Liedvriend, jg. 54, #1, mei 2015

Page 1

de nr. 1

Liedvriend

Hans Pieter Herman en Peter Nilsson Cursus Liedinterpretatie

Willem Jeths Componist des Vaderlands

Francis Poulenc en Robert Desnos Le disparu

Besprekingen Partituren en cd’s


INTERNATIONAAL VOCALISTEN CONCOURS SUMMER SCHOOL RUSSISCH REPERTOIRE Opera • Lied 6 – 12 september 2015 Theater aan de Parade - ’s-Hertogenbosch Nationale Opera & Ballet - Amsterdam

Met openbare masterclasses door Elena Vasiljeva • Larissa Diadkova Sergej Leiferkus • Ljuba Orfenova In samenwerking met De Nationale Opera talent

VOORRONDEN 51STE IVC Vrijdag 20 & zaterdag 21 november 2015 Conservatorium van Amsterdam

www.ivc.nu


B

este Vrienden!

Als de Liedvriend op uw mat valt, is uw voorzitter in Hohenems (Oostenrijk) bij de ledenvergadering van de Internationale SchubertGesellschaft, die 50 jaar geleden de Neue Schubert-Ausgabe startte. Weten we nu alles over Franz Schubert? Gelukkig komen we ook steeds meer te weten over de 20e-eeuwse liedkunst. Liederen van Barber, Bolcom en Ives zijn ons niet vreemd, maar onze solisten brengen ook composities onder de aandacht van Ivor Gurney en Herbert Howells. Liederen die ons terugvoeren naar de Eerste Wereldoorlog. Zelf ben ik betrokken bij een Zweeds programma over Wilhelm Stenhammar, Ture Rangström en Wilhelm PetersonBerger. We horen regelmatig werken van Poulenc, een van de grootste liedcomponisten van de 20e eeuw. In deze Liedvriend staat een artikel over zijn lied Le disparu, dat verbonden is met de Tweede Wereldoorlog. Ook liederen van levende componisten als Jake Heggie en Lori Laitman worden op onze podia gezongen. De laatste schreef liederen van verloren stemmen, die in de Holocaust omkwamen. En we mogen niet de liederen vergeten van Nederlanders als Anna Cramer en Henriëtte Bosmans en van Willem Jeths, sinds kort Componist des Vaderlands. De liedkunst houdt niet op, het lied leeft!

Aat Klompenhouwer bestuursvoorzitter

In dit nummer … N I EUW S IN MEMORI A M EUGÈNE PANNEBAKKER D UO H ERMA N - N I L S S ON : H ET A MERI KA A N S E L I ED KATTEN L I ED EREN VA N W I L L EM JETH S P OUL EN C EN D ES N OS L E D I S PA RU ON GEH OORD

N I EUW E N OTEN

de Liedvriend is een uitgave van vereniging Vrienden van het Lied Jaargang 54 nr. 1, mei 2015 ISSN 1384-0215 Oplage: 2500 ex. Foto omslag: Hans Pieter Herman, bariton Foto: Jack Dekker Het duo Hans Pieter Herman en Peter Nilsson verzorgt de amateurcursus 2015. Zie pagina 8 e.v.


L

de Liedvriend

id worden?

Uit liefde voor de liedkunst en om de negentiende-eeuwse traditie van huisconcerten nieuw leven in te blazen, werd in 1961 de vereniging Vrienden van het Lied opgericht. De leden zijn verspreid over 23 regionale afdelingen en streven naar verbreiding van de liedkunst. Jaarlijks biedt de vereniging ongeveer 70 liederenrecitals aan in grotere woonhuizen of kleinere podia. Niet alleen gerenommeerde liedkunstenaars treden op, maar ook veelbelovende, beginnende talenten krijgen de kans podiumervaring op te doen en een repertoire op te bouwen. Elk jaar organiseert de vereniging bovendien cursussen voor gevorderde amateurzangers onder leiding van ervaren beroepsmusici.

Contributie Voor 2015 bedraagt de contributie € 50 per persoon of € 85 per twee personen (1 adres). Vrienden tot en met 27 jaar betalen € 15 (stuur kopie ID mee). Het lidmaatschap is voor een jaar en wordt zonder opzegging ieder jaar verlengd. Opzeggen kan schriftelijk, minstens een maand voor het verstrijken van het lidmaatschapsjaar, dus uiterlijk per 1 december.

Ja, ik word lid! naam

_____________________ naam medelid _______________________________

adres

__________________________________________________________________

postcode _____________________ woonplaats

_______________________________

e-mail

__________________________________________________________________

tel.nr.

__________________________________________________________________

regio waarvan ik lid wil zijn ___________________________________________________

datum

______________ handtekening ______________________

Verstuur deze aanmelding en u krijgt verdere informatie thuisgestuurd. Vrienden van het Lied - Ledenadministratie, t.a.v. mw. A.M.E. van Otterloo Wim Sonneveldlaan 203, 3584 ZS Utrecht. Of meld je aan via www.vvhl.nl


2015, nr. 1

Nieuws van het bestuur

Auditie Vrienden van het Lied 2015 Op zaterdag 7 november vindt de auditie plaats voor de Vrienden van het Lied. De auditie wordt afgenomen in het Utrechts Conservatorium. Het programma begint 's ochtends om elf uur en loopt door tot vier uur 's middags. Aan de jaarlijkse auditie kunnen in de EU woonachtige zangers/zangeressen en hun begeleiders deelnemen. Nadere gegevens over programmaeisen, duur van het optreden en kosten voor deelname zijn te vinden op de site. Kandidaten kunnen zich opgeven tot 20 september.

Mendelssohn-Dag op 8 november in Utrecht In samenwerking met TivoliVredenburg vindt op zondag 8 november de Mendelssohn-Dag plaats, gewijd aan de liedkunst van Mendelssohn. Ofschoon zijn werk bij een groot publiek geliefd is, krijgen zijn liederen niet de aandacht die ze verdienen. Overdag zijn er lezingen, korte recitals en een open podium in de nieuwe Hertz-zaal en de grote foyer. 's Avonds geeft sopraan Annette Dasch samen met pianist Rudolf Jansen een recital met liederen van Mendelssohn en Schumann. Hou de site (www.vvhl.nl) in de gaten voor meer informatie over de invulling van de dag en de kaartverkoop. Artistieke Raad De pianiste Phyllis Ferwerda is met ingang van dit jaar lid van de Raad van Advies voor Artistieke zaken. Zij volgt hierin Meinard Kraak op, die zijn tweede termijn achter de rug heeft. Met sopraan Francine van der Heijden vormt zij al 25 jaar een vast duo, dat regelmatig optreedt op de recitals van de Vrienden van het Lied. Van 1998 tot 2004 zat Phyllis Ferwerda ook in de RAA. Elisabeth Cooymans 95 jaar Het bestuur feliciteert graag Elisabeth Cooymans, die op 31 maart 95 jaar is geworden. Onder het motto de jarige trakteert heeft zij een extra donatie gedaan aan de Vrienden van het Lied. Elisabeth Cooymans heeft een internationale carrière achter de rug als alt-mezzo, vooral gericht op de liedkunst. Ze bracht veel liederen van Nederlandse componisten in première en trad vaak op

3


Bladmuziek en muziekliteratuur

KLASSIEK POPULAIR ANTIQUARISCH

Minrebroederstraat 24 3512 GT Utrecht 030 -234 36 73 www.broekmans.com

25 t/m 29 juni 2015

Bad Kissingen

Vraag de reisbrochure aan: MUSICO Reizen Willemstraat 29 - 3511 RH Utrecht T: (030) 299 11 05 - F: (030) 293 00 39 E: reizen@musico.nl - I: www.musico.nl

Adv_vrvdo_APR15.indd 1

MUSICO Reizen

Dankzij de uitstekende reputatie is de Beierse staatsbadplaats Bad Kissingen al van oudsher een geliefde bestemming. Keizerin Sisi, Gioacchino Rossini, Otto von Bismarck behoorden in het verleden tot de prominente kuurgasten. MUSICO Reizen organiseert rondom het bekende muziekfestival ‘Kissinger Sommer’ een vijfdaagse busreis, waaraan zich dit jaar musici als sopraan Christine Schäfer, mezzosopraan Waltraud Meier en tenor Christoph Prégardien hebben verbonden.

De opera- en concertreizen van MUSICO Reizen kenmerken zich door een uitgebreid keuzeaanbod van muziekvoorstellingen, goede theaterplaatsen, het persoonlijke karakter en aandacht voor details. We verblijven in uitstekende hotels en gebruiken de diners of lunches in goede restaurants. Voor MUSICO Reizen is muziek het doel en vakantie het middel.

10-04-15 10:50


2015, nr. 1

Elisabeth Cooymans en dirigent Hein Jordans, 1967.

met meer dan een pianist alleen. Al tijdens de oprichtingsfase van de Vrienden van het Lied, inmiddels 55 jaar geleden, was ze betrokken bij de vereniging en stelde haar huis open voor concerten. Op de site van de Vrienden van het Lied staat meer over de geschiedenis van de vereniging vermeld. Deze pagina is te lezen op www.vvhl.nl/over_vvhl/geschiedenis . Het eigentijdse lied in Limburg Ook in Zuid-Limburg leeft het lied. Stichting Limburgse Componisten organiseerde eind januari een bijzonder project met liederen van dertien Limburgse componisten uitgevoerd door gerenommeerde musici van Limburgse origine. Hieraan werkte onder andere pianist en componist Robert Weirauch mee. Van dit project is een cd gemaakt met de amoureuze titel Kus! De meeste stukken zijn voor zangstem en piano, maar bij enkele werken speelt ook een saxofoon of dwarsfluit mee. Meer informatie en geluidsopname is te vinden op de sitepagina www.limburgsecomponisten.nl/ Projecten en vervolgens klikken op: Liederen Recital Kus! (2015). Oproep extra handen Het bestuur en de Commissie Concerten verzetten al jarenlang met dezelfde samen-

stelling veel werk voor de Vrienden van het Lied. Niet iedereen zal zich realiseren dat het maken van de programmabladen, het vastleggen van de concerten, de contracten, de artikelen op de website, de samenwerking met andere podia en nog veel meer allemaal vrijwilligerswerk is. Voor de continu誰teit van de vereniging is het belangrijk om regelmatig nieuwe mensen aan te trekken voor deze werkzaamheden. Bovendien maken vele handen licht werk. Wilt u zich extra inzetten voor de Vrienden van het Lied, meld u dan aan bij secretaris Dinant Krouwel, bij voorkeur via info@vvhl.nl.

