de nr. 2
Liedvriend
Het luitlied in de Gouden Eeuw Het Huygens Duo
Nieuwe Schubert Opname met Francine van der Heijden
Franck en Daudet Aux petits enfants
Partituren en cd's Besprekingen
L
id worden?
Uit liefde voor de liedkunst en om de negentiende-eeuwse traditie van huisconcerten nieuw leven in te blazen, werd in 1961 de vereniging Vrienden van het Lied opgericht. De leden zijn verspreid over 23 regionale afdelingen en streven naar verbreiding van de liedkunst. Jaarlijks biedt de vereniging ongeveer 70 liederenrecitals aan in grotere woonhuizen of kleinere podia. Niet alleen gerenommeerde liedkunstenaars treden op, maar ook veelbelovende, beginnende talenten krijgen de kans podiumervaring op te doen en een repertoire op te bouwen. Elk jaar organiseert de vereniging bovendien cursussen voor gevorderde amateurzangers onder leiding van ervaren beroepsmusici.
Contributie Voor 2017 bedraagt de contributie € 50 per persoon of € 85 per twee personen (1 adres). Vrienden tot en met 27 jaar betalen € 15 (stuur kopie ID mee). Het lidmaatschap is voor een jaar en wordt zonder opzegging ieder jaar verlengd. Opzeggen kan schriftelijk, minstens een maand voor het verstrijken van het lidmaatschapsjaar, dus uiterlijk per 1 december.
✁
Ja, ik word lid! naam
_____________________ naam medelid _______________________________
adres
__________________________________________________________________
postcode _____________________ woonplaats
_______________________________
__________________________________________________________________
tel.nr.
__________________________________________________________________
regio waarvan ik lid wil zijn ___________________________________________________
datum
______________ handtekening ______________________
Verstuur deze aanmelding en u krijgt verdere informatie thuisgestuurd. Vrienden van het Lied - Ledenadministratie, t.a.v. Wilma van der Stappen, Valkstraat 11, 3514 TG Utrecht. Of meld je aan via www.vvhl.nl
B
este Vrienden!
De herfstbladeren vallen. Dat betekent dat we aan een nieuw seizoen zijn begonnen. Op verschillende plaatsen in de organisatie van de vereniging zijn nieuwe vrijwilligers aangetreden. Het bestuur is weer voltallig met een nieuwe secretaris en penningmeester. Bij de Commissie Concerten is de belangrijke functie van het maken van de liedprogramma’s ook ingevuld. Dat de opengevallen plaatsen snel zijn bezet, is een goed teken voor de vereniging. En zelfs twee nieuwe ereleden. Bij de algemene ledenvergadering in mei zijn Frans Eggink en Dick Buld voor het vele verrichte werk benoemd tot ereleden. Ook dit seizoen zijn er weer veel mooie activiteiten te bezoeken en te beluisteren. Als voorzitter heb ik me heel druk gemaakt over de jaarlijkse auditie. Vorig jaar hadden we maar een karig aantal deelnemers. Dit jaar zijn er gelukkig genoeg kandidaten. Via het gebruik van social media als Facebook en Instagram én het aanschrijven van alle docenten van alle conservatoria is dit gelukt. Als bestuur vragen we voor zulke zaken een vrijwilliger, die zich kan inzetten voor de pr en marketing, speciaal met social media. Ook dat zal lukken. Laat het me weten.
Aat Klompenhouwer bestuursvoorzitter
In dit nummer …
N I EUW E EREL ED EN
S CH UBERT OP CD H ET LUI TL I ED I N D E GOUD EN EEUW AUX P ETI TS EN FA N TS F RA N CK EN DAUD ET ON GEH OORD
N I EUW E N OTEN
N I EUW S
de Liedvriend is een uitgave van vereniging Vrienden van het Lied Jaargang 56 nr. 2, november 2017 ISSN 1384-0215 Oplage: 2500 ex. Afb. omslag: Huygens Duo (foto Merlijn Doomernik) Zie artikel pagina 8 e.v.
T
de Liedvriend
wee nieuwe
E
releden tekst Theo Oppewal
De Vrienden van het Lied heeft twee nieuwe ereleden. Frans Eggink viel dit bijzondere lidmaatschap ten deel vanwege zijn verdienstelijkheden als penningmeester en Dick Buld als oud-bestuurslid en lid van de Commissie Concerten.
Foto Frans Eggink: Martina Simkovicova
2
Hoe zijn jullie bij de Vrienden van het Lied betrokken geraakt? Dick Buld: "Na mijn eerste concertbezoek werd ik al gauw benaderd om contactpersoon te worden voor de afdeling Twente, en niet lang daarna werd ik penningmeester in het landelijk bestuur. Kort daarop moesten we het probleem van de wegvallende rijkssubsidie van 60 duizend gulden het hoofd bieden. Ik heb toen veel geschrapt in de kosten voor de ledenadministratie, het onderhouden van het liedtekstbestand en het vervaardigen van programma’s door veel van dat werk zelf ter hand te nemen." Frans Eggink: "Dank zij een legaat staat de Vrienden van het Lied er nu beter voor. Het blijkt altijd lastig om de begroting sluitend te krijgen, maar zo’n legaat geeft iets meer ruimte om de liedkunst te kunnen bevorderen. Het Fonds voor de Podiumkunsten richt zich meer op ondernemerschap en vond ons teveel naar binnen gekeerd. Daar zit wel wat in, maar de kern van de vereniging is en blijft de huisconcerten. Ik ben in 2003 benaderd voor de bestuursfunctie. Ik had al bestuurservaring en bovendien had ik mijn hele leven al liefde voor het lied."
2017, nr. 2
Wat is voor jullie het meest opmerkelijke geweest? Frans: "Het was een mooi moment om na een periode van drie jaar verlies het jaar met een positief saldo te kunnen afsluiten. We hebben daarvoor onder meer de contributie verhoogd, promotieconcerten georganiseerd en de jaarlijkse Dag van het Lied opgezet. Al met al gaf dit ook veel leven in de brouwerij waardoor de vereniging zichtbaarder is geworden." Dick: "Ik heb het idee opgepakt om met onze musici cd’s te produceren en door de inspanning van Eugène Pannebakker en Meinard Kraak kwamen er twee cd’s tot stand. Helaas is het bij twee gebleven. Het grootste werk echter betreft de circa 25 duizend liedteksten die ik heb verzorgd. Ik kreeg destijds een computerbestand op een floppydisc dat ik van Apple naar DOS moest overzetten. Het gevolg was dat alle bijzondere leestekens ontbraken en dat alles gecontroleerd en zo nodig gecorrigeerd moest worden. Dit kostte mij acht vakantiedagen. Een lastige bijkomstigheid daarbij was dat er verschillende versies van liederen in omloop waren." Wat hebben jullie het leukst gevonden? Frans: "Dat was de samenwerking tussen Aat Klompenhouwer en Dinant Krouwel en mij. Wij met zijn drieën vormden het dagelijks bestuur en eens per twee maanden kwamen we bijeen met een breder bestuur. Dit werkte heel prettig. We hadden alledrie liefde voor het lied en zin om er iets moois van te maken. En ook een bepaald soort humor onderling. Gewoon heel prettig!" Dick: "Ik noem hier graag de concerten. Liederen en kamermuziek hebben iets intiems. Door de uitvoerenden worden klanken voortgebracht die soms al eeuwen geleden zijn bedacht en die de luisteraar kunnen voeren naar het diepste in zichzelf. De schoonheid van de menselijke stem en de harmonie van tekst en melodie kunnen uitmonden in een apotheose."
