Onderwijsnl
Voor alle professionals in het onderwijs nummer 3 • april 2013 • www.primaonderwijs.nl • verschijnt 6x per jaar •
Interview met staatssecretaris
Sander Dekker
‘Het idee dat je na je lerarenopleiding bent uitgeleerd, is volledig achterhaald’
&
Lerarenbeurs 2013 • Professionalisering van het onderwijs • Aanpak kindermishandeling • De Koningsspelen • Leren van collega’s • Verschil tussen jongens en meisjes in de klas
CPS Academie
Conferenties en trainingen in 2013 Nationaal Docent Event ‘Lesgeven is topsport’ met Foppe de Haan (voortgezet onderwijs) Veel docenten hebben behoefte aan concrete handvatten om effectiever te worden. Vanuit deze gedachten ontwikkelde CPS een concreet stappenplan op weg naar excellent leraarschap. Want voor het goed omgaan met verschillen in de klas en het maximale uit leerlingen halen, is flink wat training nodig. Lesgeven is daarin net als topsport. CPS biedt u de kans om in één dag een inspirerend trainingsprogramma te volgen dat u helpt om uw persoonlijke effectiviteit te verhogen. 18 april 2013
€ 398,-
www.cps.nl/nationaaldocentevent
Foppe de Haan
Inspiratiemiddag Lesson Study met Makoto Yoshida (basisonderwijs) 14 mei 2013. Een inspirerende kennismaking met het begrip Lesson Study en dé professional op dit gebied: dr. Makoto Yoshida. Deze middag ontdekt u hoe Lesson Study kan bijdragen aan betere resultaten. In vier - interactieve - presentaties krijgt u een goed beeld van de mogelijkheden om als team samen te werken aan verbeterde instructie en leraarsvaardigheden. Uw vragen staan centraal. 14 mei 2013
€ 165,-
www.cps.nl/lessonstudy
Makoto Yoshida
Conferentie ‘Met referentieniveaus naar hogeren opbrengsten’ (voortgezet onderwijs) Wilt u ontdekken waar u staat met betrekking tot de referentieniveaus? Spijker doelgericht uw kennis bij om met de referentieniveaus naar hogere opbrengsten te komen. Makoto Yoshida, grondlegger van Lesson Study in de VS, laat u tot inzicht komen hoe u uw didactisch handelen zo kunt versterken dat het bijdraagt aan de gewenste kwaliteitsslag. In de toepassingsgerichte workshops krijgt u alle handreikingen om de referentieniveaus op een effectieve manier te gebruiken in uw lessen. 15 mei 2013
€ 390,-
www.cps.nl/referentieniveausvo
Makoto Yoshida
Basisvaardigheden voor middenmanagers in het hier en nu In deze tijd van verandering en de steeds luider klinkende roep om kwaliteitsverbetering, maakt een effectieve managementstijl het verschil. De training | ‘Basisvaardigheden voor middenmanagers in het hier en nu’ is een enerverende ontdekkingsreis voor startend of aankomend managementtalent. De te verwerven kennis loopt in de pas met de onderwijsactualiteit en werpt in de eigen schoolpraktijk direct vruchten af. Start op 25 april 2013. 7 dagen
€ 2.500,-
www.cps.nl/basisvaardighedenmiddenmanagers
Kijk voor een compleet overzicht van alle CPS conferenties en trainingen op
Léon Dingemans
www.cps.nl/academie
Inhoud
Onderwijs nl
Voor alle professionals in het onderwijs
23 10
35 Special profesionaliserin
g met:
10 Interview met Staatssecretaris Sander Dekker 14 Lerarenbeurs 2013 22 Registerleraar.nl 24 Van eiland naar WIJland 26 Online masterclasses 28 Leer van je collega’s
Onderwijs nl Met 180.000 lezers het grootste blad voor alle onderwijsprofessionals. PrimaOnderwijs is een uitgave van
Naast het magazine biedt PrimaOnderwijs een tweewekelijkse nieuwsbrief en www.primaonderwijs.nl EDG Media Postbus 40266 3504 AB Utrecht Uitgever Erik Trimp Mediacoördinator Vanessa Pelle vpelle@edg.nl
En verder: 4 Nieuws 8 Draag je steentje bij tegen kinderkanker 31 Doe mee aan de NTR onderwijsprijs 32 Schooltv voor het basisonderwijs 35 Aanpak kindermishandeling 40 Differentiëren is te leren 42 Koningsdagen 44 ABCDETWEE 47 Omgaan met verschillen 52 Schooltv voor het voortgezet onderwijs
Vormgeving Ellen Lennartz, Saskia van Geijlswijk,
Verschijning en verspreiding PrimaOnderwijs verschijnt 6 keer per jaar. Verspreiding via gecontroleerde distributie door EDG Media bij alle basisscholen en scholen in het voortgezet onderwijs in Nederland.
Medewerkers Simone Barneveld, Brigitte Bloem, Anita Drost, Lineke Eerdmans, Mirjam Janssen, Beatrijs de Jong, René Leverink, Hanneke van der Redactie 030-241 70 44 Linden, Erik Ouwerkerk, Marius Roos, redactie@primaonderwijs.nl Manon van Wijnen Sales Mark Hutzezon 030-2417025, mhutzezon@edg.nl
Klantenservice 030-241 70 30 klantenservice@edg.nl Copyright 2013 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, overgenomen of openbaar gemaakt zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. De uitgever is niet aansprakelijk voor enig handelen op grond van de in dit blad gegeven adviezen of gedane mededelingen.
4
Schrijfwedstrijd
‘Meesters- en juffenbijbel’ In 2014 bestaat het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) 200 jaar. Om dat te vieren organiseert het NBG, samen met uitgeefpartner Jongbloed, een schrijfwedstrijd voor alle meesters en juffen en hun leerlingen. Verhalen kunnen tot 1 juni 2013 worden ingezonden. De opdracht: herschrijf een Bijbelverhaal en laat je klas tekeningen bij je verhaal maken. De winnende verhalen worden gebundeld en uitgegeven in een mooi boek, getiteld de ‘Meesters- en juffenbijbel’. Kijk op www.bijbelgenootschap.nl/schrijfwedstrijd voor meer informatie en de te winnen prijzen.
TKMST lanceert gratis open dagen app
Scholierenmagazine TKMST heeft een open dagen app gelanceerd! De app toont alle open dagen in Nederland en biedt handige functionaliteiten zoals direct aanmelden voor een open dag, direct contact met studenten of een instelling en navigatie naar de open dag zelf (te voet, met fiets, ov of auto). Met de app op de telefoon heeft de scholier de informatie en contactgegevens rondom open dagen altijd binnen handbereik. Naast de hoofdfunctionaliteiten kunnen scholieren ook brochures bestellen en vinden zij aanvullende informatie over het opleidingenaanbod van een instelling, de kwaliteitsgegevens en stadsinformatie. Open dagen zijn doorslaggevend voor de studiekeuze, blijkt uit onderzoek door OIG (Onderwijs Innovatie Groep). 83% van de scholieren geeft aan door te willen studeren. 82% zoekt zelf naar informatie over studies waarvan 73% via het bezoeken van een open dag. De app is te downloaden op www.tkmst.nl/ opendagenapp.
NIEUWS 5
Scan deze pagina voor extra's!
Leerlingen helpen onderduikers In april en mei brengt het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen leerlingen uit groep 7 en 8 dichterbij de Tweede Wereldoorlog met het educatieve programma ‘Van bonkaart tot persoonsbewijs’. Leerlingen trekken op verzetstocht door het buitenmuseum en voeren verschillende opdrachten uit. Ze vervalsen onder meer persoonsbewijzen, stelen voedselbonnen en zoeken een veilige plek voor onderduikers. Onderwerpen als schaarste, verduistering en Jodenvervolging leiden tot dilemma’s, waarbij de vraag: Wat zou jij doen?, onherroepelijk naar voren komt. Bij ontvangst in het buitenmuseum krijgen de leerlingen een introductie door de museumdocent. De ‘verzetsleden’ gaan in groepjes op pad. Na afloop ontvangen ze uit handen van de museumdocent een medaille voor bewezen dapperheid en moed. Meer weten? www.zuiderzeemuseum.nl
Nomineer de Leraar van het Jaar 2013? Ook in 2013 wordt de verkiezing Leraar van het Jaar georganiseerd in het kader van de Dag van de Leraar. Welke inspirerende en bijzondere leraar in het basis-, voortgezet, speciaal of middelbaar beroepsonderwijs verdient deze titel? Leerlingen, collega’s, ouders, directie of bestuur van een school kunnen hun kandidaat aanmelden tot en met vrijdag 12 april. De vier winnaars zijn een jaar lang ambassadeur van het onderwijs voor hun sector. Nomineren kan via www.dagvandeleraar.nl
6
Wordt het DraaiTaal of ToverStapels? Schoolsupport biedt twee nieuwe leermiddelen voor extra oefening. Zo verschijnt ToverStapels voor gerichte, uitdagende tafeltraining en DraaiTaal voor de oefening van citowoordenschat. Beide zijn in spelkaartenvorm uitgebracht en kennen gebruiksmomenten in de klas en binnen de RT. DraaiTaal bestaat uit acht kaartensets in spelvorm (van M4, E4 tm E7) en oefent met zinnen de woordenschat. Elke kaartenset bevat 12 spellen van vier kaarten. De leerling draait op een kaart uit vier woorden het juiste woord en leest met vier kaarten naast elkaar het oplossingswoord. Een nuttige drieminuten oefenvorm. ToverStapels bestaat uit tien kaartensets. Elke kaartenset bevat vier spellen van 13 kaarten. Deze oefenen drie tafels (bijvoorbeeld de tafels 4,5 en 8) door elkaar. Elke tafel wordt gevisualiseerd volgens twee methoden: vanuit herhaald optellen én vanuit 3x4 = 4 x3. Daar is goed over nagedacht. Leerlingen starten in groep 4 en 5 met de ene methode en automatiseren in groep 6 tot 8 met de andere methode, zonder te vergeten wat ze automatiseren. Beide spellen zijn zelfcontrolerend en als ib/rt sets verkrijgbaar. www.schoolsupport.nl.
[advertentie]
Help de Syrische kinderen!
Honderdduizenden kinderen zijn inmiddels slachtoffer van de bloedige burgeroorlog in Syrië. Een deel van deze kinderen is met of zonder familie op de vlucht geslagen en heeft, soms ook buiten Syrië, een onderkomen gevonden. Maar het ontbreekt vaak aan water en sanitaire voorzieningen, wat zorgt voor slechte hygiënische omstandigheden en dus ziektes tot gevolg heeft. Hulp is dringend nodig. Door donaties kan Unicef deze kinderen voorzien van kleding, gezondheidspakketten, vaccinaties, onderwijs en psychosociale hulp. Doneren kan via www.unicef.nl.
Gratisen! probreeern gratis
Sticky Stuff voor school
Educatief een klaslokaal organiseren wordt wel heel Ga voo set naar: makkelijk met dit assortiment proef ery.eu/ v van A4-bedrukbare vellen en .a www ation educ whiteboardfolies. Opgeruimd en georganiseerd in een handomdraai!
Draag e steent e bi tegen kinderkanker
Lever statiegeldflessen in en bouw mee aan het Prinses Mรกxima Centrum Op dit moment geneest 75% van de kinderen met kanker. Dat is natuurlijk best veel, maar het is niet genoeg. We moeten naar 95%. Vandaar dat wij een speciaal kinderkankercentrum willen bouwen: het Prinses Mรกxima Centrum. Ook jullie kunnen hier een steentje aan bijdragen. Door met de klas of de hele school mee te doen aan de speciale flessenactie. Met deze actie kunnen de leerlingen flessen inleveren bij bijna alle supermarkten in Nederland en komt het statiegeld ten goede aan de bouw van het centrum. Op www.kikabouw.nl lees je alles over deze acties, over de bouwplaatjes die de leerlingen kunnen verdienen en de bijzondere prijzen waarop zij kans maken.
Prima extra 9
‘ In het Prinses Máxima Centrum werken de beste van de besten’ ‘Het is goed dat kankerpatiëntjes, specialisten en onderzoekers in één landelijk centrum worden geconcentreerd. Zo krijgen kinderen de beste zorg.’ Genezen kankerpatiënt Roy Looman (18) weet het zeker: het Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie is hard nodig. Scholen kunnen hun steentje eraan bijdragen. tekst Mirjam Janssen BEELD KiKa
D
Drie jaar geleden ontdekte Roy een bult in zijn nek. Het bleek lymfeklierkanker. Zijn leven stond op zijn kop. ‘Ik kon niet meer voetballen en moest mijn bijbaantje als vakkenvuller opgeven,’ vertelt hij. ‘Naar school kon ik nog wel, maar veel minder. Acht maanden lang had ik om de twee weken een chemokuur, waar ik vijf dagen ziek van was. In de negen dagen dat ik me beter voelde, probeerde ik alles in te halen van school en natuurlijk ook lol te maken. Ik zat in 5 vwo en wilde heel graag over naar de volgende klas.’ In die tijd merkte hij hoe belangrijk een goede behandeling is. ‘Ik moest ervoor van Leiden naar Rotterdam reizen. Als het Prinses Máxima Centrum er is zullen sommige kinderen verder moeten reizen, maar dat lijkt me niet echt een punt als je daardoor een grotere kans op genezing maakt. Als alle specialisten en onderzoekers op één plek zitten, is de kans op de beste behandeling groter. ‘ Met Roy gaat het inmiddels prima. De kuur sloeg al snel aan. Nog geen jaar na het begin van de kuur kreeg hij het verlossende telefoontje dat hij ‘schoon’ was. Hij mocht over naar de zesde. Toch besloot hij het schooljaar over te doen, omdat hij beter voorbereid wilde zijn op het eindexamen. Inmiddels zit hij in 6 vwo en werkt en voetbalt weer. Bovendien haalt hij prachtige cijfers. ‘Cijfers waarmee je geneeskunde
Scholen voeren actie tegen kanker! Kinderoncologen en ouderorganisaties willen de genezingskans van kinderen met kanker verhogen van 75 naar 95 procent. Dat kan alleen als specialisten hun kennis bundelen. Daarom gaat binnen drie jaar in Utrecht het Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie open. Voortaan kunnen alle kinderen met kanker daar worden behandeld. Voor de bouw van het centrum is nog veel geld nodig. Scholen kunnen meehelpen door plastic flessen in te leveren bij de supermarkt en ‘steentjes’ te kopen van de opbrengst. Bijna alle supermarkten in Nederland stellen tot begin mei hun emballageapparaten daarvoor beschikbaar. Maar scholen kunnen natuurlijk ook zelf een actie bedenken om geld in te zamelen, bijvoorbeeld door een sponsorloop te organiseren of massaal cupcakes te bakken. Zie voor meer actieplannen www.kikabouw.nl.
kunt gaan studeren,’ zegt hij trots. ‘Ik wil oncoloog worden en kinderen dezelfde toekomst bieden als mij is geboden. Mijn opleiding wil ik volgen in het Prinses Máxima Centrum, want daar komen de beste van de besten te werken. Maar ik kan daar alleen aan de slag als anderen mij helpen. Er is nog veel geld nodig. Dus scholen: doe mee met de flessenactie!’
10
Staatssecretaris Sander Dekker:
‘Professionalisering
moet iets zijn van de school, van het team’ Een klein halfjaar zit Staatssecretaris Sander Dekker op zijn post bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De hoogste tijd voor een gesprek met PrimaOnderwijs. En waar kan dat anders over gaan dan over professionalisering. ‘Het gesprek van de dag’, zo ervaart de staatssecretaris, ‘en dat is maar goed ook.’ tekst Brigitte Bloem
D
‘De school is een lerende omgeving. Dé plek waar onze kinderen ontdekken en zich ontwikkelen, op weg naar volwassenheid. Zo’n lerende omgeving functioneert alleen optimaal’, vindt Dekker, ‘als degenen die voor de klas staan op dezelfde manier in het leven staan. Ook vóór de klas ben je nooit uitgeleerd. Die gedachte vat gelukkig steeds meer post. Leraren moeten de ruimte krijgen om zichzelf verder te professionaliseren, maar ze moeten vooral ook zelf hun verantwoordelijkheid daarin nemen.’
