PrimaOnderwijs juni 2013

Page 1

Onderwijsnl

Voor alle professionals in het onderwijs nummer 4 • juni 2013 • www.primaonderwijs.nl • verschijnt 6x per jaar •

Extra dikke editie Klaar voor de start? Zo vul je een jaar lang

! s ij w r e d n o lees

&

Gedrag in de klas met o.a. respect voor de leraar • taalontwikkeling voorbode op slecht gedrag • ouderbetrokkenheid 3.0 • onderwijs en het kinderbrein • hoogbegaafdheid • leren differentiëren


CPS Academie

Nationaal Congres Ouderbetrokkenheid

Peter de Vries

Op 11 september presenteren AVS en CPS het Nationaal Congres Ouderbetrokkenheid met keynote speakers Betsy Landers (president van de PTA uit Amerika) en Peter de Vries (auteur van het handboek Ouders in de school). Geef een boost aan de samenwerking tussen school en ouders. Want door de goede samenwerking tussen school en ouders presteren en functioneren leerlingen beter. Neem gratis een ouder mee!

18 april 2013

e 425,- incl. gratis ouder

Betsy Landers

www.nationaalcongresouderbetrokkenheid.nl

Training omgaan met dyslexie Leesvaardigheid is de basis voor goede schoolprestaties, een leerloopbaan lang. Daarom steekt u veel van uw beschikbare tijd en energie in een effectieve uitvoering en verbetering van leesonderwijs. Ondanks uw inspanningen, zijn er altijd leerlingen met wie het maar niet lijkt te lukken. Ze hebben problemen met het lezen en lijken slecht in staat om teksten te begrijpen. Wilt u deze problemen leren herkennen en er een passende oplossing voor vinden? Dan is onze training ‘Omgaan met dyslexie’ het beste recept. Betsy Ooms

17 september (po) en 25 september (vo)

e 295,-

www.cps.nl/trainingdyslexie

Training HRM in het onderwijs Hoe kan HRM bijdragen aan het realiseren van de onderwijskundige ambities voor de komende jaren? In deze praktische training krijgt u inzicht in het belang van HRM om uw onderwijsdoelen te realiseren, inzicht in de manier waarop u HRM aanstuurt en maakt u de vertaling vanuit uw onderwijskundige ambities (schoolplan, strategisch beleidsplan) naar doelmatig HRM beleid in de eigen school.

3 dagen

24 september

e 1.495,-

www.cps.nl/traininghrm

René van Drunen

Training leidinggeven aan een sterke school Op een sterke school is ‘blijvende verandering’ die leidt tot hogere leerresultaten en betrokkenheid van leerkrachten. Het onderwijskundig leiderschap van leidinggevenden draagt bij aan het verhogen van leerlingresultaten. In deze training richt u zich op vraagstukken in uw eigen schoolorganisatie. De nieuw verworven kennis en kunde zijn direct toepasbaar op uw eigen schoolpraktijk. U ontwikkelt leiderschap door de hele organisatie. 7 dagen

30 september

e 1.755,-

www.cps.nl/trainingsterkeschool

Cor Verbeek

Lesgeven is topsport Bekijk ons complete overzicht met trainingen op www.cps.nl/academie


Inhoud

Onderwijs nl

Voor alle professionals in het onderwijs

36 18

27

Klaar voor de start? Met deze tips vul je een jaar lang leesonderwijs!

Scan PrimaOnderwijs voor extra’s! Heb je na het lezen van PrimaOnderwijs behoefte aan meer? Scan dan de pagina’s met het icoontje Layar. Nieuws, filmpjes, acties, reacties... Download de gratis Layar app in de Apple Store of Android Market.

Gedrag in de klas met: 36 40 42 46 48 50

Respect voor de leraar Onderwijs en het kinderbrein Ouderbetrokkenheid 3.0 De hoogbegaafde leerling uitgedaagd Omgaan met verschillen Taalvaardigheid voorspelt gedragsproblemen 52 Dyslexie de baas 54 Nieuwe website met passend onderwijsaanbod 57 Kijkje bij een Kanjertraining

Onderwijs nl Met 180.000 lezers het grootste blad voor alle onderwijsprofessionals. PrimaOnderwijs is een uitgave van

En verder: 4 Nieuws 10 Zo werkt registerleraar.nl 16 Leren programmeren 18 SlimStampen maakt feiten leren leuk 21 Chromebooks in het onderwijs 60 Voorlezen met Schooltv

Naast het magazine biedt PrimaOnderwijs een tweewekelijkse nieuwsbrief en www.primaonderwijs.nl

Vormgeving Ellen Lennartz, Saskia van Geijlswijk, Chantal Buitink

EDG Media Postbus 40266 3504 AB Utrecht

Medewerkers Simone Barneveld, Linda Blankenstein, Brigitte Bloem, Tefke van Dijk, Inez van Goor, Tialda Hoogeveen, Mirjam Janssen, Marius Roos, Marije Sietsma, Gerda van ’t Spijker, Manon van Wijnen

Uitgever Erik Trimp Mediacoördinator Vanessa Pelle vpelle@edg.nl

Verschijning en verspreiding PrimaOnderwijs verschijnt 6 keer per jaar. Verspreiding via gecontroleerde distributie door EDG Media bij alle basisscholen en scholen in het voortgezet onderwijs in Nederland. Redactie 030-241 70 44 redactie@primaonderwijs.nl Sales Mark Hutzezon 030-2417025, mhutzezon@edg.nl

Klantenservice 030-241 70 30 klantenservice@edg.nl Copyright 2013 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, overgenomen of openbaar gemaakt zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. De uitgever is niet aansprakelijk voor enig handelen op grond van de in dit blad gegeven adviezen of gedane mededelingen.


4

Onderzoek waardering scholieren LOB

Het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) presenteerde onlangs de uitkomsten van een onderzoek naar studieloopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB). In het onderzoek zijn scholieren gevraagd naar hun mening over studiekeuzebegeleiding. Het onderzoeksrapport, getiteld ‘Scholieren eisen tijd en begeleiding voor hun loopbaan’, biedt zes concrete handreikingen voor scholen en beleidsmakers om LOB te verbeteren. Het onderzoek is uniek omdat het, in tegenstelling tot andere onderzoeken, de waardering van scholieren voor studiekeuzebegeleiding heeft onderzocht. In andere onderzoeken wordt over het algemeen uitgegaan van het standpunt van schooldirecteuren of onderwijsambtenaren. De twee interessantste resultaten uit het onderzoek zijn dat leerlingen vinden dat het keuzeproces integraler aangepakt moet worden, dat wil zeggen dat er een veel grotere rol is weggelegd voor mentor, vakdocent en ouders. Samenwerking tussen deze drie pijlers en decanen is volgens hen cruciaal. Daarnaast geven scholieren aan dat zij graag papieren folders behouden, wel onderstrepen zij het belang dat ook social media een positie gaat krijgen in het keuzeproces.

tatie op hun verdere loopbaan is van cruciaal belang. Het rapport toont aan dat ouders en scholen hierin een grote rol hebben. Leerlingen willen daarnaast meer voorlichting, begeleiding, stages en proeflessen. Met de lessen uit het rapport kunnen we studie- en loopbaanadviezen verbeteren. Daarvoor werken we graag samen met LAKS, VO-raad en andere betrokkenen. Zo lanceren wij eind dit jaar een website waar ouders en leerlingen informatie kunnen vinden over studeren en studiekeuze.’ Het LAKS is blij dat staatssecretaris Sander Dekker het onderzoek serieus neemt. Naast het ministerie heeft ook de VO-raad aangekondigd om met de resultaten van het onderzoek aan de slag te gaan. Het onderzoek is uitgevoerd ism OIG. Scan dit bericht met Layar voor het complete onderzoek.

Reactie Sander Dekker Vanuit het veld wordt al enthousiast gereageerd op het onderzoek. Staatssecretaris Sander Dekker: ‘Een doelgerichte begeleiding van leerlingen bij de oriën-

Scan deze pagina voor extra's!


NIEUWS 5

Leerling doneert prijsgeld aan Stichting Red een Kind Onlangs organiseerden TerraCycle en pennenfabrikant BIC de landelijke opstelwedstrijd ‘Hoe helpt mijn school?’. Hiervoor beschreven leerlingen in een opstel hoe hun school zich inzet voor mens en milieu. Er waren vier prijzen te winnen en Marit Holwerda van het Greijdanus College in Zwolle sleepte de hoofdprijs van € 1500 in de wacht. Het is de bedoeling dat winnende leerlingen het prijsgeld schenken aan hun favoriete goede doel. Marit overhandigde de cheque aan Stichting Red een Kind. Marit vertelt in haar opstel hoe haar school zich inzet voor ontwikkelingslanden en waarom ze dit zo belangrijk vindt. Zo organiseert de school fairs, lesmarathons en sponsorlopen. Ook zamelen ze lege pen-

nen in, die ze sturen naar TerraCycle. Deze recyclet vervolgens de pennen en geeft de school hier geld voor. Door het winnen van de opstelwedstrijd leveren Marit en haar school een enorme bijdrage aan het waardevolle werk dat Red een Kind in Afrika doet. www.bicworld.com

ONLINE KLASSENSTRIJD

GROOT SUCCES

Steeds meer basisscholen omarmen het idee dat kinderen op school én thuis online oefenen met de lesstof. Tijdens de Leuk Leren Week van Squla (18 t/m 25 maart jl.) was dit goed zichtbaar. Ruim 6.500 groepen 1 t/m 8 deden mee aan deze grootste online klassenstrijd van Nederland. Via het digibord en computers speelden de leerlingen de quizzen en oefengames van Squla, in alle vakken. Bovendien was Squla gedurende de Leuk Leren Week thuis ook gratis toegankelijk. Veel leerlingen maakten daar volop gebruik van door thuis verder te oefenen en nog meer punten te verzamelen voor de klas. De hoofdprijswinnaar van de Leuk Leren Week is groep 7B van basisschool de Zevensprong uit Almere: zij wonnen een uniek optreden van Kim-Lian van der Meij en Ralf Mackenbach op school. De klassen speelden echter niet alleen voor eigen prijzen; er worden door Squla 70 lidmaatschappen aangeboden aan kinderen die door ziekte langdurig niet naar school kunnen: voor elke 100.000 beantwoorde oefenvragen één. Zo blijven ook deze kinderen op een leuke manier bij met de lesstof. Meer informatie over Squla en de Leuk Leren Week vind je op www.squla.nl.

Met de klas naar het theater ‘Toen mijn vader een struik werd’ is een theaterbewerking van het bekroonde boek van Joke van Leeuwen. Met spel, muziek en liedjes brengen actrice Mirthe Klieverik en gitarist Peter Sambros de bizarre wereld van het karaktertje Toda tot leven. Soms speels en komisch, dan weer ingetogen en ontroerend. Er worden vijf besloten voorstellingen in de regio gehouden voor vijfduizend basisschoolleerlingen. Kijk voor meer informatie op www.hetfiliaal.nl


Little Professor Solar De leukste stimulans om te leren hoofdrekenen Met deze legendarische rekentrainer leren kinderen op een leuke manier hoofdrekenen. Het apparaat voert geen berekeningen uit, maar geeft de leerling een som gebaseerd op: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, of delen. De ‘Little Professor’ controleert vervolgens het resultaat. Een ‘vrolijke’ professor in het venster geeft aan wanneer het antwoord goed is, na 2 foute antwoorden wordt het juiste antwoord gegeven.

v Unieke rekentrainer. v Vier basisbewerkingen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. v Vijf moeilijkheidsniveau’s, afzonderlijk in te stellen: 1 is “zeer eenvoudig” tot 5 is “zeer moeilijk”. v Meer dan 50.000 voorgeprogrammeerde opgaven. v Een ‘ster’ en een ‘glimlach’ voor elk goed antwoord . v Na elke 5 opdrachten terugkoppeling van je score. v Robuuste behuizing. v Werkt op zonnecellen. v Aanbevolen voor het primair en speciaal onderwijs.

em h l e t s Be uw nu bij rancier ve e l l o o sch education.ti.com/nederland


NIEUWS 7

Staatssecretaris Dekker wil het pesten op school integraal aanpakken. Met andere woorden: schoolleiders, docenten, ouders en leerlingen erbij betrekken. Een goed idee, benadrukt kenniscentrum voor onderwijs en seksuele diversiteit EduDivers, maar het plan is volgens hen veel te generiek. ‘Er staat weliswaar dat een generieke aanpak sensitief moet zijn voor bepaalde kwetsbare groepen, zoals ‘homoseksuele jongeren’, maar deze suggestie wordt niet inhoudelijk uitgewerkt. Bovendien blijkt uit cijfers dat 25 procent van alle homofiele en lesbische leerlingen die wekelijks gepest worden, een poging tot suïcide onderneemt. Pesten is daarmee de belangrijkste reden voor suïcide onder homojongeren. Door te kiezen voor een algemene pestaanpak wordt er vanuit gegaan dat pesten in principe hetzelfde is voor alle jongeren.’ EduDivers vindt dat onterecht. Er moet meer aandacht komen voor de manier waarop jongens met meisjes en hetero’s met homo’s omgaan.

MijnID campagne Om aan deze aspecten tegemoet te komen, heeft de Onderwijsalliantie voor onderwijs en seksuele diversiteit de MijnID campagne ontwikkeld. Hiermee bieden zij scholen en docenten de instrumenten om ervoor te zorgen dat iedereen op school zijn of haar eigen identiteit kan ontwikkelen in een veilige en respectvolle omgeving. Met name de positieve toonzetting slaat aan in scholen: ‘Iets goeds doen’ in plaats van ‘iets niet meer doen’ (zoals pesten).

beeld willem poelstra/edudivers

EduDivers: Homoseksuele leerling komt niet genoeg aan bod in anti-pestbeleid

UITKOMSTEN RAPPORT ‘MIETJES MOETEN ZE NIET!’ Uit onderzoek van EduDivers blijkt dat jongeren grote moeite hebben met meiden die zich stoer of mannelijk gedragen en jongens die meisjesachtig gedrag vertonen. Tweederde van de middelbare scholieren houdt afstand van homoseksuele medeleerlingen of voelt zich onzeker over contact met hen. 32% wil in de pauze niet naast een homoseksuele klasgenoot zitten. Slechts een derde vindt homoseksualiteit ‘een natuurlijke seksuele oriëntatie’. Enkele andere cijfers: > 15% vindt homoseksualiteit ‘een seksuele afwijking’. > Een derde van de leerlingen zegt dat homoseksualiteit niet algemeen acceptabel is. > 22% stelt dat homo’s en lesbiennes niet welkom zijn op school. > 22% zegt dat openlijk homoseksuele leerlingen gepest zouden worden. > Een op de vijf zou geen vriendschap sluiten of samen huiswerk maken.

Merces, onderwijsdienstverlener voor HR en financiën. www.merces.nl


8

Gezocht leuke, leerzame

onderwijs-apps!

Heb je een goed idee voor een app in de klas? Of heb je misschien al een onderwijs-app gemaakt? Doe dan mee aan de wedstrijd Meester App, waarmee wordt gezocht naar apps die het leren beter én leuker maken. Meedoen kan tot 14 juni. Leerlingen van basisschool de Fontein in Den Haag kregen les in het maken van apps. Waag Society liet zien dat je hiervoor helemaal geen computergenie hoeft te zijn; je maakt gemakkelijk een werkend voorbeeld van je schets of idee. Omdat scholen ICT steeds vaker inzetten om het leerrendement te verhogen, maar niet alle mogelijkheden benutten, organiseert Waag Society voor het ministerie van OCW de wedstrijd Meester App. Karien Vermeulen van Waag Society: ‘Apps promoten op een laagdrempelige manier het ICT-gebruik in de klas. Ze sluiten aan bij de leefwereld en interesse van kinderen. Daarnaast spreken ze verschillende vaardigheden aan. Je woordenschat uitbreiden? Of je creativiteit ontplooien door video’s of animaties te maken? Het is allemaal mogelijk.’ www.meesterapp.nl

Zo doe je mee!

Meedoen aan de wedstrijd kan in twee categorieën: (1) ideeën en (2) apps. Op de website geeft Meester App tips om demo’s te maken. Het beste idee wordt speciaal voor deze wedstrijd uitgewerkt tot een echte app. Bestaande apps komen in aanmerking voor mooie geldprijzen, dus ook ontwikkelaars kunnen mee doen. Zo stimuleert Meester App niet alleen nieuwe ideeën, maar worden ook de beste bestaande apps in kaart gebracht.

43% van de leerlingen vindt leraar niet ICTbekwaam

Ruim 53% van de scholieren wil dat er meer digitale middelen worden ingezet in de les. Dit blijkt uit onderzoek van het 1V Jongerenpanel van EenVandaag onder 1.122 scholieren. Volgens 43% zijn leraren over het algemeen niet ICTbekwaam. Scholieren geven aan dat er in vrijwel alle klaslokalen digitale schoolborden staan, maar volgens 58% van de leerlingen benutten docenten de mogelijkheden te weinig. Ook social media worden nauwelijks ingezet voor vakken. Van de leerlingen die wel ervaring hebben met docenten die Twitter of Facebook inzetten voor hun vak, vindt een meerderheid dit een nuttige aanvulling. Verder vinden scholieren een docent vooral een goede leraar als hij de stof goed kan uitleggen (72%), humor in de lessen brengt (49%) en enthousiasme uitstraalt (48%). Volgens de leerlingen kunnen leraren over het algemeen goed orde houden in de les; toch geeft 74% van de scholieren aan één tot drie leraren te hebben die dit echt niet kunnen. Daarnaast zegt 40% dat weinig leraren hen actief betrekken bij de les. Driekwart (77%) van de leerlingen geeft aan dat de docent grotendeels bepaalt of ze het vak echt leuk vinden. Ook of ze hun best doen voor een vak hangt bij de helft (52%) grotendeels af van de leraar.

Zo’n 85% van de kosten op een school zijn gerelateerd aan personeel. Kom in control! www.merces.nl


NIEUWS 9

Een rekenmachine

is zo 1973!

Doorgaans richt Muiswerk Educatief zich op digitale onderwijsmethoden, maar zo nu en dan komen zij met een verrassing. Zoals hun nieuwste RekenApp, die de grenzen van de bekende rekenmachine op talloze gebieden overschrijdt. Door op MD te klikken schakelt de simpele versie van de app naar superpowermode en kan er ineens gerekend worden met extra knoppen: voor afstand, oppervlakte, inhoud, massa, tijd, snelheid, versnelling, soortelijk gewicht, functies, valuta, formaten, formules en meer. De RekenApp kost € 1,79 in de AppStore.

ZOMERACTIE VAN SCHOOLTVWEBWINKEL De eerste voorbereidingen voor de start van het nieuwe schooljaar worden al getroffen. Zo gaat ook de Zomeractie van de Schooltv-webwinkel van start. Wie vóór 1 augustus 2013 voor meer dan €50,- aan lesmateriaal voor het basisonderwijs in de Schooltv-webwinkel bestelt, kan na 1 augustus gratis een keuze maken uit het beste materiaal van de afgelopen seizoenen Schooltv. In de Schooltv-webwinkel vind je een ruim assortiment aan boeken, pluche poppen, dvd’s, cd’s, digibordlespakketten en abonnementen (o.a. Nieuws uit de Natuur en Koekeloere) om de lessen mee te verlevendigen. Kijk voor meer informatie over de Zomeractie op schooltv.nl/webwinkel.


10

‘Ik ben leraar en daar ben ik trots op. Leraar zijn is niet zomaar een beroep. Iedereen kan zich docent of leraar noemen, maar niet iedereen kan zich registreren. Dat kan pas als je aantoont over de juiste vooropleiding te beschikken en als je laat zien dat je voortdurend investeert in je eigen professionele ontwikkeling. Daarom heb ik mij ingeschreven in het register. En daarom probeer ik mijn collega’s over te halen om hetzelfde te doen. Het register is van ons, de beroepsgroep van leraren. Wij laten zien wat we waard zijn!’


PRIMA EXTRA 11

Laat zien wat je waard bent,

sta in het register

Leraar zijn, daar ben je met recht trots op. Jij en je collega’s maken jonge mensen wegwijs en weerbaar. Je weet wat het is om voor de klas te staan. Je hebt een gedegen opleiding gevolgd en houdt je kennis en deskundigheid goed bij. Je staat voor kwaliteit, kennis, ervaring en inzicht. Het register is een hulpmiddel om er voor te zorgen dat je die trots kunt uitstralen en behouden. Je laat zien dat je bevoegd en bekwaam bent en dat je eraan werkt om je kennis en kunde op peil te houden.


12 Registerleraar.nl is een register van, voor en door leraren in het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Inschrijving in het register geeft aan dat je investeert in de kwaliteit van onderwijs. Je onderschrijft de eisen die worden gesteld aan professionele ontwikkeling. Die eisen zijn door leraren zelf opgesteld. De eisen worden regelmatig herijkt. Inschrijven is vrijwillig. Het register is niet opgelegd door werkgevers of door het ministerie. Het komt voort uit leraren zelf. Het is een middel om uitdrukking te geven aan de eigen professionaliteit. Leraren laten met dit register zien dat ze gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen voor hun kwaliteit en professionele ontwikkeling.