Tot slot: welk lied vinden jullie het mooist? Dick: "Zonder Purcell, Haydn, Brahms, Schumann en Richard Strauß tekort te willen doen, kom ik toch uit bij Franz Schuberts Auf dem Wasser zu singen. Een lied dat me in moeilijke dagen de moed geeft de dingen weer op te pakken." Frans: "Voor mij is dat Schuberts Der Hirt auf dem Felsen voor sopraan, klarinet en piano een buitengewoon mooie combinatie. Het zijn zes trieste coupletten van de herder alleen. Als hij roept dan hoort hij slechts zijn eigen echo, maar aan het eind klinkt dan toch nog ’Der Frühling will kommen'. Ongelofelijk spannende muziek is het, die bijna naar een soort extase toe werkt."
3
de Liedvriend
4
een nieuwe cd
2017, nr. 2
Een aantal jaren geleden bezocht Francine van der Heijden het huis in Wenen waar Franz Schubert gestorven is. Een klein en eenvoudig appartement dat bewoond werd door zijn broer Ferdinand en zijn vrouw. Zij verzorgden Franz liefdevol tijdens zijn laatste levensdagen. Waarschijnlijk was er geen schoon water. Koortsig lag Schubert in een bedje, ontving er wat vrienden, corrigeerde nog enkele passages in zijn Winterreise en gaf op 19 november 1828 de geest. Franz’ brilletje wordt nu liefdevol in een  vitrine tentoongesteld en maakt in alle eenvoud een verpletterende indruk. Niet lang na dit bezoek opperde fortepianist Bart van Oort het idee om liederen van Schubert te gaan opnemen.
tekst Francine van der Heijden
5
de Liedvriend
"Ik heb er lang over getwijfeld. De grootste liedzangers hebben dit repertoire immers al uit en te na vertolkt, opgenomen en onderwezen, veel beter dan ik het zou kunnen doen. Met fortepiano Vriendschap doet mooie dingen met mensen, Schubert wist het als geen ander. Zijn leven kende tegenslag, ziekte, armoede, maar bij zijn vrienden kon hij steeds aankloppen. Zij organiseerden de Schubertiaden, onderkenden zijn genie en probeerden zijn werk te promoten. En als Franz weer op zwart zaad zat, gaven ze hem geld of onderdak.
6
Na een korte tournee met Bart van Oort en harpist Remy van Kesteren ontstond opnieuw het plan om Schuberts liederen te bestuderen en er een deel van op te nemen op cd. Het publiek reageerde tijdens de concerten zo voelbaar op bijvoorbeeld Gretchen am Spinnrade, dat dit een grote aanmoediging betekende voor het plan. Bovendien zouden we gebruik maken van de mooie Neue Schubert-Ausgabe en nieuwe inzichten in de uitvoeringspraktijk bespreken voor een zo authentiek mogelijke uitvoering met behulp van Barts prachtige fortepiano: een Zierer, gebouwd te Wenen in 1825. Daarnaast nam ik het besluit om in enkele liederen ook tot een andere klankwereld te komen dan die Schubert middels de fortepiano heeft gekend. Met harmonium en moderne vleugel In april was het dan zover. Behalve Bart met zijn fortepiano en Remy met de harp, kwam ook Dirk Luijmes met een harmonium naar de opnamelocatie in Schiedam. Het was een grote wens van Dirk om Der Leiermann eens met harmonium op te nemen. De prachtig tot concertzaal verbouwde Westvestkerk bezit een werkelijk schitterend klinkende Steinway die door Westvest-beheerder Aad Jordaans is aangekocht van het Concertgebouw. Phyllis Ferwerda heeft hierop het prachtige lied Nähe des Geliebten begeleid, in tweevoud. Ik licht toe: ook de toonzetting van componist Micha Hamel van dit gedicht van Goethe hebben we opgenomen voor de cd. Zo krijgen de woorden extra betekenis, met name de slotzin: O wärst du da …
Micha Hamel componeerde talloze liederen. Hij schreef een opera, ontving prijzen voor een aantal dichtbundels en is daarmee een bevlogen promotor van het lied en het woord. Hij werd om die reden al eens uitgebreid voor de Liedvriend geïnterviewd (Liedvriend 2002/2). De 'moderne' vleugel leidde eveneens tot de mogelijkheid van een transpositie van het duet Licht und Liebe, zodat ik het met mijn vriend Marc Pantus, bas-bariton, zou kunnen inzingen. Met gitaar en harp Door arrangeur/gitarist Reyer Zwart werd het lied Abendstern omgeschreven tot een arrangement voor sopraan en gitaar - het slot van de serie liederen op de cd. In Schuberts tijd was de gitaar een immens populair begeleidingsinstrument in de Weense salon. Schubert bezat twee gitaren en schreef op 13-jarige leeftijd voor zijn vader een terzet voor mannenstemmen met gitaar. Kort daarna bewerkte hij een Nocturne van Matiegka voor een kwartet, bestaande uit fluit, altviool, gitaar en cello. Dit werk werd lange tijd
2017, nr. 2
gezien als een originele compositie van Schubert. Tot zover bekend schreef hij geen liederen met gitaarbegeleiding. Dit is opmerkelijk gezien het fervente gebruik van de gitaar, maar zeker werden Schuberts liederen dus in de salon met gitaar begeleid, met behulp van in die tijd uitgegeven arrangementen. Remy van Kesteren zegde toe om, opnieuw, Gretchen am Spinnrade op harp te begeleiden voor de opname. De harp is nog vaak te horen in Schuberts Ave Maria en blijkt een natuurlijke welluidende partner voor een aantal liederen van Schubert. Dietrich Fischer-Dieskau vertelt in zijn voortreffelijke boek Schubert und seine Lieder hoe Schubert zelf een zanger en harpist hielp bij het instuderen van het lied Sei mir gegrüsst op tekst van Rückert als voorbereiding voor een te brengen serenade. Vriendschap en meesterschap Het meesterschap van Franz Schubert is ontzagwekkend groot. Zo groot, dat je bijna angstig bent om zijn nalatenschap te beheren in de musicerende betekenis. Bovendien lijkt
het van een ongekende hoogmoed om als zangeres de inspanningen van Elly Ameling, Arleen Auger of Felicity Lott dunnetjes over te willen doen. Maar toch, de liederen van Schubert willen we laten klinken en ze laten ons de woorden van de diverse dichters steeds weer overdenken. Schubert is nu eenmaal de meester, de inspirator, de zanger, de pianist, die we willen zoeken, horen en voelen. Qua leeftijd heb ik Schubert inmiddels ruimschoots ingehaald, maar ik had niet eerder de nalatenschap van deze meester kunnen vertolken. Als met zijn brilletje op kijk ik nu dankbaar naar mijn getalenteerde vrienden. Franz Schubert verdient de aandacht en het geduld van een groot én jong publiek. Hopelijk blijft hij altijd vrienden houden."