Actieplannen Het onderwijs liep, bijvoorbeeld op onderdelen van personeelsbeleid, behoorlijk achter bij andere sectoren, zo werd in Den Haag geconstateerd. Jaarlijkse functionerings- en beoordelingsgesprekken behoorden tot voor kort lang niet in alle scholen bij de reguliere gang van zaken. Hetzelfde gold voor het onderhouden van de individuele bekwaamheden, de bij- en nascholing. Dekker: ‘Het idee dat je, na afronding van je lerarenopleiding, uitgeleerd bent is natuurlijk volledig achterhaald. Gelukkig komt er op de scholen een steeds sterker HRM-kwaliteitsbeleid, waarbij vastomlijnde afspraken worden gemaakt.’ Ook het vorige kabinet had hier al aandacht voor. Het
actieplan Leraar 2020 beschrijft hoe de professionele kwaliteit van leerkrachten en schoolleiders verbeterd kan worden, zodat de onderwijskwaliteit toeneemt. In dit plan staan de concrete doelen voor de komende jaren en de langetermijnvisie tot 2020. Zaken zoals het versterken van de functiemix en de Lerarenbeurs worden erin genoemd. Ook komt de kwaliteitsverbetering van de lerarenopleidingen en de begeleiding van jonge leerkrachten aan de orde. Gekoppeld aan dit actieplan verscheen in 2011 voor het po het Actieplan ‘Basis voor Presteren’, voor het vo zag ‘Beter Presteren’ het licht, waarbij ook veel aandacht is voor professionalisering in het onderwijs. Voor beide plannen vervult het kabinet een regierol.
Lerarenbeurs ‘Er is veel in gang gezet’, licht de staatssecretaris de stand van zaken rondom professionalisering toe. ‘Dat moeten we volhouden en verder uitbouwen. Neem de functiemix. Ook voor de klas kun je doorgroeien en kan er verschil worden aangebracht in salariëring, al naar gelang de prestaties en kwaliteit. We zijn gestart met de Lerarenbeurs. Hiermee stellen we leraren in staat om een sprong in hun ontwikkeling te maken.’ De Lerarenbeurs blijkt een succesvolle maatregel te zijn,
interview 11
De Lerarenbeurs is een succesvolle maatregel, waar ontzettend veel animo voor is
Ik schrik regelmatig als ik constateer dat er niet veel is veranderd ten opzichte van 25 jaar geleden, toen ik zelf op school zat waar ontzettend veel animo voor is. Sinds de invoering van de beurs in 2008 zijn al ruim 33.000 beurzen toegekend. Dit jaar kunnen er weer 8.100 beurzen toegekend worden. Dekker vindt het de perfecte manier om je als leraar te ontwikkelen. ‘Je kunt bijvoorbeeld een masteropleiding doen. Een opleiding van een bepaald niveau met een bepaalde zwaarte. Het is geen garantie voor goed leraarschap, maar het kan leraren wel verrijken en hen net die kennis en vaardigheden geven, waardoor ze hun vak beter kunnen uitoefenen. En niet alleen verrijkt het de individuele leraar. Ik sprak laatst een directeur van een school, waar twee leraren bezig waren met een masteropleiding. Zij vertelde me dat nu twee leraren een studie volgen de gesprekken in de lerarenkamer opeens veel inhoudelijker zijn geworden. Zo zie je dat dit soort ontwikkelingen op een heel team effect heeft.’
Maatwerk Dekker vervolgt: ‘We willen toe naar verbetering van ons onderwijs door het leveren van meer maatwerk
in de klas. Als leraren door de kennis die ze opdoen in bijvoorbeeld een masteropleiding, beter in staat zijn om de vorderingen en leerresultaten van hun individuele leerlingen goed te analyseren en systematisch bij kunnen houden, is dat essentieel voor het op maat aanbieden van lesstof en begeleiding.’ Een boodschap van de staatssecretaris, die daarbij aansluit is: ‘Verdeel de kennis. Kies, met het oog op Passend Onderwijs, welke leraren zich verder bekwamen in bepaalde vaardigheden. Niet je hele lerarencorps hoeft specialistische kennis te hebben van bijvoorbeeld dyslexie of van het autistisch spectrum. Dat geldt ook voor ict-kennis. Zorg ervoor dat een aantal leraren veel kennis heeft. Zij kunnen hun collega’s ondersteunen. Het gesprek over professionalisering moet zich daarom ook niet beperken tot de leraar als individu. Professionalisering moet iets zijn van de school, van het team. Pas wanneer op alle lagen dezelfde ontwikkeling wordt nagestreefd, ontstaat een lerende organisatie met een duurzame verbetercultuur.’
interview 13 Kansen onbenut We doen het goed, maar niet goed genoeg, naar de mening van de staatssecretaris. ‘Ik zie nog voldoende kansen die we onbenut laten. We horen tot de absolute wereldtop als we kijken naar hoe de scholen hun uiterste best doen om onze kwetsbare leerlingen niet door het ijs te laten zaken. We weten deze leerlingen binnenboord te houden en naar een diploma te leiden. Dat is veel waard. Met een diploma is in onze samenleving de kans van slagen immers vele malen groter dan zonder. De inzet en energie die we daarin steken, is het dubbel en dwars waard. Aan de bovenkant laten we echter kansen onbenut. Als we kijken naar onze prestaties met betrekking tot de bovengemiddelde leerlingen bungelen we onderaan de subtop. Dat is doodzonde. In alle schooltypen bieden we de leerlingen die misschien wel negens en tienen kunnen halen en bijzonder talentvol zijn, onvoldoende begeleiding en uitdagingen. Als we het hebben over passend onderwijs, dan geldt dat voor álle leerlingen. Daar zie ik dus duidelijk kansen die leraren moeten gaan benutten. Ook daar gaat het om bij professionalisering.’
Onvoldoende basisvaardigheden Dekker: ‘Het begint ermee dat je als leraar goed in staat moet zijn om in je klas die verschillende begeleiding te bieden. Je moet beschikken over de kennis en vaardigheden om je vak op maat aan te bieden en dus meerdere ballen tegelijkertijd in de lucht te houden. Voor een deel zit daarom die professionaliseringsslag die we willen maken in de algemene vaardigheden van leraren. Als ik kijk naar ‘De staat van het onderwijs’, de jaarlijkse inventarisatie van de Onderwijsinspectie, dan maak ik me de meeste zorgen om de vijftien tot twintig procent van de leraren waarvan de inspectie zegt dat ze onvoldoende beschikken over de basisvaardigheden om goed les te geven. Hoe we het zover hebben laten komen? Dat is een heel goede vraag. Ook dat hoort bij professionalisering. De ruimte krijgen om je te bekwamen, jezelf verder te ontwikkelen en bij te scholen.’ Bij professionalisering hoort ook dat schoolleiders knopen durven doorhakken, vindt de staatssecretaris. ‘Van mensen die voor de klas absoluut niet uit de verf komen en de kans hebben gekregen om te werken aan
hun kennis en kunde, moet op een gegeven moment afscheid worden genomen. Dat is in het verleden te vaak niet gebeurd. We hebben niet voor niets recent dertig miljoen euro per jaar uitgetrokken om schoolleiders de mogelijkheid te geven om zichzelf verder te professionaliseren. Dat is op jaarbasis €2.000 per schoolleider om zich te bekwamen in bijvoorbeeld personele en financiële managementvaardigheden. Een goede en ervaren leerkracht is niet automatisch een goede schooldirecteur. Het helpt heel erg als je een schoolleider hebt, die voor de verbindingen zorgt. Die de leraren in staat stelt om zich te bekwamen. Een schoolleider die het constructieve gesprek aanjaagt waar de school naartoe wil, hoe de lat hoger gelegd kan worden. Iemand die de individuele gesprekken met de leraren aangaat over wat er goed gaat en wat beter kan en daar vervolgens ook een plan aan verbindt hoe die verbetering bereikt wordt.’
Doorn in het oog Op het gebied van professionalisering, in combinatie met ict ziet de staatssecretaris grote verschillen tussen scholen. ‘Ik zie scholen waar heel innovatief met de nieuwste middelen het onderwijs wordt verzorgd, maar ik kom ook op scholen waar dat helemaal niet het geval is. Sterker nog, ik schrik regelmatig als ik constateer dat er niet veel is veranderd ten opzichte van 25 jaar geleden, toen ik zelf op school zat. De afdankertjes in het onderwijs zijn mij een doorn in het oog. De schoen wringt op twee punten. Hoe zorgen we ervoor dat er voldoende geld is om in het onderwijs met professionele, moderne middelen te werken? Minstens zo relevant is dat de leraar het leuk vindt om ermee te werken, weet hoe de middelen kunnen worden ingezet en er de voordelen van ziet. De combinatie van beide punten maakt dat we in het onderwijs achterlopen, terwijl kinderen thuis doorgaans van alle gemakken voorzien zijn. Ik zou tegen scholen willen zeggen: gebruik ook daar je professionaliseringsbudgetten voor.’
Leuker beroep De aandacht van de staatssecretaris gaat nu vooral uit naar het tempo dat erin gehouden moet worden en het streven om de professionalisering te laten aanslaan in het gehele po en vo. ‘Ik wil dat scholen met hun hele team het gesprek aangaan over waar ze als school naartoe willen. Hoe zorgen we ervoor dat we beter worden? Aan welke punten gaan we werken? Hoe gaan we dat doen? Wie doet wat? Kritisch naar elkaar zijn, elkaar coachen, elkaar helpen. Dat is niet alleen belangrijk voor de kwaliteit van het onderwijs, maar het maakt het beroep van leraar ook nog eens veel leuker.’
14
De Lerarenbeurs. Be
Door gebruik te maken van de Lerarenbeurs verhoog je als docent je professionele niveau. Hierdoor verbeteren je lessen, word je breder inzetbaar en draag je bij aan een hogere kwaliteit van het onderwijs. Daar hebben ook je leerlingen profijt van.
Prima extra 15
Beter voor de klas!
16
De Lerarenbeurs
G
tekst Lineke Eerdmans Foto’s Marius Roos
Goede leraren zijn bepalend voor goed onderwijs. Daarom blijft het ministerie van OCW investeren in de professionele ontwikkeling van leraren door onder meer het beschikbaar stellen van de Lerarenbeurs. Iedere bevoegde leraar in het po, vo, mbo en hbo kan deze beurs inzetten voor een bachelor- of masterstudie. Sinds de invoering van de Lerarenbeurs in 2008 zijn al 33.000 beurzen toegekend. In PrimaOnderwijs alle ins & outs over de Lerarenbeurs én interviews met leraren over wat de beurs hen heeft opgeleverd.
Hoe werkt het? Je neemt zelf het initiatief. Je bedenkt welke opleiding je wilt volgen. Je bespreekt dit met je werkgever en vraagt via de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) een beurs aan. DUO bekijkt of je aanvraag op tijd is en aan de voorwaarden voldoet. Iedere docent heeft eenmalig recht op deze beurs en kan met de beurs een bachelor- of masteropleiding volgen. De beurs is tweeledig: als je een opleiding volgt, krijg je een financiële vergoeding voor collegegeld en je werkgever kan een vergoeding krijgen om een vervanger aan te stellen. Door gebruik te maken van de beurs verhoog je als docent je professionele niveau. Hierdoor verbeteren je lessen, word je breder inzetbaar en draag je bij aan een hogere kwaliteit van het onderwijs. Daar hebben ook je leerlingen profijt van. Ook de loopbaanmogelijkheden binnen de school waar je werkt kunnen hierdoor worden verruimd.
Budget en vergoeding In 2013 is er in totaal 61 miljoen euro beschikbaar voor de Lerarenbeurs. Dit zijn ruim 8.100 beurzen. Elke leraar kan maximaal zevenduizend euro per jaar ontvangen om collegegeld te betalen en maximaal zevenhonderd euro voor studie- en reiskosten. Voor de aanvraagtermijn in 2013 is er sprake van een verhoging van het budget voor de Lerarenbeurs, voor het vo met 4 miljoen euro (= circa 500 beurzen extra) en hbo met 14 miljoen euro (= circa 1.800 beurzen extra). Deze aanvullende bedragen zijn deel van het totaalbedrag van 61 miljoen. In 2009 is de zij-instroomsubsidie voor het vo en mbo aan de Regeling Lerarenbeurs toegevoegd. Het betreft een subsidie van maximaal 20.000 euro voor werkgevers, voor het opleiden en begeleiden van zijinstromers. Vanaf 2013 kunnen ook werkgevers in het po zij-instroomsubsidie aanvragen.
Belangrijke wijzigingen in de Lerarenbeurs vanaf 2013: • D e Lerarenbeurs is nu ook toegankelijk voor ambulant begeleiders • D e toelatingseisen voor invalkrachten zijn verruimd • E r is meer budget beschikbaar voor de sectoren voortgezet onderwijs en hbo. Vraag ook een beurs aan! De nieuwe aanvraagtermijn loopt van 1 april tot en met 15 mei 2013. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Voor meer informatie ga naar www.duo.nl. Hier kun je ook het aanvraagformulier downloaden.
Promotiebeurs Naast een Lerarenbeurs is er sinds 2011 ook een Promotiebeurs. Met de Promotiebeurs stelt OCW bevoegde leraren in staat te promoveren. Een groter aantal gepromoveerde leraren voor de klas verhoogt de kwaliteit van het onderwijs en versterkt de aansluiting tussen scholen en universiteiten. Hoe werkt het? Met de Promotiebeurs stelt OCW bevoegde leraren in staat om met doorbetaling van loon (dus onder werktijd) een promotieonderzoek te doen, dat uitmondt in een proefschrift. De werkgever van de leraar krijgt subsidie om gedurende vier jaar de leraar voor maximaal 0,4 fte vrij te stellen. Bedrag Er is een bedrag beschikbaar van 4,5 miljoen euro per jaar. Dat is goed voor circa 33 promotietrajecten. In 2013 en 2014 zijn nog eens 17 beurzen extra beschikbaar voor leraren in het hbo. Het doel is een sterkere verbinding te krijgen van de hbo-sector met onderzoek. De Promotiebeurs wordt uitgevoerd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), in opdracht van het ministerie van OCW.
Meer informatie vind je op www.nwo.nl/leraren
Prima extra 17
‘Met alle onderwijsvernieuwingen is het heel belangrijk dat werkende mensen zich blijven ontwikkelen’ Saskia Klein werkt drie dagen per week op een basisschool en één dag per week als ambulant gedragsspecialist. Ze wilde altijd al verder kijken dan het lesgeven. ‘De Lerarenbeurs heeft de stap om te studeren versneld. Ik hoefde niet meer te sparen en mijn werkgever kon gebruik maken van compensatie, zodat ik een middag vrij was per week.’ ‘Met een pabo-diploma kun je niet veel anders dan lesgeven en ik wilde een stapje verder, dus koos ik voor Pedagogiek aan de Hogeschool Utrecht. De opleiding is zo breed dat je ook breed georiënteerd raakt en dat spreekt me aan, alles ligt open. Ik vond de studie ontzettend leuk en ben nu in gesprek met mijn leidinggevende om nog een opleiding te gaan doen. Ik heb de ambitie om directeur te worden, of teamleider. Tijdens mijn studie liep ik stage op de pabo en begeleidde ik studenten. Lesgeven in het hbo trekt me heel erg, maar het omgaan met ouders van leerlingen vind ik ook nog steeds uitdagend. Bij ons op school heb ik contact met kinderen uit verschillende milieus. Tijdens de opleiding heb ik ge-
leerd om meer te kijken naar wat goed gaat en welke mogelijkheden er zijn. Ik heb nu de tools om zonder vooroordelen situaties te bespreken met ouders. Met de onderwijsvernieuwingen is het heel belangrijk dat werkende mensen zich blijven ontwikkelen. Hoe gemotiveerd je ook bent, je roest toch vast in bepaalde gewoontes. Een studie brengt nieuwe perspectieven en een ruimer blikveld. Ik roep nu niet gelijk ‘de druk is te hoog’, maar denk: hoe kunnen we dit het beste doen? Dat geeft rust, ik ervaar de druk van bovenaf minder. Ik heb al een collega aangestoken met mijn enthousiasme. Ik heb haar gestimuleerd de Lerarenbeurs aan te vragen en ze is dit jaar gestart met een studie.’