5


de Liedvriend

In memoriam


2015, nr. 1

Eugène Pannebakker Rachel Ann Morgan

Erelid en oud-bestuurslid Eugène Pannebakker is overleden op 27 februari 2015. Hij was jarenlang secretaris van de Vrienden van het Lied en vervulde deze taak met veel enthousiasme en gedrevenheid. Daarnaast organiseerde hij ook de jaarlijkse audities en was actief als sponsorwerver. Hij trad in 2004 af als bestuurslid en werd vanwege zijn bijzondere verdiensten benoemd tot erelid van de Vrienden van het Lied. Rachel Ann Morgan, zangeres en harpiste, schreef een persoonlijk in memoriam. Vandaag is het 17 maart, de verjaardag van Eugène. Hij zou 81 jaar oud zijn geworden. Ik weet niet meer wanneer wij elkaar voor het eerst hebben ontmoet, maar het was zeker via de vereniging Vrienden van het Lied en waarschijnlijk begin jaren tachtig. Ik gaf recitals met Tan Crone en Eugène had te maken met de organisatie. Na vele jaren werd ik uitgenodigd om bestuurslid te worden en daar trof ik Eugène weer aan, die al in het bestuur zat. Wij konden het goed met elkaar vinden en ik was steeds blij om hem te zien. Wij deelden dezelfde meningen en waren het altijd met elkaar eens. Dat was niet zo moeilijk met Eugène, want hij was altijd vrolijk, positief en enthousiast en het lukte hem via zijn netwerk keer op keer om dingen voor elkaar te krijgen. Hij ging ervanuit dat je alles kon vragen en met zijn charme kreeg hij bijna altijd ja als antwoord! Hij was een diplomaat en een ambassadeur voor de vereniging. Na deze bestuursperiode bleven wij met elkaar in contact. Hij nodigde me vaak uit om te komen zingen en harpspelen in Brabant, waar hij zoveel mensen kende. Soms een huwelijk, een begrafenis, een tentoonstelling of een echt concert. Ik kwam zelfs een keer via hem als soliste zingen op de carnavalsconcerten met Het Brabants Orkest. Hij had een grote kennis van zingen en van zangers en ook een grote liefde voor de zangkunst. Hij leefde mee met de zangers en zorgde dat alles in orde was voor ons: ontvangst, glas

water, kopje koffie, broodje en na afloop hielp hij mee met de harp. Omdat ik de helft van mijn tijd tegenwoordig in Frankrijk doorbreng, kon ik niet komen zingen en spelen op de begrafenis van zijn geliefde Wilh. Hij was teleurgesteld, maar begreep het wel. Terug in Nederland belde ik hem op en ben op bezoek geweest vlak voor Kerst. Ik dacht een uurtje te blijven, maar het werd een bezoek van vier uur lang en ik mocht niet weggaan toen de huisarts op bezoek kwam. Wij hebben onder andere gepraat over het verdriet bij het overlijden van de partner, iets dat wij beiden hebben meegemaakt. Zijn gezondheid was al een aantal jaren slecht, maar de zorg om Wilh hield hem constant bezig. Na het overlijden van Wilh zag hij het niet meer zitten. Hij was klaar met het leven en dat begreep ik. Bij zijn uitvaart heb ik gezongen en op de harp van Rosa Spier gespeeld. Ik heb er vrede mee en hij ook vermoed ik. Hoe verdrietig ook, het is goed zo.

Hij was voor mij lange tijd de verpersoonlijking van de Vrienden van het Lied. Maarten Koningsberger Ik herinner me Eugène vooral als gedreven en enorm betrokken. Hij had iets heel zwierigs, een twinkeling in zijn ogen, het was leuk om met hem te verkeren. Frans Eggink

7


de Liedvriend


2015, nr. 1

HA

et overbrengen van het merikaanse lied - een kunst op zich tekst Theo Oppewal | foto Jack Dekker

9

Voor haar jaarlijkse cursus Liedinterpretatie heeft de Vrienden van het Lied dit keer bariton Hans Pieter Herman en pianist Peter Nilsson benaderd. Het thema is het Amerikaanse lied. Een interessant gegeven want, zo zegt Hans Pieter Herman, "er zijn nogal verschillen in uitspraak tussen het Amerikaans en het Brits Engels en dat heeft zijn invloed op de dictie."


de Liedvriend

"Daarbij komt dat je bij de oudere Amerikaanse liederen een nog wat Britser spraakgebruik hebt - al is het alleen al vanwege de verstaanbaarheid. Goed om daar eens de focus op te leggen met een cursus voor liefhebbers van het Amerikaanse lied, op zaterdag 6 en zondag 7 juni in Cantina Vocaal in Amsterdam. Overigens zal er ook ruimte zijn voor anderstalige liederen."

10

Kun je iets vertellen over de inhoud van de liedcursus? "Het lijkt mij interessant om de verschillen in dictie tussen Amerikaans en Engels repertoire bespreekbaar te maken. In het enorme palet van wat er is, van grappig tot ontroerend, van moderne tot gemakkelijk in het gehoor liggende muziek, heb ik er geen bezwaar tegen om bijvoorbeeld ook muziek van Cole Porter of Noël Coward te behandelen. Muziek die toch ook heel goed in zo'n programma kan passen." Heb je nog repertoiresuggesties voor wie wil deelnemen aan de cursus? "Je hebt natuurlijk de bekende componisten Ives, Barber, Bernstein, Copland, maar ook Dominick Argento, Richard Hundley, Ned Rorem. Als de deelnemers ons kennen dan weten ze dat zowel Peter Nilsson als ik meester zijn in bijvoorbeeld het samen legato zingen en spelen. Het gaat dus niet alleen over hoe je het Engels uitspreekt of wat de tekstuele achtergronden van een lied zijn. Het gaat erom hoe je een lied in de praktijk zet. Hoe kun je dat wat je wilt met de stem communiceren. En hoe beeld je dat met tekst uit en wat zijn daarvoor de handvatten? Dat zal een groot deel van de interpretatiecursus beslaan. Het wordt geen lezing over het Amerikaanse lied. Peter en ik hebben affiniteit met het Amerikaanse lied, maar kennen natuurlijk niet al het repertoire. Dus als men zich wil inschrijven, dan willen we van tevoren wel weten wat ze gaan zingen zodat, als we het niet kennen, we ons kunnen informeren over dat werk. Als er schroom is door onbekendheid met het Amerikaanse lied, dan kan het aanbieden van zo'n cursus voor zangers juist een reden zijn om zich eens te verdiepen in

dit repertoire." Hans Pieter Herman is na zijn conservatoriumopleiding in 1996 de opera-opleiding gaan volgen in de Verenigde Staten. Hij was young artist in residence tijdens het Ravinia Festival, georganiseerd door het Chicago Symphony Orchestra. Hij heeft toen artistiek leider/pianiste Margo Garrett benaderd voor het opstellen van een Amerikaans programma om, eenmaal terug in Nederland, uit te gaan uitvoeren. "Ik wilde vooral de mensen hier kennis laten maken met ander repertoire. Toen ik destijds naar het conservatorium ging kenden ze eigenlijk alleen Ives en Barber. Ergens verwacht ik nu dat bij de inschrijvingen ook voornamelijk Ives en Barber zullen worden opgegeven." "Toen ik mijn examen in Amerika moest doen heb ik veel Amerikaanse liederen gezongen. Mijn collega-studenten en ook mijn docenten daar hoorden allemaal liederen waar ze zelf nog nooit van hadden gehoord. Samuel Barber schreef de cyclus de Hermit Songs voor sopraan Leontyne Price, die de toenmalige echtgenote was van mijn leraar William Warfield. Voor de uitvoering ervan kon ik zo dus nog tips uit de eerste hand krijgen. Het is daar niet helemaal onbekend repertoire, maar bijvoorbeeld het werk van Richard Hundley is daar niet zo bekend omdat ze in Amerika ook het wat meer geijkte repertoire opzoeken." Amerika is toch patriottistisch genoeg om het Amerikaanse lied voor het voetlicht te brengen? "Voor festivals worden er wel meer opdrachten gegeven aan componisten. Ieder operahuis geeft ook wel commissies aan hedendaagse componisten, zoals André Previn (voor zijn opera A Streetcar Named Desire), Jake Heggie (Dead Man Walking, Moby Dick), Nico Muhly (Two Boys) en Lori Laitman (The Scarlet Letter). Wat opera betreft wordt daar veel meer in geïnvesteerd in nieuw repertoire, maar al deze componisten schrijven natuurlijk ook allemaal liederen."


2015, nr. 1

"Ik ken de componiste Lori Laitman zelf en daarmee veel van haar liederen. Zij schrijft die ook wel in opdracht, zoals voor een joodse organisatie die opdrachten uitschrijft ter nagedachtenis aan de holocaust. Jake Heggie heeft daar ook voor geschreven, maar ook in opdracht voor festivals. Er is een uitgever in de Verenigde Staten, Classical Vocal Reprints genaamd, die heel veel Amerikaanse muziek uitgeeft, naast weinig verkrijgbare zettingen zoals bijvoorbeeld een werk van Schubert in een andere ligging met cello-begeleiding. Na een persoonlijk contact met eigenaar Glendower Jones stuurde hij mij onlangs een cyclus toe van Simon Sargon voor bariton en hoorn. Ik heb dat dan ook in Nederland uitgevoerd."

