatie Antoniuscollege), Augustinianum, Het Hooghuis (locaties Heesch, Stadion, Zuidwest). ◗
‘ICT maakt de rol van de docent nóg belangrijker’
Deze maand staat Nederland stil bij 100 jaar vrijheid van onderwijs. Bijzonder onderwijs was al eerder vrijelijk toegestaan, maar werd tot 1917 niet gesubsidieerd door de overheid. Daarna ontstond grote diversiteit aan scholen. Ook binnen Carmel is diversiteit een groot goed. Dat is niet overal: in Frankrijk bijvoorbeeld is sprake van staatsonderwijs met hetzelfde programma en dezelfde methodes. Dat past, denk ik, ter principale niet zo goed bij onze poldermentaliteit. Toch zijn er tegenwoordig discussies over vrijheid van onderwijs. Er zijn groeperingen die het niet juist vinden dat vrijheid ook geldt voor islamitische scholen. Anderen vinden dat kansenongelijkheid binnen de samenleving wordt vergroot door bijzondere scholen; die hebben immers de mogelijkheid op grond van religie leerlingen niet toe te laten. Ik vind het juist belangrijk hoe de school invulling geeft aan zijn brede identiteit. Dit is meer dan alleen het bordje op de gevel, het gaat juist om de vraag: wat geven wij leerlingen dagelijks mee vanuit ons onderwijs? Dat is een gespreksthema met schoolleiders tijdens de managementgesprekken. Het blijkt soms nog niet zo eenvoudig onder woorden te brengen: ‘Ja, bij ons zit dat gewoon in de stenen van het gebouw’. Dan wordt de vraag ‘Hoe borgen we dat dan?’ wel een ingewikkelde. Als je iets in stand wilt houden, moet je er regelmatig aandacht aan besteden. Vandaar het terugkerende gesprek hierover. Brede identiteit is immers merkbaar en herkenbaar en niet te vatten in een takenlijstje dat je kunt afvinken. Het is ook belangrijk om bewust met nieuwe medewerkers te onderzoeken of zij zich toegerust voelen om bij te dragen aan de “waarderende school”. Vanuit onze samenwerking met het Titus Brandsma Instituut in Nijmegen is er bijvoorbeeld de mooie module “Aandacht” die handvatten aanreikt. Het recht van de vrijheid van onderwijs is tenslotte geen passief recht, maar vraagt om dagelijkse toepassing. Samen deel uitmaken van Carmel maakt dit tot onze gezamenlijke verantwoordelijkheid. Dit is een van de vele manieren om actief te blijven werken aan de vraag waartoe wij op aard zijn. ◗
KARIN VAN OORT Voorzitter College van Bestuur, Stichting Carmelcollege
11
Carmel in beeld
Docentendag 2017 Ruim honderd onderbouwdocenten van alle Carmelscholen togen op dinsdag 10 oktober naar Ede voor de eerste Carmel Docentendag. Het thema was “Differentiëren in de klas”, iets waar elke VO-docent dagelijks mee te maken heeft. Naast bijdragen van onder andere lector Onderwijskunde Martijn van Schaik en onderwijsvernieuwer René Kneyber waren er vooral veel workshops voor en door collega’s. We volgen Gert Katgert, Marjolein Gerritsen en Bea Nijman, docenten van Carmel College Salland.
2
1 ‘Daar is ze!’ Gert en Marjolein wachten hun collega Bea op in de hal. Ze hebben wel zin in een dag lang leren van collega’s.
4
3 Een gevarieerd ochtendprogramma heeft de eerste kennishonger gestild. Nu rammelt de maag.
ressie zien een sfeerimpcen tendag? Do de van ina met pag e dez n Sca de video! ijk bek en Layar 12
Ook Bea haalt nog snel even haar badge op. Wel zo handig, met collega’s van zoveel scholen om je heen.
SCAN MET KIJK OP PAGINA 2
‘Hoi, ik ben Marjolein, een collega van Gert.’ Het gebeurt niet dagelijks dat je zo veel nieuwe collega’s ontmoet.
De presentaties van de Docentendag vind je op Carmel Intranet in het openbare netwerk 'Docentendag 2017'. Het is de bedoeling dat er ook in 2018 een Docentendag komt. Meer hierover te zijner tijd op carmel.nl ◗
DECEMBER 2017
5
6 Esther Saaltink (Twents Carmel College, locatie Potskampstraat, Oldenzaal) maakt in het middenpad nog snel een foto voordat ze met samen met haar collega Niek Schefer hun workshop start.
