Liedvriend jg. 51 #1 april 2012

Page 1

2012

de nr. 1

Liedvriend

Evelyn Ziegler

winnares VvhL-prijs

Ruth Willemse

toegelaten tot de solistenlijst

Terugblik jubileum Het Franse lied in Nederland

Nederlandse liedzangers van het fin de siècle

besprekingen

partituren en cd’s


bes t el w u o n l in e k ie s n e e i s er f u w zel l s t oe


Beste Vrienden! We zijn alweer geruime tijd actief in het jaar 2012. Na een geweldig 50-jarig jubileumfeest weer terug in de realiteit: het in stand houden en verder uitbouwen van onze zo belangrijke vereniging. In deze moderne tijd gaan bepaalde zaken een stuk eenvoudiger. Zo vergadert het dagelijks bestuur regelmatig via Skype. Via de computer contact maken bespaart veel tijd en je kunt lekker thuisblijven. Wie weet volgen we in de toekomst huisconcerten via Skype. Liever niet… ik wil het intieme van de huisconcerten niet missen en maak graag mijn uitstapjes op zondag naar de regio’s om de contactpersonen en de solisten te ontmoeten en te genieten van de liederen. Bij mijn bezoeken wordt er altijd gesproken over het aantal concerten per jaar. Geen punt voor die regio’s met een groot aantal leden. Maar het wringt in de kleinere regio’s. Het structurele probleem zijn de financiële middelen. Dat is het speerpunt voor dit jaar en de komende jaren. Ik vraag eenieder ons zo mogelijk daarbij te helpen. Verder gaat het geweldig met de vereniging. Heel veel belangstelling van de kleine en grote zalen. Vele projecten bieden zich aan. Op een van die aanbiedingen zijn we al ingegaan: de Dag van het Lied op 16 februari 2013 in de Doelen te Rotterdam. Een gehele dag rondom de liederen van Hugo Wolf met een mooi slotconcert door de bariton Dietrich Henschel met Fritz Schwinghammer aan de piano. Tot ziens.

Aat Klompenhouwer bestuursvoorzitter

in dit nummer… Nieuws Cursus Liedinterpretatie Ruth Willemse

3 5 6

Nederlandse liedzangers van het fin de siècle

10

Jubileumfeest een groot succes

16 20

Evelyn Ziegler Het Franse lied in Nederland

24 Ongehoord 30 Nieuwe noten op mijn zang 34

de Liedvriend is een uitgave van de vereniging Vrienden van het Lied jaargang 51 nr. 1, april 2012 ISSN 1384-0215 oplage: 2500 ex. www.vvhl.nl foto omslag: Evelyn Ziegler, sopraan Evelyn Ziegler is winnares van de Vrienden van het Lied-prijs tijdens het afgelopen International Student Lied-Duo Competition. Zie pagina 20.


de Liedvriend

Lid worden? Uit liefde voor de liedkunst en om de negentiende-eeuwse traditie van huisconcerten nieuw leven in te blazen, werd in 1961 de vereniging Vrienden van het Lied opgericht. De leden zijn verspreid over 23 regionale afdelingen en streven naar verbreiding van de liedkunst. Jaarlijks biedt de vereniging ongeveer 60 liederenrecitals aan in grotere woonhuizen of kleinere podia. Niet alleen gerenommeerde liedkunstenaars treden op, maar ook veelbelovende, beginnende talenten krijgen de kans podiumervaring op te doen en een repertoire op te bouwen.

2

Elk jaar organiseert de vereniging bovendien cursussen voor gevorderde amateurzangers onder leiding van ervaren beroepsmusici.

Contributie Voor 2012 bedraagt de contributie € 45 per persoon of € 75 per twee personen (1 adres). Vrienden tot en met 27 jaar betalen € 15 (stuur kopie ID mee). Het lidmaatschap is voor een jaar en wordt zonder opzegging ieder jaar verlengd. Opzeggen kan schriftelijk, minstens een maand voor het verstrijken van het lidmaatschapsjaar, dus uiterlijk per 1 december.

✁ Ja, ik word lid! naam

________________________ naam medelid _________________________________

adres

________________________________________________________________________

postcode ________________________ woonplaats

_________________________________

e-mail

________________________________________________________________________

tel.nr.

________________________________________________________________________

regio waarvan ik lid wil zijn _______________________________________________________ Ik geef me/ons op als lid van de vereniging Vrienden van het Lied en machtig de vereniging om de contributie af te schrijven van mijn bankrekening. Aan het einde van ieder kalenderjaar wordt de contributie afgeschreven voor het volgende contributiejaar. bankrekeningnummer datum

〔 〕〔 〕〔 〕〔 〕〔 〕〔 〕〔 〕〔 〕〔 〕〔 〕

_______________ handtekening __________________________

Verstuur deze aanmelding en u krijgt verdere informatie thuisgestuurd. Vrienden van het Lied - Ledenadministratie, t.a.v. mw. A.M.E. van Otterloo Wim Sonneveldlaan 203, 3584 ZS Utrecht. Of meld je aan via www.vvhl.nl


2012, nr. 1

Nieuws van het bestuur

Concertverdeling 2012 Door de verhoging van het btw-tarief van 6 naar 19% zijn ook voor de Vrienden van het Lied de concerten duurder geworden. De begroting van 2012 biedt ruimte voor 56 concerten met solisten. Hierdoor kunnen niet in alle 23 afdelingen drie recitals uit de verenigingskas bekostigd worden. Het bestuur heeft in overleg met de Commissie Concerten en de Artistieke Raad besloten om de toewijzing van de concerten af te laten hangen van het ledental. Afdelingen met 40 of meer leden krijgen elk drie solistenrecitals. Afdelingen met 30-39 leden krijgen elk twee en die met 20-29 leden elk één recital. Het is een heldere en eenvoudige regeling, waarbij vooral duidelijk is, dat kleine afdelingen moeten groeien en dat het werven van nieuwe leden belangrijk blijft. Het bestuur heeft de contactpersonen van de kleinere regio’s alternatieven aangeboden zoals een lezing of een recital door conservatoriumstudenten. Raad van Advies De pianiste Reinild Mees is met ingang van dit jaar lid van de Raad van Advies voor Artistieke zaken van de Vrienden van het Lied. Zij volgt hierin Rudolf Jansen op, die zijn tweede termijn er al ruimschoots op heeft zitten. Reinild Mees is als begeleidster actief voor de Vrienden van het Lied en heeft in 1998 Stichting Het 20e-eeuwse Lied opge­ richt. Een uitgebreid interview met haar is te vinden in de eerste Liedvriend van 2007. Algemene Ledenvergadering De jaarvergadering van 2012 vindt plaats op zaterdag 12 mei in De Witte Huisjes, Kerkpad 3 in Bunnik. De ALV is van 11.00 tot 13.00 uur. Daarna is er een gezamenlijke lunch. Van 14.00 tot 15.00 uur is er een recital in de naastgelegen kerk door Henriette

Feith (sopraan) met David van Oijen op luit/ theorbe. Zij vormen al meer dan tien jaar een duo en hebben zich de laatste tijd geworpen op vroeg 17e-eeuws repertoire en in het bijzonder op dat van Francesca Caccini. De vergaderagenda en de bijbehorende stukken zijn vanaf 12 april te downloaden op www.vvhl.nl/alv2012 en aan te vragen via het secretariaat. Leden die aanwezig waren bij de vorige jaarvergadering, krijgen de stukken toegezonden, zoveel mogelijk per mail. Voor treinreizigers is er vanaf het treinstation de haal- en brengservice. In verband met de catering horen we graag of u komt. U kunt dit doorgeven aan het secretariaat via vriendenvanhetlied@gmail.com In memoriam Op vrijdag 10 februari overleed onverwacht de tenor Hein Meens. Hij studeerde piano en zang aan het conservatorium van Maastricht en kreeg landelijke bekendheid als evange­ list in de Matthäus-Passion. Hij behaalde de Prix d’Excellence voor solozang en was prijswinnaar bij het Internationale Vocalisten Concours ‘s Hertogenbosch. In 1982 maakte hij zijn operadebuut als Don Ottavio in Mozarts Don Giovanni, waarna hij vele rollen zong in binnen- en buitenland. Hij was als zangdocent en oratoriumcoach verbonden aan het Conservatorium van Amsterdam. Hij debuteerde in 2002 als dirigent, ook met de Matthäus-Passion, en werd in 2005 vaste dirigent van het koor en orkest van de Westerkerk in Amsterdam. Hij was als jurylid lange tijd verbonden aan het Internationaal Vocalisten Concours ’s-Hertogenbosch bij de voorselecties en bij de internationale jury. In 2009 maakte hij deel uit van de auditiecommissie van de Vrienden van het Lied. Hein Meens is overleden aan de gevolgen van een hartaanval. Hij is 62 jaar geworden.

3


Za Z a 3 no ove ov v ve embe mb m be err 2012 012 01 20. 20 2 01 0. 15 5 uurr Nie Ni euwe uw we K Ke erk rk, Den Den Haag Haag ag

Lied Li eder ed erren eren en vann Men ende dels de lsso soohhnn, BBrrah ahms ms,, Brriti te t n, Q Qui uilter er e.aa. Za a 9 febr brrua arri 2013 13 20..1 15 5 Nie ieuwe euwe uw w K Kerk,, De en Haag

L edderen van Li ann Schum um man ann, n Bor n, o oddin in,, Raachmani aniino nov en Tsj sjai aiko ai kovski vski ki Za 2 Za 20 0a apr pril 2013 p 201 013 20. 20 0 15 5 uu uur Nie Ni N iie euw euwe we w e Ke Ker K erk, k, D De en Haag ag

Lieddeerrenn vaann Deb Li e uusssy sy, W Woolff eenn SScchhöönnbber erg

informatie & tickets www.philipszaal.nl 070 88 00 333

41-020-39_Liedvriend_127x190mm_v1.indd 1

Vocaal Royaal en Seizo 013 2012 / 2

klassiek aan het

08-03-2012 11:20:02


2012, nr. 1

Cursus Liedinterpretatie Op zaterdag 2 en zondag 3 juni organiseert de Vrienden van het Lied haar jaarlijkse amateurcursus op De Ticheler, een verbouwde boerderij in De Lutte (Twente), met logies in een nabijgelegen hotel. De docenten zijn Irene Maessen (sopraan) en Reinild Mees (piano). Zij geven de lessen gezamenlijk. De cursus is voor duo’s van gevorderde amateurzangers en hun pianisten. Van de duo’s wordt verwacht dat zij een programma voorbereiden van vier tot zes liederen, waaronder minstens een lied van een Nederlandse componist, met als thema De vrouw in de muziek. Er kunnen maximaal negen duo’s worden geplaatst. Dit gebeurt in volgorde van aanmelding, met dien verstande dat tot de uiterste aanmeldingsdatum drie plaatsen worden gereserveerd voor zangers die voor het eerst meedoen, en drie plaatsen voor zangers die 1, 2 of 3 keer hebben meegedaan. Toehoorders zijn van harte welkom, zowel voor de hele cursus, als voor een dag of dagdeel. De cursus wordt afgesloten met een openbaar concert door de deelnemers. Dit is gratis toegankelijk. Kosten De kosten voor deelnemers die lid zijn van de Vrienden van het Lied variëren van € 183 p.p. bij 9 duo’s tot € 248 (met meer lestijd) bij 6 duo’s – dit is het minimum aantal deelnemers. Niet-leden betalen € 30 extra. De kosten zijn inclusief catering en exclusief logies/ontbijt à € 57 voor een eenpersoonskamer of € 32 p.p. voor een tweepersoonskamer. Jonge deelnemers (geboren na 1982) voor wie de kosten een overwegend bezwaar zijn kunnen bij aanmelding een beroep doen op een hulpfonds.