Etalage van bekwaamheid Het register is een instrument, geen doel op zich. Het is een etalage van bekwaamheid en professioneel bewustzijn. Vergelijk het met andere beroepsgroepen zoals advocaten, huisartsen, verpleegsters, accountants. Beoefenaars van deze beroepen laten in hun dagelijkse praktijk zien hoe ze hun werk doen. Zij bouwen hun vertrouwensrelatie op in het daadwerkelijke contact, net als leraren. Het register geeft hen een goede basis voor de opbouw van die vertrouwensrelatie. Het geeft standaarden om professionaliteit zichtbaar te maken. Het register helpt ook om het kaf van het koren te scheiden. Formeel moet iedere leraar die voor de klas staat, bevoegd zijn. Toch staan er nog steeds onbevoegde leraren voor de klas. Registerleraar.nl toont en beschermt daardoor de professionaliteit

REGISTEREN Je kunt je registreren wanneer je... ...in het bezit bent van een erkend diploma dat de bevoegdheid verleent tot het geven van onderwijs, én... ...als leraar werkt in een dienstverband met een omvang van tenminste 332 uur op jaarbasis (0,2 fte), of... ...niet als leraar in een dienstverband werkt, maar als zelfstandige (zzp’er), op basis van een 0-uur contract of als invaller die aantoonbaar kan maken tenminste 332 uur op jaarbasis (0,2 fte) te werken, of... ...een bevoegde werkzoekende leraar bent die in de achterliggende periode van vier jaar tenminste 1328 uur (4 x 332 uur) als leraar werkzaam is geweest.

van het leraarschap. Het geeft de mogelijkheid om meer zeggenschap te hebben over onderwijs, ontwikkeling en de mogelijkheden en middelen om daar aan te blijven werken.

Register in de praktijk In het register neem je op welke activiteiten je doet voor jouw professionele ontwikkeling. In de toekomst kun je ook je waardering voor deze activiteiten opnemen in het register. Daarmee maak je duidelijk welke vormen van professionele ontwikkeling belangrijk en nuttig zijn voor jou als leraar. Neveneffect is dat kwalitatief minder aanbod van activiteiten op de lange termijn wordt geweerd uit het register: het aanbod zal dus alleen maar verbeteren. Het register helpt ook om duidelijk te maken wat leraren nodig hebben voor hun professionele ontwikkeling. Ook schoolleiders en bevoegd gezag hebben hun eigen verantwoordelijkheid. Zij moeten bijvoorbeeld het personeelsbeleid goed op orde


PRIMA EXTRA 13

HOE WERKT HET REGISTER? Op de site registerleraar.nl kun je jouw account aanmaken. Vervolgens voeg je een verklaring van bevoegdheid toe, vul je jouw huidige en eventueel historische werkverbanden in en vraag je jouw registratie aan. Je gegevens worden gecontroleerd door het register. Na goedkeuring ben je vindbaar als registerleraar. Je houdt in je dossier bij wat je doet aan professionele ontwikkeling. In vier jaar tijd moet een registerleraar hier tenminste 160 uur aan besteden. Je beheert zelf alle informatie die je in het register opvoert. Registercommissies die bestaan uit leraren beoordelen of en zo ja voor hoeveel uren een cursus of activiteit meetelt. Je kunt gevalideerd aanbod opvoeren maar ook professionaliseringsactiviteiten die je zelf relevant vindt en die voldoen aan de criteria. Iedereen kan op www.registerleraar.nl zien of een leraar is geregistreerd. Het is mogelijk om te zoeken op de naam van de leraar, de naam van de school en de plaatsnaam van de school. Meer informatie is niet publiek toegankelijk. Je hoeft dus niet bang te zijn voor misbruik van je gegevens voor welke doelen dan ook.

Eén muisklik hebben. Als het register en het personeelsbeleid goed op elkaar zijn afgestemd, kunnen ze elkaar ondersteunen. Daarom wordt de gebruikspraktijk van het register ontwikkeld in samenwerking met de sectorraden. Dat gebeurt in pilotprojecten: lerarenteams realiseren samen met hun schoolleiding de inrichting van de professionele ontwikkeling en het gebruik van het register in de praktijk van hun eigen school. De projectresultaten worden gebruikt om registerleraar.nl verder te ontwikkelen en het gebruik ervan door leraren en binnen de instellingen vorm te geven.

Kracht Registerleraar.nl is net zo krachtig als het aantal leraren dat zich inschrijft. Hoe meer leraren zich vrijwillig inschrijven, hoe sterker we staan als beroepsgroep. Velen zijn je al voorgegaan. Laat zien wat je waard bent, sta in het register.

Personen en instellingen die scholing en andere vormen van professionalisering voor leraren aanbieden, kunnen dit aanmelden bij het register. De registercommissies beoordelen en waarderen dit aanbod en nemen het goedgekeurde en gewaardeerde aanbod op in een overzicht. Je kunt scholing die je hebt gevolgd, met één muisklik importeren in je dossier. Er zijn drie registercommissies: voor het po (inclusief speciaal onderwijs), vo en mbo. Deze drie commissies worden bijgestaan door subcommissies met gespecialiseerde kennis. Zo zijn er voor het voortgezet onderwijs subcommissies voor de schoolvakken.


KWALITEIT & PRIJS,

! L L A U O Y S E V I G C I B

elijk n k k a Gem wijdere er er v t e a t w met

Medium geblokkeerde punt

Levendige scherpe kleuren

Droogt niet uit 2 maanden Schone handen zonder dop

Goed uitwasbare inkt

www.bickids.com

Adv_BicKids_Klasse_192 x 285.indd 1

54% gercycled materiaal

t af e i n t f Gee en op hand

Extra sterk en schokbestendig

Levendige scherpe kleuren

RPOTLODENGeen Ugercycled LEUiterst K54% splintergevaar materiaal schokbestendig

Verkrijgbaar bij uw schoolleverancier

Vanaf 1 jaar

Leren hoe je vingers te plaatsen

Levendige scherpe kleuren

Schone handen

gives you more! 16/03/12 10:04


VERRIJKING 15

Geef je leerlingen tien vingers voorsprong De laatste jaren is het gebruik van computers onder kinderen enorm toegenomen. Spelletjes spelen, met vrienden chatten, maar ook informatie zoeken en schoolwerk maken. Goed kunnen typen is belangrijker dan ooit. Voor scholen is hiermee veel winst te behalen, want uit onderzoek blijkt dat leerlingen dan sneller werken en betere resultaten behalen. Geef ze die voorsprong

met TypeWorld Kids. TypeWorld Kids is een interactieve en uitdagende typecursus die midden in de belevingswereld van het kind staat. De leerlingen gaan zelfstandig aan de slag. Dit kan zowel thuis als in de klas omdat het programma volledig online is. Dankzij de gebruiksvriendelijke begeleidermodule behoudt de docent moeiteloos het overzicht en kan hij de leerlingen waar nodig bijsturen. Meer weten? www.typeworld.nl/proef

Spelend leren…

falen

De afgelopen jaren heeft de ontwikkeling van denkspellen een enorme vlucht genomen. Wat ooit begon met de Kubus van Rubik is uitgegroeid tot een ware industrie in ‘smart games’. De ontwikkeling gaat verder. Schoolsupport geeft bestaande denkspellen uit waar een lestoepassing bij gemaakt is. Speciale opdrachtkaarten sluiten aan bij verschillende onderwijsgebieden. Bij bekende (zoals River Crossing) en minder bekende spellen trainen leerlingen belangrijke vaardigheden die ze later ook nodig hebben: samenwerken, verwerven van informatie, doorzettingsvermogen en reflecteren. De spellen zijn inzetbaar voor alle leerlingen, maar de spelkaarten dagen ook juist meer- en hoogbegaafde leerlingen uit. Zie het aanbod op: www.schoolsupport.nl/artikel/2759. Lilian van der Poel, hoogbegaafdenspecialist over de spellen: ‘De spellen dagen kinderen uit om net even verder te denken dan de meeste methodes. Met name

de opdrachtkaarten bieden een prachtige ingang om kinderen te leren doorzetten, en te leren falen. Wie niet faalt, bereikt nooit zijn eigen grenzen en spreekt dus ook nooit zijn eigen potentieel aan. Juist in deze wereld hebben we mensen nodig die vernieuwend kunnen denken. Je zult versteld staan van het potentieel van je leerlingen!’ Denkspellen zitten ook volop in de Ster-pakketten: een verrijkend leeraanbod voor meer- en hoogbegaafde leerlingen van groep 1 t/m 8. Zie www.schoolsupport.nl/artikel/2735.

Voor welke dienstverlening u ook kiest... u zit altijd goed bij Merces. www.merces.nl

Verrijking_pagina_2.indd 16

03-05-13 16:20


16

Programmeren moet je leren ‘In de 21ste eeuw moet ieder kind kunnen omgaan met de digitale media’

Kinderen krijgen op school les in Engels, Frans en Duits. Eén taal wordt meestal overgeslagen: die van de computer, terwijl de digitale wereld een steeds grotere rol in het dagelijks leven speelt. Moet programmeren een verplicht schoolvak worden?

D

tekst mirjam janssen | beeld summly, istockphoto

De 17-jarige Nick D’Aloisio uit Engeland is miljonair. Hij verkocht zijn bedrijf Summly voor 23 miljoen euro aan Yahoo. Summly levert een app voor mobiele telefoons die nieuwsberichten kan inkorten. Nick bedacht de slimme algoritmes achter Summly toen hij 15 jaar was en trok al snel de aandacht van het grote geld. Hij kon zijn slag slaan omdat hij had geleerd te programmeren. Eigenlijk zou iedereen op school moeten leren programmeren, vindt een groep Amerikaanse beroemdheden. Op de site code.org vertellen onder meer Mark Zuckerberg, Bill Gates en will.i.am enthousiast over hun eerste ervaringen met programmeren. Hun oproep wordt gesteund door anderen Bill Clinton. In Nederland bracht de KNAW onlangs een rapport uit over digitale geletterdheid, waarin wordt gepleit voor vernieuwing van het informaticaonderwijs. In de 21ste eeuw moet ieder kind kunnen omgaan met de digitale media, vindt de KNAW. En in ieder geval in het profiel

Natuur & Techniek zou programmeren op het rooster moeten staan. Nu is dat een keuzevak in de bovenbouw dat maar 5 procent van de leerlingen kiest. Het ministerie van OCW is voorlopig niet van plan de status van het vak te veranderen.

Te passief Els van Osch, bestuurslid van de decanenvereniging NVS-NVL, wijst erop dat programmeren niet voor alle leerlingen even belangrijk is. ‘Je zou het kunnen invoeren voor leerlingen die het nodig hebben op de arbeidsmarkt. Scholen zullen programmeren in ieder geval niet snel invoeren als vak als het ministerie het niet in de verplichte eindtermen opneemt. Anders kost het hen alleen maar geld.’ Martin Bruggink, vakdidacticus informatica aan de TU Delft en voormalig docent informatica, vindt het jammer dat de overheid zo passief is op dit terrein. ‘Het zou goed zijn als leerlingen leerden programmeren, omdat


ICT IN HET ONDERWIJS 17 INFO De oproep van Gates en Zuckerberg is te zien via: www.code.org Steve Jobsscholen: http://o4nt.nl Sites om te leren programmeren: http://scratch.mit.edu/ www.scratchweb.nl www.robomind.net www.digitalsirup.com www.alice.org Voor oudere leerlingen: www.greenfoot.org

vast lokaal. Ze kunnen via de iPad ook elders leren. ‘Wij integreren de fysieke en de virtuele school’, zegt Kleinpaste. ‘Zo zijn kinderen beter voorbereid op de toekomst. Het zou goed zijn als alle kinderen ook leren programmeren. Dan kunnen ze zelf de apps ontwikkelen waarmee ze kunnen leren waaraan zij behoefte hebben.’

Lifestyle informatics Claudio Versace geeft op het Hyperion Lyceum in Amsterdam het nieuwe vak lifestyle informatics, waartoe ook programmeren behoort. De leerlingen leren niet alleen welke programma’s ze kunnen gebruiken, maar vooral hoe ze die voor zichzelf kunnen inzetten. ‘De focus ligt anders’, zegt Versace. ‘Ze leren bijvoorbeeld hoe ze via een programma in één document kunnen werken en hoe ze daardoor beter kunnen samenwerken. Ze krijgen ook programmeren. In de onderbouw leren ze een robotje besturen en een app voor een Android bouwen. In het derde leerjaar leren ze codes schrijven en leggen we de basis voor Java. In de bovenbouw kunnen ze voor het vak kiezen.’ Het gaat Versace ook om de bewustwording die daardoor ontstaat. ‘Aan sommige apps kun je vragen stellen. Je krijgt dan vaak antwoorden zonder bronvermelding. Het gaat erom dat kinderen zich afvragen waar een antwoord vandaan komt en of het wel klopt. Ik laat leerlingen met verschillende zoekmachines hetzelfde opzoeken en wijs er dan op dat ze verschillende antwoorden krijgen. Het is belangrijk dat ze begrijpen dat dit het gevolg is van verschillende manieren van programmeren.’

Zelf lesmateriaal ontwikkelen het ontzettend leerzaam is’, meent hij. ‘Bij programmeren los je problemen stap voor stap op. Je leert er goed door nadenken. En je hoeft helemaal geen nerd te zijn om het te kunnen. Er bestaan leuke programma’s om leerlingen te laten kennismaken met programmeren. Het leren verwerken van informatie via de computer is een vaardigheid die iedereen in deze tijd moet hebben. Zelfs als je het niet direct nodig hebt voor je werk moet je wat van programmeren weten. Voor meer schoolvakken geldt dat het goed is er iets over te leren, ook als je er later niet in doorgaat.’

Steve Jobsschool ‘Eigenlijk zou iedereen een app moeten kunnen bouwen’, vindt Gertjan Kleinpaste, hij behoort tot de initiatiefnemers van de Steve Jobsschool in Breda. Volgend schooljaar gaan verspreid door het land tien van deze basisscholen open. De leerlingen werken er op een iPad en zitten niet meer de hele dag op school in een

Van Osch van de NVS-NVL vreest dat niet veel docenten het vak programmeren kunnen geven. ‘Docenten lopen op digitaal gebied vaak achter bij hun leerlingen.’ En juist daar probeert wiskundige Joek van Montfort iets aan te doen. Hij is een van de drijvende krachten achter Scratchweb.nl, een site is die laat zien hoe je met het programma Scratch zelf kunt programmeren. Om aanstaande leerkrachten kennis te laten maken met Scratch geeft Van Montfort een lessenserie over programmeren aan de PABO Thomas More in Rotterdam. ‘Studenten lijden vaak onder programmeervrees en ik leg uit dat dit nergens voor nodig is. Scratch is heel eenvoudig. Iedereen heeft binnen een uur een ‘wow-moment’.’ De studenten leren niet alleen hoe ze leerlingen kunnen leren programmeren, ze leren ook hoe ze met Scratch zelf lesmateriaal kunnen ontwikkelen. Volgens Van Montfort heeft het grote voordelen om zelf te kunnen programmeren. ‘Je kunt een programma dan maken zoals je het zelf wilt. Ook kun je software producten van anderen beter beoordelen.’


18

Slim Stampen maakt feiten leren leuk

SCAN MET LAYAR VOOR MEER Het tijdschrift 4W, Weten Wat Werkt en Waarom, biedt elk kwartaal een actueel overzicht van wetenschappelijke bijdragen van onderzoekers over de werking en opbrengsten van ict. Zo ook het verhaal van onderzoeker Hedderik van Rijn waarin hij wat dieper ingaat op de theoretische achtergronden van de werking van SlimStampen. Scan deze pagina om dat te lezen. Het tijdschrift is te vinden op 4W.kennisnet.nl.


ICT IN HET ONDERWIJS 19 Feiten uit het hoofd leren is saai, maar wel noodzakelijk. Je leert feiten het beste als je ze regelmatig herhaalt en je overhoord wordt door iemand die rekening houdt met wat je wel en niet goed kent, zo schrijft onderzoeker Hedderik van Rijn in het wetenschappelijk tijdschrift 4W (4W.kennisnet.nl). De app SlimStampen biedt deze vorm van maatwerk en maakt feiten leren efficiënt en leuk.

L

tekst simone barneveld | beeld shutterstock.com

Leren bestaat uit het aanleren van vaardigheden, maar ook uit het leren van domme feitjes. Dat is nodig om dingen te begrijpen en in een verband te kunnen plaatsen. Zonder kennis van jaartallen bijvoorbeeld zijn geschiedkundige trends niet te begrijpen. Maar feiten stampen is een saaie bezigheid, vaak niet meer dan het herhaaldelijk overlezen van rijtjes woorden. Het is al lang bekend dat deze manier van leren op lange termijn inefficiënt is. Tijdens de toets weten leerlingen het geleerde nog wel te produceren, maar al snel daarna is het vergeten. Hedderik van Rijn, onderzoeker cognitieve psychologie bij de Rijksuniversiteit Groningen, ontwikkelde daarom de methode SlimStampen, een aangename en effectieve manier om feiten te leren. Hij schreef daarover een boeiend artikel in 4W van Kennisnet. Volgens Van Rijn is overlezen weinig effectief omdat de informatie die je zo passief tot je neemt, minder beklijft dan informatie die je actief ophaalt. Dit is het zogenoemde overhooreffect: als iemand overhoord wordt, haalt hij de stof actief op waardoor betere verbindingen worden gemaakt in het geheugen en onthoudt hij de stof dus beter. Daarnaast speelt het zogeheten spreidingseffect een positieve rol bij het onthouden van kennis. Veel mensen weten uit eigen ervaring dat het beter is om het leren over een aantal dagen te verspreiden dan alles de avond voor de toets in het hoofd te stampen. Latere herhaling verbetert het onthouden van feiten. Dat geldt zelfs binnen één leersessie. Van Rijn geeft daar een mooi voorbeeld van: ‘Als ik jou vertel hoe mijn zus heet en doe dat drie keer snel achter elkaar (mijn zus heet Sofie, mijn zus heet Sofie, mijn zus heet Sofie) dan klontert de informatie aan elkaar en is het geen apart feit meer. Bied ik je deze informatie gespreid aan, dan wordt iedere herhaling een apart feit, en onthoud je het wel.’ SlimStampen is een digitale methode die het overhooreffect en het spreidingseffect combineert én rekening

houdt met individuele verschillen tussen leerlingen. De methode is volgens Van Rijn gebaseerd op een eenvoudig principe: als je iemand tijdens het overhoren vraagt wat de hoofdstad van Drenthe is en hij antwoord snel ‘Assen’, dan hoef je die vraag later niet te herhalen. Maar als je vraagt wat de hoofdstad van Friesland is en die persoon moet erover nadenken (hij weet wel dat het Leeuwarden is, maar het duurt even voor hij erop komt), dan is het nodig om de vraag later nog eens te herhalen. SlimStampen meet hoe lang je erover doet om een feitje uit je geheugen op te halen en hoe snel het dan herhaald moet worden. Het systeem bevat een computersimulatie van de werking van het menselijk geheugen en kan op ieder moment een inschatting geven van hoe goed een feitje wordt beheerst.

Motiverend ‘SlimStampen past zich automatisch aan het niveau van de leerling aan en zou daarom goed moeten werken in heterogene klassen’, aldus Van Rijn. ‘Leerlingen die meer moeite hebben met leren worden op hun eigen niveau uitgedaagd. Het systeem kan zien dat een leerling iets wel weet, maar het moeilijk vindt (het duurt even voor hij erop komt). Uit de neurowetenschappen weten we dat het goed is om dingen steeds moeilijker te maken, dan leer je beter. Maar als het té moeilijk is, leer je niet, want dat is frustrerend. SlimStampen is bijvoorbeeld met succes ingezet bij NT2-lessen (Nederlands als Tweede taal) op het ROC. Zowel leerlingen met een beperkte taalachtergrond als leerlingen met een academische opleiding hadden er profijt van.’ Het systeem maakt voor ieder individu een apart leerprofiel aan en weet zo het leren te optimaliseren. Voor leerlingen die moeilijk leren, blijft het systeem langer herhalen. Als duidelijk is dat iemand het antwoord snel weet, krijgt hij een nieuw feit aangeboden. Niemand heeft zo het idee dat hij boven of onder zijn niveau zit te werken en dat werkt motiverend. Toen op de scholen waar de methode werd getest het systeem uitviel, kwamen de leerlingen in opstand: ze wilden SlimStampen. Van Rijn: ‘Dat is een goed teken. SlimStampen maakt feiten leren leuk.’

GETEST! SlimStampen is getest op een aantal middelbare scholen en in de eerste jaren van de universiteit. In 15 minuten moesten leerlingen 20 woorden leren; met SlimStampen, met een andere methode die ook het overhooreffect en spreidingseffect in zich heeft maar geen rekening houdt met individuele verschillen (de zogeheten Leitnermethode), of op de klassieke manier. De volgende dag kregen ze een onverwachte overhoring. Leerlingen scoorden over het algemeen goed , een 7, maar met SlimStampen scoorden ze een vol punt hoger, een 8.

www.slimstampen.nl


www.schoolsupport.nl

Voor BAO, PrO, VMBO en H/V ob

ELKE LEERLING

L E E RT B E G R IJ P E N D

LEZEN

E19 Koudegolf in Nederland

informatieve tekst

eeuw Eerste koudegolf van deze D32 Van schaats naar inlineskate C30 Tandenpoetsen doe je zo! 5 februari 2012 – Het is officieel: 1

in drie van 2 achter elkaar vriest. Dag en nacht. En -10 graden die nachten moet het kouder zijn dan Celsius. Dat werd makkelijk gehaald.

gem. temp.

- tandpasta Een oude kraai, die honger had, - spiegel ontdekte een stuk kaas. Dat lag op een 15 ontbijtbuffet, niet voor lang, helaas.Tip 1 5 maar 10

Inlineskate max. temp. Tip 4/schaats maat 36-39 ontspannende tekst

15

Smeer de tandpasta uit doe een kloddertje tandpasta op je borstel, ongeveer ter grootte van een doperwtje. Smeer nu met je borstel zachtjes de tandpasta uit over al je tanden en kiezen. overal moet een beetje tandpasta zitten. daarna kun je beginnen met poetsen. Zachtjes!

