Liedvriend jg. 52 #1 april 2013

Page 1

de

2013

nr. 1

Liedvriend

Elly Ameling 80 jaar

Hugo Wolf

het leven van…

Hugo Wolf Dag fotoverslag

Mallarmé en Ravel Sainte

besprekingen

partituren en cd’s


INTERNATIONAAL VOCALISTEN CONCOURS 's-HERTOgENbOSCH

Wagner Academie 22 – 28 september 2013 • Theater aan de Parade ’s-Hertogenbosch Lezingen, films, presentaties, coachings en openbare masterclasses

Nadine Secunde • Siegfried Jerusalem Eike Wilm Schulte • Ed Spanjaard Klaus Sallmann • Peter Lockwood Laureatenconcerten i.s.m. Internationaal Franz Liszt Pianoconcours 25 mei 2013 • Vredenbug Leeuwenbergh Utrecht • Gulnara Shafigullina, sopraan • Yingdi Sun, piano 28 & 29 Juli 2013 • Peter de Grote Festival Groningen • Gulnara Shafigullina, sopraan • Olga Kozlova, piano 14 augustus 2013 • Grachtenfestival Amsterdam • Gulnara Shafigullina, sopraan • Olga Kozlova, piano 2 november 2013 • Vredenburg Leidsche Rijn Utrecht • Maria Fiselier, mezzosopraan • Masataka Goto, piano

Voorronden 50ste IVC 23 & 24 november 2013 • Conservatorium van Amsterdam

Mahler / Strauss Masterclass & Symposium i.s.m. Gustav Mahler Stichting & Richard-Strauss-Gesellschaft München 6 - 9 maart 2014 • Theater aan de Parade 's-Hertogenbosch Michelle Breedt • Wolfgang Holzmair • David Selig

50ste Internationaal Vocalisten Concours 5 - 14 september 2014 • Theater aan de Parade 's-Hertogenbosch

www.ivc.nu hoofdsponsor


Beste Vrienden! Het was een hectische, maar een heerlijke tijd voor en na de Hugo Wolf Dag. Door mijn gehele huis klonken dagenlang de vertolkingen van de liederen van Wolf. De vele notities, boeken en bladmuziek lagen stapels hoog op de tafel. De telefoon had als ringtoon een melodie van Hugo. We dronken en aten de lievelingsgerechten van Wolf. Radio 4 had het dagelijks over de Hugo Wolf Dag. Mijn vrouw Lenie riep Hugo als ze me nodig had. Maar… het was de moeite waard. Inmiddels is het eerste kwartaal van 2013 voorbij gevlogen. De lente biedt zich schoorvoetend aan. Van de huisconcerten wordt alweer genoten. Als voorzitter zou ik het moeten hebben over de nieuwe ledenwervingsfolder om op jacht te gaan naar nieuwe leden. Dat doe ik niet. Ik hoop hiermee te voorkomen dat het niet serieus wordt genomen. Wat ik wel doe is hard werken met een geweldige groep bestuurs- en commissieleden, contactpersonen en overige medewerkers aan het seizoen 2013. Met nóg meer successen en hoogtepunten op het gebied van het lied. Dan weet ik zeker dat iedereen z’n uiterste best gaat doen om de broodnodige nieuwe leden binnen te halen.

Aat Klompenhouwer bestuursvoorzitter

in dit nummer… Nieuws

3

In memoriam Charles van Tassel

5 Elly Ameling 80 jaar 6 Het leven van Hugo Wolf 12 Hugo Wolf Dag 16 Mallarmé en Ravel: Sainte 22 Ongehoord 28 Nieuwe noten op mijn zang 32

de Liedvriend is een uitgave van de vereniging Vrienden van het Lied jaargang 52 nr. 1, april 2013 ISSN 1384-0215 oplage: 2500 ex. www.vvhl.nl foto omslag: Elly Ameling, zangeres/zangpedagoge foto: Malcolm Crowther, 1989 Elly Ameling vierde in de Spiegelzaal van het Concertgebouw haar tachtigste verjaardag met een cd-presentatie. Zie pagina 6 e.v. en 30.


de Liedvriend

Lid worden? Uit liefde voor de liedkunst en om de negentiende-eeuwse traditie van huisconcerten nieuw leven in te blazen, werd in 1961 de vereniging Vrienden van het Lied opgericht. De leden zijn verspreid over 23 regionale afdelingen en streven naar verbreiding van de liedkunst. Jaarlijks biedt de vereniging ongeveer 70 liederenrecitals aan in grotere woonhuizen of kleinere podia. Niet alleen gerenommeerde liedkunstenaars treden op, maar ook veelbelovende, beginnende talenten krijgen de kans podiumervaring op te doen en een repertoire op te bouwen.

2

Elk jaar organiseert de vereniging bovendien cursussen voor gevorderde amateurzangers onder leiding van ervaren beroepsmusici.

Contributie Voor 2013 bedraagt de contributie € 50 per persoon of € 85 per twee personen (1 adres). Vrienden tot en met 27 jaar betalen € 15 (stuur kopie ID mee). Het lidmaatschap is voor een jaar en wordt zonder opzegging ieder jaar verlengd. Opzeggen kan schriftelijk, minstens een maand voor het verstrijken van het lidmaatschapsjaar, dus uiterlijk per 1 december.

✁ Ja, ik word lid! naam

________________________ naam medelid _________________________________

adres

________________________________________________________________________

postcode ________________________ woonplaats

_________________________________

e-mail

________________________________________________________________________

tel.nr.

________________________________________________________________________

regio waarvan ik lid wil zijn _______________________________________________________ Ik geef me/ons op als lid van de vereniging Vrienden van het Lied en machtig de vereniging om de contributie af te schrijven van mijn bankrekening. Aan het einde van ieder kalenderjaar wordt de contributie afgeschreven voor het volgende contributiejaar. bankrekeningnummer datum

〔 〕〔 〕〔 〕〔 〕〔 〕〔 〕〔 〕〔 〕〔 〕〔 〕

_______________ handtekening __________________________

Verstuur deze aanmelding en u krijgt verdere informatie thuisgestuurd. Vrienden van het Lied - Ledenadministratie, t.a.v. mw. A.M.E. van Otterloo Wim Sonneveldlaan 203, 3584 ZS Utrecht. Of meld je aan via www.vvhl.nl


2013, nr. 1

Nieuws van het bestuur

Nieuwe Vrienden van het Lied-prijs uitgereikt Begin april vond in Enschede weer het Internationale Studenten Lied Duo Concours plaats. Dit jaar is de Vrienden van het Liedprijs uitgereikt aan een duo, dat studeert in Parijs: Marie Perbost (sopraan) en Joséphine Brault (piano). Bij de eerste editie in 2009 werd deze prijs gewonnen door het duo Daniel Hermán Mostert (bariton) en Sofia Vasheruk en in 2011 door de Duitse sopraan Evelyn Ziegler en de pianist Roele Kok. Het winnende duo zal het komend seizoen twee concerten verzorgen voor de Vrienden van het Lied. Hugo Wolf Dag Het bestuur heeft veel complimenten gekregen over de Hugo Wolf Dag in de Doelen op 16 februari en over de Wolfmasterclass de dag ervoor. Op de website (www.vvhl.nl) staan verslagen, recensies en foto’s. In deze Liedvriend staat de lezing, die Meinard Kraak heeft gehouden en ook diverse foto’s. Het waren twee prachtige dagen met eigen solisten, zangstudenten van ArtEZ Zwolle, masterclasses, een open podium, een boeiende voordracht, een gesprek op de Red Sofa, een geweldig slotconcert van de masterclass-solisten en na de avondpauze als afsluiting een indrukwekkend concert door Dietrich Henschel en het Doelenkwartet. Het bestuur is veel dank verschuldigd aan de vele medewerkers, aan de Doelen en aan de leden, die nog een extra donatie hebben gedaan voor deze dag. De ruim 500 bezoekers en hun enthousiaste reacties vormen een goede stimulans om volgend jaar weer een dag te organiseren gewijd aan de liedkunst.

Artistieke Raad De zangpedagoge Maria Acda is met ingang van dit jaar lid van de Raad van Advies voor Artistieke zaken. Zij volgt hierin Frans Fiselier op, die zijn tweede termijn achter de rug heeft. De bariton Maarten Koningsberger zit nu ook in deze raad en heeft de voorzittershamer overgenomen van Irene Maessen. De officiële overdracht vond plaats tijdens de ALV op 20 april. Websiteredactie De afgelopen jaren heeft Theo Oppewal de eindredactie gevoerd over de website. Zijn professionele ervaring en creativiteit heben geresulteerd in een aantrekkelijke en informatieve website. Helaas heeft het bestuur hem toch van deze taak af moeten halen om te bezuinigen. Gelukkig kan Theo wel de eindredactie blijven doen van de Liedvriend. Zijn werk voor de website wordt overgenomen door Tjaard Heikens, die dit als vrijwilligerstaak gaat doen. Dinant Krouwel, die al de meeste teksten aanleverde, zal samen met penningmeester Frans Eggink extra webwerkzaamheden verrichten. Contactadres is nu het secretariaat. Mecenassen en boezemvrienden De afgelopen maanden heeft de vereniging nieuwe mecenassen en boezemvrienden mogen verwelkomen. Zij dragen stevig bij aan een gezonde, financiële basis van de Vrienden van het Lied. Dankzij deze gulle leden zijn er dit jaar meer concerten begroot dan vorig jaar en meer recitals zijn weer goed voor de ledenwerving. Informatie over deze vormen van doneren kunt u vinden op onze site en opvragen bij Frans Eggink.

3


de Liedvriend

Cursus Liedinterpretatie Op zaterdag 25 en zondag 26 mei is de jaarlijkse cursus voor duo’s van gevorderde amateurzangers en hun pianisten op De Ticheler in De Lutte (Twente). De cursus wordt gegeven door bariton Meinard Kraak en pianist Hans Eijsackers. De cursus wordt afgesloten met een openbaar optreden door de deelnemers, gevolgd door een koud buffet. Toehoorders zijn van harte welkom, zowel voor de hele cursus, als voor een dag of dagdeel. De inschrijving voor deelnemers is inmiddels gesloten. De kosten voor toehoorders voor de hele cursus (inclusief koffie/thee en vier maaltijden) bedragen € 113,- voor leden en € 128,voor niet-leden, voor jongeren t/m 27 jaar € 84,- voor leden en € 89, voor niet-leden.

