PrimaOnderwijs januari 2013

Page 1

Onderwijsnl

Voor alle professionals in het onderwijs nummer 1 • januari 2013 • www.primaonderwijs.nl • verschijnt 6x per jaar •

Is Nederland klaar voor het Finse onderwijssysteem?

&

voorproefje op de NOT 2013 • techniek in de spotlights • laptop als hulpmiddel voor passend onderwijs • het onderwijs uit de kast • win een schoolmusical naar keuze


CPS Academie

Conferenties en trainingen in 2013 Conferentie Referentieniveaus en opbrengstgericht werken (basisonderwijs) Verbeteren van het taal- en rekenonderwijs. Dat is de achterliggende gedachte van de wet ‘Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen’. Scholen zijn verplicht de referentieniveaus als uitgangspunt te nemen voor beleid, lesaanbod en toetsing. Tegelijkertijd is onderwijsbeleid sterk gericht op het verhogen van de leeropbrengsten. Tijdens deze conferentie ontvangt u actuele informatie over opbrengstgerichtwerken en praktische handvatten om deze werkwijze te koppelen aan de referentieniveaus taal en rekenen. Daarbij gaan we uit van een schoolbrede aanpak: van schoolleider tot leerkracht en leerling. Els Loman

7 maart 2013

€ 350,-

www.cps.nl/conferentierefpo es s succ Wegen datum e nieuw

Training Differentiëren is te leren!

Differentiëren is de aangewezen route om het beste uit leerlingen te halen. Maar lesgeven vanuit individuele mogelijkheden en doelen is niet gemakkelijk, zo leert de praktijk. Als u de kunst eenmaal verstaat, draagt u bij aan een betere leeropbrengst en vergroot u de kansen van uw leerlingen. Start op 16 januari 2013 (vol), 8 februari 2013 (vol), 3 april 2013 (vol) en 18 april 2013 3 dagdelen

€ 475,-

www.cps.nl/differentieren Meike Berben

Training De vijf rollen van de leraar Bent u zich bewust van de relatie tussen uw gedrag en dat van uw leerlingen? Hun gedrag wordt namelijk mede door u bepaald en andersom.In deze training maakt u kennis met de vijf rollen van een effectieve leraar: - gastheer- presentator - didacticus - pedagoog - afsluiter. Elke rol hoort bij een bepaalde fase van de les en kent specifiek gedrag. Na de training heeft u zich het bij de rol horende gedrag eigen gemaakt en bent u in staat het gedrag van uw leerlingen positief te beïnvloeden. Start op 20 maart 2013 Martie Slooter

3 dagen

€ 1.230,-

www.cps.nl/devijfrollen

Training Waanzinnig leiderschap In deze training oefent u houdingsaspecten en vaardigheden die medeverantwoordelijkheid versterken bij uw medewerkers. U leert technieken toe te passen die uw team stimuleren actief mee te denken en te doen in schoolontwikkeling. Door het betrekken, motiveren en duurzaam mobiliseren van medewerkers zorgt u voor duurzaam commitment en eigenaarschap bij alle betrokkenen. Start op 22 februari 2013 2 dagen

€ 895,-

www.cps.nl/waanzinnigleiderschap

Kijk voor een compleet overzicht van alle CPS conferenties en trainingen op

Léon Dingemans

www.cps.nl/academie


Inhoud

Onderwijs nl

Voor alle professionals in het onderwijs

30 40

15 30 ‘Gewoon’ naar school in het ziekenhuis 36 AMN’s testinstrumentarium meer dan alleen eindtoets 38 Leesbegrip beter in beeld 40 Zijn vernieuwingsscholen nog steeds vernieuwend? 45 Win een complete musical voor je school 46 Het onderwijs uit de kast 51 Zo gebruik je Schooltv in de klas

4 Wat is het geheim van het Finse onderwijssysteem? 10 Nieuws 14 Voorproefje op de NOT 2013 met: 15 Techniek in de spotlights 18 Laptop als hulpmiddel voor passend onderwijs 20 Eén adres voor talent

Onderwijs nl Met 180.000 lezers het grootste blad voor alle onderwijsprofessionals. PrimaOnderwijs is een uitgave van

Naast het magazine biedt PrimaOnderwijs een tweewekelijkse nieuwsbrief en www.primaonderwijs.nl EDG Media Postbus 40266 3504 AB Utrecht Uitgever Erik Trimp Mediacoördinator Vanessa Pelle vpelle@edg.nl

Eindredactie Manon van Wijnen Vormgeving Ellen Lennartz Medewerkers Brigitte Bloem, Chantal Buitink, Lineke Eerdmans, Saskia van Geijlswijk, Inez van Goor, Mirjam Janssen, Marius Roos, Gerda van ’t Spijker

Verschijning en verspreiding PrimaOnderwijs verschijnt 6 keer per jaar. Verspreiding via gecontroleerde distributie door EDG Media bij alle basisscholen en scholen in het voortgezet onderwijs in Nederland. Redactie 030-241 70 44 redactie@primaonderwijs.nl Sales Mark Hutzezon 030-2417025, mhutzezon@edg.nl

Klantenservice 030-241 70 30 klantenservice@edg.nl Copyright 2013 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, overgenomen of openbaar gemaakt zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. De uitgever is niet aansprakelijk voor enig handelen op grond van de in dit blad gegeven adviezen of gedane mededelingen.


4

Is Nederland klaar voor het Finse onderw캐ssysteem?

Op YouTube geeft de documentaire The Finland Phenomenon een goed beeld van het Finse onderw캐s.


tekst mirjam janssen | beeld istockphoto

h

Het Finse onderwijs trekt al decennia veel belangstelling. Hordes onderzoekers, docenten en journalisten uit andere landen mogen achterin de klas zitten om te begrijpen waar de prachtige resultaten vandaan komen. Wat ze aantreffen is op het eerste gezicht weinig opzienbarend: kleine scholen met vrij kleine klassen, waar in een ontspannen sfeer wordt lesgegeven. De leerlingen gaan van hun zevende tot hun zestiende naar een basisschool, de peruskoulou. Daar zitten kinderen van alle niveaus door elkaar en werkt ieder in zijn eigen tempo. Ze krijgen weinig les: zo’n 750 uur per jaar. Maar de tijd die leerlingen op school doorbrengen, besteden ze effectief; ze hebben nauwelijks huiswerk. De gemiddelde leraar staat 600 uur per jaar voor de klas. De leerlingen worden weinig getest met gestandaardiseerde toetsen en minder onder druk gezet om te presteren. De docenten wijzen hen er vooral op dat ze er voor zichzelf zitten en niet voor iemand anders. En daar begint het cruciale verschil met veel andere landen. De meeste landen werken volgens een Angelsaksisch onderwijsmodel, wat neerkomt op het constant toetsen en vergelijken van testresultaten. Niet alleen de prestaties van leerlingen worden voortdurend gemeten, maar ook die van leraren en scholen. Dat lijkt heel wetenschappelijk, maar eigenlijk is het een vorm van georganiseerd wantrouwen. De Finnen moeten daar niets van hebben. Zoals de leraren de leerlingen vertrouwen, zo vertrouwen de Finse ouders de leraren en zo vertrouwt ook de overheid de school.

LAKS: We kunnen een voorbeeld nemen aan de onderwijstijd en de docentkwaliteit van de Finnen

‘Geen ophokuren’

‘Nederlandse scholieren geven aan dat docenten hen niet weten te inspireren en te motiveren’, zegt Lotte Savelberg, voorzitter van het Landelijk Actie Komitee Scholieren. ‘De Finnen hebben dat beter opgelost. Daar worden de beste en meest gemotiveerde studenten leraar. Ik denk dat ze hun enthousiasme beter op leerlingen weten over te brengen. Dat doen ze bovendien in minder tijd, want leerlingen gaan daar maar 700 uur per jaar naar school. Hier is dat 1040 uur in de onderbouw en 1000 uur in de bovenbouw. Ze hebben daar geen ophokuren, maar vullen de beperkte lessen nuttig in. We kunnen een voorbeeld nemen aan de onderwijstijd en de docentkwaliteit van de Finnen.’

foto arjan bronkhorst

Geen land ter wereld heeft zulke hoge scores als Finland. En dat al jarenlang. Toch gaan de Finnen pas op hun zevende naar school, krijgen ze minder uren les en geeft de overheid minder geld aan onderwijs uit dan veel andere Westerse landen. Wat is het geheim van het Finse succes?

UITGELICHT 5


6

Er bestaat geen onderwijsinspectie: opbrengsten worden vooral gemeten door de leraren, scholen en lokale overheden zelf. Leerlingen krijgen rustig de tijd zich te ontwikkelen. De Finnen huldigen de opvatting dat mensen beter werken als ze worden vertrouwd.

Kenniseconomie Ze bedachten dit onderwijssysteem nadat ze hun economische situatie grondig hadden geanalyseerd. Het land heeft geen natuurlijke hulpbronnen of grote culturele verworvenheden waaraan het veel kan verdienen. Het besloot daarom vol in te zetten op de ontwikkeling van een kenniseconomie. Daarvoor is heel goed onderwijs nodig dat breed toegankelijk is en iedereen eenzelfde start biedt in het leven. Dat leidde tot een systeem van kleine scholen, verspreid over het hele land die onderwijs van eenzelfde, hoog niveau bieden. Ou-

Patrick Banis: Elementen uit het Finse systeem zouden het Nederlandse onderwijs een boost kunnen geven ders hoeven geen schoolgeld te betalen, schoolboeken zijn gratis, net als schoolmaaltijden. De docenten zijn allemaal universitair geschoold en alleen de beste studenten mogen leraar worden. Ieder jaar melden zich duizenden belangstellenden aan, gemiddeld wordt maar tien procent toegelaten tot de lerarenopleiding. Leraren hebben daardoor status, al verdienen ze zelfs iets minder dan in Nederland. De leraren in opleiding kunnen zich specialiseren als klassendocent – een soort pedagogisch werker – of vakdocent. Tijdens hun opleiding observeren deze studenten veel lessen van docenten en praten ze over wat ze zien. Als ze eenmaal zelf voor de klas mogen staan, werken ze vanuit een strikt lesplan. Hun lessen worden geobserveerd door andere stagiaires en docenten die uitgebreid feedback geven.

Aanzien Ook als docenten eenmaal een aanstelling hebben, blijven collega’s achterin de klas aanschuiven om adviezen te geven. Het is in Finland heel gebruikelijk

om de les van een collega bij te wonen en achteraf te evalueren. Zo blijven docenten leren en ontwikkelen teams gezamenlijke opvattingen over de beste manier van lesgeven. Goede lessen betekenen er overigens niet dat docenten de hele les aan het woord zijn: als het goed is, werken de leerlingen zeker de helft van de tijd voor zichzelf en worden ze begeleid door docenten. Na de peruskoulou kunnen de leerlingen kiezen voor een algemeen vormende

‘Verhoog het niveau van de lerarenopleiding’ ‘Het is een interessant model, maar je moet altijd uitkijken met internationale vergelijkingen’, zegt Patrick Banis, voormalig vicevoorzitter van CNV Onderwijs. ‘De situatie is nergens hetzelfde. Elementen uit het Finse systeem zouden het Nederlandse onderwijs een boost kunnen geven. Het spreekt me aan dat ze topstudenten willen in het onderwijs. Het zou goed zijn ook in ons land het niveau van de lerarenopleiding te verhogen. En we zouden zeker geen onbevoegden voor de klas moeten zetten.’ Ook de nadruk die de Finnen op vertrouwen leggen, vindt Banis waardevol. ‘Er is nu in Nederland heel weinig professionele ruimte. Alles moet worden verantwoord. Het management moet leren loslaten. Bij andere hoogopgeleiden zie je juist dat ze steeds meer eigen verantwoordelijkheid krijgen. Die houding zou in het onderwijs ook meer het geval moeten zijn.’ Banis is enthousiast over de specialisatie van Finse leerkrachten. ‘Hier moeten leerkrachten alles kunnen. Dat is vaak niet haalbaar. Je kunt ook zeggen: de een maakt extra werk van de rekenlessen en de ander organiseert de Sinterklaasviering. Waarom zou iedereen een schaap met vijf poten moeten zijn?’ In het Finse onderwijs wordt veel van ouders verwacht. ‘Ze zijn geen klanten van het onderwijs, maar participanten en worden geacht hun kinderen te helpen bij het leren. Het zou het onderwijs hier ten goede komen als iedereen ervan doordrongen zou raken dat kinderen ook buiten schooltijd leren.’


UITGELICHT 7

vervolgopleiding of een beroepsopleiding. Ongeveer 45 procent van de leerlingen kiest voor een beroepsopleiding, die vaak direct aansluit op een (technische) functie. In Finland hebben ook dit soort beroepen aanzien. Leerlingen die liever met hun handen werken hebben daardoor niet het gevoel dat ze een negatieve keuze maken. En mochten ze na hun praktische opleiding toch liever verder studeren, dan kan dat alsnog.

Meer informatie Finnish lessons van de Finse onderwijsdeskundige Pasi Sahlberg is vanaf half januari te koop in een Nederlandse bewerking. Meer informatie over het boek en over workshops die hij in Nederland gaat houden, is te vinden via: www.finnishlessons.nl.

Andere boeg Het is dus niet verwonderlijk dat de onderwijskundige wereld inspiratie zoekt in Finland. Frank Cuppers, senior adviseur bij Onderwijs Maak Je Samen, is betrokken bij de Nederlandse bewerking van het boek Finnish Lessons van Pasi Sahlberg, een Finse onderwijsspecialist. Volgens Cuppers is Nederland klaar om lessen te trekken uit het Finse systeem: ‘De komende tien jaar gaat 35 à 40 procent van alle leraren en leidinggevenden in het onderwijs met pensioen. Er komt een nieuwe onderwijsgeneratie aan. Nu kun je een aantal onderwijszaken vernieuwen en veranderen. We hoeven het Finse systeem niet te kopiëren, maar we kunnen er wel veel van leren. Het Nederlandse onderwijs is beslist niet slecht: nergens zijn kinderen gelukkiger dan hier.

Onderwijs Maak Je Samen: Er komt een nieuwe onderwijsgeneratie aan

‘Geef scholen meer zelfsturing’

‘De Nederlandse mindset is tegengesteld aan die in Finland’, zegt Walter Dresscher, voorzitter van de AOb. ‘Als wij iets ongewenst vinden – bijvoorbeeld pesten, roken of lage Citoscores – dan gaan we meer controle uitoefenen en meer toezicht organiseren. Het kan juist beter werken als je een probleem op een niet-directieve manier aanpakt en de beroepsgroep het zelf laat afhandelen. In Finland vertrouwen ze op de professionaliteit van de leraar, dat werkt motiverend. Leraren durven elkaar daar aan te spreken op de kwaliteit van hun lessen – die verantwoordelijkheid laten wij over aan de Onderwijsinspectie. Het systeem daar werkt zonder dat iedereen tot in de puntjes wordt gecontroleerd.’ Dresscher erkent wel dat het Finse systeem andere wortels heeft dan het Nederlandse. ‘In Finland heb je geen bijzonder onderwijs, alle scholen zijn openbaar. In Nederland hebben we vrijheid van onderwijs: iedereen mag een school oprichten en de overheid mag zich daar beperkt mee bemoeien. Daardoor heb je meer behoefte aan een kwaliteitssysteem en controle door een onderwijsinspectie.’ De regering zou scholen wat Dresscher betreft toch meer zelfsturing moeten geven. ‘Nu zie je vaak een soort gelatenheid als het over de kwaliteit van het onderwijs gaat. Daarover voeren de onderwijskundigen en de inspectie het hoogste woord, maar de leraren staan aan de zijlijn. Het zou beter zijn als zij daar zelf invloed op kunnen uitoefenen.’