10

1

35

5 AA13 Zeeman Karel 3

nacht Het was het afgelopen weekend in de extreem koud. In Lelystad werd de koudste liefst temperatuur gemeten, het werd daar maar 27 jaar is 22,9 graden onder nul. De afgelopen niet zo koud geweest. het 1

graden Celsius

Dit heb je nodig:

De vos en de kraai 10 5 - zachte tandenborstel (op de verpakking staat: soft)

demonstratieve tekst

verduidelijkende tekst

min. temp.

20

Zondag niet 1 Nederland zit in een koudegolf. Het gebeurt een vaak dat Nederland te maken heeft met koudegolf. De laatste was in 1997.

Natuurlijk poets jij twee maal je tanden. Maar poets je wel A27 De vos en de kraai5 peris dag sprake van een koudegolf als het vijf dagen goed? Als je deze tips opvolgt,Erkan het niet misgaan.

0

B35 Hoe werkt dat koffiezetapparaat? 40 Vooral

De koudegolf zorgt ook voor problemen. SneeuwIk4ken het verkeer heeft er veel last van gehad. het weekend voor hele

Instructie voor het ombouwen van de schaats naar een inlineskate

5

ontspannende tekst

verduidelijkende tekst

een-5zeeman met een baard

zorgde aan het begin van en in zijn oor een ring. Zij vloog ermee de hoogte Voor in de spiegel deden er uren over 20 lange files. Sommige mensen 2 en landde op een tak. Ga tijdens het altijd voor de spiegel staan.Van achteren een paardenstaart, thuis te komen. om2poetsen -10 ‘Ziezo,’ dacht zij het is een grappig ding. Zo kun je zien of je het goed doet.

1. Maak de sluitingen los en verwijder de binnenschoen en de onderzool. Stel hierna de schaats in op de kleinste maat. 2. Draai de twee bouten aan de zijkant van de schaats los met de inbussleutels. 3. Draai de schroef van het verstelmechanisme aan de voorzijde los met de inbussleutel met schroefkop en verwijder deze uit het onderstel. 4. Draai de inbusbout aan de achterzijde los met de inbussleutel en verwijder deze uit het onderstel.

Tip 5 Poets schuin 4. Leg de houder recht in het apparaat Zet je tandenborstel schuin tegen je tanden. met het handvat naar voren (d). Beweeg de borstel zachtjes van links naar rechts. 5. Haal het onderstel en de schoen 1 2 6 Besteed vooral aandacht aan de overgang van je van elkaar los. 40 5. Doe de klep dicht. Je moet een klik 6. Verbind het skate-onderstel en de tanden naar je tandvlees. En vergeet de achterkant horen. 1 schoen met elkaar. van je laatste kiezen niet. Borstel op elke plek vijf 7. Draai de meegeleverde inbusbout 6. Plaats één of twee lege kopjes op bezig? Zeg datpoetsen. ze even pauze tellen lang. Zachtjes! Heb je je borstel nog in de In een droge mond is het niet fijn neemmoet nemen en geef haar een kop koffie. In het weekend kun vast in de achterzijde van het ‘Mademoiselle, je ze ermeeZoverrassen wanneer ze nog in3bed liggen. 30 het rooster (e). 10wat 50maand februari 2012 pengreep? Prima! slokje water. is je mond al de dat 6 moment onderstel. Gebruik hiervoor de het op de in eindigt Dagen bent u beroemd misschien?daarom eerstDeeen koudegolf 5 45 komt. lekker. LetZeeman Karel, we varen met je mee. inbussleutel. nul weer boven 20 frisser en schuimt de tandpasta dadelijk temperatuur Hebben jullie thuis een koffiezetapparaat met koffiepads? Weet jij hoe die werkt? Bekijk de 2 7. Druk op de aan/uit knop (f). 8. Draai de schroef in de voorzijde Bent u die knappe zangeres,op: maak je tandenborstel plaatjes en nat! lees de stappen goedZeeman door. Karel, ja lekker op de zee. nIEt Met een droge van de schoen vast met de 20 bekend van de tv, Deinend op de golven, gaan we op en neer. 2 Tip 6 inbussleutel met schroefkop. borstel poetst4het een stuk beter. 8. Wacht tot het lampje niet meer 5 die zingt in het Doe dit niet te strak zodat het Zeilen met z’n allen, knippert, maar blijft branden. De drie B’s Concertgebouw verstellen nog soepel verloopt. 15 JO-HO daar1.gaat weer. 55 Poets je tanden 50 elke dag in dezelfde volgorde. denk 10 Vuliehet waterreservoir (a) en ook nog op cd? 9. Draai de bouten aan de zijkant 9. Druk de juiste knop in. 7 met koud water en plaats het 25 hierbij aan de drie B’s: Bovenkant, Binnenkant, Tip 3 van de skate weer in de schoen Maak je één kop koffie? Druk op vos 25 Ach, zing toch voor een oude reservoir terug in het apparaat. Buitenkant. Probeer welke volgorde jij prettig vindt, met behulp van de inbussleutels. De pengreep Inhoud set: de knop waar een plaatje van één een mooie aria. 10. Doe de onderzool en de Kijk op het reservoir. Ja, Karel is een echte vent, 2 x Schoen met verstelmechanisme en houd je daar voortaan aan. Zo maak je je gebit Veel mensen poetsen te hard. Ze staan echt te 5 Ik ben een groot kopje bij staat. binnenschoen weer in de skate. Wil je één kopje2 koffie maken? x Schaats onderstel hij is bijzonder flink. 4 grondig schoon.55 schrobben op hun tanden! om dat te voorkomen, bewonderaar, Maak je twee kopjes Snappen in stappen! Maak de opdrachtenkaart. Tijd over? Kijkkoffie? bij Extra.Druk 15 Zorg dat het water in ieder 2 x Skate-onderstel is hij bang, zo waar als ik hier sta.’ op de knop waar een plaatje van houd je de borstel vast als een pen. dus tussen20je Voor niets of niemand Inbussleutel 3 geval tot het streepje met één 30 TWEE jestaat. dit gedaan hebt voor zowel de linker- als de rechterskate, kun je gaan skaten. Eenkomt. bink! Inbussleutel met schroefuiteinde twee kopjesAls bij © Schoolsupport • www.schoolsupport.nl dus wat je noemt: ABCDE 3 30 kopje Kraai was een echte ijdeltuitduim en wijsvinger. op deze manier oefen je tijdens Een sterke windWil of storm zee,koffie je twee op kopjes het poetsen minder druk uit op je tanden. van deze set zitten de inlineskates/schaatsen reeds gemonteerd in de doos. Bij aanschaf en bloosde van de vos. 6 10. Het kopje of de kopjes worden daar geeft hij heus niksZorg om.dat het water in maken? Ze zong heel vals 60 gevuld met koffie. 20 ieder geval tot het streepje met Hij fluit zelfs met orkanen mee ‘Kra-kra-kra-kra’ 25 en lacht zichzelftwee dankopjes krom.komt. Snappen stappen! Maak de opdrachtenkaart. Tijd over? Kijk bij Extra. 35 en liet de kaashomp los. 11. Druk op de aan/uit knopin(f). Zo zet Zorg dat het water niet voorbij je het apparaat weer uit. De vos stond onder aan de boom het streepje met ‘MAX’ komt. Snappen in stappen! Maak de opdrachtenkaart. Tijd over? Kijk bij Extra. © Schoolsupport • www.schoolsupport.nl ABCDE TWEE en opende zijn mond. 65 Zeeman Karel, varen met mee. Hij riep nog snel: 7 25 Open de klep (b)je van het apparaat. 2. we Schoolsupport • www.schoolsupport.nl ABCDE TWEE 40 ©‘Merci beaucoup!’ Zeeman Karel, ja lekker op de zee. 12. Heeft je vader of moeder melk of suiker in de koffie? Zorg daar dan voor hij de kaas verslond. 6 Plaats een koffiepad deneer. 4 30 Deinend op 3. de golven, gaan we opinen ookKijk voor. En dan natuurlijk ook voor een lepeltje. Snappen stappen! Maak de opdrachtenkaart. Tijd over? bij Extra. houder. Doeindat op de juiste Zeilen met z’n allen, manier (c). TWEE JO-HO daar gaat ie weer. 4 © Schoolsupport • www.schoolsupport.nl • tekst: door Maria van Donkelaar en Martine van Rooijen ABCDE 30 Wil je één kopje koffie maken? Succes! 70 Plaats dan één pad in de ondiepe houder. Snappen in stappen! Maak de opdrachtenkaart. Tijd over? Kijk bij Extra. Wil je twee kopjes koffie maken? Plaats dan twee pads in de © Schoolsupport • www.schoolsupport.nl AABCDE E TWEE 35 diepere houder.

Hoe werkt een Coffeo?

de Ook grote problemen bij de treinen: door 5 Hij heeft een stem, wat45 hees en schor waren kou waren er veel storingen en wissels daarom en op zijn-15 hoofd een pet. bevroren geraakt. Veel treinen konden daar veel 5 niet rijden. Duizenden reizigers hadden Een vos, bij toeval in de buurt, Met Karel zit het echt wel snor, Tip 2 op de Nederlandse warenjijboos van. Velen Verwen je ouders wel eens? Maak ze eens blij met een kopje koffie. had ook de kaas gezien. Water in delast 3 1 - niet op zee heeft hij veel pret. niet geïnformeerd mond opje ze de borstel bijna omdat Spoorwegen, Komt vader thuis uit het werk? Zet een kopje-20 koffie1voor2 hem 4 5Is je moeder druk 3 klaar. reden. Hij riep fluweelzacht: werden over welke treinen er wel en niet

10 geamuseerd,

‘dat ging met groot gemak.’ 15

15

1

25

Snappen in stappen!

Tijd over? Kijk bij Extra.

ABCDE TWEE

© Schoolsupport • www.schoolsupport.nl

>

ABCDE_advertentie.indd 1

Maak de opdrachtenkaart.

afgestemd op kerndoelen én referentieniveaus gebaseerd op de nieuwste inzichten ‘dbk-proof’: ll-en werken op ‘eigen’ niveau zelfstandig werken flexibel georganiseerd digi-omgeving, video én audio leuke teksten motiveren extra!

www.schoolsupport.nl/abcdetwee 1-5-2013 9:57:30


ICT IN HET ONDERWIJS 21

Chromebooks in het onderwijs

De Daltonschool Rijnsweerd uit Utrecht is een ‘Excellente Basisschool’ en onderscheidt zich door de inzet van digitale hulpmiddelen en de focus op het zelflerende vermogen van haar leerlingen. In maart heeft de school besloten nog een stap verder te gaan, door 175 Chromebooks met het Google Chrome OS besturingssysteem in te zetten. Directeur Peter Verberg vertelt waarom zij hiervoor hebben gekozen.

I

‘In het onderwijs wordt er nog vaak moeilijk gedaan over het gebruik van digitale lesmaterialen. Men denkt bij computers vaak dat het ingewikkeld, eng en onveilig is, terwijl het gewoon een gebruiksartikel is voor leerlingen. Wij kijken niet naar een technisch apparaat of systeem, maar naar een onderwijskundig concept waarbij wij digitale materialen als hulpmiddel inzetten. Het belangrijkste voor ons is dan ook; hoe komt elke leerling op onze school zo goed mogelijk tot zijn recht, wat heeft hij/zij daar voor nodig en wat past bij deze tijd?’

Eigen account Vanuit deze gedachte kwam Peter Verberg terecht bij IT-leverancier Infotheek en na goed overleg heeft Daltonschool Rijnsweerd 175 Chromebooks van Samsung besteld. Peter Verberg legt uit waarom ze hiervoor gekozen hebben. ‘De Chromebooks staan op school en iedereen kan die pakken wanneer ze deze nodig hebben. Met 480 leerlingen op de school, heeft niet iedere leerling een Chromebook, maar dat is ook niet nodig. Elke leerling heeft zijn eigen account en komt daarmee in zijn eigen omgeving terecht van het softwareprogramma Symbaloo. Hier staan alle hulpmiddelen waarmee ze kunnen werken. Ze kunnen daar hun huiswerk opslaan en het gemakkelijk delen met leerkrachten als ze vragen hebben. Het voordeel is ook dat leerlingen overal en altijd bij hun ondersteunende lesmateriaal kunnen, ook buiten schooluren. Ze kunnen namelijk ook thuis met hun laptop, tablet of smartphone inloggen op hun account.’

Van het kind Als Daltonschool vindt Peter Verberg het belangrijk dat kinderen zelf de dingen moeten onderzoeken en analytisch bezig moeten zijn, in plaats van alleen maar lesjes aan ze voor te lezen en huiswerk te laten

Infotheek.indd 21

maken. ‘Je haalt een deel online, je haalt een deel uit boeken en een deel met behulp van Symbaloo op een Chromebook. Een Chromebook is dus een onderdeel dat ontzettend goed kan ondersteunen in de ontwikkeling van de leerling als individu. Het zijn alle onderdelen bij elkaar die het totale onderwijspakket sterk maken. Mijn advies is dan ook dat meer scholen hier goed over zouden moeten nadenken en er voor open staan.’

Goedkoop en praktisch Op basis van alle argumenten en omdat het past binnen het gehele concept, heeft Daltonschool Rijnsweerd besloten om Chromebooks aan te schaffen bij IT-leverancier Infotheek. ‘Laptops vonden we eigenlijk te duur en daar zou ik er dan minder van kunnen aanschaffen. Chromebooks zijn daarentegen relatief goedkoop en vele malen praktischer. Bovendien zijn ze erg gebruiksvriendelijk, onderhoudsvriendelijk en makkelijk te beheren aangezien alle data en software zich in de cloud bevindt en niet op de Chromebook zelf. Infotheek heeft de Chromebooks geleverd omdat we met hen direct een goed gevoel hadden. Ze denken goed mee, zijn geïnteresseerd in de ontwikkelingen en informeren continu of we tegen problemen aan lopen of dat ze nog iets kunnen betekenen voor ons.’

07-05-13 11:55


22

Merces laat bedrijfsvoering scholen efficiënt verlopen ‘Merces acteert in de administratie en organisatie van schoolorganisaties. Nu ook het primair onderwijs professionaliseert en om zich heenkijkt op zoek naar nieuwe samenwerkingvormen willen wij daar een rol in spelen. De bedrijfsvoering van schoolorganisaties efficiënt laten verlopen, dat is ons doel’, zegt drs. Berry Reijnen, commercieel directeur van Merces. tekst theo louwers

A

Als huisvesting heeft Merces een toepasselijke locatie: een voormalig schoolgebouw met een nostalgische uitstraling in een woonwijk in Tiel. De entourage en sfeer zijn in het karakteristieke gebouw bewaard gebleven. Wel is het interieur van het gebouw onlangs flink onder handen genomen. Merces wil veelkleurig zijn. Dat zie je terug in het logo, maar ook in de wijze waarop in het kantoor kleur is aangebracht. Muren en deuren hebben verschillende tinten gekregen, die de diversiteit van Merces symboliseren.

Tien jaar

Merces bestaat in mei van dit jaar precies tien jaar. ‘Dit is een mooi ijkpunt om te kijken waar we staan’, zegt Berry Reijnen. ‘Hoe gaan we als organisatie verder? Van origine zijn we een administratiekantoor, gekoppeld aan het ROC in Tiel. In 2003 is het administratiekantoor via een management buy-out verzelfstandigd. In Nederland waren we naast CASO de eerste aanbieder van een alternatief administratiesysteem. Er bleek behoefte te zijn aan een administratiekantoor dat opereert in het veld van de klant en dat slagen kan maken. Met ons unieke product hebben we een flink deel van de markt kunnen veroveren.’

Schoenendoos Volgens Reijnen opereren er in het land verschillende administratiekantoren en IT-aanbieders. ‘De administratiekantoren nemen de gehele administratie van een school over, ze nemen deze als het ware in een schoenendoos mee. Aan de andere kant van het spectrum zijn er IT-aanbieders. Zij leveren softwarepakketten voor de verschillende administratieve processen en laten het verder aan de school over. Merces zit daar tussenin. Wij ondersteunen de bedrijfsvoering van scholen met verschillende applicaties. Als er problemen zijn door ziekte of de juiste kennis ontbreekt, dan

merces_spread.indd 16

kunnen wij hulp bieden. We hebben verstand van de processen en de bedrijfsvoering in het onderwijs. Bovendien kunnen wij detacheren, inleren en trainen. We laten het schoolbestuur zelf aan het stuur en helpen bij het autorijden. Zo is er altijd een back-up waarop men kan terugvallen.’ Merces opereert landelijk en op alle niveaus van de schoolorganisaties. ‘Wij ondersteunen op bestuurlijk niveau schoolbesturen met goede beelden van de organisatie. Merces acteert bovendien op alle niveaus van de onderwijsorganisatie. Dat heeft alles te maken met de structuur waaruit wij komen. Snappen wat er speelt in het onderwijs, daar draait het om. Niet voor niets is ons motto “Merces laat onderwijs bedrijven”. Het onderwijs is in beweging en Merces beweegt mee. Merces heeft veel jonge mensen in dienst, die een administratieve achtergrond hebben of een human resource-opleiding hebben gevolgd, en kunnen meedenken met de ontwikkelingen die zich in het onderwijs afspelen.’

Professionaliseren Reijnen verwacht dat de komende jaren de druk op het onderwijs om verder te professionaliseren toeneemt.

03-05-13 15:25


prima extra 23 ‘Dat is nodig om onder andere de financiën goed in de hand te houden. Veel scholen hebben met krimp te maken. Terugloop van leerlingenaantallen en daardoor minder docenten. Ook wordt er verwacht dat het leveren van kwaliteit scherp in de gaten wordt gehouden. Met minder nemen de inspectie, en ook de ouders van leerlingen, geen genoegen meer. Wij signaleren dat en willen er een rol in hebben. Daarover gaan wij met besturen in dialoog. Aan bod komen personeelsplanning en demografische ontwikkelingen. Allemaal zaken die op het onderwijs afkomen, maar die tevens een uitdaging vormen. De ideale situatie is dat besturen enthousiast zijn over de onderwijspraktijk en zich minder hoeven bezig te houden met de bedrijfsmachine. De sores aan de achterkant nemen wij voor onze rekening. Op dit vlak denken wij onderscheidend te kunnen zijn en te blijven. Wij ontzorgen besturen op dit vlak.’

ICT-platform van Merces Om scholen goed te faciliteren is de inzet van ict belangrijk. Merces zet daarvoor een kwalitatief hoogwaardig ict-platform in met bedrijfsadministratieve

salarisverwerking (payroll) en ondersteuning van de Wet Verbetering Poortwachter.’

Maatwerk Patty Proening, hoofd financiën en controller bij Prodas, een schoolbestuur met 26 scholen in krimpregio Asten, is enthousiast over de diensten van Merces. ‘Onze scholengroep telt ongeveer 5.000 leerlingen en 500 medewerkers. Mijn filosofie is eenvoud, je moet het niet moeilijker willen maken. Ik geloof bovendien niet in een administratiekantoor op afstand. Je mist dan de betrokkenheid. In januari 2007 besloten we daarom de administratie in eigen hand te nemen, maar daarvoor moesten we deskundigheid in huis halen. Toen hebben we Merces in de arm genomen om ons te begeleiden en te ondersteunen. Mensen moeten weten wat ze moeten invoeren in het softwaresysteem. Twee medewerksters zorgen voor het bijhouden van de gegevens in Merces@Work. Dat houdt ook een risico in, want die medewerksters kunnen wegvallen. Een informatiesysteem als dit kun je niet laten bijwerken door een uitzendkracht. Met Merces hebben we daarom een regeling getroffen. Indien nodig neemt een ingewerkte administratieve kracht uit Tiel het van ons over. Onze ervaring is dat Merces goed inspeelt op wat de klant wil. Merces levert maatwerk en opereert flexibel. Ze leunen niet achterover en hebben net als wij een positief kritische houding. Zo is onze bedrijfsvoering eigenlijk een coproductie. Wij hebben nu onze bedrijfsvoering goed op orde.’

Opmerkelijke stap

en bedrijfsondersteunende applicaties, waaronder payroll, e-HR en financiën. Reijnen: ‘Flexibel en doeltreffend is Merces@Work. Het is een op SAP-software gebaseerde applicatie die via het internet toegankelijk is. Merces@Work kan naargelang de eigen inzichten en behoeftes van een schoolbestuur modulair worden ingezet. In de module zijn onder meer beschikbaar: personeels- en salarisadministratie met inbegrip van de volledige financiële verwerking en verantwoording;

merces_spread.indd 17

Otto Meulenbeek is algemeen directeur van Leerplein 055, een groep van dertig scholen in basisonderwijs, praktijkonderwijs en speciaal basisonderwijs. Leerplein 055 zette eind vorig jaar een opmerkelijke stap. ‘Vier jaar geleden zijn we bij Merces weggegaan’, vertelt Meulenbeek. ‘Merces kwam met Merces@Work, een eigen systeem als opvolger van CASO. Het nieuwe systeem moest zich in onze ogen nog bewijzen en daar lag voor ons een gevoelig punt. We zijn teruggegaan naar CASO, omdat dat vertrouwd was. Nu zijn we weer terug bij Merces. Het systeem Merces@Work heeft zich intussen bewezen en het gaf ons voldoende vertrouwen ermee aan de slag te gaan. Daarom hebben we ons met ingang van 1 januari van dit jaar weer bij Merces aangesloten. Het blijft altijd spannend als je van het ene systeem overgaat naar een ander. Maar de migratie is zonder problemen verlopen. Onze medewerkers zijn goed geschoold door Merces. Wij hebben een strippenkaart van de dienstverlening van Merces afgenomen waarmee wij een aantal uren kunnen afnemen voor begeleiding en scholing van medewerkers.’ Voor meer informatie: www.merces.nl

03-05-13 15:25


24

Haal Nieuws van de week in de klas Alternatief en aanvulling leerlijn begrijpend lezen Zowel digitale als papieren krantenartikelen komen tegenwoordig ‘met een druk op de knop’ de klas binnen. Zo ook Nieuws van de Week; een digitale portal die in vergelijking met andere aanbieders een betaalbare variant blijkt om de actualiteit in de klas te halen.

