Nummer 5 / Juni 2023
DIARY
DIARY DIARY
Emer Beamer
DIARY
sta jezelf toe een speelse houding te hebben
een heel breed palet
Chatgpt in het onderwijs
Manieren om deze nieuwe tool als hulpmiddel te gebruiken
DIARY
Schrijflessen blijven nodig
Myrthe, Arian en Sabine geven creatieve tips om toe te passen
DIARY DIARY
creativiteit onderwijsinhet
Creatieve inzet voor goed doel
‘Ze komen tijdens de Kinderpostzegelactie met de leukste ideeën.’
DIARY
/ verschijnt 5x per jaar
www.primaonderwijs.nl
Opeens staat Ed Sheeran voor de klas.
Én Martin Garrix, Harry Styles en Dua Lipa. Met Blink Engels werken leerlingen met zelfgekozen popsongs als lesmateriaal. Dat prikkelt ze, maakt ze enthousiast en leert ze spelenderwijs Engels spreken, luisteren, lezen, schrijven én zingen. En als de lessen dan ook nog worden afgesloten met een vrolijke karaoke, is het vak Engels opeens allesbehalve boring.
Dat is precies wat Blink, een van de meest oorspronkelijke educatieve uitgeverijen van Nederland, voor ogen heeft. En niet zonder succes. Sinds de lancering in 2012 hebben ruim 425.000 leerlingen zich in groep 8 met Blink Engels (voorheen Groove.me) voorbereid op het voortgezet onderwijs.
Blink ontwikkelt lesmethodes die naadloos aansluiten op de belevingswereld van de leerlingen. Lesmethodes die gebaseerd zijn op de laatste wetenschappelijke inzichten, maar vooral ook op de kennis, kunde en praktijkervaring van leerkrachten zelf. Van jou dus. En dat blijven we doen.
Meer weten? Scan de QR-code of ga naar blinkengelspo.nl
Ontdek de wereld.
Een heel breed palet
creativiteit in het onderwijs
In het onderwijs zijn jullie als professionals veel bezig met je scheppend vermogen. Je schept orde in de klas, je schept een veilig klimaat en je creëert ook leerzame en prettige lessen om het beste uit je leerlingen te halen. Creativiteit is daarom niet weg te denken in het onderwijs. Van Dale zegt ‘creativiteit’ betekent ‘scheppend vermogen’. Dit themanummer is wat meer out of the box. Om jullie te inspireren zijn we op zoek gegaan naar verhalen waar creativiteit een grote rol speelt.
Met creativiteit denken mensen gewoontegetrouw vaak nog aan activiteiten zoals knutselen, schilderen of toneel. Maar tegenwoordig wordt ook veel gekeken naar het oplossend vermogen. Dat heb je nodig om vraagstukken en bestaande problemen het hoofd te kunnen bieden. Een creatieve geest is hierbij onmisbaar.
Binnen het het thema ‘creativiteit in het onderwijs’ in deze editie gaan de verhalen ook zeker niet alleen over knutselen en de culturele of creatieve vorming van kinderen. De manier waarop een leerkracht of docent problemen oplost, kan ook heel creatief zijn. Neem bijvoorbeeld het oplossen van het lerarentekort. We hebben hiervan twee mooie voorbeelden, die je vindt op pagina 8
En wat te denken van alle 21st century skills. Afgelopen periode is er veel gedacht en gezegd over ontwikkelingen als ‘ChatGPT’. Spannende ontwikkelingen die met argusogen gevolgd worden. Toch kan ook het onderwijs hier gebruik van maken. Tips lees je op pagina 10
En hoe breng je de kinderen weer de vaardigheid ‘schrijven’ bij, nu ze allemaal vooral via telefoons en tablets communiceren en dan ook nog door afkortingen naar elkaar te sturen. Ook hiervoor heeft een aantal leerkrachten suggesties waarmee je aan de slag kunt. Lees ze op pagina 48.
Onderwijsadviseur Machiel Karels: ‘Kennis is een grondstof voor creativiteit. Hoe meer kennis, hoe beter je kunt associëren en hoe beter je in staat bent om problemen vanuit een ander perspectief te beoordelen.’ Benieuwd naar de wetenschappelijke benadering van creativiteit op school? Op pagina 16 vind je hier meer over.
Dit is slechts een greep uit de verhalen in deze editie.
Zoals altijd wens ik je: veel leesplezier!
Wiesette Haverkamp
Hoofdredacteur PrimaOnderwijs
Ideeën, vragen, verzoeken voor PrimaOnderwijs? Mail naar redactie@primaonderwijs.nl
Volg @PrimaOnderwijs ook op Instagram, LinkedIn, Twitter en Facebook.
PrimaOnderwijs 3
VOORWOORD
nieuws
Heb jij een tip voor de redactie?
Stuur een e-mail naar redactie@primaonderwijs.nl
Spelenderwijs leren over moderne dans
Speciaal voor het primair onderwijs ontwikkelde Nederland Dans Theater (NDT) laagdrempelige dans-apps waarmee leerkrachten op een creatieve manier aan de slag kunnen met dans in de klas. Zo is er dansonderwijs voor ieder kind in Nederland. Met de komst van de nieuwste app Cacti (groep 1 en 2) is er voor ieder leerjaar een digibord-app beschikbaar.
‘’We zijn trots op onze nieuwste digibord-app Cacti voor kleuters. Voor leerkrachten zijn de apps eenvoudig en zonder voorbereiding te gebruiken en inzetbaar voor andere vakken en leergebieden. Zo werken kinderen ook aan taal, burgerschap, muziek, ruimtelijke oriëntatie, sociale emotionele vaardigheden en motorische ontwikkeling”, aldus Eva Monen, manager Talentontwikkeling & Educatie NDT.
Juf Nicole Hoenselaar van Aloysius school
Maasland gebruikt de app Cacti in haar klas:
“De sfeer is heerlijk, de kinderen zijn blij als ze Cacti zien want ze weten dat de stoelen aan de kant gaan en dat er beweging komt. Ze praten terug tegen Cacti dus de taal die de app gebruikt is op niveau van de kinderen. Vier-, vijf- en zesjarigen hebben veel aan de visuals en doen graag de dansers na. Het is een verademing dat ik zelf mag bepalen welke onderdelen ik aanbied aan de kinderen, er staat al zoveel vast in alle andere activiteiten.”
De gratis dans-apps vergen weinig voorbereidingstijd. Ze sluiten aan op de leerdoelen binnen het primair onderwijs, zoals vastgelegd door Stichting Leerplanontwikkeling (SLO). Er zijn vier apps beschikbaar:
Cacti, geschikt voor groep 1 en 2 Parade, geschikt voor groep 3 en 4 Dreamplay voor groep 5 en 6 The Statemen t voor groep 7 en 8.
Vraag de dans-apps van NDT gratis aan op ndt.nl/dansapps
Rapporteren over banen voor mensen met afstand tot arbeidsmarkt
Hoeveel banen heeft de school gerealiseerd voor mensen met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt? Vanaf verslagjaar 2022 zijn het primair- en voorgezet onderwijs verplicht hierover te rapporteren. Het gaat om banen die vallen onder de banenafspraak.
Het ministerie wil graag monitoren hoeveel zinvolle banen met toekomstperspectief er door schoolbesturen gerealiseerd hebben en welke acties schoolbesturen hebben ondernomen op de banenafspraak. Overheid en onderwijs hebben zich in de banenafspraak uitgesproken over het belang om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een beter perspectief op een reguliere baan te geven.
6 Tips van de redactie
Moestuin als leslokaal
Er zijn kinderen die niet weten dat melk van een koe komt en denken dat groenten groeien in de supermarkt. Daarom is het leuk om met hen te moestuinieren. Niet alleen leren ze waar voedsel vandaan komt, maar ze zijn ook bezig in de buitenlucht. Maar hoe leg je een moestuin aan en hoe houd je deze bij? Wat zijn leuke activiteiten en weetjes om kinderen actief betrokken te houden?
Moestuinierenmetkinderen.nl is een platform boordevol natuurweetjes, proefjes en opdrachten, lekkere recepten en duidelijke online moestuinlessen om kinderen spelenderwijs kennis te laten maken met moestuinieren.
Met de online cursus ‘Natuurlijk Moestuinieren’ leer je moestuinieren vanaf de basis. Het hele jaar door krijg je wekelijks toegang tot nieuwe lessen, tot 250 lessen. Zo leer je over het bepalen van de bodemsoort, grondbewerking, bemesten, composteren, planten, zaaien en onkruid- en plaagdierbestrijding. Ook leer je over planten en dieren op en rond de moestuin, het klimaat en het weer. De cursus bevat daarnaast veel natuurweetjes zoals de winterslaap van de kikker, bestuiving en de vogeltrek. De informatie in de cursus is geschreven voor volwassenen, maar helder uitgelegd en gemakkelijk door te geven aan kinderen.
De kinderactiviteiten zijn ingedeeld op leeftijd. Zo kun je kiezen voor moestuinieren met kleuters of met 6-12 jaar. Een abonnement op moestuinierenmetkinderen.nl is er vanaf €4,99 per maand.
Meer informatie: www.moestuinierenmetkinderen.nl
Hét kennisfestival waar de nieuwste (wetenschappelijke) ontwikkelingen, de mooiste verhalen en de meest inspirerende praktijkvoorbeelden over geletterdheid en gecijferdheid worden gedeeld. Een dag waar persoonlijke ontwikkeling en elkaar ontmoeten centraal staan. Met bijdragen van: Eric van ‘t Zelfde, Carolien Knoop - van Kampen, Femke Scheltinga, Wied & Cécile Ruijssenaars en vele anderen. Kijk voor meer informatie op www.leesentelmee.nl.
PrimaOnderwijs 7 Scan de QR-code en boek jouw ticket! hét kennisfestival 10.00 - 17.00 uur • KNVB-Campus
Zeist
Taalvirtuoos, kunstenaar of sportcoach voor de klas
Het lerarentekort blijft een hoofdpijndossier. Diverse scholen proberen dit creatief op te lossen. Twee voorbeelden.
Volgens directeur Kim Bennewitz van basisschool Het Palet vraagt het lerarentekort om creatieve oplossingen. “De sleutel? Die ligt bij het anders organiseren van je onderwijs.”
Wie een dag meeloopt op Het Palet in Almere - de gemeente met het grootste lerarentekort - ziet groepjes leerlingen hinkelend over een interactieve vloer bewegen. Samen met een sportcoach oefenen ze de tafels. Volgens directeur Kim Bennewitz zijn kinderen namelijk niet gemaakt om de hele dag aan een tafel te zitten. “Bewegend leren is een leuke manier om stof eigen te maken. We vliegen hiervoor een sportcoach van buitenaf in. Dat verbetert ons onderwijs en vermindert druk op leerkrachten. Zij houden tijd over om les te geven, de administratie te doen of gesprekken te voeren met ouders.” Verderop in een klaslokaal werken de kinderen met een kunstenaar aan een groot kunstobject. “We werken ook samen met cultuurorganisaties.
Zo komen kunstenaars twaalf keer per jaar op school om aan het kunst en cultuurcurriculum te werken binnen een actueel thema. Dat doen ze samen met bijvoorbeeld een onderwijsassistent die de klas goed kent. Natuurlijk ligt de regie bij de leerkracht.”
8
Tekst: Marleen Kuijsters
Kim Bennewitz
Het Sint-Janslyceum in Den Bosch zet bovenbouwleerlingen in om leerachterstanden op basisscholen uit de buurt aan te pakken. “We doen iets aan kansengelijkheid én interesseren jonge mensen voor het onderwijs.”
“Als je breuken optelt of aftrekt is het nodig om gelijke noemers te hebben”, legt een scholier van het Sint-Janslyceum uit aan een basisschoolleerling. Verderop helpt een van zijn klasgenoten drie kinderen met begrijpend lezen.“In coronatijd liepen leerlingen op Bossche basisscholen leerachterstanden op”, vertelt rector Jean Wiertz van het Sint-Janslyceum. “De bestuurder van Signum waaronder veel basisscholen vallen, klopte bij ons aan en binnen vijf minuten was het idee voor Talent2Teach een feit. Getalenteerde leerlingen van onze school krijgen een pedagogisch-didactische cursus bij de lerarenopleiding van Fontys. Daarna begeleiden ze kansarme leerlingen van de groepen 6, 7 en 8 van een basisschool bij hun schoolwerk.”
Extra aandacht
Ruim dertig leerlingen van het Sint-Janslyceum begeleiden ieder een groepje van drie basisschoolleerlingen bij rekenen, taal en begrijpend lezen: drie uur op school en nog eens zeven uur online. De groepsleerkracht is eindverantwoordelijk.
“De basisschoolleerlingen krijgen op deze manier extra aandacht zonder dat er een commercieel instituut bij betrokken is”, zegt Wiertz. “Onze scholieren krijgen op hun beurt begeleiding van pabostudenten en het salaris wordt betaald door Stichting Leergeld.”Leerlingen van het Sint-Janslyceum mogen niet zomaar aan de slag, ze gaan door een strenge selectie. “Tijdens een sollicitatiegesprek bekijken we samen met de leerling of lesgeven bij hen past. Leerlingen moeten overcapaciteit hebben om dit naast hun studie te kunnen doen. Ze moeten sociaal
Bennewitz mag altijd een beroep doen op de sportcoach of kunstenaar als er een leraar ziek is en ze geen vervanging kan vinden. De school leidt zij-instromers op en zet vrijwilligers in om een workshop te geven of te helpen bij administratieve taken. Toch bezorgt het lerarentekort het Palet soms kopzorgen. “We hebben acht groepen en ook last van het lerarentekort. We hebben het door anders te organiseren opgelost. Maar laatst waren drie leerkrachten ziek. Dan moet je iets. We hebben de ene dag een groep leerlingen thuis aan digitale opdrachten laten werken en de volgende dag een andere groep. We willen voorkomen dat leerlingen meerdere dagen thuis zitten.”
Mini middelbare school
Het oude onderwijssysteem met ieder leerjaar een
en slagvaardig zijn, zich willen inzetten voor het maatschappelijk belang en zich minimaal een half jaar verbinden aan het project.”
Carrière in het onderwijs
Volgens Wiertz is het project een succes. “Basisschoolleerlingen geven aan dat ze veel hebben aan de extra ondersteuning. Onze scholieren staan vanwege hun leeftijd dichterbij en kunnen goed aansluiten bij de belevingswereld van deze kinderen. En onze scholieren vinden het waardevol om te doen. Het geeft voldoening dat leerlingen opeens bepaalde stof wel begrijpen. Verschillende scholieren denken nu zelfs na over een carrière in het onderwijs.”
Wietz hoopt dat andere schoolbesturen het voorbeeld volgen. “We zijn anderhalf jaar geleden gestart. Iedereen kan dit doen en zich bij ons aansluiten. We vragen alleen om de naam Talent2Teach te gebruiken en in ons kennisnetwerk te stappen. Wij willen onze ervaringen delen en gebruik maken van de ervaringen van anderen. Laten we met elkaar de leerachterstanden vanuit het werkveld oppakken en jonge mensen interesseren voor het mooie vak.”
eigen leerkracht voor de klas, is volgens Bennewitz niet vol te houden. Het is één van de redenen waarom het Palet werkt met leerpleinen. “We zijn een soort mini middelbare school. Leerlingen hebben meer eigenaarschap over hun eigen leerproces en vakspecialisten geven les. De rekenmeester, een leerkracht die handig is met getallen, geeft rekenles aan meerdere leerjaren. De taalspecialist neemt de taallessen voor haar rekening. En ook leuk: een onderwijsassistent geeft muzieklessen, want zij speelt zelf in een band. Iedereen doet dus waar hij goed in is voor meerdere leerjaren. Het verbetert de kwaliteit van het onderwijs en hierdoor kunnen we het lerarentekort beter opvangen. Onze leerlingen varen er wel bij.”
PrimaOnderwijs 9
Jean Wiertz
Creatieve inzet van ChatGPT
“Eén woord zoemde steeds door mijn hoofd: ChatGPT. Als ICT-coach heb je voelsprieten voor alles dat nieuw is binnen de digitale wereld. Natuurlijk sloeg ik hierop aan, maar tegelijkertijd voelde ik ook angst. Wat betekenen deze nieuwe AI-tools voor het onderwijs? Wat gaat het überhaupt betekenen voor de toekomst van ons menszijn? Verdwijnen banen als juf of tekstschrijver hierdoor?
Begin december hoorde ik voor het eerst van ChatGPT tijdens een uitzending van OP1, waarin Alexander Klöpping uitlegde hoe ChatGPT zelf een opiniestuk kon schrijven. Scan de QR-code om de de uitzending terug te zien. Ik was dus onder de indruk en tegelijkertijd angstig. Deze slimme tool zou het onderwijs weleens compleet op zijn kop kunnen zetten. Ik dacht alleen maar aan plagiaat en wangedrag van leerlingen! Zo dachten velen met mij.
Toch besloot ik ChatGPT niet te ontlopen, maar te omarmen. Ik heb de tool getest en uitgeprobeerd in mijn groep, erover gepraat met ICT’ers, vrienden en collega’s en er veel over gelezen. Mijn conclusie is dat ChatGPT een positieve invloed kan hebben in het onderwijs als we de kansen zien en er niet voor weglopen. Wat is ChatGPT precies? ChatGPT is een tool voor kunstmatige intelligentie die in november 2022 uitkwam. GPT staat voor Generative Pre-trained
Transformer. Het is een chatrobot die veel tekstuele data heeft geleerd en daardoor in staat is om mensachtige antwoorden te geven op een breed scala aan vragen. Jij typt een vraag en de bot geeft je binnen enkele seconden antwoord.
Flabbergasted was ik na mijn eerste kennismaking met mijn nieuwe digitale vriend. Niet alleen door zijn antwoorden, maar ook door de talloze mogelijkheden die ik ineens zag. ChatGPT schreef een lied voor mij, stelde een menu samen. Het was te gek. Ik begon al snel de voordelen in te zien, ook voor mijn eigen onderwijs. Maar ik zag ook dat die bot nog verre van perfect was en duidelijk fouten maakte. Ik ontdekte teksten met onnauwkeurige, onjuiste informatie en besefte dat mijn menselijke controle dus gelukkig nog nodig was.
10
Tekst: Mandy de Bruijn
Andere wegen inslaan
ChatGPT verandert mijn lessen zeker. Thuis een werkstuk maken is geen optie meer, evenals huiswerk dat niet meer te controleren valt of het door de leerling zelf is gemaakt. Dit vraagt om andere wegen die we moeten bewandelen. We moeten ons richten op het aanleren van hoe we om kunnen gaan met AI. Maar ook het kritisch denken en het creatief organiseren van ideeën met websites, interactieve presentaties, video’s, infographics, podcasts, blogposts, digitale kunst en andere nieuwe en veranderende mediavormen worden steeds belangrijker.