7
Afb. pg. 4/5: Francine van der Heijden Afb. pg. 6/7: Phyllis Ferwerda, Bart van Oort, Francine van der Heijden Foto's: Claudia Otten
de Liedvriend
H
D
G
E
uygens en het luitlied in de
ouden
uo
euw
2017, nr. 1
o
w
Wie kent ze niet, de zeventiendeeeuwse schilderijen van Gerard ter Borch of Johannes Vermeer, waarop mensen zijn afgebeeld die muziek maken in een woonvertrek van een statig grachtenhuis? Of de vrolijke voorstellingen van Jan Steen met boerenbruiloften en andere familiefeesten? Als we al deze visuele bronnen mogen geloven werd er in de Gouden Eeuw lustig op los gefloten en gezongen. Maar wat de museumbezoeker zich, staand voor zo’n schilderij, zou kunnen afvragen is: hoe klonk dat dan, welke muziek past bij dit schilderij? Het Huygens Duo , bestaand uit mezzosopraan Leonore van Sloten en luitist Arjen Verhage , heeft zich toegelegd op de luitliederen die in de zeventiende eeuw in de Nederlanden klonken. Op 26 november brengen zij een programma over Constantijn Huygens, hun naamgever, ten gehore voor de vereniging, in de regio Breda en op 20 januari voor de afdeling Amsterdam. Speciaal voor deze Liedvriend vertellen ze wat er zo fascinerend is aan de liedkunst uit onze Gouden Eeuw, en aan Huygens in het bijzonder. tekst Leonore van Sloten en Arjen Verhage
9
de Liedvriend
“Wij delen niet alleen een passie voor het lied, maar ook voor de kunst en de geschiedenis van de Nederlandse Gouden Eeuw. Met onze brede professionele achtergronden in de muziek, neerlandistiek en kunstgeschiedenis maken wij onze concerten tot meer dan een uitvoering van muziek. We nemen onze toehoorders mee op een reis langs schilderijen, dichters en grachtenpanden; langs ons eigen cultureel erfgoed. In onze concertprogramma’s wordt de muziek in de context van de geschiedenis, dichtkunst en beeldende kunst geplaatst. Een belangrijk accent ligt hierbij op het Nederlands(talig)e repertoire. Daartoe worden liederen gereconstrueerd die eeuwenlang niet meer hebben geklonken en die bijzondere kijkjes bieden in het gevoelsleven van onze zeventiende-eeuwse voorvaderen.
10
Het Huygens Duo was te horen in festivals als het Festival Oude Muziek en het Reincken Festival, en we treden regelmatig op in musea zoals het Rijksmuseum, de Staatsgalerie Stuttgart, The Wallace Collection in London en onlangs nog bij de opening van de prestigieuze tentoonstelling Vermeer and the Masters of Genre Painting in The National Gallery of Ireland, te Dublin. Het is heel bijzonder – zowel voor ons als voor het publiek – om te midden van de werken zelf te laten horen hoe de schilderijen ‘klinken’! Het Nederlandse luitlied Muziek was in de Nederlanden een belangrijk onderdeel van het dagelijks leven. Steden hadden stadsmuzikanten in dienst die bij feestelijke gelegenheden trompetten of trommels bespeelden en organisten werden betaald om regelmatig en op gezette tijden orgelconcerten te geven. Zo was Jan Pietersz Sweelinck aangesteld bij de Oude Kerk in Amsterdam waar hij zijn orgelwerken ten gehore bracht, ter vermaak van de bevolking. De kerktorens werden van steeds beter gestemde klokken voorzien dankzij de befaamde broers en klokgieters Hemony en de carillons speelden favoriete deuntjes die door
de mensen op straat en in de huizen konden worden gehoord. In tegenstelling tot landen om ons heen zoals Frankrijk en Engeland kenden de Nederlanden geen koninklijk hof dat in een overdaad aan rijkdom hofmuzikanten en kunstenaars in dienst nam, die voor de koning en zijn gasten steeds maar weer voor nieuw muziektheater of ander vermaak moesten zorgen. Om die reden is de productie van muziek, specifiek het componeren, in de Gouden Eeuw van de Nederlanden achtergebleven bij de productie van bijvoorbeeld schilderkunst. Toch werd er veelvuldig muziek gemaakt, daar getuigen ook al die schilderijen van. De rijke en hoogopgeleide burgers waren in staat noten te lezen, instrumenten te bespelen en te zingen. Dankzij de internationale handelscontacten was het eenvoudig om muziek te importeren uit het buitenland. Ook werd muziek van buitenlandse componisten in Amsterdam uitgegeven. Er was hier dus goede kennis van de contemporaine Engelse, maar vooral Franse muziek. De Franse airs de cour (een genre van seculiere aria’s en liederen) werden hier bekend en geliefd. De prachtige melodieën van Pierre Guédron, Antoine Boësset en andere hofcomponisten werden door Sweelinck maar bijvoorbeeld ook door de Utrechtse beiaardier en blokfluitvirtuoos Jacob van Eyck bewerkt tot virtuoze variaties, waardoor de melodieën ook bij de burgers in de kerk en op straat bekend werden. Daarbij deed zich een bijzonder fenomeen voor: dichters schreven nieuwe liedteksten op de reeds bestaande – en dus vaak geïmporteerde – melodieën. Sommige van die dichtende burgers waren grote talenten en werden beroemd: Gerbrand Adriaensz Bredero, Pieter Cornelisz Hooft en Joost van den Vondel. Maar ook de gewone gegoede burgers waren gewend met taal bezig te zijn, en ook van anonieme burgers zijn gedichten en liedteksten bekend. Dit principe heeft in onze tijd de musicologische term contrafact gekregen en wordt tegenwoordig nog steeds
2017, nr. 2
toegepast. Marco Borsato leent vaak zijn melodieën uit het exotische Italië en laat er nieuwe Nederlandse teksten op schrijven. Het reconstrueren van een contrafact Toen Hooft in 1634 zijn liederen wilde uitgeven verzocht hij de drukker Jacob van der Burgh de melodieën erbij af te drukken. Van der Burgh vervulde deze wens echter niet. De liedteksten werden als gedichten uitgegeven met een verwijzing naar de melodie waarop deze gezongen dienden te worden, ‘op de wijs van’. Voor de nieuwsgierige musicus begint hier het werk. Welke melodie wordt er bedoeld, en waar vinden we die? Waar komt de melodie vandaan? Inventarisatie leert dat de meeste melodieën uit Frankrijk kwamen. Ook de Engelse melodieën waren erg in zwang. De Italiaanse en Duitse melodieën zijn in de minderheid. Uitzonderingen zijn de melodieën Amarilli mia bella van Giulio Caccini en Questa dolce sirena van Giovanni Giacomo Gastoldi. Op deze melodieën werden respectievelijk zo’n 140 en zo’n 80 verschillende nieuwe teksten geschreven. Een voorbeeld uit bovengenoemde bundel van Hooft illustreert hoe wij te werk gaan. Het gedicht ‘Klare wat heeft er uw hartje verlept’ is zelfs uitgegeven zonder verwijzing naar de melodie. Om achter de melodie te komen moet er gezocht worden naar een andere bron waar de melodie wel vermeld staat. Een initiatief van het Meertens Instituut biedt hierbij gelukkig uitkomst. De zogeheten ‘liederenbank’, opgezet door Louis Peter Grijp, is een immense database met meer dan 170.000 Nederlandse teksten en hun melodieën. Onderzoek via de liederenbank wijst dan uit dat de betreffende melodie onder andere te vinden is in Starters Friesche lusthof, het Fitzwilliam Virginal Book, en de Nederlandtsche gedenck-clanck van Adriaen Valerius. Wanneer we die uitgaven openslaan vinden we weliswaar melodieën, maar geen begeleiding. Valerius geeft een intavolatie in luitta-