De kosten voor toehoorders die lid zijn van de Vrienden van het Lied bedragen € 123, niet-leden betalen € 143. Kosten voor een dag(deel) zijn naar rato. Aanmelden Aanmelding deelnemers vanaf 15 maart tot uiterlijk 15 april. Aanmelding toehoorders hele cursus met logies/ontbijt graag vóór 1 mei. Aanmelding toehoorders voor een dag of dagdeel graag vóór 27 mei (Pinksteren). Inlichtingen: Erna Fock, 070–3816164 bcjfock@xs4all.nl Aanmelding: Annette Ovink ahodovink@a1.nl De organisatie van de cursus is mede in handen van Jaap Heins.

5


de Liedvriend

6

Ruth Willemse


2012, nr. 1

Met liederencycli kan ik lekker in een concentratie doorzingen Theo Oppewal

7

Mezzosopraan Ruth Willemse is samen met haar pianobegeleider Vital Stahievitch afgelopen november toegetreden tot de solistenlijst van de Vrienden van het Lied. In gesprek met haar belicht zij onder meer hun nieuwste recitalprogramma dat zij voor de vereniging heeft samengesteld. Hoe is de auditie bevallen? “Ik vond dat erg leuk, vooral omdat het voor een publiek was. Je hebt daardoor meer een concertgevoel waarbij je niet de zenuwen hebt zoals bij bijvoorbeeld opera-audities waar je alleen voor een jury zingt.” Treden jullie met het lied veel op bij podia in het land? “We werden best veel gevraagd voordat we tot de Vrienden van het Lied werden toegelaten, maar afgelopen jaar waren er toch minder concerten ondanks dat we vele

podia hadden benaderd. De toelating bij de Vrienden van het Lied kwam dus op een goed moment.” Wat maakt jullie als liedduo zo bijzonder? “Muzikaal voelen wij als duo elkaar ontzettend goed aan. Onze repetities zijn ook ontzettend leuk omdat er een soort magie is als we samenspelen. Vital en ik zijn erg op elkaar ingespeeld en erg gegroeid als duo. We hebben eigenlijk ook altijd dezelfde ideeën waarbinnen er overigens wel ruimte is voor discussie. Meestal komen we tot dezelfde


de Liedvriend

conclusie over bijvoorbeeld welke tempi het beste werken, waardoor we interpretatief bijna niets hoeven te bespreken. Zoiets is heel kostbaar. Ik voel me ongelofelijk rijk dat ik zo’n samenwerking heb met een briljant pianist.” Jullie hebben een recitalprogramma samengesteld met werken van Schumann, Quilter, Haydn en Elgar, waaronder een aantal cycli. Hoe is dit programma tot stand gekomen? “Vital en ik hebben elkaar leren kennen op het Conservatorium van Amsterdam en sindsdien werken we samen. Toen hij nog niet zoveel ervaring had met liedbegeleiding stelde ik het programma samen, passend bij mijn stem. Maar tegenwoordig draagt Vital ook wel werk aan.

8

Met liederencycli in het programma kan ik lekker in één concentratie doorzingen en voor het publiek is het leuk als er eenheid

Bladmuziek en muziekliteratuur

KLASSIEK POPULAIR ANTIQUARISCH

Minrebroederstraat 24 3512 GT Utrecht 030 -234 36 73 www.broekmans.com

in het programma zit. Voor ons nieuwe programma heb ik dan ook een aantal cycli uitgekozen. Soms begin je met één lied en wordt je benieuwd naar wat daar verder bij hoort. Nog voordat ik het conservatorium ging doen, was ik al begonnen met Abschied von der Welt uit Schumanns cyclus Gedichte der Königin Maria Stuart. Het lied is een mooi en speciaal werk dat niet heel vaak wordt gezongen. Voor menigeen – ook voor zangers – is de cyclus nog niet zo bekend. Een bijzondere cyclus die ik heel erg mooi vind. Er zit veel verdriet in en het is in alle eenvoud door Schumann geschreven. Het is een heel persoonlijk drama, dat gelinkt is aan Schumanns eigen drama. Hij heeft het stuk aan het eind van zijn leven geschreven, toen hij al ziek was. Hij voelde dat hij naar het eind van zijn leven ging en dat voel je ook in die cyclus.


2012, nr. 1

Veel zangers uit de solistenlijst van de Vrienden van het Lied hebben werk van Roger Quilter op het programma staan, zoals Jan-Willem Schaafsma, Hans Pieter Herman, Daniël Hermán Mostert, Margo van Laak en Takako Hara. Ben je hierdoor aangestoken? “Het lijkt er op dat er een herontdekking van Quilter is. Jan-Willem Schaafsma is een goede vriend van me en bij een repetitie samen met Wijnand van Klaveren hebben we uitvoerig gesproken over het liedrepertoire van Quilter. Voor mij was dat een ontdekking, want ik ken lang niet al zijn liederen. Er is zoveel mooi repertoire van Quilter. Op het conservatorium kreeg ik Quilters Fear No More the Heat o’ the Sun op als huiswerk van Pierre Mak. Daarna ben ik de rest van de cyclus Five Shakespeare Songs gaan studeren, want het ligt me allemaal heel erg goed.” Wat spreekt jou zo aan in deze Five Shakespeare Songs? “Het idioom is heel licht: je zou kunnen zeggen dat het soms bijna popmuziek is. Ik houd ook heel erg van de Engelse taal. De gedichten van Shakespeare zijn zelf al bijna muziek. Het gaat over alles: leven én dood. De songs liggen mij gewoon heel goed en het opnemen in je repertoire... zoiets doe je ook op gevoel, het past bij me. Ik heb vaak te horen gekregen dat het mij goed ligt. Op eenzelfde manier ben ik zo ook bij Sea Pictures van Elgar gekomen. Sea Pictures is voor orkest geschreven, waardoor deze cyclus ook groots gebracht kan worden. Bijna opera-achtig soms zoals in de liederen Sabbath Morning at Sea en The Swimmer. De noten zijn soms behoorlijk hoog en behoorlijk laag. Technisch is het dus een enorme uitdaging. Het is nog maar sinds kort dat we deze liederen op ons programma hebben staan.” Haydns Arianna a Naxos is geschreven voor mezzosopraan en fortepiano, maar het is geen lied. De raad voor artistieke zaken van de vereniging moest er over beslissen of dit wel op het programma mocht. “Het werk is gelukkig goedgekeurd. Het be-

staat uit twee recitatieven en twee aria’s. Het is dus bijna een mini-opera.” Met jouw opera-achtergrond: breng je dit dan ook anders? “Als ik dit stuk zing, dan zing ik dit vanuit de persoon Arianna. Dat is toch wat anders dan bij het lied. Een lied is altijd poëzie en dus minder direct dan opera. Als Ariadne op het eiland Naxos op zoek is naar Theseus, ziet zij hem in de verte wegvaren. Daarvoor is nog een moment tussen hoop en vrees, maar als ze hem ziet wegvaren is ze woest en gaat ze helemaal los. Pure woede, vanuit een persoon gedacht. Poëzie kan, zoals bij Sea Pictures en Five Shakespeare Songs, veel algemener zijn.” Welke liederen willen jullie in de nabije toekomst nog op je repertoire zetten? “We willen een cyclus van de Belarussische componist Lev Abeliovich opnemen in ons programma. Hier is hij volstrekt onbekend, maar in Belarus is hij geliefd. Ook willen we liederen van Tsjaikovski en Rachmaninov op ons repertoire. Van Tsjaikovski hebben we al enkele liederen eerder uitgevoerd zoals Net, tolko tot, kto znal (Nur wer die Sehnsucht kennt) op het gedicht van Goethe, Sred’ shumnogo bala (At the Ball), en Moj genij, moj angel, moj drug (My genius, my angel, my friend). Vanwege de taal kost dit repertoire veel tijd. Ik lees namelijk geen cyrillisch en nadat je de uitspraak goed hebt moet je het nog uit je hoofd leren. Dat is toch wat anders dan bij westerse talen. De Siete canciones populares españoles van De Falla willen we ook gaan doen. In een bewerking voor mezzosopraan en strijkkwartet breng ik ze 11 april ten gehore met het Matangi Quartet. Dat wordt dan mijn debuut in de Kleine Zaal van het Concertgebouw. Tevens zing ik met het kwartet de solo­ cantate Il Tramonto van Respighi. Eigenlijk is dit meer een lang lied dan een cantate, dus wie weet kunnen we die ook eens ten gehore brengen voor de Vrienden van het Lied.”

9


de Liedvriend

10

Cornelie van Zanten in St. Petersburg in de Lente van 1888


2012, nr. 1

Nederlandse liedzangers van het fin de siècle

Peter van der Waal, musicoloog | foto’s Nederlands Muziek Instituut (p.10 en 13)

Dit artikel is een bewerking van de lezing die hij gaf tijdens het 50-jarig jubileum van de Vrienden van het Lied.