DIT IS SAMSAM IN JANUARI! Worstelen maakt je sterk! MAGAZINES VOOR DE HELE KLAS

GADGET TER INTRODUCTIE

NIEUWSBEGRIP + LESBRIEF

SAMSAM.NET VOOR WORSTELFILMPJES

NOG GEEN GRATIS ABONNEMENT VOOR AL UW LEERLINGEN? MAIL ONS! SAMSAM@NCDO.NL adv-samsam-worstelen..indd 1

05-12-12 17:19


UITGELICHT 9

Het pedagogisch klimaat op de Nederlandse scholen is goed. Tegelijk is het zo dat leerlingen tegenwoordig andere leerbehoeftes hebben dan vroeger. Ze willen niet meer in rijtjes zitten en stampen. De Finnen laten zien hoe het anders kan.’ Jan Heijmans, voorzitter van het College van Bestuur van de Katholieke Pabo in Zwolle en bewerker van het boek van Sahlberg, vindt dat Pabostudenten ervan kunnen leren. ‘Het is goed om te zien hoe leraren in Finland samen elkaars lessen bespreken. Hier in Nederland heeft dat nog een hoog praatje-met-eenmaatje-gehalte, daar is het geprofessionaliseerd. Het is ook goed om te zien dat het leraarschap daar in hoog aanzien staat. Nederlandse leraren zouden trotser op zichzelf mogen zijn. De overheid zou hen meer ruimte

moeten geven. Nu krijgen ze voortdurend nieuwe plannen op zich afgevuurd. Ze kunnen zelf geen richting geven aan het onderwijs en dat zou wel moeten.’ Critici zeggen dat de Finnen het makkelijk hebben omdat ze een vrij homogene cultuur hebben: het overgrote deel van de bevolking is van Finse origine. Die kritiek is niet helemaal terecht, vindt Cuppers: ‘Ook Finland heeft te maken met immigratie. De grote steden tellen veel allochtone leerlingen en die draaien met vrijwel dezelfde resultaten gewoon mee in dit systeem.’ Praat mee! Wat vind jij van het Finse onderwijs? Praat mee via Twitter #primaonderwijs of stuur een mail naar redactie@primaonderwijs.nl

‘Samen een oplossing vinden’

Ton Duif, voorzitter van AVS, vindt dat Nederland zich ten onrechte focust op het halen van hoge PISAscores. ‘In Finland kijken ze breder en richten ze zich op talentontwikkeling van alle leerlingen. Ze laten kinderen tot 16 jaar bij elkaar zitten. Hier beginnen we leerlingen aan het eind van groep 7 al te selecteren en zijn we steeds aan het testen. In Finland toetsen ze individuele leerlingen alleen om na te gaan of ze iets beheersen. Ze zijn niet voortdurend aan het vergelijken. De ontwikkeling van kinderen wordt niet in cijfers uitgedrukt, maar beschreven en met de kinderen besproken. Als het niet goed gaat, proberen leerkracht en leerling samen een oplossing te vinden. Ik ben twee keer in Finland geweest en wat me opviel tijdens de gesprekken met leerkrachten was hun professionele houding. Ze zijn hoog opgeleid en hebben bewust voor het onderwijs gekozen. In Nederland is het vaker een negatieve beroepskeuze.’ Duif wil niet horen dat het Finse onderwijs aan het Nieuwe Leren doet denken. ‘Dat is maar een label. Het is hier alweer afgezworen. Waar het om gaat is dat het onderwijs zich aanpast aan de behoeften van de leerlingen en inspeelt op een veranderende samenleving. En daarin lopen de Finnen op ons voor.’

AVS: De leerkrachten hebben bewust voor het onderwijs gekozen


10

T E M WERELDBURGER

s

Scholen zijn sinds 2006 wettelijk verplicht om aandacht te besteden aan (wereld)burgerschap. Dat geldt voor basis- én middelbaar onderwijs. Maar hoe doe je dat? Dat is vaak lastig. Met als gevolg dat het ene kind wél weet wat wereldburgerschap betekent en de andere niet, zo concludeerde de Onderwijsraad in 2012. Wereldburger met Ketchup gaat leraren een steuntje in de rug geven. Het boek biedt een wereld van de docenten in het voortgezet onderwij s besteedt incidenteel aandacht aan invalshoeken voor aan wereldburgerschap. lessen en materialen. Daarmee kunnen leraren kinderen helpen opgroeien tot wereldburgers. Leraren met verschillende achtergronden vertellen in het boek hoe zij aandacht besteden aan wereldburgerschap. Ze geven zo een kijkje in hun eigen klas.

58%

P U H C KE T

53%

niet leren te begrijpen, van de docenten in het voortgezet onderlopen het risico zich wij s noemt ‘tij dgebrek’ de belangrij kste reden om geen aandacht te besteden aan verloren en bedreigd te wereldburgerschap. voelen. Met als gevolg dat zij zich vijandig opstellen tegen de veranderingen om hen heen, in plaats van de kansen te grijpen die globalisering hen biedt. Ruim een derde van de lesgevenden in het basis- en voortgezet onderwij s vindt dat wereldburgerschap een verplicht onderdeel zou moeten zij n van het curriculum. (Bron cij fers: Hogeling, L. (2012) Leraren & Mondiaal Burgerschap)

Opgroeien als wereldburger Waarom is onderwijs over wereldburgerschap zo belangrijk? Omdat globalisering de wereld waarin kinderen opgroeien steeds ingewikkelder maakt. Culturele, politieke en economische grenzen vervagen. En door migratie wordt de bevolking steeds gevarieerder. Kinderen die deze ontwikkelingen van de lesgevenden in het basisonderwij s

80% vindt wereldburgerschap een belangrij k onderwerp voor het Nederlands onderwij s.

NCDO • ISBN 978 90 74612 25 8 €1 2,95


%

NIEUWS 11

‘JA’ tegen cookies websites NTR Schooltv

Steeds meer leerkrachten kijken via het digibord online naar programma’s en websites van NTR Schooltv, onderdeel van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO). Binnenkort verschijnt er op alle websites van de Publieke Omroep een opvallende balk met de tekst: Accepteert u cookies? Door de cookies te accepteren, zijn de websites en online programma’s van de Publieke Omroep altijd bereikbaar. Als gevolg van de nieuwe cookiewetgeving moet ook de NTR alle bezoekers vooraf om toestemming vragen. Cookies zijn belangrijk voor het functioneren van websites en het meten van bereik, waarover de NPO wettelijk moet rapporteren. Kijk voor meer informatie en voorwaarden op ntr.nl, klik daarna op: ‘algemene voorwaarden’.

foto lilian van rooij

Zeg op

RESPECT De juiste professionele houding tegenover kinderen, maar ook tegenover ouders, collega’s, en directie: het valt te leren. Wat doe je als leerlingen niet naar je luisteren, als een collega heel anders tegen de onderwijspraktijk aankijkt of als je denkt dat een les is mislukt? Hoe ga je om met pesten, een boze ouder of een bezoek van de Inspectie van het Onderwijs? Als stagiaire of (beginnende) leerkracht in het basisonderwijs kun je met nogal wat vragen zitten. Geïnspireerd door het boek De gelukkige klas van Theo Thijssen schreven Marja Veen en Renée Olman Opnieuw de gelukkige klas, waarin je ontdekt en ervaart hoe je elke dag respectvol met kinderen omgaat en met plezier met ze werkt, ook bij tegenslag of problemen. Het is een boek uit de onderwijspraktijk. Het is zeer leesbaar met veel herkenbare voorbeelden en bruikbare tips. De schrijvers hebben ieder meer dan vijfentwintig jaar onderwijservaring van onderbouw tot bovenbouw. www.opnieuwdegelukkigeklas.nl ISBN 978 90 232 5077 7 • € 22,95

Wetenschap in de Winterschool

Op woensdag 30 januari 2013 organiseren Wetenschapsknooppunt Radboud Universiteit Nijmegen een Winterschool, een nascholingsdag wetenschap en techniek en onderzoekend leren, voor leraren uit het basisonderwijs en uit de onderbouw van het vo. Dit jaar is er voor het eerst een aangepast programma voor vo-docenten. Meer informatie en aanmelden via www.wkru.nl


12

Ben jij een onderwijs pionier? MAAK EEN TIJDCAPSULE MET JE KLAS! Dit jaar bestaat het programma Het Klokhuis 25 jaar. Het jubileum gaat op 8 januari van start met twee weken thema-uitzendingen over het verleden en de toekomst onder de titel: Jouw Klokhuis. Jouw Tijd. Het Klokhuis blikt terug met de mooiste fragmenten van de afgelopen 25 jaar en met futurologen en tijdcapsules in Het Klokhuis Tijdlab wordt vooruitgekeken naar de toekomst. Tijdens de 25 jaar Het Klokhuis Live Show op zaterdag 12 januari wordt het startschot gegeven voor Het Klokhuis Tijdcapsuleproject. Voor dat project worden kinderen van 14 tot en met 18 januari opgeroepen hun eigen tijdcapsule te maken en in te sturen naar Het Klokhuis. Kinderen versieren doosjes met daarin toekomstvoorspellingen en spullen of ideeën die ze voor de toekomst willen bewaren. De capsules worden tentoongesteld in Het Klokhuis Tijdlab en 10 jaar in het archief van Beeld en Geluid bewaard. Doe ook mee met je klas! Kijk op www.ntr.nl/hetklokhuis

Tube Your Future

j

Juist leraren hebben goede ideeën om hun school te verbeteren. Het project Onderwijs Pioniers ondersteunt leraren dan ook om innovatieve ideeën over hoe het onderwijs beter kan verder te ontwikkelen én op school te realiseren. Een nieuwe ronde Onderwijs Pioniers gaat nu van start. Twintig leraren(teams) in het voortgezet onderwijs (vo) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo) krijgen de ruimte en gelegenheid om hun eigen werkomgeving te vernieuwen. Leraren krijgen hiervoor een budget en ondersteuning in de vorm van Pioniersdagen, een helpdesk, een netwerk van Pioniers en kans op de Onderwijs Pioniers Trofee. Een versterking voor de school! Tot 31 maart 2013 kunnen leraren(teams) hun idee op eenvoudige wijze inzenden via www.onderwijspioniers.nl. Eind april is duidelijk welke nieuwe Onderwijs Pioniers aan de slag kunnen gaan.

we

Doe mee met je leerlingen aan de Lustrum Editie van Tube Your Future in het kader van profielkeuze of loopbaanontwikkeling en win met je klas de 5e Gouden Walvis Award. Tube Your Future is een wedstrijd voor leerlingen van 3, 4 en 5 havo/vwo. Het is er op gericht leerlingen een eigen beeld te laten creëren van het beroepenveld van bètawetenschap & technologie. De leerlingen interviewen een professional met die achtergrond en monteren dit tot een filmpje. De makers van de beste filmpjes van school komen naar NEMO voor het feestelijke Award Gala. Bekijk het filmpje over Tube Your Future op de website en ben in twee minuten precies op de hoogte hoe je het project voor je leerlingen kunt inzetten. Het project is gratis en je kunt het uitvoeren wanneer het je school uitkomt, als de filmpjes maar voor eind april bij NEMO zijn. Tube Your Future is ontwikkeld en wordt uitgevoerd door Science Center NEMO met ondersteuning van Platform Beta Techniek, Jet-Net en TechniekTalent.nu. www.tubeyourfuture.nl/pagina/docenten

rijd dst !


NIEUWS 13

Wie wordt de sportiefste basisschool van Nederland? De Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding (KVLO) organiseert, in samenwerking met het NOC*NSF, om de twee jaar de verkiezingen voor de Sportiefste basisschool van Nederland. Op 15 mei 2013 worden de volgende verkiezingen gehouden op de Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Amsterdam. De winnende school ontvangt een waardecheque van €5000,-! Alle scholen voor het primair onderwijs in Nederland kunnen deelnemen door hun concreet uitgevoerde plannen met betrekking tot bewegen en sport in te dienen. Scholen die genomineerd zijn, worden uitgenodigd om met een groep van circa 25 leerlingen naar de landelijke finaledag in Amsterdam te komen. Daar worden de schoolleiding, de vakleerkracht en een leerling door een deskundige jury bevraagd. De leerlingen krijgen die dag een zeer aantrekkelijk sportprogramma aangeboden. En de scholen ge-

Oefenbank Examentraining

m

Met de strengere exameneisen is het meer dan ooit van belang dat leerlingen zich tijdig voorbereiden op de school- en eindexamens. Maar de meeste leerlingen raken pas écht gemotiveerd vlak voor de examens. Daarom is het van belang om gedurende het schooljaar voldoende gevarieerd oefenmateriaal te

ven op hun beurt een originele sportieve podiumpresentatie.

Doe mee!

Iedere school kan zich ‘individueel’ aanmelden. Een aantal gemeenten organiseert jaarlijks een verkiezing van de sportiefste basisschool van die gemeente. Voor deze gemeentelijke winnaars zijn een aantal plaatsen gereserveerd. De overige plaatsen zijn voor ‘individueel’ aangemelde scholen. De nominatiecommissie bepaalt welke van de winnende scholen naar de finaledag in Amsterdam mogen komen. Doe mee en stuur het aanmeldingsformulier (te downloaden op www.kvloschoolsport.nl) voor 15 maart 2013 in. Aan deelname zijn geen kosten verbonden. Naast de eretitel zijn er aantrekkelijke prijzen te verdienen. De eerste prijs is een waardecheque van €5000,-. De andere genomineerde scholen ontvangen een waardecheque van €1000,-.

bieden van het juiste niveau. ThiemeMeulenhoff, uitgever van de Examenbundels, biedt daarom Oefenbank Examentraining, waarmee de docent zelf een training op maat kan maken. Die kan bestaan uit oefenvragen, oriëntatietoetsen en examens. De docent kan per leerling een keuze maken in niveau, lengte en onderwerpen van de opgaven en zo een gevarieerde examentraining samenstellen om leerlingen te motiveren om te blijven oefenen. Oefenbank Examentraining bestaat uit een schoollicentie per vak (aangeboden per niveau en per schoollocatie) voor vmbo-gt, havo en vwo. Collega-docenten in hetzelfde vak, op dezelfde school, kunnen gebruikmaken van deze schoollicentie. Met de Examenbundels en Samengevat kunnen leerlingen zich ook thuis goed voorbereiden op het examen. Juist door zowel in de klas als thuis te oefenen met gevarieerd examenoefenmateriaal, raken zij meer en meer vertrouwd met de examenopgaven en worden zij maximaal voorbereid op het examen. Meer informatie: www.thiememeulenhoff.nl


‘Ambities realiseren’ op de NOT 2013

14

Als professional in het onderwijs mag je de Nationale Onderwijstentoonstelling 2013 niet missen! Multimediale ontwikkelingen, veiligheid, nieuwe relevante software, ‘groen’ onderwijs en hoe om te gaan met multitaskende leerlingen en infobesitas… De NOT kent de trends en na één bezoek ben je weer helemaal bij. Het thema van dit jaar is ambities realiseren. Nieuw op de NOT is de Innovatieroute. Er zijn drie verschillende routes, een po-, een vo- en een mbo-route waar exposanten hun innovaties presenteren. Zo ben je als professional snel op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op je vakgebied. Enkele andere nieuwe onderdelen zijn Open Podium bouw, facilitair en inrichting, de groene route, de Opleiding- en trainingsroute, de onderwijs op maat route en het Young Professional Programma. Meer informatie is te vinden op www.not-online.nl. Alvast een route uitstippelen? Dat kan met de NOT 2013 BeursApp, te downloaden via www.not-online.nl.


15

Techniek

in de spotlights op de

NOT Academie Als de gootsteen lekt bel je een loodgieter, als de stroom uitvalt een elektricien en met een lekke band loop je naar de fietsenmaker. Het lijkt heel vanzelfsprekend, maar of dat zo blijft is maar de vraag. Als de huidige trends doorzetten, zijn dit binnenkort uitgestorven beroepen. Wat wordt er gedaan om techniek te promoten en hoe gaat het onderwijs hierop inspelen?

t

tekst albert lubberink | beeld robert aarts

Technisch werk is er genoeg, maar bijna niemand kiest ervoor. Hoe komt het dat er zo weinig belangstelling is voor technische beroepen? Wordt techniek wel gepromoot? Hoe speelt het onderwijs hier op in? Deze en andere actuele onderwerpen komen aan de orde tijdens de NOT Academie, sinds vorig jaar onderdeel van de NOT. De Nationale Onderwijstentoonstelling is van 22 tot en met 26 januari 2013 te bezoeken in de Jaarbeurs in Utrecht. PrimaOnderwijs neemt vast een voorproefje.