Gebruik als hulpmiddel
Wat als we ChatGPT nu eens zouden gebruiken om leerlingen te helpen in plaats van er uit angst voor weg te rennen? Als we al onze zorgen over ChatGPT opzij zetten (en dat zijn er veel, ik weet het), kunnen we deze tool omarmen als hulp. Het stelt docenten in staat een schat aan informatie binnen handbereik te hebben om leerlingen op andere manieren te helpen bij het leren. Denk aan:
Schrijfhulp
We kennen allemaal leerlingen die worstelen met het schrijven van teksten. Deze kinderen blijven dit vaak ook moeilijk vinden. Maar wat als ChatGPT kan helpen? De tool kan een verhaal schrijven dat leerlingen kunnen veranderen of herzien. Ook kan ChatGPT suggesties geven voor grammatica, woordenschat of zinsbouw of de eerste alinea schrijven, waardoor de leerling zelf verder kan gaan.
Feedbackhulp
Soms moeten leerlingen lang wachten op een stukje feedback van jou als leerkracht. Ook hierin kan ChatGPT helpen. Laat de leerling het gemaakte werk invoeren als vraag en binnen enkele seconden ontvangt hij of zij feedback of het goed of fout is.
Lesmateriaal, tijd besparen
Leerkrachten maken constant nieuw materiaal. ChatGPT kan een deel van dat werk overnemen. Denk aan het genereren van woordenlijsten voor het lezen of
ChatGPT schreef
een lied voor mij, stelde een menu samen. Het was te gek!
het maken van een werkblad met een gatentekst waar het geleerde moet worden ingevuld. Of wat denk je van vragen bij een tekst voor het begrijpend lezen? Bedenk het maar en ChatGPT kan het maken.
Denk positief
Dit zijn een paar creatieve ideetjes om deze tool te gebruiken. Het vergt een verandering, maar ik weet zeker dat er dan nog veel meer creatieve, enthousiaste en nieuwe ideeën opborrelen in de toekomst. Met daarbij één kanttekening: het kan pas slagen als leerlingen gedegen hebben geleerd hoe deze tool te gebruiken. Wij docenten moeten erop vertrouwen dat leerlingen ChatGPT gebruiken om iets nieuws te creëren in plaats van de antwoorden te kopiëren en te plakken om hun werk snel en met weinig moeite af te ronden. Dat vraagt echter eerst een gedegen uitleg en omdenken in het onderwijs.
Ik hoop dat naarmate docenten en leerlingen meer leren over ChatGPT, de goede dingen zwaarder gaan wegen dan de slechte. AI kan het onderwijs efficiënter en effectiever maken. Ik raad je ten zeerste aan om ChatGPT zelf uit te proberen. Het is voorlopig helemaal gratis. https://chat.openai.com/chat
11
Enthousiasmeren met LEGO, robots en een wedstrijdelement: succes verzekerd
Met contextrijk leren maak je lesstof tastbaar ’
Context bieden - wat heb ik er aan en wat kan ik ermee? – is belangrijk om kinderen te enthousiasmeren voor techniek, meent Platform Talent voor Technologie dat programma’s biedt voor contextrijk leren. Marc van der Maaten past het dagelijks toe in zijn lessen. “Zelf ontdekken en kritisch nadenken motiveert kinderen enorm.”
Tekst: Heleen de Bruijn
Marc van der Maaten geeft gymlessen aan groepen 2 tot en met 8 en techniekles aan groepen 7 en 8 op OBS De Wissel. “Ik ben gymleraar geworden om kinderen uit de klas te kunnen halen en hen te laten ontspannen. Ik merkte dat bij gym hun woordenschat omhoog ging. Dus dacht ik: waarom integreer ik niet ook andere vakken in mijn gymlessen? Door te bewegen, nemen ze lesstof beter op.
Neem bijvoorbeeld een vorm van trefbal, luchtkriktrefbal. Hierbij moeten kinderen een bal onder een bank doorrollen, maar die bank is te laag. Dus geef ik ze een soort luchtkussens om onder de bank te leggen, die ze tijdens het spel kunnen oppompen. De bank komt omhoog zodat de bal er onderdoor kan. Daarmee kunnen ze het spel winnen. Ik heb dat zelf
verzonnen. Als ik door Gamma of Action loop, zie ik bij wijze van spreken overal gymmateriaal.”
Door context toe te voegen maak je volgens Marc lesstof tastbaar. “Het gaat erom dat kinderen de betekenis en de zin zien van hetgeen ze leren. Bij luchkriktrefbal: door techniek te gebruiken, het omhoog pompen van een bank, kunnen ze iets bereiken, in dit geval het spel winnen.”
Van der Maaten leert zijn leerlingen kritisch nadenken over lesstof: ‘Wat kan ik ermee en waar kom ik uit als ik een zijspoor neem om een probleem op te lossen?’
“Kinderen kritisch laten nadenken, motiveert. Zo komen hun talenten en vaardigheden naar boven. En de succesbeleving is groot.”
12
‘
Robots en programmeren
Dat succes beleven leerlingen ook in de lessen techniek. Hij werkt met de onderwijsprogramma’s ‘
FIRST® LEGO ® League’ en ‘Vakkanjers’ van Platform
Talent voor Technologie. Deze organisatie wil leerlingen van het basis- en voortgezet onderwijs enthousiasmeren voor techniek. Een van de manieren is het toevoegen van context. De genoemde programma’s doen dat door een maatschappelijk thema en de praktijk centraal te stellen en leerlingen hun (technisch) probleemoplossend vermogen te laten ontdekken. “Met contextrijk leren krijgen kinderen een inspirerend en realistisch beeld van de rol van technologie in de maatschappij, ze krijgen beroepsperspectieven, doen 21ste-eeuwse vaardigheden op en worden uitgedaagd om hun eigen talenten in bèta, techniek en technologie te ontdekken”, aldus het platform.
FIRST LEGO League heeft jaarlijks een ander thema. Groepjes leerlingen gaan aan de slag met een probleem uit de praktijk, waarvoor ze een innovatieve oplossing moeten bedenken. Ze leren onderzoeken, samenwerken en hun oplossing presenteren. Ook bouwen en programmeren ze hun eigen robot die vervolgens verschillende missies uitvoert. Sommige scholen vaardigen een of meerdere teams af naar een regiofinale waar plekken te vergeven zijn voor de bruisende landelijke finale. Scholen benutten FIRST LEGO League als invulling van hun wetenschaps- en techniekonderwijs, waardoor de hele klas vaardigheden opdoet. Op OBS De Wissel is dit een gewild naschools project. Van der Maaten: “Wij laten hiervoor kinderen solliciteren met een brief, door opdrachten te doen en met een sollicitatiegesprek. Zo selecteren we een team. Elke woensdagmiddag werken ze op school aan de probleemstelling.”
Ideeën voor fris klaslokaal
Het programma Vakkanjers, ook met een halve en landelijke finale, gebruikt Van der Maaten in zijn wekelijkse technieklessen. “Het is een praktische techniekwedstrijd waarbij de kinderen een realistische uitdaging krijgen. De klas verzint daar in groepjes een oplossing voor. Soms wordt zo’n oplossing door een bedrijf ook echt uitgevoerd. Er wordt dus serieus naar hun idee gekeken en dat motiveert. Vorig jaar moesten ze voor het Van Goghmuseum een verplaatsbaar pop-upmuseum ontwerpen. Dit jaar ging het om ideeën voor een fris klaslokaal. De schoolwinnaar had het idee om ventilatoren aan de laadjes van hun tafeltjes te bevestigen.”
In de technieklessen doet Van der Maaten ook andere dingen. “Zo laat ik ze bijvoorbeeld een blijde (middeleeuwse katapult) maken van satéprikkers en elastiekjes. Vervolgens moeten ze die in het groot bouwen in de gymzaal, om in een spel op elkaar te kunnen schieten. Wie het snelste zijn blijde bouwt, heeft een voorsprong. Doordat ik in de techniekles al begin en verderga in de gymles, hebben ze bij de start al een doel voor ogen en dat vinden ze leuk.”
Draagvlak
Van der Maaten is nog de enige op zijn school die structureel techniekles geeft en daarbij technische context de school in brengt. “Maar collega’s komen ook kijken bij bijvoorbeeld de regiofinales van de FIRST LEGO League. Dat zorgt voor draagvlak. Mooi is dat we als school hebben besloten om meer met projecten te gaan werken. Als je kinderen daarbij zelf onderzoek laat doen, ben je al snel bezig met contextrijk leren.”
Volgens Van der Maaten kan elke school daarmee aan de slag. “Je kunt met FIRST LEGO League beginnen, daar hoef je niet technisch voor te zijn. Er zitten goede instructies bij en als leerkracht heb je een coachende rol. Ook bij gratis programma van Vakkanjers word je helemaal begeleid, de kinderen hoeven het alleen nog maar uit te voeren. Of begin zelf een project en praat met kinderen over hun interesses.”
Meer weten over FIRST® LEGO® League of Vakkanjers?
Ga naar www.firstlegoleague.nl en www.vakkanjers.nl. De inschrijvingen voor het komende schooljaar staan t/m oktober 2023 open.
PrimaOnderwijs 13
Marc van der Maaten
CREATIVITIJD VOOR JOU!
Tijd om nieuwe dingen te ontdekken.
Coöperatief vergaderen Training C
Rekencoördinator Opleiding R
Excellente teamleider Opleiding E
Activerende didactiek Training A
beeld&box gecijferdheid s.omjs.nl/keq
Toekomstbewuste schoolleider Opleiding T
Intern begeleider als kwaliteitscoördinator Opleiding I
Ernstige rekenproblemen en didactiek E
Formatieve evaluatie Training F
TIJD VOOR JOU
Bekijk ons volledige aanbod van trainingen, opleidingen, leergangen & studiereizen:
omjs.nl/academie s.omjs.nl/cre
5 minuten formatief s.omjs.nl/mah
‘ Nét lekker genoeg om niet vies te zijn’
‘Hoe ik toch zo’n hippe broek kon hebben’, vroeg een leerling zich af. Beige jeans, wat vale plekken én lichtroze aan de binnenkant. Toen ik wist te melden dat ik hem toch echt al vijf jaar had kwam er een soort geruststelling. “Ik vond het al raar juf, dat oude mensen zo’n broek zouden kopen.”
Dus. Even hardop creatief denkend vat ik het maar op als compliment. Kennelijk kan ik er ‘op mijn leeftijd’ nog mee door. Dat creatieve denken heeft de situatie wel vaker kunnen redden trouwens. Vaak gepaard met wat humor en dat is meteen wat het onderwijs voor mij zo mooi maakt.
De creatieve breinen van kinderen kunnen er ook wat van, binnen maar ook buiten de klas. Waar de vader zucht wanneer de spoorbomen naar beneden gaan, verzucht het kind dat het zo blij is dat hij de trein eindelijk eens weer kan zien. En waar het ene kind weer eens wat in haar bord zit te roeren, weet de ander te melden dat het nét lekker genoeg is om het niet heel vies te vinden.
Creatief denken, omdenken, innovatie …. het kan je niet ontgaan. Kinderen, maar ook leerkrachten worden ‘aan’ gezet. Nieuwe functies op het digibord, zelf zaken ontwerpen, eigen leervragen bedenken, creatieve werkvormen inzetten en creatief met je tijd omgaan. Het ene kind zwemt heerlijk in creativiteit, een ander heeft een duidelijk stappenplan nodig, omdat verzuipen op de loer ligt. Ook menig leerkracht zwemt of verzuipt (bijna), het aanbod van nieuwe ideeën, tools, apps,
opvattingen en producten is groot. Enkele dagen geleden was ik aan de wandel met m’n jongste. Beide in beige broek. Beetje hip erbij lopen natuurlijk. Opeens moesten we stoppen, dat was wel duidelijk. Het werd me toegeschreeuwd. Stilstaan moest ik, er was IETS. En waar ik meteen dacht aan een bloedneus, ongeluk in de verte of kapotte schoenen bleek dat ik naar het gemeenteperkje vlakbij ons huis moest kijken.
Fluisterend en vol verwondering werd er tegen me gesproken. Een blaasbloem! Vol verwondering werd er gekeken. Toen keek hij op. Naar mij. Er moest geblazen worden. Hard. En met een twinkeling in de ogen werd me gezegd dat de tuin van de buren dan volgend jaar helemaal geel gaat worden. Creatieve gedachte, niets meer aan doen. ◗
Daniëlle Buffinga
PrimaOnderwijs 15
@_jufb_
Column #Daniëlle
Ontwikkel creativiteit op school
‘Iedereen heeft creatieve potentie’
Creativiteit in het onderwijs staat hoog op de agenda. Waarom is de aandacht voor creatieve ontwikkeling zo belangrijk, wat is het eigenlijk en wat zijn de belangrijkste lessen voor de leerkracht die het wil stimuleren? “Wees tolerant. Als het niet direct begrepen wordt, wil dat nog niet zeggen dat het verkeerd is.”
“Creativiteit is even belangrijk als geletterdheid in het onderwijs, en het verdient daarom net zoveel aandacht.” Dat zei de inmiddels overleden onderzoeker sir Ken Robinson bijna twintig jaar geleden in een van de meest bekeken en besproken TED-talks ooit. Het onderwerp maakt duidelijk wat los bij mensen: velen menen, net als de Brit, dat onderwijs funest is voor creativiteit, of tenminste niet op waarde wordt geschat. Ook beleidsmakers, onderwijswetenschappers en -professionals schenken aandacht aan het onderwerp. Immers, in een samenleving met snel veranderende demografische, politieke en technologische bewegingen zorgt creativiteit voor het broodnodige aanpassingsvermogen. Essentieel, want de burger moet op individueel, economisch en sociaal niveau zijn weg vinden. Creativiteit helpt daarbij, het betekent immers mogelijkheden scheppen en oplossingen vinden.
Klassiekers
Stond creativiteit niet altijd al centraal in het onderwijs? In zekere zin wel. John Dewey stelde een eeuw geleden al dat de bevordering van creativiteit in het
onderwijs broodnodig was voor een democratische rechtsstaat. “Het klassieke motto ‘begrijpen is bedenken’ van de beroemde ontwikkelingspsycholoog Jean Piaget gaat bovendien nog steeds op”, zegt creativiteitsexpert Mark Runco van de Southern Oregon University. Ieder mens schept namelijk constant door op zijn eigen manier betekenis aan de wereld te geven.
Origineel en bruikbaar
Dat wil niet zeggen dat originaliteit volstaat bij het definiëren van creativiteit. Daar moeten we mee oppassen, meent Runco: “Geef een aap een tekstprogramma en er komt geheid een originele tekst uit. Maar daarmee is het nog niet bruikbaar. De meest gangbare definities van creativiteit onder wetenschappers noemen het unieke karakter én de toepasbaarheid. Zomaar in het wilde weg denken leidt nog niet tot een uitvoerbaar idee of innovatief product.” Begrenzing is daarmee evenzeer van belang als de verbeeldingskracht die aanzet om buiten de lijntjes te kleuren. Universitair hoofddocent Ida Oosterheert en hoogleraar Paulien Meijer van de Radboud Docenten Academie zien dat experts de laatste decennia het belang van convergeren benadrukken. Ofwel het
16
Tekst: Erik Ouwerkerk
toewerken naar één punt. “Maar dit is in het onderwijs nog geen gemeengoed.” Ze schrijven: “Divergeren alléén doet een appel op het voorstellingsvermogen en het lef om buiten de gebaande paden te treden, maar ontbeert begrenzing en verantwoordelijkheid. Aan de andere kant laat te snel convergeren en maar één antwoord toestaan, zoals in het onderwijs veel gebeurt, het vrije voorstellingsvermogen onbenut, waardoor kansen gemist worden en uiteindelijk zelfs het besef en de waardering van het eigen creatief vermogen.”
Terughoudendheid
Een leerkracht kan bijsturen en suggesties geven om de creatieve potentie van de leerling te bevorderen, meent Runco. Maar enige terughoudendheid is op zijn plaats: “Wanneer je creativiteit de ruimte geeft, kan dat het curriculum of de plannen van de leraar weleens in de wielen rijden. Wees dus flexibel. En wees tolerant. Een werkstuk of een antwoord op een vraag kan heel verrassend zijn, iets waar je nog nooit eerder aan gedacht hebt. Als het niet direct begrepen wordt, wil dat nog niet zeggen dat het verkeerd is.” Uiteraard kan een leerling er naast zitten, maar het gaat erom dat het kind gaat vertrouwen op zijn creatieve vermogens. “Want creatieve potentie heeft iedereen”, aldus Runco. “De begeleider heeft dus een motiverende taak zodat de leerling creativiteit wil en ook durft te uiten. Dat is niet altijd makkelijk. Kinderen en vooral jongeren voelen in de huidige maatschappij meer en meer druk van hun leeftijdsgenoten om erbij te horen. Het vergt moed om daarvan af te wijken.”
Geen creativiteit zonder kennis
Tot slot: over creativiteit bestaan tal van misverstanden, maar de hardnekkigste is misschien wel dat kennis van ondergeschikt belang is. Onderwijsadviseur Machiel Karels: ‘Kennis is een grondstof voor creativiteit. Hoe meer kennis, hoe beter je kunt associëren en hoe beter je in staat bent om problemen vanuit een ander perspectief te beoordelen.’ De leerling ontkomt er soms gewoonweg niet aan hard te werken om die kennis op te doen. Kortom: zonder transpiratie geen inspiratie. ‘Dit geldt voor de leerling en zeker ook voor de leraar, voegen Oosterheert en Meijer toe: ‘Een leraar die maar nét boven de stof staat, kan onvoldoende flexibel omgaan met vragen van leerlingen tijdens creatieve uitdagingen. Ook kan hij of zij meer moeite ervaren bij het op waarde schatten van hun creatieve ideeën.’
Met de kennis van leraren zit het meestal wel goed. Maar extra steun van experts en collega’s om creativiteit bij leerlingen gericht te ontwikkelen kan geen kwaad. Doe dit dan wel zonder angst voor mislukkingen, meent het duo: ‘Positieve effecten treden bij ingrijpende onderwijsveranderingen meestal pas op na jaren en na een dip.’
Bronnen
De lezing ‘Do schools kill creativity?’ van Ken Robinson: https://www.ted.com/talks/sir_ken_robinson_do_schools_kill_creativity/c
‘Wat creativiteitsontwikkeling in het onderwijs behoeft’, van Ida Oosterheert en hoogleraar Paulien Meijer is in 2017 verschenen in het wetenschappelijke vakblad PEDAGOGISCHE STUDIËN.
