9789006392562_inkijkexemplaar_Verhalen_uit_de_Bijbel_1-h_v

Page 3

Verhalen uit de Bijbel

1 HAVO/VWO

Van horen zeggen

1 HAVO/VWO

Lennart Becking

Cor Jongeneelen

Eefje Leydesdorff (eindredactie)

Lizet Penson (eindredactie)

Colofon

Van horen zeggen is een lesmethode voor het vak godsdienst en levensbeschouwing in alle klassen en niveaus van het voortgezet onderwijs.

Dit deel laat leerlingen nadenken over levensbeschouwelijke thema’s aan de hand van verhalen uit de Bijbel.

Dit boek is onderdeel van het LRN-line-pakket met 978 90 06 39252 4.

Vormgeving: Reclamers, Tom Lamers, Veghel

Omslag: iStock / Getty Images Plus / MarianVejcik, Inzet polaroid: iStock / Getty Images Plus / Jorisvo

Illustraties: Josje van koppen, Rotterdam; Cartografie: EMK, Deventer

Opmaak: Crius, Hulshout

Dyslexie

In de opmaak hebben we zo veel mogelijk rekening gehouden met dyslectische leerlingen.

Over ThiemeMeulenhoff

ThiemeMeulenhoff ontwikkelt slimme flexibele leeroplossingen met een persoonlijke aanpak. Voor elk niveau en elke manier van leren. Want niemand is hetzelfde. We combineren onze kennis van content, leerontwerp en technologie, met onze energie voor vernieuwing. Om met en voor onderwijsprofessionals grenzen te verleggen. Zo zijn we samen de motor voor verandering in het primair, voortgezet en beroepsonderwijs.

Samen leren vernieuwen.

www.thiememeulenhoff.nl

ISBN 978 90 06 39256 2

LRN-line editie (derde druk), eerste oplage, 2023 © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2023

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden.

Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.

2

Beste leerling,

Voor je ligt het boek 1 havo/vwo van Van horen zeggen. Dit boek laat je nadenken over levensbeschouwelijke onderwerpen. Dit gebeurt aan de hand van verhalen uit het Oude Testament.

Een hoofdstuk bestaat altijd uit dezelfde onderdelen. Op de eerste bladzijde staat een inleiding op het onderwerp van het hoofdstuk. Hier staan ook de leerdoelen voor het hele hoofdstuk.

Iedere paragraaf begint met de leerdoelen voor de paragraaf. Daarna is er een Om te beginnen-opdracht. Dat is een opdracht waarin je nadenkt over wat het thema van het hoofdstuk voor jou betekent. Of het is een opdracht waarmee je bekijkt wat je al weet over het onderwerp.

De meeste paragrafen sluiten af met een En nu jij-opdracht. Je gaat dan het geleerde uit de paragraaf toepassen.

Ieder hoofdstuk eindigt met de paragraaf Tot slot. In deze paragraaf kun je meestal digitaal een samenvattende opdracht maken. Door middel van een QR-code kun je een overzicht met de begrippen bij het hoofdstuk downloaden.

Deze paragraaf eindigt altijd met een grotere opdracht waarin je met de stof uit het hele hoofdstuk aan de slag gaat.

In dit boek staan ook pictogrammen.

Doe de opdracht met een medeleerling.

Doe de opdracht in een groepje.

Doe de opdracht met de klas.

Gebruik internet.

Denk na over wat dit voor jou betekent.

Een uitdagende opdracht.

Dit boek kun je samen met de digitale leeromgeving gebruiken in de les. Dit boek is van jou persoonlijk, dus je mag er aantekeningen in maken. Na dit schooljaar mag je het boek houden. Het is ook een persoonlijk document dat weergeeft hoe je op dit moment tegen bepaalde levensbeschouwelijke thema’s aankijkt.

Wij wensen je veel succes en plezier met dit deel van Van horen zeggen.