11

In de jaren rond de vorige eeuwwisseling waren liedrecitals nog iets heel bijzonders. Liederen werden wel gezongen op concerten, maar dat was altijd in combinatie met aria’s en vaak afgewisseld met instrumentale werken. Een van de eerste vocalisten die het aandurfde een recital in haar eentje te geven was de Duitse sopraan Lilli Lehmann. Zij werd alleen maar begeleid door een pianist, maar wisselde liederen nog af met aria’s. De vorm van het liedrecital zoals we dat nu ook kennen, komt van de Poolse sopraan Marcella Sembrich. Zij begon haar liederenavonden altijd met een paar oude Italianen om in te zingen, ging verder met romantische Duitse liederen en zong na de pauze Franse liederen, allerlei noviteiten en toegiften. Toch waren zowel Lilli Lehmann als Marcella Sembrich in de eerste plaats operazangeressen. Eén van de eerste Nederlandse zangers die recitals ging geven, was meester-zanger Johannes Messchaert. De avonden die hij samen met Julius Röntgen gaf werden legendarisch. Ze traden niet alleen op in Nederland, maar ook in Duitsland en Oos-

tenrijk. Bewondering alom, ook van mensen als Edvard Grieg, Clara Schumann, Johannes Brahms en Gustav Mahler. In de jaren rond 1900 kwam er een nieuwe generatie zangers die zich langzamerhand ging specialiseren in het geven van liederenavonden. Het waren


de Liedvriend

er aanvankelijk nog niet zo heel veel en het opvallende is dat het grootste gedeelte van hen uit Nederlanders bestond! Zangers als Tilly Koenen, Julia Culp en Thom Denijs vierden over de hele wereld triomfen met hun liedinterpretaties. Het bijzondere is dat zij alle drie studeerden bij Cornelie van Zanten, een van de belangrijkste Nederlandse zangpedagogen van die tijd.

12

Cornelie van Zanten Cornelie van Zanten werd op 2 augustus 1855 in Dordrecht geboren en al vroeg was duidelijk dat ze een erg mooie stem had. Ze kreeg zangles van de Dordtse sopraan Wilhelmina Gips die zelf nog leerlinge was geweest van Pauline Viardot-García, de beroemde telg uit het zangersgeslacht García. Op haar zeventiende ging ze naar het Conservatorium in Keulen. De directeur Ferdinand Hiller gaf haar al na anderhalf jaar haar diploma. In 1875 debuteerde Cornelie van Zanten in de opera La Favorita van Donizetti in Turijn en dat debuut was het begin van een belangrijke internationale operacarrière. Ze trad overal op, ook in Amerika. En na een tournee met de American Opera Company had ze het gevoel dat haar stem niet helemaal de oude meer was. Door het eenzijdige gebruik van de kopstem was de laagte bijna geheel verloren gegaan. Toch kon ze het aanbod om bij de Hollandsche Opera te komen zingen niet afslaan. Na twee drukke seizoenen ging ze naar Julius Stockhausen om naar eigen zeggen ‘haar laagte weer op te halen’. Deze belangrijke Duitse concertzanger en zangpedagoog was zelf leerling van Manuel García. Stockhausen verbond in zijn methode de idealen van de oude Italiaanse zangschool met de Duitse school, die meer op het woord gericht was. Cornelie van Zanten was overigens niet zijn enige bekende Nederlandse leerling, want zowel Johannes Messchaert, Anton van Rooy als Pauline de Haan-Manifarges studeerden bij Stockhausen. Het bijzondere is dat Julius Stockhausen de eerste zanger was, die de Dichterliebe van Schumann integraal tijdens een openbaar concert uitvoerde, daarbij begeleid door niemand minder dan Johannes Brahms.

Na haar studietijd bij Stockhausen ging Cornelie van Zanten zich steeds meer toeleggen op her zingen van liederen. Plotseling kwam echter het verzoek van Daniël de Lange om Johannes Messchaert aan het Conservatorium van Amsterdam op te volgen als hoofdlerares zang. En met dat lesgeven heeft Cornelie van Zanten haar sporen verdiend, want vanaf haar aanstelling aan het Conservatorium in 1894 tot haar dood in 1946 heeft ze vele leerlingen tot een internationale carrière opgeleid. Bovendien was ze een van de eersten, die wetenschappelijk onderzoek deed naar de processen die plaatsvinden tijdens het zingen. Haar leerling Theodora Versteegh is daarmee verder gegaan. In 1911 publiceerde Van Zanten in Berlijn haar boek Bel-Canto des Wortes, waarin ze haar methode beschreef, gebaseerd op die van Stockhausen. Ze onderbouwde haar methode met de resultaten van haar jarenlange wetenschappelijk onderzoek in laboratoria. Tilly Koenen Eén van de eerste leerlingen aan het Conservatorium van Amsterdam, die in het buitenland bekend is geworden, was de alt Tilly Koenen. Zij werd op 25 december 1873 op Java geboren. Toen ze zes jaar was keerde het gezin terug naar Nederland. Haar vader overleed aan een ‘Indische’ ziekte en haar moeder voedde haar en haar zusje alleen op. Omdat Tilly muzikaal talentvol bleek, mocht ze piano studeren. Zij was achttien toen ze haar diploma behaalde. Haar zus hoorde haar een keer zingen en zei: “Ik geloof dat jij nog eens een groot zangeres zult worden.” Zo kwam Tilly op het idee om zang te gaan studeren. Zij volgde eerst lessen in Apeldoorn, haar woonplaats, maar al gauw vond haar moeder dat ze toelatingsexamen moest doen voor het Conservatorium van Amsterdam. Ze werd aangenomen en Cornelie van Zanten werd haar lerares. Die vond dat Tilly Koenen over een uitzonderlijke stem beschikte: “Dat is een stem, die maar ééns in de honderd jaren wordt geboren.” Tilly Koenen kreeg een grote internationale carrière als lied- en oratorium­zangeres en werkte samen met mensen als Richard Strauss, Felix Weingartner


2012, nr. 1

en Gustav Mahler. In München zong zij zelfs de première van de achtste symfonie van Mahler onder leiding van de componist. Samen met haar jongere studiegenoot Julia Culp vierde zij in de jaren voor de Eerste Wereldoorlog als liedzangeres triomfen in Berlijn. De grote Wagnerzangeres Frida Leider die haar jeugd in Berlijn doorbracht, schreef in haar memoires: “Ik werd ook zeer aangespoord door de concerten die ik bezocht, want de standaard in Berlijn vóór de Eerste Wereldoorlog was buitengewoon hoog. De Nederlandse zangeressen Julia Culp en Tilly Koenen baarden veel opzien met hun liedrecitals, zowel vanwege de interpretatie als voor de opmerkelijke programma’s die zij brachten. Ik herinner mij het lied Mohnblumen dat door Koenen in Berlijn geïntroduceerd werd. Zij zong dit zelden uitgevoerde lied uit de cyclus Mädchenblumen van Richard Strauss met zoveel charme dat het altijd herhaald moest worden.”

13

Tilly Koenen in concertjapon, ca 1908

Julia Culp Als liedzangeres zou Julia Culp de roem van Tilly Koenen nog verre overtreffen. Zij werd zelfs beschouwd als de grootste liedzangeres van haar tijd. Zij werd op 6 oktober 1880 in Groningen in een muzikaal gezin geboren. Ze kreeg al vroeg viool- en zangles en gaf, dertien jaar oud, haar eerste concert op 13 december 1893. Op haar vijftiende vond iedereen dat ze wel rijp was om zang te gaan studeren. Ze werd aangenomen op het Conservatorium van Amsterdam en kreeg daar les van Cornelie van Zanten. Van Zanten had de gewoonte haar leerlingen van tijd tot tijd naar een keelspecialist te sturen, zo ook Julia

Culp. Dit was de reactie van Dr. Posthumus Meyes: “Als ik niet wist, kind, dat je talent had, zou ik met dien keel maar liever niet gaan zingen, hij is er heel ongeschikt voor.” Julia Culp kreeg vast het advies om vooral voorzichtig te zijn want toen zij mee mocht zingen bij een einduitvoering van de eerstejaars, voelde ze zich extra vereerd aangezien zij niet meer dan één uur per dag mocht studeren en een jaargenote als Tilly Koenen wél drie uur per dag. Kort daarop ging Cornelie van Zanten met Julia Culp op audiëntie bij Emma, de Koningin-moeder en deze was blijkbaar erg onder de indruk, want Julia


de Liedvriend

kreeg een beurs van het Koninklijk huis. In de zomer van 1900 behaalde Julia Culp haar einddiploma van het Conservatorium, naar eigen zeggen niet geheel zonder moeite. Omdat Julia niet erg rijk was en om haar de kans te geven naam te maken in Berlijn, hielp Cornelie van Zanten haar financieel.

Het kan haast niet anders of Cornelie van Zanten doelde hiermee op Julia Culp. Want Felix de Nobel interviewde Julia Culp op 19 oktober 1964 en daarin zei ze, dat ze niet veel meer dan een octaaf had en dat dit héél lastig was bij het samenstellen van haar programma’s. In hetzelfde interview vertelde ze dat haar rivale, de beroemde liedzangeres

14 Julia Culp in haar appartement in New York ca. 1913

Zij moest daar zelf geld voor lenen en gaf haar ook nog een nieuwe concertjurk. Na het eerste concert in Berlijn was Julia Culp niet tevreden en ging naar de beroemde pedagoog Etelka Gerster. Zij was erg onder de indruk van Julia’s stem en was bereid haar voorlopig voor niets les te geven. Wel vroeg ze Julia om twee jaar lang niet in het openbaar te zingen. Waarschijnlijk heeft Cornelie van Zanten haar leerling deze stap toch kwalijk genomen en doelde ze in een brief aan het Weekblad voor Muziek ook op Julia Culp toen ze schreef, dat “wanneer leerlingen eenmaal afgestudeerd zijn, ze het niet meer nodig vinden om naar hun oude docent terug te keren, omdat ze denken dat ze alles al geleerd hebben”. Ze heeft het in hetzelfde artikel ook nog eens over leerlingen die bij haar kwamen met niet meer dan één octaaf en die “eindigden met in de borsttonen een terts, in de hoogte een kwart gewonnen te hebben”.