H

Het landelijke programma School aan Zet concludeert dat methodes voor begrijpend lezen veel tijd kosten en de meeste tijd besteden aan het aanleren van strategieën. Ook vinden veel leerlingen het vak begrijpend lezen saai en bouwen ze weerstand op tegen (begrijpend) lezen. Er is op dit moment discussie of het beheersen van strategieën wel leidt tot het beter worden in begrijpend lezen. Met Nieuws van de Week kiest de school voor een andere aanpak. De actualiteit wordt in de klas gehaald en de kennis van de wereld en de woordenschat worden vergroot. Daardoor kan het leesplezier flink toenemen. Ook dat is een belangrijke graadmeter voor het succes in (begrijpend) lezen.

Mediarijk Nieuws (samen) lezen is boeiend. Het vertelt wat er zich zoal in de wereld afspeelt, dicht bij huis én verder weg. In onze mediarijke maatschappij wordt de behoefte om teksten te begrijpen en tekstbegrip te oefenen steeds groter. Teksten samenvatten of kritisch analyseren blijkt moeilijk voor leerlingen. Uit diverse onderzoeken komt naar voren dat vier competenties belangrijk zijn voor begrijpend lezen: vlot technisch

Schoolsupport_spreadKLEUREN.indd 20

kunnen lezen, kunnen toepassen van leesstrategieën, bezit van een goede woordenschat en van een brede achtergrondkennis. Om dit alles te trainen, is het gebruik van motiverende teksten een belangrijke voorwaarde.

Nieuwsgierig Nieuws gebruiken in de klas stimuleert leerlingen om zelf nieuwsgierig te worden en nieuws te volgen. De online uitgave van Nieuws van de Week is ontwikkeld in samenwerking met journalisten, ervaren leerkrachten en een onderwijskundige. Iedere week worden in Nieuws van de Week actuele artikelen klaargezet op verschillende leesniveaus met uitgebreide verwerkingsmogelijkheden: links naar filmpjes en verdieping, algemene kennisquizvragen, een woordweb, woordenschatwerkbladen, ook gericht op spelling, werkbladen rond leesstrategieën, tekstbegripvragen en algemene kennisvragen.

Differentiatie Nieuws van de Week is ontwikkeld voor leerlingen vanaf groep 5 (leesniveau AVI E4 t/m AVI Plus) en tevens geschikt voor leerlingen binnen vso en praktijkonderwijs. Met sterren van één tot vijf wordt de moeilijkheidsgraad van de tekst aangeduid. Hierbij wordt het AVI- en CLIB-niveau en de belevingswereld van de jaargroep als uitgangspunt genomen. De lettergrootte kan worden aangepast en de tekst kan worden voorgelezen met ‘ReadSpeaker’, waarbij de woorden en zinnen gehighlight worden (hierbij is dus ook gedacht aan dyslectische leerlingen). Rechts van iedere tekst

03-05-13 15:04


VERRIJKING 25

Gebruik van actuele teksten stimuleert leerlingen tot lezen zijn verschillende knoppen zichtbaar met verwerkingsopdrachten. Ook snelle of slimme leerlingen zijn niet snel klaar met het nieuws, maar hebben de mogelijkheid nog meer interessante informatie en artikelen te bestuderen. Op de verwerkingsbladen staat aangegeven wanneer een opdracht een ‘kroontjesopdracht’ betreft: moeilijker dus.

Zelfstandig Nieuws van de Week is geschikt voor het digibord en voor zelfstandig gebruik door leerlingen. Wekelijks worden de nieuwe actuele teksten klaargezet met de verwerkingsmogelijkheden. Via mijn.schoolsupport.nl komen leerkrachten en leerlingen bij de teksten. Na een introductie kunnen de teksten en werkbladen (woordenschat, tekstbegrip, leesstrategie, spelling) gedownload of geprint worden. Bij de start van de licentie wordt een archief aangemaakt van de teksten. Deze teksten en het verwerkingsmateriaal blijven beschikbaar tijdens de loopduur van de licentie.

Navigatie De navigatie op de website is eenvoudig en duidelijk van opzet. Nieuws van de Week bevat geen optie om echt online te verwerken. Het verwerkingsmateriaal wordt aangeboden in Word-bestanden en moet apart worden gedownload of geprint. De werkbladen zijn iedere week hetzelfde van opzet en daarmee overzichtelijk voor de leerling. Iedere opdracht heeft een directe link met de tekst en het onderwerp uit de actualiteit. De items zijn rechtstreeks uit het nieuws

Schoolsupport_spreadKLEUREN.indd 21

afkomstig en worden ondersteund door bijvoorbeeld videofragmenten uit Schooltv en webpagina’s van Wikipedia.

Inzet in de klas Met ongeveer 200 actuele nieuwsteksten per jaar, drie tot vijf items per week, verdeeld over meerdere leesniveaus wordt een toename van de algemene kennis bij leerlingen bereikt. Een dienst als Nieuws van de Week is aan te raden in het onderwijs om zo gesproken en geschreven taal beter en sneller te kunnen begrijpen, gevarieerde oefening in tekstbegrip, leesstrategie en woordenschat te bieden, verrijking van lessen wereldoriëntatie en geschiedenis met actualiteit te verbinden en het technisch leesniveau bij leerlingen op te krikken. De uitgever Schoolsupport wil met Nieuws van de Week een rijke online leesomgeving aanbieden die ook de algemene kennis van leerlingen vergroot en de actualiteit begrijpelijk aanbiedt.

Meer weten?

Nieuws van de Week wordt op w w w. s c h o o l s u p p o r t . n l /n i e u w s v a n d e w e e k uitgelegd. Ook zijn er veel informatieve bijlagen als een handleiding, vergelijkingen met andere aanbieders, de aandacht voor de kerndoelen en voorbeeldwerkbladen te vinden. Meer informatie over het verhogen van de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs vind je op www.schoolaanzet.nl. School aan Zet is een programma voor scholen binnen primair, voortgezet en (voortgezet) speciaal onderwijs en wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van OCW.

03-05-13 15:05


Sleutel tot het slavernijverleden Slavernij en Jij is dé website waarop iedereen terecht kan voor basisinformatie over ons slavernijverleden. Dit jaar wordt gevierd dat het 150 jaar geleden is dat Nederland de slavernij in haar koloniën afschafte. Dus het moment voor u en uw leerlingen om aandacht te besteden aan dit boeiende onderwerp. Op Slavernij en Jij kunnen jongeren op een prikkelende en interactieve manier kennismaken met deze geschiedenis in al haar facetten! Ga vanaf 17 juni naar www.slavernijenjij.nl

Slavernij & Jij is vernieuwend omdat: Het de slavernijgeschiedenis in 12 overzichtelijke thema’s presenteert • Actuele thema’s bespreekt zoals racisme, identiteit, Zwarte Piet en moderne slavernij • Elk thema een pakkende coverstory heeft • De website tools biedt voor het maken van een werkstuk • Elke pagina een interactieve quizvraag heeft • De website ook een versie heeft voor de mobiel en tablet • Bijna gelijk met de website een educatieve game verschijnt voor smartphones en tablets • De site veelvuldig gebruik maakt van social media en discussietools • De site interessante links en literatuurverwijzingen biedt per thema.

Slavernij & Jij is een project van het NiNsee (Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis) www.ninsee.nl en wordt gesubsidieerd door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Voor deskundig advies op het gebied van arbeidsomstandigheden

ArboAdviesCentrum PO Arbo AdviesCentrum Primair Onderwijs Bel 045 - 579 81 81

7343•IDEA2ID

of mail naar aacpo@vfpf.nl

7343 DIE adv AACPO_192x142.indd 1

31-07-12 10:48


PRIMA EXTRA 27

l a ci

e p S

KLAAR VOOR DE START? Hoe creëer je op school een echte leescultuur? Na het lezen van deze special is een superleesjaar zó gevuld!

EEN JAAR LANG LEESONDERWIJS

tekst marije sietsma | beeld kesselskramer

Lezen doe je niet alleen in de Kinderboekenweek. De CPNB en Stichting Lezen zijn betrokken bij veel verschillende campagnes om kinderen enthousiast te maken voor boeken.

W Scan deze pagina met Layar voor meer leesplezier of om direct te bestellen!

anneer je de campagnes, de Kinderboekenweek, De Nationale Voorleesdagen, de Nederlandse Kinderjury en De Nationale Voorleeswedstrijd in het jaarprogramma inplant, ben je ervan verzekerd dat de school het hele jaar door voorziet in excellent leesonderwijs. Een ideale manier om leesbevordering te integreren in de dagelijkse lessen. Je kunt de bijbehorende lespakketten voor 14 juni bestellen op www.cpnb.nl/onderwijs. Zo ben je in één keer klaar voor het schooljaar 2013/2014.


28

De Kinderboekenweek komt er weer aan! Op veel scholen is de Kinderboekenweek de perfecte Op www.kinderboekenweek.nl staat vanaf september een aftrap van een schooljaar vol boeken en (voor)leesoverzicht van alle activiteiten. plezier. Kranten, tijdschriften, televisieprogramma’s: Op www.cpnb.nl/onderwijs vind je informatie over het thema, allemaal besteden ze aandacht aan kinderboeken. het lesmateriaal, de kerntitels en nog veel meer. Door ook de school feestelijk in te richten, krijgt elke leerling de boodschap mee: lezen is écht ontzettend leuk.

E

lk jaar staat de Kinderboekenweek in het teken van een thema. Dit jaar is gekozen voor sport en spel onder het motto: Klaar voor de start! Van woensdag 2 t/m zondag 13 oktober zullen boekhandels, media en natuurlijk scholen volop aandacht besteden aan boeken over bewegen, winnen en verliezen en over talent en training. Echt moeilijk zal het niet zijn om boeken te vinden rond dit thema. Veel schrijvers hebben zich laten inspireren door gebeurtenissen op en rond het sportveld. Stichting CPNB, de organisator van de Kinderboekenweek, heeft voor elke leeftijdscategorie een aantal kerntitels geselecteerd. Zo heb je meteen een mooi overzicht van boeken waarmee je in jouw klas aan de slag kunt gaan. Helemaal handig: in het Kinderboekenweek lespakket zitten leskaarten met lessuggesties voor al deze titels, maar ook lessuggesties over het thema, het Kinderboekenweekgeschenk en het Prentenboek van de Kinderboekenweek. Met het lespakket ben je dus helemaal Klaar voor de start!

Het Kinderboekenweek lespakket bevat: • Losse leskaarten met lessuggesties bij de kerntitels

• Algemene lessuggesties bij het thema Klaar voor de start!

• Leskaarten Kinderboekenweekgeschenk en Prentenboek van de Kinderboekenweek

• Lestips bij de uitzendingen van Schooltv • Het Kinderboekenweekgeschenk

Je bent Super… Jan! van Harmen van Straaten

• Prentenboek van de Kinderboekenweek Zzz… van Loes Riphagen

• Kinderboekenweekaffiches (A2 formaat) • Cd met lied Klaar voor de start! van Kinderen voor Kinderen

De Kinderboekenkrant Het vernieuwde Kinderboekenweek lespakket! De Kinderboekenweek lessuggesties zijn vernieuwd. Naast de vertrouwde lesbladen is er nu online aanvullend lesmateriaal te vinden. De lessuggesties zijn kant-en-klaar en direct in de dagelijkse lessen te gebruiken. Of dat nu taal, bewegen, wereldoriëntatie of het kringgesprek is. De lessuggesties baseren zich op nieuwe onderwijskundige inzichten. Je leert meteen zelf ook bij! Naast de lessuggesties ontvang je vele extra’s, zoals het Kinderboekenweekgeschenk, de Kinderboekenkrant en diverse affiches om de klas aan te kleden. Je bent dus in één keer klaar voor de Kinderboekenweek. Wil je op jullie school gebruik maken van zo’n handig lespakket? Bestel deze dan via www.cpnb.nl/onderwijs.

De Kinderboekenkrant is gemaakt voor kinderen van groep drie tot en met acht. Ideaal om kinderen enthousiast te maken voor lezen en ze te helpen met de keuze van hun volgende boek.

De Voorleesgids Meer dan 200 voorlees- en prentenboeken in één gids. Voor kinderen van 0-6 jaar, met voorleestips en informatie over het Prentenboek van de Kinderboekenweek en De Nationale Voorleesdagen. Het is ook mogelijk om losse materialen te bestellen, zoals stickers, kleurplaten of een vlaggenlijn. Kijk hiervoor op www.cpnb.nl/onderwijs.


PRIMA EXTRA 29 SPEKTAKEL

Schooltv stemt de programmering en lessuggesties af op het thema Klaar voor de start! Ook Kennisnet doet mee. Vanaf september 2013 is er een nieuwe site over kinderboeken: op kids.kennisnet.nl/ watnou vinden leerlingen alles over de mooiste boeken. Wil je nog meer aansluiting bij het thema van de Kinderboekenweek? NOC*NSF Olympische Educatie biedt het Olympisch Lespakket aan via www.nocnsf.nl/educatie. Daarnaast kun je als school deelnemen aan allerlei activiteiten die rond de Kinderboekenweek worden georganiseerd in boekhandel en bibliotheek. Of je kunt er zelf een groot spektakel van maken door een schrijver of illustrator uit te nodigen.

Een schrijver in de klas Bijna alle schrijvers en illustratoren in Nederland zijn aangesloten bij de Stichting Schrijvers School Samenleving (SSS). De stichting bemiddelt tussen auteurs en scholen en heeft daarmee inmiddels enorm veel ervaring opgedaan. De medewerkers van SSS zorgen niet alleen voor de zakelijke afhandeling, maar geven desgewenst ook advies. Bijvoorbeeld over welke schrijver of illustrator een programma heeft dat goed aansluit bij de leesactiviteiten op school of een specifiek leerjaar. Ook zorgen ze voor een organisatorisch draaiboek, zodat alle partijen precies weten waar ze aan toe zijn. Kortom: niets houdt je nog tegen om ook voor jouw school een auteursbezoek te regelen voor aankomende Kinderboekenweek. Meer informatie over SSS? Kijk op www.sss.nl

GEEN FEEST ZONDER CADEAUS Het Kinderboekenweekgeschenk van dit jaar is geschreven door Harmen van Straaten, bekend van boeken als Een opa om nooit te vergeten, Spuit Elf, Lang leve Fien! en de Super Jan-serie. Hij schrijft voor verschillende leeftijden en illustreert veel van zijn boeken zelf. Een ideale combinatie voor schoolbezoeken. ‘Ik probeer uit te leggen hoe je een verhaal kunt bedenken én ik geef een tekenles. Meestal rond ik zo’n les af met een toneelstukje van één van mijn boeken.’

E

e2 di ti

012

/2 0

13

V

© Chris van Houts

an Straaten is een echte sportieveling. Hij heeft vrijwel alle sporten wel eens gedaan. ‘Ik heb gezwommen, gevoetbald, gehockeyd en ik heb op tennis en squash gezeten. O, en ik heb nog gezeild ook. Eigenlijk ben ik altijd een actieve sporter geweest. Nu ren ik alleen nog, maar ik vind


Loes Riphagen:

het heel goed dat sporten en bewegen dankzij de Kinderboekenweek wat extra aandacht krijgen.’ In het geschenk heeft hij het thema overigens niet gebruikt. ‘Er zijn al zoveel goede boeken over sport. Het leek me veel leuker om een ander boek te maken.’ Het resultaat is Je bent super… Jan!, een nieuw boek over Super Jan. Dat móet wel een leuk toneelstukje opleveren bij de schoolbezoeken

Je bent super... Jan! Jans ouders zijn verdwenen. Zomaar. Hoe dat kon gebeuren? Misschien wel door een mislukte goocheltruc van meneer Stromboli. In elk geval zit Jan nu behoorlijk in de problemen. Het ministerie van Alleenstaande en In de Steek Gelaten Kinderen heeft bepaald dat hij naar een kostschool moet. Uitgerekend naar internaat IJsendoorn, waar iedereen doodsbang rondloopt. Voor de pestkop Sebus Archibald natuurlijk. Voor de vreselijke mevrouw De Beuker. En niet te vergeten voor de geest van IJsendoorn. De situatie lijkt wanhopig. Maar niet voor Super Jan! Hoewel. Is Super Jan er nog wel? Of is er alleen Jan? Heeft hij zijn superkrachten nog wel? Bij bestelling van het Kinderboekenweeklespakket ontvang je een exemplaar van Je bent super…Jan! Leerlingen ontvangen het Kinderboekenweekgeschenk tijdens de Kinderboekenweek gratis bij tien euro aan kinderboeken.

‘Ik word regelmatig verrast door lesideeën bij mijn boeken’ Op de prentenboeken van Loes Riphagen raak je nooit uitgekeken. Hoe vaak je haar boeken ook doorbladert, elke keer ontdek je weer iets nieuws: van een verstopt voorwerp dat op elke bladzijde terugkomt tot een klein grapje.

I

k vind het heel belangrijk dat er humor in mijn boeken zit. Het lijkt ook wel of elk boek dat ik maak weer méér verschillende verhalen en details bevat. Dat gaat helemaal vanzelf. Het is zó leuk om te doen!’ Over het Prentenboek van de Kinderboekenweek hoefde ze niet lang na te denken. ‘Ik heb een groot bestand met allemaal flarden en ideeën voor boeken. Toen ik de opdracht kreeg, vond ik daartussen gelijk al iets dat ik graag wilde gebruiken.’

Creatieve docent Het fijne van al die details en verhaallijntjes in de boeken van Riphagen, is dat ze uitstekend te gebruiken zijn in de klas. ‘Mijn laatste boeken zijn eigenlijk allemaal zonder tekst, maar er is ontzettend veel over te vertellen. Sowieso zijn docenten heel creatief. Ik vind het heel leuk om te merken wat ze allemaal bedenken bij mijn boeken. Ik word regelmatig verrast door lesideeën bij mijn boeken.’ ‘Het allerleukste aan een schoolbezoek is om te zien hoe kinderen reageren op mijn boeken’, vervolgt Riphagen. ‘Ik lees vaak voor uit Slaapkamernachtdieren . In dat boek verklaar ik dingen die ’s nachts gebeuren aan de hand van nachtdieren, zoals de schijtlijster. Kinderen gaan vaak helemaal mee in dat verhaal. In bijna elke klas is er wel een kindje dat zijn vinger opsteekt om te vertellen dat hij laatst nog zo’n schijtlijster heeft gezien. Dat is echt heel gaaf.’

© Mar ijn Olislager

30


© Mar ijn Olislager

PRIMA EXTRA 31

Zzz… Het zat Meneertje vandaag niet mee. Zijn fiets werd gestolen, de soep brandde aan en zijn hamster ging ook nog eens dood. Met een rotgevoel valt hij in slaap. En dan begint de ellende pas echt. In zijn droom wordt hij achtervolgd door enge monsters. Hij weet zich nog net op Bij bestelling van tijd los te rukhet Kinderboekenken, maar dan week lespakket ontvang je beginnen er allemaal nieuwe avonturen. In een exemplaar van het zijn dromen ontdekt hij dat hij allerlei verborgen krachten Prentenboek van de heeft. Zo redt hij een ontvoerde prinses en scoort hij Kinderboekenweek Zzz… in een belangrijke voetbalwedstrijd. Hij kan zelfs vliegen! Daarnaast is het Prentenboek tijdens de Kinderboekenweek voor slechts vijf euro te Beeld uit het Prentenb oek van de Kinderbo ekenweek 2013 koop in de boekhandel.

Voorlezen: het hele jaar door De CPNB is betrokken bij veel meer campagnes om kinderen enthousiast te maken voor boeken, ook als ze zelf nog niet kunnen lezen. Zeker tijdens het Jaar van het Voorlezen.

V

erschillende (voor)leesinitiatieven vieren hun jubileum. Stichting Lezen bestaat vijfentwintig jaar, De Nationale Voorleeswedstrijd twintig jaar, BoekStart vijf jaar en in januari ging de tiende editie van De Nationale Voorleesdagen van start. Reden genoeg dus voor een jaar vol voorleesactiviteiten, want voorlezen is niet alleen plezierig, het is ook heel nuttig. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die worden voorgelezen beter presteren op school. Ze hebben een grotere woordenschat en zijn beter in het verwoorden van emoties. Veel mensen denken bij voorlezen vooral aan kinderen die nog niet zelf kunnen lezen. Maar waarom zou je stoppen als ze ouder worden? Door regelmatig voor te lezen, kun je laten zien hoe mooi, grappig en bijzonder taal kan zijn. Kinderen maken kennis met verhalen die ze zelf niet snel uit zouden kiezen, omdat ze het boek te dik vinden bijvoorbeeld of net te moeilijk om zelf te lezen. Het hele Jaar van het Voorlezen wordt er van alles georganiseerd rondom voorlezen. Zo kan iedereen

ervaren dat voorlezen fijn en waardevol is: voor baby’s, kinderen én volwassenen. Kijk op www.jaarvanhetvoorlezen.nl voor meer informatie over de verschillende activiteiten.


32

D

e Nationale Voorleeswedstrijd is een wedstrijd voor groep zeven en acht. Alle basisscholen kunnen meedoen door op hun eigen school een voorleeswedstrijd te organiseren. De winnaars krijgen een uitnodiging voor de regionale voorrondes en mogen, als zij opnieuw winnen, door naar de provinciale finale en tenslotte de landelijke finale, eind mei. Tijdens die finale lezen alle kandidaten een fragment voor uit een zelfgekozen boek en lezen ze ook onvoorbereid een stukje voor. Meedoen aan De Nationale Voorleeswedstrijd is meer dan de moeite waard. Het is spannend en er is iets te winnen. De Nationale Voorleeskampioen krijgt een wisseltrofee voor de school, een eigen trofee en boekenbonnen. Bovendien mag de winnaar als Kinderdirecteur van het Kinderboekenmuseum een jaar lang mee beslissen over activiteiten die het museum organiseert. Maar wat De Nationale Voorleeswed-

© Jør gen Koopmans

chap, Studio Gemin

i

DE NATIONALE VOORLEESWEDSTRIJD

strijd misschien nóg leuker maakt, is dat kinderen leren om heel aandachtig bezig te zijn met taal en (mooie) woorden. Ze ontdekken dat elke tekst anders is en vraagt om een andere manier van voorlezen. En ze ontdekken hoe je de aandacht van andere kinderen vast kunt houden. Gewoon, met hun stem en een mooi verhaal.