Differentiëren met behulp van digitale tools: leren van collega’s is top. ‘Dus nu heb ik die app geïnstalleerd, en dan?’
7 Met een hoofd vol inspiratie en ideeën trekken de collega's van Carmel College Salland huiswaarts. Volgend jaar weer?
13
Kort BENOEMINGEN RECTOREN Het College van Bestuur van Carmel heeft mevrouw Ank Brent MSc benoemd tot rector van Carmelcollege Gouda. De vacature ontstond vanwege pensionering van de huidige rector Bas Oldemans. De benoeming gaat in per 1 januari 2018. Mevrouw Brent is sinds 2010 verbonden aan Carmelcollege Gouda, eerst als locatiedirecteur van het Antoniuscollege en later als directeur onderwijs Carmelcollege Gouda.
Daarnaast is de heer drs. Johan Supèr MEM benoemd tot rector van Scholengroep Carmel Hengelo. De benoeming gaat halverwege januari 2018 in. Supèr is de opvolger van de heer Henri Hammink, die met pensioen gaat. Ook Supèr is geen onbekende binnen Carmel. Integendeel: hij is sinds 2006 rector van Carmel College Salland in Raalte. ◗
STUDIEDAG KENNIS IS MAAR DE HELFT ‘Een inspirerende dag! Het is de fase van het afsluiten van de notitie. Niets houdt verdere implementatie tegen. Laten we elkaar steunen als scholen van Stichting Carmelcollege.’ Deze reactie van een deelnemer aan de studiedag ‘Kennis is maar de helft’ op donderdag 16 november raakt de kern. Tijdens deze studiedag werd ingegaan op de betekenis van de Carmelnotitie ‘Kennis is maar de helft’ voor de leerling, medewerker en waarderende school. Mike Oude Remmerink, docent Twents Carmel College, opende de dag en benadrukte de meerwaarde van een gezamenlijke aanpak van dit strategische kernpunt. Karin van Oort, voorzitter College van Bestuur, ging in op de meerwaarde van onderwijs voor de vorming van jongeren aan de hand van het vak beeldende vorming. Docent Koen Nijhuis van Twents Carmel College lichtte de notitie ‘Kennis is maar de helft’ toe. Met de notitie hoopt Carmel een stevige basis te geven voor het gesprek over de opdracht van scholen en medewerkers met betrekking tot levensbeschouwelijke en morele vorming. Daarnaast gaf Yvonne van Sark van Youngworks een keynote waarin identiteitsontwikkeling, morele vorming en verbinding met jongeren centraal stond. De studiedag was een eerste stap om elkaar te kunnen vinden in een gezamenlijke ontwikkeling. Kennis is maar de helft! ◗
ressie een sfeerimp DIEdag? STU zien van dee pagina met Scan dez ijk de vid eo! Layar en bek 14
SCAN MET KIJK OP PAGINA 2
BENOEMING LID RAAD VAN TOEZICHT Mevrouw drs. K. (Kitty) Oirbons MME is benoemd tot lid Raad van Toezicht voor een eerste benoemingstermijn van drie jaar. De benoeming is ingegaan per 1 november 2017. Mevrouw Oirboins volgt de heer Sander van den Eijnden op. ◗
VOLG JE ONS OP SOCIAL MEDIA? @stgcarmel @CarmelVacatures stichting carmelcollege stgcarmel stichting carmelcollege ◗
DECEMBER 2017
Hoe ging het verder met...
Collegiale visitatie Al twee keer eerder gingen Carmelscholen bij elkaar op bezoek om feedback te geven. In januari begint het derde traject van collegiale visitatie. Waarom is deze vorm van leren zo’n succes? En wat gaat er de komende tijd gebeuren?
‘Collegiale visitatie doe je omdat je er met elkaar sterker van wilt worden’, zegt Maaike Hagedoorn, directeur van Canisius, locatie Tubbergen. Haar school werd in oktober 2015 door vertegenwoordigers van twee collegascholen bezocht. ‘Ik was nog maar net een week in functie en kon zelf dus nog niet veel bijdragen, maar de collega’s hebben het perfect opgepakt. Voor mij was de visitatie absoluut een cadeautje. Ik kreeg een mooi beeld van de school en de aanbevelingen waren zinvol.’