Elena Gerhardt, haar ooit gevraagd had: “Hoe heb je het toch klaargespeeld om mit diese paar Töne zo beroemd te worden?” Volgens Leo Riemens had Julia Culp inderdaad een kleine omvang, maar wist met haar stem wonderen te verrichten: hij noemde haar zelfs een schilderes van miniaturen. Bovendien had Julia Culp ook nog eens de gave om alles zo te zingen dat je het als luisteraar bijna in beelden voor je kon zien. In dat opzicht was zij inderdaad een geduchte concurrent voor Elena Gerhardt die in haar memoires schreef: “Mijn meest geduchte rivale tijdens mijn carrière was Julia Culp, een groot en heerlijk liedzangeres; maar het was hét publiek dat vocht over wie de grootste was. Het is waar, in sommige opzichten verschilden we, maar ik genoot altijd ontzettend van haar concerten en vond het altijd eervol om als haar rivale beschouwd te worden. We waren in ieder geval altijd goede vrienden. Helaas stopte zij al vrij vroeg met zingen en moest ik


2012, nr. 1

de lauwerkrans alleen dragen.” Thom Denijs De derde leerling van Cornelie van Zanten die als liedzanger grote bekendheid kreeg was Thom Denijs. Hij werd op 3 januari 1877 in Schagen geboren. Hij speelde al vroeg viool en werd daarin gestimuleerd door zijn zus die violiste was. Op zijn veertiende werd hij een wonderkind genoemd, maar hij brak zijn pols en moest het vioolspelen opgeven. Zijn zus moedigde hem aan om zanglessen te nemen en dat zingen ging zo goed dat hij op een gegeven moment zelfs gevraagd werd om in te vallen voor niemand minder dan Johannes Messchaert. In 1896 kreeg Thom. Denijs van de Maatschappij ter bevordering der toonkunst een beurs om aan het Conservatorium van Amsterdam te gaan studeren. Jaren later vertelde Cornelie van Zanten dat hij bij zijn eindexamen in 1899 zelfs een perfecte chromatische toonladder door twee octaven gezongen had en dat Julius Röntgen had uitgeroepen: “Das hat selbst der Messchaert nicht gemacht.” In 1900 kreeg Thom. Denijs van Koningin Wilhelmina een beurs om een jaar in Berlijn te studeren. Na een korte carrière in de opera concentreerde Denijs zich na 1903 voornamelijk nog op het geven van lied­ recitals en het zingen van oratoria. Vooral als vertolker van de Christus-partij in de jaarlijkse uitvoering van de Matthäus-Passion onder leiding van Willem Mengelberg maakte hij diepe indruk. Willem Mengelberg schreef naar aanleiding van het overlijden van Thom. Denijs in 1935: “Ik persoonlijk kan mij de hoogtepunten van ons Amsterdamsch Concertseizoen – zoals de uitvoering der Matthäus Passion en Negende Symphonie – zonder Thom Denijs nauwelijks voorstellen. Zijn krachtige sonore stem, zijn meesterlijke techniek en zijn voorname natuur en verschijning maakten hem tot een idealen vertolker van de hoogste kunstuitingen van een Bach, een Beethoven en andere grootmeesters.” Ook in het buitenland was Thom. Denijs zeer geliefd. De Eerste Wereldoorlog was in volle

gang toen de Engelse componist Frederick Delius hem vroeg zijn Seadrift en zijn nieuwe werk Arabesque in het Engels te komen zingen. Na de Eerste Wereldoorlog was Denijs internationaal een grote ster en ging in 1926 zelfs met Willem Mengelberg op tournee door Amerika. De grammofoon Tilly Koenen, Julia Culp en Thom Denijs waren samen met enkele buitenlandse zangers pioniers op het gebied van de liedkunst in een tijd waarin het liedrecital nog geen gemeengoed geworden was. Ze werden door publiek en pers op handen gedragen. Gelukkig is hun zangkunst voor het nageslacht bewaard gebleven op een aantal, soms zeer zeldzame, opnamen. Zouden deze zangers toen ze hun opnamen maakten hebben kunnen bevroeden, dat wij een eeuw later nog naar hen zouden luisteren? Misschien wel, want niet voor niets zong de Rotterdamse dichter en zanger Koos Speenhoff in zijn loflied op de grammofoon: Een beeldhouwwerk of een gedicht kan eeuwenlang bestaan De mooiste menselijke stem, moest met een mens vergaan Maar sinds de grammofoon er is, hoort men nog eeuwenlang Hoe Willem Royaards voordracht was en Julia Culps gezang.

Opmerking vanuit het bestuur: Peter van der Waal geeft op grond van dit artikel lezingen met muziekvoorbeelden. Hij maakt daarbij gebruik van zeldzame opnames uit zijn eigen collectie, die één van de belangrijkste is op het gebied van de zangkunst in Nederland. Contactpersonen, die voor hun regio deze lezing willen boeken, kunnen hierover mailen met secretaris Dinant Krouwel. Peter van der Waal is bezig met een publicatie over Cornelie van Zanten en haar leerlingen.

15


de Liedvriend

Jubileumfeest een groot succes foto’s: Elisabeth Melchior

Met het Feest voor het Lied werd op zaterdag 12 november het 50-jarig jubileum van de vereniging Vrienden van het Lied in de Doelen te Rotterdam gevierd. Overdag waren er onder meer liederenrecitals, lezingen, open podium, privésessies en een compositiewedstrijd. ‘s Avonds vond het souperconcert plaats.

Compositiewedstrijd

16

José Mora-Jiménez Jef Hamburg (juryvoorzitter)

Open podium


2012, nr. 1

Solorecitals

Seil Kim Rudolf Jansen

17

Hanneke de Wit Eildert Beeftink

Robert Holl Rudolf Jansen


de Liedvriend

Zingen zonder vleugel

To Be Sung: Fie Schouten, Elisa Roep, Eva van de Poll

18

Rachel Ann Morgan

Het Huygens Duo: Leonore van Sloten, Arjen Verhage


2012, nr. 1

Souperconcert

Aat Klompenhouwer (voorzitter)

19

Caroline Stam Karolina Hartman Ambro탑 Bajec-Lapajne Tom Sol Eildert Beeftink

Bernard Loonen Hanneke de Wit Robert Holl Eildert Beeftink


de Liedvriend

20

Evelyn Ziegler


2012, nr. 1

Muziek maken is in Nederland opvallend meer ontspannen Theo Oppewal

21

De Duitse sopraan Evelyn Ziegler won vorig jaar samen met pianist Roele Kok de Vrienden van het Lied-prijs tijdens het International Student Lied-Duo Competition. Zij sleepten daarmee twee concerten bij de vereniging in de wacht. Al tijdens haar zangstudie werd ze remplaçant bij het Nederlands Kamerkoor. Inmiddels is ze afgestudeerd en treedt ze op met leden van het Nederlands Symfonieorkest. In gesprek met Evelyn Ziegler vertelt zij over haar relatie met Nederland en haar jonge zangcarrière tot nu toe. Evelyn Ziegler werd in 1980 in Duisburg geboren en woont tegenwoordig in Ahaus, net over de grens bij Enschede. Ze vertelt dat haar geboortestad een mijnwerkersstad is voor de ijzer- en staal­industrie. Toch niet bepaald de ideale achtergrond bij uitstek voor het klassieke lied? “Ik ben echter opgegroeid in het kleine stadje

Neukirchen-Vluyn en waar ik nu woon is het net zo overzichtelijk klein. Dat vond ik in het begin leuk, maar er is duidelijk niet veel werk in deze regio. Van één Johannes Passion per jaar en slechts hier en daar een enkel concert kun je niet leven. Toch is het hier prettig wonen: je kunt genieten van de rust en lekker wandelen of fietsen door het platteland.”


de Liedvriend advertentie:Layout 3

08-03-2012

13:34

Pagina 1

Adem Stem & Boventonen Leiding: Borg Groeneveld

OPLEIDING TOT STEMDOCENT, ADEM- EN STEMTHERAPEUT EN IMPROVISEREND ZANGER

(gast)docenten: Franz-Peter Menge, Marianne Svasek, Patricia van Binsbergen, Marleen Polfliet

22

15 DONDERDAGEN PER JAAR IN AMSTERDAM

vanaf 27 september introducties: 19 april, 10 mei en 21 juni open dag: zondag 13 mei 12 - 17 uur

brochure en opleidingsgids: 072 - 5095520 of via www.zangopleiding.nl

Als het om klavieren gaat... ...krijgen we vleugels! Vanaf 1975 zijn wij actief in het “piano-vak”. Stemmen, adviseren, repareren en verkopen. Wij verkopen piano’s van bekende merken zoals Petrof, Pleyel, Kawai, Schimmel en Yamaha. En omdat we ook piano’s inruilen hebben we altijd een interessante collectie gebruikte piano’s in voorraad. Het vakmanschap van Jef Slijderink zorgt ervoor dat alle gebruikte piano’s in prima conditie zijn. Verhuur en huurkoop van piano’s of vleugels zijn ook mogelijk.

Piano’s en vleugels Nieuw of gebruikt Verhuur en huurkoop Stemmen en reparaties

LOERIKSEWEG 7a - 3991 AA - HOUTEN - TEL: (030) 637 89 19 INFO@SLIJDERINK.NL - WWW.SLIJDERINK.NL


2012, nr. 1

Hoe is je voorliefde voor zang ontstaan? “Zingen heeft altijd bij mij gehoord zo lang ik me kan herinneren. Ik experimenteerde vroeger veel met een opnameapparaat van mijn vader. Elke keer probeerde ik dan weer beter te zingen. Dat vond ik erg leuk, maar ik leefde allang in de overtuiging dat ik geen professionele zanger kon worden. Dus ging ik een grafische opleiding volgen. Maar na die opleiding hield ik het werk niet lang vol: mijn hart kwam enorm in opstand.” Je zangstudie ben je in Enschede aan het conservatorium van ArtEZ gaan volgen. Hoe ben je eigenlijk in Nederland verzeild geraakt? “In mijn pubertijd kwam ik in contact met mijn Nederlandse grootouders. Het was voor mij dus niet zo vreemd om in Nederland te gaan studeren. Ik heb voor ArtEZ gekozen omdat Annette Kleine er les geeft. Tijdens het concours Jugend Musiziert kwam ik met haar in contact en het beviel me goed bij haar te gaan studeren. Ook bevielen mij het leer­systeem en de familiaire sfeer van het kleinschalige conservatorium. Ten slotte was het ook een kwestie van leeftijd: ik deed namelijk pas op mijn 26e de toelating voor een zangstudie en dat is in Duitsland heel erg moeilijk.” Hoe zou jij het verschil in het muziekleven benoemen tussen Nederland en Duitsland? “Over het geheel genomen is de manier van muziek maken in Nederland opvallend meer ontspannen dan in Duitsland. Dat heeft altijd invloed op hoe ik de sfeer in Nederland beleef.” Vorig jaar won je samen met Roele Kok de Vrienden van het Lied-prijs bij de International Student Lied-Duo Competition. Hoe is dat gegaan? “Ik hoorde het eerst van dit concours via Marien van Nieukerken (pianist en oprichter van de competitie). Door het idee om eraan mee te doen kwam ik Roele Kok tegen. Roele hoorde ik voor het eerst tijdens een lunchconcert van een van de liedklassen in Muziekcentrum Enschede. Ik was helemaal