18
‘Ik heb de transfer gemaakt van onbewust naar bewust bekwaam’ Walter Smet staat voor de internationale schakelklas (ISK) in Utrecht, voor nieuwkomers in Nederland in de leeftijd van 12-19 jaar. Dit jaar studeert hij af aan de Universiteit Utrecht in het vak filosofie. ‘Ik ging studeren omdat ik de bevoegdheid nodig had, maar het heeft me veel meer gebracht dan dat. ‘Ik had een didactische bevoegdheid voor het mbo en werkte veel met niveau-1 leerlingen, onder andere in de experimentele fase van het competentiegerichte onderwijs. Daar hebben de ISK-leerlingen mijn hart gestolen. Er zitten kinderen van expats bij, maar ook vluchtelingen. Er kwam een baan vrij op ISK Utrecht. Toen na een jaar bleek dat ik geen bevoegdheid had, kwam ik formeel in de problemen. In eerste instantie was ik gepikeerd. Ik ben universitair opgeleid en heb twaalf jaar ervaring. Maar het heeft me inhoudelijk ontzettend geholpen. Ik merk dat ik een enorme transfer doormaak, van onbewust naar bewust bekwaam.
Zowel in mijn pedagogische houding als mijn didactiek. Het heeft me een betere docent gemaakt. Ik heb een meer analytische kijk en werk minder vanuit routine. Met de werkvormen die ik kreeg aangereikt in de studie werkte ik vaak al, maar ik kijk er nu bewuster naar. Ik heb veel stukken geschreven over vernieuwing in het onderwijs. Toen het nieuwe leren op kwam, stond ik daar midden in. Nu zie ik een tendens naar de andere kant en dat intrigeert me. Er moet een goed midden gevonden worden. Reflecteren op het onderwijs vind ik leuk, dat zal te maken hebben met mijn filosofieachtergrond.’
Prima extra 19
‘Je wordt uit je comfort zone gehaald, dat is verrijkend’ Berry Brand merkte dat binnen REC Midden-Brabant te weinig kennis was als het ging om hulpvragen rondom hoogbegaafdheid. Hij besloot te gaan studeren: de master Special Educational Needs, Specialist Hoogbegaafdheid. ‘Dat ik die expertise nu in huis heb, werkt als een olievlek.’ ‘Als ambulant begeleider in cluster 4, ben ik bekend met aan autisme gerelateerde problematieken en ADHD. Dankzij mijn studie heb ik een meer directe invloed op de leerling zelf en richting het onderwijsveld en de ouders. Ik heb inzicht in de problematieken rondom hoogbegaafdheid, in de ontwikkelbehoeften van de leerlingen en ben didactisch sterker geworden. Kennis over het samengaan van autisme/ADHD en hoogbegaafdheid heeft me verrijkt. De opleiding heeft me geleerd beter af te stemmen op het gewenste onderwijs. Mijn expertise heeft een olievlekwerking binnen de organisatie. Ik ben gevraagd een cursus op te zetten voor collega’s en geef presentaties op scholen, zowel in po als vo. Als student ben ik twee jaar lang uit mijn comfort zone gehaald. Het is verfrissend om niet alleen op routine en ervaring je werk te doen. Ik heb nog steeds contact met medestudenten en we wisselen informatie uit. Dat is weer die olievlekwerking. Het hele onderwijs doet hier zijn voordeel mee. Vooral de doelgroep is daarmee geholpen: de kinderen. Daar gaat het uiteindelijk om!’ ‘
‘De Lerarenbeurs is een voorrecht‘ Esther Lucassen koos heel bewust voor de opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in wiskunde. ‘Het vak wiskunde kwam op mijn pad en ik wilde me erin specialiseren.’ ‘Ik heb tien jaar lang in het speciaal onderwijs gewerkt. Om meer specifiek met wiskunde bezig te zijn, wilde ik de stap maken naar regulier onderwijs. Toen ik werd aangenomen op het Dorenweerd College in Doorwerth, ben ik gelijk gaan studeren. Het behalen van de bevoegdheid was een vereiste. De personeelsfunctionaris vertelde over de Lerarenbeurs. Dat ik werd begeleid vanuit de hogeschool, heeft ervoor gezorgd dat ik inhoudelijk beter ben gaan lesgeven en meer orde en overzicht heb. Ook het feit dat ik werd gefilmd, heeft gezorgd voor die verbetering. Wiskundig gezien heb ik veel bijgeleerd. Ik weet beter naar welk niveau de leerlingen gebracht moeten worden. Ik stel ook betere eisen aan de toetsen die ik geef en ik vraag feedback aan collega’s uit de bovenbouw. Als ik weet wat zij van leerlingen verwachten, kan ik hen daar beter op voorbereiden. De twee dingen waar ik het meest in gegroeid ben zijn mijn gevoel van rust en zekerheid in de klas . Dat komt door kennis en ervaring die ik voorheen weleens miste. De Lerarenbeurs was een stimulans om de studie binnen drie jaar af te ronden, anders moest ik het zelf betalen. Het is een voorrecht dat leraren hier gebruik van mogen maken!’
ga jij voor je master of eduCation? Ben je docent en wil je je eerstegraads bevoegdheid halen? Of wil je je visie verbreden en je professionaliteit verder ontwikkelen? Kies dan voor een masteropleiding op jouw vakgebied* of voor de masteropleiding Pedagogiek met specialisatie Leren en Innoveren of Onderwijs en Zorgarrangementen. Met je masterdiploma kun je binnen je school in verschillende rollen bijdragen aan kwaliteit van het onderwijs en onderwijsontwikkeling. Kom naar de open avond op 9 of 23 april a.s. of meld je direct aan voor een intakegesprek via mastereducation@hva.nl. Meer informatie over de opleidingen vind je op www.hva.nl/mastereducation. *Algemene Economie, Engels, Frans, Geschiedenis, Nederlands, Wiskunde
Creating tomorrow
Hva onderwijs en opvoeding
7343
Ik zoek een...
juf/meester! Voor รกlle vacatures in het primair onderwijs! www.Onderwijsvacaturebank.nl
7343 DIE adv OVB4 192x142.indd 1
31-07-12 12:22
PRIMA EXTRA
Masters
als vliegwiel voor schoolontwikkeling
P
Professionalisering in het onderwijs staat hoog op de agenda, gezien het Bestuursakkoord en het recente advies van de Onderwijsraad. Steeds meer docenten en schoolleiders volgen een masteropleiding en krijgen hiervoor een lerarenbeurs. Voor de eigen ontwikkeling, maar ook om het onderwijs van de gehele school op een hoger niveau te brengen. Arno van Rijs en Annette Valkengoed, inmiddels afgestudeerd als Master of Education en Master in Educational Leadership, delen hun ervaringen.
Arno van Rijs, docent VO, deelnemer Master Professioneel Meesterschap “Wanneer leert een leerling en wat past bij hem of haar? Doen we het als school op een goede manier, doe ik het als docent wel goed? Wanneer zijn leerlingen echt gemotiveerd om te leren? Met deze vragen begon ik met de tweejarige master Professioneel Meesterschap, naast mijn lesgevende taak als docent natuur- en scheikunde. De master heeft mij geholpen breder en dieper inzicht te krijgen in welke vakdidactische, onderwijskundige en pedagogische factoren ik in kan zetten, en waarom. Daarnaast ben ik veel beter betrokken geraakt bij de onderwijskundige processen op school. Zo denk ik mee over het beleid in de school om het onderwijs voor leerlingen aantrekkelijk te maken. Op dit moment daag ik mijn leerlingen extra uit met Onderzoek & Ontwerp, Science en plusprojecten. Ik wil dat zij tevreden naar huis gaan. Want de vraag blijft: wat leveren al onze inspanningen daadwerkelijk op voor de leerling?”
Annette van Valkengoed, schoolleider PO, deelnemer Master Integraal Leiderschap “Wat mij aanspreekt in de Master Integraal Leiderschap is de driedeling erin: werken aan een onderzoeksmatige cultuur op school, zelf praktijkonderzoek doen en reflectie op processen en op het eigen leren. Juist die combinatie maakt het leren voor mij krachtig en betekenisvol. Mijn drive in mijn werk is om anderen te laten groeien, om daardoor zelf te groeien en me verder te ontwikkelen. Ik wil me richten op de processen, de dynamiek, denken en kijken naar verbanden, naar stabiliserende processen en stroomversnellers, naar energiegevers. De opleiding van CNA heeft mij geholpen om mijn rol effectiever te vervullen. Het belangrijkste wat ik geleerd heb is dat ik mijn sturingsacties kan uitstellen, door preciezer te kijken. Door mezelf vragen te stellen, gebruik te maken van beschikbare kennis, en door onderzoek te doen als dat nodig is.”
Over de masters De Master Professioneel Meesterschap en de Master Integraal Leiderschap worden aangeboden door het Centrum voor Nascholing, het nascholingsinstituut van de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam. De masters zijn NVAO-geaccrediteerd en komen in aanmerking voor de lerarenbeurs. Start: september 2013 Studiebelasting: 60 ECTS in 2 jaar www.centrumvoornascholing.nl/masters
18
Registerleraar.nl: Sinds 2012 hebben leraren een eigen register: Registerleraar.nl. Dit is een register van, voor en door leraren in het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. In het register kun je bijhouden wat je doet aan professionele ontwikkeling. Door je in te schrijven laat je zien dat je voldoet aan de eisen die worden gesteld aan de professionele ontwikkeling van leraren en dat je het belang hiervan onderschrijft.
L
Leerlingen, ouders, collega’s en schoolleiding kunnen vertrouwen op de kwaliteit van een registerleraar. Bij andere beroepsgroepen zoals artsen, verpleegkundigen en advocaten, blijkt een register de kwaliteit ten goede te komen en statusverhogend te werken. De eisen die binnen het register worden gesteld zijn door leraren zelf ontwikkeld en gebaseerd op de bekwaamheidseisen, en dus erkend door politiek en werkgevers. Het register maakt zichtbaar dat leraren aan die eisen voldoen, zeggenschap uitoefenen over hun eigen ontwikkeling en samen ook zorgen voor de kwaliteit hiervan. Door te laten zien dat je een professional bent, krijg je meer ruimte om je vak uit te oefenen en groeit de erkenning voor de beroepsgroep.
Professionalisering 23 Registratie maakt duidelijk wat je nodig hebt om een professional te zijn. Bovendien kun je in gesprek met je werkgever laten zien wat nodig is om registerleraar te zijn en blijven. Behalve bijhouden wat je doet aan professionele ontwikkeling kun je ook je waardering voor deze activiteiten delen. Hierdoor wordt duidelijk welke vormen van professionele ontwikkeling belangrijk zijn voor een leraar. Door het geven van waardering zal het aanbod op de lange termijn kwalitatief beter worden.
Zo werkt het Op de site registerleraar.nl vraag je een dossier aan. Je voert je persoonsgegevens in, een verklaring van bevoegdheid en je huidige en eventuele vroegere werkverband(en). Deze gegevens worden vervolgens gecontroleerd en na goedkeuring ben je zichtbaar als registerleraar. In dit dossier houd je bij wat je doet aan professionele ontwikkeling. In vier jaar tijd moet een registerleraar hier tenminste 160 uur aan besteden. Je beheert zelf alle informatie. Registercommissies – die bestaan uit leraren – beoordelen of en zo ja, voor hoeveel punten een cursus of activiteit meetelt. Iedereen kan op www.registerleraar.nl zien of een leraar geregistreerd is. Het is mogelijk om te zoeken op de naam van de leraar, de naam van de school en de plaatsnaam van de school. Verdere informatie is niet toegankelijk voor publiek. Informatie in je dossier is wel zichtbaar te maken voor personen binnen school die daartoe zijn geautoriseerd. Ook personen en instellingen die scholing en andere vormen van professionalisering voor leraren aanbieden kunnen zich aanmelden bij het register. De registercommissies beoordelen en waarderen dit aanbod en nemen het goedgekeurde en gewaardeerde aanbod op in een overzicht dat je met één muisklik kunt importeren in je dossier. Er zijn drie registercommissies: voor het po (inclusief speciaal onderwijs), vo en mbo. Deze commissies worden bijgestaan door subcommissies met gespecialiseerde kennis van een bepaald type onderwijs. Zo zijn er voor het voortgezet onderwijs subcommissies voor de schoolvakken.
Ontwikkeling In 2013 worden steeds meer functionaliteiten aan het register toegevoegd die de verbinding en kennisuitwisseling tussen scholen, leraren, opleidingsinstituten en de commissies stimuleren. Dit kunnen nieuwsgroepen, enquêtes, resultaten van onderzoek en informatie over bijeenkomsten zijn. Omdat het register in opbouw is, werkt het met een voorlopig reglement. Op basis van de gebruikservaringen en de inbreng van registerleraren wordt het reglement in 2013 verder ontwikkeld. Zowel de criteria voor registratie en herregistratie als de reglementen en procedures en de technische voorzien-
ingen worden voortdurend geëvalueerd en indien nodig verbeterd. De stem van de registerleraren legt daarbij veel gewicht in de schaal.
Hoe zijn leraren betrokken? Projecten binnen de sectoren po, vo en mbo moeten laten zien hoe het register bevalt in de praktijk. Voor leraren staat de professionele ontwikkeling en het onderhouden van de bekwaamheid centraal, voor de onderwijsinstellingen is het van belang uit te zoeken hoe het register betekenisvol kan zijn voor het personeelsbeleid van de instellingen. De projectresultaten worden gebruikt om registerleraar.nl verder te ontwikkelen en het gebruik ervan door leraren en binnen instellingen vorm te geven. Vrijwel alle werkzaamheden achter de schermen die met het waarborgen van de kwaliteit van professionele ontwikkeling te maken hebben, worden door leraren uitgevoerd. Bij dit werk spelen de registercommissies een centrale rol. Daarnaast worden lerarenteams als ambassadeurs ingezet om het register bij collega’s en in scholen te introduceren. Aanmelden kan via de site.
Waar moet een registerleraar aan voldoen? Je kunt je registeren als je: • in het bezit bent van een erkend diploma dat je de bevoegdheid verleent tot het geven van onderwijs; • als leraar werkt in een dienstverband van ten minste 332 uur op jaarbasis (0,2 fte) of; • niet als leraar in een dienstverband werkt, maar als zelfstandige (zzp’er), op basis van een 0-uur contract of als invaller die aantoonbaar kan maken ten minste 332 uur op jaarbasis (0,2 fte) te werken of; • een bevoegde werkzoekende leraar bent die in de achterliggende periode van vier jaar ten minste 1328 uur (4 x 332 uur) als leraar werkzaam is geweest.