Meedoen? Doe mee met De Nationale Voorleeswedstrijd. Bestel voor zaterdag 10 augustus het gratis deelnamepakket via www.denationalevoorleeswedstrijd.nl/ deelnamepakket. Vergeet ook niet de schoolkampioen voor 1 december 2013 aan te melden voor de regionale voorrondes.

Wat zit er in het pakket?

• Spelregelboek Nationale Voorleeswedstrijd • 2 posters • Oorkonde voor de schoolkampioen

De Nationale Voorleesdagen Elk jaar selecteert een jury van jeugdbibliothecarissen tien prentenboeken voor de Prentenboek TopTien. Uit deze toppers wordt weer één titel gekozen dat zich Prentenboek van het Jaar mag noemen. In 2014 is gekozen voor het boek Krrrr…okodil! van Catherine Rayner. Een vrolijk boek over een krokodil die de rust verstoort aan de oevers van de rivier. Tijdens De Nationale Voorleesdagen (van woensdag 22 januari tot en met zaterdag 1 februari 2014) wordt dit boek in het hele land voorgelezen op kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, scholen en bibliotheken. De feestelijke aftrap is op woensdag 22 januari tijdens het Nationale Voorleesontbijt. Organiseert jullie school ook een voorleesontbijt met een bekende Nederlander of lokale bekende? Meld deze dan (vanaf begin december) aan op www.denationalevoorleesdagen.nl


PRIMA EXTRA 33

Voorbeeld uit de praktij k

Hoe doen zij dat nou?

‘We hebben de hele tiplij st van de Kinderjury in huis!’ Martijn Blijleven is leerkracht op OBS Twickel in Hoofddorp, waar alle leerlingen de dag beginnen met een halfuur vrij lezen. Leesbevordering is een belangrijk focuspunt van deze school.

D

e Kinderboekenweek wordt op deze school elk jaar feestelijk geopend met een enorme verkleedpartij. Alle leerkrachten en kinderen in de onderbouw verkleden zich die dag op basis van het thema van de Kinderboekenweek. Blijleven: ‘We besteden die hele week extra veel aandacht aan boeken en er komt een schrijver op bezoek. Deze Kinderboekenweek is dat Jacques Vriens, sinds dit jaar ook Kinderboekenambassadeur, die ’s avonds meteen iets zal vertellen over voorlezen tijdens een thema-avond voor ouders. Kinderen worden schrikbarend weinig voorgelezen. Hopelijk helpt zijn enthousiaste verhaal om meer ouders hiertoe over te halen.’

Pronkstuk Blijleven: ’Oorlogsgeheimen van Jacques Vriens lees ik jaarlijks voor in groep acht. Het is een heel mooi verhaal, past prima bij de lesstof over de Tweede Wereldoorlog in dit schooljaar en Vriens heeft het zo geschreven dat je echt kunt meevoelen met de hoofdpersoon. De eerste keer dat ik dit boek voorlas, liepen de tranen over mijn wangen bij de laatste bladzijde. Maar verder lees ik vrijwel nooit hetzelfde boek voor. Er zijn zoveel mooie en goede boeken om uit te kiezen!’ De schoolbibliotheek is het pronkstuk van de school. ‘Per leerling hebben we ongeveer negen boeken’, vertelt Blijleven. ‘Dat is een stuk meer dan het landelijk gemiddelde van zo’n vier boeken. Een belangrijke reden daarvoor is dat we willen dat leerlingen de boeken ook kunnen lenen voor thuisgebruik.’ Om dit voor elkaar te krijgen gebruikt de school standaard een zesde deel van de ouderbijdrage om de boekencollectie op peil te houden. Ook doet de school vanaf dit jaar mee aan Bibliotheek op school (www.debibliotheekopschool.nl).

Stemboekje Om de aandacht voor boeken het hele jaar door vast te houden doet de school ook actief mee aan de Nederlandse Kinderjury. ‘We zorgen ervoor dat we de hele tiplijst van de Kinderjury in huis hebben. Al die boeken worden mooi uitgestald, zodat kinderen ze makkelijk kunnen pakken en elke leerkracht leest tenminste één genomineerd boek voor in de klas. Via de CPNB bestellen we stemboekjes en elk kind dat zijn stemboekje inlevert, krijgt een klein cadeautje (ook uit het pakket van de CPNB). Uiteindelijk maken we voor beide categorieën (6 t/m 9 en 10 t/m 12 jaar) een top drie. Die kunnen we dan vergelijken met de landelijke uitslag.’

De Nederlandse Kinderjury De Prijs van de Nederlandse Kinderjury is een prijs die kinderen zelf bepalen. Hierbij draait het niet om wat volwassenen vinden, maar alleen om de mening van kinderen zelf. Door met de hele klas of school mee te doen aan de Kinderjury, lezen de kinderen met plezier, lezen ze meer en lezen ze uiteindelijk ook beter. Vanaf dit jaar wordt ook voor de Kinderjury een speciaal lespakket samengesteld door de CPNB. Hierin staan lessuggesties voor groep 5 & 6 en voor groep 7 & 8. De Kinderjury leert leerlingen kritisch lezen, discussiëren en argumenten formuleren. En draagt ook bij aan het leesplezier. Bestel dit lespakket via www.cpnb.nl/onderwijs


34

Voorbeeld uit de praktij k 2

HOE DOEN ZIJ DAT NOU?

‘Bij het voorleesontbij t komen alle leerkrachten in pyjama naar school’

E

lk jaar wordt een werkgroep Kinderboekenweek in het leven geroepen. Boswijk: ‘Soms vragen we ook leerlingen om mee te denken, maar meestal bestaat de werkgroep uit leerkrachten. De voorbereiding start met het bestellen van het lespakket van de CPNB. Daar staan allerlei handige tips en lessuggesties in’, vindt Boswijk. ’Ook ouders helpen mee. Bijvoorbeeld door ze een kleine expositie te laten maken bij de ingang van de school. Zo is voor iedereen meteen duidelijk wat het thema van de Kinderboekenweek is.’

Stimulans

kinderen en docenten die voorlezen en vooral: de uitreiking van onze eigen Gouden Penselen voor de drie mooiste boekomslagen. Dat is altijd weer een enorm succes.’

Reuzen uit de bovenbouw Het gehele jaar is er volop aandacht voor (voor)lezen op de Nassauschool. Voor het jaarlijkse Voorleesontbijt komen alle juffen en meesters die dag in hun pyjama naar school. Er wordt een bijzondere voorlezer gevraagd. Een bekende stadgenoot of een politieman in vol ornaat, bijvoorbeeld. En de bovenbouwers van de Nassauschool lezen regelmatig voor aan de kleuters. Boswijk: ‘Zo stimuleren we niet alleen het lezen, maar werken we ook aan het saamhorigheidsgevoel. De kleuters kijken vaak op tegen die reuzen uit de bovenbouw en zo leren de kinderen elkaar kennen.’ Door de hele school hangen posters met gedichten, gemaakt en geïllustreerd door de leerlingen zelf. En natuurlijk doet de school mee met De Nationale Voorleeswedstrijd. Boswijk: ‘Er wordt veel gesomberd over kinderen en lezen, maar ook met een klein budget kun je heel veel doen om een goed leesklimaat te scheppen.’

Op verzoek stelt de bibliotheek een collectie boeken samen over het thema van de Kinderboekenweek. ‘Voor elke bouw is er een krat met boeken die zo aantrekkelijk mogelijk wordt tentoongesteld. Zo kunnen alle leerlingen regelmatig een boek pakken. En daarbij hebben we nog een leuk trucje: kinderen die enthousiast zijn over een boek, mogen aan de rest van de groep vertellen waarom dit boek een echte Breng (prenten) boeken aanrader is. Dat stimuleert andere kinderen tot leven Speel samen met een om dat boek ook te gaan lezen.’ aantal leerkrachten (of leerlingen) een Elk jaar organiseren we een wedstrijd, waarbij alle leerlingen op school prentenboek na. Boswijk: ‘Met een beamer een boekomslag ontwerpen naar projecteren we op de achtergrond de Op de beeldbank van pagina van het boek, terwijl verklede aanleiding van het thema van Schooltv en Klokhuis leerkrachten naspelen wat er op die de Kinderboekenweek. Per zijn altijd afleveringen pagina gebeurt. Kinderen vinden klas worden de mooiste drie te vinden die te maken het ontzettend leuk als een boek omslagen uitgekozen en hebben met het thema van de op die manier tot leven komt.’ tentoongesteld in de school. Kinderboekenweek. Zo heb Aan het eind van de Kinderje altijd interessant boekenweek hebben we een lesmateriaal centrale afsluiting met muziek, voor handen.

Posters gemaakt door kinderen van de Nassauschool.

Arjen Boswijk is leerkracht op de Nassauschool in Groningen, een school met een uitmuntend leesklimaat. De Kinderboekenweek is voor hen een mooi moment om extra uit te pakken.


INFORMATIEF LEZEN VOOR WOORDENSCHAT EN MEER ...

EEN WERELD GAAT OPEN! Stelt u zich eens voor: uw leerlingen kiezen en lezen elke week één informatief boek. Dat zijn 40 leesboeken vol leeskilometers per leerjaar, mét nieuw woordenschat en altijd aangeboden in een rijke tekst-beeld context. En wist u dat veel Corona-series voorzien zijn van INFO+? Dat zijn werkbladen per leesboek, gericht op woordenschatoefening en informatieverwerking.

Zo bevordert informatief lezen de algemene kennisontwikkeling, woordenschatontwikkeling en biedt verdieping en informatieverwerking. Méér weten? Bestel de gratis catalogus Informatief Lezen op www.schoolsupport.nl/catalogus of ga naar:

> www.schoolsupport.nl/informatieflezen

www.schoolsupport.nl

informatief_lezen_adv.indd 1

1-5-2013 10:22:19


36

Respect voor de leraar!

Zeker vijf leerlingen spelen met hun mobieltje onder de les, de lerares doet of zij niets ziet en praat stug door. De leraar vraagt een leerling zijn boeken te pakken waarop deze hem toebijt ‘je ziet toch dat ik bezig ben?’ Heb jij ook het gevoel dat je gezag afneemt in de klas en dat leerlingen steeds brutaler lijken te worden? Je bent niet de enige, zo blijkt uit recent onderzoek van CNV Onderwijs onder 4.000 leraren. Waar ligt die afname nou aan: mondigere leerlingen, de ouders die hun kinderen behandelen als prinsjes en prinsesjes, de individualistischere maatschappij of de leerkrachten zelf? En vooral: wat kunnen we doen om het tij te keren? Een rondje langs alle betrokkenen. tekst Linda Blankenstein

Respect 36-39.indd 36

07-05-13 15:36


GEDRAG IN DE KLAS 37

De juf: ‘Ouders willen alle problemen voor hun kind oplossen’ Annemarie Braun geeft al vele jaren les aan groep 1/2 en zag kinderen en ouders veranderen: ‘Het probleem ligt niet bij de kinderen maar bij hun ouders. Zij drukken een grote stempel op wat er gebeurt in de klas. Als ik bijvoorbeeld een ontwikkelingsvoorsprong bij een leerling constateer, is dat voor ouders meteen reden om te eisen dat hun kind een groep overslaat. De prestatiedrang bij ouders neemt toe en de kinderen voelen die druk ook.’

Prinsjes en prinsesjes Het lijkt volgens Annemarie wel of er steeds meer probleemkinderen komen: ze heeft leerlingen met ADHD, PDD nos, ontwikkelingsvoorsprong en faalangst naast de ‘gewone’ dingen. ‘Ik zit echt weleens met mijn handen in het haar. Ouders willen steeds meer met mij overleggen want ze willen alle hobbels en moeilijkheden voor hun kind wegnemen. Maar kinderen moeten juist leren ook om te gaan met teleurstellingen. Dat lukt niet als ouders hun kinderen behandelen als prinsjes en prinsesjes. Alles wat ze doen is geweldig en knap. Die kinderen beginnen niet meer zoals vroeger verlegen aan school maar komen binnen met een houding van ‘hier ben ik!’ Gevolg is vaak een kind dat steeds zijn zin wil doordrukken in de klas wat leidt tot onrust en soms vechtpartijtjes. Sommige ouders begrijpen het als ik hierover met ze praat en zorgen thuis voor meer regels. Het effect is meteen merkbaar in de klas. Maar bij andere ouders dringt mijn boodschap niet door.’

Niet hun vriendje ‘We praten ook niet meer met elkaar over opvoeden. Vroeger ging je te rade bij familie of buurvrouw. Tegenwoordig is het meer ieder voor zich en mag je niks over andermans opvoeding zeggen. Misschien ben ik ouderwets maar ik wil dat de kinderen mij met juf Annemarie aanspreken. Ik wil een beetje afstand houden want ik ben niet hun vriendje maar hun leraar.’

De vakbond:

‘Samen verantwoordelijk’ Helen van den Berg, voorzitter van CNV Onderwijs, plaatst het afnemende gezag van de leraar in een breder perspectief. ‘Het past in de algemene maatschappelijke ontwikkeling dat respect voor gezagsdragers en hulpverleners tanende is. Vroeger was de wil van de leraar wet, hij had altijd gelijk. Kreeg je straf op school? Dan kreeg je thuis nog meer straf want je zou het wel verdiend hebben. Tegenwoordig komen ouders op hoge poten verhaal halen bij de school als hun kind straf krijgt. Kinderen en ouders zijn mondiger geworden, we hebben kortere lontjes.’

Regels De oplossing zit ‘m volgens Helen vooral in samen praten en verantwoordelijkheid delen. ‘Hoe groter de ouderbetrokkenheid, hoe minder problemen er zijn. Het is zeer belangrijk dat scholen, ouders en leerlingen onderling goede afspraken maken én met elkaar blijven praten. Stel duidelijke regels op en zorg dat ouders en leerlingen die kennen voordat ze op school komen. Ouders zijn niet tegen regels, ze vinden alleen vaak dat die regels vooral voor anderen zijn en niet voor hun eigen kind. En dat school verantwoordelijk is voor de prestaties van hun kind. Maar school en ouders moeten samen de verantwoordelijkheid dragen. We willen allemaal het beste voor onze kinderen.’

Wetten In februari buitelden de politici over elkaar heen na een oproep van scholen en vakbonden over het groeiende wangedrag op scholen. PVV-Kamerlid Harm Beertema pleitte voor een harde aanpak: ‘Leerlingen die zich misdragen moeten zonder pardon van school af.’ De PVDA vond dat de mondigheid op school te ver is doorgeschoten. Wat verwacht CNV Onderwijs van de politiek? ‘We lossen respectloos gedrag in ieder geval niet op met meer wetten, dat zorgt alleen maar voor meer werkdruk. Scholen moeten het vooral zelf doen: maak én houd het onderwerp bespreekbaar, stel oudercontracten en klasseregels op, wissel goede voorbeelden uit met andere scholen. En wees als school ook niet bang om je regels en grenzen te bewaken. Als ouders steeds boos komen klagen over onterechte behandeling van hun kind, wijs ze er dan op dat ze ook een andere school kunnen zoeken.’

Tip: 4 juni congres ‘Gezag in het geding’ in Driebergen-Zeist.

Respect 36-39.indd 37

07-05-13 15:37


38 Scan deze pagina met Layar om te kunnen reageren en voor meer informatie over gedrag in de klas.

De docent: ‘Elke school heeft een boegbeeld van gezag nodig’ Bram Kluiters is docent Aardrijkskunde in het VSO. Zelf heeft hij geen ordeprobleem in de klas maar hij signaleert wel tendensen die volgens hem van invloed zijn, zoals de regionalisering van het onderwijsmanagement. ‘Op veel scholen is er geen teamleider meer op school aanwezig of hij heeft het te druk met schooloverstijgende activiteiten. Je hebt een boegbeeld van gezag nodig op wie je direct terug kunt vallen als er bijvoorbeeld een boze ouder aanklopt of een klas zeer onrustig is. Iemand die achter je staat maar ook een relatieve buitenstaander met overwicht zorgt dat een goed gesprek al genoeg is om de gemoederen te bedaren.’

M/V werkt het beste Een andere tendens die Bram signaleert is de feminisering van het onderwijs. ‘Volgens mij speelt dat een rol bij het afnemende gezag van de leraar. Vrouwen zijn toch meer van het uitpraten terwijl mannen over het algemeen strakkere regels hanteren: zo is het en niet anders. Mannen zijn ook wat fysieker ingesteld, ze schrikken niet van een vechtpartijtje zoals vrouwen, ze weten dat dit hoort bij jongens. Een goede mix van mannen en vrouwen werkt het beste in het onderwijs.’

Gefrustreerde ouders In het speciaal onderwijs heeft Bram veel te maken met gefrustreerde ouders. ‘Zij lopen vaak vast in een woud van regels, paperassen en hulptrajecten. Ze reageren hun verdriet, frustratie en teleurstelling regelmatig op mij af. Dat kan ik niet wegnemen bij ze maar ik kan wel luisteren, uitleg geven en mijn afspraken met hen nakomen. Ik bel hen ook regelmatig zodat ik weet wat er speelt. Minder bureaucratie, minder regels, kleinere klassen, meer vertrouwen in de kunde van leraren en scholen en niet elke paar jaar het hele onderwijs omgooien: als ik het voor het zeggen had in de politiek, dan wist ik het wel. Maar als docent heb je maar uit te voeren, helaas. Toch blijft het een prachtvak.’

Respect 36-39.indd 38

De trainer:

‘Communiceren is een spel’ Youandi van Staa geeft trainingen effectief en respectvol communiceren met kinderen; volgens haar dé oplossing om respect en gezag in de klas te herstellen. ‘Communiceren is een spel en leraren en ouders hebben niet genoeg kennis en inzicht in hoe ze dit spel moeten spelen. Veel mensen kennen maar twee manieren om in conflictsituaties te reageren. Ze laten hun macht gelden óf ze hebben geen zin in strijd en proberen het onduidelijk met een grapje of vraag. Deze reacties kúnnen trouwens prima werken! Maar als ze niet werken, probeer dan eens effectiever te reageren. Bijvoorbeeld “de schoonmaakster kan niet dweilen als de stoelen op de grond staan.” Laat de klas vervolgens reageren en luister daar actief naar. Zo kom je tot een oplossing die voor beiden werkt.’

Luister Youandi geeft cursussen gebaseerd op de Gordon-methode. Haar cursus is praktisch en gericht op het aanleren van vijf direct toepasbare vaardigheden: actief luisteren (spiegelen met zinnen waar je ‘dus’ voor kan zetten), confronterende ik-boodschap, overleggen over een win-win oplossing, kennisoverdracht via een vraaggesprek en conflicten tussen kinderen zo begeleiden dat ze deze zelf leren oplossen. ‘Als leraren alleen al actief luisteren zouden combineren met hun machtsboodschap, zou dat enorm schelen: “Jij hebt het idee dat ik dit niet eerlijk heb nagekeken en daar baal je van.” Leerlingen, en zeker pubers, willen gehoord worden, zich begrepen voelen. Met een luisterend oor geef je iemand niet zijn zin of gelijk. Je kunt bij je beslissing blijven.’

Eigen problemen oplossen ‘Veel leerkrachten willen alle problemen van kinderen zelf oplossen en dat vreet energie. Laat het probleem waar het is, bij het kind. Biedt een luisterend oor maar laat kinderen zelf met een oplossing komen, dat lukt negen van de tien keer. Eigenlijk zou goed communiceren met elkaar, hoe kom je op voor jezelf terwijl je rekening houdt met de ander, onderdeel van het lespakket op school moeten zijn.’

07-05-13 16:01


GEDRAG IN DE KLAS 39 De leerling: ‘Het kan van beide kanten beter’ Anouk Ruitenbeek zit in de derde klas van het tweetalig VWO en in de leerlingenraad. Zij ziet vooral de wisselwerking tussen het gedrag van leerlingen en docenten. ‘Mijn docenten krijgen over het algemeen een voldoende als het gaat om gezag in de klas. Ik denk dat het moeilijker is geworden de laatste jaren. Leerlingen zijn brutaler geworden. Een docent riep “verdwijn uit mijn ogen!” waarop de leerling onder zijn tafel kroop en daar rustig zijn brood opat.’

Erger Hoe vaak maakt Anouk respectloos gedrag mee? ‘Eén tot twee keer per dag. Leerlingen reageren bijvoorbeeld onbeschoft, luisteren niet als de docent iets vraagt, zijn drukker met hun mobieltjes dan met de les of komen elke dag te laat binnen. We krijgen bolletjes (strafpunten red.) voor storend gedrag, niet gemaakt huiswerk

of een slechte werkhouding in de klas. Teveel bolletjes betekent nakomen en strafwerk. Ik weet zeker dat het zonder regels veel erger zou zijn.’

Respect verdienen Volgens Anouk moet een docent niet doen alsof hij alles beter weet. ‘Docenten maken ook fouten, geef ze gewoon toe. En een docent moet wel deskundig zijn. We hadden een leraar die dacht dat wij hem in de maling namen toen we hem erop wezen dat een berekening niet klopte. Hij geloofde zelfs de rekenmachine niet. Moeilijk om dan respect te hebben.’ Het gedrag van docenten en leerlingen beïnvloedt elkaar. ‘Als een docent chagrijnig de klas inkomt en meteen tegen ons gaat schreeuwen, krijg je geen respect. Waarom zou je voor zo iemand iets doen?’