‘Creativiteit- Wat is creativiteit en hoe ontwikkel je het?’ van Machiel Karels: https://wij-leren.nl/creativiteit-ontwikkelen-leerlijn.php
‘The Standard Definition of Creativity’ van Mark Runco en Garrett Jaeger verscheen in 2012 in het Creativity Research Journal. Zie https://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/10400419.2012.650092
‘Education for Creative Potential’ van Mark Runco verscheen in 2003 in de Scandinavian Journal of Educational Research
Markrunco.com
PrimaOnderwijs 17
Meer leesmotivatie door rijkere boeken
Twee jaar geleden startte Stichting Lezen de pilot Effectief leesonderwijs en de Bibliotheek op school, met drie Friese basisscholen en de regionale openbare bibliotheek. Het doel was om uit te vinden hoe scholen en de bibliotheek optimaal kunnen samenwerken en welke rol de leesconsulent van de Bibliotheek op school heeft. Trynke de Vries en Froukina Postma zijn leerkrachten op CBS De Arke in Nij Beets, Hilda Moen is leesconsulent bij Stichting Bibliotheken Zuidoost Fryslân.
Tekst: Martijn de Graaff Trynke de Vries: “We constateerden dat het leesbegrip en het niveau van technisch lezen bleef steken bij onze leerlingen. De lesmethodes hadden daar geen positieve invloed op. We zijn op zoek gegaan naar een manier om zowel leesbegrip als technisch lezen te verbeteren, vooral door het verhogen van de leesmotivatie. Dat was voor ons de aanleiding om mee te doen aan deze pilot.”
Froukina Postma: “Voor de gemeente, en ook voor ons, kwam er nog een element bij: het verminderen van de dyslexieproblematiek. Zoals Trynke zei, het gaat ons in eerste instantie om de leesmotivatie. De echte lezers doen dat toch wel thuis. Maar de andere kinderen, hoe krijg je die aan het lezen?”
Hilda Moen: “Ik ben nu zo’n tien jaar leesconsulent, het is mooi om scholen te helpen met hun leesonderwijs. Toch voelde het soms onbevredigend, vooral omdat het vaak losse activiteiten waren waarmee we de scholen hielpen. Als bibliotheek waren we op zoek naar meer verdieping, zowel van de inhoud als van de samenwerking. En de pilot die we nu doen past daar perfect bij.”
Intensieve samenwerking
Moen: “De Arke is een van de scholen met wie ik samenwerk in de pilot. Het is erg interessant om te doen, ik zie veel meer de schoolkant: hoe het taalonderwijs
18
Hilda Moen
Foto’s: Jurgen Koopmanschap
wordt gegeven, hoe een school bezig is met de ontwikkeling van een visie. Dat heeft invloed op onze samenwerking. Het is lange termijn, intensief en met een rode draad. Janna de Haan en Mariëtte Konink van IJsselgroep geven cursusmiddagen waar mensen van scholen en de leesconsulenten bij elkaar komen. Zij bieden kennis en inzichten aan waarmee we in de praktijk samen mee aan de slag kunnen op basis van de aanpak ‘Focus op begrip’.”
De Vries: “De ene keer gaat het over zelf lezen door leerlingen, de andere keer over voorlezen. Er komt heel veel voorbij. Wat ik een mooi inzicht vond, is dat je je taalgebruik niet moet aanpassen. Bij kinderen die minder goed met taal zijn, ben je geneigd moeilijke woorden te vermijden. Dat moet je juist niet doen, dan kunnen ze die woorden ook niet leren. Vaak halen ze de betekenis uit de context. Een goede collectie boeken is een van de belangrijkste zaken waar we behoefte aan hebben. Daar hebben we budget voor gekregen, maar je moet ook de juiste boeken kiezen. Hilda heeft naar onze collectie gekeken met de insteek: wat kan eruit en welke boeken moeten we aanschaffen. Het is bijvoorbeeld belangrijk om van een populaire schrijver meerdere boeken te hebben. Als een leerling bijvoorbeeld De GVR van Roald Dahl heeft gelezen, kun je hem daarna andere boeken van Dahl aanbieden.”
Samenhang
Postma: “Omdat we bij ‘Focus op begrip’ werken met de brede thema’s van wereldoriëntatie, breng je samenhang aan in je lessen. Je hebt wel boeken
Over Focus op Begrip
nodig die aansluiten. Ik lees in de klas twee boeken voor over een bepaald thema, en we hebben een thematische boekenkast voor vrij lezen. De leerlingen lezen elke dag dertig minuten uit hun boek.”
De Vries: “We koppelen opdrachten en vragen aan de boeken. Niet ter controle, maar juist om het lezen rijker te maken. ‘Zou je de hoofdpersoon willen zijn? Waarom?’ We laten ze ook dagboekfragmenten schrijven, het gaat er vooral om dat ze met taal bezig zijn. Ik kan nu ook meer mijn eigen creativiteit kwijt in de lessen. Dat was bij de lesmethodes die we vroeger gebruikten niet het geval. We merken dat het loslaten van de methodes, het integreren van de verschillende onderdelen van leesonderwijs en lezen vanuit thema’s vruchten afwerpt.”
Moen: “Kinderen hebben een betere woordenschat, meer leesbegrip, meer motivatie. Er is een duidelijke verbetering. Het is een positieve spiraal, van meer lezen ontstaat meer plezier en motivatie en komt meer leesbegrip. Het is mooi om daar als leesconsulent een rol in te spelen, door het vinden van boeken met rijke taal, door bij elk thema een collectie boeken samen te stellen en door ideeën aan te reiken voor voorleesboeken. Daarnaast verzorgt de bibliotheek ook boekpromoties bij de themacollectie, zodat leerlingen bekend raken met de boeken.”
De Vries: “De pilot duurt nog een jaar. De werkwijze zetten we door, we proberen die steeds beter vorm te geven. En ik hoor dat andere scholen aansluiten.”
De pilot Effectief leesonderwijs en Bibliotheek op school wordt ondersteund door Janna de Haan en Mariëtte Konink van IJsselgroep. Ze gebruiken daarbij ‘Focus op begrip’, een geïntegreerde aanpak, ontwikkeld door Anneke Smits en Erna van Koeven en voorgezet gebaseerd op hun boek ‘Rijke taal’. Focus op begrip werkt vanuit brede thema’s uit wereldoriëntatie die 6 tot 8 weken duren. Door hier het (voor)lezen uit boeken met rijke taal, authentieke rijke teksten en het praten en schrijven aan te koppelen, komen leerlingen tot diepere kennis, een rijke woordenschat en neemt de motivatie toe.
Een goede bibliotheek met voldoende goede en interessante boeken is hierbij voorwaardelijk. Samenwerking met de leesconsulent en boekpromotie is cruciaal.
Na implementatie is er geen aparte methode voor voortgezet technisch lezen, begrijpend lezen of woordenschat meer nodig.
Meer weten over effectief leesonderwijs?
Kijk op www.lezeninhetpo.nl
PrimaOnderwijs 19
Trynke de Vries Froukina Postma
Een muurtje metselen of schoolbieb runnen
Een leesgroepje begeleiden of met leerlingen een muurtje metselen: scholen zetten ouders op creatieve manieren in. Volgens minister Dennis Wiersma is deze hulp belangrijk om het lerarentekort deels op te lossen; voor scholen en ouders betekent ouderbetrokkenheid veel meer.
Marcel Pennings, schoolleider Tiliander Tilburg
Het valt meteen op als je het schoolplein oploopt: de prachtige stenen plantenbak. “Tijdens de lesweken ‘huizen bouwen’ hebben ouders en leerlingen de plantenbak samen gemetseld.” vertelt Pennings. “We vragen ouders om te helpen bij activiteiten die we anders niet kunnen doen. Denk aan het begeleiden van een leesgroepje, het bakken van paasbroden, meegaan tijdens een uitje naar de molen.”
Voor Tiliander is ouderparticipatie en ouderbetrokkenheid belangrijk. “Als school werken we samen met ouders aan een gezonde ontwikkeling van kinderen. Het is fijn voor een kind als hij of zij ziet dat een ouder meehelpt op school. Het neemt daarnaast wat druk weg bij de leerkrachten. Zij houden meer tijd over voor het belangrijkste: met kinderen bezig zijn.”
De ouderbetrokkenheid is volgens Pennings groot. Dat komt mede doordat de kinderen van groep 3 t/m groep 8 (klas 1 t/m klas 6) zes jaar lang dezelfde leerkracht voor de klas hebben staan. “Hierdoor is de band die leerkrachten met kinderen en ouders opbouwen sterk. Ik denk dat het goed zou zijn voor andere scholen om kinderen minimaal twee jaar bij dezelfde leerkracht te houden. Dat kan de ouderbetrokkenheid vergroten.”
20
Tekst: Marleen Kuijsters
Marcel Pennings
Hafiza Donmez en Joanna Schuman (staand) Tina Lafleur en Roy Loor (zittend)
De ‘biebouders’ ’t Mozaïek Roermond
Twee kinderen leggen een ‘Dog Man’ boek op de toonbank. “Die zijn razend populair,” vertelt Tina Lafleur terwijl ze de boeken invoert in het systeem. “Ik werk enkele dagdelen per week in de schoolbieb. Mijn dochter gaat hier naar school. Het is belangrijk om betrokken te zijn.”
Ze wisselt haar diensten af met Roy Loor en Hafiza Donmez . Roy is met pensioen. “Mijn kleindochter gaat naar het voortgezet onderwijs, ik ben blijven hangen. De interactie met kinderen is leuk, toch Hafiza?” Hafiza knikt instemmend: “Ze zien dat hun ouders op school helpen. Dat is goed voor hun ontwikkeling.”
Ook Joanna Schuman leent boeken uit. Daarnaast zit ze in de ouderraad. “We verzorgen bijna alle schoolactiviteiten. Denk aan het zomerfeest of lichtjesfeest. Met onze sponsorloop activeren we ouders om hun kinderen aan te moedigen. Want sinds corona is het contact tussen ouders en school wat minder geworden.” Directeur Van Espen vult aan: “Ouders zijn belangrijk: niet alleen om werk uit handen te nemen. Maar ook voor het welzijn van kinderen.”
Ayten Kaymakci
Een van de actieve ouders is Ayten. Ze heeft een kind in de kleuterklas en sloot zich aan bij de MR. “Ik ben onderwijskundige en vind het mooi te zien hoe alles reilt en zeilt op school. Ik wilde ook weten wat mijn aandeel kon zijn. We zijn actief met de MR. Zo hebben we een voorstel gedaan voor een werkgroep diversiteit. Marije stond daar erg voor open.”
Ayten is islamitisch en hoopt dat diversiteit een grotere rol speelt binnen de school. “Met de werkgroep haken we aan bij de jaarfeesten. Voor het lichtjesfeest hebben we Arabische sjablonen uitgedeeld waarmee je lantaarns kunt maken.
Leerkrachten mogen die gebruiken. Daarnaast vragen leerkrachten ons om interculturele recepten voor het bakken van broodjes.”
“Ik zie school als een partner in de opvoeding van mijn kind met ieder zijn eigen eindverantwoordelijkheden. Wij streven naar een gezamenlijk doel: een optimale ontwikkeling van kinderen.”
Marije van der Meij, schoolleider Vrije School Rotterdam-West
Volgens Van der Meij is ouderbetrokkenheid nodig om kinderen goed te begeleiden. “Voor ons is de pedagogische driehoek, kind-school-ouder, belangrijk. Kinderen kunnen zich goed ontwikkelen als school en ouders op één lijn zitten. Wij willen weten wat ouders thuis zien bij hun kind en andersom vragen we of ouders met ons samenwerken aan de ontwikkeling.” Daarnaast heeft de school ouders nodig voor praktische ondersteuning zoals betaalde vrijwilligers die helpen bij pauzewachten, en het mogelijk maken van beleefbaar onderwijs. “Denk aan excursies gekoppeld aan ons onderwijs, zoals een uitstapje naar de boerderij, hulp bij de wekelijkse buitendag van de kleuters of het ontwikkelen van jaarfeesten. We vragen ook een vrijwillige financiële bijdrage, naar draagkracht. Kinderen krijgen vaklessen waarvoor we vakdocenten inzetten en we werken met dure materialen zoals hout, goede verf en speciaal papier.”
Ouders willen meepraten.
Vaak is dat nuttig.
Participatie is voor Marije belangrijk. Ze houdt ook rekening met de financiële situatie van ouders en de tijd die zij hebben om school te helpen. “Hoe inclusief ben je als je betrokkenheid vraagt die misschien niet altijd op te brengen is? We zoeken naar manieren om bepaalde dingen laagdrempeliger en simpeler te maken. De financiële ouderbijdrage hebben we verlaagd, waarbij €0,- doneren ook een optie is. “We zien wel dat de scheidslijn tussen ouderbetrokkenheid en eigenaarschap soms ingewikkeld is,” gaat Marije verder. “Ouders willen meepraten. Vaak is dat nuttig. Maar het is lastig als zij eisen neerleggen over het curriculum, terwijl ze niet alles weten over leerdoelen of resultaten. Ik probeer te kijken naar de achterliggende intentie: maakt een ouder zich zorgen of wil iemand iets betekenen? Uiteindelijk zijn wij als professionele organisatie verantwoordelijk voor het onderwijs op school.”
PrimaOnderwijs 21
Marije van der Meij
Ayten Kaymakci
Buiten bewegend leren op de spelcomputer van Picoo
Gebruikt jouw school regelmatig creatieve en innovatieve manieren van leren?
Kaartjes printen, lamineren en vervolgens een leuke spelvorm bedenken waardoor de leerlingen ook nog wat beweging krijgen. Met Picoo, dé interactieve spelcomputer voor buiten, kan dat nu een stuk eenvoudiger! Koppel je eigen lesstof met hun nieuwste spel en Picoo doet de rest.
Picoo is een controller en spelcomputer in één, speciaal ontwikkeld om kinderen samen (buiten) te laten bewegen, terwijl ze het gevoel hebben dat ze aan het gamen zijn. Zonder scherm!
We weten allemaal hoe gezond het voor kinderen is om buiten te spelen, maar toch brengen ze vaak teveel tijd binnen achter hun computer door. Daarom combineert Picoo het beste van twee werelden: technologie en actief bewegen.
Tijdens de interactieve (educatieve) spellen heeft iedere deelnemer een eigen controller, die onderling met elkaar in verbinding staan. Met coole lichten, geluid en zelfs trillen wordt samen spelen en leren nog leuker voor de kinderen.
Picoo in het onderwijs
Picoo is in het onderwijs op verschillende manieren in te zetten:
• Tijdens de pauzes
• In de gymles
• Als energizer tussen de lessen
• Voor bewegend leren
Avontuurlijke spellen als Zombierun en Bliksemsnel, zijn ideaal voor tijdens de pauzes of in de gymles. Omdat alle spellen maar een paar minuten duren, zijn ze ook perfect als energizer tussen de lessen te gebruiken. Daarnaast heeft Picoo ook verschillende educatieve spellen. Oefen bijvoorbeeld met Tafelspeurtocht de tafels 1 tot en met 10 terwijl je in beweging bent of ga met kleuters aan de slag met getallen met Tik Tak Tel of Getallenrij.
Bewegend leren: koppel eigen lesstof
Het is natuurlijk fijn als je de lesstof, die je op dat moment aan het behandelen bent, eenvoudig op een innovatieve manier kan oefenen. Met het nieuwste Picoo spel, Dubbelop, bepaal je zelf de inhoud van het spel én krijgen de leerlingen een hoop beweging!
Tijdens Dubbelop gaan leerlingen op zoek naar de juiste paren die verspreid over het speelveld liggen. Kies een van de bestaande Picoo quizzen of creëer je eigen quiz met combinaties. Bovendien stimuleert Picoo het uitwisselen van zelfgemaakte quizzen door leerkrachten op een speciale pagina op de website. Zo leren we ook nog van elkaar!
Meer weten over Picoo in het onderwijs?
Vraag vrijblijvend een informatiepakket of offerte aan via www.picoo.com/school/ of scan de QR code
22
PrimaOnderwijs & Picoo
ACTIE! Bestel vóór 1 juli 2023 een Picoo Standaard set en ontvang €150,- korting!
Stel je moet een klassenuitje regelen voor een groep leerlingen van het praktijkonderwijs, leeftijd zo tussen de 16 en 18 jaar. 12 Jongens en 1 meisje. In de verlate puberteit, dus per definitie niet geïnteresseerd in alles wat jij voorstelt en op voorhand weinig gemotiveerd om er een leuke dag van te maken. Maak een programma van 09.00 tot 15.00 en hou er rekening mee dat het ramadan is. Ergens naar binnen voor een heerlijke lunch betaald door school? Geen optie.
Dat is een hele kluif, zélfs als je mentor bent van deze klas, die deze leerlingen door en door kent en je bovendien de hulp hebt van de co-mentor, namelijk ondergetekende.
Het werd Amsterdam. Starten in Move Mobility Experience, bezoek (met quiz) aan Olympisch Stadion en eindigen met een lekker potje voetbal. Bij het verzamelen op station Haarlem CS besloten we de leerlingen in te lichten over het programma.
“We gaan naar Amsterdam jongens! Naar een leuke plek waar veel mooie en snelle auto’s zijn. En we gaan met de bus.”
Denzel: “Jullie zijn te laat, ik was al bijna terug naar huis gegaan.”
Eran: “Mevrouw, waarom gaan we niet met de trein?”
Sharon: “Hoe laat mogen we weer weg?”
Je houdt er rekening mee dat de start van de dag gepaard gaat met wat geklaag en natuurlijk willen ze graag horen waar de reis heengaat, maar toch. We stappen in de bus.
Eenmaal binnen bij Move Mobility Experience worden we vriendelijk ontvangen. De stemming zit er opeens goed in, want er is aan een paar voorwaarden voldaan: er staan daar een aantal dikke auto’s, (daar zijn onze leerlingen dol op), de gids blijkt een vlotte jonge gozer (geen stoffige oude man in een maatpak) en er mag na de rondleiding volop gegamed worden op fancy apparatuur. F1 spelen op groot scherm terwijl je zelf in een F1 auto zit, hoe vet is dat!
Hoewel het lastig is voor de leerlingen om toe te geven dat ze het naar hun zin hebben, is er toch een aantal dat aangeeft dat het ‘best leuk is hier’. Langzaam zien
we steeds meer blije gezichten om ons heen, maar toch kan 1 lullig detail ervoor zorgen dat deze dag alsnog in een deceptie eindigt. Het zal toch niet?
We hebben geen bal.
Waar vanmorgen “er is vast geen bal aan” het probleem was, is dat nu “we hebben er geen mee”. Wat te doen?
Laat dat maar aan leerlingen van het praktijkonderwijs over. Nadat wij aan de klas hadden gevraagd om een creatieve oplossing te bedenken (“Meneer, we kunnen er toch een stelen?”) besloten ze in het Olympisch Stadion, waar een gymles bezig was van een andere school, een bal te lenen. En het lukte ook nog! Wat volgde was een legendarisch potje voetbal op een nabijgelegen Cruijff court, inclusief meevoetballende docenten die gelukkig heel bleven.
Moraal? Timmer je programma niet dicht, de leerlingen kunnen meer dan je denkt.