Organisatie
Registerleraar.nl is een initiatief van de Onderwijscoöperatie. De Onderwijscoöperatie bestaat uit vijf organisaties, de Algemene Onderwijsbond, Beter Onderwijs Nederland, CNV Onderwijs, Federatie van Onderwijsvakorganisaties en Platform VVVO. Voor de realisatie van het register werkt de Onderwijscoöperatie samen met het ministerie van OCW.
24
Van eiland naar W collegiaal leren i Hoe maak je van een school waarin ieder op zijn eigen – vaak weliswaar bijzonder mooie – eilandje zit een goed georganiseerd ‘Wij-land’? Die vraag staat centraal in het boek van Van eiland naar WIJland. Een belangrijke vraag, want collegiaal leren (ofwel meer samenwerken) kan een grote bijdrage leveren aan de versterking van de professionalisering van leraren en leidinggevenden én aan ieders werkplezier.
H
Het is half vier, dinsdagmiddag. Carolien loopt met haar collega’s uit de onderbouw de teamkamer binnen voor de zoveelste vergadering. Het gaat vandaag over uiteenlopende zaken, maar Carolien wil ook graag praktisch aan de slag. Ze meldt dit vooraf aan de voorzitter. Er ligt een waslijst aan zaken die besproken moet worden, de lentewandeling moet nog verder uitgedacht worden, er moeten nog briefjes mee naar ouders voor de informatieavond en de professionalisering voor het komend jaar. En verder…? Verder heeft Carolien het gewoon heel druk in haar hoofd. Haar gedachten dwalen dan ook regelmatig af: Hoe ga ik de rekenles morgen aanpakken? Hoe ga ik de ouders van René vertellen dat het niet zo goed gaat? En de tas met nakijkwerk voor vanavond staat in de auto. Op welke momenten komen leraren samen? Op welke momenten werken leraren samen en op welke momenten leren leraren samen? Wanneer is er tijd en aandacht voor elkaar om collegiaal samen te werken aan essentiële hulp-, leer- en ontwikkelvragen uit de directe praktijk? Ongeacht je ervaring, ben je nooit klaar met leren en blijf je altijd vragen hebben over je vak. Vragen die te maken hebben met je manier van lesgeven, de samenwerking in je team, je contact met ouders, leerlingen of vragen die gaan over onderwijsvernieuwing.
Lerende cultuur Hoe stimuleer je professionele ontwikkeling in de school? En hoe krijg je een lerende cultuur van het ‘halen’ en ‘brengen’ van kennis, ervaring en expertise
binnen een school of bestuur? Het wij-gevoel en de wij-cultuur binnen een school dragen bij aan kwaliteitsverbetering en werkplezier. Samen werken aan wat ‘wij’ belangrijk vinden in het onderwijs. Samen bepalen wat ‘wij’ goed vinden voor onze leerlingen. Samen enthousiast en vol trots de kwaliteiten van onze school laten zien. Dat is collegiaal leren. ‘Van eiland naar WIJ-land’, beschrijft zes vormen van collegiaal leren: maatjesleren, intervisie en collegiale consultatie bij persoonlijke ontwikkeling als vertrekpunt; kritische vriend, leernetwerk en collegiale visitatie bij schoolontwikkeling als vertrekpunt. Om het juiste instapniveau en de juiste vorm van collegiaal leren te kiezen, ga je eerst na welke ontwikkelvraag centraal staat: jouw persoonlijke hulp-, leer- of ontwikkelvraag of de gezamenlijke schoolontwikkelvraag.
Professionalisering 25
r WIJland, n in de praktijk! Praktische aanpak Uit eerdere ervaringen in pilots is gebleken dat leraren collegiaal leren als leerzaam, zinvol en plezierig ervaren. Zowel het geven van feedback als het ontvangen ervan vonden zij bijzonder waardevol. Tevens blijkt uit de pilots dat eenmalige uitvoering van een vorm van collegiaal leren nog geen garantie is voor structurele inbedding in het schoolbeleid. Met het boek ‘Van eiland naar WIJ-land, collegiaal leren in de praktijk’ heb je een praktische aanpak in handen die het mogelijk maakt om het leren van en met elkaar structureel vorm te geven in je school. Vergader- en studiemomenten krijgen zo meer inhoud en dragen bij aan de professionalisering van het hele team. ‘Van eiland naar WIJland, collegiaal leren in de praktijk’ bestaat uit: een boek, praktische werkkaarten en een gratis jaarlicentie voor het digitale observatie instrument ‘Looqin’. Het pakket is te bestellen via www.onderwijsmaakjesamen.nl
Tien tips om succesvol te starten met collegiaal leren: 1 Verzorg vooraf een introductie, zodat iedereen op dezelfde manier naar collegiaal leren kijkt. Bespreek waarom je collegiaal leren belangrijk vindt, wat de verschillende vormen inhouden en bepaal samen wat je ermee wilt en wat je verwachtingen zijn. 2 Het initiatief ligt altijd bij een persoon (bottom-up) of bij de school (top-down). Het doel van de ontwikkeling bepaalt de focus van het leren. 3 Heb helder voor ogen wat je wilt bereiken. Formuleer duidelijke doelen. 4 Bij collegiaal leren wil je elkaar ‘waarderen’ en ‘beter’ maken, niet ‘beoordelen’ of ‘overtuigen van je eigen gelijk’. 5 Er is sprake van wederzijds respect, vertrouwen en veiligheid. 6 Deelname is niet vrijblijvend. Van tevoren is duidelijk dat er veranderingen in je gedrag
en in de organisatie zullen plaatsvinden. Zorg voor draagvlak. 7 Professionele nieuwsgierigheid en een zelfkritische houding zijn noodzakelijk. 8 Zorg voor een zekere ‘professionele cultuur’ in de school, waarin veel vragen gesteld worden, men feedback kan geven en ontvangen, men bereid is om naar anderen te luisteren en van elkaar te leren. Leidinggevenden geven daarbij het voorbeeld. 9 De school zorgt dat de randvoorwaarden in orde zijn: tijd, gelegenheid, scholing, ondersteuning enzovoort. 10 Maak het niet te zwaar en te moeilijk. Kies als start voor eenvoudige vormen en blijf – ook als je meer ervaring hebt – gaan voor een zo compact mogelijke route. Dat houdt de vaart en de motivatie erin.
26
Een goede leraar is een professionele leraar Om kinderen optimaal te laten leren, is een goede leraar essentieel. Klinkt als een open deur, maar het is dus wel van belang dat een leraar zich voortdurend blijft ontwikkelen. Kennisnet biedt leraren verschillende mogelijkheden om zich te professionaliseren, waaronder gratis online masterclasses in samenwerking met de Open Universiteit.
D
tekst Simone Barneveld
‘De masterclasses hebben als doel deskundigheidsbevordering voor onderwijsprofessionals op universitair niveau’, vertelt projectleider Wilfred Rubens. ‘Het zijn geen praktische handleidingen, maar er wordt een koppeling gemaakt tussen theorie en praktijk. De deelnemers reflecteren op hun eigen handelen en verhogen hun expertiseniveau.’ Liesbeth Kester, hoogleraar multimediale educatie, gaat bijvoorbeeld in haar masterclass over het maken van multimediaal leermateriaal in op de verhouding tussen mediapsychologie en cognitieve psychologie: hoe breng je een multimediale boodschap die optimaal gebruikmaakt van het langetermijngeheugen, maar het werkgeheugen niet overbelast?
Pedagogische feedback De masterclasses volgen een vast stramien en duren een week. De start is op woensdag met een oriëntatie, een intakevragenlijst en (discussie)opdrachten. Op vrijdag is er een videosessie via livestream waarin wordt ingegaan op de discussie en deelnemers via chat vragen kunnen stellen. Op dinsdag houden aio’s paperpresentaties over hun promotieonderzoek en is er ook gelegenheid tot vragen stellen via chat. Tot slot is er een zelftoets, waar deelnemers open vragen beantwoorden en zichzelf controleren via de online feedback van experts. Volgens Rubens is deze manier van toetsen belangrijk als leerstrategie;
het doel is zelfontwikkeling en niet beoordeling. Vlak na de zomer spreekt onderzoeker Marco Kalz over het gebruik van mobieltjes. Hij laat zien hoe de medische wetenschap mobieltjes gebruikt om gedragsveranderingen te bewerkstellingen. Volgens Kalz is gedrag veranderen een vorm van leren, dus als het daar werkt, kun je met de mobiele telefoon ook leerprocessen organiseren. Kalz gaat in op de theorie van de pedagogische feedback. Wanneer is het een goed moment om feedback te geven? Direct nadat een leerling de opdracht (thuis) heeft gemaakt, of juist op een later tijdstip? Met mobieltjes kunnen leerlingen ook leren op een andere locatie. Informatie over bijvoorbeeld de Deltawerken is onmiddellijk via een app beschikbaar op het moment dat ze op excursie zijn in Zeeland.
Layar Een toegangspoort voor deze vorm van mobiel leren is Layar. Layar is een app waarmee digitale informatie op te halen is, bijvoorbeeld in tijdschriften waaraan digitale content is toegevoegd. Layar zal ook worden gebruikt tijdens het Nationaal Congres Onderwijs en Social Media, waarvan Kennisnet partner is, van 14 t/m 17 mei in EYE het nieuwe filmmuseum in Amsterdam (www.ncosm.nl). Op dit congres zijn talloze workshops over onder andere de kansen en gevaren van sociale media, de didactiek, trends en ontwikkelingen in de onderwijspraktijk, en kinderen en media-
PROFESSIONALISERING XX
Gratis online masterclasses dragen bij aan de professionele ontwikkeling
Scan deze foto om het interview met Tessa van Zadelhof te bekijken.
gebruik. Vooruitlopend op dit congres vertelt Tessa van Zadelhoff in een interview met twee leerlingen waarom sociale media in de klas nuttig kunnen zijn. Zij is zelf een fervent gebruiker en pleitbezorger omdat het gebruik ervan veel kansen biedt en kinderen het leuk vinden om ermee te werken. Een werkstuk gemaakt bij handvaardigheid kun je via Twitter laten zien en iedereen kan erop reageren.
Weten Wat Werkt en Waarom Een andere toegankelijke vorm van professionalisering biedt Kennisnet met de nieuwe publicatiereeks 4W. 4W - Weten Wat Werkt en Waarom - is een wetenschappelijk tijdschrift over opbrengsten en werking van ICT in het onderwijs, dat vier maal per jaar zowel online als op papier verschijnt. De wetenschappelijke artikelen helpen onderwijsprofessionals te begrijpen wanneer en waarom bepaalde ICT-toepassingen werken. In het eerste nummer ging het onder andere over hoe ICT kan helpen bij het leren van feiten en welke eigenschappen digitale leermiddelen leerzaam maken. Het tweede nummer van 4W is net uit en besteedt onder andere aandacht aan synchroon coachen, oftewel het coachen van leraren-in-opleiding tijdens hun lessen via een draadloos ‘oortje’. Mensen die op de hoogte willen worden gehouden van 4W kunnen zich aanmelden via 4W.kennisnet.nl waar ook de reeds verschenen uitgaven te vinden zijn.
ONLINE Masterclasses 17-23 april: Hoe gebruiken we ICT om ervaringsgericht en samenwerkend werkplekleren mogelijk te maken? door dr. Hans Hummel 12-18 juni: How to conduct educational design research? door dr. Susan McKenney 25 september- 1 oktober: Hoe gebruik je mobieltjes voor interactief leren en toetsen? met dr. Marco Kalz 30 oktober - 5 november: Hoe maak je multimediaal leermateriaal? door prof. dr. Liesbeth Kester 6-12 november: Leren in online netwerken met prof. dr. Peter Sloep 20-26 november: Hoe maak je goed onderwijs door broodje-aap verhalen te vermijden? met prof. dr. Paul Kirschner 11-17 december: Hoe kunnen we de belangrijkste trends op het gebied van technology enhanced learning duiden? met drs. Wilfred Rubens.
28
In de praktijk:
Leer van je collega’s
Docenten hoeven geen cursus te volgen om bij te leren. Ze kunnen ook te rade gaan bij elkaar. Dat gebeurt steeds vaker en werkt heel goed. Twee praktijkvoorbeelden. tekst Mirjam Janssen Foto o.a Human Touch Photograpy
H
Het vorige (en huidige) kabinet wilde dat scholen om hun kwaliteit te verbeteren meer werk maken van peer review. Ofwel: leren van collega’s. Scholengemeenschap Huizermaat in Huizen neemt daarom deel aan het driejarige programma van School aan Zet. De school begon twee jaar geleden met een aparte stroom voor meer- en hoogbegaafde kinderen. ‘We hebben het onderwijs voor deze leerlingen zelf ontwikkeld’, vertelt lerares Nederlands Tanja de Ruijter. Samen met docent biologie Bart Smoors coördineert zij de afdeling voor hoogbegaafden. ‘Wij filmen onze lessen regelmatig en bekijken die met docenten die betrokken zijn bij deze afdeling. Verder gaan we bij elkaar op lesbezoek. We bespreken de lessen inhoude-
Professionalisering 29
lijk, maar kijken ook naar het functioneren van de docenten. We denken met elkaar mee. Als docent moet je je daarvoor durven openstellen. Bart en ik moeten dus zorgen dat docenten zich veilig voelen. Dat doen we door hun extra informatie te geven en te laten merken dat wij hen vertrouwen. Deze manier van werken helpt heel goed als je activerend onderwijs nastreeft. Het is een fijne manier van werken, omdat je je collega´s bij je eigen vragen en je eigen ontwikkeling kunt betrekken. Wat mij betreft werkt het beter dan een cursus omdat je met je collega´s bezig bent met je eigen situatie.´ Als het team bijeenkomt wordt een groot deel van de bijeenkomst besteed aan leren van elkaar. De afde-
ling vergadert niet extra vaak, maar stelt duidelijk prioriteiten. ‘Je kunt bijvoorbeeld met het hele team gaan praten over de Sinterklaasviering’, zegt De Ruijter. ‘Maar je kunt die ook overlaten aan twee mensen en tijdens de vergadering inhoudelijk op de lessen ingaan. Wij kiezen voor de laatste benadering. De structuur van onze vergaderingen is veranderd. Het is echt werkoverleg geworden.´
Confronterend
Tien jaar geleden begon het Adriaan Roland Holst College in Hilversum met de afdeling Quest voor projectgericht onderwijs. Terwijl in de rest van de school klassikaal frontaal wordt lesgegeven, gaan de
30 Als twee collega´s met een goede onderlinge chemie samen voor een groep staan, geeft dat een mooie dynamiek leerlingen van Quest vooral zelf aan de slag. Ze zitten in grotere groepen in aangepaste, ruimere lokalen. Er staan steeds twee vakdocenten tegelijk voor zo´n grote groep. ´We overleggen met z´n tweeën over de invulling van de opdrachten. Zowel tijdens de lessen als daarna koppelen we veel terug’, zegt Paul Halma, docent en teamleider van Quest. ´Dat is leerzaam, maar kan ook confronterend zijn. Meestal komen docenten er onderling wel uit, maar soms stappen ze samen naar mij als teamleider. De truc is dan te zorgen dat ze het uiteindelijk toch zelf oplossen.´ De leerlingen van Quest volgen een programma dat draait om betekenisvol leren, samenwerken, presenteren en zelf verantwoordelijkheid nemen. ´Als team praten we regelmatig over het programma en beleggen we ontwikkelmiddagen. Daarnaast zijn er werkgroepen die zich bezighouden met aparte onderwerpen als e-learPaul Halma ning of onderwijs in de moderne talen. Het voordeel van onze aanpak is dat je als docent meer reflecteert op je werk. Er kijkt steeds een collega met je mee en daar leer je van. Als twee collega´s met een goede onderlinge chemie samen voor een groep staan, geeft dat een mooie dynamiek. We volgen de officiële kerndoelen voor de onderbouw, maar doen dat op een geheel eigen manier. Bij dit soort vernieuwend onderwijs kun je als docent niet terugvallen op de vaste lesmethodes. Je moet veel meer zelf nadenken over de invulling van je lessen. Dat kost veel energie, maar levert ook veel op.´ Halma kan zich niet voorstellen dat hij ooit anders heeft gewerkt. ‘Het inspireert mij nog steeds, maar deze manier van werken spreekt niet alle docenten aan. Je krijgt vaak een meer coachende rol en moet meer uit handen geven. Niet iedereen vindt dat prettig.