onder de indruk van zijn warme klank, zijn expressie en zijn uitstekende begeleiding van de zanger. Het was een uitdaging en een groot plezier om met hem mee te kunnen doen. Met het winnen van de prijs krijgen wij nu de kans om ons kunnen te laten zien en horen aan het publiek.” De prijs omvat een tweetal concerten voor de Vrienden van het Lied, waarvan het eerste inmiddels is geweest. “Ja, in november hebben wij een concert mogen geven. De familie Roberti in Weerselo heeft haar mooie woonkamer met een uitstekend instrument beschikbaar gesteld. We werden gastvrij onthaald en het optreden was een groot plezier!” Welke zangers volg je zelf of naar wie luister je graag? “Ik oriënteer me vaker op vrouwen en luister qua gemakkelijk stemgebruik naar Barbara Bonney of naar Arleen Auger die iets meer ronding, meer body heeft. De emotie en de uitdrukking van de liederen komen het meest tot uitdrukking als de stem het meest puur wordt gebruikt. En bij deze dames ervaar ik dat op een heel aangename manier.” Uit welke muzikale periode zing je bij voorkeur? “Tot nu toe ben ik bekend met liederen uit de klassieke tijd – denk aan Mozart –, uit de romantische periode – zoals Schubert – en uit de twintigste eeuw – met bijvoorbeeld Wolfgang Rihm. Op dit moment voelt het vrij goed met repertoire uit het romantisch veld.” Waarom moeten mensen naar jouw concert komen? “Ik hoor vaak dat mensen het heel aangenaam vinden om naar mijn stem te luisteren en soms tot tranen toe ontroerd zijn. Er zit een bepaalde helderheid in mijn stem. En een enorme herkenning.” Het volgende concert van Evelyn Ziegler met pianist Roele Kok is nog niet gepland. Houd daarom de concertagenda op www.vvhl.nl in de gaten.

23


de Liedvriend

24

illustratie George Barbier (1882-1932), houtsnede François-Louis Schmied (1873-1941) Pierre Louÿs - ‘Les chansons de Bilitis: traduit du grec’ (1922) houtsnede bij 15. ‘La bague symbolique’


2012, nr. 1

Het Franse lied in Nederland

Een persoonlijke uiteenzetting door Meinard Kraak

Dit artikel is een bewerking van de lezing die hij gaf tijdens het 50-jarig jubileum van de Vrienden van het Lied.

Het Franse Lied, zoals wij dat nu kennen is een voortzetting van het Duitse lied en dan voornamelijk van Schubert. Zijn liederen werden halverwege de 19e eeuw in vertaling heel populair in Frankrijk. Grote zangers als de legendarische Alphonse Nourrit zongen ze op de concertpodia. Men sprak toen van Le Lied, een naam die nog wel gebruikt wordt. Tot die tijd werden in de salons de Romances ten gehore gebracht, eenvoudige coupletliederen met een strenge vorm van ritme en rijm, iets wat niet altijd paste bij de melodie. De omvang van de zangpartij was beperkt, een duidelijke articulatie was gewenst: het verhaal moest goed gevolgd kunnen worden. De pianobegeleiding had alleen een ondersteunende functie. Halverwege de 19e eeuw probeerden componisten zich van de beperkingen van de romance te bevrijden en zochten naar nieuwe vormen, zoals Gounod, Bizet, Massenet en Saint-Saëns. Al schreven zij hun liederen min of meer als opmaat tot of als verlengstuk van hun opera’s, er is prachtige muziek bij, die men helaas steeds minder hoort. Hector Berlioz, geboren in 1803 en daarmee een stuk ouder dan de eerder genoemden, gaf omstreeks 1840 als eerste zijn vocale composities de naam Mélodie. Hij was ook een van de eersten die gedichten van tijdgenoten gebruikte. Gedurende de laatste decennia van de 19e eeuw maakte La mélodie Française de grootste ontwikkeling van haar bestaan door. Componisten als Fauré en Duparc schreven

hun werken, en weer iets later Debussy en Ravel. De pianopartijen zijn nu niet langer begeleidingen, maar worden gelijkwaardig aan de zangstem. Omdat er gedichten werden getoonzet van belangrijke dichters/ tijdgenoten hielden de componisten zich aan strenge regels om de teksten zo verstaanbaar mogelijk te verklanken. Als voorbeeld zou men kunnen noemen de Chansons de Bilitis van Debussy met een ideale prosodie: een perfecte afwisseling van sterke en zwakke maatdelen in de vocale lijn, waardoor men het gedicht letterlijk kan volgen. (Liedvrienden kennen het allemaal: Pour le jour des Hyacinthies, il m’a donné…) Men kan verder natuurlijk andere literair ingestelde componisten noemen als Ravel en Poulenc. Liederenavonden zoals wij die nu kennen

25


de Liedvriend

bestonden eerst nog niet. Er werden weliswaar liederen gezongen, maar tot en met het seizoen 1924-1925 uitsluitend als onderdeel van een kamermuziekprogramma. Tussen de strijkkwartetten zong een vocaal kwartet bijvoorbeeld de Liebesliederwalzer van Brahms. Veelvuldig waren de optredens van Johannes Messchaert met Julius Röntgen aan de vleugel en van mevrouw Aaltje NoordewierReddingius, uiteraard met vrijwel uitsluitend Duits repertoire.

26

Maar in 1922 zien we al twee voorbeelden van een programma, waarin het Franse lied aan bod kwam: Op twee achtereenvolgende dagen werden de strijkkwartetten van Debussy en Ravel gecombineerd met liederen van Ravel en Lili Boulanger, gezongen door Claire Croiza (een van de docenten van Gérard Souzay) met aan de vleugel niemand minder dan Ravel zelf en Nadia Boulanger! De volgende dag zong dezelfde zangeres in de Grote Zaal met het Concertgebouworkest liederen van Duparc en Caplet tussen orkestwerken van Widor en Milhaud en na de pauze Shéhérazade van Ravel, gecombineerd met diens La Valse en de Rapsodie Espagnole. Over programmering gesproken! En dan verschijnt daar in januari 1926 voor het eerst in een volledig liedrecital Vera Janacopoulos (van origine Braziliaanse; zij leeft voort in een gedicht van Jan Engelman: Ambrosia, wat vloeit mij aan, O muze in het morgenlicht, o minnares, o slank gedicht). Zij zingt de romance Plaisir d’amour, maar ook liederen van Debussy en Milhaud en de Siete Canciones Populares van De Falla. Een jaar later is ze er al weer, nu met Fauré en Honegger. De zangeres moet erg geliefd zijn geweest: de volgende vier jaren zong zij in de Kleine Zaal Duparc, Debussy, Roussel en Chausson. Gedurende het begin van de jaren dertig zongen beroemde liedzangers als Elisabeth Schumann, de legendarische Julia Culp en onze eigen Jo Vincent Duits repertoire en Herman Schey de Winterreise. Franse liederen werden nog steeds weinig geprogrammeerd. Berthe Seroen gaf, als onderdeel van een kamermuziekprogramma, met de

componist aan de piano een uitvoering van Milhauds Chants populaires hébraïques. Interessant is het voorts te lezen dat de Nederlandse bariton Max Kloos met Dr. Anthon van der Horst aan de vleugel Beethoven en Wolf combineerde met de Cinq Chants de Venise van Fauré, dat was in 1941; men zal hetzelfde duo een paar jaar later horen in Debussy en Chabrier. Een jaar later zingt de grote bariton Charles Panzéra onder andere Duparc, Fauré, Chausson en de Don Quichotte-liederen van Ravel; dat moet de eerste uitvoering in Nederland zijn geweest, de liederen stammen uit 1937, het sterfjaar van de componist. Tot het eind van de jaren veertig zijn er twee tot drie liederenavonden per seizoen in de Kleine Zaal. Het Franse Lied dringt langzaam door op de programma’s: verscheidene keren Panzéra en in 1946 voor de eerste keer het duo Bernac/Poulenc met Debussy, Fauré en Poulenc. Het is ondertussen wel evident dat er in ons land, en dan met name onder de programmeurs van de Concertgebouwseries een belangstelling voor het moderne Franse Lied aan het ontstaan was. Véél meer dan bijvoorbeeld in Duitsland, waar in de jaren zeventig van de vorige eeuw Poulenc nog gold als avant-garde. En dan start in het seizoen 1948-1949 de eerste liederenserie, die nog steeds bestaat, tot op de dag van vandaag: 6 recitals per seizoen! Pears en Britten onder anderen, maar ook Kathleen Ferrier en Jo Vincent (die Roussel zingt) en natuurlijk weer Bernac en Poulenc. Die toename van belangstelling voor het genre was zeker te danken aan iemand van wie je wel kan zeggen dat hij een liedpubliek in Nederland heeft gecreëerd en door zijn programmering heeft opgevoed: Felix de Nobel. Behalve dat hij al in 1936 het Nederlands Kamerkoor had opgericht, waarvan hij jarenlang dirigent is geweest, ontpopte hij zich op het podium als een allround liedbegeleider. Hij was ambitieus,