bulatuur, een zetting van de melodie, en naar aanleiding van deze zetting kan er dan een arrangement worden gemaakt. Soms is er een bestaande luitpartij te vinden, soms een instrumentaal arrangement van de melodie op klavecimbel, fluit of andere instrumenten, en soms een meerstemmige vocale versie waar een bewerking van kan worden gemaakt. Maar meestal moeten we het doen met de melodie, en dan gaan we zelf aan de slag om een passende begeleiding uit te schrijven. De verhalen achter de liederen De liedteksten bieden een bijzondere inkijk in de relatie tussen mensen en hun emoties. De gewoonte bestond om voor bijzondere gebeurtenissen liederen te schrijven: geboorte, verloving, bruiloft, sterfte. Ook aan historische gebeurtenissen werden teksten gewijd en als teken van waardering en bewondering werden lofliederen geschreven op succesvolle stads- en landgenoten. Tot slot waren er natuurlijk de liefdesliederen die in privécorrespondentie werden uitgewisseld. Een bijzonder voorbeeld van een lied naar aanleiding van historische gebeurtenissen is het lied Schoon prinsenoog, van Hooft. Daarin beschrijft hij de emoties en zorgen die Amalia van Solms moet hebben gevoeld op de momenten dat haar echtgenoot Frederik Hendrik op oorlogspad was. Meer in de privésfeer was de poging van Hooft om in een reeks van ruim twintig gedichten en liederen Suzanna van Baerle te verleiden, waaronder De vlammen die ick voê. Door haar een lied te sturen dat ze zelf kon zingen en waarvan de melodie en tekst haar hopelijk zouden bekoren en in haar hoofd zou blijven zitten, hoopte hij indruk op haar te maken. Hij had echter geen succes, zij trouwde enkele jaren later met zijn goede vriend Constantijn Huygens. Een ontroerend voorbeeld van een loflied is het Lijklied op Cornelia Vos van Joost van den Vondel. Vondel schreef dit lied voor zijn geleerde vriend Gerard Vos (Gerardus Vossius). Tijdens een arresleetocht in februari 1638 belandden twee van zijn dochters en
11
de Liedvriend
2017, nr. 2
een zoon vlakbij Leiden in een wak. Cornelia overleefde dit ongeluk niet. Als ode aan Cornelia en als middel om het verdriet te kunnen benoemen schreef Vondel een lied met meerdere coupletten. Daarin beschrijft hij het grote verdriet van de familie en de kwaliteiten van de jonge vrouw – zo was ze blijkbaar zeer muzikaal. Constantijn Huygens (1596-1687) Binnen de context van de Nederlandse muziek uit de zeventiende eeuw speelt onze naamgever, Constantijn Huygens, een bijzondere rol. Als secretaris van stadhouder Frederik Hendrik onderhield hij diplomatieke contacten met het buitenland. Daarnaast bezorgde hij jonge kunstenaars als Rembrandt belangrijke opdrachten aan het hof. Zelf schreef hij ‘in zijn weinige vrije tijd’ talloze gedichten. Ook componeerde hij naar eigen zeggen zo’n achthonderd stukken muziek, waarvan helaas alleen een bundel aria’s met de titel Pathodia sacra et profana bewaard is gebleven.
stantijn Huygens en zijn 'Sterre', Suzanna van Baerle. Suzanna liet zich aanvankelijk moeilijk schaken. Maar het aanhouden van Constantijns avances leidde uiteindelijk tot een huwelijk in bijzondere gelijkwaardigheid, wederzijds respect en gezamenlijk geluk. Toen Suzanna vervolgens, vlak na de geboorte van het vijfde kind, op jonge leeftijd kwam te overlijden was dat dan ook een immens persoonlijk verdriet. Huygens kon zijn gevoel pas na enige tijd in woorden vatten in het ontroerende gedicht ‘Op de dood van Sterre’. Hij overleefde zijn Sterre vele jaren maar hertrouwde nooit. Aan de hand van brieven, gedichten en aria’s van Constantijn Huygens en componisten die hem hebben beïnvloed, onder wie ook Claudio Monteverdi, voert het Huygens Duo u langs dit intense liefdesverhaal. Tevens zult u ervaren welke prachtige muziek deze Nederlandse uomo universalis ons heeft nagelaten.”
Huygens was in allerlei opzichten een bijzondere figuur, en ook binnen de wereld van de luitliederen in de Nederlanden was hij een vreemde eend in de bijt. Hij opereerde namelijk als enige op internationaal niveau. Huygens schreef in zijn leven, voor zover wij weten, twee contrafacten. Maar omdat hij het eigenlijk niet vond kunnen om de muziek te ‘lenen’ begon hij zelf aria’s te componeren. In 1647 liet hij zijn 39 aria’s uitgeven in Parijs. Deze Pathodia sacra et profana bevatten psalmen in het Latijn, en wereldlijke liederen op Franse en op Italiaanse teksten. De Franse teksten zijn voor een deel van Huygens hand, dus in die gevallen heeft hij én de muziek én de tekst geschreven. In de Franse wereldlijke liederen heeft Huygens de stijl van Franse airs de cour geïmiteerd en de Italiaanse liederen zijn gebaseerd op Italiaanse voorbeelden. Het zijn ware parels uit de Nederlandse muziekgeschiedenis. In ons programma De Ster van Huygens vertellen wij het liefdesverhaal tussen Con-
Afb. pg. 8: Jacob van Campen Dubbelportret van Constantijn Huygens en Suzanna van Baerle ca. 1635, doek, 95 x 78,5 cm Den Haag, Mauritshuis Afb. pg. 12: Gerard ter Borch Een vrouw die een getheorbeerde luit bespeelt, in gezelschap van een jonge man ca. 1658, paneel, 36,8 x 32,4 cm New York, The Metropolitan Museum of Art
13
de Liedvriend
Enfants d’un jour, ô nouveaux-nés, Petites bouches, petits nez, Petites lèvres demi closes, Membres tremblants Si frais, si blancs, Si roses;
Enfants d’un jour, ô nouveaux-nés, Pour le bonheur que vous donnez,
À vous voir dormir dans vos langes, Espoirs des nids, Soyez bénis,
Chers anges!
14
Enfants d’un jour, ô nouveaux-nés, Au Paradis, d’où vous venez,
Un léger fil d’or vous rattache; À ce fil d’or
Tient l’âme encor Sans tache.
Vous êtes, à toute maison,
Ce que la fleur est au gazon,
Ce qu’au ciel est l’étoile blanche, Ce qu’un peu d’eau Est au roseau Qui penche;
Mais vous avez de plus encor Ce que n’a pas l’étoile d’or,
Ce qui manque aux fleurs les plus belles, Malheur à nous: Vous avez tous Des ailes.
2017, nr. 2
Franck en Daudet: Aux petits enfants Dinant Krouwel
In de laatste vijf jaar van zijn leven schreef César Franck het merendeel van zijn belangrijkste werken. In 1885 componeerde hij zijn geliefde Variations Symphoniques voor piano en orkest en een jaar later zijn meesterlijke vioolsonate. In 1888 kwam zijn symphonie in d-klein uit en in 1890 schreef hij zijn Trois Chorals pour orgue. Tussen deze meesterwerken door componeerde hij diverse kleinere stukken, waaronder de Six Duos pour voix égales. 15 Franck (1822-1890) schreef zijn zes duetten voor twee zangstemmen met pianobegeleiding en ze kunnen zowel solistisch als in koorbezetting uitgevoerd worden. De eerste drie duo's hebben een religieus karakter, de tweede drie zijn wereldlijk. Het derde lied La Vierge à la crèche is vooral bij vrouwenkoren geliefd en prijkt regelmatig op kerstprogramma's. Het tweede duet past ook in de kerstperiode, maar is verbonden met een van de gruwelijkste verhalen uit de bijbel. De tekstkeuze De Parijse uitgeverij Enoch, die de Variations Symphoniques van Franck had uitgebracht, vroeg hem om werken voor mannenkoor, voor tweestemmig vrouwenkoor en om kleine stukken voor orgel/harmonium. César Franck schakelde voor de tekstkeuze zijn vriend Paul Poujaud (1856-1936) in. Poujaud was jurist aan het hof van Parijs en bevriend met componisten als Chausson, Dukas, Fauré, Franck en d'Indy. Zijn naam duikt ook op in de biografieën van Colette, Degas en Valéry. Hij was niet onbemiddeld en speelde verdienstelijk cello en piano en zong ook. Componisten als Dukas en Magnard legden hun
nieuwe stukken vaak aan hem voor, voordat die in première gingen. Op 27 januari 1888 stuurde Franck een brief naar Poujaud, waarin hij schrijft: L'autre jour je vous ai demandé de vouloir bien chercher quelques sujets de choeurs pour jeunes filles. Vous avez été assez aimable pour me le promettre, mais cela n'est pas très pressé. Toch heeft Poujaud hem gauw aan teksten geholpen, want een deel van de duo's is al gepubliceerd in het najaar van 1888. Poujaud heeft hem in ieder geval voor vier van de zes duo's gedichten geleverd, te weten Aux petits enfants en La Vierge à la crèche (beide van Daudet), Les danses de Lormont (Desbordes-Valmore) en La chanson du vannier (Theuriet). De teksten van Aux petis enfants en La chanson du vannier komen we ook tegen in het liedoeuvre van Emile Paladilhe. Hij componeerde hier liederen op in 1873 respectievelijk 1887, beide voordat Poujaud deze gedichten aan Franck suggereerde. Paladilhe heeft precies dezelfde vijf strofes van de negen uit het gedicht van Daudet gebruikt als Franck. Daarom vermoed ik dat Poujaud via de muziek van Paladilhe aan deze gedichten kwam.