3
5 Inhoud 1 Vragen en antwoorden 6 1.1 Wie ben jij? 7 1.2 Levensvragen 13 1.3 Tot slot 17 2 Religies 18 2.1 Wereldreligies 19 2.2 Dode en schriftloze religies 25 2.3 Heilige boeken 29 2.4 Tot slot 35 3 Waar komen wij vandaan? 36 3.1 Ooit is het begonnen 37 3.2 Waar komt de mens vandaan? 43 3.3 Waar kom jij vandaan? 49 3.4 Tot slot 51 4 Familie – lief en leed 52 4.1 Familieverhalen 53 4.2 Stamvaders 56 4.3 Tot slot 68 5 Dromen 70 5.1 Allerlei dromen 71 5.2 Jozef, de dromer 74 5.3 Dromen over de toekomst 77 5.4 Tot slot 81 6 Vrijheid en regels 82 6.1 Vrijheid 83 6.2 Regels en afspraken 90 6.3 Tot slot 104 Tijdbalk 106

1 Vragen en antwoorden

Een meisje stelt vragen en een jongen geeft antwoorden. Wat voor vragen zou ze stellen? Misschien vraagt ze hoe goed hij is in wiskunde of welk boek hij het laatst heeft gelezen. Het kan ook zijn dat ze een meer persoonlijke vraag stelt. Zo kan ze bijvoorbeeld willen weten waarom het uit is met zijn vriendin. Ze kan ook vragen wat hij het belangrijkst in zijn leven vindt of welke godsdienst hij heeft. Op de eerste twee vragen kan de jongen makkelijk antwoord geven. Over de andere vragen moet hij misschien even nadenken. Het kan zelfs zijn dat hij ze te persoonlijk vindt en daarom geen antwoord wil geven.

In dit hoofdstuk gaat het over vragen en antwoorden.

In dit hoofdstuk leer je:

• over de betekenis van je voor- en achternaam,

• het verschil tussen een feit en een mening,

• wat een levensvraag is en waar of bij wie je antwoorden op levensvragen kunt vinden,

• wat verhalen met een boodschap zijn,

• verschillende soorten verhalen met een boodschap (mythe, legende, fabel en sprookje).

6
Shutterstock / LightField Studios
©
Vragen en antwoorden 1

1.1 Wie ben jij?

Je leert:

• over de betekenis van je voor- en achternaam,

• het verschil tussen een feit en een mening,

• wat een levensvraag is.

Hoe heet jij?

Je zit nu in de eerste klas van de middelbare school. Alles is waarschijnlijk nog nieuw voor je. Sommige klasgenoten ken je misschien al van de basisschool, van de sportclub of van iets anders. Maar de meeste leerlingen moet je nog leren kennen. Je hebt veel docenten in de brugklas en ze zijn allemaal nieuw voor je. Zij weten ook nog niet wie jij bent. Daarom zullen ze je in de eerste weken vaak naar je naam vragen.

Namen hebben een bepaalde betekenis. Een achternaam kan iets zeggen over het beroep dat iemand vroeger had, bijvoorbeeld De Boer of Bakker. Soms kun je aan de achternaam zien waar een familie vroeger vandaan kwam, bijvoorbeeld Van Amersfoort, of De Zeeuw. Misschien heeft jouw achternaam ook een betekenis.

1 Om te beginnen - Je achternaam

Waar komt jouw achternaam (waarschijnlijk) vandaan?

Als je dit niet weet, vraag het dan aan iemand van je familie. Je kunt het ook zelf in een boek of op internet opzoeken.

Kijk bij de Nederlandse Familienamenbank.

Vul in:

• Wat is jouw achternaam?

• Waar komt jouw achternaam waarschijnlijk vandaan?

Voornamen

Voornamen hebben ook een betekenis. Sanne bijvoorbeeld komt van een Hebreeuws woord voor 'lelie' en Alex komt van een Grieks woord dat 'beschermen' betekent. Sommige ouders geven hun kind een bepaalde naam, omdat ze de betekenis ervan belangrijk vinden. Andere ouders geven hun kind de naam van een familielid of iemand anders die ze belangrijk vinden. Vaak kiezen ouders gewoon een naam omdat ze die mooi vinden.

2 Je voornaam

a Wat is jouw voornaam?

b Leg uit waarom je deze voornaam hebt gekregen.

7
1.1 Wie ben jij?

c Zoek de betekenis van je naam op. TIP Gebruik hiervoor de Nederlandse Voornamenbank.

Beschrijf wat de betekenis van je voornaam is.

Feiten en meningen

In de tabel zie je van boven naar beneden de naam VINCENT. Bij elke letter van zijn naam heeft Vincent een woord bedacht en een zin geschreven. In elke zin vertelt hij iets over zichzelf.

letters woorden zinnen F/M

V vrienden Zijn heel belangrijk voor mij.

I internet Op internet speel ik leuke spelletjes.