Trends ‘Technische beroepen hebben een slecht imago’, vertelt Sake Wagenaar, onderzoeker bij technisch kenniscentrum Kenteq. Kenteq volgt ontwikkelingen op de arbeidsmarkt op de voet om de aansluiting tussen bedrijf en beginnend vakman zo goed mogelijk te maken. ‘Technische beroepen hebben de naam dat ze fysiek zwaar zijn en lage salarissen kennen.’ Wagenaar kaart daarmee direct een van de kernproblemen van het imago van technische beroepsopleidingen aan. ‘Dit beeld is echter allang achterhaald. Maar werken met de handen staat nu eenmaal lager aangeschreven dan werken met het hoofd, dus het imago is hardnekkig. Het gevolg is dat schoolafdelingen voor technische opleidingen steeds kleiner worden en gaan sluiten. Daardoor wordt de reisafstand tot de afdelingen die nog wel open zijn groter en daalt de animo. Er is een neerwaartse spiraal inge-


16

bron: de arbeidsmarkt naar opleiding en beroep (roal, 2011)

zet. Dat betreuren we en via TechniekTalent werken we eraan die spiraal te stoppen.’ (TechniekTalent is exposant op de NOT 2013, red.) Ook ziet Wagenaar dat de belangstelling in stedelijke gebieden lager is dan op het platteland. ‘In steden zie je een sterkere groei van scholieren die voor mavo en havo kiezen en uiteindelijk in een niet-technisch beroep terechtkomen. De precieze oorzaak van dit verschil is niet bekend.’

Alle sectoren

worden op techniek. Je kunt zeggen dat je een hangar veegt, maar je kunt ook zeggen dat je meehelpt mensen op de maan te zetten, door de hangar goed schoon te houden. We willen graag een duurzame samenleving en verantwoord ondernemen, sla er maar een willekeurig politiek partijprogramma op na. Iedereen is voor. Maar die duurzame samenleving kan alleen worden gerealiseerd als er voldoende technici zijn. Duurzaamheid leunt zwaar op techniek.’

De overheid heeft in april 2012 een Masterplan gelanceerd dat de keuze voor technische beroepen moet stimuleren. Dat is hard nodig. De cijfers zijn indrukwekkend en beangstigend tegelijk. Tussen nu en 2016 ontstaat een tekort van ongeveer 170.000 technici. De belangrijkste oorzaken: een groot aantal vakmensen gaat met pensioen en er zijn te weinig jongeren die een technisch beroep kiezen. In alle sectoren ziet men een toenemend tekort aan afgestudeerden met een bèta-opleiding. Hun aantal moet de komende jaren fors omhoog, staat in het plan. Gebeurt dat niet, dan dreigt er een schrijnend tekort aan goedopgeleide technici. Om alle technische vacatures te kunnen invullen, moeten 26 van de 100 studenten kiezen voor techniek. Op dit moment zijn dat er 16 van de 100.

Doorlopende leerlijn

Trots op techniek

Femme Tech

‘De techniek is een kansrijke sector met veel baanzekerheid’, bevestigt Jos Kleiboer, voorzitter van TechniekTalent. ‘Juist door de crisis zouden meer mensen voor techniek moeten kiezen. Maar niet alleen die baanzekerheid mag een drijfveer zijn. Ons hele leven is ingericht rondom techniek. We gebruiken dagelijks allerlei techniek en we willen graag dat die werkt. Daar zijn mensen voor nodig en dat beseffen we te weinig. Het nut van een technisch beroep is groot, terwijl de techniek juist vaak onzichtbaar is.’ Over het imagoprobleem zegt Kleiboer: ‘We doen te snel minderwaardig over technische beroepen. We moeten weer trots

Vrouwen vormen een bijzondere groep. Zij zijn in technische beroepen ondervertegenwoordigd. Dat kan anders. Femme Tech, onderdeel van TechniekTalent, zet zich daar voor in. Jos Kleiboer: ‘Generaliserend kun je zeggen dat vrouwen juist heel geschikt zijn voor technische beroepen. Ze zijn preciezer, hebben meer geduld en zijn zeer gemotiveerd kwaliteit te leveren. Traditioneel kiezen vrouwen voor verzorgende beroepen of een functie met veel menscontacten. Ook in verzorgende beroepen gaat techniek een steeds grotere rol spelen. Denk, andersom, aan servicemonteurs die óók over goede sociale vaardigheden moeten beschikken.’

In de kabinetsreactie op het eerder genoemde Masterplan staat: ‘Het is een goede zaak dat bedrijven al in het primair onderwijs betrokken zijn bij scholen, om zo bij te dragen aan de vorming van de technische belangstelling van jongeren. Dat werkt later drempelverlagend.’ In het basisonderwijs is inderdaad veel aandacht voor techniek. Er gaan enorme bedragen naar allerlei prachtige projecten waar leerlingen vol enthousiasme aan meedoen. Toch ebt de belangstelling in het voortgezet onderwijs snel weg. Hoe komt dat? Volgens Jos Kleiboer heeft dat te maken met het ad hoc-karakter van die projecten. ‘Het zijn extraatjes, een soort schoolreisjes. Ze tellen niet mee voor de CITO-toets of een schoolkeuze. Een doorlopende leerlijn zou mooi zijn.’


17


18

Meer weten over de mogelijkheden van ict voor passend onderwijs? Bezoek de Kennisnet-stand op de NOT of kijk op kennisnet.nl/passendonderwijs

Hoe Adam zijn draai vond in de klas Een laptop als hulpmiddel voor passend onderwijs


OT of wijs

19

Ik stel u voor aan Adam, bijna 10 jaar. Hij zit in groep 6 op basisschool de Kameleon in Maarssen. Adam is een leuk joch: aardig, vrolijk, enthousiast, behulpzaam en levendig. Héél levendig. Het gaat inmiddels erg goed met Adam, ook op school, maar dat heeft heel wat voeten in aarde gehad.

i

tekst carla desain | beeld hes van huizen

In de dagelijkse gang van zaken binnen school bleek het soms moeilijk om te gaan met zijn enorme levendigheid. Er waren dagen dat Adam meer op of onder zijn tafeltje zat dan eraan. Zijn impulsiviteit zorgde bijna dagelijks voor conflicten met klasgenootjes. Opdrachten van de juf vond hij heus wel interessant, maar hij was zó snel afgeleid dat het voor hem moeilijk was om tot zijn werk te komen, behalve als de juf naast hem kwam zitten. Dat deed ze ook vaak, maar de andere 21 kinderen in de klas hadden ook haar aandacht nodig. Opdrachten waarbij een uitgebreid geschreven antwoord gevraagd werd, waren voor Adam al helemaal een crime: het lukte hem niet om tegelijkertijd te letten op de inhoud van zijn antwoord en op netjes schrijven van de letters en ook nog op een redelijk vlot tempo. Hij vond dat frustrerend en werd er extra onrustig van. Op gegeven moment rees de vraag of de school wel voldoende kon bieden voor Adam. Het was een pittige opgave zo, vooral voor hemzelf, maar ook voor de juf en zijn klasgenootjes.

Structuur In groep 2 – de diagnose ADHD was inmiddels gesteld – is er een ambulant begeleidster bij betrokken. Haar werd gevraagd mee te denken hoe Adam kon worden ondersteund en hoe de leerkracht kon worden ontlast. Allerlei maatregelen werden ingevoerd: veel structuur in de schooldag, met een duidelijke dagindeling, het vooraf bespreken van de nieuwe leerstof, het beperken van zijn taken en een rustige eigen (werk)plek in de klas. Daarnaast kreeg Adam medicatie om de top van zijn hyperactiviteit af te halen. Het bleek niet genoeg, Adam had iets nodig om hem extra structuur te geven op moeilijke momenten.

Laptop Hier bracht ict uitkomst: Adam kreeg een eigen laptop in de klas – gefinancierd uit de ‘rugzak’. Er kwamen heldere afspraken. Adam hoefde stelopdrachten niet meer

met de hand te schrijven, maar mocht ze in Word op zijn laptop tikken en eventueel printen. Na de klassikale instructie ging hij achter zijn laptop zelf aan de slag met het oefenprogramma dat de juf voor hem klaar had gezet. Ze hielp eerst de rest van de klas op gang en kwam daarna Adam de instructie geven die hij nodig had. Dit bleek een gouden greep. Adam vond het erg prettig zich in alle rust achter zijn laptop terug te kunnen trekken om zijn taken te doen. Dit bood hem structuur. Hij kon zich op opdrachten via het scherm veel beter focussen, zeker als hij ook zijn koptelefoon opzette. Zo kwam hij met zijn werk makkelijker op gang en was niet meer zo snel afgeleid. Hij vond het echt fantastisch om zijn sommetjes en zijn spellingsoefeningen op de computer te maken. Het feit dat hij niet het overzicht hoefde houden over een werkboek en een schrift en zich niet druk hoefde te maken over de vorm van de letters, bracht hem rust. De stress ging ervan af en het kwam zijn zelfvertrouwen ten goede. In tijden dat het in de klas wat rommeliger was dan anders, tegen Sinterklaas of Kerst of aan het eind van het schooljaar, kon Adam achter zijn laptop even uit de drukte zijn. Dan zette de leerkracht ook ontspanningstaken op de laptop in Adams dagprogramma, educatieve spelletjes bijvoorbeeld. De leerkracht kon zo meer aandacht aan de andere kinderen besteden. De computer hield Adam al bij zijn taak, dat hoefde de juf niet meer steeds te doen. Ze kon haar momenten om hem te begeleiden nu beter zelf kiezen, ongeveer elk kwartier in plaats van elke drie minuten. In groep 5 en in het begin van groep 6 maakte de laptop consequent deel uit van Adams dagprogramma in de klas.

Ontwikkeling Inmiddels heeft Adam door de intensieve begeleiding een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Het gaat nu zó goed met hem, dat hij de afzondering achter zijn laptop niet steeds meer nodig heeft. Een groot deel van de tijd kan hij nu in zijn groepje met andere kinderen zitten werken. De juf geeft hem extra aandacht in dat groepje. Voor stelopdrachten kruipt hij nog wel achter zijn eigen laptop. En soms mag hij als beloning een computerspelletje doen. Dit artikel is begin december 2012 geschreven. Adam en zijn juf hadden hun handen – en hun hoofd – te vol aan de Sinterklaasdrukte om een journalist te woord te kunnen staan. Dit portret is daarom geschetst door Madelène Elmes, ambulant begeleidster van de Fritz Redlschool. Zij werkte met Adams leerkrachten, de intern begeleider van de Kameleon en zijn ouders samen aan deze oplossing die echt passend was voor Adams onderwijsbehoeften.


20

Informatiepunt Onderwijs en Talentontwikkeling

SLO brengt talent s De aandacht voor (hoog)begaafdheid en excellentie in Nederland is de afgelopen jaren in een stroomversnelling gekomen. Vooroordelen over begaafdheid als ´luxeprobleem´ zijn verdrongen door het inzicht dat het voor iedereen een gemis is als talenten onbenut blijven. ‘In onze kenniseconomie hebben we al het talent hard nodig’, zegt Nora Steenbergen (SLO). ‘Maar uit diverse onderzoeken blijkt dat we het potentieel lang niet altijd benutten.’

d

tekst suzanne visser | beeld jan schartman, istockphoto

De Onderwijsraad constateerde vorig jaar dat Nederland relatief weinig excellent presterende leerlingen heeft. Dat geeft te denken, want talent is er natuurlijk wel. Om en nabij 2,5 procent van alle leerlingen heeft een IQ boven de 130 en nog veel meer leerlingen hebben de potentie om in een of meer vakgebieden uit te blinken. Nora Steenbergen schat dat dit laatste een op de tien leerlingen per vakgebied betreft. Nog groter dan het verlies voor de samenleving is het verlies voor de leerlingen persoonlijk. Voor (hoog)begaafde leerlingen is leren vaak niet meer dan ‘laten zien wat je al kunt’. Ze missen de uitdaging en de aansluiting met hun medeleerlingen. Een aanzienlijk aantal gaat onderpresteren. ‘Toch hebben ook deze leerlingen recht op passend onderwijs’, zegt Steenbergen. ‘Steeds meer scholen zien dat in en werken aan een passend aanbod. Als dat lukt, geeft het veel voldoening. Het raakt je als je leerlingen die het helemaal niet meer zagen zitten, weer ziet opbloeien.’

Zelfgekozen verbredingstraject Op het Stedelijk Gymnasium Nijmegen zijn (hoog)begaafde leerlingen al veel langer in beeld als een groep die aandacht behoeft. Hier werken groepen eersteklassers aan een zelfgekozen verbredingsproject. Ze kiezen een onderwerp, maken een onderzoeksopzet en werken die gedurende een of meer schooljaren uit, waarbij ze ondertussen veel leren over studievaardigheden. Minimaal twee uur per week besteden ze aan hun project. Dat gebeurt onder schooltijd, tijdens lesuren van vakken waarvan ze wel een uurtje kun-

Nora Steenbergen (l) en Anne-Marie Boers-Müller (r) nen missen. De praktijk wijst uit dat de leerlingen verantwoord met deze vrijheid omgaan. Het project is een van de manieren waarop het Stedelijk Gymnasium Nijmegen wil voorkomen dat hoogbegaafde leerlingen later in hun schoolloopbaan gaan onderpresteren of vastlopen. ‘Tijdig signaleren is de sleutel’, zegt AnneMarie Boers-Müller (SLO), Om en nabij tot voor kort verbonden aan de Nijmeegse school. ‘Dat 2,5 procent van begint met deskundigheidsalle leerlingen bevordering van docenten. heeft een IQ Maar dan nog blijft het lastig: boven de 130 vakdocenten zien de leerlingen een paar uur per week, daarmee pik je de leerlingen met wie het mis kan gaan er niet op tijd uit.’ Daarom worden alle eersteklassers van het Stedelijk Gymnasium Nijmegen tijdens de eerste proefwerkweek in oktober gescreend op intelligentie, motivatie en welbevinden. Als de uitkomsten daar aanleiding toe geven, worden ze uitgenodigd mee te doen aan het verbredingsprogramma of aan een programma voor onderpresteerders. In totaal doet 10 tot 15 procent van de leerlingen aan het verbredingsproject mee.


21

t samen! r (r)

Het informatiepunt is vertegenwoordigd op de NOT b캐 stand A042.


22

Het Stedelijk Gymnasium Nijmegen heeft de afgelopen jaren in rap tempo gezelschap gekregen van andere scholen die beleid voor talentontwikkeling zijn gaan maken. Onder het laatste kabinet-Balkenende werd besloten hiervoor drie jaar lang geld te geven aan 350 basisscholen, verdeeld over 28 projecten. Ook het kabinet-Rutte zette met de actieplannen Basis voor Presteren en Beter Presteren in op excellentie.

Wat maakt jou als leerkracht hoogbegaafd proof? In het basisonderwijs zijn bovenschoolse plusklassen inmiddels geen uitzondering meer. Steeds meer basisscholen bieden (hoog)begaafde leerlingen ook in de gewone lessen meer uitdaging. En in het hele land zijn Leonardoscholen als paddenstoelen uit de grond geschoten. Ook in het voortgezet onderwijs bieden veel scholen tegenwoordig iets extra’s: van verbredingsproject tot technasium, van vwo-extra tot tweetalig onderwijs, met hier en daar aparte stromen voor hoogbegaafde leerlingen. ‘We zijn de pioniersfase nog niet helemaal ontstegen’, oordeelt Steenbergen desondanks. ‘Begaafdheid en excellentie zitten bijvoorbeeld nog niet standaard in het programma van de lerarenopleidingen. Wel kunnen docenten inmiddels terecht bij diverse meerjarige opleidingen voor de begeleiding van (hoog)begaafde leerlingen. Verder zijn er bloeiende netwerken van begaafdheidscoördinatoren waarin veel kennis en ervaring wordt gedeeld.’ In totaal hebben de netwerken al vijfhonderd leden, al zitten die voornamelijk in het basisonderwijs.