de Liedvriend
16
Het gedicht Aux petits enfants is het openingsvers van de bundel Les Amoureuses, waarmee Daudet in 1858 debuteerde. De bundel kreeg goede kritieken en werd in 1863 en 1873 herdrukt. Alphonse Daudet (1840-1897) werd beroemd door zijn naturalistische vertellingen, waarin hij met humor en tederheid het leven in Frankrijk beschreef. Vooral zijn geboortestreek, de Provence, vormde zijn grote inspiratiebron, al leefde hij vanaf 1857 in Parijs. Bij de muziekliefhebbers is hij bekend door zijn theaterstuk L'Arlésienne, dat dankzij de muziek van Bizet wereldberoemd werd. Zijn gedichten waren vooral een jeugdzonde. Hij schreef Aux petits enfants waarschijnlijk al op 16-jarige leeftijd. Dit gedicht bevat negen coupletten, waarvan César Franck de eerste twee en de laatste drie strofes gebruikt heeft. De volledige tekst is eenvoudig op te roepen via internet. In dit artikel beperk ik mij tot de tekst, zoals Franck die heeft gebruikt. Schattige baby's verbonden met het paradijs Daudet opent zijn gedicht met een beeldende en ontroerende beschrijving van pasgeboren baby's. Bij de schattige woordjes zou je een blij muziekje verwachten, maar Franck componeerde een ingetogen en melancholiek wiegelied. De eerste strofe staat in a-klein en de dynamiek gaat van p naar pp. De muziek laat de kwetsbaarheid van de kindertjes horen en de zorgen van hun ouders. Vanaf membres tremblants liggen beide zanglijnen lager en is de omvang van de bovenstem beperkt tot een kleine terts. Het lijkt alsof de kinderen zachtjes in slaap worden gezongen. Maak hen vooral niet wakker! Onder het tweede couplet klinkt de muziek van de eerste strofe, maar met twee opvallende wijzgingen. De begeleiding krijgt
wat meer beweging door de zestiende noten onder jour en -nés. En vanaf A vous voir dormir straalt de muziek door het gebruik van fis en cis en gaat naat A-groot. Alles blijft nog zachtjes, maar le bonheur, het geluk van de ouders, is voelbaar. Terwijl het derde couplet ook begint met de tekstregel Enfants d’un jour, ô nouveaux-nés, slaat Franck muzikaal een andere weg in. Na het positieve einde van de tweede strofe klinkt direct een d-klein-akkoord. De zang stemmen starten hun melodische motief met een opmaat en ze zingen na elkaar in plaats van netjes onder elkaar. De begeleiding in de rechterhand van de piano loopt nu niet meer parallel met de twee zangstemmen. Op allerlei fronten klinkt de muziek onrustig. De lijnen lopen uit elkaar en de hamonie is verstoord. In de derde regel van dit couplet komen de zangstemmen weer samen en voegt de begeleiding zich schoorvoetend bij hun.
2017, nr. 2
Qua toonhoogte is dit de laagste regel, ook voor de piano. Het verminderd septiemakkoord versterkt de onzekerheid. De mooie woorden van Daudet Au Paradis en Un fil d'or krijgen geen stralende zetting. Franck gaat van a-klein naar fis-klein. Hij maakt zich zorgen over de baby's, die nog verbonden zijn aan het paradijs en gauw teruggehaald kunnen worden. Maar er is een troost, ze zijn sans tache: onbevlekt, nog zonder zonden. Daarom zullen ze bij een vroegtijdige dood direct ten hemel stijgen.Het derde couplet eindigt daarom toch in A-groot. Baby's met vleugels Na de A-groot-afsluiting van het derde couplet zet Franck drie voortekens voor de kantlijn en schrijft più forte voor, maar het blijkt een schijnbeweging. In de twee maten tussenspel zit geen a in de bas, maar een fis. Het vierde couplet staat niet in A-groot, maar in fis-klein. Daudet spreekt de kinderen aan en vergelijkt hen met de bloem in het grasveld en de ster aan de hemel. Het klinkt mooi, maar hij benadrukt hiermee wel de vergankelijkheid. De bloem verwelkt en de ster verdwijnt overdag. De vergelijking aan het eind met een beetje water en het buigende riet, laat de kwetsbaarheid zien en onze nietighied. In het laatste couplet gaat Daudet nog een stap verder. De pasgeboren kinderen hebben iets heel bijzonders. Franck herhaalt hierbij de muziek van het begin, maar nu in A-groot en met wat meer beweging in de begeleiding. Hij houdt de spanning erin door de bas vol verwachting te laten zweven op een e. Er klinkt geen echt A-groot en vlak voor het einde gaat de muziek naar fis-klein. Fraai zijn de dalende lijnen bij l'étoile d'or en manque aux fleurs les plus belles. Een aanzet hiertoe hoorden we al in het vierde couplet in de sopraanpartij bij l'étoile blanche. Is het de draad van boven of zijn het zuchten van verdriet? Bij Daudet komt pas aan het eind de aap uit de mouw. Le bonheur uit het tweede couplet is omgeslagen in malheur. Opeens is het besef doorgedrongen, dat de baby's vleugels hebben, waarmee ze naar de hemel vliegen. Franck sluit het lied af in A-groot, want de troost is toch dat de pasgeborenen in de
hemel komen. Fantastisch is de wending in de alt bij vous avez tous. De maat ervoor met malheur staat in fis-klein met een eis onder nous, maar daarna zingt de alt onder tous een e. Deze e geeft een sterk mineurgevoel, maar is tegelijkertijd ook richtinggevend om in A-groot af te sluiten. De kindermoord van Betlehem Met de mineurakkoorden, de dalende melodielijnen en de onzekere harmonieën roept Franck in tegenstelling tot Daudet vanaf het begin van dit duet een zwaarmoedige sfeer op. Door de muziek van Franck en de laatste drie regels van Daudet heb ik dit lied altijd geassocieerd met dode baby's. Door het opvolgende duet La Vierge à la crèche verbond ik dit gedicht met de kindermoord in Betlehem, een gruwelijk onderdeel van het kerstverhaal. Herodes, koning van Judea, hoorde dat er in zijn land een koningskind was geboren. Hij werd daardoor bang voor zijn positie en beval om in Bethlehem alle jongetjes tot twee jaar oud te doden. Jezus ontsnapte hieraan, omdat zijn ouders op tijd met hem naar Egypte vluchtten. Voor dit duet lijkt deze gedachtegang misschien wat vergezocht, maar wie de oorspronkelijke gedichtenbundel van Daudet openslaat, ziet deze associatie bevestigd. De bundel Les Amoureuses opent met het gedicht Aux petits enfants. Hierna volgt een groepje van drie gedichten en daarna komt La Vierge à la crèche. Boven het groepje van drie staat een bijbelcitaat: Alors Hérode envoya tuer dans Bethléem et dans les pays d’alentour les enfants de deux ans et au-dessous. (Saint Matthieu). In deze drie gedichten wordt op een dramatische en huiveringwekkende wijze verteld over de dood van een klein kind. In het laatste couplet wordt Herodes genoemd. Boven dit drietal gedichten staat als titel Le Croup, in het Nederlands kroep of difterie genoemd. Dit is kortweg gezegd een infectieziekte met ontstekingen aan de slijmvliezen in de keel. Vroeger was dit een van de meest voorkomende doodsoorzaken bij kinderen, vooral op zeer jonge leeftijd. Daudet vergelijkt de kroep met Herodes.