ALLE GELEDINGEN Bij collegiale visitatie geven collegascholen elkaar over en weer feedback. Binnen Carmel gebeurt dit aan de hand van een afgesproken thema. Er wordt gewerkt in groepen van 3 tot 4 scholen, met vergelijkbare opleidingen en leervragen. Per keer wordt één school bezocht; de andere scholen leveren de leden van de visitatiecommissie. Elke visitatie begint met een zelfevaluatie door de school die wordt bezocht. Vervolgens komt de commissie een dag lang op school, kijkt uitvoerig rond en voert gesprekken met alle geledingen (schoolleiders, docenten én leerlingen!). Aan het eind van de dag worden de bevindingen gepresenteerd en na afloop worden die vastgelegd in een verslag.
‘Dit voelt niet aan als een inspectiebezoek, het is een bezoek door kritische vrienden’
SERIEUZE AANPAK Sinds de start in het voorjaar van 2013 hebben twee complete visitatierondes plaatsgevonden. De reacties zijn enthousiast, zegt Ben Kokhuis, voorzitter Centrale Directie Pius/Canisius en een van de kartrekkers van visitatie binnen Carmel. ‘Mensen vinden het mooi om hun school aan collega’s te presenteren. De serieuze aanpak (met een gedegen voorbereiding en gesprekken met alle geledingen van de school) garandeert dat er echt verbeterpunten uit komen. Toch voelt het niet aan als een inspectiebezoek: hier hangt geen beoordeling aan, dit is een bezoek door kritische vrienden.’
STOER In januari van dit jaar gaat de derde ronde van start, die zich van de eerdere onderscheidt doordat scholen zelf de visitatiethema’s konden aangegeven. Stichting Carmelcollege onderscheidt zich hiermee, zegt Kokhuis. ‘Er zijn maar weinig schoolbesturen die collegiale visitatie op deze manier aanpakken. Dat scholen binnen de Carmelfamilie zich tegenover elkaar zo kwetsbaar durven opstellen en openstaan voor feedback van de ander – ik vind het heel stoer.’ ◗
15
LiFo
De voordelen van papier én digitaal In het begin van dit kalenderjaar introduceerde Camel het Licentie-Foliomodel (LiFo). De leerstof wordt daarin op papier én digitaal aangeboden. Docenten biologie (Biologie voor jou) en wiskunde (Getal & Ruimte) van diverse scholen werken er sinds het begin van dit schooljaar mee. Wat zijn de eerste bevindingen?
Hoe zat het ook weer? In het LiFo-model krijgen leerlingen de methode op papier en digitaal aangeboden. De docent heeft dan meer mogelijkheden om de vorderingen nauwgezet te volgen. Om voorlopers extra stof en achterblijvers extra aandacht te geven. Althans: dat waren de berichten in het voorjaar. Een tweejarige pilot moet uitwijzen of de verwachtingen uitkomen. Hanneke Huijben, docent biologie aan het Twents Carmel College (locatie Losser), heeft er een van haar klassen naar gevraagd. ‘De respons is opbouwend positief’, stelt ze vast. ‘De flitskaart, een instrument om te oefenen, en de ondersteunende filmpjes worden gewaardeerd. Net als de rubriek "Test jezelf". Die ziet wat jij moeilijk vindt en zoomt daarop in.’ Maar ze hoorde ook: ‘Een derde van de leerlingen wil liever het papieren werkboek. Dat biedt meer overzicht, vinden ze, terwijl de iPad gemakkelijk afleidt.’ Anders dan Huijben heeft Martin Schots, leraar biologie aan het Etty Hillesum Lyceum in Deventer (locatie Boerhaave), zijn leerlingen niet bevraagd. Maar hij heeft net een digitale toets afgenomen. ‘Er komt een toetsweek aan. Uit de antwoorden zie ik wat nog aandacht nodig heeft.’ Daarnaast heeft hij uiteraard andere observaties: ‘Ik merk dat veel leerlingen het prettiger vinden om uit het boek te lezen. "Test jezelf" valt in de smaak. Daar zien ze soms dat ze de stof toch niet zo goed beheersen als ze dachten.’ Voor zichzelf ziet hij nog een ander voordeel: ‘Als leerlingen opgaven digitaal maken, hoef ik hun handschrift niet te ontcijferen...’