4

Bladmuziek en muziekliteratuur

KLASSIEK POPULAIR ANTIQUARISCH

Minrebroederstraat 24 3512 GT Utrecht 030 -234 36 73 www.broekmans.com

De kosten voor een dag of dagdeel zijn naar rato en zijn exclusief overnachtingskosten. Voor de organisatie is het prettig als de toehoorders zich uiterlijk 20 mei aanmelden. Inlichtingen via Erna Fock (070–3816164 of bcjfock@xs4all.nl) en aanmeldingen via Annette Ovink (ahodovink@a1.nl). De organisatie is mede in handen van Jaap Heins. Meer informatie is te lezen op www.vvhl.nl


2013, nr. 1

In memoriam Charles van Tassel tekst: Marien van Nieukerken, pianist; foto: Chantal Blancher (SDR)

Vanaf 1968 woonde Charles van Tassel in Europa. Eerst in Duitsland, waar hij vele operarollen vertolkte, later in Nederland waar hij in Enschede bij Opera Forum zijn entree maakte. Zijn debuut bij de Nederlandse Opera was in 1982 als Jeletski in Pique Dame. Hij zong in meer dan 100 opera’s. In het oratoriumcircuit was Charles van Tassel (1937-2013) een veelgevraagd solist. Hier trad hij op onder grote dirigenten met onder andere het Koninklijk Concertgebouw Orkest, De Nederlandse Opera, La Petite Bande, Anima Eterna en het Haags Bach Festival. Ook in het Holland Festival was hij vaak te horen. De eigenlijke reden waarom Van Tassel naar de opera ging, was om een betere liedvertolker te worden; het lied was een leidraad door zijn hele carrière. Hij gaf veel recitals met liederen uit het Duitse, Franse, Amerikaanse en Russische repertoire, onder andere met de Winterreise en een Charles Ives-programma in het Concertgebouw en Nederlandse en Amerikaanse componisten in Carnegie Hall. Diverse componisten hebben werken voor hem geschreven. De connectie met de vereniging Vrienden van het Lied was er al vanaf de jaren rond 1977. In het toenmalige Queekhoven werden masterclasses georganiseerd, gegeven door bekende zangers en pianisten zoals onder anderen Bernard Kruisen, Herman Schey, Rudolf Jansen, en Thom Bollen. Vanaf die tijd heb ik met Charles samengewerkt. We gaven voor de Vrienden talloze concerten in vrijwel alle regio’s. Veel nieuwe werken beleefden er hun première. Charles was een belezen en intelligent man en een bescheiden mens. In zijn leven was zingen het grote en allesoverheersende thema. Zijn programma’s waren soms bizar, bijvoorbeeld een programma met afwisselend

5 liederen van Schubert en Eisler. Er zat altijd een diepere betekenis achter deze experimenten. Tijdens zijn optredens probeerde hij altijd door te dringen tot de kern van de muziek en de eigenlijke betekenis van de tekst, met een heilig ontzag voor de partituur. Hij was wars van alles wat met show of sentimentaliteit te maken heeft. Dit wist velen te ontroeren. In augustus 2012 deden we ons laatste concert samen in Bussy, Frankrijk. De sterk verouderde en breekbare man die het podium opging was niet meer de krachtige persoon die ik me van vroeger herinnerde en het was de vraag of hij een heel programma zou kunnen volhouden. Hij heeft het hele programma gezongen met z’n ongelooflijke dictie, schitterend legato en een intense tekstbehandeling; z’n stem had zelfs volop glans. Het ‘to weep there’, de laatste zinnen uit Come away Death van Gerald Finzi was een intense en emotionele afsluiting van een levenlang zingen.


de Liedvriend

6

Elly Ameling met Diny Tecker (links), organisatrice achter de cd-box en het verjaardagsfeest in de Spiegelzaal van het Concertgebouw. Foto: Adriaan de Wit. Foto pagina 8: Tineke de Lange


2013, nr. 1

Elly Ameling tachtig jaar

Peter van der Waal, musicoloog

“Eigenlijk ben ik ongeveer in de wieg begonnen met zingen, want mijn moeder zong altijd wiegenliedjes voor mij en met een jaar of vier word je je een beetje bewust van wat er om je heen gebeurt en toen heb ik heb ik al gezongen met haar. Zij zong dan de tweede stem en zei als trotse moeder: ‘Kind! Jij zingt de eerste stem!’ Ik ben dan ook sopraan geworden, daardoor?”

Elly Ameling werd op 8 februari 1933 in Rotterdam geboren. Haar ouders hadden een juwelierszaak, maar als Elly 15 jaar is, overlijdt haar vader en blijven moeder en dochter alleen achter. Dapper zet haar moeder het bedrijf voort, daarin gesteund door haar dochter. Elly Ameling blijkt al heel vroeg over een mooie stem te beschikken: “Ik wilde graag naar zangles om dat prettige gevoel van zingen te ontwikkelen, maar moeder zei: eerst de hbs afmaken.” Haar eerste zanglessen kreeg Elly Ameling van Jo Bollekamp. Toen zij in 1953 in Rotterdam haar concertdebuut maakte, wist zij niet dat diezelfde avond de watersnoodramp had plaatsgevonden. Dat hoorde ze pas naderhand. Toen zij niet minder dan 43 jaar later afscheid van het

podium nam in 1996, brandde op diezelfde avond het Teatro la Fenice in Venetië af en daarom zeggen haar vrienden wel eens: zij zong van ramp tot ramp. Bij haar staatsexamen zang zat onder andere Jacoba Dresden-Dhont, een beroemd zangpedagoog in die tijd (leerling van Cornelie van Zanten) in de commissie en zei: “Je moet maar veel zingen en weinig lesgeven.” Al spoedig deed Elly Ameling mee aan een aantal concoursen. “Mijn leraren raadden mij aan deel te nemen en, hoewel ik totaal niet geloofde dat ik daar maar het geringste tot stand kon brengen, ben ik toch maar gegaan. Resultaat: eerste prijzen in ’s-Hertogenbosch en Genève, zelfs cum laude.”

7


de Liedvriend

8


2013, nr. 1

Elly Ameling had inmiddels besloten les te nemen bij mevrouw Dresden-Dhont die met haar man, de muziekpedagoog en componist Sem Dresden, in Scheveningen woonde. “En als we dan de techniek gedaan hadden en er nog twintig minuten over waren, dan klopte mevrouw op de deur en zei: ‘Vader, kun je even komen?’ Dan kwam de heer Dresden uit zijn componeerkamer, nam plaats achter de piano en leerde mij alle stijlen in korte maar zeer duidelijke bewoordingen. En als ik dan terug naar huis ging met het treintje vanuit Scheveningen, dan had ik het gevoel dat ik alles aankon en dat was het resultaat van hun in alle opzichten goede les. Wat heb ik toch veel van die mensen geleerd!” “In een later stadium heb ik ook veel opgestoken in de repetities met pianist en koorleider Felix de Nobel (Nederlands Kamerkoor - red.). Ik was al zover dat ik met hem optrad in de Kleine Zaal van het Concertgebouw in Amsterdam. Je leert vooral veel in een samenwerking. Dat gold voor mijn hele loopbaan.” De ster van Elly Ameling begon te rijzen, maar haar grote verantwoordelijkheidsgevoel ten opzichte van de componisten en hun muziek drukte zo zwaar dat ze bij een repetitie ineens niet meer verder kon zingen. Wat nu? Een artsenbezoek leverde niets op. Na overleg met haar toenmalige, uitstekende manager, Meike Schill van het Nederlands Impresariaat besloot zij enige tijd afstand te nemen van het zingen. “Een half jaar lang heb ik in een boekwinkel gestaan, maar ja, dat was het ook niet…“ Gelukkig voor ons kon Elly Ameling het zingen toch niet laten en hervatte zij begin jaren zestig haar concerten die al gauw uitgroeiden tot een grote internationale carrière. “Ik ging toen wel begrijpen dat er met mijn stem en mijn manier van zingen niets mis was, maar dat het probleem tussen de oren zat. Vanaf 1961, toen ik weer begon te

zingen, tot 1996 heb ik immers zonder enig stemprobleem gezongen. En ook nu, als ik objectief opnamen uit die tijd beluister denk ik: waar heb je je toen toch zo druk over gemaakt?” Vooral in de liedkunst maakte Elly Ameling grote furore en wordt ze over de hele wereld beschouwd als een van de grootste liedzangeressen van de twintigste eeuw. “Ik houd van de eenheid van gedicht en muziek. Elk lied is een eigen wereld en ik vind het fascinerend om er samen met mijn begeleider aan te werken en er vorm aan te geven. Daarbij houd ik van de snelle wisseling van karakters en situaties, die je tijdens een liederenrecital op het publiek moet kunnen overdragen. De meeste liederen duren niet langer dan twee tot hooguit zes minuten.” Toch was Elly Ameling niet alleen groot liedzangeres, maar heeft zij in haar lange carrière ook veel oratorium, kamermuziek en symfonische vocale muziek gezongen. De opera sprak haar wat minder aan. “Dat komt waarschijnlijk omdat ik enig kind ben en bij recitals hoef je het podium meestal niet met collega’s delen. Ik wil mijn eigen ding kunnen doen.” Dat wil niet zeggen dat zij niet open stond voor invloeden van buitenaf. “Van dirigenten leerde ik heel veel, want de praktijk is nu eenmaal de beste leerschool.” Zij zong met grote dirigenten als Carlo Maria Giulini, Rafael Kubelik, Bernard Haitink en Benjamin Britten. De dirigent Ernest Ansermet verklaarde na een plaatopname met Elly Ameling aan de pers: “Diese Stimme ist eine Gnade von der die Romantiker gesagt hätten, sie sei göttlichen Ursprungs.” Bovendien had Elly Ameling net als haar grote Nederlandse voorgangster Julia Culp de gave om alle woorden, die zij zong, in beelden op de luisteraar over te brengen. Elly Ameling geeft over de hele wereld nog steeds haar befaamde cursussen voor liedzang.