2012, nr. 1

beschikte over wat wij nu zouden noemen een uitgebreid netwerk en heeft grote kunstenaars, met wie hij collegiaal bevriend was, naar Nederland gehaald. Ik denk bijvoorbeeld aan de duo’s Bernac/Poulenc en Britten/ Pears, die praktisch ieder jaar tot ver in de jaren vijftig optraden in de Kleine Zaal. Hij had zich ondertussen ook opgeworpen als programmeur van de liedserie en vormde lange jaren met een paar andere heren (o.a. Rutger Schouten) de kleine commissie die het voor het zeggen had. Maar dat was niet zijn enige bezigheid. Jarenlang was hij aan het Amsterdams Conservatorium docent liedbegeleiding, een richting waarin pianostudenten zich konden specialiseren. Voor velen van onze generatie is hij een grote leermeester en inspirator geweest. Zijn kennis van de gehele literatuur, muziek en tekst, dus ook van het Franse, Spaanse en Russische repertoire was groot. Hij stimuleerde zijn studenten zich te verdiepen in de gedichten en hun auteurs. Bijna iedere zanger die na 1960 gezongen heeft, heeft wel op een of andere manier met hem te maken gehad of met hem gewerkt, binnenskamers of op het podium. In die jaren werden er veel meer liederenrecitals gegeven dan tegenwoordig. De Amsterdamse Kunstkring voor Allen had zijn eigen vocale serie in de Kleine Zaal. Ik maakte in deze serie zelf mijn debuut en heb ze allemaal gehoord in hun beginjaren: Elly Ameling met Felix de Nobel, met onder andere de Proses Lyriques van Debussy en de Fabels van Caplet, Elisabeth Cooymans, Cora Canne Meijer, Bernard Kruysen, van wie ik veel geleerd heb, zonder ooit van hem les te hebben gehad, Max van Egmond en Elisabeth Lugt, en later ook Ruud van der Meer met prachtige Duparcliederen; collega’s die ik allemaal bewonderde en met wie ik later op het podium stond. Dan wordt de vereniging Vrienden van het Lied opgericht, vijftig jaar geleden! Die heeft ons veel kansen geboden! In de laatste Liedvriend kunnen we daarover lezen. Samen met de oprichters Coby Riemersma en Frans van de Ven hebben onze onvolprezen Thea Ekker

van der Pas en niet te vergeten het echtpaar Marianne en Huub van Dantzig de zaak op de rails gezet en lopende gehouden. Wij kregen de kans om voor een klein maar select publiek onze liederen te zingen. Meestal twee duo’s op één avond en repertoire in meerdere talen. Nederlandse composities waren verplicht. Ik herinner me dat het soms een twijfelachtig genoegen was in die huiskamers, zo dicht op het publiek met vaak een verre van ideale akoestiek, maar wat hebben we veel geleerd. Toen ik rond mijn achttiende jaar mijn eerste zanglessen kreeg, zweefde een operacarrière mij voor ogen. Mijn literaire kant dreef mij ook naar het lied, aanvankelijk vooral als ik de teksten mooi vond. Tijdens mijn gymnasiumtijd in Winschoten had ik al de eerste grammofoonplaten gehoord van Gérard Souzay met Jacqueline Bonneau en die van Irma Kolassi met André Collard (de Chansons de Bilitis, een opname die wat mij betreft een voorbeeld is voor alle generaties na haar). De belangrijkste bron van inspiratie voor mijn generatie van conservatoriumstudenten (waartoe o.a. Jeanne Companjen, Margreet Honig en Rudolf Jansen behoren) was de lerares Frans, Mevrouw Fehr, ook wel Fehrtje genoemd, later mochten we Ankie zeggen. Zij is van grote invloed geweest op mijn ontwikkeling als muziekstudent, maar ook als mens. Zij kwam tegemoet aan onze literaire kant en we lazen in haar klasje zowel stukken van Racine als gedichten van Eluard en Apollinaire. Omdat mijn stem zich ontwikkelde tot een hoge lyrische bariton, wees zij mij als vanzelfsprekend de weg naar die componisten, van wie ik de meeste werken zou gaan zingen: Fauré, Debussy, Ravel en Poulenc. Ik werkte met pianisten als Erna de Bruin en Hans Broekman, die allebei les hadden bij Felix de Nobel. Felix maakte ons attent op de Chansons Madécasses van Ravel. Die had ik al eens van hem gehoord, uitgevoerd samen met Irma Kolassi, fluitist Barwahser en cellist van Leeuwen Boomkamp. We studeerden de liederen in en samen met Rudolf Jansen, die zich inmiddels, net als Thom Bollen, ontpopt

27


Mojca Erdmann

(Felix Broede/DG)

Die Schöne Müllerin van tenor Maximilian Schmitt di 9 okt 20.15 uur Kleine Zaal

met Gerold Huber, piano

Bariton Henk Neven zingt Debussy, Fauré en Schubert di 6 nov 20.15 uur Kleine Zaal

met Hans Eijsackers, piano bekijk het overzicht op

concertgebouw.nl/ vocaal

Sopraan Mojca Erdmann zingt Schubert en R. Strauss di 18 dec 20.15 uur Kleine Zaal

met Gerold Huber, piano


2012, nr. 1

had als begeleider van praktisch alle zangstudenten op het Conservatorium, en een fluitiste en een cellist mochten we bij hem thuiskomen, waar hij ons coachte in deze, zeker voor die tijd, moeilijke materie. In mijn eindexamenjaar voerden wij op een voordrachtsoefening in de Bachzaal het werk uit. Dat gebeurde tweemaal; een keer voor en een keer na de pauze, opdat het publiek aan dit speciale klankidioom zou kunnen wennen. Wij schrijven 1962. Toen ik het tweede lied inzette met de kreet “Aoua” verlieten enkele mensen gechoqueerd de zaal.

Hun gemeenschappelijke hartsvriendin, Simone Girard (een zeer muzikale vrouw die tientallen jaren van grote invloed voor ze is geweest, zowel privé als professioneel), logeerde veel bij Bernac en waakte als een beschermengel over zijn welzijn tot aan zijn dood. Ze kwam graag bij de lessen zitten en ik heb het voorrecht gehad haar goed te leren kennen. Het was bij deze gelegenheden dat die twee oude mensen zich vaak afvroegen of de werken van Poulenc nog door toekomstige generaties zouden worden uitgevoerd.

Een aantal Nederlandse zangers als Bernard Kruysen, Elly Ameling en Elisabeth Lugt, had gestudeerd in Parijs bij Pierre Bernac, die toen net zijn zangcarrière had beëindigd. Ik besloot een beurs aan te vragen om bij hem te studeren. Ankie Fehr hielp bij het opstellen van een mooie brief aan Bernac. De maître beantwoordde mijn schrijven met in de PS de complimenten voor het uitstekende Frans en nodigde mij uit naar Parijs te komen om bij hem voor te zingen. Behalve Fauré en Ravel wou hij ook Hugo Wolf en Schubert horen, die hem zeer aan het hart lagen. Hij testte mijn stemomvang en stelde tevreden vast, dat ik in staat zou zijn Fauré’s Bonne Chanson in de oorspronkelijke ligging te zingen en vooral de grote cycli van Poulenc. Toen mijn beurs was afgelopen ben ik nog regelmatig naar Parijs gegaan om bij Bernac les te nemen, soms met mijn begeleider Irwin Gage, maar ook met Tan Crone.

In ons kleine land zijn wij natuurlijk bevoorrecht dat vele van onze Nederlandse componisten zo weinig taalbarrières kennen. Ze worden weinig uitgevoerd, maar wat zijn er nog veel Franstalige liederen te vinden bij Diepenbrock, Hendrik Andriessen, Pijper, Orthel, Ruyneman, Vermeulen, Escher en Henriëtte Bosmans. Haar bijzondere liederen werden in de jaren vijftig in Nederland geïntroduceerd door Noëmie Perugia, haar muze en inspirator. Perugia heeft ongetwijfeld veel bijgedragen tot de ontvankelijkheid voor het Franse Lied. In Nederland. Van de jongste garde noem ik nog met veel plezier Micha Hamel, zeer literair begaafd en zelf dichter, die een prachtige kleine cyclus genaamd Triptique schreef op teksten van Apollinaire, destijds als verplicht stuk bedoeld voor het vocalistenconcours in Den Bosch, maar dat het verdient op onze podia te worden gezongen.

Zij had goede contacten met Phia Berghout van de Eduard van Beinumstichting, gevestigd op het landgoed Queekhoven in Breukelen. Zodoende konden wij een aantal jaren later Bernac een paar keer uit nodigen voor een masterclass, waar vele jonge Nederlandse zangers van hebben geprofiteerd.

Opvallend en misschien hoopgevend is dat de beroemde countertenor Philippe Jaroussky enige tijd geleden in de Kleine Zaal een recital met piano heeft gegeven met uitsluitend Franse liederen! Het waren dan wel zo’n twintig hapklare brokjes van een dozijn componisten, maar hij gaf toch blijk van interesse voor dat repertoire en stelde zijn reputatie (het publiek stroomt immers toe) daarvoor beschikbaar. Wie had dat een halve eeuw geleden kunnen voorspellen: een liederenavond met uitsluitend Frans repertoire door een countertenor!

Als ik de programma’s van de liederenavonden in de Kleine Zaal bekijk van de laatste 10 jaar, valt de naam Poulenc op als een van de meest uitgevoerde Franse liedcomponisten. Toen ik bij Bernac studeerde was Poulenc een aantal jaren daarvoor overleden.

29


de Liedvriend

Ongehoord Henriette Posthuma de Boer

Arthur Honegger - MĂŠlodies et chansons Claudia Patacca (sopraan), Sinan Vural (bariton), Nick Ross (piano), Jana Ross (viool), Nicholas Szucs (viool), Joseph Nigro (altviool), Wesley Baldwin (cello) Centaur CRC 3151/3152

30

Met dank aan Harmonia Mundi en Klassiekshop.nl

Sopraan Claudia Patacca en bariton Sinan Vural zetten met regelmaat hun niet geringe vocale middelen in voor de Vrienden van het Lied. Op hun recent verschenen dubbel-cd wijden zij zich met evenveel overgave aan het complete liedoeuvre van Arthur Honegger. Van deze Zwiters/Franse componist, lid van de befaamde Groupe des Six hebben vooral het symfonisch werk en de cantates repertoire gehouden, maar zijn liederen en chansons zijn in vergetelheid geraakt. Toch verdienen zij wel degelijk een prominente plaats op het concertpodium. Was Honegger vooral in zijn vroege liederen onmiskenbaar schatplichtig aan Ravel, Franck en zelfs Satie, later ontwikkelde hij een heel eigen idioom waarin hij de tonaliteit gedeeltelijk losliet, maar altijd een groot melodicus bleef. Wat opvalt is ook zijn bijzondere tekstkeuze, zo zette hij gedichten van Paul Fort, Appolinaire, Jean Cocteau en Paul Claudel op muziek. Beide zangers geven blijk van een grote affiniteit met het typisch Franse karakter van Honeggers gevarieerde werk: zowel de serieuze liederen als de romantische filmmuziek en de lichtvoetige, spirituele chansons worden intelligent, fraai van klank en lijn en met een bewonderenswaardig heldere dictie vertolkt.