Tanja de Ruijter en Bart Smoors
Bovendien moet je veel tijd steken in de ontwikkeling van het curriculum.´ Het Roland Holst College heeft de manier van werken van Quest nadrukkelijk niet opgelegd aan de hele school. De school begon met een groep docenten die anders wilden werken en tijd wilden investeren in de ontwikkeling van nieuw lesmateriaal. Zo ontstond geleidelijk meer draagvlak voor een andere aanpak. Even dreigde een soort tweedeling, volgens Halma, maar na tien jaar is Quest helemaal geaccepteerd in de school. ‘De aanpak heeft zich als een olievlek uitgebreid. Als het zo doorgaat, kunnen we onszelf als aparte afdeling opheffen!´
Tips
• Begin met een kleine groep docenten die deze manier van werken ziet zitten en vertrouw op een ‘olievlekwerking’. • Bezoek elkaars lessen of bekijk ze op film. • Zorg dat de sfeer veilig is, zodat docenten zich kwetsbaar durven opstellen en openstaan voor advies van anderen. • Maak van vergadermomenten echt werkoverleg: plan in vergaderingen tijd om lessen te bespreken en van elkaar te leren. • Maak je los van de waan van de dag: neem de tijd om met je collega´s lessen te evalueren of nieuwe lessen te bedenken.
Om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren heeft het ministerie van OCW het programma School aan Zet opgezet. Het programma focust op zes thema’s waaronder twee basisthema’s, te weten opbrengstgericht werken en HRM/ lerende organisatie. Peer review sluit aan bij het tweede basisthema. Omdat goede leraren de belangrijkste factor zijn voor goed onderwijs, hecht School aan Zet waarde aan het leren van en met elkaar. Meer weten? Kijk op www.schoolaanzet.nl
NTR schrijft prijsvraag uit voor creatieve docenten
Wie maakt de beste lesvideo?
Sinds de eerste tv-uitzending van Schooltv in 1963 zijn ook de digitale ontwikkelingen in het onderwijs de afgelopen 50 jaar in een stroomversnelling geraakt. Omroep NTR wil met Schooltv de kansen daarvan ten volste benutten, in nauwe samenwerking met het onderwijs. Zo is ook Schooltv met onder meer de Beeldbank, Teleblik en games de lessen gaan verrijken. Flipping the classroom Docenten zijn de absolute aanjagers van deze ontwikkelingen in het onderwijs. Zij maken steeds meer gebruik van video en internet om lesstof over te dragen: leerlingen kunnen instructievideo’s buiten de lesuren bekijken en ook nog eens terugkijken. Zo wordt de tijd in de klas quality time: méér verwerking en verdieping tijdens de reguliere les. Kortom: flipping the classroom. Het Gouden Oog Als expert in audiovisuele content wil de NTR het creatieve initiatief van docenten hierin aanmoedigen en ondersteunen. Daarom schrijft de NTR een prijsvraag uit voor docenten in het basisonderwijs, het
voortgezet onderwijs én leraren in opleiding, voor het verrijkend gebruik van lesvideo’s. De NTR onderwijs mediaprijs Het Gouden Oog zal worden uitgereikt tijdens de Nationale Onderwijsweek in oktober aan de leraar die de beste lesvideo maakt. Doe mee! Ben jij als docent meester in het op creatieve wijze verwerken van je les in video? De NTR juicht dit toe en daagt je uit om de beste lesvideo te maken. Kijk snel hoe je mee kunt doen op www.ntr.nl/hetgoudenoog en win Het Gouden Oog voor de beste lesvideo. De prijsvraag start op 2 april en de uiterste inzenddatum is 31 mei 2013.
Schooltv voor het basisonderwijs Schooltv bestaat 50 jaar! Aanleiding voor een feestje. Kijk daarom voor de speciale basisonderwijs aanbiedingen ter ere van het 50-jarig bestaan op schooltv.nl/webwinkel . In de Schooltv-webwinkel vindt u altijd de meest recente aanbiedingen, aantrekkelijke kortingen of gunstige abonnementen op lesmateriaal. Ook vindt u gemakkelijk per programma, groep, of thema wat u nodig heeft om lessen beter en leuker te maken met behulp van Schooltv.
Een greep uit het uitgebreide assortiment voor het basisonderwijs
Koekeloere Handpoppen Moffel en Piertje Met deze handpoppen kunnen kleuters de Koekeloere-avonturen naspelen of zelf belevenissen verzinnen. Perfect te combineren met de poppenspellen. Set van 2 ¤ 39,95
Huisje Boompje Beestje
Handpop Raaf
Raaf is als handpop nieuwsgierig en stelt vragen aan de kinderen. Ideaal te gebruiken in combinatie met het poppenspelpakket.
¤ 29,95
Groep 1 en 2
Poppenspelpakket
Poppenspelpakket
Het poppenspelpakket bestaat uit een lesbrief, vier verschillende verhalen en een praatplaat. ¤ 8,95
Hoe maak je met kinderen sociaalemotionele thema’s gemakkelijker bespreekbaar? Ga aan de slag met dit uitdagende poppenspelpakket. Het bevat een lesbrief, vier verschillende toneelspellen en een praatplaat. ¤ 8,95
schooltv.nl/webwinkel
Groep 3 en 4
Rekenverhalen
Groep 5
Handleiding
De handleiding bij Rekenverhalen is een unieke in zijn soort. Een knieboek op A3-formaat, waarin Doedel de kinderen meeneemt in zijn wereld vol wiskundige avonturen en problemen. ¤ 24,95
Groep 3
Vroeger was het anders We kijken door de ogen van kinderen naar toen en stellen de vraag: wat was er vroeger anders? Elke aflevering licht een bepaalde historische tijd of gebeurtenis toe. Vroeger was het anders 1-4 Bundel (handleiding + dvd) ¤ 33,75 Werkboek ¤ 4,60
Dvd’s
De dvd’s van Rekenverhalen zijn opgezet volgens de principes van het realistisch onderwijs. De afleveringen spelen zich af in een verhaalcontext. Kinderen worden met deze dvd’s gestimuleerd zelf te denken en te handelen. Didi en Doedel helpen ze daarbij op weg. Dvd blok 1 + 2 ¤ 32,50 blok 3 + 4 ¤ 32,50
Villa Victoria
Vroeger was het anders 5-8 Bundel (handleiding + dvd) ¤ 33,75 Werkboek ¤ 4,60 Vroeger was het anders 9-12 Bundel (handleiding + dvd) ¤ 33,75 Werkboek ¤ 4,60
Liefdesplein Werkboek
¤ 4,60
Groep 5,6,7en 8 Villa Victoria laat zien hoe een musical tot stand komt. Tijdens dit project maken de leerlingen op verrassende wijze kennis met diverse kunstenaars en kunstdisciplines. Villa Victoria speelt in op de musicaltradities die scholen hebben en kan op verschillende manieren gebruikt worden. Villa Victoria cd ¤ 12,80 Villa Victoria dvd ¤ 37,50 Villa Victoria handleiding ¤ 8,50
Bundel (handleiding + dvd) Liefdesplein is een prima hulp bij seksuele voorlichting. Er komen elementaire zaken aan de orde als hoe verandert het lichaam en wat gebeurt er in de puberteit. Daarnaast is er ruimte voor de minder grijpbare dingen als verliefdheid, flirten, spannende spelletjes, homoseksualiteit en bovenal respect voor elkaar en elkaars mening. Ook de rol van digitale vormen van communicatie, vriendennetwerken en sms komt aan de orde.
¤ 33,75
Groep 7 en 8
BlijfKijk op de hoogte van relevant materiaal voor jouw vak! Schrijf je inboopopschooltv.nl/nieuwsbrieven. voor het uitgebreide assortiment aan lesmateriaal voor het schooltv.nl/webwinkel
TAFELS TRAINEN BEGINT
MET TOVERSTAPELS! 25
>
TOVER
S TA P E L S
Tafel van 5
4_5_8_ster_voor.ind
d 23 30-11-2012 16:23:42
TOVER
ER TOVP E L S
60
S TA
60
van Tafel
5
Tafel van 5
REKEN EN STAPEL!
5:21 2 15:2 3-12-201 4_5_8_ster_voor.indd 21
or.indd
21
TS019
Toverstapels 1,2,10 en mix (+box)
€ 8,95
TS019x
Toverstapels 1,2,10 en mix PLUS (+box)
€ 8,95
ster_vo
4_5_8_
S TA P E L S
TS029
Toverstapels 4,5,8 en mix (+box)
€ 8,95
TS029x
Toverstapels 4,5,8 en mix PLUS (+box)
€ 8,95
TS039
Toverstapels 3,6,9 en mix (+box)
€ 8,95
TS039x
Toverstapels 3,6,9 en mix PLUS (+box)
€ 8,95
TS049
Toverstapels 7,11,12 en mix (+box)
€ 8,95
TS049x
Toverstapels 7,11,12 en mix PLUS (+box)
€ 8,95
TS119
Toverstapels MIX PLUS Start (+ box)
€ 8,95
TS129
Toverstapels Mix PLUS Pittig (+ box)
€ 8,95
TS50
Toverstapels ib/rt set (10d. + 10x box)
€ 74,50
TS55
Toverstapels schoolset (30d. + 30x box)
€ 199
3-12-2012 15:25:21
Voor trainen (en begrijpen én automatiseren) van de tafels kiest u voor de nieuwe serie Toverstapels. Twee series van elk 4 verschillende, zelfcontrolerende, kaartensets en elke kaartenset bevat 4 oefenspellen van 13 kaarten. Serie 1 oefent de tafels en bevordert tafelbegrip vanuit ‘herhaald optellen’. Serie + traint de tafels en bevordert het tafelbegrip vanuit 3x2 = 2x3 (en visualiseert 2 rijtjes van 3 en 3 rijtjes van 2). Groep 4 en 5 oefenen met serie 1 en groep 6 - 8 automatiseren met serie +. Eén kaartenset bevat 4 spellen: bijv. de tafels van 3,6,9 en de mix van 3,6 en 9. Elk spel heeft 13 kaarten. De zelfcontrole zit bij kaart 13. Gerichte tafeltraining vraagt dus om ‘doorzetters’! Geen onbelangrijk nevendoel...
Lieven Coppens in zijn recensie: Alles samen beschouwd, vind ik deze kaartspelen om de tafels van vermenigvuldiging inzichtelijk in te oefenen en te automatiseren zowat het beste wat er in hun soort, zowel analoog als digitaal, de laatste jaren verschenen is.
“13 oefenkaarten worden een zelfcontrolerende Toverstapel ...” >
www.schoolsupport.nl/toverstapels
DRAAIEN MET WOORDEN ... >
Zoekt u extra cito woordenschatoefening, zelfcontrolerend, die bovendien leuk én zinvol is voor elke leerling? Of wilt u meer variatie in de weektaken, bij hoekenwerk of in de kieskast? Beoordeel en bestel DraaiTaal! Hoe werkt DraaiTaal? DraaiTaal speel je alleen of samen op niveau M4, E4, M5, E5, M6, E6, M7 of E7. Elke set bevat 12 series van 4 kaarten. Het spelen van 1 serie duurt ongeveer 2 minuten en oefent actief en gericht cito woorden, op niveau. Met 1 set oefenen maximaal 12 leerlingen tegelijkertijd en de series rouleren van kind naar kind. DraaiTaal is zelfcontrolerend: de oplossingswoorden van 4 letters passen binnen een thema.
1
Lees de vraag op de spelkaart – bijvoorbeeld: Het tegenovergestelde van modern is ...?
2
Kies het goede antwoord en draai de kaart zo dat deze leesbaar voor je ligt.
3
Doe hetzelfde met de volgende kaart. Alle kaarten gedaan? Leg ze dan op volgorde naast elkaar.
4
De letters bij de goede antwoorden vormen het oplossingswoord – bijvoorbeeld: R + E + U + S = REUS
>
8-deliege
www.schoolsupport.nl/draaitaal
SETPRIJS IB/RT set € 59,50
seri
www.schoolsupport.nl
prima_onderwijs_adv_a4_maart.indd 1
12-3-2013 10:15:27
achtergrond 35
Kindermishandeling
je kunt er wat aan doen! Jaarlijks worden bijna 119.000 kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar mishandeld of verwaarloosd. Dat is ongeveer een kind per klas. Scholen zijn een belangrijke schakel in de aanpak van kindermishandeling. Vooral bij het signaleren en bespreekbaar maken van kindermishandeling kunnen ze veel betekenen. tekst anita drost beeld het klokhuis, dreamstime
Praten helpt
36
B
Bij kindermishandeling gaat het niet alleen om lichamelijk geweld. Kindermishandeling betreft elke vorm van mishandeling die voor een kind bedreigend of gewelddadig is. Psychische (of emotionele) mishandeling, lichamelijke verwaarlozing, psychische (of emotionele) verwaarlozing en seksueel misbruik zijn dus ook vormen van kindermishandeling. Ook huiselijk geweld (schelden, slaan, met spullen gooien) tussen familieleden waar het kind aan wordt blootgesteld, valt hieronder. Emotionele en lichamelijke verwaarlozing komen het meest voor. Kindermishandeling gebeurt vaak in huiselijke kring, maar kan ook buiten het gezin voorkomen in bijvoorbeeld scholen, sportclubs en buurthuizen.
Meldcode Kindermishandeling kan ernstige lichamelijke en psychische gevolgen hebben die voortduren tot op volwassen leeftijd. Een goede aanpak om kindermishandeling te bestrijden is daarom heel belangrijk. De overheid heeft in het actieplan 2012-2016 ‘Kinderen Veilig’ beschreven hoe kindermishandeling landelijk aangepakt moet worden. Belangrijk in deze aanpak is het voorkomen van kindermishandeling. Daarnaast is er in het plan veel aandacht voor het signaleren en
Kindermishandeling betreft elke vorm van mishandeling die voor een kind bedreigend of gewelddadig is stoppen van kindermishandeling en het beperken van schade. Om kindermishandeling beter en sneller te signaleren, wordt voor professionals die werken met kinderen (onder andere leerkrachten) het gebruik van de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling verplicht. Dit is geen meldplicht, maar een plicht om de meldcode te gebruiken. De meldcode is een specifiek voor de eigen organisatie opgesteld stappenplan, dat beroepskrachten kunnen gebruiken als ze een vermoeden van mishandeling hebben. Het helpt hen te bepalen wat te doen. Naar verwachting worden beroepskrachten vanaf 1 juli 2013 wettelijk verplicht de meldcode te gebruiken bij signalen van geweld en verwaarlozing. Opleidingen worden gestimuleerd om ruim aandacht te besteden aan de aanpak van kindermishandeling.