"Elly Ameling heb ik geïnterviewd voor Opera News. Over de toekomst van de liedkunst zei zij toen dat de liedkunst meer in het nauw wordt gebracht naar mate mensen minder interesse hebben in andere of oudere culturen en met name de talen ook niet meer spreken. De directe communicatie via de tekst, via de poëzie, die bij het lied echt van belang is, valt dan weg. Bij opera heb je nog een verhaal of een handeling, maar ook daar heb je een boventiteling. Maar bij liedkunst is de tekst en de communicatie daarvan het allerbelangrijkste. Steeds meer mensen spreken Engels. Dus die taal is uitermate geschikt om liedkunst interessant te maken bij mensen die geen Frans of Duits spreken. Ik merk vaak dat bij Engelstalige liederen het publiek de tekst niet hoeft mee te lezen, terwijl dat bij anderstalige liederen wel het geval is. Het presenteren van Engelstalig repertoire is dus heel gunstig. Ik vind het zelf fijn om binnen een programma wat Amerikaans of Engelstalig repertoire te plaatsen omdat het wat ontspanning teweeg brengt ondanks dat het niet altijd heel gemakkelijke muziek is."

“De affiniteit voor het Amerikaanse lied schuilt in een meer hedendaagse tekstbeleving - teksten zijn directer, recht voor zijn raap.” Ben je zo'n beetje de enige interpreet die dat werk dan uitvoert? "De Oostenrijkse bariton Wolfgang Holzmair heeft veel werk van Lori Laitman uitgevoerd. Zo ook een lied dat hij haar gevraagd heeft te componeren voor bariton, cello en piano. Ik ben dus zeker niet de enige die Amerikaanse liederen hier voor het voetlicht brengt. Binnen de Vrienden van het Lied is bijvoorbeeld ook Henriette Feith geïnteresseerd in het Amerikaanse lied. En haar pianobegeleider Maurice Lammerts van Bueren heeft ook veel ervaring met Amerikaanse muziek. Binnenkort verschijnt er zelfs een cd met werk van Jake Heggie waarop hij de Oostenrijkse mezzosopraan Angelika Kirchschlager begeleidt."

In hoeverre klopt het stereotype beeld dat het Amerikaanse lied, met Amerika als bakermat van de musical, wat plastischer of zelfs lichtvoetiger is? "Voor de Vrienden van het Lied heb ik concertprogramma's ten gehore gebracht met daarin liederen van Lori Laitman op gedichten van Thomas Lux. Die cyclus, Men with small heads, is zeker niet gemakkelijk, maar de tekst is dan wel weer zo grappig dat het mensen niet afschrikt. Ik zing ook een cyclus van Lori Laitman op vertaalde gedichten van de Pools-Israëlische dichter Abraham Sutzkever waarbij hij verhaalt over de situaties in het getto van Vilnius tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat zijn hartverscheurende gedichten, waar op zijn zachtst gezegd niets grappigs aan is."

11


de Liedvriend

"Als ik zelf naar een recital ga en ik hoor de hele avond ingewikkelde muziek van Sjostakovitsj, dan vind ik dat persoonlijk geen fijn recital om naar toe te gaan. Als ik dan zelf een recitalprogramma samenstel, dan doe ik dat op basis van wat ik zelf zou willen zien en horen. Vaak gebruik ik liederen van Bolcom om een recital mee af te sluiten omdat het leuke muziek is voor mensen om mee naar huis te gaan. Maar die liederen zijn niet typisch Amerikaans."

12

Is er een grote gemene deler te noemen voor het Amerikaanse lied? "Ik vind het interessant wat een hedendaagse componist kiest aan materiaal om daar liedtekst op te maken. De Verenigde Staten is een veel jonger land, dus het idioom is moderner en dat betekent ook dat de poëzie en de teksten die gebruikt worden moderner zijn. En ook de stijl. Neem uit de romantiek Der Lindenbaum uit Schuberts Winterreise, die boom staat symbool voor de laatste rustplek. Dat soort symboliek is op een andere manier ook weer te vinden in de hedendaagse poëzie, maar op een heel andere laag en een heel andere stijl, zoals in een heel beroemd lied van Barber, Sure on this shining night op tekst van James Agee. Deze Amerikaanse dichter was zelf vliegenier en als je dat weet dan begrijp je de tekst en de grondlaag veel beter, waardoor het lied een heel andere betekenis krijgt." Zijn inleidingen nog wel nodig met Engelstalig repertoire? "Binnenkort neem ik een cyclus van Dominique Argento op in mijn programma. Voor zijn compositie heeft hij Engelse vertalingen van Zweedse dagboeken genomen. De dagboeken zijn overblijfselen van een Noordpoolexpeditie uit 1897, waarbij drie Zweden om het leven zijn gekomen. Ze hebben de tocht ondernomen met een luchtballon en zijn nooit teruggekeerd. 33 jaar later zijn de dagboeken teruggevonden. Als je de naslagwerken leest, kom je als zanger pas goed beslagen ten ijs. Het is leuk om te weten, maar niet in alle gevallen per se nodig. Bij de Vrienden van het Lied worden eigenlijk alleen vertalin-

gen geplaatst bij vreemde talen zoals Scandinavische talen, het Russisch of Italiaans. Als ik Engels zing merk ik dat men dan minder uit het programmaboekje meeleest en meer naar mij kijkt. Dat communiceert makkelijker." Wat in het Amerikaanse lied trekt jou zo aan? "Om iets op mijn programma te zetten neem ik als eerste uitgangspunt of het een mooie melodie heeft en ik mijn gevoel er in kwijt kan. Bij het Amerikaanse repertoire is dat echter veelal niet het geval: het is bijna niet melodisch pakkend. Omdat dit ingaat tegen mijn uitgangspunt, stel ik mij die vraag ook wel eens. Voor mij schuilt de affiniteit voor het Amerikaanse lied in een meer hedendaagse tekstbeleving. De teksten zijn directer, minder poëtisch, of wel poëtisch maar dan op een minder symbolische manier, recht voor zijn raap. Qua tekstbesef wordt het voor mij daardoor juist weer interessanter om te kiezen. Daarbij komt dat ik het heel leuk vind om liederen te zoeken die nog niet zo bekend zijn, zoals het stuk van Argento, The Andrée Expedition. Zoals Amerika ook is ontdekt, zo wordt het Amerikaanse repertoire ook een soort ontdekkingsreis. Ik zou het leuk vinden om tijdens de workshop te merken dat men gepassioneerd is geraakt door een bepaald stuk en dat vervolgens graag aan anderen wil laten horen die er nog nooit van hebben gehoord." Heb je voor het tekstbegrip zelf ook contacten met componisten uit de Verenigde Staten? "In New York heb ik eens een cyclus van Lori Laitman gezongen. Vanwege uitvoeringsrechten had ik contact met haar gezocht. Zij is toen gekomen en heeft me overdag helemaal doorgezaagd over die liederen, wat natuurlijk geweldig was. Die dag heeft zij tegen mij gezegd dat ik alles van haar mocht uitvoeren zonder dat ik daar rechten over hoefde te betalen." Tot slot, richt je je met de liedcursus alleen op het klassiek stemgebruik? "Ik ben ook zangleraar, dus als een andere


klank aan de orde komt, dan kan dat, hoewel ik het niet verwacht. Tegenwoordig is er de pedagogische zangtechniektraining EVTS, dat staat voor Estill Voice Training System. Het laat aandacht uitgaan naar verschillende zangstijlen, naast klassiek ook musical en pop en dat in een grote verscheidenheid. De cursus zal gaan over hoe voer je een lied uit en hoe zorg je ervoor dat je dat zo communicatief mogelijk kunt doen. Maar uiteraard zal er absoluut een deel zangtechniek ter sprake komen."

Hans Pieter Herman is extraneus-docent van een paar leerlingen van de Dutch National Opera Academy (DNOA), geeft privézangles en coacht twee zanggroepen in Frankrijk. Vorig jaar gaf hij masterclasses aan het International Vocal Arts Institute (IVAI) in Tel Aviv, Israël. Pianobegeleider Peter Nilsson (foto) komt uit Chicago en woont sinds 1992 in Nederland. Hij is coach aan de Dutch National Opera Academy en aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.

De amateurcursus van de Vrienden van het Lied vindt dit jaar plaats op zaterdag 6 en zondag 7 juni in Cantina Vocaal te Amsterdam. Het thema is het Engelstalige lied. De inschrijving voor deelnemers is inmiddels gesloten. Toehoorders zijn van harte welkom, zowel voor de hele cursus, als voor een dag of een dagdeel. De cursus wordt afgesloten met een openbaar concertje door de deelnemers. De kosten voor toehoorders van de hele cursus bedragen € 60,- en voor zaterdag óf zondag € 35,- inclusief koffie/thee en lunches. De kosten voor een dagdeel (vóór of na de theepauze) zijn € 12,50 exclusief cateringkosten. Voor jongeren t/m 27 jaar zijn de kosten de helft van deze bedragen. Nadere info: zie www.vvhl.nl; daar vindt u ook het aanmeldingsformulier voor toehoorders. Aanmelding: bij Annette Ovink, voorzitter Commissie Concerten, via ahodovink@a1.nl.

foto Peter Nilsson: Maurice Lammerts van Bueren

2015, nr. 1

13


de Liedvriend

W

i

en


2015, nr. 1

illem

J

eths

zijn kattenliederen tekst Mijke Sekhuis

Een paar jaar geleden werden sopraan Mijke Sekhuis en pianiste Shuann Chai door Korzo, een avontuurlijk podium voor jonge getalenteerde artiesten in Den Haag, gevraagd een hedendaags liedprogramma te maken met werk van uitsluitend Nederlandse componisten. In hun zoektocht naar geschikt liedrepertoire nam Mijke Sekhuis contact op met Willem Jeths, met wie zij al een paar keer eerder had gewerkt en wiens muziek en noten haar tot nu toe altijd goed waren bekomen.