2012, nr. 1

Franz Schubert - Winterreise Maarten Koningsberger (bariton), Roger Braun (piano) Quintone Q11003

Robert Schumann - Liederkreis Op. 39 Ralph Vaughan Williams - Songs of travel Hans Zomer (bariton), Nicolas Shipman (klarinet), Stefan Hofkes (piano) via freelink@kabelfoon.nl

Deze opname van Schuberts Winterreise heeft een lange voorgeschiedenis. In 2003 voor het eerst uitgebracht, in een luxe-editie op het label Tatlin Records, was de beperkte oplage binnen een jaar uitverkocht. Omdat Koningsberger en Braun zeker zo’n tien keer per jaar de Winterreise uitvoeren en na afloop van de concerten steevast de vraag krijgen of er een cd van te koop is, besloten de musici deze in eigen beheer uit te brengen. Ook deze versie is inmiddels uitverkocht. In februari zag een derde persing het licht, nu op het label Quintone. Daar kunnen we blij om zijn, want het was en blijft een prachtige uitvoering van Schuberts meest dramatische liederencyclus. Met zijn warme, buigzame bariton en diepgaand tekstbegrip weet Koningsberger alle gevoelige snaren te raken, daarbij toegewijd en poëtisch bijgestaan door Roger Braun, een begenadigd liedbegeleider. Warm aanbevolen dus.

Een welkome aanwinst is ook deze opname van een andere Nederlandse bariton van grote klasse: Hans Zomer. Hij begon zijn indrukwekkende carrière in 1966 en heeft nu een leeftijd bereikt waarop maar weinig zangers nog een actief muziekleven leiden. Gelukkig doet Zomer dat wel en die leeftijd is hem nauwelijks aan te horen, behalve misschien aan een grote diepgang en sterke tekstbehandeling. Zomers doorleefde vertolkingen en natuurlijke stemgebruik herinneren soms aan de onvergetelijke Herman Schey, bij wie hij ooit interpretatielessen volgde. Pianist/dirigent Stefan Hofkes, met wie Zomer al zo’n twintig jaar samenwerkt, verricht wonderen op de voor deze opname gekozen Gaveau-vleugel uit 1882. ‘’Een instrument dat beide cycli een beetje omarmt”, aldus Hofkes’ motivatie voor deze keuze. De combinatie klarinet en menselijke stem in onder meer Vaughan Williams’ Searching for Lambs geeft het lied een bijna mystieke lading. Oprechtere interpreten hadden beide componisten zich niet kunnen wensen.

31


de Liedvriend

Cyril Scott - Ralph Vaughan Williams Songs of quest and inspiration Robbert Muuse (bariton), Micha van Weers (piano)

Ludwig Spohr - Songs for Voice and Guitar Antonia Elisabeth Brown (sopraan), Adriano Sebastiani (gitaar) Brillant Classics 94274

Challange Classics CC72527

32

Robbert Muuse en zijn (levens)partner Micha van Weers, altijd op zoek naar minder voor de hand liggend repertoire, vonden dit keer hun uitdaging in het omvangrijke, maar nooit opgenomen liedoeuvre van Cyrill Scott (1879-1970). Deze veelzijdige componist, door sommigen the father of modern British music genoemd, is vooral bekend geworden door zijn symfonisch werk, pianoconcerten en opera’s. Dat zijn tientallen liederen zo zelden worden uitgevoerd, is verbazingwekkend gezien de kwaliteit ervan, ook wat betreft de fantasievolle pianopartijen. Robbert Muuse en Micha van Weers selecteerden dertien liederen die karakteristiek zijn voor Scotts moeilijk te definiëren muzikale idioom: nu eens romantisch, dan weer geestig en bijna cabaretesk, soms eenvoudig volkliedachtig, en meestal opvallend theatraal. In zijn romantische liederen toont hij zich schatplichtig aan Franse tijdgenoten als Debussy, Fauré en Ravel, maar de Engelse volksmuziek heeft ook zijn sporen nagelaten. Zanger en pianiste voelen zich duidelijk in hun element in deze kleurrijke vocale wereld. Muuse weet alle mogelijkheden van zijn viriele bariton virtuoos te benutten, niet in de laatste plaats dankzij het sterke spel van zijn muzikale partner.

Vroegromantische, te zelden op het podium gehoorde liederen van Ludwig Spohr (17841859). Oorspronkelijk geschreven voor stem en piano, waren deze drie cycli van elk zes German Songs ook verkrijgbaar met gitaarbegeleiding. Het was in de 19e eeuw heel gebruikelijk voor de gitaar als begeleidingsinstrument te kiezen wanneer er geen piano beschikbaar was. Spohr, die zich niet alleen als componist, maar ook als violist en dirigent grote faam had verworven, toont zich in deze liederen een avontuurlijk romanticus, gezien ook zijn keuze van grote tijdgenoten als Goethe. Wat de vorm betreft wortelt hij nog duidelijk in het classicisme van zijn voorgangers. Aangezien Spohr een groot liefhebber was van Mozarts liederen, zijn ook enkele hiervan, eveneens in bewerking voor gitaar, op deze cd gezet. Een gerechtvaardigde combinatie, al mis ik, evenals de namen van de tekstdichters, vermelding hiervan op de omslag van het bijbehorende boekje. De uitvoering door Antonia Elisabeth Brown, met haar warme sopraan en feilloze techniek, laat niets te wensen over, niet in de laatste plaats dankzij de ondersteuning van de Italiaanse gitaarvirtuoos Sebastiani. Spohrs liederen verdienen het vaker te worden uitgevoerd.


2012, nr. 1

Anton Webern - Lieder Christiane Oelze (sopraan), Eric Schneider (piano)

Slovenija! Slowenische Lieder & Duette Bernarda Fink (mezzosopraan), Marcos Fink (bas-bariton), Anthony Spiri (piano)

Newton Classics 8802055

HMC 902065

Frequentere uitvoering verdienen ook de liederen van Anton Webern. Deze cd biedt een chronologische staalkaart van zijn vocale oeuvre. Is de componist in zijn vroege liederen nog duidelijk schatplichtig aan grote voorgangers als Schumann, Schubert, Wolf en Strauss, later wijkt hij af van de romantische traditie en gaat hij, onder invloed van zijn leermeester Schönberg, eigenzinnig zijn eigen weg tot diep in de atonaliteit. Al in het eerste lied, Vorfrühling, dat hij schreef toen hij zestien jaar was, is het idioom te herkennen dat hem later zou kenmerken: die geheimzinnige mengeling van intimiteit en intensiteit. En nergens een noot te veel! In de schitterende, intelligente vertolking van Christiane Oelze en de poëet aan de piano, Eric Schneider, komen deze boeiende liederen volledig tot hun recht. Beide musici weten zelfs de latere in het twaalftoonssysteem gezette liederen in al hun gecompliceerdheid volkomen natuurlijk te laten klinken. Prachtig.

Uit de relatief onbekende rijkdom aan Sloveense muziek uit de 19e en 20e eeuw kozen Bernarda Fink en haar broer Marcos 32 representatieve liederen en duetten van verschillende componisten, zoals Anton Lajovic, Benjamin Ipavec. Namen die ons weinig zeggen, maar de moeite waard zijn om te onthouden vanwege de zeer zingbare liederen die zij nalieten. Broer en zus Fink zijn geboren in Argentinië uit Sloveense ouders, dus het is repertoire dat hen na aan het hart ligt. Veel heimwee en verlangen in deze nauw aan de volksmuziek van de Balkan verwante, romantische muziek – een nadere kennismaking meer dan waard. Gelukkig zijn in het bijbehorende tekstboekje de vertalingen in Frans, Duits en Engels gegeven, zodat we de vaak heftige expressie kunnen traceren. Bernarda Fink en haar broer zetten hun fraaie stemmen hartstochtelijk in voor de muziek uit het land van hun voorvaderen, daarbij liefdevol bijgestaan door de Amerikaanse pianist Anthony Spiri.

33


de Liedvriend

Nieuwe noten op mijn zang Dinant Krouwel, musicoloog en liedbegeleider

D. Cimarosa: Vier Duette Ricordi - € 23,75

Cimarosa had in heel Europa veel succes met zijn opera’s. Hij componeerde ook kamermuziek, waaronder acht duetten voor twee sopranen met basso continuo. Hiervan zijn er vier kort na zijn dood (1801) bewerkt voor twee zangstemmen en twee gitaren. Het zijn dus eigenlijk kwartetten geworden. Het is mooi zangerig repertoire vol zuchten om de liefde met niet al te lastige gitaarpartijen. Ze zijn geschreven voor hoge stem (d’–a”) en middenstem (fis–e”). Deze aantrekkelijke uitgave bevat naast de partituur twee losse gitaarpartijen.

34

E. von Herzogenberg: Lieder Furore - € 13,60

Elisabeth von Herzogenberg (1847-1892) was korte tijd een leerling van Brahms, maar haar leven lang een goede vriendin. Ze hebben uitgebreid met elkaar gecorrespondeerd en Brahms hechtte veel waarde aan haar muzikale oordeel over zijn werk. Zij heeft zelf enkele pianostukken geschreven, een bundel kinderliederen en nog twee losse liederen. Eén daarvan, Nachklang, is destijds uitgegeven in een bundel van haar man Heinrich von Herzogenberg en onder diens naam. Het is een prachtig lied voor een wat lagere stem (a–e”) op tekst van Uhland. Met een hoornachtige melodie schildert ze de natuur. De pianopartij is zeer aantrekkelijk met mooie tegenmelodieën. Uiteraard is het idioom van Brahms hier niet ver weg. Het eerste lied, Selbst die Bäume weinen, komt uit de nalatenschap van de Amerikaanse componiste Ethel Smyth en wordt hier voor het eerst gepubliceerd. Elisabeth schreef het op 19-jarige leeftijd. Ook hier klinkt de natuur met een zangerige melodie ondersteund door verrassende harmonieën in een rustige, ritmische beweging. De omvang van dit lied is g’–fis”. Beide liederen zijn van hoge kwaliteit en laten een compositorische ontwikkeling

zien, die doet vermoeden, dat ze veel meer liederen heeft geschreven. Hopelijk worden die ook nog eens ontdekt.