Meester Stefan
PrimaOnderwijs 23
@meesterstefan_hrlm COLUMN Meester Stefan
Geen bal (aan)… of stiekem toch wel?
NP Onderwijs verstevigt traditie op De Werkplaats
“Ontwikkelen door aandacht voor de relatie”
Iedere school heeft via het Nationaal Programma Onderwijs (NP Onderwijs) geld gekregen om de vertragingen die door corona zijn ontstaan/vergroot aan te pakken en het welbevinden van de leerlingen te verhogen. Het mooie is dat iedereen dat op een eigen manier kan doen, want iedere school is uniek. De erkplaats is dat zeker. De school uit ilthoven zet haar loso e van ontwikkelen door aandacht voor de relatie in om het onderwijs te verbeteren en de gevolgen van de pandemie op te vangen.
Tekst: Erik Ouwerkerk
Fotografie: Erwin Winkelman Fotografie
Van aarzeling naar rust
Ondanks dat De Werkplaats een uniek onderwijsconcept heeft, konden directeur basisonderwijs (de middelbare school ligt op hetzelfde terrein)
Anne-Mieke Bulters en teamleider Roos d’Haens uit de voeten met de richtlijnen van NP Onderwijs (schoolscan/menukaart/schoolprogramma).
Anne-Mieke: “Ik moet toegeven dat ik eerst wat aarzeling voelde bij het doornemen van de richtlijnen. Kregen we wel de vrijheid om de interventies op een voor onze werkers en medewerkers passende wijze uit te voeren? Dat bleek zeker het geval. De vraagtekens maakten al snel plaats voor een gevoel van rust en ruimte. Rust omdat we bij de analyse en bij het maken van de plannen een beter beeld kregen van waar we stonden en waar we naartoe wilden. We ervoeren tegelijkertijd de ruimte om de plannen op onze manier
24
Anne-Mieke Bulters en Roos d’Haens
in te vullen. Dit gecombineerd met de beschikbare middelen gaf ons de mogelijkheid om écht onderwijs te bieden met aandacht voor onze werkers.”
De impact van (verbroken) verbinding
Op de enige basisschool in Nederland die werkt volgens de principes van Kees Boeke merkte Roos in de coronaperiode al snel dat de hechte relaties op de school iedereen op de been hielden. “Ik heb het dan over de betrokkenheid tussen medewerkers onderling, maar ook tussen hen en de werkers, zoals we de leerlingen hier noemen. De uitdagingen benadrukten eens te meer dat we niet zomaar een school, maar een (kinder)gemeenschap zijn. Eén waar ontwikkeling vanuit gelijkwaardigheid centraal staat.” Juist de onderlinge verbondenheid kwam onder druk te staan, zag de teamleider: “We zagen meer ruzies en conflicten in de klas en op het schoolplein, en het samen spelen ging minder vanzelf. De kleuters in het bijzonder hadden stappen gemist, het onlineonderwijs was voor hen natuurlijk veel minder werkbaar. Bij de overgang van groep twee naar drie werd duidelijk dat ze qua zelfstandigheid en socialisatie achterliepen.”
Spelen, hoe ging dat ook alweer?
Dit zag Anne-Mieke bijvoorbeeld in het volgende: “Het was voor veel kinderen echt een feest toen ze elkaar na de lockdowns weer op het schoolplein zagen. Eindelijk konden ze weer met elkaar spelen! Maar hoe ging dat ook alweer? We zagen een verarming in het spel. Ze wisten niet meer zo goed welke spellen ze konden spelen en bovendien ontstond er al snel geklooi en geruzie. Ze waren het simpelweg niet meer gewend om in een spel- en fantasiemodus te komen. We stelden daarom tijdelijk een extra gymdocent aan. Hij friste het geheugen weer op qua spel en introduceerde daarnaast allerlei spelvormen. De kinderen konden daar in de pauzes mee verder onder begeleiding van onze vaste gymleraar. Hij kreeg via het NP Onderwijsbudget extra materiaal tot zijn beschikking. Met die aandacht en bij wijze van spreken een paar ballen, een springtouw en wat regels, is de spelontwikkeling nu weer op peil. We zien dat de werkers nog steeds spellen uit die tijd spelen, of creatieve varianten daarop. Het lijkt op het eerste gezicht misschien alleen
een boost voor de motorische ontwikkeling, maar het gaat veel verder dan dat: we zien nu weer plezier en creativiteit in het samenspelen en de groep is weer een hechte groep.”
Extra handen in de klas
Daarnaast zette de Werkplaats het NP Onderwijs ook in om extra handen in de klas mogelijk te maken. Daarmee konden ze werken in kleinere groepen en kwam er meer ruimte voor directe feedback en co-teaching. Kennis en vaardigheden werden zo bijgespijkerd, maar er werd ook nadrukkelijk ingezet op herstel van relaties en groepsvorming, op een klimaat van samen groeien in vertrouwen. Onder meer via Deep Democracy – “een filosofie waarbij ieders stem, met name die van de minderheid, gehoord wordt. Daarmee is dit heel passend bij het gedachtegoed van gelijkwaardigheid in onze school.” De school werkte al een aantal jaren met dit concept, en met dank aan externe begeleiding konden medewerkers hier verder in worden getraind en konden zij dit samen met de werkers verder verdiepen en toepassen.
Ruimte voor eigen invulling
Roos tot slot: “Iedere school, en zelfs iedere docent, kan heel goed op een eigen manier invulling geven aan het NP Onderwijs. Zo is er, om te werken met feedback, in de ene groep voor gekozen om veel een-op-een te werken, in de andere kwam co-teaching centraal te staan, terwijl in een derde (kleur)groep de gesprekken tussen werkers en medewerkers een impuls kregen. Iedereen doet het weer net even anders. In ons geval zie je een verscheidenheid aan interventies, maar samen versterkt het elkaar en is het verbonden aan onze visie: in alles zie je dat de filosofie van de Werkplaats - ontwikkelen door aandacht voor de relatie- in het NP Onderwijs bij ons een plek heeft gekregen.
Kijk voor meer informatie over het NP Onderwijs en praktijkverhalen op www.nponderwijs.nl
PrimaOnderwijs 25
Technasium als springplank
Creatief en oplossingsgericht denken als pijlers voor toekomstgericht onderwijs
Hoe zorg je dat de leerlingen van vandaag de beroepen van morgen uit kunnen oefenen? Competenties als creativiteit en oplossingsgericht denken zijn daarin onmisbaar. Het Varendonck College in Asten zet technasiumonderwijs in om zijn leerlingen klaar te stomen voor de technische vakken van de toekomst. Technatoren Neeltje van de Vossenberg en Josine Görtzen vertellen hoe ze dat aanpakken.
Leerlingen die technasiumonderwijs volgen, worden op verschillende vlakken creatief uitgedaagd. Van de Vossenberg: “Onze leerlingen krijgen veel vrijheid in de wijze waarop ze dingen aanpakken. Zo mogen ze zelf weten hoe ze hun product maken. Bovendien bepalen ze zelf op welke manier ze informatie verzamelen. Daarvoor dagen we de kinderen uit contact te zoeken met experts buiten de school. In eerste instantie vinden ze dat spannend, want ze zijn bij veel vakken overwegend gewend om te doen wat in hun lesboek staat.”
Görtzen vult aan: “We willen ook dat onze leerlingen creatief worden in het bedenken van oplossingen. Als iets niet kan, wat is dan wel mogelijk? Zo hebben ze altijd een plan B achter de hand. En het mooie is: je ziet dat kinderen deze vaardigheid ook buiten het Technasium inzetten.”
Wat is Technasium?
Leerlingen op het Technasium (havo of vwo) volgen zowel in de onder- als bovenbouw een aantal uren per week O&O (Onderzoeken & Ontwerpen); een bèta-technisch vak waarbij leerlingen in groepsverband een ontwerp maken of onderzoek doen voor een bedrijf of organisatie uit de regio. Het project start met een excursie. Daarna gaan de leerlingen in hun groepje (en onder coachende begeleiding van hun docent) aan de slag met de opdracht. Aan het eind van de periode beoordeelt de docent samen met de opdrachtgever het proces en het eindproduct. In hun examenjaar sluiten leerlingen het vak O&O af met een Meesterproef. Ze werken dan een onderwerp naar keuze uit onder leiding van een opdrachtgever en een expert uit het vervolgonderwijs.
26
Tekst: Judith Kimenai
Van out of the box naar into the box
Vooral in de beginfase van een O&O-project stimuleren Van de Vossenberg en Görtzen hun leerlingen vrij te denken. Görtzen: “We vragen ze eerst out of the box te denken. Welke ideeën komen er op als ze geen rekening hoeven te houden met kaders? Nadat alle leerlingen hun creativiteit de vrije loop hebben gelaten, bepalen ze als groep welk idee het beste voldoet aan de wensen en eisen van de opdrachtgever. Daarmee gaat het denkproces weer terug into the box.”
Niet iedere leerling vindt het gemakkelijk zo vrij te denken. Daarom organiseert het Technasium op het Varendonck College workshops creatieve denktechnieken. “Ik vraag mijn leerlingen dan bijvoorbeeld iets geks te ontwerpen. Daarbij mogen ze zich niet laten tegenhouden door welke beperking dan ook. Dit is een individuele opdracht. Zo leert iedere leerling hoe hij de beren op de weg kan omzeilen”, aldus Van de Vossenberg.
Groeiproces
Creatief denken moet dus ook op het Technasium geleerd worden. Bij de meeste leerlingen is door de jaren heen een duidelijke groei zichtbaar. Görtzen: “Een leerling die in de brugklas binnenkomt, wordt nog wel eens overweldigd door de manier waarop technasiumonderwijs is vormgegeven. Hij weet nog niet zo goed hoe hij moet samenwerken of wat hij moet doen. De opdrachten staan immers niet in een boek. Aan het eind van het derde jaar kunnen leerlingen al veel beter reflecteren. Ook begrijpen ze dan beter wat er van hen verwacht wordt.” Niet iedere leerling laat overigens op hetzelfde moment die groei zien. “Dat is ook niet erg”, vervolgt Görtzen. “Je kunt als docent niet bepalen wanneer leerlingen moeten schitteren. Dat bepalen ze zelf.”
Toekomst
Een competentie als creatief denken is natuurlijk niet alleen in het technasiumlokaal bruikbaar. Van de
Je kunt als docent niet
bepalen wanneer leerlingen moeten schitteren. Dat bepalen ze zelf.
Vossenberg: “Kinderen leren bij ons creatief denken op product- en procesniveau. Dat proces is nogal dynamisch. Daardoor ontwikkelen onze leerlingen hun probleemoplossende en creatieve vermogens bovengemiddeld snel. En dat is maar goed ook, want deze generatie moet de problemen van morgen aangaan. Onze leerlingen krijgen straks banen die nu nog niet eens bestaan.” Görtzen vult aan: “Parate kennis is dan leuk, maar leerlingen hebben dan vooral veel aan de competenties en vaardigheden die ze binnen het Technasium leren.”
Net als de leerlingen
Technasiumonderwijs vraagt ook creativiteit van de docenten zelf. Van de Vossenberg legt uit: “Eigenlijk moeten wij hetzelfde kunnen als onze leerlingen: heel creatief zijn en snel kunnen schakelen, bijvoorbeeld als een opdrachtgever zich op het laatste moment ziek meldt. Ook wij moeten altijd een plan B hebben.” Görtzen voegt daar nog aan toe: “Alleen als wij zelf een creatieve en oplossingsgerichte houding aannemen, kunnen we creatief denken bij onze leerlingen stimuleren.”
Al met al is creativiteit binnen het Technasium niet weg te denken. En de leerlingen? Die plukken daar nu en in de toekomst de vruchten van.
Meer weten over het Technasium? Check www.technasium.nl
PrimaOnderwijs 27
Neeltje van de Vossenberg (l) en Josine Görtzen.
Voorbereid op morgen met ‘Alles telt Q’
Het gebruik van gezond verstand is nodig om deel te nemen aan de maatschappij van morgen. De rekenmethode ‘Alles telt Q’ draagt daaraan bij. Volgens ThiemeMeulenhoff sluit deze methode aan bij de ontwikkeling van 21e-eeuwse vaardigheden. ‘Alles telt Q’ vraagt van leerlingen onder meer om kritisch na te denken, te communiceren en probleemoplossend te zijn.
PrimaOnderwijs & ThiemeMeulenhoff
Marleen van de Wetering is conceptauteur van ‘Alles telt Q’: “De tussendoelen van SLO waren onder meer uitgangspunt voor de methode. Het door de Commissie Meijerink aanbevolen percentage van leerlingen met uitstroom op 1S-niveau werd in 2017 namelijk nog niet gehaald. ‘Alles telt Q’ ondersteunt leerlingen en leerkrachten in de ontwikkeling naar het 1S niveau.
In de methode is kritisch nadenken in brede zin meegenomen. “Natuurlijk is er aandacht voor het ‘kale rekenen’, maar ‘Alles telt Q’ gaat over veel meer dan rekenen. Door de manier van benaderen bereiden leerlingen zich voor op de maatschappij van morgen. Aansluiting met andere vakken is ook goed mogelijk. Denk aan aardrijkskunde door te rekenen met
schalen. Ook zijn maatschappijleer, astronomie en digitale geletterdheid goed te koppelen.”
Marleen vertelt dat binnen de rekenmethode veel ruimte is voor logisch redeneren. Zo zijn er opgaven die op verschillende manieren opgelost kunnen worden. Een voorbeeld is 28+13. Je kunt dit onder meer oplossen door eerst tientallen op te tellen en dan de rest, maar bijvoorbeeld ook door eerst 28+10 uit te rekenen en er daarna nog 3 bij op te tellen. En er zijn opgaven die verschillende antwoorden hebben, afhankelijk van de redenatie die een leerling gebruikt. Denk aan vier plaatjes van verschillende huizen, waarvan drie een verzameling vormen.
28
Maar afhankelijk van de redenering kunnen er verschillende verzamelingen gevormd worden. Zo kan het zijn dat drie huisjes hetzelfde dak hebben, maar dat drie andere huisjes overeenkomen qua aantal ramen, weer drie andere dezelfde kleur hebben en ga zo maar door.
Leren argumenteren
Marleen: “Zulke opgaven zorgen voor gesprekstof. De leerlingen leren hun gedachten te ordenen en verwoorden en hun keuze te beargumenteren. Door te redeneren vanuit context, ontwikkelen leerlingen zich. In de maatschappij is deze vaardigheid van groot belang, vindt Marleen. “Kunstmatige intelligentie gaat niet meer weg, fake news blijft en kinderen worden beïnvloed door social media die handig gebruik maken van algoritmes om content aan te passen aan gebruikers. Met onze rekenmethode bieden we handvatten om het gezonde verstand te gebruiken.”
De vaardigheid schatten sluit daarbij aan. Marleen vindt schatten heel belangrijk: “We leren hen met een rekenmachine omgaan, maar vragen eerst een antwoord te schatten. Vervolgens vergelijken ze het geschatte en berekende antwoord met elkaar. Op die manier blijven ze kritisch kijken naar de stappen die ze nemen, zijn ze zelf in control en leren ze niet blindelings te vertrouwen op de machine.” ‘Alles telt Q’ rekent kinderen niet af op verkeerde antwoorden. “Een fout zie ik meer als een doorstartmogelijkheid. Bij het oplossen van fouten zijn de hersenen het meest actief. Dat past ook bij de growth mindset De lesmethode biedt mogelijkheden tot herstel.”
Bloemkool
Verschillende manieren van leren komen aan de orde. “Geen kind is hetzelfde dankzij verschillen in intelligentie, interesse en achtergrond. De ene persoon heeft meer uitleg nodig, terwijl de ander rekenstof beter begrijpt dankzij een spel.”
“De hele groep werkt aan hetzelfde doel, maar de
uitwerking is zo gevarieerd mogelijk. Leerlingen krijgen de lesstof op verschillende manieren aangeboden om het begrijpelijker te maken, waardoor ze enthousiaster blijven. Een andere manier om de methode aantrekkelijk te maken, is gebruik van humor. “De kinderen krijgen onder meer leuke filmpjes en stripjes te zien door de complete leerlijn heen.”
Marleen vergelijkt het met bloemkool. “Stel, ik heb geleerd dat groente gezond is en ik vertel dat bloemkool mijn favoriete groente is. Als ik dan elke dag bloemkool moet eten, dan vind ik groente aan het einde van de week niet meer zo lekker. Variatie maakt alles aantrekkelijker. Differentiatie is belangrijk.
Bij ‘Alles telt Q’ vinden we een stevig fundament voor alle leerlingen belangrijk. Daarom maken we vooral gebruik van convergente differentiatie. Hierbij werkt de groep aan hetzelfde lesdoel, maar de aanpak kan verschillen.
Vroeg fundament
De leerlijn ‘Alles telt Q’ is voor de hele basisschool ontwikkeld, ook voor de kleuterklassen: “In groep 1 en 2 wordt het fundament gelegd voor reken-wiskundig denken en inzicht door korte kleutervriendelijke activiteiten met veel spel en beweging. ‘Alles telt Q’ is een organisch geheel met (vanaf groep drie) vijf lessen en twee lesdoelen per week. De lessen 1 en 3 zijn instructie, de lessen 2 en 4 verwerking en in de vijfde les wordt één van de twee lesdoelen net even anders behandeld, bijvoorbeeld met bewegend onderwijs of puzzelend.
De leerkrachten krijgen veel inhoudelijke ondersteuning bij ‘Alles telt Q’, bijvoorbeeld online in de ‘cockpit’. “De leerkracht is ontzettend belangrijk. Zonder kinderen bestaat onderwijs niet, maar de leerkracht is de spil. En ‘Alles telt Q’ zie ik als een middel”, besluit Marleen.
Wil je meer informatie over ‘Alles telt Q’? Scan de QR-code.
• Lees meer informatie
• Meld je aan voor een gratis webinar
• Vraag een gratis proefpakket aan
• Luister naar de podcast
PrimaOnderwijs 29
Derde Kamer der Staten-Generaal is een initiatief van de Eerste Kamer en de Tweede Kamer, in samenwerking met ProDemos
Democratie en politiek
voor groep 7 en 8
De Derde Kamer der Staten-Generaal
Derde Kamer Bestellen?