Praktijktips Stel duidelijke regels op. Niet teveel en liefst samen met je leerlingen. Wat vind je echt belangrijk? Wat wil je dat ze wél doen? Zorg dat iedereen de regels kent, hang ze op in de klas en besteed er geregeld aandacht aan. Oudercontracten zijn ook een idee. Wees consequent, als leraar en als school. Doe wat je zegt te gaan doen als een leerling zich niet aan de regels houdt. De straf moet natuurlijk wel in verhouding staan met het gedrag. Betrek ouders bij de school. Houd de lijnen kort en open, blijf met ze in gesprek om escalatie te voorkomen. Kom je er zelf niet uit? Schakel de schoolleiding, collega’s of hulp van buitenaf in of laat je bijscholen. Laat je bijvoorbeeld coachen door een meer ervaren collega. Juf Annemarie: ‘Iedereen heeft orde houden moeten leren in de praktijk. Dat leer je niet op de Pabo en duurt echt wel een paar jaar.’ Respect moet je ook verdienen door voorbeeldgedrag. ‘Zweetplekken dwingen geen respect af, een ongeschoren hoofd of onverzorgde kleding ook niet’, zegt docent Bram. Wees altijd goed voorbereid en weet waar je het over hebt. Leerling Anouk: ‘Soms is de les al begonnen en zijn docenten nog bezig hun les voor te bereiden.’ Leer actief luisteren en vragen, vervelend gedrag ontstaat vaak als kinderen zich niet gehoord en begrepen voelen.

Respect 36-39.indd 39

Enkele stellingen uit het onderzoek Leraren die geen orde kunnen houden in de klas zijn niet geschikt voor hun vak. Eens: 52 procent Oneens: 48 procent Leerlingen moeten een leraar met u of meneer/ mevrouw aanspreken. Eens: 64 procent Oneens: 36 procent Straffen als het schoolplein aanvegen om 7 uur in de ochtend moet in ere worden hersteld. Eens: 41 procent Oneens: 59 procent Ouders zijn thuis de baas. De leraar op school. Eens: 92 procent Oneens: 8 procent Wie tien maal uit de klas is verwijderd, moet definitief geschorst worden. Eens: 52 procent Oneens: 48 procent In een conflict met een leerling heeft de leraar altijd gelijk. Eens: 11 procent Oneens: 89 procent Alle leerlingen moeten een goed-gedrag-contract sluiten met de school. Eens: 68 procent Oneens: 32 procent

Oorzaken, gevolgen en oplossingen voor specifiek gedrag in de klas lees je op de volgende pagina’s!

07-05-13 16:01


40 Meer weten over hersenen, gedrag en educatie of over Jelle Jolles? Scan dan deze pagina met Layar.

Hoogleraar neuropsychologie Jelle Jolles:

‘Onderwijs mist aansluiting op kinderbrein’

‘Tienerbrein rijpt nog door tot na het twintigste jaar!’ en ‘Lerend kind heeft prikkels nodig voor ontwikkeling.’ Dit zijn enkele berichten over het tienerbrein die in het nieuws verschenen. Hoogleraar neuropsychologie aan de VU in Amsterdam Jelle Jolles heeft een visie over wat het onderwijs daarmee moet.

S

tekst Tialda Hoogeveen | Foto iStockphoto

Steun, sturing en inspiratie is nodig om kind en student in staat te stellen om de noodzakelijke kennis, cognitieve en sociale vaardigheden te verwerven. Maar dan moet je wel weten welke factoren bepalen of een kind met plezier naar school gaat en nieuwsgierig is. Hoe komt het dat sommige kinderen achter raken of uitvallen? En vooral: hoe kunnen kinderen zo gestimuleerd worden dat ze hun talenten kunnen ontplooien? Om deze vragen goed te kunnen beantwoorden, baseert hoogleraar Jelle Jolles zich op neuropsychologische bevindingen en op inzichten uit onderzoek naar het functioneren van de hersenen. Hoe kan het dat de één wel slaagt in het leven en de ander niet? Om dit nader te onderzoeken, richtte hij het onderzoeksinstituut LEARN! op (zie kader).

Labels Jolles wijst op belangrijke ontdekkingen uit wetenschappelijk onderzoek van de afgelopen twee decennia: zo weten we nu dat de prefrontale cortex - onder andere belangrijk voor plannen, keuzes maken en empathie - pas na het twintigste jaar is uitontwikkeld. Hoewel de volgorde waarin delen van het brein rijpen bij iedereen min of meer hetzelfde

Hersenontwikkeling 40-41.indd 40

is, bestaan er grote individuele verschillen in het tempo waarop dat gebeurt. De ontwikkeling is bovendien niet altijd vloeiend. Jolles: ‘Soms ontwikkelt een kind zich een tijdlang minder snel. Er kan dan een verschil ontstaan tussen de ontwikkelingsfase van het kind en de eisen die de omgeving stelt. De opvoeding door ouders en structuur en inspiratie door school en leerkracht moet het kind in dit soort fasen aanpakken en zorgen dat de eisen gedoseerd zijn. Dus niet zó groot dat het kind ze in die periode niet aankan.’

Genen Sommige breinen maken een snelle start en stagneren daarna, andere komen wat trager op gang om daarna een sprintje te trekken. Logischerwijs sluit het onderwijs dan ook niet goed aan bij de individuele hersenontwikkeling, vindt Jolles. ‘Die verschillen maken ook dat het belangrijk is om nooit een label te gebruiken: als een kind nú niet goed meekomt of ADD heeft, kan dat over een paar jaar heel anders zijn. Hoewel de aanleg van het brein vastligt in de genen, bepalen omgevingsinvloeden de ontwikkeling van de hersenen.’ Talenten worden volgens de onderzoeken niet vastgelegd in de zeer vroege kinderjaren, maar ontwikkelen

08-05-13 09:03


GEDRAG IN DE KLAS 41

LEARN!

Het kennis- en onderzoekscentrum ‘Brein & Leren’ van leren (Instituut LEARN!) van de VU verricht onderzoek op het gebied holen is basissc op lein’ ‘Breinp keling. ontwik en de neuropsychologische allerlei met stelling tentoon tieve interac een van de onderzoeken, een soort ert. stimule ren redene en denken puzzel s en materiaal dat het ruimtelijk

zich in relatie tot de prikkels die het kind krijgt tijdens de gehele school- en studietijd. Prikkels van ouders, leerkrachten, de buurt, vriendjes en vriendinnetjes. Dat heeft gevolgen voor de manier waarop wij kinderen moeten opvoeden en lesgeven, vindt Jolles. In de verhouding over nature-nurture (aangeboren versus aangeleerd) is Jolles dan ook helder. ‘Je genen bepalen je mogelijkheden, maar je omgeving bepaalt wat er uiteindelijk van dat talent gerealiseerd wordt. Denk aan een stimulerende omgeving bij ouders en leerkrachten die steun en inspiratie bieden.’

Meisjes- en jongenshersenen En of de individuele verschillen niet al groot genoeg zijn, is de hersenontwikkeling bij meisjes en jongens ook nog eens anders, zo blijkt uit onderzoek. ‘Dat heeft grote gevolgen voor de onderwijspraktijk. Een meerderheid van de meisjes ontwikkelt zich op sommige gebieden - in elk geval degene die met taal en communicatie te maken heeft - sneller dan jongens. Het brein ontwikkelt complexe handelingsvaardigheden in de loop van de lagere schooltijd. Vooral jongetjes raken in die leeftijd geïnteresseerd in skateboards en crossfietsjes. Het brein stimuleert die kinderen te bewegen, maar dan zegt de leraar: “Blijven zitten, rustig zijn!”’ Talenten zijn eigenlijk potenties: dat wat je als geheel aan vaardigheden zou kunnen ontwikkelen. Jolles: ‘En

Hersenontwikkeling 40-41.indd 41

dat is veel breder dan wat nu bij de meeste kinderen aangeboord wordt. Op school ligt erg de nadruk op taal: kinderen die daar op jonge leeftijd goed in zijn, worden snel als getalenteerd gezien. Maar sommige kinderen zijn juist goed in functies waar op school geen vraag naar is, bijvoorbeeld motorisch en ruimtelijk inzicht.’

Omgevingseisen Als je in beschouwing neemt dat hersenen zich in een eigen tempo ontwikkelen, is het opmerkelijk dat we een peuter of kleuter niet blootstellen aan omstandigheden die het niet beheerst, maar een kind of een tiener wel, vindt de hoogleraar. ‘Een voorbeeld is het zelfstandig verwerken van de leerstof in de klas. Een leraar zal merken dat dit niet bij elk kind lukt. Niet gek, want hun brein is nog ervaringen aan het opslaan. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat voor het automatiseren van bepaalde routines vele jaren nodig zijn. Het is dus niet realistisch om te verwachten dat een kind zomaar in staat zal zijn precies zo te reageren als volwassenen willen. Kinderen die de pech hebben dat ze geen steunende, lerende en structurerende ouders en leraren hebben, zullen een veel grotere kans hebben op het ontwikkelen van een leer- of gedragsstoornis. School en ouders delen de verantwoordelijkheid om optimale voorwaarden voor de ontwikkeling van het kind te scheppen.’

07-05-13 11:55


xx

CPS 42-44.indd 42

07-05-13 14:05


GEDRAG IN DE KLAS 43

Samen verantwoordelijk voor optimale ontwikkeling leerling Ouderbetrokkenheid 3.0

Je kent ze wel. De leerlingen met wallen onder de ogen. Gapend onderuitgezakt in je les. Vraag je ernaar, dan kan het zijn dat er thuis geen vaste bedtijd geldt, zodat er tot middernacht gegamed wordt. Het zou een onderwerp van gesprek met de ouders kunnen zijn. Of zouden die vinden dat je je met je eigen zaken moet bemoeien? Een gesprek over ouderbetrokkenheid 3.0.

M

tekst Brigitte Bloem | Foto iStockphoto

‘Met Ouderbetrokkenheid 3.0 bedoelen we niet dat je als ouder voortdurend op school rondloopt of wordt ingeschakeld. Het gaat erom dat school, ouders en leerling samen vaststellen wat het beste werkt.’ Aan het woord is Roland Zuidema, consultant bij CPS en specialist op het gebied van ouderbetrokkenheid. Zuidema adviseert scholen hoe ze een hedendaagse invulling kunnen geven aan ouderbetrokkenheid. ‘Waar ouders vroeger bijna als vanzelfsprekend loyaal waren aan de school, zijn ze nu kritische consumenten. De loyaliteit van de consument reikt zover als hij tevreden is. Daarom is het zo belangrijk dat scholen een visie hebben op hoe ze samenwerken met die kritische consumenten. Als een kind ziet dat zijn ouders meer een vechtrelatie met de school hebben, dan een constructieve relatie, dan komt het kind in een loyaliteitsconflict. Als het kind juf en mama ziet samenwerken, ontstaat er een open situatie.’

king en kun je spreken van Ouderbetrokkenheid 3.0.’ CPS werkt in haar aanpak met de tien criteria die de Stichting Leraar Leerling Ouders (LLO, www.stichtingllo.nl) heeft opgesteld waaraan goede samenwerking tussen school en ouders moet voldoen. Zuidema: ‘Een daarvan is “Op school is aan alles te merken dat leraren, leerlingen en ouders welkom zijn op school.” Soms kom je binnen in een school en dan sta je meteen in de garderobe. Er is niemand te bekennen die je welkom heet. Of de directeur die continu een bordje op de deur heeft met Niet Storen. Dat voelt niet welkom. Een ander criterium is “Leraren, leerlingen en ouders zijn samen verantwoordelijk voor het onderwijs en de leerresultaten. De school stimuleert het onderwijsondersteunend gedrag van ouders.” Zie ouders niet als lastig, maar als betrokken, volwaardige gesprekspartners en respecteer hun emotionele betrokkenheid’, adviseert Zuidema.

Gelijkwaardigheid

Schoolvisie

Zonder de basis van samenwerking wordt in het bedtijd-voorbeeld het aanspreken ervaren als aanvallen. Het gaat volgens Zuidema mis omdat er geen gelijkwaardigheid is in de samenwerking en te veel vrijblijvendheid, waardoor de verwachtingen over en weer onvoldoende helder worden gemaakt. ‘Als school en ouders inzien waar ieders expertise en verantwoordelijkheid ligt én er afspraken worden gemaakt die zijn afgestemd op de behoeften van het kind, dan zal dat de ontwikkeling van het kind ten goede komen. Pas dan is er werkelijk sprake van samenwer-

‘Je moet ouderbetrokkenheid in je schoolvisie, houding en gedrag willen uitstralen. CPS helpt diverse scholen daarbij’, vervolgt Zuidema. ‘We beginnen met de afname van een digitale vragenlijst onder personeelsleden van de school en ouders. In het vo bevragen we ook leerlingen. Dat geeft een soort nulmeting. Vervolgens organiseren we een bewustwordingsdag voor school én ouders. Aan de hand van de tien criteria en de uitkomsten van de vragenlijsten, worden er hobbels in de samenwerking gesignaleerd waarmee school en ouders aan de slag willen. Wat zo mooi is

CPS 42-44.indd 43

07-05-13 14:05


44

Roland Zuidema te midden van oude

rs en leerkrachten

aan de bewustwordingsdag is dat het een gezamenlijk vertrekpunt wordt in de verdere samenwerking. Ouders en school komen op een heel andere wijze bij elkaar. Niet meer alleen op elkaar reagerend, maar samenwerkend. Vervolgens gaan in een regiegroep enkele docenten, schoolleider en enkele ouders en leerlingen op een praktische manier aan de slag om die problemen vast te stellen, waar daadwerkelijk een oplossing voor gevonden moet worden.’

De praktijk Onlangs begeleidde Zuidema een vmbo-school in het midden van het land. ‘Er waren geen concrete problemen, maar de directeur is ervan overtuigd dat een goede samenwerking tussen school en ouders cruciaal is voor het bereiken van goede leerresultaten. Bovendien werd binnen de school het mentoraatschap heel verschillend ingevuld en was het contact met ouders ook heel divers. Na de inventariserende vragenlijst en de bewustwordingsdag hadden we helder welke zaken we wilden aanpakken. Bijvoorbeeld de nieuwsbrief van drie kantjes, waar net niet de zaken in stonden waar de ouders behoefte aan hadden. Ander probleem was dat de meeste ouders weinig zicht hadden op waar hun kind mee bezig was, omdat de bewuste school een huiswerkvrije school is. Nadat de ingestelde regiegroep ermee aan de slag ging, is de digitale omgeving nu zo ingericht dat ouders informatie over de ontwikkeling van hun kind online kunnen inzien. De komende tijd draagt de regiegroep zorg dat de school het mentoraatschap verder gaat professionaliseren. Ouders, leerlingen en teamleden gaan onder meer samen kijken naar de functieomschrijving van de mentor.’

Hoe geef je effectieve samenwerking vorm?

Bij Ouderbetrokkenheid 1.0 zendt de school eenzijdig informatie naar de ouders. Bij Ouderbetrokkenheid 2.0 zendt de school informatie naar de ouders, waarbij de ouders informatie kunnen terugzenden. Daarbij hoeft er geen sprake te zijn van werkelijk contact. Ouderbetrokkenheid 3.0 gaat er vanuit dat school en ouders gelijkwaardig zijn en samen verantwoordelijkheid dragen voor de ontwikkeling van het kind. Vanuit de ervaring van wat werkt in de praktijk heeft CPS een 3.0 recept samengesteld, eenvoudig in te voeren: 1. Een intakegesprek aan het begin van ieder schooljaar. Met ouders, leerling en leraar. 2. Individueel gespreksarrangement: op basis van de ontwikkelingsbehoefte van de leerling spreken school, ouders en leerling de frequentie en vorm van contact af. 3. Een nieuwjaarsreceptie in augustus: in iedere groep leren ouders en kinderen elkaar dan direct kennen, waardoor de betrokkenheid er al vanaf het begin van het schooljaar is. Meer weten over Ouderbetrokkenheid 3.0? Neem dan contact op met Roland Zuidema (r.zuidema@cps.nl, 06 55 833 466) of Peter de Vries (p.devries@cps.nl, 06 21 551 845).

Tip: 11 september 2013 Nationaal Congres Ouderbetrokkenheid www.nationaalcongresouderbetrokkenheid.nl

CPS 42-44.indd 44

07-05-13 14:05


Leren over verkeersveiligheid is een kwestie van doen Ieder kind is anders. Daarom kiest de ANWB voor een praktische insteek van verkeerseducatie: gewoon doen. Speciaal voor de basisschool heeft de ANWB diverse programma’s ontwikkeld waarmee kinderen op een veilige en verantwoorde manier spelenderwijs leren omgaan met de risico’s in het verkeer. Eén van de programma’s is ANWB Streetwise; hét verkeerseducatieprogramma voor basisschoolleerlingen. Nieuw is het online lesprogramma dat ontwikkeld is in samenwerking met uitgeverij Malmberg.

Doe mee!

Scholen die ANWB Streetwise inzetten tussen 1 december 2013 en 1 maart 2014 ontvangen gratis een instructeur voor het onderdeel Toet toet ter waarde van € 205,-. Reserveer vandaag nog uw inzet of kijk op anwb.nl/streetwise voor meer informatie.

KL130736 adv Streetwise PRIMAONDERWIJS.indd 1

Toet toet instructeur t.w.v.

205,-

06-05-13 13:47


46

‘Leraren denken dat ze alles moeten weten, maar dat hoeft niet’ Hoogbegaafde kinderen kunnen lastig zijn in de klas of onderpresteren omdat ze zich vervelen. De beste remedie is hen op een creatieve manier uit te dagen. Hoogleraar Juliette Walma van der Molen: ‘Leer ze andersom denken.’

H

tekst mirjam janssen | beeld istockphoto

‘Het Nederlandse onderwijs is te veel afgestemd op de middenmoot. Er is geen oog voor kinderen die over de hele linie op een bepaald terrein uitblinken. Slimme kinderen kunnen zich daardoor vervelend gaan gedragen of hun motivatie verliezen. Maar ook als er geen problemen zijn, moet je hoogbegaafden op school uitdagen’, vindt Juliette Walma van der Molen, hoogleraar talentontwikkeling, wetenschap en techniek aan de Universiteit Twente. Ze is ook ambassadeur van het programma School aan Zet voor het thema excellentie en hoogbegaafdheid. Volgens Walma van der Molen moet in het onderwijs meer aandacht komen voor ‘hogere-orde denken’. ‘Het meeste onderwijs bestaat uit lagere-orde denken: het onthouden van kennis en informatie, het begrijpen ervan en het vervolgens toepassen. Dat is nodig, maar je moet ook werk maken van hogere-orde denken. Dat betekent dat kinderen informatie leren analyseren, op waarde schatten en er vervolgens zelf iets heel nieuws meedoen. Dat is veel interessanter voor hoogbegaafden, maar ook de andere leerlingen steken er

VOORBEELD OVER KIKKERS LAGERE-ORDE VRAGEN: • Wanneer kwaken kikkers? • Hoe ademen kikkers? En kikkervisjes? • Wat eten kikkers? • Wat is koudbloedig? HOGERE-ORDE VRAGEN: • Welke relatie zie je tussen de lichaamsbouw van de kikker en zijn manier van voortbewegen? • Wat moet er aan een kikker veranderen om te kunnen overleven in een woestijn? • Ontwerp en beschrijf een kikkerparadijs, maak hierbij een tekening. Bron: Cursusmateriaal uit de nascholingscursus excellentie in wetenschap en techniek


GEDRAG IN DE KLAS 47 Scan deze pagina voor meer over gedrag, hoogbegaafdheid, School aan Zet en Juliette Walma der Molen SCHOOL AAN ZET Om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren heeft het ministerie van OCW onder andere het programma School aan Zet opgezet. Het programma bestaat uit verschillende basisthema´s, waaronder excellentie en hoogbegaafdheid. Slimme kinderen voelen zich vaak onvoldoende uitgedaagd op school. Door een gerichte aanpak komen ook zij tot hun recht.

proberen. Door deze vrije manier van denken, kan ieder kind binnen zijn eigen ontwikkelingsmogelijkheden groeien. Zo ontdekt het waar het goed in is en leert het dat het zijn ontwikkeling in eigen hand heeft.’

Denk als een kind

veel van op.’ Steeds meer scholen hebben Plusklassen, maar die komen lang niet altijd aan een andere manier van denken toe, merkt Walma van der Molen. ‘In een Plusklas krijgen ze extra vakken als Chinees en Spaans. Dat wordt gezien als extra uitdaging, maar eigenlijk is het weer hetzelfde lagere-orde denken. Ze moeten weer onthouden en toepassen. Je gebruikt dan niet het talent van hoogbegaafde kinderen om zelf te denken. Het gevolg is dat ze lui worden, terwijl je juist moet zorgen dat het niet te makkelijk voor hen wordt. De leraar moet hen naar de zone van naaste ontwikkeling trekken, waardoor ze worden gedwongen net iets hoger te reiken.’ Dat vergt extra inzet van de leraar. Stel dat een kind al klaar is met oefeningen voor taal of rekenen, geef het dan niet weer dat boekje met extra oefeningen. ‘Daar heeft het op een gegeven moment helemaal genoeg van. Maar leer het andersom denken: maak opdrachten voor het kind waardoor het op een andere manier naar de stof moet kijken. Vraag het bijvoorbeeld om een dictee of sommen voor andere kinderen te bedenken. Dan voelt het kind zich gekend en moet iets echt nieuws

Het is belangrijk dat leraren een parapluvisie ontwikkelen, vindt Walma van der Molen. ‘Verplaats je in het kind: waar heeft het behoefte aan? Hoe denkt het? Realiseer je dat het grotere bevattingsvermogen van hoogbegaafde kinderen vermoedelijk het gevolg is van een verder gevorderde ontwikkeling van de hersenen. Ze denken daardoor vaak anders en zijn heel sensitief. Ga niet te veel uit van vaste didactische recepten. Maar probeer boven de lesmethode te staan en die zo in te zetten dat een hoogbegaafd kind er iets aan heeft.’ In nascholingstrainingen probeert Walma van der Molen docenten weer te laten denken als een kind. Daarom vraagt zij hun om een verwonderdagboek bij te houden, waarin ze schrijven wat hun opvalt en boeit. Dat mag van alles zijn. Het gaat erom dat ze bewuster om zich heen kijken, bijvoorbeeld in de natuur of in het dagelijks leven. ‘Stel, je trein is te laat. Dan kun je je ergeren, maar je kunt je ook verwonderen over de wiskundige manier waarop het spoorboekje in elkaar zit en over het feit dat een klein foutje het hele systeem al in de war kan laten lopen.’