‘Ik merk dat veel leerlingen het prettiger vinden om uit het boek te lezen’
16
UITGEVERS Uitgevers Malmberg (Biologie voor jou) en Noordhoff (Getal & Ruimte) volgen de bevindingen op de voet. ‘De digitalisering van het onderwijs neemt een hoge vlucht, maar de wijze waarop dat gebeurt, verschilt per school’, weet Jochum Winkelman, accountmanager voortgezet onderwijs bij Malmberg. ‘Wij verwachten dat papier en digitaal steeds meer naast elkaar worden gebruikt. Met LiFo kunnen docenten heel gericht keuzes maken voor het een of het ander.’ Dat is ook de visie van Noordhoff, zegt relatiemanager Paul Dijkstra: ‘Door de digitale component kan de docent zijn klassen meer maatwerk bieden en beter inspelen op individuele leerroutes en de actualiteit.’ Hij ziet daarnaast een intern voordeel: ‘Als uitgevers staan we voor een omschakeling. Ons vak verandert, we worden meer een informatiebedrijf. LiFo is voor ons een soort aanjager.’ In meer dan een opzicht, weet Winkelman: ‘Wij kunnen hier zien hoe toetsen worden gemaakt. Volstrekt geanonimiseerd, uiteraard. Zo weten we welke vragen te moeilijk zijn of anders gesteld moeten worden. Dat kunnen we meteen aanpassen.’ Er zijn meer scholen die zoeken naar het optimum tussen papier en digitaal. ‘Het bijzondere van LiFo is dat Carmel eist dat we de docenten betrekken. Er moest meer contact zijn tussen docenten en ontwikkelaars. Dus zorgen we voor scholing en training, en voor bijeenkomsten met docenten. Ze hebben invloed op de inhoud’, merkt Winkelman op. Bij Noordhoff gaat het net zo, vertelt Angelo Spoor, medewerker Tenderdesk: ‘Van die ontmoetingen profiteren alle partijen. Wij horen wat de docent wil en kunnen hem of haar de waarde van de digitale mogelijkheden laten zien. De docent blijft de spil in het onderwijs. Door ICT nog meer dan nu.’
DECEMBER 2017
DOCENTEN Met die laatste opmerking zijn Huijben en Schots het eens. ‘Leidend is wat de docent vertelt. Ik ben voorstander van blended learning, maar ik wil ook dat mijn leerlingen dingen opschrijven’, zegt Huijben. Ze ziet voordelen: ‘Ik kan beter monitoren en dat maakt differentiëren gemakkelijker.’ Maar: ‘Voorwaarde is dat de leerlingen allemaal een laptop of iPad hebben en de school over een goed wifi-netwerk beschikt. Dan kan LiFo een goed instrument zijn voor adaptief leren en differentiëren. Ik heb echter ook een klas zonder devices. Daar heeft LiFo nog weinig toegevoegde waarde en zou ik genoeg hebben aan alleen het papieren boek.’ Martin Schots heeft alleen leerlingen met laptops. ‘LiFo geeft mij meer vrijheid. Ik kan individuele leerlingen
beter volgen en zien welke onderwerpen in de klas nog aandacht nodig hebben.’ Dat opent perspectieven voor differentiëren en formatief toetsen. ‘Zeker als we LiFo koppelen met de elektronische leeromgeving. Dan kan er nog meer.’ Iets als een balans valt nog niet op te maken, vinden alle geïnterviewden. LiFo is immers nog maar net van start gegaan. ‘Dit gesprek is een nulmeting’, lacht Huijben. ‘Het is een pilot, we zijn met elkaar aan het leren’, vindt Winkelman. En Dijkstra: ‘Misschien kun je je vragen aan het einde van het eerste jaar nog eens stellen? Dan weten we meer.’ Hij drukt de nieuwsgierigheid van velen uit. Bij succes wil Carmel immers meer leermethoden in de vorm van LiFo aanbesteden. Dit wordt dus vervolgd. ◗
17
Carmelcollege Emmen laat leerlingen groeien
Opleiden voor de wijde wereld Waar raken de leefregel van Karmel en de praktijk op Carmelscholen elkaar? Samen met hedendaagse Karmelieten gaan we op zoek naar de waarden die Karmel en Carmel verbinden. In dit nummer: Jan Brouns, prior-provinciaal van de Karmelieten in Nederland, op zoek naar de betekenis van “de waarde van werk” op de afdeling vmbo van het Carmelcollege Emmen.
Jan Brouns ontmoet leerlingen van Carmelcollege Emmen
‘De toekomst is voor jongeren nog zo ver weg’
DE WAARDE VAN WERK ‘Wat heeft jullie eigenlijk getriggerd om dit werk te gaan doen?’ De medewerkers van Carmelcollege Emmen hebben zich nog maar net geïnstalleerd als Jan Brouns een vraag stelt waardoor zich meteen een geanimeerd gesprek ontspint. ‘Wat mij vooral triggert, is de vraag: hoe brengen we onze leerlingen de toekomst in?’, antwoordt zorgcoördinator Diana Sijbom. ‘De toekomst is voor jongeren nog zo ver weg. Als ze dertien zijn weten ze echt nog niet wat ze willen en waarom ze deze schoolvakken zouden moeten volgen. Als docent werk je in het hier en nu, maar je doet het niet voor het hier en nu, je doet het voor de toekomst.’