17
de Liedvriend
Hoe verschrikkelijk dit ook is, hiermee geeft hij ook troost. De slachtoffers van de kindermoord worden namelijk gezien als de eerste martelaren van het christendom. Ze zijn heilig verklaard en heten in Frankrijk: Les Saints Innocents. Hun feestdag is vastgesteld op 28 december en zij worden in Nederland de Onnozele Kinderen genoemd.
18
Bonheur of malheur Wie de tekst van Daudet op internet zoekt, komt een eigenaardige variant tegen. In veel versies staat in het laatste couplet bonheur in plaats van malheur. In 2010 verscheen in Parijs een rijk geïllustreerde versie van Aux petits enfants in een serie van jeugdwerken van grote Franse schrijvers. Hierin staat de volledige tekst maar met aan het eind bonheur. Het is wel begrijpelijk, want de malheur past niet in onze belevingswereld en al helemaal niet in die van kinderen. De grote kindersterfte van de 19e eeuw staat ver van
Bladmuziek en muziekliteratuur
KLASSIEK POPULAIR ANTIQUARISCH
•
Minrebroederstraat 24 3512 GT Utrecht 030 -234 36 73 www.broekmans.com
•
ons bed en het verhaal van Herodes past niet goed meer bij een vrolijk kerstfeest. Met twee keer het woord bonheur in de tekst van Daudet wordt Aux petits enfants een schattig aandoend gedicht, dat een glimlach zal geven of zelfs een traan van geluk. Het duet van Franck kan ook een traan doen opwellen, maar dan van verdriet. César Franck kende de zorgen van de 19e eeuw en heeft zelf ook twee zoons verloren. De ene werd nog geen jaar oud en de andere net tweeënhalf. Franck voelde de tragiek van het gedicht en laat die duidelijk horen, maar hij geeft ook ruimte aan de troost. Aux petits enfants is een prachtig duet en zorgt door zijn achtergrond voor verdieping in een kerstprogramma.
Afb. pg. 14 (boven): César Franck Afb. pg. 14 (onder): Alphonse Daudet Afb. pg. 16: Monument voor César Franck in Parijs
2017, nr. 2
Ongehoord Henriette Posthuma de Boer
Schubert - Fern und nah Francine van der Heijden sopraan, e.a.
19
Quintone Q1702
Geïnspireerd door een bezoek aan Wenen en het huis waar Schubert stierf, besloot Francine van der Heijden, na lang aarzelen, toch het verzoek van Bart van Oort te honoreren en een aantal liederen van de onnavolgbare liedcomponist op te nemen. Zij koos voor wat zij in het begeleidende booklet een 'gemêleerde' aankleding van de liederen noemt en benaderde daarvoor een aantal muzikale vrienden: Bart van Oort (pianoforte), Phyllis Ferwerda (piano), Frank van den Brink (klarinet, Der Hirt auf dem Felsen), Remy van Kesteren (harp, Gretchen am Spinnrade), Dirk Luijmes (harmonium, Der Leiermann). Reyer Zwart (gitaar, Abendstern) en Marc Pantus (bas/bariton, Licht und Liebe). Goethes ontroerende Nähe des Geliebten is behalve in de zetting
van Schubert, ook te horen in een wonderschone eigentijdse versie van dichter/componist Micha Hamel. Met haar glasheldere sopraan en fraaie dictie doet Francine van der Heijden Schubert alle eer aan en haar keuze voor de verschillende combinaties blijkt een gouden greep. "Vriendschap doet mooie dingen met mensen", zegt ze dankbaar. Met deze kersverse cd bewijst ze haar gelijk.
de Liedvriend
Edvard Grieg - Songs Siri Karoline Thornhill sopraan Reinild Mees piano ARS 38 545
20
'Bij het componeren van liederen gaat het er mij niet om muziek te maken, maar om de diepste bedoeling van de dichter recht te doen. Het gedicht te ontsluieren en te intensiveren, dat was mijn taak. Als ik die taak naar behoren volbreng, is ook de muziek geslaagd. Anders niet, al is die muziek ook nog zo hemels.' schreef Edvard Grieg in 1903 aan zijn Amerikaanse biograaf. Meer dan 180 liederen zou hij in de loop van zijn leven aan zijn rijke oeuvre toevoegen. Toch leidde deze liederenschat lang een nogal verborgen bestaan, wellicht was de taal daar debet aan. Gelukkig hebben Siri Karoline Thornhill en Reinild Mees 25 van deze liederen nu op cd gezet met alle begrip voor de diepste bedoeling van zowel de dichter als de componist. De in Stavanger geboren Thornhill, die afstudeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, weet met haar warme, lyrische sopraan de theatrale aspecten van Griegs romantische composities, op teksten van verschillende Noorse dichters, feilloos over te brengen, waarbij ze kan rekenen op de liefdevolle ondersteuning van Reinild Mees.
Einsamkeit - Schumann Lieder Matthias Goerne bariton Markus Hinterhäuser piano HMM 902243
Nu hij alles wat Schubert aan vocale schatten heeft nagelaten, op cd heeft gezet, is Goerne, die we toch wel tot een van de grootste liedzangers van deze tijd mogen rekenen, naar de wonderen in het liedoeuvre van Schumann op zoek gegaan. Hij koos voor Sechs Gedichte und Requiem op.90, Myrthen op.25 en Gesänge op.89, een keuze die illustratief is voor Schumanns wisselende geestesgesteldheid, die we nu als manisch depressief zouden bestempelen. In 1840, het jaar dat Schumann eindelijk zijn Clara mocht trouwen, schreef hij maar liefst 130 liederen en niet voor niets wordt het dan ook zijn annus mirabilis genoemd. Er is een wereld van verschil in sfeer tussen de lieflijke liederen uit die gelukkige periode en de dramatische opusnummers van nauwelijks tien jaar later. Goerne en de al even bevlogen pianist Hinterhäuser weten zich in beide werelden feilloos in te leven en laveren moeiteloos tussen de gelukkigste intimiteit en de diepste wanhoop. Tot in het laatste lied, Abendlied, de gekwelde ziel eindelijk tot rust gekomen lijkt. Schumann had zich geen betere interpreten kunnen wensen.