Niet definitief Deze houding betekent dat er niet op iedere vraag een antwoord hoeft te zijn. ‘Leraren denken dat ze alles moeten weten, maar dat hoeft niet. Slimme kinderen kunnen moeilijke vragen stellen. Maar je kunt ze duidelijk maken dat je het niet weet of inzichten kunnen veranderen. Veel inzichten in maatschappelijke of natuurwetenschappelijke kwesties zijn nu eenmaal niet definitief.’ Walma van der Molen erkent dat het toetsen van vorderingen bij deze aanpak lastiger is. ‘Maar door de aanleg van een portfolio kun je de creatieve ontwikkeling van een kind ook zichtbaar maken. Het gaat erom dat duidelijk wordt waar de kwaliteiten van een kind liggen.’


48

Leer differentiëren

‘Omgaan met verschillen is leren het zelf te doen’

Tips voor schoolleiders en teams De experts van KPC Groep hebben een Top 10 samengesteld met handige tips en adviezen bij omgaan met verschillen. Je kunt deze downloaden op de website. Meer weten? Kijk op kpcgroep.nl/omgaanmetverschillen.

Omgaan met verschillen en het afstemmen van onderwijs op de behoeften van leerlingen is complex, ongeacht of het gaat om meer of minder begaafde leerlingen. KPC Groep ondersteunt leraren en teams uit het po en vo om doelen en aandachtspunten om te zetten in concrete acties en handelingsverlegenheid te doorbreken. De adviseurs rusten scholen toe om tegemoet te komen aan diverse onderwijsbehoeften; de leraar kan echt het verschil maken. tekst tefke van dijk | beeld humantouchphoto


GEDRAG IN DE KLAS 49

U

Uit onderzoek van de Inspectie in 2012 blijkt dat ongeveer de helft van de leraren in het vo geen rekening houdt met verschillen in de klas, om uiteenlopende redenen. Of leraren zijn nog aan het zoeken naar een passende vorm of ze zien het nut van differentiatie niet in omdat toetsing en examinering voor alle leerlingen hetzelfde zijn. Een ander argument is dat het te veel (voorbereidings)tijd zou kosten en moeilijk toepasbaar is in lessen van vijftig minuten. Omgaan met verschillen tussen leerlingen is nodig voor passend onderwijsbeleid. Door te differentiëren kunnen leraren en scholen betere schoolprestaties realiseren. Dit vereist kennis en inzicht met betrekking tot de leerstof, leerprocessen, leerstijlen, didactisch repertoire, organisatorische vaardigheden en klassenmanagement. Bij KPC Groep heeft een team van adviseurs zich gespecialiseerd in differentiatie; experts die leerkrachten, schoolleiders en schoolbesturen ondersteunen, coachen en begeleiden met het verbeteren van onderwijsprestaties, professionaliseringsbeleid, klassenmanagement en implementatie van passend onderwijs.

Optimaal presteren Als je leraren vraagt welke verschillen ze zien in de klas noemen ze vrijwel altijd het niveau van de leerling, interesses en uniciteit van de hersenen. Leraren die differentiëren benaderen leerlingen met verschillende leerkenmerken op verschillende wijzen en dragen daarmee bij aan het optimaal presteren van elke leerling, zwakker of getalenteerd. Differentiëren in de klas gaat onderpresteren van goede leerlingen tegen, voorkomt uitval van leerlingen met veel ondersteuningsbehoefte, werkt motivatieverhogend, voorkomt ordeproblemen en levert een positieve bijdrage aan het klassenmanagement van leraren. Adviseur Evelien Loeffen van KPC Groep is al vijftien jaar actief als lerarenopleider. Ze ziet dat het bestaande thema Omgaan met verschillen opnieuw aandacht krijgt en hoog op de agenda van scholen staat als middel om prestaties te verbeteren. Het is echter niet iets is wat je zomaar kunt als leraar. ‘Je moet een groot pakket aan vaardigheden beheersen, om te beginnen basisvaardigheden als het creëren van een positief pedagogisch klimaat, gebruikmaken van didactische variatie en boven de stof en methode kunnen staan. Je moet regisseur zijn van je eigen onderwijs en zelf de onderwijsdoelen bepalen bij de leerstof, daar schort het vaak aan. Dat is een belangrijke basisvoorwaarde om vorm te kunnen geven aan het omgaan met verschillen.’

Onbewust bekwaam Wat Loeffen in de praktijk ziet, is dat leraren en de schoolleiding vaak geen concrete beelden hebben

bij omgaan met verschillen. ‘Zodra ze helder hebben wat er al gebeurt door best practices te delen, blijkt dat ze onbewust al behoorlijk bekwaam zijn. Het is ook een stuk bewustwording. Voor omgaan met verschillen bestaat geen blauwdruk, het is gekoppeld aan de leerlingen die je in de groep hebt. Nu gebeurt het vaak ad hoc en weinig systematisch. Leren omgaan met verschillen betekent veel werk en het kost tijd, vooral in het begin. Maar uiteindelijk loont het.’ Loeffen vindt het mooi om te zien hoe leraren actief aan de slag gaan en meer vooruitdenken. ‘Ze stappen af van frontaal lesgeven met vaste routines omdat dit geen ruimte geeft voor verschillen. Activerende didactiek en gevarieerd lesgeven passen daar beter bij.’ Dat vindt ook KPC-adviseur Wilma Willems. ‘Recent onderzoek heeft aangetoond dat evenwicht tussen structuurondersteuning en autonomieondersteuning van groot belang is. Het idee van zelfstandig werken uit de jaren tachtig gaf leerlingen weinig structuur voor het leren en vaak te veel autonomie. Sommige kinderen verdrinken in te veel vrijheid en hebben juist structuur nodig om effectief te leren.’

Toetsgegevens Structuurondersteuning is ook instructie geven en betekent niet dat je als leerkracht gaat zeggen hoe het moet, maar dat je kinderen aan het denken zet zodat ze zelf tot leren komen en cognitief worden uitgedaagd. Als kinderen kennis en vaardigheden eigen maken, kunnen ze die vaak ook toepassen in andere situaties. Wilma: ‘Kinderen de tools en bouwstenen geven en leren om verbanden te leggen, is belangrijk in onze snel veranderende maatschappij. Omgaan met verschillen is leren het zelf te doen. Kijken naar wat kinderen zelf kunnen en daarbij aansluiten als leerkracht zorgt voor een effectiever leerproces. Om de kwaliteit van onderwijs te verhogen, is het van belang om niet alleen naar zorgleerlingen te kijken, maar ook naar excellente leerlingen. Willems komt geregeld op scholen die een negatief oordeel hebben gekregen van de Inspectie. ‘Vaak gaan schoolteams dan doen, doen, doen. Terwijl het in eerste instantie gaat om samen nadenken en beredeneerd en doelgericht werken. Neem waar wat leerlingen nodig hebben. Begin met kijken naar observaties en toetsgegevens en pak problemen systematisch aan. Toetsgegevens zijn niet heilig, maar vooral informatief om het vormgeven van je onderwijs te sturen. Op vaste momenten kun je jezelf de vraag stellen: doen we de goede dingen als school en geven we iedere leerling wat hij of zij nodig heeft? Van daaruit kun je omgaan met verschillen, opbrengstgericht werken en prestaties verbeteren.’


26

Onderzoeker ontwikkelingspsychologie Barbara Menting:

‘Taalvaardigheid voorspelt gedragsproblemen’ Kinderen met een zwakkere taalvaardigheid ontwikkelen meer gedragsproblemen omdat zij moeite hebben goede sociale relaties op te bouwen. Dat stelt Barbara Menting (31), onderzoeker ontwikkelingspsychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, in haar onderzoek naar de ontwikkeling van gedrag, waarop zij in 2012 promoveerde tekst Gerda van ’t Spijker | Foto HumanTouch Photography

Interview 50-51.indd 50

07-05-13 12:08


GEDRAG IN DE KLAS 51

O

Wat heb je met betrekking tot de taalvaardigheid onderzocht? ‘Onderzoekers hebben eerder al aangetoond dat kinderen met een zwakkere taalvaardigheid een groter risico lopen gedragsproblemen te ontwikkelen. Maar hoe komt dat? Wij vermoedden dat je dit verband onder andere kon verklaren door de sociale relaties van die kinderen. Je kunt je voorstellen dat het voor een kind moeilijk kan zijn vriendjes te maken wanneer hij of zij zich niet goed kan uitdrukken of andere kinderen niet goed begrijpt. Of wanneer hij de taal niet heeft om zijn eigen emoties onder woorden te brengen. Dat hij in plaats van te zeggen “ik ben verdrietig” of “ik ben boos”, gaat slaan. Zo maak je geen vrienden. En als klasgenootjes een kind niet leuk vinden en steeds afwijzen, tja, dan kun je je ook voorstellen dat zo’n kind gefrustreerd raakt en negatief gedrag ontwikkelt.’

Hoe heb je dit onderzocht? ‘Ik deed mee aan een onderzoek dat al langer liep. Wij hebben zo’n 750 kinderen jaarlijks gevolgd, van eind groep 2 tot en met groep 8. Steeds dezelfde kinderen, in klassenverband, omdat je dan alleen iets kunt zeggen over het ontwikkelen van gedragsproblemen. De kinderen vulden vanaf groep 3 één keer per jaar een vragenlijst in waarin ze onder andere aangaven welke klasgenootjes ze leuk vonden en welke niet. De leerkracht vulde vanaf eind groep 2 ook elk jaar een lijst in over het gedrag van ieder kind afzonderlijk. Hierin gaf hij of zij per kind aan of het bijvoorbeeld veel ruzie maakte of vechtpartijen begon. In groep 4 hebben we de taalvaardigheid gemeten met een veel gebruikte test om woordbegrip te meten. Bij taalvaardigheid komt wel meer kijken, dat realiseerden we ons, maar een woordbegripscore geeft een goede inschatting van de meer algemene taalvaardigheid. Door dit naast elkaar te leggen, konden we kijken of kinderen die lager scoorden op woordbegrip meer werden afgewezen door hun klasgenootjes en meer gedragsproblemen ontwikkelden dan kinderen die een hogere score hadden.’

En klopte jouw hypothese? ‘Wij vonden inderdaad een verband tussen taalvaardigheid en het ontwikkelen van gedragsproblemen: kinderen met een zwakkere taalvaardigheid ontwikkelden gemiddeld meer gedragsproblemen over de periode van de kleuterschool tot en met groep 6, terwijl kinderen met een betere taalvaardigheid in die periode juist een afname lieten zien. Ook werden kinderen met een zwakkere taalvaardigheid minder leuk gevonden door klasgenootjes. En dit verklaarde mede waarom deze kinderen meer gedragsproblemen ontwikkelden. Dit is als het ware een tussenstapje. Zo krijg je de keten taalvaardigheid – sociale relaties – ontwikkeling gedrags-

Interview 50-51.indd 51

problemen. Het mechanisme zwakke taalvaardigheid – slechte sociale relaties – ontwikkelen van gedragsproblemen bleek overigens vooral voor jongens te gelden. Jongens scoorden gemiddeld niet lager dan meisjes op de woordbegriptest. Ook werden jongens met een slechtere taalvaardigheid niet minder leuk gevonden dan meisjes met een slechtere taalvaardigheid. Maar vooral jongens die niet leuk gevonden werden door klasgenoten ontwikkelden gedragsproblemen, vaker dan meisjes. Waarschijnlijk is dat omdat jongens gevoeliger zijn dan meisjes voor hun sociale status in de grote groep.’

Als interventie heb je voor Taakspel gekozen. Waarom? ‘Omdat wij ons gefocust hebben op de sociale relaties van basisschoolkinderen. Dat is een belangrijke factor in de (gedrags)ontwikkeling in die periode. Taalvaardigheid was een van de cognitieve kwetsbaarheden waardoor een kind moeite kon hebben op een goede manier contacten aan te gaan met klasgenoten. Ik wilde kijken of het effect zou hebben op hun ontwikkeling als je deze kinderen zou helpen met hun sociale relaties. Dat was een ander onderdeel van mijn onderzoek. En dat had het. In positieve zin. Kinderen die Taakspel hadden gehad, werden over de tijd heen vaker leuk gevonden dan kinderen zonder Taakspel. Bovendien ontwikkelden kinderen met Taakspel minder gedragsproblemen, mede doordat klasgenootjes hen vaker leuk vonden. En dit laatste beek vooral te gelden voor jongens met een zwakkere taalvaardigheid. Dus kinderen met een verhoogde kans op problemen lijken extra geholpen te zijn als hun sociale relaties verbeteren.’

Heb je nog tips voor leerkrachten? ‘Wees al vroeg alert op de sociale ontwikkeling van alle kinderen. Ligt een kind niet goed in de groep, wordt het vaak buitengesloten? Je kunt dit absoluut niet negeren of denken dat dit wel overgaat. Uit ander onderzoek blijkt dat als een kind in de vroege basisschoolperiode niet leuk gevonden wordt, de kans groot is dat dit de hele basisschooltijd zo blijft. Dit zijn de kinderen die mogelijk later gepest worden, maar zelf ook kunnen gaan pesten. En dit zijn dus ook de kinderen die vaker (ernstige) gedragsproblemen ontwikkelen. Focus je dus op de onderlinge verhoudingen in de klas. Daar valt waarschijnlijk winst te halen. En als het niet goed gaat, aarzel niet om in te grijpen en kies een interventieprogramma dat bewezen effectief is.’

07-05-13 12:08


52

Dyslexie de baas! Kinderen met dyslexie kunnen kampen met emotionele problemen zoals angst, stemmingsklachten, lage competentiegevoelens en verminderd zelfvertrouwen. Dyslexie de Baas! is een training die jongeren, ouders en leerkrachten helpt hiermee om te gaan. Ontwikkelaar en klinisch psycholoog Caroline Poleij legt uit.

D

tekst Inez van Goor | Foto iStockphoto

Dyslexie de Baas! is door het Nederlands Jeugdinstituut erkend als een theoretisch goed onderbouwde training. Het richt zich op jongeren van 12 t/m 16 jaar die door emotionele problemen in een neergaande spiraal terecht zijn gekomen van aangeleerde hulpeloosheid, demotivatie en vermijdingsgedrag ten aanzien van schoolwerk. Poleij vertelt: ‘Ouders en leerkrachten hebben de neiging het kind te redden door precies te zeggen wat en hoe hij iets moet doen. Dit kan nog op de basisschool, maar daarna is het de kunst het kind niet meer te redden maar een zwemvest toe te gooien waardoor hij zichzelf kan redden.’

Zelfredzaamheid Zelfregulerend leren helpt de zelfredzaamheid van kinderen te ontwikkelen. Het is een manier van leren waarbij ze actief betrokken zijn in hun eigen leerproces. Begeleiders kunnen dit stimuleren door vragen te stellen. Poleij maakt in de training gebruik van een studieprobleem oplossingsschema. Daarbij is probleemdefinitie de eerste belangrijke stap. ‘Een kind geeft bijvoorbeeld aan dat hij een probleem heeft met Frans. Dan wordt eerst gevraagd of hij wil investeren in het oplossen van het probleem en wat de positieve en negatieve gevolgen zijn om dit al dan niet te doen. Vervolgens wordt gevraagd wat dat probleem precies is: heeft hij moeite met het lezen van teksten, het schrijven van zinnen of iets anders? Daarna denkt hij aan de hand van een lijst met keuzemogelijkheden na over mogelijke oplossingen en wat de voor- en nadelen hiervan zijn. Uiteindelijk kiest hij zelf een oplossing en bepaalt zijn actiepunten.’ Volgens Poleij is het grote voordeel van zelfregulerend leren dat kinderen die

Dyslexie 52-53.indd 52

als autonoom, zelfbeslissend individu worden aangesproken gemotiveerder zijn om te leren.

Gevaar voor uitsluiting Kinderen geven in de training aan zich vaak niet begrepen te voelen. Opmerkingen als ‘doe nou eens een keer je best’ of ‘je moet gewoon meer oefenen’ zijn zo gemaakt maar kunnen ernstige gevolgen hebben voor het zelfbeeld van dyslectici. Poleij: ‘Dyslectici weten wel dat ze niet dommer zijn dan anderen maar voelen zich vaak wel zo. Het is ontzettend belangrijk dat deze kinderen zich competent voelen. Leerkrachten kunnen hiervoor zorgen door fouten niet te benadrukken, cijfers niet hardop voor te lezen in de klas en voorzichtig te zijn met het geven van beurten bij het voorlezen van moeilijke zinnen. Overleg met het kind. Wil hij liever geen beurt of alleen bij makkelijker zinnen of stukjes tekst. Dan ga je meteen gevaar voor uitsluiting tegen.’ Poleij wijst ook op het belang van positieve feedback. ‘Stel een kind heeft een 5,2 voor een toets. Het is heel steunend als de leerkracht er dan bij schrijft: “Dit is het moeilijkste onderdeel voor jou, wat heb je dit goed gedaan!” Het is belangrijk dat hij niet met resultaten van anderen vergeleken wordt maar met de resultaten van zichzelf, om uit te gaan van de eigen, individuele ontwikkelingslijn.’

Eyeopener De training bevat ook bijeenkomsten voor ouders, die ook door de leerkracht bijgewoond kunnen worden. Een belangrijk onderdeel zijn de oefeningen die helpen de frustratie van het kind te begrijpen en die vaak als eyeopener worden gezien. Poleij noemt de

07-05-13 11:54


GEDRAG IN DE KLAS 53

SPECIAAL AANBOD Bundel Protocol Leesproblemen en Dyslexie groep 1 t/m 8.

Van €139,80 voor €99,-

Goed leren lezen en schrijven is belangrijk voor schoolsucces. Een op de tien kinderen heeft hier echter begeleiding bij nodig. Hoe eerder je deze leesproblemen herkent, hoe effectiever de interventie. Met de bundel Protocol Leesproblemen en Dyslexie leer je dyslexie en leesproblemen tijdig signaleren en effectief begeleiden. Het is een praktische bundel met voorbeelden en richtlijnen voor leerkrachten en leesspecialisten. De bundel bestaat uit de volgende boeken: Protocol Leesproblemen en Dyslexie groep 1-2 Protocol Leesproblemen en Dyslexie groep 3 Protocol Leesproblemen en Dyslexie groep 4 Protocol Leesproblemen en Dyslexie groep 5-8

Bestellen? Ga naar www.primaonderwijs.nl/dyslexie

Het is ook mogelijk de boeken afzonderlijk te bestellen.

Dyslexie 52-53.indd 53

dicteeoefening als voorbeeld. ‘Dit dictee moet met de andere hand dan de schrijfhand gemaakt worden zonder dat het tempo aangepast wordt. Eén ouder of leerkracht mag het wel met zijn schrijfhand maken. In een mum van tijd zie je spanning ontstaan. Alle gedragingen die dyslectische leerlingen laten zien, komen ook tot uiting bij de ouders en leerkrachten. De een protesteert dat het veel te snel gaat, de ander zegt dat hij hier niet aan begint, weer een ander gooit het weg. Dat is de beste manier om het gedrag van een dyslectisch kind te begrijpen. Zelf ervaren. Zo stem je vanzelf beter af op het kind.’

Gesprek met het kind Volgens Poleij werkt niets zo goed als oprechte belangstelling tonen door met het kind in gesprek te gaan. ‘Vraag hem wat hij nodig heeft. Bijvoorbeeld een computer als hij het moeilijk vindt om stukken tekst met de hand te schrijven. Of een stappenplan dat helpt realistische doelen te stellen. Dus niet: ik schrijf een opstel. Dat doel is te groot. Maar: eerst maak ik een mooi verhaal, daarna kijk ik naar de formuleringen en als laatste check ik de spelling. Zo voorkom je dat je hem overvraagt. Vraag ook wat hem helpt bij toetsafname, bijvoorbeeld mondeling toetsen. Stem zoveel mogelijk af op deze specifieke behoeften.’ Poleij lacht. ‘Ik noem “overleggen” en “in gesprek gaan” wel vaak hè? Maar echt, het allerbelangrijkste is om in gesprek te gaan met het kind. Elk kind heeft de behoefte dat er naar hem geluisterd wordt. Heel vaak beslissen wij over het hoofd van de leerling, vanuit goede bedoelingen maar met tegengesteld effect.’