N Nederland In dat land woon ik.

C christelijk Dat is de school waar ik op zit.

E eten Ik eet het liefst een hamburger met friet.

N NEMO NEMO vind ik een heel leuk museum.

T tekenen Vond ik het leukste vak op de basisschool.

Sommige zinnen van Vincent zijn feiten, andere zijn meningen. Wat is het verschil tussen feiten en meningen?

Feiten staan vast en zijn voor iedereen hetzelfde. Een feit kun je controleren of bewijzen. Op die manier is vast te stellen of een feit klopt. Soms kun je dit niet zelf vaststellen maar kunnen wetenschappers dit bijvoorbeeld wel. Over feiten kun je niet van mening verschillen. Zo is bijvoorbeeld Amsterdam de hoofdstad van Nederland. Je kunt dit controleren door het op te zoeken. Ook de omtrek van de aarde (ongeveer 40.000 kilometer) is een feit. Dit is gemeten.

Meningen gaan over wat je vindt en voelt. Ze zijn persoonlijk en dus niet voor iedereen hetzelfde. Mensen kunnen verschillende meningen hebben en hierover met elkaar discussiëren. De ene leerling kan een les van een docent bijvoorbeeld boeiend vinden terwijl een andere leerling diezelfde les niet interessant of zelfs saai vindt. Je kunt wel aan een ander uitleggen waarom je een bepaalde mening hebt. Je kunt redenen noemen voor jouw mening en luisteren naar de redenen van de ander. Zo kunnen jullie elkaars standpunten met de achtergronden daarvan beter begrijpen. Het is zelfs mogelijk dat je mening verandert, doordat je de argumenten van de ander hoort.

3 Feit of mening?

Welke zinnen van Vincent zijn volgens jou feiten? En in welke zinnen staat zijn mening?

Schrijf in de laatste kolom van de tabel of het een feit (F) of een mening (M) is.

8
Vragen en antwoorden 1
VINCENT

4 Zeg het met je eigen naam

Schrijf van boven naar beneden je naam, zoals in het voorbeeld van Vincent. Vertel nu iets over jezelf met behulp van de letters van jouw naam.

• Schrijf achter elke letter een woord, dat met die letter begint.

• Met dat woord maak je een korte zin, die iets over jou zegt.

• Probeer ongeveer evenveel meningen op te schrijven als feiten.

• Schrijf een F achter een feit en een M achter een mening.

• Bekijk de tabel van je buurman of buurvrouw. Bespreek samen of de ingevulde zinnen een feit of een mening zijn.

letters woorden zinnen F/M

Vragen en antwoorden

Als iemand iets vertelt, kan dat over een feit of over een mening gaan. Maar ook wanneer je iets vraagt, kan dat over feiten of meningen gaan. Als je aan een leerling uit een andere klas vraagt welke docent Engels hij heeft, vraag je naar een feit. Maar als je vraagt wat hij van het vak Engels vindt, vraag je naar zijn mening. Je kunt vervolgens ook vragen waarom hij dat vindt.

5 Vragen naar feiten en meningen

a Schrijf drie feiten op over jezelf die je belangrijk vindt.

b Schrijf drie meningen op van jezelf die je belangrijk vindt. Leg erbij uit waarom je dat vindt.

9
1.1 Wie ben jij?

c De feiten en meningen die je in de twee vorige vragen hebt bedacht, gaan over jezelf.

Nu ga je feiten en meningen over de leerling naast je verzamelen.

Bedenk drie vragen om feiten en drie vragen om meningen van de leerling die naast je zit, te ontdekken.

Schrijf eerst de vragen op. Stel vervolgens de vragen aan de leerling naast je. Schrijf de antwoorden eronder.

Feiten

Vraag 1:

Antwoord:

Vraag 2:

Antwoord:

Vraag 3:

Antwoord:

Meningen

Vraag 1:

Antwoord:

Vraag 2:

Anwoord:

Vraag 3:

Antwoord:

Levensvragen

De vragen in de vorige opdracht gingen waarschijnlijk over het leven van alledag. Je kon er dan gemakkelijk antwoord op geven. Zulke vragen noemen we gewone vragen. Er zijn echter ook vragen die je niet zo makkelijk kunt beantwoorden. Ze gaan over de zin en de betekenis van je leven. Ze hebben betrekking op wat belangrijk is in het leven. Zulke vragen noemen we levensvragen. De antwoorden daarop kunnen voor mensen heel verschillend zijn. Het zijn geen feiten die je kunt controleren of bewijzen. De antwoorden zijn erg persoonlijk. Je omgeving, afkomst of godsdienst kunnen daarbij een rol spelen. Enkele voorbeelden van levensvragen zijn:

• Is er een God die alles geschapen heeft?