9


foto: Bas Czerwinski

Bestel op concertgebouw.nl

Kleine Zaal 20.15 uur

Vocaal in de Kleine Zaal Paradijs voor zangers en liefhebbers

di 8 okt Bernarda Fink zingt hemelse Mahler met pianist Anthony Spiri

Zus en broer Christianne en Rick Stotijn in ĂŠĂŠn concert di 29 okt

met o.a. Cabaret Songs van William Bolcom

Kate Royal zingt favoriete liederen van Schubert

di 12 nov

met pianist Malcolm Martineau

Mark Padmore brengt hommage aan Britten

di 26 nov

met o.a. harpiste Lavinia Meijer en pianist Julius Drake

CG_Liedvriend_ad127x190.indd 1

28-03-2013 16:04:01


Hoogtepunten seizoen 2013 / 2014 zo 6 oktober - 14:30

Nieuwe Kerk

Liederen van Strauss, Alma Mahler en Grieg Charlotte Margiono – sopraan Peter Nilsson - piano

zo 20 oktober - 20:15

Dr Anton Philipszaal

Orkest van de 18e eeuw & Cappella Amsterdam Così fan Tutte Een semi concertante versie Frans Bruggen - dirigent Met o.a. Lenneke Ruiten, André Morsch en Ilse Eerens

ma 23 december - 20.15 uur

Dr Anton Philipszaal

Nederlandse Bach Vereniging Het kerstverhaal van Schütz Jos van Veldhoven - dirigent Met o.a. Johannette Zomer

wo 29 november - 20:15

Dr Anton Philipszaal

Lautten Compagney Berlin Rinaldo Wolfgang Katscher - dirigent Met o.a. Olivia Vermeulen

info & tickets www.ldt.nl 070 88 00 333

@TheaterDenHaag aanhetspuiplein


de Liedvriend

Levensloop Hugo Wolf

12

1860 13 maart: Hugo Wolf geboren 1870-’73 moeizame gymnasiumjaren 1875 Conservatorium Wenen; ontmoeting met Wagner 1877 geschorst als leerling; syfilisinfectie 1878 eerste liefde: Vally Franck 1879 samenwonen met Mahler; bezoek bij Brahms; Melanie Köchert 1881 breuk met Vally; dirigent in Salzburg 1882-1883 bezoek Bayreuth; ontmoeting met Liszt 1884 muziekcriticus 1886-1891 veel beroemde composities 1892-1895 geen inspiratie; concertreizen 1894 stormachtige liefdesrelatie met Frieda Zerny 1895 compositie opera Der Corregidor 1896-1897 laatste werken; opname in psychiatrische kliniek 1898 tijdelijk ontslag; reis naar Italië; zelfmoordpoging 1898-1903 verblijf in tweede kliniek 1903 22 februari: dood van Hugo Wolf


2013, nr. 1

de Liedvriend

Het leven van Hugo Wolf

Meinard Kraak

Als Hugo Wolf (1860-1903) een vroegtijdige dood sterft, is hij in de muziekwereld een bekende, zij het controversiële figuur. De eerste volledige biografie over Hugo Wolf verscheen halverwege de jaren vijftig en werd geschreven in het Engels door Frank Walker. Hij heeft de waarheid over het leven van Hugo Wolf kunnen reconstrueren door de nog in leven zijnde nabestaanden en vrienden te ondervragen.

Hugo Wolf (1860-1903) komt daaruit tevoorschijn als een lastig, klein mannetje (hij werd niet groter dan 1,54m), behept met een scherpe tong, een scherpe pen én een enorme grootheidswaan. Daarbij beschikt hij over een vertederende charme, waarmee hij iedereen wist te bekoren. Vanaf zijn 15e woont hij in Wenen op vele adressen; vaak ook als niet betalend logé in luxueuze vakantiehuizen van rijke vrienden, die hem beschermen en materieel ondersteunen, zoals zijn ouders dat ook hun leven lang hebben gedaan. In de laatste jaren van zijn leven was het algemeen bekend dat Hugo Wolf geestelijk gestoord was en verbleef in een psychiatrische kliniek. Over de aard van zijn ziekte was toen nog niets bekend. Toen neurologen inzage kregen

in de medische dossiers van Wolf, bleek dat hij op jonge leeftijd een geslachtsziekte had opgelopen, waarvan de symptomen zijn persoonlijke en creatieve leven zouden bepalen. Ongeveer 10 jaren na de infectie treden er bij Wolf periodes op van extreem manischdepressief gedrag. Hij componeert als een bezetene, in korte erupties, soms meerdere liederen per dag, waarna het weken, maanden en soms jaren kan duren waarin hij geen noot op papier krijgt. Zijn manuscripten, die er prachtig uitzien, zijn als het ware volledig geconcipieerd en zonder vrijwel één verandering genoteerd. In zulke periodes ontstaan de vier liedboeken: Mörike, Goethe, het Spanisches en Italienisches Liederbuch, zijn strijkkwartet en meerdere werken voor koor

13


de Liedvriend

en orkest. En dan, vlak voor zijn geestelijke ineenstorting, lukt hem wat hij zich zijn hele leven heeft gewenst: het schrijven van een opera! In slechts 14 weken is Der Corregidor in klavieruittreksel gereed.

14

Zijn schooljaren Hugo Wolf werd geboren in Windischgraz, dat toen in Oostenrijk lag, maar dat nu tot Slovenië behoort en Slovenj Gradec heet. Zijn vader, die het liefst musicus was geworden en vijf instrumenten bespeelde, dreef met grote tegenzin een bedrijf in lederwaren, net als zijn voorouders. Vader en moeder konden slecht met elkaar overweg en er werd vaak fortissimo ruzie gemaakt. Gelukkig klonk er ook veel muziek en de kleine Hugo kreeg van zijn vader al vroeg piano- en vioolles. De dorpsschool doorliep hij zonder problemen; zijn aanleg voor muziek was meteen duidelijk. Op het gymnasium in Graz, waar hij de grote dichters leerde kennen, hield hij het slechts één semester vol. De kleine Hugo had heimweh. Dan maar naar een kloosterschool, niet ver van zijn ouderlijk huis. Hij werd al gauw populair, omdat hij zo handig was op de piano, waarop hij tot zijn frustratie nog geen octaaf kon omspannen. Zijn favoriete muziek waren potpourri’s uit de opera’s van Bellini, Rossini, Donizetti en Gounod. Zijn karaktertrekken beginnen zich te openbaren: hij is vaak arrogant en vertoont onaangepast gedrag. Na een conflict met de directeur volgt een overstap naar het gymnasium in Marburg. Daar ontdekt hij Mozart, Schubert en Beethoven; hij speelt hun partituren door op de piano; in het schoolorkest speelt hij viool. Medeleerlingen pesten hem om zijn passie voor muziek en ook hier ligt hij constant overhoop met de leraren. De conflicten laaien zo hoog op dat hij via een brief zijn vader meedeelt de school te verlaten en naar huis terug te keren. Toevallig kwam er een tante logeren uit Wenen. Twee van haar dochters studeren op het conservatorium, en zij herkent meteen het muzikale talent van haar neefje. Zij weet de ouders

zover te krijgen dat Hugo met haar mee mag gaan naar Wenen. Zij zal hem opnemen in haar gezin tegen een redelijke vergoeding. De 15-jarige Hugo is verrukt. Hij wordt ingeschreven op het conservatorium als leerling compositie. Gustav Mahler, een paar weken jonger dan Wolf, is een medeleerling. Hugo Wolf brengt een groot pakket eigen composities mee - pianowerken en liederen -, maar het werd hem al gauw duidelijk dat hij helemaal opnieuw moest beginnen. Hier golden andere wetten! Contrapunt en harmonie…! Ondertussen wordt de kleine provinciaal in Wenen opgeslokt door alles wat de stad te bieden heeft. In de familie van zijn tante wordt veel muziek gemaakt en Hugo ontpopt zich als een onverbiddelijk strenge leermeester voor zijn nichtjes die zang en piano studeren. Hij ziet veel voorstellingen in de Weense opera en staat uren in de rij voor een kaartje, c.q. staanplaats. Hij houdt een dagboek bij van alle opera’s en concerten die hij bezoekt, met commentaar. Ontmoetingen met Wagner en Brahms De grootste belevenis in zijn eerste jaar was toch wel de komst van Richard Wagner, die voor jonge mensen een soort cultfiguur was. Tijdens de voorstellingen van Tannhäuser schreeuwt Hugo Wolf na iedere akte zijn keel kapot, zodat de mensen meer in zijn richting kijken dan naar de meester zelf. Kostelijk is zijn brief over de ontmoeting met zijn idool. Deze bewoont met zijn vrouw Cosima plus gevolg zeven kamers in het Imperial Hotel. Hugo houdt buiten de wacht, en als Wagner na een repetitie bij het hotel arriveert springt hij tevoorschijn om de deur te openen. Wagner is geamuseerd. De volgende dag weet Hugo zelfs, geholpen door een bediende, zijn appartementen binnen te dringen. De meester herkent de jongen nog van het malle incident van de vorige dag en nodigt hem uit plaats te nemen in een van de protserig luxe vertrekken. Op zijn vraag of Wagner naar zijn composities zou willen kijken, krijgt hij als antwoord: “Lieve kind, ik kan uw werk niet beoordelen, want ik weet helemaal niets van muziek.” Als Hugo uitlegt dat hij bij het


2013, nr. 1

componeren de klassieken als voorbeeld heeft genomen, antwoordt Wagner: “Juist, natuurlijk, men kan nou eenmaal niet direct origineel zijn. Gaat u nu maar rustig naar huis en de volgende keer dat ik in Wenen ben, speelt u mij uw composities maar eens voor.” De brief aan zijn ouders eindigt met: “Hierauf schied ich tief bewegt und ergriffen vom Meister.” Om wat bij te verdienen geeft Wolf viool- en pianolessen. Met zijn compositieleraar ligt hij voortdurend overhoop. Het wonen in het gezin van zijn tante benauwt hem en hij stapt op, waarna hij van het ene adres naar het andere verhuist met zijn schamele bezittingen. Op het conservatorium gedraagt hij zich weer eens pedant en beklaagt zich over zijn compositieleraar bij de directeur. Deze wijst hem de deur en stuurt hem van school wegens gebrek aan discipline. Nooit heeft hij daarna meer een school bezocht. Een korte tijd is hij met Gustav Mahler bevriend. Beiden zijn Wagneriaan en vegetariër. Een tijdje wonen zij zelfs samen, met nog een andere muziekstudent op één kamer, waar zij beide werken aan een strijkkwartet. Behalve Wagner heeft Johannes Brahms de grootste invloed op de jonge generatie. Veel van zijn werken zijn in Wenen gecomponeerd en daar onder zijn leiding uitgevoerd. Hugo Wolf trekt de stoute schoenen aan en gaat bij Brahms op bezoek, zijn composities onder de arm. Hij is zo dweepziek en onder de indruk, dat hij de deurklink van diens woning met kussen overlaadt. Brahms, die net aan de piano zit, laat hem binnen en bestudeert uitgebreid met hem de muziek. Hij vindt dat er enig talent aanwezig is, wijst hem op tekortkomingen en raadt de jongeman aan lessen in contrapunt te nemen. Wolf is hevig in zijn trots gekwetst en geërgerd door deze Nord-Deutsche pedanterie en het komt nooit meer goed tussen die twee. In zijn conservatoriumtijd raakt hij bevriend met de familie Von Goldschmidt; de vader was een rijke bankier. In hun grote woning aan de Opernring waren vele kunstenaars