Zijn duet Monument to a Universal Marriage voor twee zangers, strijkkwartet en klarinet, is lyrisch en romantisch, maar ook bijna etherisch geschreven; in de opera H么tel de P茅kin waren mijn noten spitsvondig en hilarisch humoristisch, en de aria I go uit de nooit voltooide opera Mathilde Willink is vocaal net zo flamboyant en veelzijdig als het perso-

nage zelf. Dus stuurde ik Willem Jeths voor het liedprogramma in Korzo een mailtje met de vraag of hij niet nog iets in het liedgenre geschreven had voor zang en piano. Zijn antwoord was ja en een tijdje later lag er een kopie van het manuscript in de brievenbus: Les Chats uit 1982 op teksten van Charles Baudelaire. Na wat gepuzzel met de notering,

15


de Liedvriend

de toevoegingen en aantekeningen in deze oerversie konden we aan de slag. Het bleken voor mij de moeilijkst in te studeren noten van Willem Jeths tot nu toe! Maar de moeite gelukkig ook meer dan waard: beeldend en poëtisch, veelzijdig en verrassend en bovenal lyrisch natuurlijk.

16

Toen we een jaar na de uitvoering in Korzo de kans kregen om de liederen nog een aantal keren uit te voeren op het festival November Music in 's-Hertogenbosch leek het ons leuk om eens met Willem zelf naar de stukken te kijken. Daar was hij wel voor in, dus begin november 2014 zaten Shuann en ik gezellig bij Willem Jeths op de bank uit Chinees porseleinen kopjes thee te drinken. Willem Jeths is liefhebber van mooie dingen met een geschiedenis en zijn appartement en werkruimte zijn dan ook gevuld met antieke meubels, een prachtige verzameling porselein, en schilderijen, foto's en tekeningen van bevriende kunstenaars. Verder stapels boeken en … een smartphone, waar tijdens ons gesprek zo nu en dan iets op wordt gegoogeld of nagekeken. Een mooie afspiegeling van Willem Jeths als componist: geworteld in het ambacht en de traditie van zijn vak, maar ook open voor wat de wereld ons nu te bieden heeft. Deze middag vertrouwt Willem ons ook het nieuws van zijn aankomende aanstelling als Componist des Vaderlands toe. Langzamerhand is Willem Jeths in de muzikale wereld namelijk 'hot' geworden: zijn eerste symfonie werd lovend ontvangen ('Jeths is de Mahler van de 21e eeuw'), hij won de Amsterdamprijs voor de Kunst 2014 en werd gevraagd de opdrachtcompositie van het IVC 2014 te schrijven. Dat werd Quale Coniugium!, geïnspireerd op een van de drie luiken van het grote drieluik Tuin der Lusten van Jheronimus Bosch. Muziek voor de overige twee luiken volgt hoogstwaarschijnlijk binnenkort. Bij het schrijven van dit artikel is inmiddels ook Willems blokfluitconcerto, geschreven voor Erik Bosgraaf, lovend ontvangen en voert het Rotterdam Philharmonisch Orkest een nieuw werk van hem uit ter gelegenheid van

de 75-jarige herdenking van het bombardement op Rotterdam. Verder werkt Willem aan een Requiem voor de Zaterdagmatinee door het Radio Filharmonisch Orkest, Groot Omroepkoor en solisten. En bij dit alles komt nu dus ook de nieuwe functie van 'ambassadeur van de Nederlandse klassieke muziek van nu', waarvoor Willem steeds vaker bij programma's van de radio- of televisiezenders aanschuift. Maar op die bewuste woensdagmiddag van onze werksessie en theekransje, ergens begin november 2014, kunnen wij nog in alle rust bijpraten, ideeën uitwisselen en doorvragen naar het hoe en wat rondom de inmiddels heerlijk overzichtelijk uitgegeven cyclus Les Chats. Hieronder een verslag van deze werkmiddag. "Misschien is het leuk om te vertellen hoe de cyclus ontstaan is? In 1981 belde de zangeres Maja Schermerhorn mij op met de vraag of ik wat liederen voor haar wilde componeren. Haar nichtje Josien, mijn buurmeisje en tegelijk een goede vriendin, had Maja over mij, 'Willem, de componist' verteld. Ik was 22 jaar oud en studeerde in die tijd nog geen compositie, maar schoolmuziek in Amsterdam. De opleiding schoolmuziek lag mij niet zo, en ik was gewoon voor mezelf aan het componeren. Liederen schrijven voor een 'echte zangeres' leek mij een geweldige kans, dus schreef ik voor haar het lied De sa fourrure blonde et brune. Ze voerde het uit en was er zo enthousiast over, dat ze mij aanspoorde om er nog meer te schrijven. In totaal is het een cyclus van vier liederen geworden. De première van Les Chats was in Parijs in het Institut Néerlandais. Maja zong en John Blot was de pianist. Daar was ook de Nederlandse componist Alphonse Stallaert aanwezig. Stallaert woonde en werkte in Parijs en was het Nederlandse muziekleven en de Haagse School een beetje ontvlucht. Na het concert kwam hij naar me toe en zei: 'En maar tellen, die 12 tonen!' Hij dacht dat het twaalftoonsmuziek was! Mijn liederen bevatten wel veel chromatiek, maar hebben niets met twaalftoonsmuziek te maken."


2015, nr. 1

En toen? "Van de opleiding schoolmuziek ben ik overgestapt op compositie. Konrad Boehmer zei mij: 'Jij moet compositie gaan studeren, maar niet in Den Haag (geen Haagse School dus!). Bij Hans Kox in Utrecht kan je het vakmanschap leren.' En dat heb ik gedaan, helaas heb ik wegens zijn ziekte maar een jaar les van Hans Kox gehad. De kattenliederen hebben indertijd nog meegedaan in mijn toelatingsexamen. Verder heeft Maja de liederen nog een aantal keer uitgevoerd, onder andere bij de Vrienden van het Lied, maar daarna zijn ze in de vergetelheid geraakt. Ik beschouwde ze een beetje als een prehistorisch stuk, dus zijn ze altijd op de plank blijven liggen en heb ik er ook nooit aan gedacht om ze uit te geven bijvoorbeeld. Totdat jij (Mijke) mij belde en vroeg: heb jij ook liederen geschreven? Ja, die had ik wel. En nu zijn ze uitgegeven! Bij jullie uitvoering hoorde ik eigenlijk hoe goed de liederen waren en zo ontstond het idee om ze alsnog uit te geven." Hoe kwam je bij Baudelaire? En kende je het lied Les Chats van Diepenbrock? "De keuze van de teksten van Baudelaire ontstond eigenlijk ook dankzij mijn buurmeisje Josien. Zij had een prachtige bibliofiele uitgave van Les Chats van Baudelaire: alle kattengedichten uit Les Fleurs du Mal gebundeld in een mooi boekje. Josien was gek op katten en ik ook wel - ik had vroeger een zwarte poes, genaamd Ludwig, ofschoon zij een vrouwtje was - dus sprak de kat als onderwerp mij wel aan. Bovendien vond ik de metafoor van de kat als geliefde erg mooi. Van het lied van Diepenbrock had ik nog nooit gehoord, dus dat heeft geen rol gespeeld, ook niet bij het componeren. In die tijd al was ik net als nu een intuïtief componist. Verder was ik veel bezig met atonaliteit. Componisten die met atonaliteit verbonden waren hadden mijn grote interesse. Varèse bijvoorbeeld. Ik wilde graag liederen maken met een zweem van romantiek, maar niet op een romantische manier. Mooie en zingbare melodieën, maar wel ingebed in een soort

chromatiek die voor een zekere gepeperdheid zorgt. En ik ben ze heel erg vanuit de tekst gaan maken natuurlijk." Zie je verschil in hoe je nu componeert en wat je toen gedaan hebt? "Ik was toen wat schematischer, het is wat meer geconstrueerd. Ik zou het nu veel vrijer doen en meer op mijn routine varen. Toen was ik nog zo'n jonge componist en dan zoek je houvast in bepaalde intervalgroepjes en motieven. Nu gaat de constructie veel meer op in een groter gebaar. En daarnaast probeerde ik toen heel sterk de juiste vorm vast te houden. Niet op een academische manier, maar ik wilde toch laten zien: ik kan componeren, ik beheers de vorm! Vandaar dat die Alphonse Stallaert waarschijnlijk een dodecafonist dacht te horen. Als je heel oppervlakkig luistert zou je dat kunnen denken, het is namelijk heel chromatisch, heel punctueel gemaakt eigenlijk." Wilde je nog dingen veranderen, nu je het werk voor de uitgave weer onder de loep nam? Heb je nog aanpassingen gemaakt? "Nee, ik wilde het authentiek laten; het is zoals het is. Dat vrije lied bijvoorbeeld (nr. 4, Dans ma cervelle se promène) waar geen maatstrepen in staan, daar had ik natuurlijk maatstrepen in kunnen gaan zetten, maar ik heb dat gelaten. Voor mij was dat lied ook een soort oefening om los te komen van metrum. Meer vanuit cellen denken dan vanuit


ARNHEM

SEIZOEN 15|16 RESERVEER NU! MUSIS-ARNHEM.NL


2015, nr. 1

het metrisch opgezette. Dat had met Stravinsky te maken. Ik was in die tijd dat soort componisten aan het ontdekken. Zijn compositie The Owl and the Pussy-Cat was daarin bijvoorbeeld een inspiratiebron. En hoewel ik die vrije vorm in de rest van de cyclus niet op deze manier gebruikt heb, was dit voor mij in dat nummer echt een exploratie van wat je daarmee kan doen." Inmiddels werd het wel tijd om toch ook zelf met de liederen aan de slag te gaan. De rest van de middag is Willem met ons op zoek gegaan naar precies de juiste tempi, dynamiek en bovenal naar de mooiste frasering voor zowel tekst als muziek. Opvallend was zijn aandacht en ruimte voor de interpunctie van de tekst: 'wacht! even pauze! neem de tijd! punt! komma!' Vergelijkbaar zoveel tijd en aandacht gaf hij ons die middag zelf. Pas in de avond stonden wij weer buiten, moe maar voldaan van alle in- en output, en vol goede moed voor de komende concerten.