• Wat is een goede manier van leven?

• Waarom bestaan ziekte en lijden op aarde?

• Is er leven na de dood?

Je kunt de antwoorden hierop niet zo gemakkelijk vinden als bij de gewone vragen. Er zijn vijf soorten levensvragen. Elke levensvraag die je stelt is terug te brengen tot een van de volgende vijf meer algemene vragen:

1 Wat is belangrijk in mijn leven?

2 Wie ben ik?

3 Hoe is mijn relatie met andere mensen?

4 Hoe is mijn relatie met de natuur?

5 Wat is mijn toekomst?

10
Vragen en antwoorden 1

6 Vijf soorten levensvragen

Bedenk bij elk van de vijf meer algemene vragen twee levensvragen. Wat is belangrijk in mijn leven?

Hoe is mijn relatie met andere mensen?

Hoe is mijn relatie met de natuur?

Wat is mijn toekomst?

7 Levensvragen in De Leeuwenkoning

Ken je de film De Leeuwenkoning (The Lion King)?

Scan de QR-code voor de trailer en een samenvatting van het verhaal.

a Op een avond heeft Simba een gesprek met zijn vader.

Pap?

Ja.

We zijn vrienden hè? We blijven altijd bij elkaar, hè?

Simba stelt zijn vader twee vragen. Leg uit waarom dit levensvragen zijn.

11
1 2
1 2
Wie ben ik?
1 2
1 2
1 2
© Goti07 / Shutterstock 1.1 Wie ben jij?

b Als antwoord vertelt vader Mufasa iets aan Simba.

Simba, ik zal je iets vertellen dat MIJN vader me vroeger ook verteld heeft. Zie je die sterren daarboven? Alle grote koningen die vroeger over het Koninkrijk hebben geheerst, kijken vanaf die sterren naar ons ...

Echt?

Vind jij dat Mufasa een antwoord geeft op Simba's vraag of ze altijd bij elkaar blijven? Leg ook uit waarom je dat vindt.

c Mufasa gaat verder.

Ja! Dus als je je later eens eenzaam voelt, onthoud dan dat die koningen altijd bij je zijn om je te steunen. Net als ik!

Wat denk je dat dit antwoord voor Simba betekent?

8 En nu jij – Wat is er na de dood?

Een levensvraag die veel mensen hebben is de vraag wat er is na de dood. Er is geen mens die dat precies weet. Sommigen stellen zich er wel iets bij voor. Bijvoorbeeld dat je na je dood 'ergens' komt waar het mooi is en waar iedereen gelukkig is. Anderen denken dat het bij de dood is afgelopen. Dat er daarna helemaal niets meer is.

a Denk jij wel eens terug aan iemand die gestorven is? Of aan een huisdier dat is doodgegaan?

Aan welke overleden persoon of welk overleden huisdier denk je nog wel eens?

Vertel ook wat je dan denkt.

b Geloof jij dat met de dood alles afgelopen is?

Leg ook uit waarom je dat gelooft.

12
Vragen en antwoorden 1
© Luiscmyk / Shutterstock

1.2 Antwoorden op levensvragen

Je leert:

• waar of bij wie je antwoorden op levensvragen kunt vinden,

• wat verhalen met een boodschap zijn,

• verschillende soorten verhalen met een boodschap (mythe, legende, fabel en sprookje).

Antwoorden op levensvragen

Simba kreeg van zijn vader Mufasa een antwoord op zijn vraag:

'Blijven we altijd bij elkaar?' Ook jouw ouders, of andere mensen zoals je opa of oma, zullen je soms antwoorden op levensvragen geven. Je kunt ook door een bijzondere gebeurtenis een antwoord krijgen op een levensvraag.

Je kunt ook zelf antwoorden op levensvragen proberen te vinden door er bijvoorbeeld met vrienden en vriendinnen over te praten. Soms vind je een antwoord in een boek, film of tvprogramma of op internet.