kind aan huis en Hugo vond bij de Goldschmidts een cultureel klimaat en menselijke warmte. Dit ging zelfs zo ver dat Adalbert, een van de zes zonen, een echte playboy, twaalf jaar ouder dan hijzelf, hem meeneemt naar een bordeel. Daar speelt een klein strijkje en Hugo wordt overgehaald om wat piano te spelen. Hij wordt daarvoor door een van de dames in natura betaald. Al gauw daarna ontdekt Hugo de vroege symptomen van de venerische ziekte, die hem fataal zal worden: huiduitslag en haaruitval. Vanaf dat moment zondert hij zich steeds meer af, hij eet niet meer samen aan één tafel met andere mensen en zorgt ervoor dat hij nooit het bestek beroert dat ook door anderen wordt gebruikt. Er zijn veel getuigenissen overe zijn levenslange fanatieke smetangst. De eerste twee liefdes Als Hugo Wolf 17 jaar is, beweegt hij zich in de hogere kringen. Hij krijgt als pianoleraar bekendheid en bezoekt muziek- en literaire avondjes, waar op amateurniveau gedeclameerd en gezongen wordt. Daar maakt hij kennis met Valentine Franck, Vally genoemd, vier jaar ouder dan hijzelf. Zij is beeldschoon, intelligent, spreekt vier talen vloeiend, houdt van poëzie en… zij is muzikaal onderlegd. Natuurlijk kan zo’n jongedame aan iedere vinger een aanbidder krijgen en dat is ook het geval. Zij heeft haar familie al gechoqueerd door te verklaren dat ze niet van plan is te trouwen, omdat ze zich niet aan één man wil binden. Hugo Wolf, die uit een heel ander milieu komt, gedraagt zich vaak onbehouwen en lomp. Het is verbazingwekkend, dat hun relatie nog drie jaar heeft geduurd. Vally is veel in het buitenland en er ontstaat een levendige correspondentie. Helaas zijn alle brieven later vernietigd en kennen we alleen de getuigenissen van tijdgenoten. Daaruit wordt duidelijk dat Vally zich altijd enigszins neerbuigend en superieur uitliet over haar pianoleraar, de kleine bruinogige Ulf, die haar overstelpte met liefdesverklaringen en door wie zij zich steeds weer liet vertederen. Zij was zijn inspiratie voor de eerste grote lees verder op pagina 19

15


de Liedvriend

Hugo Wolf Dag in de Doelen fotografie: DrĂŠ de Man

De samenwerking tussen de Vrienden van het Lied en de Doelen leidde tot een programma vol mooie momenten. Het evenement leverde de vereniging veel media-aandacht op en vele complimenten om een hele dag te besteden aan liederen van Hugo Wolf.

Masterclass

16

Elly Ameling Rudolf Jansen

Mijke Sekhuis en Shuann Chai tijdens de masterclass


2013, nr. 1

Red Sofa

Interview met Rudolf Jansen, Meinard Kraak en Elly Ameling. Interviewer was Aat Klompenhouwer.

Presentatie ArtEZ

17

ArtEZ Conservatorium Zwolle, studenten zang


de Liedvriend

Open podium

Masterclass slotconcert

18

Abigail Richards en Ambroďż˝ Bajec-Lapajne

Deelnemers van de Hugo Wolf Masterclasses.

v.l.n.r.: Ambroďż˝ Bajec-Lapajne, Wouter Munsterman, Shuann Chai, Mijke Sekhuis, Vesna Dimcevska, Marleen Regterschot en Esther Ree. Op de foto ontbreekt Abigail Richards.


2013, nr. 1

vervolg van pagina 15

liederenstroom, die nog sterk de invloed verraadt van Schumann, ook door de sombere teksten van Heine. Per brief beëindigde Vally hun toch tamelijk turbulente relatie. Hugo is er kapot van en stuurt haar alle dierbare herinneringen, alsmede haar brieven terug; zij doet hetzelfde met zijn brieven aan haar. Beiden hebben ze die verbrand. Omstreeks 1881 werd een dame uit de Weense society zijn pianoleerling: Melanie Köchert, twee jaar ouder dan Wolf. Zij is een moeder van drie kinderen en getrouwd met Heinrich Köchert, een steenrijke juwelier-hofleverancier, die met zijn broer een zaak had in een prachtig oud pand aan de Mehlmarkt. Al gauw werd Hugo Wolf, die ook dol op kinderen was, een graag geziene gast in hun gezin. Tussen Melanie en Hugo ontstond een zielsverwantschap die tot aan zijn dood zou duren. Zij personifieerde voor hem das Glück des Verstehens. Twintig jaar lang bleef zij zijn trouwe vriendin. In talloze brieven en gesprekken vraagt hij haar om raad en Melanies oordeel is voor Wolf beslissend. De vier liedboeken zouden er zonder haar niet geweest zijn; de manuscripten zijn aan haar opgedragen. In hoeverre hun verhouding ook erotisch getint was, is niet duidelijk. Wel weten we dat ze elkaar in het geheim ontmoetten en dat ze per post restante elkaar intieme brieven stuurden onder gefingeerde namen. Beide partijen hebben later hun meer intieme brieven verbrand en vlak na zijn dood heeft Melanie, die hem in de psychiatrische inrichting tot zijn einde drie keer per week bezocht, zijn dagboeken vernietigd. Zij heeft het als haar persoonlijke lotsbestemming beschouwd Hugo Wolf in alle opzichten bij te staan. Dat zij zichzelf daarmee langdurig schade heeft toegebracht, mag blijken uit het feit, dat ze drie jaar na zijn dood een eind aan haar leven maakte door van de vierde verdieping van haar huis te springen. Franz Liszt en de criticus Wolf Als Franz Liszt op tournee Wenen aandoet,

speelt Wolf zijn idool een paar liederen voor. Liszt is enthousiast en kust hem op het voorhoofd. Wel hoopt hij spoedig wat grotere werken te horen. Dat leidt dan weer tot het fiasco van zijn symfonische gedicht Pentheseleia. Hugo Wolf voelt zich volkomen mislukt. Als afleiding nemen goede vrienden hem twee zomers mee naar Bayreuth. Hij geniet: Parsifal betekent voor hem het hoogste en schoonste wat kunst te bieden heeft. Toen Wagner stierf in 1883, weende hij als een kind en bracht de dag door in een boom. Tegelijkertijd met de voorstelling in Bayreuth hield hij zijn eigen privé-Parsifalfestival. Hij verduisterde zijn kamer en zong voor een paar genodigden, gezeten aan de piano van vier uur ‘s middags tot elf uur ‘s avonds synchroon het hele werk mee. Dan krijgt hij op voorspraak van Heinrich Köchert een baan als recensent bij het Wiener Salonblatt. Het weekblad bestaat voor een groot deel uit nieuwtjes over de adel en de hogere kringen en wordt door dit soort mensen ook gerund en gefinancierd. Köchert betaalt, achter zijn rug, het honorarium van Wolf. Iedere zondag moet hij de opera’s en concerten van de afgelopen week daarin bespreken. Hugo Wolf is 24 jaar en heeft geen enkele ervaring op dit gebied, maar wel een goed oor en hij is ontegenzeggelijk een literair talent. Gedurende drie jaar schrijft hij 256 kritieken, veelal hilarische, maar ook belangwekkende artikelen. Met zijn scherpe pen hekelt hij het burgerlijke Weense muziekleven. Bij de abonnees is Der Wilde Wolf vom Salonblatt het gesprek van de week. Speciaal zangers moeten het ontgelden. De Isolde van Lilli Lehmann is teveel een manwijf. De heer Schmitt is ondanks zijn vreselijke stem toch de beste Wagnerzanger. Over een bekende tenor: “Hoe de heer Wachtel zingt? Daarover laat zich moeilijk iets zeggen, omdat hij eigenlijk niet anders gezongen heeft dan een middelmatig stembegaafde kater, die toevallig op zijn staart wordt getrapt.” Hij maakte zich daarmee niet geliefd en kreeg veel vijanden.

19


de Liedvriend

20

Frieda Zerny, de derde grote liefde Ondertussen was hij ook als componist bekend geworden. Zijn nieuwe liederen nam hij graag mee naar een café om ze voor te zingen in zijn vriendenkring, en zodoende af te tasten welke indruk zij maakten. Als hij geschikte zangers vond, begeleidde hij die graag zelf. De meeste zangers waren bang voor hem omdat hij zulke extreem hoge eisen stelde. Nu was er in Berlijn én in Mannheim een Hugo Wolf Verein opgericht, die enkele van zijn grote werken wilden promoten. Vanuit beide steden kwamen uitnodigingen binnen. In Berlijn werd hij in de watten gelegd en omdat hij zich uiterst beminnelijk gedroeg, maakte hij er meteen een paar vrienden. Toch, toen de orkestrepetities eenmaal begonnen waren, kon hij het niet laten om, waar koor en solisten bij waren, met de dirigent vreselijk in de clinch te gaan over het tempo. Ook na het concert, dat geslaagd genoemd kon worden, misdroeg hij zich door tijdens het diner na afloop plotseling weg te lopen om een frisse neus te halen. Toch jubelde hij in zijn talrijke brieven over het eclatante succes! Op reis naar Mannheim deed hij eerst Darmstadt aan. Daar leerde hij een zangeres kennen die volledig beantwoordde aan zijn ideaal. Zoiets moet je beleven, het laat zich niet beschrijven, schreef hij over haar, bovendien is zij jong en mooi, en ik ben bang dat ik de domheid bega, op haar verliefd te worden. Deze woorden schreef hij over Frieda Zerny, een jonge mezzosopraan van de opera in Mainz. Hugo Wolf stelt zich tegelijkertijd afwerend en hoopvol tegenover haar op. Samen reizen zij naar Stuttgart en repeteren met een bariton voor een volledige Wolf-avond. Frieda is zo onder de indruk van zijn werk en waarschijnlijk ook van zijn persoon, dat ze overweegt haar baan als operazangeres op te geven om op de concertpodia uitsluitend voor haar vriend en meester te werken. Hij wordt onsterfelijk verliefd op haar. En ja, ook hij wil dat zij haar carrière opgeeft en met hem naar Amerika vertrekt om daar alleen zíjn liederen te zingen; hij begint – typisch Wolf – al Engels te leren…

Maar hoe is dat te rijmen met zijn relatie tot Melanie Köchert die – zo misschien niet zijn minnares – dan toch op z’n minst zijn muze is? De gebeurtenissen nemen hun pikante loop. Als hij na twee maanden van afwezigheid per nachttrein terugkeert in Wenen, staat het echtpaar Köchert in alle vroegte op het perron op hem te wachten. Zijn huishoudster had hen op de hoogte gebracht. Ze nemen hem mee naar huis en in haar boudoir, alleen met Wolf, maakt Frau Köchert een vreselijke scène, compleet met tranen en verwijten. Deze paar maanden in 1894 moeten worden opgevat als Wolfs enige complete liefdesvervulling. De nagelaten brieven laten er geen twijfel over bestaan, dat de onstuimige affaire met Frieda absoluut erotisch was, maar dat deze momenten hem tevens in een miserabele crisis brachten. Zijn prachtige brieven aan haar zijn uitgegeven, die van haar aan hem zijn verdwenen. De liefdesvlam doofde echter al gauw. Het schijnt dat Wolf zich stap voor stap van Frieda verwijderde. Volgens tijdgenoten vond hij haar egoïstisch en voelde hij het als een opluchting dat zij het was die nog datzelfde jaar de intieme relatie beëindigde. Hun vriendschap bleef echter bestaan, getuige een gedicht dat zij na zijn dood over hem heeft geschreven. Scheppingsdrift en ineenstorting Als we de creatieve periodes in het leven van Hugo Wolf bij elkaar optellen, komen we op slechts 10 jaren van scheppende arbeid. De zes meest productieve jaren beginnen nu. Het is 1886. De componist heeft zijn persoonlijke signatuur gevonden en is niet te stuiten. De grote liedcycli, het beroemde strijkkwartet, toneelmuziek en enkele grote werken voor koor en orkest. Als eind 1891 de eerste helft van het Italienisches Liederbuch af is, legt hij zijn pen neer en begint de langste periode van onvruchtbaarheid. Hij verwaarloost zich en leidt het leven van een bohemien: slaapgebrek, drankmisbruik en sigaretten. Plotseling komt vier jaar later de inspiratie terug en zet hij in een vulkanische scheppingsdrang binnen negen maanden nog 24 liederen van het Italienisches Liederbuch en last but not least zijn opera Der Corregidor