Bestel het gratis lespakket via: prodemos.nl/derdekamer
Ieder jaar op de derde dinsdag van september is het Prinsjesdag; een goede aanleiding om in de klas aandacht te besteden aan politiek en democratie
Wie is de baas in Nederland? Hoe worden wetten gemaakt? En wat zijn verkiezingen? Bestel een gratis lespakket met werkboekjes voor 33 leerlingen en ga aan de slag
E r z i j n t w e e l e s p a k k e t t e n : d e e l 1 ( v o o r b e g i n n e r s ) e n d e e l 2 ( v o o r g e v o r d e r d e n ) H e b j e a l e e n s e e n k o f f e r t j e b e s t e l d e n h e b j e d e z e n o g s t e e d s i n j e b e z i t ? K i e s d a n v o o r e e n l e s p a k k e t z o n d e r k o f f e r t j e
B e i d e l e s p a k k e t t e n b e s t a a n u i t v i e r l e s s e n v a n e e n u u r E e n l e s b e s t a a t u i t e e n f i l m p j e v a n r e p o r t e r B o b b y , o p d r a c h t e n u i t h e t w e r k b o e k j e e n e e n d e b a t s p e l w a a r i n d e l e e r l i n g e n a l s e c h t e K a m e r l e d e n m e t e l k a a r i n d e b a t g a a n D e w e b s i t e derdekamer.nl d i e n t t e r o n d e r s t e u n i n g v a n h e t l e s p r o g r a m m a
– Huis voor democratie en rechtsstaat.
Aan de slag met samenhang
Het is belangrijk dat scholen hun leerlingen goed toerusten op het gebied van basisvaardigheden. Leerkracht Petra Mulhof vertelt hoe basisschool Aan Boord uit Dronten de basisvaardigheden versterkt door ze (ook) in samenhang aan te bieden. Anne-Christien Tammes van SLO geeft verdere toelichting – en enkele voorbeelden uit het voortgezet onderwijs.
Leergebieden
kunnen elkaar versterken
Taal-Nederlands en rekenen-wiskunde zijn belangrijke vaardigheden om mee te kunnen doen in het (vervolg)onderwijs en in de samenleving. Dat geldt ook voor digitale geletterdheid en burgerschap. Petra Mulhof, leerkracht van groep 6/7, besteedt er dan ook dagelijks aandacht aan. “Elke ochtend staan rekenen en taal op het programma als aparte vakken. In de middag werken we aan een thema zoals sociale media of recyclen. Daarbinnen komen burgerschap en digitale geletterdheid aan bod, maar ook wereldoriëntatie en kunstzinnige vorming. Bovendien gaan we ‘s middags opnieuw aan de slag met taal en/of rekenen.”
Praktijkvoorbeeld
Mulhof geeft een voorbeeld: “Onlangs spraken we in de klas over de vrijheid van meningsuiting. Wat houdt dit in? Mogen we in Nederland alles zeggen wat we denken? Groepjes leerlingen kregen de opdracht een eigen politieke partij op te richten. Ze ontwierpen onder meer partijposters in het online programma Canva en stelden verkiezingsprogramma’s op in Google-documenten.
Tot slot presenteerden ze hun programma’s aan de rest van de klas.”
In deze les kwamen verschillende aspecten van burgerschap, taal en digitale geletterdheid in samenhang aan bod, vertelt Mulhof. “Leerlingen gingen hiermee aan de slag in een rijke, betekenisvolle context. Dat spreekt veel meer aan dan een invulles in een schrift.”
32
Leerlingen berekenden het aantal kiezers, nodig voor één zetel
Hoe pak je het aan?
SLO (het landelijk expertisecentrum voor curriculumontwikkeling) ondersteunt het primair en voortgezet onderwijs bij het versterken van de basisvaardigheden van hun leerlingen. Een belangrijk advies van SLO is: bied deze vaardigheden óók in samenhang aan. Combineer bijvoorbeeld in het reken-wiskundeonderwijs aandacht voor kennis, vaardigheden en inzichten. En zorg bij taal-Nederlands voor samenhang tussen lezen, schrijven en mondelinge taalvaardigheid.
“Door de samenhang binnen een vak te vergroten, versterken de verschillende onderdelen van het vak elkaar”, zegt Anne-Christien Tammes (curriculumontwikkelaar en taalexpert bij SLO). Ze geeft een voorbeeld. “Stel dat leerlingen een instructieve tekst moeten schrijven. Dan helpt het als ze eerst zo’n tekst lezen, de kenmerken ervan in kaart brengen én hierover praten, voordat ze zelf aan de slag gaan.”
Kruisbestuiving
Je kunt ook de samenhang tussen leergebieden versterken. Tammes: “Zo kun je leerlingen bij geschiedenis krantenfragmenten uit 1961 laten lezen, over de bouw van de Berlijnse Muur. Vraag hoe de partijdigheid van de kranten blijkt uit hun taalgebruik. Laat leerlingen een krantenbericht analyseren en evalueren. Wat zegt het bijvoorbeeld over een krant als er staat ‘Gisteren is de dictator afgezet’? En zou het kunnen dat een andere krant over dezelfde gebeurtenis als volgt bericht: ‘Gisteren is het staatshoofd afgezet’? Laat ze hierover in gesprek gaan en vervolgens een beschouwing schrijven. Zo vergroten ze hun taalvaardigheden.
Maar ze doen ook kennis op over de Koude Oorlog en de bouw van de Berlijnse Muur. De twee leergebieden versterken dus elkaar.”
Stap voor stap
Wil je de basisvaardigheden in samenhang aanbieden, gooi dan niet je complete onderwijsprogramma overhoop, adviseert Tammes. “Zorg dat je eerst goed zicht hebt op de leerlijnen, dat je de doelen kent en weet waar je naartoe werkt. Begin vervolgens klein, bijvoorbeeld alleen met schrijven. Waar liggen kansen voor samenhang met andere taaldomeinen of vakken? Werk dan pas lessen uit, geef deze lessen, evalueer ze en stel ze bij. Gaat het goed? Dan kun je ook ander onderdelen in samenhang aanbieden.”
Gewoon beginnen
Verder is het een kwestie van ‘gewoon doen’, stelt Mulhof. “Zie de kansen en handel ernaar!” Ze vertelt dat actuele ontwikkelingen voor haar vaak een aanleiding vormen om meer samenhang in het onderwijs te brengen. “Zo heb ik bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten eerst met leerlingen een tekst hierover gelezen. Vervolgens doken de leerlingen in de atlassen om hun kennis over de provincies op te frissen. Verder voerden we gesprekken over ons staatsbestel. En leerlingen berekenden hoeveel kiezers er nodig zijn om één zetel te krijgen. Zij vonden deze lessen heel leuk. Een link met ‘het echte leven’ motiveert enorm.” ◗
Tips Wil je ook vaker basisvaardigheden in samenhang aanbieden?
Kijk dan op het platform Basisvaardigheden van SLO (slo.nl/basisvaardigheden).
Je vindt hier meer informatie, handreikingen en voorbeeldlessen.
PrimaOnderwijs 33
Petra Mulhof
Anne-Christien Tammes
SCHOOL CONCEPT
INSPIREREND & EDUCATIEF SPEEL- EN LESMATERIAAL
Goedemorgen kan ik u helpen? Deze winkelhoek biedt jonge kinderen vanaf 2 jaar enorm veel speelmogelijkheden. Deze stabiele kleine supermarkt is voorzien van een kassa inclusief kaartlezer, goederenverdeler voor de lopende band (niet elektrisch) en een krijtbord. In de schappen kunnen boodschappen of producten worden gesorteerd en gepresenteerd.
Bestel deze winkelhoek nu bij School Concept!
KEUKENHOEK
In deze keuken worden de lekkerste maaltijden gemaakt. Verkrijgbaar als 5-delige of 7-delige keukenhoek óf stel zelf je keuken samen uit de losse onderdelen.
Scan & Bestel
POPPENHOEK
Van poppenhuis en loopwagens tot kinderzitjes en leuke speelhuisjes. Alles voor de poppenhoek bestel je bij School Concept!
School-Concept.nl/speelhoeken
NIEUW! WINKELHOEK
BOEKENHOEK
Handige verrijdbare boekenwagens voor al je prenten- en leesboekjes. De beste oplossing voor de boeken- en leeshoek.
Voor het compleet aanbod leermiddelen en speelmaterialen ga je naar School-Concept.nl
De winkelhoek wordt geleverd zonder de afgebeelde accessoires.
Advies op maat? We helpen je graag! Neem contact op: Tel: 085 – 0488 036 – klantenservice@school-concept.nl Ook verkrijgbaar op
‘Het
zal je verbazen waar ze soms op uitkomen’
Kim den Dulk
Kan het maken van een tekening bijdragen aan een reken-, taal- of wellicht een geschiedenisles? Absoluut! Kim den Dulk uit Ermelo heeft vijf tips op een rijtje gezet. Zij is in 2012 afgestudeerd als docent beeldende kunst en vormgeving en via Instagram @gemaaktdoorkim en haar gelijknamige website wil zij ook het onderwijs inspireren. Want eerlijk is eerlijk: het kan áltijd creatiever.
‘Mijn eerste tip: gebruik spelvormen . Sommige leerlingen hebben net dat duwtje in de rug nodig om bijvoorbeeld te gaan tekenen. Door middel van een spel kun je ze uit de tent lokken. Mocht je een keer emoties gaan tekenen, geef ze dan een blad met allemaal lege hoofdjes. Laat ze binnen vijf minuten (samen) zoveel mogelijk verschillende emoties tekenen. Een ander voorbeeld is patronen en kleuren. Zorg voor een dobbelsteen waar enkel kleurvlakken op staan en een dobbelsteen waar op elk vlak een patroontje staat (stippen, ruitjes, golfjes). Laat ze vervolgens een kleurplaat op deze manier inkleuren: met het gerolde patroon en gerolde kleur.’
‘Als tweede tip heb ik: koppel creativiteit aan een ander vak . Ga met biologie bijvoorbeeld naar buiten en laat ze planten tekenen (daar leren ze ook nog eens goed van kijken) en daarna de onderdelen van een bloem benoemen. Koppel tekenen aan taal. Zeg: Maak een tekening bij dit verhaal! Of laat ze bij een bepaald tijdperk uit de geschiedenis een eigen potje van (droog)klei maken en versieren.’
‘Mijn derde tip is: geef kinderen de ruimte. Een stap voor stap-opdracht kan heel goed zijn om een techniek te leren. Maar geef leerlingen daarna de ruimte om
zelf iets te verzinnen. Uiteraard kun je prima werken met een overkoepelend thema en klassikaal vragen stellen: Waar denk je aan bij dit thema? Wat zou je kunnen doen? Op welke manier zou je het kunnen verbeelden? Maar laat ze daarna vooral zelf aan de slag gaan. Het zal je verbazen waar ze soms op uitkomen.’
‘Als vierde tip heb ik: samen creatief. Vaak zijn leerlingen zelfstandig aan het werk met een creatieve les, maar laat ze ook eens samenwerken. Rol een groot vel papier uit en laat ze aan de hand van een thema, verhaal of gedicht een gezamenlijke tekening maken. Stel wel regels: niet in andermans tekening krassen, toevoegen mag wel en laat ruimte voor de ander.’
‘En als laatste, vijfde tip: niet alleen maken, maar ook kijken . Immers; niet alleen door te doen, maar ook door naar kunst te kijken word je creatiever. Stel vragen als: Welke kleuren en vormen zie je? Wat denk je dat het verhaal hierbij is? Waarom vind je het schilderij mooi? Welk gevoel geeft het je? Zet ook muziek in tijdens het kijken en vraag wat er dan gebeurt met het schilderij. Gebruik bijvoorbeeld vrolijke of juist verdrietige muziek. Je zult merken dat ‘t tot mooie gesprekken leidt.’
PrimaOnderwijs 35
creatips van illustrator Kim den Dulk
Vijf
De webshop voor het onderwijs!
Scan & Bestel
Uitwisbare hoesjes en bordjes: gebruik jij ze al in de klas?
18% korting!
Van €88,50
Voor € 72,50
Set van 30 hoesjes incl. 30 stiften
Uitwisbare hoesjes en bordjes mogen niet ontbreken in het klaslokaal; ze zijn dé oplossing om papier te besparen en natuurlijk reuze handig bij het maken van (klassikale) opdrachten. Bestel ze vandaag nog met korting op Educatheek.nl
20%
Van € 69,95
Van € 2,00
Voor € 1,60
Per stuk
Voor € 55,95
Set van 10 wisbordjes
Magnetisch en dubbelzijdig
20% korting!
Bestel deze én nog veel meer handige klasmaterialen op
/uitwisbaar
Ook in een smalle opleiding leert een leerling ‘brede vaardigheden’
De laatste tijd is er veel aandacht voor de keuzes die vmbo leerlingen moeten maken. Vaak hoor je: ‘deze leerlingen moeten te vroeg kiezen’, alsof van leerlingen verwacht wordt dat ze, als ze 12 of 14 zijn, al een beroep kiezen voor de rest van hun leven. Vaak wordt gepleit voor een brede oriëntatie en uitstel van keuzes. Dat kan, en sommige scholen kiezen daar heel bewust voor, maar niet alle leerlingen leren optimaal door zich breed te oriënteren.
Tekst: Jacqueline Kerkhoffs
En het is niet zo dat je andere, betere, vaardigheden leert als je je breed oriënteert. Ook in zogenaamde ‘smalle’ opleidingen is er veel aandacht voor algemene vaardigheden als samenwerken, plannen, communiceren, gebruik van taal en rekenen, enzovoort.
Bezig zijn met zaken waar passie voor is Sommige leerlingen willen kennismaken met heel veel verschillende mogelijkheden om te ontdekken waar hun hart sneller van gaat kloppen. Anderen leren juist beter door een ‘smalle’ opleiding. Juist door bezig te zijn met zaken waar ze passie voor hebben, leren ze ook de brede algemene vaardigheden. Doel is dat alle leerlingen uiteindelijk een startkwalificatie behalen en een baan vinden die bij hen past. Dat kan in een rechte lijn vanaf de start van het vmbo of door ‘zijpaadjes’ te bewandelen en zo te ontdekken wat bij je past. Het een is niet beter of slechter dan het ander, beide kunnen naast elkaar bestaan.
Brede oriëntatie mogelijk
Het is niet zo dat een leerling die in de eerste klas van het vmbo zegt dat hij kok wil worden ook direct ingeschreven wordt voor een horeca opleiding. Ook deze leerling wordt begeleid bij het maken van keuzes en het zoeken van zijn weg in het aanbod van opleidingen en beroepen. Ook deze leerling mag ontdekken of hij toch niet liever fietsenmaker wil worden, net als de leerling die in het vmbo een breed scala van mogelijkheden aangeboden krijgt.
Gelukkig maakt het systeem van profiel- en keuzevakken brede oriëntatie voor alle leerlingen mogelijk, maar biedt het ook de mogelijkheid leerlingen ‘smal’ voor te bereiden op het mbo.
Reflectie op echte ervaringen
LOB speelt daarin een cruciale rol. Niet door een boekje door te werken of een beroepskeuzetest te doen, maar door te reflecteren op levensechte ervaringen opgedaan in de praktijk. Zodat leerlingen in de loop van het vmbo een keuze kunnen maken voor een vervolgopleiding en die keuze mag een heel andere zijn dan dat ze aan het begin dachten. ◗
Kijk voor meer informatie op www.platformsvmbo.nl
PrimaOnderwijs 37
Zo word je creatiever
De een zit van nature vol met creatieve ideeën, de ander kan nauwelijks out of the box denken. Maar creativiteit kun je wel stimuleren door regelmatig oefeningen te doen. “Geef jezelf de ruimte om te mijmeren en sta jezelf toe om een speelse houding te hebben”, zo zegt Emer Beamer.
Beamer zelf heeft geen gebrek aan creativiteit. Niet voor niets deed ze eerder de kunstacademie. In 2014 richtte ze stichting Designathon Works op. Met een design hack-a-thon daagt ze inmiddels wereldwijd kinderen tussen de 8 en 12 jaar uit om na te denken over vraagstukken zoals ontbossing en burgerschap.
Ook docenten worden bij die designathons en workshops geprikkeld om creatief te denken. Belangrijk, want over de creativiteit bij leerlingen zijn boeken vol geschreven maar over creativiteit bij docenten is amper informatie te vinden. Ook op de pabo en bij lerarenopleidingen voor het middelbaar onderwijs is er amper aandacht voor.
“Kinderen zijn vaak creatiever dan docenten. Ze zijn niet beperkt door kennis of eerdere mislukkingen. Toon bijvoorbeeld een paraplu en laat deelnemers vijf dingen bedenken die je daarmee kunt doen”, zegt Beamer.
“Kinderen kunnen er een babybad van maken, gebruiken de paraplu als versiering of nemen een rode paraplu om vogels aan te trekken.” Volwassenen weten waar een paraplu voor is en laten zich daardoor afremmen. Daarnaast zien ze teveel beren op de weg: ‘Loopt het water bijvoorbeeld niet uit het paraplubad?’”, legt Beamer uit.
38
Tekst: Malini Witlox
“’Ik ben niet creatief’, zeggen sommige docenten. Maar iedereen is creatief”, meent Beamer. “Er zijn veel misvattingen. Leerkrachten denken ook vaak dat alleen kinderen met een hoog IQ creatief zijn. Maar er zijn testen gedaan en daaruit blijkt dat kinderen met een gemiddeld IQ net zo creatief zijn. Ze hebben alleen meer tijd nodig om met oplossingen voor een vraagstuk te komen.”
Creativiteit kan worden gemeten met een zogenoemde TTCT-test wat staat voor Torrance Test of Creative Thinking. Hierbij krijgen de deelnemers een serie opdrachten die de creativiteit meten. Zo moet je figuren maken met een rondje of met een rechthoek, driehoek, rondje en vierkant. De minder creatieve mensen maken van het rondje bijvoorbeeld een ketting van rondjes, meer creatieve mensen ontwerpen de kop van Mickey Mouse.
“Veel leerkrachten die denken dat ze niet creatief zijn, scoren toch redelijk hoog op die test. Het is belangrijk dat ze weten dat ze wel creatief zijn. Want als je denkt dat je niet creatief bent, stokt automatisch de creativiteit”, zegt Beamer. Een kip-eikwestie dus, al wordt wel een onderscheid gemaakt tussen expressieve creativiteit (schilderen, tekenen) en creative thinking (probleemoplossend vermogen).
Maar wat kan een docent die laag op de TTCT-test dan doen? Creativiteit kun je stimuleren, aldus Beamer. “Dwing jezelf om iedere dag oefeningen te doen. Bedenk op dag 1 bijvoorbeeld vijf manieren om van A naar B te komen. Bijvoorbeeld hinkelend, op je handen lopend, jezelf in een winkelkarretje laten duwen. Door dagelijks zo’n oefening te doen, ga je
meer neurale verbindingen maken in je hersenen en werken je hersenonderdelen beter samen. De oefeningen gaan als het goed ook steeds makkelijker. Binnen een week merk je verschil.” Bij workshops die ze aan leraren geeft, merkt Beamer dat de docenten met meer zelfvertrouwen naar huis gaan.