Eén adres voor talent Om de groeiende hoeveelheid informatie, materiaal en deskundigheid te stroomlijnen, is bij SLO sinds 1 januari het Informatiepunt Onderwijs & Talentontwikkeling gevestigd. Het is de voortzetting van de aparte informatiepunten voor het primair- en voortgezet onderwijs die respectievelijk bij SLO en CPS waren ondergebracht. Nora Steenbergen (primair onderwijs) en Anne-Marie Boers-Müller (voortgezet onderwijs) van SLO zijn de projectleiders. Het informatiepunt werkt onder meer samen met School aan Zet, een driejarig programma dat de brug slaat tussen beleid van OCW en de praktijk op school. School aan Zet helpt scholen om vanuit hun eigen ambities te werken aan betere onderwijsopbrengsten. (Hoog)begaafdheid en excellentie is een van de thema’s. De taak van het informatiepunt is om doelen, inhouden en schoolbeleid op het gebied van (hoog)begaafdheid te verzamelen, valideren en verspreiden. Daarnaast maken de medewerkers informatie toegankelijk voor verschillende

doelgroepen en slaan ze waar mogelijk bruggen tussen partijen. Dit najaar heeft het informatiepunt bij scholen gepeild waar ze de meeste behoefte aan hebben. Die uitkomsten bepalen mede het uiteindelijke activiteitenaanbod. Tegelijkertijd geeft dit onderzoek een goed beeld van de stand van zaken op de scholen wat betreft talentontwikkeling en excelleren. De gegevens worden momenteel uitgewerkt; deelnemende scholen ontvangen binnenkort een verslag. Ook is het rapport dan te downloaden bij het informatiepunt.

Voor iedereen Een verschil met vroeger is dat iedereen bij het nieuwe informatiepunt terecht kan: niet alleen leraren, schoolbestuurders en ontwikkelaars, maar ook leerlingen en ouders. Afhankelijk van hun informatiebehoefte kunnen zij bellen naar de helpdesk, zich abonneren op digitale nieuwsbrieven, de grote, interactieve website bezoeken of bijeenkomsten en conferenties bijwonen. Daaronder valt ook de landelijke, internationale conferentie over (hoog)begaafdheid. Verder blijven de landelijke en regionale netwerkdagen voor begaafdheidscoördinatoren bestaan, en worden deze uitge-


23

breid van het basis- naar het voortgezet onderwijs. Het kloppend hart van het informatiepunt bevindt zich op internet. Www.infohoogbegaafd.nl (vanaf de NOT te benaderen via de nieuwe naam www.talentstimuleren.nl) is een internetportaal met verschillende ingangen: op thema, op doelgroep, op deskundigheid, op school, enzovoort. Er is informatie te vinden over hoogbegaafdheid en excellentie, maar ook over de digitale leeromgeving Acadin en over leermiddelen (gelinkt aan het Leermiddelenplein, waar ervaringsinformatie te vinden is). Belangstellenden kunnen hun interesses aanvinken en worden dan in digitale nieuwsbrieven op de hoogte gehouden van voor hen relevante berichten. Scholen kunnen voorbeeldmateriaal downloaden, evenals kant-en-klare tools en instrumenten die handig zijn bij de dagelijkse begeleiding van (hoog)begaafde leerlingen. Boers-Müller: ‘Op de site staat bijvoorbeeld een vragenlijstje rond de meervoudige intelligenties van Gardner. Dat kan zinvol zijn voor een mentor die even met een vastgelopen leerling in gesprek is. Maar ook het logboek dat de leerlingen van het Stedelijk Gymnasium Nijmegen bij hun verbredingsproject gebruiken, is er te vinden. Evenals een artikel van Jan van Os

van het Stedelijk Gymnasium Schiedam over de vraag: wat maakt jou als leerkracht hb-proof? Heel praktisch dus. Geen enkele school zal instrumenten van een andere school zomaar overnemen, maar je kunt er wel je voordeel mee doen. Het scheelt als je niet zelf het wiel hoeft uit te vinden.’

Informatie plaatsen Voor onderwijsprofessionals biedt de site nog iets extra’s: zij kunnen een uitgebreid profiel aanmaken waarmee zij op een besloten gedeelte kunnen inloggen. Bezoekers met een uitgebreid profiel kunnen zelf informatie over hun school plaatsen, zelfgemaakt materiaal delen en soortgelijk materiaal van andere scholen downloaden. Om de kwaliteit te waarborgen, wordt deze informatie eerst wel door het informatiepunt gescreend. Op het besloten deel van de site hebben ook diverse werkgroepen een eigen ontmoetingsplaats. Het gaat om netwerken van begaafdheidscoördinatoren, schoolbegeleidingsdiensten, ouderbelangenverenigingen, particuliere praktijken en psychodiagnostici. Zij kunnen onderling vrij informatie en materialen uitwisselen.


Stand D068 in hal 7.

9 redenen om Eromes te bezoeken op de NOT 2013! ■ 200 m2 inrichtingsinspiratie ■ Producent, inrichter en meedenker ■ Workshop “inrichten met kleur” ■ Workshop “zit je wel goed?” ■ Rondom het Studieplein Nieuw ■ Leerlingstoel op F6 gelijke hoogte Nieuw ■ In hoogte verstelbare docententafel Nieuw ■ De schone kantine ■ Een gastvrije ontvangst

Gratis toegang? Schrijf u nu in op: www.eromes.nl


Ontdek techniek Van 4 t/m 15 februari is er weer volop aandacht voor techniek. Dit gebeurt onder de noemer Xperiment 2013. schooltv.nl/xperiment


Koekeloere

Vanaf 9 januari elke woensdag om 9.00 uur. Kijk ook op: schooltv.nl/koekeloere

Schooltv brengt de wereld in de klas Of het nu gaat om Nieuws uit de Natuur of actu­ aliteiten uit de wereld om ons heen, Schooltv laat zien wat er gebeurt. Dat gaat steeds vaker online via schooltv.nl/schooltvgemist De wereld van wetenschap en techniek blijft ­fascinerend. Daarom besteedt Schooltv van 4 t/m 15 februari weer ruimschoots aandacht aan techniek. Dit gebeurt onder de noemer Xperiment

2013. De week erna, in de voorjaarsvakantie, ­organiseren weten­ schaps­musea en science centra activiteiten die naadloos aansluiten bij Koekeloere, Huisje Boompje Beestje, Nieuws uit de Natuur en het Schooltv-weekjournaal. Kijk ook op: schooltv.nl/xperiment

Vanaf 9 januari elke woensdag om 9.15 uur. Kijk ook op: schooltv.nl/hbb

Huisje Boompje Beestje


Van 22 t/m 26 januari 2013 kunt u weer een bezoek brengen aan de Nationale Onderwijs Tentoonstelling in Utrecht. Ontdek het veelzijdige aanbod van NTR Schooltv op standnummer 11.E016.

Vanaf 11 januari elke vrijdag om 10.30 uur. Alle uitzendingen zijn live te zien op internet: schooltv.nl/nieuwsuitdenatuur

Nieuws uit de Natuur


Vanaf 11 januari elke vrijdag om 11.00 uur. Alle uitzendingen zijn live te zien op internet: schooltv.nl/schooltvweekjournaal

Gloednieuwe verkeersclips Naast de verkeersclips kun je alle 3.500 clips uit de Schooltv-beeldbank op je mobiel of tablet bekijken m.schooltvbeeldbank.nl

Verkeersquiz ook online spelen Ga naar: schooltvbeeldbank.nl en klik daarna op de tab ‘Plus’. Een leuke en leerzame test voor het verkeersexamen.


VERRIJKING 29

Beleef politiek met de hele klas! ProDemos heeft een nieuwe Kinderkrant ontwikkeld die aansluit op het boek Groep acht aan de macht van Jacques Vriens. In dit boek laat K IN D E R K R A NT Meester Mario zijn groep acht een eigen klassenregering vormen. GROEP ACHT

BOEK

m

AAN DE MACH

T

WEETJES

OPDRACHTEN

PUZZELS

beeld: annet schaap

Met behulp van de Kinderkrant kan in de les op een leuke manier de politiek behandeld worden. Jacques Vriens wist in zijn boek al op heldere manier ‘democratie’ begrijpbaar te maken voor kinderen. In de Kinderkrant wordt hier nog dieper op ingegaan waardoor de hele klas er bij betrokken wordt. De Kinderkrant Groep acht aan de macht telt acht pagina’s met onder meer aandacht voor; Hoe richt je een partij op? Hoe werkt de échte Tweede Kamer? Wat doet de regering? Wat is persvrijheid? Wat zijn belastingen? Jacques Vriens over zijn boek: ‘Het is onmogelijk om met ruim zestien miljoen tegelijk een land te besturen. Daarom kiezen we mensen die dat namens ons mogen doen. En als die het niet goed doen, kunnen we ze na een paar jaar wegsturen. Dat is democratie en ik vind dat de beste manier om een land te besturen. Maar dan moeten mensen wel goed opletten wie ze kiezen. Daarom wilde ik het boek Groep acht aan de macht schrijven: om te laten zien hoe onze democratie werkt en dat het belangrijk is om je best ervoor te doen.’ www.primaonderwijs.nl/prodemos

GROEP ACHT AAN “Mensen mopper en heel vaak op onze regering het is onmoge lijk om met ruim , maar zestien miljoen lijk een land te besturen. tegeDaarom kiezen die dat namens we mensen ons goed doen, kunnen mogen doen. En als die het niet we ze na een Dat is democra paar jaar wegstur tie en ik vind en. dat de beste manier om

DE MACHT een land te besturen . Maar dan moeten goed opletten mensen wel wie ze kiezen. Daarom wilde Groep acht aan ik het boek de macht schrijve n: om te laten hoe onze democra zien tie werkt en dat het belangr je best ervoor ijk is om te doen.”

rant De Kinderk an de a t Groep ach ls te bes llen a macht is te n re la p m e 35 ex pakket van ocenten(inclusief d g). handleidin kost Een pakket €43,-.


30

In het ziekenhuis naar school

Ik vind het heel goed dat je hier naar school kunt, anders is de kans groot dat je blijft zitten


INSPIREREND 31

Het Utrechtse Wilhelmina Kinderziekenhuis heeft zijn eigen school voor kinderen die lang in het ziekenhuis liggen. Alles is erop gericht om de ontwikkeling van de kinderen in het ziekenhuis zo gewoon mogelijk door te laten gaan. Onderwijs neemt dan ook een belangrijke plaats in in het dagprogramma van de kinderen. Maar het gaat er wel anders aan toe dan op hun eigen school.

d

tekst leo vleeshouwers | beeld de kinderen op deze foto’s zijn niet de kinderen genoemd in het verhaal.

De school in het Wilhelmina Kinderziekenhuis – in de wandelgangen meestal de WKZ–school genoemd – is kleiner dan de kleinste dorpsschool. In drie leslokalen zitten basisschool en middelbare school bij elkaar. En in het midden van elke klas staan slechts een paar tafels. Bezoekers zijn vaak verrast dat in de WKZ–school tien leerkrachten werken. Dat lijkt veel voor zo’n kleine school. Maar als de schooldag ‘s morgens begint, zoeken slechts een paar leerkrachten de klaslokalen op. De rest zwermt uit over het ziekenhuis. Omdat de meeste kinderen niet van hun kamer af mogen, krijgen ze les aan bed. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer ze erg weinig weerstand hebben tegen infecties. In dat geval komt de docent van de WKZ–school langs met een schort, mondkapje en handschoenen. Elk kind krijgt één uur school per dag. Dat lijkt weinig, maar de lessen zijn altijd individueel of in kleine groepjes. Het voordeel van deze kleinschalige aanpak is dat de docenten persoonlijke aandacht aan de leerlingen kunnen besteden. Daardoor kun je in één lesuur veel doen. De dertienjarige Yasmina beaamt dat. Ze lag een maand in het ziekenhuis, maar is toch overgegaan: ‘Ik vind het heel goed dat je hier naar school kunt, want anders is de kans groot dat je blijft zitten.’

Nazorg De eigen school van de kinderen bepaalt waar ze in het ziekenhuis aan werken. De docent van de WKZ– school neemt altijd contact op met de leerkracht of de mentor van de leerling. Ze spreken af hoe de onder-


32 wijstijd in het ziekenhuis besteed wordt. Een handelingsplan is hiervoor een te groot woord: vaak voldoet het om af te spreken dat de leerling zijn klas probeert bij te houden in de belangrijkste vakken. Als de leerling weer naar zijn eigen school teruggaat, levert de WKZ–school nazorg. ‘We hebben vanzelfsprekend veel ervaring met ernstig zieke kinderen in het onderwijs’, vertelt directeur Berry Dekkers. ‘Terwijl een gewone school bijvoorbeeld eens in de dertig of veertig jaar een leerling met leukemie heeft, heeft de WKZ–school die elke dag. Ook nadat de kinderen uit het ziekenhuis zijn, vragen ze vaak nog extra aandacht. Daarover informeren we hun school uitgebreid.’

Scholen blijven verantwoordelijk Scholen blijven verantwoordelijk voor het onderwijs, ook als een leerling vanwege ziekte een lange tijd afwezig is. Dat is vastgelegd in de wet. Vaak is dat lastig voor de school. Het ministerie van Onderwijs biedt daarom een paar handreikingen. Zo bekostigt het ministerie onderwijsvoorzieningen in alle universitaire ziekenhuizen. De WKZ–school is dan ook niet enig in zijn soort, in elk universitair medisch centrum kunnen kinderen naar school.

ONDERWIJS AAN ZIEKE LEERLINGEN • De Wet Onderwijs Ondersteuning Zieke Leerlingen regelt de verantwoordelijkheid van scholen voor het onderwijs aan hun zieke leerlingen en de ondersteuning daarbij door de Consulenten Onderwijsondersteuning Zieke Leerlingen. • De consulenten werken bij de Educatieve Voorzieningen in de Universitair Medische Centra en bij de Onderwijsadviesbureaus. • De onderwijsondersteuning kan variëren van het organiseren van vervangende lessen als de leerling thuis of in het ziekenhuis is tot het begeleiden van scholen en leerlingen bij het vormgeven van een aangepast lesprogramma op school. • Consulenten geven ook informatie en advies over de gevolgen van ziek zijn voor het onderwijs. www.ziezon.nl

In het uur school kun je laten zien wat je nog wél kunt Volgens de letter van de wet is de WKZ–school geen school. De leerlingen blijven ingeschreven op hun eigen school. Alleen draagt die school het lesgeven tijdelijk over aan de leerkracht in het ziekenhuis. In officiële stukken heet de WKZ–school ‘Educatieve Voorziening’ en de docent ‘consulent’. Maar omdat niemand deze benamingen kent, worden ze tegenover ouders en kinderen nooit gebruikt.

Zelfvertrouwen De eerste reactie van vrijwel iedereen is: moet je zieke kinderen niet met rust laten totdat ze beter zijn? Als kinderen met griep onder de wol liggen, is dat beslist waar. Maar voor veel kinderen in het ziekenhuis is het anders. De meeste leerlingen van de WKZ–school hebben een chronische ziekte. Dat betekent dat artsen veel doen om de negatieve gevolgen te onderdrukken of te verlichten, maar de ziekte niet kunnen genezen. De kinderen moeten de ziekte daarom een plaats geven in hun leven. Ook in hun schoolcarrière. En die gaat gewoon door in het ziekenhuis. Er zijn meer goede redenen om chronisch zieke kinderen les te geven. Kinderen kunnen door hun ziekte zelfvertrouwen en veiligheid kwijtraken. School kan ze daar iets van teruggeven. Berry Dekkers: ‘In het ziekenhuis is de hele dag door ieders aandacht gericht

op wat er niet goed met je gaat. En er gebeuren nare en angstige dingen die je niet kunt tegenhouden. In het uur school kun je laten zien wat je wél nog presteren kunt. Én het is een uurtje waarin er geen dokter langskomt en je ongestoord aan het werk kunt zijn met vertrouwde spullen en vertrouwde bezigheden.’

Geen klasgenoten Op één vlak kan de WKZ–school de eigen school van de kinderen onmogelijk evenaren: er zijn geen klasgenoten. Yasmina is blij met de WKZ–school, maar vindt het jammer dat ze haar vriendinnen niet ziet: ‘Ik mis het geklets tussen de lessen en de leuke dingen die we doen.’ Annechien Kuis, docente van de WKZ–school, herkent dat. Als ze het lesrooster opmaakt, vormt ze daarom bij voorkeur kleine groepjes: ‘Individueel zijn ze rustig, timide soms. Maar zet een paar kinderen bij elkaar en je ziet gelukkig meteen weer dat het jonge honden zijn.’


inspirerend 33

Flexibiliteit is een belangrijke eigenschap van de docent in het ziekenhuis. Niemand kijkt ervan op als een middelbare schooldocent tafels oefent met een jongen uit groep 4. Er zijn leerkrachten voor het primair onderwijs en leerkrachten voor het voortgezet onderwijs, maar iedereen springt bij waar het nodig is. Je moet kunnen schakelen van groep 1 naar groep 8, van brugklas vmbo naar examenklas vwo. Ook emotioneel moet de leerkracht snel kunnen schakelen. In het ziekenhuis is er geen kind zonder zorgen of verdriet en de leerkracht wordt daar regelmatig deelgenoot van. Annechien Kuis: ‘Dat raakt je soms echt. Maar je volgende leerling mag daar geen last van hebben. Ook die heeft recht op je volledige aandacht. Daarom moet je tussen twee lessen weleens een knop omzetten.’ En af en toe is de docent ineens vertrouwenspersoon. Omdat er geen nadruk op ligt, blijkt school voor sommige kinderen de ideale omgeving om aan te kaarten wat hun dwarszit. Kuis: ‘De geschiedenisboeken lagen

net open en toen kreeg ik de vraag: Ben jij bang voor de dood? Hij kwam van een jongen uit de brugklas die een stamceltransplantatie onderging, een behandeling die veel risico met zich meebrengt. We hebben in de les samen een brief geschreven aan zijn stamceldonor. Ik kreeg laatst trouwens een dolenthousiaste e-mail van deze leerling: hij was geslaagd voor zijn eindexamen.’