18
Jaap van Veen: ‘Behalve docent maatschappijleer ben ik ook stagecoördinator en in die rol merk ik dat het verschrikkelijk moeilijk is om jongens en meiden van deze leeftijd een beeld te geven van wat hen straks te wachten staat. Daarom laten we ze twee stages lopen waarin ze daar iets van ervaren. De eerste stage om te wennen aan de wijde wereld buiten de beslotenheid van de school, waarin “op tijd zijn” bijvoorbeeld echt “op tijd zijn” betekent. De tweede stage om wat gerichter te zoeken naar een werkveld waar ze “iets mee hebben”, ook al is dat nog vaag.’
DECEMBER 2017
Diana: ‘Uit zichzelf kiezen de meeste jongeren voor veiligheid als het om beroepen gaat. Wat doet hun vader, hun opa, hun buurman?’ Jan: ‘Zoals je bij ons in Limburg vroeger mijnwerker werd omdat je hele familie in de mijn werkte.’ Diana: ‘Precies. Als vmbo’ers zich op het mbo oriënteren, kijken de meesten in eerste instantie naar opleidingen die aansluiten bij het bekende.’ Jaap: ‘Ik vind het echt onze taak om ze de ogen te openen voor wat er verder mogelijk is. Dan moet je je leerlingen wel goed kennen. In een van mijn klassen zat bijvoorbeeld een meisje met een bepaalde uitstraling, fris, bereid tot aanpakken... Ik zag haar zo op de receptie van een camping werken. Zelf had ze daar niet aan gedacht: ze kwam nooit op een camping. Maar ze is het gaan onderzoeken en is uiteindelijk inderdaad het toerisme in gegaan.’
TALENTEN ONTDEKKEN Jan: ‘Als jullie “de wereld openen”, laten jullie dan vervolgens gebeuren wat er gebeurt of sturen jullie bewust?’ Annemiek Brink: ‘Je stuurt én geeft leerlingen ruimte. Ik ben net als Jaap docent maatschappijleer en in dat vak doen we bijvoorbeeld veel aan meningsvorming. Het staat in de visie van de school: “Wij willen jongeren opvoeden tot verantwoordelijke wereldburgers.” Dan moet je leerlingen ook wel de kans geven om ervaringen op te doen. Emmen is een dorp, leerlingen groeien beschermd op. Veel mensen brengen hun hele leven hier in de omgeving door. Daarom laten wij onze leerlingen een maatschappelijke stage lopen, gaan we met ze naar de gemeente, naar Den Haag, laten we een ex-gedetineerde op school komen om zijn verhaal te vertellen.’ Jaap: ‘Ik vraag ook aan het begin van elke les: ”Is er nog iets gebeurd in de wereld?”. Altijd even de actualiteit erbij. Soms ontstaat er een discussie en dat is een mooie aanleiding om het weer eens te hebben over het verschil tussen feiten, meningen en argumenten: is dat zo? Of vind jij dat? En waarom dan?’ Richard Zuiderveld: ‘Ook in mijn vak, geschiedenis, probeer ik leerlingen echt voor te bereiden op hun toekomst in de maatschappij. Ik speel in op verschillende leerstijlen en zorg voor veel variatie in opdrachten, zodat leerlingen kunnen ontdekken wat bij ze past. Natuurlijk wil ik dat leerlingen een goede basiskennis van geschiedenis opdoen. Maar dat ze ontdekken waar hun interesses en talenten liggen, vind ik voor de toekomst eigenlijk belangrijker dan dat ze onthouden wie Robespierre was.’
7 WAARDEN DIE KARMEL EN CARMEL VERBINDEN Op verzoek van de Kennisalliantie Bezield Onderwijs ging Ben Wolbers, voormalig prior-provinciaal van de Karmelieten in Nederland, op zoek naar raakvlakken tussen de leefregel van Karmel en de praktijk op Carmelscholen. In een notitie benoemt hij zeven waarden: 1. open ruimte 2. stilte en gerechtigheid 3. ruimte geven en dienen 4. allen voor een 5. één voor allen 6. een kans en nóg een kans 7. de waarde van werk Aan elke waarde wijden we in Carmel Magazine een reportage. In dit nummer het zevende en laatste artikel van deze reeks, over de waarde van werk. ◗
DE WAARDE VAN WERK Werken in de traditie van Karmel is niet gericht op applaus of een onmiddellijke beloning. Het is werken met het oog voorbij de horizon. Vertrouwen dat het goed komt met een leerling (ook al kan die leerling iets nu nog niet) en daarmee de leerling vertrouwen geven. Werken is meer dan alleen maar “goed doen”, het is “goed zijn”. Niet alleen kennis overdragen, maar leerlingen ook laten groeien, sociaal laten zijn, volwassen en zelfstandig laten worden. ◗
‘Aan het begin van elke les vraag ik: is er nog iets gebeurd in de wereld?’