2013, nr. 1

op papier. Een werk dat nooit een repertoireopera zou worden, hoezeer sommige dirigenten zich daar ook voor hebben ingezet. Onder veel schermutselingen komt er een eerste voorstelling in Mannheim tot stand. Het heeft succes en er volgen opvoeringen in Straatsburg, Praag en Graz en uiteindelijk München. Maar in die periode vertoeft Hugo Wolf reeds in zijn Umnachtung. In het najaar van 1897 bevindt Hugo Wolf zich op de rand van zijn geestelijke ineenstorting. Niettemin werkt hij nog ijverig aan zijn tweede opera Manuel Venegas en in zijn grootheidswaan al aan twee volgende grote opera’s. Van de liederen op teksten van Michelangelo, waarvan hij er zes wilde componeren, heeft hij er drie kunnen voltooien. Het werd zijn zwanenzang. Gustav Mahler, pas benoemd als artistiek directeur van de Weense Opera, heeft zich gunstig uitgelaten over Der Corregidor en nodigt hem uit voor een onderhoud. Hij probeert Wolf zo tactvol mogelijk duidelijk te maken, dat er voorlopig geen sprake kan zijn van een opvoering, omdat eerst nog andere werken moeten worden uitgevoerd. Wolf ontploft en stormt woedend en onder veel kabaal het gebouw uit. Kort daarop verklaart hij tijdens een uitgebreid middagmaal met vrienden, dat hij zojuist directeur is geworden van de Hofoper en dat hij Kapelmeister Mahler de deur heeft gewezen. Na een aantal andere incidenten besluiten zijn Weense vrienden hem te laten opnemen. Er worden financiële bronnen aangeboord om er voor te zorgen dat hij de beste behandeling krijgt. Zelfs de stad Wenen, die zich nooit iets van hem had aangetrokken, bood hulp. In de kliniek volgen enkele maanden van volledige afzondering waarin hij lichamelijk weer wat op krachten kwam. Zo zelfs dat hij weer aan zijn muziek kan werken. Als een soort experiment wordt hij zelfs tijdelijk ontslagen en mag hij de kliniek verlaten. Met zijn zuster en Melanie Köchert maakt hij een kleine reis naar de Adriatische kust waar hij in Triëst voor het eerst in zijn leven de zee ziet. Op reis is Wolf depressief en de vele vrienden, die hij ziet,

zijn niet in staat hem op te monteren. Na een nieuwe terugval en een zelfmoordpoging in de Traunsee wordt hij opgenomen in een andere inrichting. Ook hier is de verzorging eerste klas; de keizer zelf verleende hem een inkomen en er werd een piano in zijn kamer geplaatst. Ruim vier jaar lang heeft hij daar moeten doorbrengen in afwisselende stadia van verlammingsverschijnselen, spraakstoornissen en psychotische aanvallen, afgewisseld met momenten van helderheid, waarin hij zelfs brieven kon schrijven en met zijn bezoek kon praten. Vanaf begin 1903 vegeteerde hij alleen nog maar. Begin februari liep hij een hevige kou op die een longontsteking tot gevolg had. Melanie Köchert en twee andere vrienden brachten dagen door aan zijn bed, maar waren er niet bij toen hij op 22 februari stierf in de armen van een bewaker. Tegen zijn wens in om begraven te worden op het rustige kerkhof in zijn geliefde Perchtoldsdorf, besloot men een eregraf voor hem op te richten op het Zentral Friedhof, niet ver van die van Beethoven en Schubert. In de Votivkirche vond een eredienst plaats, waar een koor werken van hem zong en blazers een adagio van Bruckner speelden. Aan het open graf klonk tenslotte een van zijn meest ontroerende liederen: Zur Ruh, zur Ruh, ihr müden Glieder.

Geraadpleegde literatuur - Ernest Newman, Frank Walker, Erik Werba, Andreas Dorschel, Kurt Honolka, Dietrich Fischer-Dieskau; Hugo Wolf - Frederic Morton, A nervous splendor, Wenen 1888/1889 - Hugo Wolf, Briefe an Frieda Zerny - Hugo Wolf, Letters to Melanie Köchert - Hugo Wolf, Musikkritiken Salonblatt Dit artikel werd als causerie gebracht tijdens de Hugo Wolf Dag in de Doelen in Rotterdam op 16 februari 2013.

21


de Liedvriend

Mallarmé en Ravel: Sainte Dinant Krouwel

Door zijn medestudenten aan het conservatorium in Parijs werd Ravel gezien als een wat afstandelijke jongeman, die Mallarmé las en Erik Satie bezocht. In 1896 schreef Ravel het lied Sainte. Het is duidelijk een produkt uit zijn studiejaren. Hij liet zich inspireren door een gedicht van Mallarmé en zijn schrijfstijl doet denken aan Satie. Toch vond hij in 1907 dit lied beter dan andere vroege werken en liet het uitgeven bij Durand. Bij Ravel ontbreken de komma’s en de dubbele punt, die Mallarmé in zijn gedicht heeft gebruikt. Voor een beter tekstbegrip zijn die aan de liedtekst toegevoegd.

22

Een muzikaal en religieus verleden In het eerste couplet toont Mallarmé ons een muzikale wereld, verborgen achter glas. Het is ook een wereld van vroeger, gezien de woorden vieux en jadis en de oude muziekinstrumenten. Bovendien is het een schitterend (étincelant) verleden, waarvan het goud afbladdert (dédore). In de tweede regel verwijst het exotische sandelhout (santal) naar het bijbelverhaal over Koning Salomo. Aan het einde van hoofdstuk 10 van I Koningen komen er boten aan met sandelhout. Van dit kostbare hout maakte Salomo onder andere harpen en luiten voor de zangers. Mallarmé roept in dit couplet een rijk en muzikaal, maar ook vervlogen tijdperk op. De eerste twee strofen zijn qua woordvolgorde en woordkeus elkaars evenbeeld, maar roepen verschillende werelden op. Ravel heeft de gelijkvormigheid (doelbewust?) versterkt door twee kleine tekstwijzigingen. In de originele tekst staat in regel 4 avec in plaats van selon en in regel 8 et in plaats van ou. Met de eerste regel van het tweede couplet voert Mallarmé ons uit de geheime wereld achter glas naar wat zichtbaar is op het glas: een heilige, die op haar beurt een boek laat zien, dat openvalt op het

Sainte A la fenêtre recélant Le santal vieux qui se dédore De la viole étincelant Jadis selon flûte ou mandore, Est la sainte pâle, étalant Le livre vieux qui se déplie Du Magnificat ruisselant Jadis selon vêpre ou complie: A ce vitrage d‘ostensoir Que frôle une harpe par l‘Ange Formée avec son vol du soir Pour la délicate phalange Du doigt, que, sans le vieux santal Ni le vieux livre, elle balance Sur le plumage instrumental, Musicienne du silence. Magnificat. De tekst van deze lofzang komt uit het begin van het Lucas-evangelie. Hierdoor verwijst het tweede couplet naar het


2013, nr. 1

Nieuwe Testament, terwijl het eerste verwijst naar het Oude Testament. Mallarmé versterkt het opene karakter door meer i-klanken te gebruiken en de donkere o-klanken te vermijden. Ook bij Ravel zijn de eerste twee strofen gelijk van opbouw. Met statige akkoorden en een melodie als een oud gezang roept hij direct een kerkelijke sfeer op. De akkoorden, die geen fuctioneel harmonisch verband hebben, worden steeds herhaald. Bij de slotregels 4 en 8 klinken deze een kwart lager. Bij regel 3 zijn ze bescheidener, minder vol. Het is net alsof de viole gedempt klinkt, alsof de muziek ver weg is. In tegenstelling hiermee is regel 7 juist veel voller gezet. Met de geaccentueerde basnoten en het crescendo in de zangstem naar de hoge a laat Ravel het Magnificat in al zijn glorie horen. De parallelle kwarten in de linkerhand lijken op de Organumstijl, die rond 1200 klonk in de Parijse Nôtre Dame. Het opene karakter van het tweede couplet uit zich in de hoger liggende zangstem en de grotere expansie. De lage, doorklinkende basnoot creëert ook meer ruimte. De diepe basnoten worden genoteerd in maten van één tel en geven de structuur weer van het gedicht. Ze klinken steeds voor elk nieuw couplet. De zanglijn begint daarna telkens op de noot, die in de bas klinkt. Het heeft het effect van de organist, die de toon aangeeft voor de gemeente inzet. Opvallend genoeg begint de eerste regel van het tweede couplet als enige regel op de tel en nog wel op de eerste van de maat. Net als Mallarmé met het openingswoord Est brengt Ravel ons hiermee in de zichtbare wereld op het glas. Een monstrans bij zonsondergang In het derde couplet worden plaats en tijd nader gespecificeerd. Het venster van het begin blijkt het glas te zijn van een monstrans (ostensoir). In dit religieuze voorwerp, vaak van goud of zilver, wordt achter glas de hostie zichtbaar uitgestald ter verering en aanbidding. Mallarmé laat dit glas aanraken door een harp, die de engel maakt tijdens zijn avondvlucht. Ik zie hierbij het beeld

van een ondergaande zon (= de engel), die met zijn stralen (= de harp) de monstrans belicht. De rode gloed brengt de heilige, die eerst nog bleek en bloedeloos is, tot leven. De opwinding over deze transformatie uit zich in de versnelling van het spreekritme in regel 10. Ook bij Ravel is deze opwinding te horen. In tegenstelling tot de eerste helft hebben de zangmelodieën in het derde en vierde couplet meer een stijgend karakter. Door de achtstenoten is er meer beweging in de begeleiding en de akkoorden worden gearpeggieerd. Het is duidelijk een illustratie van de harp uit het gedicht. De akkoorden van het begin horen we nog wel, maar ze komen nu niet zo statisch over. Bovendien is er een subtiele wijziging: het derde akkoord heeft in plaats van een klein septiem nu een stralende, grote septiem. Voor de zanginzet van regel 12 keren in de begeleiding de kerkakkoorden terug. Ravel benadrukt deze terugkeer naar de wereld op en achter het glas door de zangmelodie bij selon flûte ou mandore en selon vêpre et complie te herhalen in de pianopartij. Breed uitgesponnen klinkt het delicate vingerkootje (phalange du doigt) in een melodisch akkoord met een grote septiem en een grote drieklank. Mallarmé geeft dit kootje ook extra aandacht als laatste regel van een strofe. Dit brengt mij ertoe de monstrans te zien als een reliekenmonstrans, waarin een relikwie ter verering wordt uitgestald. In dit geval zou het gaan om een vingerkootje van de heilige, die op het glas is afgebeeld. Ooit bracht zij instrumenten tot klinken. Het is prachtig zo welluidend en harmonieus zangstem en piano klinken bij regel 14 en 15. De voortdurende beweging in achtsten, de stralende grote septiemen en de zich vervlechtende melodieën vullen de ruimte met een volmaakte muziek. Hierna komen met dezelfde wending als na soir de beginakkoorden weer terug. Het bijzondere ogenblik, waarin de zonnestralen het glas raakten en muziek tot klinken brachten, is voorbij. Wat rest, is het verleden en de stilte. De paradox van de slotzin krijgt een muzikale evenknie in het onopgeloste slotakkoord.