Afscheid nemen Iedere dag worden er kinderen in het ziekenhuis opgenomen en gaan anderen weer met ontslag. Waarschijnlijk zijn er gedurende het schooljaar geen twee dagen waarop het leerlingenbestand van de WKZ– school exact gelijk is. De leerkrachten moeten daarom vaak kennismaken én afscheid nemen. Afscheid nemen heeft vaak twee kanten. Kuis: ‘Wat altijd overheerst is dat je blij bent voor een leerling die naar huis mag. Maar als er een goede band ontstaan is, kun je kinderen wel echt missen.’


ie Ververs Award ins pir at i e ide Prijs voor inspirerende toek eën om st ond er w onderwijsvisies ijs pri js vis

€5

.00

0

Wat vind jij de moeite waard

om te leren?

Veelal gaat onderwijsvernieuwing over de hoe-vraag: hoe kunnen we anders lesgeven of leren? De Ververs Foundation en SLO zijn allebei geïnteresseerd in de wat-vraag: wat is in de toekomst voor leerlingen de moeite waard om te leren? Misschien stel jij jezelf die vraag ook voor je eigen school of vakgebied en heb je daar inmiddels ideeën of een visie voor ontwikkeld. En misschien hebben jouw idealen ook al concreet vorm gekregen in de onderwijspraktijk. Kunnen jouw visie en voorbeelden anderen inspireren en motiveren? Dan komen we graag met je in contact! De Ververs Award is in het leven geroepen om het inhoudelijk gesprek over ons toekomstige onderwijs op gang te brengen en te houden. De meest aansprekende inzending belonen we met een stimuleringsprijs van € 5.000.

vis ie ins pir at i e ide e to e ë n k ond omst er w pri js € ijs 5.0 00

adv_Ververs award_prima onderwijs.indd 1

VER aw VERS a rd

Meer informatie over voorwaarden en aanmelding vind je op www.verversaward.nl.

17-12-12 11:21


VERRIJKING 35

Met een avatar het voortgezet onderwijs ontdekken! Een goede schoolkeuze maken na de basisschool is moeilijk. Onderzoek wijst uit dat basisschoolleerlingen en ouders voor dit keuzeproces behoefte hebben aan objectieve, toegankelijke informatie en hulpmiddelen die aansluiten bij hun belevingswereld. Daarom heeft de Stichting Platforms VMBO de educatieve game Go VMBO! ontwikkeld.

d

De game is bedoeld voor alle basisschoolleerlingen en helpt specifiek toekomstige VMBO-leerlingen bij een goede voorbereiding. Docenten kunnen de gratis game klassikaal inzetten tijdens een of meerdere lessen. Go VMBO! is een interactief lesprogramma, vormgegeven als game voor leerlingen in groep 7 en 8. Spelenderwijs ontdekken leerlingen, maar ook ouders en

leerkrachten, hoe het vo en het vmbo in elkaar zitten. In de game ontdekt de speler met zijn of haar persoonlijke avatar het vo. In een virtuele schoolomgeving moet de speler talentpoints verdienen. Deze worden verdiend door informatie te verzamelen over het voortgezet onderwijs. Ook moet de speler vragen beantwoorden: persoonlijke vragen (spiegelvragen) over de interesses en voorkeuren van de speler en vragen over algemene en meer specifieke kennis over het voortgezet onderwijs. Als het spel is uitgespeeld ontvangt de speler een eigen Go VMBO!-diploma met daarin een persoonlijk advies op basis van zijn of haar situatie en talenten. Dit advies helpt bij het proces van opleidings- en schoolkeuze. De website www.govmbo.nl bevat naast de game veel informatie voor ouders en leerkrachten basisonderwijs over het voortgezet onderwijs in het algemeen, VMBO in het bijzonder en opleidings- en schoolkeuze.

advertentie


36

Sluit aan!

Compleet PO/VO advies doet recht aan kind! AMN heeft een testinstrumentarium voor het basisonderwijs ontwikkeld dat meer is dan de eindtoets van het CITO. Naast capaciteiten geeft deze toets ook informatie over persoonlijkheid, motivatie én interesses.

D

tekst Lineke Eerdmans | beeld Marius Roos

De huidige Cito eindtoets is onderwerp van discussie. In 2013 wordt de Centrale Eindtoets Taal en Rekenen ingevoerd. Dit zou kunnen resulteren in een afrekencultuur en teaching to test voor goede schoolresultaten. Er wordt dan ook gepleit voor de inzet van meerdere testmethodes. Mede omdat de nieuwe eindtoets po pas in april/mei zal worden afgenomen en de uitslag dan niet meer mee kan worden genomen in het schooladvies.

Compleet beeld Roseri Kropfeld, psychologe bij AMN: ‘Een goed schooladvies is essentieel voor de doorgaande leerlijn. Het doel van ons testinstrumentarium ‘Aansluiting’ is de leerkracht/begeleiders te ondersteunen bij het advies voor het vo met een completer beeld dan ooit tevoren. De Cito eindtoets kijkt naar taal, rekenen en studievaardigheden. Wij voegen daar persoonlijkheid, motivatie en interesses aan toe. Deze persoonlijkheidscomponent bestaat uit belangrijke voorspellers van schoolsucces: zorgvuldigheid, concentratie, motivatie om te presteren, zelfvertrouwen.

En zaken die meer gericht zijn op de schoolsituatie zoals contact met leeftijdgenoten, interesse in school en betrokkenheid van ouders. De persoonlijkheidsvragenlijst kan deels ook door ouders en leerkracht worden ingevuld, zodat je een compleet beeld krijgt en overeenstemming kunt zien. Hierdoor krijg je 360 graden feedback; ouders hebben een goed beeld van hoe de leerling thuis is en de leerkracht geeft informatie over hoe die leerling op school is. De stem van de ouders en de leerkracht telt ook mee in het schooladvies.’

Een leven lang leren Om een doorgaande leerlijn te versterken, biedt AMN ook testen voor vmbo en mbo scholen. Kropfeld: ‘We willen docenten zo compleet mogelijk faciliteren bij het schooladvies aan de leerling. 100% voorspellen kan natuurlijk nooit, problemen die zich later voordoen zijn niet uit te sluiten. Maar dat er meer voorspellers voor schoolsucces zijn, dat is bewezen in de onderzoeksliteratuur. Dat gaat verder dan taal en rekenen. Individuele capaciteiten en persoonlijkheid


TAAL & REKENEN

37

Een goed schooladvies is essentieel voor de doorgaande leerlijn

we kunnen de resultaten een belangrijkere rol laten spelen. Het gaat immers om meer dan alleen rapportcijfers. De testen maken de leerling bewuster, dragen bij in de loopbaankeuze en voorkomen zelfonderschatting of -overschatting. Er komt zo meer aandacht voor loopbaanleren en sector-oriëntatie.’

Keuzeportfolio

Roseri Kropfeld

tellen mee, geven een beter beeld en dus een beter schooladvies. Dit zorgt ervoor dat leerlingen zich inschrijven op het juiste niveau en er minder geswitcht wordt in opleiding of niveau. Met ‘Aansluiting’ kan dit gerealiseerd worden.’

Praktijkervaring Het Twents Carmelcollege in Oldenzaal is een van de scholen die de tests van AMN toepast. Adjunct directeur Hans Meinders: ‘Wij hebben AMN in de hand genomen om de toetsen te kunnen gebruiken voor het opbouwen van een leerlingvolgsysteem voor vmbo leerlingen. In de overgang van onderbouw naar bovenbouw krijg je te maken met selectie en determinatie van de leerweg en sector. Dan spelen persoonlijkheidsfactoren een grote rol. Wat voor soort leerling is het, hoe leert hij, waar ligt zijn talent, zijn heel belangrijke elementen die tot nu toe onderbelicht zijn op de meeste scholen. Door de samenwerking met AMN kunnen wij die elementen meer bij die cruciale momenten inbrengen. En

Meinders: ‘Ons doel is dat wij met de leerling een portfolio opbouwen waarin (toets)resultaten en ervaringen zijn opgenomen. Waar nu het ROC nog de instrumenten inzet rondom de intake, gebruiken wij de instrumenten in een eerdere fase zodat de leerling met een goed toegerust portfolio de juiste vervolgopleiding kiest. De keuze voor een vervolgopleiding is een kritiek schakelmoment, het is bepalend voor de loopbaan. Het aantal voortijdige schoolverlaters is te hoog. Doordat onze school en het mbo in de regio dezelfde testinstrumenten gebruiken, spreken we al in een vroeg stadium dezelfde taal en gaat een leerling beter toegerust naar het vervolgonderwijs. In het kader van een portfolio opbouwen in de hele kolom zou het mooi zijn dat de start van dit portfolio al in het po plaatsvindt. Dit is nu nog niet het geval.’

AMN start in februari met een pilot van het testinstrument ‘Aansluiting’. Er is nog ruimte voor po-scholen om hier gratis aan deel te nemen. Voor meer informatie: www.amn.nl/ amn-voor-scholen/aansluiting-po, info@amn.nl, 026 - 3557333. Bezoek AMN op de NOT: standnr. 11.F040.


38

BOEK GRIP OP LEESBEGRIP BIEDT LEERKRACHT HANDREIKINGEN

‘Het is een pleidooi voor optimale communicatie tussen leerkracht en leerling’ Leerkrachten blijken grote behoefte te hebben aan informatie over instructietechnieken en werkvormen om de ontwikkeling van het leesbegrip van hun leerlingen goed in beeld te krijgen. Taal- en leesspecialist Karin van de Mortel verwacht dat haar nieuwe boek ‘Grip op Leesbegrip’ scholen een praktisch antwoord biedt op deze behoefte.

o

tekst brigitte bloem | beeld humantouchphoto

Op de vraag wat bij begrijpend lezen de beste manier is om vast te stellen of kinderen daadwerkelijk leren, antwoordde 71 procent van 580 lezers van het e-boek over leesbegrip dat Karin van de Mortel eerder schreef, dat toetsen en observeren beide even belangrijk zijn. Vervolgens gaf 97 procent(!) van de respondenten aan behoefte te hebben aan instructietechnieken en werkvormen die beter zicht geven op de ontwikkeling van leesbegrip. Van de Mortel, consultant bij CPS Onderwijsontwikkeling en advies: ‘Een leerkracht die zijn of haar leerlingen optimaal wil ondersteunen in de ontwikkeling van lezen met begrip, heeft het knap lastig. Cito-toetsen begrijpend lezen geven weliswaar een helder beeld van de denkvaardigheid van leerlingen, maar bieden geen diagnostische ondersteuning. In het boek Grip op Leesbegrip, dat ik samen met Mariët Förrer schreef, laten we op praktische wijze zien hoe leerkrachten de leesontwikkeling van leerlingen in beeld kunnen krijgen en verder kunnen ondersteunen.’

De Cito-toets begrijpend lezen heeft vooral een summatief karakter. In de meeste groepen wordt één keer per jaar gemeten wat de kinderen geleerd hebben in dat jaar. ‘Een prima frequentie’, vindt Van de Mortel. ‘Denkvaardigheid ontwikkelt zich niet zo snel bij kinderen. Pas bij een jaarlijkse toetsing zijn er significante verschillen te zien. Nadeel is echter dat scholen hierdoor wel kunnen signaleren, maar diagnosticeren kun je er niet mee. Het is goed om vast te stellen hoe een groep het doet ten opzichte van andere groepen op school en om de resultaten van de eigen school te vergelijken met die van andere scholen. Zo zijn trends over een bepaald tijdvak vast te stellen en is er beleid op te maken. Maar om op het gebied van begrijpend lezen werkelijk te kunnen diagnosticeren, adviseer ik een combinatie van summatieve toetsing met formatieve ‘toetsing’, het doorlopend verzamelen van informatie over de leerresultaten.’ In Grip op Leesbegrip spreekt Van de Mortel over formatief waarderen en evalueren. ‘Het waarderen hebben we er heel bewust aan toegevoegd. Het is niet alleen de leerkracht die informatie verzamelt over het leren van de leerlingen om de instructie beter te kunnen aansturen. Ook de leerling wordt geïnformeerd over het leren en de volgende stappen in het leerproces. Vertel precies wat het kind goed doet en wat niet. Vertel ook precies hoe het de komende tijd gaat leren om dat wat niet goed gaat te verbeteren. Het is eigenlijk een pleidooi voor optimale communicatie tussen leerkracht en leerling. Je geeft het kind niet alleen feedback, maar je maakt ook duidelijk welke vervolgstappen nodig zijn om het doel te bereiken. Dat motiveert enorm en zo krijg je het kind mee.’

Benoem het leren Van de Mortel pleit voor het toepassen van een helder instructiemodel. ‘Bij de start van een les vertel je aan je leerlingen niet alleen wat je gaat doen, maar, veel belangrijker, je vertelt ze vooral wat ze gaan leren’,


TAAL & REKENEN 39

legt Van de Mortel uit. ‘Het werkwoord leren hoor ik veel te weinig uit de mond van leerkrachten. Benoem nou eens specifiek wat de kinderen in je groep in een les gaan leren. Het zou mooi zijn als een leerkracht aan het begin van een les over bijvoorbeeld samenvatten, met de kinderen bespreekt: ‘Weet je wanneer je aan het eind van deze les nou geleerd hebt hoe je een tekst moet samenvatten? Als je in twee zinnen, met de belangrijkste woorden, kunt vertellen wat het belangrijkste is van het stukje tekst dat we hebben gelezen. Dán heb je vandaag leren samenvatten.’ Zorg er vervolgens voor dat je de instructieactiviteiten selecteert op je leerdoelen. Kies die opdrachten waarbij je leerlingen de leerdoelen halen die jij geformuleerd had. Het lijkt een open deur, maar in de praktijk wordt nog te vaak klakkeloos het werkboek gevolgd. Stel niet altijd de vragen die door anderen zijn bedacht. Stel je eigen vragen. Alleen daarmee check je of je leerlingen daadwerkelijk hebben geleerd wat jij voor ogen had.’

Begrijpend lezen is de basis voor de rest van je leven Groot voordeel van deze manier van opbrengstgericht leren vindt Van de Mortel dat een leerkracht er heel snel achter komt of de instructie expliciet genoeg was. ‘Vraag jezelf: Heb ik het helder genoeg voorgedaan? Heb ik duidelijke voorbeelden gegeven? Heb ik de juiste woorden gebruikt? Zit het nu al een beetje in de hoofden van mijn leerlingen?’, suggereert Van de Mortel. Scoort een leerling hoog op technisch lezen, dan maakt dat het kind niet automatisch een goede lezer, is Van de Mortel van mening. ‘Het moet ook leuk zijn om naar hem of haar te luisteren en het kind moet begrijpen wat het leest. Begrijpend leren lezen is immers de basis voor een goede schoolcarrière en daarmee voor de rest van je leven.’

