achtergrond 35
Kindermishandeling
je kunt er wat aan doen! Jaarlijks worden bijna 119.000 kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar mishandeld of verwaarloosd. Dat is ongeveer een kind per klas. Scholen zijn een belangrijke schakel in de aanpak van kindermishandeling. Vooral bij het signaleren en bespreekbaar maken van kindermishandeling kunnen ze veel betekenen. tekst anita drost beeld het klokhuis, dreamstime
Praten helpt
36
B
Bij kindermishandeling gaat het niet alleen om lichamelijk geweld. Kindermishandeling betreft elke vorm van mishandeling die voor een kind bedreigend of gewelddadig is. Psychische (of emotionele) mishandeling, lichamelijke verwaarlozing, psychische (of emotionele) verwaarlozing en seksueel misbruik zijn dus ook vormen van kindermishandeling. Ook huiselijk geweld (schelden, slaan, met spullen gooien) tussen familieleden waar het kind aan wordt blootgesteld, valt hieronder. Emotionele en lichamelijke verwaarlozing komen het meest voor. Kindermishandeling gebeurt vaak in huiselijke kring, maar kan ook buiten het gezin voorkomen in bijvoorbeeld scholen, sportclubs en buurthuizen.
Meldcode Kindermishandeling kan ernstige lichamelijke en psychische gevolgen hebben die voortduren tot op volwassen leeftijd. Een goede aanpak om kindermishandeling te bestrijden is daarom heel belangrijk. De overheid heeft in het actieplan 2012-2016 ‘Kinderen Veilig’ beschreven hoe kindermishandeling landelijk aangepakt moet worden. Belangrijk in deze aanpak is het voorkomen van kindermishandeling. Daarnaast is er in het plan veel aandacht voor het signaleren en
Kindermishandeling betreft elke vorm van mishandeling die voor een kind bedreigend of gewelddadig is stoppen van kindermishandeling en het beperken van schade. Om kindermishandeling beter en sneller te signaleren, wordt voor professionals die werken met kinderen (onder andere leerkrachten) het gebruik van de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling verplicht. Dit is geen meldplicht, maar een plicht om de meldcode te gebruiken. De meldcode is een specifiek voor de eigen organisatie opgesteld stappenplan, dat beroepskrachten kunnen gebruiken als ze een vermoeden van mishandeling hebben. Het helpt hen te bepalen wat te doen. Naar verwachting worden beroepskrachten vanaf 1 juli 2013 wettelijk verplicht de meldcode te gebruiken bij signalen van geweld en verwaarlozing. Opleidingen worden gestimuleerd om ruim aandacht te besteden aan de aanpak van kindermishandeling.
Signalen herkennen Kinderen en jongeren die worden mishandeld, vertellen hier meestal niet uit zichzelf over. Daardoor
lopen ze soms jarenlang met hun probleem rond. Toch zenden ze vaak wel bepaalde signalen uit. Lichamelijke signalen zoals onverklaarbare verwondingen, slechte lichamelijke verzorging of ontwikkelingsachterstanden, maar ook gedragssignalen zoals overactief, lusteloosheid, nervositeit of faalangst. Deze kinderen worden op school vaak gepest of zijn zelf pesters. Er zijn tientallen signalen die kunnen wijzen op kindermishandeling. Maar bij een signaal is er niet automatisch sprake van kindermishandeling. Op www.kindermishandeling.info kun je lijsten downloaden die een overzicht geven van signalen van kindermishandeling.
achtergrond 37
Geraadpleegde bronnen www.meldcode.nl www.stade-advies.nl www.vooreenveiligthuis.nl www.kindermishandeling.info Vermoedens van kindermishandeling beginnen meestal met een intu誰tief gevoel. Het is belangrijk dit gevoel serieus te nemen en het te onderbouwen door gericht te kijken naar de leerling. Noteer objectieve en subjectieve signalen zorgvuldig. Omdat de signalen verschillend ge誰nterpreteerd kunnen worden en het niet om feiten maar om vermoedens gaat, kan het verleidelijk zijn om niets te doen. Maar niets doen is geen optie. Een kind kan de mishandeling meestal niet in zijn eentje stoppen. Gebruik daarom de meldcode en ondersteun je leerling. In de meldcode neemt overleg met anderen een belangrijke plaats in. Eventueel kun je het AMK (Advies- en Meldpunt Kindermishandeling) anoniem bellen voor advies.
Scholen kunnen veel betekenen door goed te signaleren en door de meldcode te gebruiken. Daarnaast kunnen ze een belangrijke rol vervullen in het bespreekbaar maken van kindermishandeling. Hiermee halen ze het onderwerp uit de taboesfeer en leren leerlingen hoe ze hulp kunnen zoeken. Dit jaar wordt het onderwerp kindermishandeling voor het eerst landelijk in groep 6, 7 en 8 behandeld. Dit gebeurt door middel van vier Klokhuis uitzendingen en een bijbehorend lespakket. Lees hier meer over op de volgende pagina.
38
38
Het Klokhuis over kindermishandeling Campagnes rond kindermishandeling richten zich meestal op volwassenen, niet op kinderen. Maar het is juist zo belangrijk dat slachtoffers van kindermishandeling weten dat ze niet alleen staan. Het bespreekbaar maken, is vaak al de helft van de oplossing. Het televisieprogramma Het Klokhuis komt daarom met een speciale serie voor kinderen. Hierin legt Het Klokhuis uit wat kindermishandeling is en wat je er aan kunt doen. In vier afleveringen komen slachtoffers, ouders, kinderen, leerkrachten, hulpverleners en omstanders aan het woord. De afleveringen worden vanaf dinsdag 2, 9, 16 en 23 april om 18.20 uur uitgezonden op Zapp. In een begeleidend gratis lespakket voor groep 6 tot en met 8 krijgen leerkrachten handvatten om kindermishandeling in de klas aan de orde te stellen. Het onderwerp kan bij de leerlingen veel reacties oproepen. Het lespakket bereidt de leerkracht daarom voor op moeilijke situaties en vragen die gesteld kunnen worden. Verder bevat het pakket lesbrieven en het nodige begeleidende materiaal. In de lessen wordt ingegaan op gelukkige momenten met je familie, verwaarlozing, geweld en hulp. In de vijfde en laatste les doen leerlingen mee aan een landelijke wedstrijd. Ze ontwerpen een beeldmerk bij de slogan ‘Kindermishandeling, je kunt er wat aan doen!’. Scholen krijgen het lespakket in drie delen automatisch toegestuurd. Kijk voor meer informatie op www.hetklokhuis.nl/ kindermishandeling.
H E T IS N IE T JOUW S CHULD
PRAAT
ER OVE Voor films R e www.hetklo n meer informatie g an khuis.nl/kin dermishan aar deling.