Signalen herkennen Kinderen en jongeren die worden mishandeld, vertellen hier meestal niet uit zichzelf over. Daardoor
lopen ze soms jarenlang met hun probleem rond. Toch zenden ze vaak wel bepaalde signalen uit. Lichamelijke signalen zoals onverklaarbare verwondingen, slechte lichamelijke verzorging of ontwikkelingsachterstanden, maar ook gedragssignalen zoals overactief, lusteloosheid, nervositeit of faalangst. Deze kinderen worden op school vaak gepest of zijn zelf pesters. Er zijn tientallen signalen die kunnen wijzen op kindermishandeling. Maar bij een signaal is er niet automatisch sprake van kindermishandeling. Op www.kindermishandeling.info kun je lijsten downloaden die een overzicht geven van signalen van kindermishandeling.
achtergrond 37
Geraadpleegde bronnen www.meldcode.nl www.stade-advies.nl www.vooreenveiligthuis.nl www.kindermishandeling.info Vermoedens van kindermishandeling beginnen meestal met een intu誰tief gevoel. Het is belangrijk dit gevoel serieus te nemen en het te onderbouwen door gericht te kijken naar de leerling. Noteer objectieve en subjectieve signalen zorgvuldig. Omdat de signalen verschillend ge誰nterpreteerd kunnen worden en het niet om feiten maar om vermoedens gaat, kan het verleidelijk zijn om niets te doen. Maar niets doen is geen optie. Een kind kan de mishandeling meestal niet in zijn eentje stoppen. Gebruik daarom de meldcode en ondersteun je leerling. In de meldcode neemt overleg met anderen een belangrijke plaats in. Eventueel kun je het AMK (Advies- en Meldpunt Kindermishandeling) anoniem bellen voor advies.
Scholen kunnen veel betekenen door goed te signaleren en door de meldcode te gebruiken. Daarnaast kunnen ze een belangrijke rol vervullen in het bespreekbaar maken van kindermishandeling. Hiermee halen ze het onderwerp uit de taboesfeer en leren leerlingen hoe ze hulp kunnen zoeken. Dit jaar wordt het onderwerp kindermishandeling voor het eerst landelijk in groep 6, 7 en 8 behandeld. Dit gebeurt door middel van vier Klokhuis uitzendingen en een bijbehorend lespakket. Lees hier meer over op de volgende pagina.
38
38
Het Klokhuis over kindermishandeling Campagnes rond kindermishandeling richten zich meestal op volwassenen, niet op kinderen. Maar het is juist zo belangrijk dat slachtoffers van kindermishandeling weten dat ze niet alleen staan. Het bespreekbaar maken, is vaak al de helft van de oplossing. Het televisieprogramma Het Klokhuis komt daarom met een speciale serie voor kinderen. Hierin legt Het Klokhuis uit wat kindermishandeling is en wat je er aan kunt doen. In vier afleveringen komen slachtoffers, ouders, kinderen, leerkrachten, hulpverleners en omstanders aan het woord. De afleveringen worden vanaf dinsdag 2, 9, 16 en 23 april om 18.20 uur uitgezonden op Zapp. In een begeleidend gratis lespakket voor groep 6 tot en met 8 krijgen leerkrachten handvatten om kindermishandeling in de klas aan de orde te stellen. Het onderwerp kan bij de leerlingen veel reacties oproepen. Het lespakket bereidt de leerkracht daarom voor op moeilijke situaties en vragen die gesteld kunnen worden. Verder bevat het pakket lesbrieven en het nodige begeleidende materiaal. In de lessen wordt ingegaan op gelukkige momenten met je familie, verwaarlozing, geweld en hulp. In de vijfde en laatste les doen leerlingen mee aan een landelijke wedstrijd. Ze ontwerpen een beeldmerk bij de slogan ‘Kindermishandeling, je kunt er wat aan doen!’. Scholen krijgen het lespakket in drie delen automatisch toegestuurd. Kijk voor meer informatie op www.hetklokhuis.nl/ kindermishandeling.
H E T IS N IE T JOUW S CHULD
PRAAT
ER OVE Voor films R e www.hetklo n meer informatie g an khuis.nl/kin dermishan aar deling.
wilt u uw vakkennis verdiepen of verbreden? Hogeschool Utrecht heeft een ruim en divers professionaliseringsaanbod op het gebied van onderwijs en opvoeding. Onderstaande masters voldoen aan de criteria van de lerarenbeurs (aanvraagperiode: 1 april t/m 15 mei 2013). • Master Special Educational Needs (SEN)
• Master Leren & Innoveren
• Master Pedagogiek
• Master Dovenstudies/Leraar Nederlandse Gebarentaal
• Master of Education (talen, maatschappij- en exacte vakken)
• Master SEN: Auditief Gehandicapten
• Master Management of Education
• Master SEN: Communicatief Gehandicapten
Ook onze deeltijd bachelor opleidingen komen in aanmerking voor de lerarenbeurs. Kijk voor het aanbod en voor meer informatie op www.hu.nl/lerarenbeurs.
ER VALT NOG GENOEG TE LEREN
FC_192x142,5_Prima Onderwijs.indd 1
19-02-13 17:38
Differentiëren is te leren Differentiëren in de les is een hot-item binnen het onderwijs. Zo ook voor het Teylingen College in Voorhout. De afdeling KTS, met techno-mavo en vakcollege voor techniek en consumptief, zet sterk in op talentontwikkeling van de leerlingen, maar kreeg desondanks van de Inspectie te horen dat er niet genoeg gedifferentieerd werd tussen kader en tl-leerlingen. Met behulp van een trainingstraject is het tij gekeerd. De Inspectie is positiever en docenten delen met elkaar de praktische kennis over hoe om te gaan met de verschillen. tekst hanneke van der linden | beeld cps en marius roos
M
artien van Moorten, schoolleider in opleiding en coördinator van de vakgroep NaSK van het Teylingen College, is enthousiast voorstander van differentiatie en is binnen de school verantwoordelijk voor de projectgroep differentiëren. “De werkgroep is belangrijk om differentiatie echt tot leven te brengen op de school. Want het moet niet alleen bij een training van een paar dagdelen blijven en dat er dan weer wordt teruggegrepen naar het oude vertrouwde. Het is een soort van cultuuromslag en daar heb je tijd voor nodig.”
Voor alle typen onderwijs De docenten van het Teylingen College hebben een training ‘Differentiëren is te leren’ gevolgd op de school zelf, verzorgd door Meike Berben van CPS Onderwijsontwikkeling en Advies. Berben: “Voor het Teylingen College hebben we vier bijeenkomsten van één dagdeel op differentiëren in de les getraind. Voorafgaand
Meike Berben
hebben we een nulmeting gedaan zodat we goed wisten hoe de docenten ervoor stonden in hun kennis en vaardigheden. Sommigen zijn er al intuïtief mee bezig in hun lessen en voor anderen was het compleet nieuw. Binnen het voortgezet onderwijs is lang gedacht dat differentiatie niet zo nodig was, omdat leerlingen na de basisschool al naar een bepaald schoolniveau gaan. Docenten in het voortgezet onderwijs zien echter wél verschillen tussen leerlingen. Bijvoorbeeld in niveau of motivatie en vragen zich af hoe ze hier mee om moeten gaan. Daarnaast is het rekening houden met verschillen een onderdeel van het Toezichtkader van de Inspectie. Ons aanbod rondom het differentiëren in de les is geschikt voor alle typen onderwijs en er zijn veel mogelijkheden om te differentiëren. We onderscheiden drie manieren van differentiëren; in instructie, leertijd en leerstof. Bij differentiëren in instructie bespreken we het didactisch model dat ook op de meeste basisscholen wordt gebruikt. Bij differentiatie in leertijd behandelen we onder andere tempodifferentiatie en bij differentiatie in leerstof gaan we in op het onderscheiden van moeilijkheidsniveaus in vraagstelling en lesstof en het omgaan met verschillende leervoor-
prima extra
Martien van Moorten
Trainingen ‘Differentiëren is te leren’ voor docenten in het voortgezet onderwijs worden op de school zelf gegeven of bij de CPS Academie in Amersfoort. Voor meer informatie over deze training is het mogelijk contact op te nemen met Meike Berben m.berben@cps.nl of kijk op de website van de CPS Academie: www.cps.nl/differentieren
keuren van de leerlingen. Tijdens de trainingen richten we ons op de dagelijkse praktijk en geven we de deelnemers handige tips en instrumenten. Het traject bestaat naast trainingen ook uit lesobservaties met feedback, waarin de deelnemers de toepassingen van het geleerde kunnen laten zien. Parallel aan de praktische trainingen voor docenten zijn er bijeenkomsten met de teamleiders om te bespreken hoe de differentiatie geborgd kan worden in de school.”
Durven loslaten
extra aanvulling nodig heeft en de laatste stap voor stap door het hoofdstuk heen geholpen moet worden. Als docent kost dat moeite, omdat je er niet meer bovenop zit hoe leerlingen de leerstof opnemen. Door de vele praktische handvatten die ik in de training heb gekregen, heb ik instructiedifferentiatie in mijn les durven inbouwen. Het gaf een hoop eye-openers waar ik direct mee aan de slag kon. Zo moest ik accepteren dat er leerlingen zijn die na hele korte instructie al aan de slag kunnen. Kwestie van durven loslaten. Ik vond het een hele goede training en hoop differentiatie in onderwijs door te kunnen zetten naar alle andere docenten binnen de school. Soms is er nog weerstand voelbaar, met name omdat differentiatie momenteel zo’n modewoord is waar veel onder wordt geschaard.” Meike Berben: “Daarom is het ook zo belangrijk dat je met het hele schoolteam, inclusief schoolleiders en middenmanagement, met differentiatie aan de slag gaat. Dat motiveert, inspireert en zorgt ervoor dat deze manier van lesgeven wordt geborgd in de organisatie. Het blijvende effect van differentiatie is niet alleen verbetering van de les en het beter presteren van docenten die een inspiratie voor hun collega’s kunnen zijn. Uiteindelijk kan differentiëring doorwerken in een betere score in het inspectierapport. Dat is gebeurd met het Teylingen College, dat nu beter scoort dan voorheen.”
‘Ik stuur graag aan op differentiatie in instructie’
Van Moorten deed samen met 22 collega’s de training ‘Differentiëren is te leren’: “Hoewel meerdere docenten al differentiatie in de lessen toepasten, was het toch heel prettig om tijdens de training even een stap terug te doen en differentiëren in de les onderling gelijk te schakelen en gezamenlijk te onderbouwen. Zelf stuur ik graag aan op differentiatie in instructie. Een manier van werken die ik momenteel uittest op mijn mentorklas. Die is in drie kleuren ingedeeld, waarbij de ene groep na korte instructie aan de gang kan, de ander
42
Sporten in de geest v
Over een paar weken is het zover: de laatste Koninginnedag. De Koningsspelen zijn een belangrijk onderdeel van de activiteiten rond deze historische gebeurtenis. Vier dagen voor de kroning, op de laatste schooldag voor de schoolvakantie, staan een gezamenlijk gezond ontbijt en een dag vol sport en beweging gepland voor alle basisschoolleerlingen. In korte tijd moet er een dagprogramma worden georganiseerd voor 1,6 miljoen schoolkinderen. Een hele uitdaging, maar met creativiteit en samenwerking wel mogelijk. En leuk! tekst Erik Ouwerkerk
H
Het is donderdag 7 maart, 10.55. De kinderen van basisschool Het Startpunt – de gezondste school van Den Haag – spelen op de kunstgrasvelden van de aangrenzende Haagse Sporttuin waar ze waveboarden, basketballen en veilig leren fietsen. Op dat moment komen ook de laatste leerlingen naar buiten. Ze hebben oranje hoedjes op. Op aanwijzing van de juffen en meesters gaan ze zitten op de lange schoolbanken uit het gymlokaal, die voor de gelegenheid naar buiten zijn verplaatst. De kinderen zitten in rijen voor het podium. De pers staat erachter met camera’s en microfoons. Om elf uur is het tijd. Onder meer Annemarie Jorritsma, in de hoedanigheid van voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, staatssecretaris van het ministerie van OCW Sander Dekker, burgemeester van Rotterdam Ahmed Aboutaleb en Richard Kraijcek betreden het podium. De twee laatstgenoemden maken deel uit van het Nationale Comité Inhuldiging. Ze zijn al-
len aanwezig om tekst en uitleg over de Koningsspelen te geven.
Zo oranje mogelijk De boodschap is helder. Het is de bedoeling dat op vrijdag 26 april alle basisschoolkinderen samen gezond zullen ontbijten op school om daarna gezamenlijk buiten te sporten. Op de site Koningsspelen.nl is steeds meer informatie te vinden over de sportdag. Daar kun je zien wie het aanspreekpunt van de gemeente is en je vindt er links naar sites met sport- en spelideeën, want het staat de scholen vrij om zelf te bepalen hoe ze precies invulling willen geven aan de dag. De eigen ideeën voor de Koningsspelen kunnen worden ingezonden om zo kans te maken op een ontmoeting met het koninklijk paar. ‘Wil je daarvoor in aanmerking komen, pak het dan zo groot, origineel en oranje mogelijk aan en laat vooral zien dat je het ‘samen’ hebt georganiseerd’, al-
verrijking 43
t van Koninginnedag
dus Richard Kraijcek. ‘Zoek contact met onderwijzers en ouders, bel de dichtstbijzijnde sportvereniging om te vragen of je gebruik kunt maken van hun faciliteiten en benader (professionele) sporters uit de buurt om mee te helpen. En natuurlijk het belangrijkste: vraag aan de kinderen zelf wat ze willen doen.’
Een persconferentie voor kinderen? De persconferentie verloopt niet altijd even vlekkeloos. Richard Kraijcek hapert als hij ingaat op de organisatie van de Koningsspelen. ‘De organisatie, die wordt gedaan door…’ Hij realiseert zich dan dat de kinderen dat echt niet interessant vinden. Hij verontschuldigt zich: ‘Ik dacht dat ik alleen met de pers zou praten…’ Aan z’n gezicht is af te lezen dat hij het heel leuk vindt dat de kinderen voor hem zitten. Even later noemt staatssecretaris Dekker de oud-tennisser een voorbeeld voor de jeugd. ‘Hij heeft ook in Den haag op school gezeten. Dat laat maar zien dat als je heel hard werkt en heel hard je best doet, je het heel ver kan schoppen.’ Hij lijkt alweer vergeten dat Kraijcek vijf minuten daarvoor heeft toegegeven dat hij zijn middelbare school niet heeft afgemaakt... Tegelijkertijd straalt het enthousiasme er wel vanaf: de woorden ‘samen’, ‘met z’n allen’ en ‘er een feest van maken’ vallen regelmatig. En wanneer mevrouw Jorritsma de kinderen vraagt of ze er al zin in hebben, roepen ze luidkeels: ‘Jaaaa!’
Samen viert iedereen z’n eigen feest Zo spontaan als de persconferentie is, moeten ook de Koningsspelen georganiseerd worden. Het lijkt op het eerste gezicht een moeilijke en kostbare operatie om
‘Er is geen sprake van bureaucratie, iedereen kan ideeën inbrengen’ voor 1,6 miljoen kinderen op zo’n korte termijn een mooie sportdag en een schoolontbijt te verzorgen. Het plan wordt door sommige professionals uit het onderwijs dan ook met scepsis ontvangen. Het aantal voorstanders is echter groter: door het eenmalige feestelijke karakter van de dag komen veel mensen in beweging. Omdat binnen het Nationaal Comité Inhuldiging invloedrijke mensen uit de politiek, sport, bedrijfsleven en cultuur verenigd zijn, groeit het draagvlak onder bedrijven en organisaties snel. Zo heeft Richard Kraijcek goede contacten met Johan Cruijff en zijn stichting. Aboutaleb dankt Annemarie Jorritsma ‘dat ze al haar invloed als voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten aan wil wenden’ en ook de mensen van het Nationaal Schoolontbijt hebben al aangegeven te helpen. Maar het feest wordt niet volledig van bovenaf geregisseerd en de burgemeester van Rotterdam benadrukt dat het van onderop vorm moet krijgen. Gemeenten, scholen en sportverenigingen worden aangemoedigd om op lokaal niveau, samen met enthousiasme en creativiteit te zoeken naar mogelijkheden voor een groot sportief feest. Iedereen kan dat op zijn eigen manier doen, zoals dat ook gebruikelijk is op Koninginnedag. ‘Er is geen sprake van bureaucratie, iedereen kan meehelpen en ideeën inbrengen, dat is nu juist de charme.’