Vooruitlopend op het nieuwe boek Grip op Leesbegrip neemt Karin van de Mortel je in haar gratis e-book alvast mee in: • Het belang om na te gaan of leerlingen daadwerkelijk leren. • Waarom de bestaande toetsen voor begrijpend lezen te weinig informatie opleveren. • Hoe instructietechnieken leerkrachten zicht kunnen geven op de ontwikkeling van het leesbegrip. Download het e-book: www.cps.nl/leesbegrip

Het boek Grip op Leesbegrip verschijnt eind februari en is een vervolg op het eerder verschenen Handboek begrijpend lezen (Lezen…denken…begrijpen!) ISBN 978-90-6508-626-6 en de Werkmap Begrijpend lezen (ISBN 978-90-6508-643-3), dat Karin van de Mortel schreef, samen met Mariët Förrer. HEBBEN? PrimaOnderwijs mag vijf exemplaren van Grip op Leesbegrip weggeven. Ding mee door de actie te liken op www.facebook.com/primaonline.nl


40 SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING CENTRAAL OP VERNIEUWINGSSCHOLEN

‘Onze praktijk wijst al bijna tien jaar uit dat dit werkt’ De term ‘vernieuwingsonderwijs’ kan verwarring opwekken: zo nieuw is het immers niet. Al in de loop van de negentiende eeuw ontstonden de eerste scholen die deze kindgerichte vorm van onderwijs aanhingen, zoals Montessori-, Dalton-, Freinet-, Jenaplan- en Vrije scholen. De huidige vernieuwingscholen zijn vaak gebaseerd op een mengvorm van twee of meer van deze onderwijsvormen. PrimaOnderwijs sprak met directeuren van twee vernieuwingsscholen om uit te vinden wat deze vorm van onderwijs vandaag de dag precies inhoudt.

d

tekst inez van goor

De leerstof en eindtermen in het vernieuwingsonderwijs zijn dezelfde als die van het klassieke onderwijs. Alleen de manier waarop de leerlingen onderwijs krijgen is anders. Zo gaan ze op basisschool de Windroos in Wijk bij Duurstede, net als bij Jenaplan- en Freinetonderwijs, uit van de ervarings- en belevingswereld van de kinderen. De leerkrachten spelen zoveel mogelijk in op onderwerpen die de kinderen in hun groep aandragen en stemmen hier hun les op af. Directeur Jan Overweel legt uit: ‘Het gewicht van een pompoen uit de schooltuin leidde tot het opvragen van de geboortegewichten van kinderen. Dit werd gebruikt als introductie van getallen boven de 1000 in groep 5/6 met een praktische verwerking door dit geboortegewicht in zand in zakjes te stoppen. De getallen worden zo heel eigen, tastbaar en doorleefd. Op vrijdag tijdens de weeksluiting, een viering die essentieel is voor Jenaplanonderwijs, heeft de groep hier vol trots een presentatie over gegeven aan de rest van de school.’

Schoolkring Op de Windroos wordt samengewerkt in verschillende didactische werkvormen die de leerlingen uitdagen en in staat stellen om op een zelfstandige, reflectieve, kritische en creatieve manier aan de slag te gaan. Leren samenwerken en werken aan sociale vaardigheden komen dan ook ruim aan bod. De schoolkring is een voorbeeld van een werkvorm gericht op de interactie waarmee de samenwerking gestimuleerd wordt. Overweel vertelt: ‘Eens in de drie weken komen een of twee kinderen van elke groep samen in de schoolkring. Er wordt een onderwerp op schoolniveau besproken waar ze zelf mee aan de slag moeten. Dit varieert van het organiseren van een activiteit zoals de schoenendoosactie tot het vinden van een oplossing voor het rondslingeren van jassen. De kinderen zetten de stappen die genomen moeten worden op papier en koppelen dit terug naar hun eigen groep. Samen brengen ze dit tot een goed eind, met een leerkracht op de


PRAKTIJK 41

De school gonst van de positieve energie achtergrond.’ Voor het werken aan de sociale vaardigheden maakt de school bewust geen gebruik van een methode maar van een praktijkgerichte werkvorm, namelijk de vergaderkring. ‘In iedere groep liggen schriften met gespreksonderwerpen om gezamenlijk te bespreken. Hier worden door de leerlingen ideeën, felicitaties of klachten in geschreven. Zo kan een kind bijvoorbeeld opschrijven dat hij er last van heeft dat iemand tijdens het werken vaak onrustig is op zijn plek. De naam van dat kind wordt niet opgeschreven. Deze klacht wordt aan het eind van de week tijdens de vergaderkring in de groep besproken. De leerkracht laat de leerlingen met elkaar zelf naar oplossingen zoeken.’ De kracht zit hem volgens Overweel in het gemeenschappelijk maken van onderwerpen. ‘Ook als er iets gebeurt wat meteen opgelost moet worden, zoals een ruzie, wordt iedereen in de groep uitgenodigd mee te denken over een oplossing. We wijzen niet naar schuldigen maar zijn met z’n allen verantwoordelijk voor de problemen die zich voordoen. Dit versterkt het wij-gevoel en is volgens mij een belangrijke reden dat er bij ons zo weinig gepest wordt.’


42

Gelijkwaardigheid en keuzevrijheid Op basisschool de Ontdekkingsreis in Driebergen is bewust gekozen om geen bepaalde onderwijsvorm of theorie in het bijzonder aan te hangen. De manier waarop je met elkaar omgaat, is volgens directeur Jetske van der Greef het vernieuwingsaspect waar het om draait. ‘Niet de leerkracht vertelt jou wat goed is voor jou maar de leerkracht zoekt met jou wat goed is voor jou. Natuurlijk moet de leerkracht bij jongere kinderen nog ondersteunen maar het idee is vanaf het begin hetzelfde. De leerkracht en het kind kijken samen en lopen het pad samen, de leerkracht als onderwijsdeskundige en het kind als

De resultaten zijn altijd goed als jij je goed voelt deskundige die weet wat hij nodig heeft. Het is een full partnership waarbij het draait om samenwerken vanuit gelijkwaardigheid.’ Het onderwijs op de Ontdekkingsreis is aanbodgericht. De Greef: ‘In principe bepaalt de leerkracht wat de kinderen moeten leren, maar ze krijgen de ruimte om in overleg te gaan als ze dingen anders willen. Als een kind kan laten zien dat hij iets wat behandeld gaat worden al kan, mag hij in overleg met de leerkracht iets anders doen. Wat dat is hangt af van het gegeven vak op dat moment. Tijdens taal is dit bijvoorbeeld werken aan een eigen boek, filmscript of stripverhaal. In de praktijk volgen veel kinderen gewoon het aanbod, maar alleen al het bestaan van de mogelijkheid om het anders te doen geeft ze een enorm gevoel van vrijheid.’ Dat keuzevrijheid belangrijk wordt gevonden, blijkt ook uit de inrichting van de donderdagmiddag. Dan worden er schoolbreed workshops gegeven. De kinderen kunnen kiezen uit diverse knutselactiviteiten en binnen- en buitenspelen, maar ook workshops als meditatie of massage behoren tot het aanbod. Ze kunnen zich hier van te voren zelf voor opgeven. ‘Door de hele school heen

zijn kinderen van verschillende leeftijden door elkaar in groepen bezig met de zelfgekozen activiteiten, begeleid door leerkrachten en stagiaires. De school gonst dan van de positieve energie’, glundert van der Greef.

Resultaten Op de Ontdekkingsreis is veel aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. ‘Wij gaan ervan uit dat als gedrag storend is, je iets in de weg zit namelijk je achterliggende angsten, gedachten en oordelen. Die sporen we op en daar praten we samen over door. Door kinderen op die manier in contact te brengen met wat er van binnen leeft, leren ze begrip voor elkaars gedrag op te brengen in plaats van elkaar er op af te rekenen. De leerkrachten worden hier op school in getraind.’ Conflicten worden, net als op de Windroos, gezamenlijk opgelost. De Greef: ‘Samen met de kinderen zoeken we naar oplossingen, waarbij de leerkracht

zich niet sturend maar bemiddelend opstelt. Ook hier is het belangrijk dat je niet boven maar naast elkaar staat. Het vooropstellen van sociaal-emotionele ontwikkeling is niet wat de overheid per se wil. Die kijkt alleen naar de cognitieve ontwikkeling. Zij gaan ervan uit dat het goed gaat als de leerresultaten goed zijn. Wij draaien dit om: de resultaten zijn altijd goed als jij je goed voelt. En onze praktijk wijst al bijna tien jaar uit dat dit werkt. We behalen goede leerresultaten met de kinderen. Ze stromen tot nu toe altijd uit naar het gewenste type vervolgonderwijs, dat in overleg met ouders, kind en leerkracht wordt bekeken.’


Dit schooljaar, zéker naar de Efteling!

In de Efteling is zoveel te zien en te beleven! Laat uw oudere leerlingen hun heldenmoed testen in de houten racer-achtbaan Joris en de Draak. De allerkleinsten ontmoeten en begroeten - misschien wel voor het eerst - Langnek en Sprookjesboom. En iedereen geniet van de grootste watershow van Europa: Aquanura! Met zoveel attracties, entertainment en voorzieningen bent u verzekerd van een onbezorgd, veilig en geslaagd dagje uit. Zeker wanneer u profiteert van een voordelige prijs. Boek vóór 1 april 2013 een schoolreis in de periode 4 maart t/m 6 november 2013 voor slechts € 13,- p.p.* * Bekijk de actievoorwaarden op efteling.com/schoolreisje

0900-0161 (€ 0,15 p.m.) • efteling.com/schoolreisje

20120137_PrimaOnderwijs_192x285.indd 1

19-11-12 16:12


Studenten van Inholland helpen uw leerlingen graag bij hun studiekeuze Hoe is het om bij Hogeschool Inholland te studeren? Wie kunnen dit beter vertellen dan onze studenten zelf? Zij vertellen graag hoe zij hun studiekeuze hebben gemaakt en hoe het is om een hbo-opleiding te volgen bij Inholland via www.inholland.nl/vraagheteenstudent.

Malika Ouacha Derdejaars Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Inholland Alkmaar

Rachel Storm Vierdejaars Commerciële Economie Inholland Haarlem

Voordat ik begon aan mijn hbo-opleiding, twijfelde ik of ik wel de juiste beslissing had genomen. Als 16- of 17-jarige weet je vaak nog niet zo goed wat je ‘later’ wilt worden. Daarom ben ik een dag gaan proefstuderen bij Inholland Haarlem en de opleiding Commerciële Economie sprong er meteen uit voor mij. Direct na het behalen van mijn havodiploma ben ik begonnen aan deze opleiding. Hebben uw leerlingen vragen over de opleiding Commerciële Economie of willen zij weten hoe ik mijn studie ervaar? Twijfel dan niet en mail me via www.inholland.nl/vraagheteenstudent.

Remon Stok Derdejaars HBO-Rechten Inholland Rotterdam

In totaal heb ik drie studiekeuzetests gedaan voordat ik begon aan mijn hboopleiding. Iedere test gaf dezelfde uitkomst: Social Work. Omdat ik nog twijfelde, heb ik gesprekken gevoerd met leraren op mijn middelbare school en in mijn privéomgeving. Uiteindelijk heb ik Maatschappelijk Werk en Dienstverlening gekozen. Ik ervaar de opleiding als leuk, maar vooral ook leerzaam en interessant. Willen uw leerlingen meer weten over deze opleiding en wat het nu zo leuk maakt? Mail me gerust.

Ik weet hoe belangrijk het is om je goed te oriënteren op je studiekeuze. Nadat ik mijn havodiploma behaalde, wilde ik graag verder studeren, maar ik vond het moeilijk een keuze te maken. Ik heb veel scholen en opleidingen bezocht om er achter te komen waar mijn interesse precies ligt. Ik kwam uit bij de oplei– ding HBO-Rechten van Hogeschool Inholland en daar heb ik het heel erg naar mijn zin. Omdat ik voorlichting geef tijdens Open Dagen, ben ik de uitgelezen persoon om uw leerlingen te helpen! Kortom: vragen over de studie HBO-Rechten en/of algemene vragen over Inholland? Mail ze dan naar mij en ik probeer ze zo snel mogelijk te beantwoorden.

Live met onze studenten spreken? Bezoek dan op woensdag 16 januari de Open Avond van Inholland. Kijk voor meer info en alle locatieprogramma’s op www.inholland.nl/openavond of scan de QR code.

51FL65 Inh_ADV_Prima Onderwijs 185x132mm.indd 1

13-12-12 16:20

Leerweg

Sector

VMBO TL Speel gratiS de

Go VMBO! game met jouw klaS op

www.govmbo.nl

Ontvang meer informatie over de Go VMBO! game voor jouw klas! Ga naar www.govmbo.nl/promotiepakket en bestel het gratis promotiepakket. Doe het nu, want op = op!

Gamen-derwji S naar het Voortgezet Onderwji S

Duizenden leerlingen van groep 8 maken elk jaar de belangrijke stap naar het Voortgezet Onderwijs. De Go VMBO! gam e is een goede hulp bij de keuze voor een verv olgopleiding van groep 8 leerlingen. De Go VMBO! game is educatief, inte ractief, leuk en gratis! Je leerlingen ontdekke n gamen-derwijs het VO, VMBO en hun eigen talenten. Uiteindelijk ontdekken ze welke opleiding het beste bij hen past. Speel daarom in de klas de educati eve Go VMBO! game.

>

gSkeuze Hulp bij opleidin AlleS over het erwijS Voortgezet Ond

>

>tdeJkokuewn lehuenrlintagleennten!

on

De game is ontwikkeld in opdracht van de Stichting Platforms VMBO.

Hebben jouw leerlingen al een keuze gemaakt?


VERRIJKING 45

o p s een n a k k a Ma al naar keuz c e i ! s u m Het is voor velen het hoogtepunt van het jaar; de schoolmusical! Het organiseren vergt wel wat voorbereiding. Groep8musicals.nl helpt een handje en geeft 5 scholen de kans om een complete musical te winnen. Script, tekst, bladmuziek, muziekbestanden, setontwerp, kledingtips, handige lijstjes... Alles staat handig in een download vanuit de webshop of op een te bestellen USB flashdrive. Er zijn verschillende musicals beschikbaar. Voor groepen vanaf drie leerlingen tot en met groepen van 50+ leerlingen. Verhalen over piraten, groep 8 op kamp, dieren, wensputten en meer... Bij de musical worden ook lessen gevoegd. Deze lessen zijn toegespitst op moeilijke of belangrijke passages in het script. De leerkracht kan aan de hand van deze lessen die situaties oefenen en vorm geven voor de uitvoering. Deze zijn vaak ook gekoppeld aan het regiedocument. In de schema’s die toegevoegd zijn, wordt geholpen met planning en organisatie. Ook het document tips en regie helpen daarbij. Kans maken op een musical naar keuze? Stuur een mail met motivatie naar redactie@primaonderwijs.nl. Kijk voor alle musicals en meer informatie op www.groep8musicals.nl

Als leidinggeven in het onderwijs je vak is De moderne leidinggevende in het onderwijs moet een alleskunner zijn. Hoe je dat op een efficiënte manier doet, wordt beschreven in Als leidinggeven in het onderwijs je vak is. Met speciaal op het onderwijs afgestemde adviezen, praktijkvoorbeelden en overzichtelijke modellen komen de belangrijkste managementvaardigheden aan de orde. Het is belangrijk af en toe stil te staan bij je sterke en minder sterke kanten en na te denken over vragen als: Waar ben ik goed in als leidinggevende? Wat is op mijn school het hardste nodig? Past dat bij mij? Hoe zorg ik zelf of via anderen dat dingen verbeteren? Dit boek helpt deze vragen te beantwoorden. €27,95 • ISBN 9789058716903 • www.thema.nl


46

AANDACHT VOOR SEKSUALITEIT EN SEKSUELE DIVERSITEIT VERPLICHT

Onderwijs uit de kast! De regenboogvlag kan uit, alle scholen moeten vanaf nu verplicht aandacht besteden aan seksualiteit en seksuele diversiteit. Al mogen ze

w

zelf invullen hoe. tekst gerda van ‘t spijker | beeld istockphoto

‘Wat denk je dat het scheldwoord “vieze homo” doet met een kind dat onzeker is over zijn seksuele geaardheid? Als al zijn vrienden en klasgenoten dit roepen? Gaat hij zijn twijfels delen? Tuurlijk niet! Hij voelt zich buitengesloten’, stelt Ursula Prinsen, projectleider SchoolsOUT! bij de GGD regio Nijmegen, een samenwerkingsverband van de gemeente Nijmegen, de GGD, Nijmeegse scholen en verschillende (Nijmeegse) organisaties die opkomen voor de belangen van lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender (lhbt)-jongeren. Zij is blij dat per 1 december 2012 de kerndoelen zijn aangepast en dat scholen verplicht aandacht moeten besteden aan seksualiteit en seksuele diversiteit. Deze wijziging geldt voor de basisscholen, het speciaal onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Voor de scholen in Caribisch Nederland (Bonnaire, Sint-Eustatius en Saba) gaat de aanpassing later in omdat ze al veel moeten veranderen in hun onderwijs. Alle scholen in Nederland, dus ook scholen met een religieuze grondslag, moeten vanaf nu aandacht besteden aan seksuele diversiteit. Hoe ze dat uitwerken, mogen ze zelf weten. Maar ‘respectvol omgaan met verschillen is het uitgangspunt’, stelt een woordvoerder van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).