9 Om te beginnen – Antwoord op een levensvraag

Noem een levensvraag waar jij voor jezelf een antwoord op hebt. Zet erbij wat het antwoord is en van wie of door wat je het antwoord hebt gekregen of gevonden. Denk bijvoorbeeld aan:

• je ouders, andere familieleden, vrienden en vriendinnen,

• je geloof of godsdienst,

• een boek, speelfilm of documentaire,

• een gebeurtenis uit het verleden.

De vraag: Mijn antwoord:

Van wie of door wat antwoord gekregen of gevonden:

10 Een lied over een levensvraag

Ken je een lied dat antwoord geeft op een levensvraag?

Gebruik internet om zo'n lied te zoeken als je er niet meteen een weet. Beantwoord de volgende vragen.

a Wat is de titel van het lied?

b Wie zingt of zingen dit lied?

c Over welke levensvraag gaat dit lied?

d Wat is het antwoord op deze levensvraag in dit lied?

13
1.2 Antwoorden op levensvragen
© ImageFlow / Shutterstock

Verhalen voor je plezier

Er kunnen allerlei redenen zijn waarom je graag een boek leest of een film kijkt. Bijvoorbeeld omdat je het verhaal grappig vindt of omdat je het verhaal spannend of zelfs eng vindt. Het is ook mogelijk dat je jezelf in de hoofdpersoon herkent of dat je je graag inleeft hoe het zou zijn om de hoofdpersoon te zijn. Je voelt je dan erg betrokken bij de hoofdpersoon en leeft mee met wat hij of zij meemaakt. Verhalen in boeken en films kunnen antwoord geven op levensvragen die je hebt.

11 Leuke of spannende verhalen

Kies een verhaal uit een boek of speelfilm dat je voor je plezier hebt gelezen of gezien. Beantwoord de vragen.

1 Noem de titel van het verhaal.

2 Waarover gaat het verhaal? Vertel kort de kern van het verhaal.

3 Waarom heb je dit verhaal gekozen?

4 Op welke levensvraag kan dit verhaal een antwoord geven? Het kunnen ook meerdere levensvragen zijn.

Beoordeel je antwoorden.

Heb je de volledige titel van het boek of de speelfilm genoemd?

Heb je de kern van het verhaal goed weergegeven?

Heb je duidelijk uitgelegd waarom je dit verhaal hebt gekozen?

Heb je duidelijk uitgelegd welke levensvragen volgens jou het verhaal kunnen beantwoorden?

14
Vragen en antwoorden 1

Verhalen met een boodschap

Er zijn verhalen die vooral bedoeld zijn om ons iets te leren of ons over iets te laten nadenken. Dit zijn verhalen met een boodschap. Deze verhalen kunnen ook leuk of spannend zijn, maar het gaat vooral om de diepere betekenis. Dit soort verhalen kunnen antwoorden geven op levensvragen. Sommige van deze verhalen met een boodschap zijn echt gebeurd. Ze gaan over gebeurtenissen uit de geschiedenis. Ze worden bijvoorbeeld verteld omdat ze een wijze les voor ons bevatten of omdat ze ons laten inzien dat bepaalde gebeurtenissen niet opnieuw mogen plaatsvinden. Ook verhalen die niet echt gebeurd zijn, die dus door de vertellers of schrijvers zijn bedacht, kunnen een diepere betekenis hebben. Bij zo'n verhaal kun je proberen te begrijpen welke boodschap erin te vinden is.

Er zijn verschillende soorten verhalen met een boodschap of een diepere betekenis. Een aantal van die verhalen is lang geleden in een bepaalde cultuur verteld en opgeschreven. De oudste voorbeelden hiervan zijn mythen. Maar ook legenden, fabels en sprookjes zijn erg oud en met een bepaalde verteltraditie verbonden.

Mythe

Een mythe is een verhaal waarin goden, godinnen of andere bovenmenselijke wezens de hoofdpersonen zijn. Mythen zijn de oudste religieuze verhalen. Ze gaan vaak over het begin van de wereld en over het ontstaan van het leven. Sommige mythen geven een verklaring voor een natuurverschijnsel of voor andere dingen die de mensen vroeger niet begrepen.

Legende

Een legende is een verhaal over een gebeurtenis uit het leven van een belangrijk historisch persoon, bijvoorbeeld een heilige of een koning. In een legende wordt verteld welke bijzondere dingen zo'n persoon heeft gedaan, vaak als kind al. Niet alles in het verhaal hoeft echt gebeurd te zijn. Het gaat erom dat de hoofdpersoon uit de legende een voorbeeld is voor de mensen.