2017, nr. 2
Fernand de la Tombelle - Mélodies Tassis Christoyannis bariton Jeff Cohen piano
The Silver Age Ekaterina Levental mezzosopraan Maurice Lammerts van Bueren piano
AP 148
Quintone Q1703
Fernand de la Tombelle zou je een typische vertegenwoordiger van het belle époque kunnen noemen. Hij leefde van 1854 tot 1928 en schreef behalve een aantal kooren orkestwerken, vooral voor zijn eigen instrument, het orgel. Zijn liederen, 23 in totaal, waren veelal bedoeld voor uitvoering in huiselijke kring en opgedragen aan vrienden en familieleden. Die moesten dan wel over de nodige capaciteiten beschikken, want hij maakte het zowel de zanger als de pianist niet altijd gemakkelijk. Zijn verrassende mélodies zijn onmiskenbaar Frans van signatuur en uitstekend voor de stem geschreven. De Griekse bariton Tassis Christoyannis voelt zich duidelijk als een vis in het water in dit romantische, licht geparfumeerde repertoire – hij zette ook de liederen van Eduard Lalo, Benjamin Godard, Félicien David en Saint-Saëns op cd. Evenals de componist is ook deze zanger een verrassing voor me: wat een schitterende bariton, met een fluwelen pianissimo en een heroïsch forte. Een aanwinst in alle opzichten.
Met De Zilveren Tijd wordt in Rusland het fin de siècle aangeduid, de laatste bloei van het tsaristische Rusland. De belangrijkste exponent van de als Russische romance bekend geworden liedkunst van deze laat-19eeeuwse periode is Moussorgski, op de voet gevolgd door Tsjaikovski en later door Rachmaninoff. Op de cd The Silver Age zijn deze drie giganten onder de Russische componisten met hun mooiste liederen vertegenwoordigd. Liederen vol passie en weemoed, op onnavolgbare wijze vertolkt door Ekaterina Levental. In haar theaterproductie De Weg bezingt ze haar levensloop: hoe ze in 1991 als 16-jarige met haar ouders uit Oezbekistan naar Nederland vluchtte en in een asielzoekerscentrum in Almen terechtkwam. Daar kreeg ze het advies om toelatingsexamen te doen aan het conservatorium in Enschede, waar ze zang en harp studeerde. Na een vervolgstudie in Lyon maakte ze internationaal carrière. Met haar warme, flexibele mezzo voelt ze zich in dit Russische liedrepertoire duidelijk als een vis in het water. Haar gepassioneerde vertolkingen zijn indrukwekkend. Datzelfde geldt voor Maurice Lammerts van Bueren, die zich met groot inlevingsvermogen over de virtuoze pianopartijen ontfermt.
21
de Liedvriend
Nieuwe noten op mijn zang Dinant Krouwel, musicoloog en liedbegeleider
M. Hurd: Carmina Amoris Novello - € 9,65
22
De Engelse componist en musicoloog Michael Hurd (1928-2006) is vooral bekend door zijn koormuziek en dan met name door zijn 'pop-cantates'. De cyclus Carmina Amoris schreef hij in 1998 voor tenor (d'-as") en piano. Dit werk bestaat uit vijf liederen op oude teksten (Anacreon, Catullus, Plato) in een Engelse vertaling. Ze gaan over liefde, die sterker is dan de dood. Mooie melodieën over een Britten-achtige begeleiding. Het idioom is redelijk tonaal, soms speels en ritmisch, dan weer lyrisch, maar altijd zeer expressief.
F. Mulsant: Quatre Mélodies op.61 nrs. 1 en 3 Furore - elk € 12,85
Voor het Franse Concours International de Chant de Mâcon componeerde Florentine Mulsant vier liederen elk voor een andere stem met pianobegeleiding. Voor mij liggen nummer 1 (Le Silence) voor sopraan (c'-g") en nummer 3 (Violette) voor tenor (d'-a"). Met weinig noten weet Mulsant in het eerste lied een poëtische sfeer op te roepen, maar ook dramatische uitbarstingen. Het lied voor tenor is veel luchtiger met veel akkoordbewegingen in de piano. Opvallend is de goede tonale ondersteuning voor de zangstem. De muziek doet sterk denken aan Debussy, maar door de eigentijdse aanpak ook aan Dutilleux.
C. van Lunen: Songs of the British Isles
M. von Sabinin: Acht Lieder op.1
De Nederlands-Franse componiste en zangeres Camille van Lunen schrijft veel muziek voor de stem. Deze bundel bevat vijf zettingen van Britse liederen voor bariton (Bes-f') en pianotrio. Dit werk sluit daarmee aan bij de composities van rond 1800 voor deze bezetting van onder andere Beethoven, Haydn en Pleyel. Van Lunen componeerde een pittige begeleiding bij deze volksliederen: geestig, bespiegelend, verrassend en theatraal. Een originele aanwinst voor het repertoire in deze vorm van kamermuziek. De uitgave bevat twee partituren en twee losse partijen voor de strijkers.
Uitgeverij Furore zet zich in voor muziek van vrouwelijke componisten, niet alleen hedendaagse, maar ook uit vervlogen tijden. Regelmatig komen daardoor vergeten schatten weer tot leven, zoals het eerste opusnummer van Martha von Sabinin (1831-1892). Uit Russische ouders geboren in Denemarken groeide zij op in Weimar. Zij vervolgde haar pianostudie bij Clara Schumann, Franz Liszt en Peter Cornelius. Na concerten in Duitsland en Rusland werd zij muziekleraar in Sint-Petersburg voor de tsarenfamilie. Daarna werd zij door de tsarina uitgezonden naar oorlogsgebieden voor de gezondheidszorg en richtte zij veldhospitalen op. In 1855
Furore - € 51,25
Furore - € 24,40
2017, nr. 2
verschenen in Leipzig haar Acht Lieder op.1 voor middenstem (a-ges") en piano. Destijds werden deze liederen van Von Sabinin goed ontvangen en ook nu zijn ze beslist de moeite waard. Zoals te verwachten bij een concertpianiste zijn de pianopartijen aantrekkelijk met mooie harmonieën en melodieuze voor- en tussenspelen. Ze zijn niet virtuoos, behalve bij Das ist ein Brausen und Heulen (Heine). De zangstem laat de teksten goed uitkomen met fraaie lijnen, meestal melodieus en soms vertellend. Haar liederen doen denken aan die van Schumann, maar zijn wat pathetischer, en aan die van Liszt, maar dan meer ingetogen. Naast drie gedichten van Heine en een van Goethe bevat deze bundel teksten van Jean Paul, von Platen, Dilia Helena en Julius Sturm. De uitgave heeft een uitgebreid voorwoord, waarin veel te lezen is over het interessante leven van Martha von Sabinin.
F. Rietdijk: Voce Voce Voce Calliope - 80 pp. - € 20,-
Eind april 2017 vond in TivoliVredenburg een feestelijk lunchconcert plaats als hommage aan de zangpedagoge Henny Yana Diemer. Ter gelegenheid van haar verjaardag en van haar 35-jarig jubileum als zangdocent zongen diverse leerlingen voor haar en voor het talrijk toegestroomde publiek. Bovendien werd haar het boek Voce Voce Voce uitgereikt, geschreven door de musicologe en zangpedagoge Francine Rietdijk. Deze oud-leerling van Henny Diemer heeft een half
jaar lang haar lessen aan haar laatste groep conservatoriumstudenten bijgewoond en haar uitvoerig geïnterviewd over haar werk. Veel van haar leerlingen staan inmiddels in de grote operahuizen en ook diverse solisten van de Vrienden van het Lied hebben bij haar gestudeerd, zoals Selma Harkink, Karolina Hartman, Jean-Léon Klostermann en Martijn Sanders. In dit boek geeft Henny Diemer duidelijk haar visie op het vak weer. Openhartig vertelt ze over haar eigen stemproblemen en over de liefde voor haar leerlingen. In zes hoofdstukken wordt aandacht besteed aan het herkennen van de stem, het uitbouwen tot instrument, de resonantie, het goede repertoire, de praktische vaardigheden en de valkuilen. Uit alles spreekt haar grote zorgvuldigheid, haar brede kijk op het vak en haar enorme toewijding. Tusen de hoofdstukken door staan een elftal bijdragen van haar leerlingen, die zeer persoonlijke inkijkjes geven in de manier van lesgeven van Henny Diemer. Het zijn niet alleen maar loftuitingen, er is ook ruimte voor kritiek. Centraal staan haar tomeloze inzet, persoonlijke aanpak en haar grote vakkennis. Gezien haar internationale leerlingenschare is het boek tweetalig: Nederlands en Engels. Aan het eind staat nog een boeiend verhaal over haar eigen leven en professionele carrière. In het boek staan veel foto's, die een mooi beeld geven van haar manier van werken en leven. De ondertitel van dit boek vat het prachtig samen: Alles voor de zangkunst.