23


de Liedvriend

24


2013, nr. 1

Sint-Cecilia en glas-in-loodramen Mallarmé schreef Sainte in 1865 als een gelegenheidsgedicht voor de echtgenote van een vriend, die glazenier was. De voornaam van deze dame was Cécile. Op aanraden van Verlaine heeft hij het gedicht na een revisie in 1883 gepubliceerd. De oorspronkelijke titel luidde: Sainte Cécile jouant sur l’aile d’un chérubin. Door de nieuwe titel heeft het gedicht een veel bredere betekenis gekregen. Ravel kende de oorspronkelijke titel niet. Toch wordt het lied in de muziekliteratuur vaak beschreven als een hymne op SintCecilia. Sommigen spreken daarbij over een heiligenbeeld in een nis van hout, anderen over een glas-in-loodraam met vervagende afbeeldingen van instrumenten en van de heilige Cecilia. In de literatuur over Mallarmé wordt ook vaak gesproken over een kerkraam, waarvan het licht verandert door de ondergaande zon. De interpretaties lopen nogal uiteen, maar gaan vaak over tegenstellingen zoals een rijk, geestelijk verleden tegenover de kale, moderne tijd of over de teloorgang van de christelijke cultuur. Ook muziek en literatuur worden tegenover elkaar geplaatst of kunst wordt gezien als een bezweerder van het heilige. Ravel zal zich ongetwijfeld aangetrokken hebben gevoeld tot dit gedicht door de muzikale verwijzingen, maar ook door de verborgen schatten. Wie ooit in zijn woonhuis is geweest in Montfort l’Amaury, weet dat Ravel hield van exotische voorwerpen, gekke doosjes en wonderlijke beeldjes. Hij verraste zijn gasten hier graag mee en kreeg ook vaak bijzondere dingen uit allerlei landen cadeau. De eerste strofe beschrijft een kostbaar houten kistje, waarop ooit in bladgoud instrumenten waren te zien, dat in zijn huis niet zou hebben misstaan. Mallarmé nodigt graag uit tot wijdlopige interpretaties, maar in het lied van Ravel gaat het volgens mij specifiek om een reliekhouder met het vingerkootje van een heilige. Het eerste couplet toont de wereld achter het glas, het tweede de heilige gegraveerd op het glas en het derde de imaginaire harp voor het glas. In het vierde zijn de begrenzingen door glas en tijd opgeheven en komen de

werelden met elkaar in contact. De eerste twee strofen horen door hun opbouw bij elkaar. De twee laatste strofen worden verbonden door de doorlopende zin over de regel wit heen. Ravel geeft ook hier met de diepe basnoot de scheiding van de coupletten weer, maar laat de melodie in de zangstem doorlopen. Het is ongelooflijk knap, hoe Ravel met zijn muziek de tekst tot uitdrukking brengt. De noten moeten het werk doen, want heel nadrukkelijk heeft de pianist de voordrachtsaanwijzing: sans aucune nuance jusqu’à la fin. De eenheid wordt bewaard door de herhaling van de kerkakkoorden. Mallarmé bereikt die door de gelijksoortige rijmklanken -lant, -lange en -lance. Dit lied gaat niet over tegenstellingen, maar over de verbondenheid van verschillende werelden op het moment, dat de ondergaande zon de monstrans belicht. Voor een religieus iemand is het een heilig ogenblik, waarin als in Mondnacht de hemel de aarde kust. Voor een componist als Ravel is het een moment van inspiratie. Of het een handreiking Gods is of een vonk van een muze, we mogen ons gelukkig prijzen dat beide kunstenaars hun werk uiteindelijk toch hebben gepubliceerd.

afb. links: Monstrans op achtlobbige voet waarop kruisiging en zeven heiligen, Michiel Esselbeeck (Amsterdam), 1656, hoogte: 91,5 cm Collectie: Museum Catharijneconvent, Utrecht (foto: Ruben de Heer) De Rooms Katholieke kerk bewaart de geconsacreerde hostie in de monstrans om te vereren en te aanbidden. De afgebeelde monstrans is vervaardigd voor de schuilkerk van Sint-Pancratius te Castricum. De door engelen gedragen hostie wordt geflankeerd door heiligen. De keizerskroon vormt een baldakijn voor Maria met kind. Verder is de monstrans overdekt met reliëfs die scènes uit het Oude en Nieuw Testament, en heiligen voorstellen.

25


VErKOOp VIa WWW.DEDOELEN.NL & 010 217 17 17

zaNGbODEm Naar HEt Hart VaN HEt LIED

za 21 sEptEmbEr 2013

sarah Connolly voert u mee naar Engeland met werken van o.a. Howells en Gurney

zO 1 DECEmbEr 2013

Carte blanche voor pianiste reinild mees, met o.a. maria Fiselier en Ilse Eerens

WWW.DEDOELEN.NL

DO 16 jaNuarI 2014

schuberts Die schöne müllerin door bariton Florian boesch

Thomas Quasthoff © Kasskara

Florian Boesch

Reinild Mees

Sarah Connolly © Peter Warren

4 concerten met topvocalisten in de Doelen in rotterdam. bestel nu een abonnement voor seizoen 2013-2014 en mis geen enkel recital!

za 10 mEI 2014

michael Volle en verteller thomas Quasthoff met Die schöne magelone van brahms

Als sinds de opening in 1966 kent de Doelen een indrukwekkende vocale traditie. Toen Ike & Tina Turner in het voorjaar van 1968 in de Doelen een fascinerende show gaven waren ze helemaal nog niet zo bekend bij een groter, jonger poppubliek. Dat was meer op blanke popmuziek gericht zoals de Rolling Stones.


Vier recitals door internationaal geroemde vocalisten in de concertzaal van Musis Sacrum in Arnhem voor slechts € 80,-! (CJP € 60,-)* dinsdag 8 oktober 2013, 20.15 uur BERNARD LOONEN TENOR KIRSTEN JEURISSEN HOORN MARIA FISELIER MEZZOSOPRAAN ERIKA WAARDENBURG HARP PIERRE MAK BARITON MAARTEN HILLENIUS PIANO ROB MEIJERS COUNTERTENOR

BRITTEN PURCELL/BRITTEN Bernhard Loonen

THE CANTICLES VOLKSLIEDEREN

Entree: € 28,-, CJP € 18,-

woensdag 20 november 2013, 20.15 uur

THOMAS OLIEMANS BARITON DMITRI ALEXEEV PIANO LIEDEREN VAN BRAHMS, MAHLER, MEDTNER EN RACHMANINOV Thomas Oliemans

Entree: € 33,-, CJP € 23,-

vrijdag 7 februari 2014, 20.15 uur

IAN BOSTRIDGE TENOR ELIZABETH KENNY LUIT JOHN DOWLAND

serie vier recitals slechts € 80,-!

SONGS

Entree: € 38,-, CJP € 28,Ian Bostridge

woensdag 26 februari 2014, 20.15 uur

VROUWEN LIEFDE EN LEVEN HELENA RASKER MEZZOSOPRAAN HANS EIJSACKERS PIANO LIEDEREN VAN DEBUSSY, SATIE, SCHUMANN EN WAGEMANS Helena Rasker

Entree: € 28,-, CJP € 18,-

Bestel vanaf 1 mei 2013 kaarten voor deze concerten of de héle serie op www.mssa.nl* * De serieprijs is niet geldig in combinatie met andere kortingen. Op reeds gekochte kaarten wordt geen restitutie verleend.


de Liedvriend

Ongehoord Henriette Posthuma de Boer

Bruno Walter - Lieder Susanne Winter (sopraan), Christian Hilz (bariton), Kati Bouscarrut (piano) Brilliant Classics 9154

28

Met dank aan Harmonia Mundi en Klassiekshop.nl

Een grote verrassing, deze pas in 2009 opgenomen liederenschat van Bruno Walter (1876-1962), een van de grootste dirigenten van de twintigste eeuw. In zijn jonge jaren, zo ongeveer tot zijn 35e jaar, heeft hij zich niet alleen als dirigent maar ook als componist gemanifesteerd. Naast twee symfonieĂŤn, een onvoltooide opera en enkele kamermuziekwerken, schreef hij maar liefst 26 liederen. Op deze cd is voor het eerst het complete liedoeuvre van deze muzikale duizendpoot te horen. Prettig in het gehoor liggende, uitstekend zingbare liederen, waarin hier en daar idioom van grote voorgangers als Schubert, Schumann en tijdgenoten als Mahler in doorklinkt, maar waarin de componist vaker ook een eigen, poĂŤtische klankwereld weet op te roepen. De uitvoerenden kwijten zich kundig en liefdevol van hun taak, hoewel ik het nasale geluid van Christian Hilz maar matig kan waarderen, ondanks zijn gewetensvolle voordracht. Susanne Winter daarentegen sprankelt in dit repertoire, evenals de voortreffelijke Franse Kati Bouscarrut in de vaak heel interessante pianopartijen. Veel van deze liederen zouden vaker op het concertpodium mogen klinken.