Docenten die zelf niet creatief zijn, worstelen ook met de vraag hoe ze een creatief proces bij hun leerlingen kunnen begeleiden. Beamer geeft het advies simpel te starten als ze hun leerlingen een opdracht geven. “Geef een opdracht waarvan je, bijvoorbeeld van internetfora, weet dat het werkt. Je hoeft echt niet per se zelf het wiel uit te vinden. Zeker niet als je onzeker bent, want als het mislukt word je nog onzekerder. Over de hele wereld delen andere docenten hun ideeën, van India tot Nederland. Pas als je meer ervaring hebt, kun je variëren met al bekende succesvolle opdrachten. Creativiteit is echt een vak dus spring niet meteen in het diepe.”
Tips voor meer creativiteit
1) Sta open voor nieuwe ideeën. Sta open voor nieuwe lesmethodes, nieuwe software en onbekende materialen, van klei tot leer. Als het niet werkt, kun je altijd iets anders kiezen.
2) Kijk waar je goed in bent. Ben je bijvoorbeeld zelf een gamer. Wees dan niet bang om games te gebruiken bij je onderwijs, bijvoorbeeld door het maken van een quiz.
3) Heb je een idee, schrijf het dan meteen op. Leg een notitieblokje naast je bed of maak aantekeningen op je mobiel.
4) Wees niet bang om te falen. Van fouten leer je. Wees ook niet bang als het tijdens je les ook anders gaat dan je had verwacht.
5) Geef je leerlingen vrijheid. Geef een korte instructie en een tijdslimiet en laat het daarna gebeuren.
6) Ga je klaslokaal eens uit als het kan. Ga bijvoor beeld met je leerlingen naar buiten of naar de aula. Een andere omgeving stimuleert de creativiteit.
7) Laat films of plaatjes zien van ontwerpers of kunstenaars, dan worden kinderen geïnspireerd door anderen. Idealiter link je het aan het thema waarmee jullie bezig zijn in de klas.
8) Gebruik het format ‘hoe kunnen we....’ om een vraag te stellen. Bijvoorbeeld, hoe kunnen we het fileprobleem oplossen? Een hoe-vraag kent meerdere antwoorden.
PrimaOnderwijs 39
niet
als docent
www.designathonworks.com
Emer Beamer
Creatief in actie voor een goed doel
Creatief denken, ondernemend zijn, een goed idee omzetten in actie: dat zijn belangrijke skills die kinderen nodig hebben in de wereld van vandaag en morgen. Laat ze er op school volop mee oefenen, bijvoorbeeld door mee te doen aan de kinderpostzegelactie!
Kinderen gaan naar school om te leren lezen en rekenen. Dat is en blijft het allerbelangrijkste. Maar om écht klaar te zijn voor de toekomst, hebben kinderen daarnaast ook andere vaardigheden nodig. De wereld waarin we leven verandert zo snel – dat vraagt om 21st century skills zoals flexibiliteit, verbeeldingskracht en creativiteit. Belangrijk op school, maar ook later op het werk en in ieders persoonlijke leven.
Oefenen op school
Waarschijnlijk oefen je iedere dag in jouw groep met creatief denken en al die andere vaardigheden. Bewust of onbewust, want veel gaat (bijna) vanzelf of spelenderwijs. Zo train je de creatieve spieren van kinderen door aan de slag te gaan met kunstzinnige werkvormen in combinatie met vakken als rekenen, taal of geschiedenis. Ook als kinderen samenwerken in groepjes, als ze informatie verzamelen en toepassen in een project en zelfs als ze spelen, oefenen ze.
Vijf skills voor de toekomst
1. Creatief denken – ‘Nieuwe’ problemen vragen om creatieve, out-of-the-box oplossingen. Creativiteit ligt altijd aan de basis van vooruitgang.
2. Problemen oplossen – Als kinderen oefenen met het analyseren en stap voor stap aanpakken van uitdagingen, kunnen ze beter beslissingen nemen.
3. Samenwerken – Samenwerken bestaat uit overleggen, luisteren, taken verdelen en weten wat ieders kracht is. Zo bereik je samen het beste.
4. Communiceren – Zonder communicatie geen samenwerking. Kinderen kunnen leren om in verschillende situaties en gezelschappen effectief te communiceren.
5. Informatie verwerken – Hoe vind je informatie? Hoe weet je of die informatie betrouwbaar is? En hoe verwerk je het om jouw doel te bereiken?
40
Creativiteit in actie
Nóg een manier om 21st century skills te trainen is meedoen aan de kinderpostzegelactie. Wendela van Nes , leerkracht van groep 7 op de Dr. De Visserschool in Breda, is daar enthousiast over. “Onze school doet ieder jaar mee aan de kinderpostzegelactie. Het staat in ons jaarplan voor groep 7, in het kader van burgerschapsonderwijs. In de actie komt heel veel samen: je inzetten voor een ander, samenwerken, plannen, presenteren, iets nieuws durven. Heel waardevol!”
Wendela’s leerlingen verrassen haar regelmatig met hun creativiteit. “Ze komen tijdens de actie met de leukste ideeën. Zo had iemand bedacht dat je bij de supermarkt of een appartementengebouw heel makkelijk veel kopers bij elkaar hebt. Slim!”
Ondernemer in de dop
Calvin (11) uit Renesse deed vorig jaar met zijn klasgenoten mee aan de kinderpostzegelactie. Ook hij ging creatief aan de slag. Calvin: “Op een dag zat ik met mijn vader in de auto en hadden we het erover hoe ik zo veel mogelijk kon verkopen. Toen reden we langs een groot bedrijf. Wat nou als ik dáár zou
Creativiteit is geen ‘talent’ maar een manier van denken die iedereen kan leren
kunnen verkopen?” Calvin werkte zijn idee verder uit. “We hebben een e-mail geschreven en die naar heel veel bedrijven hier in de buurt gestuurd. Daar kreeg ik leuke reacties op. Een hotel wilde postzegels bestellen, voor als hun gasten een kaartje willen sturen. En bij andere bedrijven mocht ik verkopen aan medewerkers.”
Calvin en zijn klasgenoten bedachten nóg een goed idee: “Langs de deuren gaan in de dorpen bij ons in de buurt waar geen school zit die meedoet aan de actie! Onze ouders hielpen door elke dag een groepje kinderen met de auto ergens heen te brengen.”
Ondernemende Calvin en zijn klasgenoten hebben zo een prachtig bedrag opgehaald om leeftijdgenoten mee te helpen. Maar minstens zo belangrijk: ze kijken terug op een mooi gezamenlijk en creatief project, waarin ze heel veel geleerd hebben.
TIPS - Creatief aan de slag met de kinderpostzegelactie
• Bedenk samen hoe jullie de actie gaan aanpakken. In de brainstormfase is niets te gek: alle ideeën mogen, later kijk je wat je kunt uitvoeren.
• Laat je leerlingen hun creativiteit gebruiken om aandacht te vragen voor de actie (met een zelfgemaakte poster, video of mini-voorstelling?).
• Hoe maken jullie van de actie een feestje voor de groep? Bij Calvin op school is het traditie om de actieweek te beginnen met pannenkoeken. Extra leuk!
Doe ook mee met de kinderpostzegelactie
Al je creatieve spieren trainen tijdens de leukste groepsactiviteit van het jaar? Dat kan, met de kinderpostzegelactie (dit jaar van 27 september t/m 4 oktober). Tijdens de Gouden Weken na de zomervakantie komen jouw leerlingen samen in actie om andere kinderen te helpen. Dat voelt goed! Ondertussen leren ze samenwerken, versterken ze de groepsband en krijgt hun zelfvertrouwen een boost. Tot slot maken ze óók nog kans op een superprijs. Kinderen en leerkrachten gaven de actie vorig jaar een dikke 8.
Doe ook mee en meld je aan op scholen.kinderpostzegels.nl
PrimaOnderwijs 41
Een gezonde schoolmaaltijd levert meer op dan een gevulde maag
Wil je leerlingen een gezonde en duurzame schoollunch aanbieden?
Het Voedingscentrum kan daarbij helpen. Door het aanbieden van een maaltijd op school, verklein je de ongelijkheid tussen kinderen die niet of ongezond lunchen en kinderen die alles uit de Schijf van Vijf krijgen.
Er is veel animo voor het aanbieden van schoolmaaltijden sinds het kabinet daar dit voorjaar geld voor heeft vrijgemaakt. Basis- en middelbare scholen kunnen subsidie aanvragen voor het aanbieden van een ontbijt, lunch of pauzehap. Het Voedingscentrum omarmt dit en kan scholen helpen hier een gezonde en duurzame invulling aan te geven.
Ongelijkheid verkleinen
Als kinderen zelf eten en drinken meenemen naar school, dan kunnen daarin grote verschillen zitten. Het ene kind krijgt wel een gezonde lunch mee, terwijl een ander witbrood met chocopasta eet of alleen een koekje in z’n broodtrommel vindt. Dit kan te maken hebben met de financiële situatie thuis, maar ook met kennis en vaardigheden over gezond eten. Een gezonde schoolmaaltijd kan de ongelijkheid tussen kinderen verkleinen.
Gezonde basis
Een schoolontbijt of -lunch kan daarnaast bijdragen aan een gezonde basis voor kinderen. Het is belangrijk dat kinderen alle voedingsstoffen binnenkrijgen die ze nodig hebben om te groeien, leren en spelen. Uit onderzoek blijkt dat kinderen gezonder eten en drinken als hun school een gezonde lunch aanbiedt. Leerlingen eten meer fruit, groente en bruin- en volkorenbrood en drinken meer melk en water in plaats van suikerhoudende dranken. Zo kunnen scholen met deze regeling bijdragen aan het opgroeien van een gezonde generatie voor wie gezond en duurzaam eten vanzelfsprekend is.
Voedingscentrum helpt
Een gezonde en duurzame schoolmaaltijd bestaat uit producten die passen in de Schijf van Vijf. Denk daarbij aan volkorenbrood, halvarine, 100% pindakaas, 30+ kaas, fruit en groente. Hiernaast zie je de belangrijkste vijf pijlers voor een gezonde broodmaaltijd op school. Het Voedingscentrum heeft nog meer praktische hulpmiddelen om scholen te ondersteunen bij het aanbieden van een gezonde maaltijd, zoals een voorbeeld weekmenu en een productenlijst.
42
Een gezonde broodmaaltijd op school 5 pijlers
1. Altijd groente en fruit
• Kies voor groente en fruit uit het seizoen
• Kan zowel los als op brood
2. Kies volkoren
• Bruin of volkoren brood is de standaard
• Varieer met volkoren crackers, wraps en pita’s
3. Smeer met zachte vetten
• Ga voor halvarine of margarine uit een kuipje
• Of gebruik bijvoorbeeld olijfolie
4. Ga voor gezond beleg
• Denk aan 100% pindakaas, 30+ kaas, ei en vis
• Maximaal 1 dagkeuze (een keuze buiten de Schijf van Vijf), zoals hummus, hagelslag en jam
• Check in de ‘Kies Ik Gezond?’-app of beleg in de Schijf van Vijf past
5. Ga voor dranken zonder suiker
• Kraanwater, magere of halfvolle melk en thee zijn voorbeelden van gezonde keuzes
• Varieer eens met een schijfje fruit in het water
Het Voedingscentrum ondersteunt scholen bij het aanbieden van een gezonde en duurzame maaltijd. We bieden praktische hulpmiddelen om ermee aan de slag te gaan. Kijk op www.voedingscentrum.nl/gezondopschool
Problemen oplossen?
Reken daar maar wel op
Als leraar ga je voor kwaliteit in je vak en het optimaal gedijen van je klas. De Onderwijsdesk helpt je met advies en cursussen.
Optellen, aftrekken, delen, rekenen neemt een behoorlijke plek in, in het onderwijs. Ook op dit gebied kunnen problemen ontstaan. Een enkele leerling kan problemen hebben, of een hele klas presteert beneden niveau.
Esmaralda Kranendonk , kinder- en jeugdpsycholoog geeft tips wanneer hier problemen ontstaan.
Hoe zie ik het verschil tussen dyscalculie en zwakke of slordige rekenaars? Bij ons op school is geen één leerling met dyscalculie dus ik weet niet goed hoe ik het herken. Marloes, groep 5 uit Arnhem
In ieder klas 1 leerling met dyscalculie!
Ongeveer 3 procent van de leerlingen heeft dyscalculie, maar op de meeste basisscholen heeft geen 1 kind de diagnose. Bij dyscalculie is een belangrijk signaal dat geleerde kennis opeens vergeten is. Bijvoorbeeld de geleerde tafels waar zo hard voor is geoefend, zijn opeens ‘weg’. Als een leerling in groep 7 problemen heeft met breuken hoef je niet direct aan dyscalculie te denken, maar wel als diegene nog steeds op zijn vingers moet tellen bij sommen t/m 10. Heb je het idee dat een leerling een slordige rekenaar is? Vraag je altijd af (en ga na) of het tellen tot en met 10 wel op orde. En ook hoeveel inspanning hiervoor nodig is.
Bij veel inspanning is een fout (en op het oog slordigheid) zo gemaakt.
TIP 1: Op de website www.zorgplandyscalculie.nl (behorend bij het boek Zorgplan dyscalculie en rekenproblemen) vind je allerlei handige documenten zoals een signaleringslijst en opzoekkaarten.
TIP 2: In onze cursus Begrijp Dyscalculie leer je leerlingen met dyscalculie te herkennen en je leert hoe je op school een screening kunt afnemen, hoe je (extra) ondersteuning biedt en welke passende, praktische oplossingen er zijn. Werk je in het vo of mbo? Wist je dat er ook screeners bestaan om na te gaan of er sprake kan zijn van dyscalculie met normen voor het vo en mbo? Volg onze 1-daagse cursus Begrijp Dyscalculie met docente Marije van Oostendorp: online op 16 juni (PO & VO) of op onze locatie op 15 september (VO & MBO).
44
PrimaOnderwijs & Onderwijsdesk
Esmaralda Kranendonk
Het rekenniveau van sommige leerlingen is zo laag. Wanneer raadpleeg je een Rekenspecialist?
Michiel VMBO klas 1, Rotterdam
Lokaliseer rekenproblemen en maak stappen vooruit!
Vaak zijn rekenproblemen met extra ondersteuning te verhelpen. Met een rekenonderzoek kan een Rekenspecialist rekenproblemen lokaliseren, maar ook welke rekenonderdelen wel goed gaan en de oplossingsstrategieën van een leerling komen in beeld. Met de knelpunten kun je vervolgens gericht aan de slag. Een rekenspecialist kan goede en uitvoerbare rekenbegeleiding geven én adviseren en helpen om stappen vooruit te maken. Bijvoorbeeld bij leerlingen waarbij het niet goed lukt om sommen t/m 10 of de tafels uit hun hoofd te leren, wanneer leerlingen moeite hebben om verhaalsommen op te lossen, bij leerlingen waarbij het vermoeden bestaat dat er sprake is van dyscalculie, bij leerlingen waarvan je niet precies weet welke onderdelen van het rekenen goed en niet goed gaan en leerlingen die niet goed mee kunnen komen met het klassikale aanbod.
TIP 1 Wil
je ook Rekenspecialist worden?
Een greep uit de cursusladder 2023
Mondelinge taalvaardigheid bij kleuters
2-daagse
Een rijk taalaanbod, preventie bij TOA, herkennen TOS en NT2-kinderen stimuleren. start vr. 16 juni (PO)
Eveline Bogers
Executieve functies 1-daagse
Werkgeheugen, plannen en organiseren en meer.
do. 29 juni (VO & MBO)
dr. Diana Smidts
Expliciete Directe Instructie
1-daagse
Speciale EDI in 1 dag editie!
De belangrijkste EDI principes en technieken. ma. 25 september (PO)
Marcel Schmeier
De Rekenspecialist VO & MBO editie start op 4 oktober 2023 en de Rekenspecialist PO editie start op 20 september 2023 met docente Marije van Oostendorp. Kijk op www.onderwijsdesk.nl
Oud-deelnemers zeggen:
“De docente was zeer kundig, had een fijn (en hoog) tempo en kon goed verbanden leggen en me meenemen in de leerstof.”
“Veel interactie en ruimte voor eigen inbreng. De cursus was ook heel praktijkgericht wat ik erg prettig vind.”
Speciaal voor PrimaOnderwijs beantwoorden de deskundigen van de Onderwijsdesk vragen van onderwijsprofessionals
werkzaam in het PO of VO uit het hele land.
Deze tips (en cursussen) zorgen ervoor dat je klas nog beter floreert.
Heb jij een vraag voor de Onderwijsdesk?
Mail dan naar info@onderwijsdesk.nl
voor hulp bij leer- en gedragsproblemen in de klas!
Technisch lezen 3-daagse
Effectief leesonderwijs: vloeiend lezen, risicolezers, stimuleren leesbegrip in de technisch leesles en meer.
start do. 28 september (PO)
Marita Eskes
Oplossingsgerichte gesprekvoering 4-daagse
Motiverende en/of lastige gesprekken: tips en tools. Aanrader bij leer- en gedragsproblemen. start do. 5 oktober (PO & VO)
drs. Esther de Wolf
Lees- en Taalspecialist 6-daagse
Lees- en spellingsproblemen, TOS, meertaligheid, zorgniveau 2 en 3 en meer start ma. 9 oktober (PO)
drs. Marije van Oostendorp
dr. Madelon van den Boer
dr. Elise de Bree
Lesverstorend gedrag 1-daagse
Voorkomen en aanpakken
lastig en ordeverstorend gedrag
vr. 17 november (PO)
dr. Kees van Overveld
Kijk voor meer cursussen en cursusdata op www.onderwijsdesk.nl
PrimaOnderwijs 45
De beste basis voor lezen en taal
Veilig leren lezen kim-versie is al jaren de meestgebruikte én meest succesvolle methode van uitgeverij Zwijsen voor aanvankelijk lezen en taal in groep 3. Maar liefst 80 procent van alle kinderen in Nederland leert lezen en spellen met deze methode.
Bestel je materialen voor deze methode op Educatheek.nl
Voor de leerling
Voor de leerkracht
Vul nu je Veilig leren lezen lesmaterialen aan
Bestel Veilig leren lezen kim-versie nu op
Scan & Bestel
/lezen
Column
De onderwijswereld van Esther van de Knaap onderwijswereld-po.nl
Knutsel of Beeldende Vorming?
Ik loop de klas binnen voor een observatie Close Reading, de kinderen zitten al samen met de leerkracht in de kring, ze verwachtten me al. “Ben jij de leesjuf?”
Ik moet altijd grinniken wanneer ik blijkbaar zo ben voorgesteld aan de kinderen. Ik vind het wel een eretitel, dus reageer met: “Ja, ik ben de leesjuf. En ik hou ook heel erg van creatief zijn.” Dat is een reden voor de kinderen om hier met zijn allen tegelijk op te reageren, want creatief zijn is toch wel het leukste dat er is.
De les begint, en ik kijk om me heen. Een fijne leeshoek, een huishoek, een themahoek (slim om die los van elkaar te koppelen trouwens: de veiligheid van een huishoek bewaren en daarnaast een themahoek inrichten), en misschien wel het mooiste: een grote wand met werk van de kinderen.