achtergrond 47


48

Waarom is het zo belangrijk dat dit opgenomen wordt in de kerndoelen? Nederland is toch een van de meest tolerante landen als het gaat om de acceptatie van lhbt’ers? Onderzoek laat zien dat dit onder jongeren tegenvalt. Vooral jongens hebben moeite met openlijke homoseksualiteit en vriendschappen met lhbt-leeftijdsgenoten zien ze niet zo zitten. Ook denken relatief veel jongeren dat een lhbt-klasgenoot beter niet voor zijn geaardheid kan uitkomen omdat hij dan gepest of buitengesloten wordt. Verder blijkt uit onderzoek van de Onderwijsinspectie dat veel po- en vo-scholen weinig aandacht besteden aan seksualiteit en seksuele diversiteit. Het is vaak niet in het lesprogramma of het schoolbeleid opgenomen. Door deze aanpassing van de kerndoelen leren alle kinderen tot ongeveer vijftien jaar over lhbt. De hoop is dat hierdoor respect voor elkaar, tolerantie en veiligheid op school toenemen. En ook hier geldt jong geleerd is oud gedaan. Zo lezen we op seksuelevorming.nl, een site van RutgersWPF voor leerkrachten en docenten, dat door al op jonge leeftijd te starten met seksuele en relationele

vorming, kinderen vertrouwd raken met het thema. Ze krijgen hierdoor betrouwbare informatie, durven eerder vragen te stellen over seksualiteit, ontwikkelen waarden en normen, worden meer weerbaar en leren respectvol met elkaar om te gaan. De basisschool kan met educatie en een veilig pedagogisch klimaat een belangrijke bijdrage leveren aan een gezonde

Respectvol omgaan met verschillen is het uitgangspunt seksuele ontwikkeling van kinderen. Na de lessen seksuele en relationele vorming, zou de omgang tussen jongens en meisjes minder problematisch verlopen. Er is minder gedoe op school. De kennis van leerlingen over relaties, seksualiteit en seksueel misbruik is toegenomen. Leerlingen hebben een positievere houding ten aanzien van homoseksualiteit en ze zijn assertiever in vergelijking met leerlingen die geen

Twee vaders? Geen issue! ‘De juf heeft een brief gekregen van Pietje Verliefd’, glundert een kleuter vlak voor Sinterklaas. ‘Hij wil met haar trouwen.’ Juf Moon van openbare basisschool De Oversteek in Nijmegen glimlacht. ‘En dat gaat niet hè, want ik ben al met een vrouw getrouwd en heb twee kinderen.’ Vandaag leest zij haar kleuterklas het verhaal van Tango voor, een pinguïn met twee vaders uit het boekenpakket van SchoolsOUT!. Vorig schooljaar heeft de organisatie alle Nijmeegse basisscholen een pakket met verhalen over gezinnen met twee vaders of moeders gegeven. Tango woont met zijn vaders in een dierentuin. Ze hebben hem uit een ei gebroed dat een moeder pinguïn verstoten had. Maar voordat het zover was, zijn de pinguïns eerst uit elkaar gehaald. ‘Waarom mogen ze niet samenzijn?’, vraagt een jongetje beteuterd. ‘De oppassers willen dat ze babypinguïns krijgen en dat kunnen twee mannetjes niet’, legt juf Moon uit. ‘Twee vrouwtjes ook niet’, roept een meisje. ‘Wel’, roept een ander kind, ’mijn buren zijn twee meisjes en die hebben een baby.’ ’Ik ben ook met een meisje’, zegt juf Moon. ‘Waarom?’, wil een kind weten. ’Omdat ik verliefd werd op haar’, antwoordt ze. Als het verhaal uit is, steekt een jongetje zijn vin-

der op: ‘En toch vind ik het raar, twee vaders die een baby krijgen.’ ‘Waarom?’, vraagt juf Moon. ‘Omdat dat niet kan’, zegt hij. ‘Ze kregen het ei van iemand anders, het kan dus wel’, antwoordt juf Moon. Het jongetje blijft moeilijk kijken. ‘Wat gaan we trouwens aan Pietje Verliefd schrijven?’, vraagt juf Moon de klas. ‘Kan ik met hem trouwen?’ ‘Nee’, roepen de kinderen, ‘want dan moet je naar Spanje verhuizen.’


ACHTERGROND 49

DE WEEK VAN DE LENTEKRIEBELS De Week van de Lentekriebels is een nationale projectweek waarin in het basisonderwijs een hele week relationele en seksuele vorming gegeven wordt. De Week van de Lentekriebels loopt landelijk van 18 tot en met 22 maart 2013. De week heeft als doel om kinderen van groep 1 t/m 8 te ondersteunen bij hun relationele en seksuele ontwikkeling en te leren verantwoorde keuzes te maken. Dit draagt bij aan een respectvolle samenleving en een veilig en prettig leefklimaat. Voor de Week van de Lentekriebels is het lespakket Relaties & Seksualiteit ontwikkeld en zijn specifieke Lentekriebelsmaterialen beschikbaar. Daarnaast kunnen ook andere materialen worden ingezet of activiteiten worden georganiseerd. Dit staat vermeld in het draaiboek voor scholen. Belangrijk is om voorafgaand en tijdens de week ouders actief te informeren en te betrekken, door middel van een ouderavond en bijvoorbeeld een tentoonstelling die laat zien wat de kinderen allemaal hebben gedaan en gemaakt tijdens de week. Kijk voor meer informatie en materiaal op www.weekvandelentekriebels.nl

seksuele en relationele vorming hebben gekregen. Mooi streven, maar werk je met alle aandacht niet juist pesten en uitsluiting in de hand? Jongeren geven immers zelf aan dat je je geaardheid maar beter voor je kunt houden. Volgens Freek Bucx, onderzoeker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau, blijkt uit Amerikaans onderzoek dat openheid juist positief werkt: de weerbaarheid van leerlingen neemt toe. ‘Als kinderen weinig weten over lhbt, kan dat leiden tot onbegrip en angst’, legt hij uit. ‘Door er over te praten leren kinderen wat het inhoudt en hoe ermee om te gaan. En dat kan twee kanten op werken. Als kinderen meer kennis en begrip krijgen, verandert de sfeer in de klas. De lhbt-jongere voelt zich veiliger en meer geaccepteerd. Iedereen heeft er dus baat bij.’

‘In Nederland hebben we goede ervaringen met het programma SchoolsOUT!’, voegt hij eraan toe. Hij start nu met een landelijk onderzoek naar aanleiding van de pilot Sociale Veiligheid op Scholen van OCW. De resultaten van dit onderzoek verwacht hij in 2014.

Ondersteuning In Nijmegen besteden alle vo-scholen al ruim tien jaar structureel aandacht aan seksuele diversiteit. SchoolsOUT! begeleidt hen hierbij. Sinds vorig schooljaar zijn ook po-scholen en het ROC bij het project betrokken. Het resultaat? In 2003 vond meer dan zestien procent van de Nijmeegse tweede- en vierdeklassers het vreemd als twee mannen of vrouwen verliefd op elkaar waren. In 2012 is dat nog elf procent. SchoolsOUT! helpt scholen met het opstellen van beleid en ondersteunt ze op het gebied van educatie en zorg. Ook begeleidt SchoolsOUT! docententeams. ‘Voor je in de klas iets met dit onderwerp gaat doen, moet je als team goed weten waar je voor staat, wat je visie is’, legt Ursula Prinsen uit. ‘Eigenlijk net als bij het rekenof taalonderwijs.’

Iedereen heeft baat bij meer kennis en begrip Subsidie Scholen mogen zelf bepalen hoe ze invulling geven aan seksuele diversiteit. Om ze hierbij te helpen is OCW dit schooljaar de eerder genoemde pilot gestart waar 70 po-scholen en 70 vo-scholen zich voor konden inschrijven. Alle plekken zijn vergeven, voor de zomervakantie hadden meer dan 250 scholen zich aangemeld. Scholen die meedoen, krijgen een subsidie (€8.000 voor po-scholen en €10.000 voor vo-scholen) waarmee ze bijvoorbeeld extra voorlichting of activiteiten kunnen organiseren. Prinsen vindt het een verrijking dat alle kinderen nu leren dat er meer is dan de heteroseksuele norm: ‘Iedereen kan zich nu in de wereld kan herkennen. Mooi toch?’


LESGEVEN OVER BURGERSCHAP. HOE DOE JE DAT? Een lastige vraag. Wereldburger met ketchup helpt het antwoord te vinden. Het boek staat vol best practices, prikkelende suggesties en inhoudelijke interviews. Inspirerend voor iedereen die interesse heeft in (wereld)burgerschap. En in het bijzonder voor de vele leraren op basis- en middelbare scholen die zich nog geen raad weten met dit verplichte onderwijsgebied.

WERELDBURGER MET KETCHUP BIEDT EEN WERELD AAN:

WERELDBU

RGER

Lesgev wereldburge en over rschap. Hoe doe je dat ?

• DEFINITIES

• STRATEGIEËN

• INVALSHOEKEN

• RESULTATEN

• ACHTERGRONDEN

• MATERIALEN

Wat is onderwijs over wereldburgerschap?

mEt kEtchU

p

Hoe veranker je wereldburgerschap op school?

Hoe vul je jouw lessen over wereldburgerschap in?

Hoe evalueer je lessen over wereldburgerschap?

Hoe gebruik je de diversiteit onder je leerlingen?

Waar let je op als je lessen ontwikkelt?

HET BOEK LIGT BEGIN 2013 IN DE BOEKHANDEL EN IS OOK TE BESTELLEN VIA: JVANDERZANT@NCDO.NL. ADVIESPRIJS € 12,95. VIA: JVANDERZANT@NCDO.NL

‘Onderwijs is niet het vullen van een vat, maar het ontsteken van een vuur.’

at voor mij niet ‘Wereldburgerschap ga ten of de verdeling ch re ke lij ge er ov en le al r ook over sociale aa m , jk ri en m ar en ss tu om? Waarvoor is Hoe gaan we met elkaar . en ed gh di ar va jk dat kinderen lijk? Ik vind het belangri

WILIAM BUTLER YEATS (1865 – 1939) IERSE DICHTER EN TONEELSCHRIJVER

rde iemand zelf verantwoo . En dat ze leren de wereld om hen heen van n rde wo st wu be h zic religie, in politiek. schillen. In cultuur, in dat die bestaat uit ver waarden.’ Maar ook in normen en

EINDLIJST

Een wereld aan achtergronden

Een wereld aan invalshoeken

1.

Een wereld aan definities

• Voorkom dat kinderen mensen in ontwikkelingslanden zielig gaan vinden. • Toon je leerlingen ook de positieve ontwikkelingen in niet-westerse samenlevingen. • Maak duidelijk dat wij ook van die samenlevingen kunnen leren. • Benadruk de overeenkomsten tussen mensen, niet de verschillen. • Stimuleer kennis en houding, maar zeker ook gedrag. • Speel met je wereldburgerschapsonderwijs in op de actualiteit.

2.

• Start je lessen met een concrete situatie uit het leven van kinderen. Hang een internationaal component aan een bekend onderwerp. • Kom direct tot de kern van een verhaal; vermijd wetenschappelijke nuances. • Laat kinderen ervaringen opdoen via je les: die blijven hen beter bij. • Leer kinderen kritisch te denken en hun eigen mening te vormen. • Vermijd een prekerige toon; daarmee schrik je leerlingen af.

• Werk samen met ouders: zij leren kinderen hoe de wereld in elkaar steekt. • Nodig allochtone familie van leerlingen uit om hun levensverhaal te vertellen. • Benader ouders persoonlijk als je met hen wilt samenwerken. • Speel hierbij in op hun nieuwsgierigheid naar wat hun kinderen leren. • Bezoek hen ook thuis. Zo zie je waar kinderen hun wereldbeeld vormen. • Zorg dat je ouders (informeel) leert kennen, en dat zij jou leren kennen.

Een wereld aan materialen

Een wereld aan strategieën

4.

• Ontwikkel met de hele schoolorganisatie een visie. • Baseer op die visie structurele aandacht voor wereldburgerschap. • Laat die structuur meerdere vakken en jaren omvatten. • Geef lesgevenden de ruimte om lessen op hun manier te geven. • Zorg dat lessen vanuit het hart (met bezieling) gegeven worden. • Hecht belang aan doe-projecten die ‘droge’ lesstof levendig maken.

DILA NURTAS M 4X7 LLERARES, AMSTERDA BASISSCHOO COMPET ENTIES VOOR LEERLINGEN

Naast lezen, schrijven en rekenen, moeten kinderen ook leren zich staande te houden in hun lokale en mondiale samenleving. Hier hebben ze kennis, houdingen en vaardigheden voor

nodig – inclusief het vermogen tot reflectie. Al deze competenties zijn impliciet of expliciet doordrongen van waarden. Onderwijs in wereldburgerschap stimuleert die competenties en vormt zo de basis voor gedrag. Voor dit boek heeft NCDO 28 belangrijke competenties op een rij gezet.

5.

Een wereld aan resultaten

KENNIS

• Verbeter je onderwijs met metingen en evaluaties. • Gebruik vragenlijsten zowel voor als na wereldburgerschapslessen. • Focus niet alleen op kennis om wereldburgerschap te toetsen. • Onderzoek ook een vergelijkingsgroep die je les níet kreeg. • Laat universitaire of hbo-studenten helpen bij de meting of evaluatie. • Gebruik meet- en evaluatietrainingen voor lesgevenden.

• kent de eigen samenleving (politiek, economisch, sociaal, ecologisch); • begrijpt hoe deze zich verhoudt tot andere samenlevingen; • ziet hoe ontwikkelingen in de wereld met elkaar samenhangen; • snapt hoe afhankelijk wereldbewoners van elkaar zijn; • kent het belang van een duurzame, ethisch verantwoorde levenswijze; • weet hoe hij snel op de hoogte kan komen van wat zich op aarde afspeelt; • beheerst meerdere (wereld)talen.

6.

• Gebruik materiaal van maatschappelijke of onderwijsorganisaties. • Maak als je wilt zelf lessen of stel lessen samen uit bestaand materiaal. • Presenteer ingewikkelde thema’s eerst simpel, zoek daarna de nuance. • Laat leerlingen dingen dóen (om een mondiaal probleem te bestrijden). • Breng hen in contact met mensen uit andere culturen. • Ontdek de Europese subsidies voor uitwisselingsprojecten.

Hoe meer kinderen leren over de wereld die hen beïnvloedt, en die zij op hun beïnvloeden, hoe meer controle zij beurt hebben over hun leven.

HOUDING

• respecteert (en heeft interesse in) diversiteit in normen en waarden; • voelt zich betrokken bij medemensen, in de eigen samenleving én elders; • wil de wereld rechtvaardiger maken, conform de universele mensenrechten; • voelt zich ongemakkelijk bij sociaal onrecht; • gelooft een goede bijdrage te kunnen leveren aan de (mondiale) maatschappij; • staat open voor samenwerking en nieuwe perspectieven of lessen; • is bereid verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen acties.

DE LEERLING ALS WERELDBURGER

VAARDIGHEDEN

• kan omgaan en communiceren met mensen met verschillende achtergronden; • is in staat anderen te betrekken, met hen samen te werken • weet (online) media, vervoers- en communicatiemiddele en netwerken te vormen; n te gebruiken; • is in staat snel informatie te vinden en te doorgronden; • kan omgaan met conflicten, snelle veranderingen en onzekere situaties; • weet zich in te leven in wat anderen denken, voelen en willen; • zet zich in om het leven van medemensen te verbeteren, hier én daar.