Fabel

Een fabel is een verhaal met een levensles. Fabels willen ons iets leren over de manier waarop mensen met elkaar moeten omgaan. In een fabel zijn dieren vaak de hoofdrolspelers, maar de boodschap is natuurlijk voor de mensen bedoeld.

Sprookje

Een sprookje is van oorsprong een oud volksverhaal met personen, dieren en/of dingen die in het echte leven niet bestaan of niet kunnen. Sprookjes hebben een symbolische betekenis. Ze gaan vaak over tegenstellingen als goed en kwaad, arm en rijk, groot en klein. Een sprookje begint vaak met 'Er was eens ...' en eindigt vaak met 'En ze leefden nog lang en gelukkig.'

15
1.2 Antwoorden op levensvragen

12

Mythen, legenden, fabels en sprookjes

Zoek twee voorbeelden van een mythe, legende, fabel en sprookje. TIP Gebruik de QR-code voor websites die je kunnen helpen bij het zoeken naar voorbeelden.

13 En nu jij

Een verhaal met een boodschap

Kijk naar je antwoorden bij opdracht 12 Mythen, legenden, fabels en sprookjes Beschrijf een verhaal met een boodschap.

• Kies één van de mythen, legenden, fabels of sprookjes die je opgezocht hebt voor opdracht 12. Let op: het mag geen verhaal zijn dat al in de klas is besproken.

• Schrijf de titel op van het verhaal dat je gekozen hebt.

• Geef met eigen woorden kort de kern van het verhaal weer. Leg uit waarom dit verhaal volgens jou een mythe, legende, fabel of sprookje is. Aan welk kenmerk is dit te herkennen?

• Vertel wat de boodschap is van dit verhaal. Je mag ook meer dan één boodschap noemen.

• Schrijf dit op een apart A4’tje. Lever het in bij je docent.

Beoordeel je werk.

Heb je de volledige titel van het verhaal opgeschreven?

Heb je de kern van het verhaal goed weergegeven?

Heb je duidelijk uitgelegd waarom het verhaal volgens jou een mythe, legende, fabel of sprookje is?

Heb je duidelijk uitgelegd wat de boodschap is van het verhaal?

16
Mythe 1 2 Legende 1 2 Fabel 1 2 Sprookje 1 2
Vragen en antwoorden 1

1.3 Tot slot

Scan de QR-code voor een overzicht van de begrippen bij dit hoofdstuk.

Ga naar eDition voor de samenvattende opdracht van dit hoofdstuk.

14 Eindopdracht - Jouw levensvragen

In deze eindopdracht ga je zelf aan de slag met jouw levensvragen. En je gaat ook andere mensen ernaar vragen.

Scan de QR-code voor het werkblad bij deze opdracht.

Voer de opdracht op het werkblad uit.

Beoordeel je verslag.

Heb je vier goede levensvragen geformuleerd?

Heb je jouw levensvragen zelf beantwoord?

Heb je de antwoorden van vier volwassenen nauwkeurig genoteerd?

Heb je alle antwoorden met elkaar vergeleken en de juiste conclusies eraan verbonden?

Heb je jouw mening over alles duidelijk beschreven?

Heeft je verslag een duidelijke indeling en ziet het er netjes uit?

17
1.3 Tot slot

Over Verhalen uit de Bijbel

Bijbelverhalen komen uit een heel andere tijd, toen het bestaan van goden nog vanzelfsprekend werd gevonden. Die tijd is allang voorbij, maar de mythische verhalen worden nu nog steeds verteld. Voor mensen van nu kunnen deze verhalen heel waardevol zijn. Mensen herkennen zichzelf en het alledaagse leven erin. Maar ook kunnen mensen erdoor worden geïnspireerd.

Die verhalen hebben te maken met vragen uit het dagelijks leven, zoals:

• Hoe is alles begonnen?

• Waar kom ik vandaan en waar ga ik naartoe?

• Hoe ga ik om met mijn familie?

• Van welke toekomst droom ik?

• Hoe ga ik om met vrijheid en regels?

Met Verhalen uit de Bijbel ontdek je hoe waardevol oude verhalen voor jou kunnen zijn.

Lennart Becking

Cor Jongeneelen

Eefje Leydesdorff (eindredactie)

Lizet Penson (eindredactie)

9 789006 392562

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.