07-05-13 11:57


54

‘Hoe organiseer je het zo dat alle leerlingen de juiste uitdaging krijgen?’ Nieuwe website biedt overzicht passend onderwijsaanbod

Onlangs lanceerde SLO de website www.passendonderwijsaanbod.slo.nl. De site biedt een overzicht van de belangrijkste inzichten en producten op het gebied van differentiatie in doelen, inhouden, leertijd, instructie & leeractiviteiten, leermaterialen en toetsen voor het primair onderwijs. Met wat muisklikken zien intern begeleiders, schoolbegeleiders en rekenen taalcoördinatoren direct hoe en waarmee ze een bepaalde groep leerlingen de juiste ondersteuning kunnen bieden. tekst Brigitte Bloem | Foto HumanTouch Photography

PassendOnderwijs 54-55.indd 54

E

Els Schram is senior leerplanontwikkelaar/adviseur primair en speciaal onderwijs bij SLO en nauw betrokken bij de totstandkoming van de nieuwe website. ‘In het meest ideale geval is de leraar in staat om het onderwijs voor iedere leerling op maat te maken’, licht ze toe. ‘Maar scholen moeten het realistisch en behapbaar kunnen houden. Daarom gaan we uit van een kwalitatief hoogwaardig gemeenschappelijk basisaanbod taal en rekenen, met de juiste (hoge) doelen, goede instructies en relevant lesmateriaal. Aanvullend werken we op de site met drie gedifferentieerde varianten van dit aanbod: het plusaanbod, het intensieve aanbod en het zeer intensieve aanbod. Elk aanbod is telkens uitgesplitst naar het taalaanbod en het rekenaanbod. Gebruikers vinden een scala aan links naar digitale en papieren

07-05-13 16:52


GEDRAG IN DE KLAS 55 documenten die ze kunnen gebruiken om de mogelijkheden tot differentiatie in hun school uit te breiden.’

Relevante doelen Op de website worden de vier typen aanbod verder uitgewerkt in de domeinen (de hoofdonderdelen) van de referentieniveaus taal en rekenen. Bij taal kun je doorklikken naar mondelinge taalvaardigheid & woordenschatontwikkeling, lezen, schrijven en begrippenlijst & taalverzorging (waaronder spelling en grammatica). Bij rekenen gaat het om getallen, verhoudingen, meten & meetkunde en verbanden. Binnen elk domein vind je richtlijnen hoe te differentiëren. Schram: ‘Zo staan er in het plusaanbod bijvoorbeeld doelen op basis waarvan sterke leerlingen aan verrijkingsactiviteiten kunnen werken. Onder de button Intensief aanbod vind je het overzicht van intensiverende maatregelen, lesstof en hulpmiddelen voor leerlingen die in staat zijn de doelen van het basisaanbod te behalen, maar meestal als gevolg van een leer- of ontwikkelingsstoornis aangepaste instructie, extra begeleiding, leertijd en ondersteunend materiaal nodig hebben. Voor deze leerlingen is het noodzakelijk dat het onderwijs geintensiveerd wordt aangeboden. Datzelfde geldt voor het zeer intensieve aanbod, met daarbij de aanvullende handreikingen hoe je voor leerlingen die over de hele linie beperkte capaciteiten hebben, aan relevante doelen kunt werken.’

Kennisbasis De website linkt zowel naar eigen producten van SLO, als naar producten van andere expertisecentra. ‘Het gaat in het algemeen om producten van bewezen kwaliteit’, aldus Schram. ‘Het materiaal stond voorheen op allerlei plekken op de SLO-website en ook het materiaal van andere organisaties was niet altijd overzichtelijk bijeengebracht.’ Schram hoopt dat de website dé kennisbasis wordt voor iedereen die zich binnen het basisonderwijs met differentiatie bij taal en rekenen bezighoudt. ‘De gebruiker kan zich aan de hand van de website laten informeren over het aanbod en zoekt uit wat bij de school past. Belangrijk is dat er binnen het schoolteam afspraken gemaakt worden over de wijze van differentiëren. De website bevat een stappenplan waarmee een schoolteam systematisch aan de verbetering van een bepaald taal- en rekenonderdeel kan werken.’

Omgaan met verschillen Ook bij het differentiëren kampen scholen met het lastige punt van de organiseerbaarheid voor de leerkracht, is de ervaring van Schram. ‘Hoe organiseer je het in je klas zo, dat alle groepen leerlingen de juiste ondersteuning, begeleiding en uitdaging krijgen?

PassendOnderwijs 54-55.indd 55

Stel, je hebt het over spellen en een leerling spelt al heel erg goed. Dan heeft het weinig zin om extra moeilijke spellingsopdrachten te gaan bedenken. Die leerling is er veel meer bij gebaat om gevarieerde schrijfopdrachten te krijgen waardoor hij of zij goed verzorgde teksten kan leveren. Dit soort opdrachten kun je ook Els Schram integreren in bijvoorbeeld wereldoriëntatie. Daarmee geef je zo’n leerling een heel ander type opdracht. Dat vergt wel wat van leraren. Dit type opdrachten zit immers doorgaans niet in de methoden.’ Schram vervolgt: ‘Het is zo belangrijk om het reguliere programma uitdagender te maken voor de groep plusleerlingen en extra begeleiding te bieden voor de leerlingen die moeite hebben met het basisaanbod. Het moet beide in je organisatie, in je instructie en in je begeleiding en feedback tot uiting komen. De aandacht voor plusleerlingen vergt een andere manier van omgaan met verschillen dan de begeleiding die je je minder sterke leerlingen moet bieden. Bij plusleerlingen moeten leerkrachten vooral durven loslaten. Herken wat een plusleerling al kan en ga niet eindeloos met de reguliere doelen aan de gang, maar fomuleer andere, uitdagende doelen. Bij leerlingen die een zeer intensief aanbod nodig hebben, gaat het juist om het prioriteren in doelen en het aanreiken van adequate hulpmiddelen.’

Passend onderwijs De website is nog niet helemaal klaar en wordt nog steeds aangevuld, maar de eerste reacties zijn goed. ‘Het werkt, zoals we het voor ogen hadden’, aldus Schram. ‘Omgaan met verschillen is een complexe opgave, maar er is al veel ontwikkeld aan inzichten en producten die leraren kunnen ondersteunen. Passendonderwijsaanbod.slo.nl laat zien om welke inzichten en producten het dan gaat.’

‘Ik heb de website net ontdekt, maar ik heb er nu al elementen uitgehaald om schoolverbetering in gang te zetten. In een overleg met collegazorgcoördinatoren heb ik de voordelen laten zien. Het stappensysteem is een fijne kapstok, die in combinatie met de website veel vragen beantwoordt. Ik ben enthousiast.’ Cindy Lacroix,

Zorgcoördinator van Basisschool De Violier in Echt.

07-05-13 12:07


Bestel nu het GRATIS* lespakket

Zwerfafval Mooi Niet! val Zwerfamofoi niet! Zwerfafva l mooi niet!

en Groep

werkblad Leerlingen

1 en 2

Leerlin

genw erkbla

den Gr oep 3

en 4

Groep 1 t/m 4: Werkbladen

Groep 5 t/m 8: Digitaal lespakket

met duidelijke docentenhandleiding

ek n u o o k o B !

bestel online via

www.nederlandschoon.nl/scholen/basis/lespakket (*) U betaalt alleen de verzendkosten


GEDRAG IN DE KLAS 57 SCAN DEZE PAGINA MET LAYAR VOOR FILMPJES VAN DE KANJERTRAINING

Kanjers! kun je vertrouwen

kind Of het nou om verlegen, bange of stoere kinderen gaat: in elk kanjerschuilt een kanjer. Steeds meer scholen maken gebruik van tegen te trainingen om kinderen zelfvertrouwen te geven en pesten gaan. De Bonifatiusschool in Spanbroek is zo’n kanjerschool.

Kanjertraining 57-59.indd 57

08-05-13 10:17


58

De Kanjertraining past bij onze school om kinderen inzicht te geven in hun eigen gedrag

O

tekst Tefke van Dijk | Fotografie Marius Roos

Op een kanjerschool kun je zeggen dat iemand een rode pet op heeft om aan te geven dat een kind lacherig doet over negatief gedrag van een ander, en dit daarmee in stand houdt. Iemand die de baas speelt draagt een zwarte pet en een bescheiden en bang kind een gele. De methode van de kanjertraining maakt kinderen in het basisonderwijs bewust van hun eigen gedrag en geeft ze handvatten om daar iets aan te doen. Het maakt ze weerbaar en zorgt voor vertrouwen. ‘We willen dat leerlingen op een kanjermanier reageren op de ander en de situatie’, vertelt directeur Rein Swart. ‘We stimuleren het gedrag dat hoort bij de witte pet.’

Binnen-buitenkring De kanjertrainingen lopen van groep 1 tot groep 8. Het begint in de kleuterklassen met naar elkaar luisteren. Dat gebeurt bijvoorbeeld met de binnenbuitenkring, waarbij twee kinderen tegenover elkaar zitten om te vertellen over het weekend. Eerst luistert de binnenste kring naar de kinderen in de buitenste kring en vertelt daarna wat de ander heeft gedaan. ‘Hierdoor krijgen alle kinderen de kans om iets te vertellen en ze leren luisteren naar elkaar’, licht juf Krista toe. Deze oefening passen de leerkrachten toe in alle groepen. Juf Margret van groep 7 is bijvoorbeeld met haar klas naar het speellokaal gegaan. Ook daar zitten de leerlingen in een binnen- en een buitenkring en voeren een gesprek met elkaar. ‘De leerkrachten kiezen nu zelf een gespreksmoment op de dag, vaak gekoppeld aan de kanjertraining’, aldus Rein Swart.

Gekleurde petten Kanjercoördinator en leerkracht Saskia Kuin is heel blij met de kanjertraining die de Bonifatiusschool sinds 2006 inzet met oefeningen en het kanjervolgsysteem. ‘Het past bij onze school om kinderen inzicht te geven in hun eigen gedrag. We vinden het belangrijk

Kanjertraining 57-59.indd 58

dat kinderen zichzelf kennen en zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun gedrag, dat ze groepsgedrag herkennen en weten hoe ze daarmee kunnen omgaan. Als rode pet moeten ze geen benzine zijn voor de motor van de zwarte pet en als gele pet leren ze initiatief nemen om iets aan hun situatie te veranderen.’ Ondertussen vraagt juf Vera in groep 6 wie wil weten hoe de klas jou ziet. Vele vingers gaan omhoog. Ruth mag als eerste. Ze gaat met haar rug naar de klas staan. Op de tafel liggen de vier petten van de kanjertraining in een vierkant. ‘We zijn allemaal een kanjer’, zegt juf Vera, wijzend op de witte pet. ‘Maar soms ook wat bescheiden, bazig of lacherig.’ Ze nodigt de klasgenoten van Ruth uit om hun gum neer te leggen om aan te geven hoe zij Ruth zien. Als iedereen weer op zijn plek zit, draait Ruth zich om en bekijkt het resultaat. Gummen liggen verspreid over de tafel. Sommige op de witte pet, sommige dichter bij rood, zwart of geel. Juf Vera vraagt of iemand zijn keuze wil toelichten. Ruth geeft haar klasgenoten een voor een de beurt. Ze krijgt het ene compliment na het andere. ‘Hoor je dat, Ruth?’, benadrukt Vera voordat Ruth de volgende wil aanwijzen. ‘Laat dat compliment op je inwerken.’ Ook Pieter krijgt een hoop positieve reacties. Hij is verbaasd. ‘Ik had geen gummen verwacht óp de witte pet’, zegt hij zacht. Dat is dan ook meteen de tip die klasgenoten hem meegeven: je mag iets minder bescheiden zijn, je bent een kanjer. ‘Leerlingen kunnen heel goed aangeven wat ze van iemand vinden’, vertelt Vera. ‘Ik zie vaak dat een leerling daar dan echt mee aan de slag gaat en dat er een verschuiving plaatsvindt.’ Saskia Kuin bevestigt dit. ‘Ik weet nog van vorig jaar dat leerlingen door middel van afstand konden aangeven hoe graag ze met iemand omgaan. Bij een meisje stonden de leerlingen behoorlijk ver weg. Een jongen gaf aan dat ze vaak apart ruikt. Ze heeft daar toen wat

07-05-13 13:31


GEDRAG IN DE KLAS 59

aan gedaan en je zag een duidelijke verschuiving in het groepsgedrag. Haar klasgenoten kwamen dichter bij haar staan. Letterlijk. Dat was echt prachtig.’

Rollenspel In groep 5 speelt juf Jeanine een rollenspel. Vier kinderen staan in de rij met een postpakketje. Zelf zet ze de zwarte pet op. Voordat ze in haar rol stapt, checkt ze bij de klas: ‘Ben ik nu echt?’ ‘Nee’, klinkt het in koor. Jeanine speelt iemand die iedereen opzij duwt om vooraan te staan en bespreekt daarna de diverse rollen met de klas. ‘Wat kun je doen als je door de gang loopt en iemand je voortdurend een zetje geeft?’,

Kanjertraining 57-59.indd 59

vraagt juf Saskia. ‘Ik zou terugbeuken’, oppert een jongen. Saskia laat de leerling met gele pet terugduwen en dat ontaardt al gauw in ruzie. Dit is geen oplossing, ziet de klas in. Het gaat van kwaad naar erger. ‘Je kunt beter de zwarte en rode pet negeren en zorgen voor een maatje.’

Hoe het voelt Tijdens een volgende groepsopdracht plakt juf Saskia stickertjes op de ruggen van haar leerlingen met als opdracht daarna zonder praten je eigen groep te vinden. Het duurt even, maar de klas is uiteindelijk opgedeeld in drie groepen: zwart, grijs en wit. Behalve Cynthia. Zij heeft als enige een groen plakkertje op haar rug. Saskia komt achter haar staan. ‘Hoe voelt dat?’, vraagt ze. ‘Niet fijn’, is het antwoord. Cynthia weet niet bij wie ze hoort en voelt zich heen en weer geslingerd tussen klasgenoten. Met de oefening wil Saskia duidelijk maken hoe het voelt om bij een groep te horen en hoe het is als je wordt buitengesloten. Om te benadrukken dat het een oefening is en het vertrouwen te herstellen, sluit ze af met een tiloefening. Cynthia gaat op haar rug liggen en alle klasgenoten verzamelen zich om haar heen. Voorzichtig tillen ze haar op, tot boven hun schouders. ‘Hoe voelt dat?’, vraagt Saskia. ‘Vet hoog!’, roept Cynthia. Als haar klasgenoten haar weer op de grond hebben gelegd, krijgt ze een daverend applaus.

08-05-13 10:17


Maak voorlezen in de klas leuk met de boeken van Schooltv 2013 is het Jaar van het Voorlezen. Onder het motto ‘Wij gaan voorlezen’ worden door het hele land activiteiten georganiseerd. Voorlezen is niet alleen leuk maar vooral ook erg belangrijk voor de taalontwikkeling van het kind, zo blijkt uit diverse onderzoeken. Kinderen die worden voorgelezen hebben een grotere woordenschat, beter taalgevoel en taalbegrip, scoren hoger in andere taaltaken en hebben minder problemen met leren lezen. Voorlezen stimuleert bovendien de ontwikkeling van de sociale en emotionele vaardigheden bij kinderen. Het luisteren naar verhalen verbetert het concentratievermogen, prikkelt de verbeeldingskracht en fantasie en heeft een gunstig effect op het zelf leren lezen. Om voorlezen in de onderbouwklas leuk en leerzaam te maken (en te houden) heeft de Schooltv-webwinkel een uitgebreid assortiment mooie lees- en prentenboeken. Een greep uit de selectie:

Peuters,

Groep 1, 2, 3 en 4

Voorleesarrangementen Moffel, Piertje of Raaf € 24,95

Schooltv biedt in het Jaar van het Voorlezen een speciaal arrangement aan met medewerking van de populaire televisiesterren Moffel, Piertje of Raaf. Met de handpoppen van deze helden wordt het voorlezen nog actiever. Bovendien geeft een handige voorleeswijzer de leukste tips voor op school en thuis om kinderen nog meer bij het verhaal te betrekken. De handpoppen, inclusief voorleeswijzer zijn voor € 24,95 per pop verkrijgbaar (vanaf begin van het schooljaar beschikbaar).

NTR_spreaddef.indd 1

Groep 1 en 2 Ac Nu metie: t kortin 50% g!

Voorleeskoffer Het Zandkasteel € 39, 95 € 19, 95

Lekker voorlezen kan samen in de klas of thuis op de bank. De voorleeskoffer bevat een vijftal prachtige prentenboeken met verhalen waar kinderen van smullen. Naast de boeken bevat de koffer ook een doorgeefboekje voor thuis. Daarin kunnen de voorleesherinneringen van kinderen gebundeld worden. In de koffer zit ook een vingerpoppetje van Koning Koos en voor ieder boek een kaart met voorleestips.

03-05-13 16:34


Koekeloere Moffel en Piertje durven alles € 16,95

De stoere opschepper met het kleine hartje Moffel en zijn hartsvriendinnetje Piertje maken in hun hol en in het bos alledaagse dingen mee waarin iedere kleuter zich herkent. Ze verkopen speelgoed op de rommelmarkt – en kopen het weer terug. Moffel speelt kappertje met de favoriete pop van Piertje. En Arie, hun grote vriend, gaat verhuizen.

Koekeloere Moffel en Piertje € 16,95

Moffel & Piertje beleven samen vele avonturen. Ze gaan kamperen – in de regen. Ze leren fietsen en krijgen de waterpokken. Arie is zijn paaseieren kwijt. Heeft Moffel die soms gevonden?

Bundelprijs: € 33,90 € 25,-

Groep 1 en 2

Koekeloere Moffel en Piertje - Arie is een kunstenaar € 12,50

Moffel en Piertje gaan schilderen. Piertje een fruitmand en Moffel een portret van Piertje. Arie wil als kunstwerk in de lucht een hart van rook maken. Maar dat gaat niet helemaal goed...

Koekeloere Moffel en Piertje - Piertje is jarig € 12,50

Piertje denkt dat hij voor zijn verjaardag een voetbal van Moffel krijgt. Na een dag vol spannende verjaardagsavonturen blijkt de voetbal ‘s avonds helemaal geen voetbal te zijn.

Koekeloere Moffel en Piertje - De kloffel van Moffel € 12,50

Moffel is jaloers. Arie gaat met Piertje spelen en laat Moffel alleen achter. Moffel wil een machine uitvinden waarmee hij Arie weg kan laten vliegen. Maar de kloffel werkt niet helemaal zoals het moet...

Bundelprijs: € 37,50 € 27,50

Groep

Letterdas Lettervos Boekentas Dasje en Vosje gaan naar Zuiderland € 12,95

Dasje en Vosje gaan naar Zuiderland is een leesboek op AVI-E3. Het verhaal gaat over de avonturen die Dasje en Vosje meemaakten toen zij voor het eerst op reis gingen naar Zuiderland en onderweg leerden lezen, schrijven en spelen met woorden.

3 en 4

Letterdas Lettervos Boekentas Dasje en Vosje gaan weer op reis € 12,95

Dasje en Vosje gaan weer op reis is een leesboek op AVI-E3 niveau oplopend tot AVI-E4 niveau. Het verhaal gaat over de avonturen die Dasje en Vosje meemaken. Ze bezoeken op hun reis bijvoorbeeld Andersland, Lijmland, Leenland en tot slot Woordenland.

Bundelprijs: € 25,90 € 17,50

Kijk op NTR_spreaddef.indd 2

schooltv.nl/webwinkel

voor het complete overzicht. 03-05-13 16:35


Merces. laat onderwijs bedrijven www.merces.nl

Zwerfafval Mooi Niet ‘Zwerfafval is bij uitstek een onderwerp dat al in de jongste groepen aan bod kan komen en waaraan de hele school kan meewerken.’ Dat vindt Patricia van Brakel, adjunct directeur van de Koningin Beatrixschool in Culemborg. De school doet al jaren mee met projecten van Nederland Schoon, de stichting die werkt aan een zichtbaar schoner Nederland. ‘Elke drie weken gaat een andere klas de straat op met hesjes, prikkers en vuilniszakken. Dat is elke keer weer een feest’, vertelt Van Brakel. De jongste klassen gaan aan de slag op het schoolplein. ‘Het is belangrijk dat je ze zo jong mogelijk over het onderwerp vertelt. We scheiden actief afval en zowel in de jongere groepen als de oudere gebruiken wij het lespakket Zwerfafval Mooi Niet. Je merkt dat het onderwerp echt gaat leven bij leerlingen als je er actief mee aan de slag gaat. En uiteraard geldt het principe; jong geleerd is oud gedaan!’ www.nederlandschoon.nl

Legendarisch

leuk!

Miljoenen zijn er de laatste dertig jaar al van verkocht; de legendarische rekentrainer Little Professor. En waarom stoppen als iets een bewezen succes is? De Little Professor van Texas Instruments is nog even zo effectief om kinderen op een leuke manier te leren hoofdrekenen. Het apparaat voert geen berekeningen uit, maar geeft de leerling een som gebaseerd op optellen, aftrekken, vermenigvuldigen of delen. De Little Professor controleert vervolgens het resultaat. Een ‘vrolijke’ professor in het venster geeft aan wanneer het antwoord goed is. Na twee foute antwoorden wordt het juiste antwoord gegeven. De professor kent vijf moeilijkheidsniveaus, afzonderlijk in te stellen van zeer eenvoudig (1) tot zeer moeilijk (5). Er zijn meer dan 50.000 voorgeprogrammeerde opgaven. Na elke vijf opdrachten krijg je een terugkoppeling van je score. En als extra beloning krijgt de leerling een ‘ster’ en een ‘glimlach’ voor elk goed antwoord. www.education.ti.com/nederland



Ook de fijne motoriek gaat al snel beter dan je verwacht.

Op PrimaOuders.nl vindt u alle educatieve producten voor thuis. Zowel voor kinderen die een beetje moeite hebben met bepaalde vakken, als voor kinderen die juist wat extra uitdaging kunnen gebruiken. Zo kan een kind thuis op een laagdrempelige manier aan de slag met bijvoorbeeld rekenen, schrijven, techniek of geschiedenis. Als leerkracht weet u natuurlijk als geen ander welke producten een goede aanvulling zijn op de les, dus neem gerust een kijkje en laat ons vooral weten wanneer u ervaring hebt met een bepaald product. PrimaOuders. Want elk kind leert anders.

Alle educatieve producten voor thuis.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.