19
PRATEN ALS MENS
NIET OPGEVEN
Jan: ‘Leerlingen laten ontdekken wie ze zijn, zit daarin voor jullie de waarde van werk?’ Richard: ‘Ja, ik heb een passie voor geschiedenis en voor wat dit vak bijdraagt aan de wereld. Die wereld is waar wij voor opleiden, niet alleen die baan in de zorg of op kantoor.’ Annemiek: ‘Wat ik heel waardevol vind, is als ik iets van leerlingen terughoor. Het gebeurt niet elke dag, maar af en toe komt er een leerling bij je die zegt: “wat u toen zei, die les, daar heb ik echt iets aan gehad” Dat vind ik mooi.’ Diana: ‘Ik zal nooit die oud-leerling vergeten die me trots kwam vertellen dat hij was aangenomen bij een elite-eenheid van Defensie. Dit was een leerling die hier in het tweede en derde leerjaar grote problemen had gehad. Ik vroeg hem wat er sindsdien was veranderd en hij zei: “Ik had een keer een gesprek met een docent en deze sprak met mij als mens. Ineens zag ik wat ik op school aan het doen was en kon ik kijken naar wie ik eigenlijk ben, wat mijn talenten zijn.”’ Jan: ‘Dat zijn de pareltjes.’ Jaap: ‘Daar doe je het voor. Ik vind het ook mooi om oud-leerlingen een paar jaar later op straat tegen te komen. Dan zijn het zulke bikkels geworden. Volwassenen. Vaders en moeders soms.’ Diana: ‘Daar word je gelukkig van. Natuurlijk is er ook wel eens een enkeling met wie het niet goed gaat. Maar met de meesten wel.’
Jan Brouns: ‘Als ik jullie hoor vertellen, valt mij op hoezeer het erom gaat dat de leerling als persoon kan groeien. Er zit iets in jullie, betrokkenheid bij mensen, eerbied voor de ander... jullie noemen het misschien niet zo, maar bij Karmel met een K zouden we het spiritualiteit noemen.’ Diana: ‘Op deze school doe je je werk met bezieling, dat is zo. We geven ook niet gauw op. Het moet echt wel heel bont zijn met een leerling voordat wij zeggen: hier houdt het op.’ Richard: ‘Er gaat geen leerling door de school die niet gezien wordt. Er is altijd wel iemand die die leerling echt ziet.’ Diana: ‘Dat zijn we als collega’s onderling ook van elkaar gaan verwachten. Als je hier komt werken, dan hoort dat erbij.’ Jan: ‘Mag ik een citaat voorlezen uit een Karmeltijdschrift dat ik echt bij jullie vind passen? Het artikel gaat over het onderwerp van vandaag, de waarde van werk. Er staat: “... het gaat in werk om meer dan winst. Het gaat erom dat er [...] een waardesysteem geldt waarin men als persoon kan groeien. Die waarden zijn vaak ook deugden: vertrouwen, waarheid, wijsheid, eerlijkheid, vrijheid, moed en mededogen. Wanneer mensen op deze wijze tot hun recht komen, is dat een maximalisering van het menselijk kapitaal.” Mooi toch? Dat is volgens mij precies waar wij het vanmiddag over hebben gehad.’ ◗
Jan Brouns
20
‘Waarin zit voor jullie de waarde van werk?’
COLUMN
DECEMBER 2017
DEPRESSIEF? GA FRANS PRATEN!