Werk, geen werkjes of knutsels. Geen 13 in een dozijn Pinterestwerkjes, maar alle ruimte voor creativiteit. En dat zie ik wel eens anders. Klassen waar het aanzicht van precies dezelfde geknipte strandemmers in precies dezelfde kleuren de wanden ‘siert’. Het was niet zo gek dat deze leerlingen, we hebben het over een onderbouwgroep, de term creatief kennen. Er werd hier in de klas en op school duidelijk aandacht besteed aan beeldende vorming in plaats van aan werkjes maken.
Alhoewel er op de pabo behoorlijk aandacht besteed wordt aan het vak Beeldende Vorming, lijkt het binnen de muren van de basisschool nog steeds niet helemaal door te dringen. De kleurplaten en Pinterestwerkjes winnen het van de echte creativiteit. Het grote verschil tussen beide? De eigen inbreng en creativiteit van de leerling. Het probleemoplossend vermogen, dat we toch tijdens andere vakken echt nodig hebben. Bij Beeldende Vorming houd je rekening met betekenis, vorm en materiaal. Oftewel: wat ga je uitbeelden, op welke manier ga je dit doen, welke materialen ga je gebruiken.
Eerst prikkel je de leerlingen met het thema en eventueel al met materialen en beeldaspecten. Vervolgens laat je ze onderzoeken: op welke manier willen en kunnen ze uitvoering geven aan de opdracht? Laat ze aanrommelen met het materiaal om het zo beter te leren kennen. Pas daarna gaan ze aan de slag met de uitvoering. Het aardige van deze manier van werken, is dat het er van nature om vraagt om ook te reflecteren op het werk: zien we de beeldaspecten terug? Op welke manier is er gebruik gemaakt van de materialen? Welk gevoel krijgen we bij dit beeldende werk?
Google op SLO leerlijn beeldend, en je krijgt een fijn inkijkje in deze fijne creatieve wereld, waarvan we gewoon aan de leerlijnen moeten voldoen. Wat wordt jouw eerstvolgende beeldende activiteit? ◗
Esther van de Knaap
PrimaOnderwijs 47
Tips voor creatief handschriftonderwijs
Na groep 4 ben je als school niet klaar met schrijflessen
Leren schrijven is in groep 3 en 4 vooral kilometers maken, want letters moeten inslijten. Ook na groep blijven schrijflessen nodig. n dat hoeft echt niet saai te zijn, zegt nouk alkenburg, docent handschriftontwikkeling op de pabo. eerkrachten geven tips voor creatief handschriftonderwijs.
Tekst: Heleen de Bruijn
Dat goed leren schrijven niet alleen belangrijk is voor de leesbaarheid, maar ook het aanleren van veel andere vakken ondersteunt, daar zijn de meeste leerkrachten van groep 3 en 4 het wel over eens. ‘’Na groep 4 horen ze het te kunnen, maar dat wil niet zeggen dat je als school klaar bent met handschriftlessen. Toch zien we wel dat in de hogere groepen de aandacht voor handschrift zodanig verslapt, dat er geen echt aanbod meer is. Is dat er wel, dan is het vaak zonder instructie. Kinderen die schrijven moeilijk vinden, krijgen zo te weinig ondersteuning. In de weektaak staat bijvoorbeeld dat ze zelfstandig een bladzijde moeten overschrijven. Kinderen die dat verschrikkelijk vinden, stellen het zo lang mogelijk uit en raffelen het vervolgens af. Als je geen eisen stelt waarop je achteraf gaat beoordelen of het gelukt is,
48
Anouk Valkenburg
Als je geen eisen stelt waarop je achteraf gaat beoordelen, dan is het meer bezigheidstherapie dan onderwijs
dan is het meer bezigheidstherapie dan onderwijs. Als een kind onleesbaar schrijft, kan een leerkracht het niet nakijken. Het ontbreekt vervolgens aan een inventie om het kind beter te leren schrijven.” Volgens Valkenburg is die praktijk op veel scholen wel standaard. ‘’We zien dat een doorgaande leerlijn op het gebied van handschriftonderwijs ontbreekt. Ik pleit ervoor dat op school wordt afgesproken:
‘Wat doen we, waarom doen we dat, met welk materiaal schrijven we en welke eisen stellen we aan de kinderen?’.” Zonder instructie teksten overschrijven is volgens Valkenburg ook geen interessante activiteit. Enige creativiteit kan dus geen kwaad. Dat is niet moeilijk, meent Valkenburg. ‘’Wij laten onze pabo-studenten kennismaken met allerlei activiteiten uit methodes, die zij met leerlingen kunnen doen. Zij vinden dat erg leuk om te doen en ze krijgen positieve reacties van kinderen. De activiteiten staan gewoon in de methodes, maar die worden in de bovenbouw maar in zeer beperkte mate gebruikt. Terwijl het wel belangrijk is dat ze het echt goed leren”, zegt Valkenburg, “want op de middelbare school krijgt het handschrift helemaal geen aandacht meer. Als een leraar daar je werk niet kan lezen, krijg je een 1. Dan word je dus beoordeeld op je handschrift.”
Tijd dus voor een paar tips voor creatieve schrijflessen
Myrthe Spoelman is pabostudent en onderwijsassistent in Amstelveen. Zij blijft liefst een beetje weg van de methodes: “Ik merk dat leerlingen schrijven wel leuk vinden, maar dat ze het vaak herhalen van dezelfde letter saai vinden. Ik maak bijvoorbeeld in een les een circuitje, waarbij de kinderen in groepjes letters schrijven in steeds ander materiaal. Bijvoorbeeld in scheerschuim, in heel fijn schrijfzand, met een satéprikker op een zwart blaadje waar glitter onder zit, zodat je de letters in glitter tevoorschijn tovert en op een groot vel papier, waarop ze letters zo groot mogelijk moeten schrijven. Elke 7 minuten wisselen de groepjes naar de volgende. Ik maak er foto’s van en achteraf bespreken we hebben gedaan en hoe dat ging. Zo zijn ze heel geconcentreerd bezig en je komt ook kinderen tegemoet die meer moeite hebben met de fijne motoriek.”
Arian Nieweg , leerkracht groep 3 en 4 in Utrecht:
“Na groep 4 worden steeds minder tot geen schrijflessen meer gegeven. Raar, want je handschrift ontwikkelt zich tot je 16de. Ik probeer dan ook binnen onze school het belang van schrijven te benadrukken en te zorgen voor een doorgaande leerlijn. Zo maak ik gebruik van kleurlessen, waarbij kinderen door kleuren leren hoe ze
een pen vasthouden, hoe hard ze op papier drukken, etc. Zo leren ze eerst de juiste techniek, zonder te moeten focussen op het schrijven. Daarnaast: schrijven doen ze de hele dag op school. Ik vraag van kinderen dat ze leesbaar schrijven en besteed er dan ook de hele dag aandacht aan. In hogere groepen kun je kinderen vragen zo mooi mogelijk te schrijven, of laat ze een brief schrijven met speciale letters, gebruik kaligrafie, handlettering of laat ze letters schilderen.”
Sabine Bakker, leerkracht van groep 8 in Wassenaar en handschriftdocent op de pabo van Hogeschool Leiden. “Voor onze school heb ik een schrijfplan opgesteld voor groep 3 tot en met 8, waarin staat welke materialen we gebruiken en dat inzoomt op de doelen per schrijfles. Als een school een methode voor schrijven gebruikt, kan deze prima gelden als basis om de kinderen goed schrijfonderwijs te bieden. De lessen kunnen ook op creatieve wijze verrijkt worden. En verder ontkom je soms niet aan overschrijven, maar sluit dan aan bij de belevingswereld. Vraag wat kinderen leuk vinden. Als iemand erg van voetbal houdt, laat hem de namen van voetballers overschrijven. Maak kinderen eigenaar van hun werk; leer ze om kritisch te reflecteren op hun eigen schrijfwerk. Zij kunnen goed inschatten wat leesbaar is geschreven.”
PrimaOnderwijs 49
Moeite met lezen?
Zo
ontdekken leerlingen leesplezier en verruimen ze ook hun woordenschat
Het plezier van een verhaal ervaren, de woordenschat vergroten en meepraten over populaire boeken. Enkele van de vele redenen waarom lezen belangrijk is. Voor leerlingen die moeite hebben met lezen door bijvoorbeeld dyslexie, TOS, ADHD, een fysieke, verstandelijke of visuele beperking, kan het ook moeilijk zijn. Hoe help je de taal- en leesontwikkeling van deze leerlingen? Met de collectie van Passend Lezen.
Passend Lezen is dé bibliotheek voor iedereen met een leesbeperking. De collectie bevat duizenden boeken, kranten en tijdschriften in verschillende leesvormen zoals audio, braille, grootletter en een combinatie van leesvormen . Daarnaast zijn er ook hoorspelen, hoorcolleges, voelboeken en voelbare tekeningen en plattegronden beschikbaar.
Collectie voor de jeugd
De jeugdcollectie van Passend Lezen is direct te vinden via superboek.nl . De leukste en populaire titels van dit moment zijn hier gerangschikt op leeftijd. Voor de jeugd bestaat de collectie uit meer dan 15.000 gesproken boeken, ruim 3.700 brailleboeken en verschillende tijdschriften. Luisteren naar boeken gaat gemakkelijk via de gratis app ‘Passend Lezen’ (voor iOS en Android) of de online player op de website. Naast gesproken boeken zijn er ook Karaokeboeken. Hierbij word je tijdens het lezen ondersteund door een balkje dat meeloopt met de tekst, terwijl deze tegelijkertijd wordt voorgelezen. Karaokelezen kan via de smartphone, tablet of pc. Er is dus geen reden meer om niet te oefenen!
Gratis
informatiemateriaal
Luisteren naar boeken voor school
Speciaal voor jongeren op de middelbare school is er passendlezen.nl/voorjelijst . Hier vind je een uitgebreide collectie gesproken boeken die geschikt zijn voor de leeslijst Nederlands, gerangschikt op leeftijd en niveau. Maar ook voor Engelse, Franse, Friese en Duitse titels kun je hier terecht. Natuurlijk is er ook voor leerlingen die niet ‘voor de lijst’ hoeven te lezen keuze genoeg. Zo wordt het makkelijker, en misschien leuker, om de boekenlijst af te ronden.
Gratis lid tot 18 jaar
Het lidmaatschap bij Passend Lezen voor kinderen en jongeren met een leesbeperking tot 18 jaar is gratis. Inschrijven kan gemakkelijk via passendlezen.nl/lidworden . Bij inschrijving is toestemming van ouders nodig.
Wil je informatie over Passend Lezen delen met ouders, leerlingen of collega’s?
Vraag de gratis folders of de digitale toolkit aan via: passendlezen.nl/onderwijs
PrimaOnderwijs 51
Sexting op jouw school? Zeker wel!
Praat samen over online flirten met Online Masters
Online flirten, oftewel sexting is leuk. Het is onderdeel van de seksuele ontwikkeling van jongeren, net als de fysieke ontdekkingsreis die zij maken. Uit een groot landelijk onderzoek blijkt dat 1 op de 8 jongeren het afgelopen halfjaar een sexy foto of video van zichzelf naar iemand heeft verstuurd. Het is wel handig om daarin spelregels af te spreken. Respect en privacy zijn hierbij belangrijk. Dat vindt Marianne Jonker, senior programmamedewerker seksueel geweld bij Rutgers. Zij adviseerde bij de ontwikkeling van de les ‘Online flirten’ van het gratis lesprogramma Online Masters.
“Sexting is het maken, delen en sturen van seksueel getinte foto’s, berichten of video’s, die je in vertrouwen met elkaar deelt. Het is een privéaangelegenheid, waarbij het jezelf en een ander ontdekken een grote rol speelt”, legt Marianne uit. “Jonge mensen doen dit omdat het leuk en spannend is. Zeker wanneer zij een prille relatie hebben of een relatie op afstand. Sexting biedt ruimte om te experimenteren.”
Daarin gaat heel veel goed. Maar bij 2 tot 4 procent gaat het mis en is er sprake van online seksueel grensoverschrijdend gedag. Dan wordt zonder toestemming een foto doorgestuurd of wordt bijvoorbeeld een foto naar een persoon gestuurd die verkeerde intenties heeft, denk hierbij bijvoorbeeld aan iemand die pedoseksueel is. Daarom is begeleiding bij een gezonde ontwikkeling op het gebied van sexting heel belangrijk.
“Wanneer iets mis gaat, verschillen de gevolgen per persoon. De ene maakt zich er niet zo druk over. Die heeft zoiets van ‘ik stond er toch goed op?’, terwijl een anders leven in puin kan liggen door schaamte die tot zelfmoord kan leiden.” Om te kunnen dealen met de gevolgen van grensoverschrijdend gedrag van een ander, is de omgeving van een slachtoffer ook van belang. “Je ziet nog regelmatig victimblaming
52
Marianne Jonker
en dat gebeurt vaak onbewust. Er zijn mensen die het slachtoffer ‘dom’ noemen, terwijl de dader uiteindelijk iets heeft gedaan dat strafbaar is. Daarbij ligt er een taboe op naakt. Een blootfoto zou eigenlijk niet iets moeten zijn om je voor te schamen, het is iets dat twee mensen delen in vertrouwen en dat vertrouwen hoort niet beschaamd te worden.”
Een slachtoffer van online seksueel grensoverschrijdend gedrag heeft op dat moment alle steun nodig. “Ook de hoeveelheid steun is per persoon verschillend. Je hoeft het niet groter of juist kleiner te maken dan dat het is voor de persoon in kwestie. Zeg dat je het slachtoffer steunt en vraag wat diegene nodig heeft.”
Het is belangrijk dat sexting onderdeel is van seksuele voorlichting. “Binnen een veilige schoolomgeving kunnen jongeren leren wat de spelregels zijn. Hiermee worden niet tips als ‘sexting kun je beter niet doen’ of ‘zet in ieder geval niet je hoofd erop’ bedoeld. Op die manier wordt sexting als iets negatief neergezet.”
Afspraken waarover leerlingen worden voorgelicht:
• Check bij de ander of het ok is als je een foto stuurt
• Spreek af dat ongevraagd delen niet ok is, het is een privéaangelegenheid
• Heb je twijfels, doe het dan niet
• Geef je wensen en grenzen aan
• Zorg dat je weet met wie je samen aan sexting doet
• Heb respect voor jezelf en de ander
• Praat erover als er toch iets mis gaat
Ook het bespreken van gendernormen is van belang. Gedrag van jongens en meiden moet je hetzelfde beoordelen. “Er wordt soms nog anders aangekeken tegen een jongen die een dickpic stuurt dan tegen een meisje die een naaktfoto deelt met haar vriend(in), ook door leerkrachten. Gelukkig is dat al wel aan het veranderen.”
Daarnaast is het noodzakelijk dat slachtoffers weten waar hij of zij terecht kunnen. “Er kan tegenwoordig best veel. Foto’s kunnen vaak wel verwijderd worden en je kunt melding maken van wat jou is overkomen bij organisaties die helpen. Dat kan ook anoniem.”
De nieuwe les ‘Online flirten’ van Online Masters is een combinatie activerende opdrachten en duidelijke voorlichting. Leerlingen krijgen veel ruimte om in gesprek te gaan en samen te praten over sexting. De nadruk ligt niet op de risico’s, maar op een gezonde ontwikkeling.
Marianne: “Hou het positief en leg het accent op veilig online flirten. Wanneer je de voorlichting inricht op waarschuwingen, heeft dat minder effect. Leerlingen denken al snel ‘mij overkomt dat niet’, tot ze verliefd worden. Wanneer je merkt dat victimblaming voorkomt in de klas, bijvoorbeeld bij als ‘hiervoor ben je op school toch gewaarschuwd’, ‘zie je wel’ en ‘dom van jou’, grijp je in.”
De les ‘Online flirten’ sluit aan bij de belevingswereld van de leerlingen. “Zij zitten in de leuke en belangrijke fase van ontdekken en met goede voorlichting bied je ze goede handvatten om deze ontdekkingsfase gezond in te gaan. Op die manier begeleid je ze naar de wetenschap waar hun wensen en grenzen liggen en hoe ze hun eigen veilige en gezonde keuzes kunnen maken. En fouten maken hoort erbij, daar leren ze ook van. Maar degene die een foto zonder toestemming deelt, is degene die verkeerd bezig is, niet de maker en verzender van de foto. Sexting is leuk, doorsturen niet.
De les is geschikt voor de bovenbouw van het basisonderwijs en de onderbouw van het voorgezet onderwijs. Aanmelden is gratis en kan via onderwijsinformatie.nl/onlinemasters.
Over de les ‘Online flirten’ Online Masters is een gratis lesprogramma (bestaande uit 19 verschillende lessen) waarmee de digitale vaardigheden van leerlingen verbeterd wordt, zodat ze vaardig, veilig en bewust online gaan.
De les ‘Online flirten’ is een nieuw les binnen Online Masters. Hierbij gaan leerlingen, aan de hand van vragen, stellingen en casussen, in gesprek met elkaar en ontwikkelen zo bewustwording. Ook krijgen ze uitleg over wat ze kunnen doen als het mis gaat. Bij de les hoort een praktische handleiding die tips bevat voor een goede voorbereiding en een brief om ouders/verzorgers te informeren over de insteek van de les.
PrimaOnderwijs 53
Tekst: Natasja de Vrind
Boekrecensie Alles over sociale media #vindikleuk
Titel: Alles over sociale media #vindikleuk
Schrijver: Kathleen van Royen & Fran Vanseveren
Uitgeverij: Lannoo
Bladzijdes: 68
Thema: social media
In dit superhandige boek kom je alles te weten over dat te maken heeft met social media. Of het nu gaat om challenges, online pesten of influencers: de leuke en minderleuke kanten van social media komen aan bod. Aan de hand van illustraties en handige checklists, kunnen kinderen en pubers kijken of het onderwerp op hen van toepassing is.
Kinderen moeten leren dat
niet allemaal de werkelijkheid is
Dit boek bestaat uit vijf hoofdstukken. Ieder hoofdstuk heeft vijf paragrafen en wordt afgesloten met een kleine quiz met vijf meerkeuzevragen, genaamd Test je kennis. Het boek is geschreven voor kinderen in de bovenbouw van de basisschool en de onderbouw van de middelbare school.
Ze zijn vaak handiger dan ouder en leerkracht
Wat is er nu zo ongelooflijk leuk aan sociale media?
Kinderen groeien op met apps en websites en zijn er vaak handiger en vlotter in dan menig ouder, leerkracht of opvoeder. Onderwerpen als schermtijd en verslaving komen in het eerste hoofdstuk naar voren. Ook privacy is een belangrijk onderwerp als het gaat om social media. Wat weten ze allemaal over ons?