REFLECTIE

• ziet hoe de wereld hem beïnvloedt, bijvoorbeeld via kansen en uitdagingen;

• heeft door hoe hij op zijn beurt de wereld kan beïnvloeden; • ziet dat hij via samenwerking vaak sneller of beter problemen oplost; • vormt een gefundeerde mening over de wijze waarop zijn samenleving in elkaar zit; • vormt een gefundeerde mening over internationale ontwikkelingen en relaties; • is in staat andermans denken en doen kritisch te beoordelen; • kan bij zichzelf nagaan of hij (mede gezien de context) het juiste denkt of doet.

HOE KIJKEN SCHOLEN IN FINLAND AAN TEGEN COMPETENTIES VAN Ontdek het zelf! Download Schools reaching WERELDBURGERS? out to a global world (2011) op www.oph.fi/english > Sources of information > Publications.

WERELDBURGER MET KETCHUP is een uitgave van NCDO, centrum voor mondiaal burgerschap.

>> Er is veel discussie over de term ‘wereldburger’. Wanneer ben je het wel? Wanneer niet? Leraren vertellen in dit boek hoe zij daar tegenaan kijken. Deskundigen van NCDO doen dat ook. Zij stellen dat het er bij wereldburgerschapsonderwijs om draait leerlingen bewust te maken van hun verbondenheid met de rest van de planeet. Een lesgevende moet hiervoor kennis aanreiken, maar dient vooral een bepaald soort gedrag te stimuleren. Eén dat blijk geeft van inlevingsvermogen, van communicatieskills, van samenwerkingsvaardigheden en van een respectvolle houding ten opzichte van andermans overtuigingen. Pas in zoverre de leerlingen zulk gedrag vertonen, mogen ze ‘wereldburgers’ heten. PRETTIGE GEVOELENS

De rol van ouders, onderwijzers en leraren is van onschatbare waarde in de persoonlijke groei van leerlingen – een groei waarvan burgerschapsvorming een essentieel deel uitmaakt. Zoals mede uit de verhalen in dit boek blijkt (bijvoorbeeld het artikel over hersenonderzoek op pagina 106) kan juist zo’n opvoeder, onderwijzer of docent kinderen leren dat de wereld niet om hén draait. Dat ze onderdeel zijn van een een mondiale samenleving; een systeem dat hun identiteit vormt en dat zij op hun beurt beter of juist slechter kunnen maken. Het is de kunst van het opvoeden om kinderen wegwijs te maken in het spanningsveld tussen hun individualiteit en hun lidmaatschap van een groter geheel. Hoe meer kinderen leren over de wereld die hen beïnvloedt, hoe beter zij zichzelf zullen begrijpen. Daarmee krijgen zij meer controle over hun rol in het systeem en kunnen ze deze rol verstandiger invullen. Veruit de meesten zullen manieren zoeken om hun wereldwijde samenleving te versterken. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, maar de mens is een sociaal dier en krijgt daardoor negen van de tien keer een prettig gevoel als hij iets goeds doet voor de samenleving. En hij voelt zich hier extra toe geroepen als hij dit samen met anderen mag doen, zoals in een sponsorloop of tv-inzamelingsactie. ‘Goed doen’ werkt aanstekelijk en inspireert. Zeker als een groep het doet. >>

15 INLEIDING

3.

Natuurlijk, de ene persoon is de andere niet. Ook in dit boek geeft iedere geïnterviewde zijn eigen suggesties. Van onderwijsexpert tot lesgevende. Toch vallen in elk hoofdstuk wel grote lijnen te ontdekken. Noem het algemene tips, speciaal voor leraren die wereldburgerschap een plek willen geven in hun lessen. Ter afsluiting van dit boek: een selectie uit die tips.

123 EXTRA SAUS

6X6 PUNTEN VAN AANDACHT

39 X COMPETENTIES VOOR LESGEVENDEN Een onderwijzer of docent die wereldburgerschap wil stimuleren onder zijn leerlingen, heeft bepaalde competenties nodig.

Diverse instanties hebben hier een aanzet toe gegeven. De United Nations Economic Commission for Europe (UNECE) bijvoorbeeld met betrekking tot duurzame ontwikkeling. In haar document Leren voor een Leefbare Toekomst: competenties inzake Educatie voor Duurzame Ontwikkeling noemt UNECE 39 dingen die lesgevenden zouden moeten kennen, kunnen en zijn. De ideale onderwijzer of docent kan bijvoorbeeld: • omgaan met complexe vraagstukken; • zien hoe ontwikkelingen in de wereld met elkaar verbonden zijn; • aangeven wat uit het verleden geleerd kan worden; • inspireren tot betrokkenheid in het heden. ALLE 39 COMPETENTIES ONTDEKKEN? Download de Nederlandstalige versie van het UNECE-document op de Belgische website www.lne.be > Thema’s: natuur- en milieueducatie > Algemeen: educatie voor duurzame ontwikkeling > Educatie voor Duurzame Ontwikkeling.


NTR Schooltv leert kinderen meer met ‘begrijpend kijken’ TEKST BRIGITTE BLOEM | BEELD NTR, ISTOCKPHOTO

Voordat kinderen leren lezen, hebben ze tegenwoordig al ruimschoots kennisgemaakt met de wereld via televisie en internet. Het is daarom belangrijk om deze generatie niet alleen begrijpend te leren lezen, maar zeker ook begrijpend te leren kijken, vinden de makers van Schooltv. De aandacht voor begrijpend kijken wordt ook doorgevoerd in het begeleidend lesmateriaal dat bij de programma’s hoort. Meest in het oog springend onderdeel van de nieuwe aanpak van Schooltv is de interactieve cliptoets voor het Schooltv-weekjournaal.

Ilse Godtschalk is de bedenker van de cliptoetsen. Na haar sporen als leerkracht en, later, als maker van kinderprogramma’s ruimschoots verdiend te hebben, zocht Godtschalk naar een manier om het onderwijs interessanter en uitdagender te maken door een bredere inzet van beeldmateriaal. Ze vertelt: ‘Voorheen wist je als leraar eigenlijk niet wat er bleef hangen bij je leerlingen als ze een programma van Schooltv bekeken. Daarom gaan we nu van start met de cliptoetsen. We beginnen met het Schooltv-weekjournaal. Daarna volgen de andere Schooltv-programma’s. Met de cliptoetsen kunnen leerkrachten op een aansprekende, interactieve manier testen wat kinderen geleerd hebben van een uitzending.’

‘We hebben de uitzending in acht clips geknipt’, legt Godtschalk uit. ‘Na ieder deel stopt de uitzending even en worden er meerkeuzevragen gesteld. De leerlingen krijgen er punten voor. Kinderen houden erg van filmpjes. Bovendien houden ze van quizzen en spelletjes. Doorgaans zijn ze behoorlijk competitief ingesteld. Ze zijn dan ook reuze gemotiveerd om de vragen van de cliptoetsen te beantwoorden.’

Betere leeropbrengsten

Na een uitgebreide testfase met veel enthousiaste reacties en aantoonbaar betere leeropbrengsten werden de cliptoetsen afgelopen jaar al volop gebruikt in bibliotheken. ‘Uit universitair onderzoek blijkt dat bewegend beeld een grote impact heeft op mensen’, weet Godtschalk. ‘Bovendien blijkt dat door interactiviteit in bewegende beelden de boodschap beter

‘Voorheen wist je als leraar eigenlijk niet wat er bleef hangen’

goed_NTRShopJan.indd 1

18-12-12 11:25


overkomt en beter blijft hangen. Door de cliptoetsen blijken kinderen meer betrokken en beter gemotiveerd. Ze hebben helemaal niet door dat ze aan het leren zijn. Leerkrachten merken dat kinderen er heel gretig van worden. De methode met de cliptoetsen blijkt ook voor kinderen met concentratieproblemen goed te werken.’

Leren met voorkennis

Begrijpend kijken wordt wel ‘leren met voorkennis’ genoemd. Het gaat erom dat kinderen en jongeren snappen wat ze zien. Ook in het voortgezet onderwijs zijn de programma’s van Schooltv een

begrip. Geerle van der Wijk, eindredacteur van de vo-programma’s: ‘We vinden het heel belangrijk om materialen te maken waarvan docenten enthousiast worden. Bijvoorbeeld omdat ze een ingewikkeld of abstract onderwerp dankzij de extra informatie, schema’s en animaties goed kunnen uitleggen. Door te werken met de programma’s van Schooltv kun je onderwerpen en begrippen veel meer context en duiding geven. Ook voor vakken waarbij je niet direct uitgebreid beeldmateriaal of animaties verwacht, zoals economie en wiskunde, biedt Schooltv diverse programma’s.’

Nieuwe toepassingen

De Schooltv-programma’s sluiten aan bij lesmethodes van de reguliere uitgevers. ‘Stel je geeft maatschappijleer, dan geven wij in de handleiding precies aan bij welk hoofdstuk uit jouw methode ons programma aansluit’, verduidelijkt Van der Wijk. ‘De wereld om ons heen verandert snel. Om docenten terzijde te staan blijft het team achter Schooltv daarom enthousiast en deskundig bezig met het produceren en maken van nieuwe programma’s en het bedenken van nieuwe toepassingen, zoals de cliptoetsen en andere interactieve leermiddelen.’

Gratis proefabonnement!

Ontdek vanaf 2013 met een gratis Schooltv-weekjournaal proefabonnement zelf hoe leuk, leerzaam en gemakkelijk de cliptoets te gebruiken is. Kijk voor meer informatie over het afsluiten van een gratis proefabonnement op schooltv.nl/webwinkel

schooltv.nl/webwinkel goed_NTRShopJan.indd 2

18-12-12 11:32


Getest! ‘De cliptoets kan een

belangrijke bijdrage leveren aan de kijk op de samenleving!’

‘Een belangrijk voordeel van werken met de cliptoets is dat je kinderen actiever maakt in het kijken naar het Schooltv-weekjournaal. Je kunt niet alleen controleren of kinderen de inhoud van de uitzending hebben begrepen, maar ook of ze verbanden weten te leggen met kennis die tijdens lessen in de zaakvakken is opgedaan. Je kunt de cliptoets op meerdere manieren gebruiken. Bijvoorbeeld in de weektaak. Kinderen maken alleen of in kleine groepjes de opdrachten, zoeken actief naar informatie en overleggen met elkaar. Een andere mogelijkheid is om de cliptoets in quizverband af te nemen. Er worden groepjes gemaakt, het spel wordt gespeeld en na afloop is het nieuwsteam van de week bekend. Een derde toepassingsmogelijkheid is om na de cliptoets een van de onderwerpen te pakken en hierover een klassengesprek of discussie aan te gaan. Kinderen testen eerst hun kennis en gaan dan op zoek naar wat ze zelf vinden van het onderwerp. Zo kun je actief burgerschap mooi vorm en inhoud geven. Als kinderen ontdekken dat het kijken naar het Schooltv-weekjournaal niet vrijblijvend is en dat er “gecontroleerd” wordt, zal de betrokkenheid toenemen. Anderzijds laat de cliptoets met overstijgende vragen zien dat

Martin Bootsma (Leraar van het Jaar voor het basisonderwijs 2011)

het belangrijk is om relaties te leggen met de kennis die je hebt opgedaan en de wereld om je heen. Daar zit, denk ik, de werkelijke winst van de cliptoets. Kinderen in groep 7 en 8, maar ook in andere groepen, zijn over het algemeen geïnteresseerd in de actualiteit. Vanuit de kerndoelen wordt verwacht dat de kinderen die na groep 8 de basisschool verlaten bijvoorbeeld een brede kijk hebben op onze samenleving, met respect weten om te gaan met andere mensen, respect hebben voor het milieu en kennis van andere culturen en geloven hebben. Daartoe kan het Schooltvweekjournaal en de cliptoets een belangrijke bijdrage leveren.’

De multimediale aanpak van Schooltv Het hele jaar door biedt Schooltv programma’s voor het primair- en voortgezet onderwijs. Populair zijn de wekelijkse uitzendingen van Koekeloere (groep 1-2), Huisje Boompje Beestje (groep 3-4), Nieuws uit de Natuur (groep 5-6) en Schooltv-weekjournaal (groep 7-8). Ook voor het voortgezet onderwijs heeft Schooltv een uitgebreid aanbod per vak. Alle tv-programma’s gaan vergezeld van begeleidend materiaal. Afhankelijk van het programma bestaat dat uit een handleiding voor docenten en leerlingenboekjes, cd’s, spelmateriaal. Veel Schooltv-series zijn op dvd verkrijgbaar. Op het lesmateriaal dat hoort bij de programma’s Koekeloere, Huisje Boompje Beestje, Nieuws uit de Natuur en Schooltv-weekjournaal kun je een abonnement nemen. Zo beschik je altijd over actuele lessen. Ook halverwege het schooljaar kun je nog instappen. De prijs van het abonnement wordt aangepast aan het moment waarop je instapt. Het

Schooltv-weekjournaal abonnement is als eerste Schooltv-product uitgebreid met de cliptoetsen. Kijk op schooltv.nl/webwinkel voor het complete aanbod. Alle programma’s van Schooltv zijn terug te kijken via ‘Schooltv Gemist’.

Blijf op de hoogte van relevant materiaal voor jouw vak! Schrijf je in op schooltv.nl/nieuwsbrieven. goed_NTRShopJan.indd 3

18-12-12 11:32


Een schat aan lesmateriaal voor basis- én voortgezet onderwijs Voor elke les, het hele jaar door

Kijk voor het uitgebreide assortiment van lesmateriaal en aanbiedingen op

schooltv.nl/ chooltv.nl/webwinkel

dvd of dvdPLUS (BO en VO) Kies uit de rijke collectie van meer dan 175 NTR Schooltv-programma’s op dvd of dvdPLUS - met aanvullend lesmateriaal en opdrachten - voor de ondersteuning van nagenoeg elke les, met een veelheid aan onderwerpen, vakken en thema’s voor zowel het basis- als voortgezet onderwijs.

Handleidingen, werkboekjes en abonnementen (BO en VO) Maak je les compleet met lesmateriaal dat naadloos aansluit bij de Schooltv-programma’s op tv, dvd of internet. De handleidingen en werkboekjes zijn gemaakt om boeiende, leerzame lessen mee te geven. Bij het meeste Schooltv-beeldmateriaal kun je nog lang (extra) begeleidend materiaal blijven vinden in de webwinkel. Altijd zeker zijn van actueel lesmateriaal bij uitzendingen van een programmaserie? Kies dan voor het gemak van een abonnement (BO).

Spellen en poppen, leesboeken en prentenboeken (BO) Verlevendig de les met de bekende figuren uit Schooltv-programma’s. Uitleggen en vertellen is leuk en blijft de leerlingen beter bij met bijvoorbeeld de educatieve handpoppensets van Raaf, Moffel en Piertje. In de Schooltvwebwinkel vind je daarnaast een selectie van mooie lees- en prentenboeken.

Lessen voor het digitale schoolbord (BO) Op het digibord komen beeld, figuren en lesmateriaal perfect samen. In de digibordlessen van Schooltv leggen de bekende personages met behulp van verhalen, animaties en filmpjes onderwerpen eenvoudig en aansprekend uit. Met uitdagende, interactieve opdrachten kun je direct met de klas kennis in de praktijk brengen.

Actie: Nu voordeel tot wel € 49,95 op digibordlessen. Ga naar schooltv.nl/webwinkel en de klik op de actiebanner.

webwinkel goed_NTRShopJan.indd 4

18-12-12 11:32


zelfstandig werken aan reken-

en taalvaardigheden

een krachtig leermiddel voor in een krachtige leeromgeving

met licht, geluid

en spraak

ingebouwde

zelfcontrole

voor kinderen uit

groep 1, 2 en 3

stimuleert de ontwikkeling van het fonologisch en

fonemisch bewustzijn

klank van letters wordt

fonetisch uitgesproken

bevordert de analyse en

synthese van woorden

Bezoek onze stand tijdens de NOT van 22 t/ m 26 januari 2013 stand 11. E08 2

Bestel het i-blocks totaalpakket voor â‚Ź 499,- i.p.v. â‚Ź 579,www.i-blocks.info Biggletoys_ad.indd 1

17-12-12 16:33


Vijf dagen inspiratie, de nieuwste trends en ontwikkelingen. Mis het niet!

r nu e e r t s i g e R s i t a r G r o vo et toegang m 34 5 0 0 0 10 : code

22-26 januari 2013

Jaarbeurs Utrecht www.not-online.nl

vnu_25878_advNOT_Prima Onderwijs_192x285mm_v2.indd 1

06-09-12 16:14


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.