44
Doorlopende leerlijn begrijpend lezen met
ABCDE
TWEE
Alle spotlights zijn momenteel gericht op taal en rekenen en de referentieniveaus en doorlopende leerlijnen. Volgens de PO-raad is het voor leerkrachten nog lastig om referentieniveaus te relateren aan methodes, omdat deze hier nog onvoldoende op zijn afgestemd. Leerkrachten hebben behoefte aan specifiekere uitwerkingen in methoden. De doorlopende leerlijn begrijpend lezen met ABCDETWEE is een nieuw totaalpakket begrijpend lezen, afgestemd op de referentieniveaus.
H
Het gewenste niveau van leerlingen is vastgelegd in referentieniveaus. Deze referentieniveaus zijn het fundament voor een doorlopende leerlijn. Voor verschillende fasen van de opleiding van een leerling zijn doelen vastgesteld. Doorlopend van (speciaal) basisonderwijs (po) naar voortgezet onderwijs (1F), van vo fase 1 naar vo fase 2, van vmbo naar mbo (2F), van vo en mbo naar ho (3F) en van vo naar wo (4F). Voor ‘taal’ is het referentiekader te splitsen in mondelinge taalvaardigheid, leesvaardigheid, schrijfvaardigheid en taalverzorging. De Stichting voor Leerplanontwikkeling heeft onderzocht of bestaande methodes de doelen uit de referentieniveaus benaderen. Conclusie is dat de aandacht per methode voor leerstof uit de (sub)domeinen van de referentieniveaus wisselend is (van weinig tot zeer veel) maar wel aanwezig. De POraad schrijft juist dat methodes nog onvoldoende afgestemd zijn op de referentieniveaus.
Nieuwe methode ABCDETWEE van uitgeverij Schoolsupport besteedt zeer veel aandacht aan de referentieniveaus, naast de bekende kerndoelen. ABCDETWEE richt zich voor de niveaus 1F en 2F op leesvaardigheid en dan met name begrijpend lezen. De teksten zijn daarnaast geschikt voor oefening en onderhoud in technisch lezen. De methode biedt zo’n tweehonderd teksten die afgestemd zijn op de leeftijdsgroep 9-14 jaar. Er zijn zakelijke en fictionele teksten, verdeeld over een breed scala aan tekstsoorten. Zo zijn er informatieve, overtuigende, demonstratieve, sfeeroproepende en ontspannende teksten. De teksten staan op gelamineerde kaarten op A4-formaat. Aan de hand van de bijbehorende opdrachtkaarten en de online omgeving kunnen leerlingen toewerken naar referentieniveau 1F met de niveaus AA t/m C en naar 2F, ook 1S genoemd in het basisonderwijs, met de niveaus D en E. Er zijn dus zes niveaus (AA, A, B, C, D en E) waarbinnen een leerling teksten kiest die hem aanspreken.
VERRIJKING 45
Is het niveau te hoog gegrepen, dan neemt hij eerst een stapje terug. Zijn de resultaten goed, dan zoekt hij het hogerop. Met ABCDETWEE vindt iedere leerling zijn eigen leerlijn.
Opbrengstgericht werken Met betrekking tot het opbrengstgericht werken zijn er eerste en bemoedigende resultaten wanneer leraren werken aan verschillen tussen groepen leerlingen binnen de klas: dit leidt tot betere prestaties. De makers van ABCDETWEE juichen deze adaptieve benadering toe. ABCDETWEE is de enige methode begrijpend lezen waarbij leerlingen geen lesstof per leerjaar aangeboden krijgen maar lesstof op eigen (lees)niveaus – AVI en CLIB –, die ook nog eens veelal zelfstandig te verwerken is. Leerlingen kunnen na een introductieles zelfstandig (en wanneer gewenst samenwerkend lerend) aan de slag met de opdrachten, kijken hun werk na met de antwoordboeken en houden hun scores bij op de aftekenlijsten.
Hardop denkend lezen ABCDETWEE gaat uit van inzichten over cultural literacy (Donald Hirsch), hardop denkend leren lezen (Jeffrey Wilhelm) en leesstrategieën waarvan het effect is bewezen (Kees Vernooy, Paul Filipiak). Uit diverse onderzoeken is gebleken dat het oefenen van leesstrategieën zelden een positief effect heeft op het begrijpend lezen (anders dan vlot lezen, woordenschat en kennis van de wereld, factoren die wél steeds een gunstig effect hebben op het begrijpend lezen). Ook is gebleken dat leerlingen zich strategieën het beste eigen maken door directe instructie: door een leraar die aangeeft hoe je te werk gaat tijdens het lezen, door dit hardop voor te doen. Daarom kunnen leerlingen (en leraren) op de methodesite van ABCDETWEE filmpjes bekijken van een specialist die voordoet hoe je met een tekst omgaat. Ze laat zien hoe je voorkennis activeert,
ABCDETWEE is de enige methode begrijpend lezen waarbij leerlingen geen lesstof per leerjaar aangeboden krijgen maar lesstof op eigen (lees)niveaus hoe je voorspelt, hoe je verbeeldt (visualiseert) en hoe je jezelf vragen kunt stellen om de tekst beter te begrijpen.
Transfer Naast de zorgen over de beheersing van de basiskennis en basisvaardigheden op taal- en rekengebied in het Nederlandse onderwijs, zijn er ook zorgen over de inzet van eerder verworven vaardigheden. Voor begrijpend lezen is de ‘transfer’ naar andere vakken belangrijk: waarom zetten leerlingen de geleerde leesstrategieën niet in bij een complexe zaakvaktekst of een Engelse songtekst? ABCDETWEE biedt een algemene stappenkaart die ook bij andere vakken te gebruiken is, en door het eigen maken van de didactiek ‘hardop denkend lezen’ kunnen leerlingen elke tekst van elk vakgebied de baas, zowel in po als in vo.
ABCDETWEE wordt op www.schoolsupport.nl/abcdetwee-methode (po) en www.schoolsupport.nl/abcde-twee (vo) uitgebreid uitgelegd. Ook zijn er veel informatieve bijlagen als voorbeeldkaarten, tekstsoorten, een te downloaden folder en een kostencalculator te vinden. Meer informatie over doorlopende leerlijnen is te vinden op www.taalenrekenen.nl.
Jongerenkamer Jongerenkamer
Polderen Polderen voor voor beginners beginners plannen Ze ontdekken Ze ontdekken op welke op manier welke manier zij hun zij hun plannen Hoe leg Hoe je leg jongeren je jongeren uit hoeuit dehoe parlemende parlemenvoor elkaar voor kunnen elkaar kunnen krijgen.krijgen. Wat moeten Wat moeten ze ze taire democratie taire democratie werkt?werkt? ZonderZonder te vervalte vervaldoen om doen hun om voorstel hun voorstel in de praktijk in de praktijk uit te uit te len in len eenin saaie een les saaie over lesstaatsrecht? over staatsrecht? Het Het voeren? voeren? lespakket lespakket Polderen Polderen voor beginners voor beginners van devankunnen de kunnen Tweede Tweede KamerKamer biedt uitkomst. biedt uitkomst. Bij het Bij lespakket het lespakket ligt de ligt nadruk de nadruk op samenwerop samenwerken,genoten bondgenoten zoekenzoeken en compromissen en compromissen Met hetMet lespakket het lespakket ‘Polderen ‘Polderen voor beginners’ voor beginners’ken, bond sluiten.sluiten. De leerlingen De leerlingen leren op leren eenop interactieve een interactieve en de website en de website www.jongeren www.jongeren kamer.nl kamer.nl kunnenkunnen wat democratie wat democratie inhoudt inhoudt en hoeen dehoe de leerlingen leerlingen ervarenervaren hoe democratie hoe democratie werkt en werkt enmaniermanier kunnenkunnen ze zelf ze in groepjes zelf in groepjes aan de aan slag.de slag.
politiekpolitiek werkt. werkt.
Meer informatie Meer informatie over het over lespakket het lespakket is te vinden is te vinden op www.jongerenkamer.nl. op www.jongerenkamer.nl. Hier is Hier het ook is het ook mogelijk mogelijk het lespakket het lespakket te bestellen te bestellen of te downloaden. of te downloaden. Mail voor Mailvragen voor vragen naar redactie@ naar redactie@ jongerenkamer.nl jongerenkamer.nl of bel met of bel 070 met 318 070 3040. 318 3040.
UITGELICHT 47
J/M A
Omgaan met verschillen De verschillen tussen jongens en meisjes zijn niet zo duidelijk als vaak wordt verondersteld. Ze hebben in elk geval niets te maken met cognitieve competenties, maar ze bestaan wel! Ze hebben echter vooral te maken met werkhouding en sociaal gedrag. tekst rené Leverink | beeld humantouchphoto
Als je je als docent bewust bent van deze verschillen tussen jongens- en meisjesgedrag, kun je daar in de lessen rekening mee proberen te houden. De Handreiking J/M helpt daarbij. De Handreiking J/M, ontwikkeld door SLO, is bedoeld om scholen en docenten handvatten te geven om beter in te kunnen spelen op de verschillen tussen jongens en meisjes. Of misschien beter: op de verschillen tussen jongensgedrag en meisjesgedrag. Want, zo stelt SLOprojectmedewerker Marieke ten Voorde, de scheidslijn tussen jongens- en meisjesgedrag is lang niet altijd dezelfde als die tussen jongens en meisjes: ‘Het gevaar ligt dan ook op de loer dat er snel wordt gegeneraliseerd. Jongens zijn sneller afgeleid, kunnen zich moeilijker concentreren, werken minder planmatig en zijn fysieker ingesteld dan meisjes. Dat is wel vaak zo, maar lang niet altijd. Niet alle jongens en meisjes zijn hetzelfde. Er zijn jongensachtige jongens en meisjesachtige meisjes, maar ook jongensachtige meisjes en meisjesachtige jongens. We praten dan ook liever over verschillen tussen leerlingen, dan specifiek tussen jongens en meisjes. Deze handreiking helpt bij het inspelen op die verschillen. Zij is niet bedoeld om de verschillen tussen jongens en meisjes kleiner te maken.’
48 De statistieken tonen aan dat meisjes het beter doen dan jongens. Minder schooluitval, minder zittenblijvers en gemiddeld hogere cijfers. Jongens eindigen vaker op een lager niveau dan waarop ze zijn binnengekomen. Op het vwo zitten meer meisjes dan jongens. Toch is het volgens SLO’er Annette Thijs, ook betrokken bij het tot stand komen van de handreiking, geen kwestie van verstand: ‘Het gaat dus niet om cognitieve verschillen. Hooguit dat jongens misschien wat beter zijn in exacte vakken, en dat meisjes zich meer op hun gemak voelen bij de talen. Onderzoeken wijzen wél uit dat er verschil is in werkhouding en sociaal gedrag. Dat heeft te maken met een andere motivatie voor school. Het is voor jongens minder vanzelfsprekend om voor school gemotiveerd te zijn, om te willen werken voor een hoog cijfer. Ook zie je verschil in metacognitieve vaardigheden, zoals samenwerken, organiseren en plannen. Op die punten vragen jongens om een iets andere begeleiding dan meisjes.’
Complimenten geven en to-the-point zijn, zijn aspecten die heel goed bij jongens passen Onderzoek Voor het ministerie van OCW was het minder gunstige verloop van de schoolloopbaan van jongens aanleiding om APS en het Kohnstamm Instituut onderzoek te laten doen naar hoe scholen omgaan met de verschillen tussen jongens en meisjes. De uitkomsten van deze onderzoeken vormden de basis voor een serie concrete aanbevelingen, in de vorm van de beknopte Handreiking J/M. Deze is te vinden op Bij een enkel vak of bij een specifiek onderwerp kan het handreikingjongensmeisjes.slo.nl. nuttig zijn om aparte jongens- en meisjesgroepen te hebben, Ten Voorde: ‘Opvallend is dat geen van de onmaar over het algemeen verdient een gemengde samenderzochte scholen speciaal beleid heeft ten stelling naar sekse de voorkeur. In specifieke jongensaanzien van de verschillen tussen jongens en of meisjesgroepen (bijvoorbeeld in techniekklassen of in meisjes. Wél hebben deze scholen beleid wat zorg-welzijnklassen) versterkt het gedrag van de sekse betreft het omgaan met verschillen in het alzichzelf en dat is niet gunstig voor het leerklimaat. Jongens gemeen. Bijvoorbeeld: probeer in te spelen op en meisjes kunnen veel van elkaar leren. Jongens leren de interesses van leerlingen. Zorg voor varivaker op basis van ‘trial and error’ of door abstract denken, atie in de lesaanpak. Streef naar differentiatie. meisjes leren in eerste instantie door instructies te lezen en Daaronder valt ook aandacht voor de typisch feiten te onthouden. Jongens vervullen bij samenwerkend jongensachtige of meisjesachtige karakterisleren vaak een voortrekkersrol, maar als jongens denken tieken van de individuele leerling.’ een strategie te hebben gevonden om het vraagstuk op te Leren van elkaar lossen, denken ze dat ze klaar zijn en hebben ze moeite om De SLO’ers vinden het niet juist om veel nanog over te gaan tot de uitvoering ervan. Jongens leren dan druk te leggen op wat jongens minder goed ook van meisjes om een opdracht af te ronden en zich aan kunnen dan meisjes. Thijs: ‘Het is natuurlijk de planning te houden en meisjes leren van jongens om de wel belangrijk om aan te sluiten bij wat jonopdracht meer onderzoekend te benaderen. De docent moet gens in vergelijking met meisjes minder goed daar dan wel op sturen. kunnen, en daar verandering in te brengen,
Uit de Handreiking J/M:
UITGELICHT 49 Op metacognitieve vaardigheden vragen jongens om een andere begeleiding dan meisjes maar je moet ook kijken wat jongens wél goed kunnen, en daar meisjes weer van te laten profiteren. Kijk bijvoorbeeld naar samenwerken. Meisjes pakken zaken vaak gestructureerder aan dan jongens. Op zich prima, maar soms is het ook goed om wat meer te improviseren en een wat vrijere aanpak te kiezen. Dat kunnen meisjes dan weer van jongens leren. Als je als docent gewend bent aandacht te besteden aan verschillen tussen leerlingen, zul je ook met deze verschillen op de juiste manier weten om te gaan.’
Docent Hoe kun je er als docent voor zorgen dat leerlingen met wat meer jongensachtige karakteristieken, evenveel aan hun trekken komen als degenen die overwegend meisjesgedrag vertonen? De Handreiking J/M geeft onder de kop ‘Rol van de docent’ een aantal interessante suggesties. Marieke ten Voorde: ‘Ervaren docenten zullen intuïtief al veel van deze good
Uit de Handreiking J/M:
‘boefjes’ van de klas, dan is dat positief voor de sfeer. Ik geef aan wat ik waardeer in leerlingen, ik benoem het gewenste gedrag door een compliment, geen valse veer, vooral bij de boys. Complimenten geven en to-the-point zijn, zijn aspecten die heel goed bij jongens passen. Zij houden van enthousiasme.’