Op zondag 17 en zondag 31 mei brengen Mijke Sekhuis en Shuann Chai in resp. de afdelingen Groningen en Het Gooi het programma Galerie Mélancolie - Van verlangen en de dingen die voorbij gaan. In dit programma wordt de cyclus Les Chats van Willem Jeths geflankeerd door liedcycli van grote Franse meesters als Claude Debussy en Maurice Ravel, maar ook een minder bekende groep liederen Mélodies passagères van de Amerikaan Samuel Barber. Al met al een programma om je vingers/pootjes bij af te likken! Afb. pg. 17: Het affiche Tournée du Chat Noir de Rodolphe Salis is ontworpen door Théophile-Alexandre Steinlen (1859-1923) voor Le Chat Noir, een theatercafé en cabaret in de Parijse kunstenaarswijk Montmartre.

19

Willem Jeths is in 1959 geboren in Amersfoort. Hij studeerde eerst schoolmuziek aan het Sweelinck WILLEM JETHS Conservatorium in Amsterdam, maar stapte over naar het Utrechts Conservatorium waar hij compositie studeerde bij respectievelijk Hans Kox en Tristan Keuris. In 1988 sloot hij zijn opleiding aan het Utrechts Conservatorium af met de Prijs voor Compositie. Jeths studeerde naast zijn compositiestudie muziekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Hij voltooide zijn studie muziekwetenschap met een scriptie over de 19e-eeuwse componiste Elisabeth Kuyper, gepubliceerd in het boek Zes vrouwelijke componisten (Walburg Pers, 1991). Jeths heeft nationaal en internationaal diverse prijzen gekregen en opdrachten. In 2006 werd hij hoofddocent compositie aan het Conservatorium van Amsterdam. Op 28 november 2014 werd hij aangesteld als eerste Componist des Vaderlands.


de Liedvriend

Poulenc en Des Dinant Krouwel

Dit jaar wordt het einde van de Tweede Wereldoorlog uitgebreid herdacht. Zeventig jaar geleden vierde Europa zijn bevrijding, maar likte ook zijn wonden. Levens waren vernietigd, families uiteengereten en steden onherstelbaar verminkt. In november 1946 bracht Francis Poulenc samen met Pierre Bernac zijn lied Le disparu in première, geschreven op een gedicht van Robert Desnos. Dit werk is nauw verbonden met de Tweede Wereldoorlog.

20

Le disparu Je n’aime plus la rue Saint-Martin Depuis qu’André Platard l’a quittée. Je n’aime plus la rue Saint-Martin, Je n’aime rien, pas même le vin. Je n’aime plus la rue Saint-Martin Depuis qu’André Platard l’a quittée. C’est mon ami, c’est mon copain. Nous partagions la chambre et le pain. Je n’aime plus la rue Saint-Martin. C’est mon ami, c’est mon copain. Il a disparu un matin, Ils l’ont emmené, on ne sait plus rien. On ne l’a plus revu dans la rue Saint-Martin. Pas la peine d’implorer les saints, Saints Merri, Jacques, Gervais et Martin, Pas même Valérien qui se cache sur la colline. Le temps passe, on ne sait rien. André Platard a quitté la rue Saint-Martin.


2015, nr. 1

nos: Le disparu In 1924 presenteerde André Breton zijn Manifeste du Surréalisme en legde daarmee de basis voor de surrealistische stroming in de Franse poëzie. Hiertoe behoorden Paul Eluard en Louis Aragon, beiden dichters, die we in het oeuvre van Poulenc tegenkomen. Robert Desnos (1900-1945) sloot zich ook hierbij aan. Hij schreef prachtige surrealistische poëzie, maar wendde zich in 1930 hiervan af en dichtte toen in eenvoudige bewoordingen over het dagelijkse leven. In de oorlog beschreef hij de actualiteit, dichtte over de vrijheid, schreef in illegale bladen en werd net als Aragon een stem van het verzet. Hij sloot zich actief aan bij La Résistance en werd op de ochtend van 22 februari 1944 gearresteerd door de Gestapo. Via Franse doorgangskampen kwam hij in concentratiekamp Auschwitz terecht en na enkele overplaatsingen in Theresienstadt. Op 3 mei 1945 werd dit kamp bevrijd door Russen en Tsjechen. Robert Desnos was zo uitgeput en uitgehongerd, dat hij niet verplaatst kon worden en ter plekke verpleegd werd. Op 8 juni stierf hij aan de tyfus, wrang genoeg in vrijheid, maar duidelijk als een slachtoffer van de oorlog. Voor het lied Le disparu nam Poulenc een tekst uit de bundel État de Veille, gepubliceerd in 1943. Desnos schreef dit gedicht een jaar eerder en gaf het zelf de titel Couplets de la rue Saint-Martin. In alledaags taalgebruik, maar met verhullende woorden, vertelt Desnos over de arrestatie van André Platard, een dramatische werkelijkheid in Parijs tijdens de Duitse bezetting. De vorm van het gedicht doet sterk denken aan het rondeel met zijn beperkte rijmklanken en herhaalde regels. Deze vorm werd al gebruikt door Charles d'Orléans en Francois Villon.

Het gebruik van juist deze oude Franse dichtvorm kun je zien als een daad van verzet. Le bal musette De eerste helft van het gedicht wordt gedomineerd door de zin Je n'aime plus la rue Saint-Martin. Met deze viermaal herhaalde ontkenning laat Desnos eigenlijk het omgekeerde horen, namelijk hoe mooi het leven was in de rue Saint-Martin: er was een vriend, ze deelden een kamer, aten samen en dronken wijn, kortom Parijs op z'n best. Poulenc laat dat duidelijk horen in de muziek met een vrolijke wals. De driekwartsmaat, de grote septiemen, de herhaalde akkoorden, de simpele melodie en een ordinair basje roepen de Valse-Musette op, die een groepje muzikanten op een Parijse straathoek speelt. In het tweede couplet klinkt de musette minder overtuigend. De ordinaire bas ontbreekt, de herhaalde akkoorden stokken soms en de vrolijk dissonerende grote septiem hoor je minder. Bij de regels 7 en 8 gaat de melodie een andere kant uit en krijgt na een voortdurend p of pp bij le copain een mƒ. Hierna klinkt regel 9 weer heel zachtjes met een hoog liggende begeleiding als een verre herinnering aan het zorgeloze leven in de rue Saint-Martin. La volée des cloches In het derde couplet wordt verteld, dat André Platard niet vrijwillig zijn woning heeft verlaten. Op een ochtend is hij verdwenen, ze hebben hem meegenomen en men heeft hem niet meer teruggezien in zijn straat. Hoe vlug en overwacht het gebeurd is, blijkt uit de korte lengte van regel 11 en uit de versnelling in het ritme door de vele eenlettergrepige woorden. In klank zijn de woorden disparu un matin vrijwel gelijk aan plus la rue Saint-Martin.

21


de Liedvriend

22

Als je niet goed oplet, mis je wat er gezegd wordt en wat er gebeurd is. Poulenc markeert de scheiding tussen het tweede en derde couplet met een fermate boven de maatstreep. De muziek klinkt daarna direct anders dan de musette uit het begin. De zangstem start met een stijgende grote secunde, de begeleiding heeft rechts een geaccentueerde dalende kleine secunde en de grote septiem is een kleine septiem geworden. Het derde couplet gaat Herdenkingsmonument op de Mont Valérien met het dubbelkruis, het van mƒ naar ƒƒ en krijgt een versnelling, zoals die ook in de tekst plaats vindt. De de subtiele, maar gruwelijke verwijzing in boosheid over het gebeuren is goed te horen. regel 16. Ontroerend is het molto diminuendo bij dans Le mont Valérien la rue Saint-Martin (regel 13). Even komt de mooie herinnering weer terug en precies in Robert Desnos noemt in regel 16 Valérien, de maat hiervoor schrijft Poulenc een akeen naam die niet verbonden is aan een kerk koord met een grote septiem erin. in Parijs. Met de toevoeging qui se cache sur la colline verwijst hij naar Mont Valérien, Wie gewandeld heeft in de buurt van de rue een heuvel aan de westkant van Parijs in de Saint-Martin, zal de namen kennen van de gemeeente Suresnes. Vanaf de middeleeuheiligen uit regel 15. Desnos verwijst hiermee wen stond hier al een kapel en in de 17e naar de kerken in en dichtbij deze straat in eeuw besloot een Franse predikant er een het hart van Parijs. Van de kerk Saint-Jacquesheilige berg van te maken met een calvade-la-Boucherie bestaat echter alleen nog de rie op de top. Hij kreeg toestemming van Tour Saint-Jacques, een trots overblijfsel van Richelieu om een kruisweg aan te leggen met de flamboyant-gotische kerk, die in 1797 in vijftien kapellen en negen staties. Er werd een de nasleep van de Franse revolutie werd afgeprachtig ontwerp gemaakt, maar uiteindelijk broken. De kerk van Saint-Martin hoorde bij werden slechts vijf kapellen gebouwd. Nadat een oude abdij, die in 1790 werd opgeheven. Lodewijk XIII en zijn vrouw een pelgrimsDe kloosterkerk werd uiteindelijk een mutocht hadden gemaakt naar Mont Valérien, seum. Desnos schildert met deze namen een werd het een populaire plek van openbare oude Parijse buurt met kerken als vertrouwde boetedoening voor de aristocratie. Vooral bakens. In de begeleiding hoor je de klokken in de passietijd geselde men zich tijdens de luiden, zoals Poulenc schrijft in zijn onvoltocht met touwen, droeg houten kruisen prezen Journal de mes Mélodies. Hij heeft op de rug of kroop op knieën naar boven. dit lied een overanderlijk ritme meegegeven, Met de vermogende gelovigen kwamen ook dat door drie kleuren gaat: le bal musette, la gebedsgenezers, onheilsprofeten, bandieten, volée de cloches, la marche funèbre. Met de bedelaars en dames van lichte zeden mee. musette riep Poulenc het Parijse straatbeeld Aan het eind van de 17e eeuw had de heuvel op in de eerste twee coupletten. Bij de regels zo'n slechte reputatie, dat de aartsbisschop 10 tot en met 15 laat hij de kerkklokken van Parijs in de passietijd de kapellen op slot steeds luider klinken. Aanvankelijk in de rechdeed. In de 18e eeuw beheerden kloosterlinterhand van de piano, daarna ook links en in gen de hoofdgebouwen en de tuinen, die een regel 15 in de zangstem. Regel 16 is opeens mooi uitzicht boden op Parijs. De kapellen zachter en na een generale pauze van een werden tijdens de Franse revolutie geplunmaat krijgen de twee slotregels het karakter derd en raakten in verval. Onder de regering van een treurmars. Deze wending past bij van koning Louis Philippe (1830-1848) wer-