Lieder um 1800, band I/II Furore - € 23,15

In de tweede helft van de 18e eeuw groeide de populariteit van de harp. Ongetwijfeld speelde hierbij mee, dat Marie Antoinette harp speelde. Ook na 1800 kregen de dochters uit de betere kringen harples. In Engeland en Frankrijk verschenen talloze muziekstukken voor zangstem met begeleiding van piano of harp. Vaak waren deze geschreven door zangeressen. Uitgeverij Furore, die zich toelegt op het uitgeven van muziek van vrouwelijke componisten, heeft twee bloemlezingen uitgebracht met liederen en romances uit deze tijd voor zang en harp. De eerste bundel bevat twee Engelse en zes Franse liederen (stemomvang c’–g”) en heeft als ondertitel L‘amour et le printemps. In de tweede bundel met de ondertitel Rosa & Henry zitten drie Engelse en vier Franse liederen. Hiervan is de stemomvang b–g”. Boeiend zijn de ballades in de tweede band en het lied van de beroemde zangeres Maria Malibran. De uitgaven zijn voorzien van een uitstekende inleiding en van korte biografieën van de componisten.

J. Mora-Jiménez: Meeres Stille Broekmans & Van Poppel – € 6,95

Het gedicht Meeres Stille van Goethe is bekend door de composities van Schubert, Beethoven en Mendelssohn. De jonge componist José Mora-Jiménez gebruikte het lied van Schubert als uitgangspunt voor zijn eigen lied. Hij won hiermee de compositiewedstrijd van de Vrienden van het Lied ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum in november 2011. Met een pendelbeweging van twee tonen in een fascinerend ritme roept hij de stilte en de golven op. Langzaam ontwikkelen zich de beklemmende sfeer en de angst van de zeeman


2012, nr. 1

met lage en hoge tonen om de golven heen. Het gedicht komt heel goed tot zijn recht en met weinig middelen zet de componist een aangrijpend lied neer. Het is geschreven voor bariton (B–c’), maar kan ook door een mezzosopraan gezongen worden. Het is een toegankelijk lied met een expressieve zangstem en een goed speelbare pianopartij. Op de site (www.vvhl.nl) is de uitvoering tijdens het jubileum te beluisteren. Een terechte prijswinnaar en het uitvoeren beslist waard.

W. Rihm: Goethe-Lieder Universal - € 46,25

Ook nu weer een bundel van de neo-expressionist Wolfgang Rihm (*1952). Deze 13 liederen op teksten van Goethe schreef hij tussen 2004 en 2007 met onder andere An Zelter, Ginkgo Biloba en Phänomen. Het lied An Zelter opent en sluit de cyclus. De eerste regel Ein Füllhorn von Blüten is van toepassing op deze productieve componist met zijn vele gezichten. Soms dromerig en welluidend, dan weer dramatisch en overdonderend, maar altijd zeer expressief. De liederen stellen hoge eisen aan de uitvoerenden. Deze cyclus is in twee versies uitgebracht: voor bariton in bassleutel en voor tenor in vioolsleutel. De ligging is gelijk (F–bes’) met alleen wat verschillen in de alternatieve hoge noten.

L. Schlegel: Sämtliche Lieder1/2 NMI - € 24,50 / 17,-

Ofschoon zijn Duitse naam anders doet vermoeden, is Leander Schlegel een Nederlandse componist. Hij is in 1844 geboren te Oegstgeest en overleed in 1913. Hij was vooral bekend als pianist en pedagoog en was jarenlang directeur van de muziekschool in Haarlem. Als componist was hij een

Bovengenoemd materiaal is verkrijgbaar bij Broekmans & Van Poppel Amsterdam tel. 020 - 6796575 Utrecht tel. 030 - 2343673

laatbloeier en schreef vooral veel na 1900. Hij componeerde liederen, kamermuziek en pianostukken, duidelijk gerelateerd aan zijn activiteiten als pianist. Zijn werk komt voort uit de Duitse romantiek. Vooral Schumann is te horen. Door zijn gedurfde harmonieën ontwikkelde hij zich in de richting van Richard Strauss. Helaas komen zijn melodieën niet zo sterk over. Ze lijken te vaak aangestuurd door de akkoorden. Hierdoor blijven de zangpartijen soms achter in hun expressie. De begeleiders kunnen hun hart ophalen aan de rijke pianopartijen. Band 1 is voor hoge en middenstem (cis’–ais”). Aantrekkelijk zijn vooral de twee vroege liederen opus 8 met het beeldende Es fuhr ein Fischer op tekst van Julius Sturm. Band 2 is voor lage stem (a–g”). Ook hier overtuigen de drie vroege liederen opus 6 (An die Nacht) het meest. De twee liederen op teksten van Heine (uit opus 22) vallen op door hun mooie, ritmische gang en duidelijke tekstvoordracht.

L. Schlegel: Deutsche Liebeslieder NMI - € 22,-

De derde band van de complete liederen van Schlegel bevat de grote cyclus Deutsche Liebeslieder opus 20. Deze bestaat uit drie pianosolostukken en twaalf liederen op teksten van onder anderen Heine, Rückert en Lenau. Het is een monumentaal werk van 50 minuten, dat veel inzet vraagt van zanger en pianist. De omvang is c’–a”. Ook hierin springen de twee liederen op teksten van Heine eruit: Die du bist so schön und rein en Du bist wie eine Blume. Door de versmelting van literaire thematiek en harmonische kleuring rekent de pianist Frans van Ruth deze cyclus tot de top van de Nederlandse liedcultuur.

35


de Liedvriend

Regio’s en contactpersonen Bestuur Aat Klompenhouwer voorzitter 0180 649314 Dinant Krouwel secretaris 030 2735781 Frans Eggink penningmeester 020 6710146 Marielle van Aggelen 06 53851384 Eugenie Ditewig 030 2286682 Robert Koch 030 2718142 Lodewijk Meeuwsen 053 4766257 Voorzitter Raad van Advies Irene Maessen 0418 511419

36

Voorzitter Commissie Concerten Annette Ovink 0541 517516 Ledenadministratie / Contributie Annemarie van Otterloo 030 2735781 Ontwerp en redactie Theo Oppewal 050 8800505 Alkmaar Jellie Wiersma 0251 653195 Amsterdam Annemart Franken 020 6717500 Arnhem Jan Veldhuizen 026 3518182 Breda Jakobijn Angenent 076 5713678 Ineke Baart 0162 682943 Den Haag Sonja Muysson 070 7504705 Doorn Jan Hoogstad 0343 414243 Eindhoven Frits Heemskerk 0499 471639 Friesland Yolande Couweleers 058 2991822 Heleen van der Vlerk 058 2155828 Het Gooi Roderik Blom 06 25528546 Groningen Riekje Bakker 050 5340521 Kees Buiter 050 5349558 Haarlem Maartje Braches-van Hoorn 023 5253246 ‘s-Hertogenbosch Tineke Arons-Goosen 040 2454561

Leiden Mette-Lise Boumeester 071 5890417 Limburg Aat Klompenhouwer 0180 649314 Nijmegen Bettien Keijser-Huijts 024 3233803 Herman Stekhoven 0487 532151 Rotterdam Gerry Volker-de Visser 010 5917484 Twente Annette Ovink 0541 517516 Dick Buld 053 5382336 Utrecht Robert Koch 030 2718142 Veluwe Cora de Kovel-vd Reepe 0341 253329 Bert de Vries 0577 462805 WageningenAli Hendriksen 0318 463060 Marijke Muuse 0317 423356 Zeeland Michiel Klarenbeek 0118 638773 Zutphen Dick Heijerman 0575 522282 Zwolle Bram & Else Drewes 038 4442712

Voor informatie over de activiteiten in de regio’s kunt u terecht bij de contactpersonen. Zie www.vvhl.nl voor meer contactinformatie.


MuziekgebouwEindhoven.nl

Liedrecitals Mahler & Liszt VR 11 MEI

Thomas Hampson

met vaste pianist Wolfram Rieger

ZA 12 MEI IVC Masterclass met 4 jonge zangtalenten

De carrière van de Amerikaanse bariton Thomas Hampson nam de laatste jaren een grote vlucht. Won hij in 2005 al de Edison Klassiek oeuvreprijs, vorig jaar nog was hij winnaar van de Concertgebouw Prijs 2011 als één van de meest succesvolle solisten van dit moment. ‘Mahlers liederen zijn software voor de ziel. Ze helpen ons begrijpen wie we zijn,’ aldus Hampson. Samen met zijn vaste pianist Wolfram Rieger brengt hij indringend werk van Gustav Mahler & Franz Liszt. Hampson (winnaar Internationaal Vocalisten Concours in 1980) geeft een Masterclass met pianist Hans Eijsackers. 20.15 UUR | RABOBANK GROTE ZAAL | 0 € 45,00 1 € 40,00 2 € 33,00 3 € 25,00 11.00 UUR | MASTERCLASS | RABOBANK KLEINE ZAAL | € 7,50

in het nieuwe seizoen 12/13: DI 18 SEP

Zweeds Radiokoor

ZO 14 OKT

Huelgas Ensemble

ZO 21 OKT

Christoph Prégardien tenor & Menahem Pressler piano

WO 19 & DO 20 DEC

Karin Bloemen & Nederlands Kamerkoor

ZO 12

Henk Neven

MEI

MA 03 JUN

Hilliard Ensemble

start kaartverkoop wo 02 mei 12.00 uur | MuziekgebouwEindhoven.nl | 040.244 20 20


Comité van Aanbeveling

H.K.H. Prinses Christina der Nederlanden Elly Ameling zangeres Huub van Dael voorzitter van diverse muziekorganisaties Drs. Henk Heuvelmans directeur Gaudeamus Muziekweek, secretaris-generaal ECPNM Rudolf Jansen pianist Ruud van der Meer zanger Jard van Nes zangeres Ir. Gabriël Oostvogel directeur Concert- en congresgebouw de Doelen W.E. Scherpenhuijsen Rom oud-voorzitter bestuur Koninklijk Concertgebouworkest Ed Spanjaard dirigent

Vrienden van het Lied

www.vvhl.nl

secretariaat: Wim Sonneveldlaan 203 3584 ZS Utrecht 030 ∙ 2735781 vriendenvanhetlied@gmail.com


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.