2013, nr. 1

Franz Poenitz - Songs and hymns with harp Laura Vinciguerra en Susanna Bertuccioli (harp), Sophie Marilley (mezzosopraan), Claudio Brizi (harmonium)

Franz Schubert - Erlkönig Matthias Goerne (bariton), Andreas Haefliger (piano) Harmonia Mundi HMC 902141

Brilliant Classics 94246

Nog een wereldpremière op cd, deze liederen en werken voor harp van de zeker bij vocalisten relatief onbekende componist/harpist Franz Poenitz (Berlijn, 1850-1912). Poenitz kreeg zijn eerste harplessen toen hij vijf jaar was en gaf al een jaar later in Zweden een aantal succesvolle concerten. Ook met componeren begon hij heel jong. Aanvankelijk schreef hij vooral werken voor harp en harmonium – ook daarop was hij een virtuoos – later componeerde hij twee opera’s en een aantal liederen, waarvan er vier op deze cd te horen zijn: Spukhafte Gavotte, op een tekst van Heinrich Heine, Der Fischer, op Goethes gelijknamige ballade, die tal van componisten heeft geïnspireerd, onder wie Schubert. Het lied Friede in Jesus werd gezongen op Poenitz’ begrafenis, Weihnachtslied, werd pas na zijn dood in manuscript teruggevonden. De Zwitserse mezzosopraan Sophie Marilley vertolkt deze bijzondere liederen met ontroerend inlevingsvermogen, prachtig van stem, helder van dictie, voor zover de duidelijk in een kerk gemaakte opname dat toelaat.

29 “Bewonderenswaardig, de manier waarop Goerne fraseert. Geen stembuiging omwille van het effect, nooit een accent te veel.”, zo werd de Duitse bariton in het Franse muziektijdschrift Diapason bejubeld. En ook op deze cd met negentien geliefde Schubertliederen is Goernes onberispelijke voordracht te bewonderen. Het begint al met het bijna geheel sotto voce gezongen Im Abendrot, even fluweelzacht en met bezonken rust gezongen als het prachtige Nachtviolen, Klage en An den Mond. Goerne is voor mij onovertroffen als het om de lyriek gaat. Wonderlijk genoeg overtuigt hij mij minder in het lied waaraan deze cd zijn naam ontleent: Erlkönig. Hierin gaat hij zo heftig van start dat er geen dramatisch crescendo meer mogelijk is. Maar dat is dan ook de enige smet op deze puntgaaf opgenomen en fraai uitgegeven Schubertcd. Waarbij het aandeel van pianist Andreas Haefliger niet genoeg geprezen kan worden; met zijn poëtische en rijk geschakeerde spel geeft hij de zanger de grootst mogelijke steun.


de Liedvriend

30 Elly Ameling 80 jaar Live concertopnamen Nederlandse Omroep 1967-1990 GW 13001

Op 8 februari van dit jaar vierde onze eigen grande dame van de liedkunst haar tachtigste verjaardag. In de Spiegelzaal van het Concertgebouw werd zij door vrienden en collega’s uit de muziekwereld toegesproken en gelukgewenst. Stralend nam de jarige alle zo verdiende loftuitingen in ontvangst. Een van de vele verjaardagscadeaus was de voor deze gelegenheid uitgebrachte 5cd-box met live concertopnamen van de Nederlandse Omroep, zoals die werden gemaakt in de periode tussen 1967 en 1990. Een absolute must voor iedereen die het lied een warm hart toedraagt – en zijn wij dat niet allemaal? Over de grote kwaliteiten van Elly Ameling valt natuurlijk niet te twisten: alle liggingen bevatten het even prachtige als ontroerende geluid, het ongeëvenaarde stijlgevoel en de perfecte dictie. Wat zij daarmee aan wonderen verricht in liederen van Schubert, Schumann, Brahms en Wolf is genoegzaam bekend, en ook op deze opnamen uitgebreid te horen, maar kennen we Ameling ook in bijvoorbeeld de Sieben frühe Lieder van Alban Berg? In de temperamentvolle liederen van Obradors en Turina? Om nog te zwijgen van een chanson als Joseph Kosma’s Les feuilles mortes, een zeldzame opname uit haar privébezit. En dat allemaal in harmonieuze samenwerking met Rudolf Jansen, onze poëet aan de piano.


2013, nr. 1

Gustav Mahler - Des Knaben Wunderhorn Maarten Koningsberger (bariton), Ed Spanjaard (piano)

Olivier Messiaen - Mélodies Ingrid Kappelle (sopraan), Håkon Austbø (piano)

Quintone Q12001

Brilliant Classics 7448

31 De 24 liederen die Mahler koos uit Des Knaben Wunderhorn, de uitgebreide collectie romantische gedichten zoals die door Achim von Arnim en Clemens Brentano rond 1800 verzameld werden, zijn volgens de toelichting van muziekjournalist Maarten Brandt onder te verdelen in vier categorieën: kindertijd en jeugd, afscheid, natuur, leven en dood. Door Ed Spanjaard en Maarten Koningsberger werden met zorg 17 liederen gekozen waaraan deze thema’s ten grondslag liggen. Met zijn lichte, buigzame bariton, intelligente interpretatie en feilloze dictie weet Koningsberger in al deze categorieën te overtuigen en vaak te ontroeren. De humorische teksten krijgen van hem altijd een ondertoon van bitterheid mee, de soldatekse liederen een ironische heldhaftigheid, natuur en afscheid een nostalgische, poëtische lading. Bijzonder om Ed Spanjaard in zijn hoedanigheid als fantasierijk pianist te kunnen horen. De samenwerking tussen beide musici is meer dan verrassend: zij tonen een even grote affiniteit met Mahlers vocale oeuvre.

Niet nieuw, deze 2cd-box met het complete liedoeuvre van de grote Franse meester, maar niet eerder hier besproken, hoewel zeer de moeite waard. Geen geringe opgave om deze ruim dertig interessante, maar niet altijd even gemakkelijke liederen zo moeiteloos te laten klinken. Dat is Ingrid Kappelle wel toevertrouwd, gepokt en gemazeld als zij is in het eigentijdse repertoire. Net als de voortreffelijke pianist weet zij als weinig anderen raad met het zeer herkenbare idioom van Messiaen. De liederen zijn in chronologische volgorde opgenomen: eerst Trois Mélodies, uit 1930 - de componist was toen 22! – dan die schitterende Vocalise étude, gevolgd door Poèmes pour Mi uit 1936 en de Chants de terre et de ciel. Tenslotte, op cd 2, de indrukwekkende cyclus Harawi, die Messiaen schreef in 1945, kort na de Tweede Wereldoorlog. Kappelle zingt dit moeilijke repertoire met een bewonderenswaardige beheersing en zet alle schakeringen van haar omvangrijke sopraan in om recht te doen aan Messiaens unieke vocale oeuvre.


de Liedvriend

Nieuwe noten op mijn zang Dinant Krouwel, musicoloog en liedbegeleider

D. Argento: Cabaret Songs Boosey & Hawkes - € 16,50

32

De Amerikaanse componist Dominick Argento (*1927) heeft veel vocale muziek geschreven: opera’s, toneelmuziek, koorwerken en liederen. Zijn werk kenmerkt zich door een expressieve en tonale stijl, maar wel met eigentijdse klanken. De cyclus Cabaret Songs bestaat uit zes sololiederen voor middenstem (bes-g”) en piano en een duet. De mooie, musicalachtige melodieën worden gekruid met humor en verdiept met passie. De teksten zijn van hemzelf, allemaal Engelstalig op een Italiaanse na. Het zijn quasi-serieuze liefdesbetuigingen met een overdreven sentimentaliteit. Het optionele duet, waarin de begeleider ook gaat zingen, is een bijzondere combinatie van het vijfde en zesde lied.

S. Barber: 65 Songs Schirmer - € 29,70

Een introductie op Samuel Barber is niet nodig, maar deze bundel verdient wel de aandacht. Wie ooit liederen van Barber heeft gezongen, gebruikte de uitgave Collected Songs met 36 liederen. Deze liederen met opusnummers werden allemaal tijdens zijn leven gepubliceerd. In de nieuwe uitgave zitten 65 liederen. Bij de 29 postume werken zitten onder andere liederen op teksten van Joyce, die genoemd zijn in het artikel over Joyce en Barber in de vorige Liedvriend. Er worden hier 17 liederen voor het eerst gepubliceerd. De meeste hiervan schreef hij op 15- en 16-jarige leeftijd. Achterin de bundel zijn vier handschriften afgebeeld van nog vroegere composities. De uitgave is voorzien van een uitgebreide inleiding en bevat aantekeningen bij elk lied. De ‘nieuwe’ liederen lijken soms onaf door het ontbreken van dynamiektekens en fraseringsbogen. Ze geven een mooi beeld van de ontwikkeling van Barber als liedcomponist en bevatten aantrekkelijk repertoire. De bundel is in twee

liggingen verkrijgbaar: hoog (c’-c’”) en midden/laag (gis-a”).

H. Eisler: Keenen Sechser in der Tasche Deutscher Verlag - € 25,70

Hanns Eisler was een componist met veel gezichten. Hij schreef als leerling van Schönberg twaalftoonsmuziek, maakte in Amerika filmmuziek en componeerde in (Oost-)Berlijn politieke liederen. In deze bundel zijn twintig liederen verzameld, grotendeels van voor de oorlog. Sociale problemen als werkloosheid en voedselschaarste en het nazisme bepalen de teksten. Goed zingbare melodieën met als totale omvang f-g”, maar het meeste c’-e”, zodat iedereen kan meezingen. De ironie en het venijn van de tekst worden vooral in de pianopartijen uitgedrukt. De liederen zijn alle voorzien van een aparte toelichting met informatie over het ontstaan en de politieke achtergrond.

L. Greger: Auf den Schwingen der Nacht Furore - € 19,30

Voor de meeste lezers zal de Noordduitse componiste Luise Greger (1862-1944) een onbekende zijn. Toch heeft ze ruim honderd liederen geschreven en twee opera’s. De uitgeverij Furore, die uitsluitend werk van vrouwelijke componisten uitgeeft, bracht een bundel uit met negen liederen voor bariton (as-ges”, optioneel a”) en piano. Ze zijn geschreven in een laatromantisch idioom, dat soms doet denken aan Brahms en Grieg. De aantrekkelijke pianobegeleidingen zijn zeer beeldend en expressief met mooie, harmonische wendingen. De zangstem is melodisch minder sterk, maar laat de tekst goed uitkomen.

L. Gruenberg: Animals and Insects Universal - € 26,40

Louis Gruenberg (1884-1964) is de derde Amerikaanse componist in deze rubriek. Hij werd geboren in Rusland, groeide op in de


2013, nr. 1

VS en studeerde bij Busoni in Berlijn. In 1912 werd hij benoemd aan het Weense conservatorium, maar was vanaf de jaren ‘20 weer in Amerika en schreef later vooral filmmuziek. Hij startte zijn muziekcarrière als concertpianist en begeleidde Enico Caruso bij diens concerttournee in 1920. Hij dirigeerde in 1923 de Amerikaanse première van Pierrot Lunaire van Schönberg. In de cabareteske cyclus Animals and Insects zijn de pianistische vaardigheden en de Berlijnse studietijd van Gruenberg goed te horen. Deze zeven liederen voor middenstem (a-a”) en piano zijn lastig om uit te voeren, maar zullen hun effect niet missen. In het eerste lied hoor je de leeuw brullen en in het laatste de kraai stotteren en tussendoor velt een muis door lang te knagen een eik.