Aansluiten Om de leerinhoud voor jongens én meisjes aantrekkelijk te maken, moet je inspelen op hun interesses. Dit lijkt een open deur, erkent Annette Thijs, maar in de praktijk komt er heel wat bij kijken: ‘Je moet inhoudelijk een breed aanbod hebben, met ruimte voor eigen keuzes van de leerlingen. Probeer aan te sluiten bij hun belevingswereld. Het motiveert met name jongens als je de wereld de school binnenhaalt. Denk aan excursies, authentieke praktijkopdrachten of onderwerpen uit de maatschappelijke actualiteit.’ Hoe krijg je jongens zover dat ze een wat meer actieve rol spelen in de les? De Handreiking J/M biedt verschillende mogelijkheden. Varieer in je werkvormen en de wijze waarop je de stof aanbiedt. (Een docent in een van de onderzoeken: ‘Laat de leerlingen van de raamkant bijvoorbeeld leerlingen van de muurkant de stof uitleggen en zo nodig omgekeerd. Jongens worden daardoor gestimuleerd uit hun stopmodus te komen.’). Biedt voldoende ruimte voor fysieke beweging, want dat stimuleert jongens. En waar ze erg gevoelig voor zijn: competitie. Marieke ten Voorde: ‘Jongens zijn gek op wedstrijden. Een van de docenten doet wel eens Ren-je-rot. Dan leunt er geen jongen meer achterover in de bank. En geen meisje ook trouwens.’
Het werkt bij jongens vaak goed om bij een persoonlijk gesprek naast ze te gaan zitten. Oogcontact wordt niet altijd prettig gevonden. Door naast de leerling plaats te nemen, kan de leerling voor zich uitstaren en daardoor zijn gedachten beter onder woorden brengen.
practices in hun dagelijkse lespraktijk toepassen. Het is goed dat ze zich hiervan bewust worden, zodat omgaan met verschillen, in dit geval tussen jongens- en meisjesgedrag, een structurele plek krijgt in hun didactisch handelen.’
Positief gedrag Uit de onderzoeken van APS en het Kohnstamm Instituut blijkt dat het helpt positief gedrag van jongens te benoemen en te bevestigen en zo weinig mogelijk te reageren op negatief gedrag. Als dat tóch nodig is, doe het dan op een positieve manier. Een van de bevraagde docenten: ‘Heb je een band met de
Meer informatie: SLO 053 4840 840 Annette Thijs a.thijs@slo.nl Marieke ten Voorde m.tenvoorde@slo.nl handreikingjongensmeisjes.slo.nl
Ook rekenen gaat al snel beter dan je verwacht.
Op PrimaOuders.nl vindt u alle educatieve producten voor thuis. Zowel voor kinderen die een beetje moeite hebben met bepaalde vakken, als voor kinderen die juist wat extra uitdaging kunnen gebruiken. Zo kan een kind thuis op een laagdrempelige manier aan de slag met bijvoorbeeld rekenen, schrijven, techniek of geschiedenis. Als leerkracht weet u natuurlijk als geen ander welke producten een goede aanvulling zijn op de les, dus neem gerust een kijkje en laat ons vooral weten wanneer u ervaring hebt met een bepaald product. PrimaOuders. Want elk kind leert anders.
Advertentie Primaonderwijs Hinkelen.indd 1
Alle educatieve producten voor thuis.
05-03-13 11:38
[advertorial]
Stickyforstuff schools In het basisonderwijs wordt veel gecommuniceerd met beelden. En dat is logisch, want plaatjes versterken de boodschap en zorgen dat deze beter blijft hangen. Avery Dennison heeft voor dit doeleinde een handig assortiment van blanco stickervellen ontworpen die je zelf met elke gewenste afbeelding kunt bedrukken. Snel, makkelijk en onderwijsondersteunend!
Probeer het zelf! Vraag een gratis proefset aan op www.avery.eu/ education
tekst manon van wijnen
D
e onderwerpen van de ouderavond, het menu in de schoolkantine, de dagindeling, de wasinstructies bij de wastafel, wie zit er aan welk tafeltje en op welke stoel, en ga zo maar door. In de klas wemelt het van de boodschappen en die blijven, zeker bij jonge leerlingen, stukken beter hangen als ze worden ondersteund met een plaatje. Meestal wordt hiervoor een printje gebruikt met een plakbandje, maar dit ziet er al snel niet meer zo mooi uit en blijft bovendien niet lang op z’n plek zitten. Het assortiment A4-bedrukbare stickervellen van Avery Dennison biedt hierbij uitkomst. Het werkt simpel: je voert het gewenste plaatje (en eventuele tekst) in via het eenvoudige online softwareprogramma, drukt op print en vervolgens heb je je eigen eenzijdig gelamineerde ontwerp in handen. Zeer gebruiksvriendelijk dus!
Vier verschillende categorieën Veel scholen gebruiken al producten van Avery Dennison uit de kantoorartikelenmarkt, van etiketten, tabbladen, tot ordnerruggen en naambadges. Sinds kort is dit assortiment aangevuld met een productlijn speciaal voor het onderwijs die luistert naar de vrolijke naam ‘Sticky Stuff for Schools’. Er zijn vier verschillende categorieën, om het gebruik in de klas te vergemakkelijken: • Organiseren en archiveren Hiermee geef je namen aan stoeltjes, maak je het voor kinderen in één oogopslag duidelijk welke opbergdoos waarvoor bestemd is en laat je een plaatje van een
bepaalde leermethode overal in de klas terugkomen. Maar het is ook ideaal om je eigen ladenkasten en pennenbakken mee te organiseren. • Informeren en communiceren Deze grotere vellen zijn bij uitstek geschikt om op muren en deuren te hangen, om een boodschap aan een groep over te brengen. Handig voor in de klas, maar ook om de onderwerpen en indeling aan te geven tijdens een ouderavond. Deze categorie is behalve voor po ook zeer geschikt voor vo. • Belonen en motiveren Deze belonings- en motivatiestickers zijn er in allerlei vrolijke vormen, van sterren tot rondjes, van tekstballonnen tot gedachtewolkjes en maken de boodschap in een schriftje leuker en aantrekkelijker. Tip: schrijf zelf iets op de sticker om het nog persoonlijker te maken! • Whiteboardfolies Met een whiteboardfolie maak je ieder oppervlak beschrijfbaar. Handig om kinderen iets klassikaal uit te leggen, maar ook om hen te leren schrijven. Het leuke is dat je naar hartenlust kunt experimenteren met nieuwe ontwerpen, omdat je een template eenvoudig weer verwijderd. Dat geldt trouwens ook voor de stickers zelf en zonder dat er lijmresten achterblijven. Praten met plaatjes was nog nooit zo makkelijk!
Probeer het zelf! Surf naar: www.avery.eu/education De producten zijn verkrijgbaar via onze website of bij uw schoolleverancier. Nu ook via Heutink: 25% introductiekorting tot 31 juli 2013.
Schooltv voor het voortgezet onderwijs Schooltv bestaat 50 jaar. Al die jaren is Schooltv er ook voor het voortgezet onderwijs. Graag brengen wij het grote en diverse assortiment aan lesmateriaal dat Schooltv u te bieden heeft nog eens extra onder de aandacht. In de speciale VO-webwinkel vindt u een compleet overzicht van lesmateriaal voor het voortgezet onderwijs uitgesplitst per vak, type onderwijs en niveau. Zo ziet u in een oogopslag welk lesmateriaal geschikt is voor uw lessen. Kijk op schooltv.nl/webwinkel voor de speciale VO-webwinkel en voor lesmateriaal voor uw vak!
Nieuw in de Schooltv-
Schooltv
50 jaar
webwinkel:
eren Om dat te vi juni 1 m t/ u betaalt geen en verzendkost
havo/vwo bovenbouw dvdPLUS € 42,50
Waarom Schooltvlesmateriaal? • ideaal om lessen mee te verlevendigen • lesstof krijgt meer context en duiding • sluit aan bij kerndoelen en eindtermen • sluit aan op lesmethodes van reguliere uitgevers • inzetbaar ter introductie, uitleg of als activerende werkvorm
Geschiedenis Dossier Geschiedenis: De Gouden Eeuw De Gouden Eeuw is een NTR Schooltv-project dat goed aansluit bij de eindtermen voor het vak geschiedenis in de bovenbouw havo en vwo. Op deze dvd staan vier afleveringen van elk 15 minuten waarin de belangrijkste informatie over De Gouden Eeuw aan bod komt. De afleveringen sluiten nauw aan bij het onderwerp ‘Republiek in eent tijd van vorsten’. Op deze dvdPLUS staan de volgende onderwerpen: Machtsstrijd in de Republiek, Handel is macht, De Verenigde Oost-Indische Compagnie en Oorlog op zee.
schooltv.nl/webwinkel
havo/vwo bovenbouw
vmbo onderbouw
handleiding en dvd v.a. € 17,50
dvdPLUS € 42,50
Duits
Geschiedenis
Duits voor de profielen 1 t/m 8
HistoClips 20 t/m 23
Het NTR: Schooltv-project Duits voor de profielen is bestemd voor de klassen 4 - 6 havo/vwo. De afleveringen zijn voor een deel afkomstig uit populairwetenschappelijke Duitse (jongeren)programma’s die gedegen en tegelijk attractieve informatie geven over actuele thema’s. Docenten Duits krijgen hiermee de beschikking over boeiend, authentiek en leeftijdsrelevant materiaal dat bijzonder goed aansluit en voorbereidt op de exameneisen havo/vwo. De serie is bestemd om de kijk- en luistervaardigheid van de leerlingen te ondersteunen. De gekozen afleveringen zijn gerelateerd aan de verschillende profielen in het havo/vwo: economie en maatschappij, cultuur en maatschappij, natuur en gezondheid, natuur en techniek.
De onderwerpen in deze reeks HistoClips sluiten aan bij de leerstof en lesmethoden geschiedenis bestemd voor leerlingen in klas 1 en 2 van het vmbo. Verleden en heden raken elkaar in deze serie door prachtige beelden, heldere uitleg en boeiende onderwerpen. Hoe hebben gebeurtenissen uit het verleden bijgedragen aan onze hedendaagse samenleving? Op deze dvdPLUS staan de volgende onderwerpen: De oude Egyptenaren, De Tweede Wereldoorlog, Nederland in de Tweede Wereldoorlog, Berlijn en de Koude Oorlog. Naast de afleveringen bevat deze dvdPLUS ook educatieve spellen. De spellen zijn interactief en geschikt voor het digibord, zodat de kennis en verwerking van de begrippen geoefend kunnen worden.
havo/vwo bovenbouw
havo/vwo bovenbouw
dvdPLUS € 42,50
dvdPLUS € 42,50
Maatschappijleer
CVK
Dossier maatschappijleer 13 t/m 16
KunstlichtNext 13 t/m 16
Dossier maatschappijleer is een project bestemd voor de bovenbouw van havo/vwo. Een serie over maatschappelijke vraagstukken vanuit de domeinen rechtsstaat, verzorgingsstaat, parlementaire democratie en pluriforme samenleving. In elke aflevering staat een actueel maatschappelijk thema centraal. Deze thema’s worden in een nationale, internationale en historische context geplaatst. Op de dvdPLUS staan de volgende afleveringen: Rechtsstaat: Privacy en de wet, Verzorgingsstaat: Armoede in Nederland, Parlementaire democratie: Burgers aan zet, Pluriforme samenleving: Religie.
Aan de hand van het project KunstlichtNext kunnen leerlingen culturele activiteiten ondernemen en informatie opzoeken en verwerken. Iedere aflevering behandelt vanuit een discipline een cultureel of kunstzinnig onderwerp en belicht daarvan de cultuurhistorische achtergrond. De afleveringen geven kennis over kunst en cultuur(geschiedenis), maar bieden ook informatie aan die tot discussie en reflectie moet leiden. Op deze dvdPLUS staan de afleveringen Kunst en de romantiek, Kunst en retromanie, Kunst en nieuwe media en Kunst en de economische macht.
BlijfKijk op de hoogte van relevant materiaal voor jouw vak! Schrijf je invoopopschooltv.nl/nieuwsbrieven. voor het uitgebreide assortiment aan lesmateriaal voor het schooltv.nl/webwinkel
54 VERRIJKING
Aangescherpte exameneisen Vorig schooljaar zijn de exameneisen in het voortgezet onderwijs aangescherpt en ook voor dit schooljaar gelden er nieuwe exameneisen: voor het havo en het vwo is de zogenaamde kernvakkenregel van kracht. Om leerlingen, ouders en onderwijspersoneel zo goed mogelijk te infomeren bieden het Ministerie van OCW en het LAKS dit schooljaar opnieuw de mogelijkheid om een handzame folder te bestellen over de exameneisen. Decanen en examencoördinatoren kunnen de folders bestellen op www.examen.nl/voorlichting.
Lesgeven over relaties en seksualiteit! Enthousiast en gemotiveerd waren de leerkrachten en docenten die op 13 februari aanwezig waren bij de regiobijeenkomst Liefde kan je leren. Omdat sinds december 2012 de thema’s seksualiteit en seksuele diversiteit zijn opgenomen in de kerndoelen van het onderwijs, leven er op scholen veel vragen over dit onderwerp. Tijdens de bijeenkomst maakten de aanwezigen kennis met de lespakketten Relaties & Seksualiteit voor het basisonderwijs en Lang Leve de Liefde voor het voortgezet onderwijs. De inhoud van de lessen kwam aan de orde, maar er is ook antwoord gegeven op de vragen en ervaringen van leerkrachten, ouders en kinderen. Daarnaast kwam de discussie op gang over het al dan niet met de hele school starten met deze lessen en het belang van het thema voor jonge kinderen, met elk jaar specifieke accenten. Naast het inhoudelijke programma op de regiobijeenkomsten, presenteren Rutgers WPF, Soa Aids NL en de regionale GGD’en hier hun lespakketten en ondersteunende materialen. Zo zijn er verschillende voorleesboeken, folders, draaiboeken en brochures voor ouders over dit onderwerp. Er zijn nog
twee bijeenkomsten dit jaar, op 17 april 2013 in Lelystad (alleen voortgezet onderwijs) en op 24 april 2013 in Maastricht. Voor meer informatie, data en gratis inschrijven www.liefdekanjeleren.nl.
Ververs Award Prijs voor inspirerende onderwijsvisies
vis ins ide to e ond
pri
pir
eën
ko m
er w
js €
5.0
Welke onderwijsvisie spreekt jou het meest aan?
ie at i e
st
ijs
00
De Ververs Award is een stimuleringsprijs voor inspirerende onderwijsvisies die antwoord geven op de wat-vraag: wat is in de toekomst voor leerlingen de moeite waard om te leren? De afgelopen maanden hebben diverse mensen zich aangemeld voor deze stimuleringsprijs. Deze aanmeldingen zijn te vinden op www.verversaward.nl/kandidaten met de bedoeling dat hun visies en voorbeelden anderen inspireren en motiveren.
Maar de Ververs Award is bovenal een stimuleringsprijs van € 5.000 voor de meest aansprekende inzending. Een onafhankelijk jury buigt zich daarom half april over alle inzendingen en kiest daaruit een drietal genomineerden. Zij maken tijdens het afsluitende debat op 28 mei 2013 kans op de Ververs Award. Onderdeel van het eindoordeel is de stem van het publiek. Welke onderwijsvisie spreekt jou het meest aan? Op de website kun je van 12 april tot en met 24 mei 2013 een stem uitbrengen op je favoriet.
vis ie ins pir at ide eën ie to e k ond omst er w pri js € ijs 5.0 00
ADV vakblad EDG Ververs Award.indd 1
VER aw VERS a rd
Stemmen op je favoriete genomineerde kan via www.verversaward.nl.
04-03-13 12:30
De Lerarenbeurs. Beter voor de klas. Volg een bachelor- of masteropleiding met de Lerarenbeurs. Dit verhoogt niet alleen je eigen niveau, maar ook dat van je leerlingen. Haal het maximale uit jezelf ĂŠn zie dat terug in je klas. Een Lerarenbeurs aanvragen kan van 1 april tot en met 15 mei 2013 op www.duo.nl.
123501042 OC&W_192x285_PO.indd 1
26-02-13 10:49