Bovengenoemd materiaal is verkrijgbaar bij Broekmans & Van Poppel Badhoevedorp tel. 020 - 6796575 Utrecht tel. 030 - 2343673
23
de Liedvriend
Nieuws van het bestuur
24
Overdracht penningmeesterschap Tijdens de algemene ledenvergadering in mei 2017 liet Frans Eggink weten, dat hij zou stoppen als penningmeester zodra er een vervanger was gevonden. Als dank voor zijn geweldige inzet en het uitstekende financiĂŤle beheer werd Frans Eggink door de ledenvergadering tot erelid benoemd. Het bestuur had al een vervanger op het oog en in de zomerperiode kon Frans zijn taak overdragen. Vanaf september is Frank Bakx de nieuwe penningmeester. Hij is te bereiken via het mailadres frankbakx@middel.com. Tijdens de ALV in april 2018 zal hij officieel worden benoemd. Twee nieuwe ereleden Op de achterkaft van de Liedvriend staan de namen van twee nieuwe ereleden: Dick Buld en Frans Eggink. Beiden werden tijdens de ledenvergadering op 13 mei 2017 tot erelid benoemd. Dick Buld heeft 25 jaar lang de programmabladen gemaakt voor alle concerten. Met 60 tot 80 concerten per jaar praat je over meer dan 1500 programma's! Daarnaast heeft Dick nog meer activiteiten voor de Vrienden van het Lied ontplooid, zoals het penningmeesterschap en de ledenadministratie. Bovendien was hij vanaf 1992 tot eind 2017 een gewaardeerd contactpersoon van de afdeling Twente. Frans Eggink kwam in 2004 in het bestuur als secretaris. Hij was in 2007 ook waarnemend voorzitter en werd vanaf 2008 penningmeester. Met een streng doch rechtvaardig beleid heeft hij de VvhL financieel weer gezond gemaakt. Gedurende de bestuurscrisis en bij het wegvallen van de forse rijkssubsidie hield hij het hoofd koel en bepaalde hij mede de nieuwe koers van de vereniging.
Algemene Ledenvergadering De jaarvergadering van 2018 vindt plaats op zaterdag 14 april in De Witte Huisjes, Kerkpad 3 in Bunnik. De ALV is van 11.00 tot 13.00 uur. Daarna is er een gezamenlijke lunch. De vergaderagenda en de bijbehorende stukken zijn vanaf 25 maart te downloaden op de site en aan te vragen via het secretariaat. Leden die aanwezig waren bij de vorige jaarvergadering, krijgen de stukken toegezonden, zoveel mogelijk per mail. In memoriam Op 9 april 2017 is de Utrechtse musicologe Nancy van der Elst op 97-jarige leeftijd overleden. Vanaf de oorlog heeft ze talloze artikelen gepubliceerd in Mens & Melodie en in Preludium met nadruk op vocale muziek. Ze was ook zangeres, koordirigente en componiste. Ter gelegenheid van haar 95ste verjaardag zijn haar boeiende artikelen gebundeld uitgebracht. Zie hiervoor de bespreking in de Liedvriend 2014/2. Ruim 20 jaar lang doceerde zij muziekgeschiedenis aan het Rotterdams Conservatorium. In 1972 promoveerde zij in Parijs met een dissertatie over Henri Duparc. Deze uitvoerige studie wordt nog vaak geraadpleegd en was een belangrijke bron voor de nieuwe uitgave van de liederen van Duparc bij de uitgeverij Peters. De Vrienden van het Lied hebben ook geprofiteerd van haar grote kennis van het Franse lied. Regelmatig was zij als docent betrokken bij de cursussen, die destijds in Queekhoven plaatsvonden. Nancy van der Elst was een smakelijke verteller en bleef tot op hoge leeftijd geĂŻnteresseerd in het muziekleven.
Regio’s en contactpersonen Bestuur Aat Klompenhouwer voorzitter 0180 649314 Teuny van Wijgerden secretaris 06 83717146 Frank Bakx penningmeester 030 6913202 Eugénie Ditewig 030 2286682 Robert Koch 030 2718142 Dinant Krouwel 030 2735781 Lodewijk Meeuwsen 053 4766257 Voorzitter Raad van Advies Roberta Alexander 020 4965654 Voorzitter Commissie Concerten Annette Ovink 0541 517516 Ledenadministratie / Contributie Wilma van der Stappen 06-33858183 Ontwerp en redactie Theo Oppewal www.theooppewal.nl Alkmaar Hilda Wouwenaar 072 5126036 Amsterdam Annemart Franken 020 6717500 Arnhem Jan Veldhuizen 026 3518182 Breda Jakobijn Angenent 076 5713678 Ineke Baart 0162 682943 Den Haag René den Hertog 070 2157150 Sonja Muysson 070 7504705 Eindhoven Frits Heemskerk 0499 471639 Friesland Yolande Couweleers 058 2991822 Lydia Janssen-de Bode 058 2151841 Marion Schutten 058 2151434 Het Gooi Roderik Blom 06 25528546 Groningen Riekje Bakker 050 5340521 Kees Buiter 050 5349558 Haarlem Guus Brockmeier 023 5292064 ‘s-Hertogenbosch Lenny Robben 06 28136611
Leiden Mette-Lise Boumeester 071 5890417 Limburg vacature Nijmegen Bertien Keijser-Huijts 024 3233803 Herman Stekhoven 0487 532151 Rotterdam Gerry Volker-de Visser 010 5917484 Twente Annette Ovink 0541 517516 Charles Mol 0546 863277 Utrecht Robert Koch 030 2718142 Utrechtse Heuvelrug Lille Vreeman, Roel van Kuppevelt, Diet Sijmons 0343 445605 Veluwe Cora de Kovel-vd Reepe 0341 253329 Geessien Hutten 0525 681171 Wageningen Marijke Muuse 0317 423356 Zeeland vacature Zutphen Dirck Heijerman 0575 522282 Zwolle Bram en Else Drewes 038 4442712
Voor informatie over de activiteiten in de regio’s kunt u terecht bij de contactpersonen. Zie www.vvhl.nl voor meer contactinformatie.
Comité van Aanbeveling Comité van Aanbeveling
H.K.H. Prinses Christina der Nederlanden Elly Ameling zangeres Huub van Dael voorzitter van diverse muziekorganisaties Henk Heuvelmans directeur Gaudeamus Muziekweek, secretaris-generaal ECPNM Rudolf Jansen pianist Ruud van der Meer zanger Jard van Nes zangeres Gabriël Oostvogel directeur de Doelen Wim Scherpenhuijsen Rom oud-voorzitter bestuur Koninklijk Concertgebouworkest Ed Spanjaard dirigent
Ereleden Ereleden
Dick Buld Frans Eggink Thea Ekker-van der Pas Guus Smeets
Vereniging V R I E NDE N VA N HE T L I E D SECRETARIAAT
www. vvhl. nl
info @vvhl. nl
Teuny van Wijgerden Joh. Vermeerstraat 12 3583 RM Utrecht
TEL 06 - 83717146
KVK 40445139
IBAN NL70 INGB 0000 3263 29