2015, nr. 1

Het akkoord in de begeleiding is gelijk aan de opening van het lied: A-groot met een grote septiem. Maar de vrolijke musette is niet meer te horen. De herhaalde akkoorden zijn dunner en komen tot stilstand. De zangstem blijft hangen op de gis en reciteert even later op een lage cis. Erg mooi is de akkoordopeenvolging, waarbij de kwint cis-gis daalt naar c-g. De dalende halve secunde is kenmerkend voor de laatste bladzijde symbool van de Vrije Fransen en overgenomen door het verzet tijdens WO II. van dit lied en bepaalt het droevige den de religieuze bouwwerken met de grond karakter. Poulenc laat de naam André Platard gelijk gemaakt en werd er een grote kazerne dramatisch klinken met een grote uithaal van gebouwd: Fort du Mont-Valérien. Tijdens de anderhalf octaaf en een onverwacht mƒ. Bij Tweede Wereldoorlog gebruikten de Duitsers quitté la rue heeft de zangstem twee keer dit fort als gevangenis, vooral voor mensen een dalende kleine secunde. De piano zet de uit het Parijse verzet. Meer dan 1000 Fransen dalende chromatiek voort, ook in het naspel, zijn hier gefusilleerd. Er zit nu een msuem in en sluit af in a-klein. gewijd aan la Résistance. Van een plaats van Eerbetoon en aanklacht religieuze verering is het een oorlogsmonument geworden. Het gedicht en het lied zijn allebei een eerbetoon aan het Franse verzet, maar het is Met het noemen van Valérien maakt Desnos natuurlijk een groot verschil, dat de tekst duidelijk, wat er gebeurd is met André Platijdens de Duitse bezetting is geschreven en tard. De Ils uit regel 12 zijn de Duitsers, die de muziek daarna. Poulenc schreef hiermee hem op een ochtend hebben opgepakt net ook een eerbetoon aan Robert Desnos, van als Desnos is overkomen in februari 1944. wie hij in 1956 nog het Dernier poème op Platard is gevangen gezet op Mont Valérien muziek heeft gezet. Het gedicht vertelt niet en daar geëxecuteerd. Zijn naam komt echter rechtstreeks wat er gebeurd is met André niet voor in de lange lijst van personen, die Platard, maar suggereert genoeg. Poulenc daar gefusilleerd zijn. Vermoedelijk is hij een heeft die suggesties in muziek omgezet met fictief personage, maar bij de grote razzia's in een musette voor het zorgeloze Parijs, met 1942 zullen zeker vrienden van Desnos zijn de kerkklokken van de oude buurt en met de opgepakt. In dat jaar sloot hij zich aan bij de treurmars tot slot. Hij gaf het lied als titel Le verzetsgroep Agir. Regel 16 springt eruit door disparu en legt daarmee de nadruk op de de eindklank -ine. Vrijwel alle regels rijmen persoonlijke tragiek. Het arpeggio bij André op -in. De enige andere afwijking is in regel 2 in regel 6, het eerste crescendo bij c'est mon en 6 met het woord quittée. Desnos legt hiercopain, het ƒƒ bij regel 13 en de smartelijke mee een verbinding tussen het vertrek en de uithaal bij het begin van regel 18 versterken beruchte heuvel en verklaart zo de tragische allemaal het menselijke leed. Maar Poulenc verdwijning. wilde geen sentimenteel lied schrijven. Op de plaatsen, waar men geneigd zou zijn te La marche funèbre vertragen, staat expliciet Sans ralentir. De Poulenc was zich bewust van de betekenis muziek heeft een krachtig karakter, zelfs van Valérien en componeerde een treurmars opstandig in het middendeel. Daardoor is dit voor de twee slotregels van het gedicht. Na lied ook een aanklacht tegen de oorlog. een maat onheilspellende stilte keert Poulenc Zeventig jaar later heeft het helaas nog niets bij regel 17 terug naar de rue Saint-Martin. aan actualiteit ingeboet.

23


Seizoen 2015/2016 Boek nu een voordelig abonnement

DE NACHTEGALEN Drie van ’s werelds grootste liedzangers in de Doelen

DI 29 SEPTEMBER 2015

DI 7 JUNI 2016

MAGDALENA KOŽENÁ

ANNE SOFIE VON OTTER

en Mitsuko Uchida Schumann, Dvorák en Wolf

DI 12 APRIL 2016

en Kristian Bezuidenhout Haydn, Mozart, Schubert en Beethoven

THOMAS HAMPSON

en Amsterdam Sinfonietta, Schubert, Brahms, Wolf en Barber

Nu in abonnement te koop, van € 59 tot € 82 www.dedoelen.nl/nachtegalen Vraag onze jubileumbrochure aan via 010 2171717 | www.dedoelen.nl

DOE_Advertentie_Liedvriend_128x190_def.indd 1

31-03-15 10:31


2015, nr. 1

Ongehoord Henriette Posthuma de Boer

Schubert - Songs Ian Bostridge tenor Julius Drake piano WHLive0067

Met dank aan Harmonia Mundi en Klassiekshop.nl

Dit keer zijn het de Britse vocalisten die in deze rubriek in de schijnwerpers staan. Omdat het zo prijzenswaardig is dat in het Verenigd Koninkrijk (samen)zang nog altijd op de scholen wordt beoefend – wat zijn vruchten afwerpt – en omdat ik zo van Engelse stemmen houd. Ook van die typisch Engelse tenor van Ian Bostridge, al is het meer zijn intelligente, doorleefde voordracht dan het soms wat metalige timbre dat mij boeit en soms ontroert in deze live-opname van een recital dat hij op 13 september 2013 in Wigmore Hall gaf, met de als immer grandioos spelende Julius Drake. Op het programma 16 losse Schubertliederen, waarvan vijf op teksten van Mayrhofer, de dichter die de componist inspireerde tot maar liefst 47 wonderschone liederen als Auf der Donau, Nachtstück, Abendstern en het aangrijpende Lied eines Schiffers an die Dioskuren. Een minder bekend lied als Viola, op een lang gedicht van Franz von Schober, zouden weinig andere zangers op hun repertoire nemen, maar het biedt Bostridge alle gelegenheid declamatorisch flink uit te pakken. Het recital wordt besloten met als toegift twee versies van An den Mond, D259 uit 1815, gevolgd door D295 vermoedelijk uit 1816.

25


de Liedvriend

Awake, sweet love Michael Chance countertenor, Rufus M端ller tenor, Christopher Wilson luit, Nigel North theorbe, Richard Boothby viola da gamba, Maggie Cole harpsichord

Ralph Vaughan Williams, Jonathan Dove, Peter Warlock Mark Padmore tenor, Nicholas Daniel hobo, Britten Sinfonia HMU 807566

Brilliant Classics 92137

26

Een dubbel-cd, met op de eerste cd 21 liederen uit John Dowlands First Book of Songs. Solozang met begeleiding van luit (en viola) was op het vasteland van Europa al populair sinds het begin van de 16e eeuw, maar vond in Engeland pas in 1589 echt ingang. John Dowland zou een van de belangrijkste componisten op dit gebied worden. Zijn overwegend strofische liederen zijn lyrisch en veel minder dramatisch dan die van de andere componist op deze cd, Henry Purcell. Maar heerlijk om te beluisteren zijn ze wel, zeker als ze zo fantastisch gezongen worden als door de Engelse tenor met de weinig Engels klinkende naam, Rufus M端ller. Henry Purcell was ongetwijfeld een van Engelands grootste liedcomponisten, inspirator voor vele generaties na hem. Met iconische liederen als If music be the food of love, Music for a while en Sweeter than roses heeft hij zich onsterfelijk gemaakt. In de Engelse countertenor Michael Chance, met zijn bronzen alt, en virtuoze, liefdevolle vertolkingen, krijgen Purcells juweeltjes de ideale interpreet. "Chance blijft onovertroffen in zijn intelligente interpretatie en superieure vermogen om tot het hart van de Engelse taal door te dringen", schreef The Guardian over de inmiddels 60-jarige zanger.