R. Jaggi: Herbstlich sonnige Tage PAN - € 24,40

Op een prachtige tekst van de romantische dichter Emanuel Geibel schreef de Zwitserse componist Rudolf Jaggi (*1940) een lied voor lage stem (b-es”), klarinet en piano. Vanuit een rustige, beschouwende sfeer met mooie lijnen voor klarinet en zangstem is in het middendeel de passie van de liefde hoorbaar. De begeleiding ondersteunt dit met akkoorden, vooral opgebouwd uit kwarten. Ondanks de vrije tonaliteit ligt dit stuk goed in het gehoor.

L. Samama: Alphons Diepenbrock, componist van het vocale AUP - 321 pp. - € 24,95

Afgelopen najaar werd uitgebreid herdacht, dat 150 jaar eerder Alphons Diepenbrock

Bovengenoemd materiaal is verkrijgbaar bij Broekmans & Van Poppel Amsterdam tel. 020 - 6796575 Utrecht tel. 030 - 2343673

werd geboren. Er werd een prachtige oeuvrecatalogus gelanceerd (zie www.diepenbrockcatalogus.nl) en een uitstekende biografie, geschreven door Leo Samama. Deze musicoloog en componist is zeer goed thuis in de Nederlandse muziek en in de Europese cultuur rond 1900. Na een algemene verkenning volgt een uitgebreid biografisch gedeelte en hierna een gedetailleerde beschrijving van Diepenbrocks composities. Talloze bekende tijdgenoten passeren de revue zoals zijn ooms Lodewijk van Deyssel en Pierre Cuypers, zijn vrienden Herman Gorter en Willem Royaards en internationale vakgenoten als Mahler, Richard Strauss en Schönberg. De problemen van Diepenbrock worden niet geschuwd, zoals de crisis in zijn huwelijk, de onzekerheid bij het componeren en zijn depressies door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. De muziekbesprekingen in dit boek beslaan honderd pagina’s, waarvan veertig gewijd zijn aan Diepenbrocks liedoeuvre. Dankzij zijn scherpe oor en brede referentiekader geeft Samama zeer interessante beschrijvingen van de afzonderlijke liederen. Het aantrekkelijke van dit boek is de combinatie van een uitgebreide levensbeschrijving en een boeiende werkenbespreking. Bovendien is het goed gedocumenteerd en laat het zich prettig lezen. Het boek is stevig ingebonden en voorzien van talloze illustraties en notenvoorbeelden. Ik kan het van harte aanbevelen en hoop dat het een stimulans is om de composities van Diepenbrock en vooral zijn liederen vaker uit te voeren.

33


de Liedvriend

Regio’s en contactpersonen Bestuur Aat Klompenhouwer voorzitter 0180 649314 Dinant Krouwel secretaris 030 2735781 Frans Eggink penningmeester 020 6710146 Marielle van Aggelen 06 53851384 Eugenie Ditewig 030 2286682 Robert Koch 030 2718142 Lodewijk Meeuwsen 053 4766257 Voorzitter Raad van Advies Maarten Koningsberger 020 6223745

34

Voorzitter Commissie Concerten Annette Ovink 0541 517516 Ledenadministratie / Contributie Annemarie van Otterloo 030 2735781 Ontwerp en redactie Theo Oppewal www.theooppewal.nl Alkmaar Jellie Wiersma Amsterdam Annemart Franken Arnhem Jan Veldhuizen Breda Jakobijn Angenent Ineke Baart Den Haag Sonja Muysson Doorn Jan Hoogstad Eindhoven Frits Heemskerk Friesland Yolande Couweleers Het Gooi Roderik Blom Groningen Riekje Bakker Kees Buiter Haarlem Guus Brockmeier ‘s-Hertogenbosch Lenny Robben

0251 653195 020 6717500 026 3518182 076 5713678 0162 682943 070 7504705 0343 414243 0499 471639 058 2991822 06 25528546 050 5340521 050 5349558 023 5292064 06 28136611

Leiden Mette-Lise Boumeester 071 5890417 Limburg Aat Klompenhouwer 0180 649314 Nijmegen Bettien Keijser-Huijts 024 3233803 Herman Stekhoven 0487 532151 Rotterdam Gerry Volker-de Visser 010 5917484 Twente Annette Ovink 0541 517516 Dick Buld 053 5382336 Utrecht Robert Koch 030 2718142 Veluwe Cora de Kovel-vd Reepe 0341 253329 Bert de Vries 0577 462805 WageningenAli Hendriksen 0318 463060 Marijke Muuse 0317 423356 Zeeland Michiel Klarenbeek 0118 638773 Zutphen Dick Heijerman 0575 522282 Zwolle Bram & Else Drewes 038 4442712

Voor informatie over de activiteiten in de regio’s kunt u terecht bij de contactpersonen. Zie www.vvhl.nl voor meer contactinformatie.


advertentie 127-87,5 2013:Layout 3

15-03-2013

11:17

Pagina 1

Adem Stem & Boventonen Leiding: Borg Groeneveld

OPLEIDING TOT STEMDOCENT, ADEM- EN STEMTHERAPEUT EN IMPROVISEREND ZANGER

(gast)docenten: Franz-Peter Menge, Marianne Svasek, Patricia van Binsbergen, Marleen Polfliet zomercursus in Frankrijk

OPEN DAG: 26 mei INTRODUCTIES:

13, 27 en 29 juni MODULE 1 VANAF

28 september Antwerpen 3 oktober Amsterdam

brochure en opleidingsgids: 072 - 5095520 of via www.zangopleiding.nl

28 augustus t/m 3 september 2013

Schubertiade

MUSICO Reizen Willemstraat 29 - 3511 RH Utrecht T: (030) 299 11 05 - F: (030) 293 00 39 E: reizen@musico.nl - I: www.musico.nl

MUSICO Reizen

De Schubertiade van Schwarzenberg in het Oostenrijkse Vorarlberg is al decennia lang hĂŠt festival op het gebied van de kamermuziek. De editie van 2013 biedt optredens van vooraanstaande musici als Ian Bostridge, Andreas Scholl, het Hagen Quartett en celliste Sol Gabetta. Naast de muzikale aspecten van deze reis kunt u genieten van de prachtige omgeving van het Bregenzerwald. Vrienden van het Lied krijgen â‚Ź 50,= korting p.p. op deze reis.

De opera- en concertreizen van MUSICO Reizen kenmerken zich door een uitgebreid keuzeaanbod van muziekvoorstellingen, goede theaterplaatsen, het persoonlijke karakter en aandacht voor details. We verblijven in uitstekende hotels en gebruiken de diners in goede restaurants. Voor MUSICO Reizen is muziek het doel en vakantie het middel.


Koop nu 5 con en ontvangcerten

1g extra croantis cert!

Vocaal Abonnement • abonnement € 119,- (normale prijs € 139,-) • aanvang 20.15 uur / inleiding 19.30 uur • inclusief inleiding, pauzedrankje, garderobe • Bestellen: kassa Vredenburg 030-2314544 VRIJDAG 29 NOVEMBER 2013

VRIJDAG 4 APRIL 2014

De Nederlandse Bachvereniging dirigent Jos van Veldhoven solisten Zsuzsi Tóth, Nicholas Mulroy, Peter Harvey Adventscantates: BACH: Nun komm, der Heiden Heiland BWV 61 & BWV 62. Afgewisseld met werken van PRAETORIUS, MAARTEN LUTHER, BUXTEHUDE en WECKMANN

Radio Filharmonisch Orkest dirigent Jun Märkl soliste Adrianne Pieczonka sopraan LISZT: Prometheus | RICHARD STRAUSS: Ruhe, meine Seele - Morgen - Mein Auge Allerseelen - Cäcilie - Traum durch die Dämmerung - Zueignung | RAVEL: Alborado del gracioso - DEBUSSY: Ibéria uit Images

VRIJDAG 24 JANUARI 2014

VRIJDAG 18 APRIL 2014

Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor Nationaal Kinderkoor dirigent Markus Stenz dirigent kinderkoor Wilma ten Wolde solisten Guillemette Laurens, Sébastien Dutrieux, Benoît de Leersnyder, Arnaud Richard, Monique Krüs, An de Ridder, Élodie Méchain, Donald Litaker HONEGGER: Jeanne d’Arc au Bûcher

Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor dirigent Vasily Petrenko solisten Tatiana Monogarova, Agnes Zwierko, Peter Auty, Nathan Berg DVOŘÁK: Stabat Mater

VRIJDAG 28 FEBRUARI 2014

Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor dirigent Jérémie Rhorer solisten Ruth Ziesak, Gerhild Romberger, Maximilian Schmitt, Johannes Weisser BEETHOVEN: Missa solemnis

www.devrijdagvanvredenburg.nl

extra concert VRIJDAG 6 DECEMBER 2013 JACOBIKERK UTRECHT (geen inleiding)

Groot Omroepkoor dirigent Gijs Leenaars solist Leo van Doeselaar orgel POULENC: Un soir de neige - Quatre petites prières de Saint François d’Assise - Quatre motets pour le temps de Noël | BACH: Pièce d’Orgue BWV572 | MARTIN: Mis voor dubbelkoor WIJZIGINGEN VOORBEHOUDEN


MuziekgebouwEindhoven.nl

Henk Neven & Leden Koninklijk Concertgebouworkest Notturno van Schoeck & Beethoven Strijktrio

ZO 12 MEI | 15.30 UUR

concertseizoen 13/14 ZO 27 OKT ’13

Marco Beasley DI 28 JAN ’14

Nora Fischer ZO 23 MRT ’14

Gulnara Shafigullina & Olga Kozlova DI 08 APR ’14

Duo Van Sandwijk & Den Herder TICKETS & INFO MuziekgebouwEindhoven.nl | 040.244 20 20


Comité van Aanbeveling

H.K.H. Prinses Christina der Nederlanden Elly Ameling zangeres Huub van Dael voorzitter van diverse muziekorganisaties Drs. Henk Heuvelmans directeur Gaudeamus Muziekweek, secretaris-generaal ECPNM Rudolf Jansen pianist Ruud van der Meer zanger Jard van Nes zangeres Ir. Gabriël Oostvogel directeur Concert- en congresgebouw de Doelen W.E. Scherpenhuijsen Rom oud-voorzitter bestuur Koninklijk Concertgebouworkest Ed Spanjaard dirigent

Vrienden van het Lied www.vvhl.nl info@vvhl.nl secretariaat: Wim Sonneveldlaan 203 3584 ZS Utrecht 030 ∙ 2735781


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.