Wat zet je wel en wat vooral niet op social media? Voor kinderen is het belangrijk te begrijpen wat het precies inhoudt als je iets over jezelf deelt op social
media. Je kunt foto’s, berichten en filmpjes delen met vrienden, maar ook met de hele wereld.
Ook aandacht voor online pesten en bodyshaming
Kinderen kijken tegenwoordig erg op tegen influencers. Hoofdstuk 3 geeft informatie over vloggers en bloggers. Social media doen levens van andere mensen soms perfect overkomen. Kinderen moeten leren dat niet allemaal de werkelijkheid is. Ook de minder leuke kanten van social media worden belicht in dit boek. Er wordt uitgelegd wat online pesten inhoudt en wat bodyshaming is.
Ten slotte speelt het herkennen van nepnieuws een belangrijk onderdeel van dit boek. Hoe herken je dit en moeten we alles geloven wat we lezen en zien?
Kortom, een boek dat in deze tijd niet kan ontbreken in de bibliotheek of boekenkast op jouw school. Ook thuis is dit voor kinderen en ook voor hun ouders een echte aanrader.
PrimaOnderwijs 55
Samen aan de slag met Formatief handelen in de les!
Een groep talendocenten van het Vathorst College in Amersfoort werkte in het schooljaar 2022-2023 samen met Meike Berben van CPS Onderwijsontwikkeling en advies aan het implementeren van formatief handelen in de les. Docenten Ingrid en Nicolas delen hun ervaringen.
Ingrid en Nicolas, kunnen jullie iets vertellen over hoe jullie op een creatieve manier formatief handelen inzetten?
Wat is de formatieve cyclus precies
Bij formatief handelen, dat bij CPS formatief toetsen heet, maak je doelgericht en cyclisch gebruik van informatie om het leren te verbeteren. Je stelt duidelijke leerdoelen, je gebruikt werkvormen om het leren te toetsen en je neemt een beslissing om het leerproces te vervolgen. De ingrediënten Doel, Toets en Gevolg noemen we samen de formatieve cyclus.
Ingrid: In VWO 5 heb ik een les schrijfvaardigheid anders ontworpen. In plaats van dat ik zelf uitlegde hoe een goede brief eruitziet, heb ik leerlingen aan de hand van 3 anonieme voorbeelden de succescriteria laten bedenken. Ze moesten uitleggen waarom de ene brief beter was dan de andere. De door de leerlingen bedachte succescriteria hebben we klassikaal besproken en ik heb er feedback op gegeven. Ik merkte dat veel leerlingen de juiste succescriteria konden noemen en dat ik weinig hoefde aan te vullen. Daarna maakten de leerlingen met de succescriteria zelf een goede brief. De leerlingen waren gemotiveerder en wisten veel beter hoe zo’n brief eruit moest zien.
Nicolas: Ik laat de leerlingen in een portfolio vragen beantwoorden: ‘Hoe ga je de woorden en grammatica leren? Welke woorden heb je geleerd? Heb je de leerdoelen van de startmail bereikt? Indien niet, welke stappen ga je ondernemen om deze alsnog te halen tijdens de volgende les? Leerlingen geven zo zichzelf feed back en feed forward . Ik bespreek dit met de leerlingen en ik bekijk waar ik in de lessen extra aandacht aan besteed.
Ingrid: Voor mijn grammaticalessen heb ik een lessenserie ontworpen. In les 1 stelde ik 4 vragen die de leerlingen aan het einde van de les moesten kunnen beantwoorden. In de les gingen ze aan de slag met deze vragen. De antwoorden nam ik aan het einde van les 1 in. Vervolgens heb ik groepen samengesteld van leerlingen die de vragen goed en minder goed beantwoord hadden. In les 2 hielpen de leerlingen elkaar binnen de groepjes met vaststellen welke leerdoelen ze al beheersten en waar ze nog verder
56
Gevolg Toets Feed up Feed back Feed forward Formatief toetsen in de les (CPS Onderwijsontwikkeling en advies, 2019)
Doel
aan moesten werken. Vervolgens maakten ze een keuze: beheersten leerlingen de eerste twee leerdoelen, dan kozen ze voor het herhalen van de lesstof, beheersten de leerlingen ook het derde en het vierde leerdoel, dan kregen ze extra uitdaging. Aan het einde van de les stelden ze elkaar checkvragen. Ondertussen kon ik controleren of de leerlingen de leerdoelen ook echt behaald hadden.
Jullie noemen mooie voorbeelden. Wat is de meerwaarde om op deze manier te werken? We zien op onze school dat formatief handelen helpt om het eigenaarschap van leerlingen te versterken. Ze handelen meer zelfverantwoordelijk en hebben meer inzicht in hun eigen kennis en vaardigheden en in wat ze moeten doen om zichzelf te verbeteren. Formatief handelen helpt ook bij het differentiëren en onderwijs op maat. Ook merken we dat het docenten én leerlingen motiveert. Docenten gaan weer anders naar hun lessen kijken en durven te experimenteren. Ze hebben succeservaringen en voelen zich uitgedaagd. Leerlingen ervaren meer ruimte en verantwoordelijkheid.
Wat heeft het jullie opgeleverd om met een extern bureau als CPS te werken om docenten te scholen?
We waren al met het onderwerp bezig, maar door met een expert te werken, merkten we dat veel vragen duidelijker beantwoord werden. We kregen ook inspiratie voor nieuwe manieren van formatief handelen en het cyclisch werken. Ook werd goed ingespeeld op de verschillen tussen de docenten. Daarnaast was het fijn om als groep MVT-docenten samen aan de slag te gaan én zo’n traject ‘dwingt’ je ook weer om er echt voor te gaan zitten en bij elkaar in de lessen te kijken. We hebben veel van elkaar geleerd.
Een gezamenlijke training is een grote stap, maar het levend houden van zo’n thema op school is vaak een uitdaging. Hoe borgen jullie dat de formatieve cyclus ook na jullie teamscholing blijvend ingezet wordt?
Elke sectievergadering delen we een good practice op dit gebied. Daarnaast is formatief handelen een schoolbreed speerpunt. Er is een werkgroep formatief handelen met een lid uit elk leerhuis. De werkgroep bedenkt implementatie-acties. Komend jaar willen we formatief handelen onderdeel maken van de vakwerkplannen en van de DOT, ons observatieinstrument. En we gaan inspiratiecafés organiseren. Tot slot hebben we als school een wekelijkse nieuwsbrief, waar we vaak iets over formatief handelen delen.
Welke tips hebben jullie om formatief handelen blijvend creatief in te zetten?
Begin klein: er is veel mogelijk met kleine aanpassingen binnen je les. Denk ook aan creatieve mogelijkheden zoals het verbeelden van de leerdoelen in een tekening of rollenspel. Durf te experimenteren: het hoeft niet allemaal gelijk perfect. Je merkt dat het anders kijken naar je lessen enorm inspirerend werkt!
PrimaOnderwijs 57
Meike Berben , adviseur bij CPS Onderwijsontwikkeling en advies. Expertises o.a. formatief toetsen en differentiëren. Zie www.cps.nl/formatief
Nicolas Noël Docent Frans op het Vathorst College. Zie www.vathorstcollege.nl
ISBN 9789065082091
Ingrid van Dongen Docent Frans op het Vathorst College, tevens beeldcoach en trainer studievaardigheden
Methodes
Posters
De webshop voor het onderwijs! educatheek.nl/summersale Profiteer vanaf 6 juni een maand lang van zomerse kortingen op een brede selectie lesmaterialen, kantoorartikelen, schoolspullen, (lees-)boeken en klasmaterialen!
Meubilair Bestel op factuur! Ruim assortiment Rekenen Taal Lezen
SUMMER SALE!
Klasmateriaal
Bordmateriaal Atlassen Laptopkarren Beloningsmateriaal RekenblokjesKnutselen Scan & Bestel
Maak met een inspiratieworkshop kennis met Skillsdojo
Digitale geletterdheid is inmiddels niet meer weg te denken uit de schoolbanken. Digitale vaardigheden worden op termijn ook verplicht bij de onderwijskerndoelen. Maar hoe kun je deze vaardigheden nu gemakkelijk overbrengen aan leerlingen in je toch al drukke agenda? Skillsdojo sluit aan bij kinderen van elk niveau en slaat een brug tussen technologie en de overige vakken in het primair onderwijs.
PrimaOnderwijs & Skillsdojo
Skillsdojo is een flexibel platform dat onafhankelijk is van lesmethodes. De lesseries op video, de zogeheten ‘missies’ kunnen bestaande deeltjes binnen de lesstof vervangen. Het verwerken van de lesstof gaat op die manier gemakkelijk. De filosofie van Skillsdojo is dat digitale vaardigheden perfect te integreren zijn binnen het standaard curriculum. Op die manier maak je elke les rijker, leuker en leerzamer.
Skillsdojo biedt de leerlingen verschillende missies die opgebouwd zijn volgens het ‘creative learning model’, zodat kinderen op elk gewenst niveau in de missie kunnen stappen. Kinderen kunnen zelf aan de slag met stapsgewijze video-instructies, waarbij je als leerkracht de mogelijkheid houdt om eigen instructies toe te voegen.
Nog meer en exclusiever
De missies zijn gegroepeerd in de standaard vakken én onder de noemer digitale vaardigheden. Zo kunnen de leerlingen de oceaan redden met algoritmes, een interactief verhaal programmeren, een echte animatiefilm maken en op onderzoek uitgaan met Smart Kids Lab. Ben je op zoek naar alle missies? Neem dan een kijkje op: www.skillsdojo.nl/vakken.
Om kennis te maken met Skillsdojo kunnen docenten, eventueel met het hele team, meedoen aan een inspiratieworkshop. Dat kan anderhalf tot 2 uur na school of tijdens een studiedag. Deelnemers krijgen een toelichting hoe ze digitale vaardigheden goed kunnen toepassen en hoe het te integreren is in het reguliere lesprogramma.
Ook worden dan twee missies gedaan met de leerkrachten. Op die manier leren ze hoe ze de volgende dag zelf in de klas aan de slag kunnen gaan. Een groot deel van de missies is nu nog gratis te downloaden. Deze workshop, waarbij Skillsdojo bij jou op school komt, kost € 595,-.
Indien gewenst is er ook een opvolgende workshop te volgen ‘Spelenderwijs vaardig’, waarbij veel aandacht is voor vakintegratie in jouw curriculum. Daarnaast biedt Skillsdojo verschillende verdiepende trainingen en webinars. Meer informatie over alle trainingen en workshops vind je op: www.skillsdojo.nl/trainingen-en-workshops/
Mochten scholen interesse hebben in meer dan de missies, dan kunnen zij een abonnement nemen op Skillsdojo +. Hiermee krijgen ze naast steeds meer missies, toegang tot exclusieve content. Denk aan lesplannen voor docenten waardoor het lesgeven nog gemakkelijker wordt, leeslijsten als inspiratie voor de kinderen, toegang tot online masterclasses, en de mogelijkheid alle missies te personaliseren naar je eigen thema’s of onderwerpen die je behandelt in de klas. Een abonnement op Skillsdojo + kost € 599,- per jaar voor de hele school.
PrimaOnderwijs 59
beeld. In tien weken maken ze grote sprongen; je boort bij veel kinderen echt iets nieuws aan.”
Creativiteit stimuleren
In het geval van De Wegwijzer was dat Regioharmonie De Verbinding in Harderwijk, waar Karin Visser bij betrokken is. “We zijn al bij verschillende scholen geweest. Het is een mooie manier om onze liefde voor muziek over te brengen en uiteraard hopen we op aanwas van nieuwe leden.” Zo leverden de projecten in het afgelopen jaar – vooralsnog - drie leden op. Dat lijkt weinig, maar in de concurrentieslag met voetbal en andere populaire sporten is elk lid er uiteraard een.
Gratis proeflessen
Bruggeman knikt: “Na het traject bieden we meestal twee gratis proeflessen aan. Zo proberen we ook te verbinden.” Alle leerlingen krijgen vanuit Cultuurkust tijdelijk een eigen instrument. In dit geval een hoorn, trombone of trompet. Ook dat maakt indruk, merkt Bart Jansen. Hij is groep 8-leerkracht op De Wegwijzer en speelt en zingt in zijn vrije tijd in musicals. Aan de muur in zijn lokaal hangt een akoestische gitaar. Iedereen weet: voor muziek moet je bij meester Bart zijn. “Ik heb de school indertijd aangemeld; je komt een keer in de twee jaar aan de beurt. Met een enthousiast verhaal wist ik mijn collega’s over de streep te trekken.” De werkdruk in het onderwijs ligt hoog, maar je wordt prima ontzorgd door muziekdocenten die bij het project betrokken zijn, vertelt Jansen. “In dit geval vanuit Cultuurkust. Het is niet dat je helemaal de handen vrij hebt; als leerkracht blijf je er wel bij. Maar je maakt leerlingen echt op een andere, creatieve manier mee. Sommigen zag ik helemaal opbloeien met zo’n blinkend instrument in hun handen. Kijk eens wat ik kan!” In zijn klas komt regelmatig muziek voorbij. Samen zingen ze een christelijk lied of volgen ze een projectlied via het digibord, vertelt Jansen. “Maar qua instrumenten komen we doorgaans niet verder dan een woodblock. Dus ik was verbaasd hoe snel leerlingen geluid kregen uit een trombone, bijvoor-
Uit onderzoek blijkt dat muziek het brein van jong en oud positief stimuleert. Het draagt ook bij aan creativiteit, logisch redeneren en ruimtelijk inzicht, vertelt Jansen. “En daarnaast leren ze goed luisteren, samenwerken en kijken naar elkaar en de dirigent”, vult Visser aan. Of wat te denken van discipline kweken en doorzettingsvermogen creëren. “Het vraagt een vorm van concentratie die op deze jonge leeftijd heel vormend kan zijn”, weet Bruggeman. Na aanmelding bekijkt Cultuurkust welk type orkest op dat moment het beste aansluit bij een school. Jansen grinnikt: “Dat was bij ons goed geregeld, want wij hebben een prima ruimte om te repeteren. Maar op sommige scholen moet je wel iets afspreken met elkaar over wanneer je oefent. Want een hele groep blazers geeft wel wat volume.”
Schoollied schrijven
Voor Jansen is het vanzelfsprekend om met muziek bezig te zijn. Zo ontstond vorig jaar ook het idee om zelf een lied te schrijven rondom het vijftigjarig jubileum van school. Om maar eens iets te noemen. Maar niet alle leerkrachten zijn hetzelfde, weet Bruggeman. “Een juf of meester die het spannend vindt om een lied voor te zingen, zal dat niet zo snel als middel erbij pakken. Wij hopen op deze manier ook bij te dragen aan een beter muziekklimaat; dat leerkrachten elkaar stimuleren en helpen.” Jansen tot slot: “Het is lastig onder woorden te brengen wat dit project precies heeft opgeleverd, maar tijdens het eindoptreden zag je aan die koppies wel wat het heeft betekend. Ja, íedereen ging aan. In zo’n zaal vol mensen en dan een echt optreden; dat moment vergeten ze nooit meer.”
PrimaOnderwijs 61
Van rekenbingo tot levend klokkijken:
Drie keer drie is negen, vier keer acht is 32. We hebben allemaal uren zitten stampen om de tafels uit ons hoofd te leren. Effectief maar saai. Gelukkig zijn er veel leukere methoden. Ga met je leerlingen naar buiten en laat de werkboeken dicht. Wij geven je tips voor creatief rekenen.
Tekst: Malini Witlox
1
2
Leren rekenen kan op twee manieren. Memoriseren, waarbij je sommen stampt en automatiseren, waarbij je denkstappen maakt. 71 + 13 is 70 + 10 en 1 + 3. Kennis en vaardigheden automatiseren gaat sneller als je het werkgeheugen zwaar belast. Combineer rekenen met fysieke inspanning. Laat leerlingen sommen maken terwijl ze tussen pionnen door zigzaggen. Je ziet ook meteen dat een leerling het moeilijk heeft met een som wanneer zijn pas vertraagt.
Hoe groot is het klaslokaal? Verdeel de klas in groepjes en geef ze een meetlint of rolmaat. Laat ze omtrek opmeten en oppervlakte berekenen om op een leuke manier kennis te maken met wiskunde. Deze activiteit is geschikt voor de bovenbouw. Als je met jongere kinderen op het schoolplein bent, teken dan cirkels op de grond en schrijf er kloksgewijs 1 tot en met 12 in. Noem een tijdstip en laat je leerlingen de tijd aangeven door als de wijzers in de klok te gaan liggen.
Jij weet wat een vierkante meter is, maar leerlingen hebben dat voorstellingsvermogen niet. Pak er een rolmaat en krijt of een rol plakband bij en laat hen een vierkante meter uitzetten. Ook leuk: hoeveel leerlingen passen er in een vierkante meter? Zo krijgen ze gevoel voor omtrek en het is natuurlijk lachen. Dit blijft beter hangen, dan wanneer je met een werkboek werkt.Er zijn talloze spelletjes waarmee je in de klas op een leuke manier rekenen kunt oefenen. Van Qwixx tot Yahtzee. Of laat ze een stok speelkaarten op een chronologische lijn leggen. Is een 7 hoger dan een 2. Om gevoel voor lager of hoger te krijgen, kun je ook Miljoenenjacht spelen. Kies een deelnemer en laat uit 20 enveloppen kiezen. Is het bod van de meester of juf (bank) hoger of lager dan het oude bod?
Deel bingokaarten uit en lees een som voor. Als het antwoord op de bingokaart staat, kunnen de leerlingen die afkruisen. Wie de bingokaart als eerste vol heeft, wint een prijsje.
Niets zo lastig als breuken vinden veel leerlingen. Maar als je er appelpartjes of snoep bij betrekt, wordt het helderder. Gebruik bijvoorbeeld een zakje M&M’s. Welk deel van de snoepjes is blauw? De antwoorden verschillen per zakje. Laat ze ook in groepjes samenwerken en vergelijken.
6 5 4 3 62
zo leer je je klas rekenen
Zijn jouw leerlingen Klaar voor de start?
Met de einddoelenschriften van Klaar voor de start geef je kinderen een vliegende start naar het nieuwe schooljaar. In ieder boekje komen de 10 belangrijkste rekendoelen aan bod. Er is een boekje voor elke jaargroep.
Bestel ze nu los óf per set van 5 want deze einddoelenschriften rekenen:
Zorgen voor een extra stevige basis voor de 10 belangrijkste leerdoelen van het jaar
Zijn geschikt om het jaar mee af te sluiten, of als vliegende start van een nieuw schooljaar
Zijn methode-onafhankelijk schriften en ideaal om achterstanden weg te werken
Bestel Klaar voor de start nu op
/klaar-voor-de-start
Scan & Bestel
LESSEN KOMEN TOT LEVEN
BEKIJK ONZE NIEUWE PROGRAMMERING 22/23
MUSEUM.NL/vO
FOUNDER HOOFDSPONSOREN met danK aan