Een prestigieuze onderneming, de opname van dit door en door Engelse repertoire. Waaraan ontleent een land zijn muzikale identiteit? Waarin onderscheidt de Engelse traditie zich? Het antwoord van Vaughan Williams was: in de volksmuziek. En hoewel Vaughan Williams beschouwd wordt als een van de grote 20e-eeuwse componisten van symfonische muziek, is het lied toch het medium waarin hij het best tot zijn recht komt. Met de vroege cyclus On Wenlock Edge (1909), op zes gedichten van Alfred Housman, voor tenor, piano en strijkkwartet, brak hij definitief door in de Britse muziekwereld. Heel veel later, een jaar voor zijn dood in 1958, schreef hij de Ten Blake Songs, voor de verrassende combinatie tenor en hobo, een schitterend testament, waarin nog altijd de invloed van de Engels volksmuziek herkenbaar is. Beide andere componisten op de bijzondere opname, Vaughan Williams' tijdgenoot Peter Warlock en de eigentijdse Jonathan Dove (geboren in 1959), zijn onmiskenbaar gevormd in de Engelse muzikale traditie. Met zijn intelligente interpretatie en perfecte dictie toont Mark Padmore zich een waardig pleitbezorger van de boeiende muziek van zijn landgenoten.


2015, nr. 1

Fleurs Carolyn Sampson sopraan Joseph Middleton piano

Songs of clarity Klaartje van Veldhoven sopraan Amstel Quartet

Bis-2102

Harmonia Mundi KV 214-2

In de wereld van de oude muziek heeft zij haar naam definitief gevestigd; haar opnames van de Bachcantates werden uitbundig geprezen. En dan opeens is er Fleurs, een programma, waarin een de Engelse sopraan Carolyn Sampson een heel ander aspect van haar niet geringe kunnen laat horen. Het thema 'bloemen' werd bedacht door de pianist die haar terzijde staat, Joseph Middleton. 'Een thema kiezen is een goede manier om uit de enorme hoeveelheid aan mogelijkheden een gerichte keuze te maken en componisten naast elkaar te zetten die zich daar zelf over verbaasd zouden hebben', verklaart ze. Die componisten zijn Purcell, Schumann, Quilter, Britten, Gounod, Fauré, Strauss, Schubert, Poulenc, Hahn, Debussy, Chabrier en Lili Boulanger. Virtuoos en liefdevol bijgestaan door Joseph Middleton zingt ze deze bloemenliederen allemaal even prachtig, met die heldere, natuurlijke sopraan en feilloos stijlgevoel. Aanvankelijk had ze niet alle liederen even lief, bekent ze. 'Het heeft even geduurd voor ik echt van Fauré ging houden. Dat lukte pas echt toen iemand zei dat Fauré me zo goed lag. Dan ga je er toch anders mee om en nu is Les roses d'Ispahan zelfs een van mijn favorieten.'

De enige uitzondering in dit gezelschap van Engelse vocalisten is de Nederlandse sopraan Klaartje van Veldhoven. Maar dan wel, vanwege haar grote liefde voor de Engelse taal, te horen in typisch Engels repertoire. Avontuurlijk als zij in al haar optredens is, laat ze zich hier begeleiden door de vier saxofoons van het Amstel Quartet, instrumenten die in de tijd van Byrd en Purcell nog uitgevonden moesten worden. 'Het is een beetje mijn missie geworden om oude muziek met moderne instrumenten te mengen', onthult ze in een bijgevoegd interview met Peter van der Lint. 'De songs van Byrd zijn een soort drijvende bootjes op roerloos water – van die heerlijk rustige momenten. Het geluid van saxofoons past daar fantastisch bij'. En daar heeft ze gelijk in. Zoals ook haar natuurlijke, heldere, bijna vibratoloze sopraan uitstekend mengt met de warme laagte van de blaasinstrumenten.

27


de Liedvriend

Nieuwe noten op mijn zang Dinant Krouwel, musicoloog en liedbegeleider

W. van Belle: Stationen auf dem Wege zur Freiheit Ascolta - € 21,50

28

In opdracht van de Nederlandse afdeling van het Internationale Bonhoeffer Gesellschaft schreef de Utrechtse organist, pianist en componist Wouter van Belle (*1958) een vierdelige cyclus op teksten van Bonhoeffer. De gedichten, geschreven in augustus 1944, zette Van Belle voor bariton (c'-e"), viool, cello en piano. Ze kunnen ook gezongen worden door een mezzosopraan. De teksten zijn serieus en klinken zwaar, maar bieden net als de Ernste Gesänge van Brahms troost en verlichting. Ze leiden overeenkomstig de titel naar het licht. De muziek, die meestal een tonaal karakter heeft, begint met duistere klusters in de piano. De vioolinzet biedt meteen al uitzicht op het licht door de oplossende grote septiem. Dit verlossende motief is in de hele cyclus aanwezig. De cello voegt zich met een mooie melodie bij viool en piano. De instrumenten hebben een belangrijk aandeel in dit werk. De zangstem is soms declamatorisch en dan weer lyrisch. Het juichende komt mooi tot uitdrukking in het tweede lied net als de verandering in het derde. Het laatste deel Tod is veel harmonieuzer en hiermee leidt Wouter van Belle ons naar de vrijheid. Er zijn nog wel dissonanten te horen door de geraffineerde wijze, waarop majeur- en mineurakkoorden tegelijk klinken. Met korte citaten uit de eerste drie liederen smeedt de componist de cyclus tot een geheel en onderstreept hij de samenhang van de gedichten. Een fascinerend werk voor

deze mooie bezetting en met enig studeren goed uit te voeren. In de fraai verzorgde uitgave staan facsimiles en vertalingen van de gedichten en gegevens over dichter en componist. De prijs is inclusief losse partijen voor viool en cello.

English Songs of the 17th and 18th centuries Peters - € 12,50

Deze bundel bevat 26 liederen voor hoge stem (c'-gis") en piano. De helft is van Purcell met bekende en minder bekende titels. Slechts drie liederen zijn uit de 18e eeuw, gcomponeerd door Arne en Munro. De overige tien zijn geschreven rond 1600 door Campion, Ford, Gibbons, Morley en Rosseter. Dit is een aantrekkelijke bloemlezing van het vroege Engelse lied voor een schappelijke prijs. De muziek is zeer beeldend en niet zo lastig om uit te voeren. De uitgave voor middenstem heeft als omvang bes-ges".

F. Hensel: Frühe Französische Lieder Furore - € 25,70

Fanny Hensel, de getalenteerde zuster van Felix Mendelssohn, schreef op jonge leeftijd 18 liederen op Franse teksten, grotendeels van de toen populaire dichter Jean Pierre Claris de Florian. Gitariste en componiste Ulrike Merk heeft deze werken uitgebracht met begeleiding van gitaar. De oorspronkelijke pianobegeleidingen lenen zich hier prima voor en de gitaar werd destijds veel gebruikt als begeleidingsinstrument. De uitgave is voorzien van een interessante


2015, nr. 1

inleiding en kritisch commentaar, waarin ook de tekst wordt toegelicht en de specifieke wijzigingen voor het gitaararrangement. Verrassend is de Romance de Célestine op de bekende tekst van Plaisir d'amour. Aanstekelijk is de gitaarpartij bij de Spaans klinkende Sérénade de Cortez. Het idioom doet denken aan Mozart en aan de Franse romances. De bevallige melodieën worden goed ondersteund door de begeleiding, die de emoties vooral door chromatische wendingen laat horen. De omvang van de zangstem is g-g".

F. Hensel: Hero und Leander Furore - € 12,85

Op een tekst van haar man Wilhelm Hensel schreef Fanny Hensel de dramatische scène Hero und Leander voor sopraan (b-bes") en piano. Later breidde ze deze uit en orkestreerde ze die. Het is een aangrijpend werk, waarin zangeres en pianist zich kunnen uitleven, vergelijkbaar met Arianna a Naxos van Haydn, maar de compositiestijl lijkt meer op Schubert. De rustige zee, het verlangen van Hero naar Leander, de nacht die valt, het onweer dat komt, wordt allemaal in de muziek tot uitdrukking gebracht. Zeer emotioneel is de finale, waarin Hero ziet hoe Leander verdrinkt. Toch sluit het stuk in majeur af, omdat de geliefden bij elkaar komen, al is dat in de dood. Hero stort zich namelijk aan het eind in zee met de woorden ich komme.

L. Hoiby: Thirteen Songs Schirmer - € 18,70

De Amerikaanse componist Lee Hoiby (19262011) is bekend geworden door zijn opera's en koormuziek, maar dankzij o.a. Leontyne Price ook door zijn liederen. Deze bundel bevat 13 liederen voor hoge stem (c'-bes") op teksten van o.a. Cummings, Carroll, Blake, Yeats en Whitman. De aantrekkelijke pianopartijen klinken vaak impressionistisch en

Bovengenoemd materiaal is verkrijgbaar bij Broekmans & Van Poppel Amsterdam tel. 020 - 6796575 Utrecht tel. 030 - 2343673

soms jazzy. De zangstem heeft lyrische melo-dieën met regelmatig een theatraal gebaar. Geestig is de Tiroler wals aan het eind.

M. Töpel: Die öffentlichen Verleumder Merseburger - € 10,30

Gottfried Keller is een 19e-eeuwse dichter, die schopte tegen maatschappelijke misstanden en graag provoceerde. In 1939 noemt Thomas Mann hem een vooruitziende dichter en citeert daarbij uit het gedicht Die öffentlichen Verleumder. Michael Töpel (*1958) gebruikte dit gedicht voor een aangrijpend Arioso voor bariton en piano, afkomstig uit zijn Friedenskantate. Deze tekst is een aanklacht tegen en een waarschuwing voor het onderschatte gevaar van kwalijke maatschappelijke ontwikkelingen, die tot rampspoed kunnen leiden. Het is een broeierig lied met heftige uitbarstingen en lastig voor de bariton (A-e') en de pianist.