‘Er gaat geen leerling door de school die niet gezien wordt’
‘OP SCHOOL MERK JE WAT JE ECHT LEUK VINDT’ Jhulie Nunes de Azevedo (16), 4 vmbo ‘Toen ik in de brugklas kwam, dacht ik dat ik misschien advocaat of stewardess wilde worden. Maar zou ik dat halen met vmbo? Als je dan eenmaal op school zit, merk je wat je écht leuk vindt. Voor mij is dat verzorging, met mensen bezig zijn. Dat bleek ook toen we met school een paar keer ergens gingen kijken. Werken met dieren is het niet voor mij, een bedrijf ook niet zo. Maar werken in de zorg lijkt me superleuk, vooral met kinderen. Ik mocht een keertje meelopen met mijn tante die in de zorg werkt, dat was leuk. Ook heb ik geprobeerd mijn stage in de derde klas in het ziekenhuis te lopen, maar dat lukte toen niet meer. Dit jaar probeer ik het weer. Ik denk dat werken in de zorg wel bij me past. Ik ben altijd nieuwsgierig naar mensen: niet alleen hoe ze met elkaar omgaan, maar ook hoe het er bij een mens van binnen uitziet. En ik heb wel goede cijfers voor biologie. Dus... ik ga ervoor!’ ◗
Ik heb een lastige periode achter de rug. De afgelopen twee jaar ben ik door vier vrouwen in de steek gelaten. Dat Josje als eerste zou vertrekken lag in de lijn der verwachting. Maar dat daarna de hele sectie zou leeglopen, daar had ik geen rekening mee gehouden. Na een jaar of veertien is een fijne collega veel meer dan een collega, het is je maatje geworden, je voelt je gekend en begrepen. Allemaal weg. En dan nog tegenvallende eindexamenresultaten en lage keuzepercentages. Gelukkig gaat het nu een stuk beter. Een paar nieuwe, enthousiaste collega’s, dat helpt enorm. En ik heb geprobeerd om mezelf weer een beetje op de rails te krijgen, want de boel was een beetje in elkaar gezakt. Herijking, herbronning, zoiets. Ik zit nu weer op doeltaal voertaal. Hoezo, hoor ik jullie denken, jullie talendocenten praten toch altijd de doeltaal? Was het maar waar. Het is net als met hardlopen, je begint enthousiast, maar probeer het maar eens vol te houden. Het vertraagt de les, je moet regelmatig switchen, je praat anders Frans in de derde dan in de vijfde klas. Kortom, ik word er hondsmoe van. Maar ik krijg er ook veel energie voor terug. De sfeer verandert meteen in de les en leerlingen begrijpen dat: hier draait het om. Sterker nog, er zijn nu zelfs van die dagen dat ik er een beetje hyper van word. Gewoon, om te zien wat het allemaal losmaakt bij de leerlingen. Je ziet verwarring (wat zegt die vent in godsnaam), opluchting (oooh, dat bedoelt hij), vrolijkheid (je moet je spullen pakken, sukkel), trots (ik snap bijna alles). Mijn hypothese is dat er endorfine wordt vrijgemaakt als je de hele dag Frans praat. Het doet me denken aan wat de psychiater Bram Bakker zegt: “Als je depressief bent kun je twee dingen doen: naar een psychiater gaan of hardlopen.” Dus collega’s, heb je een dip of ben je in de steek gelaten? ◗ JOS BAACK Docent Frans, Twents Carmel College, locatie De Thij
21
OPMERKELIJK
Bianca
Jos
Daphne
‘Bij uitstek een reis die alles raakt!’
22
DECEMBER 2017
TAIZÉ: EEN PELGRIMSTOCHT VAN VERTROUWEN Locatie Titus Brandsmalyceum van Het Hooghuis in Oss gaat jaarlijks tijdens Hemelvaart met leerlingen uit 4 havo en vwo naar Taizé. Dit is een christelijke broedergemeenschap in Bourgogne die zich richt op jongeren. Docenten Jos de Ridder en Bianca Coenen vertellen erover: ‘Samen met zo’n 3.000 jongeren van over de hele wereld draaien we een week mee in de gemeenschap. Dit houdt in dat je drie keer per dag de gebedsviering bijwoont en twee keer per dag een gespreksgroep, maar ook dat je meehelpt koken en afwassen. Je zet je eigen tentje op, het is een week back to basic en je ervaart het geluk van de regelmaat. Tijdens de diensten zit je op de grond en tijdens de ‘Vind je het eenvoudige maaltijd op een bankje. Dan pas merk je dat je eigenlijk niet zoveel nodig hebt. ‘s Avonds na de late dienst wel wat, dan heb kun je gezelligheid opzoeken bij Oyak, een ontmoetingsplek. Taizé heeft iets magisch. Je leert over het vertrouwen wat je je er je hele leven in mensen kunt hebben en wat mensen jou (terug)geven. Een soort pelgrimstocht van vertrouwen.’ wat aan’ Leerling Daphne (16 jaar, 5 vwo) vult aan: ‘Het leukste van de week vond ik het afwassen met z’n allen, al kun je het beter een watergevecht noemen. En het eten uitdelen is leuk, al die verschillende jongeren die voorbijkomen. Iedereen is lief voor elkaar en je mag er zijn wie je bent. Je hebt het samen gezellig zonder school en zonder kopjes koffie. Gewoon zitten op een heuvel in het gras. Voor Taizé had ik ook wel vertrouwen in mensen, maar ik vraag me weleens af of je het vertrouwen terugkrijgt. Daar was er van die twijfel geen sprake, ik kon over álles praten. En je leert veel over andere landen, zo sprak ik direct na aankomst iemand uit Canada.’ Jos: ‘Als begeleider vind ik het mooi om te zien dat leerlingen naar aanleiding van de gespreksgroepen durven te zeggen waar ze tegenaan lopen in het leven. Een paar dagen intensief met elkaar optrekken resulteert in het delen van kwetsbare verhalen, ik verbaas me over de openheid. We proberen ieder jaar ook een gesprek te regelen tussen onze leerlingen en een Nederlandse broeder. De vragen van leerlingen variëren dan van “Wie kookt hier?” tot “Missen jullie de vrouwen niet?”. Verder ervaren ze de stilte, zowel in de vieringen als bij reflectieopdrachten. Niets doen leert je veel over jezelf. Even weg van de ratrace met schoolresultaten, sociale omgeving, social media, bijbaantjes, etc. Telefoons gaan als vanzelf uit, terwijl dit niet eens verplicht is.’ Zowel Daphne als Bianca is niet gelovig. ‘Het is meer dan geloof, want geloof is maar een klein onderdeel. Het is een gevoel wat je overkomt, je moet het meemaken. Als je gaat en je vindt het niks, dan heb je niks verloren. Maar vind je het wel wat, dan heb je er je hele leven wat aan. Ik ging er met zes vrienden naartoe en kwam met 32 vrienden terug.’, vertelt Daphne. Jos vult aan: ‘Je krijgt er meer begrip en respect. We zijn eigenlijk allemaal hetzelfde. Verder past het perfect bij de waarden van Carmel: persoonsvorming en socialisatie. Een leerzame bijkomstigheid is dat iedereen Engels spreekt en je allerlei internationale contacten legt. Bij uitstek een reis die alles raakt!’ Wil je met jouw Carmelschool ook mee naar Taizé tijdens Hemelvaart of wil je meer informatie? Neem dan gerust contact op met Bianca Coenen, via b.coenen@hethooghuis.nl ◗
COLOFON Carmel Magazine wordt gemaakt voor medewerkers en relaties van Stichting Carmelcollege en verschijnt drie keer per jaar. REDACTIE Fijke Hoogendijk Daphne Razi (Stichting Carmelcollege) Hans Morssinkhof (Hans Morssinkhof Publicity, Arnhem) Suzanne Visser (Perspect, Baarn) VORMGEVING EN OPMAAK Digidee, Enschede FOTOGRAFIE Marty van Dijken (Van Dijken, Enschede) DRUK Gildeprint, Enschede OPLAGE 4.650
23
LICHT GAAT OP IN DIGITALE TIJDEN Waar is de tijd van het schoolbord en het krijtje? Leerlingen hebben er nauwelijks nog weet van. Hun blik gaat naar het digibord, hun leermateriaal bestaat steeds vaker uit papier en beeldscherm. Met zelftesten zien ze wat ze beheersen en wat nog niet.
In die maalstroom van digitalisering wordt de docent steeds belangrijker. Hij of zij wordt de leider, instructeur, coach en vraagbaak die met de leerling op ontdekkingstocht gaat naar brede vorming. Ze leren allebei. Zonder vastomlijnde doelen, want wie beweegt ervaart onophoudelijk nieuwe vergezichten en uitdagingen.
Aandacht en zorg voor elkaar, de aloude ingrediënten van onderwijs en interactie, winnen hierdoor aan kracht en betekenis. De vormen veranderen, niet de kern: ook de iPad houdt het vuur brandend. Zo blijft er een herkenbare lijn tussen de kribbe van toen en ons onderwijs van nu. Leren is tweerichtingsverkeer op de reis naar een betere wereld, voor elke mens, heel de mens en alle mensen.
We wensen je fijne feestdagen, en een gelukkig en gezond 2018.
Stichting Carmelcollege Drienerparkweg 16 Postbus 864 7550 AW Hengelo (074) 245 55 55 info@carmel.nl www.carmel.nl
24
@stgcarmel @CarmelVacatures stichting carmelcollege stgcarmel stichting carmelcollege