R. Schontal: Seven Songs of Love and Sorrow Furore - € 23,15

Ruth Schonthal (1924-2006) moest als jodin in 1935 het Berlijnse conservatorium verlaten, waar ze op uitzonderlijk jonge leeftijd was aangenomen. Via Zweden en Mexico kon ze na de oorlog verder studeren bij Hindemith in Amerika. In 1977 schreef ze een cyclus op zeven Engelse gedichten van o.a. Dickinson, Browning en Housman voor sopraan (b-bes") en piano. De zangstem laat door een zorgvuldige ritmiek de teksten goed tot hun recht komen zonder dat dit ten koste gaat van de melodie. De pianobegeleiding is zeer harmonisch en geeft op fraaie wijze kleur aan de woorden. De extra accenten, onverwachte dissonanten en tegenmelodieën geven een beeldend karakter aan deze boeiende cyclus.

29


LEZERSAANBIEDING LIEDRECITAL GERGIEV FESTIVAL

Korting op liedrecital Mikhail Petrenko Als lid van de Vrienden van het Lied betaalt u slechts € 20,- i.p.v. € 29,- voor het Rachmaninov recital van de wereldberoemde bas Mikhail Petrenko op zaterdag 12 september om 14.00 uur. Daarnaast krijgt u gratis toegang tot de inleiding door de Vrienden van het Lied om 13.00 uur. Bestellen U kunt bestellen met korting door een mail te sturen naar acties@rpho.nl o.v.v. Actie Petrenko. Geeft u in deze mail aan hoeveel kaarten u wilt bestellen voor de liedrecital en of u ook gebruik wilt maken van de lunch (12,50 euro) Vermeld duidelijk uw naam, adres, postcode, woonplaats en telefoonnummer. Omdat de losse kaartverkoop pas 15 mei start, bewaren we uw bestelling en verwerken deze na 15 mei, u ontvangt dan zowel uw kaarten als de factuur per e-mail.

Een intieme en melancholische middag door één van de grootste Russische zangers van dit moment, Mikhail Petrenko. Piano: Marina Mishuk

GERGIEVFESTIVAL.NL


2015, nr. 1

G. Johnson: Franz Schubert - the complete songs Yale - â‚Ź 225,-

Afgelopen jaar bracht Yale University een driedelige encyclopedie uit over de liederen van Schubert. Aanleiding hiertoe was de complete opname van Schubert-liederen bij Hyperion, waarbij Graham Johnson niet alleen begeleidde, maar ook mooie toelichtingen schreef. De uitgeverij nodigde hem uit om deze teksten uit te breiden voor een uitgave in boekvorm. Wie Graham Johnson in mei 2014 heeft meegemaakt bij de Brahms-masterclass in Rotterdam, kan zich voorstellen dat het geen klein boek is geworden. Uiteindelijk werden het drie kloeke delen met elk meer dan 900 pagina's, fraai ingebonden en samen in een kleurige cassette. Van ieder lied wordt tot zover mogelijk de datering gegeven, de gebruikelijke Deutsch-nummers, een opusnummer en een H-nummer. Deze laatste is chronologisch en gelieerd aan de Hyperion Schubert Song Edition. Vervolgens wordt een incipit gegeven en de tekst met een Engelse vertaling van Richard Wigmore. Dan volgt een uitgebreide beschrijving van het lied met veel achtergrondinformatie en dwarsverbanden. Aan het eind van elke liedbespreking staat een opsomming van de handschriften, de drukken en de opnames, die beperkt zijn tot die van Fischer-Dieskau, Peter Pears en de Hyperion-reeks. De uitleg van de liederen beslaat meestal 1 tot 2 pagina's per lied, maar soms wel 4 of nog meer. Graham Johnson benadert de composities vanuit de muziek en geeft duidelijk de karakteristieken weer en hoe Schubert zich op muzikale wijze uitdrukt. Hij gaat uitgebreid in op typische begrippen in de tekst zoals Irrlicht en betrekt biografische

Bovengenoemd materiaal is verkrijgbaar bij Broekmans & Van Poppel Amsterdam tel. 020 - 6796575 Utrecht tel. 030 - 2343673

en maatschappelijke achtergronden bij de interpretatie. Vaak wijst hij op de invloed van de opera's van Gluck en Mozart en brengt dwarsverbanden aan met componisten als Wagner en Wolf. Hij geeft regelmatig tips voor de muzikale uitvoering en heeft aandacht voor de valkuilen. Hierin is hij duidelijk de bevlogen masterclassdocent. Het boekwerk is opgezet als een alfabetisch lexicon. De liederen zijn op titel gerangschikt, maar die uit de cycli blijven natuurlijk bij elkaar. De dichters worden hier alfabetisch tussen geplaatst, zodat men Heine vindt tussen Das Heimweh en Heiss mich nicht reden. Tussen de liederen staan diverse uiteenlopende artikelen o.a. over Accompaniment, Great Britain and British Literature, Nachlass, Guitar, Strophic Songs en Transcriptions. Aan het eind van het boek bevinden zich verschillende indexen, een chronologisch overzicht van de liederen inclusief biografische infomatie over Schubert, een uitvoerige bibliografie en toelichtingen op de vele vooral 19e-eeuwse illustraties. De hoeveelheid informatie is overweldigend en het boek nodigt uit tot lezen, bladeren en verder lezen. Het Duitstalige Schubert Liedlexikon, geschreven door o.a. DĂźrr en Schweikert, heb ik besproken in Liedvriend 2012 /2. Dit eendelige naslagwerk met iets minder dan 900 pagina's is handig, voor wie snel informatie nodig heeft. Aantrekkelijk aan die uitgave zijn vooral de aparte en adequate besprekingen van de gedichten. Graham Johnson heeft meer woorden nodig voor zijn uitleg en bewandelt menige zijweg, maar geeft uiteindelijk ongelooflijk veel informatie.

31


de Liedvriend

Regio’s en contactpersonen Bestuur Aat Klompenhouwer voorzitter 0180 649314 Dinant Krouwel secretaris 030 2735781 Frans Eggink penningmeester 020 6710146 Eugénie Ditewig 030 2286682 Robert Koch 030 2718142 Lodewijk Meeuwsen 053 4766257 Voorzitter Raad van Advies Maarten Koningsberger 020 6223745 Voorzitter Commissie Concerten Annette Ovink 0541 517516

32

Ledenadministratie / Contributie Annemarie van Otterloo 030 2735781 Ontwerp en redactie Theo Oppewal www.theooppewal.nl Alkmaar Hilda Wouwenaar 072 5126036 Amsterdam Annemart Franken 020 6717500 Arnhem Jan Veldhuizen 026 3518182 Breda Jakobijn Angenent 076 5713678 Ineke Baart 0162 682943 Den Haag René den Hertog 070 2517150 Sonja Muysson 070 7504705 Doorn Jan Hoogstad 0343 414243 Eindhoven Frits Heemskerk 0499 471639 Friesland Yolande Couweleers 058 2991822 Lydia Janssen-de Bode 058 2151841 Marion Schutten 058 2151434 Het Gooi Roderik Blom 06 25528546 Groningen Riekje Bakker 050 5340521 Kees Buiter 050 5349558 Haarlem Guus Brockmeier 023 5292064

‘s-Hertogenbosch Lenny Robben 06 28136611 Leiden Mette-Lise Boumeester 071 5890417 Limburg Paul Janssen/Tilly Draaisma 045 5727307 Nijmegen Bertien Keijser-Huijts 024 3233803 Herman Stekhoven 0487 532151 Rotterdam Gerry Volker-de Visser 010 5917484 Twente Annette Ovink 0541 517516 Dick Buld 053 5382336 Utrecht Robert Koch 030 2718142 Veluwe Cora de Kovel-vd Reepe 0341 253329 Bert de Vries 0577 462805 Wageningen Ali Hendriksen 0318 463060 Marijke Muuse 0317 423356 Zeeland Aat Klompenhouwer 0180 649314 Zutphen Dirck Heijerman 0575 522282 Zwolle Bram & Else Drewes 038 4442712

Voor informatie over de activiteiten in de regio’s kunt u terecht bij de contactpersonen. Zie www.vvhl.nl voor meer contactinformatie.


MUZIEKGEBOUWEINDHOVEN.NL

puur zang WO 23 SEP 2015

Nederlandse Bachvereniging Virtuoze solocantates

ZO 18 OKT 2015

Orkest van de 18e Eeuw Mozart - Le Nozze di Figaro

ZO 25 OKT 2015

Johannette Zomer sopraan & Tulipa Consort werken van Vivaldi

WO 28 OKT 2015

Huelgas Ensemble 500e geboortejaar Cipriano de Rore

WO 02 DEC 2015

The King’s Singers werken van o.a. Morley en Brahms

WO 16 DEC 2015

Tallis Scholars werken van Pärt, Tallis en Sheppard

TICKETS & INFO MUZIEKGEBOUWEINDHOVEN.NL | HEUVELGALERIE 140 | 040.244 2020


Comité van Aanbeveling

H.K.H. Prinses Christina der Nederlanden Elly Ameling zangeres Huub van Dael voorzitter van diverse muziekorganisaties Henk Heuvelmans directeur Gaudeamus Muziekweek, secretaris-generaal ECPNM Rudolf Jansen pianist Ruud van der Meer zanger Jard van Nes zangeres Gabriël Oostvogel directeur de Doelen Wim Scherpenhuijsen Rom oud-voorzitter bestuur Koninklijk Concertgebouworkest Ed Spanjaard dirigent

Ereleden

Thea Ekker-van der Pas Guus Smeets

Vereniging V R I E NDE N VA N HE T L I E D SECRETARIAAT Dinant Krouwel TEL 030 - 2735781

www. vvhl. nl

Wim Sonneveldlaan 203

KVK 40445139

info @vvhl. nl 3584 ZS Utrecht

IBAN NL70 INGB 0000 3263 29


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.